Roland HPI-5 User Manual

Gebruikershandleiding
Gefeliciteerd met uw keuze voor de Roland Digitale Piano HPi-5.
201a
Lees, voordat u dit apparaat gaat gebruiken, de secties getiteld: ‘HET APPARAAT OP VEILIGE WIJZE GEBRUIKEN’, en
‘BELANGRIJKE OPMERKINGEN’ (p.2; p.4). In deze secties vindt u belangrijke informatie omtrent de juiste bediening
van dit apparaat. daarnaast zou u de gebruikershandleiding in zijn geheel door moeten lezen, zodat u een goede indruk
krijgt van alles dat uw nieuwe apparaat te bieden heeft. Bewaar deze handleiding om er later aan te kunnen refereren.
Het notenschrift van zowel de interne songs als
commercieel verkrijgbare songbestanden kan
worden weergegeven. Teksten en vingerzettingen
kunnen eveneens worden weergegeven.
* Bij slechts enkele interne songs worden de vingerzettingen weergegeven.
Authentieke Piano uitvoering
Concertvleugelklanken van hoge
kwaliteit, samen met de meer realistische
piano aanslag van het Progressive
Hammer Action Keyboard laten u
genieten van waarlijk authentieke piano
uitvoeringen.
Gemakkelijke bediening zoals bij computerspelletjes
Na het indrukken van de knop voor de gewenste functie, bestaat de bediening eigenlijk uit het indrukken van de cursorknoppen en [ ] [ ] knoppen in het midden van het paneel. U kunt genieten van een veelzijdige uitvoering, met eenvoudige bediening.
Een ‘Sprookjesland’ speciaal voor de kinderen
“Wonderland” is een wereld van geluiden waar
kinderen van kunnen genieten, met een ‘DRUM’,
een “SFX” van geluiden, en meer. Inclusief een
spelletje “noten raden”.
Een schat aan ingebouwde songs
Het instrument bevat 168 piano songs, allen zorgvuldig geselecteerd zodat bijna elk genre vertegenwoordigd wordt - van piano etudes tot populaire liedjes. Van­zelfsprekend kunnen alle interne songs in het “Score” scherm bekeken worden.
Handige functies voor het oefenen
Songdata kan voor één hand
(gedeelte) per keer afgespeeld
worden, en u kunt de interne
metronoom en andere handige
functies voor het oefenen gebruiken.
Copyright 2002 ROLANDCORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag op enigerlei wijze gereproduceerd worden,
zonder schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION.
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
ATTENTION: RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE NE PAS OUVRIR
WAARSCHUWING: VERWIJDER HET DEKSEL (OF DE
ACHTERKANT) NIET, OM HET RISICO OP EEN ELEKTRISCHE
SCHOK TE REDUCEREN. BINNENIN BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN DIE DOOR DE GEBRUIKER ONDERHOUDEN
KUNNEN WORDEN. LAAT HET ONDERHOUD AAN ERKEND
ONDERHOUDSPERSONEEL OVER.
Het symbool van de bliksemflits met pijl, binnen een gelijkzijdige driehoek, is bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor de aanwezigheid van niet geïsoleerd, ’gevaarlijk voltage’ binnenin het apparaat, welke krachtig genoeg kan zijn om een elektrische schok bij personen te veroorzaken.
Het uitroepteken binnen een gelijkzijdige driehoek is bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor de aanwezigheid van belangrijke bedienings- en onderhoudsinstructies in de literatuur behorende bij het product.
INSTRUCTIES MET BETREKKING TOT HET RISICO VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK
OF VERWONDINGEN AAN PERSONEN.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
WAARSCHUWING – Tijdens het gebruik van elektrische producten moeten de basis voorzorgsmaatregelen altijd opgevolgd worden,
1. Lees deze instructies.
2. Bewaar deze instructies.
3. Neem alle waarschuwingen serieus.
4. Volg alle instructies.
5. Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water.
6. Maak dit apparaat alleen met een droge doek schoon.
7. De ventilatie openingen mogen niet geblokkeerd worden. Installeer in overeenstemming met de instructies van de fabrikant.
8. Installeer het apparaat niet in de buurt van warmtebronnen, zoals radiatoren, kachelschuiven, kachels of andere apparaten (inclusief versterkers) die warmte produceren.
9. De veiligheidsopzet van de gepolariseerde of aarde plug dient niet teniet gedaan te worden. Een gepolariseerde plug heeft twee polen, de één breder dan de andere. Een aardeplug heeft twee platte kanten en een derde aarde pin. De brede pool of de derde pin zijn voor uw veiligheid aange­bracht. Wanneer de plug niet in uw stopcontact past, raadpleegt u een elektricien voor vervanging van het verou­derde stopcontact.
10. Bescherm het netsnoer, zodat er niet overheen gelopen kan
inclusief de volgende:
worden. Zorg dat het snoer, in het bijzonder bij de stekkers, stopcontactdozen , en op het punt waar zij uit het apparaat komen, niet gedraaid of in elkaar gedrukt wordt.
11. Gebruik alleen door de fabrikant gespecificeerde aanhangsels of accessoires.
12. Gebruik het apparaat alleen met een door de fabrikant gespecificeerde of bij het apparaat geleverde kar, standaard, statief, console of tafel. Voorzichtigheid is geboden tijdens het verplaatsen van de kar/apparaat combinatie, zodat deze niet kan omvallen en daardoor stuk gaat.
13. Tijdens onweer of wanneer het apparaat gedurende een langere periode niet gebruikt zal worden, haalt u de stekker uit het stopcontact.
14. Laat al het onderhoud aan erkend onderhoudspersoneel over. Onderhoud is vereist wanneer het apparaat op enigerlei wijze beschadigd is, bijvoorbeeld als het netsnoer of de stekker beschadigd is, er vloeistof of objecten in het apparaat terecht zijn gekomen, als het apparaat aan regen of vochtigheid heeft blootgestaan, niet normaal functioneert of is gevallen.
WAARSCHUWING
USING THE UNIT SAFELY
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
VOORZICHTIG opmerkingen
Wordt gebruikt bij instructies waarbij
WAARSCHUWING
de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste
VOORZICHTIG
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair en tevens aan huisdieren kunnen optreden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING
001
• Zorg dat u onderstaande instructies en de gebrui­kershandleiding leest, voordat u het apparaat in gebruik neemt.
..........................................................................................................
002a
• Open het apparaat niet, en voer geen interne modificaties uit.
..........................................................................................................
003
• Tracht het apparaat niet te repareren, of onder­delen in het apparaat te vervangen (behalve wanneer daartoe specifieke instructies in de handleiding staan). Ga voor al het onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum, of een erkende Roland distributeur, ondergebracht op de ‘Informatie’ pagina.
..........................................................................................................
004
• Gebruik, of berg het apparaat nooit op, op plaatsen die:
• aan extreme temperaturen onderhevig zijn
(bijvoorbeeld in direct zonlicht, in een afgesloten voertuig, dichtbij een warmtekanaal, of bovenop warmte genererende apparatuur; of die
• vochtig zijn (bijvoorbeeld badkamers,
wasruimtes, of op natte vloeren; of die
• aan regen worden blootgesteld; of die
• stoffig zijn; of die
• aan een hoge mate van vibratie onderhevig zijn.
..........................................................................................................
007
• Zorg ervoor dat het apparaat altijd waterpas staat, en stabiel zal blijven. Plaats het nooit op wiebe­lende standaards, of op hellende oppervlakken.
..........................................................................................................
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen een cirkel aangegeven. Het symbool dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
008a
• Het apparaat dient alleen op een type stroomvoor­ziening zoals in de instructies wordt beschreven aangesloten te worden, of zoals op het apparaat zelf wordt aangegeven.
..........................................................................................................
009
• Buig of draai het netsnoer niet overmatig, en plaats er geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan het snoer beschadigen, waardoor afgebroken elementen en kortsluiting geproduceerd kan worden. Beschadigde snoeren betekenen een risico op brand en schokken!
..........................................................................................................
010
• Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met koptelefoon of luidsprekers, kan geluidsni­veaus produceren welke tot een permanent gehoorsverlies kunnen leiden. Werk nooit lange tijd achter elkaar op een hoog of oncomfortabel volumeniveau. Wanneer u een bepaalde mate van gehoorsverlies of een piep in de oren bemerkt, moet u het apparaat direct uitzetten, en een oorarts consulteren.
..........................................................................................................
011
• Zorg dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar materiaal, munten, of spelden), of vloeistoffen (water, frisdrank, enz.) in het apparaat terecht­komen.
..........................................................................................................
013
• In huishoudens met kleine kinderen moet een volwassene toezicht houden, totdat het kind in staat is de regels, die essentieel zijn voor een veilige bediening van het apparaat, op te volgen.
..........................................................................................................
014
3
Bescherm het apparaat tegen zware schokken. (Laat het niet vallen!)
..........................................................................................................
015
Steek het netsnoer van dit apparaat niet in een stopcontact waar een buitensporig aantal andere apparaten gebruik van maakt. Wees in het bijzonder voorzichtig bij het gebruik van verleng­snoeren – de totale kracht die door alle apparaten die u op het stopcontact waar het verlengsnoer zich in bevindt heeft aangesloten, mag nooit de stroom classificatie (watts/ampères) van het verlengsnoer overschrijden. Door overmatige ladingen kan de isolatie van het snoer verhit raken, en uiteindelijk smelten.
..........................................................................................................
016
Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum, of een erkend Roland distributeur. Deze zijn te vinden op de Informatie pagina.
..........................................................................................................
VOORZICHTIG
101a
Het apparaat dient op een zodanige wijze geplaatst te worden, dat er voldoende ventilatie­ruimte beschikbaar is.
..........................................................................................................
102b
Wanneer de stekker in het stopcontact, of in dit apparaat word gestoken, of eruit wordt gehaald, houdt u deze altijd bij de stekker zelf vast.
..........................................................................................................
104
Probeer het in elkaar verwikkeld raken van snoeren en kabels te voorkomen. Tevens zouden alle snoeren en kabels buiten het bereik van kinderen geplaatst moeten worden.
..........................................................................................................
106
Ga nooit boven op dit apparaat staan, en plaats er geen zware objecten op.
5
Sluit het deksel.
6
Verwijder de muziekstandaard.
..........................................................................................................
109a
Voordat u het apparaat schoonmaakt, zet u de stroom uit, en trekt u de stekker uit het stopcontact (p.9).
..........................................................................................................
110a
Wanneer er in uw omgeving onweer wordt verwacht, haalt u de stekker uit het stopcontact.
..........................................................................................................
116
Wees voorzichtig bij het openen en sluiten van het deksel, zodat uw vingers er niet tussen komen (p.9). Wanneer kleine kinderen het apparaat gebruiken, dient een volwassene toezicht te houden.
..........................................................................................................
118
Als u de schroeven waarmee de standaard wordt vastgezet verwijdert, bewaart u deze op een veilige plaats, buiten het bereik van kinderen, zodat deze geen kans krijgen om de schroeven per ongeluk in te slikken.
..........................................................................................................
..........................................................................................................
107b
Wanneer de stekker in het stopcontact, of in dit apparaat word gestoken, of eruit wordt gehaald, mogen uw handen nooit nat zijn.
..........................................................................................................
108d: Selection
Wanneer u dit apparaat moet verplaatsen, neemt u de hieronder genoemde voorzorgsmaatregelen in acht. Voor het veilig optillen en verplaatsen van het apparaat zijn minimaal twee personen nodig. Het dient voorzichtig behandeld te worden, en te allen tijde waterpas gehouden worden. Zorg dat u het apparaat stevig vast heeft, om uzelf tegen verwondingen te beschermen, en schade aan het apparaat te voorkomen.
1
Controleer of de knopvergrendelingen
waarmee het apparaat aan de standaard vastzit, niet los zijn gekomen. Als deze losser zijn geworden, zet u ze zorgvuldig vast.
2
Haal het netsnoer los.
3
Koppel alle snoeren van externe apparaten los.
4
Verhoog de regelaar op de standaard (p.11).
4
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
291b
Naast de onderdelen bij BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES en HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN op paginas 2, 3 en 4, raden wij u aan het volgende te lezen, en in acht nemen:
Stroomvoorziening
Gebruik dit apparaat niet op hetzelfde stroomcircuit waar
apparaten die lijn ruis genereren (zoals een elektrische motor of een variabel belichtingssysteem) ook gebruik van maken.
Voordat dit apparaat op andere apparaten wordt
aangesloten, zet u de stroom van alle apparaten uit. Dit zal storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten helpen voorkomen.
Plaatsing
Het gebruik van dit apparaat in de nabijheid van versterkers
(of andere apparatuur die grote stroom transformatoren bevat) kan tot een brom leiden. Om dit probleem op te heffen, verandert u de richting van dit apparaat; of zet het verder van de storingsbron weg.
Dit apparaat kan de radio of televisie ontvangst storen.
Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van zulke ontvangers.
Bij gebruik van de floppy diskdrive van dit apparaat neemt u
het volgende in acht. Voor verdere details kijkt u bij Voordat floppydisks gebruikt worden (p.6).
Plaats het apparaat niet dichtbij apparaten die een sterk
magnetisch veld produceren (bijvoorbeeld luidsprekers).
Installeer het apparaat op een solide, waterpas oppervlak.
Terwijl de drive in werking is, verplaatst u het apparaat
niet, en stelt u het niet aan vibratie bloot.
Plaats dit apparaat niet in het directe zonlicht, plaats het niet
bij apparaten die warmte verspreiden, laat het niet in een afgesloten voertuig achter, en stel het niet aan extreme temperaturen bloot. Laat verlichting die normaalgesproken dicht op het apparaat staan (zoals een pianolamp), of krachtige lampen niet gedurende een langere periode op dezelfde plaats op het apparaat schijnen.
Door overmatige hitte kan het apparaat misvormen of
verkleuren.
Om defecten te voorkomen, dient het apparaat niet in een
natte omgeving, zoals een plaats die aan regen of ander vocht heeft blootgestaan, gebruikt te worden.
Laat rubber, vinyl, of gelijksoortige materialen niet
gedurende een langere periode op het apparaat staan. Door dit soort objecten kan de lak verkleuren, of op andere wijze beschadigen.
Zet niets dat water bevat (bijvoorbeeld bloemenvazen) op het
keyboard. Vermijd tevens het gebruik van insecticiden, parfums, alcohol, nagellak, spuitbussen, enz. in de buurt van het apparaat. Veeg op het apparaat gemorste vloeistoffen snel af, met een droge, zachte doek.
Laat geen objecten boven op het keyboard staan. Hierdoor
kunnen storingen ontstaan, zoals toetsen die geen geluid meer geven.
Plak geen etiketten, plakplaatjes, enz. op dit instrument.
Wanneer dit soort materiaal van het instrument afgetrokken wordt, kan de lak aan de buitenkant beschadigen.
Onderhoud
Voor het schoonmaken van het apparaat gebruikt u een droge, zachte doek, of één die enigszins vochtig is. Probeer het volledige oppervlak met gelijkmatige kracht schoon te vegen, waarbij de doek in de richting van de houtnerf wordt verplaatst. Als u te hard op één plaats veegt, kan de lak beschadigen.
Gebruik nooit wasbenzine, verdunners, alcohol, of oplosmid­delen, om de mogelijkheid van verkleuring en/of misvorming te voorkomen.
De pedalen van de HPi-5 zijn van koper gemaakt. Koper wordt donkerder, als gevolg van een natuurlijk oxidatie­proces. Als het koper dof wordt, poetst u het met een in de winkel verkrijgbaar metaal poetsmiddel.
Aanvullende voorzorgsmaatregelen
Wees er op bedacht dat de inhoud van het geheugen, door storingen of onjuist gebruik van het apparaat, onherstelbaar verloren kan gaan. Om uzelf tegen het risico van verlies van belangrijke data te beschermen, raden wij u aan om van tijd tot tijd een reservekopie van belangrijke data die in het geheugen van het apparaat is opgeslagen op een floppydisk te maken.
De inhoud van data die op een floppydisk is opgeslagen, kan helaas niet meer hersteld worden wanneer deze verloren is gegaan. Roland Corporation is niet verantwoordelijk voor dit soort dataverlies.
Behandel de knoppen, schuifregelaars, of andere regelaars van dit apparaat met voldoende voorzichtigheid; dit geldt tevens voor het gebruik van de stekkers en aansluitingen. Ruwe behandeling kan tot storingen leiden.
Sla nooit op het beeldscherm, en voer er geen hoge druk op uit.
Tijdens normale werking kan een zachte ruis hoorbaar zijn.
Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van alle kabels,
houdt u deze bij de aansluiting vast – trek nooit aan de kabel zelf. Op deze manier vermijdt u kortsluiting, of schade aan de interne elementen van de kabel.
Tijdens normale werking zal het apparaat een geringe hoeveelheid warmte afgeven.
Om te vermijden dat u uw buren stoort, probeert u het volume van dit apparaat op een redelijk niveau te houden. U kunt ervoor kiezen om een koptelefoon te gebruiken, zodat u zich geen zorgen hoeft te maken om de personen in uw naaste omgeving (s nachts in het bijzonder.)
Wanneer u het apparaat moet verplaatsen, verpakt u het in schokabsorberend materiaal. Als u het apparaat verplaatst zonder dit materiaal, kunnen er krassen, beschadigingen of storingen ontstaan.
Trek de muziekstandaard niet te ver voor uit tijdens het stellen of losdraaien van de klemmen.
5
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Gebruik een Roland kabel om de aansluiting te maken. Als u een kabel van een ander merk gebruikt, neem dan notitie van onderstaande voorzorgsmaatregelen.
Sommige aansluitingskabels bevatten weerstanden. Gebruik voor het aansluiten van dit apparaat geen kabels die weerstanden hebben. Bij gebruik van dit soort kabels kan het geluidsniveau extreem laag, of zelfs niet hoorbaar zijn. Informatie over kabelspecificaties kunt u bij de fabrikant van de kabel verkrijgen.
Voordat floppydisks gebruikt worden
Behandeling van de floppydisk drive
Installeer het apparaat op een stabiel, waterpas oppervlak, vrij van trillingen.
Nadat het apparaat is verplaatst naar een locatie met een hogere vochtigheidsgraad, kunt u het beter niet direct gebruiken. Door snelle verschillen van omgeving kan er binnen in de drive condensatie gevormd worden, die een ongunstige invloed op de werking van de drive kan hebben, en/of waardoor floppydisks kunnen beschadigen. Wanneer het apparaat verplaatst is, laat u het (gedurende enkele uren) aan de nieuwe omgeving wennen, voordat u het gaat gebruiken.
Om een disk in te brengen, duwt u deze zachtjes maar stevig in de drive – de disk zal op zijn plaats klikken. Om een disk te verwijderen drukt u stevig op de EJECT knop. Gebruik geen overmatige kracht bij het verwijderen van een disk uit de diskdrive.
Verwijder een disk nooit terwijl data gelezen of geschreven wordt, aangezien dat het magnetische oppervlak van de disk kan beschadigen, waardoor deze onbruikbaar wordt. (De indicator van de diskdrive zal op volle sterkte oplichten wanneer de drive bezig is met lezen of schrijven van data. Normaalgesproken zal de indicator minder helder verlicht, of uitgedoofd zijn).
Voordat de stroom aan- of uitgezet wordt, verwijdert u de disk.
Om schade aan de koppen van de drive te voorkomen, houdt u de floppydisk altijd op een evenwichtig horizontale positie vast (niet naar één kant hellend), terwijl u de disk in de drive steekt. Druk de disk stevig maar voorzichtig in de drive. Doe dit nooit met overmatige kracht.
Om risico op storingen en/of schade te voorkomen, steekt u alleen floppydisks in de diskdrive. Breng er nooit een ander type disk in aan. Zorg dat er geen paperclips, munten of andere vreemde objecten in de drive terechtkomen.
Gebruik of bewaar floppydisks niet op vieze of stoffige plaatsen.
Stel floppydisks niet aan extreme temperaturen bloot (bijvoorbeeld direct zonlicht in een gesloten voertuig). Aanbevolen temperatuur: 10 tot 50 graden Celsius (50 tot 122 graden Fahrenheit).
Stel floppydisks niet aan sterk magnetische velden bloot, zoals die bijvoorbeeld door luidsprekers gegenereerd worden.
Floppydisks hebben een schrijf beveiligingslipje, dat de disk beschermt tegen per ongeluk wissen. Het wordt aangeraden om het lipje in de PROTECT positie te houden, en het alleen in de WRITE positie te schuiven als u nieuwe data naar de disk wilt schrijven.
Achterkant van de disk
Write
(nieuwe data kan op de disk geschreven worden)
beveiligingslipje
653
Het etiket dient stevig op de disk geplakt te worden. Als het etiket losraakt terwijl de disk zich in de drive bevindt, kan het moeilijk zijn de disk uit de drive te verwijderen.
Bewaar alle disks op een veilige plaats om beschadigingen te voorkomen, en om ze tegen stof, vuil, en andere gevaren te beschermen. Door gebruik van een vieze of stoffige disk bestaat het risico dat de disk beschadigt, en dat de diskdrive storingen zal gaan vertonen.
Disks die uitvoeringsdata voor dit apparaat bevatten, dienen altijd op slot te zijn (het schrijf beveiligingslipje in de ‘Protect’ positie), voordat u ze in deze drive steekt, of in een ander apparaat (behalve de PR-300, of een product uit de HP-G/R, MT, KR of Atelier familie), of in de drive van een computer gebruikt. Anders (als het schrijf beveiligingslipje in de ‘Write’ positie blijft staan) riskeert u dat de inhoud van de disk niet leesbaar is, wanneer u disk handelingen met gebruik van de drive van het andere apparaat uitvoert (zoals het controleren van de disk inhoud, of het laden van data).
Schrijf
Protect
(voorkomt schrijven naar disk)
* GS ( ) is een geregistreerd handelsmerk van Roland
Corporation.203
* XG lite ( ) is een geregistreerd handelsmerk van
Yamaha Corporation.203
Behandeling van floppydisks
Floppydisks bevatten een plastic disk met een dunne laag magnetisch opslag medium. Voor het opslaan van grote hoeveelheden data op zon klein oppervlak is microscopische precisie nodig. Om de floppydisks volledig, en in goede staat te houden, neemt u bij de behandeling van floppydisks het volgende in acht:
Raak het magnetisch medium binnenin de disk nooit aan.
6
* Alle in dit document genoemde productnamen zijn
handelsmerken, of geregistreerde handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars.
Inhoud
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN....3
BELANGRIJKE OPMERKINGEN ...................................................5
Voordat u met spelen begint....................................9
De aansluitingen maken....................................................................9
De pedaalkabel aansluiten ............................................................... 9
De muziekstandaard vastmaken..................................................... 9
Het netsnoer aansluiten .................................................................... 9
De koptelefoon aansluiten................................................................ 9
Het deksel openen en sluiten ...........................................................9
De stroom aan/uitzetten.................................................................10
Het volume of de helderheid van het geluid aanpassen............10
Het beeldscherm aan/uitzetten .....................................................10
De helderheid van het scherm aanpassen.................................... 10
Over de pedalen ...............................................................................11
Andere functies dan Piano Performance uitschakelen
(Panel Lock).......................................................................................11
Paneelbeschrijvingen .............................................12
Basisbediening en het hoofdscherm ....................14
Met een song meespelen........................................15
Score scherm ..............................................................................15
Knop bedieningen.....................................................................16
Een song afspelen.............................................................................16
Songs opeenvolgend afspelen (Demo/All Song Play) ........18
Afspelen op een vaststaand tempo.........................................18
De metronoom gebruiken...............................................................19
Een Count (meetelling) toevoegen ter ondersteuning
van uw timing...................................................................................20
Markeringen aan een song toewijzen voor herhaalde oefening20
De toonhoogte van het keyboard of waarop de song
wordt afgespeeld veranderen (Transpose)..................................22
De aanslaggevoeligheid van het keyboard aanpassen
(Key Touch)......................................................................................23
Opnieuw opnemen.......................................................................... 33
Een opgenomen song wissen......................................................... 34
Andere opnamemethodes.............................................................. 34
Opnemen met een begeleiding (de Pianist functie) ............ 34
Multitrack opname op vijf tracks........................................... 35
Uw uitvoering opslaan........................................... 36
Een song op een floppydisk opslaan............................................ 36
Een floppydisk aanbrengen of verwijderen ......................... 36
Een floppydisk formatteren.................................................... 36
Opslaan op een floppydisk ..................................................... 37
Een song van een floppydisk wissen............................................ 39
Het afspelen van muziekbestanden of een song die
op een floppydisk werd opgeslagen .................... 40
Handige functies .................................................... 41
De instellingen van het Score scherm veranderen ..................... 41
De Count instellingen veranderen................................................ 42
Functies die met gebruik van de [Function] knop geselecteerd
kunnen worden................................................................................ 43
De volumebalans tussen begeleiding en keyboard
aanpassen (Balance) ........................................................................ 43
De diepte van de effecten aanpassen (Effects) ............................ 43
Een markering in het midden van een maat toewijzen
(Marker Option/Resolution) ......................................................... 43
De referentie toonhoogte en de stemming instellen (Tuning) .. 44
De uitvoering van een specifiek instrument afspelen
(16 Track) .......................................................................................... 44
De functie van de pedalen veranderen (Pedal)........................... 45
De in het scherm weergegeven taal veranderen (Language).... 45
De instellingen onthouden, zelfs wanneer de stroom
is uitgezet (Memory Back-up)........................................................ 45
De aan de track knoppen toegewezen parts veranderen
tijdens SMF afspelen (Track Assign)............................................. 45
De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset)...................... 45
Variatie in uw uitvoeringen aanbrengen ...............24
Het te spelen geluid selecteren.......................................................24
Percussie instrumenten of geluidseffecten spelen ...............24
Effecten op het geluid toepassen ...................................................24
Weerkaatsing aan het geluid toevoegen (Reverb)................25
Het geluid rijker maken (Chorus)...........................................25
Twee opgestapelde geluiden samen afspelen..............................25
Verschillende geluiden spelen met de rechter- en linkerhand
(Split)..................................................................................................26
Veranderen van Dual Performance naar Split Performance27
Van Split naar Dual Performance overschakelen.................27
Een begeleiding aan uw uitvoering
toevoegen (Pianist Functie) ...................................28
Spelen in een sprookjesland van geluid...............29
Uw uitvoering opnemen .........................................30
Samen met een song opnemen.......................................................30
Een nieuwe song opnemen.............................................................31
Externe apparaten aansluiten ............................... 46
Geluidsapparaten aansluiten......................................................... 46
Aansluitingen met MIDI apparaten ............................................. 46
Wat is MIDI?..................................................................................... 46
Aansluitingen naar een computer................................................. 47
Aan MIDI gerelateerde instellingen maken ................................ 47
MIDI instellingen............................................................................. 47
Program Change instelling ............................................................ 48
Appendix................................................................. 49
Probleemoplossing.......................................................................... 49
Als dit bericht in het scherm verschijntt ...................................... 51
Tone/Drum Set Lijst ....................................................................... 52
Pianist Stijl Lijst................................................................................ 56
Akkoorden lijst ................................................................................ 57
Interne Song lijst .............................................................................. 58
Muziekbestanden die de HPi-5 kan gebruiken........................... 60
MIDI Implementation Chart.......................................................... 61
Hoofdspecificaties ........................................................................... 62
Index.................................................................................................. 63
7
Inhoud
MEMO
8
Voordat u met spelen begint
De aansluitingen maken
De pedaalkabel aansluiten
Steek de pedaalkabel in de Pedal aansluiting, aan de
achterkant van de HPi-5.
fig.pedalcord
Pedaal
De muziekstandaard vastmaken
De muziekstandaard van de HPi-5 bevat een liquid crystal
beeldscherm. Volg de onderstaande procedure, en behandel de
muziekstandaard voorzichtig.
1
Breng de muziekstandaard aan, zoals in het diagram
getoond wordt.
2
Sluit de muziekstandaard kabel op de LCD Out
aansluiting van de HPi-5 aan.
* Tijdens het aansluiten van de muziekstandaard kabel moet de
stroom uit staan.
fig.LCDcord
Aansluiten Loskoppelen
De koptelefoon aansluiten
Steek de koptelefoon in de Phones jack op het
onderpaneel van de HPi-5.
Als u de koptelefoon aansluit, zal er geen geluid via de interne
luidsprekers worden uitgestuurd.
Het volume van de koptelefoon wordt met de [Volume] knop
p.10) van de HPi-5 aangepast.
(
* Gebruik bij voorkeur een stereo koptelefoon.
fig.headphones
Phones plug x 2
P h o n e
s
M I D I I
n
Enkele opmerkingen bij het gebruik van een koptelefoon
Om te voorkomen dat het koptelefoonsnoer beschadigd
raakt, houdt u de koptelefoon bij de oorschelpen vast, en
pakt u bij het loskoppelen de plug vast, en niet het snoer.
De koptelefoon kan beschadigen als deze ingeplugd is,
en het volume te hoog staat. Sluit de koptelefoon alleen
aan nadat het volume geheel laag is gezet.
Om eventuele schade met betrekking tot het gehoor,
gehoorsverlies of schade aan de koptelefoon te
voorkomen, dient de koptelefoon niet op een overmatig
hoog volume gebruikt te worden. Zet het geluidsniveau
niet te hoog.
Steek de plug in de aansluiting,
zodat deze stevig vastzit.
Hou de plug vast
om deze eruit te trekken
Het netsnoer aansluiten
Steek het bijgeleverde netsnoer in de ingang op het onderpaneel van
de HPi-5, en steek de andere kant vervolgens in een stopcontact.
* Gebruik alleen het bijgeleverde netsnoer.
fig.ACcord
Onderzijde aan de
achterkant van de HPi-5
Het deksel openen en sluiten
Om het deksel te openen gebruikt u beide handen om
het lichtjes op te tillen, en schuift u het van u af.
Om het deksel te sluiten trekt u het voorzichtig naar u
toe, en nadat het volledig uitgetrokken is, laat u het zachtjes zakken.
fig.futa
* Pas op dat u uw vingers niet bezeert bij het openen of sluiten
van het deksel. Wanneer kleine kinderen de HPi-5 gaan
gebruiken, dient een volwassene toezicht te houden.
* Om ongelukken te voorkomen moet het deksel tijdens het
vervoeren van de piano gesloten zijn.
9
Voordat u met spelen begint
De stroom aan/uitzetten
* Zet de stroom van uw verschillende apparaten in de
gespecificeerde volgorde aan. Door het in de verkeerde volgorde
aanzetten van de apparaten kunnen storingen en/of schade aan
luidsprekers en andere apparaten ontstaan.
Om de stroom aan te zetten, draait u de [Volume] knop
helemaal naar beneden, en drukt u vervolgens op de [Power] schakelaar.
De stroom zal aangaan, en de Power indicator op de
linkervoorzijde van de HPi-5 zal oplichten. Na enkele seconden
zult u het keyboard kunnen bespelen om geluid te produceren.
Gebruik de [Volume] knop om het volume aan te passen.
* Dit apparaat beschikt over een beveiligingscircuit. Nadat de
stroom is aangezet, zal het korte tijd (enige seconden) duren
voordat het apparaat normaal functioneert.
fig.Power
Power
Het beeldscherm aan/ uitzetten
Wanneer u de stroom aanzet, zal het scherm in het midden van de
muziekstandaard aan zijn.
* Druk op de Display [On/Off] knop om het beeldscherm uit te
zetten.
Druk nogmaals op de Display [On/Off] knop om het
beeldscherm aan te zetten.
fig.LCDonoff
* Als u de stroom aanzet terwijl Panel Lock (
wordt, zal het beeldscherm niet verschijnen.
* Zelfs als u het scherm uit laat staan, zal dit door sommige
functies automatisch aangezet worden.
De helderheid van het scherm aanpassen
p.11) geactiveerd
Power schakelaar
Om de stroom uit te zetten draait u de [Volume] knop
geheel naar links, en drukt u op de [Power] schakelaar.
De Power indicator op de linkervoorzijde van de HPi-5 zal
donker worden, en de stroom zal uitgezet worden.
Het volume of de helderheid van het geluid aanpassen
Draai aan de [Volume] knop om het algehele volume
aan te passen.
Draai aan de [Brilliance] knop om de helderheid van
het geluid aan te passen.
fig.knobs
Min Max Zacht
Helder
Om de helderheid van het scherm aan te passen, draait u aan de [Contrast] knop aan de achterzijde van de
muziekstandaard.
fig.contrast
Achterkant van de muziekstandaard
Deksel
Enkele opmerkingen bij het gebruik van het LCD scherm
Verwijder nooit het deksel van het liquid crystal
beeldscherm aan de achterzijde van de
muziekstandaard. Als u dit verwijdert, riskeert u een
elektrische schok en/of storingen.
Het is mogelijk dat u verticale lijnen in het beeldscherm
ziet. Dit is te wijten aan de structuur van een liquid
crystal beeldscherm, en betekent niet dat er een storing
is. Door gebruik van de [Contrast] knop voor het
aanpassen van de helderheid van het scherm, kunt u
deze lijnen verminderen.
De temperatuur kan van invloed zijn op de helderheid
van het scherm.
10
Voordat u met spelen begint
Over de pedalen
De pedalen hebben de volgende functies, en worden hoofdzakelijk
voor piano uitvoering gebruikt.
fig.pedal
Zacht pedaal
Sostenuto pedaal
Demper pedaal (rechter pedaal)
Als dit pedaal ingedrukt is, zullen noten doorklinken, zelfs nadat u
de toetsen heeft losgelaten. De diepte waarop het pedaal wordt
ingedrukt, heeft een subtiele invloed op de duur van de sustain (het
doorklinken).
Op een akoestische piano zullen de resterende snaren door het
ingedrukt houden van het demper pedaal resoneren, gelijkgestemd
met de geluiden die u vanaf het keyboard speelde, waardoor een
rijke resonantie wordt toegevoegd. De HPi-5 simuleert deze
sympathische resonantie.
Demper pedaal
Andere functies dan Piano Performance uitschakelen (Panel Lock)
De Panel Lock zet de HPi-5 op slot, een status waarin slechts de
piano gebruikt kan worden, en alle knoppen uitgeschakeld zijn. Dit
voorkomt dat de instellingen onbewust gewijzigd worden, zelfs als
kinderen de knoppen per ongeluk indrukken.
* In de Panel Lock status kan alleen het grand piano geluid
gespeeld worden. Tevens zal er niets in het scherm worden
weergegeven.
1 Zet het volume op het minimum, en druk de [Power]
schakelaar in om de stroom uit te zetten.
2 Houdt de [Function] knop ingedrukt, en druk op de
[Power] schakelaar om de stroom aan te zetten.
Blijf de knop gedurende één of twee seconden ingedrukt
houden. Pas het volume aan. Als u op het keyboard speelt, zal
het grand piano geluid te horen zijn.
Om de Panel Lock functie op te heffen draait u het volume naar
het minimum, en zet u de stroom opnieuw aan.
* U kunt de hoeveelheid sympathische resonantie, die optreedt als
u het demper pedaal indrukt, aanpassen. Zie De diepte van de
effecten aanpassen (Effects) (p.43).
Sostenuto pedaal (middelste pedaal)
Dit pedaal laat alleen de geluiden doorklinken van de toetsen die
reeds gespeeld waren toen u het pedaal indrukte.
Soft pedaal (linker pedaal)
Als u dit pedaal ingedrukt houdt en het keyboard bespeelt, zal het
geluid een zachtere klank hebben.
De zachtheid van de klank kan door de diepte waarop u het pedaal
indrukt worden veranderd.
* Aan het Sostenuto pedaal en het Soft pedaal kunnen andere
functies dan deze worden toegewezen. Zie De functie van de
pedalen veranderen (Pedal) (p.45).
Over de adjuster (bijsteller)
Als u de HPi-5 verplaatst, of voelt dat de pedalen onstabiel zijn, past
u de adjuster die zich onder de pedalen bevindt als volgt aan:
Draai aan de adjuster om deze te verlagen, zodat deze stevig in
contact met de grond is. Wanneer er ruimte tussen de pedalen
en de grond is, kunnen de pedalen beschadigd zijn. Dit dient in
het bijzonder ingesteld te worden als het instrument op tapijt
wordt geplaatst, zodat de pedalen stevig de grond raken.
fig.adjust
Adjuster
11
Paneelbeschrijvingen
Voorpaneel
234
Power
6
7 8 9 10 11 14 16 1819 2021 22 23 25
5
1
1 [Power] schakelaar
Wordt ingedrukt om de stroom aan en uit te zetten (p.10).
2 [Volume] knop
Past het algehele volume aan (p.10).
3 [Brilliance] knop
Past de helderheid van het geluid aan (p.10).
4 [Transpose] knop
Transponeert de toonhoogte van het keyboard, of de song die
afgespeeld wordt (p.22).
5 [Tone] knoppen
Selecteer het type geluid (de klankgroep) die vanaf het
keyboard gespeeld zal worden (p.24).
6 [Pianist] knop
U kunt de Pianist functie gebruiken om een begeleiding aan uw
spel toe te voegen (p.28).
7 [Reverb/Intro/Ending] knop
Voegt weerkaatsing aan het geluid toe (p.25).
Als u de Pianist functie gebruikt, start of stopt dit de
begeleiding met een intro of een einde (p.28).
8 [Chorus]/[Start/Stop] knop
Voegt ruimtelijkheid aan het geluid toe (p.25).
Als u de Pianist functie gebruikt, start of stopt dit de
begeleiding (p.28).
9 [Split] knop
Laat u verschillende geluiden in de linker- en rechterhand
gebieden van het keyboard spelen (p.26).
10 [Key Touch] knop
Past de aanslaggevoeligheid van het keyboard aan (p.23).
11 [Function] knop
Selecteert verscheidene aan uitvoering gerelateerde functies
(p.20, p.36-p.39, p.43-p.45).
12 [ ][ ][ ][ ] knoppen (Cursor knoppen)
Worden gebruikt om het onderdeel of de waarde die u wilt
instellen te selecteren (p.14). Afhankelijk van het scherm
kunnen andere functies worden toegewezen.
13 [Song] knop
Gebruik deze knop om interne songs of songs van floppydisk te
selecteren (p.16, p.40).
12
24 2617151312
14 [ ][ ]knoppen
De [ ] voltooit de waarde die door de cursor knoppen werd
geselecteerd (12) (p.14).
De [ ] annuleert de operatie, of geeft het muzikale Score
scherm weer.
Afhankelijk van het scherm kunnen andere functies worden
toegewezen.
15 [ (Metronoom)] knop
Laat de interne metronoom klinken (p.19).
Deze knop specificeert de tel (p.20).
16 Tempo [Slow] [Fast] knoppen
Past het tempo aan (p.16, p.28).
Door het gelijktijdig indrukken van de [Slow] en [Fast] knoppen
zal het basistempo hersteld worden.
17 Track knoppen
Worden voor het afspelen of opnemen van elke track van een
song gebruikt (p.16, p.33, p.35).
18 [ (Reset)]knop
Zet de afspeel-startlocatie van de song naar het begin van de
song terug.
19 [ (Stop)] knop
Stopt het afspelen of opnemen van een song.
20 [ (Play)] knop
Start het afspelen of opnemen van een song.
21 [ (Rec)] knop
Als deze knop wordt ingedrukt, wordt het instrument in de
pauze stand (voor opname) gezet (p.30-p.35).
22 [ (Bwd)] knop
Spoelt de song terug.
23 [ (Fwd)] knop
Spoelt de song vooruit.
24 [Wonderland] knop
Hier kunt u genieten van de DRUM, SFX en GAME, en op
een speelse, grappige manier alles over instrumenten leren (p.29).
25 Display [On/Off]
Zet het scherm van de muziekstandaard aan/uit (p.10).
26 Disk Drive
Hier kunt u een floppydisk insteken, voor het afspelen of
opslaan van songs (p.40, p.36).
Achterpaneel
V
Ach
Paneelbeschrijvingen
1 2 3 4 5
1 LCD Out aansluiting
Sluit hierop de kabel van de muziekstandaard aan (p.9).
2 MIDI Out/In aansluitingen
Deze kunnen met een extern MIDI apparaat verbonden
worden, voor het uitwisselen van uitvoeringsdata (p.46).
* Er bevindt zich tevens een MIDI In aansluiting op het
onderpaneel. De twee MIDI In aansluitingen kunnen niet
gelijktijdig gebruikt worden.
3 Pedal aansluiting
Sluit hierop de pedaalkabel van de standaard aan (p.9).
Onderpaneel
1 MIDI In aansluiting
Hier kan een extern MIDI apparaat worden
aangesloten, om uitvoeringsdata te ontvangen
(p.46).
1
* Er bevindt zich tevens een MIDI In aansluiting
op het achterpaneel van de HPi-5. De twee
MIDI In aansluitingen kunnen niet gelijktijdig
2
gebruikt worden.
2 Phones jack
Hier kan een koptelefoon worden aangesloten
(p.9).
4 Input jacks
Deze jacks kunnen op een ander geluidsgenererend apparaat of
een geluidsapparaat worden aangesloten, zodat het geluid van
het betreffende apparaat via de luidsprekers van de HPi-5
wordt uitgestuurd (p.46).
5 Output jacks
Deze jacks kunnen op uw geluidssysteem worden aangesloten,
zodat u van een krachtiger geluid kunt genieten. Deze kunnen
ook op een cassetterecorder of soortgelijk apparaat worden
aangesloten, zodat u uw uitvoering op een cassettebandje kunt
opnemen (p.46).
Muziekstandaard
oorkant van de
muziekstandaard
1 Beeldscherm
Op dit scherm worden de muzikale score (notenschrift) van een
interne song of disk song en verscheidene instellingen
weergegeven.
* De uitleg in deze handleiding bevat illustraties die weergeven
wat er in het scherm weergegeven zou moeten worden. Merk
echter op dat uw apparaat wellicht een nieuwere, verbeterde
systeemversie heeft (waaronder bijvoorbeeld nieuwere
geluiden), zodat wat u feitelijk in het scherm ziet, niet altijd
overeen hoeft te komen met dat wat in de handleiding staat.
g.contrast
terkant van de
muziekstandaard
1
2
2 [Contrast] knop
Met deze knop wordt de helderheid van het scherm aangepast
(p.10).
13
Basisbediening en het hoofdscherm
Basisbediening
De HPi-5 wordt hoofdzakelijk met gebruik van de cursor knoppen
en [ ] [ ] knoppen bediend, terwijl het beeldscherm wordt
bekeken. Het onderste gedeelte van het scherm toont de functies van
de cursor knoppen en de [ ] [ ] knoppen.
De hoofdfuncties zijn als volgt:
Cursor knoppen [ ][ ][][] knoppen
Verplaats deze naar een onderdeel om het te
selecteren, of om van pagina te veranderen
[ ] knop: voltooi de geselecteerde waarde
[ ] knop: geef het Score scherm weer, of keer naar het
voorgaande scherm terug
fig.cursor.e
Cursor knoppen
Op het hoofdscherm vindt u het volgende:
[ ][ ] knoppen
1. Score scherm (basis scherm)
fig.score.e.eps_50
Wanneer u de stroom aanzet, is dit het eerste scherm dat wordt
weergegeven.
Wanneer er een ander scherm wordt getoond, kunt u enkele malen
op de [ ] knop drukken om naar dit scherm te gaan. Voor details
over het Score scherm, zie p.15.
2. Lijst scherm
fig.toneslct.e.eps_50
3. Gedetailleerd instellingsscherm
fig.scoreopt1.e.eps_50
In een soortgelijk scherm als dit worden gedetailleerde instellingen
voor functies gemaakt. Het op dat moment geselecteerde onderdeel
zal in wit oplichten, en u kunt de [ ] [ ] knoppen gebruiken
om de waarde te bewerken. Een uitleg van het geselecteerde
onderdeel wordt onder het onderdeel getoond. Bij sommige
onderdelen wordt tevens een uitleg van de waardes weergegeven.
Als u de [ ] en [ ] knoppen gelijktijdig indrukt, zal de
waarde naar de basis instelling terugkeren.
Wanneer de symbolen boven in het scherm
verschijnen, betekent dit dat er op de volgende of vorige paginas
ook onderdelen aanwezig zijn.
Als u op de [ ] knop drukt, zal de geselecteerde waarde voltooid
worden, en keert u naar het scherm terug dat getoond werd voordat
dit scherm werd weergegeven.
Navigeren te midden van selecties
In de meeste gevallen zult u een cursorknop indrukken om het
onderdeel aan de linker- of rechterkant (afhankelijk van de richting
van de pijl) van het huidig geselecteerde onderdeel (het onderdeel
dat in wit oplicht) te selecteren.
Echter, in sommige schermen kunnen de [ ] [ ] knoppen
gebruikt worden voor het selecteren van onderdelen boven en
onder, evenals die aan de linker- en rechterkant.
fig.cursormove.e
Voorbeeld: Twee-
voudig scherm (p.25).
Als u de [ ] knop
indrukt, zal het
geselecteerde
onderdeel verplaatsen,
in de volgorde
2
1
Wanneer u alleen de [ ] en [ ] knoppen gebruikt om een
onderdeel te selecteren, zal onder in het scherm [ ]Select
worden aangegeven.
3
1
2
3
Dit type Lijst scherm zal verschijnen als u songs, klanken, of
begeleidingsstijlen selecteert. In dit scherm gebruikt u de cursor
knoppen om het gewenste onderdeel te selecteren. Het geselecteerde
onderdeel zal in wit oplichten.
Wanneer de symbolen boven in het scherm
verschijnen, betekent dit dat er op de volgende of vorige paginas
ook onderdelen aanwezig zijn.
14
Berichten
Tijdens het werken met dit apparaat zullen soms verscheidene berich-
ten verschijnen. Deze berichten vragen u om een operatie te bevesti-
gen, informeren u over het resultaat van een operatie, of geven een
storing aan wanneer een operatie niet uitgevoerd kon worden. Meer
informatie over storingsberichten die met Error beginnen vindt u op
p.51. Als een bericht zoals het volgende wordt weergegeven, gebruikt
u de [ ][ ] knoppen om uw antwoord te selecteren, en drukt u
[]
op de
zult u naar het voorgaande scherm terugkeren.
fig.message.e.eps
knop om het te bevestigen. Als u de [ ] knop indrukt
Met een song meespelen
Score scherm
Wanneer de stroom van de HPi-5 wordt aangezet, zal een muzikaal Score scherm zoals het onderstaande in het scherm verschijnen. Dit kan niet alleen de ingebouwde songs weergeven, maar ook de muzikale score van SMF muziekbestanden, of een uitvoering die u op de HPi-5 heeft opgenomen.
fig.score.e
Part
Selecteer de part(s) waarvan de
score zal worden weergegeven.
: Score voor beide handen
: alleen linkerhand score
: alleen rechterhand score
: score van het gespecifi-
ceerde part (→ om het part
te veranderen, zie p.41).
Vingerzetting
Bij het afspelen van songdata die vingerzettingen bevat, zullen de vingerzettingen worden weergegeven als u dit aanvinkt. Dit is handig om de juiste vingerzettingen te leren. De vingers worden als volgt genummerd: 1: duim, 2:
wijsvinger, 3: middelvinger, 4: ringvinger, 5: pink. Dit onderdeel
kan niet geselecteerd worden als er geen vingerzettingdata is.
Part Fingering Lyrics Zoom
* Als u een part dat geen uitvoeringsdata bevat heeft geselecteerd, zal de score geen noten tonen. Om het part dat wordt
weergegeven te veranderen, kijkt u bij De Score scherm instellingen veranderen(p.41).
Tempo Songnaam Maatsoort Maat
Teksten
Bij het afspelen van songdata die tekstdata bevat, zal de tekst worden weergegeven als u dit aanvinkt. Dit onderdeel kan niet geselecteerd worden als er geen tekstdata is.
Zoom
Als dit is aangevinkt zal de score vergroot worden weergegeven, één maat per keer. Ook de nootnamen kunnen weergegeven worden.
Vinkje toevoegen/ verwijderen, parts veranderen Selecteer het in te stellen onderdeel
Afhankelijk van de songdata zullen sommige onderdelen niet ingesteld kunnen worden.
Gedetailleerde instellingen voor de tel
maken
Voor details, zie p.41.
* De vingerzettingen in het scherm geven één mogelijke vingerzetting aan.
* De vingerzettingen kunnen alleen worden weergegeven tijdens het spelen van een interne song.
Enkele opmerkingen over het Score scherm
Als u de song begint af te spelen, zal het Score scherm tonen. Terwijl dit symbool wordt
weergegeven, wordt uitvoeringsdata van floppydisk of uit het interne geheugen geladen. Het kan dertig seconden tot een minuut duren voordat de data is gelezen. Wacht alstublieft even.
De weergegeven score wordt uit de muziekbestanden gegenereerd, en het feit dat het scherm gemakkelijk leesbaar is, heeft voorrang boven het nauwkeurig reproduceren van een ingewikkelde of moeilijke uitvoering. Dit is de reden dat u soms verschillen met commercieel verkrijgbare bladmuziek zult bemerken. Dit is zeker niet geschikt voor het weergeven van geavanceerde of ingewikkelde songs, waarbij gedetailleerde scores vereist zijn. Versieringen, of noten korter dan een zestiende noot kunnen niet worden weergegeven.
In het Score scherm kunnen teksten of noten buiten het weergavenbereik van het scherm vallen, en worden niet getoond.
Als u tijdens het afspelen van de song de score weergeeft of het getoonde part verandert, kan de song soms vanaf het begin gaan afspelen.
15
Met een song meespelen
Knop bedieningen
De volgende knoppen worden voor het afspelen van een song gebruikt.
fig.panel1-1 Track buttons
[Volume] knop
Past het volume aan (p.10).
[Song] knop
Selecteert de song die gespeeld zal worden (p.16).
[Transpose] knop
Verandert de afspeel toonsoort
van de song (p.22)
[Function] knop
Wijst een markeerpunt binnen
de song toe (p.18).
Track knoppen
Ieder onderdeel van de song die wordt afgespeeld wordt aan
een track knop toegewezen. Selecteer parts, of wissel af tussen
tijdelijk stil gemaakte (mute) (indicator donker), en spelende
parts (knop indicator verlicht).
[ (Bwd)] [ (Fwd)] knoppen
Druk hier één keer op om één maat verder of terug te gaan.
Gaat onafgebroken voor- of achteruit als deze ingedrukt
worden gehouden.
[ (Rec)] knop
Neemt een uitvoering op (p.30).
[ (Play)] knop
Start het afspelen.
[ (Stop)] knop
Stopt het afspelen.
[ (Reset)] knop
Keert naar de eerste maat van de song terug.
[Tempo] knoppen
Passen het tempo van de song aan.
Een song afspelen
De HPi-5 heeft 168 ingebouwde piano songs. Deze kunnen alle in het Score scherm bekeken worden. De songs hebben tevens orkest begeleidingen, zodat u met de begeleiding mee kunt spelen, of het tempo aan kunt passen tot de gewenste snelheid, om gemakkelijker te kunnen oefenen.
Interne Songlijst(p.58)
fig.panel1-2
16
*
Als u de [
(Stop)] knop ingedrukt houdt en de [ (Fwd)] knop indrukt,
zult u naar het einde van de song gaan.
1
2
3 2
2
Met een song meespelen
Een song selecteren
1 Druk op de [Song] knop. In het scherm selecteert u de song die u wilt afspelen.
Genre
ruk op om het genre te selecteren. De te selecteren songs verschillen per genre.
Song list
De selectie zal in wit oplichten.
0: (Songnaam)
De naam van de op dat moment geselecteerde
Afspelen
2 Druk op de [ (Play)] knop.
De indicator van de knop zal oplichten. Het scherm zal verschijnen, en de song zal beginnen te spelen.
Terwijl het symbool in het scherm wordt getoond, wordt de songdata geladen.
Het tempo aanpassen
Gebruik de Tempo [Slow] [Fast] knoppen om het tempo aan te passen. Het tempo wordt met de waarde van een kwartnoot aangepast, waarbij 20-250 het toelaatbare bereik is. Als u de Tempo [Slow] [Fast] knoppen gelijktijdig indrukt, zult u naar het basistempo van de song terugkeren (het tempo voordat het werd gewijzigd).
Disk
Selecteer songs van disk. Voor details, zie p.40.
Selecteer een song
Terug naar het Score scherm
Beluister de geselecteerde song
Muting (tijdelijk tot zwijgen brengen) van af te spelen gedeeltes
U kunt het geluid van specifieke afspeelonderdelen tijdelijk tot zwijgen brengen, en deze vervolgens zelf spelen. Druk op een track knop om een specifieke track tot zwijgen te brengen. De indicator van de ingedrukte knop wordt donker, en de geselecteerde track zal niet hoorbaar zijn. Om muting op te heffen drukt u nogmaals op dezelfde track knop, zodat de indicator oplicht.
* Wanneer de [3/Left hand] knop en [4/Right hand] knop tijdens het afspelen van SMF bestanden voor de Roland Piano Digital
serie de linker/rechterhand uitvoeringen niet correct besturen, verandert u de Track Assign instellingen. Raadpleeg De aan de track knoppen toegewezen parts veranderen tijdens SMF afspelen (Track Assign). (p.45)
De song stoppen
3 Druk op de [ (Stop)] knop.
Het afspelen zal automatisch stoppen wanneer het einde van de song wordt bereikt.
Druk op de [ (Reset)] knop om naar het begin van de song terug te keren.
Als een scherm zoals het volgende wordt weergegeven
Wanneer een song reeds in het opslaggebied (interne geheugen) is geselecteerd, is het kiezen van een andere song of het opnemen van een nieuwe uitvoering niet mogelijk. Als het OK is om de
bestaande song te wissen, selecteert u ‘Yes’ en drukt u op de [] knop. Als u de song niet wilt wissen, selecteert u ‘No’ en slaat u de song op floppydisk op ( p.36).
17
Met een song meespelen
Songs opeenvolgend afspelen (Demo/All Song Play)
De interne songs kunnen opeenvolgend afgespeeld worden.
fig.panel1-3
1
Change the tempo
21
1 Houdt de track [4/Right] knop ingedrukt en druk op de [Wonderland] knop.
fig.allsong.e
All Songs in Random
Speelt alle songs af.
Genre
Speel alle songs van het geselecteerde genre af. Selecteer Disk als u songs van uw floppydisk wilt afspelen.
Als er gedurende enkele seconden geen handelingen worden uitgevoerd, zal All Songs in Random automatisch starten. Songs zullen opeenvolgend worden afgespeeld. Als alle geselecteerde songs zijn afgespeeld, zal het afspelen naar de eerste song terugkeren, en verder gaan.
Het afspelen stoppen
Selecteer een genre
Start het afspelen Terug naar het Score
scherm
2 Druk op de [ (Stop)] knop.
Het afspelen zal stoppen.
Afspelen op een vaststaand tempo
In het geval van een song met ingewikkelde tempoveranderingen, is het effectief om in het begin op een vaststaand tempo te oefenen. Het afspelen op een vaststaand tempo, zonder dat tempowisselingen zijn toegestaan, wordt Tempo Mute genoemd.
1 Houdt de [ (Stop)] knop ingedrukt en druk op de Tempo [Slow] of [Fast] knop.
Terwijl Tempo Mute is ingeschakeld, zal de tempo indicatie in het scherm oplichten.
fig.tempomute.e
Als u de song afspeelt, zal deze op een constant tempo spelen.
Om Tempo Mute op te heffen, houdt u de [ (Stop)] knop ingedrukt en drukt u op de Tempo [Slow] of [Fast] knop. Tempo Mute wordt tevens geannuleerd als u een andere song selecteert.
18
De metronoom gebruiken
De HPi-5 bevat een veelzijdige metronoomfunctie. Terwijl een song of begeleiding ( Pianist functie, p.28) wordt afgespeeld, zal de metronoom volgens het overeenkomstige tempo en de maatsoort (Beat) klinken.
fig.panel1-4
1 Druk op de [Metronome] knop.
De indicator van de knop zal volgens de maatsoort knipperen (Beat), en de metronoom zal klinken. Om de metronoom te stoppen drukt u op de [Metronome] knop, zodat zijn indicator donker wordt.
fig.metro.e
Met een song meespelen
1
Volume
Stel de metronoom in.
Sound
Specificeer het metronoomgeluid.
Tempo
Gebruik de Tempo [Slow] of [Fast] knop om het tempo aan te passen.
In dit scherm kunt u de volgende instellingen maken:
Onderdeel Instelling
Volume 0 ((geen geluid)–10
Beat
Sound
Beat
Stel de maat in.
Selecteer het in te stellen onderdeel Verander de instelling
Maak gedetailleerde instellingen voor de
tel Voor details, zie p.42.
Count
Toont de status van de Count instelling (p.42).
2/2, 0/4, 2/4, 3/4, 4/4, 5/4, 6/4, 7/4, 3/8, 6/8, 9/8, 12/8
* Het is niet mogelijk om de Beat instellingen te veranderen terwijl een song speelt.
Click, Electronic, Voice (Japanese) (“1,” “2,” “3” in Japanese), Voice (English) (“1,” “2,” “3” in
English), Animal, Wood Block, Triangle & Castanets
Pattern
Specificeer het timing interval van de zwakke maten van de metronoom.
Keer naar het voorgaande scherm terug
Pattern
Normaal, (gepuncteerde halve noot), (halve noot), (gepuncteerde kwart-
noot), (kwartnoot), (gepuncteerde achtste noot), (achtste noot),
(zestiende noot)
Double (noot toegevoegd aan de back beat van de eerste tel)
Triple (toegevoegde noten laten de eerste tel als een triool klinken)
Shuffle (noten toegevoegd om een shuffle te creëren)
19
Met een song meespelen
Een Count (meetelling) toevoegen ter ondersteuning van uw timing
Count In betekent het laten klinken van een (af)telling voordat het afspelen van de song begint.Countdown betekent het laten klinken van een (af)telling na het intro van de song (voordat u het
keyboard gaat bespelen). Als u met een song gaat meespelen, zal het laten klinken van een (af)telling het voor u gemakkelijker maken om uw timing van uw uitvoering overeen te laten komen met die van de song.
fig.panel1-5
1
1 Druk op de [Metronome] knop. In het Metronome scherm drukt u op de [] knop.
fig.count1.e
Verander de instelling
Selecteer het in te stellen onderdeel
Druk op de knop om het volgende instellingsonderdeel weer te geven. Voor details, zie p.42.
Keer naar het Metronome scherm terug.
Onderdeel Instelling
Specificeer welk
Count
Meer informatie over andere instellingen in het Count Options scherm vindt u bij De Count instellingen veranderen (p.42).
type (af)telling
(Count) toegevoegd
zal worden.
Off (geen telling)
Count In (voeg een (af)telling toe voordat de uitvoering begint)
Countdown (voeg een (af)telling toe, net voordat u begint te spelen)
Count In/Down (voeg zowel een Count-in als een Countdown toe)
Markeringen aan een song toewijzen voor herhaalde oefening
fig.panel1-6
20
U kunt markeringen binnen een song aanbrengen zodat u naar een gemarkeerde mark kunt gaan, of herhaaldelijk tussen twee markeringen kunt afspelen.
1 23
Loading...
+ 46 hidden pages