Roland G-70 User Manual [nl]

Handleiding
WAARSCHUWING
– Om het risico op brand of elektrocutie te voorkomen mag u dit apparaat nooit blootstellen aan vochtigheid of regen.
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
ATTENTION
CAUTION: TO REDUCE THE RISK OF ELECTRIC SHOCK,
NO USER-SERVICEABLE PARTS INSIDE.
REFER SERVICING TO QUALIFIED SERVICE PERSONNEL.
DO NOT REMOVE COVER (OR BACK).
De bliksemschicht in een driehoek wijst de gebruiker op niet geïso­leerde “gevaarlijke spanningen” in het inwendige van dit apparaat die sterk genoeg zijn om voor elektrocutie te zorgen.
Het uitroepteken in een driehoek wijst de gebruiker erop dat alle in­structies voor het juiste gebruik van dit apparaat te vinden zijn in de bijgeleverde handleiding.
TIPS VOOR HET VOORKOMEN VAN BRAND, ELEKTROCUTIE EN VERWONDINGEN VAN PERSONEN.
OPMERKINGEN VOOR UW VEILIGHEID
LEES DEZE INSTRUCTIES AANDACHTIG DOOR.
WAARSCHUWING
1. Lees alle instructies aandachtig door.
2. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats.
3. Volg alle waarschuwingen op.
4. Voer alle instructies uit zoals ze er staan.
5. Gebruik dit apparaat nooit in de buurt van water.
6. Maak het apparaat enkel schoon met een zachte droge doek.
7. Blokkeer nooit de ventilatieopeningen van het apparaat (indien aanwezig). Stel het enkel overeenkomstig de instructies van de fabrikant op.
8. Plaats het apparaat nooit in de buurt van warmtebronnen, zoals stoven, ovens, radiatoren of andere apparaten die veel warmte genereren.
9. Probeer nooit het veiligheidssysteem van een gepolariseerde stekker of een stekker met aarding te omzeilen. Een gepolari­seerde stekker heeft twee pennen waarvan de ene wat breder is dan de andere. Een stekker met aarding is voorzien van twee pennen en een uitsparing. De brede of derde pen is er voor uw veiligheid. Als de bijgeleverde stekker niet in uw stopcontact past, moet u het door een vakman laten vervangen.
– Tijdens het gebruik van elektronische apparaten moet u altijd op de volgende punten letten:
10. Zorg dat niemand over het netsnoer kan struikelen. Dat is met name in de buurt van het stopcontact gevaarlijk, maar kan er ook in de buurt van de aansluitingen op het apparaat voor zor­gen dat de aders breken.
11. Gebruik enkel de uitdrukkelijk door de fabrikant aanbevolen op­ties en uitbreidingen.
12. Gebruik enkel karretjes, stands, statieven, hou­ders enz. die door de fabrikant uitdrukkelijk wor­den aanbevolen. Als u het apparaat op een wagen zet, moet u erop letten dat de wagen niet kan vallen, omdat dit ernstige verwondingen kan veroorzaken.
13. Verbreek, tijdens een onweer, of als u het apparaat langere tijd niet wilt gebruiken, de aansluiting op het lichtnet.
14. Laat alle onderhoudswerken en herstellingen over aan een door Roland erkende herstellingsdienst. Als het netsnoer beschadigd is of wanneer er vloeistoffen of regenwater in het inwendige te­recht zijn gekomen, moet u het apparaat onmiddellijk uitschake­len en contact opnemen met een erkende herstellingsdienst.
Voor het Verenigd Koninkrijk
IMPORTANT: THE WIRES IN THIS MAINS LEAD ARE COLOURED IN ACCORDANCE WITH THE FOLLOWING CODE.
BLUE: BROWN:
As the colours of the wires in the mains lead of this apparatus may not correspond with the coloured markings identifying the terminals in your plug, proceed as follows: The wire which is coloured BLUE must be connected to the terminal which is marked with the letter N or coloured BLACK. The wire which is coloured BROWN must be connected to the terminal which is marked with the letter L or coloured RED. Under no circumstances must either of the above wires be connected to the earth terminal of a three pin plug.
De door de G-70 gehanteerde technologie is in verschillende landen beschermd door patenten.
NEUTRAL LIVE
r
s
Handleiding
NEDERLANDS NEDERLANDS
NEDERLANDS NEDERLANDS
Bedankt voor uw aankoop van de Roland G-70 Music Workstation. De G-70 is het meest complete arrangerinstrument van de hele Roland-geschiedenis en bevat als dusdanig alle voordelen van een Roland-instrument: perfecte begeleidin­gen, hoogwaardige klanken, de mogelijkheid om het klankaanbod uit te breiden d.m.v. een golfvormkaart (SRX-serie), een D Beam-controller, virtuele orgel-drawbars, een Vocal Harmonist, de Cover-functies van de unieke DisCover 5 van Roland… Er is gewoon teveel om het hier al allemaal op te noemen.
We hebben getracht de meeste beschikbare functies meteen toegankelijk te maken en de G-70 dus ook maar meteen voorzien van een drukgevoelig kleurendisplay en een gebruikersinterface waarmee je snel wegwijs bent op de G-70.
Om de functies van de G-70 zo snel mogelijk te leren kennen en er jaren plezier aan te beleven, leest u deze Handlei­ding het best in z’n geheel door.
Om u niet onnodig te verwarren, gaan we in deze handleiding het woordje “knop” gebruiken, wanneer we verwijzen naar de druktoetsen op het frontpaneel van de G-70. Op die manier weet u dat een “toets” enkel op het klavier kan slaan.
Om plaats (en tijd) te besparen, gaan we het woordje “song” gebruiken, wanneer we het hebben over Stand MIDI Files.
Lees, alvorens dit instrument te gebruiken, “Belangrijke opmerkingen”, op blz. 11 door. Daar vindt u namelijk belangrijke tips en een opsomming van wat u wel en niet met de G-70 mag doen. Bewaar deze handleiding bovendien op een vei­lige plaats op, omdat u ze later beslist nog eens nodig hebt.
Copyright ©2004 ROLAND EUROPE. Alle rechten voorbehouden. Het kopiëren, verveelvoudigen of openbaar maken van deze handleiding, hetzij gedeeltelijk, hetzij in z’n geheel i
niet toegestaan zonder de schriftelijke toestemming van Roland Europe S.p.a.
G-70
Music Workstation

Opzienbarende functies

Opzienbarende functies
Roland’s meest complete arrangerinstrument ooit
De G-70 is gewoon een fantastisch instrument met de meest geavanceerde en beste klankopwekking die Rol­and ooit gemaakt heeft. Ze combineert de Virtual Tone­Wheel-technologie van Roland (afgeleid van onze suc­cesvolle VK-serie) met een superieure interne klankbron (afkomstig van de Fantom-X-serie) en biedt de moge­lijkheid het klankarsenaal met behulp van een golf­vormkaart van de SRX-serie uit te breiden.
Nieuw interfaceconcept
Tijdens de ontwikkeling van de G-70 hebben we erop gelet alle beschikbare functies snel en gemakkelijk bereikbaar te maken. Via drukgevoelige kleurdisplay en het indrukwekkende aantal knoppen op het frontpaneel bereikt u de beschikbare functies in de regel meteen, zodat er geen beroep wordt gedaan op ingewikkelde menustructuren.
Parameters, die met elkaar verband houden, bevinden zich in de regel op dezelfde of op z’n minst naburige pagina’s, terwijl ze tevens veel sneller kunnen worden ingesteld dan op oudere instrumenten.
Cover-functies en Makeup Tools voor Standard MIDI Files en Styles
De orkestratie van Standard MIDI Files en Music Styles kun je veranderen door gewoon een andere Song of Style Cover-instelling te kiezen. Bovendien kunt u met de MAKEUP TOOLS-parameters werken, die op instru­menten gebaseerd zijn en toelaten om je songs of Styles te wijzigen zonder uren aan het editen van afzonderlijke events te besteden.
Via vier programmeerbare MARK & JUMP-geheugens kunt u zelfs de structuur van Standard MIDI Files wijzi­gen en op die manier nieuwe versies van eerder opge­nomen materiaal maken.
“Adaptive Chord Voicing”-technologie
De Arranger van de G-70 heeft niet alleen een volledig nieuwe structuur (met 4 begeleidingsniveaus, 4 intro’s en 4 slotfrasen), maar berust tevens op een muzikalere realtime-conversie van de door u gespeelde akkoorden. De gepatenteerde ACV-technologie van Roland kan namelijk Music Style-partijen transponeren en er op zie manier voor zorgen, dat de strijkers, piano e.d. niet lan­ger onnatuurlijk heen en weer springen.
Professionele Vocal Harmonist
Nog zo’n ijzersterke functie van de G-70 is de Vocal Harmonist die je zang van automatische harmonie­stemmen voorziet, terwijl er bovendien een aantal functies klaarstaan waarmee u uw eigen stem (of die van iemand anders) kunt veranderen.
Daarvoor moet u uiteraard een optionele (Roland DR-10 of DR-20) microfoon op de G-70 aansluiten. U kunt echter ook de signalen van andere bronnen (syn­thesizers e.d.) bewerken. Toch willen we er hier al wijzen dat er ook een EXTERNAL AUDIO IN-part met eigen effectsectie is waarmee u externe signalen met line­niveau (afkomstig van een module, een CD-speler e.d.) kunt bewerken.
De signalen van uw stem en/of de Vocal Harmonist­partijen kunnen hetzij via de MAIN OUTPUT-connectors, hetzij direct naar één of twee bijkomende mixerkanalen (of versterkers) worden uitgestuurd. In het tweede geval moet u de VOCAL HARMONIST OUTPUT-connec­tors gebruiken.
Supersnelle recorder en uitgebreide 16-sporen sequencer
De G-70 biedt twee functies voor het opnemen van nieuw materiaal: een Recorder met een oersimpele REC-START-STOP-bediening en een uitgebreide 16-spo­ren sequencer met editfuncties voor het bewerken van sporen of afzonderlijke gegevens (microscoopfuncties).
Net zoals talrijke andere functies kan ook de Recorder van de G-70 met de overige secties samenwerken: aan elk User Program kunt u immers een song koppelen, u kunt zorgen dat alle Standard MIDI Files automatisch naar een toonaard worden getransponeerd die u met uw stem gemakkelijk haalt, de akkoorden van de afge­speelde songs worden in het display getoond enz.
Finder-functies voor songs, Music Styles en User Programs
De G-70 laat toe om met een bijna onbeperkt aantal songs, Music Styles en User Programs (van het interne geheugen, een geheugenkaart of een diskette) te wer­ken. Hoewel er nog steeds voorgeprogrammeerde Music Styles zijn, kunt u ook met “CUSTOM”-verwijzin­gen naar begeleidingen in het interne geheugen of op een geheugenkaart werken en zelfs direct eender welke “externe” Style laden. Dit snelle selectiesysteem is ook voor Standard MIDI Files (songs) en User Programs beschikbaar.
Dankzij een pientere Finder-database is er bijna geen verschil meer tussen “interne” en “externe” data: alles werkt pijlsnel.
Play List-functie
Via de Play List-functie van de G-70 kunt u de volgorde, waarin u bepaalde songs wilt afspelen, op voorhand vastleggen. Het voordeel van dergelijke “ketens” is dat u tijdens uw optreden niets hoeft te doen voor het laden van de benodigde songs.
Bovendien kunt u tijdens de weergave van één song al de volgende voorbereiden (NEXT SONG-functie).
r
4
G-70 Music Workstation
Opzienbarende functies
r
D Beam-controller
De G-70 is uitgerust met de erg populaire D-Beam­controller*, waarmee u de song- en Style-weergave kunt beïnvloeden en bovendien toegang hebt tot DJ­functies – gewoon door uw hand boven een onzicht­bare infraroodstraal te bewegen. Natuurlijk is ook de BENDER/MODULATION-hendel van de partij, terwijl u bovendien optionele voetschakelaars en zelfs een zwel­pedaal kunt aansluiten.
(* De D Beam-technologie wordt in licentie van Interactive Light, Inc., vervaar­digd)
…en nog veel meer
Als we alle functies van de G-70 moesten opsommen, zou deze inleiding nog tien pagina’s beslaan. Maar u wilt natuurlijk aan de slag met uw nieuwe aanwinst. Daarom willen we u vragen om deze handleiding volle­dig door te nemen. Aan het einde ervan zal u toegeven dat de G-70 veel meer kan dan andere instrumenten.
Succes en veel plezier ermee!
5
G-70
Music Workstation
Veilig gebruik van dit apparaat
Veilig gebruik van dit apparaat
INSTRUCTIES VOOR HET VOORKOMEN VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN VERWONDINGEN
VEILIG GEBRUIK VAN DIT APPARAAT
Over de en labels Over de symbolen
WAARSCHUWING
Wijst de gebruiker op het risico op
WAARSCHUWING
dodelijke ongevallen of zware ver­wondingen als gevolg van een fout gebruik van dit apparaat.
Het foute gebruik van dit apparaat kan leiden tot verwondingen en of materi le schade.
LET OP!
* "Materi le" schade heeft betrekking op
het beschadigen van het meubilair of andere huishoudelijke voorwerpen evenals huisdieren enz.
LET OP
Een driehoek maakt de gebruiker attent op belangrijke instructies of waarschuwingen. De juiste betekenis van het symbool wordt bepaald door de tekening in de driehoek. Het links getoonde symbool wordt gebruikt voor algemene waarschuwingen of om de aandacht te vestigen op gevaar.
Dit symbool maakt de gebruiker attent op dingen die nooit mogen worden uitgevoerd. Wat nooit mag worden gedaan wordt aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links getoonde symbool wordt gebruikt om aan te geven dat het toestel nooit uit elkaar mag worden gehaald.
Dit symbool maakt de gebruiker attent op dingen die moeten worden uitgevoerd. Wat er moet worden gedaan wordt aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links getoonde symbool betekent dat de stekker van het stroomsnoer van de uitgang moet worden losgekoppeld.
HOUD ALTIJD HET VOLGENDE IN DE GATEN
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
• Lees, alvorens dit instrument te gebruiken, de volgende punten en de rest van deze handleiding door.
.................................................................................................
• Open nooit de behuizing van dit product en breng vooral geen wijzigingen aan.
.................................................................................................
• Probeer nooit de G-70 te herstellen of bepaalde onderde­len zelf te vervangen (tenzij dit in deze handleiding uit­drukkelijk staat vermeld). Laat alle herstellingen en onderhoudswerken over aan uw Roland-dealer, een erkende herstellingsdienst of de distributeur (zie de adressen op de “Information”-pagina).
.................................................................................................
• Zet de G-70 nooit op één van de volgende plaatsen:
• Plaatsen die onderworpen zijn aan extreme tempera-
turen (bv. in de zon, in een gesloten auto, in de buurt van een radiator of fornuis enz.);
• Vochtige plaatsen (badkamer, natte vloer, in de buurt
van een wasmachine enz.);
• Natte plaatsen;
• Buiten in de regen;
• Stoffige plaatsen;
• Plaatsen die aan sterke trillingen onderworpen zijn.
.................................................................................................
• Gebruik voor dit instrument enkel een rack of stand
dat/die uitdrukkelijk door Roland wordt aanbevolen.
.................................................................................................
• Zet het product altijd op een stevig en effen oppervlak. Zet het nooit op een sterk trillende of hellende plaats.
• Sluit dit instrument enkel op een stopcontact aan dat aan de vereisten voldoet (zie de handleiding of het merk­plaatje op de G-70).
.................................................................................................
• Beschadig nooit het netsnoer en zet er geen zware voor­werpen op. Zorg dat de kabel altijd zo wordt gelegd dat hij niet afgeklemd of op een andere manier gekneusd wordt. Het gebruik van een beschadigde kabel kan leiden tot brand of elektrocutie.
................................................................................................
• Dit instrument kan hetzij op zich, hetzij samen met een externe versterker of hoofdtelefoon, voor een geluidsni­veau zorgen dat tot gehoorverlies kan leiden. Gebruik het dus nooit lange tijd op hoog volume. Als u ook maar ver­moedt dat u gehoorproblemen begint te krijgen of last hebt van gepiep in uw oren, neemt u het best meteen contact op met een oorarts.
................................................................................................
• Zorg dat er nooit kleine metalen of brandbare voorwer­pen c.q. vloeistoffen (water, dranken e.d.) in het inwen­dige terechtkomen.
................................................................................................
• In gezinnen met kleine kinderen moeten de ouders de kroost zo lang helpen bij het bedienen van de G-70 tot de kinderen zelf weten wat ze wel en niet mogen doen.
................................................................................................
• Behandel het product altijd met de nodige zorg. (Laat het nooit vallen!)
................................................................................................
• Sluit het netsnoer van de G-70 nooit aan op een stroom­circuit waar al talrijke andere apparaten op zijn aange­sloten. Wees bijzonder voorzichtig met verlengkabels: het opgenomen vermogen van alle apparaten mag niet hoger liggen dan de capaciteit (Watt/Ampère) van de verlengkabel. Anders smelten de aders namelijk. Let altijd op de gegevens die op de gehanteerde kabel staan ver­meld.
................................................................................................
r
6
WAARSCHUWING
• Vóór het gebruik van de G-70 in het buitenland neemt u het best contact op met uw dealer om te zorgen dat u de juiste voeding gebruikt (zie ook de adressen op de “Infor­mation”-pagina in deze handleiding).
.................................................................................................
LET OP!
• Zet de G-70 altijd op een goed verluchte plaats.
• Dit product mag uitsluitend op een KS-12 keyboardstand van Roland worden geplaatst. Bij gebruik van een ander model of merk kan het gebeuren dat het instrument valt en verwondingen veroorzaakt.
.................................................................................................
• Trek, bij het verbreken van de aansluiting op het lichtnet, altijd aan de stekker van het netsnoer –nooit aan de kabel zelf. Anders gaan eventueel de aders stuk.
.................................................................................................
• Stroom- en signaalkabels draait u het best nooit samen om storingen te voorkomen. Bovendien moet u zorgen dat de kabels buiten het bereik van kinderen liggen.
.................................................................................................
• Ga nooit op het apparaat staan en plaats er geen zware voorwerpen op.
G-70 Music Workstation
Veilig gebruik van dit apparaat
r
.................................................................................................
• Raak het netsnoer en de overige kabels nooit met natte handen aan.
• Let, bij het transport van het instrument, op de volgende dingen. Houd het instrument stevig vast om verwondin­gen c.q. schade aan andere voorwerpen te voorkomen.
• Verbreek de aansluiting op het lichtnet.
• Verbreek de aansluiting op alle andere instrumenten.
• Verwijder de lessenaar.
.................................................................................................
• Schakel dit product altijd uit alvorens het schoon te maken. Bovendien verbreekt u het best ook de aanslui­ting op het lichtnet.
.................................................................................................
• Verbreek, tijdens een onweer, de aansluiting op het licht­net.
.................................................................................................
• Als u ooit schroeven moet verwijderen, legt u ze het best op een veilige plaats (buiten het bereik van kinderen). Zo hoeft u ze later niet te zoeken en is het vrijwel onmoge­lijk dat kleine kinderen ze inslikken.
.................................................................................................
7
G-70
Music Workstation

Inhoud

Inhoud
Opzienbarende functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Belangrijke opmerkingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
1. Voorzieningen op de panelen . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Frontpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Achterpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
2. Voorbereidingen en demosongs . . . . . . . . . . . . . . 20
Aansluitingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
In-/uitschakelen van de G-70 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Internal Memory Protect . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
Instellen van het displaycontrast . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
Uitschakelen van de G-70 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
Interactieve demo van de G-70 . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Over de hoofdpagina . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
3. Eerste kennismaking. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Hoe werkt het allemaal? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Spelen met een automatische begeleiding. . . . . . . . 25
Professionele overgangen: Fill In . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
Intro & Ending. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Music Styles kiezen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
Tempo veranderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Werken met de Keyboard-parts . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Spelen met een Upper- en/of Lower-part . . . . . . . . . . . .28
Alterneren tussen klanken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29
Klanken kiezen voor de Keyboard-parts . . . . . . . . . . . . . . 29
Drummen op het klavier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
Klanken van een SRX-golfvormbord kiezen . . . . . . . . . . .32
Werken met de Harmonic Bars. . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Als een registratie u bevalt…. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Over het MANUAL-veld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Werken met één orgel en baspedalen . . . . . . . . . . . . . . . .34
Effecten gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
‘Beatbox’ bij uw orgel gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Werken met de Music Assistant . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Als de benodigde registratie nog niet te zien is… . . . . . .36
Nóg sneller werken… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Werken met de Finder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37
Standard MIDI Files (songs) afspelen. . . . . . . . . . . . . 38
Snel zoeken van de benodigde song . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Weergave starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Andere handige functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .39
Gebruik de Song Cover-functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41
Minus One . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41
Vocal Harmonist-functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Voorbereidingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Harmoniestemmen toevoegen aan uw zang . . . . . . . . . .44
Wie bepaalt de harmoniestemmen? . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Nog niet helemaal overtuigd? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .44
Voice-FX . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Auto Pitch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46
Werken met de Vocoder. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .47
Talk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .47
Automatische transpositie (Singer Key) . . . . . . . . . . . . . .48
Liedjesteksten en akkoorden in het display tonen. . . . . . 49
Partituren bekijken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51
Opnemen van uw muziek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Opnemen met Style-begeleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .52
Beluisteren van uw song . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53
Opnemen zonder begeleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53
Partijen toevoegen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .54
Song opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .55
4. Over de Keyboard-modes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .56
Arranger-, Piano- en Organ-mode . . . . . . . . . . . . . . 56
Split- en Whole-mode. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
SPLIT Keyboard-mode. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .57
Werken in de WHOLE-mode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .57
Parts in- en uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .57
5. Speelhulpen gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .58
Pitch Bend en modulatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Transpositie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Transpositie-interval via het display instellen . . . . . . . . .59
Global Transpose . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .59
Octave. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
Aanslaggevoeligheid (Key Touch) . . . . . . . . . . . . . . . 60
Master Tune. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
Aftertouch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
ASSIGN SW-knoppen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62
D Beam-controller gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Optionele voetschakelaars gebruiken . . . . . . . . . . . . 67
FC7 PEDAL. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .67
Hold Footswitch (demperfunctie). . . . . . . . . . . . . . . . . . . .68
Voetschakelaar (Foot Switch) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .69
Zwelpedaal (Foot Pedal) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .70
Scale Tuning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
Metronoom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
6. Bijkomende Arranger/Style-functies . . . . . . . . . . .74
Weergavefuncties (Style Control) . . . . . . . . . . . . . . . 74
Music Style starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .74
Style-weergave stoppen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .74
Over Sync Start & Stop. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .75
Andere Style-divisies kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75
Andere manieren om Arranger-patronen te kiezen . . . .75
Bass Inversion. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .75
Melody Intelligence . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76
Werken met de Style Cover-functie . . . . . . . . . . . . . 77
Style met COVER-wijziging opslaan. . . . . . . . . . . . . . . . . .77
One Touch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
Negeren van bepaalde One Touch-instellingen (Hold) . .79 Eigen One Touch-instellingen programmeren (WRITE). .79
Geavanceerde Arranger-instellingen . . . . . . . . . . . . 80
Akkoord-herkenningsgebied (ZONE) . . . . . . . . . . . . . . . . .80
Arranger Type (akkoordmode). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .80
Arranger Hold. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .80
Intro & Ending Alteration. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .81
Dynamic Arranger . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .81
Tempo-instellingen (Arranger Options) . . . . . . . . . . 82
Style-tempo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .82
TEMPO CHANGE (RITARD en ACCELER) . . . . . . . . . . . . . . .82
Werken met “externe” Styles . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84
CUSTOM-geheugens gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .84
Programmeren van CUSTOM-verwijzingen. . . . . . . . . . . .84
Disk User . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .85
r
8
G-70 Music Workstation
r
Inhoud
Style Finder: snel zoeken van Styles. . . . . . . . . . . . . . 86
Snel zoeken van de benodigde Style . . . . . . . . . . . . . . . . .86
Editen van de Style Finder-gegevens. . . . . . . . . . . . . . . . . 88
7. Geavanceerde functies voor de Keyboard-parts. 90
Upper 3 Split . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90
Stemmen van Upper2: ‘Coarse Tune’ en ‘Fine Tune’ 90
Portamento voor UP1 en UP2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91
Portamento Time. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .91
Portamento Mode: Mono/Poly . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .92
Lower Hold . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 92
Tone Edit: ‘editen’ van de Keyboard-parts . . . . . . . . 93
8. Mixerfuncties & effecten gebruiken . . . . . . . . . . 95
Mixen van de Keyboard-parts. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95
Volume en status van de Style-parts. . . . . . . . . . . . . 96
Effectprocessors van de Keyboard-parts editen . . . 97
Reverb voor de Keyboard-parts . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .97
Chorus voor de Keyboard-parts . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .98
Multi-effectprocessor (Multi-FX) gebruiken. . . . . .100
Ander MFX-type kiezen en editen . . . . . . . . . . . . . . . . . .100
Koppelen van het Multi-FX-type aan de Upper1-part
(Upper 1 M-FX Link) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .101
Effecten voor songs en Styles. . . . . . . . . . . . . . . . . . 101
Reverb voor de Style/Song-parts . . . . . . . . . . . . . . . . . . .102
Chorus voor de Style/Song-parts . . . . . . . . . . . . . . . . . . .102
Individuele uitgangen/audio-ingangen gebruiken 103
Uitgangstoewijzing (PART OUTPUTS). . . . . . . . . . . . . . . .103
Werken met de audio-ingangen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .104
Werken met de Mastering Tools. . . . . . . . . . . . . . . . 105
Equalizer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .105
Compressor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .106
Mixen van de Vocal Harmonist-signalen . . . . . . . . 107
Reverb, Delay en Chorus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .108
9. Werken met User Programs. . . . . . . . . . . . . . . . . 111
Instellingen opslaan in een User Program . . . . . . . 111
User Programs kiezen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112
Cancel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .112
User Programs met de hand kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . .113
User Programs kiezen met [DOWN][UP] . . . . . . . . . . . . .113
Werken met de User Program Finder. . . . . . . . . . . . . . . .113
Snel zoeken van het benodigde User Program . . . . . . .114
Selectief laden van User Program-instellingen
(User Program Hold) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .115
Automatische functies voor User Programs. . . . . . 116
Song Link . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .116
MIDI Set koppelen aan een User Program . . . . . . . . . . .116
User Program Recall . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .117
Editen van de User Program Finder-informatie. . . 117
Wijzigen van de User Program Finder-informatie. . . . .118
Index editen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .120
Music Assistant-functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 121
Nieuwe Music Assistant-registraties aanmaken . . . . . .121
Music Assistant-registraties editen . . . . . . . . . . . . . . . . .122
Music Assistant-registratie opslaan. . . . . . . . . . . . . . . . .122
10. Song en Style Makeup Tools . . . . . . . . . . . . . . . . 124
Mixen van de Song- of Style-parts . . . . . . . . . . . . .124
Werken met de Song Makeup Tools. . . . . . . . . . . . . 125
Algemene werkwijze. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .126
PALETTE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .127
SOUND EDIT voor klanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .127
SOUND EDIT voor Drum Sets. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .128
DRUM INSTR EDIT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .128
COMMON . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .129
Opslaan van de gewijzigde song of Style. . . . . . . . 130
11. Editen van de Vocal Harmonist-partijen . . . . . .131
Singer-parameters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 131
Voice-FX-parameters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 132
Auto Pitch-parameters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133
Vocoder-parameters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 134
Small-parameters. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 135
Ensemble-parameters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137
12. Nóg meer songfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .138
Fade-In/Out-functie gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . 138
Programmeren van de MARK & JUMP-posities . . 139
Werken met de Song Finder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 140
Songs zoeken met de Song Finder . . . . . . . . . . . . . . . . . 140
Editen van de Song Finder-gegevens. . . . . . . . . . . . . . . 141
Index editen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 143
Play List-functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 145
Play Lists programmeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 145
Play Lists editen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 146
Werken met Play Lists. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 148
Play Lists beheren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 149
13. Editen van Lyrics-data . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 150
Tekst aan song toevoegen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 150
Exporteren van Lyrics-data als tekstbestand . . . . . 152
14. Werken met de 16-sporen sequencer . . . . . . . . .154
Over de hoofdpagina van de sequencer. . . . . . . . . 154
Algemene overwegingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 155
Voorbeeld 1: Alles zelf opnemen . . . . . . . . . . . . . . . 155
Voorbereidingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 156
Voorbeeld 2: sporen toevoegen . . . . . . . . . . . . . . . . 158
Song opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 159
Editen van 16-sporen songs. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 160
Eenvoudige wijzigingen en handige functies . . . . . . . . 160
Eén of verschillende sporen editen (TRACK EDIT). . . . . 160
Editen van songdata met Microscope Edit. . . . . . . 174
Algemene opmerkingen over MICRO EDIT . . . . . . . . . . 174
Editen van events . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 176
Andere editoperaties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 176
15. Styles programmeren (Style Composer) . . . . . . . 178
Concept . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 178
Styles helemaal zelf opnemen . . . . . . . . . . . . . . . . . 179
Style Composer starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 179
Wissen van het RAM-geheugen (Initialize Style). . . . . 179
Voorbereidingen voor het eerste spoor . . . . . . . . . . . . . 180
Opname. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 183
Style beluisteren en andere sporen toevoegen . . . 183
Style opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 184
Andere sporen en divisies opnemen. . . . . . . . . . . . . . . . 184
Uitschakelen van sporen tijdens de opname van
andere sporen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 184
Opmerkingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 184
Werken met bestaande Styles . . . . . . . . . . . . . . . . . 185
Beginnen met alle sporen van een bestaande Style . . 185
Individuele Style-sporen kopiëren . . . . . . . . . . . . . . . . . 186
Editen van Styles via bijkomende opnamen . . . . . 187
Toevoegen van noten in realtime . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187
Toevoegen van versieringen in realtime . . . . . . . . . . . . 187
Instellingen van een partij wijzigen of toevoegen. . . . 187
Expression, Panpot, Reverb, Chorus . . . . . . . . . . . . . . . . 188
Style-tempo instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 189
Style Track Edit-functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 189
9
G-70 Music Workstation
Inhoud
Editen van Style-events (Style Micro Edit) . . . . . . .197
Algemene opmerkingen over STYLE MICRO EDIT . . . . .197
Editen van events . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .199
Andere editoperaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .200
16. Disk/Media-functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 202
Werkwijze . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .202
Laden van data . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 203
Data opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 203
Rename-functies. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .205
Delete . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 206
Copy. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 207
Format. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .208
17. Data archiveren met een computer (USB) . . . . . 210
Archiveren van alle data van de G-70. . . . . . . . . . . . . . .212
Je weet maar nooit… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .212
18. MIDI . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 213
Werkwijze . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .213
Oproepen van de MIDI-functies. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .213
Werken met presets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .214
Werkwijze voor het editen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .214
Editen van de MIDI-parameters . . . . . . . . . . . . . . . . 215
Keyboard-, Style-, Song-parts . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .215
MIDI System-parameters. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .216
MIDI Sets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .219
MIDI Set opslaan. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .219
MIDI Sets gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .219
Automatische MIDI Set-keuze tijdens het inschakelen 220
19. Andere dingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 221
Werken met V-LINK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 221
Algemene instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 222
Touch Screen Beep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .222
Info . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .222
Initialiseren van de G-70 (Factory Reset) . . . . . . . . . . . .223
20. Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 224
21. Appendix . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 226
Wave Expansion Board installeren. . . . . . . . . . . . . . 226
Installatie van een golfvormbord. . . . . . . . . . . . . . . . . . .226
‘Patches’ van een golfvormbord van de SRX-serie via
MIDI selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .227
MFX- & IFX-typen en parameters. . . . . . . . . . . . . . . 228
22. MIDI-implementatietabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . 248
23. Eenvoudige vingerzetting . . . . . . . . . . . . . . . . . . 249
Index . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 251
r
10
G-70 Music Workstation

Belangrijke opmerkingen

Lees naast “Veilig gebruik van dit apparaat”, op blz. 6 ook de volgende punten even door:
r
Voeding
• Sluit het instrument nooit aan op een stroomkring waarop ook apparaten, die brom veroorzaken, zijn aangesloten (elektrische motoren, dimmersystemen enz.).
• Schakel zowel de G-70 als de overige instrumenten uit voordat u ze op elkaar aansluit. Zo voorkomt u schade aan de luidsprekers en andere apparaten.
• Hoewel het LC-display en de LEDs doven, wanneer u het product met zijn POWER-schakelaar uitzet, betekent dit niet dat de verbin­ding met het lichtnet helemaal is verbroken. Om de verbinding helemaal te verbreken moet u, na op POWER gedrukt te hebben, ook de stekker uit het stopcontact trekken. Het verdient dan ook aanbeveling om een stopcontact te kiezen waar u gemakkelijk bij kunt.
Opstelling
• Als u de G-70 te dicht bij een versterker of grote transformator plaatst, zou er brom kunnen ontstaan. Om het probleem te verhel­pen of op z’n minst te verzachten zou u één van beide in voorko­mend geval op een andere plaats moeten zetten.
• Dit instrument kan de radio- of TV-ontvangst storen. Plaats het dus nooit te dicht bij dergelijke ontvangers.
• Houd tijdens het hanteren van de diskdrive het volgende in de gaten. Zie bovendien “Alvorens diskettes te gebruiken (werken met de drive)”.
• Plaats het product nooit in de buurt van sterke magnetische
velden (bv. luidsprekers).
• Zet de G-70 altijd op een stevig en vlak oppervlak.
• Verplaats het product nooit, wanneer de diskdrive aan het
draaien is. Vermijd bovendien zware schokken.
• Om problemen te voorkomen dient u de G-70 te beschermen tegen direct zonlicht, hitte, vochtigheid en stof. Laat de G-70 nooit in de auto liggen als deze in de zon staat.
• Om storingen te voorkomen mag u de G-70 nooit op vochtige plaatsen (bv. in de regen, in een badkamer e.d.) gebruiken.
• Leg nooit zware voorwerpen op de toetsen. Dat kan er namelijk toe leiden dat de betreffende toetsen na verloop van tijd niet meer werken.
Onderhoud
• Gebruik, voor het schoonmaken van de G-70, enkel een zachte, droge of lichtjes bevochtigde doek. Om hardnekkig vuil te verwij­deren gebruikt u een neutraal reinigingsmiddel. Wrijf het instru­ment daarna droog met een zachte doek.
• Gebruik nooit oplosmiddelen zoals bv. verfverdunners want die kunnen de behuizing beschadigen.
Herstellingen en uw data
• Houd er rekening mee dat alle data in het interne geheugen van het instrument tijdens een herstelling gewist kunnen worden. In bepaalde gevallen (met name wanneer het geheugen zelf bescha­digd is) kunnen we de eventueel gewiste data niet meer herstellen. Roland kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het verlies van uw data.
Bijkomende voorzorgsmaatregelen
• Als gevolg van een defect aan de geheugenchips of een foute bediening kan het gebeuren dat de inhoud van de geheugens ver­loren gaat.
• Behandel de knoppen, regelaars, aansluitingen enz. van de G-70 met de nodige zorg. Een al te brutale behandeling kan leiden tot storingen of beschadiging van bepaalde onderdelen.
• Sla nooit op het display en zet er geen zware voorwerpen op.
• Trek, voor het verbreken van eender welk soort aansluitingen, enkel aan de stekker en nooit aan de daaraan vastzittende kabel. Anders zou u de aders of interne componenten namelijk kunnen beschadigen, wat een kortsluiting kan veroorzaken.
• Tijdens het gebruik wordt de G-70 warm. Dit is volledig normaal.
• Om uw buren niet te storen zou u het volume van de G-70 binnen aanvaardbare perken moeten houden. Het best gebruikt u op die momenten een hoofdtelefoon.
• Voor het transport van de G-70 gebruikt u het best de originele verpakking of een speciaal hiervoor gemaakte koffer. U zou echter ook voor een flightcase of koffer kunnen kiezen.
• Gebruik uitsluitend het vermelde zwelpedaal (EV-5, EV-7; optie). Bij gebruik van andere zwelpedalen zou u de G-70 namelijk kun­nen beschadigen.
Over het drukgevoelige display
• Plekken en ander vuil in het display verwijdert u het best met ethanol. Voorkom echter dat deze vloeistof tussen de gummiring en de beschermlaag van het display terechtkomt. Gebruik nooit organische oplosmiddelen of schoonmaakproducten. Maak het display enkel schoon met ethanol.
Alvorens diskettes te gebruiken (werken met de drive)
• Plaats de G-70 op een stevig en vlak oppervlak waar het niet blootgesteld staat aan trillingen. Als het instrument toch onder een hoek moet worden geplaatst, moet dit binnen het toegestane bereik gebeuren: 2° opwaarts; 18° neerwaarts.
• Gebruik de G-70 nooit meteen nadat u hem van een bijzonder vochtige/droge plaats naar een droge/vochtige plaats hebt gebracht. Snelle temperatuur- en vochtigheidsveranderingen kun­nen namelijk voor condensatie in de drive zorgen, en dat kan hetzij de diskettes, hetzij de drive zelf beschadigen. Wacht na het trans­port van het instrument een aantal uren alvorens het te gebruiken.
• Schuif een diskette altijd voorzichtig, maar kordaat in de drive tot ze vastklikt. Druk op de uitwerptoets om de diskette weer uit de drive te kunnen halen. Haal een diskette nooit met geweld uit de drive.
• Probeer nooit de diskette uit de drive te halen, terwijl ze nog wordt gelezen (d.w.z. zolang de indicator van de drive oplicht). Anders beschadigt u namelijk zowel de diskette zelf als de drive.
• Haal de diskette uit de drive alvorens het instrument uit of in te schakelen.
• Om schade aan de koppen van de drive te voorkomen moet u de diskette altijd volledig horizontaal houden, terwijl u ze in de drive schuift (dus nooit onder een hoek). Druk de diskette voorzichtig in de drive. Ga nooit met geweld te werk.
• Om schade aan de drive te voorkomen mag u er enkel diskettes in steken. Probeer nooit andere datadragers in de drive te schuiven. Zorg dat er geen spelden, clips of andere voorwerpen in de drive terechtkomen.
Behandeling van diskettes
• Diskettes bevatten een plasticschijfje met een magnetische laag. Het opslaan en lezen van data op/van een diskette vereist een microscopische precisie. Houd daarom de volgende punten in de gaten:
• Raak nooit de magnetische laag van de diskette aan.
• Bewaar diskettes altijd op schone en stofvrije plaatsen.
11
G-70 Music Workstation
Belangrijke opmerkingen
• Stel een diskette nooit bloot aan extreme temperaturen (laat ze nooit in een gesloten auto liggen waar de zon op staat). Aanbe­volen temperatuur: 10°~50°C.
• Stel een diskette nooit bloot aan krachtige magnetische velden. Leg ze bv. nooit op een luidspreker.
• Diskettes zijn uitgerust met een “WRITE”-beschermingsnokje waarmee u kunt voorkomen dat ze onvrijwillig worden over­schreven. Zolang het nokje zich in de PROTECT- of WRITE-stand bevindt, kunt u geen data naar de betreffende diskette weg­schrijven. Het verdient aanbeveling om dit nokje enkel in de onbeveiligde stand te zetten, wanneer u nieuwe data naar de floppy wilt wegschrijven.
Achterkant van de diskette
WRITE (u kunt data wegschrijven)
Nokje
• Diskettes met belangrijke data beveiligt u het best altijd tegen ongewild overschrijven (zet het nokje in de PROTECT-stand) alvorens ze in de drive van een ander apparaat te stoppen.
• Kleef de sticker altijd volledig op de diskette. Doet u dat name­lijk niet, dan kan het gebeuren dat u de diskette op zekere dag niet meer uit de drive kunt halen.
• Leg een diskette na gebruik weer in het doosje of de verpakking.
PROTECT (u kunt geen data wegschrijven)
Opslag van de instellingen
• Als u dit product langere tijd niet inschakelt, wordt de geheugen­inhoud gewist, met als gevolg dat weer de fabrieksinstellingen worden opgeroepen. Om geen belangrijke data te verliezen archi­veert u de interne instellingen daarom het best op regelmatige tijdstippen (zie blz. 210).
Alvorens geheugenkaarten te gebruiken
• Bepaalde geheugenkaarten zijn met een PROTECT-schakelaar uit­gerust waarmee u kunt voorkomen dat de opgeslagen data over­schreven of gewist worden. (De G-70 is eveneens van een derge­lijke schakelaar voorzien.) Zolang geheugenbeveiliging actief is, kunt u geen data naar de betreffende diskette wegschrijven. Ver­geet dus niet de beveiliging uit te schakelen, wanneer u data wilt opslaan.
• Zorg dat de aansluitingen van de kaart nooit in aanraking komen met metalen voorwerpen.
• Stel een geheugenkaart nooit bloot aan sterke trillingen en laat ze nooit vallen.
• Laat een geheugenkaart nooit in de zon, een gesloten auto of op andere warme c.q. koude plaatsen liggen (opslagtempera­tuur: –25~85°C).
• Zorg dat uw geheugenkaarten nooit nat worden.
• Probeer nooit een kaart te openen of te modificeren.
• Haal de kaart nooit uit de slot en schakel het apparaat nooit uit, terwijl de kaart nog wordt gelezen of wanneer er data naar wor­den weggeschreven. Anders beschadigt u namelijk de data op de geheugenkaart c.q. de kaart zelf.
• Om te voorkomen dat de data van een SmartMedia™-kaart wor­den overschreven, kunt u er een schrijfbeveiligings-sticker op kle­ven. Dan kunt u de kaart echter niet meer formatteren. Om de kaart de formatteren of er data naar weg te schrijven moet u die sticker weer verwijderen. Meer details over de schrijfbeveiligings­sticker vindt u in de handleiding bij de geheugenkaart.
• Als u probeert om de kaart te formatteren c.q. er data naar weg te schrijven, terwijl ze beveiligd is, verschijnt een foutmelding. In dat geval moet u hetzij een andere kaart gebruiken, hetzij de sticker verwijderen.
• Na het inschakelen mag u geen geheugenkaart in de slot steken/ verwijderen. Wacht dus tot de G-70 zijn interne data geactuali­seerd heeft (tot de boodschappen “Song database checking…” en “User Program database checking…” verdwenen zijn).
• Schakel het instrument nooit in, zolang de geheugenkaart zich maar gedeeltelijk in de slot bevindt. Anders beschadigt u namelijk de data in het interne geheugen.
Geheugenkaarten die u met de G-70 kunt gebruiken
• De G-70 kan gewone CompactFlash- en SmartMedia-kaarten lezen. U kunt dergelijke kaarten dus ook in een computerzaak of op plaatsen kopen waar accessoires voor digitale camera’s e.d worden verkocht.
• Geheugenkaarten moeten aan de volgende voorwaarden voldoen.
• Voeding: 3,3V
• Capaciteit: 4, 8, 16, 32, 64, 128, 256, 512MB, 1GB, 2GB, 4GB
(2GB en 4GB alleen met een Microdrive)
• De G-70 kan enkel geheugenkaarten van de hierboven vermelde types lezen.
Aan Uit
• Op de kaartpoort van dit product kunt u CompactFlash- en Smart­Media™-kaarten (3,3V) aansluiten. U zou echter ook voor een Microdrive-opslagmedium kunnen kiezen. (Voor SmartMedia™­kaarten hebt u een adapter nodig.)
• Schuif de geheugenkaart volledig, maar voorzichtig, in de slot tot ze vastklikt.
• Raak nooit de aansluitingen van de geheugenkaart aan. Voorkom bovendien dat de aansluitingen vuil worden.
• CompactFlash- en SmartMedia-kaarten (3,3V) bevatten precisie­onderdelen. Behandel de kaarten met de nodige zorg en houd tevens het volgende in de gaten.
• Om geheugenkaarten tegen statische ontladingen te bescher-
men moet u alle statische elektriciteit uit uw lichaam afleiden alvorens een kaart vast te pakken.
r
12
Aansprakelijkheid en copyright
• Het opnemen, verdelen, de verkoop, het verhuur, opvoeren in het openbaar evenals het uitzenden, geheel of gedeeltelijk, van beschermde werken (muzikale composities, video, optredens e.d.) zijn enkel mits de toestemming van de eigenaar(s) toegelaten.
• Gebruik dit product nooit voor doeleinden die een inbreuk vormen op de auteursrechten van derden. Roland kan niet aansprakelijk worden gesteld voor inbreuken op het auteursrecht van andere personen, zelfs al werd een dergelijke inbreuk met behulp van dit instrument gepleegd.
• SmartMedia is een handelsmerk van Toshiba Corp.
• Compact Flash en zijn handelsmerken van de SanDisk Corpo­ration en worden in licentie van de CompactFlash-vereniging gebruikt. Roland Corporation is een erkende licentienemer van het CompactFlash™- en CF-handelsmerk.
• Alle in dit document vermelde productnamen zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de betreffende eigenaars.
G-70 Music Workstation

1. Voorzieningen op de panelen

Frontpaneel

Opgelet: De meeste knoppen kunt u ingedrukt houden om naar de bijbehorende displaypagina te gaan.
r
Frontpaneel
MASTER
VOLUME
D
PLAY LIST
A
MIN
B
ACCOMP
EXT SOURCE
C
MIN
A
MASTER VOLUME-regelaar
BALANCE
MAX
KEYBOARD
MAX
E
TOP
8 BEAT 16 BEAT
BALL
JAZZ
ROOM
BLUES
Met deze regelaar stelt u het algemene volume van de G-70 (alle secties) in. De instelling van deze rege­laar bepaalt tevens het volume in een eventueel aan­gesloten hoofdtelefoon.
B
BALANCE-regelaar
Met deze regelaar stelt u de balans tussen de Arran­ger of de songpartijen (“ACCOMP”) en de soloklanken (“KEYBOARD”) in.
C
EXT SOURCE-regelaar
Met deze regelaar kunt u het volume van een audio­bron (synthesizer, MP3-speler enz.) instellen, die u op de EXTERNAL SOURCE-connectors aan de achterkant van de G-70 hebt aangesloten.
D
RECORDER-sectie
[PLAY¥LIST]-knop: Druk op deze knop om de Chain­pagina op te roepen waar u een lijst van de af te spe­len songs kunt kiezen, bestaande lijsten kunt editen, nieuwe programmeren enz. Als de indicator van deze knop oplicht, dienen [|√], [º], [‰], [PLAY÷STOP¥®÷ª] voor het beïnvloeden van de songweergave. Houd [PLAY¥LIST] ingedrukt, terwijl u op [MINUS¥ONE] drukt om de demomode te selecteren.
[NEXT¥SONG]-knop: U kunt al een nieuwe song selec­teren, terwijl de eerder gekozen Standard MIDI File nog wordt weergegeven. Als de Recorder de weer­gave van de nieuwe song automatisch moet starten, moet u op deze knop drukken. Als de [PLAY¥LIST]­knop oplicht, dient deze knop voor het selecteren van de volgende song van de gekozen lijst.
NEXT SONG
DEMO
RECORDER
MINUS
ONE
STYLE
LIVE
BAND
50's & 60's
PLAY/STOP FWDBWD
ROCK
BOSSA SAMBA
/
DISCO
DANCE
LATIN WORLD
16 TRACKS
SEQUENCER
REC
CONTEMP
F
D BEAM
DJ GEAR SFX INST CTRL
G
MARK & JUMP
1234
[MINUS¥ONE]-knop: Druk op deze knop om de partij uit te schakelen die u zelf wilt spelen (of zingen). U kunt zelf bepalen welke partij dan uitgeschakeld wordt (blz. 41).
[16-TRACK¥SEQUENCER]-knop: Met deze knop acti­veert u de sequencer (MIDI-recorder) van de G-70. Deze sequencer kan veel meer dan wat u misschien van uw vorige Roland-arranger kent (zie blz. 154).
[|√], [º], [‰], [PLAY÷STOP¥®÷ª]: Met deze knoppen keert u terug naar het begin van de huidige song, spoelt u terug of vóór in stappen van één maat en start/stopt u de weergave van de geselecteerde song. Druk op de [REC¥∏]-knop om een nieuwe song op te nemen (zie blz. 52).
E
STYLE-sectie
Met deze knoppen kunt u één van de twaalf Music Style-families kiezen. De knop van de gekozen familie licht op.
F
D Beam-controller
Met deze speelhulp kunt u de klankkleur van de gespeelde noten en de songweergave beïnvloeden, maar ook andere unieke effecten verkrijgen. Hiervoor hoeft u uw hand maar boven de twee “ogen” van de D Beam te bewegen (op/neer, links/rechts).
Met de knoppen eronder kunt u een andere functie aan de D Beam-controller toewijzen. Zie blz. 64.
MARK JUMP-sectie
G
Met deze knoppen ([1]~[4]) kunt naar één van de vier geprogrammeerde plaatsen binnen de huidige song springen. Die posities kunt u wijzigen. Bovendien kunt u posities voor songs programmeren die er nog geen bevatten.
13
G-70 Music Workstation
Voorzieningen op de panelen
HI J
VARIATION
STYLE CONTROL
34
H
ASSIGN SW-sectie
ASSIGN SW
21
FADE
FADE
IN
OUT
INTRO MAIN END/RIT START STOP
Aan de [ASSIGN¥SW¥1]- en [ASSIGN¥SW¥2]-knop kunt u de gewenste functie toewijzen. Dat heeft het voor­deel dat u vaak benodigde functies, die u enkel via het functiemenu bereikt, direct kunt oproepen. De ASSIGN SW-toewijzingen maken deel uit van de instellingen die u in een User Program kunt opslaan.
Zolang u geen andere toewijzing kiest, dienen ze voor het activeren van de FADE IN- en FADE OUT-functie.
I
STYLE CONTROL-sectie
Met deze knoppen kiest u het gewenste Music Style­patroon en start/stopt u de Style-weergave (zie blz. 25).
INVERSION
AUTO
FILL IN
SYNCBASS
START/STOP12
J
SET LIST HOLD DOWN UP
12345678
USER PROGRAM-sectie
USER PROGRAM
CANCEL
Met deze knoppen kunt u het gewenste User Pro­gram (registratiegeheugen) oproepen. Indien nodig, kunt u het voorafgaande ([DOWN])/volgende ([UP]) User Program kiezen. Door deze twee knoppen samen in te drukken verlaat u de User Program-mode weer.
Met de [HOLD]-knop kunt u bepaalde instellingen van daarna opgeroepen User Programs negeren (zie blz. 115).
L
MUSIC
ASSISTANT
K
LCD
K
LCD CONTRAST-regelaar
CONTRAST
M
LYRICS & SCORE
N
EFFECTS
O
DISK & MEDIA
Hiermee kunt u het contrast van het display wijzigen, als u de informatie niet kunt lezen. Het display is drukgevoelig en moet dus altijd duidelijk leesbaar zijn (anders weet u niet wat u aan het doen bent).
Opgelet: Soms duurt het even voordat het display op tempe­ratuur komt. Daarom zou het kunnen dat u het contrast na verloop van tijd nog eens moet veranderen.
L
MUSIC ASSISTANT-knop
Met deze knop MUSIC ASSISTANT selecteert u een mode waarin u Music Style-registraties voor speci­fieke nummers kunt kiezen, die u wilt spelen. U kunt ook zelf Music Assistant-registraties programmeren.
M
LYRICS & SCORE-knop
Druk op deze knop om te zorgen dat de tekst van het nummer in het display wordt getoond. Bovendien verschijnen dan de namen van de door de songpar­tijen gespeelde akkoorden in het display. Deze laatste zijn gegevens, die de G-70 tijdens de weergave bere­kent. Deze functie kan zelfs de noten van de gekozen partij in het display tonen.
P
SONG STYLE
MAKEUP
TOOLS
Q
SONG STYLE
MENU
R
EXIT
S
N
EFFECTS-knop
Met deze knop roept u een pagina op waar u de effecten van de verschillende G-70-partijen kunt instellen.
O
DISK & MEDIA-knop
Druk op deze knop om data van het interne geheu­gen, een diskette of PCM/CIA-kaart te laden c.q. ernaar weg te schrijven. Bovendien vindt u hier func­ties voor het bestandsbeheer, zoals het wissen van bestanden, het formatteren van floppies of kaarten enz. (blz. 202).
P
COVER-knop
Met deze knop hebt u toegang tot voorgeprogram­meerde instellingen voor het wijzigen van het song­of Music Style-karakter. Druk er één of twee keer op om de Song- of Style-mode te kiezen. Zie blz. 41 en
77.
r
14
Q
MAKEUP TOOLS-knop
Met deze knop kunt u de instellingen van de huidige song of Music Style wijzigen, als de voorgeprogram­meerde Cover-instellingen niet het gewenste resul­taat opleveren. Zie blz. 124.
16' 5-1/3' 8' 4' 2-2/3' 2' 1-3/5' 1-1/3' 1'
CHORUS
G-70 Music Workstation
r
Frontpaneel
R
MENU-knop
Druk op deze knop om een menu met functies van de G-70 op te roepen, die u misschien niet elke dag nodig hebt.
S
EXIT-knop
Druk op deze knop om naar de vorige displaypagina of de hoofdpagina van de G-70 terug te gaan.
TU
HARMONIC
BAR
MODETYPE
SONG
METRO
NOME
TEMPO
TAP
REVERB
PANPOT
T
Toewijsbare regelaars
VOLUME
DBEAM
EFFECT M.INT MBS
Deze regelaars kunt u als virtuele drawbars gebruiken (indien de [HARMONIC¥BAR]-knop oplicht). Zie dan de voetmaten boven de regelaars voor hun specifieke functie (blz. 33).
Opgelet: De HARMONIC BAR-functie is enkel voor de vol­gende parts beschikbaar: UP1, LW1 en MBS.
Bovendien zijn er drie knoppen waarmee u de part­groep kunt kiezen wier instellingen u wilt verande­ren: [PART] (Keyboard-parts), [STYLE] (Arranger-parts) en [SONG] (Recorder-parts).
DATA ENTRY
V
NUMERIC PAD (PUSH)
INCDEC
Opgelet: De meeste knoppen kunt u ingedrukt houden om naar de bijbehorende displaypagina te gaan.
FINDER
X
STYLESONG
USER PRG
LW 2 LW 1
Z
UP 3 UP 2 UP 1
U
VOICE
PART
PAGE
STYLE
PAGE
SLOW
FAST
DEFAULT
De TYPE-knoppen tenslotte dienen voor het selecte­ren van parameters, die eveneens met de regelaars kunnen worden ingesteld (reverb- of chorusaandeel, stereopositie of volume).
TEMPO-sectie
[METRONOME]-knop: Druk op deze knop om de interne metronoom in en uit te schakelen. Met de overige knoppen kunt u het tempo van de metronoom, de Arranger en de recorder/sequencer instellen.
TALK
AUTO
PITCH
VOICE
FX
SINGER
VOCAL HARMONIST
HARMONY VOCODER
ENSEMBLE
SMALL
OFF MAXOFF MAX
OFF MAX
INPUT GAINEFFECTS
OVER
MIN MAX
Y
KBD MODE
EASY SETTING
W
ARR ORGAN PIANO
V
DATA ENTRY-sectie
SPLIT
WHOLE
Met het wiel kunt u de momenteel in het display geselecteerde parameterwaarde instellen. Draai eraan om de beschikbare instellingen te overlopen. U kunt er ook op drukken om te zorgen dat een numeriek klavier in het display verschijnt waarmee u dan waar­den kunt invoeren.
Om de gekozen waarde in kleine stappen te wijzigen drukt u op [DEC] (waardevermindering) of [INC] (waardeverhoging). Met de [ß][†][®][√]-knoppen kunt u de parameter kiezen die u wilt editen (hetzelfde resultaat bereikt u door op het betreffende display­veld te drukken).
Zolang de hoofdpagina wordt afgebeeld kunt u met het [DATA÷ENTRY]-wiel en de [DEC]/[INC]-knoppen het tempo instellen.
a
E.PIANO
PIANO
KEYBOARD
CHR PERC ORGAN
SAX
BRASSVOCAL SYNTHWIND
TRUMPET
EASY SETTING-sectie
W
TONE
ACCORDION
A.GUITAR
PAD
ETHNIC
E.GUITAR
BASS
PERCUSS
SFX
STRINGS
DRUMS
Met deze knoppen kunt u de G-70 heel snel anders configureren: [ARR] (gebruik van de Arranger in de SPLIT-mode), [ORGAN] (de naam zegt het al) en [PIANO] (toewijzing van een pianoklank aan het volle­dige klavier). Zie ook blz. 56.
X
FINDER-sectie
Druk op één van deze knoppen om songs ([SONG]), Music Styles ([STYLE]) of User Programs ([USER¥PRG]) in het interne geheugen, op een diskette of een geheugenkaart te zoeken. Zie blz. 38, 86 en 113.
Y
KBD MODE-sectie
Druk op de [SPLIT]-knop om met de linker- en rech­terhand verschillende klanken te bespelen (blz. 56). (U kunt zelfs een tweede splitpunt gebruiken, zie blz. 90.)
SRX
EXPANSION
HARMONIC
BAR
15
G-70 Music Workstation
Voorzieningen op de panelen
Druk op de [WHOLE]-knop om één of verschillende klanken aan het volledige klavier (d.w.z. zonder split) toe te wijzen. Zie blz. 56.
Z
VOCAL HARMONIST-sectie
Met de knoppen van deze sectie bedient u de Vocal Harmonist-functie. Bovendien kunt u het volume van de microfoon en de effectintensiteit voor de via de Vocal Harmonist MIC INPUT-connector ontvangen signalen instellen. Zie blz. 42.
a
TONE-sectie
Met de TONE-knoppen kunt u telkens één van de 16 interne klankfamilies kiezen. De benodigde klank bin­nen die familie kiest u daarna via het display.
bcdef
KEYBOARD PART
TONE ASSIGN
MBS LW 2 LW 1
b
KEYBOARD PART-sectie
UP 3 UP 2 UP 1
PART ON/OFF
De TONE ASSIGN-knoppen dienen voor het kiezen van de Keyboard-part waar u een andere klank aan wilt toewijzen blz. 29. “Keyboard-parts” zijn de parts die u zelf kunt spelen. De G-70 bevat ook nog andere parts, die “automatisch” door de Arranger of Recor­der worden bespeeld.
Met de PART ON/OFF-knoppen kunt u de gewenste Keyboard-parts in- en uitschakelen.
c
ONE TOUCH-sectie
Met deze knoppen kunt u het gewenste One Touch­geheugen kiezen. De voorgeprogrammeerde Music Styles en de 120 Custom-geheugens bieden telkens vier dergelijk geheugens. De geheugens hebben veel gemeen met de User Programs, omdat ze voor het toewijzen van andere klanken en effectinstellingen aan de Keyboard-parts en voor tal van andere wijzi­gingen kunnen worden gebruikt. Zie blz. 78.
d
TRANSPOSE-sectie
Met deze knoppen kunt u de G-70 in stappen van een halve toon hoger ([]) of lager ([ƒ]) transponeren. Bovendien kunt u bepalen welke partijen er dan pre­cies worden getransponeerd (blz. 58).
Als geen van beide knoppen oplicht, wordt geen enkele partij getransponeerd.
e
TONE EFFECTS-sectie
Druk op de [MULTI¥FX]-knop om nog een effect aan de Keyboard-parts toe te wijzen (blz. 100). (Deze pro­cessor is tevens voor de D Beam- en MELODY INTELL­part beschikbaar.) Druk op de [MELODY¥INTELLIGENCE]-knop (licht op) om een tweede (en eventueel derde) stem aan uw solo’s of melodieën toe te voegen (zie blz. 76).
1234
f
De [SRX¥EXPANSION]-knop is enkel beschikbaar na de installatie van een optionele golfvormkaart in de G-70.
Opgelet: SRX-klanken kunnen alleen aan de volgende Key­board-parts worden toegewezen: UP1/2/3, LW1/2 en MBS.
Druk op de [HARMONIC¥BAR]-knop om de “Harmonic Bar”-sectie te activeren en het geluid ervan met de toewijsbare regelaars (T) in te stellen, die dan als drawbars fungeren.
TRANSPOSEONE TOUCH
CANCEL
TONE EFFECTS
MULTIFXMELODY
INTELL
V-LINK-knop
Druk op deze knop om de V-LINK-functies van de G-70 voor de afstandsbediening van videomateriaal te gebruiken. Hiervoor kunt u de speelhulpen, bepaalde knoppen en de toetsen helemaal rechts op de G-70 gebruiken. Met V-LINK-compatibele video­apparaten kunt u beeldmateriaal bij uw spel betrek­ken en op die manier ook de visuele kant van uw optredens beïnvloeden. Sluit de G-70 bv. aan op een optionele DV-7PR of V-4 van Edirol om op het gewenste moment andere filmpjes te kiezen. Boven­dien kunt u met de speelhulpen, sommige knoppen en het hoogste octaaf van de G-70 de weergavesnel­heid wijzigen, andere clips kiezen enz.
r
16
g
h i
g
BENDER/MODULATION-hendel
Druk deze hendel naar de achterkant van de G-70 om de noten van de actieve Keyboard-parts van modula­tie te voorzien. Schuif hem naar links of rechts om de toonhoogte van de actieve Keyboard-parts tijdelijk te verlagen of te verhogen. Voor de HARMONIC BAR­klanken en de geluiden van de TONE [ORGAN]-familie kunt u de modulatie-as voor het kiezen van de lage en hoge Rotary-snelheid gebruiken.
G-70 Music Workstation
h
Diskdrive
Hier kunt u een 2DD- of 2HD-diskette aansluiten en er Music Styles, Recorder-songs en MIDI Set naar wegschrijven. Druk op de uitwerptoets om de diskette daarna weer uit de drive te kunnen halen.
Opgelet: Verwijder de diskette nooit, terwijl de G-70 ze nog leest, er data naar wegschrijft e.d. Anders beschadigt u name­lijk de floppy en eventueel zelfs de kop binnenin de drive.
i
PHONES-connector
De G-70 is voorzien van hoofdtelefoonaansluiting. Sluit hier een hoogwaardige hoofdtelefoon (Roland RH-200, RH-50 of RH-25, optie) aan.
r
Frontpaneel
17
G-70 Music Workstation
Voorzieningen op de panelen
Achterpaneel
(linker kant)
ABCD E F G IH
FC7 PEDAL
HOLD
FOOTSWITCH
FOOT
SWITCH
FOOT
PEDAL
THRU INOUT
MIDI
PCMCIA
INTERNAL MEMORY
PROTECT
VIDEO
OUTPUT
A
FC7 PEDAL-connector
Hier kunt u een optionele FC-7 voetschakelaareen­heid aansluiten en voor kiezen, starten, stoppen enz. van Style-patronen gebruiken. De functies van deze voetschakelaareenheid kunt u zelf programmeren (ze gelden dan voor de G-70 in z’n geheel).
B
HOLD FOOTSWITCH-connector
Een optionele DP-2, DP-6 of BOSS FS-5U voetschake­laar, die u op deze connector aansluit, kan voor het laten doorklinken van de Keyboard-partnoten wor­den gebruikt. (Ook de MELODY INTELL-part kunt u op deze manier laten doorklinken.) Deze functie wordt ook wel “Sustain” of “demper” genoemd.
C
FOOT SWITCH-connector
Met een hier aangesloten DP-2, DP-6 of FS-5U voet­schakelaar kunt u een functie naar keuze beïnvloe­den.
D
FOOT PEDAL-connector
Sluit hier een optioneel EV-5, EV-7 of BOSS FV-300L zwelpedaal aan om er het volume van één of ver­schillende parts mee te kunnen instellen.
E
MIDI THRU/OUT/IN-connectors
Via deze connectors kunt u de G-70 op externe MIDI­apparaten aansluiten, wat voor verschillende toepas­singen handig is: ontvangst van muziekdata van een externe sequencer, doorseinen van uw spel op het klavier (en de commando’s van de afgespeelde songs) naar een externe sequencer, gebruik van de G-70 als masterkeyboard enz.
Opgelet: De MIDI-functies van de G-70 vindt u in het Menu (blz. 213). Vaak benodigde MIDI-instellingen kunnen als “MIDI Sets” worden opgeslagen.
F
USB-poort
De USB-poort kunt u voor het archiveren van uw data en de MIDI-communicatie met uw computer gebruiken.
PCMCIA-slot
G
Hier kunt u een geheugenkaart (PCMCIA, Compact­Flash, SmartMedia™ of Microdrive) aansluiten. Voor kaarten, die geen PCMCIA-kaarten zijn, hebt u een adapter nodig (die u in een computerzaak e.d. vindt). Zie ook de voorzorgsmaatregelen op blz. 12.
H
INTERNAL MEMORY PROTECT-schakelaar
Achter deze kap bevindt zich een schakelaar waarmee u het interne geheugen kunt vergrendelen ( , bevei­ligd) of toegankelijk ( ) maken. Zie blz. 21.
I
VIDEO OUTPUT-connector
Verbind deze connector met de geschikte ingang van een TV of monitor. In dat geval worden de liedjestek­sten (van songs die deze gegevens bevatten) en de berekende akkoordinformatie (blz. 49) altijd op het externe scherm getoond, zelfs al licht de [LYRICS&SCORE]-knop niet op (wat dan betekent dat de liedjesteksten en akkoorden niet in het display van de G-70 verschijnen).
Opgelet: Het signaalformaat (PAL of NTSC) kan via een MENU­functie worden ingesteld.
(rechter kant)
JK L M N O
J
METRONOME LEVEL-regelaar en OUT-aansluiting
De metronoomsignalen van de G-70 kunnen via de METRONOME OUT-connector naar buiten worden gestuurd. Op deze connector kunt u een hoofdtele­foon (Roland RH-200, RH-25 of RH-50) aansluiten. Dat is bv. handig voor een drummer (die dan over een “click track”) beschikt. Met de METRONOME [LEVEL]­regelaar kunt u het volume van de hoofdtelefoon instellen.
r
18
K
EXTERNAL SOURCE/AUDIO IN L/R-connectors
Hier kunt u de audio-uitgangen van een externe sig­naalbron (CD/MP3-speler, synthesizer enz.) aanslui­ten. Als dat apparaat 1/4”-uitgangen heeft, hebt u hetzij verloopstekkers (1/4” RCA/cinch), hetzij Rol­and PJ-1M-kabels nodig. Deze ingangen zijn alleen geschikt voor signalen op line-niveau.
We praten hier over stereo-aansluitingen (met een linker en rechter kanaal). Als u maar één kabel op “L” (of “R”) aansluit, wordt het signaal ook enkel via het linker (of rechter) kanaal weergegeven.
G-70 Music Workstation
r
Frontpaneel
Het volume van de via deze connectors ontvangen signalen kunt u met de C EXT SOURCE-regelaar instellen.
L
VOCAL HARMONIST-sectie
INPUT-schakelaar: Als u een microfoon op de INPUT-
connector aansluit, moet u deze schakelaar op “MIC” zetten. Wilt u de Vocal Harmonist-functie voor andere signalen (gitaar, externe synthesizers & modules, CDs, MDs enz.) gebruiken, dan moet u deze schakelaar op “LINE” zetten.
Opgelet: De “LINE”-instelling werkt alleen voor elektrische en basgitaren, als u een dergelijk instrument aansluit op een effectpedaal of rack-effect (dat u op Bypass zet) en diens uit­gang dan met de INPUT-connector verbindt.
INPUT-connector: Hier kunt u een optionele micro­foon (bv. een Roland DR-10 of DR-20) c.q. een andere signaalbron aansluiten wiens signaal u met de Vocal Harmonist-functie van de G-70 wilt bewerken. Dit is een gecombineerde connector waarop u hetzij een symmetrische XLR- of een asymmetrische 1/4”­jack kunt aansluiten. (Deze connector levert geen fantoomvoeding.)
Opgelet: De INPUT-aansluiting is mono.
OUTPUT R & L-connectors: Als u deze connectors op
een mengpaneel, versterker e.d. aansluit, sturen zij het via INPUT ontvangen en met de Vocal Harmonist van de G-70 bewerkte signaal uit. Sluit u hier niets aan, dan worden de signalen van de Vocal Harmonist via de OUTPUT-connectors (zie verderop) naar buiten gestuurd.
M
OUTPUT-sectie
DIRECT R/L-connectors: Als u de G-70 voor het eerst
inschakelt, doen deze audio-uitgangen helemaal niets (omdat alle signalen naar de MAIN R & L/ MONO-connectors worden uitgestuurd). U kunt er echter de gewenste signalen aan toewijzen (blz. 103).
MAIN R & L/MONO-connectors: Deze connectors moet u met een externe versterker, een mengpaneel e.d. verbinden. Als u niets op de Vocal Harmonist OUTPUT-connectors (zie hierboven) aansluit, dan worden naast de signalen van de Arranger-, Song- en Keyboard-parts ook de Vocal Harmonist-signalen via deze uitgangen weergegeven. In het andere geval echter niet.
Opgelet: Als de versterker of het mengpaneel (nog) maar één ingang heeft, moet u er de L/MONO-connector op aansluiten. Het verdient echter aanbeveling om zo vaak mogelijk in stereo te werken.
N
POWER ON-knop
Druk op deze knop om de G-70 in en uit te schakelen.
O
AC-connector
Hier moet u het bijgeleverde netsnoer aansluiten.
19
G-70 Music Workstation

Voorbereidingen en demosongs

2. Voorbereidingen en demosongs
Waarschijnlijk zit u al te popelen om eindelijk met uw G-70 aan de slag te gaan. Dat gaan we zo meteen doen. Maar we moeten hem eerst aansluiten.

Aansluitingen

De G-70 bevat geen interne luidsprekers. U moet hem dan ook aansluiten op een externe versterker (bv. van de KC-serie van Roland) of een optionele hoofdtelefoon gebruiken (Roland RH-25, RH-50 of RH-200 bv.).
Schakel zowel de G-70 als de externe apparaten uit alvorens ze op elkaar aan te sluiten of de aansluitingen (audio of MIDI) weer te verbreken. Als u geen toegang hebt tot de geluidsinstallatie van de zaal waar u moet optreden, vraagt u het best aan de plaatselijke geluidsman (of -vrouw) om het volume van de PA op de minimumwaarde te zetten.
Mengpaneel, keyboardver-
sterker, actieve luidsprekers
enz. —OPTIE—
Dynamische microfoon (kies “MIC”) Andere signaalbron (kies “LINE”)
[Microfoon: DR-10 of DR-20] *Sluit de microfoon via een asymme­trische 1/4”-monojack of een sym­metrische XLR-stekker aan.
Zwelpedaal (EV-5, EV-7)
Roland
Keyboardversterker, actieve luidsprekers enz.
Naar een stopcontact
MAIN
R, L/MONO
AC
DIRECT R, L
VOCAL HARMONIST OUTPUT
VOCAL HARMONIST INPUT
CD/MP3-speler enz.
Stereo-hoofdtelefoon
EXTERNAL SOURCE
METRONOME OUT
FOOT
PEDAL
FOOT
SWITCH
Voetschakelaars
HOLD
FOOTSW.
Opgelet: Gebruik liefst een dynamische microfoon. U kunt echter ook een condensatormicrofoon gebruiken, als u die aansluit op een DI-box (met voeding).
Opgelet: Met uitzondering van het netsnoer zijn alle bijkomende dingen in de afbeelding hierboven opties. Meer details hierover vindt u bij uw Roland-dealer.
Opgelet: De Vocal Harmonist OUTPUT-connectors hebt u niet echt nodig. Gebruikt u ze niet, dan worden uw zang en de Harmonist-effecten namelijk via de MAIN-connectors naar buiten gestuurd (maar ALLEEN, als u niets op de Vocal Harmonist OUTPUT-connectors aansluit). Bij gebruik van deze connectors zijn de Vocal Harmonist-signalen niet meer in de hoofdtelefoon te horen.
r
20
Stereo-hoofdtelefoon
(RH-25, RH-50 of RH-200)
G-70 Music Workstation
In-/uitschakelen van de G-70
Na het aansluiten van de G-70 op de overige apparaten moet u als volgt te werk gaan:
r
Frontpaneel
Internal Memory Protect
Na het uitpakken van de G-70 –en alvorens hem in te schake­len– moet u de beveiliging van zijn interne geheugen (een niet bewegende harde schijf) uitschakelen om intern data te kunnen opslaan.
• Gebruik een kruiskopschroevendraaier voor het verwijderen van de schroeven en verwijder de plastickap.
• Schuif de INTERNAL MEMORY PROTECT-schakelaar in de “ ”-stand om de geheugenbeveiliging te deactiveren. (Om het interne geheugen later weer te vergrendelen moet u de schakelaar weer in de “ ”-stand schuiven.)
Inschakelen van de G-70
(1) Sluit het netsnoer aan op de AC-connector en vervol-
gens op een stopcontact.
VIDEO
OUTPUT
INTERNAL MEMORY
PROTECT
Opgelet: Bewaar de kap en de schroeven op een veilige plaats op om ze later weer te kunnen installeren.
INTERNAL MEMORY
PROTECT
VIDEO
OUTPUT
(2) Druk op de [POWER¥ON]-knop achterop de G-70 om
hem in te schakelen.
(3) Als u de G-70 op een mengpaneel aangesloten hebt, moet u dat nu inschakelen.
(4) Schakel de versterker, de actieve luidsprekers of de keyboardversterker(s) in. (5) Stel met de [MASTER¥VOLUME]-regelaar het uitgangs-
volume van de G-70 in.
Instellen van het displaycontrast
Na het inschakelen of als de G-70 al een tijdje ingeschakeld is, is het display eventueel nog maar nauwelijks af te lezen. Bovendien beïnvloeden de hoek waaronder u naar het dis­play kijkt en de verlichting op de plaats waar u staat de leesbaarheid van het display.
In dergelijke gevallen kunt u met de [LCD¥CONTRAST]-rege- laar links van het display het contrast instellen.
MASTER
VOLUME
Uitschakelen van de G-70
(1) Schakel eerst alle externe apparaten uit. (2) Druk op de [POWER≈ON]-knop achterop de G-70 om hem uit te schakelen.
21
G-70 Music Workstation
Voorbereidingen en demosongs
Interactieve demo van de G-70
De G-70 bevat een interactieve demofunctie die u een indruk geeft van zijn belangrijkste functies. Die zou u meteen eens moeten gebruiken. Omdat de demo zichzelf uitwijst, gaan we hier alleen tonen hoe hem in en uit te schakelen.
(1) Druk de [PLAY¥LIST]- en [MINUS¥ONE]-knop samen
in.
PLAY
NEXT SONG
DEMO
MINUS
ONE
LIST
Het display ziet er nu als volgt uit:
(2) Druk, indien nodig, op het [LANGUAGE]-veld en
kies de taal voor deze interactieve demofunctie.
(5) Om de demo te stoppen en de demofunctie van de
G-70 weer te verlaten moet u op de RECORDER [PLAY÷STOP¥®÷ª]- of de [EXIT]-knop drukken.
EXIT
(Druk op [CLOSE], als u deze pagina helemaal niet wilde selecteren. Dan verandert er niets aan de taal­keuze.)
(3) Druk op het veld waarmee u toegang hebt tot de
benodigde demofunctie.
Er zijn 12 klankdemo’s, 12 Style-demo’s, 1 demo van de lyrics- en notatiefunctie en één Vocal Harmonist­demo.
(4) Hoort u de muziek maar nauwelijks, dan moet u
met de [VOLUME]-regelaar (helemaal links, in de MASTER-sectie) een hoger volume instellen.
MASTER
VOLUME
r
22
Over de hoofdpagina
Als u de demomode (of eender welke andere displaypa­gina) verlaat c.q. zolang u geen enkele instelling van de G-70 wijzigt, ziet het display er ongeveer als volgt uit:
A BC
G
D
H
E
F F
De hier getoonde informatie wordt eerst en vooral bepaald door de instellingen van de G-70, de geladen data enz. De afbeelding geeft echter een goede indruk van wat u op uw instrument ziet.
In tegenstelling tot eerdere arrangerinstrumenten van Roland zijn bijna alle in het display getoonde gegevens aan velden toegewezen waar u op kunt drukken om naar een andere pagina te springen, een parameter te editen of een parameter te selecteren.
Druk bv. op het A-veld om naar de ARRANGER SET­TING-pagina te gaan. Druk op B om een andere splitpunt in te stellen.
De [SONG]- en [STYLE]-knoppen C zien er anders uit en gedragen zich dus ook anders: druk op één van deze knoppen om de sectie te kiezen wier tempo moet worden weergegeven. (De tempowaarde kunt u met de [√SLOW][FAST®]-knoppen en, na het stoppen van de weergave, met [TAP] instellen.) U kunt ze niet gebruiken om van de Style- naar de Song-mode te gaan, omdat dat automatisch gebeurt – druk gewoon op de [PLAY÷STOP¥®÷ª]- of [START÷STOP]-knop.
Opgelet: Zolang de hoofdpagina wordt afgebeeld, kunt u het tempo tevens met het [DATA÷ENTRY]-wiel en de [DEC]/[INC]­knoppen instellen.
G-70 Music Workstation
Met het SCALE TUNE-veld G gaat u naar een pagina waar u de stemming van de G-70-noten kunt wijzi­gen (om bv. Arabische toonladders te gebruiken).
Met het TRANSPOSE-veld H tenslotte springt u naar de displaypagina waar u één, verschillende of alle secties kunt transponeren (naar gelang de op die pagina gekozen mode). Dit veld heeft dezelfde func­tie als de TRANSPOSE-knoppen.
Zoals u ziet, kunt u heel wat instellen zonder ook maar één menu te openen.
Opgelet: Als de hoofdpagina niet automatisch wordt afge­beeld, kunt u ze oproepen door op de [EXIT]-knop te drukken.
r
Frontpaneel
Via de met D gemerkte velden springt u naar een pagina waar u songs (SONG), Music Styles (STYLE) of User Programs (USER PROG) kunt kiezen. Deze velden hebben dezelfde functie als de gelijknamige knoppen van de FINDER-sectie.
Via de OCTAVE-knopicoontjes E kunt u de momen­teel geselecteerde Keyboard-part (die door een rode pijl wordt aangeduid) hoger en lager stemmen. Om een Keyboard-part te kiezen moet u op zijn TONE ASSIGN-knop drukken.
De overige velden F dienen voor het kiezen van de Keyboard-part waar u een andere klank aan wilt toe­wijzen en het openen van de TONE SELECT-pagina. Ze hebben dezelfde functie als de (KEYBOARD PART) TONE ASSIGN-knoppen.
23
G-70 Music Workstation

Eerste kennismaking

3. Eerste kennismaking
In dit hoofdstuk komen alleen de belangrijkste functies aan bod, die we stap voor stap gaan bekijken.
Recorder-sectie:
C

Hoe werkt het allemaal?

Uw G-70 is verschillende instrumenten in één. Voor het spelen beschikt u namelijk over drie hoofdsecties.
A
Keyboard-parts:
Deze sectie bevat de Parts die u via het klavier kunt aansturen – vandaar de benaming “Keyboard”. De G-70 bevat zeven Keyboard-parts, waarvan u er maximaal zes tegelijk kunt bespelen: UP1, UP2, UP3, LW1, LW2 en MBS. “UP” staat voor “Upper” en ver­wijst naar de rechter klavierhelft (als u met een split werkt). “LW” staat voor “Lower” en slaat dus op de linker helft. “MBS” is de afkorting voor “Manual Bass”, d.w.z. een monofone baspart wiens noten door de gespeelde akkoorden worden bepaald.
Er is geen Manual Drum-part, omdat alle zonet ver­noemde parts voor het spelen van een Drum Set kun­nen worden gebruikt. De zevende Part, “MELODY INT”, is wat computergebruikers wel een “cross-platform” durven noemen: hij gaat weliswaar door voor Key­board-part, maar hij wordt gedeeltelijk door de Arranger gestuurd. Zie “Melody Intelligence” op blz.
76.
B
Arranger/Style-sectie:
Omdat die benaming op het frontpaneel wordt gehanteerd, nemen we ze gewoon over. De betref­fende sectie bevat namelijk een 16-sporen sequencer, een eenvoudig te gebruiken MIDI-opnamefunctie en een bijzonder veelzijdige Standard MIDI File-player met heel wat functies die u tijdens het spelen kunt gebruiken.
Linkerhand:
Arranger-sturing
De Arranger is uw bandje (of orkest). Hij speelt name­lijk de begeleiding (die we Music Style noemen). In zekere zin werkt de Arranger zoals een drumcompu­ter: hij speelt namelijk begeleidingspatronen.
In tegenstelling tot een drumcomputer kunt u echter heel gemakkelijk het benodigde patroon kiezen. Zo hoeft u de volgorde van de patronen niet op voor­hand te programmeren. Bovendien speelt de Arran­ger niet alleen de drums, maar ook een bas en melo­dische partijen. De toonaard hiervan bepaalt u aan de hand van uw zelf gespeelde akkoorden (meestal in de linker klavierhelft).
Met de Vocal Harmonist-functie kunt u ook zang en zelfs koortjes aan uw muziek toevoegen (blz. 42).
Rechterhand: melodie
(Keyboard-parts)
r
24

Spelen met een automatische begeleiding

Laten we beginnen met de automatische begeleidings­functie, die “Arranger” heet, maar in het display en op het frontpaneel ook vaak “Style” wordt genoemd.
De Arranger is een “interactieve weergave-sequencer” die voor de begeleiding zorgt. De begeleidingen noe­men we “Music Styles” omdat ze telkens begeleidings­partijen voor een bepaald muziekgenre (Rock, Pop, Dance, Waltz enz.) bevatten.
De Arranger laat toe de melodische begeleidingspar­tijen (bas, piano, gitaar enz.) te transponeren door gewoon andere akkoorden te spelen. In de regel doet u dit waarschijnlijk met uw linkerhand. Elke Music Style omvat verschillende patronen, zodat u kunt beginnen met een inleiding, vervolgens een simpele begeleiding kunt kiezen voor de eerste strofe en een iets uitgebrei­dere voor de refreinen. En met een “Ending”-patroon breit u een mooi einde aan uw stuk.
Laten we eerst naar de belangrijkste Arranger-functies kijken:
(1) Sluit de G-70 aan en schakel hem in (zie blz. 20 en
21).
(2) Druk op de EASY SETTING [ARR]-knop.
G-70 Music Workstation
Spelen met een automatische begeleiding
r
(5) Druk op de [MAIN]-knop (licht op).
STYLE CONTROL
INTRO MAIN END/RIT START STOP
VARIATION
12 3 4
BASS
INVERSION
AUTO
FILL IN
SYNC
(6) Speel in de linker helft (links van de C-toets onder
USER PROGRAM [2]-knop) een akkoord en druk op de STYLE CONTROL [START÷STOP]-knop.
START/STOP
De [START÷STOP]-knop licht op en de Arranger speelt nu een begeleiding van de gekozen Music Style (waarschijnlijk “Cool Live Band”).
Deze begeleiding weerklinkt in de toonaard van de noot die u daarnet hebt gespeeld (“C”). De naam van het overeenkomstige akkoord wordt linksboven in het display getoond:
ARR ORGAN
De indicator van de knop licht op en het klavier wordt in twee helften verdeeld. In de linker helft kunt u akkoorden spelen. De rechter helft is voor het spelen van melodieën bedoeld.
(3) Als de SYNC [START]-knop oplicht (wat waarschijn-
lijk het geval is), moet u erop drukken om hem uit te schakelen.
SYNC
START STOP
(4) Zet de [MASTER¥VOLUME]-regelaar op een aan-
vaardbare waarde (iets voorbij “1/4”).
MASTER
VOLUME
(7) Speel nu een ander akkoord in de linker helft.
Hetzelfde patroon wordt nu in een andere toonaard gespeeld. U hoeft trouwens geen volledige akkoorden te spelen:
• Voor majeurakkoorden volstaat één noot (bv. “C” voor Do majeur, “A” voor La majeur enz.).
• Voor mineurakkoorden hoeft u enkel de grondnoot en de derde toets rechts daarvan in te drukken.
• Voor septiemakkoorden speelt u de grondnoot en de tweede toets links daarvan.
C majeur C mineur
Alleen de toets die overeenkomt met de naam van het gewenste akkoord.
Grondnoot + derde toets rechts daarvan.
C7
Grondnoot + tweede toets links daarvan.
25
G-70 Music Workstation
Eerste kennismaking
Opgelet: De functie voor dit “eenvingersysteem” heet “INTEL­LIGENT” (blz. 80). Op blz. 249 vindt u een overzicht van de andere akkoorden die u met dit systeem kunt spelen (overma­tig, verminderd enz.).
Momenteel hoort u het “MAIN 1”-patroon (de [MAIN]- en VARIATION [1]-knop lichten op). Dit is de simpele begeleidingsversie van de gekozen Music Style. Laten we nu de begeleiding voor het refrein kiezen:
(8) Druk op de VARIATION [2]-knop (de [MAIN]- en [1]-
knop lichten op, terwijl [2] knippert).
STYLE CONTROL
INTRO MAIN END/RIT START STOP
VARIATION
12 3 4
BASS
INVERSION
AUTO
FILL IN
SYNC
Aan het einde van het VARIATION [1]-patroon licht de VARIATION [2]-knop op en speelt de Arranger een andere begeleiding.
(9) Probeer nu ook de variaties 3 en 4 even uit.
Professionele overgangen: Fill In
Tot nu toe hebben we enkel met de belangrijkste bege­leidingspatronen gewerkt (d.w.z. de frasen, die zo lang worden herhaald tot u de Arranger stopt).
De verschillende variaties kunt u gebruiken voor de strofen (1), tweede strofen (2), refreinen (3 & 4) en andere songdelen. Om een dergelijk patroon te kiezen hoeft u maar de knoppen VARIATION [1]~[4] te gebrui­ken. Maar dat zorgt voor plotse veranderingen van de begeleiding, terwijl “echte” muzikanten een nieuw deel in de regel “aankondigen” d.m.v. een roffel in de drums en andere variaties van de begeleiding.
Op de G-70 zorgt u op de volgende manier voor derge­lijke overgangen:
(1) Start de weergave van het MAIN [1]-patroon (zie
hierboven).
(2) Speel in de linker klavierhelft een akkoord. (3) Druk op de [AUTO¥FILL¥IN]-knop (licht op).
• Als u op gelijk welke tel vóór de laatste tel van een maat op deze knop drukt, duurt de Fill tot aan het einde van de huidige maat. Vervolgens wordt het nieuw gekozen patroon afgespeeld (de [MAIN]- en de gekozen VARIATION-knop lichten dan op).
• Als u op de laatste tel van een maat op deze knop drukt, begint de Fill op de eerste tel van de volgende maat en duurt hij een volledige maat. Daarna wordt het nieuwe patroon gekozen. Druk u opnieuw op dezelfde cijferknop ([1]~[4]), dan wordt er volgens de zojuist vernoemde regels een overgang gespeeld. Aan het einde daarvan keert de Arranger echter terug naar het patroon dat u daar­vóór al gebruikte.
(5) Schakel de [AUTO¥FILL¥IN]-knop uit als de keuze van
een nieuw patroon niet meer door een Fill-In moet worden voorafgegaan.
Opgelet: U kunt de lengte van een Fill-In ook halveren. Zie “Half Bar on Fill In”, op blz. 63, 67 en 70.
Intro & Ending
Nu we ook de overgangen onder de knie hebben, vraagt u zich misschien af hoe je met een professionele inlei­ding begint en op een stijlvolle manier eindigt. Hiervoor beschikt u over een [INTRO]- en [END/RIT]-knop.
Terwijl het MAIN-patroon de hele tijd door herhaald wordt tot u een ander patroon kiest of de Arranger stopt, worden Fill-Ins (zie hierboven), Intro’s en Endings maar één keer gespeeld.
Zodra het INTRO-patroon afgelopen is, vervolgt de Arranger automatisch met het MAIN [1]~[4]-patroon (naar gelang welke knop knippert). Aan het einde van het Ending-patroon stopt de Arranger daarentegen.
(1) Stop de Arranger-weergave door op de
[START÷STOP]-knop te drukken (hij dooft).
(2) Speel in de linker klavierhelft een akkoord om de
toonaard van het Intro-patroon te bepalen.
(3) Druk op de [INTRO]- en de cijferknop ([1]~[4]) van
het Intro-patroon dat u wilt horen.
STYLE CONTROL
INTRO MAIN END/RIT START STOP
BASS
INVERSION
SYNC
STYLE CONTROL
INTRO MAIN END/RIT START STOP
VARIATION
12 3 4
BASS
INVERSION
AUTO
FILL IN
(4) Druk op een VARIATION-knop [1]~[4] om een ander
MAIN-patroon te kiezen.
De [MAIN]-knop en de gekozen VARIATION [1]~[4]­knop knipperen.
Wat er nu gebeurt, hangt af van wanneer u op de knop drukt:
r
26
SYNC
VARIATION
12 3 4
AUTO
FILL IN
(4) Druk op de [START÷STOP]-knop om de Arranger-
weergave te starten.
De Arranger speelt nu de inleiding van de gekozen Music Style. Indien gewenst, kunt u nu ook de andere drie Intro-patronen uitproberen door op [INTRO] en [1]~[4] te drukken. Het cijfer verwijst naar de com­plexiteit van de begeleiding.
Opgelet: Speel tijdens de Intro-weergave geen noten. De meeste Intro’s bevatten namelijk al akkoordwissels die u door uw eigen akkoorden grondig in de war zou kunnen sturen.
G-70 Music Workstation
r
Spelen met een automatische begeleiding
Tijdens de Arranger-weergave knippert de [START÷STOP]-knop rood op de eerste tel en groen op de overige tellen van de maat om het tempo aan te duiden. Zolang de Arranger gestopt is, zorgt de [METRONOME]-knop voor deze optische indicatie (hij knippert echter alleen in het rood).
(5) Druk op één van de VARIATION [1]~[4]-knoppen om
het patroon te kiezen dat na afloop van de Intro moet worden gespeeld (de betreffende knop knip­pert).
Door nu al op [MAIN] te drukken zorgt u dat het Intro-patroon aan het begin van de eerstkomende maat (dus waarschijnlijk vóór het officiële) einde overgaat in iets anders.
(6) Wacht tot het gekozen MAIN-patroon begonnen is
en druk dan op de [END/RIT]-knop.
STYLE CONTROL
INTRO MAIN END/RIT START STOP
VARIATION
12 3 4
BASS
INVERSION
AUTO
FILL IN
SYNC
Aan het einde van de huidige patrooncyclus speelt de Arranger het Ending-patroon af en stopt daarna. Ook hier kunt u weer kiezen uit vier verschillende Ending­frasen. Als u na het inschakelen van de [END/RIT]­knop geen cijferknop [1]~[4] indrukt, kiest de Arranger automatisch de ENDING-frase met hetzelfde num­mer als de tot dan toe gebruikte MAIN-frase.
Opgelet: Ook hier is het slimmer om tijdens de Ending-frase geen akkoorden te spelen. Opgelet: Zie “Bijkomende Arranger/Style-functies”, op blz. 74 voor bijkomende Arranger-functies. Opgelet: Patronen kunt u ook via de Aftertouch-functie kie­zen. Zie blz. 75.
Music Styles kiezen
Tot nu toe hebben we maar één Music Style gebruikt (en wel degene die tijdens het inschakelen automatisch wordt gekozen). Ziehier hoe u andere Music Styles kiest:
(1) Druk op een STYLE-knop om een Music Style-fami-
lie te kiezen.
De indicator van die knop licht op en het display ziet er als volgt uit:
Het display toont 10 Music Styles van de zonet opge­roepen familie. Als de naam van de gewenste Style niet afgebeeld wordt…
(2) Kies met de [PAGE¥1]~[PAGE¥4]-knoppen een
andere pagina.
Het aantal pagina’s verschilt naar gelang de gekozen familie. Bepaalde families bevatten maar één pagina, andere daarentegen twee, drie of zelfs vier.
(3) Druk op het veld van de Style die u wilt gebruiken.
Als de Arranger aan het draaien is, terwijl u een andere Style kiest, begint de nieuwe Style vanaf de eerstvolgende maat.
(4) Druk op de [EXIT]-knop om terug te gaan naar de
hoofdpagina.
EXIT
STYLE
LIVE
8 BEAT 16 BEAT ROCK
BALL
ROOM
JAZZ
BLUES
BAND
50's & 60's
BOSSA SAMBA
DISCO
DANCE
CONTEMP
LATIN WORLD
27
G-70 Music Workstation
Eerste kennismaking
Tempo veranderen
Als de begeleiding te snel (of te traag) speelt, kunt u het tempo van de Music Style wijzigen:
SLOW FAST
®

Werken met de Keyboard-parts

Uw G-70 biedt zes “parts” waarmee u verschillende klanken via het klavier kunt spelen. Die noemen we de “Keyboard-parts”. Laten we nu een melodie bij de bege­leiding spelen.
DEFAULT
(1) Druk op [ôSLOW] om het tempo in stappen van
één eenheid te verlagen.
(2) Druk op [FAST¥®] om het tempo in stappen van één
eenheid op te voeren.
U zou ook verschillende keren op de [TAP]-knop kun­nen drukken – en wel in de maat van het gewenste tempo. Het nieuwe tempo verschijnt rechtsboven in het display:
De [TAP]-knop knippert rood om de eerste tel van elke maat aan te geven (zolang de Arranger niet loopt). Tijdens de Arranger-weergave knippert de [START÷STOP]-knop rood op de eerste en groen op de overige tellen van de maat.
(3) Om daarna weer het voorgeprogrammeerde tempo
te kiezen moet u [√¥SLOW] ingedrukt houden en tegelijk op [FAST¥®] drukken:
Spelen met een Upper- en/of Lower-part
Tijdens het inschakelen wordt de UP1-part automatisch geactiveerd en aan het volledige klavier toegewezen. Dat komt, omdat de G-70 in de EASY SETTING “PIANO”­mode opstart. De KBD MODE [WHOLE]-knop licht even­eens op.
(1) Druk op de PART ON/OFF [UP1]-knop, als hij niet
oplicht.
KEYBOARD PART
TONE ASSIGN
MBS LW 2 LW 1
(2) Speel een paar noten op het klavier.
De klank van de UP1-part is aan het volledige klavier toegewezen. Wilt u hem alleen via de rechter helft bespelen, dan moet u op de KBD MODE [SPLIT]-knop drukken.
U zou nu ook op de TONE EFFECTS [MULTI¥FX]-knop kunnen drukken om een gepast effect aan de Key­board-parts (hier UP1) toe te wijzen. Zie blz. 100 voor meer details.
(3) Stel met de [MASTER¥VOLUME]-regelaar het uit-
gangsvolume van de G-70 in.
UP 3 UP 2 UP 1
PART ON/OFF
SPLIT
r
28
MASTER
VOLUME
(4) Met de [BALANCE]-regelaar kunt u de balans tus-
sen de begeleiding en de door u gespeelde partij wijzigen.
BALANCE
ACCOMP KEYBOARD
G-70 Music Workstation
Werken met de Keyboard-parts
r
Draai hem naar “KEYBOARD”, als de door uzelf gespeelde noten te stil zijn. Draai hem naar “ACCOMP”, als uw spel wat hard is t.o.v. de Arranger (of song).
Opgelet: Zie blz. 95 voor het instellen van de onderlinge balans tussen de Keyboard-parts.
(5) Druk op de PART ON/OFF-knop van andere Key-
board-parts die u misschien wilt toevoegen (“layer”).
Alterneren tussen klanken
De G-70 laat toe verschillende klanken tegelijk te spelen door meerdere Keyboard-parts in te schakelen. Andere parts worden door de Arranger/Music Styles gespeeld en heten bijgevolg Style-parts. En dan zijn er nog de parts die door de Recorder worden aangestuurd – de Song-parts.
De Keyboard-parts kunt u hetzij samen of voor het alterneren tussen verschillende klanken gebruiken.
Kies met de PART ON/OFF-knoppen de part(s), die u wilt bespelen.
U kunt verschillende klanken tegelijk (wat we een “layer” noemen) of via aparte klavierzones (“split”) bespelen. Hierna vindt u een voorstelling van de Key­board-parts. (Zie blz. 74 voor de Style-parts.)
UP1 (Upper1): Upper1 is meestal de belangrijkste solopart (en wordt in de Piano-mode automatisch geactiveerd).
UP2: De Upper2-part kan dienen als bijkomende solopartij, die bij de Upper1-part wordt gevoegd – of als een alternatieve melodieklank. Hij biedt twee stemmingsparameters (“Coarse” en “Fine”) die Upper1 niet heeft.
UP3: De Upper3-part is nog een solopart, die u des­gewenst samen met UP1 en UP2 kunt gebruiken. U kunt hem echter ook via een aparte klavierzone (zie blz. 90) bespelen.
LW1 en LW2: De Lower1- en Lower2-part kunt u hetzij op dezelfde manier gebruiken als de UP-parts (in de WHOLE-mode) of via de linker klavierhelft bespelen (in de SPLIT-mode).
MBS: In de WHOLE-mode is ook de MBS-part een “doodgewone” part. In de SPLIT-mode verzorgt hij echter een semi-automatische baslijn, zolang min­stens één van de twee LW-parts actief is. Als geen LW-knop oplicht, gedraagt hij zich zoals een gewone Keyboard-part.
Opgelet: Alle Keyboard-parts kunnen voor het spelen van drumpartijen worden gebruikt. In tegenstelling tot eerdere Roland-keyboards heeft de G-70 namelijk geen “Manual Drums”-part meer.
MELODY INTELL (Melody Intelligence): Deze part wordt door de Arranger aangestuurd en speelt auto­matisch harmonieën. Die worden bij de melodie gevoegd, die u met de UP1-part speelt. Die part kunt u niet zelf aansturen. Dat verklaart meteen, waarom de knop van die part zich niet in de KEYBOARD PART­sectie bevindt (hij maakt deel uit van de TONE EFFECTS-sectie). Er zijn 18 verschillende harmoniety­pes (blz. 76).
Klanken kiezen voor de Keyboard-parts
One Touch
Tijdens het werken met de Arranger is de eenvoudig­ste manier om geschikte klanken voor de Keyboard­parts te kiezen het gebruik van de ONE TOUCH-func­tie. De One Touch-geheugens zijn in feite kleine User Programs. Zie blz. 78 voor meer details.
(1) Druk op de gewenste ONE TOUCH-knop.
1
Er zijn vier One Touch-geheugens per Music Style (voor de 285 fabrieks-Styles en de 120 CUSTOM­geheugens).
Opgelet: De meeste One Touch-geheugens activeren de SYNC START-functie. Als u niet wilt dat de Arranger begint, zodra u een noot of akkoord speelt, moet u de [SYNC¥START]-knop uit­schakelen.
(2) Kies een Music Style (blz. 27) en start de Arranger-
weergave door op de [START÷STOP]-knop te druk­ken.
Speel een melodie bij de begeleiding. U zal merken dat de klanken van alle Keyboard-parts perfect bij de sfeer van de Style aansluiten.
(3) Kies een andere Style en speel opnieuw een solo.
De actieve Keyboard-part (waarschijnlijk UP1) han­teert nu een andere klank (zelfs uitgeschakelde Key­board-parts kiezen een andere klank).
(4) Druk op een andere ONE TOUCH-knop om die regi-
stratie te gebruiken.
(5) Druk nog een keer op dezelfde knop, als u de One
Touch-instellingen niet meer nodig hebt.
Zelf klanken kiezen
De G-70 bevat 1596 klanken (alias “Tones”) en 48 Drum Sets, die in 16 familie onderverdeeld zijn.
(1) Kies de part waar u een andere klank of Drum Set
aan wilt toewijzen:
• Druk op de TONE ASSIGN-knop van de gewenste part.
KEYBOARD PART
TONE ASSIGN
MBS LW 2 LW 1
–of–
UP 3 UP 2 UP 1
PART ON/OFF
29
G-70 Music Workstation
Eerste kennismaking
• Druk, op de hoofdpagina, op de regel van de part waar u een andere klank aan wilt toewijzen.
In dat geval springt de G-70 meteen naar de TONE­pagina van de momenteel gehanteerde klank.
De rode pijl duidt de part aan waar u een andere klank aan kunt toewijzen (de TONE ASSIGN-knop licht eveneens op).
Opgelet: U kunt zelfs aan momenteel uitgeschakelde Key­board-parts andere klanken toewijzen. Op die manier kunt u de volgende klank al voorbereiden, terwijl u nog een andere Key­board-part gebruikt.
(2) Druk op een TONE-knop om een familie en de
“beste” klank daarvan te kiezen (de betreffende klank wordt nu al gekozen).
Zie blz. 33 voor de [HARMONIC¥BAR]-klanken en blz. 32 voor de [SRX¥EXPANSION]-knop.
Het display beeldt nu een lijst van de binnen deze familie beschikbare klanken af:
(4) Als u nog steeds niet gelukkig bent met de gekozen
klank, kunt u met de velden [PAGE¥1]~[PAGE¥5] en [˚] een andere pagina met klanken kiezen (indien beschikbaar).
Het [˚]-veld verschijnt alleen, als er meer dan vijf pagina’s zijn. Andere klankfamilies bevatten minder dan vijf pagina’s. Het aantal pagina’s verschilt naar gelang de gekozen familie.
(5) Druk op het veld van de gewenste klank. (6) Druk op de [EXIT]-knop om terug te gaan naar de
hoofdpagina.
EXIT
Als u deze TONE-familie later opnieuw kiest, springt de G-70 automatisch naar de pagina waar zich de laatst gekozen klank bevindt (en roept hem meteen op).
Over de klanken van de G-70
Probeer de klanken zorgvuldig uit door afwisselend hard en zacht aan te slaan. U zal versteld staan van de rijke nuances die u daarmee bereikt. (Op blz. 60 vindt u meer details over de aanslaggevoeligheid.)
Zo is er bv. een “JazzScat”-klank (VOCAL-familie), met drie dynamiekniveaus waarmee u “Doo”, “Bapp” of “Daow” kunt spelen door de toetsen harder of zachter aan te slaan. Voor talrijke gitaarklanken zijn er dan weer hammer-on/bending-geluiden die u via de maximale aanslag kunt aansturen.
Bovendien kunt u, door het klavier naar het laagste octaaf te transponeren, soms typische “bijgeluiden” spelen (het schuiven van de vingers over gitaarsna­ren, het kloppen op de klankkast van de gitaar enz.)
Items met [EXP] rechts naast de naam zijn klanken, die zich op het golfvormbord van de SRX-serie bevin­den (als uw instrument een dergelijk bord bevat). Die klanken worden automatisch aan de juiste families toegewezen (en bevinden zich meestal op de laatste pagina van de betreffende familie).
(3) Druk op het veld van de gewenste klank. Als u die
niet bij uw song vindt passen, drukt u op een ander veld.
De laatste klank, die u in elke familie kiest, wordt tij­delijk onthouden en telkens gekozen, wanneer u op de betreffende TONE-knop drukt. (Die keuze kunt u echter wijzigen door gewoon op een ander veld te drukken.)
r
30
Keuze van het klankensysteem (Sound Set Mode)
De Roland-ingenieurs hadden zoiets van “misschien worden de gebruikers aanvankelijk overdonderd door het aantal klanken per TONE-familie”. Daarom toont de G-70 niet alle klanken, wanneer u hem voor het eerst inschakelt. Deze “beperkte” displaymode heet “BEST SELECTION”. In die mode kunt u enkel de “nieuwe” klanken selecteren.
Misschien hebt u echter af en toe “oudere” klanken (van de G- en VA-serie) nodig. Dan moet u “EXTEN­DED” kiezen:
(1) Druk op de [MENU]-knop.
MENU
Loading...
+ 250 hidden pages