Roland DD-20 User Manual [nl]

Gefeliciteerd met uw keuze van de BOSS DD-20 Digital Delay.
Voordat u het apparaat gaat gebruiken, lees eerst de hoofdstukken "Veilig gebruik van het apparaat" en "Belangrijke punten" (afzonderlijke bijlage) aandachtig door. Deze hoofdstukken geven belangrijke informatie over de juiste bediening van het apparaat. Aansluitend, om zeker te zijn dat u alle kenmerken van het apparaat goed begrijpt, zou u dit instructieboekje in zijn geheel moeten lezen. Het instructieboekje kunt u het best bewaren voor een gemakkelijke referentie.

Voornaamste Kenmerken

De volle 23 seconden lange vertraging geeft ruim voldoende tijd voor "loop play" en om verschillende lagen over elkaar in te spelen. De MEMORY functie geeft u de mogelijkheid tot vier tonen in de DD-20 zelf op te slaan, onafhankelijk van de paneelinstellingen. U kunt ook naadloos schakelen tussen verschillende geheugens terwijl de galm gewoon doorgaat. Een totaal van elf effecten, inclusief de nieuwe "SMOOTH", "TWIST" en sommige effecten geënt op analoge en tape echo-effecten. De nieuwe "Time Advance-functie", geeft snelle, doch gevoelige controle op Time delay. Komt met het gebruikelijke verlichte scherm voor een helder en makkelijk zicht op alle gegevens, zelfs op donkere podia.
Copyright © 2003 BOSS CORPORATION Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag, in welke vorm dan ook, worden verveelvoudigd zonder schriftelijke toestemming van BOSS CORPORATION.

Inhoud

Voornaamste Kenmerken................1
Plaatsen van de batterijen ... 3
Aansluitingen maken............ 4
Mono-aansluiting.....................................5
Stereo-aansluiting ....................................5
Aansluiten van de Stereo Output en een
effectprocessor..........................................6
Aansluiten aan SEND/RETURN...........6
Met Gitaar en Bas Versterkers ........6
Aansluiten aan een MTR of Mixer .7
Bediening .............................. 8
Bediening van de ON/OFF-pedaal.......8
Bediening via het paneel.........................9
Instellingen Opslaan ("Write"-functie)10
Opslaan van het "MANUAL"-geluid
in Memory........................................10
Veranderen en Opslaan van het
"MEMORY" geluid .........................12
Gebruik van de MEMORY/TAP-pedaal
(geheugennummers kiezen).................14
Gebruik van de MEMORY/TAP-pedaal
(Tap-invoer)............................................15
Onderdelen en Functies..... 16
Voorpaneel..............................................16
Gebruik van de DELAY TIME-
regelaar.............................................17
MODE Lijst ......................................18
Achterpaneel...........................................20
Gebruik van de Modes........21
Gebruik van SOS (Sound on Sound) ..21
Gebruik van TWIST...............................22
Gebruik van WARP...............................22
Gebruik van TAPE.................................23
Gebruik van DUAL ...............................24
Gebruik van MODULATE ...................25
Gebruik van de
Tempo-functie .....................26
Het aangeven van de BPM in
de Delay Time display.........27
Instellingen die bij het opstarten gemaakt worden 28
Algemene Procedures....................28
Veranderen van de Pedal Mode-
instellingen .............................................29
Instellen van de Output Mode.............30
Instellen van de Externe
Pedaalfunctie..........................................31
Veranderen van de indicatie van de
Memory-nummers.................................33
Terugkeren naar de
Fabrieksinstellingen ..............................34
Problemen oplossen...........35
Voorbeeldinstellingen.........37
Memo-instellingen...............40
Specificaties ........................41
Index.....................................42
2

Plaatsen van de batterijen

Batterijen worden meegeleverd met het apparaat. De gebruiksduur van deze batterijen kan gelimiteerd zijn, daar hun primaire doel is om de apparatuur te testen. Installeer de meegeleverde batterijen, zoals op de figuur staat aangegeven, plaats daarbij de batterijen op de juiste manier.
fig.02
•Wanneer u het apparaat ondersteboven keert, plaats dan een stapeltje kranten of tijdschriften onder de vier hoeken of aan de uiteinden van het apparaat om schade aan de knoppen en regelaars te voorkomen. Tevens moet u proberen het apparaat zodanig te plaatsen, dat er geen schade aan knoppen of regelaars kan ontstaan.
•Wanneer u het apparaat ondersteboven keert, doe dit dan voorzichtig om te voorkomen dat het valt of omvalt.
•Wees ervan verzekerd dat de "+" en "-" uiteinden van de batterijen correct geplaatst zijn.
•Wanneer de batterijen leeg of bijna leeg zijn, wordt de POWER verlichting vager. Vervang de batterijen, als dit gebeurt.
•Wanneer u de batterijen vervangt, gebruik dan zes type AA batterijen.
•Gebruik geen nieuwe batterijen samen met oude. Gebruik ook geen verschillende soorten batterijen, dit kan leiden tot lekkage.
•De gebruiksduur van de batterij verschilt per type batterij.
Continu gebruiksduur van het apparaat met batterijvoeding is ongeveer 7 uur met alkaline batterijen en ongeveer 2 uur met koolstof batterijen. ( Dit kan variëren naar gebruiksomstandigheden).
3

Aansluitingen maken

•Het gebruik van een adapter wordt aangeraden, omdat het elektrisch verbruik van het apparaat relatief hoog is. Geeft u de voorkeur aan het gebruik van batterijen, gebruik dan bij voorkeur alkaline batterijen.
• Er kan een geluid ontstaan, wanneer er draadloze communicatie apparatuur, zoals draadloze telefoons, in de buurt van dit apparaat staan. Zo'n geluid zou kunnen ontstaan, wanneer u zelf telefoneert of getelefoneerd wordt of tijdens uw telefoongesprek. Indien u deze klachten ondervindt, is het raadzaam deze draadloze apparatuur verder van dit apparaat af te zetten of uit te schakelen.
•Gebruik een Roland kabel voor de aansluiting. Wanneer u een ander merk aansluitkabel gebruikt, volg dan de volgende voorzorgsmaatregelen.
• Sommige aansluitkabels bevatten weerstanden. Gebruik voor de aansluiting van dit apparaat geen kabels met weerstanden. Het gebruik van dit soort kabels kan een extreem laag geluidsniveau geven of een onmogelijk hoorbaar niveau. Voor informatie over kabelspecificaties, dient u de fabrikant te contacteren.
•Wanneer het apparaat op batterijen gebruikt wordt, zal de stroomvoeding starten, wanneer u de aansluitstekker in de INPUT A (MONO) jack plugt.
• Om schade en/of defecten aan speakers of andere apparatuur te vermijden, dient u altijd het volume dicht te zetten en alle apparatuur uit te schakelen, voordat u een aansluiting maakt.
•Wanneer het apparaat batterijen bevat en u gebruikt een adapter, zal de normale werking gewoon doorgaan als de snoerstroomtoevoer afgebroken wordt (elektriciteitspanne of afkoppeling van de stroomkabel).
•Wanneer alle aansluitingen gemaakt zijn, zet dan de stroomtoevoer tot uw andere apparatuur in gespecificeerde volgorde aan. Door apparatuur in de verkeerde volgorde aan te zetten, riskeert u schade en/of defecten aan uw speakers en andere apparatuur.
• Bij aanzetten van apparatuur: zet als laatste de stroom tot uw gitaarversterker aan.
• Bij afzetten van apparatuur: zet als eerste de stroom van de gitaarversterker af.
•Zorg er altijd voor dat het volume laag staat, voordat u het apparaat aan zet. Zelfs als het volume op zijn laagste stand staat, kunt u een geluid horen, wanneer u het apparaat aanzet. Dit is normaal en duidt niet op slecht functioneren van het apparaat.
•Als u het apparaat alleen op batterijen laat werken, zal het indicatorlampje en het verlichte scherm vager worden, wanneer de batterijen leeg beginnen te raken. Vervang de batterijen dan zo snel mogelijk.
•Wanneer u het apparaat verplaatst en de temperatuur en/of vochtigheidsgraad van de nieuwe plek erg verschilt van de oude, kunnen er waterdruppeltjes (condensatie) binnenin het apparaat ontstaan. Wanneer u het apparaat onder deze omstandigheden wil gaan gebruiken, kan dit schade of defecten aan het apparaat tot gevolg hebben. Laat het apparaat dus altijd een paar uur staan, nadat u het verplaatst heeft, totdat de condensatie geheel is verdampt.
4
5

Mono-aansluiting

fig.03
Aansluitingen maken
AC Adapter PSA-serie (optioneel)
Elektrische gitaar (Elektrische bas)

Stereo-aansluiting

fig.04
Elektrische gitaar (Elektrische bas)
Gitaarversterker
(Basversterker)
of of
GitaarversterkerBasversterker
of
MTR
Mixer
AC Adapter PSA-serie (optioneel)
MTR
Mixer
6
Aansluitingen maken

Aansluiten van de Stereo Output en een effectprocessor

fig.05
AC Adapter PSA-serie (optioneel)
Effector
Elektrische gitaar (Elektrische bas)
Gitaarversterker
(Basversterker)
of
MTR
Mixer

Aansluiten aan SEND/RETURN

Met Gitaar en Bas Versterkers

* Stem de level-instelling van de DD-20 en het uitgangsniveau van de SEND Output op de
gitaar- of basversterker op elkaar af. Mocht er vervorming van het geluid zijn, verlaag dan het signaalniveau van het aangesloten apparaat.
*Wanneer het niveau van de SEND/RETURN van de gitaar-of basversterker +4dBu bedraagt, zet
de instelling dan op "+4dBu", zoals omschreven in "Instellen van de Output Mode".
Mono Send/Mono Return
fig.06
AC Adapter PSA-serie (optioneel)
Elektrische gitaar
(Elektrische bas)
SEND RETURN
Gitaarversterker
(Basversterker)
Mono Send/Stereo Return
fig.06a
SEND
7
RETURN R RETURN L
Aansluitingen maken
AC Adapter PSA-serie (optioneel)
Elektrische gitaar
(Elektrische bas)
Gitaarversterker (Basversterker)

Aansluiten aan een MTR of Mixer

Mono Send/Mono Return
Wanneer u de DD-20 gebruikt en aansluit op de SEND/RETURN van een mixer of multitrack recorder, volg dan de instructies van het hoofdstuk "Instellen van de Output Mode" voor het instellen van "A: Direct Sound + B: Effect Sound", zodat alleen het vertragingssignaal wordt uitgestuurd door de DD-20; Het geluid wordt uitgestuurd via de OUTPUT B jack.
fig.07a
AC Adapter PSA-serie
SEND RETURN
MTR
Mixer
(optioneel)

Bediening

"Effect On" voor de pedaalinstelling en "MANUAL" wordt geselecteerd, wanneer het apparaat wordt aangezet.

Bediening van de ON/OFF-pedaal

fig.12
Bij ON
Brandt Brandt
Bij elke druk op de ON/OFF pedaal worden effecten in- of uitgeschakeld. Wanneer de effecten uitgeschakeld zijn, is het geluid wat binnenkomt via de INPUT jack onveranderd.
*Wanneer de Output ingesteld is op "A:DIR B:EFX", komt er geen signaal van de
OUTPUT B jack, wanneer de effecten uit staan. Slechts het effectgeluid komt uit de OUTPUT B jack, wanneer de effecten aan staan. In de fabriek is dit ingesteld op "A:DIR B:EFX."
Instellen van de Output Mode (
*
De pedaal functies anders, volgens de Pedaal Mode instellingen
Gebruik van Elke Mode (p. 21)
* De DD-20 heeft een "naadloze schakelfunctie", waarbij het effect geleidelijk vervalt,
zelfs nadat de effecten uitgeschakeld zijn.
Bij OFF Bij
niet
WARP of TWIST
Knippert
p. 30)
Bij SOS
Knippert
Bij SOS
Brandt
REC of OVERDUB
PLAY
8
9
1.
2.
3.
4.
5.

Bediening via het paneel

Om de volgende instructies te volgen, moet u beginnen met de effecten op ON te zetten (Druk op de ON/OFF-pedaal en ga na of het ON/OFF-indicatielampje brandt). Druk nu de SELECT-knop in om naar MANUAL te schakelen (MANUAL indicatie lampje in groen verlicht). Stel de regelaars in, zoals de tekening laat zien.
fig.17
Stel de MODE regelaar en selecteer een toepasselijk delay-effect van de elf beschikbare keuzes.
Regel de delay time door aan de DELAY TIME-regelaar te draaien
*Wanneer u op de regelaar drukt, terwijl u draait, verandert de delay time sneller. De snelheid
waarmee dit verandert, is afhankelijk van de manier van draaien aan de regelaar. Voor verdere details verwijzen wij u naar het hoofdstuk " Bediening van de DELAY TIME regelaar".
Bediening
Draai aan de F.BACK-regelaar om de hoeveelheid feedback te regelen.
Regel de toon van het effectgeluid met de TONE-regelaars.
De frequentierespons is vlak, wanneer de regelaar in de middenpositie staat. Normaliter kunt u de regelaar in deze positie laten staan.
Regel het volume van het effect met de E.LEVEL-regelaar.
De huidige Delay Time als "MANUAL"-instelling bewaren.
Wanneer u op de DELAY TIME regelaar drukt, nadat u de vertragingstijd hebt geregeld, is de huidige vertragingstijd opgeslagen als "MANUAL" instelling op de DD-20. Deze instelling blijft bewaard, ook wanneer het apparaat uitgeschakeld is, en wordt geselecteerd als de default delay time-instelling (scherm), nadat het
apparaat weer aangezet wordt.
10
1.
Bediening

Instellingen Opslaan ("Write"-functie)

Opslaan van het "MANUAL"-geluid in Memory

Zet het apparaat nooit uit, wanneer er een schrijfbediening uitgevoerd wordt.
*U kunt de "Write"-functie niet gebruiken, wanneer de MODE regelaar op "SOS" staat.
Creëer het gewenste geluid met de regelaars
Druk op de WRITE-knop
Het MEMORY indicatielampje en het lampje van de geselecteerde geheugenplaats knipperen. De DD-20 staat op "write" standby.
fig.19a
Write standby
Knippert
2.
3.
Druk op de SELLECT-knop om geheugenplaats (nummer) te selecteren,
waarop u het geluid wilt opslaan.
Het indicatielampje van de geselecteerde geheugenplaats knippert.
fig.19b
Write standby
KnippertKnippert
11
4.
Bediening
Druk op de WRITE-knop.
De Write-handeling is voltooid wanneer het indicatielampje van de bestemde geheugenplaats sneller gaat knipperen.
fig.20
Knippert
Schrijven
Knippert sneller
Schrijven klaar
* Om de Write-handeling te onderbreken, draait u eerst aan de regelaar of drukt u de
MANUAL/TAP-pedaal in, voordat u op de WRITE-knop drukt.
Wees ervan bewust dat alle data, opgeslagen in het geheugen van het apparaat, verloren kan gaan, wanneer u het wegbrengt voor reparatie. Belangrijke data moet altijd weggeschreven worden, op " Instellingen MEMO". Tijdens het repareren, wordt er zoveel mogelijk voorzichtigheid geboden om verlies van data te voorkomen. Echter, in bepaalde gevallen (zoals bij reparaties van de geheugencircuits zelf) kan het helaas onmogelijk zijn om de data te herstellen. Roland neemt geen verantwoordelijkheid voor dergelijk verlies van data.
Wees ervan bewust dat de inhoud van het geheugen onherstelbaar verloren kan gaan, door defecten of onjuiste bediening van het apparaat. Om uzelf te beschermen tegen het risico van verlies van belangrijke data, raden wij u aan om belangrijke data, opgeslagen in het geheugen, op te schrijven op " Instellingen MEMO ".
Helaas zou het kunnen zijn, dat het onmogelijk blijkt om data die opgeslagen waren in het geheugen van het apparaat, te herstellen, nadat ze verloren zijn gegaan. Roland neemt geen verantwoordelijkheid voor dergelijk verlies van data.
Bediening

Veranderen en Opslaan van het "MEMORY" geluid

Zet het apparaat nooit uit, wanneer er een Write-handeling uitgevoerd wordt.
Druk op de MANUAL/TAP-pedaal of op de SELECT-knop om het "MEMORY"-
geluid te veranderen.
Bedien de regelaars om het geluid te veranderen.
* Om plotselinge, onbewuste veranderingen te voorkomen, zijn de E.LEVEL-, TONE- en
F.BACK-regelaars zo ontworpen, dat de instelling niet verandert, tenzij de regelaar eerst tot aan de opgeslagen instelling is gedraaid. Wanneer de positie van de regelaar hetzelfde is als de instelling, opgeslagen in het geheugen, zal het geluid gaan veranderen. Wanneer een instelling wijzigt, gaat het indicatielampje van de MEMORY automatisch knipperen.
fig.21
Knippert
3. Druk op de WRITE-knop
Het MEMORY-indicatielampje en het lampje van de geselecteerde geheugenplaats knipperen. De DD-20 staat op "write" standby.
fig.22
Write standby
Knippert
12
1.
2.
Bediening
4. Druk op de SELLECT-knop om het geheugen(nummer) te selecteren, waarop
u het geluid wilt opslaan.
Het indicatielampje van het geselecteerde geheugennummer knippert.
fig.22a
KnippertKnippert
5. Druk op de WRITE-knop.
De Write-handeling is voltooid wanneer het indicatielampje van de bestemde geheugenplaats sneller gaat knipperen.
fig.23
Knippert sneller Verlicht
*Wanneer de regelaar of de positie van de MANUAL/TAP-pedaal veranderd worden,
voordat de WRITE-knop ingedrukt is, wordt de Write-handeling stopgezet. De DD-20 keert terug naar de toestand van stap 2.
13
Bediening

Gebruik van de MEMORY/TAP-pedaal (geheugennummers kiezen)

De Pedal mode (1-3) verandert de functie van de pedalen. Gebruik de meest geschikte instelling voor uw specifieke toepassing.
*De volgende bedieningen worden uitgevoerd terwijl het MEMORY-indicatielampje brandt.
*De DD-20 heeft een "naadloze schakelfunctie."
Wanneer u tussen geheugennummers schakelt met gebruik van deze functie, blijft het effect in het geluid doorklinken, gedurende het schakelen, zodat de overgangen natuurlijker klinken.
* Bij de fabrieksinstellingen is de pedaal mode ingesteld op "1".
Wanneer u de pedaal mode instelling verandert, verwijzen wij u naar het hoofdstuk "Veranderen van de Pedal Mode-instellingen".
Pedal mode:1
Door op de MANUAL/TAP-pedaal te duwen, doorloopt u een aantal keuzes, in de volgorde: MANUAL MEMORY 1 MEMORY 2 MEMORY 3 MEMORY 4 MANUAL. Deze handige functie maakt het makkelijker om tussen geheugennummers te schakelen, wanneer meerdere geheugenplaatsen gebruikt worden.
fig.9
MANUAL MEMORY 1 MEMORY 2 MEMORY 3 MEMORY 4
Pedal Mode: 2
Door op de MANUAL/TAP-pedaal te drukken, schakelt u tussen MANUAL en de geselecteerde MEMORY (aangegeven door het verlichte indicatielampje). Dit is handig, wanneer u wilt schakelen tussen twee geluiden.
fig.10
MANUAL MEMORY
14
Loading...
+ 30 hidden pages