Gefeliciteerd met uw keuze van de BOSS DD-20 Digital Delay.
Voordat u het apparaat gaat gebruiken, lees eerst de hoofdstukken "Veilig gebruik van
het apparaat" en "Belangrijke punten" (afzonderlijke bijlage) aandachtig door.
Deze hoofdstukken geven belangrijke informatie over de juiste bediening van het apparaat.
Aansluitend, om zeker te zijn dat u alle kenmerken van het apparaat goed begrijpt, zou u
dit instructieboekje in zijn geheel moeten lezen. Het instructieboekje kunt u het best
bewaren voor een gemakkelijke referentie.
Voornaamste Kenmerken
De volle 23 seconden lange vertraging geeft ruim voldoende tijd voor "loop play" en om
verschillende lagen over elkaar in te spelen.
De MEMORY functie geeft u de mogelijkheid tot vier tonen in de DD-20 zelf op te slaan,
onafhankelijk van de paneelinstellingen. U kunt ook naadloos schakelen tussen
verschillende geheugens terwijl de galm gewoon doorgaat.
Een totaal van elf effecten, inclusief de nieuwe "SMOOTH", "TWIST" en sommige effecten
geënt op analoge en tape echo-effecten.
De nieuwe "Time Advance-functie", geeft snelle, doch gevoelige controle op Time delay.
Komt met het gebruikelijke verlichte scherm voor een helder en makkelijk zicht op alle
gegevens, zelfs op donkere podia.
Batterijen worden meegeleverd met het apparaat. De gebruiksduur van deze batterijen
kan gelimiteerd zijn, daar hun primaire doel is om de apparatuur te testen.
Installeer de meegeleverde batterijen, zoals op de figuur staat aangegeven,
plaats daarbij de batterijen op de juiste manier.
fig.02
•Wanneer u het apparaat ondersteboven keert, plaats dan een stapeltje kranten of
tijdschriften onder de vier hoeken of aan de uiteinden van het apparaat om schade
aan de knoppen en regelaars te voorkomen. Tevens moet u proberen het apparaat
zodanig te plaatsen, dat er geen schade aan knoppen of regelaars kan ontstaan.
•Wanneer u het apparaat ondersteboven keert, doe dit dan voorzichtig om te
voorkomen dat het valt of omvalt.
•Wees ervan verzekerd dat de "+" en "-" uiteinden van de batterijen correct geplaatst zijn.
•Wanneer de batterijen leeg of bijna leeg zijn, wordt de POWER verlichting vager.
Vervang de batterijen, als dit gebeurt.
•Wanneer u de batterijen vervangt, gebruik dan zes type AA batterijen.
•Gebruik geen nieuwe batterijen samen met oude. Gebruik ook geen verschillende
soorten batterijen, dit kan leiden tot lekkage.
•De gebruiksduur van de batterij verschilt per type batterij.
Continu gebruiksduur van het apparaat met batterijvoeding is ongeveer 7 uur
met alkaline batterijen en ongeveer 2 uur met koolstof batterijen. ( Dit kan
variëren naar gebruiksomstandigheden).
3
Aansluitingen maken
•Het gebruik van een adapter wordt aangeraden, omdat het elektrisch verbruik van
het apparaat relatief hoog is. Geeft u de voorkeur aan het gebruik van batterijen,
gebruik dan bij voorkeur alkaline batterijen.
• Er kan een geluid ontstaan, wanneer er draadloze communicatie apparatuur, zoals
draadloze telefoons, in de buurt van dit apparaat staan. Zo'n geluid zou kunnen
ontstaan, wanneer u zelf telefoneert of getelefoneerd wordt of tijdens uw
telefoongesprek. Indien u deze klachten ondervindt, is het raadzaam deze
draadloze apparatuur verder van dit apparaat af te zetten of uit te schakelen.
•Gebruik een Roland kabel voor de aansluiting. Wanneer u een ander merk
aansluitkabel gebruikt, volg dan de volgende voorzorgsmaatregelen.
• Sommige aansluitkabels bevatten weerstanden. Gebruik voor de aansluiting van
dit apparaat geen kabels met weerstanden. Het gebruik van dit soort kabels kan
een extreem laag geluidsniveau geven of een onmogelijk hoorbaar niveau. Voor
informatie over kabelspecificaties, dient u de fabrikant te contacteren.
•Wanneer het apparaat op batterijen gebruikt wordt, zal de stroomvoeding starten,
wanneer u de aansluitstekker in de INPUT A (MONO) jack plugt.
• Om schade en/of defecten aan speakers of andere apparatuur te vermijden, dient
u altijd het volume dicht te zetten en alle apparatuur uit te schakelen, voordat u
een aansluiting maakt.
•Wanneer het apparaat batterijen bevat en u gebruikt een adapter, zal de normale
werking gewoon doorgaan als de snoerstroomtoevoer afgebroken wordt
(elektriciteitspanne of afkoppeling van de stroomkabel).
•Wanneer alle aansluitingen gemaakt zijn, zet dan de stroomtoevoer tot uw andere
apparatuur in gespecificeerde volgorde aan. Door apparatuur in de verkeerde
volgorde aan te zetten, riskeert u schade en/of defecten aan uw speakers en andere
apparatuur.
• Bij aanzetten van apparatuur: zet als laatste de stroom tot uw gitaarversterker aan.
• Bij afzetten van apparatuur: zet als eerste de stroom van de gitaarversterker af.
•Zorg er altijd voor dat het volume laag staat, voordat u het apparaat aan zet. Zelfs
als het volume op zijn laagste stand staat, kunt u een geluid horen, wanneer u het
apparaat aanzet. Dit is normaal en duidt niet op slecht functioneren van het
apparaat.
•Als u het apparaat alleen op batterijen laat werken, zal het indicatorlampje en het
verlichte scherm vager worden, wanneer de batterijen leeg beginnen te raken.
Vervang de batterijen dan zo snel mogelijk.
•Wanneer u het apparaat verplaatst en de temperatuur en/of vochtigheidsgraad
van de nieuwe plek erg verschilt van de oude, kunnen er waterdruppeltjes
(condensatie) binnenin het apparaat ontstaan. Wanneer u het apparaat onder deze
omstandigheden wil gaan gebruiken, kan dit schade of defecten aan het apparaat
tot gevolg hebben. Laat het apparaat dus altijd een paar uur staan, nadat u het
verplaatst heeft, totdat de condensatie geheel is verdampt.
4
5
Mono-aansluiting
fig.03
Aansluitingen maken
AC Adapter
PSA-serie
(optioneel)
Elektrische gitaar
(Elektrische bas)
Stereo-aansluiting
fig.04
Elektrische gitaar
(Elektrische bas)
Gitaarversterker
(Basversterker)
ofof
GitaarversterkerBasversterker
of
MTR
Mixer
AC Adapter
PSA-serie
(optioneel)
MTR
Mixer
6
Aansluitingen maken
Aansluiten van de Stereo Output en een effectprocessor
fig.05
AC Adapter
PSA-serie
(optioneel)
Effector
Elektrische gitaar
(Elektrische bas)
Gitaarversterker
(Basversterker)
of
MTR
Mixer
Aansluiten aan SEND/RETURN
Met Gitaar en Bas Versterkers
* Stem de level-instelling van de DD-20 en het uitgangsniveau van de SEND Output op de
gitaar- of basversterker op elkaar af. Mocht er vervorming van het geluid zijn, verlaag dan
het signaalniveau van het aangesloten apparaat.
*Wanneer het niveau van de SEND/RETURN van de gitaar-of basversterker +4dBu bedraagt, zet
de instelling dan op "+4dBu", zoals omschreven in "Instellen van de Output Mode".
Mono Send/Mono Return
fig.06
AC Adapter
PSA-serie
(optioneel)
Elektrische gitaar
(Elektrische bas)
SENDRETURN
Gitaarversterker
(Basversterker)
Mono Send/Stereo Return
fig.06a
SEND
7
RETURN RRETURN L
Aansluitingen maken
AC Adapter
PSA-serie
(optioneel)
Elektrische gitaar
(Elektrische bas)
Gitaarversterker
(Basversterker)
Aansluiten aan een MTR of Mixer
Mono Send/Mono Return
Wanneer u de DD-20 gebruikt en aansluit op de SEND/RETURN van een mixer of
multitrack recorder, volg dan de instructies van het hoofdstuk "Instellen van de
Output Mode" voor het instellen van "A: Direct Sound + B: Effect Sound", zodat
alleen het vertragingssignaal wordt uitgestuurd door de DD-20;
Het geluid wordt uitgestuurd via de OUTPUT B jack.
fig.07a
AC Adapter
PSA-serie
SENDRETURN
MTR
Mixer
(optioneel)
Bediening
"Effect On" voor de pedaalinstelling en "MANUAL" wordt geselecteerd, wanneer het
apparaat wordt aangezet.
Bediening van de ON/OFF-pedaal
fig.12
Bij ON
←Brandt←Brandt
Bij elke druk op de ON/OFF pedaal worden effecten in- of uitgeschakeld. Wanneer de
effecten uitgeschakeld zijn, is het geluid wat binnenkomt via de INPUT jack
onveranderd.
*Wanneer de Output ingesteld is op "A:DIR B:EFX", komt er geen signaal van de
OUTPUT B jack, wanneer de effecten uit staan.
Slechts het effectgeluid komt uit de OUTPUT B jack, wanneer de effecten aan
staan. In de fabriek is dit ingesteld op "A:DIR B:EFX."
Instellen van de Output Mode (
*
De pedaal functies anders, volgens de Pedaal Mode instellingen
Gebruik van Elke Mode (p. 21)
* De DD-20 heeft een "naadloze schakelfunctie", waarbij het effect geleidelijk vervalt,
zelfs nadat de effecten uitgeschakeld zijn.
Bij OFFBij
niet
WARP of TWIST
← Knippert
p. 30)
Bij SOS
← Knippert
Bij SOS
← Brandt
REC of OVERDUB
PLAY
8
9
1.
2.
3.
4.
5.
Bediening via het paneel
Om de volgende instructies te volgen, moet u beginnen met de effecten op ON te
zetten (Druk op de ON/OFF-pedaal en ga na of het ON/OFF-indicatielampje
brandt). Druk nu de SELECT-knop in om naar MANUAL te schakelen (MANUAL
indicatie lampje in groen verlicht).
Stel de regelaars in, zoals de tekening laat zien.
fig.17
Stel de MODE regelaar en selecteer een toepasselijk delay-effect van de elf
beschikbare keuzes.
Regel de delay time door aan de DELAY TIME-regelaar te draaien
*Wanneer u op de regelaar drukt, terwijl u draait, verandert de delay time sneller. De snelheid
waarmee dit verandert, is afhankelijk van de manier van draaien aan de regelaar. Voor verdere
details verwijzen wij u naar het hoofdstuk " Bediening van de DELAY TIME regelaar".
Bediening
Draai aan de F.BACK-regelaar om de hoeveelheid feedback te regelen.
Regel de toon van het effectgeluid met de TONE-regelaars.
De frequentierespons is vlak, wanneer de regelaar in de middenpositie staat.
Normaliter kunt u de regelaar in deze positie laten staan.
Regel het volume van het effect met de E.LEVEL-regelaar.
De huidige Delay Time als "MANUAL"-instelling bewaren.
Wanneer u op de DELAY TIME regelaar drukt, nadat u de vertragingstijd hebt
geregeld, is de huidige vertragingstijd opgeslagen als "MANUAL" instelling op de
DD-20. Deze instelling blijft bewaard, ook wanneer het apparaat uitgeschakeld is,
en wordt geselecteerd als de default delay time-instelling (scherm), nadat het
apparaat weer aangezet wordt.
10
1.
Bediening
Instellingen Opslaan ("Write"-functie)
Opslaan van het "MANUAL"-geluid in Memory
Zet het apparaat nooit uit, wanneer er een schrijfbediening uitgevoerd wordt.
*U kunt de "Write"-functie niet gebruiken, wanneer de MODE regelaar op "SOS" staat.
Creëer het gewenste geluid met de regelaars
Druk op de WRITE-knop
Het MEMORY indicatielampje en het lampje van de geselecteerde geheugenplaats
knipperen. De DD-20 staat op "write" standby.
fig.19a
Write standby
Knippert
2.
3.
Druk op de SELLECT-knop om geheugenplaats (nummer) te selecteren,
waarop u het geluid wilt opslaan.
Het indicatielampje van de geselecteerde geheugenplaats knippert.
fig.19b
Write standby
KnippertKnippert
11
4.
Bediening
Druk op de WRITE-knop.
De Write-handeling is voltooid wanneer het indicatielampje van de bestemde
geheugenplaats sneller gaat knipperen.
fig.20
Knippert
Schrijven
Knippert sneller
Schrijven klaar
* Om de Write-handeling te onderbreken, draait u eerst aan de regelaar of drukt u de
MANUAL/TAP-pedaal in, voordat u op de WRITE-knop drukt.
Wees ervan bewust dat alle data, opgeslagen in het geheugen van het apparaat,
verloren kan gaan, wanneer u het wegbrengt voor reparatie. Belangrijke data moet
altijd weggeschreven worden, op " Instellingen MEMO". Tijdens het repareren, wordt
er zoveel mogelijk voorzichtigheid geboden om verlies van data te voorkomen. Echter,
in bepaalde gevallen (zoals bij reparaties van de geheugencircuits zelf) kan het helaas
onmogelijk zijn om de data te herstellen. Roland neemt geen verantwoordelijkheid voor
dergelijk verlies van data.
Wees ervan bewust dat de inhoud van het geheugen onherstelbaar verloren kan gaan,
door defecten of onjuiste bediening van het apparaat. Om uzelf te beschermen tegen
het risico van verlies van belangrijke data, raden wij u aan om belangrijke data,
opgeslagen in het geheugen, op te schrijven op " Instellingen MEMO ".
Helaas zou het kunnen zijn, dat het onmogelijk blijkt om data die opgeslagen waren in
het geheugen van het apparaat, te herstellen, nadat ze verloren zijn gegaan. Roland
neemt geen verantwoordelijkheid voor dergelijk verlies van data.
Bediening
Veranderen en Opslaan van het "MEMORY" geluid
Zet het apparaat nooit uit, wanneer er een Write-handeling uitgevoerd wordt.
Druk op de MANUAL/TAP-pedaal of op de SELECT-knop om het "MEMORY"-
geluid te veranderen.
Bedien de regelaars om het geluid te veranderen.
* Om plotselinge, onbewuste veranderingen te voorkomen, zijn de E.LEVEL-, TONE- en
F.BACK-regelaars zo ontworpen, dat de instelling niet verandert, tenzij de regelaar eerst
tot aan de opgeslagen instelling is gedraaid. Wanneer de positie van de regelaar hetzelfde is
als de instelling, opgeslagen in het geheugen, zal het geluid gaan veranderen. Wanneer een
instelling wijzigt, gaat het indicatielampje van de MEMORY automatisch knipperen.
fig.21
Knippert
3. Druk op de WRITE-knop
Het MEMORY-indicatielampje en het lampje van de geselecteerde geheugenplaats
knipperen. De DD-20 staat op "write" standby.
fig.22
Write standby
Knippert
12
1.
2.
Bediening
4. Druk op de SELLECT-knop om het geheugen(nummer) te selecteren, waarop
u het geluid wilt opslaan.
Het indicatielampje van het geselecteerde geheugennummer knippert.
fig.22a
KnippertKnippert
5. Druk op de WRITE-knop.
De Write-handeling is voltooid wanneer het indicatielampje van de bestemde
geheugenplaats sneller gaat knipperen.
fig.23
Knippert snellerVerlicht
*Wanneer de regelaar of de positie van de MANUAL/TAP-pedaal veranderd worden,
voordat de WRITE-knop ingedrukt is, wordt de Write-handeling stopgezet. De DD-20
keert terug naar de toestand van stap 2.
13
Bediening
Gebruik van de MEMORY/TAP-pedaal
(geheugennummers kiezen)
De Pedal mode (1-3) verandert de functie van de pedalen.
Gebruik de meest geschikte instelling voor uw specifieke toepassing.
*De volgende bedieningen worden uitgevoerd terwijl het MEMORY-indicatielampje brandt.
*De DD-20 heeft een "naadloze schakelfunctie."
Wanneer u tussen geheugennummers schakelt met gebruik van deze functie, blijft het effect
in het geluid doorklinken, gedurende het schakelen, zodat de overgangen natuurlijker
klinken.
* Bij de fabrieksinstellingen is de pedaal mode ingesteld op "1".
Wanneer u de pedaal mode instelling verandert, verwijzen wij u naar het hoofdstuk
"Veranderen van de Pedal Mode-instellingen".
Pedal mode:1
Door op de MANUAL/TAP-pedaal te duwen, doorloopt u een aantal keuzes, in de
volgorde: MANUAL → MEMORY 1 → MEMORY 2 → MEMORY 3 → MEMORY 4
→ MANUAL. Deze handige functie maakt het makkelijker om tussen
geheugennummers te schakelen, wanneer meerdere geheugenplaatsen gebruikt
worden.
fig.9
MANUALMEMORY 1MEMORY 2MEMORY 3MEMORY 4
Pedal Mode: 2
Door op de MANUAL/TAP-pedaal te drukken, schakelt u tussen MANUAL en de
geselecteerde MEMORY (aangegeven door het verlichte indicatielampje). Dit is
handig, wanneer u wilt schakelen tussen twee geluiden.
fig.10
MANUALMEMORY
14
Pedal Mode: 3
Door op de MEMORY/TAP-pedaal te drukken, kunt u tussen de MANUAL en
een geselecteerde MEMORY blijven kiezen (aangegeven door het verlichte
indicatielampje).
fig.11
MANUALMEMORY
Ook kunt u tussen de MEMORIES 1-4 selecteren door tegelijkertijd op de MANUAL/
TAP- en de ON/OFF-pedaal te drukken. Dit is handig, wanneer u snel met uw voet
tussen
geheugennummers
*Als de MODE knop op “SOS” ingesteld staat, kunt u deze functie niet gebruiken.
fig.12
MEMORY 1MEMORY 2MEMORY 3MEMORY 4
wilt schakelen om het gewilde geluid op te vragen.
Gebruik van de MEMORY/TAP-pedaal
(Tap-invoer)
Wanneer de MODE-regelaar ingesteld is (niet op "SOS") en u het pedaal tenminste
2 seconden ingedrukt houdt, zal het TAP-indicatielampje gaan branden en schakelt
de functie van de MEMORY/TAP-pedaal over naar TAP input.
fig.12-1
Bediening
Ver licht
Ver licht
U kunt de delay time makkelijk instellen, door het pedaal op het ritme van de
muziek in te drukken (TAP input), zodat het overeenkomt met het muziektempo.
Het TEMPO-indicatielampje knippert op het tempo, wanneer deze met TAP input
ingevoerd is.
*U kunt de TEMPO-knop gebruiken om de delay time-instelling, ingesteld met TAP input,
te veranderen. Zie het hoofdstuk "Gebruik van de Tempo-functie".
15
Onderdelen en Functies
Voorpaneel
fig.24
F.BACK- (feedback) regelaar
Regelt het feedback-niveau (of de mate
waarin het geluid herhaald wordt).
* Trilling kan ontstaan bij bepaalde input-
geluiden of wanneer de regelaar op
bepaalde standen is ingesteld.
* Deze regelaar functioneert niet wanneer
"SOS" als mode is geselecteerd. (p. 18).
E.LEVEL- (effect level) regelaar
Regelt het volume van het effectgeluid.
TONE-regelaar
Dit regelt de toon van
het effectgeluid.
De frequentierespons
is vlak, wanneer de
regelaar in de middenpositie staat. Door de
regelaar naar rechts te
draaien, worden de
hogere frequenties
opgedreven en door
de regelaar naar links
te draaien, worden de
hogere frequenties
getemperd.
*
Deze regelaar
functioneert niet
wanneer "SOS" als
mode geselecteerd
is. (p. 18).
MODE-regelaar
Selecteert het type
delay effect (p. 18).
DELAY TIME-regelaar
Dit stelt de delay time in voor het geluid. U kunt de knop
draaien zonder hem in te drukken (verandering van de
delay time in 1 msec eenheden) of door hem wel in te
drukken (dit activeert de Time Advance-functie).
"Gebruik van de DELAY TIME-regelaar" (p. 17)
MEMORY-nummerindicatoren (1-4)
De indicator van het huidige
geselecteerde MEMORY nummer (1-4)
brandt. De indicator knippert, wanneer
de OD-20 in Write Standby staat; de
indicator knippert sneller, wanneer er
een Write-opdracht gaande is.
SELECT-knop
Hiermee kiest u
tussen MANUAL of
memories 1-4
WRITE-knop
Druk hierop om de
instelling in
"MEMORY" op te
slaan.
TAP-knop
De delay time wordt ingesteld
aan de hand van de pauzes
tussen het indrukken van de
knop. U kunt tussen de delay
time-indicatie en de BPMindicatie schakelen, door de
knop twee seconden of langer
ingedrukt te houden.
16
TEMPO-knop
Dit wordt gebruikt om de lengte van de
delay time aan te geven voor de tempo
input met betrekking tot de nootlengte.
* U kunt de verlichting aan en uit zetten,
door de TAP- en TEMPO-knoppen
tegelijk in te drukken.
TEMPO-indicatielampje
Deze brandt op het
ritme van het
geselecteerde tempo.
Onderdelen en Functies
Gebruik van de DELAY TIME-regelaar
Wanneer u de delay time met de delay time regelaar instelt, verandert de instelling
normaliter in eenheden van één milliseconde (of tien milliseconden, wanneer de
tijd tien seconden of langer is). Door de regelaar in te drukken en tegelijkertijd te
draaien, wordt de delay tijd sneller veranderd, zodat u sneller de gewenste waarde
kunt bereiken, zelfs met hogere waarden. Deze eigenschap noemen we de "Time
Advance functie."
Het bereik van de delay tijd ligt tussen één milliseconde en 23 seconden.
Wanneer de BPM aanstaat, is het bereik van 3 tot 9999.
* Het bereik van de instelling hangt af van de geselecteerde mode en tempo.
Normale bediening
•Door de knop naar rechts te draaien, vermeerdert de delay tijd in eenheden van
één milliseconde (één klik).
•Door de knop naar links te draaien, vermindert de delay tijd in eenheden van één
milliseconde (één klik).
Gebruik van de Time Advance-functie.
fig.27
Regelaar eerst hier indrukken
Ver andering van eenheid
voert langzaam op tot -10 klikken.
Ver andering van eenheid
voert langzaam op tot +10 klikken.
•Door de regelaar in te drukken en tegelijkertijd naar rechts te draaien, wordt de
delay tijd opgevoerd. De waarde verandert sneller naarmate de regelaar verder
gedraaid wordt.
•Door de regelaar in te drukken en tegelijkertijd naar links te draaien, wordt de
delay tijd verminderd. De waarde verandert sneller naarmate de regelaar verder
gedraaid wordt.
17
Onderdelen en Functies
MODE-lijst
Bij deze instelling kunt u tot 23 seconden aan materiaal opnemen en her-
SOS
(Sound On Sound)
TWIST
WARP
TAPE
ANALOG
STANDARDDit is normale delay.
DUAL
PAN
SMOOTH
MODULATE
REVERSE
* In het hoofdstuk " Instellen van de Output Mode", kunt u kiezen, hoe het geluid uitgevoerd
moet worden vanuit de OUTPUT jacks; u selecteert "STEREO OUTPUT" of "A: Direct
Sound, B: Effect Sound."
haaldelijk de delen ervan terugspelen. Verder kunt u nieuwe delen opnemen en toevoegen aan het vorige materiaal (overdub), zo vaak als u wilt.
→ "Gebruik van SOS" (Sound On Sound)
Dit is een delay type, wat een agressieve, draaiende sensatie weergeeft.
In combinatie met "distortion" wordt een nog wildere twist gecreëerd.
→ "Gebruik van TWIST"
Dit bedient het feedback-niveau van het delay-geluid en tegelijkertijd
het volume om een totaal te gek delay geluid te produceren.
→ "Gebruik van WARP"
Dit geluid is verkregen aan de hand van de Roland "RE-201" Tape
Echo. U kunt de instellingen aanpassen door de hoeveelheid "heads" te
veranderen.
* De delay time kan binnen een bereik van 120 milliseconden tot 23
seconden ingesteld worden.
→ "Gebruik van TAPE"
Deze toon is gevormd naar het voorbeeld van de "BOSS DM-2" Com-
pact Delay.
Dit is een delay met korte en lange delays aaneengesloten in series.
→ "Gebruik van DUAL"
Dit is een "panning" delay, waarbij het delay geluid afwisselend van de
linker en rechterkant komt (OUTPUT A/B)
Dit delay wordt ruimtelijk verspreid, wat een natuurlijker
weergalmend effect geeft.
Dit delay voegt een prettig zwevend effect aan het geluid toe.
→ "Gebruik van MODULATE"
Dit creëert het effect van een omgekeerde weergave. U kunt de
E.LEVEL-regelaar zo instellen, dat u twee verschillende soorten effecten krijgt: "Direct Sound + Effect Sound" en "Effect Sound Only."
Door de E:LEVEL-regelaar geheel naar rechts te draaien, wordt
"Effect Sound Only" ingesteld.
* De delay time kan binnen een bereik van 10 milliseconden tot
23 seconden ingesteld worden.
18
fig.25
Onderdelen en Functies
DUAL-indicatie
(SHORT, LONG)
Weergeeft zowel de delay time
als de delay (SHORT/LONG),
wanneer de DD-20 is ingesteld
op DUAL.
Output Mode-indicatie
(A:EFX, B:DIR, +4dB)
Instellen van de
Output Mode. (p. 30)
Control Pedal Functionindicatie
(ON/OFF, TAP, MEM)
Instellen van de Externe
Pedaalfunctie (p
. 31)
ON/OFFindicatie
Deze brandt,
wanneer de effecten
aan staan.
Scherm
Wanneer het apparaat aan wordt gezet, verlicht het scherm.
Na ongeveer twintig seconden gaat deze verlichting weer uit.
Deze eigenschap is bedoeld om onnodig batterijgebruik te voorkomen.
Indien u het scherm permanent verlicht wilt, dient u de TAP en TEMPO
knoppen tegelijkertijd in te drukken. De verlichting zal aan blijven.
* Denk er aan het batterijverbruik te controleren.
* Oefen geen zware druk uit of sla niet op het scherm.
DELAY TIME
Dit geeft de eenheid van tijd, voor
de huidige geselecteerde delay time
(of BPM eenheid), aan.
Wanneer de MODE is ingesteld op
SOS, geeft het de overgebleven
geheugenhoeveelheid (%) tijdens
de opname en de "loop phrase"
positie tijdens het terugspelen en
overdubben aan.
Tempo Type-indicatie
( )
3 3
Gebruik van de Tempo-
. 26)
functie (p
POWER-indicatie
Deze brandt,
wanneer het
apparaat aan staat.
ON/OFF-pedaal
Elke druk op het
pedaal schakelt de
effecten aan of uit.
Wanneer de Mode is
ingesteld op WARP of
TWIST, produceert de
druk op het pedaal het
overeenkomstige
effect.
MEMORY-indicatie
Deze brandt, wanneer de
MEMORY/TAP-pedaal wordt
gebruik om te schakelen tussen
MANUAL en memories (1-4).
TAP-indicatie
Deze brandt, wanneer de
MEMORY/TAP-pedaal gebruikt
wordt voor Tap Input.
MEMORY/TAP-pedaal
Dit pedaal heeft twee functies, als een
"Memory Pedaal", gebruikt om te
schakelen tussen MANUAL en
memories (1-4) en voor "Tap Input"
van de delay time.
Gebruik van de MEMORY/TAPpedaal (p. 14, 15)
19
Onderdelen en Functies
Achterpaneel
fig.26
INPUT Jacks (A (MONO), B)
Dit is de ingang jack voor de verbinding aan
de output van een elektrische gitaar of ander
instrument of effecten processor.
Voor MONO gebruik maakt u de aansluiting
aan de A (MONO) jack.
Aansluitingen Maken (p. 4)
* De INPUT A (MONO) jack heeft een
dubbele functie als stroomschakelaar,
wanneer het apparaat op batterijen werkt.
Het apparaat gaat aan, als er een plug in
de INPUT A (MONO) jack wordt gestoken
en gaat weer uit als deze er weer uit wordt
gehaald. Wanneer het apparaat niet in
gebruik is, dienen alle aangesloten
snoeren eruit te worden gehaald.
PHONES Jack
U kunt hier een koptelefoon aansluiten om het
geluid te beluisteren.
CTL PEDAL Jack
Sluit hier een externe bedieningspedaal (de optionele
BOSS FS-5L/FS-5U) aan.
U kunt een externe bedieningspedaal gebruiken
om de effecten aan en uit te schakelen,
om de delay tijd in te voeren met Tap Input
en om geheugenplaatsen te schakelen.
Instellen van de Externe Pedaalfunctie (p. 31)
*
Zet het apparaat aan, voordat u de koptelefoon
aansluit. Wanneer u het apparaat uitzet, ontplugt u
eerst de koptelefoon, zet daarna het apparaat uit.
* Wees extra voorzichtig bij het gebruik van een
koptelefoon. Wanneer de Output Mode ingesteld is
+4 dB, kan het volume aanzienlijk hoger
AC Adaptor Jack
Deze jack is om een adapter (BOSS
PSA-serie, apart verkocht) aan te sluiten.
Het gebruik van een adapter maakt het
mogelijk om langdurig gebruik te maken
van het apparaat, zodat u zich geen
zorgen hoeft te maken over het leeg
raken van de batterijen.
zijn.
OUTPUT Jacks (A (MONO), B)
Deze jack is voor de aansluiting van
een gitaarversterker, een andere effectprocessor, mixer, MTR of iets
soortgelijks.
Voor MONO gebruik maakt u de
aansluiting aan de A (MONO) jack.
Aansluitingen maken (p. 4)
op
20
Gebruik van de Modes
Gebruik van SOS (Sound on Sound)
1. Zet de MODE-regelaar op "SOS".
2. Druk op de ON/OFF-pedaal om de opname te starten.
Speel, wat gebruikt zal worden voor een basismelodie.
De overgebleven geheugenhoeveelheid wordt in procenten aangegeven
op het scherm.
fig.29
Knippert
3. Druk weer op de ON/OFF-pedaal om de opname te stoppen.
"Loop playback" van de opgenomen frase begint zodra u de pedaal indrukt.
De "loop time" wordt op het scherm weergegeven, zoals hieronder aangegeven is.
De TEMPO-indicatie knippert ook.
fig.30
4. Overdub een andere frase
Geluiden worden alleen tijdens "loop playback" overdubbed, wanneer de pedaal
ingedrukt blijft. Houd de pedaal ingedrukt, terwijl u de frase, die u wilt opnemen
speelt.
*Wanneer de ON/OFF pedaal maar voor korte tijd wordt ingedrukt, stopt de "loop
playback" en is de opgenomen frase gewist.
Door tijdens "loop playback" op de MEMORY/TAP pedaal de drukken, kunt u de
delay aan het gitaargeluid toevoegen, wanneer de "loop playback" verder gaat.
U kunt echter niet overdubben. Om de "loop playback" te stoppen, drukt u weer op
de MEMORY/TAP-knop (Wij adviseren Pedal Mode 2 of 3).
21
Gebruik van de Modes
Gebruik van TWIST
1. Zet de MODE-regelaar op "TWIST".
2. Houd de ON/OFF-pedaal ingedrukt.
Het delay-geluid begint te oscilleren, de oscillatie versnelt, naarmate de toon
verhoogt.
fig.32
Knippert
3. Laat de pedaal los.
Het oscillerend geluid begint te vervagen en het normale delay-geluid keert terug.
Dit effect geluid werkt erg goed met vervormingsgeluiden. In combinatie met
vervorming bereikt u een nog wilder effect (U kunt het volume van het oscillerend
geluid regelen met de E.LEVEL-regelaar). Voor het beëindigen van een song, is dit
effectief.
*U kunt de normale effecten in- en uitschakelen door kortstondig op de ON/OFF-pedaal
te drukken.
Gebruik van WARP
1. Zet de MODE-regelaar op "TWIST".
2. Houd de ON/OFF-pedaal ingedrukt.
Het feedback-niveau en -volume nemen toe.
fig.32
Knippert
3. Laat het pedaal los.
Het effect dat overeenkomt met de ingestelde positie van de regelaar (E:LEVEL,
F.BACK) zal hervatten.
U kunt fantastische effecten creëren door het "warped" delay-geluid te herhalen,
en daaroverheen een frase te spelen.
*U kunt de normale effecten in- en uitschakelen door kortstondig op de ON/OFF-pedaal
te drukken.
22
Gebruik van de Modes
Gebruik van TAPE
U hebt één of twee "playback heads" in gebruik voor het tape echo-effect.
Door dit op "2" in te stellen, wordt een multi-tap effect weergegeven.
1. Zet de MODE-regelaar op "TAPE".
2. Houd de ON/OFF-pedaal ingedrukt, totdat "Hed1" of "Hed2" op het scherm
verschijnt.
3. U kunt het aantal "playback heads" veranderen door de ON/OFF-pedaal
ingedrukt te houden, terwijl u de DELAY TIME-regelaar instelt.
Hed1: Één kop wordt gebruikt
Hed2: Twee koppen worden gebruikt
fig.35
*De fabrieksinstelling is "Hed1".
*Deze instelling wordt bewaard, zelfs nadat het apparaat is uitgeschakeld.
Wanneer u het als een instelling voor de geheugenplaatsen (1-4) wilt bewaren,
dient u de Write-procedure te volgen.
23
Gebruik van de Modes
Gebruik van DUAL
Hoewel de DUAL mode een korte en een lange delay aaneengesloten in serie
weergeeft, kunt u de delay-tijd van de korte delay veranderen.
1. Zet de MODE-regelaar op "DUAL".
2. Houd de ON/OFF pedaal ingedrukt, totdat "SHORT" op het scherm
weergeven wordt.
In dit geval is de korte delay time weergegeven.
fig.36
3. U kunt de delay-tijd veranderen door de ON/OFF pedaal ingedrukt te houden,
terwijl u de DELAY TIME-regelaar instelt.
*De fabrieksinstelling is "SHORT 50msec, LONG 300 msec."
*Deze instelling wordt bewaard, zelfs nadat het apparaat is uitgeschakeld.
Wanneer u het als een instelling voor de geheugenplaatsen (1-4) wilt bewaren,
dient u de Write-procedure te volgen.
24
Gebruik van de Modes
Gebruik van MODULATE
In MODULATE kunt u de modulatiesnelheid en -diepte instellen.
1. Zet de MODE-regelaar op "MODULATE".
2. Houd de ON/OFF-pedaal ingedrukt, totdat "r" op het scherm verschijnt.
De waarde (modulatiesnelheid) wordt naast de "r" op het scherm weergegeven.
fig.37
3. U kunt de waarde veranderen door de ON/OFF-pedaal ingedrukt te houden
terwijl u aan de DELAY TIME-regelaar draait.
4. Houd de ON/OFF-pedaal ingedrukt en draai aan de DELAY TIME-regelaar,
om "d" op het scherm te krijgen.
De waarde (modulatiediepte) verschijnt naast de "d" op het scherm.
*Druk nogmaals op de DELAY TIME-regelaar om opnieuw "r" op het scherm te krijgen.
fig.37
Drukken
5. U kunt de waarde veranderen door de ON/OFF-pedaal ingedrukt te houden
terwijl u aan de DELAY TIME-regelaar draait.
*De fabrieksinstelling is "r:80, d:70."
*Deze instelling wordt bewaard, zelfs nadat het apparaat is uitgeschakeld.
Wanneer u het als een instelling voor de geheugenplaatsen (1-4) wilt bewaren,
dient u de Write-procedure te volgen.
25
Gebruik van de Tempo-functie
De DD-20 bevat een "Tempo-functie", die u de mogelijkheid geeft de delay tijd in
termen van nootlengte te specificeren.
De aanduiding verandert als volgt telkens als u de TEMPO-knop indrukt.
fig.39
Kwart
noot
Gepunte
achtste noot
Triool van
kwartnoten
Achtste
noot
Triool van
achtste noten
Knippert
Triool van
halve noten
Gepunte
kwartnoot
Halve noot
Gepunte
halve noot
Hele noot
*Noten voor bepaalde instellingen van de delay-tijd worden niet altijd aangeduid op het scherm.
*Het bereik van de waarde van de delay-tijd hangt af van het gekozen tempo.
Het weergegeven delay-geluid is zoals in de onderstaande figuur:
fig.40
Ritme ingesteld door het
drukken op de TAP-pedaal
of de TAP knop.
*Wanneer u de delay-tijd wil laten overeenstemmen met de timing van de tap-invoer, dient u
"Kwartnoot" te selecteren.
26
Het aangeven van de BPM in de Delay Time display
U kunt in de Time Delay display van de DD-20 ook het tempo (BPM) laten
verschijnen.
Wanneer u bijvoorbeeld de BPM van de muziek die u uitvoert, al kent, kunt u een
perfect gesynchroniseerd delay-effect verkrijgen door de delay time met het
aangegeven tempo in te stellen.
*Door de nootlengten met de TEMPO-knop in te stellen, wordt het makkelijker de tijden
voor gepunte noten, triolen en andere noten aan te geven.
1. Houd de TAP-knop ingedrukt, totdat de delay-tijd weergegeven op het
scherm, verandert en het tempo (BPM) wordt weergegeven.
fig.41
Gebruik dezelfde procedure om terug te keren naar de Time (msec) weergave.
Wanneer de delay-tijd is opgeslagen, nadat de weergave is veranderd, wordt de
weergavemethode ook opgeslagen.
27
Instellingen die bij het opstarten gemaakt worden
U kunt de volgende instellingen maken door bepaalde handelingen te doen terwijl
u het apparaat aanzet.
fig.42
WRITE-knop
Zet het apparaat weer terug naar de
fabrieksinstellingen.
Terugkeren naar de Fabrieksinstellingen (p. 34)
SELECT-knop
Dit stelt de pedaal mode in.
Veranderen van de Pedal
Mode-instellingen (p. 29)
WRITE-knop +
SELECT-knop
Bepaalt hoe de
Memory nummers
aangegeven worden.
Veranderen van de
indicatie van de
Memory Nummers
(p. 33)
ON/OFF-pedaal
Dit regelt de output mode
Instellen van de Output Mode (p
. 30)
Algemene Procedures
Uitzetten van het apparaat.
• Werkend op batterijen:
Verwijder de plug uit de INPUT A (MONO) jack.
• Werkend op stroom van een adapter:
Verwijder de plug uit de INPUT A (MONO) jack
en de ADAPTER jack.
Aanzetten van het apparaat.
• Werkend op batterijen:
Sluit de plug aan op de INPUT A (MONO) jack.
• Werkend op stroom van een adapter:
Sluit de ADAPTER stekker aan op de ADAPTER jack.
28
MEMORY/TAP-pedaal
Dit regelt de Externe Pedaalfunctie.
Instellen van de Externe Pedaalfunctie (p. 31)
Instellingen die bij het opstarten gemaakt worden
Veranderen van de Pedal Mode-instellingen
Volg de volgende aanwijzingen op om de Pedal Mode-instellingen te veranderen.
* Pedal Mode-instellingen worden bewaard, ook nadat het apparaat is uitgeschakeld.
1. Zet het apparaat uit.
2. Houd de SELECT-knop ingedrukt en zet het apparaat aan.
De MEMORY 1-3 indicator, die overeenkomt met de huidige Pedal Modeinstellingen, knippert. De Pedal Mode wordt aangegeven op het scherm.
3. Stel de Pedal Mode (1-3) in door op de SELECT-knop te drukken.
fig.43
Pedal Mode 1Pedal Mode 2Pedal Mode 3
4. Druk op de WRITE-knop.
Nadat de MEMORY nummerindicator snel begint te knipperen, is de instelling in
het geheugen opgeslagen en keert het apparaat terug naar zijn normale stand.
* Om de instellingswijziging op te heffen en het apparaat terug te zetten in de normale stand
moet u, voordat u op de WRITE-knop drukt, op de MEMORY/TAP- of de ON/OFF-pedaal
drukken.
Pedal
Mode
1Effect aan/uit
2Effect aan/uit
3Effect aan/uit
*Alleen Pedal Mode 3 is onbruikbaar wanneer de MEMORY/TAP-pedaal wordt gebruikt
als Tap Input-pedaal (wanneer de TAP-indicator is verlicht).
*De fabrieksinstelling is Pedal Mode 1
ON/OFF-
pedaal
MEMORY/TAP-pedaal
Kiest MANUAL of
MEMORY 1-4
Kiest MANUAL of
MEMORY
Kiest MANUAL of
MEMORY
ON/OFF-pedaal
+
MEMORY/TAP-pedaal
-
-
Selecteert MEMORY
1-4
29
Instellingen die bij het opstarten gemaakt worden
Instellen van de Output Mode
Wanneer u de DD-20 gebruikt en deze aangesloten is op een gitaar- of basversterker, mixer of multitrack recorder, kunt u het uitgangsniveau (+4 dB) en
manier van output van de OUTPUT jacks (A:Direct Sound/B: Effect Sound)
afstemmen op het apparaat dat aangesloten is op de DD-20.
1. Zet het apparaat uit.
2. Houd de ON/OFF-pedaal ingedrukt en zet het apparaat aan.
De Output mode instelling wordt weergegeven op het scherm en de MEMORY 1-4
indicator, die overeenkomt met de huidige instelling, knippert.
3. Stel de output mode in door op de SELECT-knop te drukken.
Nadat de MEMORY nummer indicator sneller begint te knipperen, is de instelling
opgeslagen in het geheugen en keert het apparaat terug naar zijn normale stand.
* Om de instellingswijziging op te heffen en het apparaat terug te zetten in de normale stand moet
u, voordat u op de WRITE-knop drukt, op de MEMORY/TAP- of ON/OFF-pedaal drukken.
SchermModeOutputLevel
out11Stereo output-20 dB
out2,
A:DIR / B:EFX
out3, +4dB3Stereo output+4 dB
out4,
A:DIR / B:EFX, +4dB
*Zelfs wanneer dit is ingesteld op "A:Direct Sound/B: Effect Sound", als de input in stereo
is, zal de output ook stereo zijn. Daar komt bij dat als de input mono is, terwijl er niets aan
de OUTPUT B jack is aangesloten (effect geluid), dan worden de geluiden niet output als
"A:Direct Sound/B: Effect Sound." Wanneer u als output "A:Direct Sound/B: Effect
Sound"wilt hebben, moet u de DD-20 zo instellen dat A:DIR/B:EFX op het scherm
verschijnt.
*De fabrieksinstelling is "Output Mode1."
2
4
A: Direct Sound/B: Effect
Sound
A: Direct Sound/B: Effect
Sound
-20 dB
+4 dB
30
Instellingen die bij het opstarten gemaakt worden
Instellen van de Externe Pedaalfunctie
U kunt een optionele voetschakelaar (de FS-5U of FS-5L) aan de CTL PEDAL jack
aansluiten en de pedaal gebruiken om de effecten in en uit te schakelen, voor tap
invoer en voor schakelen tussen geheugenplaatsen.
fig.45 Polarity switch
Aansluitkabel
(1/4 inch phone type)
Stel de polariteitsschakelaar in
zoals aangegeven in de tekening.
of
1. Zet het apparaat uit.
2. Houd de MEMORY/TAP-pedaal ingedrukt en zet het apparaat aan.
De instelling wordt weergeven op het scherm en de MEMORY 1-3 indicator die
overeenkomt met de huidige instelling, knippert.
3. Stel de externe pedaalfunctie in door op de SELECT-knop te drukken.
Elke keer als u de SELECT-knop indrukt, schakelt u tussen "ON/OFF",
"TAP" en "MEM."
fig.46
CTL 1CTL 2CTL 3
31
Instellingen die bij het opstarten gemaakt worden
4. Druk op de WRITE-knop.
Nadat de MEMORY-nummerindicator sneller begint te knipperen, is de instelling
opgeslagen in het geheugen en keert het apparaat terug naar zijn normale stand.
* Om de instellingswijziging op te heffen en het apparaat terug te zetten in de normale stand
moet u, voordat u op de WRITE-knop drukt, op de MEMORY/TAP- of ON/OFF-pedaal
drukken.
* Indien u een externe pedaal aansluit, nadat u de instellingen gemaakt heeft, verschijnt de
ingestelde functie op het scherm, wat aangeeft dat de functie in gebruik kan worden
genomen.
•Wanneer de CTL mode geselecteerd is, en u de DD-20 in samenwerking met de
OD-20 gebruikt wordt, kunt u de DD-20 aan en uit zetten met de AMP CTRLknop van de OD-20, door de CTL PEDAL jack van de DD-20 te verbinden met
de AMP CTRL jack van de OD-20.
•Wanneer u een externe pedaal gebruikt om het effect aan en uit te schakelen, en
de DD-20 is ingesteld op CTL 1 mode, indien u dan probeert het effect in en uit
te schakelen met de ON/OFF-pedaal van de DD-20, zal de eigenlijke functie van
de externe pedaal anders zijn, dan wat wordt aangegeven.
•De volgende parameters kunnen niet door een externe pedaal bediend worden,
wanneer deze gebruikt wordt om het effect in en uit te schakelen en de DD-20 is
ingesteld op mode CTL1
•Opnemen, afspelen en overdubben in "Sound On Sound"
•TWIST
• WARP
•TAPE playback head-instelling
• DUAL short delay tijd instelling
• MODULATE instelling van modulatiesnelheid (p. 25)
Schakelt effecten in
en uit
FS-5L (Latch Type)
32
Instellingen die bij het opstarten gemaakt worden
Veranderen van de indicatie van de Memory-nummers
Niet alleen kunt u de geselecteerde MEMORY verifiëren door de verlichte
indicatoren van de MEMORY-nummers te controleren, ook kunt u het patroon
waarin de indicatoren oplichten, veranderen. Selecteer een patroon dat in uw
situatie het handigste is om de MEMORY te controleren.
Wanneer u de DD-20 in een weinig verlichte omgeving gebruikt, kunt u de
MEMORY-nummers makkelijker controleren door Verlichting Patroon 2 te
gebruiken.
Verlichting Patroon 1 (Normaal):
Alleen de indicator van de geselecteerde MEMORY brandt of knippert.
fig.47
MANUAL
MANUAL
MANUAL
MEMORY 1
Verlichting Patroon 2:
Het aantal indicatoren dat brandt (of knippert), komt overeen met het
geselecteerde MEMORY-nummer.
fig.48
MANUAL
MANUAL
MANUAL
MEMORY 1
1. Schakel het apparaat uit.
2. Terwijl u de WRITE-knop en de SELECT-knop ingedrukt houdt, schakelt u het apparaat in.
3. Druk op de SELECT-knop om het patroon voor de MEMORY-indicator in te stellen.
fig.49
MANUAL
MANUAL
MEMORY 2
MEMORY 2
MANUAL
MANUAL
MEMORY 3
MEMORY 3
MANUAL
MANUAL
MEMORY 4
MEMORY 4
Ver lichting Patroon 1Verlichting Patroon 2
4. Druk op de WRITE knop.
Nadat de MEMORY-indicator snel begint te knipperen, is de instelling in het
geheugen opgeslagen en keert het apparaat terug naar de normale stand.
* Om de instellingswijziging op te heffen en het apparaat in de normale stand terug te zetten,
moet u voordat u op de WRITE knop drukt, op de MEMORY/TAP- of de ON/OFF-pedaal
drukken.
33
Instellingen die bij het opstarten gemaakt worden
Terugkeren naar de Fabrieksinstellingen
U kunt de volgende instellingen terugbrengen naar de fabrieksinstellingen.
Nadat de MEMORY-indicatoren snel beginnen te knipperen, is de instelling in het
geheugen opgeslagen en keert het apparaat terug in de normale stand.
* Om de instellingswijziging op te heffen en het apparaat terug te zetten in de normale stand
moet u, voordat u op de WRITE knop drukt, op de MEMORY/TAP- of de ON/OFF-pedaal
drukken.
34
Problemen oplossen
Het apparaat schakelt niet aan.
❍ Is de gitaar correct aangesloten aan de INPUT
A (MONO) jack?
→ Controleer nogmaals de aansluitingen.
* Wanneer het apparaat op batterijen werkt,
zal het apparaat niet aan gaan, tenzij er een
aansluiting is op de INPUT jack. Dit bevordert de
levensduur van de batterijen.
.❍ Is er een kabel ingeplugd op de INPUT B
jack?
→ Bij gebruik op batterijen, de kabel inpluggen op
de INPUT A (MONO) jack.
❍ Zijn de batterijen leeg?
→ Vervang ze door nieuwe batterijen. (p. 3).
❍ Is de gespecificeerde adapter (PSA-serie, apart
verkocht) correct aan gesloten?
Controleer nogmaals de aansluitingen. (p. 4–p. 7).
→
Er is geen geluid.
❍ Zijn de andere apparaten correct aangesloten?
Controleer nogmaals de aansluitingen. (p. 4–p. 7).
→
❍ Staat het volume van de aangesloten gitaar
versterker, effectprocessor of ander apparaat
dicht?
→ Controleer de instellingen van de aangesloten
apparatuur. (p. 4–p. 7).
❍ Is de output Mode correct ingesteld?
→ Stel de Output Mode overeenkomstig in met de
aangesloten apparatuur. (p. 30).
Is de Output Mode ingesteld op A:DIR/B:EFX?
❍
→ Er wordt geen geluid uitgestuurd van de
INPUT B jack, wanneer de ON/OFF-pedaal is
ingesteld op OFF. Stel de Output Mode in op
Stereo output (out 1 of out 3). (p. 30).
❍ Is het effect niveau (E.LEVEL-knop) ingesteld op
minimum?
→ Gebruik de E.LEVEL-knop om het effectniveau
aan te passen. (p. 16).
Het geluid wordt vervormd.
❍ Staat de TONE-regelaar correct geplaatst?
→ Met de regelaar op bepaalde standen, kan het
geluid vervormd raken. Zet deze regelaar laag
of stel de E.LEVEL af op een geschikt niveau.
Mocht, ondanks deze maatregelen, het geluid
nog steeds vervormd zijn, verlaag dan het
output niveau van het apparaat aangesloten op
de INPUT jacks of of stel de Output Mode in op
+4 dB. (p. 30).
Wanneer u op de MEMORY/TAPpedaal drukt, wordt de bedoelde
memory niet aangegeven.
❍ Staat de geschikte mode ingesteld voor uw
huidige toepassing?
→ De MEMORY/TAP-pedaal (of de MEMORY/
TAP-pedaal, tegelijkertijd ingedrukt met de
ON/OFF-pedaal) functioneert verschillend
volgens de Pedaal Mode-instellingen. Gebruik
de meest geschikte instelling voor uw gewenste
toepassing. (p. 29).
❍ Is de MEMORY/TAP-pedaal ingesteld op de
TAP-functie?
Wanneer de MEMORY/TAP-pedaal is ingesteld
→
op TAP (MEMORY/TAP-pedaal werd gedurende
twee seconden ingedrukt), functioneert het pedaal
als een Tap-invoerpedaal.
Om geheugenplaatsen te kiezen, zet u de pedaal in
de MEMORY-schakelfunctie, door de MEMORY/
TAP-pedaal gedurende twee seconden in te
drukken of gebruik een externe pedaal.
15).
(p. 14–p.
Het volumeniveau van het
instrument aangesloten op de
input jack is te laag.
❍ Gebruikt u een aansluitkabel met weerstand?
→ Gebruik een aansluitkabel zonder weerstand.
35
Problemen oplossen
Door op de ON/OFF-pedaal te
drukken, wordt er niet aan en uit
geschakeld, zoals bedoeld.
❍ Staat de Pedal Mode ingesteld op SOS, WARP
of TWIST?
→ De pedaal functioneert niet volgens de Pedal
Mode-instellingen. Voor verdere details, zie de
beschrijvingen van de modes.
SOS (p. 21), WARP (p. 22), TWIST (p. 22)
U kunt instellingen niet opslaan.
❍ De delay time kan niet in SOS of MANUAL
opgeslagen worden.
→ SOS kan niet in de geheugenplaatsen
opgeslagen worden.
Delay Time-instellingen in MANUAL worden
opgeslagen door op de DELAY TIME-regelaar te
drukken of door tussen geheugenplaatsen te
schakelen, voordat het apparaat wordt uitgezet.
Informatie wordt niet
weergegeven.
❍ Externe pedaal wordt niet weergegeven.
→ De externe pedaal wordt alleen weergegeven
als deze is aangesloten.
❍ Output mode wordt niet weergegeven.
→ A:DIR/B:EFX wordt niet weergegeven,
wanneer de input in stereo is.
Voor meer gedetailleerde informatie
dient u te refereren aan het hoofdstuk
"Instellen van de Output Mode."
❍ De ingestelde delay time verschilt van de
weergegeven time.
→ Handmatige delay tijd instellingen veranderen,
tenzij de WRITE-procedure wordt uitgevoerd.
De instellingen worden opgeslagen, wanneer u
op de DELAY TIME-regelaar drukt of tussen
geheugenplaatsen schakelt.
❍ De delay time bereikt het maximum van
23 seconden niet.
→ Het bereik van de delay time kan verschillen
aan de hand van de mode- en de tempoinstelling. Voor meer gedetailleerde informatie
dient u te refereren aan het hoofdstuk "MODE
Lijst" en "Gebruik van de Tempo-functie."
36
Voorbeeldinstellingen
SMOOTH (Memory 1)
fig.36
Roland SPACE ECHO RE-201 (Memory 2)
fig.36
MODE: TAPE HEd2
DUAL (Memory 3)
fig.36
MODE: DUAL/SHORT 50 msec
37
Voorbeeldinstellingen
MODULATE (Memory 4)
fig.36
MODE: MODULATE/RATE 80, DEPTH 70
TWIST
fig.36
Door de On/Off-pedaal ingedrukt te houden, wordt het twist-effect
verkregen.
Power Indicator
(dient ook als controle-indicator voor de
batterij)
ON/OFF-indicator
MEMORY-indicator
TAP-indicator
MANUAL-indicator
MEMORY-nummerindicatoren 1-4
TEMPO-indicator
Aansluitingen
INPUT A (MONO) Jack (1/4 inch phone
type)
INPUT B Jack (1/4 inch phone type)
PHONES Jack (Stereo 1/4 inch phone type)
CTL PEDAL Jack (1/4 inch phone type)
OUTPUT A (MONO) Jack (1/4 inch phone
type)
OUTPUT B Jack (1/4 inch phone type)
AC ADAPTER-aansluiting
Stroomtoevoer
Batterij (type R6/LR6 (AA))x6: DC 9V
Adapter (DC 9V)
Voeding
200 mA (9 V max.)
*Verwachte levensduur batterijen bij
continu gebruik:
Koolstof:2 uur
Alkaline: 7 uur
Deze getallen kunnen variëren,
naargelang de gebruiksomstandigheden.
Afmetingen
173 (B) / 158(D) / 57 (H) mm
Gewicht
1.2 kg (inclusief batterijen)
Accessoires
Instructieboekje
Brochure ("VEILIG GEBRUIK VAN HET
APPARAAT", "BELANGRIJKE PUNTEN" en
"Informatie")
6 Batterijen (type R6/LR6 (AA))
*Wij adviseren u alkaline batterijen te
gebruiken, wanneer deze vervangen dienen te
worden.
Optioneel
AC Adapter (PSA-serie)
*0 dBu = 0.775 Vrms
* In het belang van productverbetering, zijn de
specificaties en/of uiterlijk van dit apparaat
onderhevig aan verandering, zonder
voorafgaande kennisgeving.
41
Index
A
ANALOG ......................................... 18