Roland DD-20 User Manual [nl]

Gefeliciteerd met uw keuze van de BOSS DD-20 Digital Delay.
Voordat u het apparaat gaat gebruiken, lees eerst de hoofdstukken "Veilig gebruik van het apparaat" en "Belangrijke punten" (afzonderlijke bijlage) aandachtig door. Deze hoofdstukken geven belangrijke informatie over de juiste bediening van het apparaat. Aansluitend, om zeker te zijn dat u alle kenmerken van het apparaat goed begrijpt, zou u dit instructieboekje in zijn geheel moeten lezen. Het instructieboekje kunt u het best bewaren voor een gemakkelijke referentie.

Voornaamste Kenmerken

De volle 23 seconden lange vertraging geeft ruim voldoende tijd voor "loop play" en om verschillende lagen over elkaar in te spelen. De MEMORY functie geeft u de mogelijkheid tot vier tonen in de DD-20 zelf op te slaan, onafhankelijk van de paneelinstellingen. U kunt ook naadloos schakelen tussen verschillende geheugens terwijl de galm gewoon doorgaat. Een totaal van elf effecten, inclusief de nieuwe "SMOOTH", "TWIST" en sommige effecten geënt op analoge en tape echo-effecten. De nieuwe "Time Advance-functie", geeft snelle, doch gevoelige controle op Time delay. Komt met het gebruikelijke verlichte scherm voor een helder en makkelijk zicht op alle gegevens, zelfs op donkere podia.
Copyright © 2003 BOSS CORPORATION Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag, in welke vorm dan ook, worden verveelvoudigd zonder schriftelijke toestemming van BOSS CORPORATION.

Inhoud

Voornaamste Kenmerken................1
Plaatsen van de batterijen ... 3
Aansluitingen maken............ 4
Mono-aansluiting.....................................5
Stereo-aansluiting ....................................5
Aansluiten van de Stereo Output en een
effectprocessor..........................................6
Aansluiten aan SEND/RETURN...........6
Met Gitaar en Bas Versterkers ........6
Aansluiten aan een MTR of Mixer .7
Bediening .............................. 8
Bediening van de ON/OFF-pedaal.......8
Bediening via het paneel.........................9
Instellingen Opslaan ("Write"-functie)10
Opslaan van het "MANUAL"-geluid
in Memory........................................10
Veranderen en Opslaan van het
"MEMORY" geluid .........................12
Gebruik van de MEMORY/TAP-pedaal
(geheugennummers kiezen).................14
Gebruik van de MEMORY/TAP-pedaal
(Tap-invoer)............................................15
Onderdelen en Functies..... 16
Voorpaneel..............................................16
Gebruik van de DELAY TIME-
regelaar.............................................17
MODE Lijst ......................................18
Achterpaneel...........................................20
Gebruik van de Modes........21
Gebruik van SOS (Sound on Sound) ..21
Gebruik van TWIST...............................22
Gebruik van WARP...............................22
Gebruik van TAPE.................................23
Gebruik van DUAL ...............................24
Gebruik van MODULATE ...................25
Gebruik van de
Tempo-functie .....................26
Het aangeven van de BPM in
de Delay Time display.........27
Instellingen die bij het opstarten gemaakt worden 28
Algemene Procedures....................28
Veranderen van de Pedal Mode-
instellingen .............................................29
Instellen van de Output Mode.............30
Instellen van de Externe
Pedaalfunctie..........................................31
Veranderen van de indicatie van de
Memory-nummers.................................33
Terugkeren naar de
Fabrieksinstellingen ..............................34
Problemen oplossen...........35
Voorbeeldinstellingen.........37
Memo-instellingen...............40
Specificaties ........................41
Index.....................................42
2

Plaatsen van de batterijen

Batterijen worden meegeleverd met het apparaat. De gebruiksduur van deze batterijen kan gelimiteerd zijn, daar hun primaire doel is om de apparatuur te testen. Installeer de meegeleverde batterijen, zoals op de figuur staat aangegeven, plaats daarbij de batterijen op de juiste manier.
fig.02
•Wanneer u het apparaat ondersteboven keert, plaats dan een stapeltje kranten of tijdschriften onder de vier hoeken of aan de uiteinden van het apparaat om schade aan de knoppen en regelaars te voorkomen. Tevens moet u proberen het apparaat zodanig te plaatsen, dat er geen schade aan knoppen of regelaars kan ontstaan.
•Wanneer u het apparaat ondersteboven keert, doe dit dan voorzichtig om te voorkomen dat het valt of omvalt.
•Wees ervan verzekerd dat de "+" en "-" uiteinden van de batterijen correct geplaatst zijn.
•Wanneer de batterijen leeg of bijna leeg zijn, wordt de POWER verlichting vager. Vervang de batterijen, als dit gebeurt.
•Wanneer u de batterijen vervangt, gebruik dan zes type AA batterijen.
•Gebruik geen nieuwe batterijen samen met oude. Gebruik ook geen verschillende soorten batterijen, dit kan leiden tot lekkage.
•De gebruiksduur van de batterij verschilt per type batterij.
Continu gebruiksduur van het apparaat met batterijvoeding is ongeveer 7 uur met alkaline batterijen en ongeveer 2 uur met koolstof batterijen. ( Dit kan variëren naar gebruiksomstandigheden).
3

Aansluitingen maken

•Het gebruik van een adapter wordt aangeraden, omdat het elektrisch verbruik van het apparaat relatief hoog is. Geeft u de voorkeur aan het gebruik van batterijen, gebruik dan bij voorkeur alkaline batterijen.
• Er kan een geluid ontstaan, wanneer er draadloze communicatie apparatuur, zoals draadloze telefoons, in de buurt van dit apparaat staan. Zo'n geluid zou kunnen ontstaan, wanneer u zelf telefoneert of getelefoneerd wordt of tijdens uw telefoongesprek. Indien u deze klachten ondervindt, is het raadzaam deze draadloze apparatuur verder van dit apparaat af te zetten of uit te schakelen.
•Gebruik een Roland kabel voor de aansluiting. Wanneer u een ander merk aansluitkabel gebruikt, volg dan de volgende voorzorgsmaatregelen.
• Sommige aansluitkabels bevatten weerstanden. Gebruik voor de aansluiting van dit apparaat geen kabels met weerstanden. Het gebruik van dit soort kabels kan een extreem laag geluidsniveau geven of een onmogelijk hoorbaar niveau. Voor informatie over kabelspecificaties, dient u de fabrikant te contacteren.
•Wanneer het apparaat op batterijen gebruikt wordt, zal de stroomvoeding starten, wanneer u de aansluitstekker in de INPUT A (MONO) jack plugt.
• Om schade en/of defecten aan speakers of andere apparatuur te vermijden, dient u altijd het volume dicht te zetten en alle apparatuur uit te schakelen, voordat u een aansluiting maakt.
•Wanneer het apparaat batterijen bevat en u gebruikt een adapter, zal de normale werking gewoon doorgaan als de snoerstroomtoevoer afgebroken wordt (elektriciteitspanne of afkoppeling van de stroomkabel).
•Wanneer alle aansluitingen gemaakt zijn, zet dan de stroomtoevoer tot uw andere apparatuur in gespecificeerde volgorde aan. Door apparatuur in de verkeerde volgorde aan te zetten, riskeert u schade en/of defecten aan uw speakers en andere apparatuur.
• Bij aanzetten van apparatuur: zet als laatste de stroom tot uw gitaarversterker aan.
• Bij afzetten van apparatuur: zet als eerste de stroom van de gitaarversterker af.
•Zorg er altijd voor dat het volume laag staat, voordat u het apparaat aan zet. Zelfs als het volume op zijn laagste stand staat, kunt u een geluid horen, wanneer u het apparaat aanzet. Dit is normaal en duidt niet op slecht functioneren van het apparaat.
•Als u het apparaat alleen op batterijen laat werken, zal het indicatorlampje en het verlichte scherm vager worden, wanneer de batterijen leeg beginnen te raken. Vervang de batterijen dan zo snel mogelijk.
•Wanneer u het apparaat verplaatst en de temperatuur en/of vochtigheidsgraad van de nieuwe plek erg verschilt van de oude, kunnen er waterdruppeltjes (condensatie) binnenin het apparaat ontstaan. Wanneer u het apparaat onder deze omstandigheden wil gaan gebruiken, kan dit schade of defecten aan het apparaat tot gevolg hebben. Laat het apparaat dus altijd een paar uur staan, nadat u het verplaatst heeft, totdat de condensatie geheel is verdampt.
4
5

Mono-aansluiting

fig.03
Aansluitingen maken
AC Adapter PSA-serie (optioneel)
Elektrische gitaar (Elektrische bas)

Stereo-aansluiting

fig.04
Elektrische gitaar (Elektrische bas)
Gitaarversterker
(Basversterker)
of of
GitaarversterkerBasversterker
of
MTR
Mixer
AC Adapter PSA-serie (optioneel)
MTR
Mixer
6
Aansluitingen maken

Aansluiten van de Stereo Output en een effectprocessor

fig.05
AC Adapter PSA-serie (optioneel)
Effector
Elektrische gitaar (Elektrische bas)
Gitaarversterker
(Basversterker)
of
MTR
Mixer

Aansluiten aan SEND/RETURN

Met Gitaar en Bas Versterkers

* Stem de level-instelling van de DD-20 en het uitgangsniveau van de SEND Output op de
gitaar- of basversterker op elkaar af. Mocht er vervorming van het geluid zijn, verlaag dan het signaalniveau van het aangesloten apparaat.
*Wanneer het niveau van de SEND/RETURN van de gitaar-of basversterker +4dBu bedraagt, zet
de instelling dan op "+4dBu", zoals omschreven in "Instellen van de Output Mode".
Mono Send/Mono Return
fig.06
AC Adapter PSA-serie (optioneel)
Elektrische gitaar
(Elektrische bas)
SEND RETURN
Gitaarversterker
(Basversterker)
Mono Send/Stereo Return
fig.06a
SEND
7
RETURN R RETURN L
Aansluitingen maken
AC Adapter PSA-serie (optioneel)
Elektrische gitaar
(Elektrische bas)
Gitaarversterker (Basversterker)

Aansluiten aan een MTR of Mixer

Mono Send/Mono Return
Wanneer u de DD-20 gebruikt en aansluit op de SEND/RETURN van een mixer of multitrack recorder, volg dan de instructies van het hoofdstuk "Instellen van de Output Mode" voor het instellen van "A: Direct Sound + B: Effect Sound", zodat alleen het vertragingssignaal wordt uitgestuurd door de DD-20; Het geluid wordt uitgestuurd via de OUTPUT B jack.
fig.07a
AC Adapter PSA-serie
SEND RETURN
MTR
Mixer
(optioneel)

Bediening

"Effect On" voor de pedaalinstelling en "MANUAL" wordt geselecteerd, wanneer het apparaat wordt aangezet.

Bediening van de ON/OFF-pedaal

fig.12
Bij ON
Brandt Brandt
Bij elke druk op de ON/OFF pedaal worden effecten in- of uitgeschakeld. Wanneer de effecten uitgeschakeld zijn, is het geluid wat binnenkomt via de INPUT jack onveranderd.
*Wanneer de Output ingesteld is op "A:DIR B:EFX", komt er geen signaal van de
OUTPUT B jack, wanneer de effecten uit staan. Slechts het effectgeluid komt uit de OUTPUT B jack, wanneer de effecten aan staan. In de fabriek is dit ingesteld op "A:DIR B:EFX."
Instellen van de Output Mode (
*
De pedaal functies anders, volgens de Pedaal Mode instellingen
Gebruik van Elke Mode (p. 21)
* De DD-20 heeft een "naadloze schakelfunctie", waarbij het effect geleidelijk vervalt,
zelfs nadat de effecten uitgeschakeld zijn.
Bij OFF Bij
niet
WARP of TWIST
Knippert
p. 30)
Bij SOS
Knippert
Bij SOS
Brandt
REC of OVERDUB
PLAY
8
9
1.
2.
3.
4.
5.

Bediening via het paneel

Om de volgende instructies te volgen, moet u beginnen met de effecten op ON te zetten (Druk op de ON/OFF-pedaal en ga na of het ON/OFF-indicatielampje brandt). Druk nu de SELECT-knop in om naar MANUAL te schakelen (MANUAL indicatie lampje in groen verlicht). Stel de regelaars in, zoals de tekening laat zien.
fig.17
Stel de MODE regelaar en selecteer een toepasselijk delay-effect van de elf beschikbare keuzes.
Regel de delay time door aan de DELAY TIME-regelaar te draaien
*Wanneer u op de regelaar drukt, terwijl u draait, verandert de delay time sneller. De snelheid
waarmee dit verandert, is afhankelijk van de manier van draaien aan de regelaar. Voor verdere details verwijzen wij u naar het hoofdstuk " Bediening van de DELAY TIME regelaar".
Bediening
Draai aan de F.BACK-regelaar om de hoeveelheid feedback te regelen.
Regel de toon van het effectgeluid met de TONE-regelaars.
De frequentierespons is vlak, wanneer de regelaar in de middenpositie staat. Normaliter kunt u de regelaar in deze positie laten staan.
Regel het volume van het effect met de E.LEVEL-regelaar.
De huidige Delay Time als "MANUAL"-instelling bewaren.
Wanneer u op de DELAY TIME regelaar drukt, nadat u de vertragingstijd hebt geregeld, is de huidige vertragingstijd opgeslagen als "MANUAL" instelling op de DD-20. Deze instelling blijft bewaard, ook wanneer het apparaat uitgeschakeld is, en wordt geselecteerd als de default delay time-instelling (scherm), nadat het
apparaat weer aangezet wordt.
10
1.
Bediening

Instellingen Opslaan ("Write"-functie)

Opslaan van het "MANUAL"-geluid in Memory

Zet het apparaat nooit uit, wanneer er een schrijfbediening uitgevoerd wordt.
*U kunt de "Write"-functie niet gebruiken, wanneer de MODE regelaar op "SOS" staat.
Creëer het gewenste geluid met de regelaars
Druk op de WRITE-knop
Het MEMORY indicatielampje en het lampje van de geselecteerde geheugenplaats knipperen. De DD-20 staat op "write" standby.
fig.19a
Write standby
Knippert
2.
3.
Druk op de SELLECT-knop om geheugenplaats (nummer) te selecteren,
waarop u het geluid wilt opslaan.
Het indicatielampje van de geselecteerde geheugenplaats knippert.
fig.19b
Write standby
KnippertKnippert
11
4.
Bediening
Druk op de WRITE-knop.
De Write-handeling is voltooid wanneer het indicatielampje van de bestemde geheugenplaats sneller gaat knipperen.
fig.20
Knippert
Schrijven
Knippert sneller
Schrijven klaar
* Om de Write-handeling te onderbreken, draait u eerst aan de regelaar of drukt u de
MANUAL/TAP-pedaal in, voordat u op de WRITE-knop drukt.
Wees ervan bewust dat alle data, opgeslagen in het geheugen van het apparaat, verloren kan gaan, wanneer u het wegbrengt voor reparatie. Belangrijke data moet altijd weggeschreven worden, op " Instellingen MEMO". Tijdens het repareren, wordt er zoveel mogelijk voorzichtigheid geboden om verlies van data te voorkomen. Echter, in bepaalde gevallen (zoals bij reparaties van de geheugencircuits zelf) kan het helaas onmogelijk zijn om de data te herstellen. Roland neemt geen verantwoordelijkheid voor dergelijk verlies van data.
Wees ervan bewust dat de inhoud van het geheugen onherstelbaar verloren kan gaan, door defecten of onjuiste bediening van het apparaat. Om uzelf te beschermen tegen het risico van verlies van belangrijke data, raden wij u aan om belangrijke data, opgeslagen in het geheugen, op te schrijven op " Instellingen MEMO ".
Helaas zou het kunnen zijn, dat het onmogelijk blijkt om data die opgeslagen waren in het geheugen van het apparaat, te herstellen, nadat ze verloren zijn gegaan. Roland neemt geen verantwoordelijkheid voor dergelijk verlies van data.
Bediening

Veranderen en Opslaan van het "MEMORY" geluid

Zet het apparaat nooit uit, wanneer er een Write-handeling uitgevoerd wordt.
Druk op de MANUAL/TAP-pedaal of op de SELECT-knop om het "MEMORY"-
geluid te veranderen.
Bedien de regelaars om het geluid te veranderen.
* Om plotselinge, onbewuste veranderingen te voorkomen, zijn de E.LEVEL-, TONE- en
F.BACK-regelaars zo ontworpen, dat de instelling niet verandert, tenzij de regelaar eerst tot aan de opgeslagen instelling is gedraaid. Wanneer de positie van de regelaar hetzelfde is als de instelling, opgeslagen in het geheugen, zal het geluid gaan veranderen. Wanneer een instelling wijzigt, gaat het indicatielampje van de MEMORY automatisch knipperen.
fig.21
Knippert
3. Druk op de WRITE-knop
Het MEMORY-indicatielampje en het lampje van de geselecteerde geheugenplaats knipperen. De DD-20 staat op "write" standby.
fig.22
Write standby
Knippert
12
1.
2.
Bediening
4. Druk op de SELLECT-knop om het geheugen(nummer) te selecteren, waarop
u het geluid wilt opslaan.
Het indicatielampje van het geselecteerde geheugennummer knippert.
fig.22a
KnippertKnippert
5. Druk op de WRITE-knop.
De Write-handeling is voltooid wanneer het indicatielampje van de bestemde geheugenplaats sneller gaat knipperen.
fig.23
Knippert sneller Verlicht
*Wanneer de regelaar of de positie van de MANUAL/TAP-pedaal veranderd worden,
voordat de WRITE-knop ingedrukt is, wordt de Write-handeling stopgezet. De DD-20 keert terug naar de toestand van stap 2.
13
Bediening

Gebruik van de MEMORY/TAP-pedaal (geheugennummers kiezen)

De Pedal mode (1-3) verandert de functie van de pedalen. Gebruik de meest geschikte instelling voor uw specifieke toepassing.
*De volgende bedieningen worden uitgevoerd terwijl het MEMORY-indicatielampje brandt.
*De DD-20 heeft een "naadloze schakelfunctie."
Wanneer u tussen geheugennummers schakelt met gebruik van deze functie, blijft het effect in het geluid doorklinken, gedurende het schakelen, zodat de overgangen natuurlijker klinken.
* Bij de fabrieksinstellingen is de pedaal mode ingesteld op "1".
Wanneer u de pedaal mode instelling verandert, verwijzen wij u naar het hoofdstuk "Veranderen van de Pedal Mode-instellingen".
Pedal mode:1
Door op de MANUAL/TAP-pedaal te duwen, doorloopt u een aantal keuzes, in de volgorde: MANUAL MEMORY 1 MEMORY 2 MEMORY 3 MEMORY 4 MANUAL. Deze handige functie maakt het makkelijker om tussen geheugennummers te schakelen, wanneer meerdere geheugenplaatsen gebruikt worden.
fig.9
MANUAL MEMORY 1 MEMORY 2 MEMORY 3 MEMORY 4
Pedal Mode: 2
Door op de MANUAL/TAP-pedaal te drukken, schakelt u tussen MANUAL en de geselecteerde MEMORY (aangegeven door het verlichte indicatielampje). Dit is handig, wanneer u wilt schakelen tussen twee geluiden.
fig.10
MANUAL MEMORY
14
Pedal Mode: 3
Door op de MEMORY/TAP-pedaal te drukken, kunt u tussen de MANUAL en een geselecteerde MEMORY blijven kiezen (aangegeven door het verlichte indicatielampje).
fig.11
MANUAL MEMORY
Ook kunt u tussen de MEMORIES 1-4 selecteren door tegelijkertijd op de MANUAL/ TAP- en de ON/OFF-pedaal te drukken. Dit is handig, wanneer u snel met uw voet tussen
geheugennummers
*Als de MODE knop op “SOS” ingesteld staat, kunt u deze functie niet gebruiken.
fig.12
MEMORY 1 MEMORY 2 MEMORY 3 MEMORY 4
wilt schakelen om het gewilde geluid op te vragen.

Gebruik van de MEMORY/TAP-pedaal (Tap-invoer)

Wanneer de MODE-regelaar ingesteld is (niet op "SOS") en u het pedaal tenminste 2 seconden ingedrukt houdt, zal het TAP-indicatielampje gaan branden en schakelt de functie van de MEMORY/TAP-pedaal over naar TAP input.
fig.12-1
Bediening
Ver licht
Ver licht
U kunt de delay time makkelijk instellen, door het pedaal op het ritme van de muziek in te drukken (TAP input), zodat het overeenkomt met het muziektempo. Het TEMPO-indicatielampje knippert op het tempo, wanneer deze met TAP input ingevoerd is.
*U kunt de TEMPO-knop gebruiken om de delay time-instelling, ingesteld met TAP input,
te veranderen. Zie het hoofdstuk "Gebruik van de Tempo-functie".
15

Onderdelen en Functies

Voorpaneel

fig.24
F.BACK- (feedback) regelaar
Regelt het feedback-niveau (of de mate waarin het geluid herhaald wordt).
* Trilling kan ontstaan bij bepaalde input-
geluiden of wanneer de regelaar op bepaalde standen is ingesteld.
* Deze regelaar functioneert niet wanneer
"SOS" als mode is geselecteerd. (p. 18).
E.LEVEL- (effect level) regelaar
Regelt het volume van het effect­geluid.
TONE-regelaar
Dit regelt de toon van het effectgeluid. De frequentierespons is vlak, wanneer de regelaar in de midden­positie staat. Door de regelaar naar rechts te draaien, worden de hogere frequenties opgedreven en door de regelaar naar links te draaien, worden de hogere frequenties getemperd.
*
Deze regelaar
functioneert niet wanneer "SOS" als mode geselecteerd is. (p. 18).
MODE-regelaar
Selecteert het type delay effect (p. 18).
DELAY TIME-regelaar
Dit stelt de delay time in voor het geluid. U kunt de knop draaien zonder hem in te drukken (verandering van de delay time in 1 msec eenheden) of door hem wel in te drukken (dit activeert de Time Advance-functie).
"Gebruik van de DELAY TIME-regelaar" (p. 17)
MEMORY-nummer­indicatoren (1-4)
De indicator van het huidige geselecteerde MEMORY nummer (1-4) brandt. De indicator knippert, wanneer de OD-20 in Write Standby staat; de indicator knippert sneller, wanneer er een Write-opdracht gaande is.
SELECT-knop
Hiermee kiest u tussen MANUAL of memories 1-4
WRITE-knop
Druk hierop om de instelling in "MEMORY" op te slaan.
TAP-knop
De delay time wordt ingesteld aan de hand van de pauzes tussen het indrukken van de knop. U kunt tussen de delay time-indicatie en de BPM­indicatie schakelen, door de knop twee seconden of langer ingedrukt te houden.
16
TEMPO-knop
Dit wordt gebruikt om de lengte van de delay time aan te geven voor de tempo input met betrekking tot de nootlengte.
* U kunt de verlichting aan en uit zetten,
door de TAP- en TEMPO-knoppen tegelijk in te drukken.
TEMPO-indicatielampje
Deze brandt op het ritme van het geselecteerde tempo.
Onderdelen en Functies

Gebruik van de DELAY TIME-regelaar

Wanneer u de delay time met de delay time regelaar instelt, verandert de instelling normaliter in eenheden van één milliseconde (of tien milliseconden, wanneer de tijd tien seconden of langer is). Door de regelaar in te drukken en tegelijkertijd te draaien, wordt de delay tijd sneller veranderd, zodat u sneller de gewenste waarde kunt bereiken, zelfs met hogere waarden. Deze eigenschap noemen we de "Time Advance functie."
Het bereik van de delay tijd ligt tussen één milliseconde en 23 seconden. Wanneer de BPM aanstaat, is het bereik van 3 tot 9999. * Het bereik van de instelling hangt af van de geselecteerde mode en tempo.
Normale bediening
•Door de knop naar rechts te draaien, vermeerdert de delay tijd in eenheden van één milliseconde (één klik).
•Door de knop naar links te draaien, vermindert de delay tijd in eenheden van één milliseconde (één klik).
Gebruik van de Time Advance-functie.
fig.27
Regelaar eerst hier indrukken
Ver andering van eenheid
voert langzaam op tot -10 klikken.
Ver andering van eenheid
voert langzaam op tot +10 klikken.
•Door de regelaar in te drukken en tegelijkertijd naar rechts te draaien, wordt de delay tijd opgevoerd. De waarde verandert sneller naarmate de regelaar verder gedraaid wordt.
•Door de regelaar in te drukken en tegelijkertijd naar links te draaien, wordt de delay tijd verminderd. De waarde verandert sneller naarmate de regelaar verder gedraaid wordt.
17
Onderdelen en Functies

MODE-lijst

Bij deze instelling kunt u tot 23 seconden aan materiaal opnemen en her-
SOS (Sound On Sound)
TWIST
WARP
TAPE
ANALOG
STANDARD Dit is normale delay.
DUAL
PAN
SMOOTH
MODULATE
REVERSE
* In het hoofdstuk " Instellen van de Output Mode", kunt u kiezen, hoe het geluid uitgevoerd
moet worden vanuit de OUTPUT jacks; u selecteert "STEREO OUTPUT" of "A: Direct Sound, B: Effect Sound."
haaldelijk de delen ervan terugspelen. Verder kunt u nieuwe delen opne­men en toevoegen aan het vorige materiaal (overdub), zo vaak als u wilt. "Gebruik van SOS" (Sound On Sound)
Dit is een delay type, wat een agressieve, draaiende sensatie weergeeft. In combinatie met "distortion" wordt een nog wildere twist gecreëerd. "Gebruik van TWIST"
Dit bedient het feedback-niveau van het delay-geluid en tegelijkertijd het volume om een totaal te gek delay geluid te produceren. "Gebruik van WARP"
Dit geluid is verkregen aan de hand van de Roland "RE-201" Tape Echo. U kunt de instellingen aanpassen door de hoeveelheid "heads" te veranderen.
* De delay time kan binnen een bereik van 120 milliseconden tot 23
seconden ingesteld worden.
"Gebruik van TAPE" Deze toon is gevormd naar het voorbeeld van de "BOSS DM-2" Com-
pact Delay.
Dit is een delay met korte en lange delays aaneengesloten in series. "Gebruik van DUAL"
Dit is een "panning" delay, waarbij het delay geluid afwisselend van de linker en rechterkant komt (OUTPUT A/B)
Dit delay wordt ruimtelijk verspreid, wat een natuurlijker weergalmend effect geeft.
Dit delay voegt een prettig zwevend effect aan het geluid toe. "Gebruik van MODULATE"
Dit creëert het effect van een omgekeerde weergave. U kunt de E.LEVEL-regelaar zo instellen, dat u twee verschillende soorten effec­ten krijgt: "Direct Sound + Effect Sound" en "Effect Sound Only." Door de E:LEVEL-regelaar geheel naar rechts te draaien, wordt "Effect Sound Only" ingesteld.
* De delay time kan binnen een bereik van 10 milliseconden tot
23 seconden ingesteld worden.
18
fig.25
Onderdelen en Functies
DUAL-indicatie (SHORT, LONG)
Weergeeft zowel de delay time als de delay (SHORT/LONG), wanneer de DD-20 is ingesteld op DUAL.
Output Mode-indicatie (A:EFX, B:DIR, +4dB)
Instellen van de Output Mode. (p. 30)
Control Pedal Function­indicatie (ON/OFF, TAP, MEM)
Instellen van de Externe Pedaalfunctie (p
. 31)
ON/OFF­indicatie
Deze brandt, wanneer de effecten aan staan.
Scherm
Wanneer het apparaat aan wordt gezet, verlicht het scherm. Na ongeveer twintig seconden gaat deze verlichting weer uit. Deze eigenschap is bedoeld om onnodig batterijgebruik te voorkomen. Indien u het scherm permanent verlicht wilt, dient u de TAP en TEMPO knoppen tegelijkertijd in te drukken. De verlichting zal aan blijven.
* Denk er aan het batterijverbruik te controleren. * Oefen geen zware druk uit of sla niet op het scherm.
DELAY TIME
Dit geeft de eenheid van tijd, voor de huidige geselecteerde delay time (of BPM eenheid), aan. Wanneer de MODE is ingesteld op SOS, geeft het de overgebleven geheugenhoeveelheid (%) tijdens de opname en de "loop phrase" positie tijdens het terugspelen en overdubben aan.
Tempo Type-indicatie ( )
3 3
Gebruik van de Tempo-
. 26)
functie (p
POWER-indicatie
Deze brandt, wanneer het apparaat aan staat.
ON/OFF-pedaal
Elke druk op het pedaal schakelt de effecten aan of uit. Wanneer de Mode is ingesteld op WARP of TWIST, produceert de druk op het pedaal het overeenkomstige effect.
MEMORY-indicatie
Deze brandt, wanneer de MEMORY/TAP-pedaal wordt gebruik om te schakelen tussen MANUAL en memories (1-4).
TAP-indicatie
Deze brandt, wanneer de MEMORY/TAP-pedaal gebruikt wordt voor Tap Input.
MEMORY/TAP-pedaal
Dit pedaal heeft twee functies, als een "Memory Pedaal", gebruikt om te schakelen tussen MANUAL en memories (1-4) en voor "Tap Input" van de delay time.
Gebruik van de MEMORY/TAP­pedaal (p. 14, 15)
19
Onderdelen en Functies

Achterpaneel

fig.26
INPUT Jacks (A (MONO), B)
Dit is de ingang jack voor de verbinding aan de output van een elektrische gitaar of ander instrument of effecten processor. Voor MONO gebruik maakt u de aansluiting aan de A (MONO) jack.
Aansluitingen Maken (p. 4)
* De INPUT A (MONO) jack heeft een
dubbele functie als stroomschakelaar, wanneer het apparaat op batterijen werkt. Het apparaat gaat aan, als er een plug in de INPUT A (MONO) jack wordt gestoken en gaat weer uit als deze er weer uit wordt gehaald. Wanneer het apparaat niet in gebruik is, dienen alle aangesloten snoeren eruit te worden gehaald.
PHONES Jack
U kunt hier een koptelefoon aansluiten om het geluid te beluisteren.
CTL PEDAL Jack
Sluit hier een externe bedieningspedaal (de optionele BOSS FS-5L/FS-5U) aan.
U kunt een externe bedieningspedaal gebruiken om de effecten aan en uit te schakelen, om de delay tijd in te voeren met Tap Input en om geheugenplaatsen te schakelen.
Instellen van de Externe Pedaalfunctie (p. 31)
*
Zet het apparaat aan, voordat u de koptelefoon aansluit. Wanneer u het apparaat uitzet, ontplugt u eerst de koptelefoon, zet daarna het apparaat uit.
* Wees extra voorzichtig bij het gebruik van een
koptelefoon. Wanneer de Output Mode ingesteld is +4 dB, kan het volume aanzienlijk hoger
AC Adaptor Jack
Deze jack is om een adapter (BOSS PSA-serie, apart verkocht) aan te sluiten. Het gebruik van een adapter maakt het mogelijk om langdurig gebruik te maken van het apparaat, zodat u zich geen zorgen hoeft te maken over het leeg raken van de batterijen.
zijn.
OUTPUT Jacks (A (MONO), B)
Deze jack is voor de aansluiting van een gitaarversterker, een andere effect­processor, mixer, MTR of iets soortgelijks. Voor MONO gebruik maakt u de aansluiting aan de A (MONO) jack.
Aansluitingen maken (p. 4)
op
20

Gebruik van de Modes

Gebruik van SOS (Sound on Sound)

1. Zet de MODE-regelaar op "SOS".
2. Druk op de ON/OFF-pedaal om de opname te starten.
Speel, wat gebruikt zal worden voor een basismelodie. De overgebleven geheugenhoeveelheid wordt in procenten aangegeven op het scherm.
fig.29
Knippert
3. Druk weer op de ON/OFF-pedaal om de opname te stoppen.
"Loop playback" van de opgenomen frase begint zodra u de pedaal indrukt. De "loop time" wordt op het scherm weergegeven, zoals hieronder aangegeven is. De TEMPO-indicatie knippert ook.
fig.30
4. Overdub een andere frase
Geluiden worden alleen tijdens "loop playback" overdubbed, wanneer de pedaal ingedrukt blijft. Houd de pedaal ingedrukt, terwijl u de frase, die u wilt opnemen speelt.
*Wanneer de ON/OFF pedaal maar voor korte tijd wordt ingedrukt, stopt de "loop
playback" en is de opgenomen frase gewist.
Door tijdens "loop playback" op de MEMORY/TAP pedaal de drukken, kunt u de delay aan het gitaargeluid toevoegen, wanneer de "loop playback" verder gaat. U kunt echter niet overdubben. Om de "loop playback" te stoppen, drukt u weer op de MEMORY/TAP-knop (Wij adviseren Pedal Mode 2 of 3).
21
Gebruik van de Modes

Gebruik van TWIST

1. Zet de MODE-regelaar op "TWIST".
2. Houd de ON/OFF-pedaal ingedrukt.
Het delay-geluid begint te oscilleren, de oscillatie versnelt, naarmate de toon verhoogt.
fig.32
Knippert
3. Laat de pedaal los.
Het oscillerend geluid begint te vervagen en het normale delay-geluid keert terug.
Dit effect geluid werkt erg goed met vervormingsgeluiden. In combinatie met vervorming bereikt u een nog wilder effect (U kunt het volume van het oscillerend geluid regelen met de E.LEVEL-regelaar). Voor het beëindigen van een song, is dit effectief.
*U kunt de normale effecten in- en uitschakelen door kortstondig op de ON/OFF-pedaal
te drukken.

Gebruik van WARP

1. Zet de MODE-regelaar op "TWIST".
2. Houd de ON/OFF-pedaal ingedrukt.
Het feedback-niveau en -volume nemen toe.
fig.32
Knippert
3. Laat het pedaal los.
Het effect dat overeenkomt met de ingestelde positie van de regelaar (E:LEVEL, F.BACK) zal hervatten.
U kunt fantastische effecten creëren door het "warped" delay-geluid te herhalen, en daaroverheen een frase te spelen.
*U kunt de normale effecten in- en uitschakelen door kortstondig op de ON/OFF-pedaal
te drukken.
22
Gebruik van de Modes

Gebruik van TAPE

U hebt één of twee "playback heads" in gebruik voor het tape echo-effect. Door dit op "2" in te stellen, wordt een multi-tap effect weergegeven.
1. Zet de MODE-regelaar op "TAPE".
2. Houd de ON/OFF-pedaal ingedrukt, totdat "Hed1" of "Hed2" op het scherm
verschijnt.
3. U kunt het aantal "playback heads" veranderen door de ON/OFF-pedaal
ingedrukt te houden, terwijl u de DELAY TIME-regelaar instelt.
Hed1: Één kop wordt gebruikt Hed2: Twee koppen worden gebruikt
fig.35
*De fabrieksinstelling is "Hed1".
*Deze instelling wordt bewaard, zelfs nadat het apparaat is uitgeschakeld.
Wanneer u het als een instelling voor de geheugenplaatsen (1-4) wilt bewaren, dient u de Write-procedure te volgen.
23
Gebruik van de Modes

Gebruik van DUAL

Hoewel de DUAL mode een korte en een lange delay aaneengesloten in serie weergeeft, kunt u de delay-tijd van de korte delay veranderen.
1. Zet de MODE-regelaar op "DUAL".
2. Houd de ON/OFF pedaal ingedrukt, totdat "SHORT" op het scherm
weergeven wordt.
In dit geval is de korte delay time weergegeven.
fig.36
3. U kunt de delay-tijd veranderen door de ON/OFF pedaal ingedrukt te houden,
terwijl u de DELAY TIME-regelaar instelt.
*De fabrieksinstelling is "SHORT 50msec, LONG 300 msec."
*Deze instelling wordt bewaard, zelfs nadat het apparaat is uitgeschakeld.
Wanneer u het als een instelling voor de geheugenplaatsen (1-4) wilt bewaren, dient u de Write-procedure te volgen.
24
Gebruik van de Modes

Gebruik van MODULATE

In MODULATE kunt u de modulatiesnelheid en -diepte instellen.
1. Zet de MODE-regelaar op "MODULATE".
2. Houd de ON/OFF-pedaal ingedrukt, totdat "r" op het scherm verschijnt.
De waarde (modulatiesnelheid) wordt naast de "r" op het scherm weergegeven.
fig.37
3. U kunt de waarde veranderen door de ON/OFF-pedaal ingedrukt te houden
terwijl u aan de DELAY TIME-regelaar draait.
4. Houd de ON/OFF-pedaal ingedrukt en draai aan de DELAY TIME-regelaar,
om "d" op het scherm te krijgen.
De waarde (modulatiediepte) verschijnt naast de "d" op het scherm.
*Druk nogmaals op de DELAY TIME-regelaar om opnieuw "r" op het scherm te krijgen.
fig.37
Drukken
5. U kunt de waarde veranderen door de ON/OFF-pedaal ingedrukt te houden
terwijl u aan de DELAY TIME-regelaar draait.
*De fabrieksinstelling is "r:80, d:70."
*Deze instelling wordt bewaard, zelfs nadat het apparaat is uitgeschakeld.
Wanneer u het als een instelling voor de geheugenplaatsen (1-4) wilt bewaren, dient u de Write-procedure te volgen.
25

Gebruik van de Tempo-functie

De DD-20 bevat een "Tempo-functie", die u de mogelijkheid geeft de delay tijd in termen van nootlengte te specificeren.
De aanduiding verandert als volgt telkens als u de TEMPO-knop indrukt.
fig.39
Kwart
noot
Gepunte
achtste noot
Triool van
kwartnoten
Achtste
noot
Triool van
achtste noten
Knippert
Triool van
halve noten
Gepunte
kwartnoot
Halve noot
Gepunte
halve noot
Hele noot
*Noten voor bepaalde instellingen van de delay-tijd worden niet altijd aangeduid op het scherm.
*Het bereik van de waarde van de delay-tijd hangt af van het gekozen tempo.
Het weergegeven delay-geluid is zoals in de onderstaande figuur:
fig.40
Ritme ingesteld door het drukken op de TAP-pedaal of de TAP knop.
*Wanneer u de delay-tijd wil laten overeenstemmen met de timing van de tap-invoer, dient u
"Kwartnoot" te selecteren.
26

Het aangeven van de BPM in de Delay Time display

U kunt in de Time Delay display van de DD-20 ook het tempo (BPM) laten verschijnen. Wanneer u bijvoorbeeld de BPM van de muziek die u uitvoert, al kent, kunt u een perfect gesynchroniseerd delay-effect verkrijgen door de delay time met het aangegeven tempo in te stellen.
*Door de nootlengten met de TEMPO-knop in te stellen, wordt het makkelijker de tijden
voor gepunte noten, triolen en andere noten aan te geven.
1. Houd de TAP-knop ingedrukt, totdat de delay-tijd weergegeven op het
scherm, verandert en het tempo (BPM) wordt weergegeven.
fig.41
Gebruik dezelfde procedure om terug te keren naar de Time (msec) weergave. Wanneer de delay-tijd is opgeslagen, nadat de weergave is veranderd, wordt de weergavemethode ook opgeslagen.
27

Instellingen die bij het opstarten gemaakt worden

U kunt de volgende instellingen maken door bepaalde handelingen te doen terwijl u het apparaat aanzet.
fig.42
WRITE-knop
Zet het apparaat weer terug naar de fabrieksinstellingen.
Terugkeren naar de Fabrieksinstellingen (p. 34)
SELECT-knop
Dit stelt de pedaal mode in.
Veranderen van de Pedal
Mode-instellingen (p. 29)
WRITE-knop + SELECT-knop
Bepaalt hoe de Memory nummers aangegeven worden.
Veranderen van de indicatie van de Memory Nummers (p. 33)
ON/OFF-pedaal
Dit regelt de output mode
Instellen van de Output Mode (p
. 30)

Algemene Procedures

Uitzetten van het apparaat.
• Werkend op batterijen:
Verwijder de plug uit de INPUT A (MONO) jack.
• Werkend op stroom van een adapter:
Verwijder de plug uit de INPUT A (MONO) jack en de ADAPTER jack.
Aanzetten van het apparaat.
• Werkend op batterijen:
Sluit de plug aan op de INPUT A (MONO) jack.
• Werkend op stroom van een adapter:
Sluit de ADAPTER stekker aan op de ADAPTER jack.
28
MEMORY/TAP-pedaal
Dit regelt de Externe Pedaalfunctie.
Instellen van de Externe Pedaal­functie (p. 31)
Instellingen die bij het opstarten gemaakt worden

Veranderen van de Pedal Mode-instellingen

Volg de volgende aanwijzingen op om de Pedal Mode-instellingen te veranderen.
* Pedal Mode-instellingen worden bewaard, ook nadat het apparaat is uitgeschakeld.
1. Zet het apparaat uit.
2. Houd de SELECT-knop ingedrukt en zet het apparaat aan.
De MEMORY 1-3 indicator, die overeenkomt met de huidige Pedal Mode­instellingen, knippert. De Pedal Mode wordt aangegeven op het scherm.
3. Stel de Pedal Mode (1-3) in door op de SELECT-knop te drukken.
fig.43
Pedal Mode 1 Pedal Mode 2 Pedal Mode 3
4. Druk op de WRITE-knop.
Nadat de MEMORY nummerindicator snel begint te knipperen, is de instelling in het geheugen opgeslagen en keert het apparaat terug naar zijn normale stand.
* Om de instellingswijziging op te heffen en het apparaat terug te zetten in de normale stand
moet u, voordat u op de WRITE-knop drukt, op de MEMORY/TAP- of de ON/OFF-pedaal drukken.
Pedal
Mode
1 Effect aan/uit
2 Effect aan/uit
3 Effect aan/uit
*Alleen Pedal Mode 3 is onbruikbaar wanneer de MEMORY/TAP-pedaal wordt gebruikt
als Tap Input-pedaal (wanneer de TAP-indicator is verlicht).
*De fabrieksinstelling is Pedal Mode 1
ON/OFF-
pedaal
MEMORY/TAP-pedaal
Kiest MANUAL of MEMORY 1-4
Kiest MANUAL of MEMORY
Kiest MANUAL of MEMORY
ON/OFF-pedaal
+
MEMORY/TAP-pedaal
-
-
Selecteert MEMORY 1-4
29
Instellingen die bij het opstarten gemaakt worden

Instellen van de Output Mode

Wanneer u de DD-20 gebruikt en deze aangesloten is op een gitaar- of bas­versterker, mixer of multitrack recorder, kunt u het uitgangsniveau (+4 dB) en manier van output van de OUTPUT jacks (A:Direct Sound/B: Effect Sound) afstemmen op het apparaat dat aangesloten is op de DD-20.
1. Zet het apparaat uit.
2. Houd de ON/OFF-pedaal ingedrukt en zet het apparaat aan.
De Output mode instelling wordt weergegeven op het scherm en de MEMORY 1-4 indicator, die overeenkomt met de huidige instelling, knippert.
3. Stel de output mode in door op de SELECT-knop te drukken.
fig.44
Output Mode 1 Output Mode 2 Output Mode 3 Output Mode 4
4. Druk op de WRITE-knop.
Nadat de MEMORY nummer indicator sneller begint te knipperen, is de instelling opgeslagen in het geheugen en keert het apparaat terug naar zijn normale stand.
* Om de instellingswijziging op te heffen en het apparaat terug te zetten in de normale stand moet
u, voordat u op de WRITE-knop drukt, op de MEMORY/TAP- of ON/OFF-pedaal drukken.
Scherm Mode Output Level
out1 1 Stereo output -20 dB
out2,
A:DIR / B:EFX
out3, +4dB 3 Stereo output +4 dB
out4,
A:DIR / B:EFX, +4dB
*Zelfs wanneer dit is ingesteld op "A:Direct Sound/B: Effect Sound", als de input in stereo
is, zal de output ook stereo zijn. Daar komt bij dat als de input mono is, terwijl er niets aan de OUTPUT B jack is aangesloten (effect geluid), dan worden de geluiden niet output als "A:Direct Sound/B: Effect Sound." Wanneer u als output "A:Direct Sound/B: Effect Sound"wilt hebben, moet u de DD-20 zo instellen dat A:DIR/B:EFX op het scherm verschijnt.
*De fabrieksinstelling is "Output Mode1."
2
4
A: Direct Sound/B: Effect Sound
A: Direct Sound/B: Effect Sound
-20 dB
+4 dB
30
Instellingen die bij het opstarten gemaakt worden

Instellen van de Externe Pedaalfunctie

U kunt een optionele voetschakelaar (de FS-5U of FS-5L) aan de CTL PEDAL jack aansluiten en de pedaal gebruiken om de effecten in en uit te schakelen, voor tap invoer en voor schakelen tussen geheugenplaatsen.
fig.45 Polarity switch
Aansluitkabel
(1/4 inch phone type)
Stel de polariteitsschakelaar in zoals aangegeven in de tekening.
of
1. Zet het apparaat uit.
2. Houd de MEMORY/TAP-pedaal ingedrukt en zet het apparaat aan.
De instelling wordt weergeven op het scherm en de MEMORY 1-3 indicator die overeenkomt met de huidige instelling, knippert.
3. Stel de externe pedaalfunctie in door op de SELECT-knop te drukken.
Elke keer als u de SELECT-knop indrukt, schakelt u tussen "ON/OFF", "TAP" en "MEM."
fig.46
CTL 1 CTL 2 CTL 3
31
Instellingen die bij het opstarten gemaakt worden
4. Druk op de WRITE-knop.
Nadat de MEMORY-nummerindicator sneller begint te knipperen, is de instelling opgeslagen in het geheugen en keert het apparaat terug naar zijn normale stand.
* Om de instellingswijziging op te heffen en het apparaat terug te zetten in de normale stand
moet u, voordat u op de WRITE-knop drukt, op de MEMORY/TAP- of ON/OFF-pedaal drukken.
Scherm Mode Functie Voetschakelaar
ctl1, ON/OFF CTL1
ctl2, TAP CTL2 Tap invoer FS-5U (Momentary Type)
ctl3, MEM CTL3 Memories kiezen FS-5U (Momentary Type)
*De fabrieksinstelling is " CTL 2."
* Indien u een externe pedaal aansluit, nadat u de instellingen gemaakt heeft, verschijnt de
ingestelde functie op het scherm, wat aangeeft dat de functie in gebruik kan worden genomen.
•Wanneer de CTL mode geselecteerd is, en u de DD-20 in samenwerking met de OD-20 gebruikt wordt, kunt u de DD-20 aan en uit zetten met de AMP CTRL­knop van de OD-20, door de CTL PEDAL jack van de DD-20 te verbinden met de AMP CTRL jack van de OD-20.
•Wanneer u een externe pedaal gebruikt om het effect aan en uit te schakelen, en de DD-20 is ingesteld op CTL 1 mode, indien u dan probeert het effect in en uit te schakelen met de ON/OFF-pedaal van de DD-20, zal de eigenlijke functie van de externe pedaal anders zijn, dan wat wordt aangegeven.
•De volgende parameters kunnen niet door een externe pedaal bediend worden, wanneer deze gebruikt wordt om het effect in en uit te schakelen en de DD-20 is ingesteld op mode CTL1
•Opnemen, afspelen en overdubben in "Sound On Sound"
•TWIST
• WARP
•TAPE playback head-instelling
• DUAL short delay tijd instelling
• MODULATE instelling van modulatiesnelheid (p. 25)
Schakelt effecten in en uit
FS-5L (Latch Type)
32
Instellingen die bij het opstarten gemaakt worden

Veranderen van de indicatie van de Memory-nummers

Niet alleen kunt u de geselecteerde MEMORY verifiëren door de verlichte indicatoren van de MEMORY-nummers te controleren, ook kunt u het patroon waarin de indicatoren oplichten, veranderen. Selecteer een patroon dat in uw
situatie het handigste is om de MEMORY te controleren. Wanneer u de DD-20 in een weinig verlichte omgeving gebruikt, kunt u de MEMORY-nummers makkelijker controleren door Verlichting Patroon 2 te gebruiken.
Verlichting Patroon 1 (Normaal):
Alleen de indicator van de geselecteerde MEMORY brandt of knippert.
fig.47
MANUAL
MANUAL
MANUAL
MEMORY 1
Verlichting Patroon 2:
Het aantal indicatoren dat brandt (of knippert), komt overeen met het
geselecteerde MEMORY-nummer.
fig.48
MANUAL
MANUAL
MANUAL
MEMORY 1
1. Schakel het apparaat uit.
2. Terwijl u de WRITE-knop en de SELECT-knop ingedrukt houdt, schakelt u het apparaat in.
3. Druk op de SELECT-knop om het patroon voor de MEMORY-indicator in te stellen.
fig.49
MANUAL
MANUAL
MEMORY 2
MEMORY 2
MANUAL
MANUAL
MEMORY 3
MEMORY 3
MANUAL
MANUAL
MEMORY 4
MEMORY 4
Ver lichting Patroon 1 Verlichting Patroon 2
4. Druk op de WRITE knop.
Nadat de MEMORY-indicator snel begint te knipperen, is de instelling in het
geheugen opgeslagen en keert het apparaat terug naar de normale stand.
* Om de instellingswijziging op te heffen en het apparaat in de normale stand terug te zetten,
moet u voordat u op de WRITE knop drukt, op de MEMORY/TAP- of de ON/OFF-pedaal
drukken.
33
Instellingen die bij het opstarten gemaakt worden

Terugkeren naar de Fabrieksinstellingen

U kunt de volgende instellingen terugbrengen naar de fabrieksinstellingen.
Memory 1 (p. 12) SMOOTH
Memory-instellingen
MANUAL Delay Time (wanneer het apparaat aanstaat)
DUAL Short Delay Time (p. 24) S: 50 MODULATE Rate/Depth (p. 25) r: 80, d: 70 TAPE (p. 23) HEd1 Pedaal Mode (p. 29) Mode 1 Output Mode (p. 30) Mode 1 Externe Pedaalfunctie (p. 31) TAP MEMORY Nummer Indicatie (p. 33) Verlichting Patroon 1
Door de volgende procedure uit te voeren, wordt de volledige inhoud van geheugenplaatsen 1-4 verwijderd.
1. Schakel het apparaat uit.
2. Terwijl u de WRITE-knop ingedrukt houdt, schakelt u het apparaat aan.
De MEMORY-nummerindicatoren gaan knipperen.
fig.50
Memory 2 (p. 12) TAPE Memory 3 (p. 12) DUAL Memory 4 (p. 12) MODULATE
MANUAL: 300 msec
3. Druk op de WRITE-knop.
Nadat de MEMORY-indicatoren snel beginnen te knipperen, is de instelling in het
geheugen opgeslagen en keert het apparaat terug in de normale stand.
* Om de instellingswijziging op te heffen en het apparaat terug te zetten in de normale stand
moet u, voordat u op de WRITE knop drukt, op de MEMORY/TAP- of de ON/OFF-pedaal
drukken.
34

Problemen oplossen

Het apparaat schakelt niet aan.
Is de gitaar correct aangesloten aan de INPUT
A (MONO) jack?
Controleer nogmaals de aansluitingen. * Wanneer het apparaat op batterijen werkt,
zal het apparaat niet aan gaan, tenzij er een aansluiting is op de INPUT jack. Dit bevordert de levensduur van de batterijen.
.Is er een kabel ingeplugd op de INPUT B
jack?
Bij gebruik op batterijen, de kabel inpluggen op
de INPUT A (MONO) jack.
Zijn de batterijen leeg?
Vervang ze door nieuwe batterijen. (p. 3).
Is de gespecificeerde adapter (PSA-serie, apart
verkocht) correct aan gesloten?
Controleer nogmaals de aansluitingen. (p. 4–p. 7).
Er is geen geluid.
Zijn de andere apparaten correct aangesloten?
Controleer nogmaals de aansluitingen. (p. 4–p. 7).
Staat het volume van de aangesloten gitaar
versterker, effectprocessor of ander apparaat dicht?
Controleer de instellingen van de aangesloten
apparatuur. (p. 4–p. 7).
Is de output Mode correct ingesteld?
Stel de Output Mode overeenkomstig in met de
aangesloten apparatuur. (p. 30).
Is de Output Mode ingesteld op A:DIR/B:EFX?
Er wordt geen geluid uitgestuurd van de
INPUT B jack, wanneer de ON/OFF-pedaal is ingesteld op OFF. Stel de Output Mode in op Stereo output (out 1 of out 3). (p. 30).
Is het effect niveau (E.LEVEL-knop) ingesteld op
minimum?
Gebruik de E.LEVEL-knop om het effectniveau
aan te passen. (p. 16).
Het geluid wordt vervormd.
Staat de TONE-regelaar correct geplaatst?
Met de regelaar op bepaalde standen, kan het
geluid vervormd raken. Zet deze regelaar laag of stel de E.LEVEL af op een geschikt niveau. Mocht, ondanks deze maatregelen, het geluid nog steeds vervormd zijn, verlaag dan het output niveau van het apparaat aangesloten op de INPUT jacks of of stel de Output Mode in op +4 dB. (p. 30).
Wanneer u op de MEMORY/TAP­pedaal drukt, wordt de bedoelde memory niet aangegeven.
Staat de geschikte mode ingesteld voor uw
huidige toepassing?
De MEMORY/TAP-pedaal (of de MEMORY/
TAP-pedaal, tegelijkertijd ingedrukt met de ON/OFF-pedaal) functioneert verschillend volgens de Pedaal Mode-instellingen. Gebruik de meest geschikte instelling voor uw gewenste toepassing. (p. 29).
Is de MEMORY/TAP-pedaal ingesteld op de
TAP-functie?
Wanneer de MEMORY/TAP-pedaal is ingesteld
op TAP (MEMORY/TAP-pedaal werd gedurende twee seconden ingedrukt), functioneert het pedaal als een Tap-invoerpedaal. Om geheugenplaatsen te kiezen, zet u de pedaal in de MEMORY-schakelfunctie, door de MEMORY/ TAP-pedaal gedurende twee seconden in te drukken of gebruik een externe pedaal.
15).
(p. 14–p.
Het volumeniveau van het instrument aangesloten op de input jack is te laag.
Gebruikt u een aansluitkabel met weerstand?
Gebruik een aansluitkabel zonder weerstand.
35
Problemen oplossen
Door op de ON/OFF-pedaal te drukken, wordt er niet aan en uit geschakeld, zoals bedoeld.
Staat de Pedal Mode ingesteld op SOS, WARP
of TWIST?
De pedaal functioneert niet volgens de Pedal
Mode-instellingen. Voor verdere details, zie de beschrijvingen van de modes. SOS (p. 21), WARP (p. 22), TWIST (p. 22)
U kunt instellingen niet opslaan.
De delay time kan niet in SOS of MANUAL
opgeslagen worden.
SOS kan niet in de geheugenplaatsen
opgeslagen worden. Delay Time-instellingen in MANUAL worden opgeslagen door op de DELAY TIME-regelaar te drukken of door tussen geheugenplaatsen te schakelen, voordat het apparaat wordt uitgezet.
Informatie wordt niet weergegeven.
Externe pedaal wordt niet weergegeven.
De externe pedaal wordt alleen weergegeven
als deze is aangesloten.
Output mode wordt niet weergegeven.
A:DIR/B:EFX wordt niet weergegeven,
wanneer de input in stereo is. Voor meer gedetailleerde informatie dient u te refereren aan het hoofdstuk "Instellen van de Output Mode."
De ingestelde delay time verschilt van de
weergegeven time.
Handmatige delay tijd instellingen veranderen,
tenzij de WRITE-procedure wordt uitgevoerd. De instellingen worden opgeslagen, wanneer u op de DELAY TIME-regelaar drukt of tussen geheugenplaatsen schakelt.
De delay time bereikt het maximum van
23 seconden niet.
Het bereik van de delay time kan verschillen
aan de hand van de mode- en de tempo­instelling. Voor meer gedetailleerde informatie dient u te refereren aan het hoofdstuk "MODE Lijst" en "Gebruik van de Tempo-functie."
36

Voorbeeldinstellingen

SMOOTH (Memory 1)
fig.36
Roland SPACE ECHO RE-201 (Memory 2)
fig.36
MODE: TAPE HEd2
DUAL (Memory 3)
fig.36
MODE: DUAL/SHORT 50 msec
37
Voorbeeldinstellingen
MODULATE (Memory 4)
fig.36
MODE: MODULATE/RATE 80, DEPTH 70
TWIST
fig.36
Door de On/Off-pedaal ingedrukt te houden, wordt het twist-effect verkregen.
38
REVERSE
fig.36
ROOM AMBIENCE
fig.36
SLAP BACK ECHO
fig.36
MODULATE DOUBLING
fig.36
Voorbeeldinstellingen
MODE: MODULATE/RATE 25, DEPTH 95
39

Memo-instellingen

( )
fig.36
( )
fig.36
40
( )
fig.36

Specificaties

DD-20: DIGITAL DELAY
Nominaal ingangsniveau
-20 dBu (GITAAR/BASS) +4 dBu (VERSTERKER SEND/RETURN)
Ingangsimpedantie
1
Nominaal uitgangsniveau
-20 dBu (GITAAR/BASS) +4 dBu (VERSTERKER SEND/RETURN)
Uitgangsimpedantie
1 k (OUTPUT A (MONO), B) 33 (PHONES)
Aanbevolen Laadimpedantie
10 k
Residuele ruis
-93 dBu of minder (IHF-A type)
* E.LEVEL/F.BACK/TONE regelaars zijn op
de midden positie ingesteld.
Scherm
Toegekend LCD (met verlichting)
Bedieningselementen
ON/OFF-pedaal MEMORY/TAP-pedaal DELAY TIME-regelaar E.LEVEL-regelaar F.BACK-regelaar TONE-regelaar MODE-regelaar TAP-knop TEMPO-knop MEMORY WRITE-knop MEMORY SELECT-knop
Indicatoren
Power Indicator (dient ook als controle-indicator voor de batterij) ON/OFF-indicator MEMORY-indicator TAP-indicator MANUAL-indicator MEMORY-nummerindicatoren 1-4 TEMPO-indicator
Aansluitingen
INPUT A (MONO) Jack (1/4 inch phone type) INPUT B Jack (1/4 inch phone type) PHONES Jack (Stereo 1/4 inch phone type) CTL PEDAL Jack (1/4 inch phone type) OUTPUT A (MONO) Jack (1/4 inch phone type) OUTPUT B Jack (1/4 inch phone type) AC ADAPTER-aansluiting
Stroomtoevoer
Batterij (type R6/LR6 (AA))x6: DC 9V Adapter (DC 9V)
Voeding
200 mA (9 V max.)
*Verwachte levensduur batterijen bij
continu gebruik: Koolstof:2 uur Alkaline: 7 uur Deze getallen kunnen variëren, naargelang de gebruiksomstandigheden.
Afmetingen
173 (B) / 158(D) / 57 (H) mm
Gewicht
1.2 kg (inclusief batterijen)
Accessoires
Instructieboekje Brochure ("VEILIG GEBRUIK VAN HET APPARAAT", "BELANGRIJKE PUNTEN" en "Informatie") 6 Batterijen (type R6/LR6 (AA))
*Wij adviseren u alkaline batterijen te
gebruiken, wanneer deze vervangen dienen te worden.
Optioneel
AC Adapter (PSA-serie)
*0 dBu = 0.775 Vrms
* In het belang van productverbetering, zijn de
specificaties en/of uiterlijk van dit apparaat onderhevig aan verandering, zonder voorafgaande kennisgeving.
41

Index

A
ANALOG ......................................... 18
B
Batterijen ............................................ 3
BPM ................................................. 27
C
Aansluitingen ...................................... 4
CTL pedaal ....................................... 31
D
Delay time ........................................ 17
DELAY TIME-knop ............................ 17
Depth ............................................... 25
Direct Sound ..................................... 30
DUAL ........................................ 18, 24
E
Effect Sound ...................................... 30
Externe Pedaal ................................... 31
F
Factory Defaults ................................ 34
L
Long delay ........................................ 24
M
MANUAL ..................................... 9–10
MEMORY ............................. 10, 12, 33
MEMORY/TAP-pedaal ...................... 14
MODE ........................................ 18, 21
MODULATE ............................... 18, 25
O
ON/OFF Pedal ................................... 8
Output Mode .................................... 30
Overdub .................................... 18, 21
P
PAN ................................................ 18
Pedal Mode ................................ 14, 29
Polariteitsschakelaar .......................... 31
R
Rate ................................................. 25
REVERSE ......................................... 18
S
Seamless switching .............................. 1
Short delay ....................................... 24
SMOOTH ......................................... 18
SOS ........................................... 18, 21
Sound On Sound ......................... 18, 21
STANDARD ..................................... 18
T
Tap Input ......................................... 15
TAPE ......................................... 18, 23
Tempo-functie .................................. 26
Time Advance-functie ........................ 17
TWIST ....................................... 18, 22
W
WARP ....................................... 18, 22
Write ............................................... 10
42
Dit product voldoet aan de eisen van de Europese Standaard 89/336/EEC .
Voor EU Landen
G6017366
Loading...