Roland CDX-1 MIDI IMPLEMENTATION [nl]

Copyright © 2001 ROLAND BENELUX N.V.
Alle rechten voorbehouden. Niets van deze publicatie mag onder geen enkele vorm worden gereproduceerd zonder de schriftelijke toelating van ROLAND BENELUX N.V.
Roland Benelux Web Site: http://www.roland.be
Gebruikershandleiding
Gelieve volgende paragrafen aandachtig te lezen vooraleer u het toestel gebruikt: “VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL” en “BELANGRIJKE OPMERKINGEN” (Gebruikershandleiding pg. 2, 3, 9, 10). Deze paragrafen bevatten belangrijke informatie omtrent het juiste gebruik van het toestel. Daarnaast is het aangewezen de bij uw nieuwe toestel ingesloten gebruikershandleiding volledig te lezen om er zeker van te zijn dat u van elk kenmerk iets heeft opgestoken. Bewaar uw handleiding als handig naslagwerk.
USING THE UNIT SAFELY
VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL
INSTRUCTIES TER VOORKOMING VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL
Over GEVAAR en OPGELET
Voor instructies die de gebruiker wijzen
GEVAAR
op het risico op overlijden of ernstige letsels bij een onjuist gebruik van het toestel.
Voor instructies die de gebruiker wijzen op het risico op letsels of materiële schade bij een onjuist gebruik van het toestel. 
OPGELET
 * Materiële schade verwijst naar schade
of andere nadelige effecten die berokkend zou kunnen worden aan de woning en alle meubels, evenals aan huisdieren.
NEEM STEEDS HET VOLGENDE IN ACHT
GEVAAR
001
• Lees onderstaande instructies en de gebruikers­handleiding vooraleer u dit toestel gebruikt.
..........................................................................................................
002d
•Open het toestel en de AC-adaptor niet (of wijzig er niets aan).(Met als enige uitzondering wanneer er in dit handboek specifieke instructies worden gegeven die gevolgd moeten worden om door de gebruiker installeerbare opties te plaatsen; zie pg. 14 - 17).
..........................................................................................................
003
• Probeer het toestel niet te herstellen of er onder­delen van te vervangen (behalve wanneer er in dit handboek specifieke instructies worden gegeven om dit wel te doen). Alle onderhoud moet worden gedaan door uw leverancier, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkende Roland verdeler, zoals deze op de “Informatiepagina” staan aangegeven.
..........................................................................................................
004
Het toestel niet gebruiken of opslaan in plaatsen die:
• onderhevig zijn aan extreme temperaturen (bv.
direct zonlicht in een gesloten voertuig, dicht bij warmteleidingen of bovenop een warmtebron,
vochtig zijn (bv., bad- en waskamers, op natte vloeren)
• nat zijn,
• blootgesteld zijn aan regen,
• stoffig zijn,
•onderhevig zijn aan hevige trillingen.
..........................................................................................................
007
Zorg er voor het toestel steeds waterpas op te
• stellen zodat het stabiel staat. Plaats het nooit op een wiebelende standaard of op een hellend oppervlak
..........................................................................................................
,
.
Over de symbolen
Het symbool vestigt de aandacht van de gebruiker op
 belangrijke instructies of gevaren. De specifieke betekenis van het symbool wordt aangeduid door het teken dat in de driehoek staat. Het hier links getekende symbool wordt gebruikt voor algemene waarschuwingen.
Het symbool vestigt de aandacht van de gebruiker op zaken die nooit mogen worden uitgevoerd (verboden zijn). Wat er precies niet mag worden gedaan wordt aangeduid door het symbool in de driehoek. Het hier links getekende symbool duidt aan dat het toestel nooit uit elkaar geschroefd mag worden.
Het symbool vestigt de aandacht van de gebruiker op
zaken die moeten worden uitgevoerd.Wat er precies moet worden gedaan wordt aangeduid door het symbool in de driehoek. Het hier links getekende symbool duidt aan dat het stroomsnoer uit de uitgang moet worden verwijderd.
GEVAAR
**
•Als de adaptor gebruikt wordt terwijl hij rookt, een vreemde geur afgeeft of een abnormaal geluid maakt, kan hij brand of een elektrische schok veroorzaken. Zet onmiddellijk de hoofdschakelaar uit en trek de stekker uit het stopcontact. Nadat u hebt gecontroleerd of de adaptor niet meer rookt, brengt u hem naar uw leverancier, het dichtstbij­zijnde Roland Service Center of een erkende Roland verdeler, zoals deze op de “Informatiepagina” staan aangegeven.
..........................................................................................................
***
•Raak de stroomstekker niet aan tijdens een onweer. Dit kan een elektrische schok veroorzaken.
..........................................................................................................
008c
•Gebruik uitsluitend de AC-adaptor die met het toestel werd meegeleverd. Zorg er ook voor dat de lijnspanning van de installatie overeenkomt met de inkomende spanning die op de AC-adaptor staat vermeld. Andere AC-adaptors kunnen een andere polariteit hebben of ontworpen zijn voor een andere spanning, zodat hun gebruik kan leiden tot schade, slecht functioneren, of een elektrische schok.
..........................................................................................................
009
•Het stroomsnoer niet overmatig draaien of buigen en er geen zware voorwerpen op plaatsen. Dit kan het snoer beschadigen en kan kortsluiting veroorzaken. Beschadigde stroomsnoeren vormen een risico op brand en elektrische schokken!
..........................................................................................................
010
•Dit toestel kan -op zichzelf of in combinatie met een versterker en een hoofdtelefoon of luidsprekers- klankniveaus produceren die permanent gehoorverlies kunnen veroorzaken. Werk nooit gedurende een langere tijd aan een hoog of oncomfortabel volume. Als uw gehoor vermindert of als u gefluit hoort, moet u onmid­dellijk met het gebruik van het toestel stoppen en een oorarts raadplegen.
..........................................................................................................
*
2
011
GEVAAR
•Zorg er voor dat er geen voorwerpen (bv., brandbare materialen, munten, pennen) of vloei­stoffen (water, limonade, enz.) in het toestel binnendringen.
..........................................................................................................
012b
•Zet onmiddellijk de stroom uit, verwijder de AC­adaptor van de uitgang en raadpleeg uw lever­ancier, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkende Roland verdeler, zoals deze op de “Informatiepagina” staan aangegeven wanneer:
• de AC-adaptor, het stroomsnoer of de stekker
beschadigd is;
• er voorwerpen of vloeistoffen in het toestel zijn
geraakt,
• het toestel aan regen is blootgesteld of op een
andere manier nat geworden is,
• het toestel schijnbaar niet normaal werkt of een opmerkelijke verandering in de werking vertoont.
..........................................................................................................
013
• In gezinnen met kleine kinderen moet een volwassene de kinderen begeleiden tot ze in staat zijn om alle regels te volgen die essentieel zijn om het toestel veilig te gebruiken.
..........................................................................................................
014
• Bescherm het toestel tegen zware schokken.
(Laat het niet vallen)!
..........................................................................................................
015
• Sluit het stroomsnoer van het toestel niet samen aan op een uitgang van een onredelijk aantal andere toestellen. Wees vooral voorzichtig met het gebruik van verlengsnoeren—het totale vermogen dat gebruikt wordt door alle toestellen die op het verlengsnoer zijn aangesloten, mag het vermogen (watt/ampère) van het verlengsnoer niet overschrijden. Te hoge belastingen kunnen de isolatie van het verlengsnoer doen opwarmen en mogelijk doen smelten.
..........................................................................................................
016
•Raadpleeg uw verkoper, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkende Roland verdeler, die u vindt op de “informatiepagina”, vooraleer u het toestel in het buitenland gebruikt.
..........................................................................................................
022b
•Het toestel steeds uitzetten en de AC-adaptor loskoppelen vooraleer u probeert een DIMM­geheugenkaart te installeren ( pg. 14).
..........................................................................................................
023
• Speel GEEN CD-ROM-schijf op een conventionele audio CD-speler. Het resulterende klankvolume kan zo hoog zijn dat het blijvend gehoorverlies kan veroorzaken en dat luidsprekers en andere systeemonderdelen kunnen beschadigd raken.
..........................................................................................................
OPGELET
101b
• Stel het toestel en de AC-adaptor op in een plaats waar voldoende ventilatie is.
102c
•Alleen de stekker van het AC-adaptorsnoer vastnemen wanneer men deze op het toestel wil in- of uitpluggen.
..........................................................................................................
103b
•Koppel de AC-adaptor los wanneer het toestel gedurende langere tijd niet wordt gebruikt.
104
•Zorg er voor dat snoeren en kabels niet in de war raken. De snoeren en kabels moeten ook buiten het bereik van kinderen worden gelegd.
..........................................................................................................
106
• Plaats geen zware voorwerpen op het toestel en ga er niet op staan.
..........................................................................................................
107c
•De AC-adaptor of zijn stekkers nooit met natte handen vastnemen wanneer men deze op het toestel in- of uitplugt.
..........................................................................................................
108b
•Koppel de AC-adaptor en alle snoeren los van het toestel en ontkoppel alle snoeren van externe toestellen vooraleer u het toestel verplaatst.
..........................................................................................................
109b
•Zet de stroom uit en koppel de AC-adaptor los vooraleer u het toestel reinigt ( pg. 34).
..........................................................................................................
***
•Als de stroomstekker beschadigd is of als de stekker loszit wanneer men hem in het stopcontact steekt, mag u de AC- stroomadaptor niet gebruiken. Dit kan een elektrische schok, een kortsluiting of brand veroorzaken.
..........................................................................................................
110b
• Bij kans op onweer moet u de AC-adaptor los­koppelen.
115a
• Installeer uitsluitend de gespecifieerde DIMM­geheugenkaart. Verwijder alleen de gespecifieerde schroeven ( pg. 14).
..........................................................................................................
118
• Indien u de schroeven verwijdert die gebruikt worden om het deksel van het uitbreidingsge­heugen vast te maken, moet u deze op een veilige plaats buiten het bereik van kinderen bewaren om het risico op inslikken te vermijden.
..........................................................................................................
3
VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL ................................................. 2
BELANGRIJKE OPMERKINGEN........................................................... 9
Inleiding.......................................11
Vooraleer u begint ............................................................................... 12
Het geheugen uitbreiden..................................................................... 14
Voorzorgsmaatregelen bij het uitbreiden van het geheugen.................................................. 14
Het geheugen uitbreiden......................................................................................................................... 15
Het geheugen verwijderen .......................................................................................................... 16
Controleren of het geheugen door de CDX-1 herkend wordt ........................................................... 16
Controleer of de geheugenmodule correct in de sleuf werd geplaatst ................................. 16
Lees/schrijf geheugentest—DIMM-diagnose........................................................................... 17
Over CD-R/RW-schijven ...................................................................... 18
Wat is een CD-R/RW-schijf? ..................................................................................................................18
Wat is een CD-R-schijf?................................................................................................................ 18
Wat is een CD-RW-schijf?............................................................................................................ 18
Een CD-R-schijf schrijven........................................................................................................................18
Schijven die men met de CDX-1 kan gebruiken ..................................................................................19
Lijst van bruikbare schijven voor elke handeling .................................................................... 19
Aanbevolen CD-R/CD-RW-schijven ......................................................................................... 19
Omgaan en reinigen van CD-R/RW-schijven...................................................................................... 20
Paneelbeschrijvingen.......................................................................... 21
Bovenpaneel .............................................................................................................................................. 21
Voorpaneel ................................................................................................................................................30
Achterpaneel ............................................................................................................................................. 30
Basiswerking van de CDX-1................................................................ 32
Randapparatuur aansluiten .................................................................................................................... 32
De stroom aan- en uitzetten....................................................................................................................33
De stroom aanzetten .................................................................................................................... 33
De stroom uitzetten ...................................................................................................................... 34
Een schijf plaatsen/verwijderen ............................................................................................................ 35
Een schijf plaatsen.........................................................................................................................35
Een schijf verwijderen ..................................................................................................................36
De basisschermen afwisselen.................................................................................................................. 37
De basisschermen.......................................................................................................................... 37
Als u twijfelt aan handelingen of schermen —Terugkeren naar het basisscherm .............. 38
De helderheid van de display aanpassen—Contrast...............................................................38
Het Big Time-scherm veranderen............................................................................................... 38
Informatie bekijken over de CD-RW-schijf —Song-informatiescherm................................ 39
Een naam geven aan een song (CD-RW-schijf) ........................................................................39
De CDX-1 terugbrengen tot de fabrieksinstellingen—Initialize........................................................ 40
Wat u nodig hebt om uw eigen CD te maken .................................... 42
Stappen voor het produceren van een originele CD...........................................................................42
De demo-schijf beluisteren...................................................................................................................... 45
De demo-schijf spelen................................................................................................................... 45
Een audio-CD spelen.....................47
Een audio-CD spelen—de CD Player ................................................. 48
Over de display......................................................................................................................................... 48
Scherm van de CD-speler............................................................................................................. 48
4
De tijd-display veranderen .......................................................................................................... 48
Een song spelen en stoppen.................................................................................................................... 49
Een audio-CD spelen en stopzetten ........................................................................................... 49
De playback-locatie veranderen.............................................................................................................50
Naar de volgende/vorige track gaan......................................................................................... 50
Om terug te gaan naar het begin van een audio-CD ...............................................................50
Rewind/fast-forward ................................................................................................................... 50
Een bepaald fragment herhaaldelijk afspelen—De Repeat-functie ..................................................51
Het te herhalen fragment aanduiden ......................................................................................... 51
Het te herhalen fragment annuleren .......................................................................................... 51
De manier veranderen waarop het audio CD-volume wordt aangepast ........................................ 52
Audiomateriaal verzamelen .........53
Een klank op een pad opnemen—Sampling ..................................... 54
Wat is samplen?........................................................................................................................................ 54
Pads en banks............................................................................................................................................ 54
Acht pads en 64 pad-banks.......................................................................................................... 54
Pad-banks verwisselen................................................................................................................. 54
Een naam geven aan een pad-bank............................................................................................ 55
Naar een pad samplen............................................................................................................................. 56
Een externe klank samplen..........................................................................................................56
Samplen van een CD audio clip-collectie die in de CDX-1 is geplaatst................................ 57
Een Windows WAVE-bestand inladen...................................................................................... 58
Gratis audio-bronnen van het Internet gebruiken ...................................................................59
Instellingen maken in het Sampling-scherm........................................................................................ 60
De geschikte audio-kwaliteit en sample-tijd voor het materiaal selecteren—Data Type... 60
Stereo of mono specifiëren—Type.............................................................................................. 61
Automatisch beginnen samplen wanneer de klank ingevoerd wordt—Start with ............61
Er voor zorgen dat u het begin van een klank opneemt —Pre Trigger ................................62
Van een pad naar een andere pad samplen—Resampling................................................................. 63
Als “Memory Full” in de display verschijnt......................................................................................... 64
Het resterende geheugen vergroten —Optimize Sample................................................................... 64
Een sample wissen —Delete Sample..................................................................................................... 65
Samples afzonderlijk wissen ....................................................................................................... 65
Alle samples van een pad bank wissen—Bank Erase.............................................................. 65
Voorkomen dat pads per ongeluk gewist worden—Bank Protect .................................................. 66
Een pad-bank beveiligen/niet langer beveiligen ..................................................................... 66
Pad/Sequence op een CD-RW-schijf bewaren..................................................................................... 67
Meer over het bewaren van Pad/Sequence .............................................................................. 67
Pad/Sequence bewaren ............................................................................................................... 67
Pad/Sequence van een CD-RW-schijf opladen ...................................................................................68
De pad-samples spelen....................................................................... 69
Basismethoden om samples te spelen ...................................................................................................69
Een sample spelen.........................................................................................................................69
Het algemene sample-volume aanpassen ................................................................................. 69
Samples tegelijkertijd spelen ....................................................................................................... 69
Pads spelen terwijl audio-tracks worden afgespeeld ..............................................................69
Pads spelen terwijl u een audio-CD afspeelt ............................................................................ 69
De manier veranderen waarop een pad begint en stopt met klinken—Pad Play........................... 70
De pads in elkaar laten overlopen terwijl u speelt — Pad Crossfade............................................... 71
De klank laten doorklinken wanneer u uw hand van de pad hebt weggenomen—Hold ............72
Hold gebruiken.............................................................................................................................. 72
Hold gebruiken voor meerdere samples ................................................................................... 72
Herhaaldelijk spelen—Loop mode ........................................................................................................ 73
Voorkomen dat specifieke samples tegelijkertijd klinken—Mute Groups...................................... 74
Een sample spelen met een aangesloten voetschakelaar....................................................................75
De functie van de voetschakelaar specifiëren...........................................................................75
De pad-sample specifiëren die door de voetschakelaar gespeeld zal worden ....................75
5
De sample van een pad bewerken...................................................... 76
Het volume van een sample aanpassen—Sample Level ....................................................................76
Het juiste tempo van een sample tonen ................................................................................................ 77
De start/eindpunten van de klank aanpassen—Trim Sample.......................................................... 78
Wat zijn Start/Loop-punten en wat is Lengte? ........................................................................78
Elk punt instellen ..........................................................................................................................78
Automatisch lege fragmenten verwijderen in het begin en op het einde van samples...... 79
Expansie of compressie van een sample om de lengte of het tempo te wijzigen............................ 80
Het tempo doen overeenkomen met dat van een andere sample—Tempo Match.............80
Expansie of compressie aan een vastgelegd percentage of tempo—Time Stretch.............. 81
Een sample naar een andere pad kopiëren —Clipboard (plakboek)................................................82
Een sample verdelen over verschillende pads—Divide Sample....................................................... 83
Een splitspunt specifiëren en een sample in twee verdelen ...................................................83
Een sample automatisch splitsen op stille stukken.................................................................. 84
Een sample verdelen op het moment waarop u een knop indrukt ....................................... 85
Een “reverse tape” sample creëren—Create Reversal ........................................................................86
Het sample-niveau zo veel mogelijk verhogen—Normalize.............................................................87
Audio-samples schikken om een song te creëren—Sequence....... 88
Wat is een sequence?................................................................................................................................ 88
Over sequence-tracks............................................................................................................................... 88
Over het tempo van de sequence................................................................................................ 88
Pad-handelingen opnemen terwijl u pads speelt—Realtime Recording .........................................90
Realtime recording........................................................................................................................ 90
Opnemen terwijl u de playback van een andere sequence-track beluistert.........................91
Opnemen terwijl u de playback van audio-tracks beluistert.................................................. 91
Onnauwkeurigheden in de timing verbeteren terwijl u opneemt—Quantize .................... 92
Pad-handelingen opnemen met een gespecifieerd interval—Step Recording................................ 93
Knopfuncties tijdens step recording........................................................................................... 93
Step recording................................................................................................................................ 94
Dynamiek toevoegen terwijl u step-recording uitvoert .......................................................... 95
Een sequence-track spelen ...................................................................................................................... 96
Sequence-tracks en audio-tracks tegelijkertijd spelen ........................................................................ 97
Een sequence-track bewerken ................................................................................................................ 98
Een frase verplaatsen—Move......................................................................................................98
Een frase op een andere plaats plakken—Paste .......................................................................99
Een frase knippen—Cut ............................................................................................................. 100
Frasen wissen—Erase ................................................................................................................. 101
Een frase op een andere plaats invoegen—Insert .................................................................. 102
De frase op de huidige plaats splitsen—Split ......................................................................... 103
De timing van elke frase nauwkeurig aanpassen—Adjust Timing.....................................104
De volume-instelling van elke frase aanpassen...................................................................... 105
Bewerken in het scherm van Sequence Play List—Quick Edit ............................................ 106
Een sequence-track wissen.................................................................................................................... 107
De sequence playback-klank op een audio-track opnemen............................................................. 108
Een audio-CD creëren .................109
Voorbereiden van de opname—Multitrack recording...................... 110
Wat is multitrack-opname?...................................................................................................................110
Een CD-RW-schijf klaarmaken voor gebruik —Format ................................................................... 110
Een nieuwe CD-RW-schijf klaarmaken voor gebruik ........................................................... 110
De volledige inhoud van een CD-RW-schijf wissen.............................................................. 112
De klank van een aangesloten instrument controleren ....................................................................113
De ingangsbron selecteren.........................................................................................................113
De ingangsgevoeligheid aanpassen .........................................................................................113
De klank controleren .................................................................................................................. 113
De links/rechtspositie (pan) van een ingevoerde klank instellen ....................................... 113
Een instrument stemmen—Tuner........................................................................................................114
De stemming aanpassen............................................................................................................. 114
De referentietoonhoogte van de tuner instellen ..................................................................... 115
6
De ritmemeter (Rhythm Guide) gebruiken ........................................................................................ 116
De ritmemeter spelen/stopzetten............................................................................................. 116
Het volume van de ritmemeter (Rhythm Guide) aanpassen................................................ 116
De maataanduiding veranderen............................................................................................... 116
Het ritmepatroon veranderen ...................................................................................................117
Het tempo veranderen ............................................................................................................... 117
Het tempo en ritmepatroon van de song instellen —Tempo Map...................................... 117
Een tempomap wissen................................................................................................................ 118
De rhythm guide spelen in functie van een tempomap........................................................ 118
Een uitvoering opnemen/afspelen ................................................... 119
Een uitvoering opnemen ....................................................................................................................... 119
Selecteer de audio-track voor de opname ...............................................................................119
Opnemen ...................................................................................................................................... 120
Alleen een fout opnieuw opnemen —Punch-in/out (in- en uitprikken).......................................121
De Record-knop gebruiken voor punch-in/out..................................................................... 121
Een voetschakelaar gebruiken voor punch-in/out................................................................ 122
Automatisch in- en uitprikken op een bepaalde plaats —Auto Punch-in/out .................122
Een bijkomende uitvoering opnemen terwijl u een bestaande uitvoering beluistert
—Overdubbing ....................................................................................................................................... 124
Selecteer de audio-track die opgenomen moet worden........................................................ 124
Opnemen terwijl u de playback beluistert .............................................................................. 124
De uitvoeringen van meerdere audio-tracks combineren—Bounce Recording ........................... 125
Bounce recording-procedure.....................................................................................................125
Een opgenomen uitvoering afspelen en stopzetten ..........................................................................126
Afspelen/stopzetten................................................................................................................... 126
Het volume van elke track aanpassen...................................................................................... 126
Een specifieke audio-track uitzetten—Mute........................................................................... 126
Song-instellingen bewaren op een CD-RW-schijf.............................................................................. 126
Song-instellingen bewaren ........................................................................................................ 126
De vrije ruimte van een CD-RW-schijf vergroten—Optimize Disc ................................................127
Een bepaald fragment herhaaldelijk afspelen—de Repeat-functie.................................................128
Het te herhalen fragment aanduiden ....................................................................................... 128
Het te herhalen fragment annuleren ........................................................................................ 128
Merktekens toewijzen in een song—Marker......................................................................................129
Een merkteken toewijzen...........................................................................................................129
Naar de plaats van een merkteken gaan.................................................................................. 129
Een marker verwijderen............................................................................................................. 129
De plaats van een merkteken veranderen ............................................................................... 130
Een marker een naam geven ..................................................................................................... 130
De song automatisch stopzetten—Marker Stop ................................................................................131
Een opgenomen uitvoering bewerken om een audio-CD te maken132
Voorbereiding voor het schrijven van een CD-R-schijf—Mixdown...............................................132
De links/rechtspositie (pan) van elke audio-track instellen................................................. 132
De toon van elke audio-track aanpassen—Equalizer ............................................................ 132
De algemene volumebalans aanpassen—Master Balance .................................................... 132
Een mixdown maken..................................................................................................................133
Het resultaat van de mixdown beluisteren ............................................................................. 133
De mastering tools aanpassen................................................................................................... 134
Uw originele CD voltooien—CD Burning..........................................................................................135
Een CD-R-schijf schrijven .......................................................................................................... 135
CD Burning beëindigen.............................................................................................................. 135
Een CD-R-schijf finaliseren........................................................................................................136
Alle functies van de CDX-1
gebruiken ..................................137
Meer functies van de CDX-1.............................................................. 138
7
Een opname/bewerking ongedaan maken ........................................................................................ 138
Een opname of bewerking ongedaan maken—Undo............................................................ 138
Undo—Redo annuleren .............................................................................................................138
Naar een nauwkeurig bepaalde locatie gaan—Preview................................................................... 139
De huidige locatie aanpassen terwijl u de voorgaande/volgende klank beluistert .........139
Scrub gebruiken om nauwkeurige aanpassingen te maken in de
aangeduide plaats—Scrub Preview.......................................................................................... 140
De invoegeffecten gebruiken ................................................................................................................ 141
Wat is een invoegeffect?.............................................................................................................141
Wat is een patch?......................................................................................................................... 141
Hoe patches georganiseerd zijn ................................................................................................ 141
Een invoegeffect gebruiken .......................................................................................................142
De instellingen van het invoegeffect bewerken...................................................................... 142
De instellingen van het invoegeffect bewaren........................................................................143
Een patch kopiëren om een nieuwe patch te creëren ............................................................ 143
De aansluitingen van het invoegeffect veranderen................................................................ 144
De loop-effecten gebruiken...................................................................................................................145
Wat is een loop-effect?................................................................................................................ 145
De loop-effectinstellingen bewerken........................................................................................ 145
Een backup CD-RW-schijf maken........................................................................................................ 147
Een backup maken van song-gegevens op een CD-RW-schijf.............................................147
Aansluiten op een digitaal audio-toestel ............................................................................................148
Digitale opnamen maken met een CD-speler ......................................................................... 148
Het digitaal opnemen met CD-spelers voorkomen ...............................................................149
Digitaal kopiëren verbieden—Digital Copy Prohibit............................................................ 150
De CDX-1 gebruiken met andere MIDI-toestellen............................ 151
MIDI-principes........................................................................................................................................ 151
Overschakelen tussen MIDI OUT/THRU .......................................................................................... 152
MIDI gebruiken om de CDX-1 vanuit een ander toestel te sturen.................................................. 153
Samples spelen ............................................................................................................................153
De pad-bank verwisselen........................................................................................................... 153
Gesynchroniseerde playback met de CDX-1 als de master.............................................................. 154
MTC gebruiken (master)............................................................................................................154
MMC gebruiken..................................................................................................................................... 156
De CDX-1 gebruiken als de MMC-master............................................................................... 156
De CDX-1 als een MMC-slave gebruiken................................................................................157
Een externe MIDI-klankmodule gebruiken om de ritmemeter te bespelen .................................. 158
Overeenkomst tussen de klanken van de ritmemeter en de nootnummers ...................... 158
Rechtstreekse CD-opname ..........159
Opnemen op een CD-R-schijf—CD-recorder................................... 160
Een externe audio-bron op een CD-R schijf opnemen......................................................................161
Opnemen van samples die gespeeld worden met behulp van Pad Crossfade
op een CD-R-schijf.................................................................................................................................. 162
De sequence-playback op een CD-R schijf opnemen........................................................................163
Bijlagen......................................165
Problemen oplossen....................................................................................................................166
Belangrijkste meldingen............................................................................................................. 170
Rhythm Pattern-lijst....................................................................................................................172
Effectparameterfuncties van de mixer ..................................................................................... 174
Algoritmelijst van de invoegeffecten .......................................................................................175
Woordenlijst................................................................................................................................. 204
Parameterlijst ............................................................................................................................... 208
MIDI-implementatie ................................................................................................................... 212
Specificaties..................................................................................................................................213
Index.............................................................................................................................................. 215
8
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
291a
Gelieve naast de onderwerpen beschreven in “VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL” op pagina 2-3, eveneens het volgende te lezen en in acht te nemen:
Stroomtoevoer
301
•Dit toestel mag niet worden gebruikt op hetzelfde stroom­circuit van eender welk toestel dat lijnruis genereert (zoals een elektrische motor of een variabel verlichtingssysteem).
302
•De AC-adaptor wordt warm wanneer hij lange tijd aanhoudend wordt gebruikt. Dit is normaal en mag geen reden geven tot ongerustheid.
307
•Zet de stroom van alle toestellen uit vooraleer dit toestel op andere toestellen aan te sluiten. Op deze manier voorkomt men het slecht functioneren en/of bescha­diging van luidsprekers of andere apparatuur.
Plaatsing
351
•Het gebruik van dit toestel in de buurt van stroomver­sterkers (of andere apparatuur met sterke stroomtransfor­matoren) kan brom veroorzaken. Om dit probleem op te lossen, moet u de richting van het toestel veranderen, of het toestel verder van de interferentiebron verwijderen
352
•Dit apparaat kan interfereren met radio- en televisie­ontvangst. Gebruik dit apparaat niet in de buurt van zulke ontvangers.
353
•Neem het volgende in acht wanneer u de CD-RW drive van het toestel gebruikt. Zie “Vooraleer u compact discs gebruikt” (pg. 10) voor meer details.
¨Plaats het toestel niet naast apparaten die een sterk magnetisch veld produceren (v.b. luidsprekers).
Installeer het toestel op een soliede en vlakke ondergrond.
Verplaats het toestel niet of onderwerp het niet aan trillingen terwijl de drive functioneert.
354a
•Het toestel niet blootstellen aan direct zonlicht, niet in de buurt plaatsen van apparaten die warmte afgeven, laat het niet achter in een afgesloten voertuig of stel het niet bloot aan extreme temperaturen. Overmatige hitte kan het toestel vervormen of ontkleuren.
355
•Gebruik het toestel niet op natte plaatsen (waar het is blootgesteld aan regen of ander vocht) om een mogelijke panne te vermijden.
.
Onderhoud
401a
•Voor de alledaagse schoonmaak reinigt men het toestel met een zachte, droge doek of met een doek die met een beetje water is bevochtigd. Voor het verwijderen van hardnekkig vuil gebruikt u een doek die in een zachte, niet-bijtende detergent is gedrenkt. Daarna het toestel grondig afdrogen met een zachte, droge doek.
402
•Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol of oplosmid­delen om ontkleuring en/of vervorming te voorkomen.
Bijkomende voorzorgsmaatregelen
552
• Er bestaat, jammer genoeg, steeds een kans dat de gegevens die op een CD-R/RW schijf zijn opgeslagen niet meer kunnen worden hersteld eens ze verloren zijn gegaan. Roland Corporation is niet verantwoordelijk voor zulk verlies van gegevens.
553
• Behandel de knoppen, schuiven en andere controlefunc­ties, eveneens als de jacks en de connectoren van het toestel met de nodige voorzichtigheid. Een ruwe behan­deling kan leiden tot een slechte werking.
554
•Nooit op de display slaan of er sterke druk op uitoefenen.
***
•Verwijder zelfklevers of plakband die u op het paneelop­pervlak heeft gekleefd langzaam zodat de opgedrukte teksten er niet samen mee wordt verwijderd.
556
• Bij het aansluiten of afkoppelen van de kabels moet de connector zelf vastgenomen worden - nooit aan de kabel trekken. Op deze manier wordt kortsluiting en bescha­diging van de interne elementen van de kabel voorkomen.
558a
• Probeer het volume van het toestel binnen redelijke perken te houden zodat de buren niet gestoord worden. Misschien verkiest u het gebruik van een hoofdtelefoon, waardoor u zich geen zorgen moet maken over degenen die u omringen (vooral ‘s avonds laat).
559a
• Wanneer u het toestel moet vervoeren, moet het indien mogelijk in de oorspronkelijke verpakking (samen met de pads) worden ingepakt. Is dit niet mogelijk, dan moet u gelijkaardige verpakkingsmaterialen gebruiken.
•Gebruik een Roland-kabel om de aansluitingen te maken. Als u een andere kabel gebruikt, moet u de volgende voorzorgsmaatregelen in acht nemen.
• Sommige aansluitingskabels bevatten resistoren. Gebruik voor het aansluiten van dit toestel geen kabels die resis­toren bevatten. Als men zulke kabels gebruikt, is het mogelijk dat het klankvolume zeer laag of onmogelijk te horen is. Raadpleeg de fabrikant van de kabel voor meer informatie over de kabelspecificaties.
Elektrische golfhindernis
***
•De CD-RW drive voldoet aan hoofdstuk 15 en de regels voor digitale toestellen van afdeling B van de FCC-regle­mentering, bestemd voor preventie van elektrische golfhindernissen bij de installatie in een woning. De CD-RW drive genereert, gebruikt of straalt radiofre­quentie-energie uit en kan een hindernis vormen voor radiocommunicatie wanneer u de drive op foute wijze gebruikt Als er golfopstapeling op radio en TV optreedt, moet u het volgende proberen. We kunnen echter niet garanderen dat de hindernis volledig zal weggenomen worden.
.
Zet de stroom van de CDX-1 uit.
Verander de plaats en de richting van de radio-en TV­antenne.
9
Plaats de CDX-1 en de ontvanger uit elkaar.
Sluit de CDX-1 en de ontvanger aan op een verschil­lende stroomuitgang.
Raadpleeg het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkende Roland-verdeler in uw land.
Laserstraal
***
• Indien u op onjuiste wijze werkt met het werkings­gedeelte, het sturingsgedeelte en het drive-gedeelte is het mogelijk dat er schadelijke stralen worden verspreid. Laserstralen die vanuit de optische drager verspreid worden, zijn schadelijk voor de ogen en het lichaam. Gelieve het volgende in acht te nemen:
Probeer de optische dragereenheid niet te openen. Raadpleeg het dichtstbijzijnde Roland Service Center
of een erkende Roland-verdeler in uw land wanneer uw toestel moet worden hersteld.
Vooraleer u compact discs gebruikt
Met de CD-RW drive werken
602
• Installeer het toestel op een soliede en vlakke ondergrond in een omgeving die vrij is van trillingen.
03
Vermijd het onmiddellijk gebruik van het toestel nadat het verplaatst werd naar een ruimte waarin de vochtigheids­graad aanzienlijk verschilt van die van de eerdere ruimte. Snelle veranderingen van omgeving kunnen de vorming van condensatie binnen in de drive veroorzaken, wat een ongun­stige invloed heeft op de werking van de drive en/of de schijven kan beschadigen. Wanneer het toestel verplaatst is, moet u het de tijd (enkele uren) gunnen om aan de nieuwe omgeving te wennen vooraleer u ermee gaat werken.
606
•Verwijder elke schijf uit het toestel vooraleer u de stroom van het toestel aan- of uitzet.
608
• Om het risico op beschadiging of slechte werking te voorkomen, mag u uitsluitend schijven met in de
CD-RW drive plaatsen. Plaats nooit een ander soort schijf. Zorg er voor dat er geen papierklemmen, munten of andere vreemde voorwerpen in de drive terecht komen.
***
•Wanneer u de CDX-1 draagt, moet u de schijf uit de invoerlade verwijderen. Draag het toestel niet met de invoerlade omlaag gericht.
***
•Vermijd trillingen en schokken tijdens de werking. Draag het toestel niet terwijl de stroom aanstaat.
***
•De drager is stofbestendig ontworpen. Gebruik geen dragerreinigers; deze kunnen een slechte werking veroorzaken.
Met compact discs (CD-R/RW/ROM) werken
***
•Gelieve het volgende in acht te nemen wanneer u met schijven werkt.
Raak de opgenomen zijde van de schijf niet aan. Gebruik geen schijven in stoffige ruimtes.Laat de schijven niet in direct zonlicht of een gesloten
voertuig liggen (juiste temperatuur: 10-50 graden C).
80
•Raak de blinkende onderkant (gecodeerd oppervlak) van de schijf niet aan. Het is mogelijk dat beschadigde of vuile schijven niet juist kunnen worden gelezen/geschreven. Houd uw schijven schoon met behulp van een op de markt verkrijgbare CD-reiniger.
***
• Laat de schijf in zijn omhulsel.
***
•De schijf niet gedurende langere tijd in de CD-RW drive houden.
***
•Kleef geen zelfklever op het schijf-label.
***
•Veeg de schijf schoon met een zachte en droge doek met cirkelvormige bewegingen van de binnen- naar de buiten­zijde. Wrijf niet over de omtrek.
***
•Gebruik geen benzine, schijfreinigingsspray of om het even welk oplosmiddel.
***
•De schijf niet plooien.
Copyright
851
Onrechtmatig opnemen, verspreiden, verkopen, lenen, publiek optreden, uitzenden of gelijkaardige zaken van een volledig werk (muziekcompositie, video, uitzending, publiek optreden, of gelijkaardig) waarvan het auteursrecht aan een derde partij behoort, is door de wet verboden
• Bij het uitwisselen van audiosignalen via een digitale verbinding met een extern instrument, kan dit toestel opnemen zonder onderworpen te zijn aan de beperkingen van het Serial Copy Management System (SCMS). Dit omdat het toestel uitsluitend bestemd is voor muziekpro­ductie en zo ontworpen werd dat het niet aan beperkingen onderworpen is zolang het wordt gebruikt om werken (zoals uw eigen composities) op te nemen die geen inbreuk vormen op het auteursrecht van derden. (SCMS is een kenmerk dat het kopiëren via een digitale verbinding vanaf de tweede kopieerbeurt en later verbiedt. Het is ingebouwd in MD-toestellen en andere digitale audio-gebruiksapparatuur als een eigenschap ter bescherming van het auteursrecht).
852 853
•Gebruik dit toestel niet voor doeleinden die een inbreuk vormen op het auteursrecht van een derde partij. Roland is op geen enkele manier verantwoordelijk voor inbreuken op de auteursrechten van derden die door gebruik van dit toestel zouden kunnen ontstaan.
Over de licentie-overeenkomst
***
•De CDX-1 en zijn CD-R-vermogen werden ontworpen om u in staat te stellen tot het reproduceren van materiaal waarvan u het auteursrecht bezit, of materiaal waarvan de houder van het auteursrecht u toestemming tot kopiëren heeft gegeven. Hieruit volgt dat de reproductie van muziek-CD’s of ander onder het auteursrecht vallend materiaal dat niet alleen wordt gebruikt voor uw eigen persoonlijke doeleinden (privédoeleinden), een inbreuk vormt op het auteursrecht en tot strafrechterlijke vervolging kan leiden. of speciale publicaties voor meer gedetailleerde informatie over het verkrijgen van de toelating van copyright­houders.
.
Raadpleeg een copyright-specialist
10
Inleiding
11
Vooraleer u begint
De demo-schijf NIET op een conventionele audio CD-speler afspelen. Het resulterende klankvolume kan zo hoog zijn dat het permanent gehoorverlies kan veroorzaken en luidsprekers en andere systeemonderdelen kan beschadigen.
WAVE-bestand (pg. 207)
Controleer de inhoud van de doos
De CDX-1 werd samen met volgende zaken verpakt. Gelieve te controleren of deze allemaal aanwezig zijn.
CDX-1 (één toestel)CD-RW blanco schijf (één)Demo-schijf (Songs, Samples) (één)CDX-1 Gebruikershandleiding (dit document)Effectpatch-lijstAC-Adaptor: USB-2U
Over de meegeleverde schijf
Demo-schijf (multitrack opname)
Dit is een demo-schijf die een multitrack-opname bevat. Wanneer u deze schijf afspeelt, wordt de toestand van de multitrack-opname gereproduceerd. ( “De demo-schijf beluisteren”; pg. 45)
Hoofdkenmerken van de CDX-1
Eenvoudige werking van opname/bewerking tot audio CD-productie
De CDX-1 werd ontworpen zodat er, zelfs door beginnelingen, net even
gemakkelijk als met een cassette-recorder mee gewerkt kan worden. U ondervindt de kracht van het digitaal opnemen vanaf de opname en bewerking tot aan de productie van een audio CD van op het moment wanneer u het toestel voor het eerst uitpakt.
In de liquid crystal display verschijnen ikonen die verschillende soorten
informatie weergeven.
Sampling-functionaliteit
Door de sampling-functie van de CDX-1 kan u uw favoriete audiomateriaal op een pad opnemen (pg. 53). U kan naar n gesamplede materialen bewerken. Aangezien er bewerkte samples kunnen worden toegevoegd aan de instrumentale uitvoeringen die u opneemt, biedt deze functie een groot gamma van song-creatiemogelijkheden.
WAVE-bestanden kunnen vanuit een gemengde modus CD (AUDIO+WAVE) worden opgeladen en aan pads worden toegewezen. U moet alleen een van de WAVE­bestanden selecteren die in de display verschijnen en op [YES/ENTER] drukken.
“Een Windows WAVE-bestand opladen” (pg. 58)
MERK OP
Verscheidene CD-speelfuncties
Zonder enige andere apparatuur te gebruiken, kan u een CD afspelen op de CDX-
1 terwijl u op de pads drukt om samples te spelen, of een microfoon of een gitaar invoert.
Rhythm Guide-functie
De Rhythm Guide-functie is een gemakkelijke manier om zelf bedachte frasen of
muzikale ideeën op te nemen. U moet gewoon een geschikt ritmepatroon
12
selecteren en het tempo instellen.
“De rhythm guide gebruiken” (pg. 116)
V
l
b i
Een grote reeks connectoren
COSM (pg. 204)
De CDX-1 is voorzien van vier soorten ingangs-jacks. Aangezien er eveneens een
hoge impedantie hoofdtelefoon-jack (GUITAR/BASS) is voorzien, kan u rechtstreeks een gitaar of bass aansluiten.
Het toestel is uitgerust met MASTER-jacks (stereo) van het type RCA-
hoofdtelefoon.
Er zijn zowel coaxiale als digitale I/O connectoren voorzien waardoor digitale
aansluitingen met audiotoestellen kunnen worden gemaakt (vb., CD-spelers, DAT-recorders, MD-recorders).
Het toestel is uitgerust met MIDI-connectoren (IN, OUT/THRU). U kan de
uitvoering synchroniseren met een externe MIDI-sequencer of de rhythm guide (pg. 116) spelen op een externe MIDI-klankmodule.
“De CDX-1 gebruiken met andere MIDI-toestellen” (pg. 151)
Digitale audio-werkeenheid
Alle processen zijn volledig digitaal
Naast een digitale mengtafel en een digitale disc recorder is de CDX-1 voorzien van twee digitale effectprocessoren.
Bounce-recording (pg. 125), effectverwerking, mixdown (pg. 133), het voltooien van uw originele CD -dankzij de ingebouwde CD-R/RW-drive- alle processen van de muziekproductie met inbegrip van het bewerken worden volledig digitaal gedaan, zodat er geen kwaliteitsverlies is van het audiosignaal.
Twee veelzijdige digitale effectprocessoren
De CDX-1 bevat twee types effecteenheden. Het ene type is voor het opnemen (invoegeffect; pg. 141) en het andere type omvat de onafhankelijke send/return­effecten (loop-effect; pg. 145). Deze twee soorten kunnen tegelijkertijd worden gebruikt. Dit betekent dat u alleen de CDX-1 nodig heeft om een gesofisticeerde song te produceren zonder dat u externe effecttoestellen moet gebruiken.
Een grote verscheidenheid aan simulaties en effecten is voorzien als invoegeffecten, met inbegrip van versterkersimulaties die gemaakt zijn met behulp van COSM technologie. Naast effecten voor gitaar, zijn er eveneens talloze multi-effecten voorzien voor stemmen of klavieren.
Als loop-effecten kan u een breed gamma van ruimte-effecten in stereo gebruiken, waaronder chorus, delay en reverb-effecten die onmisbaar zijn voor de mixdown (pg. 133).
Als u tegelijkertijd invoegeffecten en loop-effecten gebruikt, kan u alle effectverwerkingen ineens uitvoeren —van creatief klankontwerp tot de plaatsing van de klank in een veld.
Undo/Redo-functie
Met de Undo/Redo-functie kan u de resultaten van een foute bewerking of een foute opname ongedaan maken.
“Een opname/bewerking ongedaan maken” (pg. 138)
Snelle verplaatsing naar een punt
U kan een merkteken toewijzen aan een door u gewenste plaats (punt). Als u merktekens toewijst aan plaatsen zoals het einde van de ouverture of een begin van een solo, kan u zich onmiddellijk naar het punt verplaatsen van waar u wil beginnen luisteren.
“Markers toewijzen in een song—Marker” (pg. 129)
Vooraleer u begint
oora eer u
eg nt
13
Het geheugen uitbreiden
Als u 128 MB afzonderlijk verkocht geheugen toevoegt, wordt de standaard van 32 MB geheugen niet langer gebruikt.
Wanneer u het geheugen uitbreidt met iets anders dan 128 MB, dan verschijnt de boodschap “Wrong DIMM Type! Turn off the power, and replace w/correct one” wanneer u het toestel aanzet.. De CDX-1 zal nu niet normaal kunnen functioneren.
t
De CDX-1 wordt geleverd met 32 MB geheugen waarin audio-samples kunnen opgeladen worden. In sommige gevallen is het echter mogelijk dat 32 MB geheugen niet volstaat voor het opladen van grote hoeveelheden gegevens. In zo’n geval moet u afzonderlijk aangekocht geheugen (DIMM) plaatsen. Het geheugen kan uitgebreid worden tot 128 MB.
Gelieve uw leverancier, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkende Roland-verdeler te raadplegen vooraleer u het geheugen uitbreidt.
Voorzorgsmaatregelen bij het uitbreiden van het geheugen
•Zet het toestel steeds uit en ontkoppel de AC-adaptor vooraleer u de DIMM-geheugenkaart gaat installeren.
• Installeer uitsluitend de gespecifieerde DIMM-geheugenkaart. Verwijder uitsluitend de gespecifieerde schroeven.
•Gelieve onderstaande instructies nauwgezet te volgen wanneer u met de kaart werkt, om het risico te vermijden op mogelijke beschadiging van de interne onderdelen door statische elektriciteit.
Vooraleer u de kaart aanraakt, moet u altijd eerst een metalen voorwerp
aanraken, zodat u er zeker van bent dat alle statische elektriciteit die u eventueel hebt meegedragen, ontladen wordt.
Neem de kaart uitsluitend vast bij de randen. Raak de elektronische
onderdelen of de connectoren niet aan.
Bewaar het zakje waarin de kaart oorspronkelijk werd verpakt en plaats de kaart
opnieuw in deze verpakking wanneer u ze moet opbergen of transporteren.
•Raak de printplaten of de connectorterminals niet aan.
•Gebruik nooit buitensporige kracht bij het installeren van een geheugenkaart. Als de kaart bij de eerste poging niet goed past, moet u ze verwijderen en het opnieuw proberen.
•Wanneer de installatie van de geheugenkaart voltooid is, moet u uw werk controleren.
•Vooraleer u het toestel omdraait, neemt u een stapel kranten of tijdschriften die u onder de vier hoeken of onder beide uiteinden van het toestel plaatst om beschadiging van de knoppen en de sturingen te voorkomen. U moet eveneens proberen het toestel zo te richten dat er geen knoppen of sturingen beschadigd worden.
•Wees voorzichtig wanneer u het toestel ondersteboven draait, zodat u het niet laat vallen of het nergens kan afvallen.
•Gebruik een Philips-schroevendraaier van de juiste grootte zodat u de schroefkoppen niet beschadigt (schroevendraaier nummer 2). Als u een ongeschikte schroevendraaier gebruikt, kan de schroefkop uitslijten.
•Draai de schroevendraaier naar links om de schroeven los te zetten- draai hem naar rechts om de schroeven vast te zetten.
szetten
vastze
MERK OP
14
•Let er op dat u uw handen niet snijdt aan de rand van het deksel of aan de rand
•Zorg er voor dat u de schroeven niet in de behuizing van de CDX-1 laat vallen.
•Raak het circuit of de connectoren niet aan.
• Geen geheugenkaarten met geweld in de gleuf plaatsen. Als de geheugenkaart
van de opening wanneer u het deksel verwijdert.
niet vlot kan worden ingebracht, moet u ze verwijderen, de richting controleren en het opnieuw proberen.
H
h
i
b id
Het geheugen uitbreiden
Voor u het toestel omdraait, neemt u een stapel kranten of tijdschriften die u onder de vier hoeken of onder beide uiteinden van het toestel plaatst om beschadiging van de knoppen en de sturingen te voorkomen. U moet eveneens proberen het toestel zo te richten dat er geen knoppen of sturingen beschadigd worden.
Als u problemen hebt met het plaatsen van de geheugenmodule, kan u proberen deze een beetje te kantelen en ze kant per kant in te brengen.
1. Zet de stroom van de CDX-1 en alle aangesloten toestellen uit en ontkoppel alle
kabels die met de CDX-1 zijn verbonden.
2. Draai de CDX-1 ondersteboven en verwijder het deksel van het
geheugenuitbreidingsvak.
fig.12-02a
Het geheugen uitbreiden
MERK OP
et ge
eugen u
t re
en
schroeven die moeten verwijderd worden(twee)
fig.12-03
3. Druk de witte klemmen aan weerszijde
van de sleuf naar beneden.
fig.12-02
4. Let op de uitsparingen en hun richting in
de geheugenmodule en plaats de kaart verticaal tussen de geleiders aan weerszijde van de gleuf.
deksel van het geheugen­uitbreidingsvak
fig.12-04
5. Druk de witte klemmen naar boven en
druk er op tot de module vast op zijn plaats zit.
6. Zet het deksel van de CDX-1 op zijn oorspronkelijke plaats.
15
Het geheugen uitbreiden
Wanneer u het geheugen niet uitbreidt met 128 MB geheugen en u de stroom aanzet, verschijnt de boodschap “Wrong DIMM Type! Turn off the power, and replace w/correct one”. De CDX-1 zal nu niet normaal kunnen functioneren.
Het geheugen verwijderen
Om de geheugenmodule te verwijderen, volgt u de installatieprocedure in omgekeerde richting.
1. Druk de witte klemmen aan weerszijde van de sleuf tegelijkertijd naar beneden.
fig.12-05
2. Verwijder de geheugenmodule uit de sleuf.
Controleren of het geheugen door de CDX-1 herkend wordt
Vooraleer u de CDX-1 opnieuw op randapparatuur aansluit, moet u controleren of het toegevoegde geheugen correct wordt herkend.
Controleer of de geheugenmodule correct in de sleuf werd geplaatst
1. Zet de stroom aan zoals beschreven in “De stroom aanzetten” (pg. 33).
fig.15-04
Wanneer de CDX-1 na enkele seconden gewoon opstart, verschijnt het post fader scherm.
2. Druk op [UTILITY].
Het menu wordt met ikonen getoond.
fig.2-06
3. Druk op CURSOR [ ] om het DIMM
Diagnosis-ikoon te selecteren.
4. Druk op [YES/ENTER].
fig.2-07
Het DIMM Diagnosis-scherm verschijnt.
“DIMM” duidt de status aan van het uitgebreide intern geheugen. Als het
16
geheugen correct werd geplaatst, zal dit met “INSTALLED” aangeduid worden.
* Als “NOT INSTALLED” in het “DIMM” -scherm verschijnt en u toch uitbreidingsgeheugen
hebt geïnstalleerd, wordt het toegevoegde geheugen niet correct herkend. Zet de stroom uit zoals beschreven in ”De stroom uitzetten” (pg. 34). Gelieve het geheugen op de juiste manier te herinstalleren zoals beschreven in “Het geheugen uitbreiden” (pg. 15).
5. Druk op [DISPLAY] om naar het basisscherm terug te keren.
MERK OP
H
h
i
b id
Lees/schrijf geheugentest—DIMM-diagnose
Als er reeds een pad/sequence in het intern geheugen van de CDX-1 is opgenomen dan zal deze verloren gaan wanneer de procedure wordt uitgevoerd. Als u de pad/ sequence wil bewaren, moet u deze op een CD-RW-schijf opslaan. “Pad/Sequence bewaren” (pg. 67)
“Diagnosis: ??” betekent dat er geen diagnose werd gemaakt van DIMM. Zelfs wanneer er wel een diagnose van het geheugen werd gemaakt, zal het resultaat ervan verloren gaan wanneer de stroom wordt uitgezet en zal “Diagnosis: ??” verschijnen wanneer u de stroom de volgende keer aanzet.
U kan een lees/schrijftest uitvoeren om te controleren of het bijkomende golfgeheugen dat u hebt geïnstalleerd door de CDX-1 kan worden gebruikt. Voer deze test uit nadat u het geheugen hebt geïnstalleerd of wanneer er een foutmelding in verband met het geheugen wordt getoond.
1. Druk op [UTILITY].
Het menu wordt met ikonen getoond.
fig.2-06
2. Druk op CURSOR [ ] om het DIMM
Diagnosis-ikoon te selecteren.
3. Druk op [YES/ENTER].
fig.2-07
Het DIMM Diagnosis-scherm verschijnt.
4. Druk op [YES/ENTER] om de controle uit te voeren.
Wanneer de test voltooid is, verschijnt er een scherm waarin de resultaten van de test worden getoond.
Geheugenkaarten die de lees/schrijftest met succes doorstonden, worden in de “Diagnosis” met “OK” aangeduid.
Geheugenkaarten die de lees/schrijftest niet met succes doorstonden, worden in de “Diagnosis” met “NG” aangeduid.
* Geheugen waarbij “NG” getoond wordt, kan niet door de CDX-1 worden gebruikt.
Zet in dit geval de stroom uit zoals beschreven in “De stroom uitzetten” (pg. 34). Verwijder daarna het geheugen zoals beschreven in “Het geheugen verwijderen” (pg. 16).
* Als het intern geheugen van de CDX-1 een pad/sequence bevat wanneer u de DIMM-diagnose
uitvoert, verschijnt de boodschap “You’ll lose PAD/SEQ by diagnosis. Sure?”. Wanneer u klaar bent om de controle uit te voeren, moet u op [YES/ENTER] drukken. Druk op [NO/EXIT], wanneer u de DIMM-diagnose wil annuleren
Het geheugen uitbreiden
MERK OP
et ge
eugen u
t re
en
5. Druk op [DISPLAY] om naar het basisscherm terug te keren.
17
Over CD-R/RW-schijven
Finaliseren (pg. 204)
Wat is een CD-R/RW-schijf?
Met de CDX-1 kan u uw uitvoeringen op een CD-RW-schijf opnemen en tenslotte een CD-R-schijf gebruiken om een originele audio-CD te maken. Eerst volgt er wat basisinformatie over CD-R-schijven en CD-RW-schijven.
Wat is een CD-R-schijf?
CD-R (Compact Disc Recordable) is een CD waarop gegevens kunnen worden weggeschreven. Op een CD-R-schijf kan u slechts één maal gegevens wegschrijven. Het is niet mogelijk om de gegevens die op de schijf werden weggeschreven te verwijderen of te verplaatsen. Zolang er vrije schijfruimte overblijft, kan u op een CD-R-schijf echter wel tot maximaal 99 maal gegevens toevoegen.
Wat is een CD-RW-schijf?
CD-RW (Compact Disc ReWritable) is een CD waarop gegevens kunnen worden weggeschreven en gewist. U kan de gegevens die op de schijf werden geschreven, wissen en er nieuwe gegevens op wegschrijven. Op een CD-RW-schijf kan u ongeveer 1000 maal wegschrijven en wissen.
Een CD-R-schijf schrijven
Er bestaan verschillende manieren om een CD-R-schijf te schrijven. De CDX-1 gebruikt track at once bij het creëren van een originele audio-CD.
Track at once:
Door deze methode kan men later op een enkele CD-schijf nog andere gegevens wegschrijven. Zolang er ruimte is op de CD-schijf, kan u tot 99 maal toe gegevens wegschrijven, zolang u de schijf niet finaliseert. Als u echter audio-gegevens wegschrijft, kunnen deze niet op een conventionele CD-speler worden gespeeld zolang u de schijf niet hebt gefinaliseerd. Daarnaast kan u, wanneer u de schijf hebt gefinaliseerd, er geen verdere gegevens meer aan toevoegen.
18
Over CD-R/RW-schijven
O CD
R/RW
hij
Schijven die men met de CDX-1 kan gebruiken
De CDX-1 beschikt over verschillende functies en de schijven die gebruikt worden, verschillen al naargelang de functie.
Lijst van bruikbare schijven voor elke handeling
fig.13-01e
Handeling
Een audio-schijf (CD-DA) spelen Multitrack-opname
Schijf
CD-R-schijven
OK
CD-audio
opneembare
schijven
high-speed compatibele
CD-RW-schijven
OK
OK
ver
-
-sc ven
Een originele audio-CD maken
Back-ups maken van song-gegevens
Pad/sequence-gegevens bewaren
Directe CD-opname
OK
OK
Aanbevolen CD-R/CD-RW-schijven
CD-R-schijf
U kan CD-R-schijven gebruiken die van deze logo’s zijn voorzien.
CD-RW-schijf
U moet high-speed compatibele CD-RW-schijven gebruiken die deze logo dragen. De CDX-1 kan geen CD-RW-schijven gebruiken die niet high-speed compatibel zijn.
Wij raden u eveneens aan CD-RW-schijven te gebruiken van de volgende fabrikanten, waarvan de producten met succes door Roland werden getest.
Ricoh Corporation, Mitsubishi Chemical Corporation
OK
OK OK
OK
19
Over CD-R/RW-schijven
Omgaan en reinigen van CD-R/RW­schijven
Omgaan met CD-schijven
De schijf niet voor een langere periode blootstellen aan direct zonlicht.
De schijf vastnemen door een vinger in de middenopening te steken en een duim
tegen de buitenzijde te drukken. Zorg er voor dat er geen vingerafdrukken op de schijf komen of dat u het opname-oppervlak (het groene oppervlak) van de schijf niet krast.
fig.13-05
Laat de schijf niet vallen of stapel ze niet op.
Plaats geen zware voorwerpen op een schijf en stel ze niet bloot aan zware fysieke
schokken.
Kleef geen zelfklevers op het label-oppervlak van de schijf. Als u een schijf gebruikt
waarop een zelfklever is aangebracht, is het mogelijk dat er schrijf/leesfouten optreden of dat de schijf gekrast wordt.
Wanneer u een titel op het label-oppervlak van de schijf schrijft, moet u schrijfgerei
gebruiken met een zachte punt, zoals een viltstift.
Bewaar de schijf ter bescherming in haar originele houder.
Reinigen van CD-schijven
Als er stof of vuil aan een schijf kleeft, moet u de schijf voorzichtig schoonvegen
met een zachte, droge doek. Veeg steeds van het midden van de schijf naar buiten toe, in de richting van de buitenrand. Nooit schoonmaken in de rotatierichting.
fig.13-06
20
P
lb h
ij i
Paneelbeschrijvingen
4
Bovenpaneel
INPUT-gedeelte
fig.14-01e
1
PEAK-indicatoren
2
INPUT SENS-knoppen
3
INPUT SELECT-knop
4
INPUT REC LEVEL-knop
• [MIC2/Gtr/Bs]:
Selecteer dit voor de opname van de klank van een microfoon die aan de MIC2 jack of van de klank die op de GUITAR/ BASS jack is aangesloten.
* Gebruik phone- en XLR-jacks die hetzelfde nummer dragen, niet
tegelijkertijd.
• [LINE]:
Selecteer dit wanneer u de klank van een instrument of een CD-speler wil opnemen die op LINE jacks zijn aangesloten.
• SIMUL [MIC1]+[MIC2]:
Wanneer u tegelijkertijd stemmen en gitaar wil opnemen, of wanneer u twee microfoons wil opnemen, moet u tegelijkertijd op [MIC1] en [MIC2] drukken. De lampjes van beide knoppen gaan branden en kunnen tegelijkertijd worden opgenomen.
* Als een instrument en een microfoon aangesloten zijn op respectievelijk
de GUITAR/BASS jack en de MIC2 jack, dan zal de invoer van de GUITAR/BASS jack voorrang hebben. De invoer van de microfoon die op de MIC2 jack (phone-type/XLR-type) is aangesloten, kan niet worden opgenomen.
anee
esc r
v ngen
1
PEAK-indicatoren
Deze duiden aan of er vervorming optreedt van de klank die ingevoerd wordt via de respectievelijke input-jacks (MIC1, MIC2, GUITAR/BASS, LINE).
Het lampje van de PEAK-indicator brandt wanneer het niveau lager ligt dan het clipping-niveau. Zet de INPUT SENS-knop zo hoog mogelijk maar vermijd daarbij dat de PEAK-indicator gaat branden wanneer de klank wordt ingevoerd.
2
INPUT SENS-knoppen
Deze passen de ingangsgevoeligheid aan van de input-jacks (MIC1, MIC2, GUITAR/BASS, LINE).
3
INPUT SELECT-knoppen
Gebruik deze knoppen voor de selectie van de ingangsbron (input-jack) die u wil opnemen. Het lampje van de geselecteerde knop gaat branden. Wanneer u op een INPUT SELECT-knop drukt waarvan het lampje brandt, zal dit lampje doven en wordt de ingevoerde klank uitgezet.
• [MIC1]:
Selecteer dit wanneer u de klank van een microfoon wil opnemen die op de MIC1-jack (hoofdtelefoon of XLR) is aangesloten.
• [DIGITAL]:
Selecteer dit voor het opnemen van de klank van een CD­speler of een MD-speler die op de COAXIAL IN-connector of OPTICAL IN-connector is aangesloten.
Wanneer u op [DIGITAL] drukt, wordt de aangesloten connector (COAXIAL IN of OPTICAL IN) automatisch geselecteerd.
* Als digitale audio-toestellen alleen op coaxiale connectoren zijn
aangesloten, kan u herhaaldelijk op [DIGITAL] drukken om de cyclus te doorlopen van de lampjes die branden (COAXIAL IN is geselecteerd) of flikkeren → OFF (mute).
* Als digitale audio-toestellen zowel op optische als op coaxiale connectoren
zijn aangesloten, zal de invoer van COAXIAL IN voorrang hebben. In dit geval kan u herhaaldelijk op [DIGITAL] drukken om de cyclus te
doorlopen van COAXIAL IN
* Digitale audio-signalen kunnen niet worden opgenomen door het gewoon
aansluiten van een digitaal audio-toestel op de OPTICAL of COAXIAL connector. Als u digitale audio-signalen wil opnemen, moet u de instellingen veranderen zoals beschreven in “Digitale opnames maken met een CD-speler” (pg. 148).
OPTICAL IN → OFF (mute).
INPUT REC LEVEL-knop
Deze past het volume aan van de ingangsbron of van het opnameniveau van de ingangsbron die u opneemt.
* Als u de INPUT REC LEVEL-knop gebruikt om het volume van de
ingangsbron tijdens de opname omlaag te draaien, dan wordt de klank in de audio-track of pad met een laag volume opgenomen zodat u duidelijker ruis zal horen wanneer u het volume van de audio-track of de pad voor playback omhoog draait. Gebruik de MASTER-schuif of de phone-knop om het volume lager te zetten als u het volume van de ingangsbron wil verlagen.
21
Paneelbeschrijvingen
2
3
INSERT EFFECTS-gedeelte
Hierin kan u instellingen maken voor de invoegeffecten (insert effects).
“De invoegeffecten gebruiken” (pg. 141), “Algoritmelijst
van de invoegeffecten” (pg. 175)
fig.14-02e
1 2
ON/OFF-knop PATCH-knop
1
ON/OFF-knop
Deze knop zet Insert Effect aan en uit.
2
PATCH-knop
Met deze knop kan u de parameters omwisselen die in het edit-gedeelte worden getoond en het type curve veranderen.
LOOP EFFECTS-gedeelte
Hier kan u instellingen maken voor de loop-effecten. “De loop-effecten gebruiken” (pg. 145), “Parameterfuncties
van het mixer-effect” (pg. 174)
fig.14-03e
1
DELAY-knop
2
REVERB-knop
3
RTN LEVEL-knop
1
DELAY-knop
Met deze knop komt u in een scherm waarin u het volume (send-niveau) kan instellen dat van elke audio-track naar het chorus/delay/doubling loop-effect wordt gestuurd en in een scherm waarin u de instellingen van chorus/delay/doubling kan bewerken.
* Chorus/delay/doubling kunnen niet tegelijkertijd worden
gebruikt. U kan er slechts één tegelijkertijd van selecteren en gebruiken.
PHONES-gedeelte
fig.14-02ae
PHONES-knop
PHONES-knop
Deze knop regelt het volume van de hoofdtelefoon.
REVERB-knop
Met deze knop komt u in een scherm waarin u het volume (send-niveau) kan instellen dat van elke audio-track naar het loop-effect wordt gestuurd en in een scherm waarin u de instellingen van reverb kan bewerken.
RTN LEVEL (return level)-knop
Deze knop past het volume aan dat van de reverb (het return­niveau) wordt teruggestuurd.
22
P
lb h
ij i
AUDIO TRACK-gedeelte
2
2
fig.14-04e
1
STATUS-knoppen
2
AUDIO TRACK-schuiven
Paneelbeschrijvingen
TRACK EDIT-gedeelte
fig.14-05e
1
PAN-knop
1
PAN-knop
Deze knop toont een scherm waarin u de pan (links/ rechtspositie van de klank) kan instellen voor elke audio-track.
“De links/rechtspositie (pan) van een ingevoerde klank instellen” (pg. 113), “De links/rechtspositie van elke audio-track instellen (pg. 132)
2
EQ-knop
”.
anee
esc r
v ngen
1
STATUS-knoppen 1–8
Deze verwisselen de status van elke audio-track. De huidige status wordt aangeduid door de lampkleur van de knop.
•Gedoofd: Er wordt geen klank uitgevoerd (i.e., uitgezet).
• Brandt groen: De track is klaar voor playback.
• Flikkert rood: De track is geselecteerd als opnamedoel.
• Brandt rood: De track wordt nu opgenomen.
2
AUDIO TRACK-schuiven
Deze passen het volume aan van elke audio-track.
EQ (Equalizer)-knop
Met deze knop komt u in een scherm waarin u equalizer­instellingen kan maken om de toon van elke audio-track te wijzigen
De toon van elke audio-track aanpassen—Equalizer” (pg. 132).
.
RHYTHM GUIDE-gedeelte
Hier kan u instellingen maken voor de Rhythm Guide-functie. “De rhythm guide gebruiken” (pg. 116)
fig.14-05ae
1
ON/OFF-knop
2
PATTERN TEMPO-knop
1
ON/OFF-knop
Druk deze in om de Rhythm Guide-functies door de beschikbare selecties: Auto
On → Off te laten lopen.
PATTERN/TEMPO button
Met deze knop komt u in een scherm waarin u het ritmepatroon en het tempo kan instellen.
23
Paneelbeschrijvingen
2
3
2
DISPLAY, UTILITY en UNDO/REDO-knop
fig.14-06e
DISPLAY
1
knop
2
UTILITY knop
3
UNDO/REDO knop
PADS/SEQUENCE-gedeelte
fig.14-07e
7
TEMPO MATCH/PAD EDIT-knop PAD REC
6
knop
1
PAD XFADE-knop
2
PAD BANKS-knop
1
DISPLAY-knop
Gebruik deze knop om door de schermpagina’s in de display te lopen. “De basisschermen afwisselen” (pg. 37)
UTILITY-knop
Met deze knop kan u in een scherm gaan waarin u verschillende functies kan oproepen, met inbegrip van het formatteren van een CD-RW-schijf, backing up samples en systeeminitialisatie.
UNDO/REDO-knop
Hiermee kan u de laatst uitgevoerde opname, sampling of bewerking annuleren en terugkeren naar de vorige toestand. Wanneer u nogmaals op [UNDO/REDO] drukt, kan u de geannuleerde opname terug oproepen of de bewerking opnieuw doen uitvoeren.
“Een opname/bewerking ongedaan maken” (pg. 138)
9
SEQ PLAY
DELETE
8
knop
knop
10
CREATE knop
11
EDIT-knop
3
STATUS-knop
4
CLIP BOARD-knop
12 13
5
PAD/SEQ LEVEL schuif
1
PAD X FADE (pad crossfade)-knop
HOLD-knop
Gebruik deze knop om pad-samples te spelen terwijl u ze in elkaar laat overlopen.
Als u op een andere pad drukt terwijl de sample reeds klinkt, neemt de sample af die op dit moment klinkt en neemt de sample van de pad waarop u daarna heeft gedrukt toe en begint te klinken.
1—8-knop
“De pads in elkaar laten overlopen terwijl u speelt—Pad Crossfade” (pg. 71)
PAD BANKS-knop
Deze toont een lijst van de 64 pad-banks. “Pad-banks” (pg. 54)
24
P
lb h
ij i
3
13
2
STATUS-knop
De lampkleur van de knop geeft de huidige status aan.
Brandt groen:Playback van samples en de sequence-track.
Brandt rood: Opname op de pads of sequence-track.
* Om een sequence-track te kunnen afspelen, moet u PAD SEQUENCING
[SEQ PLAY] aanzetten (lampje brandt).
4
CLIPBOARD-knop
Gebruik deze knop wanneer u een sample van de ene pad naar de andere wil kopiëren.
“Een sample naar een andere pad kopiëren—Clipboard”
(pg. 82)
5
PAD/SEQ LEVEL-schuif
Deze past het volume aan van de pad samples en sequence.
6
PAD REC (pad-opname)-knop
Deze knop start en beëindigt het samplen. “Naar een pad samplen” (pg. 56)
Paneelbeschrijvingen
1–8 knoppen
Aan deze pads kan u tot acht samples toewijzen. Van de pads waaraan een sample is toegewezen, zal het lampje gaan branden. De manier waarop een sample speelt en stopt kan voor elke pad afzonderlijk worden gespecifieerd.
“De manier veranderen waarop een pad begint en stopt
met klinken —Pad Play” (pg. 70)
AUDIO CD-gedeelte
fig.14-08e
AUDIO CD RECORDER
1
indicator
AUDIO CD
2
PLAYER indicator
anee
esc r
v ngen
7
TEMPO MATCH/PAD EDIT-knop
Met deze knop kan u van het instelscherm van Tempo Match overschakelen naar het Sample Edit-scherm en omgekeerd.
8
DELETE-knop
Deze knop wist de sample van een pad. “Samples afzonderlijk wissen” (pg. 65)
9
SEQ PLAY (sequence play) -knop
Zet de Sequence-functie aan/uit.
Zet deze functie aan (lampje brandt) wanneer u een sequence track wil bewerken of spelen.
10
CREATE-knop
Gebruik deze knop wanneer u een sequence wil creëren (i.e., om een sequentie van pads op te nemen).
Pad-handelingen opnemen terwijl u pads speelt—Realtime
Recording” (pg. 90), “Pad-handelingen opnemen met een gespecifieerd interval—Step Recording” (pg. 93)
11
EDIT-knop
Het scherm van Sequence Track Edit verschijnt. “Een sequence-track bewerken” (pg. 98)
* Als u een niet gefinaliseerde CD-R-schijf inbrengt, zullen zowel de
lampjes van RECORDER als van PLAYER gaan branden
1
AUDIO CD RECORDER-indicator
Deze gaat branden wanneer er een nieuwe CD-R wordt ingebracht.
Het duidt aan dat de audio-invoer van een externe bron, de klank van de samples die met behulp van pad crossfade gespeeld worden of de playback-klank van een sequence track rechtstreeks op een CD-R schijf kunnen worden opgenomen.
“Rechtstreekse CD-opname” (pg. 159)
AUDIO CD PLAYER-indicator
Deze gaat branden wanneer er een audio-CD wordt ingebracht.
Deze indicator gaat ook branden wanneer u een CD-R-schijf inbrengt waarop audio-gegevens staan geschreven.
12
HOLD-knop
De klank blijft ook spelen wanneer u uw hand van de pad wegneemt.
“De klank laten doorklinken wanneer u uw hand van de
pad hebt weggenomen—Hold” (pg. 72)
25
Paneelbeschrijvingen
2
3
AUDIO TRACK RECORD-gedeelte
fig.14-09e
AUDIO TRACK
1
RECORD-indicator
BOUNCE
2
knop
1
AUDIO TRACK RECORD-indicator
Gaat branden wanneer een CD-RW-schijf wordt ingebracht die met de CDX-1 kan worden gebruikt (formatteren; pg. 110).
2
BOUNCE-knop
Met deze knop schakelt u over naar Bounce-opname. Gebruik deze knop wanneer u meerdere audio-tracks (1–6 tracks) wil combineren in twee audio-tracks.
“De uitvoeringen van meerdere audio-tracks
combineren—Bounce Recording” (pg. 125)
MIX DOWN
3
knop
CD BURNING
4
knop
Transport-gedeelte
fig.14-10e
SEARCH knop
6
ZERO knop
2
7
STOP knop
1
MARK knop
5
REPEAT knop
1
MARK-knop
Deze knop wijst een merkteken toe aan de gewenste locatie in een song. Wanneer u op [MARK] drukt, wordt een merkteken toegewezen aan de locatie in de song waarop u zich op dit moment bevindt. Als u een merkteken hebt toegewezen, kan u rechtstreeks naar het gewenste punt in de song gaan.
“Merktekens toewijzen in een song—Markers” (pg. 129)
3
REW knop
8
PLAY knop
4
FF knop
9
REC/CD RECORDER
knop
3
MIX DOWN-knop
Deze knop brengt u in de Mixdown-modus. Gebruik deze knop wanneer u audio-tracks in een master-track wil inbrengen om een originele CD te creëren.
“Een mixdown maken” (pg. 133)
4
CD BURNING-knop
Het lampje van deze knop gaat branden wanneer u in CD Burning-modus staat.
“Uw originele CD voltooien—CD Burning” (pg. 135)
Power-schakelaar
fig.14-09ae
POWER-schakelaar
POWER-schakelaar
Dit is de stroomschakelaar. Hij zet de stroom van de CDX-1 aan/uit.
SEARCH-knoppen
• SEARCH [ ]
<Wanneer de CD-speler in gebruik is>
Als de song gestopt is, brengt deze knop u terug naar de vorige song. Als de song speelt, brengt de knop u terug naar het begin van de song die op dit moment speelt.
“Naar de vorige/volgende track gaan” (pg. 50)
<Tijdens multitrack-opname/spelen>
Deze knop brengt u naar de locatie van het vorige merkteken.
“Naar de locatie van een marker gaan” (pg. 129)
• SEARCH [ ]
<Wanneer de CD-speler in gebruik is>
Gaat naar de volgende song
<Tijdens multitrack-opname/spelen>
Deze knop brengt u naar de locatie van het volgende merkteken.
REW (rewind)-knop
De song wordt teruggespoeld wanneer u de knop ingedrukt houdt.
26
P
lb h
ij i
4
2
3
2
3
FF (fast-forward)-knop
De song wordt vooruit gespoeld wanneer u de knop ingedrukt houdt.
5
REPEAT-knop
U kan een fragment specifiëren dat u wil beluisteren en dit herhaaldelijk afspelen.
“Een bepaald fragment herhaaldelijk afspelen—de
Repeat-functie” (CD-speler; pg. 51), “Een bepaald fragment herhaaldelijk afspelen—de Repeat-functie” (Multitrack opname; pg. 128)
6
ZERO-knop
Brengt u terug naar het begin van de song.
7
STOP-knop
Stopt de opname of de playback van een song.
8
PLAY-knop
Speelt songs af.
Wanneer het lampje van REC [ ] flikkert zal de opname
starten wanneer u op PLAY [ ] drukt.
Paneelbeschrijvingen
OUT-knop
Deze knop bepaalt de locatie van de punch-out. Wanneer u op [OUT] drukt, wordt de huidige locatie gememoriseerd als de locatie van de punch-out. Nadat u de locatie van de punch-out hebt gespecifieerd, kan u op [OUT] drukken om naar de locatie van de punch-out te gaan.
AUTO PUNCH-knop
Deze knop zet de auto punch-in/out functie aan/uit. Wanneer deze knop aanstaat, brandt het knoplampje. Als u de auto punch-in/out-functie gebruikt, kan u automatisch op vooraf gespecifieerde plaatsen in- en uitprikken.
“Automatisch in- en uitprikken op een bepaalde locatie—
Auto punch-in/out” (pg. 122)
PREVIEW-gedeelte
Hier kan u instellingen maken voor de Preview-functie.
Als u de Preview-functie gebruikt, kan u de huidige locatie nauwkeurig aanpassen terwijl u de klank beluistert.
“Naar een nauwkeurig bepaalde locatie gaan—Preview”
(pg. 139)
fig.14-12e
anee
esc r
v ngen
9
REC/CD RECORDER (recording/CD recorder)
knop
Dit is de Record-knop. Naast het maken van opnames wordt deze ook gebruikt voor manuele punch-in/out.
“De Record-knop gebruiken voor punch in/punch out” (pg. 121)
Lampje flikkert: duidt de recording-standby status aan.
Lampje brandt: duidt aan dat de opname bezig is.
AUTO PUNCH-gedeelte
Hier kan u instellingen maken voor de punch-in/out-functie.
fig.14-11e
3
AUTO PUNCH knop
1
IN-knop
1
IN-knop
Deze knop bepaalt de locatie van de punch-in. Wanneer u op [IN] drukt, wordt de huidige locatie gememoriseerd als de locatie van de punch-in. Nadat u de locatie van de punch-in hebt gespecifieerd, kan u op [IN] drukken om naar de locatie van de punch-in te gaan.
2
OUT-knop
1
SCRUB knop
1
SCRUB-knop
2
TO-knop
3
FROM-knop
Met deze knop kan u een zeer kort klankfragment dat op de huidige locatie eindigt of begint herhaaldelijk afspelen (pg. 140).
TO-knop
Deze knop speelt de klank vanaf een punt dat één seconde voor de huidige locatie ligt tot aan de huidige locatie (slechts één maal).
Als u in Scrub-modus staat en op [TO] drukt, zal het fragment dat eindigt op de huidige locatie als scrub­fragment geselecteerd worden.
FROM-knop
Deze knop speelt de klank vanaf de huidige locatie tot een punt dat één seconde later ligt (slechts één maal).
Als u in Scrub-modus staat en op [FROM] drukt, zal het fragment dat begint op de huidige locatie als scrub­fragment geselecteerd worden.
27
Paneelbeschrijvingen
2
3
4
Control-gedeelte
fig.14-13e
NO/EXIT
1
knop
YES/ENTER
2
knop
3
CURSOR knoppen
4
TIME/VALUE schijf
Als u de TIME/VALUE schijf naar rechts draait, zal de waarde voortdurend toenemen. Als u de schijf naar links draait, zal de waarde voortdurend afnemen.
CD-RW/CD-R/AUDIO CD-indicatiegedeelte
Een brandend lampje geeft aan welk type CD er werd geplaatst.
fig.14-14e
CD-RW
1
indicator
CD-R
2
indicator
AUDIO CD
3
indicator
BUSY
4
indicator
1
NO/EXIT-knop
Druk op deze knop wanneer u wil terugkeren naar het vorige scherm. U kan hier ook op drukken om een boodschap die in het scherm verschijnt met “nee” te beantwoorden.
2
YES/ ENTER-knop
Druk hierop wanneer u een menu wil kiezen. U kan hier ook op drukken om een boodschap die in het scherm verschijnt met “ja” te beantwoorden.
3
CURSOR-knoppen
Wanneer u meerdere instellingen maakt, kan u deze knoppen gebruiken om de cursor te verplaatsen naar een item dat u wil instellen. In schermen die uit verschillende pagina’s bestaan, worden deze knoppen ook gebruikt om van pagina te verwisselen.
4
TIME/VALUE-schijf
In schermen die geen items hebben die moeten worden ingesteld, zoals het Pre/post-fader-scherm (pg. 37) en het Sequence-speellijstscherm (pg. 37), kan u deze knoppen gebruiken om naar de huidige locatie in de song te gaan.
Wanneer u instellingen maakt voor verschillende functies veranderen deze knoppen de waarde van het item dat door de cursor werd geselecteerd.
1
CD-RW-indicator
Duidt aan dat er een CD-RW-schijf werd geplaatst.
CD-R-indicator
Duidt aan dat er een CD-R-schijf werd geplaatst.
AUDIO CD- indicator
Duidt aan dat er een audio CD werd geplaatst.
BUSY-indicator
Dit lampje gaat rood branden wanneer de geplaatste CD geschreven of gelezen wordt.
Eject-knop
fig.14-14ae
EJECT-knop
Eject-knop
Deze knop opent of sluit de CD-schijflade.
MERK OP
Als u de CD moet verwijderen nadat de stroom werd uitgezet, moet u de stroom opnieuw aanzetten en op [EJECT] drukken om de CD te verwijderen. Als u de CD met geweld wil verwijderen, is het mogelijk dat u de schijflade beschadigt.
28
P
lb h
ij i
MASTER-gedeelte
2
3
4
fig.14-15e
Paneelbeschrijvingen
Display-gedeelte
Hier wordt verscheidene informatie getoond i.v.m. de werking.
fig.14-16
anee
esc r
v ngen
MASTERING
1
TOOLS-knop
2
EDIT-knop
3
STATUS-knop
4
MASTER-schuif
1
MASTERING TOOLS-knop
Deze knop zet het “mastering tools kit”
Als de CD BURNING-modus geselecteerd is, wordt dit effect
uit.
(pg. 134) effect
aan en
automatisch aangezet.
2
EDIT-knop
Gaat naar een scherm waarin u de master-balans kan instellen.
“De algemene volumebalans aanpassen—Master balance”
(pg. 132)
3
STATUS-knop
Toont de status van de Master-track. De huidige toestand wordt door de kleur van het knoplampje getoond.
Een mixdown maken (pg. 133), CD Burning (pg. 135)
• Flikkert rood: Duidt de recording-standby-modus aan.
• Brandt rood: Duidt de opname aan
• Brandt groen: De opgenomen Master-track-gegevens
worden afgespeeld.
4
MASTER-schuif
Hiermee past u het algemeen volume aan.
1
1
TIME/SONG POSITION
2
3 4
<Wanneer de CD-speler in gebruik is>
Geeft de huidige tijdslocatie van de song aan in “Huidig track nummer/Minuten/Seconden”.
<Wanneer de multitrack in gebruik is>
Geeft de huidige tijdslocatie van de song aan in “Uren/ Minuten/Seconden/Frames”.
Frame-display Het nummer dat achter de huidige tijd getoond wordt, duidt het aantal frames aan van de huidige locatie in de song. In de fabrieksinstellingen werd 1 seconde op 30 frames (non­drop) ingesteld. Dit is een specificatietype dat MTC (MIDI Time Code) genoemd wordt en wanneer u de CDX-1 gebruikt om synchroon te spelen met een ander MIDI-toestel, moet u de beide toestellen op hetzelfde MTC-type instellen. “MTC gebruiken (Master)” (pg. 154)
<Wanneer de sequence in gebruik is>
Geeft de huidige tijdslocatie van de song aan in “Maat/Tel/Tik”.
MARK
Toont het nummer van het merkteken op de huidige locatie. Als er op de huidige locatie geen merkteken geregistreerd is, wordt het nummer getoond van het merkteken dat onmiddellijk voor de huidige locatie staat.
Als de huidige locatie vroeger valt dan het merkteken met nummer “001” of als er geen merkteken geregistreerd is, verschijnt “---” in de display.
“Merktekens toewijzen in een song—Marker” (pg. 129)
SEQ TR (Sequence Track)
Dit symbool duidt de sequence-track aan die als weergavebestemming geselecteerd werd.
“Een sequence-track spelen” (pg. 96)
BNK (Pad Bank)
Duidt het nummer aan van de huidig geselecteerde pad bank. “Pad banks verwisselen” (pg. 54)
29
Paneelbeschrijvingen
2
3
Voorpaneel
fig.front_e
1 2
Schijflade Nooduitwerpopening
Achterpaneel
fig.rpanel_e
1
AC ADAPTOR jack
2
Snoerhaak
6
MASTER-jack
7
COAXIAL-connectoren
7
OPTICAL-connectoren
1
Schijflade
Plaats de in te brengen CD in deze lade.
Nooduitwerpopening
Door deze opening kan de schijflade in noodgevallen worden geopend. “Als de schijflade niet wil openen” (pg. 36)
MERK OP
De jack en knop die met het gebruikt worden.
-symbool zijn aangeduid, kunnen niet
8
PHONES-jack
9
LINE-jack
10
GUITAR/BASS-jack
11
MIC1-jack
3
Aardingsconnector
4
MIDI-connectoren
1
AC ADAPTOR-jack
Sluit de meegeleverde AC-adaptor aan op deze jack.
MERK OP
U mag uitsluitend de meegeleverde PSB-2U AC adaptor gebruiken. Als u een andere adaptor gebruikt, kan dit oververhitting of een slechte werking veroorzaken.
2
Snoerhaak
Bind het snoer rond deze haak zodat het snoer van de AC­adaptor niet per ongeluk kan loskomen.
* Als de AC-adaptor ontkoppeld wordt wanneer de CDX-1 in werking is,
is het mogelijk dat uw belangrijke opgenomen gegevens verloren gaan.
5
FOOT SWICH-jack
12
MIC2-jack
Aardingsconnector
Sluit het aardingssnoer hierop aan.
MERK OP
In sommige gevallen wanneer er bijvoorbeeld een elektrische gitaar is aangesloten, is het mogelijk dat het metalen deel van het paneel soms ruw en korrelig aanvoelt. Dit wordt veroorzaakt door een oneindig kleine elektrische lading die volkomen onschadelijk is. Moest u zich hierover toch zorgen maken, kan u de aardingsterminal (zie afbeelding) op een externe aarding aansluiten. Wanneer het toestel geaard is, kan er -afhankelijk van de eigenschappen van uw installatie- een lichte brom optreden. Contacteer het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkende Roland-verdeler zoals aangegeven op de “Informatiepagina” als u niet zeker bent van de aansluitingsmethode.
Ongeschikte aansluitingsplaatsen
• Waterleidingen (kan leiden tot schok of elektrocutie)
• Gasleidingen (kan leiden tot brand of ontploffing)
• Aarding van telefoonlijnen of bliksemafleiders (gevaarlijk tijdens een onweer)
30
Loading...
+ 212 hidden pages