Roland CD-2 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding
Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, leest u de secties getiteld “HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN” en “BELANGRIJKE OPMERKINGEN” (p. 4-5, p. 6-8). In dit deels vindt u belangrijke informatie over het op juiste wijze gebruiken van het apparaat. Bovendien kunt u de gebruikershandleiding in zijn geheel doorlezen om een goed beeld te krijgen van alles dat dit te bieden heeft. Bewaar deze handleiding, zodat u er later aan kunt refereren.
Copyright © 2005 ROLAND CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag, in welke vorm
dan ook, zonder schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION
gereproduceerd worden.
Roland Internationale website: http://www.Roland.com
Inhoud
Inleiding 4
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKENInhoud ........... 4
Controle
en
voorbereiding
Basisbediening 26
Beginnen
BELANGRIJKE OPMERKINGEN ................................................................. 6
Controleer de bijgeleverde onderdelen ..................................................... 9
Hoofdkenmerken........................................................................................ 10
Paneelbeschrijvingen ................................................................................ 12
Media die met de CD-2 gebruikt kunnen worden.................................... 17
Opmerkingen met betrekking tot CompactFlash (CF) kaarten .................................. 18
Opmerkingen over CD-R/RW disks ........................................................................... 18
Andere apparatuur aansluiten .................................................................. 20
Condensator microfoons aansluiten .......................................................................... 22
Basisbediening .......................................................................................... 24
De stroom aan/uitzetten............................................................................................. 24
Het volume aanpassen .............................................................................................. 25
Het geluid tijdelijk stil maken (Speaker Mute)............................................................ 25
Het contrast van het scherm bijstellen....................................................................... 25
Een CD plaatsen/verwijderen.................................................................... 26
Een CF kaart plaatsen/verwijderen .......................................................... 27
Opnemen
op CF/CD
Afspelen
Opnemen op de CD-2 ................................................................................ 28
Opnemen met de interne microfoons ...................................................... 30
Opnemen via een aangesloten microfoon of instrument....................... 31
Uw uitvoering samenvoegen met een song van een muziek CD ......... 32
Uw uitvoering met een song van een CF kaart samenvoegen ............. 34
Instellingen voor opname ......................................................................... 36
Een CF kaart voor gebruik voorbereiden (formatteren) ............................................. 36
De CF kaart opname mode kiezen ............................................................................ 36
De opname bron selecteren (MIC SELECT) ............................................................. 37
Het ingangsniveau aanpassen .................................................................................. 37
Het afspeelniveau van een muziek CD of CF kaart tijdelijk aanpassen .................... 38
Als u via aangesloten microfoons opneemt (Pan instelling) ...................................... 39
De links/rechts volumebalans van de interne microfoons aanpassen ....................... 39
Een CD afspelen......................................................................................... 40
Op een lagere snelheid afspelen (Slow Playback) .................................................... 40
De afspeeltoonhoogte fijner afstemmen (Pitch)......................................................... 41
De stem of solo gitaar uit het afspeelgeluid verwijderen (Center Cancel) ................. 42
De toonsoort van het afspeelgeluid veranderen (Key) .............................................. 42
Een sectie herhaaldelijk afspelen (A-B Repeat) ........................................................ 43
Tracks herhaaldelijk afspelen (1 Track/All Repeat) ................................................... 43
Een CF kaart afspelen ............................................................................... 44
Tracks herhaaldelijk afspelen (1 Track/All Repeat) ................................................... 44
Een sectie herhaaldelijk afspelen (A-B Repeat) ........................................................ 45
2
Een
Muziek CD
creëren
Een muziek CD creëren van een CF kaart ............................................... 46
Een professioneel klinkende CD creëren (Master effecten) ...................................... 49
Een disk speelbaar maken voor een conventionele CD speler ............ 50
Inhoud (continued)
Gevorderd gebruik
De metronoom gebruiken ......................................................................... 52
Een aftelling laten klinken om van een nauwkeurige timing verzekerd te zijn (Count-in) ...53
Andere opname
methodes
Meer functies
De opname automatisch starten als het geluid begint........................... 54
Tracknummers toewijzen terwijl u opneemt ........................................... 55
[MARKER] gebruiken om tracknummers toe te wijzen.............................................. 55
Tracknummers op gespecificeerde intervallen toewijzen .......................................... 56
Tracknummers toewijzen wanneer stilte wordt gedetecteerd.................................... 57
Een CF kaart bewerken ............................................................................. 58
Een track wissen........................................................................................................ 58
Alle tracks wissen ...................................................................................................... 58
Een naam aan een track toewijzen............................................................................ 59
Stille regio’s aan het begin en eind van de track bijschaven (Trim In/Out)................ 60
Een track onderverdelen (Divide) .............................................................................. 62
Een CF kaart formatteren .......................................................................................... 63
Een track naar een Wave bestand omzetten (Wave Convert) .................................. 63
Tracks van een CD-RW disk wissen ........................................................ 64
De laatste track wissen.............................................................................................. 64
Alle tracks wissen ...................................................................................................... 64
Finalization verwijderen ............................................................................................. 65
Uw instrument stemmen (Tuner).............................................................. 66
De referentie toonhoogte van het stemapparaat veranderen .................................... 67
Een leidtoon beluisteren tijdens het stemmen ........................................................... 67
Een originele muziek CD kopiëren ........................................................... 68
Effecten op uw vocale of instrumentale uitvoering toepassen ............. 70
Een reservekopie maken van tracks van een CF kaart .......................... 71
Opgeslagen data herstellen (Recover) .................................................... 72
SMF data (Standaard MIDI bestand) afspelen ......................................... 73
De fabrieksinstellingen herstellen (Initialize) .......................................... 74
Andere functies en instellingen................................................................ 75
De resterende tijd weergeven.................................................................................... 75
Het ingangsniveau van de interne microfoons automatisch aanpassen ................... 76
De functie van de voetschakelaar specificeren ......................................................... 76
Het uitgangsniveau van de AUX OUT jacks aanpassen ........................................... 77
De tracknamen op een CF kaart bekijken ................................................................. 78
De lijn ingang aan/uitzetten ....................................................................................... 78
Het afspeelniveau van een muziek CD/CF kaart aanpassen .................................... 79
Appendix 84
Probleemoplossing.................................................................................... 82
Berichten .................................................................................................... 87
Referentie
3
Effect Patch Lijst........................................................................................ 88
Menu lijst .................................................................................................... 90
Specificaties ............................................................................................... 91
Index............................................................................................................ 92
Inleiding
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
VOORZICHTIG opmerkingen
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
WAARSCHUWING
de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste
VOORZICHTIG
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
001
• Zorg dat u onderstaande instructies en de gebrui­kershandleiding leest, voordat u het apparaat in gebruik neemt.
..........................................................................................................
002c
• Maak het apparaat of de adapter niet open en voer geen interne modificaties uit.
..........................................................................................................
003
• Tracht het apparaat niet te repareren of onder­delen in het apparaat te vervangen (behalve wanneer daartoe specifieke instructies in de handleiding staan). Ga voor alle onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkende Roland distributeur die u op de “Informatie” pagina kunt vinden.
..........................................................................................................
004
• Het apparaat mag nooit worden gebruikt of opgeborgen worden op plaatsen die:
• aan extreme temperaturen onderhevig zijn
(bijvoorbeeld direct zonlicht in een afgesloten voertuig, dichtbij een warmtekanaal of bovenop warmte genererende apparatuur, of die
• vochtig zijn (bijvoorbeeld badkamers, wasruimtes of
natte vloeren hebben, of
• aan regen blootstaan of vochtig zijn, of
• stoffig zijn, of
• aan een hoge mate van vibratie onderhevig zijn.
..........................................................................................................
008e
• Gebruik alleen het aan het apparaat bevestigde netsnoer. Ook mag het bijbehorende netsnoer niet met een ander apparaat worden gebruikt.
..........................................................................................................
4
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
008c007
• Zorg dat het apparaat altijd zo wordt geplaatst, dat het waterpas staat en stabiel zal blijven. Plaats het nooit op standaards die kunnen wiebelen of op hellende oppervlakken.
..........................................................................................................
• Gebruik alleen de adapter die bij het apparaat hoort. Controleer ook of het lijnvoltage met het ingangsvoltage overeenkomt, dat op de behuizing van de adapter wordt vermeld. Andere adapters kunnen een andere polariteit gebruiken of op een ander voltage zijn ontworpen. Het gebruik daarvan kan derhalve tot schade, storingen of elektrische schok leiden.
..........................................................................................................
008e
• Gebruik alleen het aan het apparaat bevestigde netsnoer. Ook mag het bijbehorende netsnoer niet met een ander apparaat worden gebruikt.
..........................................................................................................
009
• Buig of draai het netsnoer niet overmatig en plaats er geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan het snoer beschadigen, elementen kunnen afbreken en kortsluiting kan ontstaan. Bescha­digde snoeren brengen risico’s van brand en schok met zich mee!
..........................................................................................................
010
• Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met een versterker en koptelefoon of luidsprekers, kan geluidsniveaus produceren die permanent gehoorsverlies kunnen veroorzaken. Gebruik het apparaat niet gedurende langere tijd op een hoog of oncomfortabel volumeniveau. Indien u last heeft van enig gehoorsverlies of een piep in de oren, moet u het apparaat niet meer gebruiken en een oorarts raadplegen.
..........................................................................................................
Controleren en voorbereidingen
WAARSCHUWING
012b011
• Zorg dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen (water, frisdrank, enz.) in het apparaat terecht­komen.
..........................................................................................................
• Zet direct de stroom uit, haal het netsnoer uit het stopcontact en breng het apparaat voor onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbij­zijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur, te vinden op de "Informatie" pagina, indien:
• De adapter, het netsnoer of de stekker is
beschadigd, of
• Er rook of een ongewone geur optreedt
• Er objecten of vloeistof in het apparaat terecht
zijn gekomen, of
• Het apparaat in de regen heeft gestaan (of op
andere wijze nat is geworden), of
• Het apparaat niet normaal schijnt te functioneren, of een duidelijke verandering in werking laat zien.
..........................................................................................................
013
• In huishoudens met kleine kinderen moet een volwassene toezicht houden, totdat het kind in staat is de regels, die essentieel zijn voor een veilige bediening van het apparaat, op te volgen.
..........................................................................................................
014
• Bescherm het apparaat tegen zware schokken. (Laat het niet vallen!)
..........................................................................................................
015
• Steek het netsnoer van dit apparaat niet in een stopcontact waar een buitensporig aantal andere apparaten gebruik van maakt. Wees in het bijzonder voorzichtig bij het gebruik van verleng­snoeren – de totale hoeveelheid stroom die door alle aangesloten apparaten wordt gebruikt, mag nooit de stroom classificatie (watts/ampères) van het verlengsnoer overschrijden. Door overmatige ladingen kan de isolatie van het snoer verhit raken, en uiteindelijk smelten.
..........................................................................................................
016
• Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur. Deze zijn te vinden op de ‘Informatie’ pagina.
..........................................................................................................
VOORZICHTIG
101b
• Het apparaat en de adapter dienen zo geplaatst te worden dat hun locatie of positie de benodigde ventilatie niet belemmert.
..........................................................................................................
102c
• Als u de stekker van de adapter in het apparaat of een stopcontact steekt of eruit haalt, houdt u deze, of de behuizing van de adapter vast.
..........................................................................................................
103b
• U dient de adapter met enige regelmaat uit het stopcontact te halen en deze schoon te maken met een droge doek om stof en andere opeenhopingen tussen de vorken van de stekker uit te halen. Ook haalt u de stekker uit het stopcontact wanneer het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt zal worden. Ophoping van stof tussen de twee stekkers kan slechte isolatie veroorzaken, dat tot brand kan leiden.
..........................................................................................................
104
• Probeer het in de war raken van snoeren te voorkomen. Tevens dienen alle snoeren buiten het bereik van kinderen te blijven.
..........................................................................................................
106
• Ga nooit op het apparaat zitten of staan en plaats er geen zware objecten op.
..........................................................................................................
107c
• Raak de behuizing van de adapter of zijn stekkers nooit met natte handen aan als u deze in dit apparaat of een stopcontact steekt of eruit haalt.
..........................................................................................................
108b
• Voordat u het apparaat verplaatst, verwijdert u de adapter en alle snoeren van externe apparaten.
..........................................................................................................
110b
• Wanneer u onweer in uw omgeving verwacht, haalt u de stekker uit het stopcontact.
..........................................................................................................
118a
• Indien u schroeven verwijdert, bewaart u deze op een veilige plaats buiten het bereik van kinderen. Op die manier voorkomt u dat de schroeven per ongeluk door kinderen worden ingeslikt.
..........................................................................................................
120
• Zet de fantoomvoeding altijd uit als u, afgezien van een condensator microfoon, een ander apparaat dat op fantoomvoeding werkt aansluit. Als u per ongeluk fantoomvoeding toepast op apparaten die niet van deze voeding gebruik maken, zoals dynamische microfoons, afspeelap­paraten of andere apparaten, kan er schade ontstaan. Controleer de specificaties van elke microfoon die u wilt gebruiken. Deze vindt u in de betreffende handleiding.
(De fantoomvoeding van dit apparaat: 48 V DC, 10mA Max).
..........................................................................................................
5
Inleiding
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Als toevoeging op “HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN” (pag–5), verzoeken wij u het volgende in acht te nemen:
• Als het apparaat naar een locatie met een zeer afwijkende
temperatuur en/of vochtigheid wordt verplaatst, kunnen
Stroomvoorziening
301
• Sluit dit apparaat niet op hetzelfde stopcontact aan dat door een elektrisch apparaat wordt gebruikt, waar een omvormer bij te pas komt (zoals een koelkast, wasma­chine, magnetronoven of airconditioner) of dat een motor bevat. Afhankelijk van de manier, waarop het apparaat wordt gebruikt, kan de ruis van de stroomvoorziening veroorzaken dat dit apparaat storingen gaat vertonen of hoorbare ruis produceert. Wanneer het niet mogelijk is om een apart stopcontact te gebruiken, plaatst u een stroom­voorziening ruisfilter tussen dit apparaat en het stopcon­tact.
• De adapter zal na lange uren werking warmte afgeven. Dit is normaal en niets om u zorgen over te maken.
• Voordat u dit apparaat op andere apparaten aansluit, zet u de stroom van alle apparaten uit. Hiermee worden sto­ringen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten voorkomen.
Plaatsing
351
• Wanneer het apparaat in de buurt van krachtversterkers (of andere apparatuur welke grote stroom transformators bevat) wordt gebruikt, kan ruis worden opgewekt. Om dit probleem te verzachten, verandert u de richting van dit apparaat of plaatst u het verder weg van de storingsbron.
• Dit apparaat kan storing in radio en televisieontvangst veroorzaken. Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van dit soort ontvangers.
• Ruis kan veroorzaakt worden, wanneer draadloze com­municatieapparaten, zoals mobiele telefoons in de buurt van dit apparaat worden gebruikt. Dit soort ruis kan optreden bij het ontvangen of starten van een gesprek of tijdens de conversatie.
• Als u dit soort problemen ondervindt, dient u deze draad­loze apparaten op meer afstand van dit apparaat gebrui­ken of uit te zetten.
• Neem het volgende in acht als u de CD-R/RW drive van dit apparaat gebruikt. Verdere details vindt u bij “Behan­deling van de CD-R/RW drive” op pagina 7.
- Installeer het apparaat op een stevig, waterpas oppervlak.
- Verplaats het apparaat niet en stel het niet aan trillingen bloot, terwijl de drive in werking is.
• Stel het apparaat niet aan direct zonlicht bloot, plaats het niet in de buurt van apparaten die warmte afgeven, laat het niet in een afgesloten voertuig achter en onderwerp het niet aan temperatuur extremen.
• Door overmatige hitte kan het apparaat vervormen of ver­kleuren.
er waterdruppels (condensatie) binnen in het apparaat worden gevormd. Wanneer u het apparaat in deze staat gaat gebruiken, kunnen schade en storingen ontstaan. Daarom moet u het apparaat, voordat u het in gebruik neemt, enige uren laten staan, totdat de condensatie volle­dig is verdampt.
• Als u dit apparaat op een piano of meubelstuk plaatst, kan de lak van de piano door de rubberen voet van dit appa­raat verkleuren of beschadigen. Om dit te voorkomen, kunt u een doek onder dit apparaat leggen.
Onderhoud
401a
• Voor het dagelijks schoonhouden veegt u het apparaat met een zachte, droge of een licht vochtige doek schoon. Om hardnekkig vuil te verwijderen gebruikt u een doek met een kleine hoeveelheid mild, niet schurend schoon­maakmiddel. Neem het apparaat daarna met een zachte, droge doek af.
• Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol of oplosmid­delen om verkleuring en/of vervorming van het apparaat te voorkomen.
Aanvullende voorzorgsmaatregelen
552
• Indien de inhoud van data, die op een CompactFlash kaart of CD-R/RW disk is opgeslagen, verloren is gegaan, kan deze mogelijk niet meer hersteld worden. Roland Cor­poration is niet aansprakelijk voor dit soort dataverlies.
• Behandel de knoppen, schuifregelaars of andere bedie­ningsknoppen van dit apparaat met gepaste voorzichtig­heid. Dit geldt ook voor het gebruik van de stekkers en aansluitingen. Ruwe behandeling kan tot storingen leiden.
• Sla nooit op het beeldscherm en voer er geen hoge druk op uit.
• Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van alle kabels, houdt u deze bij de aansluiting zelf vast – trek nooit aan de kabel. Op deze manier vermijdt u kortsluiting of schade aan de interne elementen van de kabel.
• Om te vermijden dat u uw buren stoort, probeert u het volume van dit apparaat op een redelijk niveau te houden. U kunt ervoor kiezen om een koptelefoon te gebruiken, zodat u zich geen zorgen om de personen in uw naaste omgeving hoeft te maken (‘s nachts in het bijzonder.)
• Wanneer u het apparaat moet transporteren, verpakt u het zo mogelijk in de originele doos (inclusief schokabsorbe­rend materiaal). Anders zult u soortgelijk verpakkingsma­teriaal moeten gebruiken.
• Gebruik een Roland kabel om de aansluiting te maken. Als u een kabel van een ander merk gebruikt, neem dan notitie van onderstaande voorzorgsmaatregelen.
6
- Sommige aansluitingskabels bevatten weerstanden. Gebruik voor het aansluiten van dit apparaat geen kabels die weerstanden hebben. Bij gebruik van dit soort kabels kan het geluidsniveau extreem laag of zelfs niet hoorbaar zijn. Informatie over kabelspecifi­caties kunt u bij de fabrikant van de kabel verkrijgen.
Behandeling van CompactFlash kaarten
704
• Steek de CompactFlash kaart voorzichtig helemaal in het apparaat, totdat deze stevig op zijn plaats zit.
fig.M512-Insert
705
• Raak de aansluitcontacten nooit aan en zorg ervoor dat deze niet vies worden.
• De sleuf voor de geheugenkaart accepteert de Compact­Flash kaart. Microdrive opslagmedia zijn niet compatibel.
• CompactFlash kaarten zijn vervaardigd met gebruik van precisiecomponenten. Behandel de kaarten voorzichtig en let vooral op het volgende.
- Om schade aan kaarten door statische elektriciteit te voorkomen, moet u de mogelijk op uw lichaam aanwezige statische elektriciteit ontladen voordat u de kaarten ter hand neemt.
- Zorg dat het contactgedeelte van de kaart niet met metaal in aanraking komt.
- Buig de kaarten niet, laat ze niet vallen en onderwerp ze niet aan schokken of sterke trillingen.
- Bewaar de kaarten niet in direct zonlicht, in afgesloten voertuigen of soortgelijke locaties (opslagtemperatuur:
-25 tot 85 graden C).
- Laat de kaarten niet nat worden.
- Haal de kaarten niet uit elkaar en probeer deze niet zelf te wijzigen.
Behandeling van de CD-R/RW drive
***
• Installeer het apparaat op een stevig, waterpas oppervlak in een ruimte, waar geen trillingen kunnen voorkomen.
• Gebruik het nood uitwerpgat om de diskhouder te openen nooit, terwijl dit apparaat in werking is.
• Verwijder de disk uit de drive, voordat u het apparaat aan of uit zet.
• Als u het apparaat vervoert, verwijdert u de disk uit de houder.
• Om storingen en/of schade te voorkomen, plaatst u alleen disks met in de CD-R/RW drive. Gebruik nooit een ander type disk. Zorg dat er geen paperclips, munten of andere vreemde objecten in de drive terechtkomen.
Handling CD-R/RW Discs
***
• SPEEL GEEN CD-R/RW disk (CD-R/RW disk waarop trackdata van een CompactFlash kaart is opgeslagen pagina 71) op een conventionele CD speler af. Het resulte­rende geluid kan van een zodanig niveau zijn, dat perma­nent gehoorsverlies kan veroorzaken. Dit kan tot schade aan luidsprekers of andere systeemcomponenten leiden.
• Gebruik geen ongewoon gevormde disks, zoals hartvor­mige of achthoekige disks. Hierdoor kan de CD-2 bescha­digen.
• Buig de disk niet.
• Laat disks niet vallen en stapel ze niet op.
• Plaats geen zware objecten op een disk en onderwerp disks niet aan zware fysieke schokken.
• Houdt de disk vast door één vinger in het middengat te steken en uw duim tegen de buitenrand te plaatsen. Wees voorzichtig dat u geen vingerafdrukken achterlaat of krassen op het opnameoppervlak (het groene oppervlak) van de disk maakt.
***
• Niet gebruiken op stoffige locaties.
• Laat de disk niet in direct zonlicht of een afgesloten voer­tuig liggen.
• Bewaar de disk niet gedurende langere tijd in de CD-R/ RW drive.
• Om de disk te beschermen, bewaart u deze in zijn origi­nele doos.
• Plak geen etiket op de disk.
• Als u een titel op de etiket kant van de disk schrijft, gebruikt u een zachte stift zoals een merkstift.
• Maak de disk schoon met een zachte en droge doek, op radiale wijze van binnen naar buiten. Veeg niet met de omtrek mee.
BELANGRIJKE OPMERKINGENControle en voorbereiding
7
Inleiding
BELANGRIJKE OPMERKINGEN (vervolgd)
(801change)
• Houd uw disks met een in de winkel verkrijgbare CD rei­niger schoon. Gebruik geen wasbenzine, platenspray of oplosmiddelen.
• Lees de documentatie behorende bij uw CD-R/RW disks.
Auteursrecht
851
• Het onbevoegd opnemen, verspreiden, verkopen, uitle­nen, publiekelijk uitvoeren, uitzenden of soortgelijke han­delingen van een volledig werk of gedeelte daarvan (muzikale compositie, video, uitzending, publiekelijke uit­voering, enz.) waarvan het auteursrecht bij een derde par­tij ligt, is bij de wet verboden.
• Dit apparaat is ontworpen voor professioneel gebruik. Als de CD-R/RW drive wordt gebruikt voor het overbrengen van geluidssignalen, kan dit apparaat opnemen zonder dat het aan de restricties van het Serial Copy Management System (SCMS) is onderworpen. Dit komt doordat het apparaat alleen voor muziekproductie is bedoeld, en zo is ontworpen dat het niet aan restricties onderhevig is, zolang het wordt gebruikt voor het opnemen van werken, die de auteursrechten van anderen niet schenden (zoals uw eigen composities). (SCMS is een element dat tweede generatie en verder kopiëren via een digitale verbinding verhindert. Het is in MD (Mini-Disc) recorders en andere digitale geluidsapparatuur voor consumenten inge­bouwd als een beveiligingselement ter bescherming van het auteursrecht).
• Gebruik dit apparaat niet voor doeleinden, waarbij het auteursrecht van een derde partij overtreden kan worden. Wij zijn op geen enkele wijze verantwoordelijk voor over­tredingen van het auteursrecht van een derde partij, die door gebruik van dit apparaat worden begaan.
Over de licentie overeenkomst
***
• De CD schrijf functie van de CD-2 en zijn kopieerfunctie zijn ontworpen, opdat u materiaal, waarvan het auteurs­recht in uw bezit is, kunt reproduceren, of materiaal waar­voor de eigenaar van het auteursrecht u toestemming heeft gegeven om het te kopiëren. Dientengevolge is reproductie van muziek CD’s of ander auteursrechtelijk materiaal zonder toestemming van de eigenaar van het auteursrecht, waarbij de technische voorzieningen, die tweede generatie en verdere kopieën zoals SCMS of anders verhinderen, worden omzeild een overtreding van het auteursrecht. Hiervoor kunt u bestraft worden, zelfs als het om reproductie voor uitsluitend persoonlijke doel­einden gaat. Raadpleeg een auteursrecht specialist of de speciale publicaties voor meer gedetailleerde informatie over het verkrijgen van toestemming van auteursrecht­houders.
8
Inleiding
Controleer de bijgeleverde onderdelen
Controleer de CD-2 verpakking om er zeker van te zijn, dat deze onderdelen aanwezig zijn.
Controle en voorbereiding
CD-2
Adaptor
(PSB-3U)
Netsnoer
Lege CD-R disk:
700MB
CompactFlash
(CF kaart): 128MB
*De kaart is reeds
geformatteerd.
pagina 36.
Kaartbeveiliging
(bevestigd aan de onderzijde van de CD-2)
Gebruikershand-
leiding
Controleer de bijgeleverde onderdelen
Losse pagina’s (“Uw
uitvoering opnemen en een CD creëren”).
9
Inleiding
Hoofdkenmerken
Gemakkelijk een originele muziek CD creëren met gebruik van alleen de CD-2
U kunt drie types media opnemen.
CD-R disks
(CF kaarten)
U kunt een muziek CD creëren van geselecteerde songs, die op een CompactFlash kaart zijn opgenomen.
U kunt een muziek CD creëren door rechtstreeks op een CD-R/RW disk op te nemen.
CD-RW disksCompactFlash
Gemakkelijk opnemen met gebruik van de interne microfoons en via de ingebouwde luidsprekers afluisteren
Aangezien stereo microfoons zijn ingebouwd, kunt u direct beginnen met opnemen.
Voor handenvrije bediening is er een “Auto Level Control” functie, die de ingangsniveaus van de interne microfoons automatisch bijstelt (pagina 76).
Omdat stereo luidsprekers zijn ingebouwd, kunt u uw opnames meteen beluisteren.
Pag. 30
Sluit microfoons of instrumenten aan om een stem of instrumentale uitvoering op te nemen
Een uitvoering van microfoons of instrumenten (bijv. gitaar of digitale piano) die op de ingangsjacks zijn aangesloten, kan rechtstreeks worden opgenomen.
De CD-2 heeft externe microfoon jacks, een gitaar ingangsjack, waarop een gitaar of bas rechtsreeks kan worden aangesloten, en lijn ingangsjacks.
10
Pag. 31
Handige oefenfuncties voor muzieklessen
Pag. 42
U kunt de afspeelsnelheid langzamer maken, zonder dat de toonhoogte van de song verandert. *
Pag. 40
U kunt de afspeeltoonhoogte (toonsoort) van een song veranderen. *
U kunt de stem uit het afspeelgeluid van een CD verwijderen. *
De CD-2 biedt een Center Cancel functie, waarmee een groot gedeelte van de solo zangpartij van een CD wordt geëlimineerd, zodat deze minder opvalt. Hierdoor kunt u uw favoriete CD’s als karaoke CD’s gebruiken.
U kunt een gewenste sectie herhaaldelijk afspelen.
Met de A-B Repeat functie kunt u een gespecificeerde sectie herhaaldelijk afspelen.
Pag. 43, 48
Pag. 42
Controle en voorbereiding
Hoofdkenmerken
Gemakkelijke bewerking met CompactFlash
Ongewenste stilteregio’s, die voor of na de song zijn opgenomen, kunt u verwijderen. Ook kunt u een song naar wens onderverdelen.
Pag. 60, 65
Mix opname gebruiken voor nog meer mogelijkheden
U kunt uw eigen vocale of instrumentale uitvoering op een song van een muziek CD stapelen.
Terwijl u naar de begeleiding luistert, middels een karaoke CD, kunt u uw eigen vocale of instrumentale uitvoering toevoegen en het resultaat op een CompactFlash kaart opnemen.
Songs die u op een CompactFlash kaart heeft opgenomen, kunnen met aanvullende uitvoeringen worden samengevoegd.
U kunt zelf multi-part instrumentale of vocale uitvoeringen opbouwen. Als u bijvoorbeeld naar een eerder door u opgenomen pianobegeleiding luistert, kunt u daar een aanvullende vocale uitvoering bij mixen.
Pag. 32
Pag. 34
Veelzijdige ingebouwde effecten
U kunt uw vocale of instrumentale uitvoeringen bewerken door een verscheidenheid aan effecten toe te passen.
De CD-2 biedt een grote reeks effecten voor verschillende toepassingen, zoals voor vocalen of voor gitaar/bas.
U kunt een professioneel klinkende CD maken
De CD-2 heeft master effecten, die uw CD professioneel zullen laten klinken.
Pag. 70
.
Pag. 49
11
Inleiding
Paneelbeschrijvingen
Bovenpaneel
Interne luidsprekers/Interne microfoons
Stereo luidsprekers
Dit is een paar stereo luidsprekers, die in de CD-2 zijn gebouwd.
MIC L/MIC R
Dit is een paar stereo microfoons, ingebouwd in de CD-2. U kunt deze microfoons gebruiken om op te nemen.
Pagina 30: “Opnemen met de interne microfoons”.
CompactFlash bedieningsgebied
Gebruik de knoppen in dit gebied voor handelingen op een CompactFlash (CF kaart).
OVERDUBBING knop
Gebruik deze knop als u een track (song) van een muziek CD of CF kaart wilt afspelen tijdens het overdubben (opstapelen) van een aanvullende vocale of instrumentale uitvoering.
Pagina 32: “Uw uitvoering met een song van een muziek CD samenvoegen”.
Pagina 34: “Uw uitvoering met een song van een CF kaart samenvoegen”.
EDIT knop
Gebruik deze knop als u de tracks van een CF kaart wilt
bewerken.
Pagina 58-63: “Een CF kaart bewerken”.
Stop ( ) knop
Druk op deze knop om afspelen of opnemen te beëindigen.
Pagina 44: “Een CF kaart afspelen”.
Play/Pause ( ) knop
Druk op deze knop om het afspelen of de opname te starten. Tijdens afspelen of opnemen kunt u deze knop indrukken om naar de pauzestand te gaan. Druk de knop nogmaals in om verder te gaan met afspelen of opnemen vanaf de locatie, waarop u bent gestopt. Als u de opname op pauze zet, zal de volgende track beginnen op het punt, waarop u de opname verder laat gaan.
Pagina 44: “Een CF kaart afspelen”.
Opname ( )/MARKER knop
Druk op deze knop om naar de pauzestand voor opname mode voor een CF kaart te gaan.
Tijdens de opname kunt u op deze knop drukken om een tracknummer toe te wijzen.
Pagina 55: “[MARKER] gebruiken om tracknummers toe
te wijzen”.
CD WRITE gebied
12
Met de regelaars in dit gebied kunt u een muziek CD van CF kaart tracks maken.
Controle en voorbereiding
COMPACT DISC bedieningsgebied
MASTERING knop
Met deze knop kunt u master effecten op tracks op de CF kaart toepassen.
Pagina 49: “Een professioneel klinkende CD maken”.
TRACK SELECT knop
Met deze knop kunt u de tracks van de CF kaart selecteren, die u op een CD-R/RW wilt schrijven.
Pagina 46: “Een muziek CD creëren van een CF kaart”.
WRITE knop
Met deze knop worden de geselecteerde CF kaart tracks naar een CD-R/RW disk geschreven.
Pagina 46: “Een muziek CD creëren van een CF kaart”.
CF Card/CD Common gebied
Met de knoppen in dit gebied kunt u de media (CF kaart of CD) besturen, die u als de bron heeft geselecteerd.
Vorige track/volgende track ( ) knoppen Terugspoelen/vooruitspoelen ( ] knoppen
U kunt deze knoppen gebruiken om naar het begin van de vorige of volgende track te springen. Tijdens afspelen gaat u met de [Previous track( )] knop terug naar het begin van de track, die op dat moment wordt gespeeld.
Terwijl u gestopt bent, drukt u op deze knoppen en houdt u ze ingedrukt om snel naar het begin van de track te gaan.
Tijdens het afspelen drukt u op één van deze knoppen en houdt u deze ingedrukt om terug of vooruit te spoelen.
Terwijl er gepauzeerd is, drukt u op deze knoppen en houdt u ze ingedrukt om snel terug of vooruit te spoelen.
Pagina 40: “Een CD afspelen”.
REPEAT: 1/ALL knop
Met deze knop wordt één track of alle tracks herhaaldelijk afgespeeld.
CF kaart: pagina 44, CD: pagina 43, “Tracks herhaaldelijk afspelen”.
Bij het toewijzen van een naam aan een CF kaart track, voegt u met deze knop een spatie tussen de letters van de titel in.
Pagina 59: “Een naam aan een track toewijzen”.
REPEAT: A-B knop
Met deze knop wordt de door u aangegeven regio her­haaldelijk afgespeeld.
CF kaart: pagina 43, CD: pagina 45, “Een sectie herhaal­delijk afspelen”.
Bij het toewijzen van een naam aan een track van een CF kaart, wordt met deze knop een letter uit de naam verwij­derd.
Pagina 59: “Een naam aan een track toewijzen”.
/
/
Met de knoppen in dit gebied kunt u de CD-R/RW disk of muziek CD besturen.
PITCH knop
U kunt deze knop gebruiken om de toonhoogte (fijnere aanpassingen van minder dan een halve toon) van het afspeelgeluid van de CD bij te stellen.
Pagina 41: “Fijn afstemmen van de afspeeltoonhoogte”.
U kunt deze knop gebruiken om de toonsoort (aanpassin­gen van een halve toon) van het CD afspeelgeluid te transponeren.
Pagina 42: “De toonsoort van het afspeelgeluid verande­ren”.
SPEED knop
Deze knop speelt de CD langzaam af, zonder dat de toonhoogte daardoor wordt beïnvloed.
Pagina 40: “Afspelen op een langzamer tempo”.
CENTER CANCEL knop
Met deze knop kunt u de solostem of het solo gitaargeluid van een CD elimineren (of reduceren).
Pagina 42: “De stem of solo gitaar uit het afspeelgeluid verwijderen”.
ERASE knop
Met deze knop kunt u eerder opgenomen tracks van een CD­RW disk wissen. Ook kunt u hiermee een disk “un-finalized” maken.
Pagina 64: Tracks van een CD-RW disk wissen”.
FINALIZE knop
Deze knop voltooit (finalize) een CD-R/RW disk, die u heeft opgenomen.
Pagina 50: “Een disk speelbaar maken voor een conventio­nele CD speler”.
EJECT ( ) knop
Met deze knop wordt de diskhouder geopend of gesloten.
Pagina 26: Een CD plaatsen/verwijderen”.
Stop ( ) knop
Deze knop stopt het afspelen of opnemen.
Pagina 40: “Een CD afspelen”.
Play/Pause ( ) knop
Deze knop start het afspelen of opnemen. U kunt deze knop tijdens afspelen of opnemen indrukken om naar de pauzestand te gaan. Druk nogmaals in om verder te gaan met afspelen of opnemen, vanaf de plaats waarop u was gepauzeerd. Als u de opname op pauze zet, zal de volgende track beginnen op het punt, waarop u verder gaat met opnemen.
Pagina 40: “Een CD afspelen”.
Record ( )/MARKER knop
Druk op deze knop om de CD-R/RW disk in de standby mode voor opname te zetten.
Paneelbeschrijvingen
13
Inleiding
Paneelbeschrijvingen (vervolgd)
Tijdens opname kunt u op deze knop drukken om een tracknummer toe te wijzen.
Pagina 55: “[MARKER] gebruiken om tracknummers toe te wijzen”.
Zijpaneel (CompactFlash ingang)
Beeldscherm
In het beeldscherm wordt verscheidene informatie of berichten met betrekking tot de operatie, die u uitvoert, getoond, zoals het maken van verscheidene instellingen of het bewerken van tracks.
MIC 1/MIC 2 Jacks
Op deze jacks kunnen microfoons met XLR type pluggen worden aangesloten.
Pagina 20: “Andere apparatuur aansluiten”.
Veiligheidsslot ( )
Hier kunt u een in de winkel verkrijgbaar veiligheidsslot bevestigen.
http://www.kensington.com/
PHANTOM Power Supply Switch
Deze schakelaar voorziet de XLR type MIC 1/MIC 2 jack van fantoomvoeding.
Pagina 22: “Condensator microfoons aansluiten”.
CompactFlash (CF kaart) opening
Hier kunt u een CompactFlash (CF) kaart insteken.
Pagina 27: “Een CF kaart plaatsen/verwijderen”.
Indien gewenst kunt u de bijgeleverde kaartbeveiliging bevestigen om diefstal van de CF kaart te voorkomen.
Pagina 19: “De kaartbeveiliger bevestigen”.
Card Eject knop
Gebruik deze knop om de CF kaart uit te werpen.
Pagina 27: “Een CF kaart verwijderen”.
CD-R/RW Drive
NIVEAU meter
Hier wordt het volumeniveau van de track, die wordt afgespeeld, of het instrument/de microfoon, die wordt ingevoerd, getoond.
Bron naam indicatie
Hier wordt de naam van de op dat moment geselecteerde geluidsbron aangegeven.
TRACK indicatie
Dit geeft het track nummer aan.
TIME Indication
Dit toont de verstreken afspeel of opnametijd.
U kunt de tijdsinformatie, die hier wordt getoond, instellen.
Pagina 75: “De resterende tijd weergeven”.
De track titels van een CF kaart worden hier getoond.
Pagina 78: “De track titels op een CF kaart bekijken”.
Icoon indicaties
Functies specifiek voor een CD
Wordt getoond als de afspeeltoonhoogte wordt veranderd. Pagina 41
Wordt getoond als de toonsoort wordt veranderd. Pagina 42
Wordt getoond als de afspeelsnelheid wordt veranderd. Pagina 40
Wordt getoond als de Center Cancel functie aan is. Pagina 42
Disc houder
Plaats de CD in deze houder.
Pagina 26: “Een disk plaatsen”.
Emergency Eject Hole
Dit kunt u gebruiken om een disk in geval van nood te verwijderen. Normaalgesproken wordt dit niet gebruikt.
Pagina 26: “Indien de diskhouder niet geopend wordt”.
14
Functies voor zowel CD als CF
Wordt getoond tijdens het herhaald afspelen van 1 track.
CD Pagina 43, CF kaart Pagina 44
Wordt getoond tijdens herhaald afspelen van alle tracks
CD Pagina 43, CF kaart Pagina 44
Wordt getoond tijdens herhaald afspelen van A-B.
CD Pagina 43, CF kaart Pagina 45
Voorpaneel
Controle en voorbereiding
Paneelbeschrijvingen (vervolgd)
MIC SELECT knop
Dit selecteert de audio ingangsbron, die opgenomen zal worden.
Pagina 37: “De opnamebron selecteren”.
EFFECT knop
Met deze knop wordt een effect op de audio ingangsbron toegepast.
Pagina 70: “Effecten op uw vocale of instrumentale uit­voering toepassen”.
TUNER knop
Druk op deze knop om naar de Tuner mode te gaan.
Pagina 66: “Uw instrument stemmen”.
Met deze knop kunt u ook een geluidsreferentie toon­hoogte laten klinken.
Pagina 67: “Een leidtoon beluisteren tijdens het stem­men”.
DATA Dial
Gebruik de draaiknop om de waarde van de in het scherm getoonde instelling aan te passen.
Bij het toewijzen van titels aan tracks van CF kaarten, gebruikt u deze knop om tekens te kiezen.
Pagina 59: “Een naam aan een track toewijzen”.
ENTER knop
Druk hierop om “Yes (Ja)” te antwoorden op berichten, die in het scherm worden getoond.
EXIT knop
Druk hierop om “No (Nee)” te antwoorden op berichten, die in het scherm worden getoond.
Deze knop wordt ook ingedrukt om naar een vorig scherm terug te keren, nadat u een instelling hebt gewijzigd.
SPEAKER MUTE knop
Deze knop maakt de interne luidsprekers tijdelijk stil.
Pagina 25: “Het geluid tijdelijk stil maken”.
MIC 1/GUITAR knop
Hiermee wordt het ingangsniveau van de MIC 2 jack bijgesteld.
Pagina 38: “Het ingangsniveau aanpassen”.
MIC 2 knop
Hiermee wordt het ingangsniveau van de MIC 2 jack bijgesteld.
Pagina 38: “Het ingangsniveau aanpassen”.
GUITAR jack
Op deze jack kunt u een elektrische gitaar of bas aansluiten. Omdat dit een hoge impedantie jack is, kunt u een gitaar of bas rechtstreeks aansluiten.
Pagina 20: “Andere apparatuur aansluiten”.
MIC 1/MIC 2 jacks
Op deze jacks kunnen microfoons met phone pluggen worden aangesloten.
Pagina 20: “Andere apparatuur aansluiten”.
METRONOME knop
Deze knop laat de metronoom klinken.
Pagina 52: “De metronoom gebruiken”.
U kunt deze knop gebruiken om een aftelling in te stellen.
Pagina 53: Een aftelling laten klinken om van een accurate timing verzekerd te zijn”.
MENU knop
Gebruik deze knop om toegang tot verscheidene functies en instellingen te krijgen, zoals die voor het bijstellen van het beeldscherm contrast of het selecteren van de opname mode.
Pagina 90: “Menu lijst”.
PHONES jack
Op deze jack kunt u een koptelefoon aansluiten.
Pagina 20: “Andere apparatuur aansluiten”.
OUTPUT LEVEL Knob
Met deze knop wordt het volume van de interne luidsprekers en de koptelefoon bijgesteld.
Pagina 25: “Het volume bijstellen”.
15
Inleiding
Paneelbeschrijvingen (vervolgd)
Achterpaneel
POWER schakelaar
Hiermee wordt de stroom aan en uitgezet.
Pagina 24: “De stroom aan/uit zetten”.
AC Adaptor jack
Sluit de bijgeleverde adapter op deze jack aan.
Pagina 20: Andere apparatuur aansluiten”.
Snoerhaak
Wikkel het snoer van de adapter om deze haak om te voorkomen, dat het snoer er per ongeluk wordt uitgetrokken.
Pagina 21: “Opletten bij het maken van aansluitingen: Adapter jack”.
FOOT SW (Foot Switch) Jack
Op deze jack kan een voetschakelaar (zoals de Roland DP-2 of BOSS FS-5U, apart verkrijgbaar) worden aangesloten. Gebruik dit om af te spelen, op te nemen of tracknummers toe te wijzen.
Pagina 20: “Andere apparatuur aansluiten”. Pagina 76: “De functie van de voetschakelaar specifice-
ren”.
MIDI OUT aansluiting
Deze aansluiting verzendt MIDI berichten.
Als u SMF (Standaard MIDI Bestand) data wilt afspelen, verbindt u deze jack op de MIDI IN aansluiting van uw externe geluidsgenererende apparaat.
Pagina 73: “SMF (Standaard MIDI Bestand) data afspe­len”.
AUX OUT jacks
Gebruik deze jacks om analoge geluidssignalen naar een extern luidsprekersysteem of elektronische piano te sturen.
Pagina 20: “Andere apparatuur aansluiten”.
U kunt kiezen welk type geluidssignaal via de AUX OUT jacks wordt uitgestuurd.
Pagina 77: “Het geluidssignaal kiezen dat via de AUX
OUT jacks wordt uitgestuurd”.
LINE IN jacks
Op deze jacks kunt u uw elektronische piano of toetsenbord aansluiten en uw uitvoering opnemen.
Pagina 20: “Andere apparatuur aansluiten”.
LEVEL Knob
Met deze knop wordt het ingangsniveau van de LINE IN jacks bijgesteld.
Pagina 38: “Het ingangsniveau bijstellen”.
16
Inleiding
Controle en voorbereiding
Media die met de CD-2 gebruikt kunnen worden
Net als zijn opname media gebruikt de CD-2 CompactFlash kaarten (CF kaarten) en CD-R/RW disks. De beschikbare functies voor bewerking of het verwijderen van songs (tracks) na de opname zullen, afhankelijk van de media die u gebruikt, verschillen.
In de tabel hieronder worden de functies, die met ieder type media gebruikt kunnen worden, getoond.
Paneelbeschrijvingen (vervolgd) / Media die met de CD-2 gebruikt kunnen worden
Media
CF kaart CD-R disc CD-RW disk Muziek CD
Logo (gebruik een disk met
één van onderstaande logo’s)
CD-2 functie
Opname Conventioneel opnemen
Overdubben
Record mode selectie
Afspelen Conventioneel afspelen
Afspelen herhalen
Speciaal afspelen (Slow/Pitch/ Key/Center Cancel)
SMF (Standaard MIDI bestand) afspelen
Tracks bewerken OK
Tracks verwijderen
Voltooien (Finalize) annuleren
Een originele muziek CD creëren
Reservekopie van CF kaart maken
Een originele muziek CD kopiëren
• Wij kunnen niet garanderen, dat een muziek CD die op de CD-2 is gemaakt, op alle CD spelers afgespeeld kan worden. Afhankelijk van de ondersteuning voor CD-R/RW disks van uw CD speler, kunnen door u gecreëerde muziek CD’s mogelijk niet goed worden afgespeeld.
• Zelfs als een disk het juiste logo heeft, kan afspelen of opnemen toch niet mogelijk zijn. Dit is afhankelijk van de status van de disk.
OK OK OK
OK
OK
OK OK OK OK
OK OK OK OK
OK OK OK
OK OK
OK OK
OK
OK OK
OK OK
OK OK
• Meer over de behandeling van CF kaarten en CD-R/RW disks vindt u in de instructies, die bij de door u gebruikte media behoren.
• Wij kunnen niet garanderen dat speciale disks, die niet aan de muziek CD specificatie voldoen (bijv. “copy-control CD’s” of “copy-guard CD’s”) afgespeeld zullen worden. Als u een muziek CD op de CD-2 wilt afspelen, lees dan de mededelingen op de CD verpakking.
17
Opmerkingen met betrekking tot CompactFlash (CF) kaarten
In deze handleiding wordt naar CompactFlash kaarten verwezen als “CF Kaarten”.
CF kaarten zijn verkrijgbaar bij uw computerhandelaar of in een winkel, waar digitale camera’s worden verkocht.
Specificaties
Ondersteunde capaciteiten:
16 MB, 32 MB, 64 MB, 128 MB, 256 MB, 512 MB, 1 GB, 2 GB
CF Type II kaart is niet compatible.
Aanbevolen CF kaarten
SanDisk, Kingston
• Zelfs als aanbevolen CF kaarten worden gebruikt, kunnen er gevallen zijn, waarbij ook deze niet correct werken.
Een CF kaart formatteren
Een nieuw aangeschafte CF kaart of een kaart, die eerder in een computer of digitale camera is gebruikt, moet mogelijk geformatteerd worden, voordat deze met de CD­2 gebruikt kan worden.
Pagina 36: “Een CF kaart voor gebruik prepareren”.
Over de CF kaartbeveiliging
U kunt de bijgeleverde kaartbeveiliger voor de CF kaart opening bevestigen. Hierdoor wordt de CF kaart opening geblokkeerd, waardoor de CF kaart niet gestolen kan worden.
Pagina 19: “De kaartbeveiliging bevestigen”.
Modes opnemen en maximale opnametijden
Als een CF kaart voor opname wordt gebruikt, kunt u één van de drie opname modes selecteren voor de gewenste opnametijd en geluidskwaliteit ( Pagina 36).
De onderstaande tabel toont de maximaal mogelijke opnametijden van elke opname mode met de verschillende media capaciteiten.
Maximale opnametijd (ongeveer)
Capaciteit
Standaard Lang WAV
16 MB 3 minuten 6 minuten 1.5 minuten
32 MB 6 minuten 12 minuten 3 minuten
64 MB 12 minuten 24 minuten 6 minuten
128 MB 24 minuten 49 minuten 12 minuten
256 MB 49 minuten 98 minuten 24 minuten
512 MB 98 minuten 196 minuten 49 minuten
1 GB 196 minuten 392 minuten 98 minuten
2 GB 392 minuten 784 minuten 196 minuten
• De maximale tijden hierboven zijn bij benadering. Afhankelijk van de manier, waarop tracks zijn bewerkt, kan de werkelijke tijd iets korter zijn.
• De resterende tijd wordt in het scherm weergegeven..
Pagina 75: “De resterende tijd weergeven”
• Tracks die met verschillende opname modes zijn gemaakt, kunnen op één enkele CF kaart worden opgenomen.
Opname mode
Opmerkingen over CD-R/RW disks
Aanbevolen fabrikanten: CD-R disks
Taiyo Yuden Corp., Mitsubishi Chemical Corp., Ricoh Corp., Hitachi Maxell Corp.
Aanbevolen fabrikanten: CD-RW disks
Mitsubishi Chemical Corp., Ricoh Corp., Hitachi Maxell Corp.
• Zelfs als aanbevolen CD-RW disks worden gebruikt, kunnen er gevallen zijn, waarbij deze niet correct werken.
18
Maximale opnametijden
Capaciteit Maximale opnametijd
650 MB Ongeveer 74 minuten
700 MB Ongeveer 80 minuten
• De maximale tijden hierboven zijn bij benadering. Afhankelijk van het aantal opgenomen tracks kan de werkelijke tijd iets korter zijn.
• De resterende tijd wordt in het scherm weergegeven.
Pagina 75: “De resterende tijd weergeven”
De kaartbeveiliging bevestigen
U kunt de bijgeleverde kaartbeveiliging voor de CF kaart opening bevestigen om de opening te blokkeren en diefstal van de CF kaart te voorkomen.
Om de kaartbeveiliging te bevestigen, gaat u als volgt te werk.
Zet de CD-2 en alle aangesloten apparatuur uit.
1
• Haal alle kabels uit de CD-2.
Controle en voorbereiding
Media die met de CD-2 gebruikt kunnen worden (vervolgd)
Draai de CD-2 ondersteboven en verwijder de
2
kaartbeveiliging.
Kaartbeveiliging
1
Gebruik een Philips (+) schroevendraaier om de twee schroeven in de illustratie te verwijderen.
2
Trek de kaartbeveiliging er in de richting van de pijl uit.
Plaats de kaartbeveiliging zoals in de illustratie en
3
zet deze vast met gebruik van de twee schroeven, die u bij stap 2 – heeft verwijderd.
1
NOTE
Als u de CD-2 ondersteboven plaatst, zet dan stapels kranten of tijdschriften als ondersteuning onder de vier hoeken (of twee zijkanten), zodat de knoppen niet belast worden en mogelijk beschadigen. Plaats de CD-2 dan voorzichtig, zodat de knoppen niet beschadigen. Behandel de CD-2 voorzichtig en laat het apparaat niet vallen.
MEMO
Als u de kaartbeveiliging niet gebruikt
Om te voorkomen, dat u de kaartbeveiliging verliest, laat u deze op zijn oorspronkelijke locatie vastzitten (deze wordt in de illustratie bij stap 2 getoond).
MEMO
Draai de schroeven niet te vast. Hierdoor kan het schroefdraad en zelfs de CD-2 beschadigen.
Zet de CD-2 weer met de goede kant omhoog.
4
19
Inleiding
Andere apparatuur aansluiten
NOTE
• Om storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten te voorkomen, zet u het volume altijd laag en zet u de stroom van alle apparaten uit, voordat u aansluitingen maakt.
Voorpaneel
Elektrische gitaar Elektrische bas
Microfoon
Koptelefoon
Voetschakelaar
Adapter
(PSB-3U: bijgeleverd)
Zijpaneel
Achterpaneel
R
L
Naar analoge uitgangen
Netsnoer
(bijgeleverd)
Naar stopcontact
20
Naar MIDI IN aansluiting
MIDI geluidsmodule, enz.
R
RLR
L
Naar analoge ingangsjacks
Versterker, geluidssysteem, enz.
L
Elektronische piano, toetsenbord enz.
Opletten bij het maken van aansluitingen
Controle en voorbereiding
Adapter jack
• Om de onopzettelijke stroomonderbreking (als de stekker er per ongeluk wordt uitgetrokken) en overmatige belasting van de adapter jack te voorkomen, verankert u het netsnoer met gebruik van de snoerhaak, zoals in de illustratie wordt getoond.
fig.CordHook.e
Snoerhaak
Achterpaneel
Het snoer van de bijgeleverde adapter
Aansluitkabels
• Wanneer aansluitkabels met weerstanden worden gebruikt, kan het volumeniveau van apparatuur, die op de ingangen (MIC 1, MIC 2, GUITAR, LINE IN) is aangesloten, erg laag zijn. Als dit gebeurt, gebruikt u kabels zonder weerstand, zoals die uit de Roland PCS serie.
MIC 1/MIC 2 jacks
Andere apparatuur aansluiten
• Dit instrument is uitgerust met gebalanceerde (XLR/TRS) type jacks. Bedradingschema’s voor deze jacks worden hieronder getoond. Maak aansluitingen, nadat u de bedradingdiagrammen van andere apparatuur, die u wilt gaan gebruiken, heeft gecontroleerd.
• Afhankelijk van de locatie van microfoons ten opzichte van de luidsprekers, kan rondzingen worden geprodu­ceerd. Dit kan opgelost worden door:
1. De richting van de microfoons te veranderen.
2. Microfoons op meer afstand van luidsprekers te plaatsen.
3. Volumeniveaus te verlagen.
• U moet nooit een microfoon op beide MIC jacks (XLR type en phone type) van hetzelfde nummer aansluiten. Hierdoor kan schade aan de microfoon en/of de CD-2 worden toegebracht.
Voetschakelaar
• Als u een BOSS FS-5U gebruikt, stelt u de polariteit schakelaar van de FS-5U in, zoals in de illustratie wordt getoond.
Polariteit schakelaar
MIC 1
MIC 1
MIC 2
MIC 2
• Als kabels in zowel de MIC 1 (XLR type of phone type) als de GUITAR jack worden gestoken, zal de invoer van de MIC 1 jack geannuleerd worden.
of
Prioriteit
Prioriteit
21
Inleiding
Andere apparatuur aansluiten (vervolgd)
Condensator microfoons aansluiten
Als u condensator microfoons gebruikt, moet u instellingen maken, zodat deze van fantoomvoeding worden voorzien.
NOTE
• Als fantoomvoeding op een dynamische microfoon of een geluid afspeelapparaat wordt toegepast, ontstaan er storingen. Afgezien van condensator microfoons kunnen andere apparaten, die fantoomvoeding vereisen (zoals de BOSS Direct Box DI-1), niet met de CD-2 worden gebruikt.
Lees de gebruikershandleiding van de microfoon die u gebruikt, zorgvuldig door en zorg dat u de
fantoomvoeding schakelaar op “OFF” zet, tenzij u een condensator microfoon gebruikt die fantoomvoeding vereist.
Een microfoon op de XLR type MIC 1 (of
1
MIC 2 ) jack aansluiten
MEMO
• De MIC 1 jack en MIC 2 jack op het voorpaneel worden niet van fantoomvoeding voorzien. Als uw microfoon op fantoomvoeding werkt, moet u deze op de XLR type MIC 1 jack (of MIC 2 jack) op het zijpaneel aansluiten.
Zet de stroom van de CD-2 aan.
2
Pagina 24: “De stroom aanzetten”.
Schuif de fantoomvoeding schakelaar op
3
het zijpaneel naar rechts op de “ON” positie.
22
Fantoomvoeding schakelaar
Basisbediening
In dit deel wordt uitgelegd, hoe basis CD-2 procedures worden uitgevoerd, van opnemen en afspelen, tot het creëren van een muziek CD.
Basisbediening ..................................................................................... 24
De stroom aan/uitzetten....................................................................................... 24
Beginnen
Op CF/CD
opnemenD
Het contrast van het scherm bijstellen................................................................. 25
Het volume aanpassen ........................................................................................ 25
Het geluid tijdelijk stil maken (Speaker Mute)...................................................... 25
Een CD plaatsen/verwijderen............................................................... 26
Een CF kaart plaatsen/verwijderen ..................................................... 27
Opnemen op de CD- ............................................................................. 28
Opnemen met de interne microfoons ................................................. 30
Opnemen van een aangesloten microfoon of instrument ................ 31
Uw uitvoering met een song van een muziek CD samenvoegen
(Overdubben) ........................................................................................ 32
Uw uitvoering met een song van een CF kaart samenvoegen
(Overdubben) ........................................................................................ 34
Instellingen voor opname .................................................................... 36
Een CF kaart voor gebruik prepareren (Formatteren) ......................................... 36
De CF kaart opname mode kiezen ...................................................................... 36
De opname bron selecteren (MIC SELECT) ....................................................... 37
Het ingangsniveau bijstellen ................................................................................ 37
Het afspeelniveau van een muziek CD of CF kaart tijdelijk aanpassen .............. 38
Als u via aangesloten microfoons opneemt (Pan instelling) ................................ 39
De links/rechts volumebalans van de interne microfoons bijstellen..................... 39
Afspelen
Een muziek
CD creëren
Een CD afspelen.................................................................................... 40
Op een langzamere snelheid afspelen (Slow Playback) ..................................... 40
Fijn afstemmen van de afspeeltoonhoogte (Pitch) .............................................. 41
De toonsoort van het afspeelgeluid veranderen (Key) ........................................ 42
De stem of sologitaar uit het afspeelgeluid verwijderen (Center Cancel) ............ 42
Tracks herhaaldelijk afspelen (1 Track/All Repeat) ............................................. 43
Een sectie herhaaldelijk afspelen (A-B Repeat) .................................................. 43
Een CF kaart afspelen .......................................................................... 44
Tracks herhaaldelijk afspelen (1 Track/All Repeat) ............................................. 44
Een sectie herhaaldelijk afspelen (A-B Repeat) .................................................. 45
Een muziek CD creëren van een CF kaart .......................................... 46
Een professioneel klinkende CD creëren (Master Effecten)................................ 49
Een disk speelbaar maken voor een conventionele CD speler
(Finalize) ................................................................................................ 50
23
Beginnen
Basisbediening
De stroom aan/uitzetten
De stroom aanzetten
NOTE
• Nadat alle verbindingen zijn gemaakt ( Pagina 20), zet u de verschillende apparaten in de aangegeven volgorde aan. Door apparaten in de verkeerde volgorde aan te zetten, riskeert u storingen en/of schade aan luidsprekers en andere apparaten.
• Dit apparaat is uitgerust met een beveiligingscircuit. Daarom duurt het even (enkele seconden) voordat het apparaat na opstarten normaal functioneert.
Als er geen andere apparatuur op de CD-2 is aangesloten
Draai tegen de klok in naar
1
Op het achterpaneel drukt u op .
“MIN” (minimum).
2
De stroom wordt aangezet. Wanneer de stroom aan is, licht het scherm op.
Als er andere apparatuur op de CD-2 is aangesloten
CON­TROLE
Minimaliseer het volume van alle
1
aangesloten apparaten.
Draai tegen de klok in naar
2
Op het achterpaneel drukt u op .
Zorg dat het apparaat, dat op de AUX OUT is aangesloten, uit is.
“MIN” (minimum).
3
De stroom wordt aangezet. Als de stroom aan is, licht het scherm op.
Zet het apparaat, dat op de AUX OUT is
4
aangesloten, aan.
De stroom uitzetten
Als er geen andere apparatuur op de CD-2 is aangesloten
Draai tegen de klok in naar
1
Op het achterpaneel drukt u op .
“MIN” (minimum).
2
De stroom wordt uitgezet.
24
Als er andere apparatuur op de CD-2 is aangesloten
Zet de stroom van alle aangesloten
1
apparaten uit.
Draai tegen de klok in naar
2
Op het achterpaneel drukt u op .
“MIN” (minimum).
3
De stroom wordt uitgezet.
Het contrast van het scherm bijstellen
Het geluid tijdelijk stil maken (Speaker Mute)
De letters in het scherm kunnen moeilijk leesbaar worden, als u de CD-2 gedurende een langere periode heeft gebruikt of door externe temperaturen. Als dit gebeurt, kunt u het contrast bijstellen voor de beste zichtbaarheid.
Druk op totdat “LCD Contrast” in het
1
scherm verschijnt en druk dan op .
• U kunt dit onderdeel ook selecteren door aan [DATA] te draaien.
Het volgende scherm verschijnt.
Draai aan om het LCD contrast bij
2
te stellen.
• U kunt dit binnen een reeks van 1-10 bijstellen.
Druk twee keer op
3
U keert naar de voorgaande aflezing terug.
U kunt het geluid van de interne luidsprekers tijdelijk stil maken (mute) door simpelweg een knop in te drukken.
Dit is handig, wanneer u bijvoorbeeld de telefoon moet opnemen.
Druk op .
1
De knop licht op en de interne luidspreker is stil.
• Het geluid van de koptelefoon is wel hoorbaar.
Als u het geluid weer wilt horen, drukt u
2
nogmaals op .
De knop gaat uit en het volume keert naar de vorige instelling terug.
MEMO
• Als u via de interne microfoon opneemt (MIC SELECT is groen verlicht: Pagina 30), is er geen geluid via de interne luidspreker hoorbaar tijdens de stand-by voor opname mode of tijdens het opnemen, en [SPEAKER MUTE] zal automatisch oplichten. Hierdoor bent u er zeker van dat het geluid, dat door de interne luidsprekers is te horen, niet door de interne microfoons zal worden opgenomen.
Beginnen
Basisbediening
HINT
• U kunt het LCD contrast ook bijstellen door [MENU] ingedrukt te houden en aan [DATA] te draaien.
Het volume aanpassen
Draai aan [OUTPUT LEVEL] om het volume van de CD-2 luidsprekers en de koptelefoon bij te stellen.
softer
MEMO
• Als het AUX OUT niveau op “Variable” ( Pagina 77) is ingesteld, kunt u met [OUTPUT LEVEL] het uitgangsniveau van de AUX OUT jacks bijstellen.
louder
25
Beginnen
Een CD plaatsen/verwijderen
Een disk plaatsen
Druk op .
1
De diskhouder wordt geopend.
Plaats de disk in de houder.
2
Plaats met de etiket zijde naar boven
Diskhouder
Druk nogmaals op .
3
De diskhouder sluit.
• U kunt de diskhouder ook sluiten door zachtjes op de voorkant van de houder te drukken.
• U kunt de diskhouder ook sluiten door op de CD zijde in te drukken. Als de disk gedetecteerd is, zal het afspelen automatisch beginnen.
• Als de disk gedetecteerd is, wordt “CD” als de naam van de geluidsbron aangegeven.
Een disk verwijderen
Druk op .
1
De diskhouder wordt geopend.
Verwijder de disk.
2
Druk nogmaals op .
3
De diskhouder sluit.
• U kunt de diskhouder ook sluiten door zachtjes op de voorkant van de houder te drukken.
Als de diskhouder niet open gaat
Als door het drukken op [EJECT [( )] de diskhouder niet open gaat, kunt u de houder geforceerd openmaken door een rechtgemaakte paperclip in de nood uitwerp opening te steken.
NOTE
• Gebruik de nood uitwerp opening nooit om de diskhouder te openen, terwijl de CD-2 in werking is.
26
Bron naam
In het geval van een eerder opgenomen disk of muziek CD zal het totale aantal songs en de totale afspeeltijd getoond worden als deze informatie van de disk is gelezen.
Totaal aantal tracks Totale afspeeltijd
Zet de CD-2 uit.
1
Pagina 24: “De stroom uitzetten”.
Druk een rechtgemaakte paperclip (of
2
soortgelijk object) in de nood uitwerp opening.
Nood uitwerp opening
De diskhouder wordt geforceerd opengemaakt.
Trek de diskhouder naar buiten en verwijder de disk.
Sluit de diskhouder.
3
Beginnen
Een CF kaart plaatsen/verwijderen
Een CF kaart plaatsen
Steek de CF kaart in de CF kaart opening.
1
Druk de CF kaart voorzichtig helemaal naar binnen, totdat deze stevig op zijn plaats zit.
CF kaartopening
• Als de CF kaart in zijn huidige staat niet door de CD-2 gebruikt kan worden
Het bericht “Not CD-2 Format. Format?” verschijnt.
Een CF kaart verwijderen
NOTE
• De stroom van de CD-2 moet uit zijn, voordat een CF kaart wordt verwijderd. Laat de CF kaart in het apparaat, terwijl de stroom van de CD-2 wordt aangezet.
Als een CF kaart wordt verwijderd, terwijl de CD-2 aan staat, kan de data op de CF kaart vernietigd worden of de kaart kan onbruikbaar worden.
Zet de CD-2 uit.
1
Pagina 24: “De stroom uitzetten”.
Druk op de uitwerpknop aan de
2
rechterkant van de CF kaart opening.
De kaart uitwerpknop springt naar buiten.
Beginnen
Een CD plaatsen/verwijderen / Een CF kaart plaatsen/verwijdren
Om deze CF kaart met de CD-2 te kunnen gebruiken, moet deze geformatteerd worden.
Pagina 36: “Een CF kaart prepareren voor
gebruik”.
• Als de CF kaart reeds geformatteerd is
Als de CD-2 de CF kaart herkent, wordt “CF” als de bronnaam weergegeven.
Bron naam
In het geval van een eerder opgenomen CF kaart zal het totale aantal songs en de totale afspeeltijd getoond worden, als deze informatie van de CF kaart is gelezen.
Totale aantal tracks Totale afspeeltijd
Kaart uitwerpknop
Druk nogmaals op de uitwerpknop.
3
• Druk de knop in, totdat u een klik hoort.
De CF kaart springt een klein stukje naar buiten.
Pak de CF kaart en trek deze recht uit de
4
opening.
NOTE
• De kaart uitwerpknop kan beschadigen, als u deze in de uitgedrukte positie laat staan. U moet de knop altijd weer indrukken.
27
Opnemen op CF/CD
Opnemen op de CD-2
Drie opnamemethodes
Grofweg genomen zijn er op de CD-2 drie opnamemethodes beschikbaar.
Opnemen met de interne microfoons van de CD-2 ( Pagina 30)
Opnemen
Media waarop u kunt opnemen
CF kaarten
CD-R
disks
CD-RW
disks
Opnemen van een aangesloten microfoon of instrument ( Pagina 31)
Media waarop u kunt opnemen
Opnemen
CF kaarten
CD-R
disks
CD-RW
disks
Een uitvoering met het afspeelgeluid van een muziek CD of CF kaart samenvoegen (overdubben)
Een uitvoering met een song van een muziek CD samenvoegen ( Pagina 32)
Als u bijvoorbeeld een karaoke CD afspeelt en meezingt, zullen de karaoke begeleiding en uw stem samen worden opgenomen.
Een uitvoering samenvoegen met een song die op een CF kaart is opgenomen ( Pagina 34)
Laten we er bijvoorbeeld van uit gaan, dat u een piano uitvoering op een CF kaart heeft opgenomen. Dan kunt u, terwijl de opgenomen piano uitvoering wordt afgespeeld, meezingen en de piano uitvoering en uw stem samen opnemen. Op de CF kaart wordt dan een nieuwe song gecreëerd, die zowel de piano als de stem bevat.
28
Afspelen
Muziek CD
1
of
CF kaart
2
Opnemen
Media waarop
u kunt opnemen
CF kaarten
Waarschuwingen bij het opnemen op een CF kaart of CD-R/RW disk
opgenomen, kunnen op één enkele CF kaart worden opgenomen.
Minimale opnametijd voor één track
Elke track op een muziek CD moet minstens vier seconden lang zijn. Aangezien de CD-2 muziek CD’s creëert van de songs die u opneemt, kunt u geen track opnemen die korter is dan vier seconden.
Als [Stop ( )] of [Pause ( )] wordt ingedrukt, zal de opname niet stoppen, wanneer er minder dan vier seconden zijn verstreken, vanaf het moment dat u met de opname begon. Bovendien kunt u in dit soort gevallen geen tracknummer ( Pagina 55) toewijzen.
In het geval uw uitvoering niet opgenomen kan worden
Meer opnemen is niet mogelijk als de maximale opnametijd of het maximale aantal songs (99 tracks) is bereikt.
• Als er geen opnametijd meer is, zal het bericht “CF Card Full” of “CD Disc Full” verschijnen.
• Wanneer 99 tracks reeds zijn opgenomen, verschijnt het bericht “CD Track Full”” of “CF Card Full” verschijnen.
Het bericht verdwijnt, als u op [ENTER] drukt.
Indien u een CF kaart of CD-RW disk gebruikt, kunt u ongewenste songs wissen ( Pagina 58, 64) en dan verder gaan met opnemen.
Als u op een CF kaart opneemt
Opname modes en maximale opnametijden
Wanneer een CF kaart voor opname wordt gebruikt, kunt u één van de drie opnamemethodes, geschikt voor de gewenste opnametijd en geluidskwaliteit, selecteren ( Pagina 36).
De onderstaande tabel toont de maximale mogelijke opnametijden voor elke opnamemode op verscheidene media capaciteiten.
Maximale opnametijd (ongeveer)
Capaciteit
Standaard Lang WAV
16 MB 3 minuten 6 minuten 1.5 minuten
32 MB 6 minuten 12 minuten 3 minuten
64 MB 12 minuten 24 minuten 6 minuten
128 MB 24 minuten 49 minuten 12 minuten
256 MB 49 minuten 98 minuten 24 minuten
512 MB 98 minuten 196 minuten 49 minuten
1 GB 196 minuten 392 minuten 98 minuten
2 GB 392 minuten 784 minuten 196 minuten
• De maximale tijden hierboven zijn bij benadering. De werkelijke tijd kan iets minder zijn, afhankelijk van de manier waarop tracks zijn bewerkt.
• U kunt de resterende tijd in het scherm zien.
Pagina 75: “De resterende tijd weergeven”.
• Tracks die met verschillende opname modes zijn
Opname mode mode
Als u op een CF kaart opneemt (vervolg)
Opnametijd voor één track (één song)
De maximale lengte van een track is drie uur.
Als een opname langer is dan drie uur, zal een nieuwe trackverdeling automatisch gecreëerd worden.
Het aantal opnametracks voor een CF kaart
Op één CF kaart kunnen maximaal 99 tracks worden opgenomen.
Als u op een CD-R/RW disk opneemt
Maximale opnametijden
Capaciteit Maximale opnametijd 650 MB Ongeveer 74 minuten 700 MB Ongeveer 80 minuten
• De maximale tijden hierboven zijn bij benadering. De werkelijke tijd kan iets minder zijn, afhankelijk van het aantal tracks dat is opgenomen.
• U kunt de resterende tijd in het scherm zien.
Pagina 75: “De resterende tijd weergeven”.
Disk types waarop u kunt opnemen
CD-R disks • Lege CD-R disks
• Gedeeltelijk opgenomen (nog niet voltooide) CD-R disks
CD-RW disks • Lege CD-RW disks
• Gedeeltelijk opgenomen (nog niet voltooide) CD-RW disks
“Blanc disc” verwijst naar een “lege”disk, waarop niets
is opgenomen of opgeslagen.
Het aantal opnametracks op één CD-R/RW disk
Op één CD-R/RW disk kunnen maximaal 99 tracks worden opgenomen.
Opgenomen songs
Als u op een CD-R/RW disk opneemt, wordt een lege ruimte van twee seconden automatisch aan het eind van elke track (song) toegevoegd.
Finalization ( Pagina 50)
“”Finalization” is een proces, dat op een CD-R/RW disk toegepast kan worden, zodat deze op een conventionele CD speller afgespeeld kan worden. Als een CD-R disk of CD-RW disk eenmaal voltooid (Finalize) is, kan deze als een muziek CD afgespeeld worden, in een CD speler die het afspelen van CD-R of CD-RW ondersteunt.
Op een CD-R/RW disk, waarop Finalize is toegepast, kunnen geen songs meer worden opgenomen.
• Als u een CD-RW disk gebruikt, kunt u de voltooiing (finalization) verwijderen en meer materiaal toevoegen.
Pagina 65: “Finalization verwijderen”.
Opnemen op CF/CD
Opnemen op de CD-2
29
Opnemen op CF/CD
Opnemen met de interne microfoons
Hier wordt uitgelegd hoe een vocale of instrumentale uitvoe­ring via de interne microfoons van de CD-2 opgenomen kan worden (zie illustratie hieronder).
U kunt op een CF kaart of een CD-R/RW disk opnemen.
HINT
• U kunt de hoeveelheid resterende tijd op de media con­troleren. Pagina 75: “De resterende tijd weergeven”.
• U kunt de hoeveelheid vrije ruimte op een CF kaart of CD-RW vergroten door ongewenste tracks te verwijde­ren.
CF kaart Pagina 58, CD-RW disk Pagina 64.
• Als u op een CF kaart opneemt, kunt u de opname mode kiezen die past bij wat u gaat opnemen. Pagina 36: “De CF kaart opname mode kiezen”.
MEMO
• Het geluid van de interne microfoons is niet via de interne luidsprekers hoorbaar. Om het geluid van de interne microfoons te kunnen horen, moet u een koptele­foon gebruiken.
• Aangezien de CD-2 is uitgerust met zeer gevoelige microfoons kunnen ongewenste geluiden, zoals het wer­kingsgeluid van de CD-R/RW drive* of het geluid van knoppen, die worden ingedrukt, onopzettelijk worden opgenomen.
Pagina 26: “Een disk plaatsen”.
2
Druk net zo vaak op totdat dit
groen oplicht.
Dit betekent, dat u het geluid van de interne microfoons zult opnemen.
Pagina 37: “De opnamebron selecteren”.
3
Pas het ingangsniveau van de interne
microfoons aan.
Als Auto Level Control ( Pagina 76) op “On” staat, zal het ingangsniveau van de interne micro­foons automatisch worden aangepast. U hoeft het ingangsniveau van de interne microfoon niet aan te passen.
Vanuit de fabriek staat Auto Level Control van de CD-2 op “On”.
Als Auto Level Control of “Off” staat, dient u het ingangsniveau van de interne microfoons hand­matig aan te passen.
Pagina 37: Het ingangsniveau aanpassen: Interne microfoon”.
• In het geval van dit soort problemen kunt u het ingangs­niveau van de interne microfoons verlagen. Pagina 37: “Het ingangsniveau aanpassen: Interne microfoon”.
* Als u op een CF kaart opneemt, zal er geen werkingsgeluid
van de CD-R/RW drive worden opgenomen.
• Afhankelijk van waar de CD-2 is geplaatst ten opzichte van de geluidsbron, kan het opgenomen geluid mogelijk niet gelijkmatig tussen de linker en rechter luidsprekers worden afgegeven. In die gevallen kunt u de links/ rechts volumebalans van de interne microfoons bijstellen en uw uitvoering nogmaals opnemen. Pagina 39: “De links/rechts volumebalans van de interne microfoons bijstellen”.
Zet de CD-2 aan.
1
Pagina 24: “De stroom aanzetten”.
Maak voorbereidingen om op te nemen.
2
1
Plaats een CF kaart of CD-R/RW disk.
Pagina 27: “Een CF kaart plaatsen”.
• Als het bericht “Not CD-2 Format” verschijnt, for­matteert u de kaart, volgens de beschrijving van “Een CF kaart voor gebruik voorbereiden” (pagina
30
36).
Druk op .
3
• Druk op de knop van de media (CF kaart of CD), waarop u wilt opnemen.
De knop knippert rood en de CD-2 gaat naar de pauze voor opname mode.
Druk op .
4
• Druk op de knop van de media (CF kaart of CD), waarop u wilt opnemen.
De opname begint.
Als u klaar bent met opnemen, drukt u op
5
MEMO
• Voordat een CD-R/RW disk op een conventionele CD speler afgespeeld kan worden, moet deze eerst voltooid (Finalize) worden. Pagina 50: “Een disk speelbaar maken voor een conventionele CD speler”.
.
• Druk op de knop van de media (CF kaart of CD), waarop u heeft opgenomen.
Aan het einde van de CF kaart of CD-R/RW disk wordt een nieuwe track gecreëerd.
Loading...
+ 68 hidden pages