Ricoh GR DIGITAL IV User Guide [nl]

Handleiding camera
Het productserienummer staat onderop de camera.
Voordat u van start gaat
Neem even de tijd om uzelf vertrouwd te maken met de bediening van de camera en de schermen vóór u de camera gebruikt. U kunt dit
deel raadplegen bij het lezen van de rest van de handleiding (pagina 1).
Basisfotograe en -weergave
Lees dit deel alvorens de camera voor het eerst te gebruiken (pagina 9). Het behandelt de stappen die u moet nemen om de camera gebruiksklaar te maken, fotos te nemen en ze weer te geven.
Lees dit deel voor informatie over onderwerpen die niet in Basisfotograe en
-weergave zijn behandeld (pagina 35). Dit deel behandelt geavanceerde
opties voor opnamen en weergaven, en geeft de werkwijze voor het afdrukken van fotos, het aanpassen van camera-instellingen en het kopiëren van beelden naar een pc.
De oplaadbare batterij moet vóór gebruik worden opgeladen. De batterij is bij aankoop niet opgeladen.
ii
Inhoud verpakking
Controleer of de verpakking de onderstaande artikelen bevat alvorens de digitale camera van Ricoh te gebruiken.
GR DIGITAL IV Afdekkap itsschoen
BJ-6 batterijlader
(Gemonteerd op de itsschoen van de camera.)
AV-kabel
USB-kabel
Polsriem
Handleiding camera (deze gebruiksaanwijzing)
DB-65 oplaadbare batterij
Kennisgevingen
Instructies voor veilig gebruik:
Testopnamen: Neem testopnamen om te controleren of de camera goed werkt alvorens fotos te nemen van belangrijke gelegenheden.
Copyright: Reproductie of wijziging van auteursrechtelijk beschermde
• documenten, tijdschriften of ander materiaal voor een ander doel dan persoonlijk gebruik, gebruik thuis of andere soortgelijke beperkte doelen is zonder de toestemming van auteursgerechtigde verboden.
• Ontheng van aansprakelijkheid: Ricoh Co., Ltd. aanvaardt geen aansprakelijkheid voor het niet kunnen opnemen of weergeven van beelden ten gevolge van productdefecten.
Garantie: Dit product is gemaakt volgens lokale specicaties en de garantie
erop is geldig in het land waarin het is gekocht. De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkheid voor gepleegde onderhoudswerkzaamheden in andere landen of de kosten die daarvoor zijn betaald.
• Radio-interferentie: elektronische apparatuur kan zowel de werking van de camera als het andere apparaat verstoren. Storing is vooral waarschijnlijk als de camera vlakbij een radio of televisie wordt gebruikt. Dit kan worden opgelost door de camera zo ver mogelijk weg bij het andere apparaat te houden, de radio- of tv-antenne anders te richten of de radio of televisie aan te sluiten op een ander stopcontact.
©
2011 RICOH CO., LTD. Alle rechten voorbehouden. Niets in deze publicatie mag, deels of geheel, worden gereproduceerd zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Ricoh. Ricoh behoudt zich het recht voor de inhoud van dit document te allen tijde zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen.
Er is alle moeite genomen om ervoor te zorgen dat de informatie in dit document accuraat is. Als u desondanks fouten of omissies opmerkt, dan zouden we het bijzonder op prijs stellen als u ons hierover inlicht via het adres op de achterzijde van dit boekje.
Microsoft, Windows, Windows Vista, Windows 7 en Internet Explorer zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten van Amerika en andere landen. Macintosh en Mac OS zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Inc. in de Verenigde Staten en andere landen. Adobe, het logo van Adobe en Adobe Reader zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. HDMI, het HDMI-logo en High-Denition Multimedia Interface zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC. Eye-Fi, het Eye-Fi-logo en Eye-Fi connected zijn handelsmerken van Eye-Fi, Inc. Alle andere vermelde handelsnamen in dit document zijn het eigendom van hun respectievelijke eigenaren.
Lees alle instructies voor veilig gebruik zorgvuldig door.
Bediening van dit product in de buurt van andere
iii
iv
Veiligheidsvoorschriften
Waarschuwingssymbolen
In deze handleiding en op het toestel worden diverse symbolen gebruikt om te voorkomen dat u of anderen gewond raken en voorwerpen beschadigd worden. Deze symbolen en hun betekenis staan hieronder opgesomd
Dit symbool geeft situaties aan die meteen kunnen resulteren
Gevaar
Waarschuwing
Let op
Voorbeeld van waarschuwingen
Het symbool geeft handelingen aan die moeten worden ver­richt.
Het symbool geeft verboden handelingen aan. Het symbool kan worden gecombineerd met andere symbolen om aan te geven dat een bepaalde handeling is verboden.
l
Voorbeelden
Neem de volgende voorzorgen om dit toestel veilig te gebruiken.
l
l
Probeer de batterij niet zelf te demonteren, aan te passen noch
l
l
De batterij niet doorboren, slaan, samenpersen, laten vallen of
l
Gebruik geen batterij die zwaar is beschadigd of vervormd.
in ernstige of zelfs dodelijke verwondingen indien dit gevaar wordt genegeerd of onoordeelkundig wordt gehandeld.
Dit symbool geeft situaties aan die kunnen resulteren in ernstige of zelfs dodelijke verwondingen indien dit gevaar wordt genegeerd of onoordeelkundig wordt gehandeld.
Dit symbool geeft situaties aan die kunnen resulteren in verwondingen of beschadiging indien dit gevaar wordt genegeerd of onoordeelkundig wordt gehandeld.
Niet aanraken Niet demonteren
Gevaar
Probeer het toestel niet zelf te demonteren, te repareren noch aan te passen. De hoogsspanningscircuits in het toestel zijn gevaarlijk.
direct te solderen.
Gooi de batterij niet in het vuur, warm ze niet op, gebruik ze niet bij hoge temperaturen zoals bij een vuur of in een auto en laat ze niet achter. Gooi ze niet in het water of de zee en laat ze evenmin nat worden.
blootstellen aan andere zware schokken.
Waarschuwing
l
Schakel het toestel meteen uit bij een abnormale toestand zoals
rookvorming of vreemde geur. Verwijder de batterij zo snel mo­gelijk en vermijd daarbij elektrische schokken of brandwonden. Wanneer het toestel is aangesloten op een stopcontact, trek dan de stekker uit om brand of elektrocutie te voorkomen. Gebruik geen toestel dat defect is. Contacteer zo snel mogelijk het dich­tstbijzijnde service center.
l
Schakel het toestel meteen uit wanneer er een metalen voorw-
erp, water, vloeistof of andere vreemde voorwerpen in de cam­era terechtkomen. Verwijder de batterij en de geheugenkaart zo snel mogelijk en vermijd daarbij elektrische schokken of brand­wonden. Wanneer het toestel is aangesloten op een stopcontact, trek dan de stekker uit om brand of elektrocutie te voorkomen. Gebruik geen toestel dat defect is. Contacteer zo snel mogelijk het dichtstbijzijnde service center.
l
Vermijd alle contact met de vloeibare kristallen in het scherm
wanneer dit beschadigd mocht raken. Volg de onderstaande instructies.
• HUID: indien vloeibare kristallen op de huid terechtkomen, wrijf die dan af, spoel de huid overvloedig met water en was deze grondig met zeep.
• OGEN: indien vloeibare kristallen in de ogen terechtkomen, spoel die dan gedurende minstens 15 minuten met zuiver water en raadpleeg meteen een arts.
• INNAME: indien vloeibare kristallen worden ingeslikt, de mond goed spoelen met water. Laat de betrokkene veel water drinken en braken. Raadpleeg meteen een arts.
v
vi
l
Volg deze instructies om te voorkomen dat de batterij gaat lek­ken, oververhit raakt, ontbrandt of explodeert.
Gebruik geen andere batterijen dan speciek aanbevolen voor het toestel.
• Bewaar batterijen niet samen met metalen voorwerpen zoals balpennen, halssnoeren, munten, haarspelden, enz.
Plaats de batterij niet in een microgolfoven of hogedrukrecipiënt.
Indien de batterij tijdens het gebruik of laden lekt of een vreemde geur, kleur, etc. verspreidt, moet ze meteen uit de camera of batteri­jlader worden gehaald en uit de buurt van vuur worden gehouden.
l
Hou rekening met het volgende om tijdens het laden brand, elektrocutie of barsten van de batterij te voorkomen.
• Laat het toestel uitsluitend werken op de voorgeschreven span­ning. Vermijd ook het gebruik van meervoudige stopcontacten en verlengsnoeren.
• Netsnoeren niet beschadigen, bundelen noch aanpassen. Nets­noeren ook niet overbelasten door zware voorwerpen, trekken of buigen.
• De stekker niet met natte handen insteken of uittrekken. Trek nooit aan het snoer om de stekker uit het stopcontact te halen.
• Dek het toestel niet af terwijl het wordt opgeladen.
l
Houd de batterij en SD-geheugenkaart in dit toestel buiten het bereik van kinderen om te voorkomen dat ze worden ingeslikt. Inname is schadelijk voor mensen. Raadpleeg meteen een arts bij inname.
l
Houd het toestel buiten het bereik van kinderen.
l
Raak inwendige onderdelen van het toestel die na een val of schade bloot komen te liggen niet aan. De hoogspanningscir­cuits in het toestel kunnen een elektrische schok veroorzaken. Verwijder de batterij zo snel mogelijk en vermijd daarbij elek­trische schokken of brandwonden. Breng het toestel naar uw dichtstbijzijnde dealer of service center indien het is beschadigd.
l
Gebruik het toestel niet in natte omgevingen om brand of elek­trische schokken te voorkomen.
l
Gebruik het toestel niet in de buurt van ontvlambare gassen, benzine, benzeen, thinner of dergelijke om explosie, brand of brandwonden te voorkomen.
l
Gebruik het toestel niet op plaatsen waar het gebruik ervan is beperkt of verboden omdat dit tot rampen of ongevallen kan leiden.
l
Houd de stekker stofvrij om brand te voorkomen.
l
Gebruik uitsluitend de voorgeschreven netadapter voor aansluit-
ing op een stopcontact. Andere adapters houden een risico op brand, elektrische schok of letsel in.
l
Gebruik de batterijlader of netadapter niet samen met in de han-
del verkrijgbare omvormers in het buitenland om brand, elek­trische schok of letsel te voorkomen.
Neem de volgende voorzorgen om dit toestel veilig te gebruiken.
Let op
l
Contact met vloeistof die uit een batterij lekt kan brandwonden
veroorzaken. Spoel een lichaamsdeel dat in contact komt met een beschadigde batterij meteen overvloedig met water. (Gebruik geen zeep.) Indien een batterij begint te lekken, moet u die meteen uit het toestel halen en het batterijvak grondig schoonmaken alvorens een nieuwe batterij te plaatsen.
l
Steek de stekker stevig in een stopcontact. Een loszittende stek-
ker kan brand veroorzaken.
l
Laat de camera niet nat worden. Bedien hem ook niet met natte
handen. Beide houden een risico op elektrische schok in.
l
Richt de itser niet op bestuurders van voertuigen om te
voorkomen dat die de controle verliezen en een ongeval vero­orzaken.
Veiligheidsvoorschriften voor accessoires
Als u optionele producten gebruikt, lees dan altijd aandachtig de handleiding voordat u ze gebruikt.
vii
viii
Gebruiksaanwijzingen
U krijgt de volgende gebruiksaanwijzingen bij de GR DIGITAL IV:
Handleiding camera (dit boekje)
Deze handleiding beschrijft hoe u uw camera kunt gebruiken en hoe u de software op uw computer kunt installeren die op het interne geheugen van uw camera staat.
Software User Gude (Handleiding software) (pdf-bestand)
In de Software User Guide vindt u de beschrijving over het kopiëren van beelden op de camera naar een pc waar u ze kunt weergeven en bewerken.
De Gebruikershandleiding voor de software is beschikbaar in de map [MANUAL] in het interne geheugen van de camera.
Er is een aparte Gebruikershandleiding voor de software voor elke taal.
Om de Gebruikershandleiding op uw computer te kopiëren, sluit u de camera met de bijgeleverde USB-kabel aan op uw computer. Zie pagina 139 voor meer informatie.
Een softwareprogramma voor beeldweergave en –bewerking, MediaBrowser (alleen voor Windows), staat ook op het interne geheugen van de camera. Voor informatie over het gebruik van deze software zien het menu Help in de MediaBrowser of bel een van de volgende klantenservices:
Noord-Amerika (V.S.) TEL: (Kosteloos) +1–800–458–4029
Europa V
K, Duitsland, Frankrijk en Spanje: TEL: (Kosteloos) +800–1532–4865
Andere landen: TEL: +44–1489–564–764
Azië TEL: +63–2–438–0090
China TEL: +86–21–5385–3786
Openingstijden: 09:00 uur tot 17:00 uur
Inhoudstafel
Inhoud verpakking ....................................................................................................ii
Kennisgevingen .........................................................................................................iii
Veiligheidsvoorschriften .......................................................................................iv
Gebruiksaanwijzingen ..........................................................................................viii
Voordat u van start gaat 1
Lees dit deel alvorens de camera voor het eerst te gebruiken.
Inleiding ...........................................................................................2
Onderdelen van de camera .................................................................................2
Basisfotograe en -weergave 9
Lees dit deel alvorens de camera voor het eerst te gebruiken.
De eerste stappen ........................................................................10
De batterij opladen ................................................................................................ 10
De batterij en een geheugenkaart plaatsen ..........................................12
De camera in- en uitschakelen .......................................................................15
Basisinstelling ............................................................................................................17
Fotos nemen .................................................................................18
Een foto nemen .......................................................................................................18
Digitale zoom ............................................................................................................20
Close-ups (macro-stand) ....................................................................................21
Flits ...................................................................................................................................22
De zelfontspanner ..................................................................................................24
De scheefstandindicator.....................................................................................25
Fotos bekijken en verwijderen .................................................27
Fotos bekijken .......................................................................................................... 27
Fotos verwijderen .................................................................................................. 30
De O (DISP.) knop ...............................................................................................33
ix
Referentiemateriaal 35
Lees dit deel voor meer informatie over de camerafuncties.
Meer over fotograe ....................................................................36
Stand P: programma .............................................................................................36
Stand A: diafragmaprioriteit .............................................................................38
Stand S: sluitertijdprioriteit ................................................................................ 39
Stand M: handmatige belichting ..................................................................40
4 stand: passende instellingen voor de scène ........................42
MY standen: eigen instellingen gebruiken .........................................48
Het opnamemenu .................................................................................................. 49
Films ................................................................................................86
3 Films opnemen ................................................................................................86
3 Films weergeven ............................................................................................. 88
Meer over weergeven ..................................................................89
Het weergavemenu ...............................................................................................89
Beelden weergeven op tv .............................................................................. 101
Fotos afdrukken .........................................................................104
De camera aansluiten........................................................................................ 104
Afdrukken.................................................................................................................. 106
Het instellingenmenu ................................................................109
Belangrijke opties ................................................................................................. 112
Opties voor menu Instellingen .................................................................... 123
Beelden uploaden naar uw PC .................................................135
Voor Windows ........................................................................................................135
Voor Macintosh .....................................................................................................142
Technische informatie ...............................................................144
Problemen oplossen .......................................................................................... 144
Specicaties ............................................................................................................. 150
Apart verkrijgbare accessoires ..................................................................... 154
De camera in het buitenland gebruiken ............................................... 161
Voorzorgsmaatregelen vóór ingebruikname van de camera
Verzorging en opslag van de camera ...................................................... 163
Garantie en onderhoud ................................................................................... 164
NOTICES .....................................................................................................................165
Index .............................................................................................166
.... 161
x
Voordat u van start gaat
Lees dit deel alvorens de camera voor het eerst te gebruiken.
Inleiding .............................................................2
Nieuwe Gebruiker? Lees dit.
11
Inleiding
1
9
10
11
12
3
2
4
5 6 7 8
14
13
Onderdelen van de camera
Nieuwe Gebruiker? Lees dit.
Zie de pagina rechts van elk item.
1 Omhoog-omlaag knop ..................5
2 Ontgrendelknop van de
modusknop ...................................4
3 Keuzeknop.....................................4
4 Ontspanknop ...............................18
5 POWER knop ...............................15
6 Flitsschoen ................................159
7 Flitserkap .................................... 22
2
8 Oogje 9 Externe AF-sensor
10 AF-hulpverlichting .............. 24, 124
11 F OPEN-knop .............................22
12 Ringkap .....................................156
13 Lens
14 Flitser ..........................................22
Nieuwe Gebruiker? Lees dit.
16
15
18
23
24
22
21
27 28
25
19
29
20
26
17
30 333231 34 35
15 Autofocus/itsindicator ... 15, 19, 23
16 Beeldscherm .................................6
17 Gemeenschappelijke aansluiting
voor USB-poort/AV-output
...................101, 105, 137, 140, 142
18 Aansluiting voor HDMI-kabel ....102
19 6 (weergave) knop ............27, 89
20 ADJ. knop ..............................5, 117
21 8 (vergrote weergave) knop
................................ 20, 28, 29, 121
22 9 (miniatuurweergave) knop
................................ 20, 28, 29, 121
23 $/F (itser) knop......................22
24 C/D knop
...................................... 49, 89, 109
25 #/Fn1 (functie 1) knop ............119
26 t
(zelfontspanner)/
D (wissen) knop ............ 24, 30, 119
27 "/N (macro) knop ...................21
28 O (DISP.) knop ................. 25, 33
29 Afdekkap kabelaansluitingen
.................................. 101, 102, 105
30 Afdekkap stroomaansluiting .....158
31 Luidspreker
32 Grendel .......................................12
33
Afdekkap batterij/kaart
34 Schroefgat statief
35 Microfoon
Fn2 (
functie 2
.................12
)/
3
De keuzeknop
Druk op de ontgrendelknop van de modusknop (1) en draai de modusknop om een opnamemo­dus te kiezen (2).
Nieuwe Gebruiker? Lees dit.
P (programma): u kiest uit combinaties van sluitertijd en diafragma die dezelfde belichting opleveren (pagina 36).
5 (automatisch): de camera stelt de sluitertijd en het diafragma in voor de optimale belichting (pagina 18).
MY1/MY2/MY3 instellingen oproepen die u hebt opgeslagen met Registreer mijn instellingen (pagina 48, 112).
(mijn instellingen):
A (diafragmaprioriteit): u kiest een diafragma en laat de camera de sluitertijd instellen voor de optimale belichting (pagina 38).
hiermee kunt u
4
S (sluitertijdprioriteit):
u kiest een sluitertijd en laat de camera het diafragma instellen voor de optimale belichting (pagina 39).
M (handmatige belichting): u kiest de sluitertijd en het diafragma (pagina 40).
4 (scène): hiermee kunt u opnames maken in de standen Dynamisch bereik, Intervalcompositie, Scheefheidscorrectie en Films (pagina 42).
De Omhoog-omlaag knop en ADJ. knop
Bij beeldweergave of het navigeren door menus kunt u de
Omhoog-omlaag knop
Omhoog-omlaag knop gebruiken in plaats van de knoppen ! en
", en de ADJ. knop in plaats van de
knoppen # en $. U kunt met de ADJ. knop en de Omhoog-omlaag knop tevens de sluitertijd en
ADJ. knop
het diafragma selecteren in de standen P, A, S en M.
NB
• Gemakshalve kunt u veelvuldig gebruikte menu-items toewijzen aan de ADJ. knop (pagina 117).
• Functies die zijn toegewezen aan de op/neer-knop en ADJ.-scha­kelaar kunnen worden veranderd in Knopopties M-modus en Knopopties weergavemodus in het menu Instellingen (pagina
121).
Nieuwe Gebruiker? Lees dit.
5
Het beeldscherm
NR DR DATE
2
4:3 N
10
M
VGA
640
In ter va l
1 2 3 4 5 6 7 8 9
19 20 21 22 23
24 25 26 27 28
32
33 34313029
18
18
16
16
15
14
13
12
11
1717
3510 36 37
Nieuwe Gebruiker? Lees dit.
Opnemen (fotos)
Opnemen (lmstand)
1 Flitsstand............... 22
2 Flitscompensatie
.............................. 70
Handmatig itsniveau
.............................. 71
3 Scènestand ............ 42
Continu ..................64
4 Opnamestand
Plus standaard opname
.............................. 84
5 Aantal resterende
opnamen
*
........... 153
6 Bestemming .......... 14
7
Scherpstelafstand snapshotopname
8 Beeldformaat ........ 53
9 Verhouding ........... 53
10 Beeldkwaliteit ....... 53
11 Zelfontspanner ...... 24
* Bij benadering; de werkelijke capaciteit is afhankelijk van de
opnameomstandigheden en het merk van de geheugenkaart. U ziet 9999 op het beeldscherm wanneer er nog geheugen is voor meer dan 9 999 beelden.
6
12 Macro-stand ..........21
13 Zoom ..................... 20
14 Scherptediepte ...... 56
15 Scherpstelbalk ....... 56
16 Intervalopname..... 75
....4, 36
17
18 Scheefstandindicator
.... 60
19 20 Witbalansmodus
21 Lichtmeting ........... 61
22 Beeldinstelling ...... 62
Optie weergave
AF-afstand ............ 56
Opname met meerv.
belichting .............. 68
Automatische belichtingsvergrendeling
............................ 119
.............................. 25
Scherpstelstand .........55
.............................. 78
23 Bracketing ............. 67
24 Histogram ............. 34
25
Ruisonderdrukking
26
Compensatie dynamisch bereik
..................... 72
27
Datumvermelding
28
Onscherptewaarschuwing
... 73
... 76
.............................. 20
29
Diafragma
...36, 38, 40
30 Sluitertijd ...36, 39, 40 31 Belichtings-
compensatie .......... 77
32 ISO ......................... 82
33 Eye-Fi-verbinding .... 8
34 Batterijniveau .......... 8
35 Filmlengte 36
Beschikbare tijd
37
Beeldsnelheid
*
........ 87
Weergave (fotos)
4:3 N
10
M
2011/01/ 01 00: 20 2011/01/ 01 00: 20
VGA
640
1 2 3 5
4 6 7 8 9 10
11
181712 13 14 15 16
20
19
21 22
St art
1
Bestandsnummer
... 132
2 Huidig frame 3 Totaal aantal frames 4 Eye-Fi overgedragen
beelden ................... 8
5 Indicator
weergavestand
6
Beveiligde opname
... 90
7 Indicator DPOF-
afdruk .................... 92
Weergave (lms)
8 Bron ...................... 14
9 Beeldformaat ........ 53
10 Verhouding ........... 53
11 Beeldkwaliteit ....... 53
12 Opnamedatum ...... 17
13
Diafragma
... 36, 38, 40
14 ISO ......................... 82
15 Belichtings-
compensatie .......... 77
16 Sluitertijd ...36, 39, 40
Nieuwe Gebruiker? Lees dit.
17 Eye-Fi-verbinding .... 8
18 Batterijniveau .......... 8
19 Lengte/opnameduur
................................ 88
20 Voortgangsindicator
................................ 88
21 Witbalans .............. 78
22 Witbalans-
compensatie ...........81
7
De indicator Batterijniveau
Pictogram Beschrijving
(groen)
Nieuwe Gebruiker? Lees dit.
(groen)
(oranje)
Batterij is vol.
Halfvolle batterij.
Batterij bijna leeg. De batterijen opladen of vervangen.
NB
• Bij gebruik van NiMH-batterijen kan het voorkomen dat het bat­terijniveau niet juist wordt weergegeven afhankelijk van het type batterijen of omstandigheden.
Eye-Fi-verbinding
Bij het gebruik van een Eye-Fi-kaart (pagina 13), wordt de verbindingsstatus weergegeven in de modi opname en afspelen.
Pictogram Beschrijving
Niet verbonden
Bezig met verbinden...
Wachten op gegevensoverdracht...
Bezig met overdragen...
Verbinding verbroken
Overgedragen afbeeldingen
Eye-Fi-kaart fout bij informatie-overdracht
• Zet de camera uit en aan. Als het probleem blijft bestaan, kan er iets fout zijn met de kaart.
8
Basisfotograe en
-weergave
Lees dit deel alvorens de camera voor het eerst te gebruiken.
De eerste stappen ...........................................10
Fotos nemen ...................................................18
Fotos bekijken en verwijderen .....................27
Nieuwe Gebruiker? Lees dit.
99
De eerste stappen
De camera gebruiksklaar maken.
De batterij opladen
Nieuwe Gebruiker? Lees dit.
De oplaadbare batterij die bij de camera wordt geleverd, is bij verzending van de camera niet geladen. Laad de batterij op in
de meegeleverde BJ-6 batterijlader vóór ingebruikname.
Plaats de batterij in de lader.
1
Plaats de batterij met het label naar boven waarbij het plus- + en minteken - overeen moeten komen met
de labels ervoor op de lader.
Waarschuwing
• Let erop dat de batterij in de juiste richting is geplaatst.
Sluit de lader aan.
2
Het lampje van de lader brandt zolang de batterij wordt geladen.
NB
• Een lege batterij wordt volledig opgeladen in ongeveer twee-en-een-half uur bij 25°C.
• Een knipperend lampje betekent dat er een fout in de bat­terij of lader is opgetreden. Haal de lader uit het stopcontact en verwijder de batterij.
• Het opladen is voltooid wanneer het lampje op de lader uit gaat.
Verwijder de batterij.
3
10
Tip: geschikte batterijen
• De camera kan worden gebruikt met een DB-65 oplaadbare Li­ion batterij (meegeleverd), DB-60 oplaadbare batterijen of met een paar AAA alkaline of oplaadbare nikkelmetaalhydride (NiMH) batterijen.
Tip: batterijvermogen
• Onder normale omstandigheden kunt u circa 390 opnamen maken met een volle DB-65 batterij. Er kunnen ongeveer 30 opna­mes gemaakt worden met een paar volle AAA-alkalinebatterijen. Deze cijfers zijn gebaseerd op tests die zijn uitgevoerd volgens CIPA-normen onder de volgende omstandigheden: een temper-
van 23 °C (73 °F); beeldscherm aan; 10 opnamen gemaakt
atuur met tussenpozen van 30 seconden en de its om de twee keer gebruikt; en de cyclus herhaald nadat de camera uit-en weer in­geschakeld is.
Waarschuwing
Oplaadbare Li-ion-batterijen: Gebruik alleen echte DB-65 of DB-60 batterijen.
Alkaline-batterijen: De levensduur van batterijen is afhankelijk van het merk en de omstandigheden waarin deze worden bewaard. Bij lage temperaturen vermindert het vermogen.
NiMH-batterijen: Houd er rekening mee dat het vermogen direct na aankoop of na een langere tijd niet gebruikt te zijn geweest, minder goed is, en dat de batterijen mogelijk twee tot drie maal gebruikt en weer geladen moeten worden voordat ze hun lading vasthouden.
U kunt geen mangaan- en Ni-Cd-batterijen gebruiken.
• Batterijen kunnen direct na gebruik heet zijn. Schakel de camera uit en wacht tot de batterijen zijn afgekoeld alvorens ze te verwijderen.
Nieuwe Gebruiker? Lees dit.
11
De batterij en een geheugenkaart plaatsen
1
2
1
2
Zorg ervoor dat de camera uitstaat voor u batterijen en een geheugenkaart plaatst of verwijdert.
SD-geheugenkaart of SDHC-geheugenkaart kunnen wor-
Nieuwe Gebruiker? Lees dit.
den gebruikt in deze camera (in deze handleiding betek­ent geheugenkaart SD- en SDHC-geheugenkaarten).
Open de afdekkap van de batterij/kaart.
1
Ontgrendel (1) en open (2) de afdekkap.
Plaats een geheugenkaart.
2
Houd de geheugenkaart in de getoonde richting, en schuif deze naar binnen tot hij op zijn plaats klikt.
Plaats de batterij.
3
Houd met de batterij de grendel tegen één zijde gedrukt en schuif de batterij op zijn plaats. De grendel klikt op zijn plaats wanneer de batterij volledig ingestoken is.
Sluit de afdekkap van de batterij/kaart.
4
Sluit (1) en vergrendel (2) de afdekkap.
Waarschuwing
• Controleer of de afdekkap is vergrendeld.
12
De batterij en een geheugenkaart verwijderen
Ontgrendel en open het batterij/kaartdeksel, druk en ontgrendel de batterijvergrendeling en verwijder de bat­terij handmatig. Laat de batterij niet vallen.
Druk de geheugenkaart in om hem uit te werpen. De kaart kan dan met de hand verwijderd worden.
Tip: AAA-batterijen plaatsen
• Plaats de batterij in de getoonde rich­ting, druk de afdekkap dicht en schuif de grendel op slot.
Waarschuwing
• Verwijder de batterijen en bewaar ze op een koele, droge plaats wanneer u de camera langere tijd niet zult gebruiken.
Tip: Eye-Fi-kaarten
• Eye-Fi X2-kaarten (SD-geheugenkaarten met ingebouwde draadloze LAN-functie) kunnen worden gebruikt met deze ca­mera. Voor meer informatie over Eye-Fi-kaarten kunt u terecht op de webpagina van Eye-Fi (http://www.eye./).
• Bij het gebruik van een Eye-Fi-kaart worden de volgende instel­lingen weergegeven in het menu Instellingen (pagina 111).
Eye-Fi-verbindingsinstellin.: Schakelt de draadloze LAN-
functie van een compatibele geheugenkaart in of uit.
Eye-Fi-verbindingsweergave: Geeft de SSID weer voor de
draadloze LAN.
• Dit product biedt geen garanties voor de functies van Eye-Fi­kaarten (inclusief draadloze overdracht). Als er problemen zijn met een Eye-Fi-kaart kunt u contact opnemen met de kaartfabri­kant. Eye-Fi-kaarten kunnen alleen worden gebruikt in het land waarin de kaarten werden gekocht. Om te controleren of het gebruik van de kaart is goedgekeurd in het land kunt u contact opnemen met de kaartfabrikant.
Nieuwe Gebruiker? Lees dit.
13
Bestemming voor Opname
Fotos die zijn genomen met deze camera kunnen wor­den opgeslagen op het interne geheugen of op een ge­heugenkaart. Als er geen geheugenkaart in de camera zit, worden de gegevens opgeslagen in het interne ge-
Nieuwe Gebruiker? Lees dit.
heugen.
De gegevens in het interne geheugen kunnen worden gekopieerd naar een geheugenkaart (pagina 94).
Waarschuwing
• Wanneer er een geheugenkaart geplaatst is, worden beelden niet opgenomen in het interne geheugen, zelfs niet als de geheugenkaart vol is.
NB
• Formatteer geheugenkaarten eerst alvorens u ze gebruikt of nadat ze zijn gebruikt in een pc of een ander apparaat (pagina
123).
• Zie pagina 153 voor informatie over de capaciteit van geheugen­kaarten.
14
De camera in- en uitschakelen
Vandaag : 0000121Vandaag : 0000121
De opnamestand
U schakelt de camera in door op de POWER knop te drukken.
De POWER knop gaat branden en u hoort het opstartgeluid van de camera. Bij het opstarten van de camera knippert de Autofocus/itsindicator een paar seconden.
U schakelt de camera weer uit door nogmaals op de POWER knop te drukken.
Voordat de camera wordt uitge­schakeld, ziet u hoeveel beelden u op die dag hebt genomen (als de cameraklok niet is ingesteld, ziet u nul).
Nieuwe Gebruiker? Lees dit.
15
De weergavestand
Druk circa één seconde op knop 6 als u de camera wilt inschakelen in de weergavestand.
Druk opnieuw op 6 om de cam-
Nieuwe Gebruiker? Lees dit.
era uit te schakelen.
NB
• Na de gekozen tijd in het menu Automatisch uitschakelen schakelt de camera zich automatisch uit om energie te besparen (pagina 125).
• Als Slaapstand wordt ingesteld in het instellingenmenu, dimt de camera na een ingestelde tijd de display automatisch om stroom te besparen (pagina 126).
• Als u LCD auto dim in het instellingenmenu op Aan zet, dimt de camera na vijf seconden automatisch de display om stroom te besparen (pagina 126).
• Het stroomindicatielampje kan worden ingesteld op Aan of Uit in Voedingslampje in de belangrijkste aangepaste instellingen (pagina 121).
16
Basisinstelling
Wanneer u de camera voor het eerst inschakelt, ziet u een dialoogvenster waarin u een taal kunt selecteren. Doorloop de onderstaande stappen om een taal te
kiezen en de tijd en datum in te stellen.
Selecteer een taal.
1
Druk op !, ", # of $ om een taal te markeren en druk op C/D om deze te selecteren. Om te verlaten voor het in­stellen voltooid is, drukt u op de knop DISP..
Stel de klok in.
2
Druk op jaar, de maand, het uur, de minuten of de datumindeling te markeren, en druk op ! of
" om deze te wijzigen. Druk
op C/D. Er wordt een bevestigingsdia­loogvenster weergegeven.
Druk op C/D.
3
NB
• Als u de batterij ten minste twee uur in de camera laat zitten,
kunt u de batterij circa een week uit de camera laten zonder de klok en de taal opnieuw in te hoeven stellen.
De Taal, Tijd en Datum kunnen worden veranderd in het menu
Instellingen (pagina 111).
# of $ om het
Nieuwe Gebruiker? Lees dit.
17
Nieuwe Gebruiker? Lees dit.
18
Fotos nemen
AUTO
4:3 N
10
M
9999
Nadat u de camera hebt ingesteld door de De eerste stappen (pagina 10) te doorlopen, bent u klaar om uw eerste fotos te nemen.
Een foto nemen
Draai de Modusknop naar 5.
1
Stel scherp.
2
Kader het onderwerp in het midden van het beeldscherm en druk de ontspanknop half in om de scherpstelling en belichting in te stellen. De Focuskaders (maximaal negen) die voorwerpen bevat­ten waarop gefocust wordt, worden groen weergegeven.
Neem de foto.
3
Door rustig de ontspanknop helemaal in te drukken, neemt u de foto. De foto die u net heeft genomen, wordt weergegeven in de afbeeldingendisplay.
Tip: scherpstellen
• De Autofocus/itsindicator en het
Autofocus/itsindicator
scherpstelframe geven aan of het onderwerp scherp is.
Scherpstelframe
Scherpstelstatus Scherpstelframe Autofocus/itsindicator
De camera is nog niet scherpgesteld.
Onderwerp is scherp.
Camera kan niet scherpstellen.
Wit Uit
Groen Aan (groen)
Rood
(knippert)
Knippert (groen)
• In de volgende situaties kan de camera wellicht niet scherpstel-
len of is het onderwerp niet in focus, ook niet als de focuskaders groen zijn.
• Het onderwerp vertoont weinig contrast, bijvoorbeeld de lucht, een eenkleurige muur of een motorkap.
• Het object is vlak en vertoont alleen horizontale lijnen.
• Het onderwerp beweegt snel.
• Het onderwerp is slecht verlicht.
• Het onderwerp vertoont sterke reecties of staat in tegenlicht.
• Het onderwerp ikkert, bijvoorbeeld neonverlichting.
• Het onderwerp is een puntlichtbron zoals een gloeilamp, spot­light of led-verlichting.
Als de camera niet op het onderwerp kan scherpstellen, stelt u scherp op een ander object op dezelfde afstand en gebruikt u die focusinstelling voor uw onderwerp.
Nieuwe Gebruiker? Lees dit.
19
Nieuwe Gebruiker? Lees dit.
20
Tip: onscherpe fotos vermijden
• Probeer een van de volgende oplossingen als de foto onscherp dreigt te worden door camerabeweging:
• Selecteer Aan voor Bewegingscorrectie in het menu Opname
(pagina 74).
• Schakel de itser in of gebruik automatisch itsen ( pagina 22)
• Kies een hogere ISO (pagina 82)
• Gebruik de zelfontspanner (pagina 24)
NB
• U kunt kiezen hoe lang een foto wordt weergegeven nadat u hem genomen hebt in LCD-bevestigingstijd in het menu In­stellingen (pagina 125). Als u Houden selecteert, wordt een foto afgebeeld tot de opnameknop de volgende keer tot halverwege wordt ingedrukt.
Digitale zoom
Als u Zoomknop in de aangepaste toetsinstellingen in­stelt op Digitale zoom, kunt u met knop 8 inzoomen tot maximaal 4,0 keer. Met knop 9 zoomt u uit.
Wijs de digitale zoom toe aan de knoppen
1
Stel Zoomknop in op Digitale zoom in het menu Be- langrijke opties (pagina 121).
Frame de foto in met de knoppen 8 en 9.
2
U ziet de zoomverhouding op het beeldscherm.
Neem de foto.
3
8 en 9.
Loading...
+ 151 hidden pages