RAYMARINE i40 Log Manual [nl]

Page 1
I
nstallatie -e n
bedieningsvoorschriften
Ne d erla n d s
Date: 05-2012 Document numme r: 81 34 0-1-NL © 20 12 Ra ymarine UK Limited
i4 0
Page 2
Page 3
Mededelingoverhandelsmerkenenoctrooien
Handelsmerkenengedeponeerdehandelsmerken
Autohelm,hsb
2
,RayT echNavigator,SailPilot,SeaT alk,SeaT alk
NG
,SeaT alk
HS
enSportpilotzijngedeponeerdehandelsmerkenvan RaymarineUKLimited.RayTalk,Seahawk,Smartpilot,PathnderenRaymarinezijngedeponeerdehandelsmerkenvanRaymarine HoldingsLimited.
FLIRiseengedeponeerdhandelsmerkvanFLIRSystems,Inc.en/ofhaardochtermaatschappijen.
Alleanderehandelsmerken,handelsnamenofbedrijfsnamendiehierinwordenvermeldwordenalleengebruikttenbehoevevan identicatieenzijneigendomvanhunrespectieveeigenaren.
Ditproductisbeschermddooroctrooien,ontwerpoctrooien,aanhangigeoctrooienenaanhangigeontwerpoctrooien.
“Fairuse”-verklaring
Umagvooreigengebruiknietmeerdandrie(3)exemplarenvandezehandleidingafdrukken.Umagnietmeerexemplarenafdrukken ofverspreidenenumagdehandleidingnietopenigeanderemaniergebruiken,waaronderzonderbeperkinghetcommercieeluitbaten vandehandleidingofhetgevenofverkopenvanexemplarenhiervanaanderden.
Software-updates
Ganaardewebsitewww.raymarine.comvoordenieuwstesoftwareversievooruwproduct.
Producthandleidingen
DenieuwsteversiesvanalleEngelseenvertaaldehandleidingenkunnenalsPDFwordengedownloadopwww.raymarine.com. Controleertualstublieftdewebsiteomtezienofudemeestrecentehandleidinghebt.
Copyright©2012RaymarineUKLtd.Allerechtenvoorbehouden.
DUTCH
Documentnumber:81340-1 Date:05-2012
Page 4
Page 5
Inhoud
Hoofdstuk1Belangrijkeinformatie........................7
Veiligheidsvoorschriften..................................................7
Reinigen........................................................................7
Binnendringenvanwater.................................................7
Disclaimer......................................................................7
EMC-installatierichtlijnen.................................................7
Ontstoringsferrieten........................................................8
Aansluitingenaanandereapparatuur...............................8
Conformiteitsverklaring...................................................8
Verwijderingvanhetproduct...........................................8
Registratiegarantie.........................................................8
IMOenSOLAS...............................................................8
Technischenauwkeurigheid.............................................8
Hoofdstuk2Informatieoverdehandleiding...........9
2.1Informatieoverdehandleiding...................................10
Hoofdstuk3Deinstallatieplannen.........................11
3.1Installatiechecklist.....................................................12
3.2Systeemintegratie.....................................................13
3.3Typischesystemen....................................................14
3.4Meegeleverdeonderdelen.........................................15
3.5Benodigdgereedschap..............................................15
Hoofdstuk4Kabelsenaansluitingen.....................17
4.1Algemenekabelleiding..............................................18
4.2Overzichtverbindingen..............................................18
4.3Voedingsaansluiting..................................................20
4.4SeaT alk
ng
-verbinding.................................................21
9.1Serviceenonderhoud...............................................48
9.2Condens...................................................................48
9.3Routinecontrolesapparatuur......................................49
9.4Reinigen...................................................................49
9.5Reinigenvandebehuizingvanhetdisplay..................50
9.6Hetdisplayschermreinigen........................................50
Hoofdstuk10Probleemoplossing..........................51
10.1Probleemoplossing..................................................52
10.2Probleemoplossinginstrument................................53
10.3Probleemoplossinginschakelen...............................55
10.4Probleemoplossingdiversen....................................56
10.5Zelftest...................................................................57
Hoofdstuk11Technischeondersteuning..............59
11.1Raymarine-klantenservice........................................60
Hoofdstuk12T echnischespecicaties..................61
12.1T echnischespecicaties..........................................62
12.2Gebruiksbereiken....................................................63
Hoofdstuk13Reserveonderdelenen
accessoires...............................................................65
13.1Accessoires............................................................66
13.2i40-transducers.......................................................66
13.3Reserveonderdelen.................................................67
13.4SeaT alk-accessoires................................................67
13.5SeaT alk-voedingskabels..........................................68
13.6Converters..............................................................68
Hoofdstuk5Plaatsbepalingenmontage...............23
5.1Eenplaatskiezenvoorhetdisplay............................24
5.2Montage...................................................................25
5.3Beugelmontage.........................................................25
5.4Eenplaatskiezenvoordetransducer........................26
5.5Voorframe.................................................................27
Hoofdstuk6Beginnen.............................................29
6.1Bediening.................................................................30
6.2Voeding....................................................................30
6.3Datamaster...............................................................31
6.4Deachtergrondverlichtingafstellen.............................31
6.5Hetcontrastaanpassen.............................................32
6.6Kalibratie..................................................................32
Hoofdstuk7Uwdisplaygebruiken.........................37
7.1Pagina's...................................................................38
7.2Bedieningvandei40Bidata......................................38
7.3Bedieningvandei40Depth......................................40
7.4Bedieningvandei40Speed......................................41
7.5Bedieningvandei40Wind........................................42
Hoofdstuk8Alarmmeldingengebruiken...............45
8.1Alarmmeldingen........................................................46
Hoofdstuk9Uwdisplayonderhouden...................47
5
Page 6
6i40
Page 7
Hoofdstuk1:Belangrijkeinformatie

Veiligheidsvoorschriften

Waarschuwing:Productinstallatieen
-bediening
Dezeapparatuurdientgeïnstalleerdenbediendte wordenvolgensdeverschafterichtlijnen.Worden dezenietinachtgenomen,dankandatleidentot persoonlijkletsel,schadeaanuwschipen/ofslechte productprestaties.
Waarschuwing:Potentiële ontstekingsbron
DitproductisNIETgoedgekeurdvoorgebruikineen gevaarlijke/brandbareomgeving.Installeerditproduct NIETineengevaarlijke/brandbareomgeving(zoals eenmachinekamerofindebuurtvanbrandstoftanks).
Letop:Serviceenonderhoud
Ditproductbevatgeenonderdelendiedoorde gebruikerkunnenwordenonderhouden.Alle onderhouds-enreparatiewerkzaamhedendienen doorgoedgekeurdeRaymarine-dealersteworden uitgevoerd.Ongeautoriseerdereparatieskunnen gevolgenhebbenvooruwgarantie.

Reinigen

Goedreinigingsgewoontes.
Alsuditproductreinigt:
•VeeghetdisplayschermNIETafmeteendrogedoek,aangezien ditkrassenkanveroorzakenopdecoating.
•GebruikGEENschurendeofopzurenofammoniagebaseerde producten.
•GebruikGEENhogedrukspuit.
Waarschuwing:Hogespanning
Ditproductstaatonderhogespanning.Voor aanpassingenzijnspecialeonderhoudsproceduresen
-gereedschappenvereistwaaralleengekwaliceerde onderhoudstechnicibeschikkingoverhebben.Het systeembevatgeenonderdelendiedoordegebruiker kunnenwordengerepareerdofaangepast.De gebruikermagdekapnietverwijderenofproberen hetproductterepareren.
Waarschuwing:Productaarding
Voordatuditproductaansluitopdevoeding,moet uzichervanverzekerendathetopdejuistemanier isgeaard,inovereenstemmingmetdeinstructiesin dezehandleiding.
Waarschuwing:Systemenmet positieveaarding
Sluitdezeunitnietaanopsystemenmetpositieve aarding.
Waarschuwing:Uitschakelenvande voeding
ZorgervoordatdevoedingvanhetschipUITis geschakeldvoordatubegintmethetinstallerenvan ditproduct.VerbindofontkoppelapparatuurNIET wanneerhetisingeschakeld,tenzijanderswordt geïnstrueerdinhetdocument.
Letop:Condens
Inbepaaldeweersomstandighedenkanzicheen kleinehoeveelheidcondensvormenophetvenster vandeunit.Ditisnietschadelijkvoordeuniten verdwijntnadatdeuniteenpoosjeaanheeftgestaan.

Binnendringenvanwater

Disclaimervoorbinnendringenvanwater Hoeweldewaterbestendigheidsclassicatievanditproduct
conformdeIPX6-normis,kanwaterindringenendevervolgens deapparatuuronklaarmakenwanneerhetproductmeteen hogedrukreinigerwordtschoongemaakt.Raymarinestaatniet garantvoorproductendieonderhogedrukwordenschoongemaakt.

Disclaimer

Raymarinegarandeertnietdatditproductfoutvrijis,ofdathet compatibelismetproductendiezijngeproduceerddooreen persoonofentiteitandersdanRaymarine.
Raymarineisnietverantwoordelijkvoorbeschadigingenofletsel veroorzaaktdooruwgebruikvanhetproduct,ofonvermogen hetproducttegebruiken,doordeinteractievanhetproductmet productendiezijngeproduceerddooranderen,ofdoorfouteninde informatiediewordtgebruiktdoorhetproductdatdooreenderde partijisgeleverd.

EMC-installatierichtlijnen

Letop:Transducerkabel
UmagdetransducerkabelNIETknippen,inkortenof splitsenofdeconnectorverwijderen.Alsdekabelis gekniptkanhijnietmeerwordengerepareerd.Door hetknippenvandekabelkomtookdegarantiete vervallen.
Letop:Zekeringenergievoorziening
Zorgbijdeinstallatievanditproductdatde voedingsbronafdoendegezekerdisdoormiddelvan eenzekeringofautomatischestroomonderbrekermet hetgeschiktevermogen.
Belangrijkeinformatie
ApparatuurenaccessoiresvanRaymarinevoldoenaande toepasselijkeregelsvoorElektromagnetischeCompatibiliteit(EMC) omelektromagnetischeinterferentietussenapparatuurenheteffect daarvanopdeprestatiesvanuwsysteemteminimaliseren.
CorrecteinstallatieisvereistomtegaranderendatEMC-prestaties nietnadeligwordenbeïnvloed.
VooroptimaleEMC-prestatiesadviserenwijwaarmogelijkom:
•Raymarine-apparatuurendaaraanaangeslotenkabels:
–tenminste1m(3ft)verwijderdtehoudenvanapparatuur
ofkabelsdieradiosignalenverzendenofdragen,zoals VHF-radio's,kabelsenantennes.InhetgevalvanSSB-radio's moetudeafstandvergrotentot2m(7ft).
–meerdan2m(7ft)verwijderdtehoudenvanhetpadvaneen
radarstraal.Eenradarstraalwordtnormaalgesprokentot20 gradenbovenenonderhetstralingselementverspreid.
•Hetproducttevoedenviaeenandereaccudandeaccudiewordt gebruiktvoorhetstartenvandemotor.Ditisvanbelangvoorhet voorkomenvanfoutenenverliesvangegevens,hetgeenkan optredenalsdemotornietmeteenaparteaccuwordtgestart.
7
Page 8
•KabelstegebruikenvolgensspecicatiesvanRaymarine.
•Kabelsnietaftesnijdenofteverlengen,tenzijditinde installatiehandleidingnauwkeurigwordtbeschreven.
Opmerking:Waarbeperkingenmetbetrekkingtotde installatieeenvandebovenstaandeaanbevelingen belemmeren,moetualtijddegrootstmogelijkeafstandtussen
verschillendeelektronischeapparatengaranderenomzodoende debestmogelijkeomstandighedenvoorEMC-prestatieste creërenindegeheleinstallatie.

Ontstoringsferrieten

Raymarine-kabelskunnenferrietenvoorontstoringbevatten.Deze zijnvanbelangvoordejuisteEMC-prestaties.Alseenferrietom welkeredendanookmoetwordenverwijderd(bijvoorbeeldvoor installatieofonderhoud),moetdezeopdeoorspronkelijkelocatie wordenteruggeplaatstvoordathetproductwordtgebruikt.
Gebruikalleenhetjuistetypeferrietdatdoorerkende Raymarine-dealerswordtgeleverd.

Aansluitingenaanandereapparatuur

Vereistevoorferrietenopniet-Raymarine-kabels
AlsRaymarine-apparatuuraangeslotenmoetwordenopandere apparatuurmeteenkabeldienietdoorRaymarinegeleverdis, MOETaltijdeenontstoringsferrietgeplaatstwordenopdekabelbij hetRaymarine-apparaat.

Technischenauwkeurigheid

Deinformatieinditdocumentwasbijhetterpersegaannaarons bestewetencorrect.Raymarineisechternietaansprakelijkvoor eventueleonnauwkeurighedenofomissies.Daarnaastkunnen specicatiesvolgensonsprincipevancontinueproductverbetering zondervoorafgaandeopgavegewijzigdworden.Raymarinekan daaromnietaansprakelijkwordengesteldvooreventueleverschillen tussenhetproductenditdocument.RaadpleegdeRaymarine website(www.raymarine.com)omnategaanofudemeestrecente versie(s)hebtvandedocumentatievooruwproduct.

Conformiteitsverklaring

RaymarineUKLtd.verklaartdatditproductvoldoetaande essentiëlevereistenvanEMC-richtlijn2004/108/EG.
DeorigineleConformiteitsverklaringkuntubekijkenopde betreffendeproductpaginaopwww.raymarine.com.

Verwijderingvanhetproduct

VerwijderditproductinovereenstemmingmetdeAEEA-richtlijnen.
DerichtlijnAfvalvanElektrischeenElektronischeApparatuur (AEEA)vereistderecyclingvanafvalvanelektrischeen elektronischeapparaten.HoeweldeAEEARichtlijnnietvan toepassingisopeenaantalRaymarineproducten,steunenwijdit beleidenverzoekenuditproductinovereenstemminghiermee teverwijderen.

Registratiegarantie

OmuwRaymarine-productteregistrerengaatunaar
www.raymarine.comenregistreertuonline.
Hetisvanbelangdatuuwproductregistreertomvollediggebruikte kunnenmakenvanallegarantievoordelen.Inuwverpakkingziteen barcode-etiketwaarophetserienummervandeunitvermeldstaat. Uhebtditserienummernodigomuwproductonlineteregistreren. Udienthetetiketvoorlatergebruiktebewaren.

IMOenSOLAS

Deapparatuurdieinditdocumentbeschrevenwordt,isbedoeld voorrecreatievemaritieme-enwerkvaartuigenwelkenietvallen onderdeInternationalMaritimeOrganization(IMO)enSafetyofLife atSea(SOLAS)Carriageregelgeving.
8i40
Page 9
Hoofdstuk2:Informatieoverdehandleiding
Inhoudsopgave
2.1Informatieoverdehandleidingoppagina10
Informatieoverdehandleiding
9
Page 10

2.1Informatieoverdehandleiding

1
3
2
4
D125 27-1
Dezehandleidingbevatbelangrijkeinformatieoveruw Raymarine-instrumentdisplay.
i40-handleidingen
Devolgendehandboekenhebbenbetrekkingopuwproduct:
Handleidingen
OmschrijvingArtikelnummer
Montagehandleidingenstartersgids88006
Instructiesvoorinstallatieenbediening81340
Montagemal87155
i40-instrumentassortiment
Heti40-instrumenassortimentbestaatuitdevolgendemodellen:
ArtikelOmschrijvingArtikelnummer
1i40BidataE70066
2i40DepthE70064
3
4i40WindE70065
i40Speed
E70063
10i40
Page 11
Hoofdstuk3:Deinstallatieplannen
Inhoudsopgave
3.1Installatiechecklistoppagina12
3.2Systeemintegratieoppagina13
3.3Typischesystemenoppagina14
3.4Meegeleverdeonderdelenoppagina15
3.5Benodigdgereedschapoppagina15
Deinstallatieplannen
11
Page 12

3.1Installatiechecklist

Installatieomvatdevolgendewerkzaamheden:
Installatietaak
1Planuwaanpak
2Verzamelallevereisteapparatuurengereedschappen
3Zetalleapparatuurophuntoekomstigeplaats
4Legallekabelsuit.
5
6Maakalleaansluitingenopdeapparatuur.
7
8Zethetsysteemaanentesthet.
Boorkabel-enmontagegaten.
Zetalleapparatuurvastopzijnplaats.
12
i40
Page 13

3.2Systeemintegratie

D123 39-1
3
9876
4
5
1 2
ArtikelApparaattypeMaximumaantalGeschikteapparatenVerbindingen
1
i40Bidata-,Depth-,Speed-of Wind-instrument.
2
SeaTalk-instrumentdisplaysvia SeaTalk-netwerk.
3
ng
SeaTalk
-instrumentdisplaysvia SeaTalknaarSeaTalk of-adapterkabel.
4
5
6
ng
SeaTalk bedienunitviaSeaTalknaar SeaTalk
SeaTalk displaysviaSeaT alknaar SeaTalk
-stuurautomaat-
ng
-converter.
ng
multifunctionele
ng
-converter.
Raymarinewindtransducer(i40 Wind).
7
Raymarinesnelheid-en temperatuurtransducer(i40 Speed).
8
Raymarinedieptetransducer(i40 Depth).
9Raymarineanalogesnelheid-en
dieptetransducers(i40Bidata).
ng
-converter
Bepaalddoorde busbandbreedteende voedingsbelastingvan SeaTalk.
•i40Bidata
•i40Depth
•i40Speed
•i40Wind
Bepaalddoorde busbandbreedteende voedingsbelastingvan
•ST40
•ST60+
SeaTalk.
Bepaalddoorde busbandbreedteende voedingsbelastingvan
ng
SeaTalk
.
Bepaalddoorde busbandbreedteende voedingsbelastingvan
ng
SeaTalk
.
•ST70
•ST70+
•i70
•ST70
•ST70+
•p70
•p70R
6
•Raymarinemultifunctioneledisplays.•SeaTalk
1•RotavectawindtransducerRaymarinetransducerverbin-
1
•P731Shortysnelheid-/temperatuurtransdu­cermetrompdoorvoer
•Anderecompatibeletransducers—neem alstublieftcontactopmetuwplaatselijke Raymarine-dealervoormeerinformatie.
1
•P7Shortydieptetransducermetlaagproel enrompdoorvoer
•Anderecompatibeletransducers—neem alstublieftcontactopmetuwplaatselijke Raymarine-dealervoormeerinformatie.
•1xdiepte-en 1xsnelheid­/temperatuurtransducer, of
•1xdiepte-,snelheid-en temperatuurtransducer (DST).
•P731Shortysnelheid-/temperatuurtransdu­cermetrompdoorvoer
•P7Shortydieptetransducermetlaagproel enrompdoorvoer
•Anderecompatibeletransducers—neem alstublieftcontactopmetuwplaatselijke Raymarine-dealervoormeerinformatie.
•SeaTalk
•SeaTalk
ng
optioneleSeaTalk1naar SeaTalk
viade
ng
-converter.
•SeaTalk
•SeaTalk
•SeaTalk
ng
ng
ng
ding.
Raymarinetransducerverbin­ding.
Raymarinetransducerverbin­ding.
Raymarinetransducerverbindin­gen.
Deinstallatieplannen
13
Page 14

3.3Typischesystemen

12 V
D123 43-1
1
3
2
5
6 7
4
D125 07-1
12 V
1 1
2
9 10
11
3 4
5 5
5
6 7 8
BasisSeaTalk-systeem
1i40Depthinstrumentdisplay
2
3i40Windinstrumentdisplay
4Rotavectawindtransducer
5
6
7
7
i40Speedinstrument
8i40Windinstrument
9Dieptetransducer
10
Snelheidstransducer
11Rotavectawindtransducer
SeaTalk
SeaTalkiseenprotocolomcompatibeleinstrumentenaanelkaarte kunnenaansluitenenzodoendegegevenstekunnendelen.
HetSeaT alk-kabelsysteemwordtgebruiktomcompatibele instrumentenenapparatuurteverbinden.Dekabeldraagtde stroomvoorzieningendataenmaakthetmogelijkverbindingente makenzonderdatereencentraleprocessornodigis.
AanhetSeaT alk-systeemkunnenaanvullendeinstrumentenen apparatuurwordentoegevoegddoordezeeenvoudigweginhet netwerktepluggen.SeaT alk-apparatuurkanookmetandere niet-SeaTalk-apparatuurcommunicerenviadeNMEA0183-norm,
i40Speedinstrumentdisplay
Dieptetransducer
Snelheidstransducer
12VDCstroomvoorziening
mitsereengeschikteinterfacegebruiktwordt.
BasisSeaTalk
ng
-systeem
1
2
3
4
5
6i40Depthinstrument
14
ng
SeaTalk
-instrumentdisplays
12VDCstroomvoorziening
ng
SeaTalk
5-wegsvergrendeling
SeaTalknaarSeaT alk
SeaTalk3-wegsvergrendeling
ng
-converter
i40
Page 15

3.4Meegeleverdeonderdelen

D123 48-1
1
2
3
4 5
6
7
1 2
3
4
D125 08-1
1i40instrument
2i40-zonnekap

3.5Benodigdgereedschap

Benodigdgereedschapvoordeinstallatie
1Boormachine
2Vijl
3
4Plakband
57mm(2,25in)gatsnijder
3Montagepakking
4Klembeugel
5
6
7
Montagedraadeindenenduimmoeren
SeaTalk-voedingskabel
Documentatiepakket
Deinstallatieplannen
15
Page 16
16i40
Page 17
Hoofdstuk4:Kabelsenaansluitingen
Inhoudsopgave
4.1Algemenekabelleidingoppagina18
4.2Overzichtverbindingenoppagina18
4.3Voedingsaansluitingoppagina20
4.4SeaTalk
ng
-verbindingoppagina21
Kabelsenaansluitingen
17
Page 18

4.1Algemenekabelleiding

100 mm (4 in)
200 mm (8 in)
D123 49-1
1
D123 50-1
4 5 6 7
8
3
1 2

4.2Overzichtverbindingen

Kabeltypenen-lengtes
Hetisbelangrijkkabelstegebruikenvanhetjuistetypeenmetde juistelengte.
•Tenzijandersaangegeven,dientualleenstandaardkabelsvan hetcorrectetypetegebruiken,diezijngeleverddoorRaymarine.
•ZorgdateventuelekabelsdienietvanRaymarinezijn,dejuiste kwaliteitenkabeldiktehebben.Hetkanbijvoorbeeldzijndatvoor eenlangereloopvandevoedingskabeldikkerekabelsnodigzijn omeventuelespanningsvalindekabelloopteminimaliseren.
Leidenvankabels
Kabeldienencorrectgeleidtewordenvooroptimaleprestatiesen eenlangelevensduur.
•BuigdekabelsNIETteverdoor .Zorgwanneermogelijkvooreen minimalebuigdiametervan200mm(8in)/minimalebuigradius van100mm(4in).
Verbindingenwordengemaaktmetbehulpvandemeegeleverde SeaTalk-entransducer-kabelconnectorenaandeachterkantvan deunit.
Verbindingen
SeaTalk-verbinding
1
i40Bidata-verbinding
SeaTalk-verbinding
•Beschermallekabelstegenfysiekeschadeenblootstellingaan hitte.Gebruikwaarmogelijkverbindingsstukkenofkabelbuizen. LeidkabelsNIETdoorbilgesofdeuren,ofdichtlangsbewegende ofheteobjecten.
•Zetkabelsvastmettiewrapsofafbindkoord.Roleventueleextra kabelopenzetdezeeldersvast.
•Gebruikeengeschiktewaterdichtedoorvoerwanneerkabelsdoor eenopenschotofdekgevoerdworden.
•LeidkabelsNIETvlaklangsmotorenofTL-verlichting.
Leidkabelsaltijdzovermogelijkwegvan:
•andereapparatuurenkabels,
•hogestroomvoerendeAC-enDC-voedingskabels,
•antennes.
Trekontlasting
Zorgvooreengoedetrekontlasting.Beschermconnectorentegen trekbelastingenzorgdatdezetijdensextremeomstandigheden nietlosgetrokkenkunnenworden.
Kabelafscherming
Zorgdatalledatakabelscorrectzijnafgeschermdendatde kabelafschermingintactis(d.w.z.nietgeschaafddoordatdezedoor eennauweruimtegetrokkenis).
ArtikelKabelkleurSignaalnaam
1
2
3
4
5
6
7
8
Zwart(Depth)
Blauw(Depth)
Scherm(Depth)0V(afscherming)
Bruin(Speed)
Wit(Speed)Temperatuur(signaal)
Scherm(Speed)Snelheid0V
Groen(Speed)Snelheid(signaal)
Rood(Speed)SnelheidV+
Piëzo-elektrisch keramiek-
Piëzo-elektrisch keramiek+
Temperatuur0V
(afscherming)
18i40
Page 19
i40Depth-verbinding
21
D123 51-1
3
1 2 3
4 5
D123 52-1
D123 53-1
1
2
3 mm
6 mm
50 mm
1
2
D123 59-1
ArtikelKabelkleurSignaalnaam
1ZwartPiëzo-elektrisch
2BlauwPiëzo-elektrisch
3
Afscherming0V(afscherming)
i40Speed-verbinding
ArtikelKabelkleurSignaalnaam
1RoodRotor+
2BlauwRotor–
Transducerverbindingenmaken
Hoeweldetransducerkabelisuitgerustmetkabelschoenenvoor directeaansluitingopdeachterkantvandeunit,kanhetnodigzijn dezevoordeinstallatieteverwijderen,bijv.wanneerdekabeldoor nauweopeningenmoetwordengevoerd.Erzijn1/8-kabelschoenen nodig(nietmeegeleverd)omdeverwijderdekabelschoenente vervangen.Bijhetaansluitenvannieuwekabelschoenendientu dekabelsalsvolgtaftewerken:
keramiek-
keramiek+
1.Maakdekabelzoalstezienisinafbeelding1hierboven.
2.V ouwdedraadstrengenterugensteekzeindenieuwe kabelschoenzoalstezienisinafbeelding2hierboven.
3.Zorgervoordatdedraadstrengennietaandeachterkantuitde isolatievandekabelschoenuitsteken.
4.Krimpdekabelschoenopdedraad.
ArtikelKabelkleurSignaalnaam
1BruinTemperatuur0V
2Wit
3
4
5
AfschermingSnelheid0V
GroenSnelheid(signaal)
Rood
i40Wind-verbinding
Temperatuur(signaal)
(afscherming)
SnelheidV+
Kabelsenaansluitingen
19
Page 20

4.3Voedingsaansluiting

+
_
D123 55-1
2
1
3
SeaTalk
SeaTalk
+
_
D123 54-1
2
1
Deunitkanófdirectvanstroomwordenvoorzien,ófalsonderdeel vaneenSeaTalk-netwerk.
VooreenSeaT alkng-systeemiséén12VDCvoedingnodig, aangeslotenopdeSeaT alkng-backbone.Ditkanopdevolgende manieren:
•Meteenaccuviahetdistributiepaneel,of
•MeteenRaymarine-koerscomputer ,viaSeaTalk-ofSeaT alk
Voorbeeldvoedingsaansluiting
Waarschuwing:Systemenmet positieveaarding
Sluitdezeunitnietaanopsystemenmetpositieve aarding.
SeaTalk-voedingskabels
ng
.
ArtikelnummerOmschrijving
D229
SeaTalk-voedingskabel.
Directevoedingsaansluiting
Voedingskabelverlenging(12V)
Devolgendebeperkingenzijnvantoepassingenophetverlengen vandevoedingskabel:
•Dekabeldienteengeschiktekabeldiktetehebbenvoorde stroomkringbelasting.
•Dekabeldienttezijnaangeslotenophetdistributiepaneel.
Totalelengte(max.)Kabeldikte(AWG)
0tot5m(0tot16,4ft)
5tot10m(16,4tot32,8ft)
10tot15m(32,8tot49,2ft)
15tot20m(49,2tot65,5ft)
18
14
12
12
SeaTalk-accessoires
SeaTalk-kabelsen-accessoiresvoorgebruikmetcompatibele
1
2
3
3Astroomonderbrekerofzekering.
SeaTalk-voedingskabel.
12VDCstroomvoorzieningvanhet schip.
SeaTalk-voedingsaansluiting
producten.
OmschrijvingArtikelnr.Opmerkingen
3–wegSeaT alk-
D244
aansluitkast
1m(3,28ft)
D284
SeaTalk-verlengkabel
3m(9,8ft)
D285
SeaTalk-verlengkabel
5m(16,4ft)
D286
SeaTalk-verlengkabel
9m(29,5ft)
D287
SeaTalk-verlengkabel
12m(39,4ft)
E25051
SeaTalk-verlengkabel
20m(65,6ft)
D288
SeaTalk-verlengkabel
1
2
SeaTalk-voedingsbeveiliging
Devoedingdienttewordenbeveiligdmeteen5A-zekeringofeen stroomonderbrekermetdezelfdewaarde.
Raymarineadviseertdestroomvoorzieningzoaantesluiten opeenSeaTalk-systeemdatdestroomaanelkezijdevanhet
5Astroomonderbrekerofzekering.
12VDCstroomvoorzieningvanhet schip.
stroomaansluitingspuntgelijkis.
Waarschuwing:Aardingisnietvereist
DitproductisvollediggeïsoleerdenerisGEEN afzonderlijkeaardingnodig.
20i40
Page 21
4.4SeaTalk
D125 09-1
SeaTalk
ng
SeaTalk
1
2
SeaTalk
ng
3
ng
-verbinding
UwkuntuwSeaTalk-productaansluitenopeenSeaT alk metbehulpvandeSeaT alknaarSeaT alk
ng
-converter.
1i40instrument
2
3
SeaTalknaarSeaT alk
Raymarinemultifunctioneeldisplay
ng
-systeem
ng
-converter
Kabelsenaansluitingen
21
Page 22
22
i40
Page 23
Hoofdstuk5:Plaatsbepalingenmontage
Inhoudsopgave
5.1Eenplaatskiezenvoorhetdisplayoppagina24
5.2Montageoppagina25
5.3Beugelmontageoppagina25
5.4Eenplaatskiezenvoordetransduceroppagina26
5.5Voorframeoppagina27
Plaatsbepalingenmontage
23
Page 24

5.1Eenplaatskiezenvoorhetdisplay

D123 41-1
70°
70°
70°
70°
C
D
E
F
A
B
D123 40-1
Waarschuwing:Potentiële ontstekingsbron
DitproductisNIETgoedgekeurdvoorgebruikineen gevaarlijke/brandbareomgeving.Installeerditproduct NIETineengevaarlijke/brandbareomgeving(zoals eenmachinekamerofindebuurtvanbrandstoftanks).
Algemenevereistenvoorplaatsing
Bijhetkiezenvaneenplaatsvoordeunitdientueenaantalfactoren inoverwegingtenemen.
Ventilatievereisten
Omtezorgenvoorvoldoendeventilatie:
•Zorgervoordathetapparaatineencompartimentvandejuiste omvangisgemonteerd.
•Zorgervoordatdeventilatiegatennietzijngeblokkeerd.
•Zorgvoorvoldoendeafstandtussendeapparaten.
Vereistenvoorhetmontage-oppervlak
Zorgervoordatdeunitsvoldoendesteunhebbenopeenstevig oppervlak.DeunitmagNIETwordengemonteerdenermogen geengatenwordengeboordopplaatsendiedeconstructievan hetschipkunnenbeschadigen.
Productafmetingen
A
B
C55mm(2,17in)
D
E
F
128mm(5,04in)
72mm(2,83in)
18mm(0,7in)
17mm(0,67in)
30mm(1,18in)
Vereistenvoorhetleggenvankabels
Zorgervoordatdeunitisgemonteerdopeenplaatswaarkabels correctkunnenwordengelegdenaangesloten:
•Minimalekabelbochtradiusvan100mm(3,94in)isvereist,tenzij andersaangegeven.
•Gebruikkabelsteunenomspanningopdeaansluitingente voorkomen.
Binnendringenvanwater
Dezeunitisgeschiktvoormontagezowelbovendeksalsonderdeks. HetiswaterdichtconformdeIPX6-norm.Hoeweldeunitwaterdicht is,ishetbeterhetopeenbeschermdeplaatstemonteren,zodathet nietlangdurigwordtblootgesteldaandirecteregenenopspattend zoutwater.
Elektrischeinterferentie
Kieseenplaatsdiezichopvoldoendeafstandbevindtvan apparatendieinterferentiekunnenveroorzaken,zoalsmotoren, generatorenenradiozenders/-ontvangers.
Magnetischkompas
Bijhetkiezenvaneengeschikteplaatszouumoetenprobereneen zogrootmogelijkeafstandtehoudentussendeuniteneventuele anderekompassen.
Ommogelijkeinterferentiemetdemagnetischekompassente voorkomendientuervoortezorgendatdeafstandtussendeunit eneventuelekompassenminimaal230mm(9in)is.
Overwegingenmetbetrekkingtotkijkhoek
Dekijkhoekbeïnvloedthetdisplaycontrast,dekleurende nachtmodus.DaaromraadtRaymarineaanhetdisplaytijdelijkopte startenbijhetplannenvandeinstallatieomervoortezorgendatu hetbestekuntbepalenwelkelocatiedeoptimalekijkhoekoplevert.
Kijkhoek
24
i40
Page 25

5.2Montage

D123 57-1
D123 58-1

5.3Beugelmontage

Controlevoorafgaandeaandemontage
Hetproductisontworpenvooroppervlakmontage.Voordatudeunit monteertdientuervoortezorgendat:
•Ueengeschikteplaatskiest.
•Udekabelverbindingenendeplaatsenwaardekabelsmoeten wordengelegdhebtvastgesteld.
Montageschema
Omdeunitopeenbeugeltemonterenvolgtudeinstructiesdiemet demontagebeugel(onderdeelnummerE25024)zijnmeegeleverd.
Montage-instructies
1.Controleerdegekozenplaatsvoordeunit.Eriseenschone,
vlakkeondergrondvereistmetvoldoendevrijeruimteachterhet paneel.
2.Zetdemeegeleverdemontagemalvastopdegekozenplaats
metbehulpvanplakband.
3.Gebruikwanneermogelijkeengatenboorvandejuiste
omvangenzaaghetmiddengatuitzoalsisaangegevenopde montagemal,of
4.Maakmeteengeschiktegatenboorgeleidegateninallehoeken
engebruikeendecoupeerzaaglangsdebinnenrandvande snijlijntezagen.
5.Controleerofdeunitinhetuitgezaagdestukpastenvijllangsde
zaagsnedetotdatdezegladis.
6.V erwijderdebeschermlaagvandemeegeleverdepakkingen
plaatsdeplakzijdevandepakkingopdedisplay-unit.Drukhem stevigopdeens.
7.Schroefhetmeegeleverdemontagedraadeindeopdeachterkant
vandeunit.
8.V oerdekabelsdoordemeegeleverdeklembeugelensluitze
aanopdeunit.
9.Zethetinstrumentendebeugelvastmetbehulpvande
duimmoerenhetdraadeinde.
Plaatsbepalingenmontage
25
Page 26

5.4Eenplaatskiezenvoordetransducer

D4349-2
1
2
3
D435 0-5
D483 4-2
1
1
2
3
3
4
5
6
Algemenevereistenvoordeplaatsingvan snelheids-endieptetransducer
Bijhetkiezenvaneenplaatsvooruwtransducerdientueenaantal factoreninoverwegingtenemen.
Detransducerdienttewordengemonteerdingebiedenmet ongehinderdewaterstroomdiezijngearceerdzijnaangegeveninde onderstaandetekening.
1Zeilboot
2Planerendmotorschip
3Waterverplaatsendmotorschip
Iederetransducerdienttevens:
•vóórdeschroef/schroeventezijngeplaatst(meteenminimum van10%vandelengtevandewaterlijn).
•opeenafstandvanminstens150mm(6in)vanafdekiel(idealiter vóórdekielvaneenzeiljacht).
•zodichtmogelijkbijdemiddenlijnvanhetschip.
•uitdebuurtvananderevoorwerpenofuitsteekselsdiedoorde rompheenzijngemonteerd.
•voldoendevrijeruimtetehebbenbinneninderompomdemoer tebevestigen.
•eenminimalevrijeruimtetehebbenaandebovenkantvan100 mm(4in)omhemterugtekunnentrekken.
Opmerking:Naastdebovengenoemdevereistendientde transducertewordenbevestigdmeteenhoekvanmaximaal10º t.o.v.eenverticalelijn.
Rotavecta-transducermonteren
Derotavecta-transducerkanopeenvlakoppervlakofeenrail wordengemonteerd.
Derailklemgebruiken
1Klemschroeven.
2Pakking.
3Adapterdelen.
4
5
Stifttap.
Raildiameter23mm(0,9in)ofmeer. Wanneerditminderisdan25mm(1,0 in),gebruiktudeadapterdelen.
6
Raildiameter25mm(1,0in).Gebruik GEENadapterdelen.
Vereistenvoorplaatsingvande windvaantransducer/rotavecta
Bijhetkiezenvaneenplaatsvooruwwindtransducerdientueen aantalfactoreninoverwegingtenemen.
Deplaatsvandetransducermoet:
•Voldoenderuimtebiedenvoorinstallatieenonderhoud.
•Zohoogmogelijkenzovermogelijkverwijderdzijnvanapparaten diedetransducerkunnenblokkerenofdeluchtstroomopeen anderemanierverstoren.
•Eenhorizontaalmontage-oppervlakbieden.Wanneereen oppervlak(bijv.masttop)geschiktmaarniethorizontaalis,maak daneengeschiktekegomhetvereistehorizontaleoppervlakte bieden.
•Erdientookeengeschikteroutebeschikbaartezijnvoorde transducerkabelnaarhetinstrumentdisplay .
Zorgervoordatwindtransducerofrotavectawordtgeïnstalleerd overeenkomstigdeinstructiesdiemetdeunitzijnmeegeleverd.
Montagewindvaantransducerenrotavecta
Montagevansnelheid-endieptetransducer
Zorgervoordattransducerswordengeïnstalleerdovereenkomstig deinstructiesdiemetdetransducerzijnmeegeleverd.
26i40
Page 27

5.5Voorframe

1
2
3
4
D123 63-1
2
1
D123 64-1
Deinstrumentrandaandevoorzijdeverwijderen
Opmerking:Verwijderdeinstrumentrandaandevoorzijde
wanneerudeunitmonteert.
1.Zorgervoordathettoetsenpaneelcorrectisgeplaatst.
2.Plaatsdeunitopdeinstrumentrand,zodatdeunitonderde lipjesopdeinstrumentrandvalt,zoalstezienisopafbeelding1.
3.Drukdeinstrumentrandvoorzichtigmaarstevigopdeunittotdat hetopzijnplaatsklikt,zoalstezienisopafbeelding2.
4.V olgdemontage-instructiesomdeunitterugteplaatsenophet montageoppervlak.
1.V erwijderdeunitvanhetmontageoppervlakofmontagebeugel enkoppeldekabelslos.
2.Gebruikuwvingersomderandomhoogenwegtetrekkenvan deunitaandebovenkantbijdeknoppen,zoalsgetoondop afbeelding1.
Derandbegintlostekomenvandeunitaandebovenkant.
3.Gebruikuwvingersomderandomhoogenwegtetrekkenvan deunitaandeonderkantbijdeknoppen,zoalsgetoondop afbeelding2.
4.Trekdeunitwegvandeinstrumentringenschuifhemuitde lipjesaandeanderekantvandeinstrumentring,zoalsgetoond opafbeelding3en4.
Derandkomtnulosvandeunit.
Belangrijk:Weesvoorzichtigbijhetverwijderenvande instrumentrand.Gebruikgeengereedschapomderandloste wrikken,hijkanhierdoorbeschadigen.
Deinstrumentrandaandevoorzijdeplaatsen
Plaatsbepalingenmontage
27
Page 28
28i40
Page 29
Hoofdstuk6:Beginnen
Inhoudsopgave
6.1Bedieningoppagina30
6.2Voedingoppagina30
6.3Datamasteroppagina31
6.4Deachtergrondverlichtingafstellenoppagina31
6.5Hetcontrastaanpassenoppagina32
6.6Kalibratieoppagina32
Beginnen
29
Page 30

6.1Bediening

1
2
3
D123 42-1

6.2V oeding

Zodradevoedingskabelisaangeslotenendeunitaangezetstart hijop.Wanneerdeunitisuitgeschakeldisdestroomvoorziening onderbroken.
1
2
3
Omhoog
Omlaag
Actie(Action)
30i40
Page 31

6.3Datamaster

CAL
CAL
D1240 4-1

6.4Deachtergrondverlichtingafstellen

Wanneereensysteemmeerdanéénunitbevatdateen gegevenstypekanweergeven(dieptekanbijv.worden weergegevenopdei40Depthendei40Bidata),dandientdeunit diefysiekisaangeslotenopdetransducertewordeningesteldals dedatamasterenalleandereunitsalsrepeaters.
Eenunitinstellenalsdatamaster
1.DrukdeknoppenOmlaagenActietegelijkertijdinenhoudze 4secondenvast.
Desoftwareversiepaginawordtweergegeven.
2.DrukopdeknopActie)omdeinstrumentstatusweertegeven.
Opmerking:Opdei40Bidatadientueenkeerextraopdeknop Actietedrukkenomomteschakelenvandiepte-instrumentstatus
naarsnelheidinstrumentstatus.
3.GebruikdeknoppenOmhoogenOmlaagomde instrumentstatusteschakelentussenMasterenRepeater.
4.Omuwinstellingenopteslaanenvanuiteenwillekeurigepagina terugtekerennaarnormaalgebruikdruktudeknoppenOmlaag enActietegelijkertijdinenhoudtuze2secondenvast.
DeachtergrondverlichtingkanwordenafgesteldmetdeAction (Actie)-knop.
Bijnormaalgebruik:
1.DrukopdeAction(Actie)-knopenhoudhem1seconde
ingedrukt. Hethuidigeniveauvandeachtergrondverlichtingwordt
weergegeven.
2.DrukopnieuwopdeAction(Actie)-knopomdoorde
beschikbareinstellingenvoordeachtergrondverlichtingte bladeren.
3.Omterugtekerennaarnormaalgebruikdruktuopdeknop
OmhoogofOmlaag,ofwachtu5secondenvoordetime-out.
4.UkuntdeAction(Actie)-knopook1secondevasthoudenom
hetcontrastaftestellen.
Beginnen
31
Page 32

6.5Hetcontrastaanpassen

6.6Kalibratie

HetcontrastkanwordenafgesteldmetdeAction(Actie)-knop.
Bijnormaalgebruik:
1.DrukopdeAction(Actie)-knopenhoudhem2seconden
ingedrukt,ofdrukinhetachtergrondverlichting-niveauvenster1 secondeopdeAction(Actie)-knop.
Hethuidigecontrastniveauwordtweergegeven.
2.DruknogmaalsopdeAction(Actie)-knopomdoorde
beschikbarecontrastinstellingentebladeren.
3.Omterugtekerennaarnormaalgebruikdruktuopdeknop
OmhoogofOmlaag,ofwachtu5secondenvoordetime-out.
Voorheteerstegebruikmoetendekalibratieproceduresworden doorlopen,omerzekervantezijndathetinstrumentoptimaalwerkt methetschip.
Dekalibratieprocedureszijn:
•Gebruiksalibratie
•Tussenkalibratie
•Groepsinstelling
•Dealerkalibratie
Opmerking:Degroepsinstellingisvoorgroepsverlichtingen maaktgeendeeluitvanhetkalibratieproces.
Gebruikerskalibratie
Dekalibratieprocedureshangenafvanhetmodelvanhet instrumentdisplay.
Deoptiesvoorgebruikerskalibratiezijnonderandere:
i40Bidatai40Depthi40Speedi40Wind
Dediepteweer­gavegevoeligheid instellen
Desnelheidweer­gaveresponsin­stellen
*Degewenste eenhedenvoor dieptemetingen instellen.
*Degewenste eenhedenvoor snelheidsmetin­geninstellen.
*Degewenste eenhedenvoor afstandsmetin­geninstellen.
*Degewenste eenhedenvoor watertempera­tuurinstellen.
*Dejuiste snelheidsmeting instellen.
*Degewenste dieptecorrectie instellen.
*Hetondiepte­alarm vergrendelen.
Dediepteweer­gaveresponsin­stellen
*Degewenste eenhedenvoor dieptemetingen instellen.
*Degewenste dieptecorrectie instellen.
*Hetondiepte­alarm vergrendelen.
Desnelheidweer­gaveresponsin­stellen
*Degewenste eenhedenvoor snelheidsmetin­geninstellen.
*Degewenste eenhedenvoor afstandsmetin­geninstellen.
*Degewenste eenhedenvoor watertempera­tuurinstellen.
*Dejuiste snelheidsmeting instellen.
Dewaardenvoor dewindhoek-en snelheidsrespons instellen.
Degewenste eenhedenvoor dewindsnelheid instellen.
*Rotavecta lineariserenen uitlijnen.
Opmerking:*Dezeinstellingenzijnalleenbeschikbaarop unitswaarvandeinstrumentstatusisingesteldopMaster(zie Tussenkalibratievoormeerinformatie).
Dieptecorrectie
Dieptenwordengemetenvanafdetransducernaardezeebodem, maarukunteencorrectiewaardetoepassenopdedieptewaarde, zodatdeweergegevendieptemetingdeafstandtotdezeebodem meetvanafdekielofdewaterlijn.
Voordatuprobeertdekiel-ofwaterlijncorrectieintestellendientu uittevindenhoegrootdeverticaleafstandtussendetransducer endewaterlijnofdeonderkantvandekielvanuwschipis.Stel vervolgensdejuistecorrectiewaardein.
32i40
Page 33
D9343--2
1 2 3
1Waterlijncorrectie
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
5
2
+
D1241 4-1
CAL
D1240 1-1
CAL
D1241 0-1
CAL
D1240 2-1
CAL
D12411 -1
CAL
D1240 3-1
CAL
D1241 2-1
CAL
D1239 8-1
CAL
D1240 9-1
+
CAL
D1240 0-1
CAL
D1240 7-1
2
Transducer/geencorrectie
3Kielcorrectie
Wanneerergeencorrectieisingesteldgeeftdedieptemetingde afstandweervanafdetransducernaardezeebodem.
Bidatakalibreren
Omuwi40Bidatatekalibrerenvolgtudeonderstaandestappen.
Bijnormaalgebruik:
1.DrukdeknoppenOmlaagenAction(Actie)tegelijkertijd inenhoudze2secondenvastomde'usercalpage' (gebruikerskalibratiepagina)teopenen.
10.DrukopdeAction(Actie)-knopomde'distanceunitspage'
(afstandseenhedenpagina)teopenen.
11.GebruikdeknoppenOmhoogenOmlaagomdegewenste
afstandseenhedenteselecteren.
12.DrukopdeAction(Actie)-knopomde'watertemperatureunits
page'(watertemperatuureenhedenpagina)teopenen.
13.GebruikdeknoppenOmhoogenOmlaagomdegewenste
watertemperatuureenhedenteselecteren.
14.DrukopdeAction(Actie)-knopomde'calfactorpage'
(kalibratiefactorpagina)teopenen.
15.GebruikdeknopOmhoogomdekalibratiefactorteverhogen,of deknopOmlaagomdekalibratiefactorteverlagen.
16.UkuntookdeknoppenOmhoogenOmlaagtegelijkertijd indrukkenopdeSOG-paginateopenen.
2.DrukopdeAction(Actie)-knopomde'depthresponsepage'
(diepteresponspagina)teopenen.
3.GebruikdeknoppenOmhoogenOmlaagomdediepterespons
intestellenopdegewenstewaarde.
4.DrukopdeAction(Actie)-knopomde'speedresponsepage'
(snelheidsresponspagina)teopenen.
5.GebruikdeknoppenOmhoogenOmlaagomde
snelheidsreponsintestellenopdegewenstewaarde.
6.DrukopdeAction(Actie)-knopomde'depthunitspage'
(diepte-eenhedenpagina)teopenen.
7.GebruikdeknoppenOmhoogenOmlaagomdegewenste
diepte-eenhedenteselecteren.
8.DrukopdeAction(Actie)-knopomde'speedunitspage'
(snelheidseenhedenpagina)teopenen.
DeSOG-paginawordtalleenweergegevenwanneer SOG-gegevensbeschikbaarzijnendesnelheidvanhetschip hogerisdan0,5knopen.
17.Wanneerergeensprakeisvangetijdeofstroomhoudtude knopOmhoog3secondeningedruktomdeSOG-waardetoete passenopdesnelheidsmeting.
18.DrukopdeAction(Actie)-knopomde'depthoffsetpage' (dieptecorrectiepagina)teopenen.
19.GebruikdeknoppenOmhoogenOmlaagomdegewenste dieptecorrectieteselecteren.
20.DrukopdeAction(Actie)-knopomde'shallowalarmlockpage' (paginavoorondiepte-alarm)teopenen.
21.GebruikdeknoppenOmhoogenOmlaagomhetondiepte-alarm inenuitteschakelen.
22.Omuwinstellingenopteslaanenvanuiteenwillekeurigepagina terugtekerennaarnormaalgebruikdruktudeknoppenOmlaag enAction(Actie)tegelijkertijdinenhoudtuze2secondenvast.
9.GebruikdeknoppenOmhoogenOmlaagomdegewenste
snelheidseenhedenteselecteren.
Beginnen
Dieptekalibreren
Omuwi40Depthtekalibrerenvolgtudeonderstaandestappen.
Bijnormaalgebruik:
33
Page 34
1.DrukdeknoppenOmlaagenAction(Actie)tegelijkertijdinen
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
5
2
+
D1241 4-1
CAL
D1240 1-1
CAL
D1240 2-1
CAL
D1240 0-1
CAL
D1240 7-1
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
5
2
+
D1241 4-1
CAL
D1241 0-1
CAL
D12411 -1
CAL
D1240 3-1
CAL
D1241 2-1
CAL
D1239 8-1
CAL
D1240 9-1
+
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
5
2
+
D1242 0-1
houdze2secondenvastomdegebruikerskalibratiepaginate openen.
4.DrukopdeAction(Actie)-knopomdesnelheidseenhedenpagina
teopenen.
2.DrukopdeAction(Actie)-knopomdediepteresponspagina
teopenen.
3.GebruikdeknoppenOmhoogenOmlaagomdediepterespons
tewijzigenindegewenstewaarde.
4.DrukopdeAction(Actie)-knopomdediepte-eenhedenpagina
teopenen.
5.GebruikdeknoppenOmhoogenOmlaagomdegewenste
diepte-eenhedenteselecteren.
6.DrukopdeAction(Actie)-knopomdedieptecorrectiepagina
teopenen.
5.GebruikdeknoppenOmhoogenOmlaagomdegewenste
snelheidseenhedenteselecteren.
6.DrukopdeAction(Actie)-knopomdeafstandseenhedenpagina
teopenen.
7.GebruikdeknoppenOmhoogenOmlaagomdegewenste
afstandseenhedenteselecteren.
8.DrukopdeAction(Actie)-knopomdewatertemperatuureenhe-
denpaginateopenen.
9.GebruikdeknoppenOmhoogenOmlaagomdegewenste
watertemperatuureenhedenteselecteren.
10.DrukopdeAction(Actie)-knopomdekalibratiefactorpagina
teopenen.
7.GebruikdeknoppenOmhoogenOmlaagomdegewenste
dieptecorrectieteselecteren.
8.DrukopdeAction(Actie)-knopomdepaginavoor
ondiepte-alarmteopenen.
9.GebruikdeknoppenOmhoogenOmlaagomhetondiepte-alarm
inenuitteschakelen.
10.Omuwinstellingenopteslaanenvanuiteenwillekeurigepagina
terugtekerennaarnormaalgebruikdruktudeknoppenOmlaag enAction(Actie)tegelijkertijdinenhoudtuze2secondenvast.
Speedkalibreren
Omuwi40Speedtekalibrerenvolgtudeonderstaandestappen.
Bijnormaalgebruik:
1.DrukdeknoppenOmlaagenAction(Actie)tegelijkertijdinen
houdze2secondenvastomdegebruikerskalibratiepaginate openen.
2.DrukopdeAction(Actie)-knopomdesnelheidsresponspagina
teopenen.
11.GebruikdeknopOmhoogomdekalibratiefactorteverhogen,of deknopOmlaagomdekalibratiefactorteverlagen.
12.UkuntookdeknoppenOmhoogenOmlaagtegelijkertijd indrukkenomdeSOG-paginateopenen.
DeSOG-paginawordtalleenweergegevenwanneer SOG-gegevensbeschikbaarzijnendesnelheidvanhetschip hogerisdan0,5knopen.
13.Wanneerergeensprakeisvangetijdeofstroomhoudtude knopOmhoog3secondeningedruktomdeSOG-waardetoete passenopdesnelheidsmeting.
14.Omuwinstellingenopteslaanenvanuiteenwillekeurigepagina terugtekerennaarnormaalgebruikdruktudeknoppenOmlaag enAction(Actie)tegelijkertijdinenhoudtuze2secondenvast.
Windkalibreren
Udientdaarvoortevaren,metvoldoenderuimteomongehinderd eengrotelangzamebochttemaken.Deweersomstandigheden moetenkalmzijn(d.w.z.eenrustigezee)eneenconstantelichte wind.Probeerervoortezorgendathetschipnietteveelroltof stampt.Bijnormaalgebruik:
1.DrukdeknoppenOmlaagenAction(Actie)tegelijkertijdinen houdze2secondenvastomdegebruikerskalibratiepaginate openen.
3.GebruikdeknoppenOmhoogenOmlaagomde
snelheidsreponsintestellenopdegewenstewaarde.
34i40
Page 35
2.DrukopdeAction(Actie)-knopomde'windangleresponse
CAL
D1241 7-1
CAL
D1241 8-1
CAL
D1241 9-1
CAL
D1240 5-1
x 2
D1241 5-1
CAL
D1241 6-1
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
5
4
+
D1240 8-1
CAL
CAL
D1240 4-1
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
5
12
+
D1239 9-1
CAL
CAL
D1241 3-1
CAL
CAL
D1239 7-1
page'(windhoekresponspagina)teopenen.
1.DrukdeknoppenOmlaagenAction(Actie)tegelijkertijdinen
houdze2secondenvastomdesoftwareversieweertegeven.
3.GebruikdeknoppenOmhoogenOmlaagomde
windhoekresponsintestellenopdegewenstewaarde.
4.DrukopdeAction(Actie)-knopomde'windspeedrespons
page'(windsnelheidresponspagina)teopenen.
5.GebruikdeknoppenOmhoogenOmlaagomde
windsnelheidresponsintestellenopdegewenstewaarde.
6.DrukopdeAction(Actie)-knopomde'windspeedunitspage'
(windsnelheideenhedenpagina)teopenen.
7.GebruikdeknoppenOmhoogenOmlaagomdegewenste
windsnelheideenhedenteselecteren.
8.DrukopdeAction(Actie)-knopomde'linearizetransducer
page'(paginatransducerlineariseren)teopenen.
Opmerking:Als'5pd'wordtweergegevenopdepagina transducerlineariseren,danligtdewindsnelheidbuitenhetbereik datgeschiktisvoorlinearisatie.
2.DrukdeknopAction(Actie)inomdeinstrumentstatusweer
tegeven.
Opmerking:Opdei40Bidatadientueenkeerextraop deknopAction(Actie)tedrukkenomomteschakelenvan diepte-instrumentstatusnaarsnelheidinstrumentstatus.
3.GebruikdeknoppenOmhoogenOmlaagomde
instrumentstatusteschakelentussenMasterenRepeater.
4.Omuwinstellingenopteslaanenvanuiteenwillekeurigepagina
terugtekerennaarnormaalgebruikdruktudeknoppenOmlaag enAction(Actie)tegelijkertijdinenhoudtuze2secondenvast.
Dealerkalibratie
Metdedealerkalibratiekuntuhetvolgendeinstellen:
•Gebruikerskalibratieaan/uit.
•Demonstratiestandvanhetinstrumentaan/uit.
•Standaardfabrieksinstellingenterugzetten.
Dealerkalibratie-instellingenwijzigen
Bijnormaalgebruik:
1.DrukdeknoppenOmlaagenAction(Actie)tegelijkertijdin
enhoudze12secondenvastomde'dealercalibrationpage' (dealerkalibratiepagina)teopenen.
9.Zorgdathetschipeensnelheidheeftlagerdan2knopenen beginhetschipineencirkeltedraaien.
10.DrukopdeOmhoog-knopomdelinearisatietebeginnen.
11.Udientminimaal2volledigecirkelstedraaien.
Wanneerdelinearisatiemetsuccesisvoltooidklinkteen alarmsignaal.
12.Nadelinearisatiewordtde'aligntransducerpage'(transducer uitlijnen)weergegeven.GebruikdeknopOmhoogomde uitlijnhoekteverhogenendeknopOmlaagomdeuitlijnhoekte verlagen.
13.Omuwinstellingenopteslaanenvanuiteenwillekeurigepagina terugtekerennaarnormaalgebruikdruktudeknoppenOmlaag enAction(Actie)tegelijkertijdinenhoudtuze2secondenvast.
Tussenkalibratie
Metdetussenkalibratiekuntu:
•Desoftwareversievanhetinstrumentcontroleren.
•DeinstrumentstatuscontrolereneneventueelinstellenalsMaster
ofRepeater.
Desoftwareversieeninstrumentstatuscontroleren
Bijnormaalgebruik:
Beginnen
2.DrukopdeAction(Actie)-knopomde'usercalibrationaccess
page'(toegangspaginagebruikerskalibratie)teopenen.
3.GebruikdeknoppenOmhoogenOmlaagomde
gebruikerskalibratieaanenuitteschakelen. Wanneeruuitselecteertwordendegebruikerskalibratiepagina's
uitgeschakeld.
4.DrukopdeAction(Actie)-knopomde'boatshowmodepage
(paginavoordedemonstratiestandvanhetinstrument)te openen.
5.GebruikdeknoppenOmhoogenOmlaagomde
demonstratiestandvanhetinstrumentinenuitteschakelen. Wanneeruaanselecteertwordthetdisplayindemonstratiestand
gezet.
Opmerking:Dedemonstratiestandvanhetinstrumentisalleen geschiktvoordemonstratiedoeleindenenmagNIETworden gebruiktwanneeruwschipvaart.
35
Page 36
6.DrukopdeAction(Actie)-knopomde'factorydefaultspage'
CAL
CAL
D1240 6-1
(paginametstandaardfabrieksinstellingen)teopenen.
7.Omuwdisplayterugtezettennaardestandaard
fabrieksinstellingengebruiktudeknoppenOmhoogenomlaag omdereset-optieteveranderinginY es(Ja).
8.DrukopdeAction(Actie)-knopomuwdisplayterugtezetten
naardestandaardfabrieksinstellingenenterugtekerennaarde gebruikerskalibratie-toegangspagina.
9.Omuwinstellingenopteslaanenvanuiteenwillekeurigepagina
terugtekerennaarnormaalgebruikdruktudeknoppenOmlaag enAction(Actie)tegelijkertijdinenhoudtuze2secondenvast.
36i40
Page 37
Hoofdstuk7:Uwdisplaygebruiken
Inhoudsopgave
7.1Pagina'soppagina38
7.2Bedieningvandei40Bidataoppagina38
7.3Bedieningvandei40Depthoppagina40
7.4Bedieningvandei40Speedoppagina41
7.5Bedieningvandei40Windoppagina42
Uwdisplaygebruiken
37
Page 38

7.1Pagina's

D125 10-1

7.2Bedieningvandei40Bidata

Wanneerdeunitwordtingeschakeld,wordtdepaginaweergegeven diealslaatstewerdweergegevenvoordatdeunitwerd uitgeschakeld.
Debeschikbarepagina'shangenafvanhetmodelvanhetdisplay enwordenindeonderstaandetabelgetoond:
i40Bidatai40Depthi40Speedi40Wind
Huidige diepte/snelheid
Maximale snelheid*
Gemiddelde snelheid*
Log*Diepte-alarm*Log*
Reis*Ondiepanker-
Watertempera­tuur
Minimalediepte*Dieptecorrectie*
Ondiepte-alarm*
Diepte-alarm*
Ondiepanker­alarm*
Diepanker­alarm*
Dieptecorrectie*
Opmerking:Dezepagina'szijntijdelijkepagina'senerwordt teruggekeerdnaardevoorgaandepermanentepaginana5 seconden.
HuidigediepteHuidigesnelheid
Minimalediepte*
Ondiepte-alarm*Gemiddelde
alarm*
Diepanker­alarm*
Schijnbarewind
Maximale snelheid*
snelheid*
Reis*
Watertempera­tuur
Warewind
Alarmhoge windsnelheid*
Pagina'swijzigen
Bijnormaalgebruik:
1.DrukopdeknoppenOmhoogenOmlaagomdoorde
beschikbarepagina'stebladeren.
Wanneeruwi40Bidata-instrumentisaangeslotenopdebetreffende transducer(s):
•Geefthetsnelheidsinformatie(huidige,maximaleengemiddelde), ófinknopen(KTS),mijlperuur(MPH)ofkilometerperuur(KPH).
•Geefthetlog-enreisinformatie.Ditwordtvermeldinnautische mijlen(NM),landmijlen(M)ofkilometers(KM).
•Geefthetwatertemperatuurinformatie.Ditwordtvermeldin gradenCelsius(ºC)ofgradenFahrenheit(ºF).
•Geefthetdiepte-informatie,invoet(FT),meters(M)ofvadems (FA).
•Legthetdeminimaledieptevastindeperiodedatdeunitis ingeschakeld.Ditkanopiedermomentwordengereset.
•Hiermeekuntudealarmdrempelsvastleggenvoorhet ondiepte-alarm,hetdiepte-alarm,ondiepanker-alarmendiep anker-alarm.
•Hiermeekuntuzienwelkecorrectiewordttoegepasteopde dieptemeting.
Opmerking:Devereisteeenhedenvoorsnelheid,afstand, diepteenwatertemperatuurwordengeselecteerdtijdensde gebruikerskalibratie.
Erdienttewordenopgemerktdat:
•Erwordendieptetrendpijlenomhoog/omlaagweergegeven, wanneerdezeebodemmeteenbepaaldesnelheidstijgtendaalt.
•Hetlog-vensterlaatdetotaleafstandziendieisafgelegdsinds deunitisgeplaatst.
•Minimalediepte,maximalesnelheid,gemiddeldesnelheiden reismetingwordengeresetbijhetaanzettenvandeunit.
i40Bidata-display
Dedisplayisgesplitstineenbovensteeneenonderste gegevenssectie,waarvanbeidenofdiepte-ofsnelheidsinformatie latenzien,afhankelijkvandekeuzevandegebruiker.
Depagina'sHuidigesnelheid,HuidigediepteenHuidige watertemperatuurzijnpermanentepagina's,alleanderepagina's zijntijdelijkenschakelenuitna5secondenzonderactiviteiten kerenterugnaardealslaatsteweergegevenpermanentepagina.
Dediepte-ensnelheidspositieverwisselen
1.DrukopdeActie-knopomdediepte-ensnelheidspositiesop
hetdisplayteverwisselen.
Desnelheidspagina'sgebruiken
Omdoordesnelheidspagina'stebladerenvolgtudeonderstaande stappen:
38i40
Page 39
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
5
3
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
5
3
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
5
3
D125 11-1
6
2 5
3 4
1
Opmerking:Demetingvandereisafstandkanalleenworden
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
5
3
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
5
3
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
5
3
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
5
3
D125 12-1
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
5
3
2 7
3
4 5
6
1
geresetalsdestatusvandeunitisingesteldopMaster(Ziede sectieDatamastervoormeerinformatie).
Opmerking:Alleendepagina'sHuidigesnelheidenHuidige watertemperatuurzijnpermanentepagina's,alleandere
pagina'sschakelenuitna5secondenzonderactiviteitenkeren terugnaardealslaatsteweergegevenpermanentepagina.
Dedieptepagina'sgebruiken
Omdoordedieptepagina'stebladerenvolgtudeonderstaande stappen:
1.DoehetvolgendewanneerdepaginaHuidigesnelheidis
weergegeven: i.DrukopdeknopOmhoogomdepaginaWatertemperatuur
weertegeven,of
ii.DrukopdeknopOmlaagomdepaginaMaximalesnelheid
weertegeven.
2.DoehetvolgendewanneerdepaginaMaximalesnelheidis
weergegeven: i.DrukopdeknopOmhoogomdepaginaHuidigesnelheid
weertegeven,of
ii.DrukopdeknopOmlaagomdepaginaGemiddelde
snelheidweertegeven,of
iii.DrukopdeknopOmhoogenhoudhem3seconden
ingedruktomdemetingvandemaximalesnelheidte resetten.
3.DoehetvolgendewanneerdepaginaGemiddeldesnelheidis
weergegeven: i.DrukopdeknopOmhoogomdepaginaMaximalesnelheid
weertegeven,of
ii.DrukopdeknopOmlaagomdeLog-paginaweertegeven,
of
iii.DrukopdeknopOmhoogenhoudhem3seconden
ingedruktomdemetingvandegemiddeldesnelheidte resetten.
4.DoehetvolgendewanneerdeLog-paginaisweergegeven. i.DrukopdeknopOmhoogomdepaginaGemiddelde
snelheidweertegeven,of
ii.DrukopdeknopOmlaagomdeReis-paginaweertegeven.
5.DoehetvolgendewanneerdeReis-paginawordtweergegeven: i.DrukopdeknopOmhoogomdeLog-paginaweertegeven,
of
ii.DrukopdeknopOmlaagomdepaginaHuidige
watertemperatuurweertegeven,of
iii.DrukopdeknopOmhoogenhoudhem3seconden
ingedruktomdemetingvandereisteresetten.
6.DoehetvolgendewanneerdepaginaHuidige watertemperatuurisweergegeven:
i.DrukopdeknopOmhoogomdeReis-paginaweerte
geven,of
ii.DrukopdeknopOmlaagomdepaginaHuidigesnelheid
weertegeven.
Uwdisplaygebruiken
Opmerking:Alarm-encorrectiepagina'szijnalleenbeschikbaar wanneerdestatusvandeunitisingesteldopMaster(Ziede sectieDatamastervoormeerinformatie).
1.DoehetvolgendewanneerdepaginaHuidigediepteis
weergegeven: i.DrukopdeknopOmhoogomdepaginaDieptecorrectie
weertegeven,of
ii.DrukopdeknopOmlaagomdepaginaMinimalediepte
weertegeven.
2.DoehetvolgendewanneerdepaginaMinimalediepteis
weergegeven: i.DrukopdeknopOmhoogomdepaginaHuidigediepte
weertegeven,of
ii.DrukopdeknopOmlaagomdepaginaOndiepte-alarm
weertegeven,of
iii.DrukopdeknopOmhoogenhoudhem3seconden
ingedruktomdemetingvandeminimalediepteteresetten.
3.DoehetvolgendewanneerdepaginaOndiepte-alarmwordt
weergegeven: i.DrukopdeknopOmhoogomdepaginaMinimalediepte
weertegeven,of
ii.DrukopdeknopOmlaagomdepaginaDiepte-alarmweer
tegeven,of
iii.DrukopdeknopOmhoogenhoudhem3seconden
ingedruktomhetondiepte-alarminofuitteschakelen.
4.DoehetvolgendewanneerdepaginaDiepte-alarmwordt
weergegeven: i.DrukopdeknopOmhoogomdepaginaOndiepte-alarm
weertegeven,of
ii.DrukopdeknopOmlaagomdepaginaOndiepanker-alarm
weertegeven,of
39
Page 40
iii.DrukopdeknopOmhoogenhoudhem3seconden
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
5
3
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
5
3
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
5
3
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
5
3
D125 12-1
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
5
3
2 7
3
4 5
6
1
ingedruktomhetdiepte-alarminofuitteschakelen.
5.DoehetvolgendewanneerdepaginaOndiepanker-alarm
wordtweergegeven: i.DrukopdeknopOmhoogomdepaginaDiepte-alarmweer
tegeven,of
ii.DrukopdeknopOmlaagomdepaginaDiepanker-alarm
weertegeven,of
iii.DrukopdeknopOmhoogenhoudhemingedruktomhet
ondiepanker-alarminofuitteschakelen.
6.DoehetvolgendewanneerdepaginaDiepanker-alarmwordt
weergegeven: i.DrukopdeknopOmhoogomdepaginaOndiep
anker-alarmweertegeven,of
ii.DrukopdeknopOmlaagomdepaginaDieptecorrectie
weertegeven,of
iii.DrukopdeknopOmhoogenhoudhemingedruktomhet
diepanker-alarminofuitteschakelen.
7.DoehetvolgendewanneerdepaginaDieptecorrectiewordt
weergegeven: i.DrukopdeknopOmhoogomdepaginaDiepanker-alarm
weertegeven,of
ii.DrukopdeknopOmlaagomdepaginaHuidigediepte
weertegeven.
Opmerking:AlleendepaginaHuidigediepteiseenpermanente pagina,alleanderepagina'sschakelenuitna5seconden zonderactiviteitenkerenterugnaardealslaatsteweergegeven permanentepagina.

7.3Bedieningvandei40Depth

Wanneeruwi40Depth-instrumentisaangeslotenopdebetreffende dieptetransducer:
•Geefthetdiepte-informatie,invoet(ft),meters(M)ofvadems (FA).
•Legtdeminimaledieptevastindeperiodedatdeunitis ingeschakeld.
•Hiermeekuntudealarmdrempelsvastleggenvoorhet ondiepte-alarm,hetdiepte-alarm,ondiepanker-alarmendiep anker-alarm.
•Hiermeekuntuzienwelkecorrectieistoegepasteopde dieptemeting.
Opmerking:Devereistediepte-eenhedenwordengeselecteerd tijdensdegebruikerskalibratie.
Erdienttewordenopgemerktdat:
•Erwordendieptetrendpijlenomhoog/omlaagweergegeven, wanneerdezeebodemmeteenbepaaldesnelheidstijgtendaalt.
•Demetingvandeminimaledieptewordtgeresetwanneerde unitwordtaangezet.
Dedieptepagina'sgebruiken
Omdoordedieptepagina'stebladerenvolgtudeonderstaande stappen:
Opmerking:Alarm-encorrectiepagina'szijnalleenbeschikbaar wanneerdestatusvandeunitisingesteldopMaster(Ziede sectieDatamastervoormeerinformatie).
1.DoehetvolgendewanneerdepaginaHuidigediepteis
weergegeven: i.DrukopdeknopOmhoogomdepaginaDieptecorrectie
weertegeven,of
ii.DrukopdeknopOmlaagomdepaginaMinimalediepte
weertegeven.
2.DoehetvolgendewanneerdepaginaMinimalediepteis
40i40
weergegeven:
Page 41
i.DrukopdeknopOmhoogomdepaginaHuidigediepte
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
5
3
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
5
3
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
5
3
D125 11-1
6
2 5
3 4
1
weertegeven,of
ii.DrukopdeknopOmlaagomdepaginaOndiepte-alarm
weertegeven,of
iii.DrukopdeknopOmhoogenhoudhem3seconden
ingedruktomdemetingvandeminimalediepteteresetten.
3.DoehetvolgendewanneerdepaginaOndiepte-alarmwordt
weergegeven: i.DrukopdeknopOmhoogomdepaginaMinimalediepte
weertegeven,of
ii.DrukopdeknopOmlaagomdepaginaDiepte-alarmweer
tegeven,of
iii.DrukopdeknopOmhoogenhoudhem3seconden
ingedruktomhetondiepte-alarminofuitteschakelen.
4.DoehetvolgendewanneerdepaginaDiepte-alarmwordt
weergegeven: i.DrukopdeknopOmhoogomdepaginaOndiepte-alarm
weertegeven,of
ii.DrukopdeknopOmlaagomdepaginaOndiepanker-alarm
weertegeven,of
iii.DrukopdeknopOmhoogenhoudhem3seconden
ingedruktomhetdiepte-alarminofuitteschakelen.
5.DoehetvolgendewanneerdepaginaOndiepanker-alarm
wordtweergegeven: i.DrukopdeknopOmhoogomdepaginaDiepte-alarmweer
tegeven,of
ii.DrukopdeknopOmlaagomdepaginaDiepanker-alarm
weertegeven,of
iii.DrukopdeknopOmhoogenhoudhemingedruktomhet
ondiepanker-alarminofuitteschakelen.
6.DoehetvolgendewanneerdepaginaDiepanker-alarmwordt
weergegeven: i.DrukopdeknopOmhoogomdepaginaOndiep
anker-alarmweertegeven,of
ii.DrukopdeknopOmlaagomdepaginaDieptecorrectie
weertegeven,of
iii.DrukopdeknopOmhoogenhoudhemingedruktomhet
diepanker-alarminofuitteschakelen.
7.DoehetvolgendewanneerdepaginaDieptecorrectiewordt
weergegeven: i.DrukopdeknopOmhoogomdepaginaDiepanker-alarm
weertegeven,of
ii.DrukopdeknopOmlaagomdepaginaHuidigediepte
weertegeven.

7.4Bedieningvandei40Speed

Wanneeruwi40Speed-instrumentisaangeslotenopdebetreffende snelheids-ofsnelheids-entemperatuurtransducergeefthetde volgendeinformatie:
•Huidige,maximaleengemiddeldesnelheidsinformatie,inknopen (KTS),mijlperuur(MPH)ofkilometerperuur(KPH).
•Log-enreisinformatie,innautischemijlen(NM),landmijlen(M) ofkilometers(KM).
•Watertemperatuurinformatie,ingradenCelsius(ºC)ofFahrenheit (ºF).
Opmerking:Devereisteeenhedenvoorsnelheid,afstanden temperatuurwordengeselecteerdtijdensdegebruikerskalibratie.
Erdienttewordenopgemerktdat:
•Demaximalesnelheid,gemiddeldesnelheidenreismeting wordengeresetbijhetaanzettenvandeunit.
•Hetlog-vensterlaatdetotaleafstandziendieisafgelegdsinds deunitisgeplaatst.
Desnelheidspagina'sgebruiken
Omdoordesnelheidspagina'stebladerenvolgtudeonderstaande stappen:
Opmerking:AlleendepaginaHuidigediepteiseenpermanente pagina,alleanderepagina'sschakelenuitna5seconden zonderactiviteitenkerenterugnaardealslaatsteweergegeven permanentepagina.
Uwdisplaygebruiken
Opmerking:Demetingvandereisafstandkanalleenworden geresetalsdestatusvandeunitisingesteldopMaster(Ziede sectieDatamastervoormeerinformatie).
1.DoehetvolgendewanneerdepaginaHuidigesnelheidis
weergegeven: i.DrukopdeknopOmhoogomdepaginaWatertemperatuur
weertegeven,of
ii.DrukopdeknopOmlaagomdepaginaMaximalesnelheid
weertegeven.
2.DoehetvolgendewanneerdepaginaMaximalesnelheidis
weergegeven: i.DrukopdeknopOmhoogomdepaginaHuidigesnelheid
weertegeven,of
ii.DrukopdeknopOmlaagomdepaginaGemiddelde
snelheidweertegeven,of
iii.DrukopdeknopOmhoogenhoudhem3seconden
ingedruktomdemetingvandemaximalesnelheidte resetten.
3.DoehetvolgendewanneerdepaginaGemiddeldesnelheidis
weergegeven: i.DrukopdeknopOmhoogomdepaginaMaximalesnelheid
weertegeven,of
41
Page 42
ii.DrukopdeknopOmlaagomdeLog-paginaweertegeven,
D125 19-1
3
4
2
1
D125 20-1
STEER
4
5
2 3
1
of
iii.DrukopdeknopOmhoogenhoudhem3seconden
ingedruktomdemetingvandegemiddeldesnelheidte resetten.
4.DoehetvolgendewanneerdeLog-paginaisweergegeven. i.DrukopdeknopOmhoogomdepaginaGemiddelde
snelheidweertegeven,of
ii.DrukopdeknopOmlaagomdeReis-paginaweertegeven.
5.DoehetvolgendewanneerdeReis-paginawordtweergegeven: i.DrukopdeknopOmhoogomdeLog-paginaweertegeven,
of
ii.DrukopdeknopOmlaagomdepaginaHuidige
watertemperatuurweertegeven,of
iii.DrukopdeknopOmhoogenhoudhem3seconden
ingedruktomdemetingvandereisteresetten.
6.DoehetvolgendewanneerdepaginaHuidige watertemperatuurisweergegeven:
i.DrukopdeknopOmhoogomdeReis-paginaweerte
geven,of
ii.DrukopdeknopOmlaagomdepaginaHuidigesnelheid
weertegeven.
Opmerking:Alleendepagina'sHuidigesnelheidenHuidige watertemperatuurzijnpermanentepagina's,alleandere
pagina'sschakelenuitna5secondenzonderactiviteitenkeren terugnaardealslaatsteweergegevenpermanentepagina.

7.5Bedieningvandei40Wind

Wanneeruwi40Wind-instrumentisaangeslotenopeen rotavecta-transducer:
•Geefthetinformatieoverdeschijnbarewindsnelheiden-richting, inknopen(KTS),ofmeterperseconde(M/S).
•Geefthetinformatieoverdewarewindsnelheiden-richting, wanneersnelheidsinformatievanhetschipbeschikbaarisop SeaTalk.
•Hiermeeiseenvergrendeldeschijnbarewindhoekmogelijk, dieofhandmatigwordtgedenieerd,ofautomatischdooreen koerscomputer.Indezemoduslaatdeunitdeafwijkingen zienvandevergrendeldewindhoekenstuurrichtingomopde vergrendeldewindhoektekomen.
Wareenschijnbarewind-pagina's
Schijnbareenwarewind-pagina's
1Windrichtinginverhoudingtotde
2
3
4
koersvanhetschip,schijnbaarof waar.
Scheepskoers.
Windhoek,ófA(schijnbaar)ófT (waar).
Windsnelheid,ófschijnbaarófwaar, zoalsaangegevendoornummer3.
Paginavergrendeldeschijnbarewind
Opmerking:AlsEENSLOTwordtweergegevenwordtde
windhoekbepaalddoordekoerscomputerenkanniethandmatig wordengewijzigd.
1
Stuurrichtingindicator,voorhet realiserenvaneenvergrendelde windhoek.
2
Eenknipperendsegmentgeeftde afwijkingaanvandeschijnbarewind tenopzichtevandevergrendelde windhoek.
3Vergrendeldewindhoek.
4Relatieverichtingvandevergrendelde
windhoek:
P=bakboord.
S=stuurboord.
.
5
Schijnbarewindsnelheid.
42
i40
Page 43
Dewindpagina'sgebruiken
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
5
3
D125 13-1
CAL
STEER
+
-
2
3
1 4
SeaTalk
Omdoordewindpagina'stebladerenvolgtudeonderstaande stappen:
Opmerking:DepaginaAlarmhogewindsnelheidisalleen beschikbaaropunitsdiezijningesteldalsmaster(Ziedesectie Datamastervoormeerinformatie).Hetiseentijdelijkepaginadie uitschakeltna5secondenzonderactiviteitenterugkeertnaarde voorgaandepermanentepagina.
1.DoehetvolgendewanneerdepaginaSchijnbarewindis
weergegeven: i.DrukopdeknopOmhoogomdepaginaAlarmhoge
windsnelheidweertegeven,of
ii.DrukopdeknopOmlaagomdepaginaWarewindweer
tegeven,of
iii.DrukopdeActie-knopomdehuidigewindpeilingtoe
tepassenalsdevergrendeldepeilingendepagina Vergrendeldeschijnbarewindhoekweertegeven.
2.DoehetvolgendewanneerdepaginaWarewindwordt
weergegeven: i.DrukopdeknopOmhoogomdepaginaSchijnbarewind
weertegeven,of
ii.DrukopdeknopOmlaagomdepaginaAlarmhoge
windsnelheidweertegeven.
3.DoehetvolgendewanneerdepaginaAlarmhogewindsnelheid
wordtweergegeven: i.DrukopdeknopOmhoogomdepaginaWarewindweer
tegeven,of
ii.DrukopdeknopOmlaagomdepaginaSchijnbarewind
weertegeven.
4.DoehetvolgendewanneerdepaginaVergrendeldeschijnbare windhoekisweergegeven:
i.GebruikdeknoppenOmhoogenOmlaagomde
vergrendeldewindhoekaantepassen,of
ii.DrukopdeActie-knopomterugtekerennaardepagina
Schijnbarewind
Uwdisplaygebruiken
4344i40
Page 44
Page 45
Hoofdstuk8:Alarmmeldingengebruiken
Inhoudsopgave
8.1Alarmmeldingenoppagina46
Alarmmeldingengebruiken
45
Page 46

8.1Alarmmeldingen

D125 14-1
D125 15-1
D125 16-1
D125 17-1
D125 18-1
+
-
+
Alarmmeldingenwaarschuwenuvooreensituatieofgevaar waarvooruwaandachtvereistis.
Ukuntalarmmeldingeninstellendieuwaarschuwenvoorbepaalde situaties.
Alarmmeldingenwordengegenereerddoorsysteemfunctiesen externeapparatuurdieisaangeslotenopuwdisplay.
Wanneerersprakeisvaneenalarmsituatiewordteenhoorbaar enzichtbaaralarmgeactiveerdwaarmeedealarmsituatiewordt aangegeven.
Erkunnenalarmdrempelswordeningesteldinde alarmpagina/-menu.
Instrument-alarmmeldingen
Deonderstaandetabellaatdealarmmeldingenziendiebeschikbaar zijnopdeverschillendemodelleninstrumentdisplays.
i40Bidatai40Depthi40Speedi40Wind
Ondiepte-alarmOndiepte-alarm
Diepte-alarmDiepte-alarm
Ondiepanker­alarm
Diepanker-alarmDiepanker-alarm
Ondiepanker­alarm
Alarmmeldingen
Alarmsituatieswordenaangegevendoorzoweleenhoorbaarals eenzichtbaarsignaal.
Alarmhoge windsnelheid
Hetalarmhogewindsnelheidisbeschikbaaropheti40 Wind-instrument.Hetalarmhogewindsnelheidwordtgegeven wanneerdewindsnelheidhogerisdandeAlarmdrempelhoge windsnelheid.Hetalarmwordtgegeventotdathethandmatigwordt gestopt.
Warewind—wanneerersnelheidsinformatievanhetschip beschikbaarisophetinstrument(vaneenSeaT alk-bus)wordteen alarmgegenereerdwanneerdeWarewindsnelheidhogerwordt dandedrempel.
Schijnbarewind—wanneerergeensnelheidsinformatievanhet schipbeschikbaaris,wordteenalarmgegenereerdwanneerde Schijnbarewindsnelheidhogerisdandedrempel.
Alarmmeldingenuitzetten
1.Drukopeenwillekeurigeknopomeenactiefalarmuittezetten.
Inschakelen/uitschakelenalarmmeldingen
Alarmmeldingenkunnenopiedermomentwordeningeschakeldof uitgeschakeld.
Doehetvolgendewanneerdebetreffendealarmpaginawordt weergegeven:
1.DrukopdeknopOmhoogenhoudhem3secondeningedrukt
omhetalarminofuitteschakelen.
Alarmdrempelsinstellen
Ukuntdedrempelswaaropalarmmeldingenwordengegenereerd aanpassendoordeonderstaandestappentevolgen.
Ondiepte-alarm
HetOndiepte-alarmisbeschikbaaropzoweli40Bidata-alsi40 Depth-instrumenten.HetOndiepte-alarmwordtgegevenwanneer dedieptegelijkisaanoflagerdandeDrempelondiepte-alarm.Het alarmwordtgegeventotdathethandmatigwordtgestopt.
Diepte-alarm
HetDiepte-alarmisbeschikbaaropzoweli40Bidata-alsi40 Depth-instrumenten.HetDiepte-alarmwordtgegevenwanneer dedieptegelijkisaanofhogerdandeDrempeldiepte-alarm.Het alarmwordtgegeventotdathethandmatigwordtgestopt.
Ankeralarmmeldingen
Doehetvolgendewanneerdebetreffendealarmpaginawordt weergegeven:
1.DrukdeknoppenOmhoogenOmlaagtegelijkertijdinomde
bewerkingsmodusinteschakelen.
2.GebruikdeknopOmhoogomdealarmdrempelteverhogen.
3.GebruikdeknopOmlaagomdealarmdrempelteverlagen.
4.DrukdeknoppenOmhoogenOmlaagtegelijkertijdinomde
nieuwealarmdrempelopteslaanendebewerkingsmoduste verlaten.
Opmerking:Debovenstaandeafbeeldingiseenvoorbeeld vandeinstellingvandeDiepte-alarmdrempelopeeni40 Depth-instrument.
DeAnkeralarmmeldingenzijnbeschikbaaropzoweli40Bidata-als i40Depth-instrumenten.Deankeralarmmeldingenwordengegeven wanneer:
•DedieptegelijkisaanoflagerdandeDrempelvoor ondiepte-alarm,of
•DedieptegelijkisaanofhogerdandeDrempelvoordiepte-alarm.
Hetalarmwordtgegeventotdathethandmatigwordtgestopt.
Alarmhogewindsnelheid
46i40
Page 47
Hoofdstuk9:Uwdisplayonderhouden
Inhoudsopgave
9.1Serviceenonderhoudoppagina48
9.2Condensoppagina48
9.3Routinecontrolesapparatuuroppagina49
9.4Reinigenoppagina49
9.5Reinigenvandebehuizingvanhetdisplayoppagina50
9.6Hetdisplayschermreinigenoppagina50
Uwdisplayonderhouden
47
Page 48

9.1Serviceenonderhoud

9.2Condens

Ditproductbevatgeenonderdelendiedoordegebruiker kunnenwordenonderhouden.Alleonderhouds-en reparatiewerkzaamhedendienendoorgoedgekeurde Raymarine-dealerstewordenuitgevoerd.Ongeautoriseerde reparatieskunnengevolgenhebbenvooruwgarantie.
Inbepaaldeweersomstandighedenkanzicheenkleinehoeveelheid condensvormenophetvenstervandeunit.Ditisnietschadelijk voordeunitenverdwijntnadatdeuniteenpoosjeaanheeftgestaan.
48i40
Page 49

9.3Routinecontrolesapparatuur

9.4Reinigen

Raymarineadviseertnadrukkelijkeenaantalroutinecontrolesuitte voerenomtezorgenvoorcorrecteenbetrouwbarewerkingvan uwapparatuur.
Voerdevolgendecontrolesregelmatiguit:
•Onderzoekallekabelsoptekenenvanbeschadigingenofslijtage.
•Controleerofallekabelscorrectaangeslotenzijn.
Goedreinigingsgewoontes.
Alsuditproductreinigt:
•VeeghetdisplayschermNIETafmeteendrogedoek,aangezien ditkrassenkanveroorzakenopdecoating.
•GebruikGEENschurendeofopzurenofammoniagebaseerde producten.
•GebruikGEENhogedrukspuit.
Uwdisplayonderhouden
49
Page 50

9.5Reinigenvandebehuizingvanhet display

Hetdisplayisgesealdenhoeftnietregelmatiggereinigdteworden. Mochthetdisplaytochgereinigdmoetenworden,volgdandeze basisprocedure:
1.Schakeldevoedingnaarhetdisplayuit.
2.Neemhetdisplayafmeteenschoon,zachtdoekje(een microvezeldoekjeisideaal).
3.Gebruikzonodigisopropylalcohol(IP A)ofeenmild schoonmaakmiddelomvetvlekkenteverwijderen.
Opmerking:GEBRUIKGEENIPAofeniganderoplosmiddelof schoonmaakmiddelophetscherm.
Opmerking:Onderbepaaldeomstandighedenkaninhet displayschermcondensatieontstaan.Ditisnietschadelijkvoor hetdisplay.Hetkanverwijderdwordendoorhetdisplaykorte tijdaantezetten.

9.6Hetdisplayschermreinigen

Ophetdisplayschermiseencoatingaangebracht.Ditmaakthet waterafstotendenvoorkomtschittering.Ombeschadigingvandeze coatingtevoorkomen,dientudevolgendeproceduretevolgen:
1.Schakeldevoedingnaarhetdisplayuit.
2.Spoelhetschermafmetwateromallevuildeeltjesen zoutafzettingteverwijderen.
3.Laathetschermaandeluchtdrogen.
4.Alservlekkenachterblijven,veegtuhetschermheelvoorzichtig afmeteenschoonmicrovezeldoekje(verkrijgbaarbijopticiens).
50i40
Page 51
Hoofdstuk10:Probleemoplossing
Inhoudsopgave
10.1Probleemoplossingoppagina52
10.2Probleemoplossinginstrumentoppagina53
10.3Probleemoplossinginschakelenoppagina55
10.4Probleemoplossingdiversenoppagina56
10.5Zelftestoppagina57
Probleemoplossing
51
Page 52

10.1Probleemoplossing

Deinformatieoverprobleemoplossinggeeftdemogelijke oorzakenenoplossingenvooralgemeneproblemenvanmaritieme elektronicasystemen.
AlleRaymarine-productenworden,voordatzeworden verpaktenuitgeleverd,onderworpenaanuitgebreidetest-en kwaliteitsprogramma's.Wanneerutochproblemenhebtmethet gebruikvanuwproductkandezesectieuhelpendeoorzaakvastte stellenenproblemenoptelossenzodathetproductweernormaal functioneert.
Alsunadatudezesectiehebtgeraadpleegdnogsteedsproblemen hebtmetuwunit,neemdancontactopmetdeT echnische ondersteuningvanRaymarinevooradvies.
52i40
Page 53

10.2Probleemoplossinginstrument

D125 21-1
D125 22-1
D125 23-1
D125 24-1
ProbleemVantoepassingopVoorbeeldschermafbeeldingActie(Action)
Accubijnaleeg.•i40Bidata
•i40Depth
•i40Speed
•i40Wind
•Laaddeaccuvanuwschipzosnel mogelijkop.
Leegdisplay.•i40Bidata
Dieptemetingknipperttijdenshet varen.
•Controleerdezekering/stroomon-
•i40Depth
•i40Speed
•i40Wind
•i40Bidata
•i40Depth
derbreker.
•Controleerdestroomvoorziening.
•ControleerofdeSeaTalk-kabelsen
-connectorengoedvastzitten.
•Controleerofdemetingstabiliseert wanneerunietmeerinonrustig waterbent(bijv .spoorvanhetschip, opspattendwatervandeschroef etc.).
Geengegevens.
•i40Bidata
•i40Depth
•i40Speed
•i40Wind
•Controleerdetoestandvan detransducerkabelenofde verbindingengoedvastzitten.
•Controleerdetoestandvande voorkantvandetransduceren verwijdereventueelvuil.
•Voordei40Wind—wanneer snelheidsinformatievoorwarewind ontbreekt,maarvoorschijnbare windaanwezigis,kanditkomen doordatergeensnelheidsinformatie beschikbaarisviaSeaT alk.
Probleemoplossing
53
Page 54
ProbleemVantoepassingopVoorbeeldschermafbeeldingActie(Action)
D125 25-1
D125 26-1
Erisgeensnelheidsinformatie,maar dewatertemperatuurisbeschikbaar.
•i40Bidata
•i40Speed
•Hetschoepenwielvandetransducer kanvastgelopenzijn.
Wanneerudeinzetvandetransducer moetverwijderen,zorgerdanvoor datudetransducerstopbijde handhebtenzethemdirectinde transducerbehuizingnadatudeinzet hebtverwijderd,omtevoorkomendat erwaterindetransducerkomt.
ErwordtgeenSeaTalk-informatie verzondentusseninstrumenten.
EengroepSeaTalk-unitswerktniet.
•i40Bidata
•i40Depth
•i40Speed
•i40Wind
Veranderingeninhetniveauvande achtergrondverlichtingdieopéénunit wordendoorgevoerd,zijnnietvan invloedopandereunits.
•ControleerofdeSeaTalk­verbindingentussendeunits goedvastzitten.
•Controleerdetoestandvande SeaTalk-kabels.
•Identiceerdedefecteunitdoorde unitséénvooréénlostekoppelen.
•i40Bidata
•i40Depth
•i40Speed
•i40Wind
•ControleerofdeSeaTalk­connectorentussenwerkende ennietwerkendeunitsgoed vastzitten.
•Controleerdetoestandvande SeaTalk-kabeltussendewerkende endenietwerkendeunits.
54i40
Page 55

10.3Probleemoplossinginschakelen

Hierwordenproblemenmetdeinschakelingendemogelijkeoorzakenbeschreven.
ProbleemMogelijkeoorzakenMogelijkeoplossingen
Hetsysteem(ofeengedeeltedaarvan) startnietop.
Probleemmetenergievoorziening.
Controleerdedesbetreffendezekeringenenstroomonderbrekers.
Controleerofdevoedingskabelnietbeschadigdisenofalleaansluitingen vastzittenenvrijzijnvancorrosie.
Controleerofdevoedingsbrondejuistespanningheeftenvoldoende stroom.
Probleemoplossing
55
Page 56

10.4Probleemoplossingdiversen

Hierwordendiverseproblemenendemogelijkeoorzakenenoplossingenbeschreven.
ProbleemMogelijkeoorzakenMogelijkeoplossingen
Displaygedraagtzichnietstabiel:
•Frequenteonverwachteresets.
•Systeemcrashtofanderinstabiel gedrag.
Stroomvoorzieningnaarhetdisplayvalt somsweg.
Controleerdebetreffendezekeringenenstroomonderbrekers.
Controleerofallevoedingskabelsingoedestaatzijnendatalleverbindingen goedvastzittenenvrijzijnvancorrosie.
Controleerofdevoedingdejuistespanningenvoldoendestroomlevert.
Verkeerdesoftwareophetsysteem (upgradenodig).
Corruptegegevens/andereonbekende kwestie.
Ganaarwww.raymarine.comenklikopsupport(ondersteuning)voorde meestrecentesoftwaredownloads.
Voereenresetnaardefabrieksinstellingenuit.
Belangrijk:Ditleidttothetverliesvanalleinstellingenengegevens (zoalswaypoints)dieophetproductzijnopgeslagen.Slaallebelangrijke gegevensopeengeheugenkaartopvoordatueenresetuitvoert.
56i40
Page 57

10.5Zelftest

CAL
CAL
STEER
1
2
D1252 8-1
Deunitbeschiktovereengeïntegreerdezelftestvoorfoutdiagnose. Deresultatenvandetestindevormvandefectenen/offoutcodes dienentewordengebruiktwanneerucontactopneemtmetde Raymarine-klantenservice.
Dezelfteststarten
1.DrukdeknoppenOmhoogenActietegelijkertijdinenhoudze
4secondenvastomdezelftestmodusinteschakelen.
2.Drukbinnen2secondennadatdezelftestmodusisingeschakeld
opdeknoppenOmhoogenOmlaagenhoudomfase1vande zelftesttestarten.
Fasenzelftest
Dezelftestbestaatuit3fasen
Zelftestfase1
Wanneerdeunittestfase1ingaat,danpiepthetenverschijntophet displaydemeldingTEST1,gedurende1seconde.
Inzelftestfase1wordendevolgendetestsuitgevoerd:
•SeaTalkzelftest,diedecircuitsvoorzendenenontvangen controleert.
•EEPROM-test(lezenenschrijven).
WanneerdetestresultatenvoldoendezijnverschijntP ASSophet display.
Wanneerdetestresultatennietvoldoendezijn,kunnendevolgende codeswordengegenereerd:
Foutcode
FAIL8
FAIL18
Zelftestfase3
Erdienteentransducertezijnaangeslotenwaarvanbekendis datdezewerktvoorfase3vandezelftestenhetschipdientmet voldoendesnelheidtevarenomdetestsuittevoeren.
Wanneerdeunittestfase3ingaat,danpiepthetenverschijnterop hetdisplaydemeldingTEST3,gedurende1seconde.
Zelftestfase3voerteentransducertestuit
WanneerdetestresultatenvoldoendezijnverschijntP ASSophet display.
Wanneerdetestresultatennietvoldoendezijnwordteenfoutcode weergegevenophetdisplay:
FoutcodeTransducer
FAIL36Wind
FAIL43Diepte
FAIL44
Snelheid
Omfase3vandezelftestteverlatendruktutegelijkertijdopde knoppenOmhoogenOmlaag.
Omfase2vandezelftesttestartendruktutegelijkertijdopde knoppenOmhoogenOmlaag.
Zelftestfase2
Wanneerdeunittestfase2ingaat,danpiepthetenverschijnterop hetdisplaydemeldingTEST2,gedurende1seconde.
Inzelftestfase2wordendevolgendetestsuitgevoerd:
•Testvandeachtergrondverlichting,dieiederesecondeschakelt tussenaanenuit.
•Displaytest,diedeLCD-segmentenindeonderstaandevolgorde testenéénkeerpersecondedoorschakelt:
1
i40Bidata,i40Deptheni40Speed
2i40Wind
Tijdenshetuitvoerenvandetestdruktuopalledisplayknoppenen controleertuofdezoemerklinktwanneerdeknopisingedrukt.
Detabelhierondertoontdemogelijkeproblemenwaarutegenaan kuntlopen:
Fout
Geenverlichting
Geenpiepbijhetindrukkenvandeknop
LCD-segment(en)ontbrekenvolledig
VageLCD-segment(en)
Omfase3vandezelftesttestartendruktutegelijkertijdopde knoppenOmhoogenOmlaag.
Probleemoplossing
57
Page 58
58i40
Page 59
Hoofdstuk11:Technischeondersteuning
Inhoudsopgave
11.1Raymarine-klantenserviceoppagina60
Technischeondersteuning
59
Page 60

11.1Raymarine-klantenservice

10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
5
4
+
D1240 8-1
CAL
CAL
D1240 4-1
Raymarinebiedteenuitgebreideklantenservice.Ukuntcontact opnemenmetdeklantenserviceviadeRaymarine-website,per telefoonenpere-mail.Alsunietinstaatbenteenprobleemopte lossen,kuntuéénvandezefaciliteitengebruikenomaanvullende hulptekrijgen.
Ondersteuningophetweb
Bezoekdeklantenserviceoponzewebsiteop:
www.raymarine.nl
Dezebevatveelgesteldevragen,service-informatie,e-mailtoegang totdeafdelingRaymarineTechnicalSupportengegevensvan Raymarine-agentenwereldwijd.
Telefonischeene-mail-ondersteuning
IndeVS:
Tel:+16033247900
Gratis:+18005395539
E-mail:Raymarine@custhelp.com
IndeUK,Europa,hetMidden-OostenofhetVerre-Oosten:
Tel:+44(0)1329246777
E-mail:ukproduct.support@raymarine.com
Productinformatie
Mochtuservicenodighebben,houddandevolgende productinformatiebijdehand:
•Naamproduct.
•Soortproduct.
•Serienummer.
•Versienummersoftwareapplicatie.
Dezeproductinformatiekuntuvindenmetbehulpvandemenu's inuwproduct.
Desoftwareversieeninstrumentstatus controleren
Bijnormaalgebruik:
1.DrukdeknoppenOmlaagenAction(Actie)tegelijkertijdinen
houdze2secondenvastomdesoftwareversieweertegeven.
2.DrukdeknopAction(Actie)inomdeinstrumentstatusweer
tegeven.
Opmerking:Opdei40Bidatadientueenkeerextraop deknopAction(Actie)tedrukkenomomteschakelenvan diepte-instrumentstatusnaarsnelheidinstrumentstatus.
3.GebruikdeknoppenOmhoogenOmlaagomde
instrumentstatusteschakelentussenMasterenRepeater.
4.Omuwinstellingenopteslaanenvanuiteenwillekeurigepagina
terugtekerennaarnormaalgebruikdruktudeknoppenOmlaag enAction(Actie)tegelijkertijdinenhoudtuze2secondenvast.
60i40
Page 61
Hoofdstuk12:Technischespecicaties
Inhoudsopgave
12.1Technischespecicatiesoppagina62
12.2Gebruiksbereikenoppagina63
Technischespecicaties
61
Page 62
12.1Technischespecicaties
i40Bidatai40Depthi40Speedi40Wind
Nominalevoedingsspanning
Werkspanningsbereik
Stroomverbruik(12V-voeding) typisch
Stroomverbruik(12V-voeding) maximaal
Bedrijfstemperatuur0°Ctot+70°C(32°Ftot158°F)0°Ctot+70°C(32°Ftot158°F)0°Ctot+70°C(32°Ftot158°F)0°Ctot+70°C(32°Ftot158°F)
Opslagtemperatuur–30°Ctot+70°C(–22°Ftot
Relatieveluchtvochtigheid
WaterbestendigheidIPX6IPX6IPX6IPX6
Verbindingen
ConformiteitEuropa2004/108/EGEuropa2004/108/EGEuropa2004/108/EGEuropa2004/108/EG
12VDC12VDC12VDC12VDC
10VDCtot16VDC10VDCtot16VDC10VDCtot16VDC10VDCtot16VDC
35mA30mA25mA25mA
100mA100mA100mA100mA
158°F)
93%93%93%93%
•SeaTalk
•Snelheidstransducerverbin­dingen
•Dieptetransducerverbindin­gen
–30°Ctot+70°C(–22°Ftot 158°F)
•SeaTalk
•Dieptetransducerverbindin­gen
–30°Ctot+70°C(–22°Ftot 158°F)
•SeaTalk
•Snelheidstransducerverbin­dingen
–30°Ctot+70°C(–22°Ftot 158°F)
•SeaTalk
•Windtransducerverbindin­gen
62i40
Page 63

12.2Gebruiksbereiken

i40Bidatai40Depthi40Speedi40Wind
•Snelheid:0tot99,9knopen
•Log:0tot99999nautischemijlen
•Reis:0tot99nautischemijlen
•Temperatuur:–0ºCtot+40ºC
•Diepte:0tot400voet
•Ondiepte-alarm:0tot29voet
•Diepte-alarm:30tot400voet
•Ondiepanker-alarm:1tot250voet
•Diepanker-alarm:10tot400voet
•Diepte:0tot400voet
•Ondiepte-alarm:0tot29voet
•Diepte-alarm:30tot400voet
•Ondiepanker-alarm:1tot250voet
•Diepanker-alarm:10tot400voet
•Snelheid:0tot99,9knopen
•Log:0tot99999nautischemijlen
•Reis:0tot99nautischemijlen
•Temperatuur:–0ºCtot+40ºC
•Windsnelheid:0tot60knopen
•Alarmhogewindsnelheid:5tot50 knopen
•Windhoek:180ºbakboordtot180º stuurboord
Technischespecicaties
63
Page 64
64i40
Page 65
Hoofdstuk13:Reserveonderdelenenaccessoires
Inhoudsopgave
13.1Accessoiresoppagina66
13.2i40-transducersoppagina66
13.3Reserveonderdelenoppagina67
13.4SeaTalk-accessoiresoppagina67
13.5SeaTalk-voedingskabelsoppagina68
13.6Convertersoppagina68
Reserveonderdelenenaccessoires65
Page 66

13.1Accessoires

13.2i40-transducers

OmschrijvingArtikelnummerOpmerkingen
Tafelmontagebeugel
SeaTalk-aansluitset
E25024
E25028
Devolgendetransducerszijnbeschikbaarvoordei40-modellen:
OmschrijvingArtikelnummerOpmerkingen
DieptetransducerE26009
Snelheidstransducer
RotavectaZ195
Opmerking:Erzijnanderetransducersbeschikbaar,vraagdit alstublieftnabijuwRaymarine-dealer.
E26008
66i40
Page 67

13.3Reserveonderdelen

13.4SeaTalk-accessoires

Indeonderstaandetabelzijndereserve-onderdelengenoemddie beschikbaarzijnvoori40-instrumentdisplays
OmschrijvingArtikelnummerOpmerking
i40instrumentrand voorzijde
i40-zonnekapR70113
R70112
SeaTalk-kabelsen-accessoiresvoorgebruikmetcompatibele producten.
OmschrijvingArtikelnr.Opmerkingen
3–wegSeaT alk­aansluitkast
1m(3,28ft) SeaTalk-verlengkabel
3m(9,8ft) SeaTalk-verlengkabel
5m(16,4ft) SeaTalk-verlengkabel
9m(29,5ft) SeaTalk-verlengkabel
12m(39,4ft) SeaTalk-verlengkabel
20m(65,6ft) SeaTalk-verlengkabel
D244
D284
D285
D286
D287
E25051
D288
Reserveonderdelenenaccessoires67
Page 68

13.5SeaTalk-voedingskabels

13.6Converters

ArtikelnummerOmschrijving
D229
ArtikelnummerOmschrijving
SeaTalk-voedingskabel.
E22158
SeaTalknaarSeaT alk
ng
-converter
68i40
Page 69
Page 70
www.rayma rin e.c om
Loading...