Pioneer DEH-P7100BT User manual [nl]

Page 1
CD RDS-ONTVANGER
DEH-P7100BT
Bedieningshandleiding
Nederlands
Page 2
2
Nl
Page 3
Inhoud
Hartelijk dank voor het aanschaffen van dit Pioneer­product.
Lees deze handleiding voordat u het product in gebruik neemt. Bewaar deze hand­leiding na het lezen op een veilige plaats zodat u hem indien nodig altijd bij de hand hebt.
Vóór u begint Informatie over dit toestel 6
Kenmerken 6Gebruiksomgeving 7
Bezoek onze website 7 Bij problemen 7 Het toestel tegen diefstal beveiligen 7
Het voorpaneel verwijderen 8Het voorpaneel bevestigen 8
Functiedemo 8 De microprocessor resetten 8
Wat is wat
Hoofdtoestel 9 Los verkrijgbare afstandsbediening 10 Display-indicaties 11
Basisbediening Stroom aan/uit 13
Het toestel inschakelen 13Het toestel uitschakelen 13
Signaalbronnen selecteren 13 Het volume afstellen 13
Tuner
Basisbediening 14 Zenderfrequenties opslaan en oproepen 14 PTY-nooduitzendingen 14 Weergave van het RDS-display wijzigen 14 Geavanceerde bediening 15 De sterkste zenders opslaan (BSM) 15 Op sterke signalen afstemmen 15 Alternatieve frequenties kiezen (AF) 16
PI-zoeken 16Automatisch PI-zoeken voor
voorkeuzezenders 16
– Alleen regionale zenders zoeken 16 Verkeersberichten ontvangen (TA) 17 PTY-functies 17
– Een RDS-zender via PTY-informatie
zoeken 17
– Onderbreking door
nieuwsberichten 18
Radiotekst 18
PTY-lijst 19
Ingebouwde cd-speler
Basisbediening 20 De tekstinformatie van de disc
weergeven 20
Fragmenten uit de lijst met fragmenttitels
selecteren 21
Bestanden uit de lijst met bestandsnamen
selecteren 21 Geavanceerde bediening 22 Een herhaalbereik selecteren 22 Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 23 Mappen en fragmenten scannen 23 Het afspelen onderbreken 23 De geavanceerde sound retriever 23 Disctitels invoeren 23
Songs op een USB-opslagapparaat afspelen
Basisbediening 25 Bestanden uit de lijst met bestandsnamen
selecteren 25 De tekstinformatie bij een audiobestand
weergeven 25 Geavanceerde bediening 25
Functies en bediening 25
Muziek op de iPod afspelen
Basisbediening 27 Naar een song bladeren 27
Songs op categorie zoeken 27Songs op letter zoeken 27
Tekstinformatie op de iPod weergeven 28 Geavanceerde bediening 28
– Functies en bediening 28
Songs in willekeurige volgorde afspelen
(shuffle) 29 Alle songs in willekeurige volgorde afspelen
(shuffle all) 29 Songs afspelen die verwant zijn met de
huidige song 29
3
Nl
Page 4
Inhoud
De iPod-functie van dit toestel via de iPod
bedienen 29
De weergavesnelheid van een audioboek
wijzigen 30
Gebruik maken van draadloze Bluetooth­technologie
Verbinding maken met een Bluetooth-
apparaat 31
Bluetooth-verbinding 31Pairen uitvoeren vanaf een Bluetooth-
apparaat 32
Pairen uitvoeren vanaf dit toestel 32Verbinding met een Bluetooth-apparaat
verbreken 33
– Een gepaird Bluetooth-apparaat
verwijderen 33
– Verbinding maken met een gepaird
Bluetooth-apparaat en een profiel selecteren 34
– Automatisch een verbinding maken
met een Bluetooth-apparaat 34
– De systeemversie opvragen in geval van
reparatie 34
– Het Bluetooth-apparaatadres
weergeven 35
De apparaatnaam wijzigen 35De pincode invoeren voor Bluetooth
draadloze verbinding 35
Bluetooth-audio 36
– Het toestel instellen voor Bluetooth-
audio 36
Basisbediening 36Geavanceerde bediening 36Muziek afspelen op een Bluetooth-
audiospeler 37
– Het afspelen stoppen 37
Bluetooth-telefoon 37
– Het toestel instellen voor handsfree
telefoneren 37
Een telefoongesprek voeren 38Een telefoongesprek aannemen 38De telefoonlijst 39
Een nummer uit het telefoonboek
bellen 39
– Gekozen, gemiste en ontvangen
gesprekken 40
Geavanceerde bediening 41Items naar het telefoonboek
overzetten 41
– Automatisch beantwoorden
instellen 41
– Het luistervolume van de
gesprekspartner afstellen 42
Het belsignaal in- of uitschakelen 42Iemand opbellen door het
telefoonnummer in te voeren 42
De privémodus gebruiken 42
Spraakherkenning
Het toestel bedienen met
spraakherkenning 43 Opbellen met spraakherkenning 43 Opbellen vanuit het telefoonboek 44 Als u twijfelt over een handeling: 44 Stemopdrachten 45
Audio-instellingen
Audio-instellingen 46 De balansinstelling 46 De equalizer 47
Equalizercurven selecteren 47Equalizercurven aanpassen 47De 7-bands grafische equalizer
aanpassen 47 De loudness aanpassen 48 De subwooferuitgang 48
– De subwooferinstellingen
aanpassen 48 De lage tonen versterken 49 Het high pass filter 49 Het bronniveau aanpassen 49 Automatische volumeaanpassing 50 Het volume van de spraakbegeleiding
afstellen 50
4
Nl
Page 5
Inhoud
Begininstellingen
De begininstellingen aanpassen 51 De taal selecteren 51 De datum instellen 51 De klok instellen 51 Het uit-klokdisplay in- en uitschakelen 52 De FM-afstemstap instellen 52 Automatisch PI-zoeken in- of
uitschakelen 52
De waarschuwingstoon in- of
uitschakelen 53 De externe ingang in- of uitschakelen 53 Lijsttekst omzetten in spraak 53 De dimmer in- of uitschakelen 53 De achteruitgang en de subwooferuitgang
instellen 54 De functiedemo inschakelen 54 Ever Scroll inschakelen 55 De signaalbron BT AUDIO inschakelen 55 De Bluetooth-module resetten 55 De software voor Bluetooth bijwerken 56
Overige functies De AUX-signaalbron 57
Informatie over AUX1 en AUX2 57AUX1-signaalbron: 57AUX2-signaalbron: 57De signaalbron AUX selecteren 57De AUX-titel instellen 57
Gebruik van een extern toestel 57
– Een extern toestel als signaalbron
selecteren 57
Basisbediening 58Geavanceerde bediening 58
Melding voor nieuwe SMS-berichten 58
Verkrijgbare accessoires Muziek op de iPod afspelen 59
Basisbediening 59Tekstinformatie op de iPod
weergeven 59
Naar een song bladeren 59Geavanceerde bediening 59
Songs in willekeurige volgorde afspelen
(shuffle) 60
Multi-cd-speler 60
Basisbediening 60Functies voor cd-text 60Geavanceerde bediening 60Compressie en extra
basversterking 61
ITS-speellijsten 61Functies voor disctitels 63
Dvd-speler 64
Basisbediening 64Een disc selecteren 64Een map selecteren 64Geavanceerde bediening 64
Tv-tuner 65
Basisbediening 65Zenders opslaan en oproepen 66De sterkste zenders op volgorde
opslaan (BSSM) 66
Aanvullende informatie
Problemen verhelpen 67 Foutmeldingen 67 Richtlijnen voor het gebruik van discs en de
speler 69 Dual discs 70 Compatibiliteit met gecomprimeerde
audio 70 iPod 71
Compatibiliteit met iPod 71Bediening van de iPod 71Informatie over iPod-instellingen 71
Gecomprimeerde audiobestanden op
disc 71
– Voorbeeld van een boomstructuur 72 Bluetooth-profielen 72 Opmerking over copyright en
handelsmerken 72
Technische gegevens 74
5
Nl
Page 6
Hoofdstuk
01
Vóór u begint
Deponeer dit product niet bij het gewone huis­houdelijk afval wanneer u het wilt verwijderen. Er bestaat een speciaal wettelijk voorgeschre­ven verzamelsysteem voor de juiste behande­ling, het opnieuw bruikbaar maken en de recycling van gebruikte elektronische produc­ten.
In de lidstaten van de EU en in Zwitserland en Noorwegen kunnen particulieren afgedankte elektronische producten gratis bij de daarvoor bestemde verzamelplaatsen inleveren. Als u een soortgelijk nieuw product koopt, kunt u het afgedankte product ook bij uw verkoop­punt inleveren. Als u in een ander land woont, neem dan con­tact op met de plaatselijke overheid voor infor­matie over het weggooien van afgedankte producten. Op die manier zorgt u ervoor dat uw afge­dankte product op de juiste wijze wordt ver­werkt, hergebruikt en gerecycled, zonder schadelijke gevolgen voor het milieu en de volksgezondheid.
Informatie over dit toestel
De frequenties waarop de tuner van dit toestel kan worden afgestemd, zijn in gebruik in West-Europa, Azië, het Midden-Oosten, Afrika en Oceanië. In andere gebieden is de ont­vangst wellicht slecht. De RDS-functie (radio­datasysteem) werkt alleen in gebieden waar de FM-zenders RDS-signalen uitzenden.
LET OP
! Zorg ervoor dat dit toestel niet met vloeistof in
aanraking komt. Een elektrische schok kan daarvan het gevolg zijn. Bovendien kan con-
tact met vloeistoffen rookvorming, oververhit­ting en andere schade aan het toestel veroorzaken.
! “KLASSE 1 LASERPRODUCT
Dit product bevat een laserdiode van een ho­gere klasse dan 1. Uit veiligheidsoverwegin­gen mag u de behuizing niet verwijderen en niet proberen toegang te krijgen tot de binnen­zijde van het toestel. Laat alle onderhouds­werkzaamheden over aan gekwalificeerd personeel.
! De Pioneer CarStereo-Pass wordt alleen in
Duitsland gebruikt.
! Houd deze handleiding bij de hand zodat u de
bedieningsprocedures en de te nemen voor­zorgsmaatregelen kunt opzoeken.
! Houd het volume altijd laag genoeg om de ge-
luiden van buiten het voertuig te kunnen blij­ven horen.
! Bescherm dit toestel tegen vocht. ! Als de accu losgekoppeld wordt of leeg raakt,
wordt het voorkeuzegeheugen gewist en zult u het toestel opnieuw moeten programmeren.
Kenmerken
Dit toestel biedt ondersteuning voor een groot aantal verschillende bestandsindelingen en opslagmedia en -apparaten.
Compatibele bestandsindelingen
! WMA ! MP3 ! AAC ! WAV
Raadpleeg Compatibiliteit met gecompri­meerde audio op bladzijde 70 voor meer infor-
matie over compatibiliteit. ! Een juiste werking van dit toestel is afhan-
kelijk van de toepassing waarmee de WMA­bestanden zijn gecodeerd.
Compatibele opslagmedia en ­apparaten
! Cd/cd-r/cd-rw-discs ! Draagbare USB-audiospeler/USB-geheu-
gen
6
Nl
Page 7
Vóór u begint
Hoofdstuk
01
Informeer bij de fabrikant naar de compatibili­teit van uw draagbare USB-audiospeler/USB­geheugen. Raadpleeg Technische gegevens op bladzijde 74 voor meer informatie over ondersteunde ap­paraten.
Compatibiliteit met iPod
Met dit toestel kunt u een iPod bedienen en songs op een iPod afspelen. In deze handleiding verwijst iPodnaar de iPod en iPhone. Raadpleeg Compatibiliteit met iPod op blad­zijde 71 voor meer informatie over onder­steunde iPod-modellen.
Handsfree telefoneren
Dit toestel is uitgerust met Bluetooth draad­loze technologie voor probleemloos handsfree bellen.
Compatibiliteit met Bluetooth­audiospelers
Als u dit toestel gebruikt met een Bluetooth audiospeler met Bluetooth draadloze techno­logie, kunt u de Bluetooth audiospeler bedie­nen.
LET OP
! Pioneer is niet verantwoordelijk voor eventueel
verlies van gegevens in het USB-geheugen of de draagbare USB-audiospeler, zelfs niet als dat gebeurt tijdens gebruik van dit toestel.
! Pioneer is niet verantwoordelijk voor verlies
van gegevens op de iPod, ook niet tijdens ge­bruik van dit toestel.
Gebruiksomgeving
Dit toestel moet binnen de onderstaande tem­peratuurbereiken worden gebruikt. Bereik gebruikstemperatuur: -10 °C tot +60 °C (14 °F tot 140 °F) EN300328 ETC-testtemperatuur: -20 °C en +55 °C (-4 °F en 131 °F)
Bezoek onze website
Hier vindt u onze site:
http://www.pioneer.nl
! Registreer uw product. Wij bewaren de ge-
gevens van het product dat u hebt aange­schaft zodat u deze eenvoudig kunt opvragen als u die nodig mocht hebben voor de verzekering, bijvoorbeeld na verlies of diefstal.
! Op onze website vindt u de laatste informa-
tie over Pioneer Corporation.
Bij problemen
Als dit product niet naar behoren functioneert, kunt u uw leverancier of het dichtstbijzijnde er­kende Pioneer-servicestation raadplegen.
Het toestel tegen diefstal beveiligen
Het voorpaneel kan worden verwijderd om diefstal te ontmoedigen. ! Als het voorpaneel niet binnen vijf secon-
den na het uitschakelen van het contact van het hoofdtoestel wordt verwijderd, klinkt er een waarschuwingstoon.
! U kunt de waarschuwingstoon uitschake-
len. Raadpleeg De waarschuwingstoon in- of uitschakelen op bladzijde 53.
Belangrijk
! Wees voorzichtig bij het verwijderen en terug-
plaatsen van het voorpaneel.
! Stel het voorpaneel niet aan grote schokken
bloot.
! Stel het voorpaneel niet bloot aan direct zon-
licht en hoge temperaturen.
Vóór u begint
7
Nl
Page 8
Hoofdstuk
01
Vóór u begint
Het voorpaneel verwijderen
1 Druk op om het voorpaneel te ope­nen.
2 Pak de linkerkant van het voorpaneel vast en trek het voorzichtig naar buiten.
Pak het voorpaneel niet te stevig vast, laat het niet vallen en bescherm het tegen water en an­dere vloeistoffen om permanente schade te voorkomen.
3 Doe het voorpaneel in het meegele­verde beschermende foedraal om het veilig te bewaren.
Het voorpaneel bevestigen
% Plaats het voorpaneel terug door het rechtop tegen het apparaat te houden en het voorzichtig in de bevestigingshaken te klemmen.
leeglopen als de functiedemo geactiveerd blijft terwijl de motor uit staat.
Belangrijk
De rode draad (ACC) van dit toestel moet worden aangesloten op een aansluiting die is gekoppeld aan de aan/uit-stand van het contactslot. Anders loopt u het risico dat de accu leeg raakt.
De microprocessor resetten
De microprocessor moet in de volgende geval­len worden gereset: ! Als u dit toestel voor de eerste keer gebruikt
nadat u het hebt geïnstalleerd
! Als het toestel niet naar behoren werkt ! Als er vreemde of onjuiste berichten op het
scherm verschijnen
1 Het voorpaneel verwijderen
2 Druk met een pen of een ander puntig voorwerp op RESET.
Functiedemo
De functiedemo start automatisch als dit toe­stel is uitgeschakeld terwijl het contactslot in de accessoirestand (ACC) staat of aan staat. Druk terwijl de functiedemo wordt afgespeeld op DISP/SCRL om deze te stoppen. Druk nog­maals op DISP/SCRL om de functiedemo op­nieuw te starten. Let op: de accu kan
8
Nl
RESET-toets
Page 9
89 debac
1234 5
6
Wat is wat
Hoofdstuk
02
7
Wat is wat
Hoofdtoestel
1 SRC/OFF-toets
Druk op deze toets om alle signaalbronnen af te gaan. Houd deze toets ingedrukt om het toestel uit te schakelen.
(willekeurige weergave)/iPod-toets
2
Druk op deze toets om de willekeurige weer­gave in of uit te schakelen als u cd of USB als signaalbron gebruikt. Druk op deze toets om de volgorde van frag­menten willekeurig te bepalen (shuffle) als u een iPod gebruikt. Houd deze toets ingedrukt om de bedie­ningsmodus te wijzigen als u een iPod ge­bruikt. Als u de iPod met een interfaceadapter ge­bruikt (CD-IB100N), drukt u op deze toets om de shuffle-functie te wijzigen.
3 VOICE/
Druk op deze toets om spraakherkenning voor een telefoongesprek in te schakelen.
4
Druk op deze toets om de fragmenttitellijst, mappenlijst, bestandenlijst of lijst met voor­keuzezenders weer te geven, naargelang de gekozen signaalbron.
-toets
/LIST-toets
Houd deze toets ingedrukt om over te scha­kelen naar de gekoppelde weergavemodus als u een iPod gebruikt. Raadpleeg Songs afspelen die verwant zijn met de huidige song op bladzijde 29 voor meer informatie.
5 PHONE/
Druk op deze toets om het telefoonboek weer te geven. Druk op deze toets om een gesprek te beëindigen, een inkomend ge­sprek te weigeren of een nieuw gesprek te annuleren als u de telefoon gebruikt. Houd deze toets ingedrukt om TELEPHONE als signaalbron te selecteren.
6
Licht op wanneer een mobiele telefoon is aangesloten via Bluetooth draadloze tech­nologie. ! Knippert als tijdens handsfree telefone-
ren een andere bron dan TELEPHONE is geselecteerd.
7
-toets
Druk op deze toets om het voorpaneel te openen.
/BT MENU-toets
-indicator
9
Nl
Page 10
23456789a bcd e fghij
Hoofdstuk
02
Wat is wat
1
8 BAND/ESC/CANCEL-toets
Druk op deze toets om een van de drie FM­frequentiebanden of de MW/LW-frequentie­band te selecteren. Druk op deze toets om van een menu naar het gewone display terug te keren. Druk op deze toets om spraakherkenning uit te schakelen.
9 TA/NEWS-toets
Druk op deze toets om de TA-functie in of uit te schakelen. Houd deze toets ingedrukt om de News-functie in of uit te schakelen.
a S.Rtrv-toets
Druk op deze toets om de instellingen van de geavanceerde sound retriever te wijzigen.
b DISP/SCRL-toets
Druk op deze toets om een ander display te selecteren. Houd deze toets ingedrukt om tekstinforma­tie over het display te laten schuiven.
c MULTI-CONTROL
Gebruik deze knop voor handmatig afstem­men, vooruit- en achteruitspoelen, en om naar fragmenten te zoeken. Druk op deze knop om te antwoorden als er een gesprek binnenkomt. U gebruikt deze knop ook om functies te be­dienen. Draai aan deze knop om het volume te ver­hogen of te verlagen. ! Tijdens handsfree bellen kunt u
Far end Volume inschakelen. U kunt overschakelen tussen Far end Volume
en SCO Private mode in FUNCTION
door op MULTI-CONTROL te drukken.
d MUTE/HOLD-toets
Druk op deze toets om het geluid uit te schakelen. Druk er nogmaals op om het ge­luid weer in te schakelen. Druk op deze toets om een gesprek in de wachtstand te plaatsen wanneer u aan het telefoneren bent.
e
-indicator
Licht op wanneer een Bluetooth-audiospeler is aangesloten via Bluetooth draadloze technologie.
Los verkrijgbare afstandsbediening
De afstandsbediening CD-SR120 is apart ver­krijgbaar.
De bediening van de toetsen op de afstands­bediening komt overeen met de bediening van de toetsen op het hoofdtoestel.
10
Nl
Page 11
Wat is wat
Hoofdstuk
02
f PHONE-toets
Druk op deze toets om het telefoonboek weer te geven. Druk op deze toets om een gesprek te beëindigen, een inkomend ge­sprek te weigeren of een nieuw gesprek te annuleren als u de telefoon gebruikt. Houd deze toets ingedrukt om TELEPHONE als signaalbron te selecteren.
g
/CANCEL-toets
Druk op deze toets om een telefoongesprek te beëindigen of een inkomend gesprek te weigeren als u de telefoon gebruikt. Druk op deze toets om spraakherkenning uit te schakelen.
h a/b/c/d-toetsen
Druk op deze toetsen om handmatig af te stemmen, vooruit en achteruit te spoelen, en om naar fragmenten te zoeken. U kunt deze toetsen ook gebruiken om functies te bedienen.
i
/START-toets
Druk op deze toets om een telefoongesprek te beginnen als de telefoon als signaalbron is gekozen. Druk op deze toets om spraakherkenning voor een telefoongesprek in te schakelen.
j VOLUME-toetsen
Druk op deze toetsen om het volume te ver­hogen of te verlagen.
Display-indicaties
1 Hoofdgedeelte van het display
Hier worden de frequentieband, de frequen­tie, de verstreken weergavetijd en andere in­stellingen weergegeven. ! Tuner
De frequentieband en de frequentie wor­den weergegeven.
! RDS
De programmaservicenaam, PTY-infor­matie en andere tekstinformatie worden weergegeven.
! Ingebouwde cd-speler, USB, iPod
De verstreken weergavetijd en andere tekstinformatie worden weergegeven.
! Bluetooth-audio
De naam van het apparaat, de fragment­titel, de naam van de artiest en de naam van het album worden weergegeven.
! Bluetooth-telefoon
De naam van het apparaat, de tijd, de naam van de beller, het nummer van de beller, de naam van de gesprekspartner en het nummer van de gesprekspartner worden weergegeven.
2
3
4
5
6 LOC-indicator
-indicator (map)
Licht op wanneer de lijstfunctie bediend wordt. Wanneer er mappen op een hoger niveau bestaan, wordt c weergegeven. Wanneer er mappen op een lager niveau be­staan, wordt d weergegeven.
-indicator (artiest)
Licht op wanneer de naam van de artiest van de disc (het fragment) op het hoofdge­deelte van het display wordt weergegeven. Licht op wanneer de functie voor het zoeken naar artiesten op de iPod wordt gebruikt.
-indicator (disc)
Licht op wanneer de naam van de disc (het album) op het hoofdgedeelte van het display wordt weergegeven. Licht op wanneer de functie voor het zoeken naar albums op de iPod wordt gebruikt.
-indicator (song)
Licht op wanneer de naam van het fragment (de song) op het hoofdgedeelte van het dis­play wordt weergegeven. Licht op wanneer de functie voor het zoeken naar songs op de iPod wordt gebruikt.
Licht op als automatisch afstemmen op lo­kale zenders is ingeschakeld.
Wat is wat
11
Nl
Page 12
Hoofdstuk
02
Wat is wat
7 5-indicator (stereo)
Licht op als op de gekozen frequentie in ste­reo wordt uitgezonden.
8 NEWS-indicator
Licht op als de functie News (onderbreking door nieuwsberichten) is ingeschakeld.
9 TA-indicator
Licht op als de functie TA (stand-by voor ver­keersberichten) is ingeschakeld.
a TP-indicator
Licht op als er is afgestemd op een zender die verkeersinformatie uitzendt (TP-zender).
b
Licht op als de functie Map herhalen is inge­schakeld. Als de herhaalfunctie is ingeschakeld, wordt alleen
c
volgorde afspelen)
Licht op als de functie Map in willekeurige volgorde afspelen is ingeschakeld. Als de willekeurige weergave is ingescha­keld, wordt alleen
d
Licht op als shuffle is ingeschakeld wanneer de iPod als bron is geselecteerd.
-indicator (map herhalen)
weergegeven.
-indicator (map in willekeurige
weergegeven.
-indicator (shuffle)
h
-indicator (gekozen gesprekken)
Licht op wanneer de lijst met gekozen ge­sprekken wordt weergegeven als de telefoon als signaalbron is geselecteerd.
-indicator (automatisch beantwoor-
i
den)
Deze geeft aan of de functie Automatisch beantwoorden is geactiveerd (zie Automa- tisch beantwoorden instellen op bladzijde
41).
j
-indicator (gemiste gesprekken)
Licht op wanneer er gemiste gesprekken zijn. Licht op wanneer de lijst met gemiste ge­sprekken wordt weergegeven als de telefoon als signaalbron is geselecteerd.
e
f iPod-indicator
g
12
-indicator (sound retriever)
Licht op wanneer de sound retriever is inge­schakeld.
Licht op als de verbinding met de iPod wordt herkend wanneer de bedieningsmo­dus is ingesteld op iPod.
-indicator (ontvangen gesprekken)
Licht op wanneer de lijst met ontvangen ge­sprekken wordt weergegeven als de telefoon als signaalbron is geselecteerd.
Nl
Page 13
Basisbediening
Hoofdstuk
03
Stroom aan/uit
Het toestel inschakelen
% Druk op SRC/OFF om het toestel in te schakelen.
Het toestel uitschakelen
% Houd SRC/OFF ingedrukt tot het toestel uit gaat.
Signaalbronnen selecteren
U kunt de signaalbron selecteren waarnaar u wilt luisteren. Om naar de ingebouwde cd-spe­ler over te schakelen, hoeft u alleen een disc in het toestel te plaatsen. Raadpleeg bladzijde
20.
% Druk meerdere keren op SRC/OFF om te schakelen tussen de volgende signaalbron­nen.
TunerTelevisieDvd-speler/multi-dvd­spelerIngebouwde cd-spelerMulti-cd­speleriPodUSBExtern toestel 1 Extern toestel 2AUX1AUX2Blue­tooth-audio
Als er geen USB-opslagapparaat of iPod
op de USB-poort van dit toestel is aange­sloten, wordt NO DEVICE weergegeven.
! AUX1 is standaard ingeschakeld. Schakel
AUX1 uit als u deze ingang niet gebruikt (zie De externe ingang in- of uitschakelen op blad­zijde 53).
! Er kan ruis optreden als u een draagbare au-
diospeler oplaadt met de gelijkstroombron van het voertuig terwijl het op de AUX-ingang is aangesloten. Stop in dat geval het opladen.
! Met een extern toestel wordt een Pioneer-pro-
duct bedoeld (bijvoorbeeld een toekomstig verkrijgbaar product) dat niet als bron ge­bruikt kan worden maar waarvan u de basis­functies met dit toestel kunt bedienen. Met dit toestel kunnen twee externe toestellen worden bediend. Als er twee externe toestellen op dit toestel zijn aangesloten, worden deze automa­tisch toegewezen als extern toestel 1 of extern toestel 2.
! Als de blauw-witte draad van dit toestel is aan-
gesloten op de bedieningsaansluiting van de automatische antenne van het voertuig, schuift de antenne uit wanneer er een signaal­bron van dit toestel wordt ingeschakeld. Als de signaalbron wordt uitgeschakeld, wordt de antenne weer ingeschoven.
Basisbediening
Opmerkingen
! In de volgende gevallen wordt er niet naar een
andere geluidsbron overgeschakeld. Als er geen toestel is aangesloten dat over-
eenkomt met de geselecteerde signaal­bron.
Als er geen disc of magazijn in de speler is
geplaatst.
Als de iPod niet via de interfaceadapter is
aangesloten op dit toestel.
Als AUX (externe ingang) is uitgeschakeld
(zie bladzijde 53).
Als BT AUDIO is uitgeschakeld (raadpleeg
De signaalbron BT AUDIO inschakelen op bladzijde 55).
Het volume afstellen
% Draai aan MULTI-CONTROL om de ge­luidssterkte te regelen.
13
Nl
Page 14
Hoofdstuk
04
Tuner
Basisbediening
% Een frequentieband selecteren
Druk op BAND/ESC/CANCEL.
# U kunt kiezen uit de frequentiebanden FM1, FM2, FM3 en MW/LW.
% Handmatig afstemmen (stap voor stap)
Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts.
% Automatisch afstemmen
Houd MULTI-CONTROL even naar links of naar rechts ingedrukt en laat deze weer los.
# U kunt het automatisch afstemmen annuleren door MULTI-CONTROL naar links of naar rechts te duwen. # Als u MULTI-CONTROL naar links of naar rechts duwt en vasthoudt, kunt u zenders over­slaan. Het automatisch afstemmen begint zodra u MULTI-CONTROL loslaat.
Opmerkingen
! U kunt de AF-functie van dit toestel (zoeken
naar alternatieve frequenties) in- en uitschake­len. Bij normaal afstemmen moet de AF-func­tie uit staan (raadpleeg bladzijde 16).
! Sommige zenders leveren geen RDS-diensten. ! RDS-functies zoals AF en TA werken alleen
wanneer is afgestemd op een RDS-zender.
Zenderfrequenties opslaan en oproepen
U kunt eenvoudig zes zender frequenties op­slaan zodat u deze later weer snel kunt oproe­pen. ! Voor iedere frequentieband kunnen er zes
zenders in het geheugen worden opgesla­gen.
1 Druk op
Het scherm met voorkeuzezenders wordt weer­gegeven.
/LIST.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om de gese­lecteerde frequentie in het geheugen op te slaan.
Draai aan de knop om een ander voorkeuze­nummer te selecteren. Houd de knop inge­drukt om de frequentie op te slaan.
3 Gebruik MULTI-CONTROL om de ge­wenste zender te selecteren.
Draai aan de knop om een andere zender te kiezen. Druk op de knop om deze te selecte­ren.
# U kunt ook een andere zender zoeken door MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen. # Druk op BAND/ESC/CANCEL of terug te keren naar het normale display. # Als de lijst niet binnen ongeveer 30 seconden wordt gebruikt, keert het display automatisch terug naar het normale display.
/LIST om
PTY-nooduitzendingen
Als de PTY-code voor noodgevallen wordt uit­gezonden, wordt deze automatisch door dit toestel ontvangen (ALARM INT verschijnt). Als de uitzending is beëindigd, schakelt het toestel terug naar de oorspronkelijke signaal­bron. ! U kunt een noodbericht annuleren door op
TA/NEWS te drukken.
! U kunt een noodbericht ook annuleren
door op SRC/OFF, BAND/ESC/CANCEL of MULTI-CONTROL te drukken.
Weergave van het RDS­display wijzigen
Als u afstemt op een RDS-zender, wordt de programmaservicenaam weergegeven. Als u de frequentie van de zender wilt weten, moet u de weergave van het display wijzigen.
% Druk op DISP/SCRL.
Druk herhaaldelijk op DISP/SCRL om één van de volgende instellingen te selecteren:
14
Nl
Page 15
Tuner
Hoofdstuk
04
ProgrammaservicenaamPTY-informatie Frequentie De PTY-lijst met ID-codes en programmatypen vindt u in het volgende gedeelte. Raadpleeg bladzijde 19.
# De PTY-informatie en de frequentie van de hui­dige zender worden acht seconden op het display getoond.
Geavanceerde bediening
1 Druk op MULTI-CONTROL om het hoofdmenu weer te geven.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me­nuoptie FUNCTION.
Draai aan de knop om een andere menuoptie te selecteren. Druk erop om uw keuze te be­vestigen. Het functiemenu wordt weergegeven.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de func­tie te selecteren. BSM (geheugen voor de beste zenders) Regional (regionale zenders)Local (automa-
tisch afstemmen op lokale zenders)PTY (programmatypekeuze)Traffic (stand-by voor verkeersberichten)AF (zoeken naar al­ternatieve frequenties)News (onderbreking door nieuwsberichten)
Opmerkingen
! Druk op BAND/ESC/CANCEL om terug te
keren naar het gewone display.
! Als de MW/LW-band is geselecteerd, kunt u al-
leen kiezen uit BSM of Local.
De sterkste zenders opslaan (BSM)
Met de functie BSM (Best Stations Memory, geheugen voor de beste zenders) kunt u auto­matisch de zes sterkste zenders in het geheu­gen opslaan.
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op deze bladzijde.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL in het functiemenu BSM.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de functie BSM in te schakelen.
De zes sterkste zenders worden opgeslagen in volgorde van signaalsterkte.
# Om te annuleren drukt u nogmaals op MULTI-CONTROL.
Op sterke signalen afstemmen
Als u de functie Automatisch afstemmen op lokale zenders gebruikt, stemt het toestel al­leen af op zenders waarvan het signaal vol­doende sterk is voor een goede ontvangst.
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op deze bladzijde.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL in het functiemenu Local.
3 Druk op MULTI-CONTROL om automa­tisch afstemmen op lokale zenders in te schakelen.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om de functie Automatisch afstemmen op lokale zen­ders uit te schakelen.
4 Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts om de gevoeligheid in te stel­len.
FM: Level 1Level 2Level 3Level 4 MW/LW: Level 1Level 2 Een hoger nummer betekent een hoger ni­veau. Als u het hoogste niveau selecteert, wordt alleen afgestemd op de sterkste zen­ders. Bij lagere niveaus wordt ook afgestemd op zwakkere zenders.
Tuner
15
Nl
Page 16
Hoofdstuk
04
Tuner
Alternatieve frequenties kiezen (AF)
Als deze functie is ingeschakeld, zoekt de tuner automatisch naar een andere zender in hetzelfde netwerk wanneer de ontvangst niet goed is.
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op de vo­rige bladzijde.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL in het functiemenu AF.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de functie AF in te schakelen.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om deze functie uit te schakelen.
Opmerkingen
! Als de functie AF is ingeschakeld, wordt bij
automatisch afstemmen of gebruik van de functie BSM alleen afgestemd op RDS-zen­ders.
! Als u een voorkeuzezender oproept, kan de
tuner hieraan een nieuwe frequentie toewijzen uit de AF-lijst van de zender. Als de RDS-gege­vens van de ontvangen zender verschillen van de oorspronkelijk ingestelde voorkeuzezender, wordt op het display geen voorkeuzenummer weergegeven.
! Tijdens zoeken met de AF-functie kan het ge-
luid tijdelijk worden onderbroken.
! De AF-functie kan voor elke FM-frequentie-
band afzonderlijk worden in- of uitgeschakeld.
PI-zoeken
Als de tuner geen geschikte zender kan vinden of als de ontvangst verslechtert, gaat het toe­stel automatisch op zoek naar een andere zen­der van hetzelfde programmatype. Tijdens het zoeken wordt PI SEEK weergegeven en wordt het volume gedempt.
Automatisch PI-zoeken voor voorkeuzezenders
Als deze functie is ingeschakeld en een voor­keuzezender niet kan worden ontvangen, pro­beert het toestel automatisch door PI-zoeken een vervangende zender te vinden. ! De automatische PI-zoekfunctie is stan-
daard uitgeschakeld. Raadpleeg Automa- tisch PI-zoeken in- of uitschakelen op bladzijde 52.
Alleen regionale zenders zoeken
Als de functie AF is ingeschakeld, kan de Re­gionale functie gebruikt worden om het zoe­ken tot regionale programmas te beperken.
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op de vo­rige bladzijde.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL in het functiemenu Regional.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de regio­nale functie in te schakelen.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om deze functie uit te schakelen.
Opmerkingen
! Regionale programmering en regionale net-
werken kunnen per land verschillend georga­niseerd zijn. (Ze kunnen bijvoorbeeld verschillen afhankelijk van de tijd, het land of het ontvangstgebied.)
! Het voorkeuzenummer kan van het display
verdwijnen als de tuner op een regionale zen­der afstemt die afwijkt van de zender die oor­spronkelijk was gekozen.
! De regionale functie kan voor elke FM-fre-
quentieband afzonderlijk worden in- of uitge­schakeld.
16
Nl
Page 17
Tuner
Hoofdstuk
04
Verkeersberichten ontvangen (TA)
De functie TA (stand-by voor verkeersberich­ten) zorgt ervoor dat verkeersberichten auto­matisch worden doorgegeven, ongeacht de signaalbron waarnaar u luistert. De functie TA kan gebruik maken van zowel TP-zenders (een zender die verkeersberichten uitzendt) als uit­gebreide TP-zenders van een ander netwerk (een zender met informatie die verwijst naar andere TP-zenders).
1 Stem af op een TP-zender of een uitge­breide TP-zender van een ander netwerk. De TP-indicator licht op.
2 Druk op TA/NEWS om de functie Stand­by voor verkeersberichten in te schakelen.
# Druk nogmaals op TA/NEWS om deze functie uit te schakelen.
3 Wanneer een verkeersbericht wordt uitgezonden, kunt u het volume ervan re­gelen met MULTI-CONTROL.
Het ingestelde volume wordt in het geheugen opgeslagen en opnieuw gebruikt voor vol­gende verkeersberichten.
4 Als u een binnenkomend verkeersbe­richt wilt annuleren, druk u op TA/NEWS.
De tuner keert terug naar de oorspronkelijke signaalbron en blijf t in de stand-bymodus tot­dat u nogmaals op TA/NEWS drukt.
Opmerkingen
! U kunt deze functie ook in- en uitschakelen
via het menu dat verschijnt als u MULTI-CONTROL gebruikt.
! Wanneer het verkeersbericht is afgelopen,
keert het systeem terug naar de oorspronkelij­ke signaalbron.
! Als de functie TA is ingeschakeld, wordt er bij
automatisch afstemmen en gebruik van de functie BSM alleen afgestemd op TP-zenders en uitgebreide TP-zenders van een ander net­werk.
PTY-functies
U kunt PTY-informatie (programmatype-infor­matie) gebruiken om op een zender af te stem­men.
Een RDS-zender via PTY­informatie zoeken
U kunt naar bepaalde soorten uitzendingen zoeken, zoals de uitzendingen die in het vol­gende gedeelte worden genoemd. Raadpleeg bladzijde 19.
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op blad­zijde 15.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL in het functiemenu PTY.
3 Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts om een programmatype te se­lecteren. News/InfoPopularClassicsOthers
4 Druk op MULTI-CONTROL om het zoe­ken te beginnen.
Het toestel begint te zoeken naar een zender die het geselecteerde programmatype uit­zendt. Als er een zender is gevonden, wordt de programmaservicenaam weergegeven. De PTY-lijst met ID-codes en programmatypen vindt u in het volgende gedeelte. Raadpleeg bladzijde 19.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL om het zoeken te annuleren. # Het programma van een zender kan soms af­wijken van de informatie die door de PTY-code wordt aangegeven. # Als er geen zender gevonden wordt die een programma van het gewenste type uitzendt, wordt ongeveer twee seconden Not found op het display getoond en keert de tuner terug naar de oorspronkelijke zender.
Tuner
17
Nl
Page 18
Hoofdstuk
04
Tuner
Onderbreking door nieuwsberichten
Als er een nieuwsprogramma wordt uitgezon­den door een nieuwszender met PTY-code, kan het toestel automatisch overschakelen naar de nieuwszender. Als het nieuwsprogramma is afgelopen, schakelt het toestel terug naar het oorspronkelijke programma.
% Houd TA/NEWS ingedrukt om de onder­breking door nieuwsberichten in te schake­len.
Druk op TA/NEWS tot NEWS ON op het dis­play verschijnt.
# Om de functie Onderbreking door nieuwsbe­richten uit te schakelen, houdt u TA/NEWS inge­drukt tot OFF op het display verschijnt. # U kunt een nieuwsbericht annuleren door op TA/NEWS te drukken.
Opmerking
U kunt nieuwsberichten ook in- of uitschakelen via het menu dat verschijnt als u MULTI-CONTROL gebruikt.
Radiotekst
De tuner kan op het display radiotekst weerge­ven die door RDS-zenders wordt uitgezonden, zoals zendergegevens, de titel van het uitge­zonden muziekfragment en de naam van de artiest. ! De tuner slaat automatisch de drie laatst
ontvangen radiotekstuitzendingen in het geheugen op. Hierbij wordt telkens de oudste tekst door de nieuwste tekst vervan­gen.
Radiotekst weergeven
U kunt het huidige radiotekstbericht en de drie meest recente berichten op het display laten weergeven.
1 Houd DISP/SCRL ingedrukt om de radi­otekst op het display te laten weergeven.
De radiotekst van de huidige zender wordt weergegeven.
# U kunt de weergave van radiotekst uitschake­len door op DISP/SCRL of BAND/ESC/CANCEL te drukken. # Wanneer er geen radiotekst wordt ontvangen, verschijnt NO TEXT op het display.
2 Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts om de drie meest recente radio­tekstberichten op te roepen.
Als u MULTI-CONTROL naar links of naar rechts duwt, kunt u schakelen tussen de huidi­ge en de drie voorgaande radiotekstberichten.
# Als er geen radiotekstgegevens in het geheu­gen zijn opgeslagen, verandert het display niet.
3 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag om te bladeren.
Duw MULTI-CONTROL omhoog om naar het begin te gaan. Duw MULTI-CONTROL omlaag om door de radiotekstgegevens te bladeren.
Radiotekst opslaan en oproepen
U kunt maximaal zes radiotekstberichten op­slaan.
1 Geef op het display het radiotekstbe­richt weer dat u in het geheugen wilt op­slaan.
Raadpleeg Radiotekst weergeven op deze blad­zijde.
2 Druk op
Het scherm met voorkeuzezenders wordt weer­gegeven.
3 Sla het geselecteerde radiotekstbericht in het geheugen op met MULTI-CONTROL.
Draai aan de knop om een ander voorkeuze­nummer te selecteren. Houd de knop inge­drukt om de frequentie op te slaan.
/LIST.
18
Nl
Page 19
Tuner
Hoofdstuk
04
4 Selecteer de gewenste radiotekst met MULTI-CONTROL.
Draai aan de knop om een ander radiotekstbe­richt te kiezen. Druk op de knop om de selectie te bevestigen.
# U kunt andere radiotekstberichten ook zoeken door MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen. # Druk op BAND/ESC/CANCEL of LIST/
om
terug te keren naar het normale display.
PTY-lijst
Algemeen Specifiek Programmatype
News/Info News Nieuws
Affairs Actualiteiten
Info Algemene informatie en
Sport Sport
Weather Weerberichten, meteoro-
Finance Beursberichten, handel,
Popular Pop Mus Populaire muziek
Rock Mus Eigentijdse moderne mu-
Easy Mus Easy listening-muziek
Oth Mus Overige muziek
Jazz Jazz
Country Countrymuziek
Nat Mus Nationale muziek
Oldies Gouwe Ouwe
Folk mus Folkmuziek
Classics L. Class Lichte klassieke muziek
Classic Klassieke muziek
adviezen
logische informatie
zakelijk nieuws enz.
ziek
Others Educate Educatieve programmas
Drama Hoorspelen en series
Culture Nationale of regionale
cultuur
Science Natuur, wetenschap en
techniek
Varied Licht amusement
Children Kinderprogrammas
Social Praatprogrammas
Religion Religieuze onderwerpen
of diensten
Phone In Inbelprogrammas
Touring Reisprogrammas; niet
voor verkeersberichten
Leisure Hobbys en recreatie
Document Documentaires
Tuner
19
Nl
Page 20
Hoofdstuk
05
Ingebouwde cd-speler
Basisbediening
% Het voorpaneel openen
Druk op De laadsleuf voor de disc verschijnt.
# Als u een disc plaatst, moet het label van de disc zich aan de bovenzijde bevinden.
# Om storingen te voorkomen moet u ervoor zor­gen dat de aansluitingen niet in contact komen met metalen voorwerpen als het voorpaneel is ge­opend.
% Een disc uitwerpen
Druk op h (uitwerpen).
% Een map selecteren
Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag.
# Mappen die geen gecomprimeerde audiobe­standen bevatten, kunnen niet geselecteerd wor­den.
% Een fragment selecteren
Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts.
% Vooruit of achteruit spoelen
Houd MULTI-CONTROL naar links of naar rechts ingedrukt.
# Als u gecomprimeerde audio afspeelt, hoort u geen geluid bij vooruit- of achteruitspoelen.
% Terugkeren naar de hoofdmap
Houd BAND/ESC/CANCEL ingedrukt.
# Als de map 01 (ROOT) geen bestanden bevat, begint het afspelen bij map 02.
% Schakelen tussen gecomprimeerde audio en cd-da
Druk op BAND/ESC/CANCEL.
.
Laadsleuf voor de disc
h-toets (uitwerpen)
# Deze handeling is alleen beschikbaar bij het afspelen van cd-extra- of mixed-mode-cds. # Nadat u hebt overgeschakeld tussen gecom­primeerde audio en cd-da, wordt het afspelen ge­start bij het eerste fragment op de disc.
Opmerkingen
! De ingebouwde cd-speler is geschikt voor
audio-cds en gecomprimeerde audio op cd­rom. (Raadpleeg het volgende gedeelte voor meer informatie over afspeelbare bestanden. Raadpleeg bladzijde 71.)
! Lees de voorzorgsmaatregelen voor het ge-
bruik van discs en de speler in het volgende gedeelte. Raadpleeg bladzijde 69.
! Als een schijf in het toestel is geplaatst, drukt
uopSRC/OFF om de ingebouwde cd-speler te selecteren.
! Er treedt soms enige vertraging op tussen het
starten van een disc en de geluidsweergave. Tijdens het inlezen wordt FORMAT READ op het display weergegeven.
! Als er een foutmelding wordt weergegeven,
raadpleeg dan Foutmeldingen op bladzijde 67.
! Bestanden worden afgespeeld in de volgorde
van de bestandsnummers. Mappen die geen bestanden bevatten worden overgeslagen. (Als de map 01 (ROOT) geen bestanden bevat, begint het afspelen bij map 02.)
! U kunt de cd uitwerpen door h (uitwerpen) in-
gedrukt te houden met de uitwerpstand als het laden of uitwerpen van de cd niet juist kan worden uitgevoerd.
De tekstinformatie van de disc weergeven
% Druk op DISP/SCRL om de gewenste tekstinformatie te selecteren.
Cds met ingevoerde titel
Signaalbron/weergavetijddisctitel/weergave­tijd
20
Nl
Page 21
Ingebouwde cd-speler
Hoofdstuk
05
Cd-text-discs
Signaalbron/weergavetijdnaam artiest disc/ fragmenttitelnaam artiest disc/disctitel disctitel/fragmenttitelnaam artiest frag­ment/fragmenttitelfragmenttitel/weergave­tijd
WMA/MP3/AAC
Signaalbron/weergavetijdmapnaam/be­standsnaamnaam artiest/fragmenttitel naam artiest/albumtitelalbumtitel/fragment­titelfragmenttitel/weergavetijdopmerking/ weergavetijdbitsnelheid/weergavetijd
WAV
Signaalbron/weergavetijdmapnaam/be­standsnaambemonsteringsfrequentie/weer­gavetijd
Opmerkingen
! Door DISP/SCRL ingedrukt te houden, kunt u
de cursor links van de titel plaatsen.
! Audio-cds die informatie bevatten zoals tekst
en/of getallen worden cd-text-discs genoemd.
! Als bepaalde gegevens niet op een disc zijn
vastgelegd, wordt de titel of de naam niet weergegeven.
! Tekens in het audiobestand die niet compati-
bel zijn met dit toestel worden niet weergege­ven.
! De tekstinformatie bij sommige audiobestan-
den wordt mogelijk niet correct weergegeven.
! Afhankelijk van de versie van iTunes die is ge-
bruikt om MP3-bestanden op de disc vast te leggen, kan het voorkomen dat bepaalde ge­gevens niet goed worden weergegeven.
! Afhankelijk van de versie van de Windows Me-
diaä Player die is gebruikt om WMA-bestan­den te coderen, kan het voorkomen dat albumtitels en andere tekstinformatie niet goed worden weergegeven.
! Bij het afspelen van bestanden die met varia-
bele bitsnelheid (VBR) zijn opgenomen, wordt VBR weergegeven in plaats van de bitsnel­heid.
! De bemonsteringsfrequentie die op het dis-
play wordt getoond, kan zijn afgekort.
! Als Ever Scroll bij de begininstellingen op ON
is ingesteld, blijft de tekstinformatie continu door het display schuiven. Raadpleeg Ever Scroll inschakelen op bladzijde 55.
Fragmenten uit de lijst met fragmenttitels selecteren
De lijst met fragmenttitels toont de fragmentti­tels op een cd-text-disc. U kunt één van deze ti­tels selecteren om af te spelen.
1 Druk op
/LIST om over te schakelen
naar de fragmenttitellijst.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om de ge­wenste fragmenttitel te selecteren.
Draai aan de knop om een ander fragment te selecteren. Druk op de knop om het afspelen te starten.
# U kunt ook een andere fragmenttitel kiezen door MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen. # Door DISP/SCRL ingedrukt te houden, kunt u de cursor links van de titel plaatsen. Houd DISP/SCRL ingedrukt om te stoppen met blade­ren. # Druk op BAND/ESC/CANCEL of terug te keren naar het normale display. # Als de lijst niet binnen ongeveer 30 seconden wordt gebruikt, keert het display automatisch terug naar het normale display.
/LIST om
Bestanden uit de lijst met bestandsnamen selecteren
In de lijst met bestandsnamen ziet u de namen van de bestanden (of mappen) en kunt u één van deze namen selecteren om af te spe­len.
1 Druk op naar de lijst met bestandsnamen.
De namen van de bestanden en mappen ver­schijnen op het display.
/LIST om over te schakelen
Ingebouwde cd-speler
21
Nl
Page 22
Hoofdstuk
05
Ingebouwde cd-speler
2 Gebruik MULTI-CONTROL om de ge­wenste bestandsnaam (of mapnaam) te se­lecteren.
Draai aan de knop om een ander bestand of een andere map te selecteren.
Als er een bestand is geselecteerd, drukt u
op de knop om het afspelen te starten.
Als er een map is geselecteerd, drukt u op
de knop om de lijst met bestanden (of map­pen) in de geselecteerde map weer te geven.
Als er een map is geselecteerd, houdt u de
knop ingedrukt om een song in de geselec­teerde map af te spelen.
# U kunt het bestand ook afspelen door MULTI-CONTROL naar rechts te duwen. # U kunt een song in de geselecteerde map ook afspelen door MULTI-CONTROL naar rechts te duwen en ingedrukt te houden. # Duw MULTI-CONTROL naar links om terug te keren naar de vorige lijst (de map die een niveau hoger ligt). # Druk op BAND/ESC/CANCEL of terug te keren naar het normale display. # Als de lijst niet binnen ongeveer 30 seconden wordt gebruikt, keert het display automatisch terug naar het normale display.
/LIST om
Geavanceerde bediening
1 Druk op MULTI-CONTROL om het hoofdmenu weer te geven.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me­nuoptie FUNCTION.
Draai aan de knop om een andere menuoptie te selecteren. Druk erop om uw keuze te be­vestigen. Het functiemenu wordt weergegeven.
sound retriever)Title input (disctitel invoe­ren)
Opmerkingen
! Druk op BAND/ESC/CANCEL om terug te
keren naar het gewone display.
! Als u een functie (behalve Title input) niet
binnen ongeveer 30 seconden gebruikt, keert het display automatisch terug naar de gewone weergave.
! Als er een disc met gecomprimeerde audio of
een cd-text-disc wordt afgespeeld, kunt u het invoerscherm voor disctitels niet activeren.
Een herhaalbereik selecteren
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op deze bladzijde.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL in het functiemenu Repeat.
3 Druk op MULTI-CONTROL en selecteer de gewenste instelling.
! Disc – Alle fragmenten herhalen ! Track – Het huidige fragment herhalen ! Folder – De huidige map herhalen
# Als u tijdens herhaalde weergave een andere
map kiest, wordt het bereik voor herhaalde weer­gave gewijzigd in disc herhalen. # Als u tijdens Track (fragmenten herhalen) naar fragmenten zoekt of vooruit of achteruit spoelt, wordt het herhaalbereik gewijzigd in disc/ map herhalen. # Als u Folder (map herhalen) hebt geselec- teerd, kunt u geen submap van die map af­spelen.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de func­tie te selecteren. Repeat (herhaalde weergave)Random (wil- lekeurige weergave)—Scan (scanweergave) Pause (pauze)S. Retriever (geavanceerde
22
Nl
Page 23
Ingebouwde cd-speler
Hoofdstuk
05
Fragmenten in willekeurige volgorde afspelen
Fragmenten in een geselecteerd herhaalbereik worden in willekeurige volgorde afgespeeld.
% Druk op keurige weergave in te schakelen.
De fragmenten worden in willekeurige volg­orde afgespeeld.
# Druk nogmaals op /iPod om de willekeu- rige weergave uit te schakelen.
Opmerking
U kunt deze functie ook in- en uitschakelen via het menu dat verschijnt als u MULTI-CONTROL gebruikt.
/iPod om de functie Wille-
Mappen en fragmenten scannen
De functie Scanweergave zoekt naar een frag­ment binnen het geselecteerde herhaalbereik.
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op de vo­rige bladzijde.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL in het functiemenu Scan.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de scan­weergave in te schakelen.
De eerste 10 seconden van elk fragment wor­den afgespeeld.
4 Als u het gewenste fragment hebt ge­vonden, drukt u op MULTI-CONTROL om de scanweergave uit te schakelen.
# Als het display automatisch is teruggekeerd naar het weergavedisplay, moet u Scan opnieuw selecteren met MULTI-CONTROL. # Als het scannen van de disc (map) is voltooid, wordt de normale weergave van de fragmenten hervat.
Het afspelen onderbreken
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op de vo­rige bladzijde.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL in het functiemenu Pause.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de pauze­functie in te schakelen.
Het afspelen van het huidige fragment wordt onderbroken.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL als u de pauzefunctie wilt uitschakelen.
De geavanceerde sound retriever
De geavanceerde sound retriever verbetert au­tomatisch de weergavekwaliteit van gecompri­meerde audio en zorgt voor een vol geluid.
% Druk zo vaak als nodig op S.Rtrv om de gewenste instelling te selecteren. OFF (uit)12
# 2 heeft meer effect dan 1.
Opmerking
U kunt dit ook doen in het menu dat verschijnt als u MULTI-CONTROL gebruikt.
Disctitels invoeren
U kunt de invoerfunctie voor disctitels gebrui­ken om maximaal 48 cd-titels in het toestel op te slaan. Een titel kan maximaal 10 tekens lang zijn.
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op de vo­rige bladzijde.
2 Speel de cd af waarvoor u een titel wilt invoeren.
Ingebouwde cd-speler
23
Nl
Page 24
Hoofdstuk
05
Ingebouwde cd-speler
3 Selecteer met MULTI-CONTROL in het functiemenu Title input.
4 Druk op DISP/SCRL en selecteer het ge­wenste tekentype.
Druk herhaaldelijk op DISP/SCRL om te scha­kelen tussen de volgende tekentypen: Alfabet (hoofdletters), cijfers en symbolenAl­fabet (kleine letters)Europese letters, zoals letters met accenten (bijv. á, à, ä, ç)Cijfers en symbolen
5 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag en selecteer een letter uit het alfabet.
6 Duw MULTI-CONTROL naar links of rechts om de cursor naar de vorige of vol­gende tekenpositie te verplaatsen.
7 Verplaats de cursor naar de laatste te­kenpositie door MULTI-CONTROL naar rechts te duwen nadat u de titel hebt inge­voerd.
Als u MULTI-CONTROL nogmaals naar rechts duwt, wordt de ingevoerde titel opgeslagen in het geheugen.
8 Druk op BAND/ESC/CANCEL om terug te keren naar het weergavedisplay.
Opmerkingen
! Disctitels blijven in het geheugen bewaard,
zelfs als de disc uit het toestel wordt verwij­derd. Als de disc weer in het toestel wordt ge­plaatst, wordt de bijbehorende titel opgeroepen.
! Nadat er gegevens voor 48 discs in het geheu-
gen zijn opgeslagen, worden de gegevens van de oudste disc overschreven door de nieuwe disc.
! Als u een multi-cd-speler aansluit, kunt u dis-
ctitels voor maximaal 100 discs opslaan.
! Als u een multi-cd-speler aansluit die de dis-
ctitelfunctie niet ondersteunt, kunt u geen dis­ctitels in dit toestel invoeren.
24
Nl
Page 25
Songs op een USB-opslagapparaat afspelen
Hoofdstuk
06
Raadpleeg Technische gegevens op bladzijde 74 voor meer informatie over ondersteunde appara­ten.
Basisbediening
% Een map selecteren
Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag.
% Vooruit of achteruit spoelen
Houd MULTI-CONTROL naar links of naar rechts ingedrukt.
% Een fragment selecteren
Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts.
% Terugkeren naar de hoofdmap
Houd BAND/ESC/CANCEL ingedrukt.
Opmerkingen
! Afhankelijk van het aangesloten USB-opslag-
apparaat kan het voorkomen dat dit toestel niet optimaal functioneert.
! Als de map 01 (ROOT) geen bestanden bevat,
begint het afspelen bij map 02.
! Als u een draagbare USB-audiospeler met
batterijoplaadfunctie op dit toestel aansluit en de contactschakelaar in de accessoirestand (ACC) staat of aan staat, wordt de batterij op­geladen.
! U kunt op elk moment het USB-opslagappa-
raat ontkoppelen als u niet langer naar de mu­ziek wilt luisteren.
! Ontkoppel het USB-opslagapparaat als u het
niet gebruikt.
De tekstinformatie bij een audiobestand weergeven
De bediening is gelijk aan die van de inge­bouwde cd-speler. Raadpleeg De tekstinformatie van de disc weer- geven op bladzijde 20.
Geavanceerde bediening
1 Druk op MULTI-CONTROL om het hoofdmenu weer te geven.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me­nuoptie FUNCTION.
Draai aan de knop om een andere menuoptie te selecteren. Druk erop om uw keuze te be­vestigen. Het functiemenu wordt weergegeven.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de func­tie te selecteren. Repeat (herhaalde weergave)Random (wil- lekeurige weergave)—Scan (scanweergave) Pause (pauze)S. Retriever (geavanceerde
sound retriever)
Functies en bediening
De bediening van de functies Repeat, Random, Scan, Pause en S. Retriever is in
principe gelijk aan de bediening van deze functies op de ingebouwde cd-speler.
Songs op een USB-opslagapparaat afspelen
Bestanden uit de lijst met bestandsnamen selecteren
De bediening is gelijk aan die van de inge­bouwde cd-speler. (Raadpleeg Bestanden uit de lijst met bestandsnamen selecteren op blad­zijde 21.)
25
Nl
Page 26
Hoofdstuk
06
Songs op een USB-opslagapparaat afspelen
Functienaam Gebruik
Raadpleeg Een herhaalbereik selecte­ren op bladzijde 22.
De herhaalbereiken die u kunt selec­teren zijn echter verschillend van de ingebouwde cd-speler. De herhaalbe-
Repeat
Random
Scan
Pause
S. Retriever
reiken van de draagbare USB-audio­speler/het USB-geheugen zijn: ! Tra c k – Alleen het huidige be-
stand herhalen
! Folder – De huidige map herha-
len
! All – Alle bestanden herhalen
Raadpleeg Fragmenten in willekeu- rige volgorde afspelen op bladzijde
23.
Raadpleeg Mappen en fragmenten scannen op bladzijde 23.
Raadpleeg Het afspelen onderbreken op bladzijde 23.
Raadpleeg De geavanceerde sound retriever op bladzijde 23.
Opmerkingen
! Druk op BAND/ESC/CANCEL om terug te
keren naar het gewone display.
! Als u tijdens de herhaalde weergave een an-
dere map kiest, wordt het herhaalbereik gewij­zigd in All.
! Als u tijdens Track een fragment zoekt of voor-
uit- of achteruitspoelt, wordt het bereik voor herhaalde weergave gewijzigd in Folder.
! Als Folder is geselecteerd, kunt u geen sub-
map van die map afspelen.
! Wanneer het scannen van bestanden of map-
pen is voltooid, wordt de normale weergave van de bestanden hervat.
26
Nl
Page 27
Muziek op de iPod afspelen
Hoofdstuk
07
Raadpleeg Compatibiliteit met iPod op bladzijde 71 voor meer informatie over ondersteunde iPods.
Basisbediening
% Vooruit of achteruit spoelen
Houd MULTI-CONTROL naar links of naar rechts ingedrukt.
% Een fragment selecteren (hoofdstuk)
Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts.
Opmerkingen
! Voor gebruik met een iPod is voor de iPod een
dock-connector-naar-USB-verbindingskabel (CD-IU50) vereist.
! Lees de voorzorgsmaatregelen voor het ge-
bruik van de iPod in het volgende gedeelte. Raadpleeg bladzijde 71.
! Als er een foutmelding wordt weergegeven,
raadpleeg dan Foutmeldingen op bladzijde 67.
! Als het contact in de accessoirestand (ACC)
staat of aan staat, wordt de batterij van de iPod opgeladen als de iPod op dit toestel is aangesloten.
! Als de iPod op dit toestel is aangesloten, kunt
u de iPod zelf niet aan- of uitzetten.
! Verwijder de koptelefoon van de iPod voordat
u de dock connector van dit toestel op de iPod aansluit.
! De iPod wordt ongeveer twee minuten nadat
de contactschakelaar op OFF is gezet, uitge­schakeld.
Naar een song bladeren
Songs op categorie zoeken
Om het gebruik van dit toestel en het zoeken naar songs te vereenvoudigen, is ernaar ge­streefd de bediening via dit toestel zoveel mo­gelijk op de bediening via de iPod te laten lijken.
! Bij het weergeven van lijsten kan er enige
vertraging optreden, afhankelijk van het aantal bestanden op de iPod.
! Tekens op de iPod die niet compatibel zijn
met dit toestel worden niet weergegeven.
1 Druk op
/LIST.
2 Selecteer een categorie met MULTI-CONTROL.
Draai aan de knop om een andere categorie te kiezen. Druk op de knop om deze te selecte­ren.
Playlists (speellijsten)/Artists (artiesten) Artists (artiesten)/Albums (albums)Albums (albums)/Songs (songs)—Songs (songs)/ Podcasts (podcasts)Podcasts (podcasts)/ Genres (genres)Genres (genres)/ Composers (componisten)Composers (componisten)/Audiobooks (audioboeken) Audiobooks (audioboeken)/Playlists (speel-
lijsten) De lijst voor de geselecteerde categorie wordt weergegeven.
# U kunt de gewenste categorie afspelen door MULTI-CONTROL ingedrukt te houden. U kunt dit ook doen door MULTI-CONTROL naar rechts te duwen en ingedrukt te houden. # U kunt een andere categorie ook kiezen door MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen. # U kunt de categorie ook selecteren door MULTI-CONTROL naar rechts te duwen. # Duw MULTI-CONTROL naar links om terug te keren naar de vorige categorie.
3 Herhaal stap 2 om de song te zoeken die u wilt afspelen.
# Houd MULTI-CONTROL ingeduwd om naar de hoogste categorie te gaan. # Als de lijst niet binnen ongeveer 30 seconden wordt gebruikt, keert het display automatisch terug naar het normale display.
Songs op letter zoeken
1 Druk op /LIST.
Muziek op de iPod afspelen
27
Nl
Page 28
Hoofdstuk
07
Muziek op de iPod afspelen
2 Selecteer een categorie met MULTI-CONTROL.
Draai aan de knop om een andere categorie te kiezen. Druk op de knop om deze te selecte­ren.
3 Druk op
/LIST om over te schakelen
naar de alfabetische zoekfunctie.
4 Selecteer een letter uit het alfabet door aan MULTI-CONTROL te draaien.
5 Druk op MULTI-CONTROL om de lijst weer te geven. Tijdens het zoeken knippert Searching.
# Als er geen zoekresultaat is, wordt
NOT FOUND weergegeven.
Tekstinformatie op de iPod weergeven
% Druk op DISP/SCRL om de gewenste tekstinformatie te selecteren.
Signaalbron/weergavetijdnaam artiest/song­titelnaam artiest/albumtitelalbumtitel/ songtitelsongtitel/weergavetijd
Opmerkingen
! Tekens op de iPod die niet compatibel zijn met
dit toestel worden niet weergegeven.
! Door DISP/SCRL ingedrukt te houden, kunt u
de tekstinformatie naar links laten schuiven.
! Als Ever Scroll bij de begininstellingen op ON
is ingesteld, blijft de tekstinformatie continu door het display schuiven. Raadpleeg Ever Scroll inschakelen op bladzijde 55.
Geavanceerde bediening
1 Druk op MULTI-CONTROL om het hoofdmenu weer te geven.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me­nuoptie FUNCTION.
Draai aan de knop om een andere menuoptie te selecteren. Druk erop om uw keuze te be­vestigen. Het functiemenu wordt weergegeven.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de func­tie te selecteren. Repeat (herhaalde weergave)Shuffle (shuf-
fle)Shuffle all (shuffle all)L.Play (gekop­peld afspelen)Control (bedieningsmodus) Pause (pauze)Audiobook (audioboek- snelheid)S. Retriever (geavanceerde sound retriever)
Functies en bediening
De bediening van de functies Repeat, Pause en S. Retriever is in principe gelijk aan de be­diening van deze functies op de ingebouwde cd-speler.
Functienaam Gebruik
Raadpleeg Een herhaalbereik selecte­ren op bladzijde 22.
De herhaalbereiken die u kunt selec­teren zijn echter verschillend van de
Repeat
Pause
S. Retriever
Opmerkingen
! Druk op BAND/ESC/CANCEL om terug te
keren naar het gewone display.
! Als een functie niet binnen ongeveer 30 se-
conden wordt gebruikt, keert het display auto­matisch terug naar het gewone display.
! Als Control is ingesteld op iPod, kunnen al-
leen Control, Pause en S. Retriever bediend worden.
ingebouwde cd-speler. De herhaalbe­reiken van de iPod zijn:
! One De huidige song herhalen ! All Alle songs in de geselec-
teerde lijst herhalen
Raadpleeg Het afspelen onderbreken op bladzijde 23.
Raadpleeg De geavanceerde sound retriever op bladzijde 23.
28
Nl
Page 29
Muziek op de iPod afspelen
Hoofdstuk
07
Songs in willekeurige volgorde afspelen (shuffle)
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op de vo­rige bladzijde.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL in het functiemenu Shuffle.
3 Druk op MULTI-CONTROL en selecteer de gewenste instelling.
! Songs – De songs in de geselecteerde lijst
in willekeurige volgorde afspelen.
! Albums – De songs van een willekeurig
album op volgorde afspelen.
! OFF – Het afspelen in willekeurige volgorde
annuleren.
Alle songs in willekeurige volgorde afspelen (shuffle all)
% Druk op /iPod om de functie Shuffle all in te schakelen.
Alle songs op de iPod worden in willekeurige volgorde afgespeeld.
# Om de functie Shuffle all uit te schakelen, zet u Shuffle in het menu FUNCTION uit.
! Bij het weergeven van lijsten kan er enige
vertraging optreden, afhankelijk van het aantal bestanden op de iPod.
1 Houd gekoppelde weergavemodus over te scha­kelen.
2 Selecteer de gewenste modus met MULTI-CONTROL.
Duw MULTI-CONTROL naar links of rechts om een andere stand te kiezen. Druk erop om deze te selecteren.
! Artists – Album van de huidige artiest af-
spelen.
! Albums – Songs van het huidige album af-
spelen.
! Genres – Albums van het huidige genre af-
spelen.
Terwijl in de lijst gezocht wordt, knippert Searching. Vervolgens wordt het afspelen ge­start.
# Als er geen verwante albums of songs worden gevonden, wordt NOT FOUND weergegeven.
Opmerking
U kunt deze functie ook inschakelen in het menu dat verschijnt als u MULTI-CONTROL gebruikt.
/LIST ingedrukt om naar de
Muziek op de iPod afspelen
Opmerking
U kunt deze functie ook inschakelen in het menu dat verschijnt als u MULTI-CONTROL gebruikt.
Songs afspelen die verwant zijn met de huidige song
Met deze functie kunt u songs afspelen die verwant zijn met de song die nu wordt afge­speeld. De volgende lijsten zijn daarbij be­schikbaar.
Lijst van albums van de huidige artiestLijst van songs op het huidige albumLijst van albums van het huidige genre
De iPod-functie van dit toestel via de iPod bedienen
Deze functie k an niet worden gebruikt met de volgende modellen iPod.
iPod nano eerste generatieiPod vijfde generatie
Deze functie werkt mogelijk niet goed met an­dere iPod-modellen.
De iPod-functie van dit toestel kan via de iPod bediend worden. Het geluid wordt daarbij via de luidsprekers van het voertuig weergegeven terwijl u voor de bediening de iPod gebruikt. ! Als deze functie is ingeschakeld, wordt de
iPod niet uitgeschakeld als de contactscha­kelaar wordt uitgezet. U schakelt de iPod dan uit door deze zelf uit te schakelen.
Nl
29
Page 30
Hoofdstuk
07
Muziek op de iPod afspelen
1 Houd /iPod ingedrukt om de bedie­ningsmodus te wijzigen.
Elke keer als u
/iPod ingedrukt houdt,
wordt de bedieningsmodus als volgt gewij­zigd:
! iPod – De iPod-functie van dit toestel kan
via de aangesloten iPod bediend worden.
! AUDIO – De iPod-functie van dit toestel kan
via dit toestel bediend worden.
2 Als u iPod selecteert, bedient u de aan­gesloten iPod om een song te selecteren en af te spelen.
# Als u de bedieningsmodus overschakelt op
iPod, wordt het afspelen van songs onderbroken. Bedien de iPod om de weergave te hervatten. # Ook als de bedieningsmodus is ingesteld op iPod, kunnen de volgende functies vanaf dit toe­stel bediend worden.
! Volume ! Vooruit en achteruit spoelen ! Naar volgende of vorige fragment gaan ! Pauze ! De weergave van tekstinformatie wijzigen
Opmerkingen
! U kunt deze functie ook in- en uitschakelen
via het menu dat verschijnt als u MULTI-CONTROL gebruikt.
! Als de bedieningsmodus op iPod staat, gel-
den de volgende beperkingen: Alleen de functies Control (bedieningsmo-
dus), Pause (pauze) en S. Retriever (ge­avanceerde sound retriever) kunnen geselecteerd worden.
Het volume kan alleen vanaf dit toestel
worden ingesteld.
! Wanneer u deze functie inschakelt, wordt de
weergave van songs tijdelijk onderbroken. Be­dien de iPod om de weergave te beginnen.
De weergavesnelheid van een audioboek wijzigen
U kunt de weergavesnelheid van audioboeken op de iPod wijzigen.
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op blad­zijde 28.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL in het functiemenu Audiobook.
3 Druk op MULTI-CONTROL en selecteer de gewenste instelling.
! Faster – Weergave is sneller dan normaal ! Normal – Weergave met normale snelheid ! Slower – Weergave is langzamer dan
normaal
30
Nl
Page 31
Gebruik maken van draadloze Bluetooth-technologie
Hoofdstuk
08
Verbinding maken met een Bluetooth-apparaat
Om een Bluetooth-audiospeler of Bluetooth-te­lefoon te gebruiken, moet u deze eerst met dit toestel verbinden. Hieronder vindt u hoe u dat doet.
Als het de eerste keer is dat u een Bluetooth-apparaat met dit toestel gebruikt, leest u het volgende gedeelte:
! Pairen uitvoeren vanaf een Bluetooth-appa-
raat op de volgende bladzijde
! Pairen uitvoeren vanaf dit toestel op de vol-
gende bladzijde
Als uw Bluetooth-apparaat reeds is gepaird, leest u het volgende gedeelte:
! Verbinding maken met een gepaird Blue-
tooth-apparaat en een profiel selecteren op
bladzijde 34
Als de verbinding van uw Bluetooth­apparaat met dit toestel moet worden verbroken, leest u het volgende gedeelte:
! Verbinding met een Bluetooth-apparaat ver-
breken op bladzijde 33
Indien nodig beschikt u ook nog over de volgende handige functies:
! Een gepaird Bluetooth-apparaat verwijderen
op bladzijde 33
! Verbinding maken met een gepaird Blue-
tooth-apparaat en een profiel selecteren op
bladzijde 34
! Automatisch een verbinding maken met een
Bluetooth-apparaat op bladzijde 34
! De systeemversie opvragen in geval van re-
paratie op bladzijde 34
! Het Bluetooth-apparaatadres weergeven op
bladzijde 35
! De apparaatnaam wijzigen op bladzijde 35 ! De pincode invoeren voor Bluetooth draad-
loze verbinding op bladzijde 35
Opmerking
Van sommige Bluetooth-apparaten moet u eerst de pincode invoeren in dit toestel voordat u het Bluetooth-apparaat kunt gebruiken. De pincode van het Bluetooth-apparaat vindt u op het appa­raat zelf of in de bijgeleverde documentatie. Raadpleeg De pincode invoeren voor Bluetooth draadloze verbinding op bladzijde 35.
Bluetooth-verbinding
1 Selecteer BT AUDIO of TELEPHONE als signaalbron.
Druk op SRC/OFF om BT AUDIO te selecteren. Houd PHONE/
TELEPHONE te selecteren.
2 Druk op MULTI-CONTROL om het hoofdmenu weer te geven.
3 Selecteer met MULTI-CONTROL de me­nuoptie CONNECTION.
Draai aan de knop om een andere menuoptie te selecteren. Druk erop om uw keuze te be­vestigen. Het verbindingsmenu wordt weergegeven.
4 Draai aan MULTI-CONTROL om de func­tie te selecteren. Open device (verbinding met het apparaat openen)—Search device (apparaat zoeken) DisconnectDevice (apparaat ontkoppelen) Delete device (apparaat verwijderen) Paired device (profiel instellen) Auto connect (automatische verbinding in-
stellen)BT Version INFO (versie-informatie)Device INFO (apparaatinformatie)
Device edit (apparaatnaam bewerken) Pin code input (pincode invoeren)
Opmerkingen
! Wanneer er geen Bluetooth-apparaat met het
toestel is verbonden, is de functie DisconnectDevice niet beschikbaar.
/BT MENU ingedrukt om
Gebruik maken van draadloze Bluetooth-technologie
31
Nl
Page 32
Hoofdstuk
08
Gebruik maken van draadloze Bluetooth-technologie
! Wanneer er nog geen Bluetooth-apparaat met
het toestel is gepaird, zijn de functies Delete device en Paired device niet beschik­baar.
! Druk op BAND/ESC/CANCEL om terug te
keren naar het gewone display.
! Als u een functie niet gebruikt binnen onge-
veer 30 seconden, keert het display automa­tisch terug naar de gewone weergave. Dit geldt niet voor Open device, Search device,
DisconnectDevice, Device edit en Pin code input.
! Als u de functie Open device of
Search device niet gebruikt binnen 30 secon-
den nadat u een Bluetooth-apparaat hebt ge­paird, keert het display automatisch terug naar de gewone weergave. Als het toestel niet wordt gebruikt binnen on­geveer 30 seconden nadat Disconnected wordt weergegeven, keert het display automa­tisch terug naar het gewone display.
Pairen uitvoeren vanaf een Bluetooth-apparaat
1 Geef het verbindingsmenu weer.
Raadpleeg Bluetooth-verbinding op de vorige bladzijde.
2 Draai aan MULTI-CONTROL en selecteer Open device.
# Als de verbinding al in het toestel geregi­streerd is, kunt u het Bluetooth-apparaat in Paired device selecteren. Raadpleeg Verbinding maken met een gepaird Bluetooth-apparaat en een profiel selecteren op bladzijde 34.
3 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag en selecteer het speciale apparaat.
# Bluetooth-apparaten die extra handelingen vereisen om de verbinding te maken, worden spe­ciale apparaten genoemd. Als uw apparaat hier vermeld wordt, selecteert u het.
4 Druk op MULTI-CONTROL om de verbin­ding te openen. Ready wordt weergegeven.
Het toestel is nu gereed om verbinding te maken met een Bluetooth-apparaat.
# Als er al vijf apparaten gepaird zijn, wordt MEMORY FULL weergegeven en kunt u het nieu­we apparaat niet pairen. Verwijder in dat geval eerst een van de andere, gepairde apparaten. Raadpleeg Een gepaird Bluetooth-apparaat verwij- deren op de volgende bladzijde. # Duw MULTI-CONTROL naar links of rechts om de apparaatnaam, het Bluetooth-apparaata­dres en de pincode van het toestel weer te geven.
5 Maak de verbinding vanaf het Blue­tooth-apparaat.
Hoe de verbinding precies wordt gemaakt, hangt af van het Bluetooth-apparaat. Raad­pleeg hiervoor de handleiding van uw Blue­tooth-apparaat. Als de verbinding is gemaakt, wordt Paired weergegeven.
# Als de verbinding mislukt, wordt ERROR weer- gegeven. Probeer het in dat geval opnieuw. # De standaardinstelling van de pincode is
0000. U kunt deze code wijzigen in de beginin­stellingen. Raadpleeg De pincode invoeren voor Bluetooth draadloze verbinding op bladzijde 35.
Pairen uitvoeren vanaf dit toestel
1 Geef het verbindingsmenu weer.
Raadpleeg Bluetooth-verbinding op de vorige bladzijde.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me­nuoptie Search device.
3 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag en selecteer een apparaat.
4 Druk op MULTI-CONTROL om het zoe­ken te starten.
Tijdens het zoeken knippert Searching. Als er Bluetooth-apparaten worden gevonden, wordt hun naam en Bluetooth-apparaatadres (als de naam niet bekend is) weergegeven.
32
Nl
Page 33
Gebruik maken van draadloze Bluetooth-technologie
Hoofdstuk
08
# Om het zoeken te annuleren, drukt u nog­maals op MULTI-CONTROL. # Als er al vijf apparaten gepaird zijn, wordt MEMORY FULL weergegeven en kunt u het nieu­we apparaat niet pairen. Verwijder in dat geval eerst een van de andere, gepairde apparaten. Raadpleeg Een gepaird Bluetooth-apparaat verwij- deren op deze bladzijde. # Wanneer geen apparaat wordt gevonden, wordt Not found weergegeven. Controleer in dat geval de status van het Bluetooth-apparaat en zoek opnieuw.
5 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag om de naam te selecteren van het ap­paraat waarmee u verbinding wilt maken.
# Indien slechts één apparaat werd gevonden, is deze stap niet beschikbaar. # Duw MULTI-CONTROL naar links of rechts om het Bluetooth-adres en de naam van het ap­paraat weer te geven.
6 Druk op MULTI-CONTROL om de verbin­ding tot stand te brengen.
Tijdens de verbindingsopbouw knippert
Pairing. Als de verbinding is gemaakt, wordt Paired weergegeven.
# Als de verbinding mislukt, wordt ERROR weer- gegeven. Probeer het in dat geval opnieuw. # De standaardinstelling van de pincode is
0000. U kunt deze code wijzigen in de beginin­stellingen. Raadpleeg De pincode invoeren voor Bluetooth draadloze verbinding op bladzijde 35.
Verbinding met een Bluetooth­apparaat verbreken
Deze functie kan alleen worden gebruikt als er een Bluetooth-verbinding bestaat.
1 Geef het verbindingsmenu weer.
Raadpleeg Bluetooth-verbinding op bladzijde
31.
3 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag en selecteer een apparaat.
# Indien slechts één apparaat werd gevonden, is deze stap niet beschikbaar.
4 Druk op MULTI-CONTROL om de Blue­tooth-verbinding te verbreken.
Terwijl de verbinding wordt verbroken, knippert Disconnecting. Zodra de verbinding is verbro­ken, verschijnt Disconnected.
# Indien u van meerdere Bluetooth-apparaten de verbinding met dit toestel wilt verbreken, drukt uopMULTI-CONTROL om een apparaat te selec- teren, en herhaalt u voor elk apparaat de hande­ling vanaf stap 3.
Een gepaird Bluetooth­apparaat verwijderen
1 Geef het verbindingsmenu weer.
Raadpleeg Bluetooth-verbinding op bladzijde
31.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me­nuoptie Delete device.
3 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag en selecteer een apparaat.
# Indien slechts één apparaat werd gevonden, is deze stap niet beschikbaar. # Duw MULTI-CONTROL naar links om het Bluetooth-apparaatadres weer te geven. # Als de apparaatnaam niet kan worden vastge­steld, wordt het Bluetooth-apparaatadres weerge­geven.
4 Als de apparaatnaam wordt weergege­ven, duwt u MULTI-CONTROL naar rechts om Delete YES weer te geven.
Het toestel is nu gereed om de verwijdering uit te voeren.
# Als u het apparaat niet wilt verwijderen, duwt u MULTI-CONTROL naar links.
Gebruik maken van draadloze Bluetooth-technologie
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me­nuoptie DisconnectDevice.
33
Nl
Page 34
Hoofdstuk
08
Gebruik maken van draadloze Bluetooth-technologie
5 Druk op MULTI-CONTROL om het appa­raat te verwijderen.
Tijdens het verwijderen knippert Deleting. Als het toestel is verwijderd, wordt Deleted weer­gegeven.
Verbinding maken met een gepaird Bluetooth-apparaat en een profiel selecteren
U kunt het Bluetooth-profiel van het gepairde apparaat selecteren. Beschikbaar zijn PHONE,
AVRCP en A2DP.
1 Geef het verbindingsmenu weer.
Raadpleeg Bluetooth-verbinding op bladzijde
31.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me­nuoptie Paired device.
3 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag en selecteer een apparaat.
# Indien slechts één apparaat werd gevonden, is deze stap niet beschikbaar. # Duw MULTI-CONTROL naar links of rechts om over te schakelen tussen het Bluetooth-adres en de naam van het apparaat. # Als de apparaatnaam niet kan worden vastge­steld, wordt het Bluetooth-apparaatadres weerge­geven.
Automatisch een verbinding maken met een Bluetooth­apparaat
U kunt automatisch verbinding laten maken tussen uw Bluetooth-apparaat en dit toestel. Als deze functie is ingeschakeld, wordt auto­matisch verbinding gemaakt tussen uw Blue­tooth-apparaat en dit toestel zodra de twee apparaten enkele meters of minder van elkaar zijn verwijderd. ! Standaard is deze functie ingeschakeld.
1 Geef het verbindingsmenu weer.
Raadpleeg Bluetooth-verbinding op bladzijde
31.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me­nuoptie Auto connect.
3 Druk op MULTI-CONTROL om automa­tisch verbinding maken in te schakelen.
Als het Bluetooth-apparaat gereed is voor de Bluetooth draadloze verbinding, wordt de ver­binding met dit toestel automatisch tot stand gebracht.
# Als u een Bluetooth-audiospeler in het A2DP­profiel gebruikt, kan de Bluetooth-telefoon niet automatisch worden aangesloten. # Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om de functie Automatisch verbinden uit te schakelen.
4 Druk op MULTI-CONTROL om het selec­tiescherm voor profielen weer te geven.
5 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag en selecteer het profiel. PHONEAVRCPA2DP
# Naast het gekozen profiel verschijnt *”. # Incompatibele profielen kunnen niet geselec-
teerd worden.
6 Druk op MULTI-CONTROL om het geko­zen profiel in of uit te schakelen.
34
Nl
De systeemversie opvragen in geval van reparatie
Als dit product niet naar behoren functioneert en u uw leverancier raadpleegt voor reparatie­werkzaamheden, kan deze vragen naar de sys­teemversie van dit toestel en van de Bluetooth­module. U kunt deze versies opvragen en note­ren.
1 Geef het verbindingsmenu weer.
Raadpleeg Bluetooth-verbinding op bladzijde
31.
Page 35
Gebruik maken van draadloze Bluetooth-technologie
Hoofdstuk
08
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me­nuoptie BT Version INFO.
De versie van het systeem (de microprocessor) van dit toestel wordt weergegeven.
3 Duw MULTI-CONTROL naar links om naar de versie van de Bluetooth-module van dit toestel te schakelen.
# Duw MULTI-CONTROL naar rechts om terug te keren naar de systeemversie van dit toestel.
Het Bluetooth-apparaatadres weergeven
Dit toestel kan het eigen Bluetooth-apparaata­dres weergeven.
1 Geef het verbindingsmenu weer.
Raadpleeg Bluetooth-verbinding op bladzijde
31.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL in het functiemenu Device INFO.
3 Duw MULTI-CONTROL naar links om naar het Bluetooth-apparaatadres om te schakelen.
De hexadecimale tekenreeks van 12 cijfers wordt weergegeven.
# Duw MULTI-CONTROL naar rechts om terug te keren naar de naam van het apparaat.
De apparaatnaam wijzigen
U kunt de naam van het apparaat wijzigen. De naam van het apparaat is standaard inge­steld op DEH-P7100BT.
1 Geef het verbindingsmenu weer.
Raadpleeg Bluetooth-verbinding op bladzijde
31.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me­nuoptie Device edit.
3 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag en selecteer een letter uit het alfabet.
# De apparaatnaam kan maximaal 32 tekens lang zijn.
4 Duw MULTI-CONTROL naar links of rechts om de cursor naar de vorige of vol­gende tekenpositie te verplaatsen.
5 Als u de naam van het apparaat hebt gewijzigd, drukt u op MULTI-CONTROL om deze in dit toestel op te slaan.
De pincode invoeren voor Bluetooth draadloze verbinding
Als u een Bluetooth-apparaat via Bluetooth met dit toestel wilt verbinden, moet u eerst de pincode op het apparaat invoeren om de ver­binding te bevestigen. De standaardcode is 0000 maar u kunt die via deze functie wijzi­gen. ! Op sommige Bluetooth-apparaten hoeft u
de pincode niet in te voeren.
1 Geef het verbindingsmenu weer.
Raadpleeg Bluetooth-verbinding op bladzijde
31.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me­nuoptie Pin code input.
3 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag om een nummer te selecteren.
4 Duw MULTI-CONTROL naar links of rechts om de cursor naar de vorige of vol­gende positie te verplaatsen.
5 Nadat u de pincode (max. 16 cijfers) hebt ingevoerd, drukt u op MULTI-CONTROL om deze in dit toestel op te slaan.
# Als u MULTI-CONTROL naar rechts duwt ter- wijl het bevestigingsscherm wordt weergegeven, keert u terug naar het invoerscherm van de pin­code en kunt u deze wijzigen. # Als u een ongeldig teken hebt ingevoerd, wor­den de daarop volgende tekens niet weergege­ven. # Als u een ongeldig teken hebt ingevoerd, kan de pincode niet in het geheugen worden opge­slagen.
Gebruik maken van draadloze Bluetooth-technologie
35
Nl
Page 36
Hoofdstuk
08
Gebruik maken van draadloze Bluetooth-technologie
Bluetooth-audio
Belangrijk
! Afhankelijk van de aangesloten Bluetooth-au-
diospeler is de bediening met dit toestel be­perkt tot de volgende twee niveaus: A2DP-profiel (Advanced Audio Distribution
Profile): Hiermee kunt u muziek op de au­diospeler alleen afspelen.
AVRCP-profiel (Audio/Video Remote Con-
trol Profile): Hiermee kunt u muziek afspe­len, pauzeren, songs selecteren enz.
! Omdat er verschillende Bluetooth-audiospe-
lers verkrijgbaar zijn, is de bediening met dit toestel afhankelijk van het type audiospeler. Raadpleeg de handleiding van de Bluetooth­audiospeler en deze handleiding bij het bedie­nen van de audiospeler op dit toestel.
! Informatie over songs (bijvoorbeeld de verstre-
ken weergavetijd, de songtitel, de songindex, enz.) kan niet op dit toestel worden weergege­ven.
! Wanneer u via de Bluetooth-audiospeler naar
muziek luistert, vermijdt u het gebruik van de mobiele telefoon het best zo veel mogelijk. Het signaal van een mobiele telefoon kan de mu­ziekweergave verstoren.
! Wanneer u een mobiele telefoon gebruikt die
met Bluetooth draadloze technologie op dit toestel is aangesloten, wordt de weergave van songs op de Bluetooth-audiospeler die op dit toestel is aangesloten gedempt.
! Tijdens gebruik van de Bluetooth-audiospeler
kan er niet automatisch verbinding worden gemaakt met een Bluetooth-telefoon.
! Als u naar muziek op de Bluetooth-audiospe-
ler luistert en naar een andere signaalbron overschakelt, wordt het afspelen niet afgebro­ken.
Zelfs wanneer de audiospeler geen Bluetooth module heeft, kunt u die toch vanaf dit toestel bedienen via Bluetooth draadloze technologie met behulp van een Bluetooth adapter (los ver­krijgbaar).
Het toestel instellen voor Bluetooth-audio
Voordat u Bluetooth-audio kunt gebruiken, moet dit toestel worden ingesteld voor gebruik met een Bluetooth-audiospeler. U dient een Bluetooth draadloze verbinding tussen dit toe­stel en de audiospeler te maken en de audio­speler met dit toestel te pairen.
% Verbinding maken en pairen
Meer informatie over de Bluetooth-verbinding van een telefoon met dit toestel vindt u in het volgende gedeelte: Verbinding maken met een Bluetooth-apparaat op bladzijde 31.
Basisbediening
% Vooruit of achteruit spoelen
Houd MULTI-CONTROL naar links of naar rechts ingedrukt.
% Een fragment selecteren
Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts.
% Het afspelen beginnen
Druk op BAND/ESC/CANCEL.
Geavanceerde bediening
1 Druk op MULTI-CONTROL om het hoofdmenu weer te geven.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me­nuoptie FUNCTION.
Draai aan de knop om een andere menuoptie te selecteren. Druk erop om uw keuze te be­vestigen. Het functiemenu wordt weergegeven.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de func­tie te selecteren. Play (weergave)Stop (stop)Pause (pauze)
Opmerkingen
! Druk op BAND/ESC/CANCEL om terug te
keren naar het gewone display.
36
Nl
Page 37
Gebruik maken van draadloze Bluetooth-technologie
Hoofdstuk
08
! Als een functie niet binnen ongeveer 30 se-
conden wordt gebruikt, keert het display auto­matisch terug naar het gewone display.
Functies en bediening
De werking van Pause is zoals bij de inge­bouwde cd-speler.
Functienaam Gebruik
Pause
Raadpleeg Het afspelen onderbreken op bladzijde 23.
Muziek afspelen op een Bluetooth-audiospeler
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op de vo­rige bladzijde.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL in het functiemenu Play.
3 Druk op MULTI-CONTROL om het afspe­len te starten.
Het afspelen stoppen
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op de vo­rige bladzijde.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL in het functiemenu Stop.
3 Druk op MULTI-CONTROL om het afspe­len te stoppen.
Bluetooth-telefoon
Belangrijk
! Als u dit toestel gebruikt in combinatie met
een mobiele telefoon met Bluetooth draadloze technologie terwijl de motor niet draait, kan de accu leeg raken.
! Handelingen die uw aandacht vereisen zoals
het kiezen van nummers op het display, het gebruik van het telefoonboek, enz. zijn niet toegelaten tijdens het rijden. Als u dergelijke handelingen wilt uitvoeren, dient u het voer­tuig eerst veilig te parkeren.
! Afhankelijk van de aangesloten draagbare te-
lefoon kunnen de bedieningsmogelijkheden met dit toestel beperkt zijn.
Het toestel instellen voor handsfree telefoneren
Voordat u de functie voor handsfree telefone­ren kunt gebruiken, moet u op dit toestel een aantal voorbereidingen treffen. U dient een Bluetooth draadloze verbinding tussen dit toe­stel en de telefoon te maken, de telefoon met dit toestel te pairen, en het volumeniveau en de microfoonhoek goed af te stellen.
1 Verbinding maken en pairen
Meer informatie over de Bluetooth-verbinding van een telefoon met dit toestel vindt u in het volgende gedeelte: Verbinding maken met een Bluetooth-apparaat op bladzijde 31.
2 Volume instellen
Stel het volume van de mobiele telefoon naar wens in. Het volume dat u nu instelt wordt in dit toestel als standaardinstelling in het ge­heugen opgeslagen.
# Het gespreksvolume en het volume van het belsignaal zijn afhankelijk van het type mobiele telefoon dat u gebruikt. # Als het volume van het belsignaal en het ge­spreksvolume erg verschillen, kan het algemene volumeniveau onstabiel worden. # Controleer of het volume van de mobiele tele­foon op het gewenste niveau staat voordat u de telefoon van dit toestel loskoppelt. Als het volume van de mobiele telefoon is gedempt (op nul staat), blijft het gedempt zelfs nadat de telefoon is losgekoppeld.
Gebruik maken van draadloze Bluetooth-technologie
37
Nl
Page 38
Hoofdstuk
08
Gebruik maken van draadloze Bluetooth-technologie
3 De microfoonhoek aanpassen
De microfoon moet gericht staan op degene die telefoneert.
Een telefoongesprek voeren
Kies een telefoonnummer
De eenvoudigste manier is het handmatig in­voeren van het telefoonnummer. Raadpleeg Iemand opbellen door het telefoon- nummer in te voeren op bladzijde 42 voor meer informatie.
Een nummer uit het telefoonboek of de gespreksgeschiedenis bellen
Voor meer informatie raadpleegt u Een num­mer uit het telefoonboek bellen op de volgende bladzijde en Gekozen, gemiste en ontvangen gesprekken op bladzijde 40.
Spraakherkenning
Als uw mobiele telefoon is voorzien van spraakherkenningstechnologie, kunt u een nummer kiezen door middel van stemopdrach­ten. ! De bediening is afhankelijk van het type te-
lefoon. Raadpleeg de handleiding van de mobiele telefoon voor meer informatie.
Een telefoongesprek aannemen
Een inkomend gesprek beantwoorden of weigeren
% Een inkomend gesprek beantwoorden
Druk op MULTI-CONTROL als er een gesprek binnenkomt.
% Een telefoongesprek beëindigen
Druk op PHONE/
% Een inkomend gesprek weigeren
Druk op PHONE/ sprek binnenkomt.
Opmerking
De geschatte gespreksduur verschijnt op het dis­play (deze kan enigszins afwijken van de werkelij­ke gespreksduur).
Mogelijkheden voor een gesprek in de wachtstand
% Een gesprek in de wachtstand beant­woorden
Druk op MULTI-CONTROL als er een gesprek binnenkomt.
% Alle gesprekken beëindigen
Druk op PHONE/
/BT MENU.
/BT MENU als er een ge-
/BT MENU.
1 Houd BAND/ESC/CANCEL ingedrukt tot Voice dial op het display verschijnt.
Als Voice dial ON wordt weergegeven, is de functie Spraakherkenning beschikbaar.
# Als de mobiele telefoon spraakherkenning niet ondersteunt, verschijnt NO VOICE DIAL op het display en kunt u deze functie niet gebruiken.
2 Noem de naam van de gewenste con­tactpersoon.
38
Nl
% Schakelen tussen de bellers die in de wachtstand staan Druk op MULTI-CONTROL.
% Een gesprek in de wachtstand weige­ren Druk op PHONE/
Opmerkingen
! Om het gesprek te beëindigen, moeten zowel
u als de persoon waarmee u sprak de telefoon ophangen.
! In de stand-bymodus kunt u Phone book op-
roepen door MULTI-CONTROL omlaag te duwen.
/BT MENU.
Page 39
Gebruik maken van draadloze Bluetooth-technologie
Hoofdstuk
08
! In de stand-bymodus kunt u Missed calls op-
roepen door MULTI-CONTROL omhoog te duwen.
! In de stand-bymodus kunt u Dialed calls op-
roepen door MULTI-CONTROL naar rechts te duwen.
! In de stand-bymodus kunt u Received calls
oproepen door MULTI-CONTROL naar links te duwen.
De telefoonlijst
Belangrijk
! Voordat u deze lijst gebruikt, moet u het voer-
tuig veilig parkeren en op de handrem zetten.
! U kunt de lijst vanuit alle bronnen oproepen
maar de manier waarop verschilt naargelang de bron.
1 Druk op PHONE/ /BT MENU om over te schakelen naar de lijst met telefoonnum­mers.
2 Selecteer een categorie met MULTI-CONTROL. Phone book (telefoonboek)Missed calls
(gemiste gesprekken)Dialed calls (gekozen gesprekken)Received calls (ontvangen ge­sprekken)
! Voor meer informatie over het Phone book
raadpleegt u het volgende gedeelte: Een nummer uit het telefoonboek bellen op deze bladzijde.
! Voor meer informatie over Missed calls,
Dialed calls en Received calls raadpleegt
u het volgende gedeelte: Gekozen, gemiste en ontvangen gesprekken op de volgende
bladzijde.
# Namen in Phone book, Missed calls, Dialed calls of Received calls die u minstens
twee seconden met de cursor geselecteerd hebt, worden hardop gelezen.
Een nummer uit het telefoonboek bellen
Als dit toestel met een draagbare telefoon ver­bonden is, wordt het telefoonboek van dit toe­stel automatisch gesynchroniseerd met dat van de draagbare telefoon. Dit is echter niet bij alle typen telefoons mogelijk. Als automati­sche synchronisatie niet mogelijk is, kunt u het telefoonboek handmatig bijwerken. Raad­pleeg het volgende gedeelte over het bijwerken van het telefoonboek: Items naar het telefoon- boek overzetten op bladzijde 41. Nadat u in het telefoonboek het gewenste nummer hebt gevonden, kunt u dat nummer selecteren en bellen.
1 Druk op PHONE/ te schakelen naar de lijst met telefoonnum­mers.
# Als TELEPHONE als bron is geselecteerd, drukt u op lijst met telefoonnummers.
/LIST om over te schakelen naar de
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me­nuoptie Phone book.
Draai aan de knop om een andere menuoptie te selecteren. Druk erop om uw keuze te be­vestigen.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de eerste letter te selecteren van de naam die u zoekt.
# U kunt deze bediening ook uitvoeren door
MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen.
# Om een ander alfabet te kiezen, drukt u op
DISP/SCRL. Door herhaaldelijk op DISP/SCRL te drukken worden de verschillende alfabetten als volgt doorlopen: AlfabetRussischGrieks # De volgorde van voor- en achternaam kan ver­schillend zijn van de draagbare telefoon.
/BT MENU om over
Gebruik maken van draadloze Bluetooth-technologie
39
Nl
Page 40
Hoofdstuk
08
Gebruik maken van draadloze Bluetooth-technologie
4 Druk op MULTI-CONTROL om items weer te geven.
Op het display worden de eerste drie namen in het telefoonboek weergegeven die met de ge­selecteerde letter beginnen (bijvoorbeeld Bar­bara, Barten Benwanneer u Bhad geselecteerd).
5 Selecteer de persoon die u wilt bellen door MULTI-CONTROL te draaien.
# U kunt deze bediening ook uitvoeren door
MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen.
6 Druk op MULTI-CONTROL om de tele­foonnummers bij de geselecteerde persoon weer te geven.
# U kunt de telefoonnummers bij de geselec­teerde persoon ook weergeven door MULTI-CONTROL naar rechts te duwen. # U kunt tekstinformatie door het display laten schuiven door DISP/SCRL ingedrukt te houden. Houd DISP/SCRL ingedrukt om te stoppen met bladeren. # Als er meerdere telefoonnummers onder een item zijn opgeslagen, kunt u het gewenste num­mer selecteren door MULTI-CONTROL te draai­en. # Als u een ander item uit het telefoonboek wilt selecteren, duwt u MULTI-CONTROL naar links.
7 Druk op MULTI-CONTROL om het num­mer te bellen.
8 Druk op PHONE/
/BT MENU om het
gesprek te beëindigen.
Gekozen, gemiste en ontvangen gesprekken
De 80 meest recent gekozen, ontvangen en ge­miste gesprekken worden in een lijst in het ge­heugen opgeslagen. U kunt deze lijsten doorbladeren en de telefoonnummers erin op­bellen.
1 Druk op PHONE/
/BT MENU om over te schakelen naar de lijst met telefoonnum­mers.
# Als TELEPHONE als bron is geselecteerd, drukt u op lijst met telefoonnummers.
/LIST om over te schakelen naar de
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me­nuoptie Missed calls, Dialed calls of Received calls.
Draai aan de knop om een andere menuoptie te selecteren. Druk erop om uw keuze te be­vestigen.
3 Draai MULTI-CONTROL om een tele­foonnummer te selecteren.
Draai MULTI-CONTROL om door de telefoon­nummers in de lijst te bladeren.
# U kunt het telefoonnummer ook wijzigen door
MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen.
4 Druk op MULTI-CONTROL om de gede­tailleerde lijst weer te geven.
In de gedetailleerde lijst worden de naam en het telefoonnummer weergegeven.
# U kunt de gedetailleerde lijst ook weergeven door MULTI-CONTROL naar rechts te duwen. # U kunt tekstinformatie door het display laten schuiven door DISP/SCRL ingedrukt te houden. Houd DISP/SCRL ingedrukt om te stoppen met bladeren. # Door MULTI-CONTROL te draaien, gaat u naar het vorige of volgende telefoonnummer in de gedetailleerde lijst. # Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een handeling uitvoert, wordt de lijstweergave auto­matisch geannuleerd.
5 Druk op MULTI-CONTROL om het num­mer te bellen.
6 Druk op PHONE/
/BT MENU om het gesprek te beëindigen.
40
Nl
Page 41
Gebruik maken van draadloze Bluetooth-technologie
Hoofdstuk
08
Geavanceerde bediening
1 Houd PHONE/ /BT MENU ingedrukt om TELEPHONE als signaalbron te selecte­ren.
2 Druk op MULTI-CONTROL om het hoofdmenu weer te geven.
3 Selecteer met MULTI-CONTROL de me­nuoptie FUNCTION.
Het functiemenu wordt weergegeven. Draai aan de knop om een andere menuoptie te selecteren. Druk erop om uw keuze te be­vestigen.
4 Draai aan MULTI-CONTROL om de func­tie te selecteren. PH BTransfer (telefoonboek overzetten) Auto answer (automatisch beantwoorden in-
stellen)Far end Volume (het luistervolume van de gesprekspartner afstellen)Ring tone (beltoon selecteren)Number dial (opbellen door het telefoonnummer in te voeren) SCO Private mode (privémodus)
Opmerkingen
! Druk op BAND/ESC/CANCEL om terug te
keren naar het weergavedisplay.
! Als de functies (behalve PH BTransfer en
Number dial) niet binnen ongeveer 30 secon-
den gebruikt worden, keert het display auto­matisch terug naar de gewone weergave.
! SCO Private mode kan alleen worden inge-
schakeld tijdens een telefoongesprek.
! Number dial kan alleen worden gebruikt als
er een Bluetooth-telefoon met dit toestel is ver­bonden.
Items naar het telefoonboek overzetten
U kunt het telefoonboek in de mobiele telefoon via de mobiele telefoon naar dit toestel overzet­ten. ! Het telefoonboek biedt voor elke gebruiker
plaats voor 1 000 ingangen (maximaal vijf
toestellen). Elke ingang kan vijf verschil­lende telefoonnummers en categorieën be­vatten.
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op deze bladzijde.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me­nuoptie PH BTransfer.
3 Druk op MULTI-CONTROL om naar de stand-bymodus voor het overzetten van het telefoonboek te gaan.
4 Gebruik de mobiele telefoon om het te­lefoonboek over te zetten.
Gebruik de mobiele telefoon om het telefoon­boek over te zetten. Raadpleeg de handleiding van de mobiele telefoon voor meer informatie. Als het telefoonboek is overgezet, wordt Data transferred weergegeven.
# Het display geeft aan hoeveel items er zijn overgezet en hoeveel items er in totaal moeten worden overgezet.
Automatisch beantwoorden instellen
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op deze bladzijde.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me­nuoptie Auto answer.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de functie Automatisch beantwoorden in te schake­len.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om de functie Automatisch beantwoorden uit te schake­len.
Gebruik maken van draadloze Bluetooth-technologie
41
Nl
Page 42
Hoofdstuk
08
Gebruik maken van draadloze Bluetooth-technologie
Het luistervolume van de gesprekspartner afstellen
Om ervoor te zorgen dat u voor uw gespreks­partner goed verstaanbaar blijft, kunt u met deze functie diens luistervolume afstellen.
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op de vo­rige bladzijde.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me­nuoptie Far end Volume.
3 Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts en selecteer de gewenste in­stelling. 12345
# Deze functie kan ook tijdens het bellen inge­steld worden. # U kunt voor elk apparaat een instelling op­slaan.
Het belsignaal in- of uitschakelen
U kunt ervoor kiezen het belsignaal van dit toe­stel te gebruiken of niet. Wanneer u deze func­tie inschakelt, wordt het belsignaal van dit toestel gebruikt.
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op de vo­rige bladzijde.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me­nuoptie Ring tone.
3 Druk op MULTI-CONTROL om het be­lsignaal in te schakelen.
Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om het belsignaal uit te schakelen.
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op de vo­rige bladzijde.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me­nuoptie Number dial.
3 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag om een nummer te selecteren.
4 Duw MULTI-CONTROL naar links of rechts om de cursor naar de vorige of vol­gende positie te verplaatsen.
# U kunt maximaal 32 cijfers invoeren.
5 Als u het nummer hebt ingevoerd, drukt u op MULTI-CONTROL.
De nummerbevestiging verschijnt.
6 Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om een telefoongesprek te voeren.
7 Druk op PHONE/ gesprek te beëindigen.
/BT MENU om het
De privémodus gebruiken
Tijdens een gesprek kunt u de privémodus in­schakelen (direct in de mobiele telefoon spre­ken).
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op de vo­rige bladzijde.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me­nuoptie SCO Private mode.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de privé­modus in te schakelen.
Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om de privémodus uit te schakelen.
Iemand opbellen door het telefoonnummer in te voeren
Belangrijk
Voordat u deze handeling uitvoert, moet u het voertuig veilig parkeren en op de handrem zetten.
42
Nl
Page 43
Spraakherkenning
Hoofdstuk
09
Het toestel bedienen met spraakherkenning
Belangrijk
In dit gedeelte wordt spraakherkenning uitgelegd aan de hand van de Engelse taal. Raadpleeg de bijgesloten opdrachtenlijst voor informatie over andere talen. Ondersteunde opdrachten zijn ook in de lijst opgenomen.
U kunt de volgende handelingen uitvoeren door middel van spraakherkenning: ! Een telefoonnummer invoeren en dat num-
mer bellen.
! Een naam invoeren die in het telefoonboek
is opgeslagen en deze persoon opbellen.
! Een naam en telefoon invoeren die in het
telefoonboek zijn opgeslagen en vervolgens opbellen.
! De Help-functie openen. ! Een bediening met spraakherkenning op-
nieuw uitvoeren.
1 Druk op VOICE/ ning in te schakelen.
De geluidsweergave wordt tijdelijk uitgescha­keld en u hoort een pieptoon.
2 Wanneer u Voice Command, please. hoort gevolgd door een pieptoon, geeft u een stemopdracht.
om spraakherken-
! Na een verkeerd uitgesproken stemopdracht,
gebeurt er niets en wacht het toestel tot u een correct uitgesproken stemopdracht geeft.
! Als u twijfels hebt over een stemopdracht,
zegt u Help of What can I say? om de bijbe­horende Help te horen.
! Spraakherkenning is beschikbaar voor elke
signaalbron die u hiervoor selecteert, maar u kunt iemand alleen opbellen wanneer een mo­biele telefoon is aangesloten. Raadpleeg blad­zijde 31 en controleer of er een mobiele telefoon is aangesloten, en of dat correct is gebeurd. Als u een stemopdracht hebt ge­bruikt voor mobiele telefonie zonder dat een mobiele telefoon is aangesloten, gebeurt er niets en wacht het toestel tot u een uitvoer­bare stemopdracht geeft. Sluit een mobiele te­lefoon aan en geef een correcte stemopdracht.
! Zie bladzijde 45 voor de lijst met beschikbare
stemopdrachten.
! Wanneer u geen stemopdracht geeft binnen 8
seconden, hoort u een pieptoon en cancel,en wordt teruggekeerd naar het gewone display.
! De bediening is afhankelijk van het type tele-
foon. Raadpleeg de handleiding van de mobie­le telefoon voor meer informatie.
! Spraakherkenning is niet beschikbaar als de
taal is ingesteld op РУССКИЙ in Language select.
Spraakherkenning
3 U kunt alleen gebruik maken van de stemopdrachten die door het toestel wor­den herkend.
Opmerkingen
! U kunt de spraakherkenning op ieder gewenst
moment annuleren door cancel of abort te zeggen, of door op SRC/OFF, BAND/ESC/CANCEL of
! Om terug te keren naar de toestand onmiddel-
lijk na het inschakelen van de spraakherken­ning, zegt u Restart nadat u de pieptoon hebt gehoord. Dit brengt u terug naar stap 2.
te drukken.
Opbellen met spraakherkenning
U kunt iemand opbellen door middel van spraakherkenning. In dit voorbeeld wordt het nummer 0123456789 gebeld.
1 Schakel spraakherkenning in.
Raadpleeg Spraakherkenning op deze blad­zijde.
2 Zeg Dial 0123456789.
3 Zeg Dial.
4 Het nummer wordt gebeld.
Nl
43
Page 44
Hoofdstuk
09
Spraakherkenning
Opmerkingen
! Voor spraakherkenning mag het telefoonnum-
mer uit maximaal 30 cijfers bestaan. Wanneer u een langer telefoonnummer opgeeft, ge­beurt er niets en wacht het toestel tot u een uitvoerbare stemopdracht geeft. U kunt ver vol­gens een correcte stemopdracht geven.
! U kunt een telefoonnummer ook in delen op-
geven. Wanneer u eerst 01234 opgeeft en ver­volgens pas 56789, zegt u het tweede deel van het nummer (56789) na de melding 01234
Please complete the number. Otherwise say Dialor Correction.
! Als u een telefoonnummer wilt corrigeren,
zegt u Correction en kunt u na de pieptoon het correcte nummer opgeven. Wanneer u een nummer in delen opgeeft, kunt u zo het laatste gedeelte corrigeren. Als u bijvoorbeeld 55555 hebt opgegeven in plaats van 56789, zegt u Correction na de melding Please com-
plete the number. Otherwise say DialorCorrection”.; vervolgens geeft u het correcte
nummer op.
Opbellen vanuit het telefoonboek
U kunt spraakherkenning ook gebruiken om een nummer op te bellen dat in het geheugen is opgeslagen. In dit voorbeeld wordt het mobi­ele telefoonnummer van Sandy Jones gebeld.
4 Als de opgegeven naam (Sandy Jones) en telefoon (mobile) correct zijn, zegt u na de pieptoon Yes.
5 Het nummer wordt gebeld.
Opmerkingen
! U kunt ook in een keer de naam en de telefoon
opgeven door in stap 1 Call Sandy Jones mo- bile te zeggen.
! Als u een telefoon opgeeft die niet is geregi-
streerd, gebeurt er niets en wacht het toestel tot u een uitvoerbare stemopdracht geeft. U kunt vervolgens een correcte stemopdracht geven.
Als u twijfelt over een handeling:
Als u in het midden van een handeling plotse­ling twijfels krijgt over een stemopdracht, kunt u steeds de Help openen.
1 Schakel spraakherkenning in.
Raadpleeg Spraakherkenning op de vorige bladzijde.
2 Zeg Help of What can I say?.
3 U krijgt de bijbehorende Help te horen en de stemopdrachten die u kunt gebrui­ken worden hardop gesproken.
1 Schakel spraakherkenning in.
Raadpleeg Spraakherkenning op de vorige bladzijde.
2 Zeg Call Sandy Jones. U hoort On which number do you want to call <name>, <type>. gevolgd door de piep-
toon.
# Als onder de opgeslagen naam (Call Sandy Jones) slechts een telefoonnummer is opgesla- gen, zegt u Dial om het nummer te bellen.
3 Zeg mobile.
44
Nl
Page 45
Spraakherkenning
Hoofdstuk
09
Stemopdrachten
Opdracht Gebruik
Met deze opdracht geeft u het
(nummer) intoet­sen
(nummer)
bel (naam)
(+reeds)
(Reeds)
Intoetsen
Ja Bevestigen
Corrigeren
Help Wat kan ik zeg­gen?
Herstarten
telefoonnummer rechtstreeks op. Het nummer mag maximaal 32 cijfers hebben.
Met deze opdracht voegt u een nummer toe aan het nummer dat u hebt opgegeven met (nummer) intoetsen. (U kunt een telefoonnummer in delen opgeven.) ! U kunt de cijfers 0 tot 9 en
*, # en + invoeren.
Met deze opdracht geeft u een naam op zoals opgeslagen in het telefoonboek, of zowel de opgeslagen naam als de tele­foon.
! Ukuntmobile, home,
work, default of other in-
voeren.
Met deze opdracht specificeert u een telefoon voor een naam die reeds in het telefoonboek is opgeslagen.
Met deze opdracht bevestigt u dat u het nummer wilt bellen. Wanneer u intoetsen zegt, wordt het nummer gebeld dat u hebt opgegeven.
Met deze opdracht bevestigt u dat u geen nummer maar een naam of telefoon opgeeft die u wilt bellen. Wanneer u Ja zegt, wordt u de naam of de telefoon gebeld die u hebt opgegeven.
Met deze opdracht corrigeert u het opgegeven telefoonnum­mer.
Met deze opdrachten wordt u geholpen bij de handelingen die mogelijk zijn in de huidige be­diening met spraakherkenning.
Met deze opdracht wordt terug­gekeerd naar de toestand on­middellijk na het inschakelen van de spraakherkenning.
Annuleren
nul 0 kan worden gebruikt.
één 1 kan worden gebruikt.
twee 2 kan worden gebruikt.
drie 3 kan worden gebruikt.
vier 4 kan worden gebruikt.
vijf 5 kan worden gebruikt.
zes 6 kan worden gebruikt.
zeven 7 kan worden gebruikt.
acht 8 kan worden gebruikt.
negen 9 kan worden gebruikt.
sterretje * kan worden gebruikt.
hekje # kan worden gebruikt.
plus + kan worden gebruikt.
Met deze opdrachten wordt de spraakherkenning uitgescha­keld.
Spraakherkenning
45
Nl
Page 46
Hoofdstuk
10
Audio-instellingen
Audio-instellingen
1 Druk op MULTI-CONTROL om het hoofdmenu weer te geven.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me­nuoptie AUDIO.
Draai aan de knop om een andere menuoptie te selecteren. Druk erop om uw keuze te be­vestigen. Het audiomenu wordt weergegeven.
3 Draai aan MULTI-CONTROL en selecteer de audiofunctie.
Draai aan MULTI-CONTROL om de audiofunc­ties in de onderstaande volgorde te doorlopen. FAD BAL (balansinstelling)Powerful (in­stelling grafische equalizer)50Hz (instelling 7-bands grafische equalizer)Loudness (loudness)Sub W1 (instelling subwoofer aan/uit)Sub W2 (subwoofer-instelling)
Bass (bass boost)HPF (high pass filter) SLA (bronniveauregeling)ASL (automati-
sche volumeaanpassing)Guidance VOL(vo­lume voor spraakbegeleiding aanpassen)
# U kunt Sub W2 alleen selecteren als het uit- gangssignaal van de subwoofer bij Sub W1 is in­geschakeld. # Wanneer FM als signaalbron wordt gebruikt, kunt u niet overschakelen naar SLA. # Als Language select (taalkeuze) is ingesteld op РУССКИЙ, kan Guidance VOL niet worden aangepast. # Als TELEPHONE als signaalbron is geselec- teerd, kunt u alleen FAD BAL (balansinstelling) en Guidance VOL (volume van spraakbegelei­ding) aanpassen. # Druk op BAND/ESC/CANCEL om terug te keren naar het bij de signaalbron behorende dis­play. # Als u een functie (behalve 50Hz) niet binnen ongeveer 30 seconden gebruikt, keert het display automatisch terug naar de gewone weergave.
De balansinstelling
U kunt de fader-/balansinstelling aanpassen voor een optimale geluidsweergave op alle plaatsen in het voertuig.
1 Geef het audiomenu weer.
Raadpleeg Audio-instellingen op deze blad­zijde.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL in het audiofunctiemenu FAD BAL.
3 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag om de balans tussen de luidsprekers voorin en achterin in te stellen.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL omhoog­of omlaagduwt, wordt de balans tussen de luidsprekers voorin en achterin naar voren of naar achteren verplaatst. U kunt de balans tussen de luidsprekers van voor naar achter aanpassen van de waarde FAD F15 tot FAD R15. De waarde wordt op het display getoond.
# FAD 0 is de aanbevolen instelling wanneer u slechts twee luidsprekers gebruikt. # Als de achteruitgang op Sub W is ingesteld, kunt u de balans tussen de luidsprekers voorin en achterin niet instellen. Raadpleeg De achteruit- gang en de subwooferuitgang instellen op blad­zijde 54.
4 Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts om de balans in te stellen tus­sen de linker- en rechterluidsprekers.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL naar links of naar rechts duwt, wordt de balans tus­sen de linker- en rechterluidsprekers naar links of rechts verplaatst. U kunt de balans tussen de linker- en rechter­luidsprekers van links naar rechts aanpassen van de waarde BAL L15 tot BAL R15. De waar­de wordt op het display getoond.
46
Nl
Page 47
Audio-instellingen
Hoofdstuk
10
De equalizer
Met de equalizer kunt u de geluidsweergave aanpassen aan de akoestische eigenschappen van het interieur van het voertuig.
Equalizercurven selecteren
Er zijn zeven vooringestelde equalizercurven die u op elk moment kunt oproepen. In de on­derstaande lijst worden de equalizercurven weergegeven.
Display Equalizercurve
Powerful Power
Natural Natuurlijk
Vocal Vocaal
Custom1 Aangepast 1
Custom2 Aangepast 2
Flat Vlak
Super Bass Superbas
! Custom1 en Custom2 zijn aangepaste
equalizercurven die u zelf maakt. U kunt de 7-bands grafische equalizer gebruiken om aanpassingen te maken.
! Als Flat is geselecteerd, wordt het geluid
niet aangevuld of gecorrigeerd. Door afwis­selend te luisteren naar Flat en een van de andere equalizercurven kunt u het effect van de verschillende equalizercurven horen.
1 Geef het audiomenu weer.
Raadpleeg Audio-instellingen op de vorige bladzijde.
2 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer de instelling voor de grafische equalizer. Powerful verschijnt op het display.
Als u de equalizercurve al eerder had geselec­teerd, wordt de curve die u eerder had geselec­teerd op het display weergegeven in plaats van
Powerful.
3 Duw MULTI-CONTROL naar links of rechts om een equalizercurve te selecteren.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL naar links of naar rechts duwt, worden de equalizer­curven in onderstaande volgorde geselec­teerd:
PowerfulNaturalVocalCustom1 Custom2FlatSuper Bass
Equalizercurven aanpassen
U kunt de voorgeprogrammeerde equalizer­curven nog verder aanpassen aan uw voorkeu­ren (nuancecontrole). Flat, Custom1 en
Custom2 kunnen niet worden aangepast.
1 Roep de equalizercurve op die u wilt aanpassen.
Raadpleeg Equalizercurven selecteren op deze bladzijde.
2 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag om de equalizercurve aan te passen.
Telkens als u MULTI-CONTROL omhoog- of omlaagduwt, verhoogt of verlaagt u de equali­zercurve. U kunt de equalizercurve verhogen of verlagen tussen de waarden +6 en – 4 (of –6). Deze waarde wordt op het display getoond.
# Het bereik van de aanpassing is afhankelijk van de gekozen equalizercurve. # De equalizercurve waarvan alle frequenties zijn ingesteld op 0 kan niet worden aangepast.
De 7-bands grafische equalizer aanpassen
Voor de equalizercurven Custom1 en Custom2 kunt u het niveau van elke band aan-
passen. ! Voor elke signaalbron kunt u een afzonder-
lijke Custom1-curve maken. (De inge­bouwde cd-speler en een eventueel aanwezige multi-cd-speler worden automa­tisch op dezelfde equalizercurve ingesteld.) Als u aanpassingen maakt terwijl er een andere curve dan Custom2 is geselecteerd, worden de aangepaste instellingen opge­slagen in Custom1.
Audio-instellingen
47
Nl
Page 48
Hoofdstuk
10
Audio-instellingen
! U kunt een algemene Custom2-curve in-
stellen voor alle signaalbronnen. Als u aan­passingen maakt terwijl de Custom2-curve is geselecteerd, wordt de Custom2-curve bijgewerkt.
1 Roep de equalizercurve op die u wilt aanpassen.
Raadpleeg Equalizercurven selecteren op de vorige bladzijde.
2 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer de instelling van de 7-bands grafische equalizer.
De frequentie en het niveau (bijvoorbeeld
50Hz LV+4) verschijnen op het display.
3 Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts en selecteer de frequentieband van de equalizer die u wilt aanpassen.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL naar links of naar rechts duwt, worden de frequen­tiebanden van de equalizer in onderstaande volgorde geselecteerd:
50Hz125Hz315Hz800Hz2kHz 5kHz12.5kHz
4 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag om het niveau van de frequentieband van de equalizer aan te passen.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL omhoog­of omlaagduwt, verhoogt of verlaagt u het ni­veau van de frequentieband van de equalizer. U kunt het niveau verhogen of verlagen tussen de waarden +6 en –6. De waarde wordt op het display getoond.
# Vervolgens kunt u een andere band kiezen en daarvan het niveau aanpassen.
De loudness aanpassen
De loudness-functie compenseert een tekort aan hoge en lage tonen bij lage volumes.
1 Geef het audiomenu weer.
Raadpleeg Audio-instellingen op bladzijde 46.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL in het audiofunctiemenu Loudness.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de loud­ness-functie in te schakelen.
Het loudness-niveau (bijvoorbeeld Mid) ver­schijnt op het display.
# Als u de loudness-functie wilt uitzetten, drukt u nogmaals op MULTI-CONTROL.
4 Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts om het gewenste niveau te se­lecteren.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL naar links of naar rechts duwt, wordt het volgende niveau in onderstaande volgorde geselecteerd: Low (laag)Mid (midden)High (hoog)
De subwooferuitgang
Dit toestel is voorzien van een in- en uitscha­kelbare subwooferuitgang.
1 Geef het audiomenu weer.
Raadpleeg Audio-instellingen op bladzijde 46.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me­nuoptie Sub W1.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de sub­wooferuitgang in te schakelen. Normal verschijnt op het display. De subwoo -
feruitgang is nu ingeschakeld.
# Als u de subwooferuitgang wilt uitzetten, drukt u nogmaals op MULTI-CONTROL.
4 Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts en selecteer de fase-instelling voor de subwooferuitgang.
Duw MULTI-CONTROL naar links om de te­gengestelde fase te selecteren; REV verschijnt op het display. Duw MULTI-CONTROL naar rechts om de normale fase te selecteren; Normal verschijnt op het display.
De subwooferinstellingen aanpassen
Als de subwooferuitgang is ingeschakeld, kunt u de drempelfrequentie en het uitgangs­niveau van de subwoofer instellen. De subwoofer geeft alleen frequenties bene­den de geselecteerde waarde weer.
48
Nl
Page 49
Audio-instellingen
Hoofdstuk
10
! Als de subwooferuitgang is ingeschakeld,
kunt u Sub W2 selecteren.
1 Geef het audiomenu weer.
Raadpleeg Audio-instellingen op bladzijde 46.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me­nuoptie Sub W2.
3 Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts om de drempelfrequentie te se­lecteren.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL naar links of naar rechts duwt, worden de beschik­bare waarden in onderstaande volgorde gese­lecteerd:
50Hz63Hz80Hz100Hz125Hz
4 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag om het uitgangsniveau van de sub­woofer aan te passen.
Telkens als u MULTI-CONTROL omhoog of omlaag duwt, verhoogt of verlaagt u het ni­veau van de subwoofer. U kunt het niveau aan­passen tussen de waarden +6 en –24.De waarde wordt op het display getoond.
De lage tonen versterken
De bass boost-functie versterkt de lage tonen (bastonen).
1 Geef het audiomenu weer.
Raadpleeg Audio-instellingen op bladzijde 46.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me­nuoptie Bass.
3 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag om het gewenste niveau te selecte­ren.
U kunt het niveau verhogen of verlagen tussen de waarden 0 en +6. De waarde wordt op het display getoond.
Het high pass filter
Als u wilt dat de luidsprekers voorin of achter­in geen lage tonen (tonen uit het frequentiebe­reik van de subwoofer) weergeven, kunt u het HPF (high pass filter) aanzetten. Alleen fre-
quenties boven het geselecteerde bereik wor­den weergegeven via de voor- of achterluidsprekers.
1 Geef het audiomenu weer.
Raadpleeg Audio-instellingen op bladzijde 46.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me­nuoptie HPF.
3 Druk op MULTI-CONTROL om het high pass filter in te schakelen. 80Hz verschijnt op het display. Het high pass
filter staat nu aan.
# Als het high pass filter eerder al is aangepast, wordt de frequentie van de vorige instelling weer­gegeven en niet 80Hz. # Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om het high pass filter uit te schakelen.
4 Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts om de drempelfrequentie te se­lecteren.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL naar links of naar rechts duwt, worden de beschik­bare waarden in onderstaande volgorde gese­lecteerd:
50Hz63Hz80Hz100Hz125Hz
Het bronniveau aanpassen
Met de functie Bronniveauregeling (SLA) kunt u het volumeniveau van elke signaalbron af­zonderlijk instellen. Hierdoor kunt u plotse­linge volumewisselingen voorkomen wanneer naar een andere signaalbron wordt overge­schakeld. ! De instellingen zijn gebaseerd op het FM-
volumeniveau, dat u niet kunt wijzigen.
1 Vergelijk het volumeniveau van de sig­naalbron die u wilt aanpassen met het FM­volumeniveau.
2 Geef het audiomenu weer.
Raadpleeg Audio-instellingen op bladzijde 46.
3 Selecteer met MULTI-CONTROL in het audiofunctiemenu SLA.
Audio-instellingen
49
Nl
Page 50
Hoofdstuk
10
Audio-instellingen
4 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag om het volume van de signaalbron aan te passen.
U kunt het volume van de signaalbron verho­gen of verlagen tussen de waarden +4 en –4. De waarde wordt op het display getoond.
Opmerkingen
! Het MW/LW-volumeniveau kan ook met de
functie SLA worden aangepast.
! De ingebouwde cd-speler en de multi-cd-spe-
ler worden automatisch op hetzelfde volume­niveau ingesteld.
! Extern toestel 1 en extern toestel 2 worden au-
tomatisch op hetzelfde volumeniveau inge­steld.
Automatische volumeaanpassing
Tijdens het rijden verandert het geluid in het voertuig voortdurend afhankelijk van de rijsnel­heid en de weggesteldheid. De functie auto­matische volumeaanpassing (ASL) reageert op deze variërende omgevingsgeluiden en ver­hoogt automatisch het volume als het geluid van buitenaf toeneemt. U kunt de gevoeligheid van de ASL-functie (de volumewijziging ten op­zichte van het achtergrondgeluidsniveau) op vijf niveaus instellen.
1 Geef het audiomenu weer.
Raadpleeg Audio-instellingen op bladzijde 46.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me­nuoptie ASL.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de ASL­functie in te schakelen. Mid verschijnt op het display.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om de ASL-functie uit te schakelen.
4 Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts om het gewenste ASL-niveau te selecteren.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL naar links of naar rechts duwt, wordt het volgende
ASL-niveau in onderstaande volgorde geselec­teerd: Low (laag)Mid-L (midden-laag)Mid (mid­den)Mid-H (midden-hoog)High (hoog)
Het volume van de spraakbegeleiding afstellen
U kunt het volume van de spraakbegeleiding en tekst-naar-spraakomzetting aanpassen.
1 Geef het audiomenu weer.
Raadpleeg Audio-instellingen op bladzijde 46.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me­nuoptie Guidance VOL.
3 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag om het volume van de Help aan te passen.
U kunt het volume van de spraakbegeleiding verhogen of verlagen tussen de waarden 0 en
62. De waarde wordt op het display ge­toond.
50
Nl
Page 51
Begininstellingen
Hoofdstuk
11
De begininstellingen aanpassen
1 Houd SRC/OFF ingedrukt tot het toestel uit gaat.
2 Houd MULTI-CONTROL ingedrukt tot­dat het menu met begininstellingen wordt weergegeven.
3 Draai MULTI-CONTROL om één van de begininstellingen te selecteren. Language select (taal selecteren)Calendar
(kalender)Clock (klok)Off clock (uit-klok)FM step (FM-afstemstap)Auto PI (auto-
matische PI-zoekfunctie)Warning tone (waarschuwingstoon)AUX1 (externe aan­sluiting 1)AUX2 (externe aansluiting 2) List guidance (instelling voor spraakbegelei­ding)Dimmer (dimmer)Rear SP (achter­uitgang en subwooferregeling)Demo mode (functiedemo)Ever scroll (Ever Scroll)
BT AUDIO (Bluetooth-audio instellen) BT Memory Clear (Bluetooth-geheugen wis- sen)—Software update (software-update)
# Druk op BAND/ESC/CANCEL om het aanpas- sen van begininstellingen te annuleren.
De taal selecteren
Dit toestel beschikt over een Help-functie in meerdere talen. U kunt zelf de gewenste taal instellen.
1 Geef het menu met begininstellingen weer.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op deze bladzijde.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de in­stelling Language select in het menu met begininstellingen.
3 Duw MULTI-CONTROL naar links of rechts en selecteer de taal.
EnglishFrançaisItalianoEspañol DeutschNederlandsРУССКИЙ
4 Druk op MULTI-CONTROL om de selec­tie te bepalen.
# De geselecteerde taal wordt zowel voor het display als de spraakbegeleiding gebruikt. # Als de taal is ingesteld op РУССКИЙ, zijn spraakbegeleiding en tekst-naar-spraakomzetting niet beschikbaar.
De datum instellen
De datum verschijnt wanneer de telefoon als signaalbron is geselecteerd of wanneer de sig­naalbronnen en de functiedemo uit staan.
1 Geef het menu met begininstellingen weer.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op deze bladzijde.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de in­stelling Calendar in het menu met beginin­stellingen. Calendar verschijnt op het display.
3 Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts en selecteer het deel van de datum dat u wilt instellen.
DagMaandJaar Het geselecteerde onderdeel gaat knipperen.
4 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag om de datum in te stellen.
Als u MULTI-CONTROL omhoogduwt, ver­hoogt u de geselecteerde dag, maand of jaar. Als u MULTI-CONTROL omlaagduwt, verlaagt u de geselecteerde dag, maand of jaar.
De klok instellen
Volg onderstaande instructies om de klok in te stellen.
1 Geef het menu met begininstellingen weer.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op deze bladzijde.
Begininstellingen
51
Nl
Page 52
Hoofdstuk
11
Begininstellingen
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de in­stelling Clock in het menu met begininstel­lingen.
3 Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts en selecteer het tijdonderdeel dat u wilt instellen.
UurMinuut Het geselecteerde onderdeel gaat knipperen.
4 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag om de tijd in te stellen.
Opmerking
U kunt de klok met een tijdsignaal gelijkzetten door op MULTI-CONTROL te drukken. ! Minuten tussen 00 en 29 worden naar bene-
den afgerond. (Bijvoorbeeld 10:18 wordt afge­rond naar 10:00.)
! Minuten tussen 30 en 59 worden naar boven
afgerond. (Bijvoorbeeld 10:36 wordt afgerond naar 11:00.)
Het uit-klokdisplay in- en uitschakelen
Als het uit-klokdisplay aan staat, wordt de tijd op het display weergegeven wanneer de sig­naalbronnen en functiedemo uit staan.
1 Geef het menu met begininstellingen weer.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op de vorige bladzijde.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de in­stelling Off clock in het menu met beginin­stellingen.
3 Druk op MULTI-CONTROL om het uit­klokdisplay in te schakelen.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om het uit-klokdisplay uit te schakelen.
De FM-afstemstap instellen
Standaard wordt er bij automatisch afstem­men een FM-afstemstap van 50 kHz gebruikt, en 100 kHz als de functie AF of TA is ingescha­keld. Maar soms krijgt u een beter resultaat als ook bij AF een afstemstap van 50 kHz wordt gebruikt.
1 Geef het menu met begininstellingen weer.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op de vorige bladzijde.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de in­stelling FM step in het menu met beginin­stellingen.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de FM-af­stemstap te selecteren.
Telkens als u op MULTI-CONTROL drukt, wij­zigt u de FM-afstemstap tussen 50 kHz en 100 kHz. De geselecteerde FM-afstemstap ver­schijnt op het display.
Opmerking
Bij handmatig afstemmen blijft de afstemstap 50 kHz.
Automatisch PI-zoeken in­of uitschakelen
Als deze functie is ingeschakeld, probeert het toestel bij slechte ontvangst automatisch een andere zender met gelijkaardige programmas te vinden, ook als u een voorkeuzezender se­lecteerde.
1 Geef het menu met begininstellingen weer.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op de vorige bladzijde.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de in­stelling Auto PI in het menu met beginin­stellingen.
52
Nl
Page 53
Begininstellingen
Hoofdstuk
11
3 Druk op MULTI-CONTROL om de auto­matische PI-zoekfunctie in te schakelen.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om de automatische PI-zoekfunctie uit te schakelen.
De waarschuwingstoon in­of uitschakelen
Als het voorpaneel niet binnen vier seconden na het uitschakelen van het contact van het hoofdtoestel wordt verwijderd, klinkt er een waarschuwingstoon. U kunt deze waarschu­wingstoon uitschakelen.
1 Geef het menu met begininstellingen weer.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op bladzijde 51.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de in­stelling Warning tone in het menu met be­gininstellingen.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de waar­schuwingstoon in te schakelen.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om de waarschuwingstoon uit te schakelen.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de in­stelling AUX1 of AUX2 in het menu met be­gininstellingen.
3 Druk op MULTI-CONTROL om AUX1 of AUX2 in te schakelen.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om deze weer uit te schakelen.
Lijsttekst omzetten in spraak
Als u met de cursor een item in een lijst selec­teert, kan het gesproken worden weergegeven (TTS, Text To Speech Playback). Wanneer deze functie is ingeschakeld, worden items die door de cursor twee seconden of langer worden aangewezen, voorgelezen. ! Deze functie is beschikbaar voor namen in
de volgende lijsten:
Phone book (telefoonboek)Missed calls (gemiste gesprekken)Dialed calls (gekozen gesprekken)Received calls (ontvangen gesprekken)
1 Geef het menu met begininstellingen weer.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op bladzijde 51.
Begininstellingen
De externe ingang in- of uitschakelen
Door middel van de externe ingang kunnen ex­terne apparaten op dit toestel worden aange­sloten en afzonderlijk worden gebruikt. Daarvoor moet eerst de betreffende AUX-in­gang worden ingeschakeld. Raadpleeg De AUX-signaalbron op bladzijde 57 voor meer in­formatie over het aansluiten en gebruiken van externe apparaten.
1 Geef het menu met begininstellingen weer.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op bladzijde 51.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me­nuoptie List guidance.
3 Druk op MULTI-CONTROL om List guidance in te schakelen.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om deze functie uit te schakelen. # Deze functie is niet beschikbaar als de taal is ingesteld op РУССКИЙ in Language select.
De dimmer in- of uitschakelen
Om te voorkomen dat het display s avonds te fel schijnt, kan het automatisch worden ge­dimd wanneer u de koplampen van het voer­tuig aanzet. U kunt de dimfunctie naar wens aan- of uitzetten.
Nl
53
Page 54
Hoofdstuk
11
Begininstellingen
1 Geef het menu met begininstellingen weer.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op bladzijde 51.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de in­stelling Dimmer in het menu met beginin­stellingen.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de dim­mer in te schakelen.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om de dimmer uit te schakelen.
De achteruitgang en de subwooferuitgang instellen
U kunt de achteruitgang van dit toestel (de aansluiting voor de luidspreker achterin) ge­bruiken om een luidspreker met volledig be­reik (Full) of een subwoofer (Sub W) aan te sluiten. Als u de achteruitgang op Sub W zet, kunt u de luidspreker achterin rechtstreeks op een subwoofer aansluiten, zonder een externe versterker te gebruiken. Standaard is dit toestel ingesteld voor het aan­sluiten van een luidspreker achterin met volle­dig bereik (Full).
1 Geef het menu met begininstellingen weer.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op bladzijde 51.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de in­stelling Rear SP in het menu met beginin­stellingen.
3 Druk op MULTI-CONTROL om een an­dere instelling voor de achteruitgang te se­lecteren.
Als u op MULTI-CONTROL drukt, kunt u kie­zen uit Full (luidspreker met volledig bereik) en Sub W (subwoofer). Dit wordt op het dis­play aangegeven.
# Als er geen subwoofer op de achteruitgang is aangesloten, selecteert u Full (luidspreker met volledig bereik). # Als er een subwoofer op de achteruitgang is aangesloten, selecteert u Sub W (subwoofer).
Opmerkingen
! Als u deze instelling wijzigt, is er pas een uit-
gangssignaal als u ook het uitgangssignaal voor de subwoofer inschakelt (raadpleeg De subwooferuitgang op bladzijde 48).
! Als u deze instelling wijzigt, wordt de subwoo-
feruitgang in het audiomenu teruggezet naar de fabrieksinstellingen.
De functiedemo inschakelen
De functiedemo begint automatisch als dit toestel is uitgeschakeld en het contact in de accessoirestand (ACC) staat of aan staat.
1 Geef het menu met begininstellingen weer.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op bladzijde 51.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de in­stelling Demo mode in het menu met be­gininstellingen.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de func­tiedemo aan te zetten.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL om de functiedemo uit te schakelen.
Opmerkingen
! Let op: de accu kan leeglopen als de functie-
demo geactiveerd blijft terwijl de motor uit staat.
! U kunt de functiedemo ook in- of uitschakelen
door op DISP/SCRL te drukken als het toestel uit staat. Raadpleeg Functiedemo op bladzijde 8 voor meer informatie.
54
Nl
Page 55
Begininstellingen
Hoofdstuk
11
Ever Scroll inschakelen
Als Ever Scroll op ON is ingesteld, blijft even­tueel aanwezige tekstinformatie continu door het display schuiven. Zet Ever Scroll op OFF als u wilt dat de informatie maar één keer door het display schuift.
1 Geef het menu met begininstellingen weer.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op bladzijde 51.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de in­stelling Ever scroll in het menu met begin­instellingen.
3 Druk op MULTI-CONTROL om Ever Scroll aan te zetten.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL om Ever Scroll uit te zetten.
De signaalbron BT AUDIO inschakelen
De signaalbron BT AUDIO moet worden inge­schakeld als u een Bluetooth-audiospeler wilt gebruiken.
1 Geef het menu met begininstellingen weer.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op bladzijde 51.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de in­stelling BT AUDIO in het menu met begin­instellingen.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de sig­naalbron BT AUDIO in te schakelen.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL om de signaalbron BT AUDIO uit te schakelen.
Om uw persoonlijke gegevens te beschermen, wordt u aangeraden om zulke gegevens te ver­wijderen voordat u het toestel aan derden over­draagt. De volgende instellingen worden verwijderd. ! items uit het telefoonboek van de Blue-
tooth-telefoon
! voorkeuzenummers uit de Bluetooth-tele-
foon
! het registratienummer van de Bluetooth-te-
lefoon
! de gespreksgeschiedenis van de Bluetooth-
telefoon
! gegevens van de laatst aangesloten Blue-
tooth-audiospeler
! informatie over het aangesloten Bluetooth-
apparaat
1 Geef het menu met begininstellingen weer.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op bladzijde 51.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me­nuoptie BT Memory Clear.
3 Duw MULTI-CONTROL naar rechts om het bevestigingsscherm weer te geven. Yes wordt weergegeven. Het toestel is nu ge-
reed om het geheugen te wissen.
# Als u het telefoongeheugen niet wilt resetten, drukt u MULTI-CONTROL naar links. Het display keert terug.
4 Druk op MULTI-CONTROL om het uit het geheugen te wissen. Cleared wordt weergegeven en de instellingen
zijn verwijderd.
Begininstellingen
De Bluetooth-module resetten
Informatie met betrekking tot Bluetooth-tele­foons en Bluetooth-audio kan worden gewist.
55
Nl
Page 56
Hoofdstuk
11
Begininstellingen
De software voor Bluetooth bijwerken
Met behulp van deze functie kunt u de soft­ware van dit toestel bijwerken met de meest recente versie. Raadpleeg onze website voor meer informatie over de software en het bij­werken ervan.
Belangrijk
Schakel het toestel nooit uit terwijl de software wordt bijgewerkt.
1 Geef het menu met begininstellingen weer.
Raadpleeg De begininstellingen aanpassen op bladzijde 51.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me­nuoptie Software update.
3 Druk op MULTI-CONTROL en geef de gegevensoverdrachtsmodus weer.
# Volg de aanwijzingen op het scherm om het bijwerken te voltooien.
56
Nl
Page 57
Overige functies
Hoofdstuk
12
De AUX-signaalbron
Op dit toestel kunt u maximaal twee externe apparaten aansluiten, zoals videoapparatuur of draagbare apparaten (los verkrijgbaar). Aan­gesloten externe apparaten worden automa­tisch als een AUX-signaalbron herkend en toegewezen aan AUX1 of AUX2. Het verschil tussen de signaalbronnen AUX1 en AUX2 wordt hieronder uitgelegd.
Informatie over AUX1 en AUX2
Externe apparaten kunnen op twee manieren op dit toestel worden aangesloten.
AUX1-signaalbron:
Als u een extern apparaat aansluit met een ste­reo-miniplugkabel
% Steek de stereo-miniplugkabel in de in­gang van dit toestel.
Raadpleeg de installatiehandleiding voor meer informatie. Het externe apparaat wordt automatisch inge­steld op AUX1.
AUX2-signaalbron:
Als u een extern apparaat aansluit met een IP­BUS-RCA-adapter (los verkrijgbaar)
% Met een IP-BUS-RCA-adapter zoals de CD-RB20/CD-RB10 (los verkrijgbaar) kunt u externe apparatuur met een RCA-uitgang op dit toestel aansluiten.
Raadpleeg voor meer informatie de gebrui­kershandleiding van de IP-BUS-RCA-adapter. Het externe apparaat wordt automatisch inge­steld op AUX2.
# U kunt op deze manier alleen externe appara­ten aansluiten die voorzien zijn van een RCA-uit­gang.
De signaalbron AUX selecteren
% Druk op SRC/OFF en selecteer AUX als signaalbron.
# De signaalbron AUX kan alleen worden gese- lecteerd als de externe ingang is ingeschakeld. Raadpleeg De externe ingang in- of uitschakelen op bladzijde 53 voor meer informatie.
De AUX-titel instellen
U kunt de naam wijzigen die wordt weergege­ven voor de signaalbronnen AUX1 en AUX2.
1 Nadat u AUX als signaalbron hebt gese­lecteerd, selecteert u met MULTI-CONTROL de optie FUNCTION en vervolgens Title input.
2 Voer de titel op dezelfde wijze in als voor de ingebouwde cd-speler.
Raadpleeg Disctitels invoeren op bladzijde 23 voor meer informatie over de bediening.
Overige functies
Gebruik van een extern toestel
Met een extern toestel wordt een Pioneer-pro­duct bedoeld (bijvoorbeeld een toekomstig ver­krijgbaar product) dat niet als bron gebruikt kan worden maar waarvan u de basisfuncties met dit toestel kunt bedienen. Met dit toestel kunnen twee externe toestellen worden be­diend. Als er twee externe toestellen op dit toe­stel zijn aangesloten, worden deze automatisch toegewezen als extern toestel 1 of extern toestel 2. Hieronder wordt de basisbediening van het ex­terne toestel uitgelegd. De beschikbare func­ties zijn afhankelijk van het gebruikte toestel. Raadpleeg voor meer informatie de handlei­ding van het externe toestel.
Een extern toestel als signaalbron selecteren
% Druk op SRC/OFF en selecteer EXTERNAL als signaalbron.
57
Nl
Page 58
Hoofdstuk
12
Overige functies
Basisbediening
De functies die met de volgende handelingen zijn verbonden, zijn afhankelijk van het externe toestel dat op dit toestel is aangesloten. Raad­pleeg voor meer informatie de handleiding van het externe toestel.
% Druk op BAND/ESC/CANCEL.
% Houd BAND/ESC/CANCEL ingedrukt.
% Duw MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts.
% Houd MULTI-CONTROL naar links of naar rechts ingedrukt.
% Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag.
Geavanceerde bediening
1 Druk op MULTI-CONTROL om het hoofdmenu weer te geven.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me­nuoptie FUNCTION.
Draai aan de knop om een andere menuoptie te selecteren. Druk erop om uw keuze te be­vestigen.
een melding weergegeven. U hoort ook een pieptoon.
Opmerkingen
! Wanneer een nieuw SMS-bericht wordt ont-
vangen terwijl een menuscherm wordt weer­gegeven, wordt de weergave van het menuscherm afgebroken.
! Wanneer een nieuw SMS-bericht wordt ont-
vangen terwijl de functiedemo loopt, wordt de functiedemo onderbroken en weer voortgezet na weergave van de ontvangstmelding.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de func­tie te selecteren. FUNC1 (functie 1)FUNC2 (functie 2) FUNC3 (functie 3)FUNC4 (functie 4) Auto/MAN (automatisch/handmatig)
Opmerking
Druk op BAND/ESC/CANCEL om terug te keren naar het gewone display.
Melding voor nieuwe SMS­berichten
Wanneer een nieuw SMS-bericht wordt ont­vangen door de aangesloten mobiele telefoon, wordt op het display gedurende 8 seconden
58
Nl
Page 59
Verkrijgbare accessoires
Hoofdstuk
13
Muziek op de iPod afspelen
Basisbediening
U kunt via dit toestel een iPod-interfaceadapter (bijvoorbeeld CD-IB100N) bedienen. Deze is los verkrijgbaar.
% Vooruit of achteruit spoelen
Houd MULTI-CONTROL naar links of naar rechts ingedrukt.
% Een fragment selecteren
Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts.
Opmerkingen
! Lees de voorzorgsmaatregelen voor het ge-
bruik van de iPod in het volgende gedeelte. Raadpleeg bladzijde 71.
! Als er een foutmelding wordt weergegeven,
raadpleeg dan Foutmeldingen op bladzijde 67.
! Als het contact in de accessoirestand (ACC)
staat of aan staat, wordt de batterij van de iPod opgeladen als de iPod op dit toestel is aangesloten.
! Als de iPod op dit toestel is aangesloten, kunt
u de iPod zelf niet aan- of uitzetten.
! Verwijder de koptelefoon van de iPod voordat
u de dock connector van dit toestel op de iPod aansluit.
! De iPod wordt ongeveer twee minuten nadat
de contactschakelaar op OFF is gezet, uitge­schakeld.
Tekstinformatie op de iPod weergeven
De bediening van deze functie is gelijk aan de bediening bij een iPod die via USB op dit toe­stel is aangesloten. (Raadpleeg Tekstinformatie op de iPod weergeven op bladzijde 28.)
stel is aangesloten. (Raadpleeg Naar een song bladeren op bladzijde 27.) De categorieën die kunnen worden geselec­teerd wijken echter enigszins af. Deze catego­rieën zijn
Playlists (speellijsten)Artists (artiesten) Albums (albums)Songs (songs)Genres
(genres)
Geavanceerde bediening
1 Druk op MULTI-CONTROL om het hoofdmenu weer te geven.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me­nuoptie FUNCTION.
Draai aan de knop om een andere menuoptie te selecteren. Druk erop om uw keuze te be­vestigen. Het functiemenu wordt weergegeven.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de func­tie te selecteren. Repeat (herhaalde weergave)Shuffle (wille- keurige weergave)—Pause (pauze)
Functies en bediening
De bediening van Repeat en Pause is in prin­cipe identiek aan die van de ingebouwde cd­speler.
Functienaam Gebruik
Raadpleeg Een herhaalbereik selecte­ren op bladzijde 22.
De herhaalbereiken die u kunt selec­teren zijn echter verschillend van de
Repeat
Pause
ingebouwde cd-speler. De herhaalbe­reiken van de iPod zijn:
! One De huidige song herhalen ! All Alle songs in de geselec-
teerde lijst herhalen
Raadpleeg Het afspelen onderbreken op bladzijde 23.
Verkrijgbare accessoires
Naar een song bladeren
De bediening van deze functie is gelijk aan de bediening bij een iPod die via USB op dit toe-
Opmerkingen
! Druk op BAND/ESC/CANCEL om terug te
keren naar het gewone display.
59
Nl
Page 60
Hoofdstuk
13
Verkrijgbare accessoires
! Als een functie niet binnen ongeveer 30 se-
conden wordt gebruikt, keert het display auto­matisch terug naar het gewone display.
Songs in willekeurige volgorde afspelen (shuffle)
% Druk zo vaak als nodig op /iPod om de gewenste instelling te selecteren.
! Songs – De songs in de geselecteerde lijst
in willekeurige volgorde afspelen.
! Albums – De songs van een willekeurig
album op volgorde afspelen.
! OFF – Het afspelen in willekeurige volgorde
annuleren. # Druk opnieuw op schakelen.
/iPod om shuffle uit te
Multi-cd-speler
Basisbediening
U kunt via dit toestel een los verkrijgbare multi­cd-speler bedienen. ! Multi-cd-spelers voor 50 discs ondersteunen
alleen de functies die in deze handleiding worden beschreven.
! Dit toestel ondersteunt niet de functies voor
disctitellijsten voor een multi-cd-speler voor 50 discs. Raadpleeg Discs selecteren uit de disctitellijst op bladzijde 63 voor meer infor­matie over de functies voor titellijsten van discs.
% Een disc selecteren
Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag.
% Vooruit of achteruit spoelen
Houd MULTI-CONTROL naar links of naar rechts ingedrukt.
% Een fragment selecteren
Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts.
Opmerkingen
! Wanneer de multi-cd-speler klaar is met de
voorbereidingen, verschijnt READY op het dis­play.
! Als er een foutmelding wordt weergegeven,
raadpleeg dan de handleiding van de multi­cd-speler.
! Als er geen discs in het magazijn van de
multi-cd-speler zijn geplaatst, verschijnt NO DISC op het display.
Functies voor cd-text
U kunt deze functies uitsluitend gebruiken met een voor cd-text geschikte multi-cd-speler.
De bediening is gelijk aan die van de inge­bouwde cd-speler. Raadpleeg De tekstinformatie van de disc weer- geven op bladzijde 20.
Geavanceerde bediening
U kunt COMP/DBE (compressie en DBE) alleen gebruiken met een multi-cd-speler die deze functie ondersteunt.
1 Druk op MULTI-CONTROL om het hoofdmenu weer te geven.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me­nuoptie FUNCTION.
Draai aan de knop om een andere menuoptie te selecteren. Druk erop om uw keuze te be­vestigen. Het functiemenu wordt weergegeven.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de func­tie te selecteren. Repeat (herhaalde weergave)Random (wil- lekeurige weergave)—Scan (scanweergave) Pause (pauze)COMP/DBE (compressie en
DBE)ITS play (ITS-weergave)ITS memory (ITS-programmering)Title input (disctitelin­voer)
60
Nl
Page 61
Verkrijgbare accessoires
Hoofdstuk
13
# Als een functie (behalve ITS memory en Title input) niet binnen ongeveer 30 seconden
gebruikt wordt, keert het display automatisch terug naar de gewone weergave. # Als u een cd-text-disc afspeelt op een met cd­text compatibele multi-cd-speler, kunt u Title input niet gebruiken. Op een cd-text-disc is de disctitel namelijk al vastgelegd.
Functies en bediening
De bediening van de functies Repeat, Random, Scan, Pause en Title input is in
principe gelijk aan de bediening van deze functies op de ingebouwde cd-speler.
Functienaam Gebruik
Raadpleeg Een herhaalbereik selecte­ren op bladzijde 22.
De herhaalbereiken die u kunt selec­teren zijn echter verschillend van de ingebouwde cd-speler. De multi-cd-
Repeat
Random
Scan
Pause
Title input
Opmerkingen
! Druk op BAND/ESC/CANCEL om terug te
keren naar het weergavedisplay.
! Als u tijdens de herhaalde weergave een an-
dere disc selecteert, wordt het herhaalbereik gewijzigd in MCD.
! Als u tijdens Track een fragment zoekt of voor-
uit- of achteruitspoelt, wordt het bereik voor herhaalde weergave gewijzigd in Disc.
speler heeft de volgende herhaalbe­reiken: ! MCD – Alle discs in de multi-cd-
speler herhalen
! Tra c k – Alleen het huidige frag-
ment herhalen
! Disc – De huidige disc herhalen
Raadpleeg Fragmenten in willekeu- rige volgorde afspelen op bladzijde
23.
Raadpleeg Mappen en fragmenten scannen op bladzijde 23.
Raadpleeg Het afspelen onderbreken op bladzijde 23.
Raadpleeg Disctitels invoeren op bladzijde 23.
! Wanneer het scannen van fragmenten of
discs is voltooid, wordt de normale weergave van de fragmenten hervat.
Compressie en extra basversterking
U kunt deze functies alleen gebruiken met een daarvoor geschikte multi-cd-speler.
Met de functies voor compressie (COMP) en dynamische basversterking (DBE, Dynamic Bass Emphasis) kunt u de geluidskwaliteit van de multi-cd-speler aanpassen.
1 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op de vo­rige bladzijde.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL in het functiemenu COMP/DBE.
# Als de multi-cd-speler niet geschikt is voor de COMP/DBE-functie, verschijnt No COMP op het display wanneer u deze functie selecteert.
3 Druk op MULTI-CONTROL en selecteer de gewenste instelling. OFFCOMP 1COMP 2OFFDBE 1 DBE 2
ITS-speellijsten
Met ITS (Instant Track Selection) kunt u een speellijst met uw favoriete fragmenten samen­stellen van de discs die in het magazijn van de multi-cd-speler zijn geplaatst. Als u uw favor­iete fragmenten aan de speellijst hebt toege­voegd, kunt u de ITS-weergave inschakelen om de geselecteerde fragmenten af te spelen. Met ITS kunt u voor maximaal 100 discs (met de disctitels), per disc tot 99 fragmenten invoe­ren en afspelen. (Bij multi-cd-spelers die vóór de CDX-P1250 en CDX-P650 zijn verkocht, kun­nen maximaal 24 fragmenten in de speellijst worden opgeslagen.)
Verkrijgbare accessoires
61
Nl
Page 62
Hoofdstuk
13
Verkrijgbare accessoires
Een speellijst met ITS­programmering samenstellen
1 Speel een cd af die u wilt programme­ren.
Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om de cd te selecteren.
2 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op blad­zijde 60.
3 Selecteer met MULTI-CONTROL in het functiemenu ITS memory.
4 Selecteer het gewenste fragment door MULTI-CONTROL naar links of rechts te duwen.
5 Duw MULTI-CONTROL omhoog om het huidige fragment in de speellijst op te slaan. Memory complete wordt weergegeven en de
huidige selectie wordt aan de speellijst toege­voegd.
6 Druk op BAND/ESC/CANCEL om terug te keren naar het weergavedisplay.
Opmerking
Als er gegevens voor 100 discs in het geheugen zijn opgeslagen, worden de gegevens van de oudste disc door de nieuwe overschreven.
3 Selecteer met MULTI-CONTROL in het functiemenu ITS play.
4 Druk op MULTI-CONTROL om de ITS­weergave in te schakelen. ITS play : ON verschijnt op het display. Het af-
spelen begint met de fragmenten van de speellijst binnen het eerder geselecteerde be­reik, MCD of Disc.
# Als er geen fragmenten in het huidige bereik voor ITS-weergave zijn geprogrammeerd, ver­schijnt ITS Empty op het display. # Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om de ITS-weergave uit te schakelen.
Een fragment uit de ITS-speellijst verwijderen
U kunt een fragment uit de ITS-speellijst ver­wijderen als de ITS-weergave aan staat. Als de ITS-weergave al is geactiveerd, gaat u verder met stap 2. Als de ITS-weergave is uitge­schakeld, gebruikt u MULTI-CONTROL.
1 Speel de cd af waarvan u een fragment uit de ITS-speellijst wilt verwijderen en schakel de ITS-weergave in.
Raadpleeg De ITS-speellijst afspelen op deze bladzijde.
2 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op blad­zijde 60.
De ITS-speellijst afspelen
Met ITS-weergave kunt u de fragmenten afspe­len die u in de ITS-speellijst hebt ingevoerd. Als u de ITS-weergave inschakelt, worden de fragmenten uit de ITS-lijst in de multi-cd-speler afgespeeld.
1 Selecteer het herhaalbereik.
Raadpleeg Fragmenten in willekeurige volgorde afspelen op bladzijde 23.
2 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op blad­zijde 60.
62
Nl
3 Selecteer met MULTI-CONTROL in het functiemenu ITS memory.
4 Selecteer het gewenste fragment door MULTI-CONTROL naar links of rechts te duwen.
5 Duw MULTI-CONTROL omlaag om het fragment uit de ITS-speellijst te verwijde­ren.
Het huidige fragment wordt uit de ITS-speel­lijst verwijderd en het volgende fragment wordt afgespeeld.
Page 63
Verkrijgbare accessoires
Hoofdstuk
13
6 Druk op BAND/ESC/CANCEL om terug te keren naar het weergavedisplay.
Een cd uit de ITS-speellijst verwijderen
U kunt alle fragmenten van een cd uit de ITS­speellijst verwijderen als de ITS-weergave uit staan.
1 Speel de cd af die u wilt verwijderen.
Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om de cd te selecteren.
2 Geef het functiemenu weer.
Raadpleeg Geavanceerde bediening op blad­zijde 60.
3 Selecteer met MULTI-CONTROL in het functiemenu ITS memory.
4 Duw MULTI-CONTROL omlaag om alle fragmenten van de huidige cd uit de ITS­speellijst te verwijderen.
Alle fragmenten van de spelende cd worden uit de speellijst verwijderd en
Memory deleted wordt weergegeven.
5 Druk op BAND/ESC/CANCEL om terug te keren naar het weergavedisplay.
Functies voor disctitels
U kunt cd-titels invoeren en laten weergeven. Daarna kunt u eenvoudig naar de disc zoeken die u wilt afspelen.
Disctitels invoeren
Gebruik de invoerfunctie voor disctitels om maximaal 100 cd-titels (met ITS-speellijst) in de multi-cd-speler op te slaan. Een titel kan maximaal 10 tekens lang zijn. Raadpleeg Disctitels invoeren op bladzijde 23 voor meer informatie over de bediening. ! De titels blijven in het geheugen bewaard,
zelfs als de disc uit het magazijn wordt ver­wijderd. Ze worden opgeroepen als de disc weer in het toestel wordt geplaatst.
! Als er gegevens voor 100 discs in het ge-
heugen zijn opgeslagen, worden de gege­vens van de oudste disc door de nieuwe overschreven.
Disctitels weergeven
U kunt de tekstinformatie laten weergeven van elke disc waarvoor een disctitel is ingevoerd. De bediening is gelijk aan die van de inge­bouwde cd-speler. Raadpleeg De tekstinformatie van de disc weer- geven op bladzijde 20.
Discs selecteren uit de disctitellijst
In de disctitellijst krijgt u een overzicht van de in de multi-cd-speler ingevoerde disctitels. Zo kunt u gemakkelijk de gewenste disc kiezen om af te spelen.
1 Druk op vedisplay over te schakelen naar de discti­tellijst.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om de ge­wenste disctitel te selecteren.
Draai aan de knop om een andere disctitel te selecteren. Druk op de knop om het afspelen te starten.
# U kunt ook een andere disctitel kiezen door MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen. # Duw tijdens het afspelen van een cd-text-disc MULTI-CONTROL naar rechts om een lijst weer te geven met de fragmenten op de geselecteerde disc. Duw MULTI-CONTROL naar links om terug te keren naar de disclijst. # Als er geen titel voor een disc is ingevoerd, wordt NO DISC TITLE weergegeven. # Als er geen disc in het magazijn is geplaatst, verschijnt NO DISC naast het discnummer. # Als de lijst niet binnen ongeveer 30 seconden wordt gebruikt, keert het display automatisch terug naar het normale display.
/LIST om vanaf het weerga-
Verkrijgbare accessoires
63
Nl
Page 64
Hoofdstuk
13
Verkrijgbare accessoires
Dvd-speler
Basisbediening
U kunt via dit toestel een los verkrijgbare dvd­speler of multi-dvd-speler bedienen.
Raadpleeg voor meer informatie over de bedie­ning de handleiding van de dvd-speler of multi-dvd-speler. In dit gedeelte vindt u infor­matie over de bediening van de dvd-speler met dit toestel voor zover die afwijkt van de infor­matie in de handleiding van de dvd-speler of multi-dvd-speler.
% Een hoofdstuk/fragment selecteren
Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts.
% Vooruit of achteruit spoelen
Houd MULTI-CONTROL naar links of naar rechts ingedrukt.
# Als u gecomprimeerde audio afspeelt, hoort u geen geluid bij vooruit- of achteruitspoelen.
% Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts om naar het vorige of volgende hoofdstuk/fragment te gaan.
Een disc selecteren
! U kunt deze functie alleen gebruiken als er
een multi-dvd-speler op het toestel is aan­gesloten.
% Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag om de gewenste disc te selecteren.
Een map selecteren
! U kunt deze functie alleen gebruiken als er
op dit toestel een dvd-speler is aangesloten die gecomprimeerde audiobestanden kan afspelen.
% Duw MULTI-CONTROL omhoog of om­laag om een map te selecteren.
Geavanceerde bediening
1 Druk op MULTI-CONTROL om het hoofdmenu weer te geven.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me­nuoptie FUNCTION.
Draai aan de knop om een andere menuoptie te selecteren. Druk erop om uw keuze te be­vestigen. Het functiemenu wordt weergegeven.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de func­tie te selecteren.
Tijdens het afspelen van een dvd-video of video-cd
Repeat (herhaalde weergave)Pause (pauze)
Tijdens het afspelen van een cd
Repeat (herhaalde weergave)Random (wil­lekeurige weergave)Scan (scanweergave)
Pause (pauze)ITS play (ITS-weergave) ITS memory (ITS-invoer)Title input (discti-
telinvoer)
Tijdens het afspelen van gecomprimeerde audio
Repeat (herhaalde weergave)Random (wil­lekeurige weergave)Scan (scanweergave) Pause (pauze)
# Druk op BAND/ESC/CANCEL om terug te keren naar het weergavedisplay.
# Als u een functie (behalve ITS memory en Title input) niet binnen ongeveer 30 seconden
gebruikt, keert het display automatisch terug naar de gewone weergave.
Functies en bediening
De bediening van de functies Repeat, Random, Scan, Pause en Title input is in
principe gelijk aan de bediening van deze functies op de ingebouwde cd-speler. De functies ITS play en ITS memory zijn in principe gelijk aan die van de multi-cd-speler.
64
Nl
Page 65
Verkrijgbare accessoires
Hoofdstuk
13
Functienaam Gebruik
Raadpleeg Een herhaalbereik selecte­ren op bladzijde 22.
Het herhaalbereik dat u kunt selecte­ren hangt echter af van het type disc of systeem. Het herhaalbereik van de dvd-speler/multi-dvd-speler is als volgt: U kunt deze functie niet gebruiken tijdens PBC-weergave van video-
Repeat
Random
Scan
Pause
ITS play
ITS memory
Title input
cd’s.
! Disc – De huidige disc herhalen ! Folder De huidige map herha-
len
! Title – Alleen de huidige titel her-
halen
! CHAP – Alleen het huidige
hoofdstuk herhalen
! Tra c k – Het huidige fragment
herhalen
Raadpleeg Fragmenten in willekeu- rige volgorde afspelen op bladzijde
23.
Raadpleeg Mappen en fragmenten scannen op bladzijde 23.
Raadpleeg Het afspelen onderbreken op bladzijde 23.
Raadpleeg ITS-speellijsten op blad­zijde 61.
Raadpleeg ITS-speellijsten op blad­zijde 61.
Raadpleeg Disctitels invoeren op bladzijde 23.
Opmerkingen
! Als u tijdens de herhaalde weergave een an-
dere disc selecteert, wordt het herhaalbereik gewijzigd in Disc.
! Als u tijdens het afspelen van een video-cd of
cd een fragment zoekt of snel vooruit- of ach­teruitspoelt tijdens Track, wordt het herhaal- bereik gewijzigd in Disc.
! Als u tijdens de het afspelen van gecompri-
meerde audio een andere map kiest, wordt het herhaalbereik gewijzigd in Disc.
! Als u tijdens het afspelen van gecompri-
meerde audio een fragment zoekt of snel voor-
uit- of achteruitspoelt tijdens Track, wordt het herhaalbereik gewijzigd in Folder.
! Een multi-dvd-speler met ITS-functies en dis-
ctitelfuncties kan ook op dit toestel worden aangesloten. In dat geval kunnen ITS play, ITS memory en de invoerfunctie voor discti­tels bediend worden.
! De ITS-functie van een dvd-speler verschilt
enigszins van de ITS-weergave met een multi­cd-speler. Bij een multi-dvd-speler heeft ITS­weergave alleen betrekking op het afspelen van cds. Raadpleeg ITS-speellijsten op blad­zijde 61 voor meer informatie.
Tv-tuner
Basisbediening
U kunt via dit toestel een los verkrijgbare tv­tuner bedienen.
Raadpleeg de handleiding van de tv-tuner voor meer informatie over de bediening van de tv­tuner. In dit gedeelte vindt u informatie over de bediening van de tv-tuner met dit toestel voor zover die afwijkt van de handleiding van de tv­tuner.
% Een frequentieband selecteren
Druk op BAND/ESC/CANCEL.
% Een zender selecteren (stap voor stap)
Duw MULTI-CONTROL naar links of naar rechts.
% Automatisch afstemmen
Houd MULTI-CONTROL even naar links of naar rechts ingedrukt en laat deze weer los.
Opmerkingen
! U kunt met TV-1 of TV-2 een frequentieband
selecteren.
! U kunt het automatisch afstemmen annuleren
door MULTI-CONTROL naar links of naar rechts te duwen.
Verkrijgbare accessoires
65
Nl
Page 66
Hoofdstuk
13
Verkrijgbare accessoires
! Als u MULTI-CONTROL naar links of naar
rechts duwt en vasthoudt, kunt u zenders overslaan. Het automatisch afstemmen begint zodra u MULTI-CONTROL loslaat.
Zenders opslaan en oproepen
U kunt 12 zenders opslaan zodat u deze later eenvoudig en snel kunt oproepen. ! Voor elke band kunnen 12 zenders in het
geheugen worden opgeslagen.
1 Druk op
Het scherm met voorkeuzezenders wordt weer­gegeven.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om de gese­lecteerde zender in het geheugen op te slaan.
Draai aan de knop om een ander voorkeuze­nummer te selecteren. Houd de knop inge­drukt om de frequentie op te slaan.
3 Gebruik MULTI-CONTROL om de ge­wenste zender te selecteren.
Draai aan de knop om een andere zender te kiezen. Druk op de knop om deze te selecte­ren.
# U kunt ook een andere zender zoeken door MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen. # Als de lijst niet binnen ongeveer 30 seconden wordt gebruikt, keert het display automatisch terug naar het normale display.
/LIST.
het zoeken is voltooid, verschijnt de lijst met voorkeuzezenders.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL om het opslaan te annuleren.
4 Gebruik MULTI-CONTROL om de ge­wenste zender te selecteren.
Draai aan de knop om een andere zender te kiezen. Druk op de knop om deze te selecte­ren.
# U kunt ook een andere zender zoeken door MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen. # Druk op BAND/ESC/CANCEL om terug te keren naar het gewone display. # Als de lijst niet binnen ongeveer 30 seconden wordt gebruikt, keert het display automatisch terug naar het normale display.
De sterkste zenders op volgorde opslaan (BSSM)
1 Druk op MULTI-CONTROL om het hoofdmenu weer te geven.
2 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer FUNCTION om BSSM weer te geven.
3 Druk op MULTI-CONTROL om BSSM in te schakelen. Search begint te knipperen. Terwijl Search
knippert, worden de 12 sterkste zenders opge­slagen, te beginnen bij de laagste zender. Als
66
Nl
Page 67
Aanvullende informatie
Aanhangsel
Problemen verhelpen
Bluetooth-audio/telefoon
Symptoom Oorzaak Maatregel
Het geluidssig­naal van de Bluetooth-ge­luidsbron wordt niet weergegeven.
Er wordt op het­zelfde moment getelefoneerd met een via Blue­tooth aangeslo­ten mobiele telefoon.
Er wordt op het­zelfde moment een via Bluetooth aangesloten mo­biele telefoon ge­bruikt.
Er werd opgebeld met een via Blue­tooth aangeslo­ten mobiele telefoon maar het gesprek werd onmiddellijk weer beëindigd. Daardoor kon de verbinding tus­sen dit toestel en de mobiele tele­foon niet correct worden afgeslo­ten.
Het geluidssignaal wordt weergegeven nadat het gesprek beëindigd is.
Gebruik de mobiele telefoon niet op hetzelfde moment.
Herstel de Blue­tooth-verbinding tussen dit toestel en de mobiele tele­foon.
Elektrisch of me-
ERROR-10, 11, 12, 15, 17, 30, A0
ERROR-15 De geplaatste
ERROR-22, 23 Het cd-formaat
NO AUDIO De geplaatste
SKIPPED De geplaatste
PROTECT Alle bestanden
chanisch pro­bleem
disc bevat geen gegevens
kan niet worden afgespeeld
disc bevat geen bestanden die kunnen worden afgespeeld
disc bevat WMA­bestanden die door digital rights manage­ment (digitaal rechtenbeheer, DRM) zijn bevei­ligd
op de disc zijn door digital rights manage­ment (digitaal rechtenbeheer, DRM) beveiligd
Zet het contact uit en weer aan, of schakel over naar een andere sig­naalbron en dan terug naar de cd­speler.
Vervang de disc.
Vervang de disc.
Vervang de disc.
Vervang de disc.
Vervang de disc.
Aanvullende informatie
Foutmeldingen
Schrijf een foutmelding altijd nauwkeurig op en houd deze bij de hand als u contact op­neemt met uw leverancier of het dichtstbij­zijnde Pioneer-servicecentrum.
Ingebouwde cd-speler
Melding Oorzaak Maatregel
ERROR-11, 12, 17, 30
Bekraste disc Vervang de disc.
Vuile disc Maak de disc
schoon.
USB-audiospeler/USB-geheugen
Melding Oorzaak Maatregel
NO AUDIO Geen songs Zet de audiobe-
Er is USB-geheu­gen met inge­schakelde bevei­liging aangeslo­ten
standen over naar de draagbare USB­audiospeler/het USB-geheugen en maak verbinding.
Raadpleeg de in­structies van het USB-geheugen om de beveiliging uit te schakelen.
67
Nl
Page 68
Aanhangsel
Aanvullende informatie
Er is geen USB-
NO DEVICE
SKIPPED De aangesloten
PROTECT Alle bestanden
NOT COMPA­TIBLE
CHECK USB Er is kortsluiting
opslagapparaat of iPod aangeslo­ten op de USB­poort van dit toe­stel.
draagbare USB­audiospeler/het USB-geheugen bevat WMA-be­standen die door Windows Me­diaä DRM 9/10 zijn beveiligd
op de aangeslo­ten draagbare USB-audiospe­ler/in het USB­geheugen zijn door Windows Media DRM 9/10 beveiligd
Het aangesloten USB-apparaat wordt door dit toestel niet on­dersteund.
opgetreden in de USB-aansluiting of de USB-kabel.
De aangesloten draagbare USB­audiospeler of het aangesloten USB-geheugen verbruikt meer dan 500 mA (maximaal toe­laatbare stroom­sterkte).
Sluit een compati­bel USB-opslagap­paraat aan.
Speel audiobestan­den af die niet door Windows Media DRM 9/10 zijn be­veiligd.
Zet audiobestan­den die niet door Windows Media DRM 9/10 zijn be­veiligd over naar de draagbare USB-au­diospeler/het USB­geheugen en sluit het apparaat aan.
Sluit een draag­bare USB-audio­speler of USB­geheugen aan dat compatibel is met USB Mass Storage Class.
Controleer of de USB-stekker en de USB-kabel niet er­gens ingeklemd zijn of beschadigd zijn.
Ontkoppel de draagbare USB-au­diospeler/het USB­geheugen en ge­bruik dit apparaat niet meer. Zet de contactschakelaar op OFF, daarna op ACC of ON en sluit vervolgens een compatibele draag­bare USB-audio­speler/compatibel USB-geheugen aan.
Communicatie-
ERROR-19
ERROR-23 Het USB-toestel
fout
is niet geformat­teerd met de in­deling FAT16 of FAT32
Probeer de vol­gende mogelijkhe­den. –Zet het contact uit en dan weer aan. –Ontkoppel de draagbare USB-au­diospeler/het USB­geheugen. –Schakel over naar een andere bron. Schakel vervolgens terug naar de USB­audiospeler/het USB-geheugen.
Gebruik een USB­toestel dat gefor­matteerd is met de indeling FAT16 of FAT32.
iPod
Melding Oorzaak Maatregel
ERROR-19 Communicatie-
fout
iPod-fout Verwijder de kabel
ERROR-16 Oude versie van
iPod
iPod-fout Verwijder de kabel
Verwijder de kabel uit de iPod. Sluit de kabel weer aan als het hoofdmenu van de iPod wordt weergegeven. Reset de iPod.
uit de iPod. Sluit de kabel weer aan als het hoofdmenu van de iPod wordt weergegeven. Reset de iPod.
Update de versie van de iPod.
uit de iPod. Sluit de kabel weer aan als het hoofdmenu van de iPod wordt weergegeven. Reset de iPod.
68
Nl
Page 69
Aanvullende informatie
Aanhangsel
iPod is niet opge-
ERROR-A1 CHECK USB
NO SONGS Geen songs Zet de songs over
STOP Geen songs in de
NO DEVICE Er is geen USB-
laden, maar functioneert cor­rect
huidige lijst
opslagapparaat of iPod aangeslo­ten op de USB­poort van dit toe­stel.
Controleer of de kabel van de iPod niet is kortgeslo­ten, bijvoorbeeld contact maakt met metalen voorwer­pen. Zet daarna het contact uit en weer aan, of ontkoppel de iPod en sluit deze weer aan.
naar de iPod.
Selecteer een lijst die wel songs bevat.
Sluit een compati­bele iPod aan.
Bluetooth-audio/telefoon
Melding Oorzaak Maatregel
ERROR-10 Fout in de
stroomvoorzie­ning van de Blue­tooth-module van dit toestel
Zet de contact­schakelaar uit (OFF) en daarna op de accessoirestand (ACC) of aan (ON). Als de storing hier­mee niet is verhol­pen, neem dan contact op met uw leverancier of een erkend Pioneer Servicecentrum.
Richtlijnen voor het gebruik van discs en de speler
! Gebruik uitsluitend discs die voorzien zijn
van een van onderstaande twee logo s.
! Gebruik uitsluitend normale, ronde discs.
Gebruik geen discs met een andere vorm (shaped discs).
! Gebruik cds van 12 of 8 cm. Gebruik geen
adapter als u cds van 8 cm afspeelt.
! Plaats geen ander object dan een cd in de
cd-laadsleuf.
! Gebruik geen gebarste, gebroken, kromme
of op andere wijze beschadigde discs, omdat zulke discs de speler kunnen be­schadigen.
! Niet-gefinaliseerde cd-r/cd-rw-discs kunnen
niet worden afgespeeld.
! Raak de gegevenszijde van de disc niet
aan.
! Bewaar discs in het bijbehorende doosje
wanneer u ze niet gebruikt.
! Bewaar discs niet in een hete ruimte of in
direct zonlicht.
! Plak geen labels op discs, schrijf er niet op
en breng het oppervlak niet in aanraking met chemische middelen.
! Als u een cd reinigt, veegt u de disc van het
midden naar de buitenkant met een zachte doek schoon.
Aanvullende informatie
69
Nl
Page 70
Aanhangsel
Aanvullende informatie
! Condens en vochtvorming kunnen de werk-
ing van de speler tijdelijk negatief beïnvloe­den. Laat de speler in een warmere omgeving ongeveer een uur op tempera­tuur komen. Veeg vochtige schijven met een zachte doek schoon.
! Sommige discs kunnen niet worden afge-
speeld afhankelijk van het type disc, de in­deling ervan, de toepassing waarmee deze is opgenomen, de omgeving waarin deze wordt afgespeeld, de manier waarop deze wordt bewaard, enzovoort.
! Tekstinformatie wordt soms niet correct
weergegeven. Dat is afhankelijk van de ma­nier waarop de disc is opgenomen.
! Schokken tijdens het rijden van het voer-
tuig kunnen de disc laten overslaan.
! Lees de voor discs geldende voorzorgs-
maatregelen voordat u ze gebruikt.
Dual discs
! Dual discs zijn dubbelzijdige discs met aan
de ene kant een beschrijfbaar cd-oppervlak voor audio-opnamen en aan de andere kant een beschrijfbaar dvd-oppervlak voor video-opnamen.
! Aangezien de cd-zijde van Dual discs niet
compatibel is met de algemene cd-stan­daard, is het wellicht niet mogelijk de cd­zijde op dit toestel af te spelen.
! Het regelmatig plaatsen en uitwerpen van
een Dual disc kan krassen veroorzaken op de disc en tot afspeelproblemen leiden. In sommige gevallen kan een Dual disc vast komen te zitten in de cd-laadsleuf en kan deze niet meer worden uitgeworpen. Om problemen te voorkomen wordt u aangera­den om geen Dual discs te gebruiken met dit toestel.
! Raadpleeg de informatie van de fabrikant
van de disc voor meer informatie over dual discs.
Compatibiliteit met gecomprimeerde audio
WMA
! Compatibel formaat: WMA gecodeerd met
Windows Media Player
! Bestandsextensie: .wma ! Bitsnelheid: 48 kbps tot 320 kbps (CBR), 48
kbps tot 384 kbps (VBR)
! Bemonsteringsfrequentie: 32 kHz tot 48
kHz
! Windows Media Audio 9 Professional, Los-
sless, Voice: Nee
MP3
! Bestandsextensie: .mp3 ! Bitsnelheid: 8 kbps tot 320 kbps (CBR),
VBR
! Bemonsteringsfrequentie: 16 kHz tot 48
kHz (32, 44,1, 48 kHz voor de beste kwali­teit)
! Compatibele ID3-tag-versie: 1.0, 1.1, 2.2,
2.3, 2.4 (ID3-tag versie 2.x krijgt prioriteit boven versie 1.x.)
! M3u speellijst: Nee ! MP3i (MP3 interactive), mp3 PRO: Nee
AAC
! Compatibel formaat: AAC gecodeerd met
iTunes
! Bestandsextensie: .m4a ! Bemonsteringsfrequentie: 11,025 kHz tot
48 kHz
! Overdrachtssnelheid: 16 kbps tot 320 kbps ! Apple Lossless: Nee
WAV
! Bestandsextensie: .wav ! Compatibel formaat: Lineair PCM (LPCM),
MS ADPCM
! Quantisatiebits: 8 en 16 (LPCM), 4 (MS
ADPCM)
! Bemonsteringsfrequentie: 16 kHz tot 48
kHz (LPCM), 22,05 kHz tot 44,1 kHz (MS ADPCM)
70
Nl
Page 71
Aanvullende informatie
Aanhangsel
iPod
Compatibiliteit met iPod
! Alleen de volgende modellen iPod kunnen
met dit toestel gebruikt worden. Onder­steunde versies van de iPod-software wor­den hieronder genoemd. Oudere versies van de iPod-software worden wellicht niet door dit toestel ondersteund. iPod nano eerste generatie (softwarever-
sie 1.3.1)
iPod nano tweede generatie (software-
versie 1.1.3)
iPod nano derde generatie (softwarever-
sie 1.1.2)
iPod vijfde generatie (softwareversie
1.3.0)
iPod classic (softwareversie 1.1.2)iPod touch (softwareversie 2.0)iPhone (softwareversie 2.0)iPhone 3G (softwareversie 2.0)
! Afhankelijk van de generatie en de versie
van de iPod zijn sommige functies niet be­schikbaar.
! De bediening kan variëren, afhankelijk van
de softwareversie van de iPod.
! Voor gebruik met een iPod is voor de iPod
een dock-connector-naar-USB-verbindings­kabel (CD-IU50) vereist. Raadpleeg uw leve­rancier voor meer informatie.
! Eerdere generaties iPods kunnen met dit
toestel via een iPod-adapter van Pioneer (bijvoorbeeld CD-IB100N) bediend worden. Raadpleeg Muziek op de iPod afspelen op bladzijde 59 voor meer informatie over de bediening met de iPod-adapter.
Bediening van de iPod
! Pioneer is niet verantwoordelijk voor verlies
van gegevens op de iPod, ook niet tijdens gebruik van dit toestel.
! Laat de iPod niet lange tijd in direct zon-
licht liggen. Overmatige blootstelling aan direct zonlicht kan de temperatuur in de iPod doen oplopen en storingen veroorza­ken.
! Stel de iPod niet bloot aan hoge temperatu-
ren.
! Maak de iPod stevig vast voordat u gaat rij-
den. Laat de iPod niet op de grond vallen, omdat deze dan onder het rem- of gaspe­daal terecht kan komen.
! Raadpleeg voor meer informatie de hand-
leiding van de iPod.
Informatie over iPod-instellingen
! Wanneer een iPod is aangesloten, wordt de
equalizer van de iPod door dit toestel vlak ingesteld voor een optimale klankweergave. Als u de iPod loskoppelt, wordt de equalizer naar de oorspronkelijke instelling terugge­zet.
! Als u dit toestel gebruikt, kunt u de herhaal-
functie van de iPod niet uitzetten. Zelfs als u op de iPod de herhaalfunctie uitzet, wordt deze automatisch aangezet als u de iPod op dit toestel aansluit.
Gecomprimeerde audiobestanden op disc
! Er kan een kleine vertraging optreden bij
het afspelen van audiobestanden die met afbeeldingsgegevens zijn gecodeerd.
! ISO 9660 niveau 1 en 2 compatibel. Bestan-
den in de bestandssystemen Romeo en Jo­liet zijn compatibel met deze speler.
! Het afspelen van multisessie-discs is moge-
lijk.
! Gecomprimeerde audiobestanden zijn niet
compatibel met packet write data transfer.
! Alleen de eerste 32 tekens van de bestands-
naam (inclusief de extensie) of mapnaam worden weergegeven.
! De mapvolgorde en andere instellingen zijn
afhankelijk van de software die voor het co­deren en schrijven is gebruikt.
Aanvullende informatie
71
Nl
Page 72
1
2
5
6
eau
eau
eau
eau
Aanhangsel
Aanvullende informatie
! Bij het afspelen van gecomprimeerde audi-
odiscs wordt altijd een korte pauze ingelast tussen de fragmenten. Dit gebeurt onge­acht de lengte van de lege ruimte tussen de fragmenten op de originele opname.
! Russische tekst kan alleen op dit toestel
worden weergegeven als die met de vol­gende tekensets is gecodeerd:
Unicode (UTF-8, UTF-16)Andere tekensets dan Unicode die in
een Windows-omgeving worden ge­bruikt en op Russisch zijn ingesteld bij de taalinstellingen
Voorbeeld van een boomstructuur
: Map
: Gecomprimeerd audiobestand
3 4
Bluetooth-profielen
! Apparaten die via Bluetooth draadloze
technologie communiceren, moeten be­paalde profielen ondersteunen. Dit toestel is compatibel met de volgende profielen: A2DP (Advanced Audio Distribution
Profile)
AVRCP (Audio/Video Remote Control
Profile)
GAP (Generic Access Profile)SDP (Service Discovery Protocol)OPP (Object Push Profile)HFP (Hands Free Profile)PBAP (Phone Book Access Profile)SPP (Serial Port Profile)
Opmerking over copyright en handelsmerken
WMA
Niv
1 Niv
2 Niv
3 Niv
4
! Mapnummers worden door dit toestel toe-
gewezen. Als gebruiker kunt u geen map­nummers toewijzen.
! De mappenstructuur kan uit maximaal
acht niveaus bestaan. Voor praktisch ge­bruik kunt u beter niet meer dan twee ni­veaus gebruiken.
Windows Media en het Windows-logo zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmer­ken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. ! Dit product bevat technologie die eigen-
dom is van Microsoft Corporation en mag niet worden gebruikt of verspreid zonder een licentie van Microsoft Licensing, Inc.
! Op een cd (-r/-rw) kunnen maximaal 999
bestanden worden afgespeeld.
! Op een disc kunnen maximaal 99 mappen
worden afgespeeld.
72
Nl
Page 73
Aanvullende informatie
Aanhangsel
MP3
Dit product is uitsluitend bedoeld voor niet­commercieel privégebruik. Het mag niet in een commerciële omgeving worden gebruikt voor realtime-uitzendingen (over land, via sa­telliet, kabel en/of andere media), voor uitzen­dingen/streaming via internet, intranet en/of andere netwerken, of in andere elektronische distributiesystemen zoals betaalradio of audio­op-aanvraagtoepassingen. Hiervoor is een aparte licentie nodig. Kijk voor meer informa­tie op http://www.mp3licensing.com.
iTunes
iTunes is een handelsmerk van Apple Inc., ge­deponeerd in de VS en andere landen.
iPod
iPod is een handelsmerk van Apple Inc., gede­poneerd in de VS en andere landen.
Bluetooth
Aanvullende informatie
Het merk Bluetoothâen de logos daarvan zijn gedeponeerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. Pioneer Corporation gebruikt deze onder licentie. Andere handelsmerken en han­delsnamen zijn eigendom van de respectieve eigenaren. ! Bluetooth is een technologie voor draad-
loze verbindingen over korte afstanden, ter vervanging van kabelverbindingen tussen mobiele telefoons, handheld-computers en andere apparaten. Bluetooth werkt in het frequentiebereik van 2,4 GHz en geeft spraak en gegevens door met snelheden tot 1 megabit per seconde. Bluetooth werd in 1998 gelanceerd door een special inte­rest group(SIG) die bestond uit Ericsson Inc., Intel Corp., Nokia Corp., Toshiba en IBM, en wordt momenteel door ongeveer 2 000 bedrijven wereldwijd verder ont­wikkeld.
iPhone
iPhone is een handelsmerk van Apple Inc.
73
Nl
Page 74
Aanhangsel
Aanvullende informatie
Technische gegevens
Algemeen
Spanningsbron ......................... 14,4 V gelijkstroom (12,0 tot
14,4 V toelaatbaar)
Aar di ng ......................................... Negatief
Max. stroomverbruik .............. 10,0 A
Afmetingen (B × H × D):
DIN
Chassis ..................... 180 mm × 50 mm × 162
mm
Voorka nt ................... 188 m m × 58 m m × 1 6 mm
D
Chassis ..................... 180 mm × 50 mm × 162
mm
Voorka nt ................... 170 m m × 46 m m × 1 6 mm
Gewicht ........................................ 1,4 kg
Audio
Maximaal uitgangsvermogen
..................................................... 50 W × 4
50 W × 2/4 W + 70 W × 1/2
W (voor de subwoofer) Doorlopend uitgangsvermogen
..................................................... 22 W × 4 (50 Hz tot 15 00 0
Hz, 5% THD, 4 W belas ting,
beide kanalen)
Bel as ti ngsi mpedantie ........... 4 W tot 8 W ×4
4 W tot 8 W ×2+2W ×1 Preout max. uitgangsniveau
..................................................... 4,0 V
Equalizer (7-bands grafische equalizer):
Freq ue nt ie ......................... 50/125/315/800/2k/5k/12,5k
Hz
Gai n ...................................... ±12 dB
HPF:
Freq ue nt ie ......................... 50/63/80/100/125 Hz
Afv al ..................................... –12 dB/oct
Subwoofer (mono):
Freq ue nt ie ......................... 50/63/80/100/125 Hz
Afv al ..................................... –18 dB/oct
Gai n ...................................... +6 d B to t –24 dB
Fase ...................................... Normaal/tegengesteld
Bass boost:
Gai n ...................................... +12 dB tot 0 dB
Cd-speler
Systeem ....................................... Compact Disc Audio
Bru ik ba re discs ........................ Compact Discs
Signaal-tot-ruisverhouding
..................................................... 94 dB ( 1 kHz) (I EC - A net-
werk)
Aantal kanalen .......................... 2 (stereo)
MP3-decoderingsformaat ... MPEG-1 & 2 Audio Layer 3 WMA-decoderingsformaat
..................................................... Versie 7, 7.1, 8, 9, 10, 11 (2
kan. audio)
(Windows Media Player)
AAC-decoderingsformaat ... MPEG-4 AAC (alleen iTunes
gecodeerd) (.m4a) (versie 7,7 en eerder)
WAV-signaalformaat .............. L in eaire PCM & MS ADPCM
(niet gecomprimeerd)
USB
Specificatie USB-standaard
..................................................... USB 2.0 v ol le dige s ne lh eid
Max im al e voedin g ................... 500 mA
Minimale geheugencapaciteit
..................................................... 256 MB
USB -klasse ................................. MSC - apparatuur (Mass Sto-
rage Class)
Bestandssysteem .................... FAT16, FAT32
MP3-decoderingsformaat ... MPEG-1 & 2 Audio Layer 3 WMA-decoderingsformaat
..................................................... Versie 7, 7.1, 8, 9, 10, 11 (2
kan. audio)
(Windows Media Player) AAC-decoderingsformaat ... MPEG-4 AAC (alleen iTunes
gecodeerd) (.m4a)
(versie 7,7 en eerder)
WAV-signaalformaat .............. L in eaire PCM & MS ADPCM
(niet gecomprimeerd)
FM-tuner
Frequentiebereik ...................... 87,5 MHz tot 108,0 MHz
Bruikbare gevoeligheid ......... 9 d Bf (0,8 µV/75 W, mono,
S/R: 30 dB) Signaal-tot-ruisverhouding
..................................................... 72 dB ( IE C -A -netwerk)
MW-tuner
Frequentiebereik ...................... 531 kHz to t 1 602 kHz (9
kHz)
Bruikbare gevoeligheid ......... 25 µV (S/N: 20 dB)
Signaal-tot-ruisverhouding
..................................................... 62 dB ( IE C -A -netwerk)
LW-tuner
Frequentiebereik ...................... 153 kHz to t 28 1 k Hz
Bruikbare gevoeligheid ......... 28 µV (S/N: 20 dB)
Signaal-tot-ruisverhouding
..................................................... 62 dB ( IE C -A -netwerk)
Bluetooth
Versie ............................................. Blue to ot h 2.0 + EDR ge ce r-
tificeerd
Uitgangsvermogen ................. +4 d Bm m ax .
(Vermogensklasse 2)
Opmerking
Technische gegevens en ontwerp kunnen ter pro­ductverbetering zonder voorafgaande kennisge­ving worden gewijzigd.
74
Nl
Page 75
PIONEER CORPORATION
4-1, MEGURO 1-CHOME, MEGURO-KU TOKYO 153-8654, JAPAN
PIONEER ELECTRONICS (USA) INC.
P.O. Box 1540, Long Beach, California 90801-1540, U.S.A. TEL: (800) 421-1404
PIONEER EUROPE NV
Haven 1087, Keetberglaan 1, B-9120 Melsele, Belgium/Belgique TEL: (0) 3/570.05.11
PIONEER ELECTRONICS ASIACENTRE PTE. LTD.
253 Alexandra Road, #04-01, Singapore 159936 TEL: 65-6472-7555
PIONEER ELECTRONICS AUSTRALIA PTY. LTD.
178-184 Boundary Road, Braeside, Victoria 3195, Australia TEL: (03) 9586-6300
PIONEER ELECTRONICS OF CANADA, INC.
300 Allstate Parkway, Markham, Ontario L3R 0P2, Canada TEL: 1-877-283-5901 TEL: 905-479-4411
PIONEER ELECTRONICS DE MEXICO, S.A. de C.V.
Blvd.Manuel Avila Camacho 138 10 piso Col.Lomas de Chapultepec, Mexico, D.F. 11000 TEL: 55-9178-4270
台北4413
(02) 2521-3588
9901-6 : (0852) 2848-6488
Uitgegeven door Pioneer Corporation. Copyright ã 2009 by Pioneer Corporation. Alle rechten voorbehouden.
<KOMZX> <08L00000>
<0G020149A/N> EW
Loading...