Ga voor registratie van uw product en ondersteuning naar
www.philips.com/welcome
PNS400/410BT
PNS500/510BT
Gebruiksaanwijzing
Page 2
Page 3
Inhoudsopgave
1 Belangrijk 2
Veiligheid 2
Kennisgeving 3
2 Uw navigatiesysteem 5
Introductie 5
Wat zit er in de doos? 5
Overzicht van het apparaat 6
3 Aan de slag 7
Stroom aansluiten 7
Het navigatiesysteem in- of uitschakelen 8
De beugel gebruiken 8
De touchpen gebruiken 8
Product voor de eerste keer gebruiken 8
4 Navigation 9
De Navigatiemodus inschakelen 9
Een bestemming kiezen 9
De navigatie starten 12
Instellingen 14
Een route plannen 16
Kaartmodus 18
Aanvullende informatie 18
5 Bluetooth-apparaten gebruiken 19
Een apparaat verbinden 19
Bellen 20
SMS 20
6 Instellingen aanpassen 21
7 Productinformatie 21
8 Problemen oplossen 22
Over het Bluetooth-apparaat 23
1NL
Page 4
1 Belangrijk
•Plaats niets op het apparaat dat gevaar
kan opleveren, zoals een glas water of een
brandende kaars.
Gehoorbescherming
Veiligheid
•Lees alle instructies goed door en zorg
dat u deze begrijpt voordat u het apparaat
gaat gebruiken. Als het product wordt
beschadigd omdat u de instructies niet
hebt opgevolgd, is de garantie niet van
toepassing.
•Stel het volume in op een veilig en prettig
niveau, zodat u veilig kunt rijden.
•Gebruik alleen het meegeleverde
bevestigingsmateriaal voor een veilige
installatie.
•Stel het apparaat niet bloot aan regen of
water, om kortsluiting te voorkomen.
•Steek geen voorwerpen in de
ventilatiesleuven of andere openingen van
het apparaat.
•Maak het apparaat en de behuizing schoon
met een zachte, vochtige doek. Gebruik
geen vloeistoffen als alcohol, chemicaliën of
huishoudelijke schoonmaakmiddelen om
het apparaat te reinigen.
•Gebruik nooit oplossingsmiddelen zoals
benzeen, thinner, reinigingsmiddelen of
antistatische sprays voor discs.
•Risico op beschadiging van het scherm!
Zorg ervoor dat het scherm nooit in
aanraking komt met andere voorwerpen.
•Batterijen (batterijdelen of geplaatste
batterijen) mogen niet worden
blootgesteld aan hoge temperaturen (die
worden veroorzaakt door zonlicht, vuur en
dergelijke).
•Er bestaat explosiegevaar als de batterij
onjuist wordt vervangen. Ver vang de
batterij uitsluitend met een batterij van
hetzelfde of een gelijkwaardig type.
•Zorg ervoor dat het apparaat niet nat
wordt.
A pleine puissance, l’écoute prolongée du
baladeur peut endommager l’oreille de
l’utilisateur.
Waarschuwing
• Luister om mogelijke gehoorbeschadiging te
voorkomen niet gedurende lange perioden op een
hoog volumeniveau.
Het maximale uitgangsvermogen van de
hoofdtelefoon is niet meer dan 150 mV.
Zet het volume niet te hard.
•Als u het volume van uw hoofdtelefoon te
hard zet, kan dit uw gehoor beschadigen.
Dit product kan geluiden produceren met
een decibelbereik dat het gehoor kan
beschadigen, zelfs als u minder dan een
minuut aan het geluid wordt blootgesteld.
Het hogere decibelbereik is bedoeld voor
mensen die al slechter horen.
•Geluid kan misleidend zijn. Na verloop van
tijd raken uw oren gewend aan hogere
volumes. Als u dus gedurende langere tijd
luistert, kan geluid dat u normaal in de
oren klinkt, eigenlijk te luid en schadelijk
voor uw gehoor zijn. Om u hier tegen te
beschermen, dient u het volume op een
veilig niveau te zetten voordat uw oren aan
het geluid gewend raken en het vervolgens
niet hoger te zetten.
Een veilig geluidsniveau instellen:
•Zet de volumeregeling op een lage stand.
2NL
Page 5
•Verhoog langzaam het volume totdat
het aangenaam en duidelijk klinkt, zonder
storingen.
Gedurende langere tijd luisteren:
•Langdurige blootstelling aan geluid,
zelfs op normale, 'veilige' niveaus, kan
gehoorbeschadiging veroorzaken.
•Gebruik uw apparatuur met zorg en neem
een pauze op zijn tijd.
Volg de volgende richtlijnen bij het gebruik van
uw hoofdtelefoon.
•Luister op redelijke volumes gedurende
redelijke perioden.
•Let erop dat u niet het volume aanpast
wanneer uw oren aan het geluid gewend
raken.
•Zet het volume niet zo hoog dat u uw
omgeving niet meer hoort.
•Wees voorzichtig en gebruik de
hoofdtelefoon niet in mogelijk gevaarlijke
situaties. Gebruik geen hoofdtelefoon
tijdens het besturen van een
motorvoer tuig,ets,skateboardenz.Dit
levert mogelijk gevaren op in het verkeer
en is in veel gebieden niet toegestaan.
Kennisgeving
Eventuelewijzigingenofmodicatiesaanhet
apparaat die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd
door Philips Consumer Lifestyle kunnen
tot gevolg hebben dat gebruikers het recht
verliezen het apparaat te gebruiken.
kaartdatabase. Deze dienen uitsluitend
ter referentie. De gebruiker dient
rekening te houden met de lokale
verkeersomstandigheden.
•De gebruiker is verplicht de plaatselijke
wetgeving in acht te nemen en veilig te
rijden. Bedien dit systeem niet wanneer het
voertuig in beweging is.
•De GPS-resultaten dienen uitsluitend ter
referentie. Deze dienen uw rijgedrag niet
te beïnvloeden, aangezien het systeem
mogelijk geen volledig nauwkeurige
weergave van de werkelijkheid biedt.
•De nauwkeurigheid van GPS kan
worden beïnvloed door het weer en
de locatie (hoge gebouwen/tunnels/
viaducten/bomen). GPS werkt binnen
doorgaans niet. Het signaal is niet
beschikbaar in gebouwen of in auto's
met zonwerende metallic folie op de ruit.
De ontvangstkwaliteit is afhankelijk van
speciekehardwarekenmerken.Wegens
verschillen in de hardware kan dit systeem
geen locatieverschillen vaststellen.
•Dit navigatiesysteem is uitsluitend bedoeld
voor niet-commercieel gebruik. Philips
aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor
schade als gevolg van het gebruik van dit
systeem voor zover is toegestaan op grond
van de wetgeving.
•Door dit systeem te gebruiken, gaat u
akkoord met bovenstaande disclaimer.
Beperkte aansprakelijkheid
•De kaartgegevens van dit systeem dienen
uitsluitend ter referentie. Uw huidige
locatie moet aan de hand van de feitelijke
omstandigheden worden vastgesteld.
•Het routeplan, de gesproken instructies
en de informatie over knooppunten die
door dit systeem worden aangeboden,
zijn aanbevelingen gebaseerd op
routealgoritmes en een elektronische
Dit product voldoet aan de vereisten met
betrekking tot radiostoring van de Europese
Unie.
Een exemplaar van de EGconformiteitsverklaring vindt u in de PDFversie (Portable Document Format) van de
gebruikershandleiding op www.philips.com/
support.
3NL
Page 6
Milieu-informatie
Er is geen overbodig verpakkingsmateriaal
gebruikt. We hebben ervoor gezorgd dat de
verpakking gemakkelijk kan worden gescheiden
in drie materialen: karton (de doos), polystyreen
(buffer) en polyethyleen (zakken en afdekking).
Het systeem bestaat uit materialen die kunnen
worden gerecycled en opnieuw kunnen worden
gebruikt wanneer het wordt gedemonteerd
door een gespecialiseerd bedrijf. Houd u aan de
plaatselijke regelgeving inzake het weggooien
van verpakkingsmateriaal, lege batterijen en
oude apparatuur.
op de juiste wijze van de batterijen te ontdoen,
voorkomt u negatieve gevolgen voor het milieu
en de volksgezondheid.
Breng uw product altijd naar een deskundige
om de ingebouwde batterij te laten verwijderen.
Uw product is vervaardigd van kwalitatief
hoogwaardige materialen en onderdelen die
kunnen worden gerecycleerd en herbruikt.
Als u op uw product een symbool met een
doorgekruiste afvalcontainer ziet, betekent
dit dat het product valt onder de EU-richtlijn
2002/96/EG.
Win inlichtingen in over de manier waarop
elektrische en elektronische producten in uw
regio gescheiden worden ingezameld.
Neem bij de verwijdering van oude producten
de lokale wetgeving in acht en doe deze
producten niet bij het gewone huishoudelijke
afval. Als u oude producten correct verwijdert,
voorkomt u negatieve gevolgen voor het milieu
en de volksgezondheid.
Uw product bevat batterijen die,
overeenkomstig de Europese richtlijn 2006/66/
EG, niet bij het gewone huishoudelijke afval
mogen worden weggegooid.Win informatie
in over de lokale wetgeving omtrent de
gescheiden inzameling van batterijen. Door u
Het woordmerk en de logo's van Bluetooth®
zijn gedeponeerde handelsmerken van
Bluetooth SIG, Inc. en het gebruik daarvan door
Philips is onder licentie.
kennisgeving worden gewijzigd. Handelsmerken
zijn eigendom van Koninklijke Philips Electronics
N.V. of hun respectieve eigenaren. Philips
behoudt zich het recht voor om op elk gewenst
moment producten te wijzigen en is hierbij niet
verplicht eerdere leveringen aan te passen.
4NL
Page 7
2 Uw
Wat zit er in de doos?
navigatiesysteem
Introductie
Het navigatiesysteem biedt:
•Een duidelijke begeleiding terwijl u rijdt
•De mogelijkheid oproepen te plaatsen en
te beantwoorden via Bluetooth
Controleer de inhoud van het pakket:
a Het navigatiesysteem
b Voedingsadapter voor in de auto
c Touchpen
d Beugel en houder
e USB-kabel
f Gedrukt materiaal
5NL
Page 8
Overzicht van het apparaat
a
b
c
d
i
h
g
e
a
• Houd deze knop ingedrukt om het
navigatiesysteem in te schakelen.
b Indicatielampje
• Gaat branden wanneer het
navigatiesysteem wordt opgeladen.
c Touchscreen
d Luidspreker
e RESET
• Herstel de standaardinstellingen.
f
• Mini-USB-aansluiting voor opladen en
gegevensoverdracht.
g Micro SD/SDHC-geheugenkaartsleuf
h
• Hoofdtelefoonaansluiting.
i Touchpen
6NL
f
Page 9
3 Aan de slag
Let op
• Gebruik de knoppen alleen zoals vermeld in deze
gebruikershandleiding.
Volg altijd de instructies in dit hoofdstuk op
volgorde.
Als u contact opneemt met Philips, wordt u
gevraagd naar het model- en serienummer
van uw apparaat. Het model- en serienummer
bevinden zich aan de onderkant van het
apparaat. Noteer de nummers hier:
Modelnummer
__________________________
Serienummer
___________________________
Stroom aansluiten
Het navigatiesysteem heeft een ingebouwde
batterij die via de USB-aansluiting van een
computer of de voedingsadapter van een
voertuig kan worden opgeladen.
Opladen met de autoadapter
Gebruik de meegeleverde autoadapter om
verbinding te maken met:
•De mini-USB-aansluiting van het
navigatiesysteem
•De sigarettenaansteker van een auto
Opladen via USB-aansluiting
Opmerking
• Oplaadbare batterijen hebben een beperkt aantal
oplaadcycli. De levensduur en het aantal oplaadcycli van
batterijen zijn afhankelijk van gebruik en instellingen.
Schakel het navigatiesysteem uit en sluit de
meegeleverde USB-kabel aan op:
•De mini-USB-aansluiting van het
navigatiesysteem.
•De USB-aansluiting van uw computer.
7NL
Page 10
Het navigatiesysteem in- of
uitschakelen
Houd ingedrukt totdat het navigatiesysteem
wordt in- of uitgeschakeld.
De slaapmodus op het
navigatiesysteem inschakelen
Houd ingedrukt om de slaapmodus op het
navigatiesysteem in te schakelen. Er wordt een
dialoogvenster weergegeven; selecteer dan
binnen 5 seconden [SLEEP].
•Druk op
opnieuw in te schakelen.
om het navigatiesysteem
De beugel gebruiken
U kunt de beugel en de houder gebruiken om
het navigatiesysteem in uw auto te bevestigen.
De touchpen gebruiken
Let op
• Touchpennen met een afgebroken punt, balpennen en
scherpe of ruwe voorwerpen kunnen krassen op het
touchscreen veroorzaken en het beschadigen.
• Gebruik een touchpen met een punt die in goede staat
is. Gebruik de touchpen niet als de punt kapot is.
U kunt de touchpen gebruiken om het
navigatiesysteem te bedienen.
Product voor de eerste keer
gebruiken
Wanneer u het navigatiesysteem voor de eerste
keer inschakelt, wordt u gevraagd een taal,
toetsenbord en maatsysteem te selecteren.
1 Houd ingedrukt om het navigatiesysteem
in te schakelen.
2 Raak / aan om een taal en
toetsenbordtype te kiezen uit de opties die
in het zoekscherm worden weergegeven.
Raak vervolgens
aan om te bevestigen.
8NL
3 Raak [I AGREE] aan om de wettelijke
kennisgevingen te accepteren.
4 Selecteer een maatsysteem.
Nahetcongurerenvandeinstellingenkuntu
het navigatiesysteem gebruiken.
Page 11
4 Navigation
De Navigatiemodus
inschakelen
• / : hiermee gaat u naar de vorige of
volgende pagina van het scherm met de
lijst.
•
/ : hiermee kunt u het toetsenbord op
het scherm weergeven of verbergen.
•
: hiermee geeft u het aantal gevonden
resultaten weer.
1 Houd ingedrukt om het navigatiesysteem
in te schakelen.
2 Raak [Navigation] aan voor toegang tot de
Navigatiemodus.
» Het hoofdnavigatiemenu wordt binnen
enkele seconden weergegeven.
• Als u de Navigatiemodus wilt
uitschakelen, raakt u [Yes] aan en
vervolgens selecteert u om te
bevestigen.
Opmerking
• Het wordt aangeraden de Navigatiemodus in te
schakelen als u in een open ruimte staat voor een
goede ontvangst. De eerste GPS-initialisatie kan een
paar minuten duren, afhankelijk van de omgeving en de
kwaliteit van het GPS-signaal.
• : hiermee keert u terug naar de
startpagina van het navigatiesysteem
zonder de wijzigingen op te slaan.
•
: hiermee slaat u uw keuzes op en keert
u terug naar het vorige scherm.
•
: hiermee sluit u het huidige scherm
zonder de wijzigingen op te slaan.
Een bestemming kiezen
U kunt op een van de volgende manieren een
bestemming kiezen:
Thuis
Via dit menu kunt u uw thuisadres instellen.
1 Raak [Home] aan.
2 Selecteer uw stad/straat/straatnummer uit
de lijst.
3 Raak [Navigate to] aan om de navigatie te
starten.
•Uw thuisadres verwijderen
1 Raak [Home] aan.
2 Raak [Remove] en vervolgens [Yes] aan
om de verwijdering te bevestigen.
Opmerking
• Wanneer u het systeem voor de eerste keer gebruikt
of uw thuisadres is verwijderd, dient u een adres in te
voeren wanneer u [Home] aanraakt.
9NL
Page 12
Favorite (Favoriet)
U kunt uw favoriete adressen opslaan en
instellen als bestemming.
1 Raak [Favorite] aan.
2 Raak [Add new favorite destination...]
aan en selecteer het adres zoals wordt
uitgelegd.
3 Gebruik het toetsenbord om het favoriete
adres een naam te geven en raak
om het op te slaan.
4 Raak [Navigate to] aan om de navigatie te
starten.
Een adres instellen als bestemming
1 Raak [Address] aan.
2 Kies een land uit de lijst.
• Raak
• De volgende keer dat u het systeem
3 Kies een stad. Typ de eerste letters van
de stadsnaam met het toetsenbord. De
overeenkomende stadsnamen worden
dan in een lijst weergegeven. Raak de
stadsnaam in de lijst aan.
aan om een ander land te
kiezen.
gebruikt, zoekt het systeem een
ingevoerd adres automatisch in het
laatst gekozen land.
aan
• Een willekeurige plaats in de straat
• Huisnummer: voer het huisnummer in
waar u heen wilt en raak vervolgens
OK aan op het toetsenbord.
Tip
• Raak aan als u wilt terugkeren naar het vorige
scherm.
• Raak aan om het toetsenbord te verbergen en de
lijst weer te geven.
Manieren om adressen op te zoeken
Het systeem biedt andere manieren om een
adres op te zoeken.
•Zoeken op postcode
1 Raak in het scherm [Zip] aan voor het
zoeken naar een stad.
2 Voer de postcode in op het toetsenbord
en selecteer de overeenkomende
postcode uit de lijst.
•Zoeken op POI (nuttige plaats)
1 Raak in het scherm [POI] aan voor het
zoeken naar een straat.
2 Selecteer de POI-categorie in de lijst.
4 Selecteer een straat. Typ de eerste letters
van de straatnaam met het toetsenbord.
De overeenkomende straatnamen worden
dan in een lijst weergegeven. Raak de
straatnaam in de lijst aan.
5 Kies het huisnummer.
10NL
Page 13
3 Raak de POI-naam van het punt waar u
heen wilt aan in de lijst.
•Zoeken op kruispunt
1 Raak in het scherm [Crossing] aan voor
het selecteren van een huisnummer.
2 Raak de naam van de aangrenzende straat
aan in de lijst.
• U kunt ook de eerste letters van de
naam van de aangrenzende straat
met het toetsenbord invoeren en
de overeenkomende naam in de lijst
aanraken.
De laatste bestemming gebruiken
Het systeem kan tot 20 recente bestemmingen
die u hebt opgezocht onthouden zodat
gebruikers snel toegang hebben tot deze
adressen om ze te gebruiken als bestemming.
1 Raak [Last destinations] aan.
2 Raak een van de adressen in de lijst aan.
3 Raak [Navigate to] aan om de navigatie te
starten.
Mijn POI's
Raak [My POIs] aan om uw persoonlijke POI's
weer te geven. Selecteer uw gewenste POI
en start de navigatie. U kunt POI's op twee
manieren toevoegen:
Een POI toevoegen in de Navigatiemodus
1 Raak aan.
2 Het toetsenbord gebruiken om de POI
een naam te geven
3 Raak aan om te bevestigen.
Een POI toevoegen in de Kaartmodus
1 Beweeg de kaart met uw vinger en plaats
de gewenste POI onder het kruis in het
midden van het scherm.
2 Raak aan.
3 Gebruik het toetsenbord om de POI een
naam te geven.
4 Raak aan om te bevestigen.
GPS-coördinaten
Dichtbij zoeken
U kunt een POI zoeken die in de buurt ligt van
de plaats waar u bent.
1 Raak [Find nearby] aan.
2 Kies de POI-categorie waarin u
geïnteresseerd bent uit de weergegeven
lijst.
3 Raak de POI aan waar u heen wilt of
selecteer deze uit de lijst door de eerste
letter van de naam te typen.
4 Raak [Navigate to] aan om de navigatie te
starten.
Met deze optie kunt u een bestemming
invoeren met lengte- en breedtecoördinaten.
1 Raak [GPS Coordinates] aan.
2 Voer de lengte- en breedtecoördinaten in
met het toetsenbord.
3 Raak aan om te bevestigen.
11NL
Page 14
De navigatie starten
Wanneer u een bestemming hebt gekozen, kunt
u kiezen uit de volgende opties:
[Navigate to]: routebegeleiding starten
[Find nearby]: een POI in de omgeving van het
gekozen adres zoeken.
[Save as]: de bestemming opslaan.
[Show]: het adres weergeven op de kaart.
12NL
Page 15
Tijdens het navigeren
M
Nadat u een bestemming hebt geselecteerd, raakt u [Navigate to] aan om de routebegeleiding te
starten. Het navigatiescherm verschijnt.
L
K
A
H
F
•A: knop voor route herberekenen. Met deze knop wordt een alternatieve route berekend. Als u na
10 seconden nog geen wijziging hebt aangebracht, keert u terug naar het navigatiescherm.
•B: de huidige positie opslaan als POI.
•C: het geluid in- of uitschakelen.
•D: overschakelen naar de Kaartmodus.
•E: naam van de huidige straat.
•F: geschatte resterende tijd tot de bestemming is bereikt. Raak dit aan om de aankomsttijd weer te
geven.
•G: overgebleven afstand tot de bestemming is bereikt.
•H: huidige snelheid.
•I: huidig geselecteerde vervoermodus.
•J: GPS-signaal
•K: symbool van de tweede volgende manoeuvre
•L: symbool van de volgende manoeuvre
G
A50
E
I
C
D
J
13NL
Page 16
Navigatiemenu
U kunt het navigatiescherm overal aanraken om
het navigatiemenu weer te geven.
•[Go to]: het [Destination]-
bestemmingsmenu openen.
Dichtbij zoeken
Zodra het adres is ingesteld, kunt u een POI
(nuttige plaats) in de buurt kiezen.
1 Raak [Find nearby] aan.
2 Kies een POI-categorie.
3 Raak de POI aan waar u heen wilt.
4 Raak [Navigate to] aan om de navigatie te
starten.
Als bestemming opslaan
Zodra het adres is ingesteld, kunt u het opslaan
als uw favoriete bestemming.
1 Raak [Save as] aan.
2 Voer een naam in met het toetsenbord.
3 Raak aan om te bevestigen.
4 Raak Navigeren naar aan om de
routebegeleiding te starten.
• Raak [Remove] aan om het adres te
verwijderen en vervolgens [Yes] om te
bevestigen.
Instellingen
Via het instellingenmenu kunt u uw
navigatiesysteem personaliseren.
Weergave en geluid
•[Day/Night]
Kies een dag- of nachtweergave van de
kaart of schakel de modus Automatisch in.
In de Nachtmodus zijn de kleuren van de
kaart aangepast zodat de schermverlichting
's nachts niet hinderlijk of te fel is, maar
juist prettig.
In de modus Automatisch past het systeem
het scherm automatisch aan, afhankelijk
van het tijdstip. Het scherm wordt ook
automatisch ingesteld op Nachtmodus
wanneer u zich in een tunnel bevindt.
•[View 2D/3D/North/Auto]
Hiermee selecteert u een
kaartweergavemodus.
•[Sound]
Hiermee past u het luidsprekervolume aan.
•[POI Visibility]
Hiermee selecteert u welke POIcategorieën op de kaart worden
weergegeven. De selectievakjes naast alle
categorieën inschakelen
14NL
Page 17
• Raak [All] aan om alle POI-categorieën
weer te geven.
• Raak [None] aan om alle POI-
categorieën te verbergen.
• Raak
Tip
• Raak aan om uw keuze te bevestigen.
• Raak aan om terug te keren naar het hoofdmenu.
aan om terug te keren naar
het menu Weergave en geluid zonder
wijzigingen op te slaan.
aankomstzijde. Deze optie is alleen
beschikbaar als de bestemmingsstraat
een tweerichtingsweg is.
•[Unpaved roads/No unpaved roads]:
Onverharde (zonder asfalt) wegen
vermijden of niet. Onverharde wegen
worden standaard wel gebruikt.
•[Border crossing]
Besluit of u binnen de landsgrenzen wilt
blijven of ook een route via het buitenland
accepteert. Er wordt geen rekening
gehouden met de optie Geen landgrenzen
overschrijden als de bestemming in een
ander land ligt.
Routeproel
Raakeenvandeoptiesaanomhetrouteproel
in te stellen.
•[Fastest/Shortest]
U kunt kiezen tussen een optimale route
gebaseerd op tijd of afstand.
•[Tolls/No tolls]
Kies of u tolwegen wilt vermijden of niet.
•[Motorway/No Motorway]
Kies of u snelwegen wilt vermijden of niet.
•[Ferry/No Ferry]
Kies of u veerdiensten wilt vermijden of
niet.
•[Side arrival/No side arrival]
• Aankomstzijde: wanneer de
bestemming een huisnummer is,
zorgt deze optie ervoor dat de
route zo wordt berekend dat u in de
bestemmingsstraat arriveer t aan de
kant van het gekozen nummer.
• Geen aankomstzijde: er wordt tijdens
het berekenen van de route geen
rekening gehouden met een bepaalde
Taal en toetsenbord
U kunt de taal van het navigatiesysteem en de
gesproken aanwijzingen wijzigen.
•Raak / aan om een taal of
toetsenbord te selecteren.
•Raak
•Raak aan om terug te keren naar het
Alarm
aan om de wijzigingen op te slaan.
hoofdmenu.
15NL
Page 18
Raak deze knop aan om het radaralarm in of uit
te schakelen.
•[Danger Zone]
•[Risk area]
•[Overspeed]
Het proel van het voertuig
1 Raak / aan om een vervoermodus te
kiezen.
2 Raak [Speed prole] aan om de
parameters in te stellen.
zijn bedoeld voor veel verkeer. Toegang
tot deze wegen wordt gewoonlijk
gecontroleerd.
• [3rd level roads] (bruin op de kaart)
Deze wegen zijn nog minder
belangrijk. Ze verbinden dorpen en
de belangrijkste stadswijken en zijn
bedoeld voor redelijk veel verkeer.
• [4th level roads] (grijs op de kaart)
Dit zijn alle andere wegen:
onbelangrijke wegen, doodlopende
straten, voetgangerspaden enz. Deze
worden meestal alleen gebruikt bij het
begin- en eindpunt van een reis.
Wanneer de waarde is ingesteld op 100%, is
er geen snelheidswijziging aangebracht. Als de
waarde echter bijvoorbeeld is ingesteld op 50%
voor een van de categorieën, wordt de snelheid
voor de wegen in deze categorie gehalveerd.
Hierdoor is de geschatte reistijd voor deze
wegen dubbel zo lang. Deze wegen worden bij
het berekenen van een route daarom alleen
gebruikt als het niet anders kan. Als de waarde
voor een categorie wordt ingesteld op 150%,
wordt voorkeur gegeven aan de wegen in deze
categorie.
• [Speed limit]: hiermee stelt u de
maximumsnelheid van uw voertuig in.
• [Prole]: hiermee selecteert u
hetsnelheidsproeldattijdensde
routeberekening wordt gebruikt. Er zijn
3standaardproelenendezekunnen
worden gewijzigd.
• [Main roads] (rood op de kaart)
Deze zijn deel van het netwerk van
hoofdwegen dat grote steden met
elkaar verbindt. Ze omvatten het
merendeel van het snelwegnetwerk en
de ringwegen rond de grote steden.
• [2nd level roads] (geel op de kaart)
Deze wegen zijn minder belangrijk,
maar verbinden de meeste steden en
16NL
Een route plannen
U kunt uw route op twee manieren plannen:
•De navigatie starten met Via-punten
•Start de simulatie (zonder GPS) om een
route te plannen of om een beeld te
krijgen van de route met betrekking tot
afstand en tijd.
1 Raak [Plan a route] aan.
2 Raak aan om Via-punten toe te voegen.
Page 19
• Raak aan om het geselecteerde Viapunt te verwijderen.
• Wanneer er twee of meer Viapunten zijn ingesteld, raakt u de pijlen
naar boven en beneden aan om de
volgorde te wijzigen.
•
wordt geactiveerd wanneer
u een reis plant met meer dan
drie bestemmingen. Als u
vervolgens [Yes] aanraakt, keert u
aan het eind van uw reis terug naar
het beginpunt. Uw bestemmingen
worden gereorganiseerd om uw reis
te optimaliseren. Als u [No] aanraakt,
wordt de reis van het beginpunt naar
de laatst gekozen bestemming zo
optimaal mogelijk berekend. (Zonder
terug te keren naar het originele
beginpunt.)
en
3 Raak [Yes] of [No] aan om de
Simulatiemodus in of uit te schakelen.
17NL
Page 20
Kaartmodus
DE
D
I
H
B
Op de kaart wordt uw huidige positie weergegeven als de Navigatiemodus niet is ingeschakeld. Tijdens
de navigatie kunt u de Kaartmodus inschakelen door de knop J aan te raken.
•A: terugkeren naar het hoofdmenu.
•B: de gehele kaart weergeven.
•C: het geluid in- of uitschakelen.
•D: in- of uitzoomen op de kaart.
•E: de huidige navigatieroute (blauw)
•F: routeoverzicht: hierin worden manoeuvres (afslagen) weergegeven voor de berekende route.
•G: de positie onder de centrale cursor opslaan als POI.
•H: de volledige route weergeven inclusief de positie van het voertuig.
•I: de resterende route weergeven vanaf de huidige positie van het voertuig.
•J: terugkeren naar de Navigatiemodus.
Aanvullende informatie
AF
G
C
J
Raak Auteursrechten in het navigatiehoofdmenu aan om de auteursrechtelijke informatie weer te geven
en te bekijken welke software is geïnstalleerd op uw navigatiesysteem.
18NL
Page 21
5 Bluetooth-
apparaten
gebruiken
Met dit navigatiesysteem kunt u ook oproepen
starten via Bluetooth. Raak
Bluetooth-menu te openen.(Alleen voor
PNS410BT en PNS510BT)
Een apparaat verbinden
Opmerking
• Philips kan niet garanderen dat dit apparaat compatibel
is met alle Bluetooth-apparaten.
• Raadpleeg de gebruikershandleiding om te controleren
of het apparaat compatibel is met Bluetooth voordat u
het apparaat met dit systeem koppelt.
• Controleer of de Bluetooth-functie is ingeschakeld
op uw apparaat en uw apparaat zichtbaar is voor alle
andere Bluetooth-apparaten.
• U kunt maar één Bluetooth-apparaat tegelijk met dit
systeem verbinden.
• De maximale afstand tussen dit systeem en een
Bluetooth-apparaat is ongeveer 3 meter.
• Obstakels tussen dit systeem en een Bluetooth-
apparaat kunnen het bereik verkleinen.
• Houd dit systeem uit de buurt van andere
elektronische apparatuur die voor storing kan zorgen.
aan om het
• U kunt [Stop] aanraken om te stoppen
met zoeken.
4 In de apparatenlijst raakt u uw
apparaatnaam aan en vervolgens
Verbinding maken om te koppelen.
5 U dient het koppelverzoek op uw
apparaat te accepteren en het
standaardwachtwoord 1234 in te voeren.
» Nadat er verbinding is gemaakt, raakt u
aan. Het volgende scherm verschijnt.
Tip
• Raak [Modify the PIN] aan om het
standaardwachtwoord te wijzigen.
• Raak [Modify the name] aan om de standaardnaam van
het apparaat te wijzigen.
De verbinding met een apparaat
verbreken
Een apparaat verbinden
1 Schakel de Bluetooth-functie op uw
mobiele telefoon in.
2 Raak [Open] aan om Bluetooth in te
schakelen en raak vervolgens [Pair/
Connect] aan.
3 Raak [Search] en vervolgens [Re-search]
aan om naar Bluetooth-apparaten te
zoeken die kunnen worden gekoppeld.
Raak [Disconnect] aan als u de verbinding met
het apparaat wilt verbreken.
19NL
Page 22
Bellen
Opmerking
• Zorg dat de Bluetooth-verbinding actief blijft tussen het
systeem en uw mobiele telefoon.
Tip
• U verkrijgt een overzicht van alle ontvangen, geplaatste
en gemiste oproepen door [Received], [Dialed] of
[Missing] aan te raken.
Een inkomend gesprek aannemen
Een nummer bellen
1 Raak [Dialing] aan.
» Voer in het volgende scherm
het telefoonnummer in met het
toetsenbord.
2 Raak aan om de oproep te starten.
• Raak aan als u een oproep wilt
beëindigen.
Een nummer in uw telefoonboek bellen
1 Raak [Phonebook] aan zodat het
navigatiesysteem het telefoonboek
automatisch met uw mobiele telefoon
synchroniseert.
2 Raak een nummer uit de lijst aan en raak
Bellen aan om de oproep te starten.
Wanneer het systeem een inkomend gesprek
ontvangt, wordt het telefoonnummer
weergegeven. Raak [Answer] aan om de
oproep aan te nemen.
Een inkomend gesprek weigeren
Raak [Reject] aan om een inkomend gesprek
te negeren.
Oproep doorschakelen naar mobiele
telefoon
Standaard komt de stem tijdens een oproep uit
de luidsprekers.
1 Raak aan.
» De luidsprekers worden uitgeschakeld
en de stem komt alleen uit uw mobiele
telefoon.
2 Neem op om het gesprek te star ten.
SMS
Raak [SMS] aan zodat het navigatiesysteem de
SMS met uw mobiele telefoon synchroniseert.
Het laatst gekozen nummer bellen
1 Raak [Call history] aan zodat het
navigatiesysteem de gespreksgeschiedenis
met uw mobiele telefoon synchroniseert.
2 Raak een telefoonnummer uit de lijst aan
en vervolgens [Dialing] om het nummer
opnieuw te bellen.
20NL
Page 23
6 Instellingen
7 Productinforma-
aanpassen
InstellingenBeschrijving
[Backlight]Hiermee stelt u de helderheid
[Volume]Hiermee stelt u het volume en
[Language]Hiermee stelt u de schermtaal
[GpsInfo]Hiermee geeft u de GPS-
[DateTime]Hiermee stelt u de datum en
[Calibration]Volg de instructies op het
[Navi Path]Hiermee wordt de
[Power]Hiermee wordt het
[Restore
Set]
[System
Info]
[USB]Selecteer een USB-modus:
van het scherm en de
verlichting in.
het aanraakgeluid in.
in.
informatie weer.
de tijd in.
scherm om het scherm te
kalibreren.
navigatieroute weergegeven.
batterijniveau van de
ingebouwde batterij
weergegeven.
Hiermee herstelt u de
fabrieksinstellingen.
Hiermee geeft u de
systeeminformatie weer.
• [MASS STORAGE]
• [MS ACTIVESYNC]
tie
Opmerking
• Productinformatie kan zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
Algemeen
BatterijOplaadbare
Luidspreker 1,5 W @ 8
Bedrijfstemperatuur-10 °C - 55 °C
Temperatuur voor
opslag en vervoer
Atmosferische druk86 Kpa - 106 Kpa
Afmetingen van het
navigatiesysteem
(b x h x d)
Afmetingen van de
houder
(b x h x d)
Gewicht (apparaat)0,13 kg
Gewicht (houder)0,10 kg
lithiumbatterij, 3,7 V
-20 °C - 70 °C
117,5 x 77,4 x 11,8 mm
(PNS400/PNS410BT)
133,9 x 84,4 x 11,5 mm
(PNS500/PNS510BT)
80,0 x 110,0 x 130,0
mm
PNS400/PNS410BT)
0,16 kg
(PNS500/PNS510BT)
LCD
Beeldformaat4,3 inch
(PNS400/PNS410BT)
5,0 inch
(PNS500/PNS510BT)
Schermresolutie800 x 480 dots
Contrastverhouding
Helderheid 450 cd/m²
500
21NL
Page 24
Bluetooth(Alleen voor PNS410BT en
PNS510BT)
CommunicatiesysteemBluetooth Standard
versie 2.0
Uitgang Bluetooth Standard
Power Class 2
Frequentieband2,4GHz-band (2,4000
GHz - 2,4835 GHz)
8 Problemen
oplossen
Waarschuwing
• Verwijder de behuizing van dit product nooit.
Probeer het apparaat nooit zelf te repareren.
Hierdoor wordt de garantie ongeldig.
Als er zich problemen voordoen bij het gebruik
van dit product, controleer dan het volgende
voordat u om service vraagt. Als het probleem
onopgelost blijft, gaat u naar de website van
Philips (www.philips.com/support). Als u
contact opneemt met Philips, zorg er dan voor
dat u het product, het modelnummer en het
serienummer bij de hand hebt.
Geen stroom
•De ingebouwde batterij moet worden
opgeladen.
Geen geluid
•Het volume is te laag. Pas het volume aan.
Zwak GPS-signaal
•Als er niet genoeg satellieten zijn om
uw positie vast te stellen of als er
geen ontvangst is, wordt de melding
Geen GPS-signaal weergegeven op
het navigatiesysteem. De initialisatie en
ontvangst van GPS-signalen kan worden
beïnvloed door de voorruiten waar
bepaalde voertuigen mee zijn uitgerust.
Als u een bewerkte voorruit hebt, dient
u het systeem op een onbewerkt deel
van uw voorruit te plaatsen, met een
onbelemmerd bereik.
Bestemming onbereikbaar
•Bepaalde bestemmingen kunnen
onbereikbaar zijn, afhankelijk van
de gekozen vervoermodus. Een
voetgangerspad is bijvoorbeeld niet te
bereiken in de Automodus. Het systeem
zal niettemin proberen u naar het punt het
22NL
Page 25
dichtst in de buurt van uw bestemming te
leiden.
Over het Bluetooth-apparaat
Kan geen verbinding maken met het systeem.
•Het apparaat biedt geen ondersteuning
voordeproelendiedoorhetsysteem
worden vereist.
•De Bluetooth-functie van het apparaat
is niet ingeschakeld. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van het apparaat
voor meer informatie over het inschakelen
van de functie.
•Het systeem bevindt zich niet in de
koppelingsmodus.
•Het systeem is al aangesloten op een
ander Bluetooth-apparaat. Verbreek de
verbinding met het apparaat of alle overige
aangesloten apparaten en probeer het
opnieuw.
De verbinding met de gekoppelde mobiele
telefoon wordt voortdurend aangesloten en
weer verbroken.
•De Bluetooth-ontvangst is slecht. Plaats de
mobiele telefoon dichter bij het systeem
of verwijder obstakels tussen de mobiele
telefoon en het systeem.
•Sommige mobiele telefoons maken
voortdurend verbinding of verbreken
de verbinding tijdens het bellen of het
beëindigen van gesprekken. Dit betekent
niet dat er zich een storing voordoet.
•Bij sommige mobiele telefoons wordt
de Bluetooth-verbinding automatisch
uitgeschakeld om energie te besparen.
Dit betekent niet dat er zich een storing
voordoet.