Pentax PLP-701, PLP-701R, PLP-700, PLP-702, PLP-702R User Manual [nl]

Ahead of Vision
PENTAX Industrial Instruments Co., Ltd.
2-5-2 Higashi-Oizumi Nerima-Ku, Tokyo 178-8555, Japan Tel. +81 3 5905 1222 Fax +81 3 5905 1225 E-mail: international@piic.pentax.co.jp Website:www.pentax.co.jp/piic/survey
www.pentaxsurveying.com
LASER LEVEL
PLP-700
HANDLEIDING
PLP-701
laser met automatische waterpasregeling
PLP-702
laser met automatische waterpasregeling
PLP-701R
laser met automatische waterpasregeling
PLP-702R
laser met automatische waterpasregeling
SERIES
Veiligheidsmaatregelen (moeten nageleefd worden)
De volgende items zijn bedoeld om eventuele letsels van de gebruiker of derden en/of schade aan het toestel te vermijden. Die veiligheidsmaat­regelen zijn van essentieel belang voor een veilig gebruik van dit product en moeten altijd nageleefd worden.
Belangrijke aanduidingen
De volgende aanduidingen worden gebruikt om een onderscheid te maken tussen de voorzorgsmaatregelen volgens de ernst van het letsel of de schade die kan ontstaan als de voorzorgsmaatregel niet nageleefd wordt.
WAARSCHUWING
Items met deze aanduiding zijn voorzorgsmaatregelen die, als ze niet nageleefd worden, zware verwondingen of de dood tot gevolg kunnen hebben.
OPGELET
Items met deze aanduiding zijn voorzorgsmaatregelen die, als ze niet nageleefd worden, letsels of materiële schade tot gevolg kunnen hebben.
De term ‘letsel’verwijst hier naar verwondingen zoals sneden, kneuzingen of elektrische schokken, die gewoonlijk geen langdurige behandeling vergen en waarvoor het slachtoffer ook niet in het ziekenhuis opgenomen moet worden.
‘Materiële schade’ verwijst naar schade aan voorzieningen, gebouwen, geregistreerde gegevens, enz.
3
1. Om dit laserproduct veilig te manipuleren, moet u het bedienen volgens de instructies op het waarschuwingslabel waarvan de locatie op de volgende illustratie getoond wordt.
3. De laser vertrekt van hieruit en dit deel roteert.
2. Waarschuwingslabel laser. Het label is op de bovenzijde aangebracht.
4
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat u uw ogen niet blootstelt aan de laserstraal (rode
lichtbron) wanneer het toestel in gebruik is. Het kan gevaarlijk zijn om uw ogen gedurende lange tijd aan een laserstraal bloot te stellen. (Laserstraal: gelijkwaardig aan laserniveau van klasse 2)
Probeer het toestel niet te ontmantelen.Laat het door uw dealer of door een erkend reparatiebedrijf repareren. Als u het toestel zelf ontmantelt, kan het probleem erger worden.
OPGELET
Ga niet op de draagkoffer staan. De koffer kan kantelen zodat wie erop
staat, valt.
Wanneer u het instrument op een driepoot bevestigt,controleer dan of dat goed gebeurd is en draai dan de beenklemmen van de driepoot goed vast. Als het toestel niet goed bevestigd is of als de klemmen niet degelijk vastgemaakt zijn, kan het toestel van de driepoot vallen of kan de driepoot zelf omvallen.
Wanneer u de driepoot draagt, moet u erop letten dat u met de uiteinden ervan niemand raakt.
Wanneer u de driepoot opstelt, moet u erop letten dat u met de uiteinden ervan niemand in de hand of de voet steekt.
Wanneer u dit laserproduct gebruikt, let er dan dat de laser niet op de ooghoogte van autobestuurders of voetgangers staat. Stel de laser niet op een sterk spiegelend oppervlak op. Als u het instrument opbergt, koppel dan de batterij los zodat de laser niet opnieuw ingeschakeld wordt.
5
Voorzorgsmaatregelen
Het instrument mag niet in extreme temperaturen opgeslagen of gebruikt worden. Het mag ook niet gebruikt worden in een plaats waar snelle temperatuurswisselingen mogelijk zijn (raadpleeg de tabel met de toelaatbare omgevingstemperaturen). Buiten die toelaatbare omgevingstemperaturen is het mogelijk dat het instrument niet behoorlijk werkt.
6
Berg het instrument in de draagkoffer op om het op te bergen en zet de koffer op een droge plek die tegen trillingen, stof en een hoog vochtigheidsgehalte beschermd is.
Wanneer de opslag- en bedrijfstemperaturen sterk van elkaar verschillen, laat u het instrument in de koffer tot het zich aan de omgevingstemperatuur aangepast heeft.
7
De detector (optie) kan ook op andere lichtbronnen dan de laserstraal reageren, bijv. fluorescentielampen, werflampen, gemoduleerd licht of elektrische golven (op of in de buurt van een luchthaven enz.). Dat betekent dat de meting op die plaatsen niet altijd correct is. In die gevallen voert u de meting opnieuw uit nadat u het gemoduleerde licht, de golven enz. onderbroken of uitgeschakeld hebt.
Het instrument moet voorzichtig vervoerd of gedragen worden om schokken of trillingen te vermijden.
8
Het instrument moet in de draagkoffer opgeslagen worden en beschermd worden door schokdempend materiaal. Behandel het geheel voorzichtig als een ‘breekbaar’ voorwerp.
Lees de paragraaf ‘Het uitgangspunt controleren en instellen’op pagina 35 in deze handleiding en controleer of er geen storingen zijn voor u het instrument gebruikt. Als het instrument gedurende een lange tijd opgeborgen is geweest of als het aan een schok of trillingen blootgesteld geweest is, moet u het voor het gebruik op storingen controleren. Als er storingen zijn, moet u het toestel aanpassen of het laten repareren.
9
Volg de items in de handleiding om het instrument op de juiste manier te gebruiken.
Vervang de bijgevoegde batterijen door nieuwe voor u met het instrument begint te werken, omdat hun spanning laag kan zijn.
10
INHOUD
Veiligheidsmaatregelen Voorzorgsmaatregelen
• 1. Het juiste gebruik van het instrument 11
1.1 Standaardconfiguratie
1.2 Beschrijving
1.3 Uitpakken
1.4 Batterijen laden
• 2. Display en toetsenbord 17
2.1 Toetsenbord
2.2 Functie van de toetsen
2.3 Waarschuwing
• 3. De meting voorbereiden 22
3.1 De driepoot opstellen
3.2 Het instrument opstellen
3.3 De detector instellen
• 4. Meting 26
4.1 Het instrument bedienen
4.2 De detector bedienen: LS7
• 5. Onderhoud 33
5.1 Onderhoud na gebruik
5.2 Het uitgangspunt controleren en instellen
5.3 Problemen oplossen
• 6. Specificaties 39
• 7. Mededeling voor de gebruiker van dit product 40
11
1. Het juiste gebruik van het instrument
1.1 Standaardconfiguratie
Het instrument (PLP-701 / PLP-702 / PLP-701R / PLP-702R)
Detector (LS7)
Staafadapter (LA6)
Batterij type D (PLP-701 / PLP-702)
Laadeenheid (PLP-701R / PLP-702R)
Herlaadbare Ni-MH batterij,in de behuizing ingebouwd (PLP-701R / PLP-702R)
Draagkoffer
Handleiding
1
2
3
4
5
6
7
8
1.2 Beschrijving
12
Centreerteken
Tophendel
Opening uitgaande straal
Toetsenbord
Demonteerbare knop voor Batterijkap
Rotor
Bodemplaat
13
Detector LS7
Libel
Opvangraam laserstraal
LCD Display
Verlichtingsschakelaar
Zoemerschakelaar
Nauwkeurigheidsschakelaar
Stroomschakelaar
Index
Staafadapter LA6
Bevestigingsschroef detector
Bevestigingsknop
14
1.3 Uitpakken
Het instrument uit de draagkoffer nemen
Zet de draagkoffer zachtjes neer met het deksel naar boven. Ontgrendel het deksel en open de koffer terwijl u de grendel induwt. Kijk hoe het instrument in de koffer geplaatst is voor u het eruit neemt.
Het instrument in de draagkoffer plaatsen
Zet de draagkoffer neer en open het deksel. Plaats het instrument voorzichtig in de koffer. Sluit de koffer en doe de grendel dicht.
OPMERKING:
Wanneer u het instrument uit de koffer neemt, zorg er dan voor dat u
het stevig vast hebt.
Wanneer u het instrument in de koffer plaatst, controleer dan of de
stroomschakelaar op ‘OFF’staat.
Als u het deksel moeilijk kunt sluiten,controleer dan of het instrument
wel goed in de koffer geplaatst is.
1
2
3
1
2
3
Grendel
15
1.4 Batterijen plaatsen
Batterijen in het instrument plaatsen
Draai de bevestigingsknop van de kap van de batterijhouder naar links en neem de kap van het instrument weg. Plaats 4 batterijen van het type D in de batterijhouder.Let op de (+) en (-) aanduidingen. (PLP-701 / PLP-702) Plaats de herlaadbare Ni-MH batterijen in de batterijhouder (PLP-701R/PLP-702R). Terwijl u het instrument met één hand vasthoudt,duwt u de kap in de batterijhouder en maakt u de kap vast door de knop naar rechts te draaien.
1
2
3
16
Batterijen in de detector laden
LS7 Detector
Schuif het batterijdeksel weg terwijl u op het merkteken drukt. Neem het deksel weg. Plaats de droge accumulatiebatterij in de houder.Let op de (+) en (-) aanduidingen. Schuif het batterijdeksel weer op zijn plaats.
OPGELET:
Let op de (+) en (-) aanduidingen in de batterijhouder om de batterij
op de juiste manier aan te brengen.
Alle batterijen moeten van hetzelfde type zijn. Gebruik geen
combinatie van batterijen waarvan het restvermogen verschilt.
1
2
3
Droge accumulatiebatterij (6F22)
Batterijdeksel
Achteraanzicht van de LS7
17
2. Display en toetsenbord
2.1 Toetsenbord
2.2 Functie van de toetsen
(1) Toets stroomvoorziening
ONON
OFFOFF
BATTERY BATTERY
CHECKCHECK
POWERPOWER
OFFOF F
LEVELLEVEL
MANUALMANUAL
MODEMODE
Toets batterijcontrole
Verklikkerlampje restvermogen batterij
Omschakeltoets
automatisch/manueel
Verklikkerlampje
manuele modus
Verklikkerlampje ‘niet waterpas’
Toets stroomvoorziening
ON
OFF
BATTERY
CHECK
POWER
OFF
LEVEL
MANUAL
MODE
ONON
OFFOFF
BATTERY BATTERY
CHECKCHE CK
POWERPOWER
OFFOFF
LEVELLEVEL
MANUALMANUAL
MODEMODE
Verklikkerlampje ‘niet waterpas’
Toets stroomvoorziening
1
2
3
Door de toets stroomvoorziening in te drukken begint de automatische waterpasregeling. Het verklikkerlampje ‘niet waterpas’ knippert rood wanneer de waterpasregeling geactiveerd is. De intervallen worden geleidelijk langer wanneer de waterpasregeling haar einde nadert. De kleur van het verklikkerlampje ‘niet waterpas’wordt groen wanneer de waterpasregeling beëindigd is. Een rotor begint te draaien waarna er horizontaal een laserstraal uit gestuurd wordt. Het lampje (groen) gaat ongeveer 5 seconden nadat de waterpasregeling beëindigd is, uit.
18
(2) Toets batterijcontrole
Verklikkerlampje ‘restvermogen batterij’
OPMERKING:
Wanneer er 4 herlaadbare batterijen van het type D gebruikt worden,
gaan er maar 2 groene lampjes branden, ook als de batterijen volledig geladen zijn.
U kunt aan de hand van het verklikkerlampje ‘restvermogen batterij’de status van een batterij achterhalen door de toets batterijcontrole in te drukken nadat de stroom ingeschakeld is. Het verklikkerlampje ‘restvermogen batterij’ wordt ongeveer 15 seconden nadat de toets batterijcontrole ingedrukt is, uitgeschakeld.
1
2
3 groene lampjes branden
2 groene lampjes branden
1 groen lampje brandt
1 rood lampje knippert
1 rood lampje brandt
genoeg vermogen om te werken.
restvermogen is laag. Hou de reservebatterij klaar.
batterij moet vervangen worden.
vervang de batterij.
ON
OFF
BATTERY
CHECK
POWER
MANUAL
MODE
ON
OFF
BATTERY
CHECK
POWER
OFF
LEVEL
MANUAL
MODE
ONON
OFFOFF
BATTERY BATTERY
CHECKCHE CK
POWERPOWER
OFFOFF
LEVELL EVEL
MANUALMANUAL
MODEMODE
Verklikkerlampje ‘niet waterpas’
Toets batterijcontrole
19
(3) Omschakeltoets automatisch/manueel
OPMERKING:
Een eenvoudige graadinstelling kan met de manuele modus gebeuren,
maar wordt gewoonlijk uitgevoerd zonder de automatische waterpasregeling te onderbreken (zonder de omschakeltoets automatisch / manueel in te drukken). In de manuele modus kan niet gegarandeerd worden dat de laserstraal volledig horizontaal is.
Tijdens de manuele modus brandt het verklikkerlampje ‘manuele
modus’ rood.
Wanneer de omschakeltoets automatisch/manueel gedurende meer dan 2 seconden ingedrukt wordt, gaat het verklikkerlampje manuele modus’ branden (rode kleur). De automatische waterpasregeling gaat van start. Die functie stopt wanneer de regeling beëindigd is. In de manuele modus wordt de laserstraal, zelfs als het instrument sterk overhelt (buiten correctiegebied), uitgestuurd. Wanneer de omschakeltoets automatisch/manueel opnieuw ingedrukt wordt, gaat het verklikkerlampje ‘manuele modus’ uit, de manuele modus wordt terug op nul gesteld en keert terug naar de normale werking.
1
2
3
4
ON
OFF
BATTERY
CHECK
POWER
OFF
LEVEL
MANUAL
MODE
Verklikkerlampje manuele modus
MANUAL
MODE
BATTERY
CHECK
OFF
LEVEL
POWER
ON
OFF
Omschakeltoets automatisch/manueel
20
(4) De rotatiesnelheid veranderen
Gelieve de rotatiesnelheid te veranderen nadat u de voeding van het
instrument uitgeschakeld hebt.
[Van 300 naar 600 t/min]
OPMERKING:
Wanneer het instrument op 600 t/m ingesteld is, knipperen de verklikkerlampjes ‘manuele modus’ en ‘niet waterpas’ gedurende enkel seconden (rood) nadat de stroomvoorziening ingeschakeld is.
De rotatiesnelheid wordt in de fabriek op 300 t/min ingesteld.
Druk de toets stroomvoorziening in terwijl u de omschakeltoets automatisch/manueel indrukt. De verklikkerlampjes ‘manuele modus’ en ‘niet waterpas’
knipperen gedurende enkele seconden rood en maken duidelijk dat de rotatiesnelheid op 600 t/min gebracht is. De gewijzigde rotatiesnelheid wordt in het geheugen opgeslagen, ook als de voeding uitgeschakeld wordt.
Schakel de voeding uit en druk dan de toets stroomvoorziening in terwijl u de toets ‘batterijcontrole’ indrukt. Zo keert u terug naar 300 t/min.
1
2
3
4
ON
OFF
BATTETERY Y
CHECK
PO
WER
OFF
LE
VEL
MANUALAL
MODE
ON
OFF
BATTETERY Y
CHECK
PO
WER
OFF
LE
VEL
MANUALAL
MODE
Verklikkerlampje ‘manuele modus’
Verklikkerlampje ‘niet waterpas’
OFF
VEL
MAN
MODE
CHECK
WER
ON
OFF
Omschakeltoets automatisch/manueel
OFF
VEL
MAN
MODE
Batterijcontrole
CHECK
Toets stroomvoorziening
WER
ON
OFF
2.3 Waarschuwing
In de volgende situaties gaat het verklikkerlampje ‘niet waterpas’ rood branden als een waarschuwing terwijl tegelijk de beweging van de rotor en de emissie van de laserstraal stopgezet worden.
(1) Wanneer het instrument meer dan ± 5,7° (± 10%) overhelt als de
stroomvoorziening ingeschakeld wordt
Schakel de stroomvoorziening uit en plaats het instrument horizontaal (binnen ± 5,7°). Schakel de stroomvoorziening opnieuw in.
(2) Wanneer het instrument tijdens het gebruik een schok krijgt
Schakel de stroomvoorziening uit en dan weer aan.
Als het werk voortgezet moet worden,voert u deze procedure uit nadat de laserstraal weer op het “referentieteken”afgesteld is.
(3) Wanneer de automatische waterpasregeling niet stabiel wordt
en die status ongeveer 3’duurt nadat de stroomvoorziening ingeschakeld is
Schakel de stroomvoorziening uit en dan weer aan. Wanneer de waarschuwing nog verschijnt,verandert u de plaats van het instrument of legt u de bouwmachines stil die de trillingen kunnen veroorzaken.
OPMERKING:
Na de waarschuwing (verklikkerlampje ‘niet waterpas’gaat rood branden) en als er gedurende ongeveer 10’ geen toets ingedrukt wordt, wordt de stroomvoorziening automatisch uitgeschakeld.
In situatie (2) hierboven werkt het verklikkerlampje niet, terwijl de automatische waterpasregeling stopt (verklikkerlampje ‘niet waterpas’ gaat rood branden).
21
ON
OFF
BATTERY
CHECK
POWER
OFF
LEVEL
MANUAL
MODE
Verklikkerlampje ‘niet waterpas’
OFF
LEVEL
MANUAL
BATTERY
MODE
CHECK
POWER
ON
OFF
22
3. De meting voorbereiden
1.1 De driepoot opstellen
[De driepoot]
Maak de gewone driepoot klaar voor het waterpasinstrument. Zowel een driepoot met koepel als een uitschuifbaar model kunnen voor het waterpasinstrument gebruikt worden.
[De plek kiezen waar u de driepoot opstelt]]
Kies een plaats waar de opdracht niet onderbroken zal worden en waar het instrument op haast dezelfde afstand geplaatst kan worden van elk punt dat gemeten moet worden.
1
2
Extractie
Zo goed als horizontaal
23
[De driepoot opstellen]
Schuif de benen van de driepoot tot op de goede lengte uit en draai de beenklemmen vast. Spreid de benen ver genoeg zodat de kop van de driepoot haast waterpas staat en duw de voeten in de grond. Staat de kop van de driepoot niet waterpas, pas dat dan aan door de benen in kwestie in te korten of te verlengen.
OPMERKING:
Om een driepoot op te stellen,kiest u een plek waar de grond of vloer niet aan trillingen blootgesteld is en er geen kans is dat de driepoot omvalt.
Wordt de driepoot op een gladde vloer opgesteld, dan moeten de benen vastgemaakt worden. Gebruik een ketting (of iets dergelijks) om te vermijden dat de benen gaan spreiden.
1
2
3
24
3.2 Het instrument opstellen
[Op de driepoot monteren]
Monteer het instrument op de kop van de driepoot.Terwijl u het met de ene hand vast houdt, bevestigt u het met de centreerschroef van de driepoot.
OPMERKING:
Om het instrument van de driepoot weg te nemen,draait u de centreerschroef los terwijl u het instrument met één hand ondersteunt.
Laat het instrument niet op de driepoot staan zonder dat de centreerschroef vastgedraaid is.Het instrument kan dan vallen en beschadigd raken.
Instrument
Kop van driepoot
Centreerschroef
25
3.3 De detector instellen
[De staafadapter LA6 installeren] LS7 detector
Monteer het instrument op de staafadapter zodat de geleidingspin van de staafadapter in de geleidingsopening in de rug van de detector past. Schroef de bevestigingsschroef van de staafadapter in de detector vast.
OPMERKING:
De staafadapter moet gebruikt worden wanneer de detector samen met een staaf of een volle stang gebruikt wordt.
1
2
Staafadapter
Bevestigingsschroef
Detector
26
4. Meting
4.1 Het instrument bedienen
[De bediening starten]
Druk de toets stroomvoorziening in. De functie ‘automatische waterpasregeling’werkt en begint automatisch. Wanneer de waterpasregeling beëindigd is, begint de rotor te draaien en zendt hij een onzichtbare laserstraal uit.
OPMERKING:
Voor u het instrument bedient, controleert en past u het uitgangspunt aan zoals beschreven op pagina 35.
Voor u het instrument bedient, controleert u of het verklikkerlampje ‘manuele modus’niet in het rood brandt.Tijdens de automatische waterpasregeling (het verklikkerlampje ‘manuele modus’ brandt rood’) moet u er rekening mee houden dat de laserstraal niet perfect horizontaal kan zijn.
Wanneer de automatische waterpasregeling gedurende ongeveer 3’ geen stabiele status heeft, gaat het verklikkerlampje ‘niet waterpas’ rood branden. De beweging van de rotor en de emissie van de laserstraal worden onderbroken.
Als het toestel niet in gebruik is, schakelt u de stroomvoorziening uit.
WAARSCHUWING
Let op dat u uw ogen niet blootstelt aan de laserstraal (rode lichtbron)
wanneer het instrument in gebruik is. Een langdurige blootstelling aan een laserstraal kan gevaarlijk zijn voor uw ogen.
(Laserstraal: gelijkwaardig aan laserniveau van klasse 2)
ON
OFF
BATTERY
CHECK
POWER
OFF
LEVEL
MANUAL
MODE
1
2
OFF
Verklikkerlampje
‘manuele modus’
Omschakeltoets
automatisch/manueel
MANUAL
MODE
BATTERY
CHECK
LEVEL
POWER
ON
OFF
Verklikkerlampje ‘niet waterpas’
Toets stroomvoorziening
27
4.2 De detector bedienen: LS7
[Stroomschakelaar]
Druk de stroomschakelaar in om de detector van stroom te voorzien. De stroomschakelaar opnieuw indrukken, schakelt de stroomvoorziening uit.
OPMERKING:
De LCD’s lichten allemaal op als de stroomschakelaar ingedrukt is (illustratie hierboven). Dat maakt het mogelijk om eventuele defecten in de LCD’s op te merken.
Het restvermogen van de batterij wordt altijd aangegeven met de stroomvoorziening ingeschakeld. Aan de hand van de tekening hierboven kunt u controleren wanneer u de batterij moet vervangen.
De stroomvoorziening wordt automatisch uitgeschakeld wanneer er gedurende ongeveer tien minuten geen laserstraal opgevangen wordt en er geen toets bediend is. Om de stroomvoorziening opnieuw in te schakelen, drukt u nog een keer op de stroomschakelaar.
1
2
28
[Het referentieniveau voor de detectienauwkeurigheid selecteren]
Druk de selectieschakelaar voor de detectienauwkeurigheid in om de gewenste detectienauwkeurigheid te selecteren.
Hoge detectienauwkeurigheid:
Moet geselecteerd worden om de referentiewaterpas met nauwkeurigheid te detecteren.
Lage detectienauwkeurigheid:
Moet geselecteerd worden als er geen grote mate van nauwkeurigheid vereist is, of als er geen stabiele referentiewaterpas verkregen kan worden wegens lichte trillingen op de werkplek.
OPMERKING:
Het merkteken in de LCD (zie de illustratie hierboven) maakt duidelijk welke detectienauwkeurigheid u selecteert.
De detectienauwkeurigheid verandert telkens als de keuzeschakelaar voor de detectienauwkeurigheid ingedrukt wordt.
De hoge detectienauwkeurigheid wordt geactiveerd telkens als de stroom ingeschakeld wordt.
Als het punt dat gemeten moet worden,veraf ligt, is het mogelijk dat de referentiewaterpas niet stabiel weergegeven wordt.Oorzaken daarvan kunnen hittegolven zijn of lichte trillingen van het instrument. In die omstandigheden selecteert u “lage detectienauwkeurigheid”.
Hoge nauwkeurigheid
Lage nauwkeurigheid
29
[Zoemer straalontvangst ON of OFF]
Druk de schakelaar van de zoemer voor de straalontvangst in om de zoemer al dan niet te doen klinken.
[De display verlichten]
Druk de verlichtingsschakelaar in om de display te verlichten. Door de schakelaar opnieuw in te drukken, schakelt u de verlichting uit.
OPMERKING:
Het merkteken in de LCD (zie de illustratie hierboven) maakt duidelijk of de zoemer al dan niet zal klinken.
Telkens als de schakelaar van de zoemer ingedrukt wordt, alterneert de werking van de zoemer (klinken/niet klinken).
Als de stroom ingeschakeld wordt,wordt de zoemer altijd op klinken gezet.
De verlichting schakelt automatisch uit als er gedurende een minuut
geen laserstraal ontvangen wordt en er geen schakelaar bediend wordt. Om de display opnieuw te verlichten, drukt u de verlichtingsschakelaar opnieuw in.
1
2
30
[De referentiewaterpas detecteren]
Op het meetpunt zet u de detector bijna op de hoogte van de opening langs waar het instrument de straal uitstuurt. De juiste positie van de detector bepaalt u aan de hand van het zoemergeluid (of de weergave straalontvangst).Hou daarvoor de detectiedisplay in de richting van het instrument en beweeg de detector op en neer. Beweeg de detector op en neer volgens de weergave van de straal­ontvangst (of de zoemer) tot u de referentiewaterpas gevonden hebt.
OPMERKING:
Bij het detecteren van de referentiewaterpas moet de detector tegenover het instrument staan in een bereik van ongeveer 40° rechts en links van de voorzijde.
Beweeg de detector naar beneden wanneer hij hoog staat. De zoemer klinkt met korte intervallen.
Dit is de referentiepositie. De zoemer klinkt ononderbroken.
Beweeg de detector omhoog wanneer hij laag staat. De zoemer klinkt met lange intervallen.
31
[Directe markering]
Nadat de referentiewaterpas vastgelegd is,markeert u een lijn langs de index van de detector,of langs zijn boven- of onderzijde.
[Markeren van de volle staaf]
Nadat de referentiewaterpas vastgelegd is,markeert u een lijn langs de boven- of onderzijde van de volle staaf.
OPMERKING:
Als er een lijn gemarkeerd is langs de boven- of onderzijde van de detector,zorg er dan voor dat u de meting compenseert zoals beschreven op de rugzijde van de detector.
De detector moet voordien in overeenstemming met het referentiemerkteken correct op de volle staaf geplaatst zijn.
[Markeren van de volle staaf]
Nadat de referentiewaterpas vastgelegd is,markeert u een lijn langs de boven- of onderzijde van de volle staaf.
32
[De meetlat meten]
Nadat de referentiewaterpas vastgelegd is,meet u de meetlat met behulp van de index op de staafadapter.
OPMERKING:
Wanneer u de referentiewaterpas vastlegt, draait u de bevestigingsschroef van de staafadapter eventjes los en beweegt u de detector op en neer langs de meetlat.
Meetlat
Index
Staafadapter
33
5. Onderhoud
5.1 Onderhoud na gebruik
[Vlekken op de behuizing]
Borstel stof weg en veeg vocht met vloeipapier weg. Verwijder eventuele vlekken met een zachte, droge doek. Grote vlekken verwijdert u met een zachte doek die in een met water verdunde neutrale detergent ondergedompeld is en vervolgens droog gewrongen is.
OPMERKING:
Gebruik geen benzine,thinner,diesel of chemicaliën.
[Vlekken op het glazen oppervlak]
Borstel stof weg. Veeg vlekken voorzichtig weg met een siliconendoek of een schoonmaakdoek voor glazen lenzen. Grote vlekken verwijdert u met een zachte katoenen doek die bevochtigd is met een schoonmaakvloeistof voor glazen lenzen.
1
2
3
34
[De batterij manipuleren]
Als het instrument gedurende lange tijd niet gebruikt wordt, moet u de batterijen uit het instrument en de detector halen en ze wegbergen.
OPMERKING:
Gebruik geen chemicaliën zoals benzine,thinner of diesel.
Let erop dat u geen krassen in het glazen oppervlak maakt.
Wanneer u de batterijen een lange tijd in het instrument laat, is er
stroomverbruik mogelijk, ook al wordt het instrument niet gebruikt.
Als een gebruikte batterij in de batterijhouder gelaten wordt, kan het instrument of de detector beschadigd worden door weglekkende batterijvloeistof.
lekken
35
5.2 Het uitgangspunt controleren en instellen
[Controleren]
Plaats het instrument op de driepoot halfweg tussen twee muren of zuilen op ongeveer 40 m afstand, zodat de ‘werkzijde’ van het instrument tegenover ‘muur A’staat. Zet het instrument waterpas. Bedien het instrument en schakel de detector in (gebruik de oorspronkelijke instelling van de detectienauwkeurigheid). Markeer het referentiepunt dat voor de twee muren (A,B) gedetecteerd is. Bevestig een paar doelplaten (met dezelfde schaal) op de muren (A en B) zodat de middenwaarden van de doelplaten samenvallen met de markeringen van het referentiepunt. Draai de centreerschroef van de driepoot los en draai het instrument 180° zodat de ‘werkzijde’ tegenover ‘Muur B’staat. Draai de centreer schroef vast zodat het instrument zich opnieuw waterpas kan stellen.
1
2
3
4
5
Overzicht
(Toetsenbord)
Werkzijde X
36
Meet de doelplaten op de muren (A,B) om de referentiepunten te detecteren. Als de metingen van de doelplaten minder dan ± 5 mm verschillen, hoeft het instrument niet aangepast te worden. Is het verschil groter dan ± 5 mm, voer dan de volgende aanpassingsprocedure uit.
6
7
8
Muur A Muur B
Werkzijde in 1 Werkzijde in 5
Doelplaat
Detector
Ong. 20m Ong. 20m
37
5.3 Problemen oplossen
PLP-701 / PLP-702 / PLP-701R / PLP-702R
Rotor Verklikkerlampjes Vermogen Verhelpen
De verklikkerlampjes Batterijvermogen Laad de batterij op. gaan niet branden. is laag.
Batterijen verkeerd Controleer de polariteit geplaatst. van de batterijen.
Lamp brandt. De helling van het Schakel de stroomvoor-
instrument is groter ziening uit. Plaats het dan het bereik van de instrument opnieuw automatische water- waterpas (± 5,7°) en pasregeling (± 5,7°) schakel het opnieuw in. Het instrument helt Schakel de stroom­sterk over door gelijk voorziening uit en welke oorzaak. weer aan. De automatische Schakel de stroom waterpasregeling blijft voor-ziening uit en onstabiel gedurende weer aan. ong. 3 min.nadat de stroomvoorziening ingeschakeld is. OPM.*
Lamp & lamp Het instrument zelf Schakel de stroomvoor­knipperen alternerend. is defect. ziening uit en weer aan.
Als de lampen blijven knipperen, moet het instrument gerepareerd
worden.
OPMERKING:
Wanneer de bediening voortgezet wordt, plaatst u de laserstraal op het referentieteken en voert u die uit.
Roteert niet
ON
OFF
BATTERY
CHECK
POWER
OFF
LEVEL
MANUAL
MODE
3
1
1
2
1
2
1
2
1
2
1
2
1
2
3
Verklikkerlampje ‘manuele modus’:
OFF
LEVEL
MANUAL
BATTERY
MODE
CHECK
POWER
ON
OFF
Verklikkerlampje ‘niet waterpas’:
38
Detector LS7
Rotor Verklikkerlampje Vermogen Verhelpen
Kan roteren. Kan niet detecteren. Batterijvermogen Vervang door een
is laag. nieuwe batterij. De batterij is slecht
Controleer de polariteit
geplaatst. van de batterijen.
Kan roteren. Batterijaanduiding Batterijvermogen Vervang door een
knippert. is laag. nieuwe batterij.
OPMERKING:
Als het instrument zijn normale werking niet hervat, ondanks al die maatregelen, neemt u contact op met uw dealer of het erkende atelier.
1
1
2
2
39
6. Specificaties
INSTRUMENT PLP-701 / PLP-701R / PLP-702 / PLP-702R
Nauwkeurigheid van de referentiestraal: ± 10” (PLP-701/PLP-701R)
± 12” (PLP-702/PLP-702R)
Meetbereik: Straal 1~200m (PLP-701/PLP-701R)
Straal 1~120m (PLP-702/PLP-702R)
Bereik automatische waterpasregeling: ± 5.7° (± 10%)
Lichtbron: zichtbare laserdiode (635nm Max 1.0mW)
Rotatiesnelheid: 300 t/min / 600 t/min (omschakeling mogelijk)
Batterij:
4 batterijen van het type D (PLP-701/ PLP-702) 4 herlaadbare Ni-MH batterijen (PLP-701R/ PLP-702R)
Autonomie:
24 uren met manganese batterijen (PLP-701/PLP-702) 48 uren met alkaline batterijen (PLP-701/PLP-702) 18 uren met herlaadbare batterijen (PLP-701R/PLP-702R)
Oplaadtijd van de batterij: 2 uur (PLP-701R/PLP-702R)
Waterdichtheid: IPX6 waterdicht
Bedrijfstemperatuur: -20°C ~+50°C (-4°F ~ +122°F)
Bevestigingsschroef driepoot: type JIS/B (5/8” x 11 draad)
Afmetingen: 166 b x 166 d x 222 h mm
Gewicht: 2,5 kg (met batterij)
DETECTOR LS7
Detectienauwkeurigheid: HIGH ± 0,7mm LOW ± 2.5mm
Aanduiding straalontvangst: LCD/ zoemer
Gevoeligheid van oog: 30’ / 2mm
Spanning stroomvoorziening: DC9V batterij (6F22 of 6LF22)
Autonomie:
ongeveer 40 uur met alkalinebatterij (6LF22)
Automatische uitschakeling: stroomvoorziening:ong.10 min.
Verlichting: Ong.1 min
Afmetingen: 140 b x 68 h x 28 l mm / 175g
40
7. Mededeling voor de gebruiker van dit product
Om in overeenstemming te zijn met de ‘Safety Standard 21 CFR, Chapter I. Subchapter J’ (veiligheidsnorm 21 CFR, Hoofdstuk I,Paragraaf J Onderdeel
1040), vergt het ‘U.S.bureau of Radiological Health’dat de volgende infor-
matie aan de gebruiker gegeven wordt.
1) Specificaties van laserstraling.
A. Dit lasersysteem is ontwikkeld en gebouwd om voorzien te worden
van een GaAIAs laserdiode met een straling van 635nm ± 15 nm.
B. Stralingsvermogen: dit laserproduct is ontwikkeld en gebouwd om
tijdens het gebruik een scanstraal uit te stralen met een maximum gemiddeld stralingsvermogen van 10µW.De gebruiker kan aan die straling in de vorm van een scanstraal blootgesteld worden terwijl de rotor draait en dat totdat het instrument uitgeschakeld wordt.
De gebruiker mag niet langer dan 10 seconden aan de straling worden blootgesteld.
2) De volgende labels zijn op dit laserproduct bevestigd
en moeten erop bevestigd blijven.
A. Certificatielabel
‘Dit laserproduct voldoet aan de bepalingen van 21 CFR 1040.10 en
1040.11. Voor een laserproduct van klasse 2’ Bevestigd op het basisoppervlak van de bovenste hendel.
B. Waarschuwingslabel
‘Laserstraal, kijk niet direct in de bron van de laserstraal.’ Bevestigd in de buurt van de opening langs waar de straal uitgestraald wordt. Het label is naar boven gericht.
3) Waarschuwing om de veiligheid aan de normen te doen voldoen.
Om de veiligheidsnorm te respecteren, mag u het instrument alleen maar bedienen, onderhouden en aanpassen zoals in deze handleiding beschreven staat.
Ander gebruik, andere onderhoudswerken en andere aanpassingen dan die beschreven in deze handleiding kunnen leiden tot een blootstelling aan gevaarlijke straling.
Onderhouds- en reparatiewerken die in deze handleiding niet beschreven staan, moeten door een erkende dealer van Pentax uitgevoerd worden.
41
Member symbol of the Japan Surveying Instruments Manufacturers’ Association representing the high quality surveying products.
Printed in Belgium
Total Surveying Solutions
PENTAX Industrial Instruments Co., Ltd.
2-5-2 Higashi-Oizumi
Nerima-ku,Tokyo 178-8555, Japan
Tel.+81 3 5905 1222 Fax +81 3 5905 1225
E-mail: international@piic.pentax.co.jp
Website: www.pentax.co.jp/piic/survey
www.pentaxsurveying.com
010407
Japan Surveying Instruments Manufacturers’ Association
Loading...