Technische gegevens 19
Productspecificaties 19
Elektrische aansluiting 19
Plaatsing 19
Inbouwmaten 20
Monteren van de beugel 20
Installatie 21
Verpakking en toestel afvoeren 22
NL 3
Uw magnetron
Toestelbeschrijving
1 2 3 4 5 6 7
9
11
13
8
10
12
14
15
16
1. Deurvergrendeling
2. Deur
3. Ruit
4. Glazen draaiplateau
5. Geleidering
6. Aandrijving
7. Bedieningspaneel
8. Display
9. Magnetron
10. Opwarmen
11. Ontdooien
12. Stop
13. Klok
14. Start
15. Instelknop
16. Deurontgrendeling
NL 4
De magnetron mag niet gebruikt worden zonder geleidering en
draaiplateau. Het draaiplateau moet met de uitsparing voor de
aandrijving naar beneden geplaatst worden.
Uw magnetron
Inleiding
Koken in uw nieuwe magnetron is veilig en comfortabel.
U zet binnen een handomdraai de lekkerste gerechten op tafel.
Het toestel is uiterst simpel te bedienen, mede dankzij
de automatische kook- en ontdooiprogramma’s.
In deze handleiding vindt u informatie over de installatie,
veiligheid, bediening en het onderhoud van uw magnetron.
Lees eerst de gebruiksaanwijzing geheel en aandachtig
door voordat u het apparaat gaat gebruiken en bewaar
deze zorgvuldig voor latere raadpleging.
Veel kookplezier!
NL 5
Vóór gebruik
Vóór het eerste gebruik
• Open de deur, verwijder al het verpakkingsmateriaal en controleer
de magnetron op beschadigingen. Installeer de magnetron niet als
deze beschadigd is, maar neem contact op met uw leverancier.
• Verwijder de beschermfolie van de ommanteling.
• Reinig de ovenruimte en het toebehoren met een vochtige
doek. Gebruik geen schuurmiddel of sterk geurende
schoonmaakmiddelen.
• Plaats de geleidering in het midden van de ovenruimte. Leg het
draaiplateau op de geleidering met de uitsparing voor de aandrijving
naar beneden. De magnetron mag niet gebruikt worden zonder
geleidering en draaiplateau.
• Test de magnetron op juiste werking. Plaats een glas water in de
ovenruimte.
Schakel de magnetron één minuut in op de hoogste stand (druk
twee keer op de starttoets ‘START’).
Het water moet na afloop heet zijn.
De klok instellen
De klok loopt zolang de oven op de netspanning is aangesloten.
Wanneer er geen tijd is ingesteld, geeft het display ‘0:00’ weer.
Wat wel, wat niet
NL 6
Klok instellen
1. Druk op toets ‘KLOK’.
In het display knippert het uur.
2. Draai aan de instelknop om de uren in te stellen.
3. Druk nog een keer op toets ‘KLOK’.
In het display knipperen de minuten.
4. Draai aan de instelknop om de minuten in te stellen.
5. Druk nog een keer op toets ‘KLOK’ om de instelling te bevestigen.
De tijd is ingesteld en de dubbele punt knippert.
Als de magnetron ingeschakeld is, mag de deur geopend worden; druk
op toets ‘STOP’, de magnetron schakelt uit en de ingestelde tijd wordt
stilgezet. Open de deur. Na het sluiten van de deur op de starttoets
‘START’ drukken om de magnetron weer in te schakelen.
Vóór gebruik
De magnetron is niet geschikt voor:
• het inmaken van etenswaren;
• het verhitten van frituurolie;
• het koken van eieren in de schaal in verband met explosiegevaar
(ook nadat de magnetron uitgeschakeld is).
Niet alle materialen mogen in de magnetron. In onderstaande tabel
wordt aangegeven welke materialen u wel en niet mag gebruiken.
• Voorzichtig! Gebruik uitsluitend bestek en serviesgoed dat
geschikt is voor gebruik in de magnetron (let op serviesgoed met
goud- of zilverkleurige randjes).
▷ Let op! Verwijder metalen sluitstrips van plastic zakken alvorens
deze in de magnetron te plaatsen.
MateriaalToegestaan
Papier Ja
AluminiumfolieJa
HuishoudfolieJa
Aluminium bakjesNee
Diepvries/magnetron serviesJa
Hittebestendig plasticJa
Ongeglazuurd aardewerkNee
Geglazuurd aardewerkJa
Metalen kookgereiNee
Normaal glasJa
Pyrex, ander ovenvast glas en keramiek Ja
Serviesgoed met metaalhoudende sierrand Nee
Metalen sluitstripNee
KwikthermometerNee
Afgesloten potNee
Fles met nauwe halsNee
BraadzakkenJa
NL 7
Werking
Hoe werkt de magnetron
Een magnetron is een kooktoestel dat door middel van microgolven
voedsel verhit. Microgolven zijn elektromagnetische golven, net zoals
radio- en tv-golven. Een radio zet deze golven om in geluid. In een
magnetron worden de golven omgezet in warmte.
De warmte ontstaat doordat de microgolven water- en vetmoleculen,
die altijd in voedsel aanwezig zijn, snel laten bewegen.
Hierdoor schuren de moleculen snel langs elkaar en ontstaat er wrijving.
Deze wrijving veroorzaakt warmte (wrijf maar eens snel met uw handen
langs elkaar).
De magnetron verhit voedsel zeer intensief, omdat de golven direct het
voedsel binnendringen. De golven warmen dus niet alleen de buitenkant
van het gerecht op -zoals bij de traditionele manier van koken het geval
is-, maar dringen door tot de kern. Ten opzichte van de conventionele
manier van koken is de bereidingstijd bij kleine hoeveelheden voedsel
veel korter.
Magnetronvermogens
In onderstaande tabel kunt u zien uit welke vijf magnetronvermogens u
kunt kiezen en voor welke gerechten de vermogens geschikt zijn.
NL 8
VermogenDisplayGerecht
HoogP 100- Water koken, opwarmen
Midden
hoog
MiddenP 50- Koken van rijst en soep
Midden laagP 30- Ontdooien
LaagP 10- Ontdooien van gevoelige/kwetsbare
P 80- Opwarmen
- Koken van kip, vis en groenten
- Koken van paddestoelen en
schaaldieren
- Koken van gerechten die ei en kaas
bevatten
- Chocola en boter smelten
gerechten
- Ontdooien van onregelmatig gevormde
gerechten
- Consumptie-ijs zacht maken
- Laten rijzen van deeg
Bediening
Koken
• Waarschuwing! Verhitting van vloeistoffen in de magnetron kan
resulteren in kookpuntvertraging. Dit houdt in dat de vloeistof pas na
verwijdering uit de magnetron heftig kan gaan koken met het risico
dat u zich brandt. Het effect van kookpuntvertraging kunt u opheffen
door een kunststof of glazen lepeltje in de vloeistof te zetten alvorens
de vloeistof op te warmen in de magnetron.
• Waarschuwing! Let op met babyvoeding:
▷ Let op! Schud of roer de inhoud van babyflesjes of potjes
babyvoeding na verwarming.
▷ Let op! Controleer de temperatuur van de voeding zorgvuldig
vóór consumptie om brandwonden te voorkomen.
• Waarschuwing! Bestek en serviesgoed kan heet zijn na gebruik van
de magnetron.
De stappen voor het instellen van de tijd gaan als volgt:
Instellen 0 - 1
min.
Stap5 sec.10 sec.30 sec.1 min.5 min.
Voorbeeld
U wilt 20 minuten op 80% vermogen koken.
1. Druk op toets ‘MAGNETRON’.
In het display knippert ‘P 100’.
2. Druk (meerdere keren) op toets ‘MAGNETRON’ of draai aan de
instelknop totdat
‘P 80’ (of ‘P 50’, ‘P 30’ of ‘P 10’) in het display verschijnt.
3. Druk op de starttoets ‘START’ om de instelling te bevestigen.
Het vermogen is ingesteld op ‘P 80’.
4. Draai aan de instelknop totdat ‘20:00’ in het display verschijnt.
5. Druk op de starttoets ‘START’ om de magnetron in te schakelen of
op toets
‘STOP’ om te stoppen.
Opmerking
Zie pagina 13 t/m 16 voor kooktips en informatie over gerechten.
1 - 5 min. 5 - 10
min.
10 - 30
min.
30 - 95
min.
NL 9
Bediening
Snelstart
Met één druk op de starttoets ‘START’ kunt u 30 seconden op
maximaal vermogen koken. Door herhaaldelijk op de toets te drukken
kunt u de kooktijd in stappen van
30 seconden verlengen.
Ontdooien op gewicht
1. Druk op toets ‘ONTDOOIEN’.
In het display verschijnt ‘dEF1’.
2. Draai aan de instelknop om het gewicht in te stellen van 100 tot
2000 gram.
In het display verschijnt het gewicht in gram en een ‘g’.
3. Druk op de starttoets ‘START’ om de magnetron in te schakelen.
Ontdooien op tijd
1. Druk twee keer op toets ‘ONTDOOIEN’.
In het display verschijnt ‘dEF2’.
2. Draai aan de instelknop om de tijd in te stellen.
3. Druk op de starttoets ‘START’ om de magnetron in te schakelen.
NL 10
Automatisch opwarmen
1. Druk op toets ‘OPWARMEN’.
In het display verschijnt ‘200’.
2. Druk (meerdere keren) op toets ‘OPWARMEN’ of draai aan de
instelknop om het gewicht in te stellen (200, 400 of 600 gram).
3. Druk op de starttoets ‘START’ om de magnetron in te schakelen.
Informatieweergave
• Tijdens het kookproces kunt u het ingestelde vermogen in het
display laten weergeven door op toets ‘MAGNETRON’ te drukken.
• Tijdens het kookproces kunt u de huidige tijd in het display laten
weergeven door op toets ‘KLOK’ te drukken.
Bediening
Koken in fasen
U kunt maximaal twee fasen in een kookprogramma instellen.
Indien ontdooien een fase is in het kookprogramma, moet u
deze als eerste invoeren.
Voorbeeld
U wilt 5 minuten voedsel ontdooien, daarna 7 minuten koken op
80% vermogen.
1. Druk twee keer op toets ‘ONTDOOIEN’.
In het display verschijnt ‘dEF2’.
2. Draai aan de instelknop totdat ‘5:00’ in het display verschijnt.
3. Druk op toets ‘MAGNETRON’.
In het display knippert ‘P 100’.
4. Druk (meerdere keren) op toets ‘MAGNETRON’ of draai aan de
instelknop totdat ‘P 80’ in het display verschijnt.
5. Druk op de starttoets ‘START’ om de instelling te bevestigen.
Het vermogen is ingesteld op ‘P 80’.
6. Draai aan de instelknop totdat ‘5:00’ in het display verschijnt.
7. Druk op de starttoets ‘START’ om de magnetron in te schakelen.
Er klinkt een geluidssignaal en het ontdooien begint, de ontdooitijd
in de display telt af. Als de eerste fase klaar is, klinkt er weer een
geluidssignaal en de tweede fase begint. Als de tweede fase klaar is
klinkt er 5 keer een geluidssignaal.
Voorgeprogrammeerd programma
1. Stel eerst de klok in (zie pagina 9)
2. Voer het kookprogramma in door vermogen en tijd in te stellen.
U kunt maximaal twee fasen instellen. Indien ontdooien een fase
is in het kookprogramma, moet u deze als eerste invoeren.
Let op! Druk na het instellen NIET op de starttoets ‘START’.
3. Druk op toets ‘KLOK’.
In het display knippert het uur.
4. Draai aan de instelknop om de uren in te stellen.
5. Druk nog een keer op toets ‘KLOK’.
In het display knipperen de minuten.
6. Draai aan de instelknop om de minuten in te stellen.
7. Druk op de starttoets ‘START’ om de instelling te bevestigen.
Als de deur gesloten is en de ingestelde tijd is verstreken, hoort u
twee keer een geluidsignaal waarna het kookproces start.
NL 11
Bediening
Automatisch koken
1. Draai aan de instelknop om een automatisch programma te kiezen
(A - 1 tot en met A - 8, zie de tabel hieronder).
2. Druk op de starttoets ‘START’ om de instelling te bevestigen.
3. Draai aan de instelknop om het gewicht in te stellen.
In het display verschijnt het gewicht in gram en een ‘g’.
4. Druk op de starttoets ‘START’ om de magnetron in te schakelen of
op toets ‘STOP’ om te stoppen.
In onderstaande tabel kunt u zien welke kookprogramma’s u kunt
gebruiken en voor welke gerechten de programma’s geschikt zijn.
ProgrammaToepassingenGewichtDisplay
A - 1Pizza200 g200 g
400 g400 g
A - 2Stukjes kip200 g200 g
400 g400 g
600 g600 g
800 g800 g
A - 3Vlees250 g250 g
350 g350 g
450 g450 g
A - 4Groente200 g200 g
300 g300 g
400 g400 g
A - 5Vis250 g250 g
350 g350 g
450 g450 g
A - 6Pasta50 g
(met 450 ml
koud water)
100 g
(met 800 ml
koud water)
50 g
100 g
NL 12
Bediening
Kinderslot
ProgrammaToepassingenGewichtDisplay
A - 7Soep200 ml200 ml
400 ml400 ml
A - 8Pap550 g550 g
1100 g1100 g
U kunt uw magnetron ‘op slot’ zetten, waardoor het starten van de
magnetron niet meer mogelijk is.
In werking stellen van het kinderslot:
Druk op toets ‘STOP’ en houd deze toets drie seconden vast totdat er
een geluids signaal klinkt.
In het display verschijnt een tekening van een slot. Alle bedieningsfuncties
zijn buiten werking gesteld.
Uitschakelen van het kinderslot:
Druk op toets ‘STOP’ en houd deze toets drie seconden vast totdat er
een geluids signaal klinkt.
De magnetron kan weer normaal worden gebruikt.
Kooktips
Opwarmen en koken
• De magnetron verwarmt altijd met dezelfde intensiteit. Hoe meer u
in de magnetron plaatst, des te langer de kooktijd.
• Vlakke en platte gerechten zijn sneller warm dan smalle, hoge
gerechten.
• Gerechten afdekken met magnetronfolie of een passende
deksel voorkomt spetteren, verkort de gaartijd en helpt de
vochtigheidsgraad te behouden. Na afloop de folie of het deksel
voorzichtig verwijderen.
▷ Let op! De vrijkomende stoom kan zeer heet zijn!
• Gerechten die snel uitdrogen eventueel bevochtigen. Zet aardappels
en groenten eerst even in koud water voordat u ze in de magnetron
plaatst. Hiermee voorkomt
u dat er zich een velletje op vormt.
NL 13
Bediening
• Voor een gelijkmatig resultaat kunt u het beste gerechten één- tot
tweemaal roeren of keren.
• Kies voor het opwarmen van reeds bereide gerechten altijd de
hoogste magnetronstand.
• Bij het koken hoeft u maar weinig water, zout en kruiden te
gebruiken. Zout kunt u het beste na afloop toevoegen. Hiermee
voorkomt u dat het vocht aan het gerecht wordt onttrokken.
• Nadat de magnetron is uitgeschakeld gaart het gerecht nog enige
tijd na. Houd hier rekening mee door het gerecht niet te lang op te
warmen.
• Let op! Plaats, bij het opwarmen van kleine hoeveelheden
poedervormige producten (zoals bij het drogen van kruiden), altijd
een bekertje water in de magnetron. Anders bestaat er, door de
geringe hoeveelheid, kans op zelfontbranding.
Ontdooien
• Ontdooi grote compacte stukken altijd met behulp van het
ontdooiprogramma. Doordat het gerecht geleidelijk en gelijkmatig
ontdooit, loopt u niet de kans dat de buitenkant uitdroogt terwijl de
kern nog bevroren is.
• Om het ontdooiproces sneller te laten verlopen, wordt aanbevolen
om het gerecht na enige tijd in stukken te verdelen.
• Las, bij grote stukken vlees en compacte gerechten, tweemaal een
pauze in.
• Bij het ontdooien van onregelmatig gevormde gerechten kunt u
dunne delen na de helft van de ontdooitijd afdekken of omwikkelen
met aluminiumfolie.
NL 14
Factoren die van invloed zijn op het kookproces
• De temperatuur van ingrediënten is van invloed op de bereidingstijd.
Een koude maaltijd heeft een langere kooktijd nodig dan een
maaltijd op kamertemperatuur.
• Lichte, poreuze gerechten garen sneller dan zware en massieve
gerechten, zoals stoofgerechten of rollades. Let op bij het bereiden
van lichte, poreuze gerechten.
De randen worden snel droog en taai.
• Kleine gerechten worden gelijkmatiger verwarmd als u ze los van
elkaar, liefst cirkelvormig, in de magnetron plaatst.
Bediening
• Botten en vet geleiden hitte beter dan vlees. Aluminiumfolie
blokkeert de magnetrongolven. Door dunnere gedeelten van
gerechten (zoals kippenpoten en -vleugeltjes) af te dekken voorkomt
u dat ze te snel garen.
• Magnetrongolven dringen tot ongeveer 3 cm in het gerecht door.
De kern van dikke gerechten wordt verhit doordat de warmte zich
van het verwarmde deel (de buitenkant) naar binnen verspreidt.
• Vlees en gevogelte dat langer dan een minuut of 15 in de magnetron
gekookt wordt, bruint lichtjes. Gerechten die korter bereid worden
kunt u van te voren insmeren met een ‘bruinende’ saus, zoals
Worcestershire saus, sojaolie of barbecue saus.
• Vetvrij papier voorkomt spetteren en helpt warmte vast te houden.
Basistechnieken
Plaatsen
Plaats dikkere stukken aan de buitenkant op het draaiplateau. Gerechten
die aan de buitenkant op het draaiplateau geplaatst worden ontvangen
de meeste microgolven.
Roeren
Door gerechten regelmatig te roeren verspreidt u de opgeslagen warmte.
Roer altijd van buiten naar binnen, aangezien de buitenkant van het
gerecht altijd het eerste warm wordt.
Omdraaien
Grote, dikke gerechten regelmatig omdraaien. Ze garen dan regelmatiger
en sneller.
Prikken
Gerechten met een vel of schaal, zoals eierdooiers, schaaldieren en fruit,
barsten open in de magnetron. Voorkom dit door er van te voren enkele
keren met een vork of satéprikker in te prikken.
Controleren
Gerechten garen snel. Controleer ze daarom regelmatig. Haal gerechten
net voordat ze gaar zijn uit de magnetron.
Nagaren
Laat gerechten, nadat u ze uit de magnetron hebt gehaald, over het
algemeen 3 tot 10 minuten afgedekt staan. De gerechten garen dan na.
Gerechten met een droge korst, zoals cake, niet afdekken.
NL 15
Bediening
Invriezen
Bij het invriezen kunt u al rekening houden met het ontdooien in de
magnetron, door geen aluminiumfolie of -bakjes te gebruiken en door
plattere porties in te vriezen.
Koken van groente
• Gebruik indien mogelijk verse groenten. Als groenten al wat slap zijn
geworden doordat ze te lang gelegen hebben kunt u ze een tijdje in
koud water leggen, zodat ze zich weer vol kunnen zuigen.
• Gebruik voor het koken van groente een ruime schaal, zodat de
schaalbodem bedekt wordt met een niet al te dikke laag.
• Kook groente bij voorkeur met aanhangend water.
• Dek de schaal altijd af met een deksel of magnetronfolie.
• Voeg geen zout toe. De van nature in de groente aanwezige zouten
geven meestal voldoende smaak. Indien u toch zout toe wilt
voegen, doe dat dan na het koken.
• Kook groente zo kort mogelijk. Houd rekening met het nagaren.
• Controleer met een satéprikker of vork of de groente gaar is.
Koken van vis
Vis moet geleidelijk gaar worden. Schakel daarom bij dunne vissen,
vette vissen of kleine porties het vermogen in op 30%. In andere
gevallen kunt u het vermogen gerust iets hoger instellen. Houd wel
rekening met nagaren. Vis is gaar als het vlees ondoorschijnend is
geworden.
NL 16
Onderhoud
Houd uw toestel mooi
• Reinig de binnen- en buitenzijde regelmatig; gebruik een sopje van
• Reinig de binnenzijde direct na gebruik. Verwijder overgekookt vocht
• Reinig het toebehoren regelmatig; gebruik een sopje van
• Geurtjes verdwijnen als u een glas azijn of water met citroen in de
afwasmiddel en maak de oven met een droge doek goed droog.
Zorg dat de afdekking van de microgolfverdeler (rechterzijde van de
ovenruimte) schoon is. Vervuiling van de afdekking kan leiden tot
vonkvorming.
en voedselresten met een vochtige doek. Achtergebleven kruimels
en vocht absorberen microgolven en verlengen de kooktijd.
afwasmiddel met een borstel en maak het toebehoren met een droge
doek goed droog. Het toebehoren mag ook in de vaatwasmachine.
ovenruimte zet. Schakel de magnetron gedurende twee minuten in
op vol vermogen. Daarna afnemen met een vochtige doek.
NL 17
Storingen
Wat moet ik doen als...
Als de kookresultaten niet naar wens zijn, er vonken overspringen in
de magnetron, de magnetron niet start etc., probeer dan eerst zelf de
oorzaak van de storing te vinden voordat u de servicedienst belt.
Controleer:
• Zit de stekker in het stopcontact?
• Is de deur goed gesloten?
• Is het vermogen en de bereidingsduur goed ingesteld?
• Staan er voorwerpen in de magnetron die er niet thuishoren?
• Is het juiste keukengerei gebruikt?
• Zijn de geleidering en het draaiplateau in de magnetron?
• Zijn de ventilatie-openingen niet geblokkeerd?
• Is het voedsel voldoende ontdooid?
• Is het voedsel tijdens de bereiding gekeerd of geroerd?
• Is het kinderslot ingeschakeld?
NL 18
Installatievoorschrift
Technische gegevens
Op het gegevensplaatje aan de binnenzijde van het toestel worden
de totale aansluitwaarde, de vereiste spanning en de frequentie
aangegeven.
Productspecificaties
Afmetingen toestel (bxdxh)595 x 400 x 388 incl. frame
Magnetron inhoud25 liter
Diameter draaiplateau315 mm
Netvoeding230 V / 50 Hz
Aansluitwaarde1450 W
Magnetronvermogen900 W
Elektrische aansluiting
Voor dit toestel is een netvoeding vereist van 230V, 50 Hz wisselstroom.
Het toestel heeft een netsnoer voorzien van aardeverbinding.
Let op! Voor veilig gebruik is het noodzakelijk dat het toestel correct
geaard is. Sluit het toestel nooit aan op gelijkstroomvoeding. Verkeerd
gebruik kan elektrische schokken tot gevolg hebben.
Plaatsing
• Levensgevaar! De ommanteling van de magnetron nooit
verwijderen. Het aanraken van interne onderdelen van dit toestel kan
aanzienlijke verwonding en zelfs de dood tot gevolg hebben.
• Plaats de magnetron op een stevige en vlakke ondergrond.
• Zorg voor voldoende ventilatie rondom de magnetron. Houd aan de
achterzijde en zijkanten minimaal 10 cm ruimte vrij.
• Dek de ventilatie-openingen niet af.
• Verwijder de stelvoetjes nooit.
• Plaats de magnetron niet in de buurt van warmtebronnen.
• Zend- en ontvangstapparatuur zoals radio’s en televisietoestellen
kunnen de werking van de magnetron beïnvloeden.
NL 19
550
380
Openingvoor lucht-toevoer
560
595
388
400
Installatievoorschrift
a
a
CENTERLINE
FRONT EDGE
LEFT EDGE
T EDGERIGH
Centre line
a
a
CENTERLINE
FRONT EDGE
LEFT EDGE
T EDGERIGH
a
a
Screw A
Bracket
Centre line
Inbouwmaten
40-50
550-580
600
560
550
380
388
Monteren van de beugel
• Let op! Lees de instructies op de bijgeleverde aftekenmal.
• Gebruik de aftekenmal om de positie van de beugel te bepalen.
a
a
• Schroef de beugel in de kast.
Screw A
400
595
a
LEFT EDGE
CENTER LINE
FRONT EDGE
Screw A
Bracket
Bracket
Opening
voor luchttoevoer
a
T EDGE RIGH
380
560
550
400
388
595
NL 20
Installatievoorschrift
A
Installeren
1. Schuif de magnetron helemaal in de kast en zorg ervoor dat de
magnetron in het midden staat.
2. Open de deur en schroef (met bijgeleverde schroef B) de magnetron
vast.
B
NL 21
Bijlagen
Afvoer van het apparaat en de verpakking
Dit product is gemaakt van duurzame materialen. Aan het einde van zijn
nuttige leven moet het apparaat echter op een verantwoorde manier
worden afgevoerd. De overheid kan u hierover informeren.
De verpakking van het apparaat kan worden gerecycled. Er is
gebruikgemaakt van de volgende materialen:
• karton
• polyethyleenfolie (PE)
• CFC-vrij polystyreen (hard PS-schuim)
Gooi deze materialen op een verantwoorde manier weg conform de
wettelijke bepalingen.
Op het product staat een pictogram van een afvalcontainer met een
kruis erdoor. Dit geeft aan dat huishoudelijke apparatuur afzonderlijk
moet worden afgevoerd. Het apparaat mag aan het einde van zijn
nuttige leven dan ook niet worden verwerkt via de normale afvalstroom.
U moet het inleveren bij een gemeentelijk afvalinzamelingspunt of bij
een verkooppunt dat dit voor u aanbiedt.
Door huishoudelijke apparatuur afzonderlijk in te zamelen, wordt
voorkomen dat het milieu en de volksgezondheid schade wordt
berokkend. De materialen die bij de vervaardiging van dit apparaat zijn
gebruikt, kunnen worden hergebruikt en dat betekent een aanzienlijke
besparing in energie en grondstoffen.
NL 22
Verklaring van overeenstemming
Wij verklaren hierbij dat onze producten voldoen aan de betreffende
Europese richtlijnen, normen en voorschriften, alsook aan alle vereisten
in de normen waarnaar wordt verwezen.
Table of contents
Your microwave oven
Appliance description 4
Introduction 5
Use
Before use 6
Setting the clock 6
Do’s and don’ts 6 - 7
Technical information 19
Technical specifications 19
Electrical connection 19
Placement 19
Installation dimensions 20
Mounting the bracket 20
Installing 21
Disposal of packaging and appliance 22
EN 3
Your microwave oven
Appliance description
1 2 3 4 5 6 7
9
11
13
8
10
12
14
15
16
1. Door lock
2. Door
3. Window
4. Glass turntable
5. Roller stay / Turntable support
6. Turntable shaft
7. Control panel
8. Display
9. Magnetron (Microwave)
10. Opwarmen (Reheat)
11. Ontdooien (Defrost)
12. Stop
13. Klok (Clock)
14. Start
15. Controlknop
16. Door release
EN 4
Do not use the microwave oven without the turntable and the
rollerstay. The turntable must be placed on the driving mechanism
with the indentation for the driving mechanism downwards.
Your microwave oven
Introduction
Cooking with your new microwave oven is safe and relaxing. You can
have the tastiest dishes on the table in no time at all. The appliance
is extremely easy to use, partly thanks to the automatic cooking and
defrosting programmes.
You will find information about the installation, safety, operation and
maintenance of your appliance in this instruction manual.
Read the manual thorougly before using the appliance, and
store these instructions in a safe place for future reference.
Happy cooking!
EN 5
Before use
Before you begin
Setting the clock
• Open the door and remove the packaging material. Do not
install the microwave oven when it is damaged, but contact the
manufacturer.
• Remove the protection foil from the outside of the microwave oven.
• Clean the inside of the oven and the accessories with a damp cloth.
Do not use abrasive cleaners or any strongly smelling detergents.
• Place the roller stay in the middle of the microwave oven.
The turntable must be placed on the driving mechanism with
the indentation for the driving mechanism downwards.
• Check if the microwave oven is working correctly. Put a glass of
water inside the oven space. Switch the microwave oven on for
1 minute on its highest setting (press the start button ‘START’
twice). After 1 minute, the water should be hot.
The clock will work as long as the oven is connected to the mains.
If the time has not been set, the display will show ‘0:00’.
Setting the clock
1. Press button ‘KLOK’.
In the display the hour figure will flash.
2. Turn the control knob to set the hours.
3. Press button ‘KLOK’ again.
In the display the minute figure will flash.
4. Turn the control knob to set the minutes.
5. Press button ‘KLOK’ again to confirm the setting.
The clock is set and the ‘:’ will flash.
Do’s and don’ts
EN 6
The door may be opened when the microwave oven is switched on;
press button ‘STOP’, the microwave oven switches off and the time
stoppes. Open the door. After closing the door, press the start button
‘START’ to start the cooking again.
Loading...
+ 58 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.