Pelgrim MAG527RVS User Manual [nl]

Het toestel-identifi catieplaatje bevindt zich aan de binnenkant van het toestel.
La plaque d’identifi cation de l’appareil se trouve sur l’intérieur de l’appareil.
Das Gerätetypenschild befi ndet sich an der Innenseite des Gerätes.
The appliance identifi cation card is located on the inside of the appliance.
MAG527RVS
Houd, wanneer u contact opneemt met de serviceafdeling, het complete typenummer bij de hand.
En cas de contact avec le service après-vente, ayez auprès de vous le numéro de type complet.
Halten Sie die vollständige Typennummer bereit,
wenn Sie mit der Kundendienstabteilung Kontakt aufnehmen.
When contacting the service department, have the complete type number to hand.
Adressen en telefoonnummers van de serviceorganisatie vindt u op de garantiekaart.
Les adresses et les numéros de téléphone du service après-vente se trouvent sur la carte de garantie.
Adressen und Telefonnummern der Kundendienstorganisation fi nden Sie auf der Garantiekarte.
You will fi nd the addresses and phone numbers of the service organisation on the guarantee card.
Handleiding
magnetron
Mode d’emploi
micro-onde
Anleitung
Mikrowelle
Instructions for use
700005937000
NL
Handleiding NL 3 - NL 20
FR
Notice d’utilisation FR 3 - FR 20
DE
Anleitung DE 3 - DE 20
EN
Manual EN 3 - EN 20
Gebruikte pictogrammen - Pictogrammes utilisés
Benutzte Piktogramme - Pictograms used
Belangrijk om te weten - Important à savoir
Wissenswertes - Important information
Tip - Conseil
Tipp - Tip
INHOUDSOPGAVE
Uw magnetron
Inleiding 4 Beschrijving 5
Veiligheid
Materialen 6
Gebruik
Vóór het eerste gebruik 7
Bediening
Hoe werkt de magnetron 8 koken 9 Ontdooien 10 Kooktips 10
Onderhoud
Reinigen 14
Storingen 15
Technische gegevens 16
Installatie
Elektrische aansluiting 17 Inbouwmaten 17 Plaatsen anti-kantel beugel 18 Plaatsen magnetron 19
Milieuaspecten
Afvoeren toestel en verpakking 20
NL 3
UW MAGNETRON
Inleiding
Koken in uw nieuwe magnetron is veilig en comfortabel. U zet binnen een handomdraai de lekkerste gerechten op tafel. Het toestel is uiterst simpel te bedienen, mede dankzij de automatische kook- en ontdooiprogramma’s.
In deze handleiding vindt u informatie over de installatie, veiligheid, bediening en het onderhoud van uw magnetron.
Lees eerst de gebruiksaanwijzing geheel en aandachtig door voordat u het apparaat gaat gebruiken en bewaar deze zorgvuldig voor latere raadpleging.
De handleiding dient bovendien als referentie voor de servicedienst. Plak daarom het los bijgeleverde gegevensplaatje in het daarvoor bestemde kader, achter in de handleiding. Het gegevensplaatje bevat alle informatie die de servicedienst nodig heeft om adequaat op uw vragen te reageren.
Veel kookplezier!
NL 4
UW MAGNETRON
Beschrijving
1 2 3 4 5 6 7
1. Deurvergrendeling
2. Deur
3. Ruit
4. Glazen draaiplateau
8
9
5. Geleidering
6. Aandrijving
7. Bedieningspaneel
8. Vermogensinstelknop
9. Timer/gewicht-instelknop
10. Deurontgrendeling
10
De magnetron mag niet gebruikt worden zonder geleidering en draaiplateau. Het draaiplateau moet met de uitsparing voor de aandrijving naar beneden geplaatst worden.
NL 5
VEILIGHEID
Materialen
Lees voor gebruik eerst de separate veiligheidsinstructies.
Indien de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet worden opgevolgd, kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld voor de schade die daarvan het gevolg is.
Als u besluit het toestel, vanwege een defect, niet langer te gebruiken, adviseren wij u, nadat u de stekker uit het stopcontact heeft verwijderd, het snoer af te knippen. Breng het toestel naar de betreffende afvalverwerkingsafdeling van uw gemeente.
Niet alle materialen kunnen in de magnetron. In de onder staande tabel is aangegeven welke materialen u wel en niet kunt gebruiken.
Materiaal Magnetron
Papier ja* Aluminiumfolie ja** Huishoudfolie ja Aluminium bakjes nee Hittebestendig plastic ja Ongeglazuurd aardewerk nee Metalen kookgerei nee Normaal glas ja Pyrex, ander ovenvast glas en keramiek ja Borden met metaalhoudende sierrand nee Metalen sluitstrip nee Kwikthermometer nee Afgesloten pot nee Fles met een nauwe hals nee Braadzakken ja
* Gebruik niet-gedecoreerd keukenpapier voor het afdekken van een schaal of
onder brood bij het ontdooien.
** Door dunnere gedeelten van gerechten (zoals kippenpoten) af te dekken,
voorkomt u dat ze te snel garen.
NL 6
GEBRUIK
Vóór het eerste gebruik
Plaats koude (diepvries) gerechten nooit direct op het glazen draaiplateau. Door temperatuurverschillen kan deze barsten!
• Open de deur, verwijder al het verpakkingsmateriaal en
• Verwijder de beschermfolie van de ommanteling.
• Reinig de ovenruimte en het toebehoren met een vochtige
• Plaats de geleidering in het midden van de ovenruimte. Leg
Let op
De magnetron mag niet gebruikt worden zonder geleidering en draaiplateau.
• Test de magnetron op juiste werking. Plaats een glas water
controleer de magnetron op beschadigingen. Installeer de magnetron niet als deze beschadigd is, maar neem contact op met uw leverancier.
doek. Gebruik geen schuurmiddel of sterk geurende schoonmaakmiddelen.
het draaiplateau op de geleidering met de uitsparing voor de aandrijving naar beneden. De magnetron mag niet gebruikt worden zonder geleidering en draaiplateau.
in de ovenruimte. Schakel de magnetron één minuut in op de hoogste stand (stel 800 Watt in met de vermogens­instelknop en stel 1 minuut bereidingstijd in met de timer/ gewichtinstelknop). Het water moet na afloop heet zijn.
NL 7
BEDIENING
Hoe werkt de magnetron
• Een magnetron is een kooktoestel dat door middel van microgolven voedsel verhit. Microgolven zijn elektromagnetische golven, net zoals radio- en tv-golven. Een radio zet deze golven om in geluid. In een magnetron worden de golven omgezet in warmte.
• De warmte ontstaat doordat de microgolven water- en vetmoleculen, die altijd in voedsel aanwezig zijn, snel laten bewegen. Hierdoor schuren de moleculen snel langs elkaar en ontstaat er wrijving. Deze wrijving veroorzaakt warmte (wrijf maar eens snel met uw handen langs elkaar).
• De magnetron verhit voedsel zeer intensief, omdat de golven direct het voedsel binnendringen. De golven warmen dus niet alleen de buitenkant van het gerecht op -zoals bij de traditionele manier van koken het geval is-, maar dringen door tot de kern. Ten opzichte van de conventionele manier van koken is de bereidingstijd bij kleine hoeveelheden voedsel veel korter.
Magnetronvermogens
• Deze magnetron heeft vijf vermogensstanden, het maximale vermogen is 800 W. In de onderstaande tabel zijn de vermogensstanden weergegeven:
Stand Vermogen Gerecht
Hoog 800 - Water koken, opwarmen
- Koken van kip, vis en groenten
Midden hoog
Midden 440 - Koken van rijst en soep Midden
laag Laag 140 - Ontdooien van kwetsbare gerechten
NL 8
620 - Opwarmen
- Koken van paddestoelen en schaaldieren
- Koken van gerechten die ei en kaas bevatten
260 - Ontdooien
- Chocola en boter smelten
- Ontdooien van onregelmatig gevormde gerechten
- Consumptie-ijs zacht maken
- Laten rijzen van deeg
BEDIENING
Koken
• Waarschuwing! Verhitting van vloeistoffen in de magnetron kan resulteren in kookpuntvertraging. Dit houdt in dat de vloeistof pas na verwijdering uit de magnetron heftig kan gaan koken met het risico dat u zich brandt. Het effect van kookpuntvertraging kunt u opheffen door een kunststof of glazen lepeltje in de vloeistof te zetten alvorens de vloeistof op te warmen in de magnetron.
• Waarschuwing! Let op met babyvoeding:
• Let op! Schud of roer de inhoud van babyflesjes of potjes
babyvoeding na verwarming.
Let op! Controleer de temperatuur van de voeding
zorgvuldig vóór consumptie om brandwonden te voorkomen.
• Waarschuwing! Bestek en serviesgoed kan heet zijn na gebruik van de magnetron.
1. Open de deur. Plaats het gerecht op het draaiplateau. Sluit de deur.
2. Stel het gewenste vermogen in met de vermogens-instelknop. Afhankelijk van het soort gerecht kiest u een hoger of lager vermogen (zie hiervoor de tabel met magnetronvermogens).
3. Stel de gewenste bereidingstijd in met de timer/ gewichtinstelknop.
De magnetron schakelt in. Aan het eind van de bereidings­tijd hoort u een geluidssignaal en dooft de ovenlamp. De magnetron schakelt uit.
Let op: Het toestel schakelt in zodra u de timer/gewichtsinstelknop van de 0-positie draait.
Tips
• Draai de timer/gewichtinstelknop eerst iets voorbij de gewenste bereidingstijd en vervolgens terug naar de juiste bereidingsduur om deze nauwkeurig in te stellen.
• Controleer het gerecht tijdens de bereidingstijd. Druk op de ontgrendelingsknop om de deur te openen. De magnetron schakelt uit. De gemaakte instellingen en de resterende bereidingstijd blijven bewaard. Als u de deur sluit schakelt de magnetron weer in.
NL 9
BEDIENING
Ontdooien
Kooktips
In de magnetron kunt u gerechten snel en veilig ontdooien. Ten opzichte van koken kost ontdooien in de magnetron wel meer tijd. Controleer het gerecht tijdens het ontdooiproces. Draai het minimaal één keer om en verwijder (indien mogelijk) reeds ontdooid voedsel.
1. Stel de vermogensinstelknop in op defrost.
2. Stel de timer/gewichtinstelknop in op het juiste gewicht.
Aan het eind van de ontdooitijd hoort u een geluidssignaal en dooft de ovenlamp.
Let op: Het toestel schakelt in zodra u de timer/gewichtsinstelknop van de 0-positie draait.
Opwarmen en koken
• De magnetron verwarmt altijd met dezelfde intensiteit. Hoe meer u in de magnetron plaatst, des te langer de kooktijd.
• Vlakke en platte gerechten zijn sneller warm dan smalle, hoge gerechten.
• Gerechten afdekken met magnetronfolie of een passende deksel voorkomt spetteren, verkort de gaartijd en helpt de vochtigheidsgraad te behouden. Na afloop de folie of het deksel voorzichtig verwijderen.
• Let op! De vrijkomende stoom kan zeer heet zijn!
• Gerechten die snel uitdrogen eventueel bevochtigen. Zet aardappels en groenten eerst even in koud water voordat u ze in de magnetron plaatst. Hiermee voorkomt u dat er zich een velletje op vormt.
• Voor een gelijkmatig resultaat kunt u het beste gerechten één­tot tweemaal roeren of keren.
• Kies voor het opwarmen van reeds bereide gerechten altijd de hoogste magnetronstand.
• Bij het koken hoeft u maar weinig water, zout en kruiden te gebruiken. Zout kunt u het beste na afloop toevoegen. Hiermee voorkomt u dat het vocht aan het gerecht wordt onttrokken.
• Nadat de magnetron is uitgeschakeld gaart het gerecht nog enige tijd na. Houd hier rekening mee door het gerecht niet te lang op te warmen.
NL 10
BEDIENING
• Let op! Plaats, bij het opwarmen van kleine hoeveelheden poedervormige producten (zoals bij het drogen van kruiden), altijd een bekertje water in de magnetron. Anders bestaat er, door de geringe hoeveelheid, kans op zelfontbranding.
Ontdooien
• Ontdooi grote compacte stukken altijd met behulp van het ontdooiprogramma. Doordat het gerecht geleidelijk en gelijkmatig ontdooit, loopt u niet de kans dat de buitenkant uitdroogt terwijl de kern nog bevroren is.
• Om het ontdooiproces sneller te laten verlopen, wordt aanbevolen om het gerecht na enige tijd in stukken te verdelen.
• Las, bij grote stukken vlees en compacte gerechten, tweemaal een pauze in.
• Bij het ontdooien van onregelmatig gevormde gerechten kunt u dunne delen na de helft van de ontdooitijd afdekken of omwikkelen met aluminiumfolie.
Factoren die van invloed zijn op het kookproces
• De temperatuur van ingrediënten is van invloed op de bereidingstijd. Een koude maaltijd heeft een langere kooktijd nodig dan een maaltijd op kamertemperatuur.
• Lichte, poreuze gerechten garen sneller dan zware en massieve gerechten, zoals stoofgerechten of rollades. Let op bij het bereiden van lichte, poreuze gerechten. De randen worden snel droog en taai.
• Kleine gerechten worden gelijkmatiger verwarmd als u ze los van elkaar, liefst cirkelvormig, in de magnetron plaatst.
• Botten en vet geleiden hitte beter dan vlees. Aluminiumfolie blokkeert de magnetrongolven. Door dunnere gedeelten van gerechten (zoals kippenpoten en -vleugeltjes) af te dekken voorkomt u dat ze te snel garen.
• Magnetrongolven dringen tot ongeveer 3 cm in het gerecht door. De kern van dikke gerechten wordt verhit doordat de warmte zich van het verwarmde deel (de buitenkant) naar binnen verspreidt.
NL 11
BEDIENING
• Vlees en gevogelte dat langer dan een minuut of 15 in de magnetron gekookt wordt, bruint lichtjes. Gerechten die korter bereid worden kunt u van te voren insmeren met een ‘bruinende’ saus, zoals Worcestershire saus, sojaolie of barbecue saus.
• Vetvrij papier voorkomt spetteren en helpt warmte vast te houden.
Basistechnieken Plaatsen
Plaats dikkere stukken aan de buitenkant op het draaiplateau. Gerechten die aan de buitenkant op het draaiplateau geplaatst worden ontvangen de meeste microgolven.
Roeren
Door gerechten regelmatig te roeren verspreidt u de opgeslagen warmte. Roer altijd van buiten naar binnen, aangezien de buitenkant van het gerecht altijd het eerste warm wordt.
Omdraaien
Grote, dikke gerechten regelmatig omdraaien. Ze garen dan regelmatiger en sneller.
Prikken
Gerechten met een vel of schaal, zoals eierdooiers, schaaldieren en fruit, barsten open in de magnetron. Voorkom dit door er van te voren enkele keren met een vork of satéprikker in te prikken.
Controleren
Gerechten garen snel. Controleer ze daarom regelmatig. Haal gerechten net voordat ze gaar zijn uit de magnetron.
Nagaren
Laat gerechten, nadat u ze uit de magnetron hebt gehaald, over het algemeen 3 tot 10 minuten afgedekt staan. De gerechten garen dan na. Gerechten met een droge korst, zoals cake, niet afdekken.
Invriezen
Bij het invriezen kunt u al rekening houden met het ontdooien in de magnetron, door geen aluminiumfolie of -bakjes te gebruiken en door plattere porties in te vriezen.
NL 12
BEDIENING
Koken van groente
Gebruik indien mogelijk verse groenten. Als groenten al wat slap zijn geworden doordat ze te lang gelegen hebben kunt u ze een tijdje in koud water leggen, zodat ze zich weer vol kunnen zuigen.
Gebruik voor het koken van groente een ruime schaal, zodat de schaalbodem bedekt wordt met een niet al te dikke laag.
Kook groente bij voorkeur met aanhangend water.
Dek de schaal altijd af met een deksel of magnetronfolie.
Voeg geen zout toe. De van nature in de groente aanwezige zouten geven meestal voldoende smaak. Indien u toch zout toe wilt voegen, doe dat dan na het koken.
Kook groente zo kort mogelijk. Houd rekening met het nagaren.
Controleer met een satéprikker of vork of de groente gaar is.
Koken van vis
Vis moet geleidelijk gaar worden. Schakel daarom bij dunne vissen, vette vissen of kleine porties het vermogen in op 260 Watt. In andere gevallen kunt u het vermogen gerust iets hoger instellen. Houd wel rekening met nagaren. Vis is gaar als het vlees ondoorschijnend is geworden.
NL 13
ONDERHOUD
Reinigen
• GEBRUIK GEEN schuurmiddelen of metalen schrapers voor het reinigen van de glazen ovendeur. Het oppervlak raakt hierdoor bekrast, waardoor het glas kan barsten.
• GEBRUIK GEEN hogedruk- of stoomreiniger om de magnetron schoon te maken.
• Maak de binnenzijde direct na gebruik schoon. Gebruik een vochtige doek om condens, overgekookt vocht en voedselresten te verwijderen. Achtergebleven kruimels en vocht absorberen magnetronenergie en verlengen de kooktijden.
• Reinig de binnen- en buitenzijde regelmatig; gebruik een sopje van afwasmiddel en maak de magnetron met een droge doek goed droog.
• Zorg dat de afdekking van de microgolfverdeler schoon is. Vervuiling van de afdekking kan leiden tot vonkvorming.
• Reinig het toebehoren regelmatig; gebruik een sopje van afwasmiddel met een borstel en maak het toebehoren met een droge doek goed droog. Het toebehoren mag ook afgewassen worden in de vaatwasmachine.
• Geurtjes verdwijnen als u een glas azijn of water met citroen in de magnetronruimte zet. Schakel de magnetron gedurende twee minuten in op vol vermogen. Daarna afnemen met een vochtige doek.
• Controleer de deursluiting en het deurrubber regelmatig op beschadigingen. Gebruik de magnetron niet wanneer de deur of deursluiting beschadigd zijn.
• Als de afdichting van de magnetron sterk is vervuild, sluit de deur niet goed. De aangrenzende voorzijden van meubels kunnen worden beschadigd. Houd de afdichting schoon.
• Zout is erg agressief. Wanneer dit zich in de ovenruimte afzet, kunnen plaatselijk roestplekken ontstaan.
• Scherpe sauzen zoals ketchup en mosterd of gezouten gerechten, bijv. pekelvlees, bevatten ingrediënten die het oppervlak kunnen aantasten. Na gebruik moet u de ovenruimte altijd schoon maken.
NL 14
STORINGEN
Wanneer u twijfelt over de goede werking van uw toestel, betekent dit niet automatisch dat er een defect is. Controleer in elk geval de volgende punten. Bel de servicedienst indien onderstaande adviezen niet helpen.
• Zit de stekker in het stopcontact?
• Is de deur goed gesloten?
• Is de zekering in de meterkast defect?
• Zijn het vermogen en de bereidingstijd goed ingesteld?
• Staan er voorwerpen in de magnetron die er niet thuishoren?
• Heeft u het juiste keukengerei gebruikt?
• Zijn de ventilatieopeningen geblokkeerd?
• Is het voedsel voldoende ontdooid?
• Heeft u het voedsel tijdens de bereiding gekeerd of geroerd?
• Is het kinderslot ingeschakeld?
Vonken in de magnetron
Als u vonken in de magnetron ziet, schakel dan direct de magnetron uit. Vonken kunnen worden veroorzaakt door:
• metaal of aluminiumfolie dat de binnenkant van de magnetron aanraakt;
• aluminiumfolie dat niet correct om het voedsel is gewikkeld (punten die omhoog staan en als een antenne werken);
• metaal van een sluitstrip of servies met metaalhoudende sierrand;
• gerecycled papier dat kleine metalen deeltjes bevat.
NL 15
TECHNISCHE GEGEVENS
Op het gegevensplaatje worden de totale aansluitwaarde, de vereiste spanning en de frequentie aangegeven.
Dit toestel voldoet aan alle relevante CE richtlijnen.
Type MAG527RVS
Afmetingen toestel (bxdxh) 595 x 345 x 388 (incl. frame)
Aansluiting 230V~50Hz Aansluitwaarde Vermogen magnetron 800 W Inhoud 20 liter Diameter draaiplateau
1250 W
245 mm
NL 16
INSTALLATIE
min. 320
380
560
40-50
595
345
600
550-580
388
560
min.
18
min. 340
380
595
345
388
Elektrische aansluiting
Voor dit toestel is een netvoeding vereist van 230V, 50 Hz wissel­stroom. Het toestel heeft een netsnoer voorzien van aardeverbinding.
Let op! Voor veilig gebruik is het noodzakelijk dat het toestel correct geaard is. Sluit het toestel nooit aan op gelijkstroomvoeding. Verkeerd gebruik kan elektrische schokken tot gevolg hebben.
Inbouwmaten
NL 17
INSTALLATIE
a
a
CENTER LINE
FRONT EDGE
LEFT EDGE
T EDGE RIGH
a
a
CENTER LINE
FRONT EDGE
LEFT EDGE
T EDGE RIGH
a
a
Screw A
Bracket
Centre line
Plaatsen anti-kantel beugel
Let op: bevestig eerst de anti-kantel beugel achter in de kast (zie tekening). Door deze beugel wordt voorkomen dat de magnetron naar voren kan kantelen.
Let op: lees de instructies op de bijgeleverde aftekenmal.
a
a
LEFT EDGE
T EDGE RIGH
CENTER LINE
FRONT EDGE
Gebruik de aftekenmal om de positie van de beugel te bepalen.
a
a
Screw A
Bracket
Centre line
Schroef de beugel in de kast.
Screw A
Bracket
NL 18
INSTALLATIE
A
Plaatsen magnetron
1. Schuif de magnetron helemaal in de kast en zorg ervoor dat de
magnetron in het midden staat.
2. Open de deur en schroef (met bijgeleverde schroef) de
magnetron vast. Plaats tot slot het afdekdopje over de schroef.
Screw B
Installation Hole
NL 19
MILIEUASPECTEN
Afvoeren toestel en verpakking
Bij de vervaardiging van dit toestel is gebruik gemaakt van duurzame materialen. Dit toestel moet aan het eind van zijn levenscyclus op verantwoorde wijze worden afgevoerd. De overheid kan u hierover informatie verschaffen.
De verpakking van het toestel is recyclebaar. Gebruikt kunnen zijn:
• karton;
• polyethyleenfolie (PE);
• CFK- vrij polystyreen (PS- hardschuim).
Deze materialen dient u op verantwoorde wijze en conform de overheidsbepalingen af te voeren.
Om op de verplichting tot gescheiden verwerking van elektrische huishoudelijke apparatuur te wijzen, is op het product het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak aangebracht. Dit betekent dat het apparaat aan het einde van zijn levensduur niet bij het gewone huisvuil mag worden gevoegd. Het toestel moet naar een speciaal centrum voor gescheiden afvalinzameling van de gemeente worden gebracht of naar een verkooppunt dat deze service verschaft.
Het apart verwerken van huishoudelijke apparaten voorkomt mogelijk negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid die door een ongeschikte verwerking ontstaat. Het zorgt ervoor dat de materialen waaruit het apparaat bestaat, teruggewonnen kunnen worden om een aanmerkelijke besparing van energie en grondstoffen te verkrijgen.
NL 20
Conformiteitsverklaring
Wij verklaren dat onze producten voldoen aan de van toepassing zijnde Europese Richtlijnen, Besluiten en Verordeningen en de eisen die zijn vermeld in de normen waar naar wordt verwezen.
SOMMAIRE
Votre four à micro-ondes
Introduction 4 Description 5
Sécurité
Matériaux 6
Utilisation
Avant la première utilisation 7
Commande
Fonctionnement du four à micro-ondes 8 Cuisson 9 Décongélation 10 Conseils de cuisson 10
Entretien
Nettoyage 14
Pannes 15
Spécifications techniques 16
Installation
Environnement
Raccordement électrique 17 Dimensions d'encastrement 17 Mise en place du dispositif anti-basculement 18 Mise en place du four à micro-ondes 19
Élimination de l'appareil et de l'emballage 20
FR 3
VOTRE FOUR À MICRO-ONDES
Introduction
La cuisson dans votre nouveau four à micro-ondes est sûre et confortable. Il vous permet de servir en un tour de main les mets les plus succulents. La commande de l'appareil est extrêmement simple, grâce notamment aux programmes de cuisson et de décongélation automatiques.
Vous trouverez dans cette notice d'utilisation des informations relatives à l'installation, la sécurité, la commande et l'entretien de votre four à micro-ondes.
Lisez le mode d'emploi en entier et avec attention avant de commencer à utiliser l'appareil, et conservez-le pour consultation future.
Le mode d'emploi sert également de référence pour le service après-vente. C'est pourquoi vous devez coller la plaquette signalétique fournie séparément dans le cadre prévu à cet effet, au dos du mode d'emploi. La plaquette signalétique contient toutes les informations nécessaires pour que le service après-vente puisse répondre correctement à vos questions.
FR 4
Nous vous souhaitons beaucoup de plaisir en cuisine !
VOTRE FOUR À MICRO-ONDES
Description
1 2 3 4 5 6 7
8
9
1. Verrouillage de la porte
2. Porte
3. Vitre
4. Plateau tournant en verre
5. Anneau à roulettes
6. Propulsion
7. Panneau de commande
8. Bouton de réglage puissance
9. Bouton de réglage minuteur/poids
10. Déverrouillage de la porte
10
Le four à micro-ondes ne doit pas être utilisé sans anneau à roulettes ou plateau tournant. Le plateau tournant doit être placé avec la rainure prévue pour la propulsion vers le bas.
FR 5
Loading...
+ 51 hidden pages