Gebruikte pictogrammen - Pictogrammes utilisés
Benutzte Piktogramme - Pictograms used
Belangrijk om te weten - Important à savoir
Wissenswertes - Important information
Tip - Conseil - Tipp - Tip
VOORWOORD
Als u deze gebruiksaanwijzing doorleest, bent u snel op de hoogte van
alle mogelijk heden die dit toestel u biedt. U vindt informatie voor uw
veiligheid en over het onderhoud van het toestel.
Deze handleiding behandelt verschillende modellen koelkasten.
Hierdoor kan het voorkomen dat bepaalde opties of accessoires voor
uw toestel niet van toepassing zijn.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en het installatievoorschrift.
Een eventueel volgende gebruiker van dit toestel kan daar zijn
voordeel mee doen.
NL 3
INHOUD
Inleiding
Veiligheid
Beschrijving
Gebruik
Onderhoud
Inleiding 5
Let op! 6
Energie en milieutips 7
De keuze van de ruimte 8
Uw nieuwe koelkast is bestemd voor huishoudelijke doeleinden.
Het toestel is geschikt voor het bewaren van levensmiddelen. In
de vriezer (indien van toepassing) kunt u ook verse levensmiddelen
invriezen.
De bewaartijden zijn sterk afhankelijk van de kwaliteit van de
levensmiddelen.
Dit toestel bevat geen CFK’s. Het koelcircuit bevat R600a (Isobutaan).
Isobutaan is een natuurlijk gas dat geen invloed heeft op het milieu,
maar wel ontvlambaar is. Het is daarom noodzakelijk dat u de leidingen
van het koelcircuit controleert op beschadigingen.
NL 5
VEILIGHEID
Let op!
De huisinstallatie waarop u het toestel aansluit moet voldoen aan
de nationale en lokale voorschriften.
• Sluit het toestel aan op een volgens de geldende voorschriften
geïnstalleerde wandcontactdoos.
• Controleer of de spanning op het typeplaatje overeenkomt met de
spanning in uw woning.
• Houd ventilatie-openingen in het apparaat open en zorg er voor
dat bij het inbouwen de benodigde ventilatie-openingen in het
inbouwmeubel niet worden afgedicht.
• Verbuig nooit koelleidingen.
• Om beschadigingen aan het koelsysteem te voorkomen mag u het
toestel nooit reinigen met scherpe voorwerpen. Bij beschadigingen
aan het koelsysteem, waarbij koelvloeistof vrijkomt, moet u de
ruimte ventileren. Waarschuw dan onmiddellijk de Servicedienst!
• Gebruik de plint, laden en schappen nooit als opstapje.
• Laat kinderen nooit met het toestel spelen. Zorg dat kinderen zich
niet zonder toezicht in de buurt van het apparaat bevinden.
• Reparaties mogen alleen door een bevoegd servicemonteur worden
uitgevoerd.
• Als u een beschadigde koelkast hebt ontvangen direct contact
opnemen met uw leverancier.
• Gebruik geen verlengsnoer voor het aansluiten van het toestel.
• Trek de stekker tijdens reparatiewerkzaamheden en tijdens het
schoonmaken uit het stopcontact.
• Trek de stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact. Pak altijd
de stekker zelf vast en trek deze recht uit het stopcontact.
• Bewaar geen explosieve en licht ontvlambare stoffen in de vriezer.
Alcohol en vloeistoffen met een hoog alcoholpercentage moet u
afgesloten en staand bewaren.
• Gebruik het koelgedeelte uitsluitend voor het bewaren van verse
levensmiddelen en het vriesgedeelte (indien van toepassing)
uitsluitend voor het bewaren van diepvriesproducten, het invriezen
van verse levensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
• Bewaar geen dranken in glas in het vriesgedeelte (indien van
toepassing) want deze kunnen barsten.
NL 6
VEILIGHEID
Energie en milieutips
• Raak wanneer het apparaat in werking is de koelplaten niet aan,
vooral niet met vochtige of natte handen omdat dan de huid er aan
kan blijven plakken.
• Maak het toestel op het moment dat het wordt afgedankt
onbruikbaar door de voedingskabel af te knippen. Verwijder de
deuren en schappen om te voorkomen dat kinderen zichzelf kunnen
opsluiten en in levensgevaar komen.
• Als de stekker of het netsnoer beschadigd is moet het vervangen
worden door de fabrikant of een geautoriseerde dealer.
• Dit apparaat is niet bestemd om gebruikt te worden door personen
(met inbegrip van kinderen) met beperkte fysieke, sensorische of
mentale vermogens, of zonder ervaring of kennis van het apparaat,
behalve als zij tijdens het gebruik instructies ontvangen van of
begeleid worden door een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid.
• Houd verpakkingsmateriaal uit de buurt van kinderen!
• Open de deur van de koelkast niet vaker dan nodig. Dat geldt in het
bijzonder bij warm en vochtig weer. Open de deur van de koelkast
(vooral het vriesgedeelte) zo kort mogelijk.
• Controleer af en toe de be- en ontluchting van het toestel
(vrije circulatie van lucht achter het toestel). Dek ventilatieopeningen
niet af!
• Draai de thermostaatknop op een hogere of een lagere stand
wanneer het gebruik van het apparaat en de omstandigheden dit
vereisen.
• Alvorens warme levensmiddelen in de koelkast te leggen, moeten
deze tot kamertemperatuur worden afgekoeld.
• Rijp of ijslagen in het vriesvak doen het stroomgebruik toenemen.
Verwijder deze daarom regelmatig zodra ze 3-5 mm dik zijn.
• Een verkeerd of niet afdichtend deurrubber kan het stroomverbruik
verhogen, daarom moet het tijdig en vakkundig worden vervangen.
• De condensor aan de achterkant van de kast moet altijd schoon en
vrij van stof of ongerechtigheden worden gehouden.
• Elke instructie uit de hoofdstukken installatie en energiebesparing
die niet wordt nageleefd, kan leiden tot een hoger stroomverbruik.
NL 7
OPSTELLEN
De keuze van de ruimte
• Plaats het apparaat in een droge en regelmatig geventileerde
• De koelkast moet tenminste 3 cm van het elektrisch of gasfornuis
• De afstand tot de muur, respectievelijk de vrije ruimte achter de
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur
SN (subnormaal) + 10°C tot + 32°C
N (normaal) + 16°C tot + 32°C
ST (subtropisch) + 16°C tot + 38°C
T (tropisch) + 16°C tot + 43°C
ruimte. De toegestane temperatuur van de omgeving voor de
juiste werking van het apparaat is afhankelijk van de uitvoering
(klasse) van het apparaat, die op het typeplaatje van het apparaat
vermeld is. Plaats het apparaat niet in de buurt van warmtebronnen,
bijvoorbeeld een gasfornuis, verwarming, boiler enz. en stel het niet
bloot aan directe zonnestraling.
respectievelijk 30 cm van de verwarming of kachel worden
geïnstalleerd. Bij kleinere afstanden moet er een isolatieplaat
worden gebruikt.
kast, dient ongeveer 200 cm² te bedragen. Een keukenkastje boven
de koelkast moet aan de achterzijde een ruimte van tenminste 5 cm
hebben. Daardoor wordt een voldoende koeling van de condensor
gewaarborgd.
NL 8
BESCHRIJVING
Toestelbeschrijving
1. Bedieningspaneel
2. Koelkast legbord
3. Afdekking groente la (veiligheidsglas)
4. Groentelade
5. Flessenhouder
6. Middeldst deurvak
7. Botervak
8. Klep van botervak
9. Eierrekje
10. Koelkast lamp en afdekking
11. Vriezer klep
12. Vriezer middelste lade
13. Vriezer onderste lade
14. Linker en rechter voetje
NL 9
GEBRUIK
Bediening
Instellen van de thermostaat
NL 10
AB
A. Thermostaat knop
B. Alarm
C. Aan / uit
D. Supervries controlelampje
E. Supervriesknop
De thermostaten van de vriezer en koelkast reguleren automatisch de
binnentemperatuur voor de respectievelijke compartimenten. Door de
knop van positie 1 naar 5 te draaien, kunt u de temperaturen nog meer
verlagen. De “0”-positie geeft aan dat de thermostaat is uitgeschakeld
en er niet wordt gekoeld.
Instelling thermostaat:
0: Het apparaat is uitgeschakeld.
1-2: Als u voor korte tijd levensmiddelen in het vriesvak wilt bewaren,
kunt u de knop tussen de minimum- en mediumpositie instellen.
3-4: | Als u voor langere tijd levensmiddelen in het vriesvak wilt
bewaren, kunt u de knop op de mediumpositie instellen.
5: Voor het invriezen van verse levensmiddelen. Het apparaat zal de
temperatuur nog verder verlagen.
Invriezen met Supervries (Supervriesknop E)
Druk op de S-knop (E) 8 uur voor het invriezen van levensmiddelen
en de vriezer zal continu maximaal koelen (u ziet dat het lampje (D)
van de S-knop in oranje oplicht als u de Supervriesknop indrukt).
De vriestemperatuur daalt en het apparaat schakelt naar de laagste
temperatuur. Leg hierna de verse levensmiddelen snel in de vriezer, bij
voorkeur in de middelste laden. U kunt u de lades ook uitnemen en de
levensmiddelen direct op de koelplateaus leggen. Laat reeds ingevroren
verpakkingen niet in aanraking komen met de verse levensmiddelen.
Zodra de levensmiddelen bevroren zijn, dient u de Supervriesknop uit te
schakelen (na maximaal 24 uur).
C
D
E
GEBRUIK
Prestaties bij lage omgevingstemperatuur
• Indien de omgevingstemperatuur minder dan 18 °C bedraagt, kan
deze schakelaar worden gebruikt om goede prestaties bij een lage
omgevingstemperatuur te verkrijgen. Indien de omgevingstemperatuur
meer dan 18 °C bedraagt, moet de functie Supervriezen op de UITpositie worden gezet wanneer men deze niet wenst te gebruiken.
Let op!
• Schakel de supervriesstand niet onnodig in. Dit bespaart energie.
• Indien het rode lampje continu brandt gedurende meer dan 48 uur,
schakel de schakelaar uit en bel naar de serviceorganisatie.
Lampje Supervriezen
• Licht op in oranje als de S-knop is ingeschakeld.
Aan/uit lampje
• Licht automatisch op in groen als het apparaat wordt aangesloten op
het stroomnet.
Alarmlampje
• Licht op in rood als de temperatuur in de vriezer boven een kritieke
temperatuur komt. Schakel de supervriesstand in met de S-knop.
Draai de thermostaat op stand 5. Schakel de supervriesstand na
24 uur uit en zet de thermostaat terug naar een stand tussen 2 en 4.
Zodra het apparaat is aangesloten op het stroomnet, dient u te controleren
of het groene lampje oplicht. Draai daarna de thermostaat naar een positie
tussen 2 en 4.
NL 11
GEBRUIK
Let op! voor de optimale interne temperatuur dient de thermostaat op
een positie tussen 2 en 4 worden gezet.
• Als u het apparaat de eerste keer inschakelt, dient u het apparaat
eerst 24 uur continu te laten koelen voordat u het laat afkoelen naar
de gewenste temperatuur.
• Tijdens deze 24 uur dient u de deur niet te vaak te openen en veel
levensmiddelen in het apparaat te plaatsen.
• Als het apparaat is uitgeschakeld of niet meer is aangesloten op
het stroomnet, dient u minimaal 5 minuten te wachten voordat u
het apparaat weer aansluit; hiermee voorkomt u schade aan de
compressor.
NL 12
GEBRUIK
g
Levensmiddelen bewaren
Koelgedeelte
Het koelgedeelte wordt gebruikt om verse levensmiddelen enige dagen
te bewaren.
• Leg geen levensmiddelen direct tegen de achterwand van het
koelgedeelte. Laat enige ruimte tussen de diverse levensmiddelen
om zo luchtcirculatie mogelijk te maken.
• Plaats geen te warme levensmiddelen of dampende vloeistoffen in
de koelkast.
• Dek levensmiddelen altijd (luchtdicht) af.
• Dek flessen en kannen altijd af. Dit voorkomt overmatig vocht en
ijsvorming in de koelruimte.
• Het is aan te bevelen vlees(waren) verpakt te bewaren op de
glasplaat boven de groentelade, waar het het koudst is.
• Groente en fruit kunt u onverpakt bewaren in de groentelade.
• Om te voorkomen dat koude lucht ontsnapt, de deur niet vaker- en
niet langer dan strikt noodzakelijk openen.
Legende: + de aanbevolen bewaartijd
= de mogelijke bewaartijd
NL 13
GEBRUIK
Vriesgedeelte
Het vriesvak wordt gebruikt om verse levensmiddelen in te vriezen
en om bevroren levensmiddelen te bewaren. Controleer de maximale
bewaartijd die op de verpakking staat. Het vriesvak kan tevens gebruikt
worden voor het maken van ijsblokjes.
• Verpak in te vriezen levensmiddelen lekvrij en luchtdicht. Ideaal zijn
speciale invrieszakken.
• Let op! Laat in te vriezen levensmiddelen niet in contact komen met
reeds bevroren levensmiddelen.
• Noteer altijd de inhoud en de invriesdatum op het pakket en
overschrijd de bewaartijd niet.
• In het geval van een stroomstoring of een defect zal het
vriesgedeelte voldoende koud blijven om levensmiddelen enige tijd
te bewaren. Vermijd dan echter zo veel mogelijk het openen van de
deur van het vriesvak om temperatuurstijging te voorkomen.
• Plaats diepvries levensmiddelen zo snel mogelijk na aankoop in het
vriesvak. Als levensmiddelen ontdooid zijn mogen ze niet opnieuw
ingevroren worden.
• Zet nooit warme levensmiddelen in het vriesvak.
• Controleer de verpakking van levensmiddelen op beschadigingen
voordat u deze invriest.
NL 14
Een koel-vries apparaat kan diverse temperatuur zones bevatten. Deze zijn
herkenbaar aan onderstaande symbolen:
Geschikt voor het invriezen van verse en bewaren van bevroren
levensmiddelen. Temperatuur -18°C.
Geschikt voor het bewaren van bevroren levensmiddelen.
Temperatuur -18°C.
Geschikt voor het bewaren van bevroren levensmiddelen.
Temperatuur -12°C.
Geschikt voor het bewaren van bevroren levensmiddelen.
Temperatuur -6°C.
De bewaartermijn en bewaartemperatuur staan op de verpakking van
het levensmiddel.
GEBRUIK
Plaatsen levensmiddelen
A
B
C
F
G
D
E
• Legplateau positie A
Te gebruiken voor allerlei soorten levensmiddelen (gekookte
gerechten) en dranken.
• Legplateau positie B
Te gebruiken voor o.a. vis en vlees.
• Groentebakken C
Te gebruiken voor groente en fruit.
• Zuivelvak D
Te gebruiken voor kleine zuivelproducten, zoals boter, margarine,
yoghurt, kaas of slagroom.
• Deurvak E
Te gebruiken voor o.a. flessen, melkpakken etc.
• Vriesgedeelte F
Te gebruiken voor diepvriesproducten.
• Invriesgedeelte G
Voor het invriezen van verse levensmiddelen
Let op; het bewaren van groente met een hoog watergehalte
kan condensvorming veroorzaken op de glazen schappen van de
groenten- en fruitlade: dit beïnvloedt het correct functioneren van het
apparaat niet.
NL 15
GEBRUIK
Houder ijsblokjes
U kunt met de ijsblokjeshouder ijsblokjes maken:
• Vul de ijsblokjeshouder 2/3 met water.
• Plaats de ijsblokjeshouder in het vriesvak.
• Haal de ijsblokjeshouder, nadat het water bevroren is, uit het
vriesvak. Buig de ijsblokjeshouder iets om de ijsklontjes uit de
houder te laten vallen.
NL 16
ONDERHOUD
Reinigen
Ontdooien
Maak het toestel spanningloos voordat met reinigen wordt gestart.
• Reinig het koelgedeelte met een normaal, niet agressief
schoonmaakmiddel en handwarm water.
• Maak accessoires separaat schoon met een schoonmaakmiddel en
water. Plaats deze delen niet in de vaatwasser.
• Gebruik geen agressieve of schurende middelen. Neem na het
reinigen de delen af met schoon water en droog ze zorgvuldig.
Koelruimte
De koelruimte ontdooit van tijd tot tijd geheel automatisch.
De aanwezigheid van waterdruppels op de achterwand aan de
binnenkant van het koelgedeelte duidt erop dat het apparaat bezig is
automatisch te ontdooien. Het dooiwater loopt via het afvoergootje
naar een opvangbakje waar het verdampt.
Zorg ervoor dat de dooiwaterafvoer vrij blijft. Met bijvoorbeeld een
satéprikker kunt u een verstopte afvoer weer vrij maken.
NL 17
ONDERHOUD
Ontdooien
Vriesruimte
Na enige tijd zal er enige ijsvorming ontstaan in het vriesvak. Dit ijs
moet periodiek worden verwijderd. Gebruik hier bijvoorbeeld een
plastic schraper voor. Om de vriezer optimaal te laten werken is het
noodzakelijk het vriesvak geheel te ontdooien als er sprake is van een
ijsaanslag van 3-5 mm.
• Zet de dag voordat u gaat ontdooien de thermostaat zo hoog
mogelijk om zo de levensmiddelen in het vriesvak zo diep mogelijk
te bevriezen.
• Voor het ontdooien moeten de levensmiddelen uit het vriesvak in
diverse lagen dekens of kranten worden gewikkeld en op een koele
plaats worden bewaard. De niet te voorkomen temperatuurstijging
van de bevroren levensmiddelen zal de bewaartijd doen verkorten.
Denk er aan deze levensmiddelen binnen niet al te lange tijd te
consumeren.
• Zet de thermostaatkop op “0” en schakel het apparaat uit.
• Laat de deur open staan om zo het ontdooi proces te versnellen.
• Dit apparaat is uitgerust met een speciaal afvoersysteem.
NL 18
B
"
A
"
1. Neem de onderste lade (A) uit de vriezer en plaats deze op de vloer
voor de koelkast.
2. Pak het afvoerpijpje (B) dat op de achterwand van de vriezer
gemonteerd zit, en steek deze in de groef aan de onderzijde van de
vriezer. Het dooiwater uit de vriezer zal nu via het afvoerpijpje (B) in
de onderste lade (A) stromen.
3. Het restant dooiwater op de bodem van de vriezer kunt u opnemen
met een spons.
ONDERHOUD
Verlichting
• Maak het vriesvak schoon met een normaal, niet agressief
schoonmaakmiddel en handwarm water. Gebruik geen agressieveof schurende middelen.
• Droog het interieur van het vriesvak, Schakel het apparaat in en
zet de thermostaatknop zo hoog mogelijk. Na 24 uur kunt u de
thermostaat terug op de normale stand zetten.
U kunt het ontdooien versnellen door een schaal met heet water in het
vriesvak te plaatsen.
Waarschuwing
Verwijder ijsaanslag nooit met scherpe voorwerpen, ontdooisprays, een
föhn, een straalkacheltje of iets dergelijks. Dit kan tot onveilige situaties
leiden en onherstelbare schade aan het toestel veroorzaken.
Lamp vervangen
In geval van storingen kunt u zelf het lampje van de binnenverlichting
vervangen.
B
A
1. Verbreek eerst de aansluiting met het elektriciteitsnet.
2. Druk op de haakjes aan de zijkant van de afdekking van de lamp en
verwijder de afdekking (A).
3. Vervang de oude gloeilamp (B) door een nieuwe lamp van niet meer
dan 15 W.
4. Plaats de afdekking van de lamp terug, wacht 5 minuten en steek
vervolgens de stekker weer in het stopcontact.
NL 19
STORINGEN
Storingstabel
Wanneer u twijfelt over de goede werking van uw toestel betekent
dit niet automatisch dat er een defect is. Controleer in elk geval de
volgende punten in onderstaande tabel of kijk voor meer informatie op
de website ‘www.pelgrim.nl’.
SymptoomMogelijke oorzaakOplossing
De koelkast geeft bij het
eerste gebruik een lichte
geur af.
Het toestel doet niets; lampje
brandt niet.
Nieuw toestel.Dit is normaal en verdwijnt
wanneer het toestel gaat
koelen.
Stekker niet in het
stopcontact.
Steek de stekker in het
stopcontact.
Thermostaat staat op de ‘0’
stand.
Temperatuur in de koelkast te
hoog of te laag.
Water loopt uit de koelkast.Dooiwater afvoer verstopt.Maak de dooiwater afvoer vrij
Toestel maakt lawaai.Onjuiste opstelling
Verlichting brandt niet.Lamp defect.Vervang de lamp (zie
Thermostaat foutief ingesteld. Stel de thermostaat goed in.
levensmiddelen in de koelkast
(of vriesvak).
Er ligt een voorwerp tegen het
toestel.
Opmerking:
Het is normaal dat het koelcircuit borrelende of expansiegeluiden
maakt.
Stel de thermostaat in op de
juiste stand.
(zie ‘Ontdooien’).
Plaats levensmiddelen op de
juiste wijze in de koelkast of
vriesvak.
Verwijder het voorwerp.
‘Verlichting’).
NL 20
BIJLAGE
Afvoeren
Verpakking en toestel afvoeren
Bij de vervaardiging van dit toestel is gebruik gemaakt van duurzame
materialen. Dit toestel moet aan het eind van zijn levenscyclus op
verantwoorde wijze worden afgevoerd. De overheid kan u
hieromtrent informatie verschaffen.
De verpakking van het toestel is recyclebaar. Gebruikt kunnen zijn:
• karton;
• polyethyleenfolie (PE);
• CFK-vrij polystyreen (PS-hardschuim).
Deze materialen op verantwoorde wijze en conform de
overheidsbepalingen afvoeren.
Om op de verplichting tot gescheiden verwerking van elektrische
huishoudelijke apparatuur te wijzen, is op het product het symbool
van een doorgekruiste vuilnisbak aangebracht. Dit betekent dat het
apparaat aan het einde van zijn levensduur niet bij het gewone huisvuil
mag worden gevoegd. Het toestel moet naar een speciaal centrum voor
gescheiden afvalinzameling van de gemeente worden gebracht of naar
een verkooppunt dat deze service verschaft.
Het apart verwerken van een huishoudelijk apparaat voorkomt mogelijk
negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid die door een
ongeschikte verwerking ontstaat. Het zorgt ervoor dat de materialen
waaruit het apparaat bestaat, terug gewonnen kunnen worden om een
aanmerkelijke besparing van energie en grondstoffen te verkrijgen.
Conformiteitsverklaring
Wij verklaren dat onze producten voldoen aan de van toepassing zijnde
Europese Richtlijnen, Besluiten en Verordeningen en de eisen die zijn
vermeld in de normen waar naar wordt verwezen.
NL 21
NL 22
AVANT-PROPOS
La lecture intégrale de ce mode d'emploi vous permettra de connaître
rapidement et parfaitement l'ensemble des possibilités offertes par cet
appareil. Vous y trouverez des informations sur votre sécurité et sur
l'entretien de l'appareil.
Ce manuel traite de différents modèles de réfrigérateurs. Dès lors,
certaines options ou certains accessoires mentionné(e)s peuvent ne
pas s'appliquer à votre appareil.
Conservez le mode d'emploi et la notice d'installation.
Ces documents pourraient s'avérer particulièrement utiles à un éventuel
futur utilisateur.
FR 3
INDEX
Introduction
Sécurité
Mise en place
Description
Utilisation
Entretien
Introduction 5
Attention ! 6
Conseils en matière d'énergie et d'environnement 7
Le choix de la pièce 8
Description de l'appareil 9
Commandes 10
Conservation des aliments 13
Rangement des aliments 15
Bac à glaçons (le cas échéant) 16
Nettoyage 17
Dégivrage 17
Éclairage 19
FR 4
Pannes
Tableau des pannes 20
Annexe
Élimination 21
INTRODUCTION
Votre nouveau réfrigérateur est destiné à un usage domestique.
Cet appareil convient à la conservation de denrées alimentaires. Vous
avez également la possibilité de congeler des aliments frais dans le
congélateur (le cas échéant).
Les durées de conservation dépendent fortement de la qualité des
aliments.
Cet appareil ne contient aucun CFC. Le circuit de réfrigération contient
du R600a (Isobutane). L'isobutane est un gaz naturel qui n'a aucun
impact sur l'environnement, mais qui est néanmoins inflammable. Pour
cette raison, il est indispensable de vous assurer que les tuyaux de
réfrigération sont en parfait état.
FR 5
Loading...
+ 56 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.