Pelgrim KK2304A User Manual [de]

Gebruiksaanwijzing
koelkast
Mode d’emploi
KK2304A
KK3302A
700004226000
réfrigérateur
Bedienungsanleitung
Kühlschrank
Instructions for use
NL
Handleiding NL 3 - NL 21
FR
Notice dútilisation FR 3 - FR 21
DE
Anleitung DE 3 - DE 21
GB
Manual GB 3 - GB 21
Gebruikte pictogrammen - Pictogrammes utilisés Benutzte Piktogramme - Pictograms used
Belangrijk om te weten - Important à savoir Wissenswertes - Important information
Tip - Conseil - Tipp - Tip
VOORWOORD
Als u deze gebruiksaanwijzing doorleest, bent u snel op de hoogte van alle mogelijk heden die dit toestel u biedt. U vindt informatie voor uw veiligheid en over het onderhoud van het toestel.
Deze handleiding behandelt verschillende modellen koelkasten. Hierdoor kan het voorkomen dat bepaalde opties of accessoires voor uw toestel niet van toepassing zijn.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en het installatievoorschrift.
Een eventueel volgende gebruiker van dit toestel kan daar zijn
voordeel mee doen.
NL 3
INHOUD
Inleiding
Veiligheid
Beschrijving
Gebruik
Onderhoud
Inleiding 5
Let op! 6 Energie en milieutips 7 De keuze van de ruimte 8
Toestelbeschrijving 9
Bediening 10 Levensmiddelen bewaren 13 Plaatsen levensmiddelen 15 Houder ijsblokjes 16
Reinigen 17 Ontdooien 17 Verlichting 19
Storingen
Bijlage
NL 4
Storingstabel 20
Verpakking en toestel afvoeren 21
INLEIDING
Uw nieuwe koelkast is bestemd voor huishoudelijke doeleinden. Het toestel is geschikt voor het bewaren van levensmiddelen. In de vriezer (indien van toepassing) kunt u ook verse levensmiddelen invriezen.
De bewaartijden zijn sterk afhankelijk van de kwaliteit van de levensmiddelen.
Dit toestel bevat geen CFK’s. Het koelcircuit bevat R600a (Isobutaan). Isobutaan is een natuurlijk gas dat geen invloed heeft op het milieu, maar wel ontvlambaar is. Het is daarom noodzakelijk dat u de leidingen van het koelcircuit controleert op beschadigingen.
NL 5
VEILIGHEID
Let op!
De huisinstallatie waarop u het toestel aansluit moet voldoen aan de nationale en lokale voorschriften.
• Sluit het toestel aan op een volgens de geldende voorschriften geïnstalleerde wandcontactdoos.
• Controleer of de spanning op het typeplaatje overeenkomt met de spanning in uw woning.
• Houd ventilatie-openingen in het apparaat open en zorg er voor dat bij het inbouwen de benodigde ventilatie-openingen in het inbouwmeubel niet worden afgedicht.
• Verbuig nooit koelleidingen.
• Om beschadigingen aan het koelsysteem te voorkomen mag u het toestel nooit reinigen met scherpe voorwerpen. Bij beschadigingen aan het koelsysteem, waarbij koelvloeistof vrijkomt, moet u de ruimte ventileren. Waarschuw dan onmiddellijk de Servicedienst!
• Gebruik de plint, laden en schappen nooit als opstapje.
• Laat kinderen nooit met het toestel spelen. Zorg dat kinderen zich niet zonder toezicht in de buurt van het apparaat bevinden.
• Reparaties mogen alleen door een bevoegd servicemonteur worden uitgevoerd.
• Als u een beschadigde koelkast hebt ontvangen direct contact opnemen met uw leverancier.
• Gebruik geen verlengsnoer voor het aansluiten van het toestel.
• Trek de stekker tijdens reparatiewerkzaamheden en tijdens het schoonmaken uit het stopcontact.
• Trek de stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact. Pak altijd de stekker zelf vast en trek deze recht uit het stopcontact.
• Bewaar geen explosieve en licht ontvlambare stoffen in de vriezer. Alcohol en vloeistoffen met een hoog alcoholpercentage moet u afgesloten en staand bewaren.
• Gebruik het koelgedeelte uitsluitend voor het bewaren van verse levensmiddelen en het vriesgedeelte (indien van toepassing) uitsluitend voor het bewaren van diepvriesproducten, het invriezen van verse levensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
• Bewaar geen dranken in glas in het vriesgedeelte (indien van toepassing) want deze kunnen barsten.
NL 6
VEILIGHEID
Energie en milieutips
• Raak wanneer het apparaat in werking is de koelplaten niet aan, vooral niet met vochtige of natte handen omdat dan de huid er aan kan blijven plakken.
• Maak het toestel op het moment dat het wordt afgedankt onbruikbaar door de voedingskabel af te knippen. Verwijder de deuren en schappen om te voorkomen dat kinderen zichzelf kunnen opsluiten en in levensgevaar komen.
• Als de stekker of het netsnoer beschadigd is moet het vervangen worden door de fabrikant of een geautoriseerde dealer.
• Dit apparaat is niet bestemd om gebruikt te worden door personen (met inbegrip van kinderen) met beperkte fysieke, sensorische of mentale vermogens, of zonder ervaring of kennis van het apparaat, behalve als zij tijdens het gebruik instructies ontvangen van of begeleid worden door een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
• Houd verpakkingsmateriaal uit de buurt van kinderen!
• Open de deur van de koelkast niet vaker dan nodig. Dat geldt in het bijzonder bij warm en vochtig weer. Open de deur van de koelkast (vooral het vriesgedeelte) zo kort mogelijk.
• Controleer af en toe de be- en ontluchting van het toestel (vrije circulatie van lucht achter het toestel). Dek ventilatieopeningen niet af!
• Draai de thermostaatknop op een hogere of een lagere stand wanneer het gebruik van het apparaat en de omstandigheden dit vereisen.
• Alvorens warme levensmiddelen in de koelkast te leggen, moeten deze tot kamertemperatuur worden afgekoeld.
• Rijp of ijslagen in het vriesvak doen het stroomgebruik toenemen. Verwijder deze daarom regelmatig zodra ze 3-5 mm dik zijn.
• Een verkeerd of niet afdichtend deurrubber kan het stroomverbruik verhogen, daarom moet het tijdig en vakkundig worden vervangen.
• De condensor aan de achterkant van de kast moet altijd schoon en vrij van stof of ongerechtigheden worden gehouden.
• Elke instructie uit de hoofdstukken installatie en energiebesparing die niet wordt nageleefd, kan leiden tot een hoger stroomverbruik.
NL 7
OPSTELLEN
De keuze van de ruimte
• Plaats het apparaat in een droge en regelmatig geventileerde
• De koelkast moet tenminste 3 cm van het elektrisch of gasfornuis
• De afstand tot de muur, respectievelijk de vrije ruimte achter de
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur
SN (subnormaal) + 10°C tot + 32°C N (normaal) + 16°C tot + 32°C ST (subtropisch) + 16°C tot + 38°C T (tropisch) + 16°C tot + 43°C
ruimte. De toegestane temperatuur van de omgeving voor de juiste werking van het apparaat is afhankelijk van de uitvoering (klasse) van het apparaat, die op het typeplaatje van het apparaat vermeld is. Plaats het apparaat niet in de buurt van warmtebronnen, bijvoorbeeld een gasfornuis, verwarming, boiler enz. en stel het niet bloot aan directe zonnestraling.
respectievelijk 30 cm van de verwarming of kachel worden geïnstalleerd. Bij kleinere afstanden moet er een isolatieplaat worden gebruikt.
kast, dient ongeveer 200 cm² te bedragen. Een keukenkastje boven de koelkast moet aan de achterzijde een ruimte van tenminste 5 cm hebben. Daardoor wordt een voldoende koeling van de condensor gewaarborgd.
NL 8
BESCHRIJVING
Toestelbeschrijving
1. Bedieningspaneel
2. Koelkast legbord
3. Afdekking groente la (veiligheidsglas)
4. Groentelade
5. Flessenhouder
6. Middeldst deurvak
7. Botervak
8. Klep van botervak
9. Eierrekje
10. Koelkast lamp en afdekking
11. Vriezer klep
12. Vriezer middelste lade
13. Vriezer onderste lade
14. Linker en rechter voetje
NL 9
GEBRUIK
Bediening
Instellen van de thermostaat
NL 10
AB
A. Thermostaat knop B. Alarm C. Aan / uit D. Supervries controlelampje E. Supervriesknop
De thermostaten van de vriezer en koelkast reguleren automatisch de binnentemperatuur voor de respectievelijke compartimenten. Door de knop van positie 1 naar 5 te draaien, kunt u de temperaturen nog meer verlagen. De “0”-positie geeft aan dat de thermostaat is uitgeschakeld en er niet wordt gekoeld.
Instelling thermostaat:
0: Het apparaat is uitgeschakeld. 1-2: Als u voor korte tijd levensmiddelen in het vriesvak wilt bewaren,
kunt u de knop tussen de minimum- en mediumpositie instellen.
3-4: | Als u voor langere tijd levensmiddelen in het vriesvak wilt
bewaren, kunt u de knop op de mediumpositie instellen.
5: Voor het invriezen van verse levensmiddelen. Het apparaat zal de
temperatuur nog verder verlagen.
Invriezen met Supervries (Supervriesknop E)
Druk op de S-knop (E) 8 uur voor het invriezen van levensmiddelen en de vriezer zal continu maximaal koelen (u ziet dat het lampje (D) van de S-knop in oranje oplicht als u de Supervriesknop indrukt). De vriestemperatuur daalt en het apparaat schakelt naar de laagste temperatuur. Leg hierna de verse levensmiddelen snel in de vriezer, bij voorkeur in de middelste laden. U kunt u de lades ook uitnemen en de levensmiddelen direct op de koelplateaus leggen. Laat reeds ingevroren verpakkingen niet in aanraking komen met de verse levensmiddelen. Zodra de levensmiddelen bevroren zijn, dient u de Supervriesknop uit te schakelen (na maximaal 24 uur).
C
D
E
GEBRUIK
Prestaties bij lage omgevingstemperatuur
• Indien de omgevingstemperatuur minder dan 18 °C bedraagt, kan deze schakelaar worden gebruikt om goede prestaties bij een lage omgevingstemperatuur te verkrijgen. Indien de omgevingstemperatuur meer dan 18 °C bedraagt, moet de functie Supervriezen op de UIT­positie worden gezet wanneer men deze niet wenst te gebruiken.
Let op!
• Schakel de supervriesstand niet onnodig in. Dit bespaart energie.
• Indien het rode lampje continu brandt gedurende meer dan 48 uur, schakel de schakelaar uit en bel naar de serviceorganisatie.
Lampje Supervriezen
• Licht op in oranje als de S-knop is ingeschakeld.
Aan/uit lampje
• Licht automatisch op in groen als het apparaat wordt aangesloten op het stroomnet.
Alarmlampje
• Licht op in rood als de temperatuur in de vriezer boven een kritieke temperatuur komt. Schakel de supervriesstand in met de S-knop. Draai de thermostaat op stand 5. Schakel de supervriesstand na 24 uur uit en zet de thermostaat terug naar een stand tussen 2 en 4.
Zodra het apparaat is aangesloten op het stroomnet, dient u te controleren of het groene lampje oplicht. Draai daarna de thermostaat naar een positie tussen 2 en 4.
NL 11
GEBRUIK
Let op! voor de optimale interne temperatuur dient de thermostaat op een positie tussen 2 en 4 worden gezet.
• Als u het apparaat de eerste keer inschakelt, dient u het apparaat eerst 24 uur continu te laten koelen voordat u het laat afkoelen naar de gewenste temperatuur.
• Tijdens deze 24 uur dient u de deur niet te vaak te openen en veel levensmiddelen in het apparaat te plaatsen.
• Als het apparaat is uitgeschakeld of niet meer is aangesloten op het stroomnet, dient u minimaal 5 minuten te wachten voordat u het apparaat weer aansluit; hiermee voorkomt u schade aan de compressor.
NL 12
GEBRUIK
g
Levensmiddelen bewaren
Koelgedeelte
Het koelgedeelte wordt gebruikt om verse levensmiddelen enige dagen te bewaren.
• Leg geen levensmiddelen direct tegen de achterwand van het koelgedeelte. Laat enige ruimte tussen de diverse levensmiddelen om zo luchtcirculatie mogelijk te maken.
• Plaats geen te warme levensmiddelen of dampende vloeistoffen in de koelkast.
• Dek levensmiddelen altijd (luchtdicht) af.
• Dek flessen en kannen altijd af. Dit voorkomt overmatig vocht en ijsvorming in de koelruimte.
• Het is aan te bevelen vlees(waren) verpakt te bewaren op de glasplaat boven de groentelade, waar het het koudst is.
• Groente en fruit kunt u onverpakt bewaren in de groentelade.
• Om te voorkomen dat koude lucht ontsnapt, de deur niet vaker- en niet langer dan strikt noodzakelijk openen.
Levensmiddel
Boter +++++++===== Eieren + + + + + +++++====
Vlees: rauw - stukje + + =
gehakt + = Gerookt + + + + + + + + + + = = = =
Vis + =
Marinade + + + +++++++====
Worteltjes + + + + + + + + = = = = = = Kaas + + + + = = = = = = = = = = Gebak ++====
Fruit + + = = = = ==== Klaar
emaakte gerechten + + = =
1234567891011121314
Bewaartijd (in dagen)
Legende: + de aanbevolen bewaartijd = de mogelijke bewaartijd
NL 13
GEBRUIK
Vriesgedeelte
Het vriesvak wordt gebruikt om verse levensmiddelen in te vriezen en om bevroren levensmiddelen te bewaren. Controleer de maximale bewaartijd die op de verpakking staat. Het vriesvak kan tevens gebruikt worden voor het maken van ijsblokjes.
• Verpak in te vriezen levensmiddelen lekvrij en luchtdicht. Ideaal zijn speciale invrieszakken.
• Let op! Laat in te vriezen levensmiddelen niet in contact komen met reeds bevroren levensmiddelen.
• Noteer altijd de inhoud en de invriesdatum op het pakket en overschrijd de bewaartijd niet.
• In het geval van een stroomstoring of een defect zal het vriesgedeelte voldoende koud blijven om levensmiddelen enige tijd te bewaren. Vermijd dan echter zo veel mogelijk het openen van de deur van het vriesvak om temperatuurstijging te voorkomen.
• Plaats diepvries levensmiddelen zo snel mogelijk na aankoop in het vriesvak. Als levensmiddelen ontdooid zijn mogen ze niet opnieuw ingevroren worden.
• Zet nooit warme levensmiddelen in het vriesvak.
• Controleer de verpakking van levensmiddelen op beschadigingen voordat u deze invriest.
NL 14
Een koel-vries apparaat kan diverse temperatuur zones bevatten. Deze zijn herkenbaar aan onderstaande symbolen:
Geschikt voor het invriezen van verse en bewaren van bevroren levensmiddelen. Temperatuur -18°C. Geschikt voor het bewaren van bevroren levensmiddelen. Temperatuur -18°C. Geschikt voor het bewaren van bevroren levensmiddelen. Temperatuur -12°C. Geschikt voor het bewaren van bevroren levensmiddelen. Temperatuur  -6°C.
De bewaartermijn en bewaartemperatuur staan op de verpakking van het levensmiddel.
GEBRUIK
Plaatsen levensmiddelen
A
B
C
F
G
D
E
• Legplateau positie A
Te gebruiken voor allerlei soorten levensmiddelen (gekookte gerechten) en dranken.
• Legplateau positie B
Te gebruiken voor o.a. vis en vlees.
• Groentebakken C
Te gebruiken voor groente en fruit.
• Zuivelvak D
Te gebruiken voor kleine zuivelproducten, zoals boter, margarine, yoghurt, kaas of slagroom.
• Deurvak E
Te gebruiken voor o.a. flessen, melkpakken etc.
• Vriesgedeelte F
Te gebruiken voor diepvriesproducten.
• Invriesgedeelte G
Voor het invriezen van verse levensmiddelen
Let op; het bewaren van groente met een hoog watergehalte kan condensvorming veroorzaken op de glazen schappen van de groenten- en fruitlade: dit beïnvloedt het correct functioneren van het apparaat niet.
NL 15
GEBRUIK
Houder ijsblokjes
U kunt met de ijsblokjeshouder ijsblokjes maken:
• Vul de ijsblokjeshouder 2/3 met water.
• Plaats de ijsblokjeshouder in het vriesvak.
• Haal de ijsblokjeshouder, nadat het water bevroren is, uit het vriesvak. Buig de ijsblokjeshouder iets om de ijsklontjes uit de houder te laten vallen.
NL 16
ONDERHOUD
Reinigen
Ontdooien
Maak het toestel spanningloos voordat met reinigen wordt gestart.
• Reinig het koelgedeelte met een normaal, niet agressief schoonmaakmiddel en handwarm water.
• Maak accessoires separaat schoon met een schoonmaakmiddel en water. Plaats deze delen niet in de vaatwasser.
• Gebruik geen agressieve of schurende middelen. Neem na het reinigen de delen af met schoon water en droog ze zorgvuldig.
Koelruimte
De koelruimte ontdooit van tijd tot tijd geheel automatisch. De aanwezigheid van waterdruppels op de achterwand aan de binnenkant van het koelgedeelte duidt erop dat het apparaat bezig is automatisch te ontdooien. Het dooiwater loopt via het afvoergootje naar een opvangbakje waar het verdampt.
Zorg ervoor dat de dooiwaterafvoer vrij blijft. Met bijvoorbeeld een satéprikker kunt u een verstopte afvoer weer vrij maken.
NL 17
ONDERHOUD
Ontdooien
Vriesruimte
Na enige tijd zal er enige ijsvorming ontstaan in het vriesvak. Dit ijs moet periodiek worden verwijderd. Gebruik hier bijvoorbeeld een plastic schraper voor. Om de vriezer optimaal te laten werken is het noodzakelijk het vriesvak geheel te ontdooien als er sprake is van een ijsaanslag van 3-5 mm.
• Zet de dag voordat u gaat ontdooien de thermostaat zo hoog mogelijk om zo de levensmiddelen in het vriesvak zo diep mogelijk te bevriezen.
• Voor het ontdooien moeten de levensmiddelen uit het vriesvak in diverse lagen dekens of kranten worden gewikkeld en op een koele plaats worden bewaard. De niet te voorkomen temperatuurstijging van de bevroren levensmiddelen zal de bewaartijd doen verkorten. Denk er aan deze levensmiddelen binnen niet al te lange tijd te consumeren.
• Zet de thermostaatkop op “0” en schakel het apparaat uit.
• Laat de deur open staan om zo het ontdooi proces te versnellen.
• Dit apparaat is uitgerust met een speciaal afvoersysteem.
NL 18
B
"
A
"
1. Neem de onderste lade (A) uit de vriezer en plaats deze op de vloer voor de koelkast.
2. Pak het afvoerpijpje (B) dat op de achterwand van de vriezer gemonteerd zit, en steek deze in de groef aan de onderzijde van de vriezer. Het dooiwater uit de vriezer zal nu via het afvoerpijpje (B) in de onderste lade (A) stromen.
3. Het restant dooiwater op de bodem van de vriezer kunt u opnemen met een spons.
ONDERHOUD
Verlichting
• Maak het vriesvak schoon met een normaal, niet agressief schoonmaakmiddel en handwarm water. Gebruik geen agressieve­of schurende middelen.
• Droog het interieur van het vriesvak, Schakel het apparaat in en zet de thermostaatknop zo hoog mogelijk. Na 24 uur kunt u de thermostaat terug op de normale stand zetten.
U kunt het ontdooien versnellen door een schaal met heet water in het vriesvak te plaatsen.
Waarschuwing
Verwijder ijsaanslag nooit met scherpe voorwerpen, ontdooisprays, een föhn, een straalkacheltje of iets dergelijks. Dit kan tot onveilige situaties leiden en onherstelbare schade aan het toestel veroorzaken.
Lamp vervangen
In geval van storingen kunt u zelf het lampje van de binnenverlichting vervangen.
B
A
1. Verbreek eerst de aansluiting met het elektriciteitsnet.
2. Druk op de haakjes aan de zijkant van de afdekking van de lamp en verwijder de afdekking (A).
3. Vervang de oude gloeilamp (B) door een nieuwe lamp van niet meer dan 15 W.
4. Plaats de afdekking van de lamp terug, wacht 5 minuten en steek vervolgens de stekker weer in het stopcontact.
NL 19
STORINGEN
Storingstabel
Wanneer u twijfelt over de goede werking van uw toestel betekent dit niet automatisch dat er een defect is. Controleer in elk geval de volgende punten in onderstaande tabel of kijk voor meer informatie op de website ‘www.pelgrim.nl’.
Symptoom Mogelijke oorzaak Oplossing
De koelkast geeft bij het eerste gebruik een lichte geur af.
Het toestel doet niets; lampje brandt niet.
Nieuw toestel. Dit is normaal en verdwijnt
wanneer het toestel gaat koelen.
Stekker niet in het stopcontact.
Steek de stekker in het stopcontact.
Thermostaat staat op de ‘0’ stand.
Temperatuur in de koelkast te hoog of te laag.
Water loopt uit de koelkast. Dooiwater afvoer verstopt. Maak de dooiwater afvoer vrij
Toestel maakt lawaai. Onjuiste opstelling
Verlichting brandt niet. Lamp defect. Vervang de lamp (zie
Thermostaat foutief ingesteld. Stel de thermostaat goed in.
levensmiddelen in de koelkast (of vriesvak).
Er ligt een voorwerp tegen het toestel.
Opmerking:
Het is normaal dat het koelcircuit borrelende of expansiegeluiden maakt.
Stel de thermostaat in op de juiste stand.
(zie ‘Ontdooien’). Plaats levensmiddelen op de
juiste wijze in de koelkast of vriesvak.
Verwijder het voorwerp.
‘Verlichting’).
NL 20
BIJLAGE
Afvoeren
Verpakking en toestel afvoeren
Bij de vervaardiging van dit toestel is gebruik gemaakt van duurzame materialen. Dit toestel moet aan het eind van zijn levenscyclus op verantwoorde wijze worden afgevoerd. De overheid kan u hieromtrent informatie verschaffen.
De verpakking van het toestel is recyclebaar. Gebruikt kunnen zijn:
• karton;
• polyethyleenfolie (PE);
• CFK-vrij polystyreen (PS-hardschuim).
Deze materialen op verantwoorde wijze en conform de
overheidsbepalingen afvoeren.
Om op de verplichting tot gescheiden verwerking van elektrische huishoudelijke apparatuur te wijzen, is op het product het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak aangebracht. Dit betekent dat het apparaat aan het einde van zijn levensduur niet bij het gewone huisvuil mag worden gevoegd. Het toestel moet naar een speciaal centrum voor gescheiden afvalinzameling van de gemeente worden gebracht of naar een verkooppunt dat deze service verschaft.
Het apart verwerken van een huishoudelijk apparaat voorkomt mogelijk negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid die door een ongeschikte verwerking ontstaat. Het zorgt ervoor dat de materialen waaruit het apparaat bestaat, terug gewonnen kunnen worden om een aanmerkelijke besparing van energie en grondstoffen te verkrijgen.
Conformiteitsverklaring
Wij verklaren dat onze producten voldoen aan de van toepassing zijnde Europese Richtlijnen, Besluiten en Verordeningen en de eisen die zijn vermeld in de normen waar naar wordt verwezen.
NL 21
NL 22
AVANT-PROPOS
La lecture intégrale de ce mode d'emploi vous permettra de connaître rapidement et parfaitement l'ensemble des possibilités offertes par cet appareil. Vous y trouverez des informations sur votre sécurité et sur l'entretien de l'appareil.
Ce manuel traite de différents modèles de réfrigérateurs. Dès lors, certaines options ou certains accessoires mentionné(e)s peuvent ne pas s'appliquer à votre appareil.
Conservez le mode d'emploi et la notice d'installation.
Ces documents pourraient s'avérer particulièrement utiles à un éventuel
futur utilisateur.
FR 3
INDEX
Introduction
Sécurité
Mise en place
Description
Utilisation
Entretien
Introduction 5
Attention ! 6 Conseils en matière d'énergie et d'environnement 7
Le choix de la pièce 8
Description de l'appareil 9
Commandes 10 Conservation des aliments 13 Rangement des aliments 15 Bac à glaçons (le cas échéant) 16
Nettoyage 17 Dégivrage 17 Éclairage 19
FR 4
Pannes
Tableau des pannes 20
Annexe
Élimination 21
INTRODUCTION
Votre nouveau réfrigérateur est destiné à un usage domestique. Cet appareil convient à la conservation de denrées alimentaires. Vous avez également la possibilité de congeler des aliments frais dans le congélateur (le cas échéant).
Les durées de conservation dépendent fortement de la qualité des aliments.
Cet appareil ne contient aucun CFC. Le circuit de réfrigération contient du R600a (Isobutane). L'isobutane est un gaz naturel qui n'a aucun impact sur l'environnement, mais qui est néanmoins inflammable. Pour cette raison, il est indispensable de vous assurer que les tuyaux de réfrigération sont en parfait état.
FR 5
Loading...
+ 56 hidden pages