Panasonic KX-TD612NE User Manual [nl]

Digitaal Super Hybride Systeem
Bedieningshandleiding
Modelnr.
KX-TD612NE
Hartelijk dank voor de aanschaf van het Panasonic Digitale Super Hybride Systeem, Model KX-TD612. Leest u deze handleiding aandachtig door voordat u het Digitale Super Hybride Systeem gaat gebruiken.
Toestellen
Op dit systeem kunnen Panasonic systeemtoestellen worden aangesloten en enkelvoudige apparaten zoals faxapparaten, enkelvoudige toestellen, eenVoice Processing Systeem, etc.
Dit systeem kan de aansluitcapaciteit verdubbelen door een systeemtoestel en een enkelvoudig toestel aan te sluiten. Het systeemtoestel kan de aansluiting delen met een ander enkelvoudig toestel. Bovendien kunt u een Panasonic
EXtra Device Poort
digitaal systeemtoestel en een enkelvoudig toestel aansluiten en deze gebruiken als aparte toestellen.
1.3.1 Aansluitvoorbeeld 1.4.1 Een ander toestel parallel toevoegen
Bespaart telefoonkosten
(Automatische Route Selectie)
Het systeem kiest de goedkoopste carrier op op basis van het gekozen externe telefoonnummer en de tijd waarop gebeld wordt.
A
C
Dit systeem kan gespreksgegevens vastleggen of uitprinten: datum, tijd, toestelnr, Gekozen nr. gespreksduur, enz.
B
Gespreksgegevens
(Gespreksgegevens uitprinten)
Datum
06/24/00
06/24/00
Tijd
10:03
11:07
Tst
123
223
•••••••
•••••••
•••••••
Blz. 32 Raadpleeg uw installatie bedrijf
Automatisce Selectie
van CLIP/COLP
Dit systeem biedt u de mogelijkheid om uw toestelnummer of netlijnnummer, die in het systeem zijn geprogrammeerd, te tonen aan de gebelde/bellende par tij.
imu0120a.eps
2.7.5 Automatische Kiesselectie/Connected Line
U kunt inkomende gesprekken naar uw mailbox doorschakelen, zodat bellers een boodschap kunnen inspreken als u geen gesprekken kunt beantwoorden.
imu0125a.eps
2.5.1 Boodschap-funktie
Boodschap-funktie
Identification Presentation (CLIP/COLP)
2
Hallo, met toestel 204. Spreek uw boodschap in.

Opmerking

Dit product is ontworpen voor werking met het pan-European Integrated Services Digital Network (ISDN) met behulp van ISDN-basistoegang.
In deze handleiding worden de laatste twee letters van elk model weggelaten.
De standaard fabrieksinstelling kan afhangen van het land waar het systeem wordt
gebruikt.Als dat het geval is wordt de standaardinstelling voor elk land als volgt aangegeven.: D: Duitsland, ZL: Zwitserland, ZW: Zweden, FL: Finland, NW: Noorwegen, P: Portugal, DM: Denemarken, B: België, IT: Italië

BELANGRIJK

Indien er in deze handleiding iets niet duidelijk is, kunt u contact opnemen met uw leverancier.
3

Belangrijke informatie

WAARSCHUWING

DEZE UNIT MAG ALLEEN WORDEN GEINSTALLEERD DOOR GEKWALIFICEERD ONDERHOUDSPERSONEEL.
INDIEN DE INTERNE ONDERDELEN ALS GEVOLG V AN BESCHADIGING TOEGANKELIJK ZIJN, HAAL DAN ONMIDDELLIJK DE STEKKER UIT HET STOPCONTA CT EN BRENG DE UNIT TERUG NAAR UW installatie bedrijf.
VOORDAT U DE UNIT VERPLAATST, VERWIJDERT U EERST DE TELEFOONAANSLUITING EN PAS DAARNA TREKT U DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT. BIJ HERPLAATSING SLUIT U EERST DE NETKABEL AAN EN PAS DAARNA DE TELEFOONKABEL.
DEZE UNIT IS VOORZIEN VAN EEN GEAARDE STEKKER. UIT VEILIGHEIDSREDENEN MAG DEZE STEKKER ALLEEN WORDEN AANGESLOTEN OP EEN GEAARD STOPCONTACT DAT VOLDOET AAN DE EISEN.
DE NETKABEL DIENT TE WORDEN GEBRUIKT OM DE UNIT GEHEEL SPANNINGSVRIJ TE MAKEN. ZORG DAT HET STOPCONTACT ZICH IN DE BUURT VAN DE APPARATUUR BEVINDT EN GEMAKKELIJK TOEGANKELIJK IS.
STEL DIT PRODUKT NIET BLOOT AAN REGEN OF V OCHT TER V OORK OMING VAN BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN.

WAARSCHUWING

De apparatuur is gevoelig voor statische elektriciteit. Om de PCB (Printed Circuit Board) te beschermen tegen statische elektriciteit, mag u de connectors die rechts staan aangegeven niet aanraken. Raak de grond aan of draag een aardingsband zodat uw lichaam niet statisch geladen is.

De volgende symbolen worden in deze handleiding regelmatig gebruikt.

!!
!!

Opmerking

Tips
Het digitale systeemtoestel wordt afgekort als "digitaal systeemtoestel" of "DPT".
Het enkelvoudige toestel wordt afgekort als "SLT".
“Console” is een afkorting voor Digitale DSS Console (KX-T7240/KX-T7540) en Digitale T elefonist Console (KX-T7541).
Voorwaarden
Waarschuwing:de connectors zijn gevoelig voor statische elektriciteit
imu0130a.eps
4
Belangrijke informatie

Veiligheidsinstructies

Wanneer u uw telefoonapparatuur gebruikt, dienen de voorzorgsmaatregelen altijd te worden opgevolgd om brandgevaar, stroomschok en persoonlijk letsel te voorkomen, en houd ook rekening met het volgende:
Gebruik dit produkt niet in de buurt van water, bijv oorbeeld bij een badkuip, wasbak, aanrecht of
1.
in een vochtige kelder of bij een zwembad. V ermijd het gebruik van een telefoon (andere dan een draadloos model) tijdens onweer.
2.
Er bestaat in dat geval een kans op een stroomschok door blikseminslag. Gebruik de telefoon(s) nooit om een gaslek te melden in de buurt van het gaslek.
3.
Gebruik alleen een netsnoer en batterijen zoals gespecificeerd in deze handleiding.
4.
Werp batterijen nooit in een vuur. Zij kunnen exploderen. Raadpleeg de locale instanties voor het inleveren van batterijen.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
Belangrijke informatie
5

Attentie

Installeer de unit niet in de buurt van warmtebronnen en apparatuur die elektrische ruis genereren, zoals fluorescerende lampen, motoren en televisies. Deze bronnen en apparatuur kunnen de werking van de unit verstoren.
Houd deze unit vrij van stof, vocht, hoge temperaturen (meer dan 40°C) en trillingen, en stel de unit niet bloot aan direct zonlicht.
Steek nooit ijzeren draden, pinnen, etc. in de ventilatieopeningen of andere openingen van deze unit.
Als zich problemen voordoen, sluit u de unit af van de telefoonlijn. Sluit een toestel rechtstreeks aan op een telefoonaansluiting. Als het toestel goed werkt, mag u de unit pas opnieuw op de telefoonlijn aansluiten als het probleem is verholpen door een bevoegd Panasonic Service Centrum. Als het toestel niet goed werkt, bestaat de kans dat het probleem wordt veroorzaakt door het openbare telefoonnet en niet door de unit.
Gebruik voor het reinigen van de behuizing geen (was)benzine, thinner of andere reinigings- en schuurmiddelen. Reinig de behuizing met een zachte doek.
Het serienummer van dit produkt vindt u op de stikker aan de onderkant van deze unit. U dient het modelnummer het serienummer van deze unit te noteren in de daartoe bestemde ruimte en de handleiding te bewaren als permanent bewijs van aankoop, wat kan helpen bij de identificatie bij diefstal.
MODELNR.: SERIENR.:
DATUM V AN AANKOOP
NAAM VAN INSTALLATIE BEDRIJF
ADRES VAN INSTALLATIE BEDRIJF
Gegevens aankoop
6
Attentie

Inhoudsopgave

1 Overzicht
1.1 Capaciteit..................................................................................................................12
1.1.1 Capaciteit............................................................................................................................. 12
1.2 Namen en locaties...................................................................................................13
1.2.1 Namen en locaties ............................................................................................................... 13
1.3 Aansluitvoorbeeld ...................................................................................................16
1.3.1 Aansluitvoorbeeld................................................................................................................. 16
1.4 Een ander toestel parallel toevoegen (EXtra Device Poort [XDP])......................17
1.4.1 Een ander toestel parallel toevoegen................................................................................... 17
1.5 Het systeem opnieuw opstarten ............................................................................19
1.5.1 Het systeem opnieuw opstarten........................................................................................... 19
2 Bediening
2.1 Voordat u de toestellen gaat gebruiken.................................................................22
2.1.1 Voordat u de toestellen gaat gebruiken................................................................................ 22
2.1.2 De taal op het display wijzigen............................................................................................. 28
2.1.3 Voor gebruikers van ISDN toestellen ................................................................................... 29
2.2 Gesprekken beginnen......... .. ..................................................................................30
2.2.1 Basisbediening..................................................................................................................... 30
2.2.2 Eenvoudig nummers kiezen................................................................................................. 33
2.2.3 Nummers herhalen....... ....... ...... ....... ...... ....... ...... ...... ....... .................................................... 39
2.2.4 Als de gekozen lijn bezet is of als er niet wordt opgenomen................................................ 42
2.2.5 Telefoneren zonder restricties .............................................................................................. 49
2.2.6 De belmethode wijzigen (Intern bellen — Belsignaal/Stem)................................................ 51
2.2.7 Toegang krijgen tot ISDN Netwerk Services ........................................................................ 52
2.2.8 NAKIEZEN (Direct Inward System Access [DISA]).............................................................. 53
2.3 Gesprekken beantwoorden........................... .. .. ......................................................57
2.3.1 Gesprekken beantwoorden.................................................................................................. 57
2.3.2 Handen vrij beantwoorden ...................................................................................................58
2.3.3 Een gesprek van een ander toestel aannemen (Call Pickup) .............................................. 59
2.3.4 Beantwoorden van een gesprek via een externe luidspreker (Netlijngesprek beantwoorden
vanaf een willekeurig toestel [TAFAS]) ............................................................................... 61
2.4 Tijdens een gesprek................................................................................................63
2.4.1 Gespreksduur....................................................................................................................... 63
2.4.2 Een gesprek in de wachtstand zetten .................................................................................. 64
2.4.4 Verplaatsbaarheid van ISDN toestellen ............................................................................... 76
2.4.5 Wisselgesprek (Makelen)..................................................................................................... 77
2.4.6 Een gesprek doorverbinden................................................................................................. 78
2.4.7 Beantwoorden van een gesprek in wachtstand.................................................................... 81
2.4.8 Conferentie........................................................................................................................... 82
2.4.9 Een nummer opslaan (Telefoonboek funktie)....................................................................... 84
2.4.10 Mute................................................................................................................................... 86
Inhoudsopgave
7
2.4.11 Anderen het gesprek laten meeluisteren ........................................................................... 87
2.5 Voordat u uw bureau verlaat..................................................................................88
2.5.1 Boodschap-funktie ............................................................................................................... 88
2.5.2 Uw gesprekken doorschakelen (Gesprek doorschakelen)................................................... 97
2.5.3 Gesprekken doorschakelen van een Speurgroep.............................................................. 102
2.5.4 Afwezigheidsboodschap achterlaten op het display van een ander toestel
(Afwezigheidsboodschappen) .......................................................................................... 104
2.5.5 Voorkomen dat anderen uw toestel gebruiken (Elektronische Toestelblokkering) ............. 107
2.5.6 Een speurgroep (Hunting Group) verlaten (Inloggen/Uitloggen)........................................ 108
2.6 Oproepen/Een oproep beantwoorden .................................................................109
2.6.1 Oproepen ........................................................................................................................... 109
2.6.2 Iemand oproepen en een gesprek beantwoorden.............................................................. 113
2.6.3 Beantwoorden van een oproep .......................................................................................... 116
2.7 Een toestel instellen naar uw wensen................................................... ..............118
2.7.1 Instellen van het alarm (Tijdherinneringsalarm)...................................................... ........... 118
2.7.2 Inkomende gesprekken weigeren (Niet Storen [NS]) ......................................................... 120
2.7.3 “Gesprek Wacht” aankondiging - via luidspreker/hoorn [OHCA/Fluister OHCA]................ 122
2.7.4 Een oproep negeren (Oproepen — NEGEREN)................................................................ 123
2.7.5 Automatische Kiesselectie/Connected Line Identification Presentation (CLIP/COLP)....... 124
2.7.6 V oorkomen dat uw nummer op het display van de tegenpartij verschijnt als u zelf belt (Calling
Line Identification Restriction [CLIR]) ............................................................................... 125
2.7.7 Voorkomen dat uw nummer op het display van de tegenpartij verschijnt als u gebeld wordt
(Connected Line Identification Restriction [COLR]).......................................................... 126
2.7.8 Blokkeren dat anderen uw gesprekken aannemen (Gesprekken aannemen - Blokkeren) 127
2.7.9 De mogelijkheid blokkeren dat anderen zich in uw gesprek mengen (Blokkeren van “Inbreken
op een gesprek”) ............................ ....... ...... ....... ...... ...... ....... ...... ....... ...... ....... ................. 128
2.7.10 Achtergrondmuziek aan-/uitzetten.................................................................................... 129
2.7.11 Dag/Nacht Service........................................................................................................... 130
2.7.12 De Dag/Nacht status controleren..................................................................................... 132
2.7.13 Belsignaal instell en van het parallel aangesl ote n toest el (Parallelle telefoonaansluit ing) 133
2.7.14 De funktie-instellingen op uw toestel wissen (Toestelprogrammering wissen)................. 135
2.8 Het gebruik van optionele apparatuur ................................................................136
2.8.1 Als een deurintercom/deuropener is aangesloten.............................................................. 136
2.8.2 Als een Voice Processing Systeem is aangesloten............................................................ 140
2.8.3 Als een extern relais is aangesloten .................................................................................. 147
2.8.4 Als een tweede bel is aangesloten..................................................................................... 148
2.9 Gebruik van het Display-systeemtoestel ............................................................ 149
2.9.1 Opbellen via gesprekslog (Inkomende gesprekslog) [alleen KX-T7533, KX-T7536, KX-T7230,
KX-T7235] ........................................................................................................................ 149
2.9.2 Een gespreklog vastleggen [alleen KX-T7533, KX-T7536, KX-T7230, KX-T7235]............ 152
2.9.3 Bediening van de KX-T7531, KX-T7533, KX-T7536 of KX-T7235..................................... 153
3 Bediening door de operator
3.1 Toestelbediening...................................................................................................168
3.1.1 Serviceklasse toewijzen..................................................................................................... 168
3.1.2 De instellingen wijzigen...................................................................................................... 170
3.2 Systeembediening ................................................................................................171
8
Inhoudsopgave
3.2.1 Doorschakelen van een wachtend gesprek (Automatische overflow/“Hurry-up”
doorverbinden) ................................................................................................................. 171
3.2.2 Externe achtergrondmuziek aanzetten .............................................................................. 172
3.2.3 Opnemen van Uitgaande Boodschappen (UGB)............................................................... 173
3.2.4 Gebruik van de ANTWOORD/VRIJGEVEN toets [alleen KX-T7541] ................................ 176
3.2.5 Uitprinten gegevens systeemwerking .............................. ...... ....................................... ..... 177
4 Aanpassen van uw toestel & uw systeem
4.1 Aanpassen van uw toestel (Toestelprogrammering)..........................................180
4.1.1 Aanpassen van uw toestel (Toestelprogrammering) .......................................................... 180
4.1.2 Standaardinstellingen......................................................................................................... 181
4.1.3 Aanpassen van de toetsen................................................................................................. 184
4.1.4 Gesprekskosten-management [alleen voor toegewezen toestel]....................................... 188
4.2 Aanpassen van uw systeem.................................................................................190
4.2.1 Aanpassen van uw systeem .............................................................................................. 190
4.2.2 Datum en tijd instellen (000) .............................................................................................. 197
4.2.3 Systeem-verkort kiezen/Instellen van het nummer voor Gespreksafhandeling (“Intelligent Call
Handling” [ICH]) (001) ...................................................................................................... 198
4.2.4 Systeem-verkort kiezen/Instellen van de naam voor Gespreksafhandeling (Intelligent Call
Handling” [ICH]) (002) ...................................................................................................... 201
4.2.5 Toestelnummer instellen (003)........................................................................................... 202
4.2.5 Toestelnummer instellen (003)........................................................................................... 202
4.2.6 Toestelnaam ins tel le n (004) ...................................... ....... ...... ............................................ 203
5 Appendix
5.1 Probleemoplossingen ...........................................................................................206
5.1.1 Probleemoplossingen... ....... ...... ....... ...... ....... ...... ...... ....... ...... .......................................... .. 206
5.2 Lijst van funktienummers .....................................................................................210
5.2.1 Lijst van funktienummers ................................................................................................... 210
5.3 Lijsten .....................................................................................................................214
5.3.1 Lijsten................................................................................................................................. 214
5.4 Wat betekent deze toon? ......................................................................................223
5.4.1 Wat betekent deze toon? ................................................................................................... 223
5.5 Specificaties...........................................................................................................228
5.5.1 Specificaties....................................................................................................................... 228
6Index
Inhoudsopgave
9
10
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Overzicht
In dit hoofdstuk vindt u een kort overzi cht van uw systeem.

Overzicht

11
1.1 Capaciteit
1.1 Capaciteit
1.1.1 Capaciteit
U kunt het volgende aantal interne lijnen en netlijnen op uw systeem aansluiten.
Basis
systeem
KX-TD612
Netlijn (ISDN lijn) Interne lijn
* ISDN (BRI) poort 2 en ISDN (BRI) poort 3 kunnen worden gekozen om te gebruiken als netlijn of als interne ISDN-telefoonlijn (standaard: poort2-netlijn/poort3-interne ISDN-telefoonlijn). De maximum capaciteit van het systeem is afhankelijk van welk soort lijn er wordt gekozen. Zie hieronder.
Lijn Instelling Netlijn
3 ISDN (BRI) poorten worden gekozen voor een netlijn
2 ISDN (BRI) poorten worden gekozen voor een netlijn
1 ISDN (BRI) poort wordt gekozen voor een netlijn
4 (2) 12
Module
uitbreiding
2
(1)
Maximum capaciteit
6
(3)*
12
Interne ISDN
lijn
6012
4812
21612
Interne lijn
12
Overzicht
1.2 Namen en locaties
1.2.1 Namen en locaties
KX-TD612
1.2 Namen en locaties
Connector voor externe apparatuur
Connectors voor interene toestellen
Modulaire aansluitingen voor ISDN (BRI) lijn
Stroomschakelaar
Accu-aansluiting Aansluiting
voor aarding Netstroom-
ingang
Aansluiting voor externe muziekbron
Aansluiting voor oproepsysteem
Seriële interface
(RS-232C)
ABC1234567
KX-TD612XX
Serienummer
Stroomindicator
Overzicht
13
1.2 Namen en locaties
N
Een digitaal systeemtoestel (Voorbeeld: KX-T7536)
PROGRAMMEREN
INTERCOM
CONF(erentie)
R-TOETS
PAUZE
DOORVERBINDEN
WACHTSTAND
HERHALEN
HANDEN-VRIJ
Funktie
1
GHI
4
PQRS
7
0
Display
Funktie
Soft
INT'
R
ABC
2
JKL
5
TUV
8
PROG.
6
12
5
11
DEF
3
MNO
6
WXYZ
9
4
10
3
9
2
1
8
7
SHIFT
DSN/NS
BOODSCHAP
Flexible netlijn
AUTO KIEZEN/OPSLAA AUTO BEANTW/MUTE
Jog Dial
Microfoon
14
Overzicht
1.2 Namen en locaties
Het bovendeksel openen
Draai de schroeven aan de bovenkant van de centrale los.
1.
De schroef is met behulp van een veer aan het bovendeksel bevestigd, zodat deze niet losraakt. Open het bovendeksel in de richting van de pijl .
2.
Schroef
Bovenste frontdeksel
A
Draai de 2 schroeven aan beide zijden van de centrale los.
3.
Open het frontpaneel.
4.
imu1115a.eps
Het bovendeksel sluiten
Voer de bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde uit.
1.
Overzicht
Schroeven
Frontpaneel
15
1.3 Aansluitvoorbeeld
1.3 Aansluitvoorbeeld
1.3.1 Aansluitvoorbeeld
Dit diagram toont u een aansluitvoorbeeld, inclusief optionele apparatuur.
3 ISDN (BRI) lijnen
Naar ISDN (BRI) poort 1 en 2 (initieel) Naar ISDN (BRI) poort 3 (additioneel) (Bliksembeveiliging)
Accu's
Printer
Deuropeners
Duits type Deurintercom
Panasonic
of Computer
Enkelvoudig toestel
Draadloze telefoon
Fax
Externe muziekbron
Extern relais
Externe bel
12 Toestellijnen
KX-T7520/KX-T7550
KX-T7531
KX-T7533
Versterker
Luidspreker
KX-T7536
KX-T7540
KX-T7541
16
Panasonic
Deurintercoms KX-T30865
Voice Processing Systeem
: optionele kaart vereist.
Overzicht
1.4 Een ander toestel parallel aansluiten
1.4 Een ander toestel parallel toevoegen (EXtra Device Poort [XDP])
1.4.1 Een ander toestel parallel toevoegen
Een Panasonic digitaal systeemtoestel en een enkelvoudig toestel, een faxapparaat, een draadloze telefoon, enz. kunnen parallel op één aansluiting worden aangesloten. Er zijn twee soorten van parallelle aansluiting.
EXtra Device Poort (XDP)
Een digitaal systeemtoestel en een enkelvoudig toestel Elk toestel heeft een ander intern toestelnummer en kan individueel werken. Neem voor meer informatie contact op met uw installatie bedrijf.
Parallelle telefoonaansluiting
Een willekeurig digitaal systeemtoestel en een enkelvoudig toestel Deze toestellen hebben hetzelfde interne toestelnummer. Voor een belsignaal op het enkelvoudige toestel stelt u, indien nodig, het belsignaal in op Aan (On). (Raadpleeg 2.7.13 Belsignaal instellen van het parallel aangesloten toestel (Parallelle telefoonaansluiting) in deze handleid in g.)
Hieronder worden drie voorbeelden weergegeven. Het bepalen van het aansluitingstype dient via systeemprogrammering te geschieden.
Methode 1
<Achterterkant van de KX-T7500 serie DPT's>
Naar systeem
Naar enkelvoudig toestel
Opmerking: Zorg dat de draden in de groeven worden gedrukt om schade aan de stekkers te voorkomen, zowel bij
Bedradingskabel met 4 aders
<Achterkant van de KX-T7200 serie DPT's>
Bedradingskabel met 2 aders
Naar systeem
muurmontage als plaatsing op het bureau.
Naar enkelvoudig toestel
Enkelvoudig toestel
Overzicht
Systeemtoestel
Aansluitingen van de DPT-uitgangen (RJ11)
HTRL
TR
17
1.4 Een ander toestel parallel aansluiten
l
Methode 2
Bedradingskabel met 4 aders
Voor een digitaal systeemtoestel: alleen buitenste aderpaar Aansluiten. (Binnenste aderpaar is niet noodzakelijk)
Systeemtoestel
Methode 3
Modulaire contactdoos
Modulaire contactdoos
Bedradingskabe met 2 aders
Enkelvoudig toestel
Distributieframe
Dubbele
Bedradingskabe
Voor een digitaal systeemtoestel: alleen buitenste aderpaar aansluiten.
Voor een analoog systeemtoestel: 4-aderig aansluiten.
modulaire contactdoos
l met 4 aders
Digitaal systeemtoestel
18
Bedradingskabel
Enkelvoudig toestel
met 2 aders
Overzicht
1.5 Het systeem opnieuw opstarten
1.5 Het systeem opnieuw opstarten
1.5.1 Het systeem opnieuw opstarten
Als het systeem na het opstarten niet goed werkt, start het systeem dan opnieuw op. Alleen het volgende zal worden gewist. Raadpleeg uw installatie bedrijf als uw systeem niet goed werkt.
Automatisch terugbellen bij in gesprek (Camp-On) wordt gewist.
Gesprekken in de systeem-parkeerzones worden gewist.
Gesprekken in de Wachtstand worden beëindigd.
Huidige gesprekken worden beëindigd.
Gesprekken in de Exclusieve Wachtstand worden beëindigd.
Met behulp van de stroomschakelaar
Schakel de stroomschakelaar eenmaal uit (OFF), en schakel hem vervolgens weer aan (ON).
1.
Stroomschakelaar
Overzicht
19
1.5 Het systeem opnieuw opstarten
20
Overzicht
Hoofdstuk 2 Bediening
In dit hoofdstuk wordt de bediening van elke funktie stapsgewijs uitgel egd. Lees dit hoofdstu k om v ertrouwd te raken met de bedieningsfunkties van dit systeem.

Bediening

21
2.1 Voordat u de toestellen gaat gebruiken
2.1 Voordat u de toestellen gaat gebruiken
2.1.1 Voordat u de toestellen gaat gebruiken
Wat voor soort toestel kan worden gebruikt?
U kunt een enkelvoudig toestel (SLT) gebruiken, zoals een pulskies-telefoon, of een Panasonic systeemtoestel (DPT), zoals de KX-T7536. De bediening is afhankelijk van het toestel dat u gebruikt.
Als u een Panasonic digitaal systeemtoestel gebruikt met een speciale funktietoets zoals en//of met een display , kunt u de instrukties voor “eenvoudig programmeren” volgen met behulp van de toets of met behulp van displayteksten. Als u een toestel met display (bijv . KX-T7536) gebruikt, kunt u voor de bedieningsfunkties de teksten op het display volgen.
Als uw toestel geen funktietoetsen en/of een display heeft, kunt u in plaats daarvan het toestel bedienen via het invoeren van een funktienummer. V olg de beschikbare mogelijkheden met behulp van uw toestel. Als u gebruik maakt van een DSS Console, funktioneren de toetsen van de DSS Console zoals de toetsen op het aangesloten systeemtoestel.
Als u een Panasonic digitaal systeemtoestel zonder funktietoetsen gebruikt, kunt u een flexibele toets toewijzen als funktietoets. Zie “De toetsen aanpassen” (Aanpassen van uw toestel & systeem).
Funktienummers
Voor bepaalde funkties dient u specifieke funktienummers in te voeren (en een extra parameter, indien nodig). Er zijn twee categorieën funktienummers, namelijk:
Flexibel funktienummer
Vast funktienummer
Vaste funktienummers kunnen niet worden veranderd. Echter, u kunt de flexibele nummers veranderen in andere nummers ter vereenvoudiging van het gebruik. Raadpleeg uw installatie bedrijf als u de nummers wilt veranderen. In deze handleiding worden de standaard nummers (fabrieksinstelling) gebruikt voor de bediening.
Een flexibel nummer wordt aangegeven als (half gearceerde toets). Gebruik het nieuwe geprogrammeerde nummer als u het funktienummer heeft gewijzigd. Noteer het nieuwe nummer in de "Lijst van Funktienummers" (Appendix).
Als u een enkelvoudig toestel gebruikt dat niet is voorzien van de " " of "#" toetsen;
funktienummers een “ “ of “#” hebben. .
is het niet mogelijk om funkties te gebruiken die in hun
22
Bediening
2.1 Voordat u de toestellen gaat gebruiken
Tonen
Tijdens of na een bedieningshandeling zult u verschillende bevestigingstonen horen. Zie "5.4.1 Wat betekent deze toon?" (Appendix).
Display
In deze handleiding zult u de tekst lezen “het display ...”. Dit verwijst naar het display van een Panasonic systeemtoestel. Als u geen Panasonic systeemtoestel gebruikt, wordt de tekst niet (op uw toestel) weergegeven. Als u een Panasonic digitaal systeemtoestel met display gebruikt, helpt het display u om de instellingen te bevestigen. Bijvoorbeeld, wanneer u de Niet Storen funktie instelt, toont het display “Niet Storen”. Sommige systeemtoestellen geven u ook eenvoudig toegang tot bedieningsfunkties. Afhankelijk van de bedieningsfunktie wordt een bericht weergegeven. Door naast of onder het display op de bijbehorende toets te drukken, of door middel van een Jog Dial, kunt u toegang krijgen tot de gewenste funktie. Als bijvoorbeeld de funktie “Achtergrondmuziek aanzetten” mogelijk is, zal “AGM” op het display verschijnen. Volg de bedieningsinstructies van de funktie.
AGM
Daarnaast kunt u, afhankelijk van het digitaal
1 JAN 15:00 1 JAN 15:00
Toestel Station SKToestel Station SK
Funkties Systeem SKFunkties Systeem SK
Gesprekslog
CNTR
BEL
AGM
systeemtoestel met display, funkties bedienen of opbellen met behulp van de instructies op het display. Zie “Het gebruik van een digitaal systeemtoestel met display”.
Uw toestelnummer
Als u een Panasonic digitaal systeemtoestel met display gebruikt, kunt u op het display uw eigen toestelnummer controleren. Zie 4.2.1 Aanpassen van uw systeem
Restricties
Het kan voorkomen dat sommige funkties op uw toestel niet volledig beschikbaar zijn als gevolg van systeemprogrammering. Raadpleeg hiervoor uw systeembeheerder of uw installatie bedrijf.
Bediening
23
2.1 Voordat u de toestellen gaat gebruiken
Symboolbeschrijvingen
De volgende symbolen tonen u de mogelijke funkties, opmerkingen en handeling bij het bedienen van de funkties. Tijdens de bediening van het toestel kunt u snel de symbolen raadplegen die op de omslag achterin deze handleiding staan vermeld.
Deze funktie is niet mogelijk op een enkelvoudig toestel.
Aanverwante programmeerfunktie Zie “Programmeren”, indien nodig.
Gesprek beantwoorden (één van de volgende manieren).
Neem de hoorn op.
Druk op de HANDEN VRIJ toets.
Druk op de MONITOR toets. (Neem de hoorn op om te spreken.)
Gesprek beëindigen (één van de volgende manieren).
Leg de hoorn op de haak.
Druk op de HANDEN-VRIJ toets.
Druk op de MONITOR toets.
(CO)
OF
OF
8 1
t/m
8 3
(Recall)
Kies een netlijn (één van de volgende manieren).
0
Druk op een netlijntoets.
Kies 0 voor automatische toegang tot een netlijn.
Kies een netlijnnummer tussen 81 t/m 83.
Druk op de Oproepen toets van de Deurintercom.
Druk op de R-toets van een enkelvoudig toestel.
gewenste nr.
24
toestelnr.
Druk op de bijbehorende
Wacht op beantwoording. funktietoets op het systeemtoestel (Zie “Wanneer u een Panasonic systeemtoestel gebruikt”.)
Voer het gewenste nummer in.
Spreek. <Voorbeeld>
Kostencode
Voer de Kostencode in.
Kies een toestelnummer. U zal een bevestigings-, kies-, bel
of terugbeltoon horen.
Bevestigingstoon Kiestoon Beltoon Terugbeltoon
Bediening
2.1 Voordat u de toestellen gaat gebruiken
tel. nr.
Kies het telefoonnummer. Eén korte pieptoon
Wanneer u een Panasonic digitaal systeemtoestel gebruikt
Wanneer u een Panasonic digitaal systeemtoestel in combinatie gebruikt met een DSS Console, zijn in sommige gevallen de onderstaande handige funkties mogelijk. Deze toetsen vereenvoudigen de bediening. De afbeeldingen kunnen afwijken van die op uw toestel.
ANTWOORD: wordt gebruikt voor het beantwoorden v an e en ink omend g esprek.
AUTO BEANTWOORD/MICROFOON: wordt gebruikt voor het beantwoorden van een intern gesprek in de han den-vrij modus of om de microfoon ui t te schakelen.
AUT OMATISCH KIEZEN/OPSLAAN: wordt gebruikt voor Snel kiezen via het systee m of om programmeerwijzigingen op te slaan.
MODE
INTERCOM: wordt gebruikt om een intern
gesprek te beginne n of the bea ntwoorden.
BOODSCHAP: wordt gebruikt voor het
achterlaten van een “Boodschap Wacht”
indicatie of om de partij die de boodschap
achterliet terug te bellen.
MODE: Wordt gebruikt voor toegang
tot verschillende funkties via het
display.
(DSS)
CO: wordt gebruikt voor het beginnen of ontvangen van een extern gesprek (netlijngesprek). Een Lus-netlijntoe ts (L-CO) toets ondersteunt alle lijnen. Door op deze toet s te drukken wordt automatisch een vrije netlijn gekozen. (Toewijzing aan de toets is v ereist.) (Het kan v oorkomen dat op sommige toestellen alleen het CO "nummer" (bijv. 1, 2) wordt weergegeven.)
Conferentie: wordt gebruikt om een gesprek tussen drie partijen tot stand te brengen.
DSS: wordt gebruikt om toeg ang te k rijgen tot het interne toestel. (Het kan v oork omen dat op sommige toestellen alleen de “S” wordt weergegeven.)
R-toets: wordt gebruikt v oor het v erz enden van een “R” (flash) signaal naar het openbare telefoonnet of naar een andere aangesloten centrale (toegang tot externe funkties). Deze toets is van toepassing a ls de centrale net lijnen heeft, en n iet indien zij alleen ISDN lijnen heeft.
(PF)
PAUZE: wordt gebruikt om tijdens het
kiezen een pauze in te voegen.
PROGRAMMEREN: wordt gebruikt voor
het activeren en verlaten van de
programmeermodus.
Programmeerbare Funktie:
bevindt zich boven de CO toetsen of op de DSS Console
. Wijst de gewenste toets toe en wordt gebruikt voor toegang tot de opgeslagen funktie . Wordt meestal gebruikt als Snelkies toets. (O p sommige toestelle n wordt alleen de "F en het nummer" weergegeven.)
HERHALEN: wordt gebruikt om het laatst gekozen nummer te herhalen.
Bediening
25
2.1 Voordat u de toestellen gaat gebruiken
Funktie: Bevi ndt zi ch naa st het dis pl ay. Wordt gebruikt o m de weerg egev en funkt ie of instructie uit te voeren.
Gesprek Doorschakelen/Niet Storen: wordt gebruikt om een gesprek door te schakelen of als men niet wil worden gestoord.
Jog Dial: wordt gebruikt voor het afstellen van het volume en het display contrast of om de gewenste instelling te selecteren voor elke funkt ie.
WACHTSTAND: wordt gebruikt om een gesprek in de Wachtstand te plaatsen.
HANDEN VRIJ: wordt gebruikt voor handen-vrij telefoneren.
VRIJGEVEN: wordt gebruikt om de verbinding te verbreken.
SELECT: Wordt gebruikt om de
SELECT
SHIFT
Als een term tussen haakjes staat - zoals (Kosten) ­betekent dit dat een flexibele toets is aangewezen als “Kosten” toets.
weergegeven funktie te selecteren of om het weergegeven telefoonnummer te bellen.
SHIFT: wordt gebruikt om te alterneren tussen de subfunkties op het display.
Soft: wordt gebruikt voor het uitvoeren van een funktie of bedieningsinstructie die op de onderste regel van het display verschijnt.
DOORVERBINDEN: wordt gebruikt voor het doorverbinden van een gesprek naar een andere partij.
Het gebruik van een Jog Dial
De Jog Dial kan gebruikt worden voor he t afstellen van het displaycontrast en het v olume of om gewenste items te zoeken op het display. Draai de Jog Dial naar links of naar rechts. Het contrast of het volumeniveau en de onderwerpen zullen als volgt veranderen:
Links
(Linksom)
Niveau neemt af Naar het volgende item
Rechts
(Rechtsom)
Niveau neemt toe Naar het vorige item
26
Bediening
Hoe u de stappen volgt
Hieronder volgt een voorbeeld van een bedieningsinstructie
2.1 Voordat u de toestellen gaat gebruiken
2.2.5 Telefoneren zonder restricties
Met behulp van een Kostencode Naar een toetel dat het gesprek weigert
Een Kostencode gebruiken (Kostencode invoeren)
Een Kostencode wordt gebruikt om de kosten van netlijngesprekken samen te stellen. Het kan voorkomen dat u zonder Kostencode geen netlijngesprekken kunt beginnen. Elk toestel is toegewesen aan een klasse. Informeer bij uw systeembeheerder aan welke klasse uw toestel is toegewezen.
DPT/SLT
TIJD
#
OF
9 9
Druk op of kiesl .#99
Hoorn van de haak.
Bevestigingstoon
OF
(Kosten)
OF
4 9
Druk op“ ”, of opTIJD Kostencode 49of kies .
(CO)
OF
Lijn toegangs-
code
Druk op CO (netlijntoets) of kies een lijntoegangs-
code. (0 of 81-83).
Kostencode
Voer de Kostencode in (max.10 cijfers).
Telefoonnr.
Voer het in.telefoonnummer
Voorwaarden
De gebruiker van een Panasonic systeemtoestel kan tijdens een gesprek een Kostencode invoeren of tijdens de herkiestoon als de tegenpartij de hoorn op de haak heeft gelegd.
Als u de verkeerde code intoest, drukt u op de " " toets en toetst vervolgens de juiste code in.
Als u tijdens het intoetsen wilt stoppen, drukt u op de Kostencode toets.
Voor uw gemak kunt u de code samen met het telefoonnummer opslaan in het
• toestelgeheugen (bijv. als Verkort kiesnummer).
Als u een herkiestoon hoort dan is de ingevoerde code verkeerd. Voer de juiste code in. U kunt een specifieke Kostencode toewijzen aan toestelgebruikers en hun telefoongebruik controleren.
• U kunt aan klanten een specifieke Kostencode toekennen om de gespreksduur te controleren.
Naam van de funktie
Naam van de extra funktie
Beschrijving
Bedieningsstappen
De beschrijving van de pictogrammen wordt uiteengezet in "2.1.1 Voordat u de toestellen in gebruik neemt­Pictogram beschrijvingen"
Bediening
Aanpassen van uw toestel
Tips
• 4.1.3 Aanpassen van de toetsen Maken of herindelen van een Kostencode toets.
Programmeerverwijzing: de aanverwante gewenste programmering staat aangegeven. Om te programmeren: zie "Aanpassen van uw toestel & Systeem".
27
2.1 Voordat u de toestellen gaat gebruiken
2.1.2 De taal op het display wijzigen
Voor de taalweergave op het display kunt u kiezen uit Engels, Frans of Nederlands.
DPT
Nederlands
1
Engels
4 48
2
Frans
3
Bevestigingstoon
Hoorn van de haak.
Kies 484.
Maak uw keuze.
Hoorn op de haak.
28
Bediening
2.1 Voordat u de toestellen gaat gebruiken
2.1.3 Voor gebruikers van ISDN toestellen
Interne ISDN toestellen zijn ISDN toestellen zoals telefoons, f axapparaten of personal computers die in de centrale KX-TD612 zijn aangesloten op ISDN (BRI) poort 2 en poort 3. Op elke ISDN (BRI) poort kunnen 8 interne ISDN toestellen worden aangesloten via point-to-multi-point configuratie. Er kunnen echter twee centrales tegelijkertijd worden gebruikt. Aangesloten apparatuur kan individueel worden aangemeld met zogenaamde Multiple Subscriber Numbers (MSN). De MSN bestaan uit het ISDN toestelnummer en extra eindcijfers, 00 tot en met 99. Als er geen MSN worden toegewezen, zal de apparatuur die op dezelfde ISDN (BRI) toestelaansluiting is aangesloten, tegelijkertijd worden opgebeld.
Eindstation van netwerk
ISDN toestellen/apparatuur
Per poort kan een primaire en een secundaire Serviceklasse (COS) worden toegewezen.
Naar telefoonnet
Bediening
29
2.2 Gesprekken beginnen
2.2 Gesprekken beginnen
2.2.1 Basisbediening
Naar een ander toestel bellen
Naar een ander toestel (Intercomgesprek)
PT and SLT
DPT/SLT
Toestelnr.
OF
(DSS)
Hoorn van de haak.
<Voorbeeld>
Als u de heer Thomas wilt bellen....
Het toestelnummer van de heer Thomas is 123.
Voer het toestelnummer in of druk op DSS.
Spreek.
DPT/SLT
1 32
Hoorn van de haak.
De DSS indicator geeft de huidige status als volgt weer:
Uit
: Toestel is vrij.
Rood:
Handenvrij telefoneren
• Door op de HANDEN VRIJ toets te drukken kunt u handen-vrij telefoneren. In die tussentijd kunt u dan verder gaan met uw werkzaamheden.
Heeft u een lijst met toestelnummers?
• Completeer de lijst in 5.3 Lijsten en maak een copie voor eigen gebruik.
Voor snel gebruik
• Als u telefoniste bent of sommige toestellen regelmatig kiest is de DSS toets handig.
Bevestigen van het gekozen nummer voor de aansluiting
• U kunt het nummer intoetsen na bevestiging van het nummer dat u gekozen heeft. Als u
verkeerd intoetst, drukt u op " " om elk nummer vanaf rechts te wissen of u drukt op de R-toets om alle nummers te wissen.
U of een ander toestel gebruikt de lijn.
Spreek.Kies 123.
30
Bediening
Loading...
+ 207 hidden pages