Panasonic HDC-Z10000 User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing
High Definition videocamera
Modelnr. HDC-Z10000
Gelieve deze gebruiksaanwijzing volledig door te lezen alvorens dit apparaat in gebruik te nemen.
VQT3V05

Veiligheidsinstructies

Kenmerken
Dit toestel bestaat uit een enkele body met twin lens van het type 3D high-definition videocamera. Met het gebruik van het twin lensformaat kan het convergentiepunt in dit toestel ingesteld worden zodat natuurlijke, diepe 3D-video's verkregen kunnen worden. (
Over het opnameformaat voor
het opnemen van bewegende beelden
U kunt met gebruik van dit toestel bewegende beelden opnemen met AVCHD opnameformaten (l 29, 109) AVCHD 3D en AVCHD Progressive
worden ondersteund.
AVCHD 3D:
Het is mogelijk om krachtige, levensechte, full high definition 3D-beelden op te nemen. Voor het bekijken van full high definition 3D­beelden is een televisie vereist die compatibel is met het framesequentieformaat. (
AVCHD Progressive:
Het is met dit toestel mogelijk om 2D-video's met de hoogst mogelijke kwaliteit op te nemen (1080/50p).
Over de 1080/24p opnamemodus
Wanneer [24p SELECT] ingesteld is op [AAN], worden de beelden opgenomen in 1080/24p. (l 110) Het is niet mogelijk om 1080/24p en
andere opnameformaten op dezelfde SD-kaart te gebruiken. Wanneer u 1080/24p inschakelt, gebruik dan een aparte SD-kaart.
De scènes die opgenomen zijn in 1080/
24p kunnen niet afgespeeld worden door de apparatuur van het PAL-systeem.
Vrijwaring ten aanzien van
opgenomen inhoud
Panasonic aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die direct of indirect te wijten is aan problemen van ongeacht welke aard die verlies van de opgenomen of bewerkte inhoud tot gevolg hebben. Zij garandeert bovendien geen
l
32)
l
85)
enkele inhoud indien de opname- of bewerkingsfunctie niet correct werkzaam is. Hetzelfde is eveneens van toepassing op de gevallen waarin reparaties van ongeacht welke aard op het toestel uitgevoerd zijn.
Kaarten die geschikt zijn voor
dit toestel
SD-geheugenkaart, SDHC-geheugenkaart en SDXC-geheugenkaart
Geheugenkaarten van 4 GB of meer, die geen SDHC-logo hebben, of van 48 GB of meer die geen SDXC-logo hebben, zijn niet gebaseerd op de specificaties van SD-geheugenkaarten.
Raadpleeg pagina 15 voor meer
informatie over SD-kaarten.
Ten behoeve van deze
gebruiksaanwijzing
Het accupack wordt “Accu” genoemd. ≥
De SD-geheugenkaart, de SDHC­geheugenkaart en de SDXC-geheugenkaart worden in de tekst als “SD-kaart” aangeduid.
Functie die voor de opnamemodus
gebruikt kan worden: Functie die voor de afspeelmodus gebruikt kan worden:
Referentiepagina’s worden aangegeven
met een pijl, bijvoorbeeld: l 00
- 2 -

Inhoudsopgave

Veiligheidsinstructies............................... 2
Voorbereiding
Identificatie van de onderdelen en
gebruik ....................................................... 5
Voeding.................................................... 10
Accu opladen .................................... 11
De accu plaatsen/verwijderen ........... 12
Oplaadtijd en opnametijd .................. 13
Aansluiting op het netstopcontact..... 14
Gereed maken van SD-kaarten ..............15
Kaarten die met dit toestel gebruikt
kunnen worden ................................. 15
Een SD-kaart plaatsen/
verwijderen........................................ 16
De camera in-/uitschakelen....................17
Een functie selecteren............................17
Gebruik van de LCD-monitor/Zoeker ....18
Gebruik van de LCD-monitor ............ 18
Gebruik van het touch screen ........... 19
Afstelling LCD-monitor...................... 20
Afstelling zoeker................................ 21
Uzelf opnemen.................................. 21
Datum en tijd instellen............................ 22
Gebruik van het menuscherm ...............23
Gebruik van de draadloze
afstandsbediening ..................................24
Werking van de richtingstoetsen/
OK toets ............................................ 25
Opname
Voordat u gaat opnemen........................ 26
Kaarten formatteren .......................... 27
Een op te nemen medium selecteren.... 28
Video’s opnemen ....................................29
Instelling convergentiepunt ............... 32
Foto’s nemen...........................................38
Intelligent Auto Mode/Manual Mode......39
In-/uitzoomen...........................................41
Zoomring ........................................... 41
Beeldstabilisatiefunctie.......................... 43
Focus ....................................................... 44
Witbalans .................................................45
Diafragma-instelling ............................... 47
Manuele sluitersnelheid ......................... 49
Audio-input ............................................. 50
Microfooninstelling ............................ 50
Geluidsopname................................. 51
Tussen de audio-input schakelen ..... 51
Instelling van het
audio-invoerniveau ........................... 54
Tellerweergave ........................................ 56
Instelling van de tijdcode .................. 57
Instelling van de
Gebruikersinformatie ........................ 58
Instelling van de opnameteller.......... 59
USER toets .............................................. 60
Instelling van de USER toets............ 60
Gebruik van de USER toets.............. 61
Functies van de USER toets ............. 62
Nuttige functies ...................................... 68
Quick start......................................... 68
Zebra ................................................ 69
Beeldscherm met kleurenbalk .......... 69
Schakelen tussen weergave van beeldschermaanduidingen/
modusinformatie ............................... 70
Gebruik van de bedieningsiconen ........71
Afspelen
Afspelen van video’s/foto’s ................... 72
Afspelen van video’s met
gebruik van de bedieningsicoon ....... 75
Nuttige functies ...................................... 77
Een foto maken van een video......... 77
Opnieuw afspelen ............................. 77
Afspelen hervatten............................ 77
Scènes afspelen op grond van
het geselecteerde formaat ................ 78
Afspelen van foto's op datum............ 78
Wissen van scènes/foto’s ...................... 79
Beschermen van scènes/foto’s ......... 80
Video’s/Foto’s op de TV bekijken.......... 81
Aansluiten met een HDMI-kabel ....... 83
Luisteren naar 5.1-kanaalsgeluid...... 83
Aansluiten met de AV-multikabel ...... 84
Opnames bekijken op een 3D-
compatibele TV ....................................... 85
- 3 -
Bewerken
Met een PC...............................................87
Wat kunt u met de PC doen .............. 87
Eindgebruikerslicentie ....................... 89
Besturingsomgeving ......................... 91
Installatie ........................................... 94
Aansluiting op de PC ........................ 96
Het beeldscherm van
de computer ...................................... 97
Starten van HD Writer XE 1.0 ........... 98
Gebruiksaanwijzing van de
softwareprogramma’s lezen .............. 98
Gebruik van Mac............................... 99
Dubben................................................... 100
Dubben met een Blu-ray disc recorder,
video-apparatuur, enz. .................... 100
Menu
Gebruik van het menu ..........................104
Camera-instelling ............................ 104
Opname-instelling........................... 109
Instelling van schakelaar
en display ........................................ 116
Overige functies .............................. 121
Video-instelling................................ 125
Foto-instelling.................................. 125
Display
Aanduidingen ........................................126
Meldingen ..............................................128
Overige
Verhelpen van ongemakken.................129
Herstellen ........................................ 133
Waarschuwingen voor gebruik............ 134
Over het copyright................................140
Opnamewijzen en approximatieve
opnametijd.............................................141
Approximatief aantal opneembare
beelden .................................................. 143
- 4 -

Voorbereiding

5
2
134
6
7 8 9
10
11 12
13
14
15 16
17

Identificatie van de onderdelen en gebruik

1 Bevestigingspunt schouderriem 2 Sub-zoomhendel (l 41, 120)
Deze hendel werkt net als de zoomhendel.
3 Sub-knop start/stop opname (l26, 120)
Deze knop werkt op dezelfde manier als de
start-stopknop voor opnemen.
4 Accessoireschoen
5 Bevestigingsgedeelte
Microfoonhouder (l 8)
6 Aansluitingen audio-ingangen 1, 2 (XLR
3 pinnen) [AUDIO INPUT1,2] (
7 Zoomhendel [T/W] (in opnamemodus)
(l 41) Volumehendel [rVOLs]/Schakelaar miniatuurweergave [ / ] (in
afspeelmodus) (l 73) 8 Photoshot-knop [ ] (l 38) 9 Statusindicator (l 17) 10 Power-schakelaar (l 17) 11 Opname starten/stoppen (l 29) 12 Gripriem (l 8) 13 Hoofdtelefoonaansluiting [ ] (l 71) 14 Remote-aansluiting camera
[CAM REMOTE]
l
9, 52)
- 5 -
[CONV.] (2,5 mm super mini-aansluiting)
Het is mogelijk om het convergentiepunt in te stellen door een afstandsbediening (optioneel) aan te sluiten. De handelingen die met de (optioneel)
afstandsbediening verricht worden, zullen voorrang hebben.
[CAM REMOTE] (3,5 mm mini-aansluiting)
Het is mogelijk om het brandpunt of het diafragma in te stellen met de afstandsbediening (optioneel). Het is niet mogelijk om de (optioneel)
afstandsbediening in de Intelligent Auto Mode te gebruiken.
[ZOOM S/S] (2,5 mm super mini-aansluiting)
Het is mogelijk om de zoom of start/stop opname te bedienen door een afstandsbediening (optioneel) aan te sluiten.
Sluit geen andere apparatuur op de remote­aansluiting van dit toestel aan, behalve de (optioneel) afstandsbediening. De helderheid van het beeld kan veranderen of het wordt niet scherp gesteld als andere apparatuur dan de (optioneel) afstandsbediening aangesloten wordt.
15 Correctiehendel oculair (l 21) 16 Statiefbevestiging (l 9) 17 Luchtinlaat (ventilator) (l 27)
18 Sensor draadloze afstandsbediening
20
21
22
23
24
29 30 31 32
25 26 27 28
34
33
40
41 42
43
35 36
37
38 39
18
19
(l 25) 19 Interne microfoons 20 Opnamelamp (l 121) 21 Luidspreker 22 Lens (l 9) 23 INPUT 1, 2 (LINE/MIC) schakelaars
(l 52) 24 INPUT 1, 2 (+48V) schakelaars (l 52) 25 Gebruikerstoetsen 1, 2, 3 [USER1,
USER2, USER3] (l 60) 26 Schakelaars Intelligent auto/Manuele
werking [iA/MANU] (l 39) 27 Quick start toets [QUICK START]
(l 68) 28 Quick start lamp (l 68) 29 Focusring (l 44) 30 Zoomring (l 41) 31 Diafragmaring (l 47) 32 Convergentieknop [CONV.] (l 33) 33 Toets 3D-gids [3D GUIDE] (l 34) 34 Toets Auto/Manueel diafragma [IRIS
A/M] (l 47)
35 Toets Auto/Manuele/ focus [FOCUS
A/M/] (l 44)
36 Toets optische beeldstabilisator
[O.I.S.] (l 43) 37 Toets witbalans [W.B.] (l 45) 38 Zebratoets [ZEBRA] (l 69) 39 Knop beeldscherm kleurenbalk
[BARS] (l 69) 40 Menutoets [MENU] (l 23) 41 Toets controle Display/Modus [DISP/
MODE CHK] (l 61, 70) 42 Tellertoets [COUNTER] (l 56) 43 Toets reset teller [RESET] (l 58, 59)
- 6 -
47 48
49
50 51
52 53
45
44
46
54 55
56
58 5957
60 61 62
44 Uittrekgedeelte LCD-monitor [PULL]
(l 18)
45 LCD-monitor (Touch screen) (l 19)
Vanwege beperkingen in LCD-technologie kunnen op het LCD-scherm een aantal kleine lichte of donkere vlekjes voorkomen. Dit is echter geen defect en heeft geen invloed op de opname.
46 Bevestigingspunt schouderriem 47 Aansluitdeel oculairkap (l 8) 48 Oculairkap (l 8) 49 Zoeker (l 21)
Vanwege beperkingen in LCD-technologie kunnen op het scherm van de zoeker een aantal kleine lichte of donkere vlekjes voorkomen. Dit is echter geen defect en heeft geen invloed op de opname.
50 Knop accu-ontgrendeling [PUSH]
(l 12)
51 Accuhouder (l 12) 52 DC-aansluiting [DC IN] (l 14)
Gebruik geen andere dan de bijgeleverde
netadapter.
53 Mode-schakelaar (l 17) 54 CH1, CH2 schakelaars [CH1, CH2]
(l 52) 55 Knoppen volumeregeling [CH1, CH2]
(l 55) 56 Deksel sleuf SD-kaart (l 16) 57 Toegangslampje (kaart 1) (l 16) 58 Kaartsleuf 1 (links)/
Kaartsleuf 2 (rechts) (l 16) 59 Toegangslampje (kaart 2) (l 16) 60 HDMI connector [HDMI] (l 81) 61 AV-multiconnector [AV MULTI] (l 81,
103)
Gebruik de AV-multikabel (alleen de
62 USB-aansluiting [USB 2.0] (l 96,
bijgeleverde kabel).
101)
- 7 -
Stel de lengte van de gripriem zo af dat deze om uw hand past.
1, 2 Sla de riemafdekking en de riem
om.
3 Stel de lengte in. 4, 5 Vervang de riem.
A Kerf B Uitsteeksel
C Adapter microfoonhouder D Microfoonhouder E Schroeven microfoonhouder (12 mm) F Bevestigingsgedeelte Microfoonhouder G Schroeven microfoonhouder (6 mm)
Bevestigen van de oculairkap
Bevestig de oculairkap door de kerf van het aansluitdeel te laten samenvallen met het uitsteeksel in de oculairkap.
Bevestigen van de microfoonhouder
Bevestigen met een gewone schroevendraaier.Bij het bevestigen van een externe microfoon (optioneel) op het bevestigingsgedeelte van
de microfoonhouder dient u de bijgeleverde microfoonhouder en de adapter daarvan te gebruiken.
De microfoonhouder is zo ingesteld dat een externe microfoon van 21 mm aangesloten kan worden. Controleer van tevoren of de microfoon die u wilt gebruiken aangesloten kan worden.
- 8 -
Bij het bevestigen van de microfoonhouder en de adapter daarvan, dient u de schroeven
A Statiefbevestiging
Bevestig of verwijder de dop door de zijkanten in te drukken.
B Dop INPUT-
aansluiting
stevig vast te draaien, ook al hoort u daarbij een knarsend geluid.
Bevestigen van het statief
Er zijn montagegaten voor het statief aanwezig die
compatibel zijn met 1/4-20UNC en 3/8-16UNC schroeven. Gebruik de maat die past bij de diameter van de bevestigingsschroef van het statief.
Als u een statief aansluit waarvan de schroef
groter is dan 5,5 mm kan dit het toestel schade berokkenen.
Bevestigen van de lensdop
Bescherm het lensoppervlak wanneer het toestel niet met de lensdop gebruikt wordt
Bevestiging dop INPUT-aansluiting
Bevestig de dop van de INPUT-aansluiting wanneer de aansluitingen van de audio-ingangen 1, 2 (XLR 3 pinnen) niet gebruikt worden.
- 9 -
Voorbereiding

Voeding

Accu’s die geschikt zijn voor dit toestel
De accu die met dit toestel gebruikt kan worden is CGA-D54s.
Het blijkt dat in sommige markten namaakaccu’s te koop zijn die sterk lijken op het originele product. Sommige van deze accu’s zijn niet afdoende beveiligd met ingebouwde veiligheidsfuncties om te voldoen aan de vereisten van de geldende veiligheidsnormen. Het is mogelijk dat deze accu’s in brand raken of exploderen. Wij wijzen u erop dat wij niet aansprakelijk zijn voor enig ongeluk of defect voortvloeiend uit het gebruik van namaakaccu’s. Om er zeker van te zijn dat u veilige producten gebruikt, adviseren wij u een originele accu van Panasonic te gebruiken.
- 10 -

Accu opladen

Laadlampje [CHARGE] A
Brandt:
Laden (laadtijd accu: l 13)
Gaat uit:
Laden klaar
Knippert:
Controleer of het toestel correct aangesloten is (l 136)
Power-lampje B
Dit gaat branden als de netkabel
aangesloten is.
Bij aankoop van dit toestel is de accu niet geladen. Laad de accu volledig alvorens dit toestel te gebruiken.
Belangrijk: De netkabel is specifiek voor deze camera ontworpen en mag niet met een ander
apparaat worden gebruikt. Bovendien mag een netkabel van andere apparatuur niet worden gebruikt met deze camera.
Er wordt aanbevolen de accu te laden bij een temperatuur tussen 10 oC en 30 oC.
(Dit moet ook de temperatuur van de accu zelf zijn.)
Steek de stekkers zo ver mogelijk naar binnen.
1 Sluit de netkabel aan op de acculader en op het netstopcontact. 2 Plaats de accu in de acculader door de pijlen op elkaar uit te lijnen.
Wij raden aan om Panasonic accu’s te gebruiken (l 13).Bij gebruik van andere accu’s, kunnen we de kwaliteit van dit product niet garanderen.Niet verwarmen of blootstellen aan vuur.Laat de accu(’s) niet liggen in een voertuig dat gedurende een lange tijd is blootgesteld
aan direct zonlicht met alle portieren en ruiten gesloten.
- 11 -

De accu plaatsen/verwijderen

De accu verwijderen
Controleer of de stroom op OFF gezet is en het statuslampje uitgeschakeld is. Verwijder de accu vervolgens door deze vast te houden en te voorkomen dat hij valt. (l 17)
Verwijder de accu terwijl u op de PUSH knop drukt.
Plaats de accu tot deze vastklikt.
Plaats de accu door deze in het toestel te steken in de richting aangegeven in de afbeelding.
- 12 -

Oplaadtijd en opnametijd

Oplaadtijd/opnametijd
Temperatuur: 25 oC/vochtigheid: 60%RHBij gebruik van de zoeker (tijden tussen haakjes bij gebruik van het LCD-scherm)
Modelnummer accu
[Spanning/Capaciteit
(minimum)]
Bijgeleverde accu/
CGA-D54s (optioneel)
[7,2 V/5400 mAh]
Deze tijden zijn bij benadering.De opgegeven oplaadtijd is voor het geval de accu volledig leeg is. De oplaadtijd en
opnametijd verschillen afhankelijk van de gebruiksomstandigheden, zoals hoge of lage temperatuur.
Oplaadtijd
5h30min
3D/2D-
opnamem
odus
3D-
opnamemodus
2D-
opnamemodus
Opnamefo
rmaat
1080/50i
1080/25p
1080/24p
1080/50p
1080/25p
1080/24p
PH, HA, HE6h40min
Maximale
ononderbroken
opnametijd
4h45min
(4 h 20 min)
4h50min
(4 h 20 min)3h(2h40min)
4h50min
(4 h 20 min)3h(2h40min)
6h15min
(5 h 50 min)
7h
(6 h 20 min)
7h
(6 h 20 min)
(6h5min)
Werkelijke
opnametijd
2h55min
(2h40min)
3h55min
(3h40min)
4h20min
(3h55min)
4h20min
(3h55min)
4h10min
(3h45min)
Onder de werkelijke opnametijd wordt verstaan de opnametijd waarbij afwisselend wordt
opgenomen en gepauzeerd, het toestel aan/uit wordt gezet, de zoomknop wordt ingedrukt, enz.
De accutemperatuur stijgt na gebruik of opladen. De camera wordt ook warmer tijdens
gebruik. Dit is geen defect.
Pictogram van de acculading
De weergave verandert naarmate de batterijcapaciteit afneemt.
####
Als de batterij leeg is, zal rood knipperen.
- 13 -

Aansluiting op het netstopcontact

De camera staat op standby wanneer de netadapter wordt aangesloten. Zolang de netadapter in het stopcontact zit, is het primaire circuit altijd “live”.
Belangrijk: Gebruik de bijgeleverde netadapter. Gebruik geen netadapters van andere
apparaten.
De netkabel is specifiek voor deze camera ontworpen en mag niet met een ander
apparaat worden gebruikt. Bovendien mag een netkabel van andere apparatuur niet worden gebruikt met deze camera.
1 Sluit de netkabel aan op de
netadapter en op het
netstopcontact.

Steek de stekkers zo ver mogelijk naar
binnen.
2 Sluit de netadapter aan op de
DC-ingang [DC IN].
Verwijderen van de netadapter
Controleer of de power-schakelaar op
OFF staat en het statuslampje uitgeschakeld is wanneer u de netadapter loskoppelt.
- 14 -
Voorbereiding
32

Gereed maken van SD-kaarten

Het toestel kan video's of foto's op een SD-kaart opnemen.
Dit toestel (dat compatibel is met SDXC) is compatibel met SD-geheugenkaarten, SDHC­geheugenkaarten en SDXC-geheugenkaarten. Bij het gebruik van een SDHC­geheugenkaart/SDXC-geheugenkaart met andere apparatuur, moet gecontroleerd worden of die apparatuur compatibel is met deze geheugenkaarten.

Kaarten die met dit toestel gebruikt kunnen worden

Gebruik SD-kaarten die in overeenstemming zijn met Class 4 of hoger, van SD Speed Class Rating* voor het opnemen van video’s.
Kaarttype Capaciteit
SD-geheugen-kaart 512 MB/1 GB/2 GB
SDHC-geheugen-kaart 4GB/6GB/8GB/12GB/16GB/24GB/32GB
SDXC-geheugen-kaart 48 GB/64 GB
* SD Speed Class Rating is de
snelheidsstandaard m.b.t. continu schrijven. Controleer dit op het etiket op de kaart, enz.
Gaat u de laatste informatie over SD-geheugenkaarten/SDHC-geheugenkaarten/SDXC-
geheugenkaarten die gebruikt kunnen worden voor het opnemen van video’s na op de volgende website.
http://panasonic.jp/support/global/cs/e_cam
(Deze website is alleen beschikbaar in het Engels.) De werking van SD-geheugenkaarten van 256 MB of minder wordt niet gegarandeerd.
Bovendien kan een SD-geheugenkaart van 32 MB of minder niet gebruikt worden voor het opnemen van video's.
Geheugenkaarten van 4 GB of meer, die geen SDHC-logo hebben, of van 48 GB of meer,
die geen SDXC-logo hebben, zijn niet gebaseerd op de specificaties van SD­geheugenkaarten.
Als de schrijfbeveiliging A van de SD-kaart is vergrendeld, is opnemen,
wissen of bewerken niet mogelijk.
Bewaar de geheugenkaart buiten het bereik van kinderen.
bijv.:
- 15 -

Een SD-kaart plaatsen/verwijderen

Wanneer een andere SD-kaart dan die van Panasonic gebruikt wordt, of één die eerder in andere apparatuur gebruikt werd, moet de SD-kaart geformatteerd worden wanneer hij voor het eerst in dit toestel gebruikt wordt (l 27). Wanneer de SD-kaart geformatteerd wordt, zullen alle opgenomen gegevens gewist worden. Zijn de gegevens eenmaal gewist, dan kunnen ze niet teruggewonnen worden.
Opgelet: Controleer of het toegangslampje uitgegaan is.
Toeg angsla mpje A
Als dit toestel zich toegang tot de SD-
kaart verschaft, gaat het toegangslampje branden.
1
Open het klepje van de SD-
kaartsleuf en plaats (verwijder) de
SD-kaart in (uit) de kaartsleuf
Er kan één SD-kaart in kaartsleuf 1 en één
in kaartsleuf 2 geplaatst worden. Plaats de zijde met het etiket C in de richting
die in de afbeelding getoond wordt en druk de kaart zo ver mogelijk recht naar binnen.
Druk tegen het midden van de SD-kaart
en trek deze vervolgens recht uit de sleuf.
2 Sluit het klepje van de SD-
kaartsleuf goed.
Sluit de afdekking totdat deze vastklikt.
B
.
Raak de contactpunten op de achterkant
van de SD-kaart niet aan.
Stel de SD-kaart niet bloot aan sterke
schokken, buig hem niet en laat hem niet vallen.
Elektrische ruis, statische elektriciteit of
defecten aan de camera of de SD-kaart kunnen de kaart beschadigen of gegevens op de kaart wissen.
Als het lees-/schrijflampje van de kaart
brandt, mag u niet:
jDe SD-kaart verwijderen jDe camera uitzetten
De USB-kabel aansluiten of loskoppelen
j jHet toestel blootstellen aan trillingen of
schokken Als u bovenstaande handelingen uitvoert terwijl de lamp brandt, kunnen gegevens/ de SD-kaart of dit toestel schade berokkend worden.
Stel de contactpunten op de SD-kaart niet
bloot aan water, vuil of stof.
Leg de SD-kaart niet op de volgende
plaatsen:
jIn rechtstreeks zonlicht jOp heel stoffige of vochtige plaatsen jBij een verwarming
Plaatsen met grote temperatuurverschillen
j
(er kan dan immers condensatie optreden.)
jPlaatsen met statische elektriciteit of
elektromagnetische golven
Doe de SD-kaart terug in zijn doosje
wanneer u hem niet gebruikt.
Over het weggooien of weggeven van
SD-kaarten. (l 138)
- 16 -
Voorbereiding
De camera uitzetten
Zet de power-schakelaar op OFF terwijl u op de vrijgaveknop drukt. Het statuslampje gaat uit.
C Modusschakelaar

De camera in-/uitschakelen

Zet de power-schakelaar op ON terwijl u op vrijgaveknop B drukt om het toestel in te schakelen.
A Het statuslampje gaat branden.
Om de stroom opnieuw in te schakelen, na activering van [ECO STAND (BATT)] of [ECO
STAND (AC)], zet u de power-schakelaar één keer op OFF en daarna opnieuw op ON. (l 122)
Voorbereiding

Een functie selecteren

Zet de functie op opnemen of afspelen.
Gebruik de modusschakelaar om de modus op of te zetten.
Opnamemodus (l 29, 38)
Afspeelmodus (l 72)
- 17 -
Voorbereiding

Gebruik van de LCD-monitor/Zoeker

De zoeker wordt uitgeschakeld en de LCD-monitor wordt ingeschakeld als de LCD-monitor uitgetrokken wordt. De zoeker wordt ingeschakeld als de LCD-monitor ingetrokken wordt. Het is mogelijk om de beelden die tijdens 3D-opnames gemaakt zijn, of de scènes die in 3D opgenomen zijn, als 3D te controleren wanneer de LCD-monitor gebruikt wordt.

Gebruik van de LCD-monitor

1 Trek de LCD-monitor naar buiten
in de richting die aangeduid
wordt op de afbeelding
Houd tijdens het uittrekken uittrekgedeelte A
van de LCD-monitor vast.
2 Draai hem in een stand waarin hij
gemakkelijk bekeken kan worden
Intrekken van de LCD-monitor
Trek de monitor in zoals de afbeelding toont, met het LCD-scherm omlaag gericht.
Draaibereik van de LCD-monitor
Dit kan tot 270o B naar de lens draaien.
Er zijn verschillende manieren waarop mensen het kijken naar 3D-beelden
ervaren. Controleer dit vanuit een positie op ongeveer 30 cm rechtstreeks voor de LCD-monitor, waar u het beeld probleemloos kunt zien.
- 18 -

Gebruik van het touch screen

U kunt het toestel bedienen door de LCD-monitor (touch screen) rechtstreeks met uw vinger aan te raken. Het is gemakkelijker om de (bijgeleverde) styluspen te gebruiken, voor een gedetailleerde werking, of als het moeilijk is om uw vingers voor het scherm te gebruiken.
Aanraken
Raak het aanraakscherm aan en laat het weer los om een pictogram of afbeelding te selecteren.
Raak het midden van het pictogram aan.Als u het aanraakscherm aanraakt terwijl u een
ander deel van het aanraakscherm aanraakt, wordt geen bediening uitgevoerd.
Verschuiven terwijl u het scherm
aanraakt
Beweeg uw vinger terwijl u op het touch screen drukt.
Over de bedieningspictogrammen
///: Deze pictogrammen worden gebruikt om te wisselen tussen het menu en de miniatuuroverzichtspagina, bij het selecteren van een item, bij het maken van instellingen, enz.
: Raak aan om terug te keren naar het vorige scherm, bijvoorbeeld tijdens het instellen op de menu’s.
Raak de LCD-monitor niet aan met harde puntige uiteinden, zoals balpennen.Kalibreer het touch screen wanneer de aanraking niet herkend wordt of wanneer een
verkeerde locatie herkend wordt.
[KALIBREREN]
Kalibreer het aanraakscherm als een ander item dan u hebt aangeraakt door het toestel wordt geselecteerd.
1 Selecteer het menu. (l 23)
MENU
: [OVERIGE FUNCT] # [KALIBREREN] # [JA]
Raak [ENTER] aan.
2 Raak met de bijgeleverde stylus pen de [_] aan die op het beeldscherm verschijnt.
Raak de [_] aan in de sequentie (linksboven # linksonder # rechtsonder # rechtsboven # midden).
3 Raak [ENTER] aan.
- 19 -

Afstelling LCD-monitor

MENU
MENU
Deze instellingen hebben geen invloed op de gemaakte opnamen.
[POWER LCD]
Hierdoor is het gemakkelijker om op heldere plaatsen op het LCD-scherm te kijken, ook buitenshuis.
Selecteer het menu. (l 23)
: [SW& DISP SET-UP] # [POWER LCD] # [AAN]
Het kan niet ingesteld worden als 3D weergegeven wordt.Als de netadapter gebruikt wordt, wordt [POWER LCD] automatisch op [AAN] gezet.De opnametijd met de accu wordt korter als de LCD helderder wordt gemaakt.
[LCD Instelling]
Hiermee kunt u de helderheid en de kleurgevoeligheid van het LCD-scherm instellen.
1 Selecteer het menu. (l 23)
: [SW& DISP SET-UP] # [LCD Instelling] # [JA]
2 Raak de gewenste instellingsoptie aan.
[KLEUR]: Kleurniveau van de LCD-monitor
[HELDERHEID]: Helderheid van de LCD-monitor
[CONTRAST]: Contrast van de LCD-monitor
3 Raak / aan om de instellingen uit te voeren. 4 Raak [ENTER] aan.
Raak [STOP] aan om het menuscherm te verlaten.
- 20 -

Afstelling zoeker

MENU
Deze instellingen hebben geen invloed op de gemaakte opnamen.
Afstelling van het gezichtsveld
Het gezichtsveld wordt afgesteld zodat het beeld in de zoeker duidelijk getoond wordt.
1 Zet de zoeker in een stand waarin hij
gemakkelijk bekeken kan worden
Pas op dat u vingers niet vast komen te zitten
wanneer u de zoeker beweegt.
De zoeker kan verticaal tot ongeveer 90o opgetild
worden.
Trek de LCD-monitor in en schakel de zoeker in.
2 Stel het brandpunt in door aan de
correctiehendel van het oculair te draaien.
[EVF Instelling]
De helderheid van de zoeker kan omgeschakeld worden.
Selecteer het menu. (l 23)
MENU
: [SW& DISP SET-UP] # [EVF Instelling] # [HELDER]/[NORMAAL]/[DONKER]
[EVF KLEUR]
Het opnemen of het afspelen van de beelden op de zoeker kan geselecteerd worden in kleur/zwart-wit.
Selecteer het menu. (l 23)
: [SW& DISP SET-UP] # [EVF KLEUR]# [AAN] of [UIT]
[AAN]: Kleurenweergave
[UIT]: Zwart/wit-weergave

Uzelf opnemen

Zet de modus op .
Draai de LCD-monitor naar de kant van de lens.
Tijdens het opnemen van uzelf kunt u de
weergave inschakelen door instelling van [ZELFOPNAME]. (l 120)
Er zullen slechts een paar aanwijzingen op het scherm verschijnen wanneer de
[ZELFOPNAME] ingesteld is op [SPIEGEL]. Wanneer van de LCD-monitor terug te zetten naar de normale positie en de waarschuwing/ alarmaanwijzing te controleren. (l 128)
- 21 -
verschijnt, dient u de richting
Voorbereiding
MENU

Datum en tijd instellen

Wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld, verschijnt een melding met de vraag de datum en de tijd in te stellen. Selecteer [JA] en voer onderstaande stappen 2 tot 3 uit om de datum en de tijd in te stellen.
1 Selecteer het menu. (l 23)
: [OVERIGE FUNCT] # [Klok instelling] # [JA]
2 Selecteer het gedeelte van de datum of de
tijd dat u wilt instellen, en stel vervolgens de gewenste waarde in met
Het jaar kan ingesteld worden tussen 2000 en 2039.De tijd wordt weergegeven op basis van een 24-uurs
tijdsindeling.
3 Raak [ENTER] aan.
Het scherm kan naar het instelscherm schakelen voor de [TIJDSZONE]. Raak het scherm
aan en stel de [TIJDSZONE] in.
Raak [STOP] aan om de instelling te voltooien.
De datum- en tijdfunctie werkt op een ingebouwde lithium-batterij.Indien de tijdweergave [- -] wordt, moet de interne lithiumbatterij geladen worden. Om de
ingebouwde lithiumbatterij te laden moet de netadapter worden aangesloten of moet de accu op dit toestel aangesloten worden. Laat het toestel ongeveer 24 uur met rust waarna de batterij de datum- en tijdweergave ongeveer 6 maanden zal handhaven (de batterij wordt nog steeds geladen, ook als de stroom uitgeschakeld is).
De weergavewijze van de klok kan veranderd worden door het instellen van [Datum/Tijd] of
[Datumstijl]. (l 118)
.
/
Tijdzone
Het is mogelijk om het tijdverschil ten opzichte van Greenwich Mean Time in te stellen.
1 Selecteer het menu. (l 23)
MENU
: [OVERIGE FUNCT] # [TIJDSZONE] # [JA]
Als de klok niet ingesteld is, zet de klok dan eerst op de huidige tijd.
2 Raak / aan en stel de regio in om op te nemen.
3 Raak [ENTER] aan.
Raak [STOP] aan om de instelling te voltooien.
- 22 -
Voorbereiding
MENU
MENU

Gebruik van het menuscherm

1 Druk op de MENU toets . 2 Raak het topmenu A aan.
3 Raak het submenu B aan.
De volgende (vorige) pagina kan
weergegeven worden door aanraking van
/.
4 Raak de gewenste instelling
aan om deze vast te leggen.
5 Raak [STOP] aan om de menu-
instelling te verlaten.
- 23 -
Voorbereiding
SEARCH
STILL ADV STILL ADV
SEARCH
/VOL
DATE/TIME
START/
STOP
EXT DISPLAY
PLAY
STOP
OK
SKIP SKIP
MENU
PAUSE
2 3
4
6
5
8
7
9
10
11
1

Gebruik van de draadloze afstandsbediening

Selecteer het menu.
MENU
: [OVERIGE FUNCT] #
[Afstandsbediening] # [AAN]
8 Opname starten/stoppen
[START/STOP] 9 Datum/tijd [DATE/TIME] (l 118) 10 Menutoets [MENU] 11 OK-knop [OK] (l 25)
* betekent dat deze knoppen dezelfde
functie hebben als de overeenkomende knoppen op het toestel.
Haal vóór gebruik het isolatievel A eraf.
*
*
1 Aan/uit-knop [ ]
De stroom kan in-/uitgeschakeld worden als de power-schakelaar van dit toestel op ON staat. Het zal niet mogelijk zijn om het toestel
met de draadloze afstandsbediening in te schakelen ongeveer 36 uur nadat het toestel uitgeschakeld is. Om het toestel opnieuw in te schakelen, zet u de power­schakelaar van het toestel één keer op UIT en vervolgens weer op AAN.
Het toestel kan niet uitgeschakeld worden
als het op de PC aangesloten is.
2 Photoshot-knop [ ] 3 OSD [EXT DISPLAY] (l 82) 4 Bedieningstoetsen voor afspelen
(
l 73, 75
)
*
Deze toetsen werken op dezelfde manier als de overeenkomstige bedieningsicoon voor het afspelen, die op het scherm weergegeven wordt. [Met uitzondering van Skip Playback (
5 Wistoets [ ] (l 80) 6 Pijltoetsen [3,4,2,1] 7 Zoomknop/volumeknop/
miniatuuroverzichtknop [T, W, /VOL]
De knoopbatterij vervangen
1 Druk het lipje B in en trek
tegelijkertijd de batterijhouder naar buiten.
2 Plaats de knoopbatterij met de (i)
naar boven gericht en duw de
*
l
75)]
batterijhouder vervolgens weer terug.
Vervang de knoopbatterij door een nieuwe als deze leeg is (onderdeelnummer: CR2025). De verwachte levensduur van de batterij is normaal gesproken 1 jaar, maar dit is afhankelijk van het gebruik.
- 24 -
Nuttig bereik draadloze afstandsbediening
15
15
15
STILL ADV STILL ADV
STOP
OK
SKIP SKIP
MENU
PAUSE
STILL ADV STILL ADV
STOP
OK
SKIP SKIP
MENU
PAUSE
15
15
15
15
A Sensor draadloze afstandsbediening Afstand: binnen ongeveer 5 m Hoek: ongeveer 15o omhoog, omlaag, links en rechts De draadloze afstandsbediening is bedoeld voor gebruik binnenshuis. Bij gebruik
buitenshuis of bij sterk licht kan het zijn dat het toestel niet naar behoren werkt, ook niet binnen het nuttige bereik.

Werking van de richtingstoetsen/OK toets

1 Druk op een richtingtoets.
De geselecteerde optie wordt geel.
2 Selecteer het onderdeel met de
richtingtoets.
3 Bevestig de selectie door op de
OK toets te drukken.
De selectie/bevestiging van bedieningsiconen, miniatuurweergave enz. kan uitgevoerd
worden.
De plekken die u met uw vinger kunt bedienen kunnen ook met de draadloze
afstandsbediening bediend worden. (met uitzondering van enkele functies)
- 25 -

Opname

Voordat u gaat opnemen

Basispositie van de camera Gewone opname
Steek uw hand door de gripriem en houd
het toestel met beide handen vast.
Opnemen vanuit een hoge positie
Opnemen onder een lage hoek
Om gemakkelijker bij een lage hoek op te
nemen, kunt u de sub-toets voor start/stop opname en de sub-zoomhendel gebruiken.
- 26 -
Zorg tijdens het opnemen voor een stabiele houding en voorkom botsingen met andere
personen of voorwerpen.
Houd het oculair van de zoeker zo dicht mogelijk bij uw rechteroog.Stel de hoek van de LCD-monitor in al naargelang de positie waarin het toestel gehouden
wordt.
Maak, indien u buiten bent, opnames met de zon in de rug. Indien het onderwerp van
achteren wordt verlicht, wordt de opname donker.
Houd uw armen langs uw lichaam en spreid uw benen voor een beter evenwicht.Voor stabiele beelden wordt aanbevolen om waar mogelijk een statief te gebruiken.Dek de luchtinlaat van de ventilator niet af met uw hand, enz.

Kaarten formatteren

Als een SD-kaart voor het eerst gebruikt wordt voor het maken van opnames met dit toestel, dan moet de kaart geformatteerd worden. Houd u er rekening mee dat indien een medium geformatteerd wordt alle gegevens die op dat medium opgenomen zijn, gewist zullen worden en niet meer teruggewonnen kunnen worden. Maak een back-up van belangrijke gegevens op een PC, een disc, enz. (l 87) Als twee SD-kaarten gebruikt worden, moeten beide geformatteerd worden.
1 Selecteer het menu.
MENU
: [OVERIGE FUNCT] # [FORMAT. KAART]
2 Raak [SD-KAART 1] of [SD-KAART 2] aan.
Als het formatteren is voltooid, raakt u [STOP] aan om het instructiescherm te verlaten.
Schakel dit toestel niet uit en haal de SD-kaart er niet uit tijdens het formatteren. Stel het
toestel niet bloot aan trillingen of schokken.
Gebruik dit toestel voor het formatteren van media. Formatteer een SD-kaart niet met andere apparatuur, zoals een PC. De kaart mag daar niet op gebruikt worden.
- 27 -
Opname
MENU

Een op te nemen medium selecteren

[SD-KAART 1] en [SD-KAART 2] kunnen apart geselecteerd worden voor het opnemen van video's of foto's.
1 Selecteer het menu.
: [SW& DISP SET-UP] # [KIES MEDIUM] # [JA]
2 Raak het medium aan waarop u de
video’s of foto’s wilt opnemen.
Het medium dat afzonderlijk voor video’s of foto’s
geselecteerd wordt, wordt geel geaccentueerd.
3 Raak [ENTER] aan.
- 28 -
Opname
3D-video
A Wanneer u begint op te
nemen, verandert ; in ¥.
B Modusschakelaar
MENU

Video’s opnemen

U kunt levensechte en krachtige 3D-video's met full high definition quality opnemen.
* Het beeld is een voorbeeld.
Met dit toestel kunt u een 3D-video met full high definition quality in het AVCHD 3D
opnameformaat opnemen.
Raadpleeg pagina 85 voor het bekijken van een 3D-video met full high definition quality op
een 3D-compatibele TV.
Het is mogelijk opnames te maken terwijl u een 3D-video controleert als de LCD-monitor
gebruikt wordt.
1 Zet de mode op .
Verleng de LCD-monitor.
2 Selecteer het menu.
: [OPNAME INST.] #
[3D/2D Opn. stand] # gewenste instelling
[3D]: U kunt opnames maken met de
3D-opnamemodus.
[2D]: U kunt opnames maken met de
2D-opnamemodus.
verschijnt als [3D/2D Opn. stand] op [3D]
gezet is.
3 Druk op de start/stop opnametoets C
om de opname te starten.
De opname wordt gestopt als u opnieuw op de
start/stop opnametoets drukt.
- 29 -
Aanduidingen op het beeldscherm in de opnamemodus
R 1h20m
TC 00:00:00:00
50
i
R 1h20m
TC 00:00:00:00
50
i
(Als u zich in de 3D-opnamemodus
bevindt)
TC 00:00:00:00
TC 00:00:00:00
R 1h20m
R 1h20m
50
i
TC 00:00:00:00 Tellerweergave (l 56)
(Wit)
Media waarop de film opgenomen wordt (l 28)
R1h20m Resterende opnametijd bij benadering
Als de resterende tijd korter is dan 1 minuut, knippert
*1
*2
50i Framesnelheid (l 109)
*1
C10 3D 0.9 - ¶m
*1
R 0h00m rood.
Icoon 3D-opname
Opnameformaat (l 109)
Convergentiepunt (l 32) 3D-gidsweergave (l 34)
*1 Alleen weergegeven wanneer de 3D-opnamemodus gebruikt wordt. *2 Alleen weergegeven wanneer de 2D-opnamemodus gebruikt wordt.
Om een daadwerkelijk beeld als 3D-video op te nemen, wordt geadviseerd om het
convergentiepunt zo nodig in te stellen. (l 32)
De fabrieksinstelling van de [3D/2D Opn. stand] is [3D].De beelden die opgenomen worden vanaf het moment waarop op de knop start/stop
opname gedrukt wordt, om de opname te starten, tot het moment waarop opnieuw op de knop gedrukt wordt, worden één scène.
Er kunnen tot ongeveer 3.900 scènes op een enkele SD-kaart opgenomen worden.
Het aantal scènes dat opgenomen kan worden zal in de volgende gevallen lager zijn dan hierboven aangeduid wordt:
jAls u [3D/2D Opn. stand] of [OPNAME FORMAAT] verandert jTijdens interval recording jAls u [MIC INSTELLEN] of [Audio opname] verandert (l 50, 51)
Raadpleeg pagina 141 over de approximatieve opnametijd.
(Als u zich in de 2D-opnamemodus
bevindt)
TC 00:00:00:00
TC 00:00:00:00
R 1h20m
R 1h20m
50
i
- 30 -
Loading...
+ 114 hidden pages