PANASONIC DMCGF6EF User Manual

Gebruiksaanwijzing
voor geavanceerde kenmerken
Digitale Camera
Model Nr. DMC-GF6
Lees deze instructies zorgvuldig door voordat u dit product gebruikt
en bewaar deze handleiding, zodat u deze later kunt raadplegen.
VQT4Y90
F0413KD0

De benodigde informatie vinden

P4 ~
P12 ~
P291 ~
P295 ~
P299 ~
P308 ~
P3
P223 ~
In deze “Gebruiksaanwijzing voor geavanceerde kenmerken” kunt u de informatie die u nodig heeft op de volgende pagina’s vinden. Door op een paginanummer te klikken, kunt u naar de aangekoppelde pagina springen en snel de informatie vinden.
Zoeken vanuit de Inhoud
Zoeken vanuit Namen en functies van de componenten
Zoeken vanuit
Monitordisplay
Zoeken vanuit de lijst van berichten die op het beeldscherm verschijnen
“Waarschuwingen op het scherm”
Zoeken vanuit de menulijst
“Menulijst”
[Opname] .......................................................P299
[Bewegende beelden] ....................................P302
[Voorkeuze]....................................................P303
[Set-up] ..........................................................P305
[Afspelen].......................................................P307
Zoeken vanuit Problemen oplossen
Zie de volgende pagina voor details over het gebruik van deze gebruiksaanwijzing.
R
Wi-Fi
-functie/NFC-functie
2

Gebruik van deze handleiding

Klik op deze icoon om naar De benodigde informatie vinden te springen.
Klik op deze icoon om naar Inhoud te springen.
Klik op deze icoon om terug te keren naar de eerder weergegeven pagina.
Over de aanduiding van de toepasbare modus
Toepasbare modussen:
De iconen duiden op de modussen die voor de functie beschikbaar zijn.
Zwarte iconen: toepasbare modussen
Grijze iconen: niet beschikbare modussen
en zullen verschillen, afhankelijk van de opnamemodussen die bij de
standaardinstellingen geregistreerd zijn.
Klik op een kruisreferentie in de tekst om naar de overeenkomstige pagina te springen.
Door sleutelwoorden in het zoekveld aan de bovenzijde van het scherm van Adobe Reader in
te voeren, kunt u naar een sleutelwoord zoeken en naar de overeenkomstige pagina springen.
Bedieningen en andere details van deze handleiding kunnen verschillen, afhankelijk van de
versie van Adobe Reader die u gebruikt.
De symbolen in de tekst
[MENU]:
[Wi-Fi]: Geeft aan dat de Wi-Fi-instelling gemaakt kan worden door op de
: Configuraties die uitgevoerd kunnen worden in het [Voorkeuze]-menu.
: Tips voor een vakkundig gebruik en opmerkingen over het opnemen.
: Omstandigheden waarin een bepaalde functie niet gebruikt kan worden.
In deze gebruiksaanwijzing worden de stappen voor de instelling van een menu-onderdeel als volgt beschreven.
[MENU] > [Opname]>[Kwaliteit]>[]
Geeft aan dat het menu ingesteld kan worden door op de [MENU/SET]-toets te drukken.
[Wi-Fi]-toets te drukken.
: Wordt vervolgd op de volgende pagina.
3

Inhoud

De benodigde informatie vinden.........................................................................2
Gebruik van deze handleiding.............................................................................3
Voor Gebruik
Zorgdragen voor de fotocamera .......................................................................10
Standaardaccessoires........................................................................................11
Namen en functies van de componenten.........................................................12
Over de Lens.......................................................................................................20
Voorbereiding
De Lens veranderen...........................................................................................21
Het bevestigen van de Schouderriem ..............................................................24
Opladen van de Batterij .....................................................................................25
• Opladen .......................................................................................................25
• Uitvoertijd en aantal te maken beelden bij benadering ................................27
Invoering en verwijdering van de kaart (optionele)/batterij............................30
Over de -kaart .....................................................................................................32
• Kaarten die met dit toestel gebruikt kunnen worden....................................32
• Formatteren van de kaart (initialisatie).........................................................33
• Approximatief aantal opneembare beelden en beschikbare opnametijd .....34
De datum en de tijd instellen (Klokinstelling)..................................................36
• De klokinstelling veranderen........................................................................37
Menu instellen.....................................................................................................38
• Menuonderdelen instellen............................................................................38
• Instelling van de achtergrond van het instellingenmenu..............................42
Snel oproepen van veelgebruikte menu's (Quick Menu) ................................43
• Stel het snelmenu in met uw favoriete items ...............................................45
Toekennen van veelgebruikte functies aan de knoppen
(functieknoppen) ................................................................................................46
Configureren van de basisinstellingen van dit toestel (instellingmenu) ......48
Tekst Invoeren ....................................................................................................56
Basiskennis
Tips om mooie opnamen te maken...................................................................57
• Spoort de richting van de camera op (Richtingsdetectiefunctie) ..................57
Een foto maken...................................................................................................58
• Foto’s maken met gebruik van de Touch Shutter functie .............................60
Films opnemen ...................................................................................................61
Omschakelen van de informatie die op het opnamescherm
weergegeven wordt ............................................................................................62
Afspelen van foto’s/films...................................................................................64
• Opnamen terugspelen .................................................................................64
• Bewegende beelden terugspelen ................................................................67
4
• Creëren van foto’s uit een video ..................................................................68
• Afspelen van groepsbeelden .......................................................................68
• De op het terugspeelscherm Afgebeelde Informatie veranderen ................70
Beelden wissen...................................................................................................72
Opnemen
Selecteren van de opnamemodus ....................................................................74
Opnames maken waar u zelf ook op staat [Zelfopname]................................76
Beelden maken m.b.v. de automatische functie
(Intelligent Auto Modus) ....................................................................................78
• Opnemen met door het toestel aanbevolen effecten ...................................81
• Foto's maken met een wazige achtergrond (Defocus Control)....................82
• Opnemen van beelden door het veranderen van de helderheid of de
kleurtoon (Intelligent Auto Plus modus).......................................................84
Het maken van beelden met uw favoriete instellingen (Programma
AE-modus) ..........................................................................................................86
Opnamen maken door het diafragma/de sluitertijd te specificeren ..............89
• Lensopening-Prioriteit AE-modus ................................................................89
• Sluiter-Prioriteit AE-modus...........................................................................90
• Handmatige belichtingsfunctie .....................................................................91
• Controleer de effecten van diafragma en sluitertijd (Preview-functie) .........93
• Gemakkelijk de sluitertijd/sluitertijd voor geschikte belichting
(OnPush AE) instellen.................................................................................94
Panoramafoto's maken (Panoramamodus)......................................................95
Foto's maken die overeenkomen met de scène die opgenomen wordt
(Scene Guide modus).........................................................................................99
• [Geprononceerd portret].............................................................................100
• [Zachte huid] ..............................................................................................100
• [Zacht tegenlicht]........................................................................................100
• [Scherp tegenlicht] .....................................................................................101
• [Ontspannen atmosfeer] ............................................................................101
• [Kindergezicht] ...........................................................................................101
• [Landschap] ...............................................................................................102
• [Blauwe lucht].............................................................................................102
• [Romantische zonsondergang] ..................................................................102
• [Levendige zonsondergang].......................................................................102
• [Glinsterend water].....................................................................................103
• [Heldere nachtopname]..............................................................................103
• [Koele nachtopname].................................................................................103
• [Warme nachtopname]...............................................................................104
• [Artistieke nachtopname] ...........................................................................104
• [Fonkelende verlichting].............................................................................104
• [Nachtportret] .............................................................................................105
• [Bloemen]...................................................................................................105
• [Gerechten]................................................................................................106
• [Desserts]...................................................................................................106
5
• [Bewegende dieren]...................................................................................106
• [Sport] ........................................................................................................107
• [Monochroom] ............................................................................................107
Foto’s maken met verschillende beeldeffecten
(Creative Control modus) ................................................................................108
• [Expressief]................................................................................................111
• [Retro]........................................................................................................ 111
• [Vroeger] .................................................................................................... 111
• [Overbelichting] ..........................................................................................111
• [Donker] .....................................................................................................112
• [Sepia]........................................................................................................112
• [Dynamisch zwart/wit] ................................................................................112
• [Expressieve indruk]...................................................................................112
• [Hoge dynamiek]........................................................................................113
• [Kruisproces]..............................................................................................113
• [Speelgoedcam.effect] ...............................................................................113
• [Speelgoedcamera levendig] .....................................................................114
• [Bleach bypass]..........................................................................................114
• [Miniatuureffect] .........................................................................................115
• [Zachte focus] ............................................................................................117
• [Fantasie]...................................................................................................117
• [Sterfilter]....................................................................................................117
• [Kleuraccent]..............................................................................................118
• [Zonneschijn]..............................................................................................119
Registreren van uw favoriete instellingen (Klantmodus) .............................120
• Registratie van eigen menu-instellingen (registratie van
klantinstellingen)........................................................................................120
• Opnemen m.b.v. geregistreerde gebruikelijke instelling ............................121
Optische beeldstabilisator...............................................................................122
Beelden maken met de zoom ..........................................................................124
• Vergroten van het telescopische effect ......................................................125
• Zoomen met gebruik van aanrakingshandelingen .....................................129
Foto’s maken met de flitser .............................................................................130
• Veranderen van de flitsermodus ................................................................132
• De flitsoutput aanpassen ...........................................................................135
• Instellen van de draadloze flitser ...............................................................135
Belichtingscompensatie ..................................................................................138
Eenvoudig optimaliseren van de helderheid van een bepaalde zone
(Touch AE).........................................................................................................139
De lichtgevoeligheid instellen.........................................................................140
De witbalans instellen ......................................................................................142
Foto’s maken met Auto Focus ........................................................................147
• Over de focusmodus (AFS/AFF/AFC) .......................................................148
• Soort Auto Focus modus ...........................................................................150
• Instelling van de gewenste focusmethode.................................................155
Opnamen maken met handmatig scherpstellen............................................157
6
Vastzetten van het brandpunt en de belichting
(AF/AE-vergrendeling) .....................................................................................161
Selecteer een drive-modus..............................................................................163
Opnamen maken met de burstfunctie ............................................................164
Opnamen maken met gebruik van Auto Bracket...........................................167
Opnamen maken met de zelfontspanner........................................................170
Gebruik van het [Opname] Menu....................................................................172
• [Fotostijl].....................................................................................................172
• [Aspectratio]...............................................................................................174
• [Fotoresolutie] ............................................................................................174
• [Kwaliteit]....................................................................................................175
• [Gevoeligheid]............................................................................................175
• [Focusfunctie].............................................................................................176
• [Meetfunctie] ..............................................................................................176
• [Burstsnelh.] ...............................................................................................176
• [Auto bracket].............................................................................................176
• [Zelf ontsp.] ................................................................................................177
• [Int.dynamiek] (Intelligent dynamic range control) .....................................177
• [I.resolutie] .................................................................................................177
• [HDR] .........................................................................................................178
• [Stop-motionanimatie] ................................................................................179
• [Panorama-instellingen] .............................................................................182
• [Flitser].......................................................................................................182
• [Rode-ogencorr] .........................................................................................182
• [ISO-limiet].................................................................................................183
• [ISO-verhoging]..........................................................................................183
• [Uitgebreide ISO] .......................................................................................183
• [Lang sl.n.red] ............................................................................................184
• [Schaduwcomp.] ........................................................................................184
• [Ex. tele conv.]............................................................................................185
• [Dig. zoom].................................................................................................185
• [Kleurruimte]...............................................................................................185
• [Stabilisatie]................................................................................................185
• [Gezicht herk.]............................................................................................186
• [Profiel instellen].........................................................................................191
• [Aanbevolen filter] ......................................................................................191
Films
Opname Bewegend Beeld ...............................................................................192
• Instelling van formaat, grootte en beeldsnelheid .......................................192
• Scherpstellen tijdens het opnemen van een video (Continu AF) ...............194
• Opname Bewegend Beeld .........................................................................194
Foto’s maken terwijl u een film maakt............................................................197
Films opnemen met de handmatig ingestelde
lensopeningwaarde/sluitertijd (Creatieve bewegende beeldfunctie) ..........198
• Minimaliseren van werkgeluiden tijdens een filmopname ..........................199
7
Gebruik van het [Bewegende beelden] Menu ................................................200
• [Opname-indeling]......................................................................................200
• [Opn. kwaliteit] ...........................................................................................200
• [Belicht.stand] ............................................................................................200
• [Foto/film]...................................................................................................200
• [Continu AF]...............................................................................................200
• [Ex. tele conv.]............................................................................................201
• [Antiflikkering].............................................................................................201
• [Stille bediening].........................................................................................201
• [Micr. weerg.]..............................................................................................201
• [Micr. instellen] ...........................................................................................202
• [Windreductie] ............................................................................................202
Afspelen/Bewerken
Gebruik van het [Afspelen] Menu ...................................................................203
• [2D/3D-inst.]...............................................................................................203
• [Diashow] ...................................................................................................203
• [Afspeelfunctie] ..........................................................................................206
• [Locatie vermelden]....................................................................................207
• [Retouche wissen]......................................................................................208
• [Titel bew.]..................................................................................................209
• [Tekst afdr.].................................................................................................210
• [Splits video]...............................................................................................213
• [Stop-motionvideo].....................................................................................214
• [Nw. rs.]......................................................................................................215
• [Bijsnijden]..................................................................................................216
• [Roteren]/[Scherm roteren] ........................................................................217
• [Favorieten]................................................................................................218
• [Print inst.] ..................................................................................................219
• [Beveiligen] ................................................................................................221
• [Gez.herk. bew.].........................................................................................222
• [Wissen bevestigen]...................................................................................222
Wi-Fi/NFC
Wi-FiR-functie/NFC-functie ..............................................................................223
Wat u kunt doen met de Wi-Fi functie.............................................................226
Bediening met een smartphone/tablet ...........................................................227
• Installeren van de “Panasonic Image App ” app voor
smartphone/tablet......................................................................................227
• Verbinden met een smartphone/tablet.......................................................228
• Fotograferen via een smartphone/tablet (remote opname) .......................232
• Beelden bewaren die in de camera opgeslagen zijn .................................232
• Beelden in de camera naar een SNS versturen ........................................234
• Locatie-informatie van de smartphone/tablet naar de camera sturen........234
• Versturen van beelden naar een smartphone/tablet door de camera te
bedienen....................................................................................................235
8
Weergeven van beelden op een TV ................................................................238
Versturen van beelden naar een printer .........................................................239
Versturen van beelden naar een AV-inrichting ..............................................240
Versturen van beelden naar een PC ...............................................................243
Gebruik van web-diensten...............................................................................247
• Versturen van beelden naar een webservice.............................................247
• Wanneer u berichten verstuurt naar [Cloud-synchr. service] .....................251
Registratie bij “LUMIX CLUB”.........................................................................253
• Over de [LUMIX CLUB]..............................................................................253
• Configureren van de instellingen van een extern AV-apparaat..................258
Verbindingen.....................................................................................................259
• Verbinding maken vanuit uw huis (via het netwertk)..................................260
• Verbinding maken vanuit een locatie ver van uw huis (rechtstreekse
verbinding).................................................................................................262
• Snel verbinding maken met dezelfde instellingen als voorheen ([Selecteer doelapparaat uit geschiedenis]/[Selecteer doelapparaat uit
favorieten]).................................................................................................263
• Instellingen om beelden te versturen .........................................................265
[Wi-Fi setup] Menu ...........................................................................................267
Aansluiten op andere apparatuur
Van 3D-beelden genieten.................................................................................269
Beelden terugspelen op een TV-scherm ........................................................273
• Gebruik van VIERA Link (HDMI)................................................................275
Bewaren van foto's en films op uw PC...........................................................277
• Over de geleverde software.......................................................................278
Bewaren van foto's en films op een recorder................................................283
Beelden afdrukken ...........................................................................................284
Overige
Optionele accessoires .....................................................................................289
Monitordisplay..................................................................................................291
Waarschuwingen op het scherm ....................................................................295
Menulijst............................................................................................................299
• [Opname] ...................................................................................................299
• [Bewegende beelden] ................................................................................302
• [Voorkeuze]................................................................................................303
• [Set-up] ......................................................................................................305
• [Afspelen]...................................................................................................307
Problemen oplossen........................................................................................308
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik ...........................................................325
9

Voor Gebruik

Zorgdragen voor de fotocamera

Niet blootstellen aan sterke trillingen, schokken of druk.
De lens, de monitor of de ombouw kunnen beschadigd worden bij gebruik onder de volgende omstandigheden. Hierdoor kunnen ook storingen ontstaan of kan het zijn dat het beeld niet wordt opgenomen, indien u:
Het toestel laten vallen of er tegen stoten.Hard op de lens of op de monitor duwt.
Dit toestel is niet stof-/druppel-/waterbestendig. Vermijd dit toestel te gebruiken op plaatsen waar veel stof, water, zand enz., aanwezig is.
Vloeistof, zand en andere substanties kunnen in de ruimte rondom de
lens, de knoppen, enz., terechtkomen. Let bijzonder goed op omdat dit niet alleen storingen kan veroorzaken, maar het toestel ook onherstelbaar kan beschadigen.
Plaatsen met veel zand of stof.Plaatsen waar water in contact kan komen met dit toestel, zoals
wanneer u het gebruikt op een regenachtige dag of op het strand.
Steek uw handen niet in demontagestructuur van de digitale camerabody. Aangezien de sensoreenheid precisieapparatuur is, kan dit storingen of schade veroorzaken.
Condensvorming (als de lens of de monitor bewasemd
zijn)
Condens treedt op wanneer de omgevingstemperatuur of de
vochtigheid veranderen. Pas op voor condens omdat het vlekken op de lens en de monitor, schimmel of storingen van de camera veroorzaakt.
Als er zich condens voordoet, het toestel uitzetten en deze
gedurende 2 uur uit laten staan. De mist zal op natuurlijke wijze verdwijnen wanneer de temperatuur van het toestel in de buurt komt van de kamertemperatuur.
10
Voor Gebruik

Standaardaccessoires

Controleer of alle accessoires bijgeleverd zijn alvorens het toestel in gebruik te nemen.
De accessoires en de vorm ervan kunnen verschillen, afhankelijk van het land of het gebied
waar u de camera hebt gekocht. Raadpleeg voor details over de accessoires “Beknopte gebruiksaanwijzing”.
Batterijpak wordt aangegeven als batterijpak of batterij in de tekst.
Batterijlader wordt aangegeven als batterijlader of lader in de tekst.
De SD-geheugenkaart, de SDHC-geheugenkaart en de SDXC-geheugenkaart worden
aangegeven als kaart in de tekst.
De kaart is optioneel.
De beschrijving in deze handleiding is gebaseerd op de onderling verwisselbare lens
(H-PS14042).
Raadpleeg uw verkoper of Panasonic als u de bijgeleverde accessoires verliest (u kunt de
accessoires apart aanschaffen.)
11
Voor Gebruik
1
2
3
45 67

Namen en functies van de componenten

Camera
1 Sensor 2 Flits (P130) 3 Zelfontspannerlampje (P170)/
AF-lamp (P155) 4 Pasmarkering voor de lens (P21) 5 Bevestiging 6 Lensvergrendeling 7 Lensvrijgaveknop (P22)
8 Flits-open-knop (P130)
De flitser gaat open en het wordt mogelijk opnames met de flitser te maken.
9 Aanraakscherm/monitor (P16) 10 [(] (Afspeel)-toets (P64) 11 [MENU/SET] knop (P18, 38) 12 [Q.MENU]-knop (P43)/[Fn1]-knop (P46)/
[ ] (Wis/Annuleer) knop (P72) 13 Bedieningsfunctieknop (P18) 14 [Wi-Fi]-knop (P224)/[Fn2]-knop (P46) 15 Lampje Wi-Fi 16 Cursorknoppen (P18)
3/Knop belichtingscompensatie (P84, 89, 90, 91, 138)
1/WB (Witbalans) (P142)
2/AF-modusknop (P147)
4/[Aandrijfstand] knop
Deze knop stelt de gebruiker in staat om in de beeldopnamemodus een van de
volgende opties te selecteren.
Enkel (P58)/Burst (P164)/Auto bracket (P167)/Zelfontspanner (P170)
17 [DISP.] knop (P62, 70)
Iedere keer dat op de knop gedrukt wordt, wordt de weergave op de monitor
omgeschakeld.
®
-verbinding (P224)
8
9101712
11 13
12
1415
16
Voor Gebruik
2322 2725
2119 20
18
2624
28
29
30
28
31
33 34 3532
18 Stereomicrofoon (P201)
Zorg ervoor de microfoon niet te bedekken met uw vinger. Dat zou het geluid moeilijk opneembaar kunnen maken.
19 Ontspanknop (P58) 20 Functiehendel (P19, 124, 138) 21 Bewegend beeldknop (P194) 22 Luidspreker (P50)
Pas op de luidspreker niet te bedekken met uw
vinger. Dat zou het geluid moeilijk hoorbaar kunnen maken.
23 Focusafstand referentiemarkering (P160) 24 Instelknop (P74) 25 Toestel AAN/UIT (P36) 26 Statuslampje (P36) 27 Intelligente automatische knop (P78)
28 Lusje voor schouderriem (P24)
Zorg ervoor de schouderriem te bevestigen wanneer u het toestel gebruikt om ervoor te zorgen dat u deze niet zal laten vallen.
29 NFC-antenne [ ] (P230) 30 [HDMI]-aansluiting (P273) 31 [AV OUT/DIGITAL]-aansluiting (P273, 280, 283,
284)
32 Montagedeel statief (P332)
Een statief met een schroeflengte van 5,5 mm of meer kan dit toestel beschadigen als het aangesloten wordt.
33 Kaart/Batterijklep (P30) 34 DC-koppelaardeksel
Als u een netadapter gebruikt, wees er dan zeker
van dat de DC-koppelaar van Panasonic (optioneel) en de netadapter (optioneel) gebruikt worden. (P289)
35 Vrijgavehendel (P30)
13
Voor Gebruik
6743521
895 6 712
89 6 7152
Lens
H-PS14042 (LUMIX G X VARIO PZ 14– 42 mm/ F3.5–5.6 ASPH./POWER O.I.S.)
1 Lensoppervlak 2Tele 3 Zoomhendel (P124) 4 Focushendel (P157) 5 Breed 6 Contactpunt 7 Pasmarkering voor de lens (P21) 8 Focusring (P157) 9 Zoomring (P124)
H-FS1442A (LUMIX G VARIO 14 – 42 mm/ F3.5–5.6 II ASPH./MEGA O.I.S.)
H-FS45150 (LUMIX G VARIO 45 – 150 mm/ F4.0– 5.6 ASPH./MEGA O.I.S.)
14
Voor Gebruik
Monitor
U kunt de hoek van de monitor regelen.
A Tijdens het sluiten
1 Kantel de onderkant van de monitor een beetje open. 2 Stel de hoek van de monitor in.
Let op dat uw vinger, enz., niet in de monitor bekneld raakt.
Let bij het draaien van de monitor op dat u niet te veel kracht uitoefent. Dit kan krassen
en een slechte werking tot gevolg hebben.
Wanneer u dit toestel niet gebruikt, sluit de monitor dan volledig in de oorspronkelijke stand.
Opnemen vanuit een verscheidenheid aan hoeken
De monitor kan naar goeddunken gedraaid worden. Dit is handig want het stelt u in staat om opnames onder verschillende hoeken te nemen, door eenvoudig de monitor af te stellen.
De AF-lamp niet met uw vingers of andere voorwerpen bedekken.
Foto's maken onder een hoge hoek Foto's maken onder een lage hoek
Zelfportret-opname
Als de monitor gedraaid is zoals de afbeelding toont, gaat de zelfportret-modus van start. (P76)
15
Voor Gebruik
2.0X2.0X2.0X2.0X
Aanraakscherm
Het aanraakpaneel van dit toestel is capacitatief. Raak het paneel rechtstreeks aan met uw blote vinger.
Aanraken
Aanraken en loslaten van het aanraakscherm. Voor het selecteren van onderdelen of iconen.
Als u kenmerken met gebruik van het aanraakscherm
selecteert, raak dan het midden van de gewenste icoon aan.
Ver slep en
Een beweging zonder het aanraakscherm los te laten. Dit wordt gebruikt voor het verplaatsen van de AF-zone, de bediening van de schuifbalk, enz. Het kan ook gebruikt worden om tijdens het afspelen naar het volgende beeld te gaan, enz.
Knijpen (vergroten/verkleinen)
Spreid het aanraakpaneel met twee vingers uiteen (vergroten) of knijp het samen (verkleinen). Voor het vergroten/verkleinen van de afgespeelde beelden of de AF-zone.
16
Voor Gebruik
Raak het paneel aan met een schone, droge vinger.
Als u een in de handel verkrijgbaar beschermvel voor de monitor gebruikt, neem dan de
instructies in acht die bij het vel verstrekt worden. (sommige beschermvellen voor monitors kunnen het zicht of de werking verslechteren.)
Druk niet met harde puntige voorwerpen, zoals een balpen, op de monitor.
Niet te werk gaan met uw nagels.
Veeg de monitor af met een droge, zachte doek als deze vingerafdrukken of ander vuil bevat.
Maak geen krassen op de monitor en druk er niet te hard op.
Raadpleeg voor informatie over de iconen die op het aanraakscherm weergegeven worden het
Monitordisplay op P291.
In deze gevallen niet beschikbaar:
Het kan zijn dat het aanraakpaneel in de volgende gevallen niet normaal werkt.
Als het door een gehandschoende hand aangeraakt wordtAls het door een natte hand aangeraakt wordt (water of handcrème, enz.)Als het aanraakpaneel nat isAls een in de handel verkrijgbaar beschermvel voor de monitor gebruikt wordtAls meerdere handen of vingers het scherm op hetzelfde moment aanraken
Inschakeling/uitschakeling van de aanraakbediening
[MENU] > [Voorkeuze]>[Touch inst.]
Als deze op [OFF] staat, wordt geen overeenkomstige aanraak-tab of aanraak-icoon op het scherm weergegeven.
Onderdeel Beschrijving van instellingen
[Touch
scherm]
Alle aanraakhandelingen. Wanneer er ingesteld is op [OFF], kunnen er alleen knop- en functieknophandelingen uitgevoerd worden.
[ON]/[OFF]
Bediening voor het weergeven van de aanraakiconen door de tabs aan
[Touch tab]
te raken, zoals [ ], die rechts op het scherm weergegeven worden.
[ON]/[OFF]
Bediening voor het optimaliseren van de scherpstelling, of van zowel de
[Touch AF]
scherpstelling als de helderheid, van een aangeraakt onderwerp.
[AF] (P153)/[AF+AE] (P139)/[OFF]
17
Voor Gebruik
Cursorknoppen/[MENU/SET] knop
Op de cursorknop drukken: Voert de selectie van items of de instelling van waarden, enz., uit. Op [MENU/SET] drukken: De instellingsinhouden, enz., worden bevestigd.
Deze gebruiksaanwijzing geeft de op-, neer-, links- en rechtsbeweging van de cursorknop weer
als 3/4/2/1.
Ook al wordt het toestel bediend met het aanraakscherm, dan is het toch mogelijk het ook met de cursorknop en met de [MENU/SET]-knop te bedienen, wanneer een gids weergegeven wordt, zoals de afbeelding rechts toont. Zelfs op menuschermen, enz., waarop de gids niet afgebeeld wordt, kunt u de instellingen en de selecties maken met gebruik van de knoppen.
Bedieningsfunctieknop
De bedieningsfunctieknop draaien: Voert de selectie van items of de instelling van waarden, enz., uit.
In deze gebruiksaanwijzing, wordt het draaien van de bedieningsfunctieknop als volgt afgebeeld.
18
Voor Gebruik
989898
-3-3 0 3
ZOOM
603.5
-3-3-3-3 00 3+3-3-3 00 3+3
Functiehendel
De functiehendel kan op 2 manieren gebruikt worden, voor het zoomen (P124) en voor de belichtingscompensatie
(P138).
Beweeg de hendel van links naar rechts om hem te gebruiken.
Toekennen van een functie aan de functiehendel
[MENU] > [Voorkeuze]>[Functieschakelaar]
U kunt een functie aan de functiehendel toekennen. De fabrieksinstelling is [AUTO].
Onderdeel Beschrijving van instellingen
Als de lens vervangen wordt, kent de camera automatisch de instelling toe die geschikt is voor de gebruikte lens.
Wanneer een onderling verwisselbare lens (H-PS14042) gebruikt wordt die de
[AUTO]
power zoom ondersteunt (elektrisch werkende zoom), kent de camera de [ZOOM]-werking toe.
Wanneer een onderling verwisselbare lens (H-FS1442A, H-FS45150) gebruikt wordt die geen power zoom ondersteunt, kent de camera de [EXP.]-werking toe.
[ZOOM]
[EXP.]
De zoombedieningen zijn werkzaam.
De belichtingscompensatie is werkzaam (in de handmatige belichtingsmodus: de instelling van de lensopening is werkzaam.)
Weergeven/niet weergeven van de gebruiksaanwijzing
[MENU] > [Voorkeuze]>[Draaiknop gids]>[ON]/[OFF]
Als [ON] ingesteld is, wordt de gebruiksaanwijzing voor
keuzeschijven, knoppen, hendels, enz., op het opnamescherm weergegeven.
19
Voor Gebruik

Over de Lens

Micro Four Thirds™ montagespecificatielens
Dit toestel kan de speciale lenzen gebruiken die compatibel zijn met de specificatie van de lensmontage van het Micro Four Thirds Systeem (Micro Four Thirds montage).
Four Thirds™ montagespecificatielens
Een lens met Four Thirds montagekenmerken kan gebruikt worden met gebruik van de montageadapter (DMW-MA1: optioneel).
Leica montagespecificatielens
Als u de M-montageadapter of R-montageadapter (DMW-MA2M, DMW-MA3R: optioneel) gebruikt, kunt u Leica M Mount of Leica R Mount onderling verwisselbare lenzen gebruiken.
Voor bepaalde lenzen, zou de werkelijke afstand waarop het onderwerp scherp is enigszins kunnen verschillen van de toegekende afstand.
Als een montageadapter voor een Leica lens gebruikt wordt, zet [Opn. zonder lens] (P22) dan
op [ON].
Over de lens en de functies
Er zijn functies die niet gebruikt kunnen worden, of het kan zijn dat de werking anders is, al naargelang de lens die gebruikt wordt.
Instelling Auto Focus¢/Auto lensopening¢/Defocus control functie (P82)/[Stabilisatie] (P122)/ [Powerzoomlens] (P127)/Touch zoom (P129)/[Quick AF] (P155)/[Schaduwcomp.] (P184)
¢ De onderling verwisselbare lenzen (H-PS14042, H-FS1442A of H-FS45150) zijn compatibel
met Auto Focus en Automatische Lensopening tijdens het opnemen van films. Met de onderling verwisselbare lens (H-PS14042) kunt u, wanneer u de stroomzoom (elektrisch gehanteerde zoom) gebruikt, nog vloeiendere en stillere video’s maken dankzij de sterke hoge prestaties van AF volgen en stilteontwerp.
Raadpleeg de website voor details over de gebruikte lens.
Raadpleeg de catalogi/website voor de meest recente informatie met betrekking tot compatibele lenzen.
http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/
Het beschikbare flitslampbereik enz. hangt af van de diafragmawaarde van de lens die u gebruikt.
De brandpuntlengte die op de gebruikte lens aangeduid wordt, zal dubbel zo lang zijn bij
gebruik op een filmcamera van 35 mm. (Het zal gelijk zijn aan een lens van 100 mm als een lens van 50 mm gebruikt wordt.) Raadpleeg de website voor details over de verwisselbare 3D-lens.
(Deze site is alleen in het Engels.)
20

Voorbereiding

De Lens veranderen

Door de lens te veranderen, zult u de opties die u heeft voor het maken van foto's en dus het plezier met de camera doen toenemen. Verander de lens m.b.v. de volgende procedure.
Controleer dat het toestel uitstaat.
Verwissel de lens in een plaats met weinig vuil of stof. Raadpleeg P326 als vuil of stof op de
lens terechtkomen.
Bevestigen van de lens
Voorbereiding: Verwijder de achterste lensdop van de lens.
Als de body-kap op het toestel zit, verwijder deze dan.
Lijn de pasmarkeringen voor de lens A uit en draai de lens vervolgens in de richting van de pijl tot de klik gehoord wordt.
Druk niet op de vrijgaveknop van de lens B als u een lens aanbrengt.
Probeer de lens niet te bevestigen wanneer u deze in een hoek met het toestel vasthoudt
omdat er zo krassen op de lensstructuur zouden kunnen komen.
Zorg ervoor de lensdop te verwijderen wanneer u opneemt.
Breng uw vingers niet in de structuur wanneer de lens en de
body-kap van het toestel verwijderd zijn.
Om te voorkomen dat er stof of vuil op de interne onderdelen van het
toestel komen, dient of de body-kap of de lens op het toestel gezet te worden.
Om krassen te voorkomen op de contactpunten, dient u de lensdop
achterste lensdop op de lens te zetten wanneer deze er niet op zit of op zit of de lens op het toestel te doen.
Er wordt aanbevolen om de lensdop of de (optionele) MC Protector aan te brengen, om het
lensoppervlak te beschermen, wanneer u het toestel met u meeneemt. (P290)
21
Voorbereiding
De lens losmaken
Voorbereiding: Bevestig de lensdop.
Bij het gebruik van de onderling verwisselbare lens (H-PS14042) mag de lens alleen verwisseld worden nadat dit toestel uitgeschakeld is en na gecontroleerd te hebben dat de lenscilinder ingetrokken is. (druk niet met uw vingers op de lenscilinder want dit kan de lens beschadigen.)
A Wanneer de objectiefcilinder ingetrokken
wordt
Terwijl u op de ontgrendelknop van de lens B drukt, draait u de lens naar de pijl, tot de lens stopt waarna u deze verwijdert.
Inschakelen/uitschakelen van de vrijgave van de sluiter zonder lens.
[MENU] > [Voorkeuze]>[Opn. zonder lens]
[ON]: De sluiter werkt, ongeacht de vraag of er een lens op het toestel is
[OFF]: U kunt niet op de sluiterknop drukken wanneer er geen lens op de body van
Als een montageadapter voor een Leica lens gebruikt wordt (DMW-MA2M, DMW-MA3R:
optioneel), stel dan [ON] in.
aangebracht.
de camera is aangebracht of wanneer deze niet goed is aangebracht.
22
Voorbereiding
De lenskap gebruiken
Wanneer u opneemt met sterk achtergrondlicht, zou er zich onregelmatige reflectie kunnen voordoen binnen de lens. De lenskap reduceert dit fenomeen van ongewenst licht op de gemaakte beelden en vermindert de contrastdaling. De lenskap neemt het teveel aan licht weg en verbetert de beeldkwaliteit.
De onderling verwisselbare lens (H-PS14042) heeft geen lenskap.
Aanbrengen van de (bloemvorige) lenskap die bij de onderling verwisselbare lens geleverd is (H-FS1442A)
Houd de lenskap vast door uw vingers te plaatsen zoals de afbeelding toont.
Houd de lenskap niet vast op een wijze dat deze
verbogen wordt.
1 Lijn het pasmerkteken A op de korte zijde van de lenskap uit met het merkteken
op de top van de lens.
2 Draai de lenskap in de richting van de pijl tot hij klikt en lijn stopteken B op de
lange zijde van de lenskap uit met het merkteken op de top van de lens.
Aanbrengen van de lenskap die bij de onderling verwisselbare lens geleverd is (H-FS45150)
1
Lijn het pasmerkteken C op de lenskap uit met het merkteken op de top van de lens.
2 Draai de lenskap in de richting van de pijl tot hij stopt en lijn stopteken D op de
lenskap uit met het merkteken op de top van de lens.
Tijdens het dragen kan de lenskap tijdelijk omgekeerd
aangebracht worden.
23
Voorbereiding

Het bevestigen van de Schouderriem

We raden aan de schouderriem te bevestigen wanneer u het toestel gebruikt om het
vallen ervan tegen te gaan.
Haal de schouderriem door het lusje van de
1
schouderriem op het toestel.
A: Lusje voor schouderriem
Als de schouderriem niet gemakkelijk door het oog
gevoerd kan worden, buig het harde deel van de punt van de riem dan een beetje om alvorens hem door het oog te voeren.
Haal het uiteinde van de schouderriem door
2
de ring in de richting van de pijl en haal het vervolgens door de stopper.
Haal het uiteinde van de schouderriem door
3
het gat aan de andere kant van de stopper.
Trek aan de andere kant van de
4
schouderriem en controleer vervolgens dat deze er niet uit zal komen.
Voer stappen 1 tot 4 uit en bevestig
vervolgens de andere kant van de schouderriem.
Gebruik de schouderriem om uw schouder.
Draag hem niet om uw nek.Dit kan leiden tot letsel of ongevallen.
Bewaar de schouderriem niet waar er een kind bij kan.
De riem kan per ongeluk om hun nek gewikkeld raken.
24
Voorbereiding

Opladen van de Batterij

Over batterijen die u voor dit toestel kunt gebruiken
Er is geconstateerd dat namaakbatterijpakketten, die sterk op het originele product lijken, in omloop gebracht worden op bepaalde markten. Niet alle batterijpakketten van dit soort zijn op gepaste wijze beschermd met een interne bescherming om te voldoen aan de eisen van de toepasselijke veiligheidstandaards. Er is een mogelijkheid dat deze batterijpakketten tot brand of explosie kunnen leiden. Wij informeren u dat wij niet verantwoordelijk zijn voor eventuele ongelukken of storingen die als gevolg van het gebruik van een namaakbatterijpakket kunnen plaatsvinden. Om ervoor te zorgen dat veilige producten gebruikt worden, raden we het gebruik aan van originele batterijpakketten van Panasonic.
Gebruik hiervoor de lader en de batterij.

Opladen

De batterij wordt niet opgeladen voor de verzending. Laad dus de batterij eerst op.
Laad de batterij binnenshuis met de lader.
Steek de batterij in de goede
1
richting.
Steek de stekker van de lader
2
in het stopcontact.
Het [CHARGE] lampje A gaat
branden en het laden begint.
plug-in-type inlaattype
25
Voorbereiding
Over het [CHARGE] lampje
Het [CHARGE] lampje wordt ingeschakeld:
Het [CHARGE] lampje is tijdens het laden ingeschakeld.
Het [CHARGE] lampje gaat uit:
Het [CHARGE] lampje zal uitgaan als het laden zonder problemen voltooid is. (Sluit de lader af van het stopcontact en verwijder de batterij als het laden geheel klaar is.)
Als het [CHARGE] lampje knippert
De batterijtemperatuur is te hoog of te laag. Er wordt aanbevolen om de batterij opnieuw te
laden bij een omgevingstemperatuur tussen 10 oC en 30 oC.
De polen op de lader of op de batterij zijn vuil. Wrijf ze in dit geval schoon met een droge
doek.
Oplaadtijd
Oplaadtijd Ongeveer 190 min
De aangegeven oplaadtijd is voor wanneer de batterij geheel leeg is geraakt. De oplaadtijd kan variëren afhankelijk van hoe de batterij gebruikt is. De oplaadtijd voor de batterij in hete/koude omgevingen of een batterij die lange tijd niet gebruikt is zou langer kunnen zijn dan anders.
Batterijaanduiding
De aanduiding wordt rood en knippert als de resterende batterijstroom opgeraakt is. (het statuslampje knippert ook) Laad de batterij of vervang hem door een volledig geladen batterij.
Laat geen metalen voorwerpen (zoals clips) in de buurt van de contactzones van de
stroomplug. Anders zou er een brand- en/of elektrische shock veroorzaakt kunnen worden door kortsluiting of de eruit voortkomende hitte.
De batterij kan opnieuw geladen worden wanneer deze nog enigszins opgeladen is, maar het
wordt niet aangeraden dat de batterijlading vaak aangevuld wordt terwijl de batterij nog helemaal opgeladen is. (Aangezien het kenmerkende zwellen plaats zou kunnen vinden.)
26
Voorbereiding

Uitvoertijd en aantal te maken beelden bij benadering

Opnemen stilstaande beelden (Met CIPA-standaard in programma-AE-functie)
Als de onderling verwisselbare lens (H-PS14042) gebruikt wordt
Aantal beelden Ongeveer 330 beelden
opnametijd Ongeveer 165 min
Als de onderling verwisselbare lens (H-FS1442A) gebruikt wordt
Aantal beelden Ongeveer 340 beelden
opnametijd Ongeveer 170 min
Als de onderling verwisselbare lens (H-FS45150) gebruikt wordt
Aantal beelden Ongeveer 340 beelden
opnametijd Ongeveer 170 min
Opnamevoorwaarden volgens CIPA-standaard
CIPA is een afkorting van [Camera & Imaging Products Association].
Temperatuur: 23 oC/Vochtigheid: 50%RH wanneer de monitor aan staat.
Gebruik van een Panasonic SDHC-geheugenkaart.
De geleverde batterij gebruiken.
Opname 30 seconden nadat het toestel aangezet is starten.
(Wanneer u een onderling verwisselbare lens die compatibel is met de optische beeldstabilisatorfunctie erop zet, stel dan de optische beeldstabilisator in op [ ])
Opnemen om de 30 seconden met iedere tweede opname gebruik van de volledige flitser.
Wanneer er een onderling verwisselbare lens die compatibel is met stroomzoom (elektrisch
gehanteerde zoom) erop zet, beweegt de zoom van Tele naar Wide of van Wide naar Tele op elke opname.
Het toestel om de 10 opnamen uitzetten. Het toestel niet gebruiken totdat de batterijen
afgekoeld zijn.
Het aantal opnamen verschilt afhankelijk van de pauzetijd van de opname. Als de pauzetijd tussen de opnamen langer wordt, neemt het aantal mogelijke opnamen af. [Bijvoorbeeld, als u één beeld per twee minuten moest maken, dan zou het aantal beelden gereduceerd worden tot ongeveer één vierde van het aantal beelden die hierboven gegeven wordt (gebaseerd op één beeld per 30 seconden gemaakt).]
27
Voorbereiding
Opname bewegende beelden
[AVCHD] (Opnemen terwijl de beeldkwaliteit op [FHD/50i] staat)
Als de onderling verwisselbare lens (H-PS14042) gebruikt wordt
Opneembare tijd Ongeveer 130 min
Huidige opnametijd Ongeveer 65 min
Als de onderling verwisselbare lens (H-FS1442A) gebruikt wordt
Opneembare tijd Ongeveer 140 min
Huidige opnametijd Ongeveer 70 min
Als de onderling verwisselbare lens (H-FS45150) gebruikt wordt
Opneembare tijd Ongeveer 140 min
Huidige opnametijd Ongeveer 70 min
[MP4] (Opnemen terwijl de beeldkwaliteit op [FHD/25p] staat)
Als de onderling verwisselbare lens (H-PS14042) gebruikt wordt
Opneembare tijd Ongeveer 130 min
Huidige opnametijd Ongeveer 65 min
Als de onderling verwisselbare lens (H-FS1442A) gebruikt wordt
Opneembare tijd Ongeveer 140 min
Huidige opnametijd Ongeveer 70 min
Als de onderling verwisselbare lens (H-FS45150) gebruikt wordt
Opneembare tijd Ongeveer 140 min
Huidige opnametijd Ongeveer 70 min
Deze tijden gelden voor een omgevingstemperatuur van 23 oC en een vochtigheid van 50%RH.
Gelieve erop letten dat deze tijden bij benadering gelden.
De huidige opneembare tijd is de tijd die voor de opname beschikbaar is als handelingen, zoals het in- en uitschakelen van dit toestel, het starten/stoppen van de opname, enz. herhaald worden.
De maximumtijd voor het continu opnemen van films met [AVCHD] bedraagt 29 minuten en
59 seconden.
De maximumtijd voor het continu opnemen van films met [MP4] bedraagt 29 minuten en
59 seconden of tot 4 GB. (Voor [FHD/25p] in het [MP4]-formaat is het bestandformaat groot en zal de opneembare tijd ingekort worden tot minder dan 29 minuten en 59 seconden.)
28
Voorbereiding
Terugspelen
Als de onderling verwisselbare lens (H-PS14042) gebruikt wordt
Terugspeeltijd Ongeveer 190 min
Als de onderling verwisselbare lens (H-FS1442A) gebruikt wordt
Terugspeeltijd Ongeveer 200 min
Als de onderling verwisselbare lens (H-FS45150) gebruikt wordt
Terugspeeltijd Ongeveer 200 min
De uitvoertijden en aantal te maken beelden zullen verschillen afhankelijk van de
omgeving en de gebruiksaanwijzing.
In de volgende gevallen worden de gebruikstijden bijvoorbeeld korter en wordt het aantal te maken beelden verminderd.
In omgevingen met lage temperatuur, zoals skihellingen.Gebruik [AUTO] van [Helderheid scherm] of [MODE1] van [Helderheid scherm].Wanneer [Live View Modus] op [NORMAL] staat.Als de flitser herhaaldelijk gebruikt wordt.
Wanneer de bedrijfstijd van de camera extreem kort wordt zelfs als de batterij goed opgeladen
is, zou de levensduur van de batterij aan zijn eind kunnen zijn. Koop een nieuwe batterij.
29
Voorbereiding

Invoering en verwijdering van de kaart (optionele)/batterij

Controleer of het toestel uit staat.
We raden een kaart van Panasonic aan.
Zet de vrijgavehendeltje in de
1
richting van de pijl en open de batterij/kaartklep.
Altijd echte Panasonic batterijen
gebruiken.
Als u andere batterijen gebruikt,
garanderen wij de kwaliteit van dit product niet.
Batterij: Let op bij de richting van
2
plaatsing van de batterij en plaats hem volledig naar binnen, tot u een blokkeergeluid hoort. Controleer dan of hendel A de batterij vergrendeld heeft. Trek hendel A in de richting van de pijl om de batterij uit te nemen.
Kaart: Duw er net zolang tegen tot u een “klik” hoort en let op de richting waarin u de kaart plaatst. Om de kaart uit te nemen, op de kaart duwen tot deze “klikt” en de kaart vervolgens rechtop uitnemen.
B: De verbindingsuiteinden van de kaart niet aanraken.
1: Sluit de kaart/batterijklep.
3
2: Zet de vrijgavehendeltje in de
richting van de pijl.
30
Loading...
+ 304 hidden pages