PANASONIC DMCFZ50 User Manual [nl]

Page 1
Gebruiksaanwijzing
Digitale Camera
Model Nr. DMC-FZ50
EG
Vóór gebruik, gelieve deze instructies helemaal lezen.
Web Site: http://www.panasonic-europe.com
VQT0Y00
Page 2
Voor Gebruik
Geachte Klant,
Wij willen van de gelegenheid gebruik maken u te bedanken voor de aanschaf van deze Panasonic Digitale Fotocamera. Lees deze handleiding met aandacht en bewaar hem binnen handbereik voor toekomstige raadpleging.
Informatie voor Uw Veiligheid
WAARSCHUWING OM HET RISICO OP BRAND OF SCHOKKEN EN STORENDE INTERFERENTIES TE BEPERKEN, DIENT U ALLEEN GEBRUIK TE MAKEN VAN DE AANBEVOLEN ACCESSOIRES EN DE APPARATUUR NIET BLOOT TE STELLEN AAN REGEN OF VOCHT. VERWIJDER HET DEKSEL (ACHTERKANT) NIET, IN HET APPARAAT BEVINDEN ZICH GEEN GEBRUIKERSBEDIENBARE ONDERDELEN. NEEM VOOR ONDERHOUD CONTACT OP MET DESKUNDIGE ONDERHOUDSTECHNICI.
Neem zorgvuldig het auteursrecht in acht. Het opnemen van reeds beschreven banden of schijven, of ander gepubliceerd of uitgezonden materiaal, voor andere doeleinden dan persoonlijk gebruik, kunnen een overtreding van het auteursrecht vormen. Zelfs voor privé­gebruik kan het opnemen van bepaald materiaal aan beperkingen onderhevig zijn.
• Houdt u er rekening mee dat de huidige bedieningselementen, de onderdelen, de menu-opties enz. van uw Digitale Camera enigszins af kunnen wijken van de illustraties die in deze Handleiding voor Gebruik opgenomen zijn.
• SDHC Logo is een handelsmerk.
2
VQT0Y00
• Leica is een gedeponeerd handelsmerk van Leica Microsystems IR GmbH.
• Elmarit is een gedeponeerd handelsmerk van Leica Camera AG.
• Andere namen, bedrijfsnamen en productnamen die in deze handleiding voorkomen, zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de betreffende bedrijven.
HET STOPCONTACT MOET IN DE NABIJHEID VAN HET APPARAAT GEÏNSTALLEERD WORDEN EN MAKKELIJK BEREIKBAAR ZIJN.
GEVAAR
Explosiegevaar wanneer de batterij op onjuiste wijze vervangen wordt. Vervang alleen door een zelfde soort batterij of equivalent, die door de fabrikant aanbevolen worden. Gooi de gebruikte batterijen weg zoals door de fabrikant voorgeschreven wordt.
Opmerking betreffende lithiumbatterijenBij dit product zijn lithiumbatterijen
geleverd. Wanneer deze verbruikt zijn, mag u deze niet weggooien maar moet u deze inleveren als klein chemisch afval.
Dit apparaat bevat een lithiumbatterij als
stroomvoorziening voor de klok.
Raadpleeg uw leverancier over het verwijderen
van de lithiumbatterij op het moment dat u het apparaat aan het einde van de levensduur vervangt.
Verzekert u ervan dat de ingebouwde
lithiumbatterij door vakbekwaam servicepersoneel wordt verwijderd.
Alleen voor servicepersoneel:
Lithiumbatterij
Schroevendraaier
Printplaat
Verwijder de lithiumbatterij van de Gedrukte
Bedradingsplaat met behulp van de schroevendraaier etc. zoals het figuur hierboven.
De vorm van de Gedrukte Bedradingsplaat en
de positie van de lithiumbatterij kunnen verschillen afhankelijk van het model van de digitale fotocamera.
Page 3
Voor Gebruik
Informatie over het weggooien van elektrische en elektronische apparatuur (particulieren)
Dit symbool betekent in Europa dat gebruikte elektrische en elektronische producten niet bij het normale huishoudelijke afval mogen. Lever deze producten in bij de aangewezen inzamelingspunten, waar ze gratis worden geaccepteerd en op de juiste manier worden verwerkt, teruggewonnen en hergebruikt. In Nederland kunt u uw producten bij uw winkelier inleveren bij de aanschaf van een vergelijkbaar nieuw product. Wanneer u dit product op de juiste manier als afval inlevert, spaart u
waardevolle hulpbronnen en voorkomt u potentiële negatieve gevolgen voor de volksgezondheid en het milieu, die anders kunnen ontstaan door een onjuiste verwerking van afval. Neem contact op met uw gemeente voor meer informatie over het dichtstbijzijnde inzamelingspunt of raadpleeg www.nvmp.nl, www.ictoffice.nl of www.stibat.nl.
Voor zakelijke gebruikers in de Europese Unie
Neem voor het weggooien van elektrische en elektronische apparatuur contact op met uw leverancier voor verdere informatie.
Informatie over verwijdering van afval in landen buiten de Europese Unie
Dit symbool is alleen geldig in de Europese Unie. Neem wanneer u dit product wilt weggooien, contact op met de lokale overheid of uw leverancier en vraag wat de juiste verwijderingsmethode is.
Zorgdragen voor de fotocamera
Het toestel niet erg schudden of stoten.
Het toestel kan stoppen normaal te werken, beelden kunnen niet opgenomen worden of de lens kan beschadigd raken.
• Zand of stof kan ervoor zorgen dat het toestel slecht gaat werken. Ervoor zorgen dat er geen zand of stof in de lens of de aansluitingen komt wanneer u het toestel op het strand etc. gebruikt.
• Ervoor zorgen dat er geen water in het toestel komt wanneer u het gebruikt op een regenachtige dag of op het strand.
• Als er zeewaterdruppels op het toestel komen, een droge doek gebruiken om het toestellichaam voorzichtig af te drogen.
Over de LCD-scherm/Zoeker
• Niet met grote kracht op de LCD-scherm drukken. Ongelijke kleuren kunnen op de LCD-scherm verschijnen en dit kan voor storing zorgen.
• Er kan zich condensatie op de LCD-scherm vormen op plekken met grote temperatuurverschillen. De condensatie er met een zachte, droge doek afvegen.
• Als de camera koud is wanneer u deze aanzet, kan het beeld op de LCD-scherm/ Zoeker aanvankelijk een beetje donkerder zijn dan anders. Het beeld zal echter weer normaal helder worden zodra het toestel zelf opgewarmd is.
• Wanneer u de LCD-scherm draait, erop letten geen excessieve kracht te gebruiken. Dit zou mogelijk schade met zich mee kunnen brengen.
3
VQT0Y00
Page 4
• Als u een statief gebruikt, kunt u wellicht de LCD-scherm niet openen, sluiten of eraan draaien. Maak in dit geval de camera los van het statief en open, sluit of draai de LCD-scherm.
• Wanneer u de LCD-scherm niet gebruikt of wanneer u de Zoeker gebruikt, wordt het aangeraden dat u de LCD-scherm sluit met het scherm naar binnen gericht om vuil en krassen te voorkomen.
• Als het toestel voor een lange periode opgeslagen wordt, wordt het aangeraden dat de LCD-scherm binnenin het toestel opgeslagen wordt.
De LCD-scherm/Zoeker wordt geproduceerd met hoge-precisietechnologie. Toch kunnen er donkere of lichte punten op het scherm staan (rood, blauw of groen). Dit is geen defect. De LCD-scherm/ Zoeker heeft meer dan 99,99% effectieve pixels met nauwelijks 0,01% van de pixels die niet actief zijn of altijd oplichten. Deze puntjes worden niet opgenomen op de beelden op een kaart.
Over de Lens
• Niet hard op de lens drukken.
• Het toestel niet met de lens naar de zon toe laten aangezien dit voor het slecht gaan werken van het toestel kan zorgen. Verder voorzichtig zijn wanneer u het toestel buiten laat of dicht bij een raam.
• Als er vuil (water, olie of vingerafdrukken enz.) op de lens zit, beïnvloedt dit ook de opname. Maak de lens voorzichtig schoon met een zachte droge doek voordat en nadat u opnamen maakt.
Over condens (Als de lens of de
Zoeker bedampt is)
• Condens doet zich voor wanneer de omgevingstemperatuur of vochtigheid wijzigt zoals hieronder beschreven wordt.
Op condens letten omdat het vlekken op de lens, schimmel of storing veroorzaakt. – Wanneer het toestel naar binnen wordt
gebracht van de kou naar een warme kamer.
– Wanneer het toestel verplaatst wordt
van buiten de auto naar de auto met airconditioning aan.
– Wanneer koele wind van een
airconditioner etc. direct op het toestel geblazen wordt.
– Op vochtige plekken
• Om condensatie te voorkomen, het toestel in een plastic zak stoppen totdat de temperatuur van het toestel dicht bij die van de omgevingstemperatuur is. Als er zich condensatie voordoet, het toestel uitzetten en het ongeveer 2 uren met rust laten. De mist zal op natuurlijke wijze verdwijnen wanneer de temperatuur van het toestel dicht in de buurt komst van die van de omgevingstemperatuur.
Wanneer u het toestel niet gebruikt
gedurende een lange tijdsperiode
• De batterij in een koele en doge plaats met een relatief stabiele temperatuur opbergen. [Aanbevolen temperatuur: 15 oC tot 25 oC, Aanbevolen vochtigheid: 40% tot 60%]
• De batterijen en de kaart altijd uit het toestel verwijderen.
• Als de batterijen in het toestel gelaten worden zullen ze ontladen zelfs als het tostel uitstaat. Als de batterijen nog langer in het toestel blijven, zullen ze te veel leegraken en kunnen ze onbruikbaar worden, zelfs wanneer ze opgeladen worden.
• Wanneer de batterijen voor een lange tijd opgeslagen worden, raden we aan ze eens per jaar op te laden. De batterijen uit het toestel verwijderen en ze weer opslaan nadat ze helemaal leeg geraakt zijn.
4
VQT0Y00
Page 5
• We raden aan het toestel op te slaan met een droogmiddel (kwartsglas gel) wanneer u deze in een kast bewaart.
• Als u het toestel een lange tijd niet gebruikt heeft, alle onderdelen controleren voordat u beelden maakt.
De Instelknop
Zet deel A op de gewenste functie. De instelknop kan 360o gedraaid worden. Deze langzaam en voorzichtig draaien om op elke functie af te stellen.
M
A
: AE-programmafunctie (P31)
De belichting wordt automatisch door de camera ingesteld.
: AE-openingsvoorrang (P58)
De sluitertijd wordt automatisch bepaald volgens de openingswaarde die u ingesteld hebt.
S
A
CUSTOM
P
SCN
Voor Gebruik
: Bewegende beeldenfunctie (P79)
Deze functie laat het u toe bewegende beelden op te nemen.
: Scènefunctie (P66)
Deze functie laat het u toe opnamen te maken die afhangen van de opnamescènes.
: Auto-functie (P35)
Dit is de aangeraden functie voor beginners.
: Terugspeelfunctie (P41)
Deze functie laat het u toe opgenomen opnamen terug te spelen.
Over aanduidingen in deze
handleiding
Hier aangegeven functies laten het u toe de functies of instellingen die op deze pagina beschreven worden te gebruiken. Deze instelknop instellen op welke van de functies dan ook om de functies of instellingen te gebruiken.
Klantfunctie
: AE-sluitervoorrang (P59)
De openingswaarde wordt automatisch ingesteld volgens de sluitertijd die u ingesteld hebt.
: Handmatige belichting (P60)
De belichting wordt aangepast aan de sluitertijd en de openingswaarde die u handmatig hebt ingesteld.
: Klantfunctie (P65)
Deze functie laat het u toe uw favoriete menuinstellingen op te slaan.
Nuttige of handige informatie voor het gebruik van dit toestel wordt beschreven.
Over illustraties in deze
gebruiksaanwijzing
Gelieve opmerken dat de verschijning van dit product, de illustratie of het menuscherm enigszins verschillen van die, die in werkelijkheid in gebruik zijn.
5
VQT0Y00
Page 6
Over de illustraties van de cursorknop
In deze gebruiksaanwijzing worden de operaties op de cursorknop beschreven zoals hieronder wordt afgebeeld.
Cursorknop
b.v.: Wanneer u op de 4 knop drukt
MENU
SET
REV
Over de draaischijf op de voorkant en
de draaischijf op de achterkant
Instructies voor het gebruik van deze draaischijven worden in de gebruiksaanwijzing gegeven met illustraties die samengaan met de schermiconen.
• Draai de draaischijf op de voorkant en de draaischijf op de achterkant langzaam maar overtuigd.
Over de LCD-scherm
Op het moment dat het toestel aangeschaft wordt, is de LCD-scherm opgeslagen in het toestellichaam Beweeg de LCD-scherm in de richtingen die afgebeeld worden in de figuur hieronder.
1
2
3
A:openknoppen LCD-scherm
1 Open de openknoppen van de
LCD-scherm met uw vinger
2 Draai de LCD-scherm 180o richting links
• De LCD-scherm draait alleen 90o richting rechts.
3 Doe de LCD-scherm terugkeren naar
zijn originele positie
• Voor details over hoe de LCD-scherm te roteren, P23 raadplegen.
A: Draaischijf op de voorkant B: Draaischijf op de achterkant
6
VQT0Y00
Page 7
Inhoud
Gevorderd
Voor Gebruik
Informatie voor Uw Veiligheid ...................2
De Instelknop............................................5
Voorbereidng
Standaard accessoires ...........................10
Namen van de onderdelen .....................10
Beknopte gebruiksaanwijzingen .............12
Schermweergave....................................13
De batterij opladen met de oplader......... 15
Over de batterij
(Opladen/Aantal opnamen) ................. 16
De batterijen in het toestel doen/
eruit halen ...........................................17
De kaart in het toestel doen/
eruit halen ...........................................18
Over de kaart..........................................19
De lensdop/draagriem vastmaken ..........20
De lensbescherming gebruiken ..............21
LCD-scherm............................................23
De datum en de tijd instellen
(Klokinstelling).....................................25
Over het set-up Menu.............................26
Basiskennis
Opnamen maken opnamen ....................31
Beelden maken met de Autofunctie........35
Beelden maken met de zoom ................. 36
• De optische zoom gebruiken ............36
• De extra optische zoom gebruiken
(EZ) ..................................................37
• De digitale zoom gebruiken
De zoom verder uitbreiden ............... 38
De opnamen controleren (Overzicht)......40
Opnamen terugspelen ............................41
Beelden wissen.......................................42
Over de LCD-scherm/Zoeker.................. 44
• De afgebeelde informatie wijzigen....44
Beelden maken met de ingebouwde
flits.......................................................48
Opnamen maken met de
zelfontspanner.....................................52
Belichtingscompensatie ..........................53
Beelden maken Auto Bracket .................54
Optische beeldstabilisator.......................55
Opnamen maken met de burstfunctie..... 56
Close-up’s maken...................................57
AE-openingsvoorrang .............................58
AE-sluitervoorrang ..................................59
Handmatige belichting ............................60
Openingswaarde en sluitertijd.................61
Opnamen maken met handmatig
scherpstellen.......................................61
Registrering Persoonlijke
Menuinstellingen (Persoonlijke
instellingen registreren).......................64
Het maken van beelden in
Klantfunctie .........................................65
Scènefunctie...........................................66
– [PORTRET] ...................................67
– [GAVE HUID].................................67
– [LANDSCHAP]...............................68
– [SPORT] ........................................68
– [NACHTPORTRET].......................68
– [NACHTL. SCHAP]........................ 69
– [PANNING] ....................................69
– [VOEDSEL]....................................70
– [PARTY]......................................... 70
– [KAARSLICHT] .............................. 70
– [VUURWERK]................................71
– [STERRENHEMEL].......................71
– [BABY1]/[BABY2] .......................... 72
– [SNEEUW].....................................73
– [H. GEVOELIGH.].......................... 73
De dag van uw vakantie opslaan
waarop u de foto maakt.......................74
VQT0Y00
7
Page 8
De tijd van uw reisbestemming
weergeven (World Time)..................... 76
• Mogelijke plaatsnamen voor de
Wereldtijdinstellingen ....................... 78
Bewegende beelden ............................... 79
Meervoudige schermen afbeelden
(Meervoudig terugspelen) ...................81
Beelden afspelen volgens
opnamedatum (Kalenderplayback) .....82
De terugspeelzoom gebruiken................ 83
Bewegende beelden terugspelen/
Beelden met geluid ............................. 84
Menu-instellingen
Het functiemenu
[OPNAME] gebruiken.......................... 85
• [WITBALANS] Tinten corrigeren voor meer
natuurlijke opnamen ......................... 86
• [WB INSTELLEN] Handmatige instelling van de
witbalans .......................................... 88
• [GEVOELIGHEID]
De lichtgevoeligheid instellen........... 89
• [ASPECTRATIO]
De aspectratio instellen....................90
• [FOTO RES.]/[KWALITEIT] Een beeldresolutie en –kwaliteit kiezen die overeenkomen met uw eigen
gebruik..............................................91
• [AUDIO OPNAME] Stilstaande beelden opnemen met
geluid................................................92
• [HELDERHEID] De helderheidsmeetmethode
beslissen ..........................................93
• [AF MODE] De scherpstellingsfocusmethode
instellen ............................................93
• [CONTINU AF] Continu scherpstellen op een
object................................................95
• [AF ASS. LAMP] Scherpstellen bij weinig licht wordt
makkelijker .......................................95
8
VQT0Y00
• [FOC./AE-VRG.]
De focus en belichting vaststellen.... 96
• [DIR. EXP. COMP.] Voor snelle
belichtingscompensatie .................... 98
• [KLEUR EFFECT]
Kleureffecten instellen ...................... 99
• [FOTO INST.]
De beeldresolutie instellen ............... 99
• [FLIP ANIM.] Beelden met elkaar verbinden om
een filmpje te maken ......................100
• [CONVERSIE]
Een optionele lens gebruiken ......... 102
• [EXT. FLITS]
Gebruik van een optionele flits....... 104
• [EX.FLITS BURST] Belden maken in burstfunctie
terwijl u de flits af laat gaan............ 106
• [KLOKINST.] De datum, tijd en weergave
instellen .......................................... 106
Gebruik van het
[AFSPELEN] functiemenu.................107
• [DIASHOW] Beelden achtereenvolgens terugspelen voor een vastgestelde
tijd...................................................107
• [FAVORIETEN]
Favoriete opnamen instellen ..........109
• [LCD ROTEREN]/[ROTEREN] Om het beeld gedraaid af te
beelden...........................................110
• [DPOF PRINT] Het af te drukken beeld en het
aantal afdrukken instellen............... 111
• [BEVEILIGEN] Per ongeluk opnamen wissen
voorkomen......................................113
• [AUDIO DUB.]
Geluid toevoegen aan opnamen .... 114
• [NW. RS.]
Een beeld kleiner maken................114
• [BIJWERKEN] Een beeld vergroten en
bijwerken ........................................115
Page 9
• [ASPECT CONV.] De aspectratio van een 16:9 beeld
wijzigen...........................................116
• [FORMATEREN]
De kaart foramtteren ...................... 118
Aansluiten op andere
apparatuur
Aansluiten op de PC.............................119
Beelden afdrukken................................122
Opnamen terugspelen op een
TV-scherm.........................................125
Overige
De MC-Beveiliging/
ND-filter gebruiken ............................127
Gebruik van de
Afstandsontspanner ..........................128
Voorzorgsmaatregelen bij het
gebruik ..............................................129
Waarschuwingen op het scherm ..........131
Problemen oplossen.............................133
Aantal mogelijke opnamen en
beschikbare opnametijd ....................138
Specificaties..........................................141
VQT0Y00
9
Page 10
Voorbereidng
Voorbereidng
Standaard accessoires
Controleer of alle accessoires aanwezig zijn voordat u het toestel gebruikt.
12
RP-SD032B
3
CGR-S006E
4
1 SD-geheugenkaart (32 MB)
(In de tekst wordt deze aangeduid als “kaart”)
2 Batterijpakket
(In de tekst wordt deze aangeduid als “batterij”)
3 Batterijoplader
(In de tekst wordt deze aangeduid als “oplader”)
4 Netspanningskabel 5 USB-Kabel 6 AV-Kabel 7 CD-ROM 8 Schouderriem 9 Lensdop
10 Lensbescherming
DE-994A
K2CQ2CA00006
56
K1HA08CD0007 K1HA08CD0008
7 8
VFC4213
9
VYK1P30
10
VYQ3505
10
VQT0Y00
Namen van de onderdelen
123 4
1Lens (P4) 2 Voorkant keuzeschakelaar (P40, 41,
59, 81, 83)
3 Indicator zelfontspanner (P52)
AF Assistentielamp (P95)
4 Flits (P48)
Page 11
8
8
2 3
4
12 17
119567 10
1413 15 16
5 Diopterstelknop (P45) 6 Zoeker (P13, P44) 7 [DISPLAY] Knop (P44) 8 [EVF/LCD] Knop (P44)
9 [FOCUS/AE LOCK] Knop (P35, P96) 10 Luidspreker (P84) 11 Achterkant keuzeschakelaar (P32, 41,
58, 60) 12 LCD-scherm (P13, 23, 44) 13 [FUNCTION] Knop (P26) 14 Wisknop (P42) 15 Cursorknoppen
2/Zelfontspannerknop (P52)
4/[REV] Knop (P40)
1/Instelknop flitsfunctie (P48)
3/Belichtingscompensatie (P53)/Auto
Bracket (P54)/Output flitslampregeling
(P51)/Compensatie van
achtergrondverlichting in de manuele
functie (P36) Knop 16 [MENU/SET] Knop (P26) 17 Kaartklep (P18)
Voorbereidng
20 Ontspanknop (P31) 21 Ringetje voor draagriem (P20) 22 Microfoon (P79, 92) 23 Hot Shoe (P104) 24 Instelknop (P5) 25 Camera ON/OFF schakelknop (P25) 26 Stroomled (P31) 27 Enkele of Burstmodusknop (P56) 28 Optische beeldstabilisator (P55)
29 30 31
3 3
3
29 [FOCUS] Knop (P63, 71, 96) 30 Focusschakelknop (P35, 61)
(AF/AF MACRO/MF) 31 Flitslamphendel (P48) 32 [REMOTE] Aansluiting (P122) 33 [AV OUT/DIGITAL] Aansluiting (P119,
122, 125) 34 [DC IN] Aansluiting (P119, 122)
• Gebruik altijd een originele Panasonic AC (DMW-AC7; optioneel).
35
18 19
21 22
18 Zoomring (P36) 19 Focusring (P61)
23
20
M
S
A
C
U
S
T
O
M
P
N
C
S
24 25 26
27 2
C
L
N
O
E
S
P
E
O
36 37 38
35 Gleuf bevestiging lenskap (P21) 36 Batterijklep Open/Dicht hendel (P17) 37 Batterijklep (P17) 38 Statiefaansluiting
• Als u een statief gebruikt, zorg er dan voor dat dit stabiel staat als u de camera erop vastmaakt.
VQT0Y00
11
Page 12
Voorbereidng
Beknopte gebruiksaanwijzingen
Dit is een beknopt overzicht van hoe u opnamen opneemt en terugspeelt met het toestel. Bij elke stap controleert u de pagina's waarnaar verwezen wordt en die tussen haakjes staan.
1 De batterij opladen. (P15)
• De batterij wordt niet opgeladen voor de verzending. Laad de batterij dus eerst op.
2 Doe de batterij en de kaart in het
toestel. (P17, 18)
3 Zet het toestel aan om opnamen
te maken.
• Stel de klok in. (P25)
M
S
A
1
CUSTOM
P
2
SCN
OFF ON
1 Stel de functieknop in op [ ]. 2 Druk de ontspanknop in om opnamen
te maken. (P31)
4 Speel de opnamen terug af.
A
S
M
P
1
M
STO
CU
SCN
2
12
VQT0Y00
1 Stel de functieknop in op [ ]. 2 Kies de opname die u wil bekijken.
(P41)
Page 13
Schermweergave
12 4356
A
23 22
21 20
19 18 17
41 40
39 38 37
36 35
22 21
20
39
B
PROGR. WISSELING
MF
34
1
39
F2.8 1/25
24 2526
ISO
100
3
1415
38
13141516
3233
3
5s
BACKLIGHT
6,17
ISO
100
7 8
9
10 11
12
27 28
29
30
31
7 8 2
9
24
26, 35 25
Voorbereidng
A In opname B Buitenbeeldweergave
1 Opnamefunctie (P31) 2 Flitsfunctie (P48) 3 Focus (P31) 4 Beeldresolutie (P91) 5 Kwaliteit (P91)
In de bewegende-beeldenfunctie (P79)
//// /
: Waarschuwingsbeweging (P34) 6 Batterij-aanduiding (P16) 7 Aantal opnamen/beschikbare
opnametijd In de bewegende-beeldenfunctie (P79) b.v.:
R1h20m30
s
8 Kaartaanduiding (P19) 9 Opnamestaat
10 Histogram (P47) 11 Vertrekdatum (P74)
12 Verstreken opnametijd (P79) 13 Programmaschakeling (P32) 14 Sluitertijd (P31)
: Intelligente ISO (P81)
15 Lensopening (P31) 16 Programmaschakeling (P32)
17 Belichtingscompensatie (P53)
Directe belichting compenseren (P98)
: Compensatie
achtergrondverlichting (
P36 18 Meetfunctie (P93) 19 : LCD-versterking (P46) 20 AF- Puntzone (P93) 21 AF-zone (P31) 22 Puntfocussing (P93) 23 Optische beeldstabilisator (P55)
)
13
VQT0Y00
Page 14
Voorbereidng
24 Witbalans (P86)
Witbalans, fijnafstelling (P88) 25 ISO-gevoeligheid (P89) 26 Burstfunctie (P56)
: Geluidsopname (P79, 92) 27 Flipanimatie (P100) 28 Kleureffect functie (P99) 29 KLANTINSTELLING (P64) 30 Continu AF (P95) 31 Zoom (P36)/Extra optische zoom (P37)/
Digitale zoom (P38)
32 Achtergrondverlichting compenseren
(P36)
33 Huidige datum en tijd
• Dit wordt gedurende ongeveer 5 seconden afgebeeld wanneer het toestel aan wordt gezet, na het instellen van de klok en na het overschakelen van de terugspeelfunctie naar de opnamefunctie.
34 Leeftijd (P72)
• Dit wordt afgebeeld gedurende ongeveer 5 seconden wanneer het toestel aan wordt gezet in de babyfunctie, na het instellen van de klok of de geboortedatum, en na het overschakelen van andere functies naar babyfunctie.
35 Auto Bracket (P54) 36 Aantal dagen dat verstreken is sinds de
reisdatum (P74)
• Dit wordt gedurende 5 seconden afgebeeld als het toestel aanstaat wanneer de reisdatum ingesteld is, na het instellen van de klok, vertrekdatum of reisdatum, na het veranderen van de instelling van de wereldtijd en na het schakelen van de terugspeelfunctie naar een andere functie.
37 Conversielens (P102)
38 Zelfontspanner functie (P52) 39 AF-lamp (P95)
//: FOCUS/
AE-VERGRENDELING (P96) 40 Flitswerking instellen (P51) 41 MF (P61)
AF-MACRO (P57):
C
12834 5 6 7
20 19
18 17
16 15
14
1
AUDI O AFSPELEN
F2.8 1/25
P
10:00 1.DEC.2006
100_0001
1/19
ISO100
AUTO
10 11
12 13
C In terugspelen
1 Terugspeelfunctie (P41) 2 Aantal DPOF-prints (P111) 3 Beveiligd beeld (P113) 4 Beeld met geluid/Bewegende beelden
(P84)
5 Beeldresolutie (P91) 6 Kwaliteit (P91)
In de bewegende-beeldenfunctie (P84)
//// /
7 Batterij-aanduiding (P16) 8 Map/bestandsnummer (P120) 9 Beeldnummer/Totaal opnamen
10 Waarschuwingspictogram
kabelaansluiting (P124)
• Dit verschijnt wanneer u afdrukt met een printer die PictBridge verwerkt. (Afhankelijk van de printer kan dit pictogram al dan niet verschijnen.)
Bewegende-beeldenopnamen (P84):
1h20m30
s
9
14
VQT0Y00
Page 15
11 Histogram (P47) 12 Opname-informatie 13 Favorieteninstellingen (P109)/
verstreken terugspeeltijd (P84):
1h20m30
s
14 Opgenomen datum en tijd 15 Leeftijd (P72) 16 LCD-versterking (P46) 17 Aantal dagen dat verstreken is sinds de
reisdatum (P74)
18 Geluid terugpelen (P84)
WEERG. BEW. BEELDEN
19 Flipanimatie (P100) 20 Favorieten (P109)
: In de bewegende-
beeldenfunctie (P84)
Voorbereidng
De batterij opladen met de oplader
De batterij wordt niet opgeladen voor de verzending. Laad dus de batterij eerst op.
1 Steek de batterij op zijn plaats en
sluit deze aan op de oplader.
2 Sluit de AC-kabel aan.
• De AC-kabel gaat niet helemaal in de AC-aansluiting. Er blijft een stukje over zoals op de afbeelding.
• Het laden start als het lampje [CHARGE] A groen oplicht.
• Als de [CHARGE] indicator knippert, P16 raadplegen.
VQT0Y00
15
Page 16
Voorbereidng
3 Maak de batterij los als deze
opgeladen is.
Over de batterij
(Opladen/Aantal opnamen)
Batterijaanduiding
De resterende batterijstroom verschijnt op het scherm.
• Het laden is gedaan als het lampje [CHARGE] A uitgaat (na ongeveer 120 minuten).
• Haal de AC-kabel uit het stopcontact als de batterij opgeladen is.
• De batterij wordt warm na het gebruik/ laden of tijdens het laden. Ook de fotocamera wordt warm tijdens het gebruik. Dit is echter geen storing.
• Een volle batterij raakt leeg als u deze lang niet gebruikt. Laad de batterij opnieuw op.
• Gebruik hiervoor de oplader.
• Laad de batterij op met de oplader.
• De oplader niet uit elkaar halen of er iets aan wijzigenwijzigen.
• De batterijaanduiding wordt rood en knippert. Laad de batterij op of vervang deze door een volle batterij.
[Dit verschijnt niet wanneer u het toestel gebruikt samen met de AC-adapter (DMW-AC7; optioneel).]
Levensduur van de batterij Het aantal opnamen (Volgens CIPA-standaard in AE-programmafunctie)
Aantal opnamen
Opnamevoorwaarden volgens CIPA-standaard
• Temperatuur: 23 °C/ Vochtigheid: 50% wanneer de LCD-scherm aan staat.
• Met de SD-geheugenkaart (32 MB).
• De De geleverde batterij gebruiken.
• Opnemen begint 30 seconden nadat de fotocamera aangezet is. (Als de optische beeldstabilisator ingesteld is op [MODE1])
Om de 30 seconden opnemen, met volle flits om de opname.
• Het toestel om de 10 opnamen uitzetten.
• CIPA is een afkorting van [Camera & Imaging Products Association].
¢Het aantal foto’s dat u kunt maken, neemt
af wanneer de functie stroom LCD gebruikt wordt.
Ongeveer 360 opnamen (Ongeveer 180 min)
¢
16
VQT0Y00
Page 17
Het aantal opnamen verschilt afhankelijk van de pauzetijd van de opname. Als de pauzetijd tussen de opnamen langer wordt, neemt het aantal mogelijke opnamen af. [bijv. Als u om de 2 minuten opnamen maakt, neemt het aantal mogelijke opnamen af tot ongeveer 90.]
Het aantal mogelijke opnamen met de Zoeker
(Opnamevoorwaarden volgens CIPA-standaard.)
Aantal opnamen
Ongeveer 360 opnamen (Ongeveer 180 min)
Terugspeeltijd met de LCD-scherm
Terugspeeltijd Ongeveer 300 min
Het aantal opnamen en de terugspeeltijd zal variëren afhankelijk van de werkingsomstandigheden en opslagcondities van de batterij.
Opladen
Oplaadtijd Ongeveer 120 min
Oplaadtijd en aantal mogelijke opnamen met het optionele batterijpakket (CGR-S006E) zijn dezelfde als hierboven.
• Als het opladen start, brandt de [CHARGE] aanduiding.
Wanneer de [CHARGE] indicator flitst
• De batterij is te leeg (excessief ontladen). Over een tijdje, zal de lamp gaan branden en zal er een normale oplading starten.
• Wanneer de batterijtemperatuur excessief hoog of laag is, zal de oplaadtijd langer zijn dan normaal.
• De polen op de lader of op de batterij zijn vuil. Wrijf ze in dit geval schoon met een droge doek.
• Wanneer de bedrijfstijd van de camera extreem kort wordt zelfs als de batterij goed opgeladen is, zou de levensduur van de batterij aan zijn eind kunnen zijn. Koop een nieuwe batterij.
Voorbereidng
Opnamecondities
• Laad de batterij op bij in een temperatuur tussen 10 oC en 35 oC. (Dit moet ook de temperatuur van de batterij zelf zijn.)
• De prestatie van de batterij kan tijdelijk verminderen en de bedrijfstijd kan korter worden bij lagere temperaturen (b.v. skiën/snowboarden).
De batterijen in het toestel doen/eruit halen
• Controleren dat het toestel uitstaat.
• Sluit de flits.
1 Zet de vrijgavehendel in de
richting van de pijl en open de batterijklep A.
O
E
P
S
E
O
N
L
C
• Altijd echte Panasonic batterijen gebruiken (CGR-S006E).
2 De batterijen erin doen:
De kaart helemaal erin doen totdat deze klikt.
Eruit halen: Open de batterijruimte B om de batterij te verwijderen.
17
VQT0Y00
Page 18
Voorbereidng
3 1 Sluit de batterijklep.
2 Zet de zoomhendel in de
richting van de pijl.
O
O
E
E
P
P
S
S
E
E
O
O
N
N
L
L
C
C
• Haal de batterij uit het toestel na gebruik.
• Wanneer helemaal opgeladen batterijen in het toestel hebben gezeten gedurende meer dan 24 uren, wordt de klokinstelling opgeslagen in het toestel voor ongeveer 3 maanden zelfs als u de batterijen eruit haalt. (Als u een batterij met onvoldoende stroom in het toestel doet, kan ook de tijdspanne die normaal geldt voor het klokgeheugen korter worden.) In elk geval worden de klokinstellingen geannuleerd na deze tijd. In dit geval dient u de klok opnieuw in te stellen. (P25)
• De kaart en de batterij niet verwijderen terwijl de kaart wordt gebruikt. De gegevens zouden beschadigd kunnen worden. (P19)
• Haal de batterij er niet uit als het toestel aan staat omdat anders de instellingen niet goed worden opgeslagen.
• De geleverde batterij is alleen bedoeld voor dit toestel. Gebruik de batterij niet voor andere apparatuur.
De kaart in het toestel doen/eruit halen
• Controleren dat het toestel uitstaat.
• Een SD-geheugenkaart (bijgeleverd), een SDHC-geheugenkaart (optioneel) of een MultiMediaCard (optioneel) gereed houden.
• Sluit de flits.
1 De kaartklep openen.
2 Erin doen:
De kaart helemaal erin doen totdat deze klikt.
Eruit halen: Druk de kaart totdat deze klikt, trek de kaart er vervolgens recht uit.
• Controleer de richting van de kaart.
• Raak de aansluitingen op de achterkant van de kaart niet aan.
• De kaart kan beschadigd worden als ze niet goed in het toestel zit.
18
VQT0Y00
Page 19
3 1 Sluit de kaartklep.
2 De kaartklep naar het eind
schuiven en deze vervolgens stevig sluiten.
• Als u de kaart/batterijklep niet helemaal kunt sluiten, haalt u de kaart eruit en steekt u deze er weer in.
• De kaart en de gegevens kunnen beschadigd worden als u de kaart in het toestel doet of eruit haalt terwijl het toestel aan staat.
• We raden het gebruik aan van een SD-geheugenkaart/ SDHC-geheugenkaart van Panasonic.
Voorbereidng
De kaart en de gegevens kunnen beschadigd raken en het toestel zou kunnen ophouden met normaal werken.
SD-geheugenkaart (meegeleverd),
SDHC-geheugenkaart (optioneel) en MultiMediaCard (optioneel)
• De SD-geheugenkaart, SDHC-geheugenkaart en MultiMediaCard zijn kleine, lichtgewicht verwijderbare externe kaarten.
• De lees/schrijfsnelheid van een SD-geheugenkaart en een SDHC-geheugenkaart is groot. Beide types kaarten zijn uitgerust met een Schrijfbeschermingschakelaar B die het overschrijven en formatteren van de kaart tegengaat. (Als de schakelaar naar de [LOCK]-kant geschoven wordt, is het niet mogelijk gegevens op de kaart te schrijven of te wissen en deze te formatteren. Wanneer de schakelaar naar de andere kant geschoven wordt, worden deze functies beschikbaar.)
SD-geheugenkaart
Over de kaart
Toegang tot de kaart
De kaartaanduiding A licht rood op als opnamen op de kaart worden geschreven.
3
Als de kaartaanduiding oplicht, worden opnamen gelezen of gewist of wordt de kaart geformatteerd. Niet toegestane handelingen:
• Het toestel uitzetten.
• De batterij of de kaart verwijderen.
• Met het toestel schudden of ermee kloppen.
32
Gelieve deze informatie op de volgende website bevestigen.
http://panasonic.co.jp/pavc/global/cs
(Deze site is alleen in het Engels.)
• Voor informatie over het aantal opneembare beelden en de beschikbare opnametijd voor elke kaart, P138 raadplegen.
• Dit toestel is compatibel met SD-geheugenkaarten die gebaseerd zijn op specificaties voor de SD-geheugenkaart en geformatteerd zijn in FAT12-systeem en FAT16-systeem. Deze is tevens compatibel met SDHC-geheugenkaarten die gebaseerd zijn op specificaties voor SD-geheugenkaarten en geformatteerd zijn in FAT32-systeem.
19
VQT0Y00
Page 20
Voorbereidng
• De SDHC-geheugenkaart is een geheugenkaartstandaard die bepaald is door de SD-associatie in 2006 voor hoog vermogen-geheugenkaarten die meer dan 2 GB kunnen bevatten.
• Dit toestel is compatibel met zowel een SD-geheugenkaart als een SDHC-geheugenkaart. U kunt een SDHC-geheugenkaart in de apparatuur gebruiken die compatibel is met SDHC-geheugenkaarten, maar u kunt geen SDHC-geheugenkaart in de apparatuur gebruiken die slechts compatibel is met SD-geheugenkaarten. (Als u een SDHC-geheugenkaart in ander apparatuur gebruikt, altijd de gebruiksaanwijzing lezen voor de andere apparatuur.)
• Deze inrichting verdraagt het opnemen van bewegende beelden op MultiMediaCards niet. We raden het gebruik van Hoge Snelheid-SD-geheugenkaarten/ SDHC-geheugenkaarten aan wanneer u bewegende beelden opneemt. (P79)
De kaart gebruiken
Zet regelmatig belangrijke opnamen/ beeldopnamen van de kaart over naar de PC (P119). De gegevens op de kaart kunnen beschadigen of verloren raken door elektromagnetische golven, statische elektriciteit, het toestel kan stuk raken of de kaart kan beschadigd raken.
• Formatteer de kaart niet op de PC of andere apparatuur. Formatteer de kaart alleen op het toestel zelf zodat er niets kan mislopen. (P118)
De lensdop/draagriem vastmaken
Lensdop (meegeleverd)
1 Maak de lensdop vast.
• Als u de camera uitzet, draagt of opnamen afspeelt, maakt u lensdop vast om de lens te beschermen.
• Maak de lensdop los voordat u de camera aanzet om opnamen te maken.
• Verlies de lensdop niet.
Draagriem (meegeleverd)
1 Steek de riem door de opening in
de draagriemring.
• De aflees-/schrijfsnelheid van een MultiMediaCard is langzamer dan die van een SD-geheugenkaart of een SDHC-geheugenkaart. Wanneer u een MultiMediaCard gebruikt, kan de prestatie van bepaalde functies enigszins langzamer zijn dan geadverteerd.
• Hou de geheugenkaart buiten het bereik van kinderen om inslikken ervan te voorkomen.
20
VQT0Y00
Page 21
2 Steek de riem door de stopgesp
en trek de riem aan.
A: Trek de riem 2 cm of meer aan.
• Maak de riem vast aan de andere kant van de camera maar zonder de riem te verdraaien.
• Controleer of de riem goed vastzit aan de camera.
• Maak de riem zo vast dat u het “L LOGO aan de buitenkant zit.
UMIX
Voorbereidng
De lensbescherming gebruiken
In fel zonlicht of met sterk achtergrondlicht zal de lensbescherming schitteringen en schaduwen tot een minimum herleiden. De lensbescherming voorkomt overbelichting en zorgt voor een betere opnamekwaliteit.
• Controleren dat het toestel uitstaat.
• Sluit de flits.
1 Het toestel ondersteboven zetten,
het witte merkteken A op de lenskap uitlijnen met de positiegroef van de lenskap B op het apparaat en deze recht erin zetten totdat u klik hoort.
• Controleer of de lensbeveiligingskap goed zit.
Wanneer u de lenskap verwijderd Op de vrijgaveknop C drukken en de lenskap verwijderen
VQT0Y00
21
Page 22
Voorbereidng
De lensbescherming tijdelijk
opbergen
1 Het toestel ondersteboven
houden, de lenskap verwijderen en deze omdraaien, het witte merkteken A uitlijnen op de lenskap met de positioneringgroef van de lenskap B op het apparaat, en deze er recht inzetten totdat u klik hoort.
• Controleer of de lensbeveiligingskap goed zit.
• Als u de lenskap enigszins naar links en rechts van de positioneringgroef van de lenskap draait, wordt het makkelijker deze erin te zetten.
2 Bevestig de lensdop.
• Controleer of de lensdop goed vastzit.
• Wanneer u tijdelijk de lenskap opslaat, ervoor zorgen dat deze stevig bevestigd is en dat deze niet in het beeld wordt gereflecteerd.
• Wanneer u tijdelijk de lenskap opslaat, kunt u de lensdop eraf halen en beelden maken. U kunt echter de zoomring, focusring, [FOCUS] knop of focusschakelaar niet gebruiken.
Wanneer u de lenskap verwijderd Op de vrijgaveknop C drukken en de lenskap verwijderen
• Als u de ontgrendelingsknop te hard indrukt, kunt u problemen hebben met het losmaken van de lensdop.
• Ervoor zorgen dat het merkteken op de lenskap correct uitgelijnd is met de positioneringgroef van de lenskap. De lenskap is niet correct bevestigd als deze niet uitgelijnd zijn.
• Als u flitsopnamen maakt terwijl de lensbescherming op de camera zit, kan het onderste gedeelte van de foto donker worden (vignetteneffect) en wordt de flits uitgeschakeld omdat deze bedekt wordt door de lensbescherming. Verwijder in dit geval de lensbescherming.
• Als u de AF-lamp gebruikt voor donkere situaties, verwijder dan de lensbescherming.
• Voor meer details over hoe u de MC-beveiliging en de ND-filter moet gebruiken, leest u P127.
• U kunt de conversielensen en de close-uplens niet eraf halen wanneer de lenskap op het toestel zit.
• Raadpleeg uw dealer of het dichtstbijzijnde servicecentrum als u de meegeleverde accessoires verliest. (U kunt de accessoires apart kopen.)
22
VQT0Y00
Page 23
LCD-scherm
Afstellen van de LCD-scherm maakt het mogelijk beelden te maken vanuit verschillende hoeken.
Het maken van beelden vanuit een
normale hoek.
• U kunt schakelen tussen de LCD-scherm en de Zoeker.
Het maken van beelden vanuit een
hoge hoek Open de LCD-scherm met één van de openknoppen van de LCD-scherm.
• U kunt alleen de LCD-scherm gebruiken.
A: Openknoppen van de LCD-scherm
• Dit is handig wanneer u iemand voor u
heeft staan en u niet vlakbij het onderwerp kunt komen.
Voorbereidng
Het maken van beelden vanuit een
lage hoek Open de LCD-scherm met één van de openknoppen van de LCD-scherm, trek de LCD-scherm helemaal open (ongeveer 180o) en roteer deze 180o.
• U kunt alleen de LCD-scherm gebruiken.
Draairichting LCD-scherm
1: 180o 2: Maximum 180o
• Dit is handig wanneer u beelden maakt
van bloemen etc. die zich in een lage positie bevinden.
Beelden maken met het toestel in
verticaal gehouden
Houd de openingsknop van de LCD-scherm met uw vingers vast, en trek de scherm er helemaal uit richting uzelf (door deze 180o te draaien), en draai deze naar een hoek waar het makkelijk is te zien. (Deze kan gedraaid worden tot een maximum van 270o.)
23
VQT0Y00
Page 24
Voorbereidng
Het maken van beelden vanuit een
normale hoek.
Het maken van beelden vanuit een
hoge hoek
Het maken van beelden vanuit een
lage hoek
• De LCD-scherm pas roteren nadat deze wijd genoeg geopend is, en erop letten niet teveel kracht te gebruiken aangezien deze anders beschadigd kan raken.
• Als u een hoekje van de LCD-scherm aanraakt, kan er vervorming zijn maar dit is geen storing. Het heeft bovendien geen invloed op de genomen opnamen of het terugspelen.
• Wanneer u de LCD-scherm niet gebruikt wordt het aangeraden deze dicht te doen met het scherm naar binnen gedraaid om vuil en krassen te voorkomen.
• Als u een statief gebruikt, kunt u wellicht de LCD-scherm niet openen, sluiten of eraan draaien. Maak in dit geval de camera los van het statief en open, sluit of draai de LCD-scherm.
Over de Zoeker.
De Zoeker is handig wanneer u beelden wilt maken van een bewegend onderwerp of buiten.
• Lees pagina 45 voor informatie over de diopter.
• Als de LCD-scherm aangaat wanneer deze dicht zit met het scherm naar binnen gedraaid, schakelt het toestel automatisch naar de Zoeker.
• Als de LCD-scherm openstaat wanneer de Zoeker aanstaat, schakelt het toestel automatisch naar de LCD-scherm.
24
VQT0Y00
• Wanneer u de Zoeker gebruikt, de LCD-scherm sluiten.
• Wanneer de LCD-scherm open is, kan de Zoeker niet gebruikt worden.
Page 25
De datum en de tijd instellen (Klokinstelling)
Begininstelling
De klok is niet ingesteld zodat het volgende scherm verschijnt wanneer u het toestel aanzet.
OFF ON
AUB KLOK INSTELLEN
KLOKINST.
A: [MENU/SET] knop B: Cursorknoppen
1 Op [MENU/SET] drukken. 2 Druk op 3/4/2/1 om de datum
en de tijd te kiezen.
KLOKINST.
00 00
:
SELEC INST. EXIT
A: De tijd in uw woongebied B: De tijd in uw reisbestemmingsgebied
(P76)
2/1: Kies het gewenste onderdeel
3/4: De afbeeldingvolgorde voor de datum en tijd instellen.
: :
11 2006
JAN
..
D/M/J
ANNUL
MENU
MENU
.
Voorbereidng
• Op [ ] drukken om de klokinstelling te annuleren zonder de datum en de tijd op te slaan.
• Lees [WERELDTIJD] (P76) voor informatie over het instellen van de plaatselijke tijd en de reisbestemming.
3 Verschillende keren op [MENU/
SET] om het menu te sluiten.
• Zet het toestel uit als u klaar bent met het instellen van de klok. Zet het vervolgens weer aan en controleer of de klok goed ingesteld is.
De klokinstelling wijzigen 1 Op [MENU/SET] drukken. 2 Op 3/4drukken om [KLOKINST.]
(P106) te kiezen.
3 Op 1 drukken en vervolgens de stappen
2 en 3 uitvoeren om de klok in te stellen.
5
EXIT
/
5
MENU
REC
KLOKINST.
SELEC
• U kunt de klok ook in het [SET-UP] menu instellen. (P26)
• Wanneer helemaal opgeladen batterijen gedurende meer dan 24 uren in het toestel laat zitten, wordt de klokinstelling opgeslagen in het toestel voor ongeveer 3 maanden zelfs als de batterijen eruit gehaald worden.
• U kunt het jaar instellen tussen 2000 en
2099. Er wordt gebruik gemaakt van het 24 uren systeem.
• Als de datum niet in het toestel opgeslagen is, zal deze niet goed worden afgedrukt wanneer u een fotoprintservice gebruikt, zelfs als deze de optie heeft om de datum op uw foto’s af te drukken. (P112)
25
VQT0Y00
Page 26
Voorbereidng
10
Over het set-up Menu
• De onderdelen instellen zoals vereist. (P27 tot 30 raadplegen voor elk menuonderdeel.)
• Menuonderdelen verschillen afhankelijk van de functie die gekozen is met de instelfunctie (P5). In het volgende voorbeeld ziet u hoe u [AUTO REVIEW] instelt als u het AE-programma [ ] hebt gekozen.
• [RESETTEN] in het menu kiezen om terug te keren naar de begininstellingen die u aantreft bij aankoop. (P29)
1 Druk op [MENU/SET] en dan op
2.
1
EXIT
EXIT
/
AUTO
AUTO
10
1
n
5
MENU
SET
MENU
/
5
0
MENU
OPNAME
WITBALANS WB INSTELLEN GEVOELIGHEID ASPECTRATIO FOTO RES.
SELEC
2 Op 4 drukken om het [SET-UP]
menupictogram [ ] te kiezen en vervolgens op 1 drukken.
SET-UP
KLOKINST. WERELDTIJD GEH VOORK INST LCD SCHERM RICHTLIJN
SELEC
3 Op 3/4 drukken om het
menuonderdeel te kiezen.
1
EXIT
EXIT
/
5
n
MENU
2
/
5
OFF
1SEC.
OFF
5MIN.
MF1
MENU
0
SET-UP
KLOKINST. WERELDTIJD GEH VOORK INST LCD SCHERM RICHTLIJN
SELEC
SET-UP
REISDATUM
AUTO REVIEW WEERG OP LCD BATT. BESP.
MF ASSIST
SELEC
• Druk op 4 in A om over te schakelen naar de volgende menupagina.
(Druk op 4 om [AUTO REVIEW] te kiezen.)
4 Op 1 drukken, op 3/4 drukken
om de instelling te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
2
INST.
/
5
OFF
OFF
1SEC.
OFF
1SEC.
3SEC.
2MIN.
ZOOM
MF1
MENU
MENU
SET
SET-UP
REISDATUM
AUTO REVIEW WEERG OP LCD BATT. BESP.
MF ASSIST
SELEC
26
VQT0Y00
5 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten.
Page 27
Over de inhoud van de
menuschermen
• Er zijn 5 menuschermen (1/5, 2/5, 3/5, 4/5 en 5/5).
• U kunt van menuschermen schakelen vanuit een menuonderdeel via de draaischijf op de voorkant.
1
SET-UP
REISDATUM
AUTO REVIEW WEERG OP LCD BATT. BESP.
MF ASSIST
SELEC
SET-UP
EXIT
SELEC
/
5
n
0
OFF
TOON
MENU
AF TOON ONTSPANNER
EXIT
VOLUME NR. RESET
2
/
5
OFF
1SEC.
OFF
2MIN.
SET-UP
MF1
MENU
SELEC
3
/
RESETTEN
LEVEL
USB MODE
SET-UP
HIGHLIGHT
MENU
EXIT
VIDEO UIT TV-ASPECT
SELEC
5
3
SCÈNEMENU
TAAL
EXIT
4
/
OFF
NTSC
5
5
/
5
AUTO
NED
MENU
MENU
EXIT
SET-UP
KLOKINST. WERELDTIJD GEH VOORK INST LCD SCHERM RICHTLINIE
SELEC
[KLOKINST.]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P26) Datum en tijd wijzigen. (P25)
[WERELDTIJD]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P26) []:De tijd in uw woongebied is nu
ingesteld.
[]:De plaatselijke tijd van uw
reisbestemming is nu ingesteld.
• Lees P76 voor informatie over het instellen van de [WERELDTIJD].
[GEH VOORK INST]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P26) De huidige camera-instellingen zijn geregistreerd in [ ], [ ] of [ ]. (P64)
Voorbereidng
[LCD SCHERM/ZOEKER]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P26) Regel de helderheid van het LCD-scherm (als opnamen op het scherm staan) of van de Zoeker (als opnamen op de Zoeker verschijnen) in 7 stappen.
[RICHTLIJN]
MENU
SET
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te beelden en het in te stellen item selecteren. (P26) Stel het patroon van de richtlijnen in die afgebeeld worden wanneer u beelden maakt. (P46) U kunt ook instellen of u de opnameinformatie en het histogram afgebeeld wilt hebben wanneer de richtlijnen afgebeeld worden.
[OPNAME INFO.]: [ON]/[OFF] [HISTOGRAM]: [ON]/[OFF] [PATROON]: [ ]/[ ]
[REISDATUM]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P26) [SET]: Het toestel slaat nu ook de dag
van uw vakantie op waarop u de foto hebt gemaakt.
[OFF]: Als u een opname maakt, wordt
niet opgenomen op welke dag van uw vakantie deze maakt.
• Lees P74 voor informatie over het instellen van [REISDATUM].
[AUTO REVIEW]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te selecteren. (P26) [1SEC.]: Het opgenomen beeld verschijnt
automatisch op het scherm gedurende ongeveer 1 seconde.
[3SEC.]: Het opgenomen beeld verschijnt
automatisch op het scherm gedurende ongeveer 3 seconden.
27
VQT0Y00
Page 28
Voorbereidng
[ZOOM]: Het opgenomen beeld verschijnt
automatisch op het scherm gedurende 1 seconde. Deze wordt vervolgens 4 keer vergroot en verschijnt gedurende 1 seconde. Deze functie is nuttig voor het bevestigen van de focus. Beelden die opgenomen zijn met behulp van auto bracket of burstfunctie en beelden met geluid worden niet vergroot zelfs als [ZOOM] geselecteerd is.
[OFF]: Het opgenomen beeld verschijnt
niet automatisch.
• De automatische overzichtsfunctie is niet geactiveerd in bewegende beeldenfunctie [].
• Wanneer beelden opgenomen zijn in de eenvoudige functie (P54), burstfunctie (P56) of auto bracket, wordt de automatische overzichtsfunctie geactiveerd ongeacht de instelling op de automatische overzichtsfunctie. (Het beeld wordt niet vergroot.)
• De automatische overzichtsfunctie wordt geactiveerd terwijl beelden met geluid (P92) opgenomen worden ongeacht de instelling ervan. (Het beeld wordt niet vergroot.)
• Als de automatische terugspeelfunctie ingeschakeld wordt terwijl [HIGHLIGHT] op [ON] staat, knipperen volle witte zones op het beeld zwart. (P45)
• Als u de beeldkwaliteit op [RAW] zet, werkt de automatische terugspeelfunctie tot aan het einde van de opnamen op de kaart. (De opname wordt niet vergroot.)
• De automatische overzichtsfunctie wordt uitgeschakeld als u auto bracket of de burstfunctie gebruikt in de bewegende beeldenfunctie [ ] of als [AUDIO OPNAME] op [ON] gezet is of als u de beeldresolutie op [RAW] zet.
[WEERG OP LCD]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P26) [ON]: Als u de Zoeker aan het gebruiken
was voor de opnamen, schakelt het display automatisch over op de LCD-scherm als u foto’s bekijkt of terugspeelt. (P45)
28
VQT0Y00
[OFF]: De scherm schakelt niet
automatisch in.
[BATT. BESP.]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P26)
[1MIN.]/[2MIN.]/[5MIN.]/[10MIN.]:
De energiebesparingsfunctie wordt geactiveerd (het toestel wordt automatisch uitgezet om de batterijlevensduur te sparen) als u het toestel net zo lang niet gebruikt als ingesteld is in de besparingsfunctie.
[OFF]: Energiebesparingsfunctie is niet
geactiveerd.
• De ontspanknop tot de helft indrukken of het toestel uit- en aanzetten om de energiebesparingsfunctie te annuleren.
• Wanneer de AC-adapter (DMW-AC7; optioneel) gebruikt wordt, het toestel op een PC of een printer aangesloten wordt, er bewegende beelden worden gemaakt of teruggespeeld worden en tijdens een diavoorstelling, wordt de energiebesparingsfunctie niet geactiveerd. (De energiebesparing is in elk geval vast ingesteld op [10MIN.] voor handmatige diavoorstellingen of onderbreking van een diavoorstelling.)
[MF ASSIST]
(Alleen in de opnamefunctie)
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P26) Als u manueel scherpstelt, verschijnt een
hulpscherm (MF Assist) in het middel van het scherm om u te helpen bij het scherpstellen. (P61) [MF1]: Het midden van het scherm wordt
uitvergroot. U kunt nu scherpstellen en toch rekening houden met de rest van het beeld op het scherm.
[MF2]: Het hele scherm wordt uitvergroot.
Dit is handig voor scherpstellen in de breedhoekfunctie.
[OFF]: Het scherm wordt niet uitvergroot.
Page 29
[TOON]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P26)
[]:Geen werkingsgeluid []:Zacht werkingsgeluid []:Hard werkingsgeluid
[AF TOON]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P26)
[]:Geen werkingsgeluid []:Zacht werkingsgeluid []:Hard werkingsgeluid
[ONTSPANNER]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P26) Het volume van het sluitergeluid kiezen.
[]:Geen sluitergeluid []:Zacht sluitergeluid []:Hard sluitergeluid
[VOLUME]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P26) U kunt het speakervolume regelen in 7 stappen van 6 tot 0.
• Als u de camera aansluit op een TV wijzigt dit het volume van de TV-speakers niet.
[NR.RESET]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P26) Stel dit in als u het bestandsnummer van de opname vanaf 0001 op de volgende opname wenst te starten. (Het mapnummer wordt vernieuwd en het bestandsnummer start vanaf 0001.)
• U kunt een mapnummer tussen 100 en 999 toewijzen. Wanneer u het mapnummer 999 bereikt, kunt u niet verder instellen. Wij raden aan de kaart te formatteren nadat u de gegevens op een PC of ergens anders opgeslagen hebt.
Voorbereidng
• Om het mapnummer weer op 100 te zetten, eerst de kaart (P118) formatteren en dan deze functie gebruiken om het mapnummer te resetten. Er verschijnt een resetscherm voor het mapnummer. [JA] kiezen om het mapnummer opnieuw in te stellen.
• P120 raadplegen voor gedetailleerde informatie over het bestandsnummer en het mapnummer.
[RESETTEN]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P26) De [OPNAME], [GEH VOORK INST] of
[SET-UP] menu-instellingen worden weer teruggezet naar de begininstellingen.
• De instelling van de geboortedatum voor [BABY1]/[BABY2] (P72) in de scènefunctie, het aantal dagen dat verstreken is sinds de vertrekdatum voor [REISDATUM] (P74) en de ingestelde [WERELDTIJD] (P76) worden ook gereset als u de [SET-UP] menu-instellingen reset. Bovendien wordt [FAVORIETEN] (P109) vast ingesteld op [OFF] en [LCD ROTEREN] (P110) op [ON].
• Het mapnummer en de klokinstelling worden niet gewijzigd.
[USB MODE]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P26) Het USB-communicatiesysteem kiezen voordat of nadat u het toestel op uw PC of printer aansluit met de USB-kabel (meegeleverd).
[ SELECT. VERBINDING]:
[PC] of [PictBridge (PTP)] kiezen als u het toestel op een PC of een printer hebt aangesloten die PictBridge verwerkt.
[PC]:
Instellen na of voor aansluiten op een PC.
[ PictBridge (PTP)]:
Instellen na of voor het aansluiten op een printer die PictBridge verwerkt.
29
VQT0Y00
Page 30
Voorbereidng
• Wanneer u [PC] kiest, wordt het toestel aangesloten via het “USB Mass Storage” communicatiesysteem.
• Wanneer u [PictBridge (PTP)] kiest, wordt het toestel aangesloten op het “PTP (Picture Transfer Protocol)” communicatiesysteem.
[HIGHLIGHT]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P26) [ON]: Als u het automatisch
terugspelen of de terugspeelfunctie gebruikt, verschijnt een vol wit gebied dat zwart en wit knippert. (P45)
[OFF]: Geen highlight display
[VIDEO UIT]
(Alleen in de terugspeelfunctie)
(P125)
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P26) [NTSC]: Video-output wordt op NTSC
systeem ingesteld.
[PAL]: Video-output wordt op PAL
systeem ingesteld.
[TV-ASPECT]
(Alleen Terugspeelfunctie)
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te selecteren. (P26)
[ ]:
Kies dit als u de camera aansluit op een 16:9 TV.
[]:
Kies dit als u de camera aansluit op een TV met 4:3 scherm.
• Dit is geschikt voor het afspelen van opnamen gemaakt met een [ ] aspectratio op het volledige scherm van een 16:9 TV. Opnamen gemaakt een [ ] of [ ] aspectratio worden weergegeven met zwart-witte banden rechts en links van het scherm.
• Als u [ ] kiest, worden beelden die opgenomen zijn met een [ ] of [ ] aspect afgebeeld met witte banden bovenaan en onderaan op het scherm.
• Als u [ ] kiest en de AV-kabel gebruikt (meegeleverd) voor weergave (P125) verschijnen de opnamen verticaal op de LCD-scherm.
[SCÈNEMENU]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P26) [AUTO]: Het [SCÈNE MODE] scènemenu
verschijnt automatisch wanneer de instelknop op scènefunctie ingesteld wordt. De gewenste scènefunctie kiezen. (P66)
[OFF]: Het [SCÈNE MODE] menu
verschijnt niet wanneer de instelknop op staat en het toestel in de huidig gekozen scènefunctie gebruikt wordt. Als u de scènefunctie wijzigt, drukt u op de [MENU/SET] knop om het. [SCÈNE MODE] scènemenu af te beelden en vervolgens de gewenste scènefunctie te kiezen.
[TAAL]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P26) Kies de taal in het menuscherm uit de volgende talen. Stel de gewenste taal in met 3/4 en bevestig dit met [MENU/SET].
[ENGLISH]: Engels [DEUTSCH]: Duits [FRANÇAIS]: Frans [ESPAÑOL]: Spaans [ITALIANO]: Italiaans [POLSKI]: Pools [ČEŠTINA]: Tsjechisch [MAGYAR]: Hongaars [NEDERLANDS]: Nederlands []: Japans
• Als u per ongeluk een andere taal instelt, kiest u [ ] in het pictogrammenmenu om de gewenste taal in te stellen.
30
VQT0Y00
Page 31
Basiskennis
Opnamen maken opnamen
Het toestel stelt automatisch de sluitertijd en de lensopening in volgens de helderheid van het object.
• Verwijder de lensdop.
1 1 Zet het toestel aan.
2 Kies AE-programmafunctie
[].
M
S
A
CUSTOM
P
SCN
OFF ON
• De stroomindicator A (groen) gaat branden. Wanneer deze knippert, is de resterende batterijstroom laag. Een geheel geladen batterij invoeren.
2
De AF- zone 1 op het punt waarop u scherp wilt stellen richten en vervolgens de ontspanknop tot de helft indrukken.
Basiskennis
• De focusaanduiding 2 gaat branden en vervolgens worden de lensopening 3 en de sluitertijd 4 afgebeeld.
• Wanneer de ISO-gevoeligheid ingesteld is op [ ], zal de sluitertijd niet afgebeeld worden. (P89)
• Als [ ] of [ ] (hoge snelheid) wordt gebruikt in de AF-functie, verschijnt de AF-zone niet totdat het object scherp is gesteld. (P93)
• De afgebeelde AF-zone is groter dan normaal wanneer de digitale zoom gebruikt wordt of wanneer er opnamen gemaakt worden op donkere plekken. (P93)
• Lees P32 voor meer info over de programmaschakeling.
Wanneer er niet scherpgesteld is op het
Wanneer er scherpgesteld is op het object
object
Aanduiding voor de
Knippert (groen)
Aan (groen)
scherp­stelling
AF-zone Gaat van wit
naar rood of
Gaat van wit naar groen
geen AF-zone
Geluid Biept 4 keer Biept 2 keer
3 Een opname maken.
PROGR. WISSELING
1/25F2.8
B: De ontspanknop tot de helft indrukken om scherp te stellen.
5: Programma overschakelen
C: Druk de ontspanknop helemaal in om een opname te maken.
• We raden aan te controleren of de klok juist ingesteld is voordat u opnamen maakt. (P25)
• Wanneer u de ontspanknop indrukt, kan het scherm gedurende een moment helder of donker worden. Met deze functie kunt u scherpstellen zonder het beeld te vervormen.
31
VQT0Y00
Page 32
Basiskennis
• Wanneer er een tijd ingesteld is voor energiebesparing (P28), gaat het toestel automatisch uit als u dit niet gebruikt binnen de ingestelde tijd. Om het toestel weer te gebruiken, de ontspanknop tot de helft indrukken of het toestel aan- en uitzetten.
• Om ruis te voorkomen, raden wij aan de ISO-gevoeligheid aan te passen door [RUISREDUCTIE] in [FOTO INST.] op [HOOG] te zetten of elk onderdeel behalve [RUISREDUCTIE] in te stellen op [LAAG]. (P99). (De ISO-gevoeligheid is ingesteld op [AUTO] voordat het toestel verzonden wordt. Daarom neemt, wanneer er binnen opnamen worden gemaakt enz., de ISO-gevoeligheid toe.)
Programma overschakelen
In de AE-programmafunctie kunt u de ingestelde openingswaarde en de sluitertijd wijzigen zonder de belichting te wijzigen; dit heet programmaschakeling. U kunt de achtergrond waziger maken door de openingswaarde kleiner te maken of een bewegend voorwerp met meer beweging opnemen door de sluitertijd langzamer in te stellen als u een opname maakt in de AE-programmafunctie.
• Als de directe belichtingcompensatiefunctie (P98) geactiveerd is, verandert de manier waarop de draaischijf bediend wordt. De uitleg toont de directe belichtingcompensatiefunctie gedeactiveerd als een voorbeeld.
• Druk de ontspanknop tot de helft in en gebruik dan de draaischijf aan de achterkant om de “Programmaschakeling” te activeren terwijl de lensopening en de sluitertijd op het scherm verschijnen (ongeveer 10 seconden).
3
PROGR. WISSELING
PROGR. WISSELING
1/60F2.8
3
1/30F4.0
• De aanduiding voor de
D
programmaschakeling
verschijnt op het
scherm als deze functie geactiveerd is.
• De programmaschakeling wordt geannuleerd als u het toestel uitzet of de draaischijf aan de achterkant naar links en naar rechts gedraaid wordt totdat de aanduiding voor de programmaschakeling verdwijnt.
Voorbeeld van een
programmaschakeling
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
2
2.8
4
(A)
5.6
8
11
1 1
1
1
1
1
1
1
/
/
/
/
2
4
8
15
1
/
/
/
/
30
60
125
(B)
1
/
250
500
14
1
1
/
/
1000
2000
(A): Lensopening (B): Sluitertijd
1 Programmaschakelingnummer 2 Programmaschakelinggrafiek 3 Programmaschakelinglimiet
32
VQT0Y00
• Als de belichting niet goed is als u de
ontspanknop half indrukt, worden de openingswaarde en de sluitersnelheid rood.
Page 33
• De programmaschakeling wordt geannuleerd en de camera stelt weer de normale AE-programmafunctie in als er meer dan 10 seconden verlopen nadat u de programmaschakeling hebt geactiveerd. De programmaschakelinginstelling wordt wel opgeslagen.
• Afhankelijk van de helderheid van het object kan het zijn dat de programmaschakeling niet werkt.
• U kunt de programmaschakeling niet activeren als de ISO-gevoeligheid op [ ] is gezet.
Tips om mooie opnamen te maken
• Het toestel voorzichtig vasthouden met beide handen, armen stil houden en uw benen een beetje spreiden.
• Wanneer u beelden maakt, ervoor zorgen dat uw voeten stevig stan en er geen risico is te bitsen met een andere persoon, een bal etc.
• Het toestel niet bewegen wanneer u op de ontspanknop drukt.
• De microfoon of de AF-lamp niet bedekken met uw vingers of andere voorwerpen.
• De voorkant van de lens niet aanraken.
• Als u niets op de LCD-scherm ziet door zonlicht of ander licht dat erop schijnt, raden wij aan het licht af te schermen met uw hand of iets anders terwijl u het toestel gebruikt.
Opnamen maken met de LCD-scherm
Basiskennis
Richtingfunctie
Beelden die opgenomen zijn met een verticaal gehouden toestel worden verticaal (gedraaid) teruggespeeld. (Alleen wanneer [LCD ROTEREN] (P110) ingesteld is op [ON])
• Het beeld wordt misschien niet verticaal afgebeeld als u het gemaakt hebt met een naar boven of naar beneden gericht toestel.
• Het beeld wordt misschien niet verticaal afgebeeld als u bewegende beelden maakt of flipanimaties.
Wanneer u een object dat zich buiten
de AF-zone bevindt, wenst te nemen (AF/AE Lock)
Wanneer u een opname maakt van personen met een compositie zoals het volgende beeld, zult u het toestel niet kunnen scherpstellen op het object omdat de personen buiten de AF-zone vallen.
3
In dit geval,
1 De AF-zone op het object richten.
De ontspanknop half indrukken
2
om scherp
te stellen en de belichting in te stellen.
• De focusaanduiding gaat branden wanneer het object scherpgesteld is.
3 De ontspanknop half ingedrukt
houden als u het toestel beweegt om het
beeld samen te stellen.
4 De ontspanknop helemaal indrukken.
• U kunt herhaaldelijk de AF/AE Lock proberen voordat u de ontspanknop volledig indrukt.
Opnamen maken met de Zoeker
A: Wanneer u het toestel verticaal houdt
1/25F2.8 1/25F2.8
33
VQT0Y00
Page 34
Basiskennis
Scherpstellen
• Het focusbereik is 30 cm tot ¶ (Breed), 2 m tot (Tele). Om beelden te maken van onderwerpen dichtbij, de AF-Macrofunctie gebruiken. (P57)
• Als de afstand tussen het toestel en het object buiten het focusbereik van het toestel valt, kan het beeld niet juist scherpgesteld zijn zelfs als de focusaanduiding brandt.
• In de volgende gevallen zou het toestel niet goed scherp kunnen stellen op de objectobjecten. – Wanneer er zowel objectobjecten
dichtbij als objectobjecten ver weg zijn.
– Wanneer er vuil of stof op het glas zit
tussen de lens en het object.
– Wanneer er verlichte of schitterende
objecten rondom het object zijn.
– Wanneer u een opname maakt op een
donkere plek. – Wanneer het object snel beweegt. – Wanneer er weinig contrast in de scène
weinig is. – Wanneer het toestel beweegt. – Wanneer het object heel fel gekleurd is. Wij raden aan vooraf scherp te stellen
(prefocus) om deze opnamen te maken (P63) en [FOC./AE-VRG.]. Op donkere plaatsen kan de AF-lamp (P95) aangaan om op het object scherp te stellen.
• Zelfs als de focusaanduiding verschijnt en er op het object scherpgesteld is, wordt deze geannuleerd als u de ontspanknop loslaat. Druk de ontspanknop opnieuw half in.
• Gelieve de zoomring tijdens de autofocus niet draaien.
Golfstoring (camerabeweging)
• Op bewegingbeweging letten wanneer u de ontspanknop indrukt.
• Als het toestel beweegt door een langzame sluitertijd, verschijnt de bewegingswaarschuwing A.
PROGR. WISSELING
Wanneer trillingwaarschuwing verschijnt,
1/8F2.8
raden wij aan een statief te gebruiken. Let ook goed op de manier waarop u het toestel vasthoudt (P33). Het gebruik van de zelfontspanner (P52) of van de afstandbediening voor de ontspanknop (DMW-RSL1; optioneel) (P128) voorkomt trillingen die worden veroorzaakt door op de ontspanknop te drukken als u een statief gebruikt.
• De sluitertijd zal vooral in de volgende gevallen langzamer zijn. Houdt het toestel stil vanaf het moment dat u de ontspanknop indrukt totdat het beeld op het scherm verschijnt. We raden in dit geval het gebruik van een statief aan. – Langzame synchr./Reductie
rode-ogeneffect (P48) – [NACHTPORTRET] (P68) – [NACHTL. SCHAP] (P69) – [PARTY] (P70) – [KAARSLICHT] (P70) – [VUURWERK] (P71) – [STERRENHEMEL] (P71) – Als u de sluitertijd op langzaam instelt
(P59, P60)
34
VQT0Y00
Page 35
Belichting
• Als u de ontspanknop half indrukt wanneer de belichting niet voldoende is, worden de lensopeningaanduiding en de sluitertijdaanduiding rood. (Deze worden niet rood als de flits inschakelt.)
• De helderheid van het scherm hangt af van de helderheid van de opgenomen beelden, vooral wanneer er opnamen gemaakt worden bij gedempt licht.
• Als de meeste objectobjecten op het scherm helder zijn (bijv. blauwe lucht op een lichte dag, een besneeuwd veld, enz.), kunnen de opnamen donker worden. Compenseer in dit geval de belichtingswaarde. (P53)
Over de [FOCUS/AE LOCK] knop
• In situaties waar het onderwerp buiten de AF-zone is of het onderwerpcontrast te sterk is om de belichting te compenseren, bijvoorbeeld, maakt deze knop het mogelijk om beelden te maken met gebruik van de focus en belichting die u eerder vastgesteld had.
Basiskennis
Beelden maken met de Autofunctie
Deze functie laat het aan beginners toe gemakkelijk beelden te maken. De instellingen voor deze functies waar makkelijk fouten mee gemaakt worden staan vast bij aanschaf om het zo toe te laten beelden te maken met minder fouten.
Selecteer [AF] of [AF MACRO] met de focusschakelaar.
AF
AF
MACRO
MF
FOCUS
3
PROGR. WISSELING
A
1/60F2.8
3
FOCUS/ AE LOCK
1/60F2.8
A: FOCUS/AE-vergrendelingsaanwijzing
• Als u de ontspanknop half indrukt tijdens de functie FOCUS/AE LOCK knippert de [FOC./AE-VRG.] aanduiding. U kunt de scherpstelling en de belichting niet vastleggen als deze aanduiding knippert. Als u de scherpstelling en de belichting wilt vastleggen, drukt u de [FOCUS/AE LOCK] knop nog een keer in om de vergrendeling te annuleren, waarna u ze kunt vastleggen.
• Lees P96 voor informatie over [FOCUS/ AE LOCK].
Instellingen autofunctie
In de autofunctie staan de volgende items vast bij aanschaf om te vorkomen dat er fouten gemaakt worden wanneer het toestel gebruikt wordt.
[WITBALANS] [AUTO] P86 [GEVOELIGHEID] [ ] P89 [AUDIO OPNAME] [OFF] P92 [HELDERHEID]
[] P93 [AF MODE] [ ] P93 [CONTINU AF] [OFF] P95 [AF ASS. LAMP]
[ON] P95 [FOTO INST.] [STD.] P99 [FLIP ANIM.] Kan niet
P100 ingesteld worden
[EXT. FLITS] Schakelt
P104 automatisch tussen PRESET/TTL AUTO
35
VQT0Y00
Page 36
Basiskennis
Compensatie van de
achtergrondverlichting
Achtergrondverlichting treedt op wanneer er licht achter het object is. In dit geval zal het object (bijv. een persoon) object donker worden. Als u op 3, drukt A [] n is de compensatiefunctie van de achtergrondverlichting geactiveerd. Deze functie compenseert de achtergrondverlichting door het hele beeld helderder te maken.
3 3
• De volgende functies kunt u niet in de autofunctie gebruiken: – [WB INSTELLEN] – Belichtingscompensatie – Auto Bracket – Afstelling Flitsoutput – [DIG. ZOOM] – [KLEUR EFFECT] –[FOC./AE-VRG.]
Beelden maken met de zoom
BACKLIGHT BACKLIGHT
• Als u op 3 drukt terwijl [ ] afgebeeld wordt, verdwijnt [ ] en wordt de compensatiefunctie van de achtergrondverlichting geannuleerd.
• We raden aan de flits te gebruiken wanneer u de compensatiefunctie van de achtergrondverlichting gebruikt. (Wanneer u de flits gebruikt, is deze vast ingesteld op AAN [ ].)
• De flits is vast ingesteld op AUTO/ Rode-ogenreductie [ ] als de achtergrondcompensatie ingesteld is op [OFF].
• Zelfs als de focusschakelaar ingesteld is op [AF], kunt u beelden maken door dichter naar het onderwerp toe te gaan tot een afstand van 5 cm van de lens af door de ring helemaal naar Wijd te draaien. Net alsof [AF MACRO] geselecteerd is.
• De instellingen voor [ASPECTRATIO], [FOTO RES.], [KWALITEIT] en [CONVERSIE] in autofunctie zijn toegepast op andere opnamefuncties.
• Het AF-Macro-pictogram verschijnt niet in de automatische functie [ ].
De optische zoom gebruiken
U kunt personen en objectobjecten dichterbij doen lijken met de 12k optische zoom en breedhoekopnamen maken van landschappen. (35 mm filmcamera equivalent: 35 mm tot 420 mm)
Gebruikobject (Tele) om het object
dichterbij te laten lijken
De zoomring A naar rechts draaien.
• Als de beeldresolutie ingesteld is op [ ] (10M).
3
12X
36
VQT0Y00
Page 37
Gebruik (Breed) om objectobjecten
verder weg te doen lijken
De zoomring A naar links draaien.
• Als de beeldresolutie ingesteld is op [ ] (10M).
3
1X
• Afhankelijk van de zoomuitvergroting kan het beeld een beetje vertekend zijn. De verbreding wordt duidelijker als u dichter naar het object toe beweegt.
• Afhankelijk van de zoomuitvergroting kunnen er gekleurde randen rondom het object komen. Dit heet “chromatische aberratie” en wordt geaccentueerd als het object zich objectobjecten ver weg bevindt.
• Als u de zoomfunctie gebruikt nadat u op het object scherpgesteld hebt, stelt u opnieuw scherpobject.
• De aangegeven zoomuitvergroting is correct bij benadering.
• Als u de zoomring verplaatst, kunt u een geluid van het toestel horen of kan het toestel bewegen. Dit is geen storing.
Basiskennis
De extra optische zoom gebruiken (EZ)
Dit toestel heeft een 12k optische zoom. Als de beeldresolutie echter niet ingesteld is op de hoogste instelling voor elke aspectratio [ / / ] kan er een maximum van 21,4k optische zoom bereikt worden zonder dat de beeldkwaliteit slechter wordt.
De beeldresolutie met de extra optische zoom niet geactiveerd [voorbeeld: [ ] (10M)]
Het mechanisme van de extra
optische zoom
Wanneer u de beeldresolutie instelt op [ ] (3M EZ) (3 miljoen pixels), is de 10M (10 miljoen pixels) CCD-zone samengeperst naar de centrum 3M (3 miljoen pixels) -zone, zo een beeld toelatend met een hoger zoomeffect.
Beeldresolutie met de extra optische zoom geactiveerd [voorbeeld: [] (3MEZ)]
37
VQT0Y00
Page 38
Basiskennis
Beeldresolutie en maximum
zoomvergroting
(±: Beschikbaar, —: Niet beschikbaar)
Aspect-
ratio
Beeldresolutie
(10M)
(8,5M)
(7M)
(8M EZ)
(7M EZ)
(5,5M EZ)
(5M EZ)
(4,5M EZ)
(3M EZ) (2M EZ)
(2,5M EZ)
(2M EZ)
Maximum
zoomuitver-
groting
12k
13,4k
17,1k
21,4k
Extra
optische
zoom
±
• Lees P90 voor instellingen van de aspectratio en P91 voor beeldgrootte.
• “EZ” is een afkorting van “Extra optical Zoom”.
• U kunt de zoomuitvergroting nog verbeteren met de extra optische zoom zonder u zorgen te maken over beeldvertekening.
• Als u een beeldresolutie instelt die de extra optische zoom activeert, verschijnt het pictogram van de extra optische zoom [ ] op het scherm als u de zoomfunctie gebruikt.
• De aangegeven zoomuitvergroting is correct bij benadering.
• De zoomaanduiding op het scherm kan eventueel niet wijzigen als u de zoomring dichtbij de Tele-stand zet wanneer de extendedextra optische zoom gebruikt wordt. Dit is geen storing.
• In de bewegende beeldenfunctie [ ] en [H. GEVOELIGH.] in de scènefunctie werkt de extra optische zoom niet.
De digitale zoom gebruiken
De zoom verder uitbreiden
De digitale zoom kan ingesteld worden op
k
] of [4k] met [DIG. ZOOM] in het
[2 [OPNAME]-menu en er kan een maximum van 48
k
zoom bereikt worden. Als er echter een beeldgrootte geselecteerd wordt die de extendedextra optische zoom (P96) kan gebruiken, kan er een maximum
k
van 85,5 21,4 4
k
zoom bereikt worden met de
k
extendedextra optische zoom en de
digitale zoom.
Menuhandeling
1 Op [MENU/SET] drukken.
• Als u een scènefunctie instelt, drukt u op 2 in het [SCÈNE MODE] menu (P66) en dan op 4 om het [OPNAME] menupictogram te kiezen [ ] en drukt u daarna op 1.
2 Op 3/4 om [DIG. ZOOM] te
kiezen en vervolgens op 1.
3 Op 4 drukken om [2t] of [4t] te
kiezen en vervolgens op [MENU/ SET] drukken.
3
INST.
/
5
ON
Focus/AE
OFF OFF
OFF
MENU
k
OFF
MENU
SET
k
OPNAME
AF ASS. LAMP FOC./AE-VRG. DIR. EXP. COMP.
DIG. ZOOM KLEUR EFFECT
SELEC
38
VQT0Y00
Page 39
4 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop half indrukken om het menu te sluiten.
Het digitale zoombereik instellen
In het [OPNAME] menu (P85), laat de instelling [DIG. ZOOM] op [2k] of [4k] het u toe een onderwerp te vergroten tot een maximum van 48 keer. (Behalve wanneer u de extendedextra optishe zoom gebruikt.)
W
W
W
1 Optische zoom 2 Digitale zoom
De digitale zoom en de extra optische
zoom kunnen samen gebruikt worden.
Voorbeeld: Wanneer de digitale zoom ingesteld is op [4k] en de beeldgrootte op [ ] (3M EZ), kunt u de extendedextra optische zoom tegelijkertijd gebruiken.
T
T
T
Basiskennis
• Het kan zijn dat de stabilisatorfunctie binnen het digitale zoombereik niet goed werkt.
• Wanneer u de digitale zoom gebruikt, raden wij het gebruik van een statief en de zelfontspanner (P52) aan om opnamen te maken.
• De aangegeven zoomuitvergroting is correct bij benadering.
• De digitale zoom wordt tijdelijk ingesteld op [OFF] in de volgende gevallen. – Wanneer u beelden maakt in autofunctie
[] (P35)
– Wanneer de kwaliteit ingesteld is op
[RAW] (P91)
– Als [CONVERSIE] in het [OPNAME]
menu ingesteld wordt op [ ] (P102)
• De digitale zoom werkt niet in de volgende gevallen: – In [SPORT], [BABY1]/[BABY2] en
[H. GEVOELIGH.] in de scènefunctie
– Wanneer de ISO-gevoeligheid ingesteld
is op [ ].
WT
3 Wanneer u de digitale zoom [4k] en de
extendedextra optische zoom [3M EZ (maximum 21,4 keer )] samen gebuikt.
• In het digitale zoombereik wordt de AF-zone midden op scherm afgebeeld en is deze groter dan normaal. (P94)
• Voor de digitale zoom geldt dat hoe groter het beeld is, hoe lager de beeldkwaliteit wordt.
39
VQT0Y00
Page 40
Basiskennis
De opnamen controleren (Overzicht)
3 Op 3/4/2/1 drukken om de
stand te wijzigen.
OVERZICHT4X
U kunt de opnamen controleren terwijl het toestel nog in de [OPNAME] functie staat.
1 Op 4 [REV] drukken.
OVERZICHT1X
4X
EXIT
WISSEN
• De laatst gemaakte opname verschijnt 10 seconden lang.
• Het overzicht wordt geannuleerd wanneer de ontspanknop tot de helft ingedrukt wordt of 4 [REV] opnieuw ingedrukt wordt.
• U kunt de andere opnamen controleren door op 2/1 te drukken.
• Als de opnamen te helder of te donker zijn, moet u de belichting compenseren. (P53)
2 De draaischijf op de voorkant
naar rechts draaien om het beeld te vergroten.
• De draaischijf op de voorkant naar rechts draaien voor een 4k vergroting en deze vervolgens nog verder draaien voor een 8k vergroting. Wanneer u de draaischijf op de voorkant naar links draait nadat u het beeld vergroot heeft, wordt de vergroting kleiner.
1X 8X
WISSEN
• Wanneer u de vergroting of de stand die afgebeeld moet wijzigen, verschijnt de aanduiding van de zoomstand A gedurende ongeveer 1 seconde zodat u de vergrote zone kunt controleren.
Het opgenomen beeld wissen tijdens
het overzicht (Snel wissen)
1 Op [ ] drukken. 2 Op 3 drukken om [JA] te kiezen. 3 Op [MENU/SET] drukken.
APART WISSEN
DEZE FOTO WISSEN ?
JA
NEE
SELEC
MENU
INST.
MULTI/ALLES
• Eenmaal gewiste opnamen kunnen niet teruggehaald worden. Controleer ze goed voordat u ze wist.
• U kunt meerdere opnamen of alle opnamen wissen. Voor informatie over hoe u opnamen wist, raadpleegt u P42.
• Als [LCD ROTEREN] ingesteld is op [ON], worden opnamen die gemaakt zijn met een verticaal gehouden toestel, verticaal teruggespeeld. (P110)
40
VQT0Y00
Page 41
Opnamen terugspelen
Op 2/1 drukken om het beeld te kiezen.
100_0001
1/3
10:00 1.DEC.2006
2/ : De vorige opname terugspelen 1/ : De volgende opname
terugspelen
• Het eerste opgenomen beeld zal afgebeeld worden na het laatste opgenomen beeld.
• Als [LCD ROTEREN] (P110) ingesteld is op [ON], worden opnamen die gemaakt zijn met een verticaal gehouden toestel, verticaal teruggespeeld.
Snel vooruit spoelen/Snel achteruit
spoelen
Houd 2/1 ingedrukt tijdens het terugspelen
100_0001
1/3
10:00 1.DEC.2006
2: Snel achteruit 1: Snel vooruit
Basiskennis
• Het bestandsnummer A en het beeldnummer B wijzigen alleen elk afzonderlijk. 2/1 loslaten zodra het nummer van het gewenste terug te spelen beeld verschijnt om het beeld terug te spelen.
• Als u op 2/1 blijft drukken, neemt het aantal tegelijkertijd afgespeelde/ teruggedraaide bestanden toe. Het aantal tegelijkertijd afgespeelde/ teruggedraaide bestanden hangt af van het aantal opgenomen bestanden.
• In de functie overzicht terugdraaien in de opnamefunctie en in meervoudig terugdraaien (P81), kunnen de opnamen alleen één voor één verder of teruggedraaid worden.
• Dit toestel voldoet aan de DCF standaard “Design rule for Camera File system” van de “JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries Association)”.
• Het formaat dat teruggespeeld kan worden op het toestel is JPEG. (In sommige gevallen, kunnen zelfs JPEG-opnamen niet teruggespeeld worden.)
• Op de LCD-scherm kunnen soms niet alle details van de opgenomen beelden verschijnen. Gebruik de terugspeelzoom (P83) om deze details te bekijken.
• Als u opnamen terugspeelt die gemaakt zijn met andere apparatuur kan de kwaliteit slechter worden. (De opnamen worden afgebeeld als [WEERGAVE THUMBNAIL] op het scherm).
• Als u een mapnaam of bestandnaam op uw PC wijzigt, kan het onmogelijk worden deze opnamen op het toestel terug te spelen.
• Als u een bestand wilt terugspelen dat buiten de standaard valt, dan wordt het map-/bestandnummer aangegeven met [—] en kan het scherm zwart worden.
• Er kan een rand op het scherm verschijnen afhankelijk van het object. Dit wordt “moire” genoemd. Dit is geen storing.
41
VQT0Y00
Page 42
Basiskennis
Beelden wissen
Een enkel beeld wissen
1 Het beeld kiezen met 2/1.
100_0001
1/3
10:00 1.DEC.2006
2/ : De vorige opname terugspelen 1/ : De volgende opname
terugspelen
2 Op [ ] drukken. 3 Op 3 drukken om [JA] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
APART WISSEN
DEZE FOTO WISSEN ?
JA
NEE
SELEC
MENU
INST.
MULTI/ALLES
• Terwijl het beeld gewist wordt, verschijnt [ ] op het scherm.
Om te wissen [MULTI WISSEN]/
[ALLES ANNULEREN]
1 twee keer op [ ] drukken. 2 Op 3/4 drukken om
[MULTI WISSEN] of [ALLES ANNULEREN] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
MENU
SET
MULTI/ALLES WISSEN
MULTI WISSEN
ALLES ANNULEREN
SELEC
INST.
MENU
ANNUL
MENU
SET
• Als u [MULTI WISSEN] kiest, de handelingen vanaf stap
3 uitvoeren.
• Als u [ALLES ANNULEREN] kiest, de handelingen vanaf stap
5 uitvoeren.
• Als [FAVORIETEN] (P109) ingesteld is op [ON], [ALLES WISSEN BEHALVE
] verschijnt. Als u
[ALLES WISSEN BEHALVE ] kiest,
5 stappen vooruit. (Als er echter
gaat u geen enkele opname op het scherm [ ] staat, kunt u [ALLES WISSEN BEHALVE ] niet kiezen ook als [FAVORIETEN] op [ON] staat.)
3 Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen en vervolgens op 4 drukken.
(Alleen wanneer u [MULTI WISSEN] kiest)
MULTI WISSEN
7
8 9
11
1210
SELEC MARK./ANNUL.
WISSEN
EXIT
MENU
• Herhaal de bovenstaande procedure.
• [ ] verschijnt op de gekozen opnamen. Als u opnieuw op 4 drukt, wordt de instelling gewist.
• Het pictogram [ ] knippert en wordt rood als het gekozen beeld beveiligd is en niet gewist kan worden. De beveiliging annuleren en vervolgens het beeld wissen. (P113)
4 Op [ ] drukken.
42
VQT0Y00
Page 43
5 Op 3 drukken om [JA] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
(Scherm wanneer [MULTI WISSEN] gekozen wordt)
MULTI WISSEN
ALLE GEMARKEERDE FOTO'S WISSEN ?
JA
NEE
SELEC INST.
• [ALLE FOTO'S OP DE GEHEUGENKAART WISSEN ?] verschijnt als u [ALLES ANNULEREN] gebruikt en [ALLES WISSEN BEHALVE ?] verschijnt als u [ALLES WISSEN BEHALVE ] gebruikt.
• Als u op [MENU/SET] drukt terwijl u opnamen wist met [ALLES ANNULEREN] of [ALLES WISSEN BEHALVE ] zal het wissen halverwege stoppen.
• Eenmaal gewist, kunnen opnamen niet teruggehaald worden. Meer dan eens controleren voordat u ze wist.
• Het toestel niet uitzetten.
• Wanneer u opnamen wist, batterijen gebruiken met voldoende batterijstroom (P16) of de AC-adapter (DMW-AC7; optioneel) gebruiken.
• Het is mogelijk om tot 50 opnamen tegelijkertijd te wissen [MULTI WISSEN].
• Hoe meer opnamen, hoe langer het duurt ze te wissen.
• Als er beveiligde opnamen zijn [ ] (P113), of opnamen die niet voldoen aan de DCF-standaard (P41) of op een kaart staan met de schrijfbescherming op [LOCK] (P19) worden deze opnamen niet gewist ook niet als [ALLES ANNULEREN] of [ALLES WISSEN BEHALVE ] gekozen worden.
MENU
SET
MENU
SET
Basiskennis
43
VQT0Y00
Page 44
Gevorderd
Gevorderd
Over de LCD-scherm/ Zoeker
De afgebeelde informatie wijzigen
EVF/LCD
DISPLAY
In opnamefunctie
3 3
BACKLIGHT
1
2 3
1 Overschakelen van LCD-scherm naar
Zoeker
Druk op de [EVF/LCD] knop om over te schakelen.
A LCD-scherm (LCD) B Zoeker (EVF)
• Als de LCD-scherm ingeschakeld wordt, gaat de Zoeker uit en andersom.
2 Kiezen van het te gebruiken scherm
Druk op de [DISPLAY] knop om de weergave te wijzigen.
• Wanneer het menuscherm verschijnt, is de [DISPLAY] knop nit geactiveerd. In de terugspeelzoom (P83), terwijl u bewegende beelden (P84) terugspeelt en tijdens een diashow (P107), kunt u alleen “Normaal display H” of “Geen display J” selecteren.
4
C Normaal display D Display met histogram E Weergave buiten beeld F Opnamerichtlijn G Non-display
¢1 Alleen in autofunctie afgebeeld ¢2 Histogram ¢3 Als er meer dan 1000 opnamen
overblijven of meer dan 1000 seconden speeltijd voor bewegende beelden, verschijnt [ ] op het scherm.
¢4 De displayinformatie zal verschillen
afhankelijk van wat er ingesteld is met behulp van het [RICHTLIJN] (P27) on [SET-UP] menu. (P46)
44
VQT0Y00
Page 45
In terugspeelfunctie
0
g
dg.
H
100_0001
1/3
1E DAG
9
mnd
1
10:00 1.DEC.2006
JI
5
6
F2.8 1/25
10:00 1.DEC.2006
100_0001
ISO
100
1/3
AUTO
H Normaal display I Display met opname-informatie en
histogram J Non-display ¢5 Afgebeeld zelfs als
[INST. GEB DATUM] en [MET LEEFTIJD] ingesteld waren in [BABY1]/[BABY2] (P72) in scènefunctie voordat er opnamen gemaakt werden.
¢6 Het aantal dagen dat verstreken is
sinds de vertrekdatum wordt afgebeeld als [REISDATUM] (P74) is ingesteld.
• In [NACHTPORTRET] (P68),
[NACHTL. SCHAP] (P69), [VUURWERK] (P71) en [STERRENHEMEL] (P71) in de scènefunctie is de richtlijn grijs.
Buitenbeeldweergave
Opname-informatie verschijnt bovenaan en links op het scherm. U kunt u dus concentreren op het object terwijl u opnamen maakt zonder gestoord te worden door de informatie die op het scherm staat.
Diopter afstellen
Stel het diopter af op uw eigen zicht zodat u de Zoeker duidelijk ziet.
• Sluit de LCD-scherm en druk op de
[EVF/LCD] knop om de Zoeker op het scherm te zetten.
Gevorderd
Kijk naar de Zoeker en draai de diopterstelring daar waar het scherm het lichtst is.
5
Monitorvoorrang
Als [WEERG OP LCD] ingesteld is op [ON] in het [SET-UP] menu (P28) wordt de LCD-scherm ingeschakeld in de volgende gevallen. U kunt de tijd besparen om over te schakelen naar de LCD-scherm ook als u de Zoeker gebruikt.
• Als u overschakelt van opnamen maken naar terugspelen.
• Als u opnamen opnieuw bekijkt. (P40)
• Als u de camera op terugspelen zet.
Highlight
Als u [HIGHLIGHT] instelt op [ON] in het [SET-UP] menu (P30) en de automatische terugspeelfunctie of de terugspeelfunctie wordt ingeschakeld nadat u hebt opgenomen, kunt u de beelden controleren op witte vlakken (te heldere of glinsterende delen). De witte delen zullen zwart knipperen.
• Als u te witte zones wenst te vermijden, controleert u het overzicht (histogram) en compenseert u de belichting (minder belichting) voordat u een opname maakt.
Highlight OFF
OVERZICHT1X
4X
WISSENEXIT
45
VQT0Y00
Page 46
Gevorderd
Highlight ON
OVERZICHT1X
4X
WISSENEXIT
• Er kunnen te witte zones zijn als de afstand tussen het voorwerp en het toestel te kort is terwijl u foto’s maakt met de flitslamp. Witte zones knipperen zwart.
OVERZICHT
1X
4X
EXIT
WISSEN
De LCD-scherm helderder maken voor
het gebruik buiten. (Stroom LCD)
De [DISPLAY] knop indrukken en ingedrukt houden gedurende meer dan 1 seconde om de stroom LCD functie te activeren. De LCD-scherm wordt helderder dan normaal en het wordt makkelijker om deze buiten te gebruiken.
• Als u de [DISPLAY] knop opnieuw indrukt en ingedrukt houdt gedurende 1 seconde, wordt de stroom LCD functie gedeactiveerd en gaat de LCD-scherm terug naar zijn normale helderheid.
• U regelt de helderheid en de kleuren van de beelden die afgebeeld worden op de LCD-scherm terwijl de LCD-functie geactiveerd zijn. Daarom kunnen sommige onderwerpen op de LCD-scherm er anders uitzien. Dit heeft echter geen gevolg voor de uiteindelijke opname.
Opnamerichtlijn
Wanneer u het object uitlijnt op de horizontale en verticale richtlijnen of het kruispunt van deze lijnen, kunt u opnamen maken met goed ontworpen compositie door de grootte, de helling en de balans van het object te bekijken.
P
DISPLAY
ON :

1SEC. INDRUKKEN
P
3
3
A: LCD-versterkingsaanwijzing
• Terwijl u een beeld maakt, gaat de LCD-scherm automatisch terug naar de normale helderheid als er niets ingedrukt wordt gedurende 30 seconden. Op een willekeurige toets drukken om de LCD-scherm weer helder te maken.
46
VQT0Y00
A [ ]: Dit wordt gebruikt wanneer het
hele scherm verdeeld wordt in 3k3 voor het maken van beelden met een goed gebalanceerde samenstelling.
B [ ]: Dit wordt gebruikt wanneer u het
onderwerp precies in het midden wilt positioneren.
Page 47
Histogram
• Een Histogram is een grafiek die helderheid langs de horizontale as (zwart of wit) en het aantal pixels bij elk helderheidniveau op de verticale as afbeeld.
• Hiermee controleert u snel de belichting van een beeld.
• Het is zeer nuttig als handmatige afstellingen van de lensopening en sluitertijd beschikbaar zijn, vooral in die situaties waar automatische belichting moeilijk kan zijn wegens oneven belichting. Met gebruik van de histogramfunctie zal u de beste prestatie van het toestel krijgen. A Wanneer de waarden aan de linkerkant
geconcentreerd zijn, is de opname onderbelicht.
B Wanneer de waarde gelijkelijk verdeeld
zijn, is de belichting juist en de helderheid goed uitgebalanceerd.
C Wanneer de waarden aan de
rechterkant geconcentreerd zijn, is de opname overbelicht.
Voorbeeld van histogram
100_0001
1/3
ISO
AUTO
10:00 1.DEC.2006
100_0001
ISO
10:00 1.DEC.2006
100_0001
ISO
10:00 1.DEC.2006
100
1/3
AUTO
100
1/3
AUTO
100
F2.8 1/125
F2.8 1/60
F2.8 1/30
A Onderbelicht B Juist belicht C Overbelicht
¢Histogram
Gevorderd
• Als de opname en het histogram niet samenvallen in de volgende omstandigheden, wordt het histogram oranje afgebeeld.
– Wanneer de handmatige
belichtingsassistentie anders is dan [n0EV] tijdens de belichtingscompensatie of in de
handmatige belichtingsfunctie – Als de flits geactiveerd is – In [VUURWERK] (P71) of
[STERRENHEMEL] (P71) in de
scènefunctie – Als de flits gesloten is
1 Als de schermhelderheid niet goed
weergegeven wordt op donkere plaatsen
2 Als de belichting niet goed is
ingesteld
• Het histogram is een benadering in de opnamefunctie.
• Het histogram van een beeld zou niet overeen kunnen komen in opnamefunctie en terugspeelfunctie.
• Het histogram dat afgebeeld wordt in dit toestel komt niet overeen met histogrammen die afgebeeld worden door beeldbewerkende softwarevoor PC’s enz.
• Controleer of er te witte vlakken zijn met het highlight display als de automatische terugspeelfunctie of terugspeelfunctie geactiveerd is. (P45)
• Het histogram verschijnt niet in bewegend beeldfunctie [ ] en tijdens veelvoudig terugspelen, terugspeelzoom en kalenderplayback.
47
VQT0Y00
Page 48
Gevorderd
Beelden maken met de ingebouwde flits
OPEN
A De flits openen
Schuif de [ OPEN] hendel opzij.
B De flits sluiten
Druk op de flits totdat deze klikt.
• Sluit de flits altijd als u deze niet gebruikt.
• De flits is vast ingesteld op OFF [ ] als de flits gesloten is.
Naar de geschikte flitsinstelling
schakelen
De flits instellen voor opnamen.
1 Op 1 [ ] drukken. 2 Druk op 3/4 om de functie te
kiezen.
FLITS
AUTO
AUTO/RODE-OG GEDW. FLITS AAN LNGZ.SY./RODE-OG
SELEC INST.
• U kunt ook op 1 [ ] drukken om te selecteren.
• Voor informatie over flitsinstellingen die gekozen kunnen worden, “Beschikbare flitsinstellingen voor de opnamefuncties” (P49) raadplegen.
MENU
3 Op [MENU/SET] drukken.
• U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten.
• Het menuscherm verschijnt na ongeveer 5 seconden. Nu wordt het geselecteerde item automatisch ingesteld.
:AUTO
De flits wordt automatisch geactiveerd wanneer dit nodig is voor de opnamecondities.
: AUTO/Rode-ogenreductie
De flits wordt automatisch geactiveerd wanneer dit nodig is voor de opnamecondities. De flits wordt een keer geactiveerd vóór de eigenlijke opname om het rode-ogeneffect (ogen van het object die rood worden op het beeld) te verminderen en vervolgens opnieuw geactiveerd voor de eigenlijke opname.
• Gebruik deze functie wanneer u opnamen maakt van personen in slecht belichte omstandigheden.
: Vast ingesteld op AAN
De flits wordt altijd geactiveerd ongeacht de opnamecondities.
• Gebruik deze functie wanneer uw object achtergrondbelichting heeft of onder fluorescent licht staat.
: Flits vast ingesteld op AAN/
Rode-ogenreductie
• De flitsinstelling is alleen vast ingesteld op AAN/Rode-ogenreductie wanneer u [PARTY] (P70) of [KAARSLICHT] (P70) in de scènefunctie instelt.
¢1
¢1
48
VQT0Y00
Page 49
: Langzame synchr/Reductie
rode-ogeneffect
¢1
Als u beelden maakt met een donker landschap op de achtergrond, maakt deze functie de sluitertijd langzamer zodra de flits geactiveerd wordt, zodat het donkere landschap op de achtergrond helder zal worden. Tegelijkertijd vermindert het rode-ogeneffect.
• Gebruik deze functie wanneer u opnamen maakt van personen op een donkere achtergrond.
: Flits vast ingesteld op UIT
De flits wordt in geen enkele opnameconditie geactiveerd.
• Gebruik deze functie om opnamen te maken op plekken waar het gebruik van een flits niet toegestaan is.
¢1 De flits wordt twee keer geactiveerd.
Het object mag niet bewegen totdat de tweede flits geactiveerd is.
Gevorderd
Beschikbare flitsinstellingen voor de
opnamefuncties
De beschikbare flitsinstellingen zijn afhankelijk van de opnamefuncties. (±: Beschikbaar, —: Niet beschikbaar)
1
2
• De flitsinstellingen kunnen veranderen als de opnamefunctie verander wordt. Stel de flitsinstelling opnieuw in indien nodig.
¢2 De instelling is niet beschikbaar
wanneer de functie achterlichtcompensatie geactiveerd is.
49
VQT0Y00
Page 50
Gevorderd
Het beschikbare flitsbereik om
opnamen te maken
Het flitsbereik voor opnamen hangt af van de gekozen ISO-gevoeligheid.
ISO-
gevoeligheid
[AUTO]
Beschikbaar
flitsbereik
Breed
30 cm tot 7,4 m
Tel e
30 cm tot 5,6 m
[]
Breed
30 cm tot 7,4 m
Tel e
30 cm tot 5,6 m
[ISO100]
Breed
30 cm tot 3,7 m
Tel e
30 cm tot 2,8 m
[ISO200]
Breed
40 cm tot 5,2 m
Tel e
40 cm tot 3,9 m
[ISO400]
Breed
60 cm tot 7,4 m
Tel e
60 cm tot 5,6 m
[ISO800]
Breed
80 cm tot 7,4 m
Tel e
60 cm tot 5,6 m
[ISO1600]
Breed
1,15 m tot 7,4 m
Tel e
90 cm tot 5,6 m
• Het beschikbare flitsbereik is correct bij benadering.
• Raadpleeg P89 voor de ISO-gevoeligheid.
• Raadpleeg P34 voor het focusbereik.
• Als de ISO-gevoeligheid ingesteld is op [AUTO] of [ ]wanneer u de flits gebruikt, zal deze automatisch vergroot worden tot een maximum van [ISO400].
• Om geruis te voorkomen, raden wij aan een lagere ISO-gevoeligheid te kiezen door [RUISREDUCTIE] in [FOTO INST.] op [HIGH] te zetten of alle onderdelen te kiezen behalve [RUISREDUCTIE] [LOW] om opnamen te maken. (P99)
• In de functie voor bewegende beelden [ ] en [LANDSCHAP] (P68), [NACHTL. SCHAP] (P69), [VUURWERK] (P71), [STERRENHEMEL] (P71) of [H. GEVOELIGH.] (P73) in de scènefunctie staat de flits altijd op OFF [ ] ook als u de flits opent.
Sluitertijd voor elke flitsfunctie
Flitsinstelling Sluitertijd (Sec.)
:AUTO 1/30 tot 1/2000 :AUTO/
1/30 tot 1/2000
Rode-ogenreductie
:Vast
1/30 tot 1/2000
ingesteld op AAN
:Vast ingesteld op AAN/ Rode-ogenreductie
: Langzame
1 tot 1/2000
synchr/Reductie rode-ogeneffect
:Vast ingesteld op UIT
1 tot 1/2000 (In de AE­programmafunctie)
• Lees P61 voor de AE-openingsvoorrang, AE-sluitervoorrang of handmatige-belichtingsfunctie.
• Er kunnen verschillen zijn in de bovenstaande sluitertijden in de scènefunctie.
50
VQT0Y00
Page 51
– [NACHTL. SCHAP] (P69):
8 seconden op 1/2000ste van een seconde
– [VUURWERK] (P71):
1/4ste van een seconde 2 seconde
– [STERRENHEMEL] (P71):
15 seconden, 30 seconden, 60 seconden
De flitswerking instellen
Regel de flitswerking als het object heel klein is of als er een zeer lage of zeer hoge weerspiegeling is.
1 Druk verschillende keren op 3
[ ] totdat [FLITSER] verschijnt en dan op 2/1 om de flitswerking in te stellen.
FLITSER
SELEC EXIT
MENU
• Kies [0] om de oorspronkelijke flitswerking in te stellen.
2 Op [MENU/SET] drukken om te
eindigen.
• U kunt compenseren vanaf [j2 EV] tot [i2 EV] in stappen van [1/3 EV].
• Wanneer de flitswerking gecorrigeerd is, verschijnt de waarde van de compensatie links onderaan op het scherm.
• De flitswerkinginstellingen worden opgeslagen ook als u de camera uitzet.
• De waarde van de flitsoutput kan niet afgesteld worden in de volgende gevallen; – In de autofunctie [ ] – In de bewegende-beeldenfunctie
[]
– In [LANDSCHAP],
[NACHTL. SCHAP], [VUURWERK], [STERRENHEMEL] of [H. GEVOELIGH.] in scènefunctie
Gevorderd
• Als [DIR. EXP. COMP.] (P98) in het [OPNAME] functiemenu ingesteld is op [ ] of [ ] kunt u de flitssterkte direct regelen met de knop achteraan of vooraan.
• Kijk nooit recht in de flits als deze werkt.
• Zet de flits niet te dicht bij objecten en sluit de flits niet als hij moet werken. De kleur van de objecten kan vervormd worden door de hitte of het flitslicht.
• De flits niet bedekken met uw vingers of andere voorwerpen.
• Als u de ontspanknop half indrukt wanneer de flits geactiveerd is, wordt het flitspictogram rood.
• Wanneer de bewegingwaarschuwing verschijnt, raden wij aan een statief te gebruiken.
• Als u een opname maakt buiten het bereik van de flits, kan het object verkeerd belicht zijn en de opname te donker of te licht zijn.
• Wanneer u een opname maakt met flits, wordt de witbalans automatisch afgesteld (behalve bij [ ], [ ]). Bij onvoldoende flitslicht kan het echter zijn dat de witbalans niet goed wordt afgesteld. (P86)
• Wanneer de sluitertijd snel is, zou het flitseffect niet voldoende kunnen zijn.
• Als u de opname herhaalt, kan deze onmogelijk worden, zelfs als de flits geactiveerd is. Maak de opname nadat de toegangsaanduiding verdwenen is.
• Tijdens het opladen van de flits knippert het lampje van de flitsaanduiding en wordt het rood; u kunt in dit geval geen opname maken, zelfs niet wanneer u de ontspanknop helemaal indrukt.
• Als u een opname met flitslicht maakt, raden wij aan de lensbescherming weg te nemen. In sommige gevallen belet deze bescherming een juiste belichting.
51
VQT0Y00
Page 52
Gevorderd
• Sluit de flits niet meteen weer aan nadat deze gewerkt heeft omdat er opnamen gemaakt zijn met AUTO/Rode-ogenreductie enz. Dit veroorzaakt problemen.
• Het effect van de rode-ogenreductie verschilt van mens tot mens. Als de persoon bovendien ver van de camera stond of niet naar de eerste flits keek, kan dit effect ook minder evident zijn.
• Als u een conversielens gebruikt (optional) of een close-uplens (optional), gaat de ingebouwde flits automatisch op OFF [ ] staan.
• Bij het instellen van de burstfunctie of auto bracket, wordt slechts 1 beeld gemaakt bij iedere flits.
• Als u een externe flits gebruikt, krijgt deze voorrang op de ingebouwde flits. Lees P104 voor info over de externe flits.
• Wanneer de toegewijde flits (DMW-FL500 of DMW-FL360; optioneel) gebruikt wordt, kunnen de flitsoutput afgesteld worden en de flitsinstellingen door beeldmaakfunctie gebruikt worden.
Opnamen maken met de zelfontspanner
1 Op 2 [ ] drukken. 2 Druk op 3/4 om de functie te
kiezen.
ZELFONTSPANNER
UIT
10 SEC.
2 SEC.
SELEC INST.
• U kunt ook op 2 [ ] drukken om te selecteren.
3 Op [MENU/SET] drukken.
• U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten.
• Het menuscherm verschijnt na ongeveer 5 seconden. Nu wordt het geselecteerde item automatisch ingesteld.
4 Druk de ontspanknop half in om
scherp te stellen en druk de knop helemaal in om de opname te maken.
MENU
52
VQT0Y00
3
MENU
ANNUL
A: De ontspanknop tot de helft
indrukken om scherp te stellen.
B: De ontspanknop helemaal
indrukken om de opname te maken.
Page 53
• Het lampje van de zelfontspanner C knippert en de sluiter wordt na 10 seconden geactiveerd (of na 2 seconden).
• Als u tijdens het instellen van de zelfontspanner op [MENU/SET] drukt, wordt de instelling van de zelfontspanner geannuleerd.
• Wanneer u een statief of dergelijkeenz. gebruikt, is de instelling van de zelfontspanner op 2 seconden handig om de bewegingbeweging die veroorzaakt wordt door het indrukken van de ontspanknop te vermijden.
• Wanneer u éénmaal de ontspanknop helemaal indrukt, wordt er automatisch op het object scherpgesteld net voor de opname. Op donkere plekken zal het zelfontspannerlampje knipperen en kan het helder gaan schijnen om als AF-lamp te werken (P95) zodat het toestel beter op het object scherp kan stellen.
• Wanneer u de zelfontspanner instelt in de burstfunctie, begint het toestel een beeld te maken 2 of 10 seconden nadat de ontspanknop ingedrukt wordt. Het aantal tegelijk gemaakte opnamen is vast ingesteld op 3.
• We raden het gebruik van een statief aan wanneer u opneemt met de zelfontspanner. (Wanner u een statief gebruikt, moet dit vast staan als het toestel erop bevestigd is.)
Gevorderd
Belichtingscompensatie
Gebruik deze functie wanneer u de geschikte belichting niet kunt verkrijgen wegens het verschil in helderheid tussen het object en de achtergrond. Zie de volgende voorbeelden.
Onderbelichting
De belichting positief compenseren.
Juiste belichting
Overbelichting
De belichting negatief compenseren.
53
VQT0Y00
Page 54
Gevorderd
1 Druk op 3 [ ] totdat
[BELICHTING] verschijnt en corrigeer de belichting met 2/1.
BELICHTING
MENU
SELEC
EXIT
• U kunt compenseren vanaf [j2 EV] tot [i2 EV] in stappen van [1/3 EV].
• Kies [0 EV] om terug te keren naar de originele belichting.
2 Op [MENU/SET] drukken om te
eindigen.
• U kunt ook de ontspanknop half indrukken om af te sluiten.
Beelden maken Auto Bracket
In deze functie, worden 3 opnamen automatisch gemaakt in het gekozen bereik van de belichtingscompensatie telkens als de ontspanknop ingedrukt wordt. U kunt het beeld met de beste belichting kiezen uit de 3 opnamen met verschillende belichtingen.
1 Druk enkele keren op 3 []
totdat [AUTO BRACKET] verschijnt, stel de belichtingscorrectie in met 2/1.
AUTO BRACKET
• EV is een afkorting voor “Exposure Value” (Belichtingswaarde). Het is de hoeveelheid licht die door de lensopening en de sluitertijd naar de CCD gestuurd wordt.
• De belichtingscompensatiewaarde verschijnt links onderaan op het scherm.
• De ingestelde belichtingswaarde wordt opgeslagen zelfs als het toestel uit wordt gezet.
• Het compensatiebereik van de belichting wordt beperkt door de helderheid van het object.
• De belichting kan niet gecompenseerd worden wanneer u [STERRENHEMEL] in de scènefunctie gebruikt.
• Als [DIR. EXP. COMP.] (P98) in the [OPNAME] in het functiemenu op [ ] staat of op [ ] kunt u de belichting direct compenseren met knop vooraan of achteraan.
54
VQT0Y00
SELEC EXIT
MENU
• U kunt [0] (OFF), [d1/3 EV], [d2/3 EV] of [d1 EV] kiezen.
• Wanneer u de auto bracket niet gebruikt, kiest u [0] (OFF).
2 Op [MENU/SET] drukken om te
eindigen.
• U kunt ook de ontspanknop half indrukken om af te sluiten.
• Als u auto bracket instelt, verschijnt de auto bracket-aanduiding [ ] links onderaan op het scherm.
• Wanneer u opnamen maakt met auto bracket nadat u het bereik van de belichtingscompensatie hebt ingesteld, wordt voor de opnamen de gekozen belichtingscompensatie gebruikt. Wanneer de belichting gecompenseerd is, verschijnt de waarde van de belichtingscompensatie links onderaan op het scherm.
Page 55
• Wanneer de auto bracket en de burstfunctie tegelijkertijd worden ingesteld, zal de auto bracket voorrang hebben.
• Wanneer de auto bracket ingesteld is, wordt de automatische overzichtsfunctie geactiveerd, ongeacht de instelling van deze functie. (Het beeld wordt niet vergroot.) U kunt de automatische overzichtsfunctie niet instellen in het [SET-UP] menu.
• Wanneer auto bracket geactiveerd is, kan [AUDIO OPNAME] niet gebruikt worden.
• De belichting zou niet gecompenseerd kunnen worden met auto bracket afhankelijk van de helderheid van het object.
• Als u de beeldkwaliteit op [RAW] instelt, kunt u geen opnamen maken met auto bracket.
• In de AE-sluitervoorrangfunctie en met manuele belichting wordt de auto bracket uitgeschakeld als u de sluitertijd instelt op meer dan 1 seconde.
• Wanneer de flits geactiveerd is of aan aantal opneembare beelden 2 of minder is, kunt u slechts 1 beeld maken.
• U kunt de auto bracket niet instellen in [SPORT], [STERRENHEMEL] en [BABY1]/[BABY2] in de scènefunctie en in de automatische functie [ ].
• Wanneer de ISO-gevoeligheid ingesteld is op [ ], kan de auto bracket niet gebruikt worden.
• Als [DIR. EXP. COMP.] (P98) in het [OPNAME] functiemenu op [ ] staat of op [ ], kunt u het bereik van de belichtingcompensatie direct regelen met de knop vooraan of achteraan.
Gevorderd
Optische beeldstabilisator
Deze functie spoort bewegingen van de camera beweging op en compenseert deze.
1 De knop van de optische
beeldstabilisator A in blijven drukken totdat [STABILISATIE] verschijnt.
2 Op 3/4 drukken om de
stabilisatorfunctie te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
STABILISATIE
OFF MODE1 MODE2
SELEC
[MODE1]
()
[MODE2]
()
De stabilisator werkt continu en helpt bij de fotocompositie.
De beweging van de camerabeweging wordt gecompenseerd wanneer de ontspanknop ingedrukt wordt. Er is een groter stabilisatoreffect.
[OFF]
()
Als u een opname met beweging wenst te maken.
INST.
MENU
DEMO.
MENU
SET
55
VQT0Y00
Page 56
Gevorderd
Demonstratie van de
optische-beeldstabilisator (demonstratiefunctie)
Op 1 drukken om de demonstratie af te beelden. Nadat de demonstratie eindigt, keert het scherm terug naar het menu van de functieselectie van de stabilisatorfunctie. Opnieuw op 1 drukken als u de demonstratie wilt verlaten voordat deze afgelopen is. Terwijl de demonstratie afgebeeld wordt, kunt u geen beelden maken. Terwijl de demonstratie afgebeeld wordt, de optische zoom op Breed (1k) zetten.
• De stabilisatorfunctie kan niet voldoende werken in de volgende gevallen. – Wanneer er veel camerabeweging is. – Als de zoomuitvergroting erg hoog is. – In het digitale zoombereik. – Wanneer u opnamen maakt terwijl u een
bewegend object volgt.
– Als de sluitertijd langzamer wordt om
binnenshuis opnamen te maken of op
donkere plaatsen. Houd de camera stilbeweging wanneer u de ontspanknop indrukt.
• De instelling is [OFF] in [STERRENHEMEL] (P71) in scènefunctie, en het menu van de stabilisatorfunctie verschijnt niet.
• In de functie voor bewegende beelden [ ] of [PANNING] in de scènefunctie kan [MODE2] niet ingesteld worden.
Opnamen maken met de burstfunctie
1 Op de burstfunctieknop drukken
en deze ingedrukt houden.
2 Druk op 3/4 om de functie te
kiezen.
BURST SHOOTING
UIT
HOGE SNELHEID LAGE SNELHEID ONBEGRENSD
SELEC INST.
• U kunt ook op de burstfunctieknop drukken om te selecteren.
3 Op [MENU/SET] drukken.
• U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten.
• Het menuscherm verschijnt na ongeveer 5 seconden. Nu wordt het geselecteerde item automatisch ingesteld.
4 Een opname maken.
• De ontspanknop helemaal ingedrukt houden om de burstfunctie te activeren.
MENU
56
VQT0Y00
Page 57
Aantal opnamen gemaakt met de
burstfunctie
Burstsnelheid
(opnamen/
seconde)
¢
2
¢
1
Ongeveer 1
Aantal opnamen
(opnamen)
max. 3 max. 5
Hangt af van de resterende kaartcapaciteit.
¢ De burstsnelheid is constant ongeacht
de transfersnelheid van de kaart.
• Het aantal opnamen dat aangeduid wordt, verwijst naar een sluitertijd die sneller dan 1/60 is en een niet geactiveerde flits.
• The burstsnelheid (opnamen/seconde) kan langzamer worden op donkere plaatsen en dergelijke, afhankelijk van de omgeving waarin u opneemt.
• Burstfunctie ingesteld op onbegrensd
– U kunt opnamen maken totdat de kaart
vol is.
– De burstsnelheid zal halverwege
langzamer worden. De burstsnelheid van een MultiMediaCard wordt nog langzamer dan die van een SD-geheugenkaart of een SDHC-geheugenkaart. De exacte snelheid hangt echter af van het aantal opneembare beelden en de kaart.
• De focus wordt vast ingesteld tijdens de eerste opname.
• Met de zelfontspanner is het aantal opnamen met de burstfunctie vast ingesteld op 3.
• De burstfunctie wordt niet geannuleerd wanneer het toestel uitgezet wordt.
• Wanneer de auto bracket en de burstfunctie tegelijk ingesteld zijn, zal de auto bracket voorrang krijgen.
• De belichting en de witbalans variëren afhankelijk van de burstinstellingen. Wanneer de burstfunctie ingesteld is op [ ], worden ze vast ingesteld op de waarde voor het eerste beeld.
Gevorderd
Wanneer de burstsnelheid ingesteld is op [ ] of [ ], worden ze aangepast telkens als u een opnameopname maakt.
• Wanneer de burstfunctie ingesteld wordt, wordt de automatische overzichtsfunctie geactiveerd ongeacht de instelling van het automatische overzicht. (Het beeld wordt niet vergroot.) U kunt de automatische overzichtfunctie niet instellen in het [SET-UP] menu.
• Wanneer de burstfunctie geactiveerd wordt, kan [AUDIO OPNAME] niet gebruikt worden.
• Wanneer de flits geactiveerd is, kunt u slechts 1 beeld maken.
• U kunt in de burstfunctie geen opnamen maken als de kwaliteit op [RAW] of [STERRENHEMEL] ingesteld is en scènefunctie geselecteerd is.
Close-up’s maken
Deze functie laat het u toe close-upbeelden te maken van een onderwerp, b.v. Wanneer u beelden maakt van bloemen. U kunt beelden maken door het onderwerp te naderen op een afstand van tot en met 5 cm van de lens door de zoomring zo ver mogelijk op Breed (1k) te draaien.
1 Stel de focusschakelaar op
[AF MACRO] in.
AF
AF
MACRO
MF
FOCUS
57
VQT0Y00
Page 58
Gevorderd
Focusbereik
T
AE-openingsvoorrang
2 m
30 cm
W
[AF MACRO]
T
5 cm
W
2 m
• We raden het gebruik van een statief en de zelfontspanner aan (P52) met de AF-macro.
• Wanneer een object dichtbij het toestel is, is het effectieve focusbereik (velddiepte) aanzienlijk minder breed. Daarom kan, als de afstand tussen het toestel en het object gewijzigd is na het scherpstellen, het moeilijk worden om er opnieuw op scherp te stellen.
• Als de afstand tussen het toestel en het object buiten het focusbereik van het toestel ligt, zou het beeld niet op de juiste manier scherpgesteld kunnen worden zelfs als de focusaanduiding brandt.
• De AF-Macro geeft voorrang aan een onderwerp dat zich dichtbij de camera bevindt. Als dus de afstand tussen de camera en het onderwerp daarom meer dan 1 m bedraagt, duurt het langer om scherp te stellen met [AF MACRO] dan [AF].
• Het beschikbare flitsbereik is ongeveer 30 cm tot 7,4 m (Breed). (Wanneer de ISO-gevoeligheid ingesteld is op [AUTO].)
• Wij raden aan de flits op Gedwongen OFF te zetten [ ] als u van heel dicht bij opnamen maakt.
• Wanneer u opnamen maakt in een dicht bereik in macrofunctie, kan de resolutie van de buitenkant van het beeld enigszins afnemen. Dit is geen storing.
• Het AF-Macro-pictogram verschijnt niet in de automatische functie [ ].
58
VQT0Y00
Stel de openingswaarde in op een hogere waarde als u een scherpe achtergrond wenst. Stel de openingswaarde minder groot in als u de achtergrond niet echt scherp wenst.
1 De draaischijf op de voorkant
naar links of rechts draaien om de lensopening in te stellen.
ISO
100
F2.8
3
2 Een opname maken.
1/30F3.2
• Als de directe belichtingcompensatiefunctie (P98) geactiveerd is, verandert de manier waarop de draaischijf bediend wordt. De uitleg toont de directe belichtingcompensatiefunctie gedeactiveerd als een voorbeeld.
• Lees P61 voor de beschikbare openingswaarden en de sluitertijd.
• Stel de openingswaarde in op een hogere waarde als het object te helder is. Stel deze in op een lagere waarde als het subject te dof is.
Page 59
• De helderheid op het scherm en die van deopnamen kunnen verschillen. Controleer de opnamen met de terugspeelfunctie of de automatische terugspeelfunctie.
• De ISO-gevoeligheid kan niet op [AUTO] of [ ] worden ingesteld. (P89) (De ISO-gevoeligheid wordt automatisch op [ISO100] gezet wanneer u van [AUTO] of [ ] overschakelt op Openingsprioriteit of AE-Ontspannerprioriteit.)
• De openingswaarde en de sluitertijd die op het scherm staan, worden rood als de belichting niet goed is.
AE-sluitervoorrang
Als u een scherpe opname wenst te maken van een snel bewegend object, stelt u een hogere sluitertijd in. Als u een trail-effect wenst, stelt u een lagere snelheid in.
1 De draaischijf achterop naar links
of rechts draaien om de sluitertijd in te stellen.
ISO
100
3
Gevorderd
• Als de directe belichtingcompensatiefunctie (P98) geactiveerd is, verandert de manier waarop de draaischijf bediend wordt. De uitleg toont de directe belichtingcompensatiefunctie gedeactiveerd als een voorbeeld.
• Lees P61 voor de beschikbare openingswaarden en de sluitersnelheden.
• De helderheid op het scherm en die van de opnamen kan verschillen. Controleer de opnamen met de terugspeelfunctie of met de automatische terugspeelfunctie.
• U kunt de volgende functies niet instellen in de AE-sluitervoorrangfunctie. – Langzame synchr/Reductie
rode-ogeneffect [ ] (P48)
– [AUTO] of [ ] in ISO-gevoeligheid
(P89) (De ISO-gevoeligheid wordt automatisch op [ISO100] gezet als u van [AUTO] of [ ] overschakelt op AE-openingsvoorrang of AE-sluitervoorrang.)
• De openingswaarde en de sluitertijd worden rood op het scherm als de belichting niet goed is.
• Wij raden aan een statief te gebruiken met een lage sluitertijd.
2 Een opname maken.
F3.2 1/40
1/30
59
VQT0Y00
Page 60
Gevorderd
Handmatige belichting
Bepaalde belichting door handmatig de opening en de sluitertijd in te stellen.
1 De draaischijf op de voorkant of
achterop naar links of rechts draaien om de lensopening of de sluitertijd in te stellen.
ISO
100
3
1/30
F2.8
De lensopening instellen.
De sluitertijd instellen
2 Druk de ontspanknop half in.
1/125
F4.0
• De hulpfunctie voor de handmatige belichting A verschijnt ongeveer 10 seconden lang om de belichting te signaleren.
• Stel de openingswaarde en de sluitersnelheid weer in als de belichting niet goed is.
60
VQT0Y00
3 Maak de opname.
1/125
F5.6
Hulp bij handmatige belichting
De belichting is goed.
Stel een hogere sluitertijd of een grotere opening in.
Stel een lagere sluitertijd of een kleinere opening in.
• De hulp bij de handmatige belichting is slechts bij benadering correct. Wij raden aan de gemaakte opnamen te controleren met de terugspeelfunctie.
• Lees P61 voor de beschikbare openingswaarden en sluitersnelheden.
• U kunt de volgende functies niet instellen als u de handmatige belichting hebt ingesteld. – Langzame synchr/Reductie
rode-ogeneffect [ ] (P48)
– [AUTO] of [ ] in de
ISO-gevoeligheid (P89) (De ISO-gevoeligheid wordt automatisch ingesteld op [ISO100] als u van [AUTO] of [ ] overschakelt op handmatige belichting.)
– Belichtingscompensatie (P53)
• De helderheid op het scherm en die van de opnamen kan verschillen. Controleer de opnamen met de terugspeelfunctie of met de automatische terugspeelfunctie.
• Als de belichting niet goed is, worden de openingswaarde en sluitertijd op het scherm rood als u de ontspanknop half indrukt.
Page 61
Openingswaarde en sluitertijd
AE-openingsvoorrang
Beschikbare
openingswaarde
(Per 1/3 EV)
F8.0 tot F11.0 8 tot 1/2000 F7.1 F6.3 F5.6 8 tot 1/1600 F5.0 F4.5 F4.0 8 tot 1/1300 F3.6 F3.2 F2.8 8 tot 1/1000
AE-sluitervoorrang
Beschikbare
sluitertijd (Sec.)
(Per 1/3 EV)
86 54
3.2 2.5
21.6
1.3 1
1/1.3 1/1.6
1/2 1/2.5
1/3.2 1/4
1/5 1/6
1/8 1/10
1/13 1/15 1/20 1/25 1/30 1/40 1/50 1/60
1/80 1/100 1/125 1/160 1/200 1/250 1/320 1/400 1/500 1/640 1/800 1/1000
1/1300 F4.0 tot F11.0 1/1600 F5.6 tot F11.0 1/2000 F8.0 tot F11.0
Sluitertijd (Sec.)
Lensopening
F2.8 tot F11.0
Gevorderd
Handmatige belichting
Beschikbare
openingswaarde
(Per 1/3 EV)
F2.8 tot F3.6 60 tot 1/1000 F4.0 tot F5.0 60 tot 1/1300 F5.6 tot F7.1 60 tot 1/1600
F8.0 tot F11.0 60 tot 1/2000
• De lensopeningen in de tabel hierboven zijn de openingen die gelden als de zoomring op Breed gedraaid is.
• Afhankelijk van de zoomuitvergroting kunt u sommige sluitertijden en openingwaarden niet kiezen.
Sluitertijd (Sec.)
(Per 1/3 EV)
Opnamen maken met handmatig scherpstellen
Gebruik deze functie als u een vaste scherpstelling wenstof als de afstand tussen de lens en het object vast is en u de automatische scherpstelling niet wenst te gebruiken.
1 Schuif de focusschakelaar naar
[MF].
AF
AF
MACRO
MF
FOCUS
61
VQT0Y00
Page 62
Gevorderd
10
2 Draai de focusring A om op het
onderwerp scherp te stellen.
B: MF-hulp
• De MF-hulp verschijnt in het midden van het scherm.
• Wanneer u stopt de focusring te draaien, verdwijnt de MF-hulp ongeveer 2 seconden daarna.
• U kunt ook [MF ASSIST] op [OFF] zetten in het [SET-UP] menu.
3 Maak de opname.
MF-ASSIST
Wanneer u de focusring draait terwijl u [MF ASSIST] op [MF1] of [MF2] instelt, wordt de MF-hulp geactiveerd en wordt het scherm verbreed. Dit laat het u toe gemakkelijker op het onderwerp scherp te stellen.
1 Druk op [MENU/SET] en dan op
2.
1
EXIT
AUTO
AUTO
/
5
MENU
SET
10
MENU
OPNAME
WITBALANS WB INSTELLEN GEVOELIGHEID ASPECTRATIO FOTO RES.
SELEC
2 Op 4 drukken om de [SET-UP]
menupictogram [ ] te kiezen en vervolgens op 1 drukken.
1
EXIT
/
5
n
0
MENU
SET-UP
KLOKINST. WERELDTIJD GEH VOORK INST LCD SCHERM RICHTLIJN
SELEC
3 Op 3/4 drukken om [MF ASSIST]
te kiezen en vervolgens op 1 drukken.
2
EXIT
/
5
OFF
1SEC.
OFF
5MIN.
MF1
MENU
SET-UP
REISDATUM
AUTO REVIEW WEERG OP LCD BATT. BESP.
MF ASSIST
SELEC
4 Op 3/4 drukken om [MF1] of
[MF2] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
2
SET
/
5
OFF
1SEC.
OFF
OFF
5MIN.
MF1
MF1
MF2
MENU
SET
MENU
SET-UP
REISDATUM
AUTO REVIEW WEERG OP LCD BATT. BESP.
MF ASSIST
SELEC
• [MF1]: Het midden van het schermbeeld wordt uitvergroot. U kunt scherpstellen terwijl u rekening houdt met de compositie van het hele beeld op het scherm.
• [MF2]: Het hele schermbeeld wordt groter. Dit is handig om scherp te stellen met de Breed-functie.
• [OFF]: Het scherm wordt niet vergroot.
5 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• U kunt het menu ook sluiten door de ontspanknop half in te drukken.
62
VQT0Y00
Page 63
Technieken voor handmatig
scherpstellen
1 Draai langzaam de focusring. 2 Draai deze nog iets verder. 3 Stel uiteindelijk scherp op het
onderwerp door de focusring in de andere richting te draaien.
Eén beeld AF
U kunt scherpstellen op het object met de automatische scherpstelling door [MF] te kiezen met de scherpstellingknop. Druk vervolgens op de [FOCUS] knop.
AF
AF
MACRO
MF
FOCUS
Gevorderd
Focusvergrendeling
Wanneer de [FOCUS/AE LOCK] knop ingedrukt wordt nadat u scherpgesteld heeft op de positie waar het onderwerp opgenomen moet worden, kan de focus daar vastgesteld worden. Dit is handig aangeien het onderwerp niet onscherp zal worden zelfs wanneer de focusring verplaatst wordt.
3
A
FOCUS/ AE LOCK
1/60F2.8
A: FOCUS/AE-vergrendelingsaanwijzing
De zoomzone veranderen
De vergrootte zone kan veranderd worden terwijl het scherm vergroot wordt met behulp van de MF-hulp. Dit is handig wanneer u de focuspositie wilt veranderen om beelden te maken.
Prefocus
Met deze techniek stelt u op voorhand scherp op het punt waarop u de opnamen gaat maken als het bijvoorbeeld moeilijk is scherp te stellen met de automatische scherpstelling wegens bijvoorbeeld een snelle beweging. [bijv. [PANNING] (P69) in de scènefunctie] Deze functie is geschikt als de afstand tussen de camera en het object vastligt.
1 De Focusring draaien. 2 Op 3/4/2/1 drukken om de vergrote
zone te veranderen.
• De expansie wordt geannuleerd na ongever 2 seconden.
63
VQT0Y00
Page 64
Gevorderd
10
• Het volgende zal de AF-zone doen terugkeren naar de originele positie. – De Focusschakelaar naar [AF] of [AF
MACRO] zetten. – De beeldgrootte of aspect veranderen. – Het toestel uitzetten.
• U kunt ook handmatig scherpstellen in de functie voor bewegende beelden [ ]. Het scherm wordt echter niet uitvergroot terwijl u opnamen maakt van bewegende beelden.
• Als u scherpstelt op het onderwerp in Breed en dan de zoomring op Tele draait, kan de scherpstelling niet goed zijn. In dit geval dient u opnieuw op het onderwerp scherp te stellen.
• U kunt de continue AF niet instellen (P95) als u handmatig scherpstellen hebt ingesteld.
• Als u de focusring of zoomring draait terwijl u bewegende beelden opneemt, beelden opneemt met geluid of geluid aan opgenomen beelden toevoegt, kan er een knarsend geluid opgenomen worden.
• Gebruik het hulpscherm (Assist) voor een definitieve controle van de scherpstelling.
• Annuleer de energiebesparingsfunctie en stel dan opnieuw scherp.
Registrering Persoonlijke Menuinstellingen (Persoonlijke instellingen registreren)
De opnamefuncties die ingesteld moeten worden en alle menuinstellingen die op dit moment ingesteld zijn, kunnen geregistreerd worden in [ ], [ ] of [].
• Vooraf op de functiedraaischijf van de status die opgeslagen moet worden instellen, en de menuinstellingen op de inrichting selecteren.
1 Druk op [MENU/SET] en dan op
2.
1
EXIT
/
AUTO
AUTO
10
5
MENU
SET
MENU
OPNAME
WITBALANS WB INSTELLEN GEVOELIGHEID ASPECTRATIO FOTO RES.
SELEC
2 Druk op 4 om het [SET-UP]
menupictogram [ ] te kiezen en vervolgens op 1.
64
VQT0Y00
SET-UP
KLOKINST. WERELDTIJD GEH VOORK INST LCD SCHERM RICHTLIJN
SELEC
EXIT
1
/
5
n
0
MENU
Page 65
3 Op 3/4 drukken om [GEH
AUTO
VOORK INST] te kiezen en vervolgens op 1 drukken.
1
EXIT
/
5
n
0
MENU
SET-UP
KLOKINST. WERELDTIJD GEH VOORK INST LCD SCHERM RICHTLIJN
SELEC
4 Op 3/4 drukken om [C1], [C2] of
[C3] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
1
INST.
/
5
n
0
MENU
OFF
MENU
SET
SET-UP
KLOKINST. WERELDTIJD GEH VOORK INST LCD SCHERM RICHTLIJN
SELEC
5 Op 3 drukken om [JA] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
GEH VOORK INST
VOORK INST CAMST OVERSCHR ALS VOORK INST1 ?
JA
NEE
SELEC INST.
MENU
SET
MENU
• Wanneer [JA] geselecteerd is, wordt er over de instellingen die eerder opgeslagen waren geschreven.
• U kunt de volgende menuonderdelen niet opslaan omdat deze alle opnamefuncties beïnvloeden. – [KLOKINST.] – [RESETTEN] – [NR.RESET]
6 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
Gevorderd
Het maken van beelden in Klantfunctie
U kunt één van uw eigen instellingen die bij de condities van het beelden maken past en andere factoren uit de geregistreerde patronen die u eerder heeft opgeslagen als klantinstellingen selecteren.
1 Selecteer [ INGESTELD 1],
[ INGESTELD 2] of [ INGESTELD 3] met behulp van 3/4.
KLANT
INGESTELD 1
C
INGESTELD 2
INGESTELD 3
SELEC
• Wanneer 1 ingedrukt is, worden de menuinstellingen afgebeeld. (Wanneer 2 ingedrukt is, wordt er teruggekeerd naar het selectiescherm.)
VOORK.INST. 1
AUTO
AUTO
2
ANNUL
/
2
• Alleen de items van het hoofdmenu worden afgebeeld.
OFF
ON
INST.
MENU
EXIT
1
/
2
VOORK.INST. 2
OFF OFF OFF
MENU
OFF
1
/
2
SEC.
1
OFF
5
MIN.
INST.
2
/
2
MENU
65
VQT0Y00
Page 66
Gevorderd
2 Op [MENU/SET] drukken om de
instellingen erin te zetten.
Scènefunctie
3
MENU
SET
A: Het opslaan van de geselecteerde
klantinstellingen wordt afgebeeld op het scherm.
Wanneer u de menuinstellingen
verandert
Zelfs als de menuinstellingen tijdelijk veranderd worden met [ INGESTELD 1], [ INGESTELD 2] of [ INGESTELD 3] geselecteerd, zal wat geregistreerd is onveranderd blijven. Om te veranderen wat geregistreerd is, over de geregistreerde gegevens heen schrijven met behulp van [GEH VOORK INST] (P64) op het set-upmenu.
• Zelfs als de verjaardagsinstelling voor [BABY1]/[BABY2] (P72) in scènefunctie veranderd wordt, of de [REISDATUM] (P74) veranderd wordt, zal dit niet geregistreerd worden. Om de veranderde instelling te registreren,
[GEH VOORK INST]
op het set-upmenu gebruiken om de nieuwe instelling te regsitreren.
• Bij aanschaf, zijn de begininstellingen voor de programma-AE-functie [ ] geregistreerd in [ INGESTELD 1], [ INGESTELD 2] of [ INGESTELD 3].
Als u een scènefunctie kiest om een opname te maken van een beeld in een bepaalde situatie zal de camera automatisch de optimale belichting instellen en aanpassen voor de gewenste opname.
• P67 tot 73 raadplegen voor elk scènemenu.
1 Op 3/4 drukken om het
gewenste scènemenu te kiezen.
SCÈNE MODE
PORTRET
SCN
GAVE HUID LANDSCHAP SPORT
SELEC
SCÈNE MODE
NACHTPORTRET
SCN
NACHTL. SCHAP PANNING VOEDSEL
SELEC
• Druk op 4 in A om over te schakelen naar het volgende menuscherm.
• Als het [SCÈNE MODE] menu niet verschijnt, drukt u op [MENU/SET] om het [SCÈNE MODE] menu te openen.
• Wanneer u op 1 drukt, wordt er uitleg over elke scène afgebeeld. (Wanneer u op 2 drukt, keert het scherm terug naar het [SCÈNE MODE] menu.)
INST.
2/
INST.
1
/
5
MENU
5
MENU
2 Op [MENU/SET] drukken.
66
VQT0Y00
Page 67
Over de onderdelen in de
menuschermen
• Er zijn 5 menuschermen (1/5, 2/5, 3/5, 4/5 en 5/5).
• U kunt ook naar de menuschermen overschakelen vanaf welk menuonderdeel dan ook door de draaischijf op de voorkant te draaien.
SCÈNE MODE
SCN
SELEC
SCÈNE MODE
SCN
SELEC
PORTRET GAVE HUID LANDSCHAP SPORT
1
BABY1
2
BABY2
1/
SCÈNE MODE
SCN
MENU
INST.
SELEC
4/
SCÈNE MODE
SCN
MENU
INST.
SELEC
5
2/
NACHTPORTRET
SCÈNE MODE
NACHTL. SCHAP
SCN
PANNING VOEDSEL
INST.
SELEC
5
5/
SNEEUW H. GEVOELIGH.
INST.
5
3/
PAR T Y KAARSLICHT VUURWERK
MENU
STERRENHEMEL
INST.
5
MENU
MENU
• Wanneer u een opname maakt met een scènefunctie dat niet geschikt is voor dat doeleinde, kan de tint van het beeld verschillen van de werkelijke scène.
• Compenseer de belichting als u de helderheid van het beeld wenst te wijzigen (P53). (De belichting kan echter niet gecompenseerd worden in [STERRENHEMEL]).
•Op 2 drukken en vervolgens op 3/4 in het [SCÈNE MODE] menu drukken om het [OPNAME] menupictogram [ ] (P85) of het [SET-UP] menupictogram [ ] (P26) te kiezen en het gewenste onderdeel in te stellen.
• De volgende functies kunnen niet ingesteld worden in de scènefunctie omdat het toestel ze automatisch op de optimale instelling zet. – [WITBALANS] – [GEVOELIGHEID] – [HELDERHEID] – [KLEUR EFFECT] – [FOTO INST.]
[PORTRET]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P66) De achtergrond is wazig en de persoon op de voorgrond heeft een gezondere huidskleur.
3
5
Technieken voor portretten
Deze functie doeltreffender maken: 1 De zoomring zo ver mogelijk naar rechts
draaien.
2 Ga dicht bij het object staan om deze
functie beter te laten werken.
• Deze functie is alleen geschikt wanneer u opnamen buiten en overdag maakt.
[GAVE HUID]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P66) De camera zoekt het gezicht of een stukje huid om de huid zachter te laten lijken in de portretfunctie.
3
Technieken voor de
zachte-huidfunctie
Deze functie doeltreffender maken: 1 De zoomring zo ver mogelijk naar rechts
draaien.
2 Ga dicht bij het object staan om deze
functie beter te laten werken.
Gevorderd
67
VQT0Y00
Page 68
Gevorderd
• Deze functie is alleen geschikt wanneer u opnamen buiten en overdag maakt.
• Als er een gedeelte van de achtergrond e.d.enz. erg lijkt op de huidskleur, wordt dit gedeelte ook verzacht.
• Deze functie kan minder doeltreffend werken als het beeld onvoldoende helder.
[LANDSCHAP]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P66) De camera zal voorkeur geven aan een object dat verderop staat. U kunt hiermee opnamen maken van een wijd landschap.
• Stel de focusschakelaar in op [AF].
3
• Het focusbereik is 5 m tot ¶.
• De Flitsinstelling is vast ingesteld op UIT [ ].
• De AF-lamp is uitgeschakeld.
[SPORT]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P66) Stel hier in wanneer u beelden wilt maken van sportscènes of andere snelbewegende evenementen.
• Stel de focusschakelaar in op [AF].
3
• Deze functie is geschikt oor het maken van beelden van onderwerpen op een afstand van 5 m of meer.
• Wanneer u beelden maakt van een snelbewegend onderwerp binnen, doet de [ ] functie automatisch de ISO-gevoeligheid toenemen om wazigheid van het onderwerp e voorkomen.
• De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op [].
• De auto-bracket-functie is uitgeschakeld.
[NACHTPORTRET]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P66) Met deze functie kunt u opnamen maken van een object en een landschap met bijna werkelijke helderheid door de flits te gebruiken en de sluitertijd langzamer te zetten.
3
Technieken voor nachtportretten
• De flits gebruiken.
• Aangezien de sluitertijd langzamer wordt, raden we het gebruik van een statief en de zelfontspanner (P52) aan om opnamen te maken.
• Het object gedurende ongeveer 1 seconde stil laten staan nadat u de opname gemaakt hebt.
• We raden aan beelden te maken met de zoom ingesteld op Breed (1k) en een afstand van ongeveer 1,5 m van het onderwerp af.
68
VQT0Y00
Page 69
• Het focusbereik is 1,2 m tot 5 m. (Lees P50 voor het beschikbare flitsbereik om opnamen te maken.)
• Sluit de flits als u deze niet gebruikt.
• De ontspanner kan gesloten blijven (max. ongeveer 1 sec.) nadat u de opname hebt gemaakt voor de signaalverwerking. Dit is geen storing.
• Er kan ruis zichtbaar worden wanneer u opnamen maakt op donkere plekken.
• Wanneer u de flits gebruikt, wordt de langzame synch./Rode-ogenreductie [ ] gekozen en wordt de flits telkens geactiveerd.
• De instelling voor continu-AF is uitgeschakeld.
[NACHTL. SCHAP]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P66) Met deze functie kunt u een nachtelijk landschap levendig opnemen omdat de sluitertijd verkort wordt.
• Stel de focusschakelaar in op [AF].
3
Gevorderd
• Er kan ruis zichtbaar worden wanneer u opnamen maakt op donkere plekken.
• De flits is vast ingesteld op UIT [ ].
• De AF-lamp en de continue- AF-functie zijn uitgeschakeld.
[PANNING]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P66) Als u de camera beweegt om een voorwerp te volgen in één richting, zoals bijvoorbeeld een renner of een auto, wordt de achtergrond onscherp en blijft de camera scherpgesteld op het object. Dit effect heet “panning”. Met deze functie kunt u dit effect gemakkelijker bereiken.
3
Panningtechnieken
Om goede opnamen met panning te maken, dient u de camera in een horizontaal vlak te bewegen als u een opname maakt.
Technieken voor nachtlandschappen
• Aangezien de sluitertijd langzamer wordt (tot ongeveer 8 sec.) dient u een statief te gebruiken. We raden verder het gebruik van de zelfontspanner aan (P52) om deze opnamen te maken.
• Het focusbereik is 5 m tot ¶.
• De ontspanner kan gesloten blijven (max. ongeveer 8 sec.) nadat u de opname hebt gemaakt voor de signaalverwerking. Dit is geen storing.
1 Beweeg de camera zachtjes als u het
object volgt in de Zoeker.
2 Druk op de opspanknop terwijl u de
camera beweegt.
3 Beweeg de camera continu.
• Wij raden het volgende aan: – Als u de Zoeker gebruikt. (P44) – Als u een snel bewegend object kiest. – Als u prefocust. (P63) – Gebruik deze functie met de
burstfunctie. (P56) (U kunt gewoon de beste opnamen kiezen uit alle opnamen die u hebt gemaakt.)
69
VQT0Y00
Page 70
Gevorderd
• De sluitertijd wordt in de panningfunctie langzamer om het panningeffect te bereiken. Een gevolg daarvan is dat de opname soms te veel bewogen is.
• De panningfunctie werkt niet goed in de volgende situaties. – Op erg heldere zomerdagen. Wij raden
aan in dit geval een ND-filter (DMW-LND55; optioneel) te gebruiken. (P127)
– Als de sluitertijd op sneller dan
1/100t staat.
– Als u de camera te traag beweegt omdat
het object niet snel beweegt. (De achtergrond wordt in dit geval niet onscherp genoeg).
– Wanneer het toestel het onderwerp niet
op bevredigende wijze bijhoudt
• U kunt de stabilisatorfunctie niet instellen op [MODE2]. Als u deze instelt op [MODE1] kunt u alleen verticale golfbanden compenseren in de panningfunctie.
• De instellingen voor de AF-lamp en continu-AF zijn uitgeschakeld.
[VOEDSEL]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P66) Met deze functie kunt u opnamen maken van bijvoorbeeld voedsel dat er natuurlijk uitziet zonder de hinderlijke invloed van omgevingslicht in restaurants enz.
3
[PARTY]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P66) Kies deze functie als u opnamen wilt maken op een huwelijksreceptie, een feestje binnenshuis enz. Met flits en de langzamere sluitertijd kunnen zowel personen als de achtergrond opgenomen worden met een helderheid die lijkt op de werkelijke helderheid.
3
Technieken voor opnamen van
feesten
• Open de flits. (P48)
• Omdat de sluitertijd langzamer wordt, raden we het gebruik van een statief en de zelfontspanner (P52) aan voor deze opnamen.
• We raden aan beelden te maken met de zoom ingesteld op Breed (1k) en een afstand van ongeveer 1,5 m van het onderwerp af.
• De flitsinstelling kan ingesteld worden op Langzame synch./Rode-ogenreductie [ ] of Gedwongen AAN/ Rode-ogenreductie [ ].
[KAARSLICHT]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P66) Met deze functie kunt u opnamen maken bij kaarslicht.
• Het focusbereik is 5 cm(Breed)/2 m(Tele) tot ¶.
70
VQT0Y00
3
Page 71
Technieken voor de opnamen bij
15
kaarslicht
• Als u het kaarslicht goed gebruikt, kunt u mooie opnamen maken zonder de flits.
• We raden het gebruik van een statief en de zelfontspanner (P52) aan voor deze opnamen.
• Het focusbereik is 5 cm(Breed)/2 m(Tele) tot ¶.
• De flits kan ingesteld worden op Langzame synch./Rode-ogenreductie [ ] of Vast ingesteld op AAN/ Rode-ogenreductie [ ].
[VUURWERK]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P66) Met deze functie kunt u mooie opnamen maken van vuurwerk tegen een nachthemel.
3
Technieken voor opnamen van
vuurwerk
Wij raden de volgende stappen aan om te prefocussen op het punt waarop u de opnamen gaat maken zodat u klaar bent om opnamen te maken als het vuurwerk afgeschoten wordt.
1 Stel de focusschakelaar in op [MF] (P61) 2 Richt de camera op een object zoals een
licht dat zich op ongeveer dezelfde afstand bevindt van de camera als het punt waarop het vuurwerk zal worden afgeschoten.
3 Druk de [FOCUS] knop in totdat de
focusaanduiding (P31) gaat branden.
4 Richt de camera in de richting van het
vuurwerk en wacht.
5 Druk de ontspanknop helemaal in om de
opname te maken zodra het vuurwerk in de hemel is.
Gevorderd
• Als u de zoom gebruikt kunt u een verkeerde focusstand hebben. Herhaal de stappen 2 tot 5.
• We raden het gebruik van een statief aan.
• Het focusbereik is 5 m tot in de AF-functie. (Wij raden de stappen 1 tot 5 aan om te prefocussen.)
• De sluitertijd wordt de volgende. – Als u [OFF] instelt in de
stabilisatorfunctie voor optische beelden: Vast op 2 seconden
– Als u [MODE1] of [MODE2] instelt in de
stabilisatorfunctie voor optische beelden: 1/4t of 2 seconden (De sluitertijd wordt 2 seconden, alleen als de camera bepaalt dat er een beetje golfbeweging is zoals waneer u een statief gebruikt enz.)
• Histogrammen worden altijd oranje afgebeeld. (P47)
• De flits is vast ingesteld op UIT [ ].
• De AF-lamp en de continue-AF-functie zijn uitgeschakeld.
[STERRENHEMEL]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P66) Met deze functie kunt u levendige opnamen maken van een sterrenhemel of een donker object dat u niet kunt opnemen met de [NACHTL. SCHAP] door de sluitertijd langzamer te maken.
3
15
71
VQT0Y00
Page 72
Gevorderd
De sluitertijd instellen
• Kies een sluitertijd van [15 SEC.], [30 SEC.] of [60 SEC.].
1 Op 3/4 drukken om het
menuonderdeel te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
STERRENHEMEL
15 SEC.
30 SEC. 60 SEC.
ANNUL
SELEC INST.
MENU
2 Opnamen maken.
15
MENU
ANNUL
• Op de ontspanknop drukken om het aftelscherm af te beelden. Het toestel niet bewegen als dit scherm afgebeeld wordt. Wanneer het aftellen eindigt, verschijnt [AUB WACHTEN...] net zolang als de ingestelde sluitertijd duurt om de signalen te verwerken.
• Druk op [MENU/SET] om te stoppen met de opname terwijl de aftelling op het scherm staat.
Technieken voor opnamen van
sterrenhemels
• De ontspanner opent zich gedurende 15, 30 of 60 seconden. Gebruik een statief. Wij raden verder aan de opnamen te maken met de zelfontspanner. (P52)
• Wij raden aan op voorhand scherp te stellen (P63) op een ander object zoals een heldere ster of een licht in de verte waarop u gemakkelijk kunt scherpstellen.
• Histogrammen worden altijd oranje afgebeeld. (P47)
• De continue-AF-functie wordt uitgeschakeld.
• De flitsinstelling is vast ingesteld op UIT [].
• De optische beeldstabilisator is vast ingesteld op [OFF].
• U kunt de belichting niet compenseren en u kunt [AUDIO OPNAME], auto bracket, burstfunctie, continue AF niet instellen.
72
VQT0Y00
1
[BABY1]/
2
[BABY2]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en een scènefunctie te selecteren. (P66) Met deze functie kunt u opnamen maken
van een baby met mooi kleurtje. Als u de flits gebruikt zal het licht ervan zwakker zijn dan normaal. U kunt de verjaardagen van twee baby’s instellen met behulp van [BABY1] en
[BABY2].
• De leeftijd van de baby kan afgebeeld worden wanneer u beelden terugspeelt.
• De leeftijd kan ook afgedrukt worden met het programma [LUMIX Simple Viewer] of [PHOTOfunSTUDIO-viewer-] die op de CD-ROM (meegeleverd) staat. (Voor informatie over afdrukken, de aparte gebruiksaanwijzingen voor aansluiting op de PC raadplegen.)
Het afbeelden van de leeftijd instellen
• Als u de leeftijd wenst af te beelden, stelt u de geboortedatum op voorhand in geboortedatum met [MET LEEFTIJD] waarna u op [MENU/SET] drukt.
• Als u niet wilt dat de leeftijd afgebeeld wordt, [ZONDER LEEFTIJD] kiezen en op [MENU/SET] drukken.
1
9
mnd.
10
10:00 1.DEC.2006
dg.
3
1
BABY1
MET LEEFTIJD
ZONDER LEEFTIJD
INST. GEB DATUM
SELEC INST.
ANNUL
MENU
Geboortedatum instellen 1 Op 3/4 drukken om
[INST. GEB DATUM] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
2 Wanneer het bericht
[GEBOORTEDATUM VAN BABY INSTELLEN] verschijnt, het onderdeel (Jaar/Maand/Dag) kiezen met 2/1 en de geboortedatum instellen met 3/4.
3 Op [MENU/SET] drukken om het
instellen te eindigen.
Page 73
• Als u [MET LEEFTIJD] kiest zonder de geboortedatumgeboortedatum eerst in te stellen, verschijnt er een waarschuwing. Druk op [MENU/SET] en stel de geboortedatumgeboortedatum in volgens de stappen
2 en 3 hierboven.
• Het focusbereik is 5 cm(Breed)/2 m(Tele) tot ¶.
• De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op [ ].
• De auto-bracket-functie is uitgeschakeld.
• Als u het toestel aanzet in [BABY1]/ [BABY2] in de scènefunctie of als u naar [BABY1]/[BABY2] schakelt vanuit andere scènefuncties, worden de leeftijd en huidige datum en tijd gedurende ongeveer 5 seconden afgebeeld onderaan op het scherm.
• De stijl van de geboortedatum op het scherm verschilt naar gelang vande taalinstelling in de opnamefunctie.
• De stijl van de weergave tijdens het afdrukken kan verschillen van de weergavestijl op het scherm.
• De geboortedatum wordt afgebeeld als [0 mnd. 0 dg.].
• Als de leeftijd niet juist afgebeeld wordt, controleert u de klok en de geboortedatuminstellingen.
• Als het toestel ingesteld is op [ZONDER LEEFTIJD], wordt de leeftijd niet opgenomen zelfs als de tijd en geboortedatum ingesteld zijn. Dit betekent dat de leeftijd niet ingesteld kan worden zelfs als het toestel ingesteld is op [MET LEEFTIJD] na het maken van opnamen.
• [RESETTEN] gebruiken in het [SET-UP] menu om de geboortedatum opnieuw in te stellen. (P29)
Gevorderd
[SNEEUW]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P66) Deze functie zal de witbalans en de belichting bijstellen om de sneeuw zo wit mogelijk te doen lijken.
3
[H. GEVOELIGH.]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P66) Dit initieert hoge-gevoeligheidprocessering en stelt onderwerpen in staat om op de foto te komen op de ISO 3200 gevoeligheid.
3
• De resolutie neemt enigszins af met de hoge gevoeligheidsfunctie. Dit is geen storing.
• Het focusbereik is 5 cm(Breed)/2 m(Tele) tot ¶.
• U kunt beelden maken die geschikt zijn voor 4qk6q/10k15 cm afdrukken.
• De flits is vast ingesteld op UIT [ ].
• De kwaliteit kan net ingesteld worden op [RAW].
• De extra optische zoom en de digitale zoom kunnen niet gebruikt worden.
73
VQT0Y00
Page 74
Gevorderd
10
De dag van uw vakantie opslaan waarop u de foto maakt
Als u vertrekdatum op voorhand instelt, kunt u opslaan op welke dag van uw vakantie u de foto neemt.
• Als u een foto opnieuw bekijkt,staat erop op welke dag van uw vakantie de foto gemaakt is.
100_0001
1/3
1E DAG
10:00 2.DEC.2006
A: Het aantal dagen dat verstreken is sinds
de vertrekdatum
• Het aantal dagen dat verstreken is sinds de vertrekdatum kan ook afgedrukt worden op elke foto met het programma [LUMIX Simple Viewer] of [PHOTOfunSTUDIO-viewer-] die op de CD-ROM (meegeleverd) staan. (Voor informatie over afdrukken, de aparte gebruiksinstructies voor aansluiting op de PC raadplegen.)
De reisdatum instellen
(De volgende schermen worden afgebeeld wanneer programma AE functie [ ] geselecteerd is.)
1 Druk op [MENU/SET] en dan op
2.
1
EXIT
AUTO
AUTO
/
5
MENU
SET
10
MENU
OPNAME
WITBALANS WB INSTELLEN GEVOELIGHEID ASPECTRATIO FOTO RES.
SELEC
2 Op 4 drukken om het [SET-UP]
menupictogram [ ] te kiezen en vervolgens op 1 drukken.
1
EXIT
/
5
n
0
MENU
SET-UP
KLOKINST. WERELDTIJD GEH VOORK INST LCD SCHERM RICHTLIJN
SELEC
3 Op 3/4drukken om
[REISDATUM] te kiezen en vervolgens op 1 drukken.
2
INST.
/
5
OFF
SET
OFF
5MIN.
MF1
MENU
SET-UP
REISDATUM
AUTO REVIEW WEERG OP LCD BATT. BESP.
MF ASSIST
SELEC
4 Druk op 4 om [SET] te kiezen en
dan op [MENU/SET].
2
INST.
/
5
OFF
OFF
SET
1SEC.
OFF
5MIN.
MENU
MF1
MENU
SET
SET-UP
REISDATUM
AUTO REVIEW WEERG OP LCD BATT. BESP.
MF ASSIST
SELEC
5 Druk op 3/4/2/1 om de datum
te kiezen.
REISDATUM
GELIEVE DE VERTREKDATUM INSTELLEN
2006
2
DEC..
MENU
EXIT
EXIT
MENU
INST.
SELECT
SELEC
2/1: Selecteer het gewenste
onderdeel.
3/4: Stel het jaar, de maand en de
datum in.
74
VQT0Y00
Page 75
6 Twee keer op [MENU/SET]
drukken om het menu te sluiten.
7 Een opname maken.
3
1E DAG
10:00 2. DEC. 2006
A:Het aantal dagen dat verstreken is sinds
de vertrekdatum
• De huidige datum en tijd en dag van uw vakantie verschijnen ongeveer 5 seconden onderaan op het scherm als de camera aan wordt gezet en de reisdatum is ingesteld, als u de klok, de vertrekdatum of de reisdatum instelt; als u de wereldtijdinstelling wijzigt en als u overschakelt van de terugspeelfunctie naar een andere functie.
• Wanneer [REISDATUM] ingesteld is, verschijnt [ ] onderaan rechts op het scherm.
De vertrekdatum wissen
Als u [REISDATUM] ingesteld laat op [SET] zal het aantal dagen dat verstrijkt vanaf de vertrekdatum, steeds opgeslagen worden. Als de vakantie gedaan is, stelt u [REISDATUM] in op [OFF] op het scherm van stap [MENU/SET].
4 en drukt u twee keer op
Gevorderd
• De ingestelde vertrekdatum wordt opgeslagen zelfs als het toestel uit wordt gezet.
• Als u een vertrekdatum hebt ingevoerd en u maakt een opname op een datum voor deze vertrekdatum, verschijnt een oranje [-] (minteken) en wordt de dag van de vakantie waarop u deze opname hebt gemaakt, niet opgeslagen.
• Als u een vertrekdatum instelt en de klokinstelling wijzigt op de datum en tijd van uw reisbestemming, verschijnt een wit [-] (minteken) en wordt de dag van de vakantie waarop u deze opname hebt gemaakt, niet opgeslagen als de datum van uw reisbestemming bijvoorbeeld één dag vroeger valt dan bijvoorbeeld de ingestelde vertrekdatum.
• Als u [REISDATUM] instelt op [OFF] zal het aantal dagen dat verstrijkt sinds de vertrekdatum niet opgeslagen worden, ook niet als u de reisdatum of de klok hebt ingesteld. Ook als u [REISDATUM] instelt op [SET] nadat u opnamen hebt gemaakt, zal op het scherm niet vermeld worden op welke dag van de vakantie u deze opnamen hebt gemaakt.
• Als u een vertrekdatum instelt zonder de klok te programmeren, verschijnt de melding [AUB KLOK INSTELLEN]. Programmeer dus de klok. (P25)
• De reisdatum wordt berekend aan de hand van de manier waarop de klok is ingesteld (P25) en de vertrekdatum die u hebt ingevoerd. Als u [WERELDTIJD] (P76) instelt op de reisbestemming, wordt de reisdatum berekend aan de hand van de datum in de klokinstelling en de reisbestemminginstelling.
75
VQT0Y00
Page 76
Gevorderd
10
De tijd van uw reisbestemming weergeven (World Time)
Als u uw eigen woongebied instelt en het gebeid van uw reisbestemming als u bijvoorbeeld in het buitenland reist, kunt u de plaatselijke tijd op de plaats van uw vakantie afbeelden op het scherm en op de opnamen.
• Kies [KLOKINST.] om de huidige datum en tijd op voorhand in te stellen. (P25)
1 Druk op [MENU/SET] en dan op
2.
1
OPNAME
WITBALANS WB INSTELLEN GEVOELIGHEID ASPECTRATIO FOTO RES.
SELEC
2 Druk op 4 om het [SET-UP]
menupictogram [ ] te kiezen en vervolgens op 1
SET-UP
KLOKINST. WERELDTIJD GEH VOORK INST LCD SCHERM RICHTLIJN
SELEC
3 Druk op 3/4 om [WERELDTIJD]
te kiezen en vervolgens op 1.
SET-UP
KLOKINST. WERELDTIJD GEH VOORK INST LCD SCHERM RICHTLIJN
SELEC
/
5
MENU
AUTO
SET
AUTO
10
MENU
EXIT
.
1
/
5
n
0
MENU
EXIT
1
/
5
n
0
MENU
EXIT
• Als u de wereldtijd voor het eerst instelt, verschijnt de melding [GELIEVE DE THUISZONE INSTELLEN]. Als deze melding verschijnt, drukt u op [MENU/ SET] en begint u met instellen in het scherm dat u in de stap 2 ziet in “Woongebied instellen [HOME]”.
Woongebied instellen [HOME]
(Voer de stappen
1, 2 en 3 uit.)
1 Druk op 4 om [HOME] te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET].
WERELDTIJD
BESTEMMING HOME
10:00 DEC. 1.2006
ANNUL
SELEC
INST.
MENU
MENU
SET
2 Druk op 2/1 om uw huidige
verblijfplaats te kiezen en dan op [MENU/SET].
10:00
Berlin Paris Rome Madrid
GMT+1:00
SELEC INST.
ANNUL
MENU
SET
MENU
• De huidige tijd verschijnt bovenaan links op het scherm en het verschil met de GMT-tijd “Greenwich Mean Time” verschijnt onderaan links op het scherm.
• Als in uw eigen gebied het zomeruur wordt gebruikt [ ], drukt u op 3. Druk opnieuw op 3 om terug te keren naar de originele tijd.
• Als u het zomeruur instelt voor uw woongebied, betekent dit niet dat de huidige tijd een uur vooruit wordt gezet. Zet zelf de klok één uur vooruit. (P25)
76
VQT0Y00
Page 77
Het instellen van het woongebied
afronden
• Als u uw woongebied voor het eerst instelt, keert het scherm terug naar het scherm dat u ziet in de stap 1 van de functie “Woongebied instellen [HOME]” als u op [MENU/SET] drukt om uw huidige locatie in te stellen. Druk op 2 om terug te keren naar het scherm van stap
3 en
druk dan op [MENU/SET] om het menu te sluiten.
• Als u uw woongebied een volgende keer instelt, keert het scherm van stap
3 terug
als u [MENU/SET] indrukt om uw huidige locatie in te stellen. Druk opnieuw op [MENU/SET] om het menu te sluiten.
De reisbestemming instellen
(Voer hiervoor de stappen
1, 2 en 3 uit.)
1 Druk op 3 om [BESTEMMING] te
kiezen en vervolgens op [MENU/SET].
.
WERELDTIJD
BESTEMMING HOME
--:-- --.--.----
ANNUL SELEC
INST.
MENU
SET
MENU
A:Afhankelijk van de instelling verschijnt
de tijd in uw vakantiebestemmingsgebied of uw eigen woongebied op het scherm.
• Als u het gebied van uw reisbestemming voor het eerst instelt, worden de datum en de tijd afgebeeld zoals u op de schermafbeelding hierboven ziet.
2 Druk op 2/1 om de zone van uw
reisbestemming te kiezen en dan op [MENU/SET].
10:00 18:00
Gevorderd
• De huidige tijd die geldt voor de gekozen reisbestemming verschijnt rechts bovenaan op het scherm terwijl het verschil tussen de tijd in uw eigen woongebied en het gebied van uw reisbestemming onderaan links op het scherm staat.
• Als het zomeruur [ ] gebruikelijk is in uw eigen woongebied, drukt u op 3. (De tijd wordt met één uur vooruit gezet.) Druk weer op 3 om terug te keren naar de originele tijd.
• De namen van de grootste steden in het gekozen gebied verschijnen op het scherm. Onderaan links op het scherm ziet u ook het tijdverschil tussen het gekozen gebied en uw eigen woongebied. (Lees P78 voor informatie over de namen van de belangrijkste steden die op het scherm verschijnen.)
3 Druk op [MENU/SET] om te sluiten.
1
EXIT
/
5
MENU
SET
n
0
MENU
SET-UP
KLOKINST. WERELDTIJD GEH VOORK INST LCD SCHERM RICHTLIJN
SELEC
• Het pictogram [ ] wordt [ ] als u de reisbestemming hebt ingesteld.
• Zet de instelling weer op [HOME] als uw vakantie afgelopen is met de stappen
1,
2, 3 en de stappen 1 en 2 van de
functie “Woongebied instellen [HOME]”.
• Als uw reisbestemming niet in de lijst van gebieden op het scherm staat, stelt u het tijdverschil tussen uw eigen zone en uw reisbestemming in.
Seoul Tokyo
SELEC
+8:00
ANNUL
INST.
MENU
SET
MENU
77
VQT0Y00
Page 78
Gevorderd
Mogelijke plaatsnamen voor de Wereldtijdinstellingen
Offset GMT Plaatsnaam in lijst
-11 Midway Islands Samoa
-10 Hawaii Honolulu Tahiti
-9 Alaska Anchorage
-8 Vancouver Seattle Los Angeles
-7 Denver Phoenix
-6 Chicago Houston Mexico City
-5 Toronto New York Miami Lima
-4 Caracas Manaus La Paz
-3:30 Newfoundland
-3 Rio de Janeiro Sao Paulo Buenos Aires
-2
-1 Azores 0 London Casablanca
+1 Berlin Paris Rome Madrid +2 Helsinki Athens Cairo Johannesburg +3 Moscow Kuwait Riyadh Nairobi
+3:30 Tehran
+4 Dubai Abu Dhabi
+4:30 Kabul
+5 Islamabad Karachi Male +5:30 Delhi Kolkata Mumbai Chennai +5:45 Kathmandu
+6 Dacca Colombo +6:30 Yangon
+7 Bangkok Jakarta
+8 Beijing Hong Kong Kuala Lumpur Singapore
+9 Seoul Tokyo +9:30 Adelaide
+10 Guam Sydney +11 Solomon Islands New Caledonia +12 Fiji Auckland Wellington
+12:45
¢ “GMT” is een afkorting van “Greenwich Mean Time”.
Fernando de Noronha
Chatham Islands
78
VQT0Y00
Page 79
Bewegende beelden
10
10
1 Druk de opspanknop half in om
scherp te stellen en druk hem dan helemaal in om opnamen te maken.
R 21
s
5
s
• Is de scherpte ingesteld dan gaat de betreffende aanduiding branden.
• De lensopening is vastgesteld op de instelling (van het eerste frame) wanneer de opname gestart wordt.
• De beschikbare opnametijd A verschijnt op het display rechts boven en de voorbije opnametijd Bstaat onderaan rechts. 1 uur 20 minuten en 30 seconden verschijnen als [1h20m30s].
• De beschikbare opnametijd en de voorbije opnametijd zijn correct bij benadering.
• De geluidsopname start tegelijkertijd met de ingebouwde microfoon.
• Als u de focusring of zoomring draait terwijl u bewegende beelden opneemt, kan er een knarsend geluid opgenomen worden.
2 De ontspanknop helemaal
indrukken om de opname te stoppen.
• Als de kaart vol raakt tijdens het opnemen, stopt het toestel automatisch met opnemen.
Gevorderd
De aspectratio en de beeldkwaliteit
wijzigen
1 Op [MENU/SET] drukken. 2 Op 3/4 drukken om
[ASPECTRATIO] te kiezen en vervolgens op 1 drukken.
1
OPNAME
WITBALANS WB INSTELLEN ASPECTRATIO FOTOMODE HELDERHEID
SELEC
INST.
/
3
AUTO
10
MENU
3 Op 3/4 drukken om het
onderdeel te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
4 Op 3/4 drukken om
[FOTOMODE] te kiezen en vervolgens op 1 drukken.
1
OPNAME
WITBALANS WB INSTELLEN ASPECTRATIO FOTOMODE HELDERHEID
SELEC
INST.
/
3
AUTO
10
MENU
5 Op 3/4 drukken om het
onderdeel te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
Als u [ ] hebt gekozen in het scherm van stap 2
Onderdeel Beeldresolutie fps [30fpsVGA] [10fpsVGA] 10
[30fpsQVGA] [10fpsQVGA]
640k480 pixels
320k240 pixels
30
30 10
79
VQT0Y00
Page 80
Gevorderd
Als u [ ] hebt gekozen in het scherm van stap 2
Onderdeel Beeldresolutie fps [30fps16:9] [10fps16:9] 10
848k480 pixels
30
• fps “frames per seconde”; Dit verwijst naar het aantal frames gebruikt in 1 seconde.
• U kunt zachtere beeldopnamen maken met “30 fps”.
• U kunt langere beeldopnamen maken met “10 fps” maar de kwaliteit is wel minder.
• Met [10fpsQVGA] blijft het bestand klein. Daarom is deze grootte geschikt voor verzending per e-mail.
6 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten.
Het focusbereik is 30 cm [AF MACRO: 5 cm] (Breed)/2 m (Tele) tot ¶.
• P140 raadplegen voor informatie over de beschikbare opnametijd.
• De beschikbare opnametijd is correct bij benadering. (De tijd hangt af van de opnamecondities en de geheugenkaart die u gebruikt.)
• De beschikbare opnametijd wijzigt afhankelijk van de objecten.
• De beschikbare opnametijd die afgebeeld wordt op het scherm zou niet op regelmatige wijze af kunnen lopen.
• Bewegende beelden kunnen niet zonder geluid opgenomen worden.
• Dit apparaat kan geen bewegende beelden opslaan op MultiMediaCards.
• Wanneer u de beeldkwaliteit instelt op [30fpsVGA] of [30fps16:9] raden we het gebruik aan van een high-speedf-SD-geheugenkaart met “10MB/s” of meer (op de verpakking).
• Afhankelijk van het type SD-geheugenkaart of SDHC-geheugenkaart kan het opnemen halverwege stoppen.
• We raden het gebruik aan van een SD-geheugenkaart/ SDHC-geheugenkaart van Panasonic.
• Afhankelijk van het type SD-geheugenkaart of SDHC-geheugenkaart kan de kaarttoegangsaanduiding even verschijnen na het opnemen van bewegende beelden. Dit is geen storing.
• Als bewegende beelden die met dit toestel opgenomen zijn, teruggespeeld worden op andere apparatuur, kan het zijn dat de kwaliteit van beelden en geluiden achteruit gaat of dat beelden niet teruggespeeld kunnen worden. Het kan ook gebeuren dat bepaalde opslaginformatie niet correct op het scherm wordt weergegeven.
• In de bewegende-beeldenfunctie [ ], kunt u de richtingfunctie en de overzichtsfunctie niet gebruiken.U kunt in [MODE2] de optische stabilisator niet instellen.
• De bijbehorende software bevat QuickTime om bestanden met bewegende beelden die opgenomen zijn met dit toestel terug te spelen op een PC.
80
VQT0Y00
Page 81
Meervoudige schermen afbeelden
(Meervoudig terugspelen)
1 Draai de draaischijf voorop naar
links om de veelvoudige beelden af te beelden.
(Scherm wanneer er 9 schermen afgebeeld worden)
1.DEC .
2006
1/14
MENU
ANNUL
1 scherm>9 schermen> 25 schermen> Schermdisplay
• Nadat de veelvoudige schermen afgebeeld worden, de draaischijf op de voorkant verder naar links draaien om 25 schermen en het kalenderscherm (P82) af te beelden. Draai de draaischijf op de voorkant naar rechts om terug te gaan naar het vorige scherm.
• Wanneer u naar meervoudige schermen schakelt, verschijnt er een schuifbalk A. U kunt de locatie van het afgebeelde beeld in alle opgenomen opnamen bevestigen met deze schuifbalk.
2 Op 3/4/2/1 drukken om een
beeld te kiezen.
1.DEC .
2006
5/14
MENU
ANNUL
Gevorderd
• De opnamedatum en het nummer van het gekozen beeld verschijnen samen met het totaal aantal gemaakte opnamen.
• Afhankelijk van het opgenomen beeld en de instellingen, kunnen de volgende pictogrammen verschijnen. –[ ] (Favorieten)
– [ ] (Bewegend beeld) – [ ] ([BABY1]/[BABY2] in
scènefunctie) – [ ] (Vertrekdatum) – [ ] (Flipanimatie)
Voorbeelden van 25 schermen
1/301.DEC.
2006
CAL
ANNUL
MENU
Om terug te keren naar normaal
terugspelen
Draai de draaischijf op de voorkant naar rechts of druk op de [MENU] knop.
• Het beeld krijgt een oranje rand.
Een beeld wissen tijdens meervoudig
terugspelen
1 Op 3/4/2/1 drukken om een beeld te
kiezen en vervolgens op [ ] drukken.
2 Op 3 drukken om [JA] te kiezen. 3 Op [MENU/SET] drukken.
• Zelfs als de aanduidingen op het scherm uitstaan in de normale terugspeelfunctie (P44), verschijnt de opname-informatie enz. op het scherm in meervoudig terugspelen. Als u terugkeert naar het vorige scherm, worden de aanduidingen op het scherm afgebeeld net als tijdens de normale terugspeelfunctie.
• Beelden zullen niet afgebeeld worden in de gedraaide richting zelfs als [LCD ROTEREN] ingesteld is op [ON]. (P110)
81
VQT0Y00
Page 82
Gevorderd
Beelden afspelen volgens opnamedatum
(Kalenderplayback)
Met de kalenderplaybackfunctie kunt u opnamen afspelen volgens de opnamedatum.
1 Draai de draaischijf op de
voorkant naar links om het kalenderscherm af te beelden.
SUN
MON
TUE
WED
THU FRI SAT
2
3 45 78 9
10 12 13 14 15 16
11
17 18 19 20 21 222923
31
DAG INST.MAAND
• De opnamedatum van de opname die u op het scherm kiest wordt de gekozen datum als u eerst het kalenderscherm afbeeldt.
• Als er meerdere opnamen zijn met dezelfde datum, verschijnt eerst de eerst gemaakte opname van die datum.
• De kalender wordt per maand afgebeeld.
2 Op 3/4/2/1 drukken om de
datum te kiezen.
2/1: Kies de datum 3/4: Kies de maand
• Als er geen opnamen tijdens een bepaalde maand zijn gemaakt, verschijnt deze maand niet.
3 Druk op [MENU/SET] om de
opnamen af te beelden die u op de gekozen datum hebt gemaakt.
82
VQT0Y00
1
6
3024 25 26 27 28
2006
MENU
1.DEC .
2006
5/14
MENU
SET
CAL
ANNUL
MENU
• De opnamen die u op de gekozen datum hebt gemaakt, verschijnen in 9 terugspeelschermen.
• Draai de draaischijf op de voorkant naar links om terug te keren naar het kalenderscherm.
4 Druk op 3/4/2/1 om een
opname te kiezen en druk dan op [MENU/SET].
• De gekozen afbeelding verschijnt in het 1 e playbackscherm.
Terugkeren naar het playbackscherm.
Nadat het kalenderscherm afgebeeld is, de draaischijf op de voorkant naar rechts draaien om 25 schermen, 9 schermen en het 1 scherm af te beelden. (P81)
• De opnamen worden afgebeeld zonder gedraaid te worden ook als u [LCD ROTEREN] op [ON] hebt ingesteld. (P110)
• U kunt de kalender weergeven van januari 2000 tot december 2099.
• Als de opnamedatum van de opname die u hebt gekozen in het terugspeelmenu het terugspeelmenu met 25 schermen niet tussen januari 2000 en december 2099 valt, zal de camera automatisch de oudste datum weergeven.
• Als u opnamen maakt nadat u de reisbestemming hebt ingesteld in [WERELDTIJD] (P76), worden deze opnamen afgebeeld met de data van de reisbestemming in de kalenderterugspeelfunctie.
• Beelden die u bewerkt met een PC of andere apparatuur kunnen afgebeeld worden met data die verschillen van de eigenlijke opnamedata.
• Als u de datum van de camera niet hebt ingesteld (P27), is de opnamedatum ingesteld op 1 januari 2006.
Page 83
De terugspeelzoom gebruiken
1 Draai de draaischijf op de
voorkant naar rechts om het beeld uit te vergroten.
2X
4X ANNUL
• Wanneer u de draaischijf op de voorkant naar links draait nadat het beeld vergroot is, wordt de vergroting minder. Wanneer u de draaischijf op de voorkant naar rechts draait, verhoogt de vergroting.
• Wanneer u de vergroting wijzigt, verschijnt de aanduiding van de zoomstand A gedurende ongeveer 1 seconde om de stand van de vergrootte sectie te controleren.
2 Op 3/4/2/1 drukken om de
stand te wijzigen.
2X
WISSEN
Gevorderd
De terugspeelzoom annuleren
Draai de draaischijf op de voorkant naar links of druk op [MENU/SET].
Een opname wissen tijdens de
terugspeelzoom 1 Op [ ] drukken. 2 Op 3 drukken om [JA] te kiezen. 3 Op [MENU/SET] drukken.
• Zelfs als de aanduidingen op het scherm
uitstaan in normale de terugspeelfunctie (P44), verschijnen de vergroting en de handeling op het scherm wanneer de terugspeelzoom geactiveerd is. U kunt schakelen tussen het afbeelden of niet afbeelden van de aanduidingen op het scherm door op [DISPLAY] te drukken. Wanneer u de vergroting op 1k instelt, worden de aanduidingen op het scherm afgebeeld als in de normale terugspeelfunctie.
• Hoe meer het beeld vergroot wordt, hoe
slechter de kwaliteit ervan wordt.
• Gebruik de bijwerkfunctie om het vergrote
beeld op te slaan. (P115)
• Het kan zijn dat de terugspeelzoom niet
werkt als de opnamen met andere apparatuur zijn gemaakt.
4X
ANNUL
WISSEN
• Wanneer u de af te beelden positie verplaatst, verschijnt de aanduiding van de zoomstand gedurende ongeveer 1 seconde.
83
VQT0Y00
Page 84
Gevorderd
Bewegende beelden terugspelen/Beelden met geluid
Beelden met geluid
Op 2/1 drukken om het beeld te kiezen met het geluidspictogram [ ] en vervolgens op 4 drukken om het beeld met geluid terug te spelen.
Bewegende beelden
Druk op 2/1 om een beeld te kiezen met het pictogram van een bewegend beeld [ ]/[ ]/ [ ]/[ ]/[ ]/[ ] en druk op 4 om dit af te spelen.
100_0001
WEERG. BEW. BEELDEN
10:00 1. DEC. 2006
1/3
25s
• De opnametijd van de bewegende-beeldopname A verschijnt op het display. Als het terugspelen start, verdwijnt de opnametijd en verschijnt de verstreken terugspeeltijd rechts boven op het display. 1 uur 20 minuten en 30 seconden verschijnen als [1h20m30s].
• De cursor die afgebeeld wordt tijdens het terugspelen is dezelfde als 3/4/2/1.
• Opnieuw op 4 drukken om het terugspelen van bewegende beelden te stoppen en terug te keren naar het normale terugspeelscherm.
Snel vooruit spoelen/Snel achteruit spoelen
Blijven drukken op 2/1 tijdens het terugspelen van bewegende beelden.
2: Snel achteruit 1: Snel vooruit
• Het toestel keert terug naar de normale terugspeelfunctie van bewegende beelden als 2/1 vrijgegeven wordt.
Pauze invoeren
Op 3 drukken tijdens het terugspelen van bewegende beelden.
• Druk opnieuw op 3 om pauze te wissen.
84
VQT0Y00
10:00 1.
100_0001
DEC
.
1/3
2006
AUDI O AFSPELEN
• Lees [AUDIO OPNAME] (P92) en [AUDIO DUB.] (P114) voor informatie over hoe u niet bewegende opnamen maakt met geluid.
• U kunt het geluid horen uit de speaker. Lees [VOLUME] (P29) voor informatie over hoe u het volume regelt in het [SET-UP] menu.
• Het formaat dat met dit toestel teruggespeeld kan worden is QuickTime Motion JPEG.
• Vergeet niet dat het programma Quick Time meegeleverd wordt om bestanden van bewegende beelden die gemaakt zijn met het toestel terug te spelen op een PC. (P120)
• Sommige Quick Time Motion JPEG-bestandendie opgenomen zijn met een PC of andere apparatuur kunnen niet met dit toestel teruggespeeld worden.
• Als u bewegende beelden terugspeelt die opgenomen zijn met andere apparatuur kan de beeldkwaliteit slechter worden of kunnen de opnamen niet teruggespeeld worden.
• Met een hoge-vermogenskaart is het mogelijk dat de snel-achteruitterugspoelfunctie langzamer dan normaal gaat.
• De volgende functies kunt u niet gebruiken met bewegende beelden en opnamen met geluid. – Terugspeelzoom
(Terwijl u terugspeelt of de beweging stopt van opnamen en terwijl u geluid afspeelt)
– [LCD ROTEREN]/[ROTEREN]/
[AUDIO DUB.] (Bewegend beeld)
– [NW. RS.]/[BIJWERKEN]/
[ASPECT CONV.]
Page 85
Menu-instellingen
10
10
Het functiemenu [OPNAME] gebruiken
De opnamemogelijkheden verhogen door kleureffecten, beeldbijstellingen enzovoort in te stellen enz.
• De functieknop instellen op de gewenste opnamefunctie.
• Menuonderdelen verschillen afhankelijk van de functie die gekozen is met de instelknop (P5). Op deze pagina wordt beschreven hoe u [AUDIO OPNAME] instelt in de AE-programmafunctie [ ]. (Lees P86 tot 106 voor elk menuonderdeel.)
• Kies [RESETTEN] in het [SET-UP] menu om de menu-instellingen weer in te stellen zoals deze waren op het ogenblik van de aankoop. (P29)
1 Op [MENU/SET] drukken. 2 Op 3/4 drukken om het
menuonderdeel te kiezen.
1
EXIT
EXIT
AUTO
AUTO
10
2
OFF
OFF
/
5
MENU
/
5
MENU
OPNAME
WITBALANS WB INSTELLEN GEVOELIGHEID ASPECTRATIO FOTO RES.
SELEC
OPNAME
KWALITEIT AUDIO OPNAME HELDERHEID AF MODE CONTINU AF
SELEC
• Druk op 4 in A om over te schakelen naar het volgende menuscherm.
Menu-instellingen
3 Op 1 drukken, op 3/4 drukken
om de instelling te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
2
INST.
/
5
OFF
OFF
ON
OFF
MENU
MENU
SET
OPNAME
KWALITEIT AUDIO OPNAME HELDERHEID AF MODE CONTINU AF
SELEC
4 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten.
Over de onderdelen in de
menuschermen
• Er zijn 5 menuschermen (1/5, 2/5, 3/5, 4/5 en 5/5).
• U kunt van menuschermen schakelen vanuit een menuonderdeel via de draaischijf op de voorkant.
1
OPNAME
KWALITEIT AUDIO OPNAME HELDERHEID
EXIT
AF MODE CONTINU AF
SELEC
/
5
AUTO
AUTO
OPNAME
10
MODE
AF ASS. LAMP
MENU
FOC./AE-VRG. DIR. EXP. COMP.
EXIT
DIG. ZOOM KLEUR EFFECT
SELEC
2
/
5
3
/
OFF
5
ON
Focus/AE
OPNAME
OFF
OFF
FOTO INST.
MENU
OFF
FLIP ANIM.
OPNAME
OFF
CONVERSIE
MENU
EXIT
EXT. FLITS EX.FLITS BURST
SELEC
SELEC EXIT
KLOKINST.
EXIT
4
/
5
OFF
PRESET
OFF
MENU
5
/
5
MENU
OPNAME
WITBALANS WB INSTELLENADJUST. GEVOELIGHEID ASPECTRATIORATIO FOTO
SELEC
85
VQT0Y00
Page 86
Menu-instellingen
10
10
De FUNCTIE-instelling gebruiken
U kunt de [FUNCTION] knop gebruiken om de volgende 6 items gemakkelijk in te stellen wanneer u opneemt.
• AF-functie (P93)
• Meetfunctie (P93)
• Witbalans (P86)
• ISO-gevoeligheid (P89)
• Beeldresolutie (P91)
• Kwaliteit (P91)
1 Druk op de [FUNCTION] knop
wanneer u opneemt.
10
AUTO
AUTO
P
AUTO
SELEC
EXIT
3
MENU
FUNCTION
2 Druk op 3/4/2/1 om het
menuitem te selecteren en dan op [FUNCTION] drukken om het menu te sluiten.
10
AUTO
AUTO
P
AUTO
[WITBALANS]
Tinten corrigeren voor meer natuurlijke opnamen
MENU
Op [ ] drukken om het [OPNAME] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P85) Met deze functie kunt u een witte kleur
produceren die dichter is bij de echte kleur in met zonlicht, halogeenbelichting, enz. gemaakte opnamen waarin het witte licht roodachtig of blauwachtig kan lijken.
[AUTO]
(daglicht)
(bewolkt)
(Schaduwachtig)
(halogeen)
(flits)
voor de automatische instelling (automatische witbalans)
voor buitenopnamen op een heldere dag
voor buitenopnamen op een bewolkte dag
voor buitenopnamen in de schaduw op een heldere dag
voor opnamen in halogeen licht
alleen voor opnamen met flits
3
MENU
SELEC
EXIT
• U kunt menuitems selecteren door de draaischijf op de voorkant of de draaischijf op de achterkant te draaien.
• De instelbare menufuncties hangen af van de opnamewijze.
• De [ ] (Witinstelling) voor de witbalans verschijnt niet als u de [FUNCTION] instelling gebruikt.
86
VQT0Y00
FUNCTION
(witinstelling 1)
(witinstelling 2)
(witinstelling)
voor gebruik van de vooringestelde witbalans
voor het opnieuw instellen van de witbalans
Page 87
Automatische witbalans
Het beschikbare witbalansbereik staat in de volgende afbeelding. Als u een opname maakt met een witbalans die buiten dit bereik valt, kan de opname roodachtig of blauwachtig worden. Zelfs wanneer u binnen het in de illustratie getoonde bereik beelden maakt werkt de automatische witbalans soms niet goed als het object omgeven is met veel lichtbronnen of er geen kleur die in de buurt komt van wit beschikbaar is. Stel in dit geval de witbalans op een functie in, niet op [AUTO].
1 De automatische witbalans zal met dit
bereik werken. 2 Blauwe lucht 3 Bewolkte lucht (Regen) 4 Schaduw 5 TV scherm 6 Zonlicht 7 Wit fluorescerend licht 8Gloeilamp 9 Zonsopgang en zonsondergang
10 Kaarslicht
2)
3)
4)
5)
1)
6)
7)
Menu-instellingen
De witbalans handmatig instellen
[]
Gebruik deze functie om de witbalans handmatig in te stellen. 1 Kies [ ] en druk dan op
[MENU/SET].
2 Kies [ WIT INSTELLEN 1] of
[ WIT INSTELLEN 2] en druk dan op [MENU/SET].
WIT INSTELLEN
WIT INSTELLEN 1
WIT INSTELLEN 2
MENU
MENU
SELEC
INST.
SET
3 Richt de camera op een wit stuk papier
of iets dergelijks zodat het frame in het middel gevuld is met het witte object en druk dan op [MENU/SET].
WIT INSTELLEN
MENU
SET
MENU
INST.ANNUL
4 Twee keer op [MENU/SET] drukken om
het menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten.
8)
9)
10)
Kl Kelvintemperatuur en kleuren
• Wanneer u een opname maakt met de flits, wordt de witbalans automatisch aangepast (behalve bij [ ]/[ ). Bij onvoldoende flitslicht kan het echter zijn dat de witbalans niet goed wordt aangepast.
• De witbalans kan in de automatische functie [ ] en in de scènefunctie niet ingesteld worden.
87
VQT0Y00
Page 88
Menu-instellingen
AUTO
[WB INSTELLEN] Handmatige instelling van de witbalans
MENU
Op [ ] drukken om het [OPNAME] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P85) U kunt de witbalans fijn afstellen als u de gewenste tint niet krijgt met de gewone witbalans.
1 Druk op 3/4/2/1 om de
witbalans fijn af te stellen.
WB INSTELLEN
G
AUTO
A
CORP.
B
M
MENU
INST.
2 : A (AMBER: ORANJEACHTIG)
1 : B (BLUE: BLUISH)
3 : G_ (GREEN: GROENACHTIG)
4 : M` (MAGENTA: ROODACHTIG)
2 Op [MENU/SET] drukken om te
eindigen.
• U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten.
• Als u de witbalans fijn op A (amber) instelt, zal de icoon van de witbalans op de LCD-scherm oranje worden. Als u de witbalans fijn op B (blue) instelt, zal de icoon van de witbalans op de LCD-scherm blauw worden.
• Als u de witbalans fijn op G_ (green) of M` (magenta) instelt, verschijnt [_] (b.v.: ) of [`] (b.v.: ) naast de icoon van de witbalans op de LCD-scherm.
• Selecteer het middenpunt als u de witbalans niet fijn afstelt.
• U kunt de witbalans onafhankelijk nauwkeurig afstellen voor elke witbalansfunctie.
• De instelling voor het nauwkeurig afstellen van de witbalans wordt door het beeld gebruikt wanneer u de flits gebruikt.
• De fijnafstelling van de witbalans blijft ook opgeslagen als u de camera uitzet.
• U kunt de witbalans niet nauwkeurig afstellen wanneer [KLEUR EFFECT] (P99) is ingesteld op [COOL], [WARM], [B/W] of [SEPIA].
• De fijn-afstellingniveaus in [ ] of [ ] gan terug naar de standard instelling (middenpunt) als u de wiltbalans teruginstelt in
[].
88
VQT0Y00
Page 89
[GEVOELIGHEID]
A
De lichtgevoeligheid instellen
MENU
Op [ ] drukken om het [OPNAME] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P85) ISO is een maat voor de gevoeligheid voor licht. Hoe hoger de gevoeligheid is, hoe minder licht u nodig hebt voor een opname: de camera wordt beter geschikt voor opnamen op donkere plaatsen.
ISO-gevoeligheid 100 1600 Gebruiken op
heldere plekken
Geschikt
(b.v. buiten) Gebruiken op
donkere plekken
Niet
geschikt
Sluitertijd Langzaam Snel Ruis Minder Verhoogd
AUTO De ISO-gevoeligheid wordt
automatisch afgesteld volgens de helderheid. De ISO-gevoeligheid wordt afgesteld volgens de beweging van het onderwerp en de helderheid.
100 De gevoeligheid is 200 400
vastgesteld op verschillende instellingen.
800
1600
Niet
geschikt
Geschikt
Menu-instellingen
Over [ ] (Intelligente
ISO-gevoeligheidbediening)
Het toestel spoort de beweging van het onderwerp op in de buurt van het midden van het scherm en zet vervolgens de optimale ISO-gevoeligheid en sluitertijd in afhankelijk van de beweging en de helderheid van het onderwerp.
• Golfstoring wordt vermeden wanneer u beelden binnen maakt van een bewegend onderwerp door de ISO-gevoeligheid te vergroten en de sluitertijd sneller te maken.
F2.8
1/125 ISO800
• Ruis wordt vermeden wanneer er binnen beelden gemaakt worden van een onderwerp zonder beweging door de ISO-gevoeligheid te vergroten.
F2.8
1/30 ISO200
• Wanneer u de ontspanner tot de helft indrukt, verschijnt er [ ] A. Wanneer u de sluiterknop helemaal indrukt, wordt de sluitertijd even afgebeeld.
• Als u [AUTO] instelt, wordt de ISO-gevoeligheid automatisch ingesteld van [ISO100] op [ISO200] afhankelijk van de helderheid. (De gevoeligheid kan nog aangepast worden van [ISO100] op [ISO400] voor opnamen met flits.)
F2.8
89
VQT0Y00
Page 90
Menu-instellingen
• Als u [ ] selecteert, kunnen de digitale zoom en auto bracket niet gebruikt worden.
• Afhankelijk van de helderheid en hoe snel het onderwerp beweegt, kan golfstoring vermeden worden zelfs als [ ] geselecteerd is.
• Het toestel kan niet in staat zijn de beweging op te sporen van het onderwerp in de volgende gevallen. – Wanneer het onderwerp klein is – Wanneer het bewegend onderwerp zich
aan de rand van het scherm bevindt
– Wanneer het onderwerp begint met
bewegen op het moment dat de ontspanknop helemaal ingedrukt wordt
• De instelling staat vast op [ ] in de automatische functie [ ] en [SPORT] (P68) en [BABY1]/[BABY2] (P72) in de scènefunctie.
• Programmawisseling kan niet gebruikt worden wanneer [ ] geselecteerd is.
• De ISO-gevoeligheid kan niet ingesteld worden op [AUTO] of [ ] in de AE-openingsvoorrangfunctie, AE-sluitervoorrangfunctie of handmatige belichting.
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch ingesteld op de volgende optimale waarde in [H. GEVOELIGH.] (P73) in scènefunctie. – [ISO3200]
• De ISO-gevoeligheid kan niet ingesteld worden in de bewegend-beeldfunctie [ ], de scènefunctie of de gebruikersfunctie.
• Om geruis te voorkomen, raden wij aan een lagere ISO-gevoeligheid te kiezen door [RUISREDUCTIE] in [FOTO INST.] op [HIGH] te zetten of alle onderdelen te kiezen behalve [RUISREDUCTIE] op [LOW] om opnamen te maken. (P99)
• Lees P59 voor informatie over de sluitertijd.
[ASPECTRATIO]
De aspectratio instellen
MENU
Op [ ] drukken om het [OPNAME] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P85) Als u de aspectratio wijzigt, kunt u een hoek (standpunt) kiezen die past bij het object.
Kiezen om opnamen te maken met dezelfde aspectratio als een 4:3 TV of een computermonitor.
Kiezen om opnamen te maken met dezelfde 3:2 aspect ratio als een 35 mm film.
Dit is geschikt voor landschappen etc. waar een breed zicht wensbaar is. Dit is ook geschikt voor het terugspelen van beelden op een breedbeeld TV, hoge definitie TV etc.
• In de functie voor bewegende beelden [ ] kunt u [ ] kiezen of [ ]. (P79)
• De uiteinden van de opgenomen opnamen kunnen afgeknipt worden bij het afdrukken. (P136)
90
VQT0Y00
Page 91
[FOTO RES.]/[KWALITEIT]
Een beeldresolutie en –kwaliteit kiezen die overeenkomen met uw eigen gebruik
MENU
Op [ ] drukken om het [OPNAME] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P85) Een digitaal beeld is samengesteld uit ontelbare punten die pixels heten. Ook al ziet u het verschil op het scherm van het toestel niet, hoe meer pixels, hoe mooier het beeld zal wanneer dit afgedrukt wordt op een groot stuk papier of op een computermonitor. Beeldresolutie verwijst naar de compressiewaarde die gebruikt wordt om digitale opnamen op te slaan.
A Heel veel pixels (Fijn) B Weinig pixels (Grof)
Aantal pixels
U kunt opnamen duidelijker afdrukken wanneer er een grotere beeldresolutie [ ] (10M) gekozen is. Wanneer er een kleinere beeldresolutie [ ] (2M EZ) gekozen is, kunt u meer opnamen opnemen en deze via e-mail als bijlage verzenden of ze op een website zetten omdat ze klein genoeg zijn.
Aspectratio [ ].
(10M) 3648k2736 pixels (8M EZ) 3264k2448 pixels (5M EZ) 2560k1920 pixels (3M EZ) 2048k1536 pixels (2M EZ) 1600k1200 pixels
Menu-instellingen
Aspectratio [ ].
(8,5M) 3600k2400 pixels (7M EZ) 3248k2160 pixels (4,5M EZ) 2560k1712 pixels (2,5M EZ) 2048k1360 pixels
Aspectratio [ ].
(7M) 3584k2016 pixels (5,5M EZ) 3072k1728 pixels (2M EZ) 1920k1080 pixels
Kwaliteit
U kunt het aantal opnamen vergroten zonder de beeldresolutie te wijzigen als u de resolutie instelt op [ ].
Fijn (Lage comprimering): Dit type geeft voorrang aan de beeldkwaliteit. De beeldkwaliteit zal hoog zijn.
Standaard (Hoge comprimering): Dit type geeft voorrang aan het aantal opnamen. Er zullen standaard kwaliteit opnamen gemaakt worden.
RAW file:
RAW
Dit instellen wanneer u de beelden verandert op een PC.
• Het aantal pixels dat gekozen kan worden verschilt afhankelijk van de aspectratio. Als u de aspectratio wijzigt, stelt u de beeldresolutie in.
• “EZ” is een afkorting voor “Extra optical Zoom”. Dit is een functie die de optische zoomratio verder uitbreidt. Als u een beeldresolutie kiest met EZ afgebeeld, is de zoomratio extra tot een maximum van 21,4k wanneer de digitale zoom ingesteld is op [OFF]. (P36)
• De verengde optische zoom werkt niet in [H. GEVOELIGH.] in de scènefunctie, daarom wordt de grootte voor [EZ] niet afgebeeld.
91
VQT0Y00
Page 92
Menu-instellingen
• In de bewegende beeldenfunctie [ ] is de beeldresolutie vast ingesteld op VGA (640k480 pixels), QVGA (320k240 pixels) of 16:9 (848k480 pixels).
• Wanneer de kwaliteit ingesteld is op
[RAW]
– Een JPEG bestand wordt tegelijkertijd
aangemaakt. De kwaliteit ervan is gelijk aan [ ] en de afmeting is vast ingesteld op [ ], [ ] of [ ].
– Wanneer de RAW-file van het toestel
gewist wordt, wordt de gecreëerde JPEG-file ook gewist.
• Beelden kunnen mozaïsch lijken afhankelijk van het object en de opnamecondities.
• P138 lezen voor informatie over het aantal opnamen.
• Het aantal opnamen hangt af van het object.
• Het op het scherm afgebeelde aantal op te nemen beelden valt eventueel niet samen met de opgenomen beelden.
• Wanneer de kwaliteit ingesteld is op [RAW], kan de digitale zoom niet gebruikt worden.
• De hoeveelheid kan niet ingesteld worden op [RAW] in de [H. GEVOELIGH.] functie (P73).
• U kunt de volgende functies kiezen als de beeldresolutie op [RAW] staat. – Audiodubbing – Burstfunctie – Grootte aanpassen –Bewerken – Geluidsopname – Auto Bracket
• U kunt meer geavanceerde beeldbewerking gebruiken als u RAW-files gebruikt. U kunt RAW-files in een bestandformaat (JPEG, TIFF etc.) opslaan dat afgebeeld kan worden op uw PC etc., deze ontwikkelen en deze bewerken met behulp van de software “SILKYPIX Developer Studio” door Ichikawa Soft Laboratory op de CD-ROM (bijgeleverd).
92
VQT0Y00
[AUDIO OPNAME]
Stilstaande beelden opnemen met geluid
MENU
Op [ ] drukken om het [OPNAME] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P85) U kunt geluid opnemen met stilstaande opnamen als deze functie ingesteld is op [ON]. Dit betekent dat u de conversatie tijdens de opname of een uitleg bij het beeld kunt opnemen.
• [ ] verschijnt op het scherm wanneer u [AUDIO OPNAME] op [ON] instelt.
• Scherpstellen op het object en op de ontspanknop drukken om de opname te starten. De opname zal automatisch stoppen na ongeveer 5 seconden. U hoeft de ontspanknop niet de hele tijd in te drukken.
• Het geluid wordt opgenomen met de ingebouwde microfoon.
• Als u op [MENU/SET] drukt tijdens het geluidsopname, wordt het geluidsopname geannuleerd. Het geluid wordt niet opgenomen.
• Wanneer geluid opgenomen wordt met elke opname, zal het totale aantal opnamen dat opgeslagen kan worden op elke kaart enigszins afnemen.
• U kunt geen beelden met geluid opnemen in de volgende gevallen. – Wanneer u opneemt met Auto Bracket. – Wanneer u opneemt in burstfunctie. – Wanneer de kwaliteit ingesteld is op
[RAW].
– Wanneer de scènefunctie ingesteld is op
[STERRENHEMEL].
• Als u de focusring of zoomring draait, kan er een knarsend geluid opgenomen worden.
Page 93
Menu-instellingen
[HELDERHEID]
De helderheidsmeetmethode beslissen
Druk op [ ] om het [OPNAME] functie menu te kiezen en kies dan het in te stellen onderdeel. (P85) U kunt kiezen uit de volgende meetmethoden.
MENU
SET
Meervoudig: Dit is de methode waarbij de camera de beste belichting meet door de helderheid op het hele beeld automatisch te berekenen. Wij raden aan om zoveel mogelijk deze methode te gebruiken.
Middenmeting: Dit is de methode die gebruikt wordt om scherp te stellen op het object in het midden van het volledige beeld en de rest van het beeld aan dit middelste beeld aan te passen.
Puntmeting: Dit is de methode waarbij het object direct in het meetbereik te meten A.
[AF MODE]
De scherpstellingsfocusmethode instellen
Druk op [ ] om het [OPNAME] functie menu weer te geven en kies dan het in te stellen onderdeel. (P85) De functie kiezen die overeenkomt met de opnamecondities en de samenstelling.
Het toestel stelt scherp op één van de 9 focuszones. Dit werkt wanneer het onderwerp zich niet in het midden van het scherm bevindt.
Het toestel stelt snel scherp op één van de 3 punten van de focuszones. d.w.z. links, rechts of in het midden. Dit werkt wanneer het onderwerp zicht niet in het midden van het scherm bevindt.
Het toestel stelt snel scherp op het onderwerp in de AF zone in het midden van het scherm.
Het toestel stelt scherp op het onderwerp in de AF zone in het midden van het scherm.
MENU
SET
9-zone-focussing:
3-zone-focussing (Hoge
snelheid):
1-zone-focussing (Hoge
snelheid):
1-zone-focussing:
Punt-focussing:
Het toestel stelt scherp op een beperkte en nauwe zone op het scherm.
93
VQT0Y00
Page 94
Menu-instellingen
Over [] of []
• U kunt sneller scherpstellen op het object dan in de andere AF- functies.
• Het beeld kan even stoppen met bewegen voordat er scherpgesteld wordt wanneer u de ontspanknop tot de helft indrukt. Dit is geen storing.
De AF-zone selecteren
Wanneer u een 1-zone-focussing of 1-zone-focussing (Hoge snelheid) selecteert, kan de AF-zone geselecteerd worden zoals afgebeeld in het volgende figuur. Wanneer u Punt gebruikt kunt u ook het puntmetering-doel bewegen om de AF-zone overeen te doen komen. 1 Stel de Focusschakelaar in op [AF] of
[AF MACRO].
2 Terwijl u de [FOCUS] knop gebruikt, 3/
4/2/1 gebruiken om de AF-zone te
bewegen.
FOCUS
• De AF-zone die op het midden van het scherm afgebeeld wordt is groter dan normaal wanneer u de digitale zoom gebruikt of wanneer u opnamen op donkere plekken maakt.
P
PROGR. WISSELING
1/60F5.0
• Het toestel stelt scherp op alle AF-zones wanneer er meerdere AF-zones (max. 9 zones) tegelijkertijd zijn. De focusstand wordt niet vooraf bepaald. Deze wordt ingesteld op de stand die het toestel automatisch bepaalt op het moment dat u scherpstelt. Als u de focusstand wilt bepalen om opnamen te maken, schakelt u de AF-functie naar [ ], [ ] of [].
• De AF-functie naar [ ] of [ ] schakelen als het moeilijk is scherp te stellen met behulp van [ ].
3 Geef de [FOCUS] knop vrij om in te
stellen.
• De volgende operaties zullen de AF-zone terug doen keren naar de vorige – De draaischijf instellen op autofunctie
[]. – Als u de energiebesparing inschakelt. – Het toestel uitzetten.
94
VQT0Y00
Page 95
Menu-instellingen
[CONTINU AF]
Continu scherpstellen op een object
Druk op [ ] om het [OPNAME] functie menu te kiezen en kies dan het in te stellen onderdeel. (P85) Met deze functie kunt u een beeld gemakkelijker samenstellen door altijd op het object te blijven scherpstellen. De tijd die nodig is om scherp te stellen als u de ontspanknop half indrukt zal korter zijn als u de AF-functie instelt op [ ], [ ] of [ ].
• De [ ] aanduiding verschijnt als [ON]
• De batterij raakt sneller op dan normaal.
• Het kan even duren om scherp te stellen
• Druk de opspanknop opnieuw half in als u
• U kunt verschillende [CONTINU AF]
• De [CONTINU AF] instelling is vastgesteld
MENU
SET
gekozen wordt.
nadat u de zoomring van Breed op Tele draait of plotseling het onderwerp verandert van één die ver weg is naar één die dichtbij is.
niet goed scherp kunt stellen.
instellingen hebben wanneer u bewegende beelden en stilstaande beelden opneemt.
op [OFF] in [NACHTPORTRET] (P68), [NACHTL. SCHAP] (P69), [PANNING] (P69), [VUURWERK] (P71) en [STERRENHEMEL] (P71) in scènefunctie, in autofunctie [ ] en wanneer de handmatige focus ingesteld is.
[AF ASS. LAMP]
Scherpstellen bij weinig licht wordt makkelijker
MENU
Op [ ] drukken om het [OPNAME] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P85) Het object verlichten maakt het makkelijker scherp te stellen wanneer u bij weinig licht aan het opnemen bent en scherp wilt stellen, wat moeilijk is bij weinig licht. Als de AF-lamp ingesteld is op [ON], wordt er een AF-zone afgebeeld met een grootte die breder is dan normaal en gaat de AF-lamp A aan wanneer u de ontspanknop tot de helft indrukt op donkere plekken enz.
ON De AF-lamp gaat aan bij weinig
licht. Zodra dit gebeurt, verschijnt het pictogram van de AF-lamp [ ] op het scherm. Het effectieve bereik van de AF-lamp is 1,5 m.
OFF De AF-lamp gaat niet aan.
• Voorzichtig zijn met de volgende handelingen wanneer u de AF-lamp gebruikt: – Niet direct in de AF-lamp kijken. – Maak de lensbescherming los. – De AF-lamp niet met uw vingers of
andere voorwerpen bedekken.
• Wanneer de AF-lamp aan gaat, wordt alleen de AF-zone op het midden van het scherm afgebeeld en is deze groter dan normaal. (P94)
• Wanneer u de AF-lamp niet wenst te gebruiken (b.v. wanneer u opnamen maakt van dieren op een donkere plek), de [AF ASS. LAMP] op [OFF] zetten. In dit geval zal het moeilijker worden scherp te stellen.
95
VQT0Y00
Page 96
Menu-instellingen
• In autofunctie [ ], is de [AF ASS. LAMP] instelling vastgesteld op [ON].
• Een vignetteneffect kan optreden rondom de AF-lamp omdat de AF-lamp gehinderd wordt door de lens maar dit is eigenlijk geen probleem voor de werking van de camera.
• De instelling voor de [AF ASS. LAMP] staat vast op [OFF] in [LANDSCHAP] (P68), [NACHTL. SCHAP] (P69) [PANNING] (P69) en [VUURWERK] (P71) in de scènefunctie.
[FOC./AE-VRG.] De focus en belichting vaststellen
MENU
Op [ ] drukken om het [OPNAME] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P85) Dit is een techniek voor het van te voren instellen van de focus en de belichting wanneer het onderwerp buiten de focuszone ligt of wanneer het contrast te scherp is en de juiste belichting niet verkregen kan worden.
3
OPNAME
AF ASS. LAMP FOC./AE-VRG. DIR. EXP. COMP. DIG. ZOOM KLEUR EFFECT
SELEC
INST.
/
5
ON
Focus/AE
F
OCUS
AE
OFF OFF
OCUS
/AE
F
MENU
OFF
MENU
SET
Wanneer [FOCUS] geselecteerd wordt
(Alleen de focus vaststellen)
1 De AF-zone op het object richten. 2 Op [FOCUS/AE LOCK] drukken
om de focus vast te stellen.
• Opnieuw op [FOCUS/AE LOCK] drukken om deze te annuleren.
• De focusvergrendelingsaanduiding [ ] verschijnt als het object scherpgesteld is.
3 Beweeg het toestel om het beeld
samen te stellen en druk vervolgens de ontspanner volledig in.
96
VQT0Y00
Page 97
Wanneer [AE] geselecteerd is
(Vaststellen van alleen de belichting)
1 De AF-zone op het object richten. 2 Op [FOCUS/AE LOCK] drukken
om de belichting vast te stellen.
• Opnieuw op [FOCUS/AE LOCK] drukken om deze te annuleren.
• De AE-vergrendelingaanduiding [ ], de lenswaarde en de sluiterijd verschijnen wanneer de belichting ingesteld wordt.
3 Beweeg het toestel om het beeld
samen te stellen en druk dan de ontspanner volledig in.
Wanneer [FOCUS/AE] geselecteerd is
(Vaststellen van de focus en de belichting)
1 De AF-zone op het object richten. 2 Op [FOCUS/AE LOCK] drukken
om de focus en de belichting vast te stellen.
• Op [FOCUS/AE LOCK] drukken om te annuleren.
• Wanneer er op het onderwerp scherpgesteld is en de belichting ingesteld is, gaat de focusaanduiding [ ] en de focus/ AE-vergendelingaanduiding branden, de lensopening en de sluitertijd verschijnen.
3 Beweeg het toestel om het beeld
samen te stellen en druk vervolgens de ontspanneer helemaal in.
Menu-instellingen
Wanneer in handmatige focus (MF)
Na het scherpstellen op de positie waar u het onderwerp wilt opnemen, op de [FOCUS/AE LOCK] –knop drukken om de focus daar vast te zetten.
• Als u aan de focusring draait terwijl de focus vergrendeld is, wordt de focusvergrendelingsaanduiding [ ] rood.
• De belichting is ingesteld, zelfs als de helderheid van het onderwerp verandert.
• Het onderwerp kan opnieuw scherpgesteld worden door de ontspanknop tot de helft in te drukken zelfs wanneer de AE vergrendeld is.
• Nog een keer op de [FOCUS/AE LOCK] knop drukken om de AE-vergrendeling te annuleren.
• De programmawissel kan ingesteld worden zelfs wanneer AE vergrendeld is.
• U kunt de focus en de belichting vaststellen door op [FOCUS/AE LOCK] te drukken. U hoeft niet tot de helft op de ontspanner te drukken.
• De AE-vergrendelingsfunctie kan niet gebruikt worden in de Handmatige belichtingsfunctie, scènefunctie of beeldfunctie.
97
VQT0Y00
Page 98
Menu-instellingen
[DIR. EXP. COMP.]
Voor snelle belichtingscompensatie
MENU
Op [ ] drukken om het [OPNAME] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P85) Werking is mogelijk met behulp van de draaischijf op de voorkant of de draaischijf op de achterkant.
1 Selecteer de draaischijf op de
voorkant of op de achterkant.
3
OPNAME
AF ASS. LAMP FOC./AE-VRG. DIR. EXP. COMP. DIG. ZOOM KLEUR EFFECT
SELEC
INST.
/
5
ON
OCUS
/AE
F
OFF
OFF
OFF OFF
MENU
• U kunt de belichting direct compenseren met de geselecteerde draaischijf.
• Selecteer [OFF] als u de belichting niet met de draaischijf gaat compenseren.
2 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• Wanneer [DIR. EXP. COMP.] ingesteld is op [ ].
Belichtings­functie
Programma-
schakeling
Opening
Belichtings-
compensatie
Sluitertijd
Opening Sluitertijd
Belichtings-
compensatie
• Wanneer [DIR. EXP. COMP.] ingesteld is op [ ].
Belichtings­functie
Programma-
Belichtings-
compensatie
schakeling
Opening
Sluitertijd
Opening Sluitertijd
Belichtings-
compensatie
Draaischijfoperatie
• Wanneer [DIR. EXP. COMP.] ingesteld is op [OFF]
Belichtings­functie
Programma-
schakeling
Opening
Sluitertijd
Opening Sluitertijd
ーー
98
VQT0Y00
• Wanneer er een in het geheugen opgeslagen klantenfunctie geselecteerd wordt, heft deze opgeslagen instellening de prioriteit. (Dit is echter niet het geval wanneer Handmatige belichting ingesteld is in de klanteninstelling.)
• U kunt niet direct de belichting compenseren in de volgende gevallen. – Wanneer u handmatig de belichting
instelt.
– Wanneer het toestel in autofunctie [ ]
staat.
Page 99
Menu-instellingen
[KLEUR EFFECT]
Kleureffecten instellen
MENU
Op [ ] drukken om het [OPNAME] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P85) Een kleureffect kiezen dat overeenkomt met de opnamecondities en met hoe u zich de opname voorstelt.
[COOL] Het beeld wordt blauwachtig. [WARM] Het beeld wordt roodachtig. [B/W] Het beeld wordt zwart-wit. [SEPIA] Het beeld wordt sepia.
[FOTO INST.]
De beeldresolutie instellen
MENU
Op [ ] drukken om het [OPNAME] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P85) Een kleureffect kiezen dat overeenkomt met de opnamecondities en met hoe u zich de opname voorstelt.
Instelling beeldkwaliteit
[CONTRAST]
[HIGH] Verhoogt het verschil tussen de
[LOW] Vermindert het verschil tussen
heldere en donkere vlakken op het beeld.
de heldere en donkere vlakken op het beeld.
[VERZADIGING]
[HIGH] De kleuren van het beeld zijn
levendig.
[LOW] De kleuren van het beeld zijn
natuurlijker.
[RUISREDUCTIE]
[HIGH] Versterkte geruisvermindering.
De beeldresolutie kan een beetje minder worden.
[LOW] Minder geruisvermindering.
U kunt opnamen met een betere resolutie maken.
• Als u opnamen maakt op donkere plaatsen kan er ruis optreden. Om beeldruis te voorkomen, raden wij aan [RUISREDUCTIE] in [FOTO INST.] op [HIGH] in te stellen of alle onderdelen op behalve [RUISREDUCTIE] op [LOW] in te stellen om opnamen te maken.
[SCHERPTE] [HIGH] Het beeld is zeer scherp. [LOW] Het beeld is onscherp.
99
VQT0Y00
Page 100
Menu-instellingen
[FLIP ANIM.]
Beelden met elkaar verbinden om een filmpje te maken
MENU
Op [ ] drukken om het [OPNAME] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P85) Met deze fotocamera kunt u bewegende filmpjes maken van 20 seconden door opnamen die in de flipanimatiefunctie opgenomen zijn met elkaar te verbinden.
Voorbeeld: Als u opeenvolgende beelden maakt van een object, waarbij u de camera telkens even verplaatst en dan de beelden uitlijnt, lijkt het alsof het object zich beweegt.
1 Op 3/4 drukken om [FLIPANIM.]
te kiezen en vervolgens op 1 drukken.
4
EXIT
/
5
OFF
PRESET
OFF
MENU
OPNAME
FOTO INST.
FLIP ANIM.
CONVERSIE
EXT. FLITS EX.FLITS BURST
SELEC
2 Kies [FOTO’S SAMENVOEGEN]
en druk dan op 1.
FLIP ANIM.
FOTO'S SAMENVOEGEN
BEW. BEELD CREËREN
FOTO'S WISSEN
MENU
SELEC
EXIT
• De opnamegrootte is 320k240 pixels.
3 Druk de ontspanknop in en maak
afzonderlijke frame-opnamen.
8
92
RESTANT
MENU
EXIT
• U kunt flipanimaties terugspelen met dezelfde methode die gebruikt wordt om bewegende beelden terug te spelen. (P84)
100
VQT0Y00
• U kunt het opgenomen beeld controleren met 4 en het vorige of volgende beeld met 2/1.
• Onnodige opnamen wissen met de [ ] knop.
• U kunt tot en met 100 opnamen opnemen. Het aantal afgebeelde mogelijke opnamen is correct bij benadering.
Loading...