PANASONIC DMCFZ48EG User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing
voor geavanceerde kenmerken
Digitale Camera
Model Nr. DMC-FZ48
Gelieve deze gebruiksaanwijzing volledig door te lezen
alvorens dit apparaat in gebruik te nemen.
VQT3R55

Inhoud

Voor Gebruik
Zorgdragen voor de fotocamera................5
Standaard accessoires..............................6
Namen en functies van de
componenten ............................................7
Voorbereiding
De lensdop/schouderriem vastmaken.....11
De lensbescherming gebruiken...............13
Opladen van de Batterij...........................14
• Opladen ............................................14
• Uitvoertijd en aantal te maken
beelden bij benadering .....................16
De kaart (optioneel)/batterij in het
toestel doen en eruit halen......................18
Over het ingebouwde geheugen/
de kaart ...................................................19
• Approximatief aantal opneembare beelden en beschikbare
opnametijd ........................................21
De datum en de tijd instellen
(Klokinstelling).........................................22
• De klokinstelling veranderen .............23
Basiskennis
Selecteren van de opnamemodus ..........24
Tips om mooie opnamen te maken .........26
• Golfstoring (camerabeweging)..........26
Het maken van beelden met uw favoriete instellingen
(AE-programmafunctie)...........................27
• Programmaschakeling ......................28
Scherpstellen ..........................................29
Beelden maken m.b.v. de automatische functie (Intelligente Automatische
Functie) ...................................................31
Opname Bewegend Beeld ......................34
• Foto’s maken terwijl u een video
opneemt............................................36
Beelden terugspelen
([NORMAAL AFSP.])...............................37
• Een beeld selecteren ........................38
• Meervoudige schermen afbeelden
(Meervoudig terugspelen) .................38
• De terugspeelzoom gebruiken ..........39
Bewegende beelden terugspelen............40
• Creëren van foto’s uit een video .......41
Beelden wissen .......................................42
• Om een enkele opname uit te
wissen ...............................................42
• Om meerdere beelden (tot 50) te
wissen of alle beelden te wissen.......43
Menu instellen .........................................44
• Menuonderdelen instellen .................46
• Gebruik van het snelle menu ............47
Over het set-up Menu..............................48
Opnemen
Over de LCD-monitor/Zoeker..................60
Beelden maken met de zoom..................62
• M.b.v. de Optische Zoom/M.b.v. de Extra Optische Zoom (EZ)/M.b.v. de Intelligente Zoom/M.b.v. de
Digitale Zoom....................................62
Beelden maken met Flits.........................65
• Naar de geschikte flitsinstelling
schakelen..........................................65
• Stel de flitsoutput af...........................69
Close-up’s maken ([MACRO-AF]/
[MACRO ZOOM])....................................70
Opnamen maken met handmatig
scherpstellen ...........................................71
Opnamen maken met de
zelfontspanner.........................................73
Belichtingscompensatie...........................74
Beelden maken met Auto Bracket...........75
De lichtgevoeligheid instellen ..................76
Opnamen maken door het diafragma/
de sluitertijd te specificeren.....................78
• Diafragmaprioriteit AE .......................78
• Sluitertijdprioriteit AE .........................78
• Handmatige belichtingsfunctie ..........79
Foto’s maken met verschillende beeldeffecten
(Creatieve Bedieningsfunctie) .................80
- 2 -
Het maken van uitdrukkingsvolle portretten en landschapsopnamen
(Geavanceerde scènefunctie) ................. 82
• [PORTRET].......................................82
• [LANDSCHAP]..................................83
• [SPORT]............................................83
• [CLOSE-UP]......................................83
• [NACHTPORTRET] ..........................84
Beelden maken die met de scène die opgenomen wordt overeenkomen
(Scènefunctie) ......................................... 85
• [PANORAMA ASSIST]......................86
• [PARTY]............................................86
• [KAARSLICHT] .................................87
• [BABY1]/[BABY2]..............................87
• [HUISDIER].......................................88
• [ZONSONDERG.] .............................88
• [H. GEVOELIGH.] .............................88
• [HI-SPEED BURST]..........................88
• [FLITS-BURST].................................89
• [PANNING] ........................................ 90
• [STERRENHEMEL] ..........................91
• [VUURWERK] ...................................91
• [STRAND] .........................................92
• [SNEEUW] ........................................92
• [LUCHTFOTO] ..................................92
• [FOTO FRAME] ................................92
• [3D FOTO MODE].............................93
Opnemen van Bewegend Beeld met Handmatige Instellingen
(Creatieve bewegende beeldfunctie) ......94
Opnamen maken in Klantfunctie .............96
• Registratie van eigen
menu-instellingen (registratie van
custom-instellingen)..........................96
Een beeld maken met Gezichtsdetectie
functie......................................................98
• Gezichtsinstellingen ..........................99
• Instellen van Automatische
Registratie/Gevoeligheid.................101
Tekst Invoeren ......................................103
Het functiemenu [OPNAME]
gebruiken ..............................................104
• [FOTOSTIJL]...................................104
• [ASPECTRATIO].............................105
• [FOTO RES.]...................................106
• [KWALITEIT]...................................107
• [GEVOELIGHEID]...........................107
• [ISO-LIMIET] ...................................107
• [WITBALANS] .................................108
• [GEZICHT HERK.] ..........................111
• [AF MODE]......................................112
• [QUICK AF] .....................................115
• [AF/AE VERGR.].............................116
• [MEETFUNCTIE].............................117
• [INT.DYNAMIEK] (Intelligent dynamic range
control)............................................118
• [KORTE SLUITERT.] ......................118
• [BURSTFUNCTIE] ..........................119
• [I.RESOLUTIE] ................................119
• [DIG. ZOOM]...................................120
• [STABILISATIE] ..............................120
• [AF ASS. LAMP]..............................121
• [FLITS] ............................................121
• [FLITS-SYNCHRO] .........................121
• [RODE-OGEN CORR] ....................122
• [CONVERSIE].................................122
• [KLOKINST.] ...................................122
Het functiemenu
[BEWEGEND BEELD] gebruiken ..........123
• [OPNAMEFUNCT.] .........................123
• [OPN. KWALITEIT] .........................124
• [BELICHT.STAND]..........................125
• [CONTINU AF] ................................125
• [WINDREDUCTIE] ..........................126
• [ZOOM-MIC]....................................126
- 3 -
Afspelen/Bewerken
Diverse afspeelmethoden .....................127
• [DIASHOW].....................................127
• [MODE PLAY] .................................129
• [CATEGOR. AFSP.]........................129
• [FAVORIET AFSP.].........................129
Het functiemenu [AFSPELEN]
gebruiken ..............................................130
• [KALENDER] ................................... 130
• [UPLOADINSTELLINGEN] .............131
• [TITEL BEW.] ..................................132
• [SPLITS VIDEO] .............................133
• [TEKST AFDR.]...............................134
• [NW. RS.]........................................136
• [BIJSNIJD.] .....................................137
• [LEVELING] ....................................138
• [LCD ROTEREN] ............................139
• [FAVORIETEN]...............................140
• [PRINT INST.].................................141
• [BEVEILIGEN].................................143
• [GEZ.HERK. BEW.] ........................144
• [KOPIE]...........................................145
Aansluiten op andere apparatuur
Beelden terugspelen op een
TV-scherm.............................................146
• Gebruik van VIERA Link (HDMI) .....148
Afspelen van 3D-beelden......................150
Opslaan van de opgenomen stilstaande beelden en bewegende
beelden .................................................152
• Kopiëren door de SD-kaart in de
recorder te plaatsen........................152
• Kopieer het afspeelbeeld m.b.v.
een AV-kabel ..................................153
• Kopiëren naar een PC met
gebruik van
“PHOTOfunSTUDIO”......................154
Aansluiting op de PC.............................155
• Het verkrijgen van stilstaande
beelden en [MP4] bewegende beelden (behalve [AVCHD]
bewegende beelden) ......................156
• Uploaden van beelden naar websites waarin deze met anderen
gedeeld kunnen worden..................158
Beelden afdrukken ................................159
• Een beeld kiezen en uitprinten........160
• Meerdere beelden kiezen en
uitprinten .........................................160
• Printinstellingen...............................161
Overige
Optionele accessoires ...........................164
Schermdisplay.......................................167
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik...170
Waarschuwingen op het scherm ...........176
Problemen oplossen..............................179
- 4 -

Voor Gebr uik

Voor Gebruik

Zorgdragen voor de fotocamera

Niet blootstellen aan sterke trillingen, schokken of druk.
De lens, de LCD-monitor of de ombouw kunnen beschadigd
worden bij gebruik onder de volgende omstandigheden. Hierdoor kunnen ook storingen ontstaan of kan het zijn dat het beeld niet wordt opgenomen.
Het toestel laten vallen of er tegen stoten.Hard duwen op de lens of op de LCD-monitor.
Tijdens het dragen, of tijdens het gebruik van de
afspeelfunctie, dient u er zeker van te zijn dat de lens in de opgeborgen stand staat.
Soms produceert het toestel ratelgeluiden of trillingen,
hetgeen te wijten is aan de beweging van het diafragma, de zoom en de motor. Ze duiden niet op een defect.
Dit toestel is niet stof-/druppel-/waterbestendig. Vermijd het dit toestel te gebruiken op plaatsen waar veel stof, water, zand enz., aanwezig is.
Vloeistoffen, zand en andere substanties kunnen in de ruimte rondom de lens, de knoppen, enz., terechtkomen. Let bijzonder goed op omdat dit niet alleen storingen kan veroorzaken, maar het toestel ook onherstelbaar kan beschadigen.
Plaatsen met veel zand of stof.Plaatsen waar water in contact kan komen met dit apparaat zoals
wanneer u het gebruikt op een regenachtige dag of op het strand.
Over condensvorming (als de lens of de zoeker
bewasemd zijn)
Condens doet zich voor wanneer de omgevingstemperatuur of
vochtigheid wijzigt. Op condens letten omdat het vlekken op de lens, schimmel of storing veroorzaakt.
Als er zich condens voordoet, het toestel uitzetten en deze
gedurende 2 uur uit laten staan. De mist zal op natuurlijke wijze verdwijnen wanneer de temperatuur van het toestel in de buurt komt van de kamertemperatuur.
- 5 -
Voor Gebr uik

Standaard accessoires

Controleer of alle accessoires aanwezig zijn voordat u het toestel gebruikt.
De accessoires en de vorm ervan kunnen verschillen, afhankelijk van het land of het gebied waar u de camera hebt gekocht. Voor details over de accessoires, de Basisgebruiksaanwijzing raadplegen.
Batterijpak wordt aangegeven als batterijpak of batterij in de tekst.
Batterijoplader wordt aangegeven als batterijoplader of oplader in de tekst.
De SD-geheugenkaart, de SDHC-geheugenkaart en de SDXC-geheugenkaart worden
aangegeven als kaart in de tekst.
De kaart is optioneel.
U kunt beelden maken of terugspelen met het ingebouwde geheugen als u geen kaart gebruikt.
Raadpleeg uw dealer of het dichtstbijzijnde servicecentrum als u meegeleverde accessoires
verliest. (U kunt de accessoires apart aanschaffen.)
- 6 -
Voor Gebr uik
12 3
8
45 6
7
9
11 12
10
13
14
1516

Namen en functies van de componenten

1 Lens (P5, 171) 2 Zelfontspannerlampje (P73)
AF-lamp (P121)
3 Flits (P65)
4 Flits-open-knop (P65) 5 Diopterinstelring (P9) 6 Zoeker (P9, 167) 7 [EVF/LCD] Knop (P9) 8 [AF/AE LOCK] Knop (P114, 116) 9 Functieknop achterop (P10) 10 [AF/AF#/MF]-knop (P70, 71) 11 Afspeelknop (P37) 12 [MENU/SET] knop (P10, 22)
13 Cursorknoppen (P10)
3/ Belichtingscompensatie (P74)/
Auto Bracket (P75)/Flitsoutput-afstelling (P69)
2/ Zelfontspannerknop (P73) 1/ISO (P76) 4/ Functieknop (P50)
De volgende menu’s kunnen toegekend worden. [FOTOSTIJL]/[ASPECTRATIO]/[KWALITEIT]/[MEETFUNCTIE]/[WITBALANS]/ [INT.DYNAMIEK]/[RICHTLIJNEN]/[ OPN.GEBIED]/[RESTAANDUID.]
14 [Q.MENU] knop (P47)/Wis knop (P42) 15 [DISPLAY] knop (P60) 16 LCD-monitor (P60, 167)
- 7 -
Voor Gebr uik
17 Stereomicrofoon 18 Zoomhendeltje (P62) 19 Ontspanknop (P27, 31) 20 Bewegend beeldknop (P34) 21 [FOCUS] knop (P31, 72, 115 ) 22 Stroomlamp (P22) 23 Toestel AAN/UIT (P22) 24 Instelknop (P24) 25 Speaker (P50)
Dek de luidspreker niet af met uw vingers.
26 Lusje voor schouderriem (P12) 27 [HDMI] aansluiting (P146) 28 [AV OUT/DIGITAL] aansluiting (P146, 153,
156, 159)
29 Klep op aansluiting 30 Objectiefcilinder
31 Statiefbevestiging (P175) 32 Vrijgavehendeltje (P18) 33 Kaart/Batterijklep (P18)
34 DC-koppelaardeksel
Wanneer u een AC-adapter gebruikt, er voor zorgen dat de DC-koppelaar van Panasonic (optioneel) en de AC-adapter (optioneel) gebruikt worden.
(P166)
17
25
24 23
31
M
26
2930
18
19
20
CUST
21
22
27
AV OUT/DIGITAL
28
AV OUT/DIGITAL
32
33
34
- 8 -
Voor Gebr uik
Zoeker
Overschakelen van LCD-monitor naar Viewfinder Druk op [EVF/LCD].
U kunt tussen de weergave op de LCD-monitor en de weergave op de zoeker schakelen.
Schakelen via de [EVF/LCD]-knop zal behouden worden zelfs
wanneer de stroom van de digitale camera op [OFF] staat.
Diopter afstellen
Stel het diopter af op uw eigen zicht zodat u de Viewfinder duidelijk ziet.
Kijk naar de Viewfinder en draai de diopterstelring daar waar het scherm het lichtst is.
A Diopterinstelring
- 9 -
Voor Gebr uik
Cursorknoppen/[MENU/SET] knop
Deze handleiding geeft de op-, neer-, links- en rechtsbeweging van de cursorknop als volgt weer, of als 3/4/2/1.
Cursorknop: Voert de selectie van items of de instelling van waarden, enz., uit.
[MENU/SET] knop: De instellingsinhouden, enz., worden bevestigd.
bijv.: Wanneer u op de 4 (neer) knopdrukt
of Druk op 4
Functieknop achterop
Er zijn 2 handelingen die u moet uitvoeren bij het gebruiken van de functieknop achterop, deze dient links- of rechtsom gedraaid te worden en vervolgens moet deze voor het beslissen ingedrukt worden.
Draaien: De selectie van items of de instelling van waarden wordt uitgevoerd tijdens de diverse instellingen.
Indrukken: Handelingen die hetzelfde zijn als die van de [MENU/SET]-knop, zoals het vaststellen van instellingen, enz., worden tijdens de verschillende instellingen uitgevoerd.
Functieknop achterop wordt als volgt beschreven in deze handleiding.
bijv.: Naar links of rechts draaien bijv.: De functieknop achterop indrukken
- 10 -

Voorbereiding

Voorbereiding

De lensdop/schouderriem vastmaken

Bevestiging van het lensdeksel
Als u de camera uitzet of vervoert, maakt u lensdop erop vast om het lensoppervlak te beschermen.
Steek het riempje door de opening op de camera.
Steek hetzelfde riempje door de opening op de lensdop.
Bevestig de lensdop.
Dit toestel niet ophangen of ermee zwaaien.
Wees er zeker van dat de lenskap losgemaakt is
als u de stroom inschakelt [ON].
Verlies de lensdop niet.
Zorg ervoor dat het koord van de lenskap niet met
de schouderriem verward raakt.
- 11 -
Voorbereiding
Het bevestigen van de Schouderriem
We raden aan de schouderriem te bevestigen wanneer u het toestel gebruikt om het vallen ervan tegen te gaan.
Steek de schouderriem door de opening in de ring van de schouderriem.
Steek de schouderriem door de stopgesp en maak de schouderriem vast.
A Trek de schouderriem 2 cm of meer aan.
Maak de schouderriem vast aan de andere kant van de
camera maar zonder de riem te verdraaien.
- 12 -
Voorbereiding

De lensbescherming gebruiken

Bij fel zonlicht of fel achtergrondlicht zal de lensbescherming de effecten van lens flare en ghosting minimaliseren. De lensbescherming houdt overmatig licht tegen en zorgt voor een betere beeldkwaliteit.
Controleer dat het toestel uitstaat.
Sluit de flits.
Steek de lenskap in de lens, met de korte zijde uitgelijnd op de onderkant van het toestel zelf.
Houd de lenskap niet vast zodat deze vervormd raakt of buigt.
Draai de lenskap in de richting van de pijl.
U voelt misschien wat stijfheid vlak voordat het merkteken bereikt wordt. Ga echter door met het draaien van de lenskap richting A waar de merktekens op elkaar uitgelijnd staan. (De lenskap zal stoppen met een “klik”.)
Controleer of de lenskap stevig vastgezet is en niet op het
beeld verschijnt.
Aantekening
Als u flitsopnamen maakt terwijl de lensbescherming op de camera zit, kan het onderste
gedeelte van de foto donker worden (vignetteneffect) en wordt de flits uitgeschakeld omdat deze bedekt wordt door de lensbescherming. Verwijder in dit geval de lensbescherming.
Als u de lenskap tijdelijk losmaakt en meeneemt, bevestig de lenskap
dan in omgekeerde richting op de lens.
- 13 -
Voorbereiding
90°

Opladen van de Batterij

Over batterijen die u kunt gebruiken met dit apparaat
Het is opgemerkt dat er nep batterijpakketten die zeer op het echte product lijken in omloop gebracht worden op bepaalde markten. Niet alle batterijpakketten van dit soort zijn op gepaste wijze beschermd met interne bescherming om te voldoen aan de eisen van geschikte veiligheidstandaards. Er is een mogelijkheid dat deze batterijpakketten tot brand of explosie kunnen leiden. U dient te weten dat wij niet verantwoordelijk zijn voor eventuele ongelukken of storingen die als een gevolg van het gebruik van een nep batterijpak gebeuren. Om er voor te zorgen dat er veilige producten gebruikt worden, raden we het gebruik aan van originele batterijpakketten van Panasonic.
Gebruik hiervoor de oplader.

Opladen

De batterij wordt niet opgeladen voor de verzending. Laad dus de batterij eerst op.
Laad de batterij op met de oplader.
Steek de batterij in de goede richting.
plug-in-type
Verbind de oplader aan de elektrische uitlaat.
Het [CHARGE] lampje A gaat branden en het
laden begint.
inlaattype
- 14 -
Voorbereiding
Over het [CHARGE] lampje Het [CHARGE] lampje wordt ingeschakeld:
Het [CHARGE] lampje is tijdens het laden ingeschakeld.
Het [CHARGE] lampje gaat uit:
Het [CHARGE] lampje zal uitgaan als het laden zonder problemen voltooid is. (Sluit de lader af van het stopcontact en verwijder de batterij als het laden geheel klaar is.)
Als het [CHARGE] lampje knippert
De batterijtemperatuur is te hoog of te laag. Er wordt aanbevolen om de batterij opnieuw te
laden bij een omgevingstemperatuur tussen 10 oC en 30 oC.
De polen op de lader of op de batterij zijn vuil. Wrijf ze in dit geval schoon met een droge
doek.
Oplaadtijd
Oplaadtijd Ongeveer 155 min
De aangegeven oplaadtijd is voor wanneer de batterij geheel leeg is geraakt. De
oplaadtijd kan variëren afhankelijk van hoe de batterij gebruikt is. De oplaadtijd voor de batterij in hete/koude omgevingen of een batterij die lange tijd niet gebruikt is zou langer kunnen zijn dan anders.
Batterijaanduiding
De batterijaanduiding wordt op het beeldscherm weergegeven.
De aanduiding wordt rood en knippert als de resterende batterijstroom op is. (De stroomlamp
knippert ook) Laad de batterij op of vervang deze met een geheel opgeladen batterij.
Aantekening
Laat geen metalen voorwerpen (zoals clips) in de buurt van de contactzones van de
stroomplug. Anders zou er een brand- en/of elektrische shock veroorzaakt kunnen worden door kortsluiting of de eruit voortkomende hitte.
De batterij wordt warm na het gebruik/laden of tijdens het laden. Ook de fotocamera wordt
warm tijdens het gebruik. Dit is echter geen storing.
De batterij kan opnieuw geladen worden wanneer deze nog enigszins opgeladen is, maar het
wordt niet aangeraden dat de batterijlading vaak aangevuld wordt terwijl de batterij nog helemaal opgeladen is. (Aangezien het kenmerkende zwellen plaats zou kunnen vinden.)
- 15 -
Voorbereiding

Uitvoertijd en aantal te maken beelden bij benadering

Opnemen van stilstaande beelden (met gebruik van de LCD-monitor)
Aantal beelden Ongeveer 400 opnamen
opnametijd Ongeveer 200 min
Opnamevoorwaarden volgens CIPA-standaard
CIPA is een afkorting van [Camera & Imaging Products Association].
Temperatuur: 23 oC/Vochtigheid: 50%RH wanneer de LCD-monitor aan staat.
Met een Panasonic SD-geheugenkaart (32 MB).
De geleverde batterij gebruiken.
Opnemen begint 30 seconden nadat de fotocamera aangezet is. (Als de optische
beeldstabilisator ingesteld is op [ON].)
Om de 30 seconden opnemen, met volle flits om het tweede beeld.
Het zoomhendeltje van Tele naar Breed of andersom zetten bij elke opname.
Het toestel om de 10 opnamen uitzetten. Het toestel niet gebruiken totdat de batterijen
afgekoeld zijn.
Het aantal opnamen verschilt afhankelijk van de pauzetijd van de opname. Als de pauzetijd tussen de opnamen langer wordt, neemt het aantal mogelijke opnamen af. [Bijvoorbeeld, als u één beeld per twee minuten moest maken, dan zou het aantal beelden gereduceerd worden tot ongeveer één vierde van het aantal beelden die hierboven gegeven wordt (gebaseerd op één beeld per 30 seconden gemaakt).]
(Met CIPA-standaard in programma-AE-functie)
- 16 -
Voorbereiding
Maken van bewegende beelden (wanneer u de LCD-monitor gebruikt)
[AVCHD]
(Opnemen terwijl de
beeldkwaliteit op [FSH] staat)
Opneembare tijd Ongeveer 140 min Ongeveer 140 min
Huidige opnametijd Ongeveer 80 min Ongeveer 80 min
Deze tijden gelden voor een omgevingstemperatuur van 23 oC en een vochtigheid van 50%RH.
Gelieve erop letten dat deze tijden bij benadering gelden.
De huidige opnametijd is de tijd die beschikbaar is voor het maken van opnames terwijl
bepaalde handelingen steeds herhaald worden, zoals het schakelen van de stroom op [ON]/[OFF], het starten/stoppen van de opname, zoomen, enz.
Bewegende beelden kunnen continu opgenomen worden gedurende 29 minuten 59 seconden
lang. Verder is bewegend beeld dat continu opgenomen wordt in [MP4] tot 4 GB.
beeldkwaliteit op [FHD] staat)
[MP4]
(Opnemen terwijl de
Terugspelen (wanneer u de LCD-monitor gebruikt)
Ter ug sp eel ti jd Ongeveer 330 min
Aantekening
De uitvoertijden en aantal te maken beelden zullen verschillen afhankelijk van de
omgeving en de gebruiksaanwijzing.
In de volgende gevallen worden de gebruikstijden bijvoorbeeld korter en wordt het aantal te maken beelden verminderd.
In omgevingen met lage temperatuur, zoals skihellingen.Wanneer u [LCD MODE] gebruikt.Wanneer operaties zoals flits en zoom herhaaldelijk gebruikt worden.
Wanneer de bedrijfstijd van de camera extreem kort wordt zelfs als de batterij goed opgeladen
is, zou de levensduur van de batterij aan zijn eind kunnen zijn. Koop een nieuwe batterij.
- 17 -
Voorbereiding
B

De kaart (optioneel)/batterij in het toestel doen en eruit halen

Zet de power-schakelaar op [OFF] en bevestig of de lensromp ingetrokken is.
We raden een kaart van Panasonic aan.
Zet de vrijgavehendeltje in de richting van de pijl en open de batterij/kaartklep.
Altijd echte Panasonic batterijen gebruiken.
Als u andere batterijen gebruikt, garanderen wij
de kwaliteit van dit product niet.
Batterij: Let op bij de richting van plaatsing van de batterij en plaats hem volledig naar binnen, tot u een blokkeergeluid hoort. Controleer dan of hendel A de batterij vergrendeld heeft. Trek hendel A in de richting van de pijl om de batterij uit te nemen.
Kaart: Duw er net zolang tegen tot u een “klik” hoort en let op de richting waarin u de kaart plaatst. Om de kaart uit te nemen, op de kaart duwen tot deze “klikt” en de kaart vervolgens rechtop uitnemen.
B: De verbindingsuiteinden van de kaart niet
aanraken.
1:Sluit de kaart/batterijklep. 2:Zet de vrijgavehendeltje in de richting
van de pijl.
Aantekening
Verwijder de batterij na gebruik. (Een volle batterij raakt leeg als u deze lang niet gebruikt.)
Verwijder de kaart of accu nadat de stroom uitgeschakeld is, met het stroomlampje volledig uit
en de lensromp volledig ingetrokken. (het toestel kan misschien niet correct werken of de kaart of de opgenomen inhouden kunnen beschadigd geraakt zijn.)
Als u een netadapter gebruikt (optioneel) in plaats van de batterij, raadpleeg dan P166.
- 18 -
Voorbereiding

Over het ingebouwde geheugen/de kaart

De volgende operaties kunnen uitgevoerd worden m.b.v. dit apparaat.
Wanneer er geen kaart inzit: Kunnen beelden opgenomen worden in het ingebouwde geheugen en teruggespeeld worden.
Wanneer er wel een kaart inzit:
Kunnen beelden opgenomen worden op de kaart en teruggespeeld worden.
Als u het ingebouwde geheugen gebruikt
>ð (toegangsaanduiding
k
Als u de kaart gebruikt
(toegangaanduiding
¢ De kaartaanduiding wordt rood weergegeven als er opnames op het interne
geheugen (of de kaart) worden gemaakt.
Ingebouwd geheugen
U kunt uw beelden opslaan op een kaart. (P145)
Geheugengrootte: Ongeveer 70 MB
De toegangstijd voor het ingebouwde geheugen kan langer zijn dan de toegangstijd voor een
kaart.
Kaart
De volgende kaarten die overeenstemmen met de SD-videostandaard kunnen gebruikt worden met dit toestel. (Deze kaarten worden aangeduid als kaart in de tekst.)
SD-geheugenkaart (8 MB tot 2 GB)
SDHC-geheugenkaart (4 GB tot 32 GB)
SDXC-geheugenkaart (48 GB, 64 GB)
¢ SD-snelheidsklasse is de snelheidstandaard m.b.t. continu schrijven. Controleer dit op het
etiket op de kaart, enz.
b.v.:
¢
)
¢
)
Opmerkingen
Gebruik een kaart met SD-snelheidsklassen
“Klasse 4” of hoger wanneer u bewegende beelden opneemt.
De SDHC-geheugenkaart kan gebruikt worden met
uitrustingen die compatibel zijn met SDHC-geheugenkaarten of SDXC-geheugenkaarten.
SDXC-geheugenkaarten kunnen alleen gebruikt worden met
uitrustingen die compatibel zijn met SDXC-geheugenkaarten.
Controleer dat de PC en andere apparatuur compatibel zijn
wanneer u de SDXC-geheugenkaarten gebruikt.
http://panasonic.net/avc/sdcard/information/SDXC.html
Alleen de kaarten met de links vermelde capaciteit kunnen
gebruikt worden.
¢
met
Gelieve deze informatie op de volgende website bevestigen.
http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/
(Deze site is alleen in het Engels.)
- 19 -
Voorbereiding
Aantekening
Zet dit apparaat niet uit, verwijder de batterijen of de kaart niet en koppel de AC-adapter
(optioneel) niet los wanneer de toegangsindicatie brandt (waneer er beelden geschreven, gelezen of gewist worden of het ingebouwde geheugen of de kaart geformatteerd) worden. Verder het toestel niet blootstellen aan vibratie, stoten of statische elektriciteit. De kaart of de gegevens op de kaart zouden beschadigd kunnen worden en dit apparaat zou niet langer normaal kunnen werken. Als de operatie faalt wegens vibratie, stoten of statische elektriciteit, de operatie opnieuw uitvoeren.
Schrijfbescherming-schakelaar A voorzien (Wanneer deze schakelaar op de
[LOCK] positie staat, is er geen verdere gegevens schrijven, wissen of formattering mogelijk. Het vermogen gegevens te schrijven, te wissen en te formatteren wordt hersteld wanneer de schakelaar teruggezet wordt naar zijn originele positie.)
De gegevens op het ingebouwde geheugen of de kaart kunnen beschadigd raken
of verloren gaan door elektromagnetische golven of statische elektriciteit of omdat het toestel of de kaart stuk is. We raden aan belangrijke gegevens op een PC enz. op te slaan.
Formatteer de kaart niet op de PC of andere apparatuur. Formatteer de kaart
alleen op het toestel zelf zodat er niets kan mislopen. (P58)
Houd de geheugenkaarten buiten het bereik van kinderen om te voorkomen dat ze
de kaart inslikken.
- 20 -
Voorbereiding
A
B

Approximatief aantal opneembare beelden en beschikbare opnametijd

Over de weergave van het aantal opneembare beelden en de beschikbare
opnametijd
Men kan tussen de weergave van het aantal opneembare beelden en de weergave van de
beschikbare opnametijd schakelen in [RESTAANDUID.] (P53) in het [SET-UP] menu.
A Aantal opnamen B Beschikbare opnametijd
Aantal opnamen
[i99999] wordt weergegeven als er meer dan 100.000 foto’s gemaakt kunnen worden.
Beeldverhouding [X], Kwaliteit [A]
Ingebouwd
[FOTO RES.]
12M 15 380 6260 12670
5M (EZ) 26 650 10620 21490
0,3M (EZ) 420 10050 162960 247150
Beschikbare opnametijd (om bewegende beelden op te nemen)
“h” is een afkorting voor uur, “m” voor minuut en “s” voor seconde.
[AVCHD]
[OPN. KWALITEIT]
FSH j 14m00s 4h10m00s 8h27m00s
SH j 14m00s 4h10m00s 8h27m00s
[MP4]
[OPN. KWALITEIT]
FHD j 12m18s 3h23m14s 6h51m13s
HD j 23m30s 6h28m00s 13h05m05s
VGA 1m54s 51m43s 14h13m55s 28h47m50s
Aantekening
Het aantal mogelijke opnamen en de opnametijd zijn correct bij benadering. (Ze wijzigen
afhankelijk van de opnamecondities en het kaarttype.)
Het aantal mogelijke opnamen en de beschikbare opnametijd variëren afhankelijk van de
onderwerpen.
Het aantal opneembare beelden/beschikbare opnametijd voor de kaart kan afnemen als
[UPLOADINSTELLINGEN] uitgevoerd wordt.
Bewegende beelden kunnen continu opgenomen worden gedurende 29 minuten 59 seconden
lang. Verder is bewegend beeld dat continu opgenomen wordt in [MP4] tot 4 GB.
geheugen
(Ongeveer 70 MB)
Ingebouwd
geheugen
(Ongeveer 70 MB)
Ingebouwd
geheugen
(Ongeveer 70 MB)
2GB 32 GB 64 GB
2GB 32 GB 64 GB
2GB 32 GB 64 GB
- 21 -
Voorbereiding

De datum en de tijd instellen (Klokinstelling)

De klok is niet ingesteld wanneer het toestel vervoerd wordt.
Zet het toestel aan.
De stroomlamp 1 gaat branden wanneer u dit
apparaat aanzet.
Als het taalselectiescherm niet wordt afgebeeld,
overgaan op stap
Op [MENU/SET] drukken.
Druk op 3/4 om de taal te selecteren en druk op [MENU/SET].
Op [MENU/SET] drukken.
Op 2/1 drukken om de items (jaar, maand, dag, uur, minuut, displayvolgorde afbeelden of formaat tijddisplay) te selecteren en dan op 3/4 drukken om in te stellen.
A: De tijd in uw woongebied B: De tijd in uw reisbestemmingsgebied
De instelling van de klok kan gewist worden door op [] te drukken.
4.
Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
Op [MENU/SET] drukken.
- 22 -
Voorbereiding

De klokinstelling veranderen

Selecteer [KLOKINST.] in het [OPNAME] of [SET-UP] menu, en druk op 1. (P46)
Deze kan veranderd worden in stappen 5 en 6 om de klok in te stellen.
De klokinstelling wordt behouden gedurende 3 maanden m.b.v. de ingebouwde
klokbatterij zelfs zonder de batterij. (De opgeladen batterij in het apparaat laten gedurende 24 uur om de ingebouwde batterij op te laden.)
Aantekening
Als de klok niet is ingesteld, wordt niet de juiste datum afgedrukt als u de datumafdruk op de beelden instelt met [TEKST AFDR.] of de beelden laat afdrukken door een fotograaf.
Als de klok wel is ingesteld, kan de juiste datum worden afgedrukt, zelfs als de datum niet op
het scherm van de camera wordt weergegeven.
- 23 -

Basiskennis

CUST
M
CUST
M
Basiskennis

Selecteren van de opnamemodus

De functie schakelen door de functieknop te draaien.
Lijn een gewenste functie uit met deel A.
Draai de instelknop langzaam maar zeker op elke functie.
Basiskennis
AE-programmafunctie (P27)
De onderwerpen worden opgenomen m.b.v. uw eigen instellingen.
Intelligente automatische functie (P31)
De onderwerpen worden opgenomen met behulp van instellingen die automatisch gebruikt worden door het toestel.
- 24 -
Basiskennis
Gevorderd
Openingsvoorrang AE-functie (P78)
De sluitertijd wordt automatisch bepaald volgens de openingswaarde die u ingesteld hebt.
Sluitervoorrang AE-functie (P78)
De openingswaarde wordt automatisch ingesteld volgens de sluitertijd die u ingesteld hebt.
Handmatige belichtingsfunctie (P79)
De belichting wordt aangepast aan de sluitertijd en de openingswaarde die u handmatig hebt ingesteld.
Creatieve bewegende beeldfunctie (P94)
Bewegend beeld opnemen met handmatige instellingen.
Klantfunctie (P96)
Gebruik deze functie om opnamen te maken met eerder geregistreerde instellingen.
Scènefunctie (P85)
Hiermee maakt u beelden die passen bij de scène die u opneemt.
Creative Control Modus (P80)
Opnemen terwijl het beeldeffect gecontroleerd wordt.
Geavanceerde scènefunctie
Portret (P82)
Gebruik deze functie om opnamen te maken van personen.
Landschappen (P83)
Gebruik deze functie om opnamen te maken van landschappen.
Sport (P83)
Gebruik deze functie om opnamen te maken van sportevenementen, etc.
Close-upfunctie (P83)
Gebruik deze functie om beeld te maken van een onderwerp dichtbij.
Nachtportret (P84)
Gebruik deze functie om opnamen te maken van nachtlandschappen en personen in nachtlandschap.
- 25 -
Basiskennis
AV OUT/DIGITAL

Tips om mooie opnamen te maken

Het toestel voorzichtig vasthouden met beide handen, armen stil houden en uw benen een beetje spreiden.
Zorg ervoor dat u de flitser, de AF-assistlamp A
de microfoon B, de luidspreker, de lens, enz., niet met uw vingers aanraakt.
Houd de camera stil als u de ontspanknop indrukt.
Wanneer u beelden maakt, ervoor zorgen dat u
stabiel staat en dat er geen gevaar is van het tegen iemand of iets, enz. aan stoten.
Houd de body van de lens niet vast wanneer u
fotografeert. U loopt het risico dat uw vinger komt vast te zitten wanneer de lens ingetrokken wordt.
Richtingfunctie ([LCD ROTEREN])
Beelden die opgenomen zijn met een verticaal gehouden toestel worden verticaal (gedraaid) teruggespeeld. (Alleen wanneer [LCD ROTEREN] (P139) ingesteld is op [ON])
Als het toestel verticaal gehouden wordt en omhoog en omlaag gekanteld wordt om beelden op
te nemen, kan het zijn dat de functie voor richtingsdetectie niet correct werkt.
Bewegende beelden die met een verticaal gehouden toestel gemaakt zijn worden niet verticaal
afgebeeld.
U kunt 3D-beelden niet verticaal opnemen.
AV OUT/DIGITAL

Golfstoring (camerabeweging)

Wanneer de beeldbibberalert [ ] verschijnt, [STABILISATIE] (P120), een statief of de zelfontspanner (P73) gebruiken.
De sluitertijd zal vooral in de volgende gevallen langzamer zijn. Houdt het toestel stil vanaf het moment dat u de ontspanknop indrukt totdat het beeld op het scherm verschijnt. We raden in dit geval het gebruik van een statief aan.
Langzame synchr/Reductie rode-ogeneffectIn [HOGE DYNAMIEK] in de Creatieve BedieningsfunctieIn [NACHTPORTRET] en [NACHTL. SCHAP] in [NACHTPORTRET]In [PANORAMA ASSIST], [PARTY], [KAARSLICHT], [STERRENHEMEL], of [VUURWERK]
in de scènefunctie
Als de sluitertijd langzamer wordt in [KORTE SLUITERT.]
- 26 -
Basiskennis
CUST
M
CUST
M
D
A B C
Toepasbare functies:

Het maken van beelden met uw favoriete instellingen (AE-programmafunctie)

Het toestel stelt automatisch de sluitertijd en de lensopening in volgens de helderheid van het object. U kunt beelden maken in grote vrijheid door verschillende instellingen in [OPNAME] menu te veranderen.
Stel de functieknop in op [ ].
Richt de AF-zone op het punt waar u op wilt scherpstellen.
De ontspanknop tot de helft indrukken om scherp te stellen.
A Lensopening B Sluitertijd C ISO-gevoeligheid
De focusaanduiding D (groen) gaat branden als op
het onderwerp scherp gesteld wordt.
De minimumafstand (hoe dicht u bij het onderwerp
kunt komen) zal veranderen afhankelijk van de zoomfactor. Controleer dit aan de hand van het opnamebereik dat op het scherm weergegeven wordt. (P29)
De diafragmawaarde en de sluitersnelheid worden
rood weergegeven als de correcte belichting niet bereikt wordt (tenzij een flitser gebruikt wordt).
Druk de ontspanknop helemaal in (verder indrukken), en maak het beeld.
- 27 -
Basiskennis
A
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
1 1
/
2
1
/
4
1
/
8
1
/
15
1
/
30
1
/
60
1
/
125
1
/
250
1
/
500
1
/
1000
1
/
2000
2
2.8
4
5.6
8
11
(B)
(A)
14

Programmaschakeling

In programma AE-functie kunt u de ingestelde openingswaarde en de sluitertijd wijzigen zonder de belichting te wijzigen. Dit heet programmaschakeling. U kunt de achtergrond waziger maken door de openingswaarde kleiner te maken of een bewegend voorwerp met meer beweging opnemen door de sluitertijd langzamer in te stellen als u een opname maakt in de AE-programmafunctie.
Druk de sluiterknop tot halverwege in om de diafragmawaarde en de waarde van de sluitersnelheid op het beeldscherm weer te geven.
Terwijl de waarden (ongeveer 10 seconden lang) afgebeeld worden, de Programmawisseling uitvoeren door de functieknop achterop te draaien.
Deze zal schakelen tussen
Programmawisseling-werking en Belichtingscompensatie-werking (P74) elke keer dat de functieknop achterop ingedrukt wordt terwijl de waarden afgebeeld worden.
De aanduiding voor de programmaschakeling A verschijnt op het scherm als deze
functie geactiveerd is.
De programmaschakeling wordt geannuleerd als u de camera uitzet of als aan de
functieknop op de achterkant gedraaid wordt, tot de aanduiding van de programmaschakeling verdwijnt.
Voorbeeld van programmaschakeling
(A): Lensopening (B): Sluitertijd
1 Programmmaschakelingnummer 2 Programmaschakelinggrafiek 3 Programmaschakelinglimiet
Aantekening
EV is een afkorting voor [Exposure Value] (Belichtingswaarde). Het is de mate van belichting.
De EV-waarde verandert al naargelang de lensopening of de sluitertijd.
Als de belichting niet goed is wanneer u de ontspanknop tot de helft indrukt, worden de
openingswaarde en sluitertijd rood.
Programma schakeling is geannuleerd en het toestel keert terug naar normaal programma
AE-functie als er meer dan 10 seconden voorbijgaan nadat programmaschakeling geactiveerd is. De instelling van de programmaschakeling is echter opgeslagen in het geheugen.
Afhankelijk van de helderheid van het object kan het zijn dat de programmaschakeling niet
werkt.
Programme Shift is in alle instellingen van de ISO-gevoeligheid beschikbaar, met uitzondering
van [ ].
- 28 -
Basiskennis
B
A

Scherpstellen

Richt de AF-zone op het onderwerp en druk de sluiterknop tot halverwege in.
Wanneer er scherpgesteld is
Focus
Focusaanduiding A Aan Knippert
AF-zone B Wit>Groen Wit>Rood
Geluid Biept 2 keer Biept 4 keer
op het object
Wanneer er niet scherpgesteld is op het object
De AF-zone wordt groter weergegeven tijdens digitaal zoomen of als het donker is.
Over het focusbereik Het focusbereik wordt weergegeven als de zoom
bediend wordt.
Het focusbereik wordt rood weergegeven als geen scherpstelling plaatsvindt nadat de sluiterknop tot halverwege ingedrukt is.
Het focusbereik kan geleidelijk veranderen, afhankelijk van de zoompositie.
b.v.: Focusbereik tijdens Programme AE Mode
T
W
2 m
30 cm
- 29 -
Basiskennis
Als het onderwerp niet scherp gesteld is (zoals wanneer het bijvoorbeeld niet in
het midden van het beeld staat dat u wilt opnemen)
1 De AF-zone op het onderwerp richten en vervolgens de ontspanknop tot de helft
indrukken om de focus em belichting vast te zetten.
2 De ontspanknop half ingedrukt houden als u het toestel beweegt om het beeld
samen te stellen.
U kunt de handelingen in stap 1
meerdere keren opnieuw proberen voordat u de sluiterknop geheel indrukt.
Onderwerp en opnameomstandigheid waarop het moeilijk is scherp te stellen
Snelbewegende onderwerpen, extreem helderen onderwerpen of onderwerpen zonder contrast
Wanneer u onderwerpen opneemt door ramen of in de buurt van glimmende voorwerpen
Wanneer het donker is of wanneer er zich beeldbibber voordoet
Wanneer het toestel zich te dicht bij het onderwerp bevindt of wanneer u een beeld maakt van
zowel onderwerpen ver weg als onderwerpen dichtbij
- 30 -
Loading...
+ 159 hidden pages