PANASONIC DMCFX33 User Manual [nl]

Omslag

Gebruiksaanwijzing
Digitale Camera
Model Nr. DMC-FX33
Gelieve deze gebruiksaanwijzing
volledig door te lezen alvorens dit
apparaat in gebruik te nemen.
VQT1K51-1

Voor Gebruik

Geachte Klant,
Wij willen van de gelegenheid gebruik maken u te bedanken voor de aanschaf van deze Panasonic Digitale Fotocamera. Lees deze handleiding met aandacht en bewaar hem binnen handbereik voor toekomstige raadpleging.
Voor Gebruik

Informatie voor Uw Veiligheid

WAARSCHUWING:
OM HET RISICO VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF PRODUCTBESCHADIGING TE VERKLEINEN,
• STELT U DIT APPARAAT NIET BLOOT AAN REGEN, VOCHT, DRUPPELS OF SPETTERS, EN MAG U GEEN VOORWERPEN WAARIN EEN VLOEISTOF ZIT BOVENOP HET APPARAAT PLAATSEN.
• GEBRUIKT U UITSLUITEND DE AANBEVOLEN ACCESSOIRES.
• VERWIJDERT U NIET DE AFDEKKING (OF HET ACHTERPANEEL). ER BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN IN HET APPARAAT DIE DOOR DE GEBRUIKER MOETEN WORDEN ONDERHOUDEN. LAAT ONDERHOUD OVER AAN VAKBEKWAAM ONDERHOUDSPERSONEEL.
Neem zorgvuldig het auteursrecht in acht. Het opnemen van reeds beschreven banden of schijven, of ander gepubliceerd of uitgezonden materiaal, voor andere doeleinden dan persoonlijk gebruik, kunnen een overtreding van het auteursrecht vormen. Zelfs voor privé-gebruik kan het opnemen van bepaald materiaal aan beperkingen onderhevig zijn.
• Houdt u er rekening mee dat de huidige bedieningselementen, de onderdelen, de menuopties enz. van uw Digitale Camera enigszins af kunnen wijken van de illustraties die in deze Handleiding voor Gebruik opgenomen zijn.
• SDHC Logo is een handelsmerk.
• Leica is een gedeponeerd handelsmerk van Leica Microsystems IR GmbH.
• Elmarit is een gedeponeerd handelsmerk van Leica Camera AG.
• Andere namen, bedrijfsnamen en productnamen die in deze handleiding voorkomen, zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de betreffende bedrijven.
HET STOPCONTACT MOET IN DE NABIJHEID VAN HET APPARAAT GEÏNSTALLEERD WORDEN EN MAKKELIJK BEREIKBAAR ZIJN.
GEVAAR
Explosiegevaar wanneer de batterij op onjuiste wijze vervangen wordt. Vervang alleen door een zelfde soort batterij of equivalent, die door de fabrikant aanbevolen worden. Gooi de gebruikte batterijen weg zoals door de fabrikant voorgeschreven wordt.
Waarschuwing
Gevaar voor brand, explosie en vuur. Niet uit elkaar halen, verhitten boven 60 xC of verassen.
Het productidentificatielabel bevindt zich aan de onderkant van de apparaten.
- 2 -
-Als u dit symbool ziet­Informatie over het weggooien van elektrische en elektronische apparatuur
(particulieren)
Dit symbool betekent in Europa dat gebruikte elektrische en elektronische producten niet bij het normale huishoudelijke afval mogen. Lever deze producten in bij de aangewezen inzamelingspunten, waar ze gratis worden geaccepteerd en op de juiste manier worden verwerkt, teruggewonnen en hergebruikt. In Nederland kunt u uw producten bij uw winkelier inleveren bij de aanschaf van een vergelijkbaar nieuw product. Wanneer u dit product op de juiste manier als afval inlevert, spaart u waardevolle hulpbronnen en voorkomt u potentiële negatieve gevolgen voor de volksgezondheid en het milieu, die anders kunnen ontstaan door
een onjuiste verwerking van afval. Neem contact op met uw gemeente voor meer informatie over het dichtstbijzijnde inzamelingspunt of raadpleeg www.nvmp.nl, www.ictoffice.nl of www.stibat.nl.
Voor zakelijke gebruikers in de Europese Unie
Neem voor het weggooien van elektrische en elektronische apparatuur contact op met uw leverancier voor verdere informatie.
Informatie over verwijdering van afval in landen buiten de Europese Unie
Dit symbool is alleen geldig in de Europese Unie. Neem wanneer u dit product wilt weggooien, contact op met de lokale overheid of uw leverancier en vraag wat de juiste verwijderingsmethode is.
Over de batterijoplader
WAARSCHUWING!
• OM EEN GOEDE VENTILATIE TE VERZEKEREN, DIT APPARAAT NIET IN EEN BOEKENKAST, EEN INGEBOUWDE KAST OF EEN ANDERE GESLOTEN RUIMTE INSTALLEREN OF GEBRUIKEN. ZORG ERVOOR DAT DE VENTILATIEWEGEN NIET DOOR GORDIJNEN OF ANDERE MATERIALEN WORDEN AFGESLOTEN, OM GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK OF BRAND TEN GEVOLGE VAN OVERVERHITTING TE VOORKOMEN.
• ZORG DAT DE VENTILATIE-OPENINGEN VAN HET APPARAAT NIET GEBLOKKEERD WORDEN DOOR KRANTEN, TAFELKLEEDJES, GORDIJNEN, OF IETS DERGELIJKS.
• ZET GEEN OPEN VUUR, ZOALS BRANDENDE KAARSEN, OP HET APPARAAT.
• DOE LEGE BATTERIJEN WEG OP EEN MILIEUVRIENDELIJKE MANIER.
Voor Gebruik
- 3 -
• De batterijoplader gaat in standby staan als
Voor Gebruik
de AC-kabel is aangesloten. Het primaire circuit is altijd “actief” zolang een de batterijlader op het stroomnet is aangesloten.
Wat u wel en niet met het toestel mag
doen
Het toestel niet erg schudden of stoten.
U kunt hiermee de lens of de LCD-monitor beschadigen, problemen met het toestel veroorzaken, of het opnemen onmogelijk maken.
• We raden het sterk aan het toestel niet in uw broekzak te laten wanneer u zit en het ook niet in een volle of te kleine tas te proppen, enz. Dit zou schade aan de LCD-monitor of persoonlijk letsel tot gevolg kunnen hebben.
• Wees bijzonder voorzicht op de volgende plaatsen die problemen met het toestel kunnen veroorzaken.
– Plaatsen met veel zand of stof. – Plaatsen waar water in het toestel kan
komen zoals op een strand of op plaatsen waar het regent.
• Raak de lens of de aansluitingen niet aan met vuile handen. Zorg er ook voor dat er geen vloeistoffen in de ruimte rondom de lens, de knoppen, enz. terecht kan komen.
• Als er zeewaterdruppels op het toestel komen, een droge doek gebruiken om het toestellichaam voorzichtig af te drogen.
Over condens (Als de lens bedampt is)
• Condens doet zich voor wanneer de omgevingstemperatuur of vochtigheid wijzigt zoals hieronder beschreven wordt. Op condens letten omdat het vlekken op de lens, schimmel of storing veroorzaakt.
• Als er condens in de camera komt, zet u het toestel uit en laat het ongeveer 2 uur met rust. De aanslag verdwijnt vanzelf als de camera weer op kamertemperatuur komt.
Lees ook de “Voorzorgsmaatregelen bij
het gebruik”. (P138)
Over kaarten die gebruikt kunnen
worden in dit apparaat
U kunt een SD-geheugenkaart, een SDHC-geheugenkaart en een MultiMediaCard gebruiken.
• Wanneer de term kaart gebruikt wordt in
deze gebruiksaanwijzing verwijst dit naar de volgende types Geheugenkaarten. – SD-geheugenkaart (8 MB tot 2 GB) – SDHC-geheugenkaart (4 GB) – MultiMediaCard (alleen foto's)
Meer specifieke informatie over kaarten die gebruikt kunnen worden met dit apparaat.
• U kunt alleen een SDHC-geheugenkaart gebruiken als u kaarten gebruikt met 4 GB of meer vermogen.
• Een 4 GB-geheugenkaart zonder een SDHC-logo is niet gebaseerd op de SD-standaard en zal niet in dit product werken.
OK
44
Gelieve deze informatie op de volgende website bevestigen.
http://panasonic.co.jp/pavc/global/cs
(Deze site is alleen in het Engels.)
- 4 -

Inhoud

Voor Gebruik
Informatie voor Uw Veiligheid ...................2
Voorbereiding
Standaard accessoires..............................7
Namen van de onderdelen........................7
Beknopte gebruiksaanwijzing....................9
De batterij opladen met de oplader .........10
Over de batterij
(Opladen/Aantal opnamen).....................11
De kaart (optioneel)/de batterij invoeren
en verwijderen.........................................13
Over het ingebouwde geheugen/de kaart
(optioneel) ...............................................15
De datum en de tijd instellen
(Klokinstelling).........................................17
• De klokinstelling wijzigen ..................18
De Instelknop ..........................................19
Menu instellen.........................................20
Over het set-up Menu .............................23
LCD-Monitorweergave/de
LCD-Monitorweergave omschakelen ......27
Basiskennis
Opnamen maken.....................................29
Opnamen maken met de automatische functie
(Intelligente automatische functie) ..........32
Opnamen maken met de Zoom ..............35
• De optische zoom gebruiken/
De extra optische zoom gebruiken
(EZ)...................................................35
• De digitale zoom gebruiken
De zoom verder uitbreiden ...............37
De opnamen controleren (Overzicht)......38
Beelden afspelen/verwijderen.................39
Gevorderd
(Opname van opnamen)
Over de LCD-monitor ..............................42
• De afgebeelde informatie wijzigen ....42
• De LCD-Monitor helderder maken ....45
Beelden maken met de ingebouwde
flits...........................................................47
Opnamen maken met de
zelfontspanner.........................................52
Belichting-scompensatie .........................53
Beelden maken met Auto Bracket...........54
Close-up’s maken....................................55
Opnamen maken met een scènefunctie die past bij de omstandigheden
(Scènefunctie) .........................................56
• [PORTRET] .......................................57
• [GAVE HUID] ....................................57
• [ZELFPORTRET] ..............................58
• [LANDSCHAP] ..................................59
• [SPORT]............................................59
• [NACHTPORTRET]...........................59
• [NACHTL. SCHAP] ...........................60
• [VOEDSEL] .......................................60
• [PARTY] ............................................60
• [KAARSLICHT]..................................61
• [BABY1]/[BABY2] ..............................61
• [HUISDIER] .......................................63
• [ZONSONDERG.] .............................63
• [H. GEVOELIGH.] .............................64
• [HI-SPEED BURST] ..........................64
• [STERRENHEMEL]...........................65
• [VUURWERK] ...................................66
• [STRAND] .........................................67
• [SNEEUW] ........................................67
• [LUCHTFOTO] ..................................67
• [ONDER WATER] .............................68
Bewegende beelden................................69
De dag van uw vakantie opslaan
waarop u de foto maakt...........................71
De tijd van uw reisbestemming
weergeven (World Time).........................73
- 5 -
Het functiemenu [OPNAME] gebruiken...75
• [WITBALANS] ...................................77
• [SLIMME ISO] ...................................79
• [GEVOELIGHEID].............................80
• [ASPECTRATIO]...............................80
• [FOTO RES.]/[KWALITEIT]...............81
• [AUDIO OPNAME] ............................ 82
• [AF MODE]........................................83
• [STABILISATIE] ................................85
• [BURSTFUNCTIE] ............................86
• [AF ASS. LAMP] ...............................87
• [SLUITER LANG] .............................. 88
• [KLEURFUNCTIE] ............................88
Klembordopnamen maken en bekijken
(Klembordfunctie)....................................89
Geavanceerd (Terugspelen)
Meervoudige schermen afbeelden
(Meervoudig terugspelen) .......................93
Beelden afspelen volgens opnamedatum
(Kalenderplayback) .................................94
De terugspeelzoom gebruiken ................95
Bewegende beelden terugspelen/
Beelden met geluid ................................ 96
Stilstaande beelden maken van een
filmpje...................................................... 98
Het functiemenu [AFSPELEN]
gebruiken ..............................................100
• [DIASHOW].....................................101
• [CATEGORIE].................................103
• [LCD ROTEREN]/[ROTEREN]........106
• [FAVORIETEN] ...............................108
• [TITEL BEW.] ..................................109
• [TEKST AFDR.]...............................111
• [DPOF PRINT] ................................114
• [BEVEILIGEN].................................116
• [AUDIO DUB.] .................................117
• [NW. RS.] ........................................117
• [BIJSNIJD.] .....................................119
• [ASPECT CONV.] ...........................120
• [KOPIE] ...........................................122
• [FORMATEREN].............................124
Aansluiten op andere apparatuur
Aansluiting op de PC.............................125
Opnamen afdrukken..............................129
Opnamen terugspelen op een
TV-scherm.............................................134
Overige
Schermdisplay.......................................135
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik ...138
Waarschuwingen op het scherm...........141
Problemen oplossen..............................143
Aantal mogelijke opnamen en
beschikbare opnametijd ........................149
Specificaties ..........................................153
- 6 -

Voorbereiding

Voorbereiding

Standaard accessoires

Controleer of alle accessoires aanwezig zijn voordat u het toestel gebruikt. 1 Batterijpakket
(In de tekst wordt dit aangeduid als batterij)
2 Batterijoplader
(In de tekst wordt deze aangeduid als oplader)
3 AC-Kabel 4 USB-kabel 5 AV-Kabel 6 CD-ROM
• Software
7 CD-ROM
• Gebruiksaanwijzing 8 Draagriem 9 Batterijhouder
• De accessoires en de vorm ervan kunnen
verschillen, afhankelijk van het land of het gebied waar u de camera hebt gekocht.
• De SD-geheugenkaart, de
SDHC-geheugenkaart en de MultiMediaCard worden in de tekst aangeduid als kaart.
De kaart is optioneel.
U kunt opnamen maken of afspelen met het ingebouwde geheugen als u geen kaart gebruikt.
• Raadpleeg uw dealer of het dichtstbijzijnde
servicecentrum als u meegeleverde accessoires verliest. (U kunt de accessoires apart aanschaffen.)
Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
NL
weggooien maar inleveren als KCA.

Namen van de onderdelen

123
1Flits (P47) 2 Lens (P4, 139) 3 Lampje van de zelfontspanner (P52)
AF-lamp (P87)
54
6897
4 LCD-monitor (P27, 42, 135) 5 Cursorknoppen
2/Zelfontspannerknop (P52) 4/[REV]-knop (P38) 1/Knop voor flitsinstelling (P47) 3/Belichtingscompensatie (P53)/
Auto bracket (P54)/ Fijnafstelling witbalans (P78)/ Knop voor achtergrondlichtcompensatie in de intelligente automatische functie (P34)
Voor het Verenigd Koningrijk en continentaal Europa
Informatie over de heroplaadbare batterij
De batterij kan worden gerecycled. Leef de plaatselijke recyclingvoorschriften na.
- 7 -
In deze gebruiksaanwijzing worden
7 8
9
6
handelingen met de cursorknop beschreven met afbeeldingen zoals hieronder staan. b.v.:Wanneer u op de 4 knop drukt
6 Statusindicator (P14, 24, 27, 29) 7 [MENU/SET]-knop (P17) 8 [DISPLAY/LCD MODE]-knop (P42, 45) 9 [FUNC] (P76)/Wis (P39) knop
101211
13 14 15
10 Schakelaar camera AAN/UIT (P17) 11 Zoomhendeltje (P35) 12 Speaker (P97) 13 Microfoon (P69, 82, 117) 14 Ontspanknop (P29, 69) 15 Instelknop (P19)
Voorbereiding
1 1
1 1
16 Bevestigingsoogje voor draagriem
Wij raden aan de draagriem aan de
camera te bevestigen om te voorkomen dat de camera valt.
17 Lenscilinder 18 [AV OUT/DIGITAL]-aansluiting (P125,
129, 134)
19 [DC IN]-aansluiting (P125, 129)
• Altijd een echte Panasonic AC-adapter gebruiken (optioneel).
• Deze camera is verbonden met de AC-adapter (optioneel) maar kan de batterij niet opladen.
20 21
22
20 Uitsparing voor statief
• Als u een statief gebruik, zorg er dan voor dat het statief stevig staat wanneer de camera erop wordt bevestigd.
21 Kaart/batterijklepje (P13) 22 Vrijgavehendeltje (P13)
- 8 -
Voorbereiding

Beknopte gebruiksaanwijzing

Dit is een beknopt overzicht van hoe u opnamen opneemt en terugspeelt met het toestel. Bij elke stap controleert u de pagina's waarnaar verwezen wordt en die tussen haakjes staan.
1 De batterij opladen. (P10)
plug-in-apparaat
insteektype
• De batterij wordt niet opgeladen voor de verzending. Laad dus de batterij eerst op.
2 Doe de batterij en de kaart in het
toestel. (P13)
3 Zet de fotocamera aan om opnamen
te maken.
• Stel de klok in. (P17)
OFF
1 Stel de functieknop in op [ ]. 2 Druk de ontspanknop in om opnamen te
maken. (P29)
ON
4 Speel de opnamen terug af.
1 Stel de functieknop in op [ ]. 2 Kies de opname die u wil bekijken. (P39)
• Als u geen kaart gebruikt, kunt u opnamen opnemen of terugspelen met het ingebouwde geheugen; (P15). P15 raadplegen als u een kaart gebruikt.
- 9 -
Voorbereiding

De batterij opladen met de oplader

De batterij wordt niet opgeladen voor de verzending. Laad dus de batterij eerst op.
1 Steek de batterij in de goede
richting.
2 Steek de stekker van de oplader in
het stopcontact.
plug-in-apparaat
insteektype
• De AC-kabel gaat niet helemaal in de AC-aansluiting. Er blijft een stukje over zoals op de afbeelding.
• Het laden is gedaan als het lampje [CHARGE] A uitgaat (na ongeveer 120 minuten).
• Als het [CHARGE] lampje knippert, leest u
P11.
3 Maak de batterij los als deze
opgeladen is.
• Als u hebt opgeladen, trekt u de stekker uit het stopcontact.
• De batterij wordt warm na het gebruik/laden of tijdens het laden. Ook de fotocamera wordt warm tijdens het gebruik. Dit is echter geen storing.
• Een volle batterij raakt leeg als u deze lang niet gebruikt. Laad de batterij opnieuw op.
• De batterij kan opgeladen worden zelfs als deze niet helemaal leeg is.
• Gebruik hiervoor de oplader.
• Laad de batterij op met de oplader.
• De oplader niet uit elkaar halen of er iets aan wijzigen.
• Houd metalen voorwerpen (bijv. paperclips) uit de buurt van de aansluitingen van de netstekker om brand en/of elektrische schokken als gevolg van kortsluiting of de daaruit voortkomende hitte te voorkomen.
• Het laden start als het lampje [CHARGE] A groen oplicht.
- 10 -
Voorbereiding
Over de batterij
(Opladen/Aantal opnamen)
Levensduur van de batterij Het aantal opnamen (Volgens CIPA-standaard in normale beeldfunctie [ ])
Aantal opnamen
Opnamevoorwaarden volgens CIPA-standaard
• Temperatuur: 23 °C/ Vochtigheid: 50% wanneer de LCD-monitor aan staat.
• Met een Panasonic SD-geheugenkaart (16 MB).
• De geleverde batterij gebruiken.
• Opnemen begint 30 seconden nadat de fotocamera aangezet is. (Als de optische beeldstabilisator ingesteld is op [MODE1]).
Om de 30 seconden opnemen, met volle flits om de tweede opname.
• Het zoomhendeltje van Tele naar Breed of andersom zetten bij elke opname.
• Het toestel om de 10 opnamen uitzetten. Het toestel niet gebruiken totdat de batterijen afgekoeld zijn.
¢ In de functie Auto Power LCD, de
LCD-versterkingsfunctie en de hoge-hoekfunctie (P45) kunnen minder opnamen worden gemaakt.
• CIPA is een afkorting van [Camera & Imaging Products Association].
Ongeveer 280 opnamen (ongeveer 140 min)
¢
Het aantal opnamen verschilt afhankelijk van de pauzetijd tussen de opnamen. Als de pauzetijd tussen de opnamen langer wordt, neemt het aantal mogelijke opnamen af. [Wanneer u bijv. om de 2 minuten een opname maakt, neemt het aantal opneembare beelden af tot ongeveer
70.]
Terugspeeltijd
Terugspeeltijd
Het aantal opnamen en de terugspeeltijd zullen variëren afhankelijk van de werkingsomstandigheden en opslagcondities van de batterij.
Opladen
Oplaadtijd Ongeveer 120 min
Oplaadtijd en aantal mogelijke opnamen met het optionele batterijpakket zijn dezelfde als hierboven.
• Als het opladen start, brandt de [CHARGE] aanduiding.
Als het [CHARGE] lampje knippert
• De batterij is te heet of te koud. Het zal langer duren dan normaal om de batterij op te laden. Het kan ook zijn dat de batterij niet helemaal opgeladen wordt.
• De polen op de lader of op de batterij zijn vuil. Wrijf ze in dit geval schoon met een droge doek.
• Wanneer de bedrijfstijd van de camera extreem kort wordt zelfs als de batterij goed opgeladen is, zou de levensduur van de batterij aan zijn eind kunnen zijn. Koop een nieuwe batterij.
Ongeveer 300 min
- 11 -
Opnamecondities
• Laad de batterij op bij in een temperatuur tussen 10 oC tot 35 oC. (Dit moet ook de temperatuur van de batterij zelf zijn.)
• De prestatie van de batterij kan tijdelijk verminderen en de bedrijfstijd kan korter worden bij lagere temperaturen (b.v. skiën/ snowboarden).
• De batterij kan uitzetten en minder lang werken naarmate u deze vaker oplaadt. Voor een lang meegaande batterij raden wij aan deze niet te vaak op te laden als de batterij nog niet helemaal leeg is.
Voorbereiding
- 12 -

De kaart (optioneel)/de batterij invoeren en verwijderen

Voorbereiding
A
• Controleer of het toestel uit staat.
• Leg een kaart klaar (optioneel).
• U kunt opnamen maken of terugspelen met het ingebouwde geheugen als u geen kaart gebruikt.
1 Zet het vrijgavehendeltje in de
richting van de pijl en open het dekseltje op de kaart/batterij.
• Altijd echte Panasonic batterijen gebruiken.
• Bij gebruik van andere accu’s kunnen wij de kwaliteit van dit product niet garanderen.
2 Batterij:
Steek de opgeladen batterij precies in de goede richting. Trek de hendel A in de richting van de pijl om de batterij eruit te halen. Kaart: Druk er lichtjes op en zorg dat de kaart in de goede richting zit. Druk op de kaart totdat u deze hoort klikken en trek de kaart dan recht naar boven uit het toestel.
B
B: Raak de aansluitingen op de achterkant
van de kaart niet aan.
• De kaart kan beschadigd worden als deze niet goed in het toestel zit.
3 1:
Sluit de kaart/batterijklep. 2: Zet het vrijgavehendeltje in de richting van de pijl.
• Als u de kaart/batterijklep niet helemaal kunt sluiten, haalt u de kaart eruit en steekt u deze er weer in.
- 13 -
Voorbereiding
• Haal de batterij uit het toestel na gebruik. De batterij opslaan in de batterijhouder (bijgeleverd).
• De batterij niet verwijderen totdat de LCD-monitor en het statuslampje (groen) uit zijn gegaan omdat anders de instellingen verkeerd opgeslagen kunnen worden.
• De geleverde batterij is alleen bedoeld voor dit toestel. Gebruik de batterij niet voor andere apparatuur.
• Kom niet aan de batterij terwijl het toestel aan staat. De gegevens op het ingebouwde geheugen of de kaart kunnen beschadigd raken of verloren gaan. Wees bijzonder voorzichtig als het toestel gegevens aan het lezen is op het ingebouwde geheugen of op de kaart.
(P27)
• We raden een kaart van Panasonic aan.
- 14 -
Voorbereiding

Over het ingebouwde geheugen/de kaart (optioneel)

Het ingebouwde geheugen kan worden gebruikt als tijdelijke opslagruimte als de kaart vol raakt.
U kunt uw opnamen opslaan op een kaart.
(P122)
Ingebouwd geheugen [ ] U kunt opnemen of afspelen met het ingebouwde geheugen. (U kunt dit geheugen niet gebruiken als er een kaart in het toestel zit.)
• Het ingebouwde geheugenvermogen is ongeveer 27 MB.
• De beeldresolutie is vast ingesteld op QVGA (320k240 pixels) voor opname van bewegende beelden in het ingebouwde geheugen.
• Klembordopnamen (P89) worden opgeslagen in het ingebouwde geheugen, ongeacht of er een kaart is ingevoerd.
Kaart [ ] Als er een kaart in het toestel zit, kunt u beelden op de kaart opnemen of afspelen.
Kaart (optioneel)
• De SD-geheugenkaarten, de SDHC-geheugenkaarten en de MultiMediaCard zijn kleine, lichtgewicht verwijderbare externe geheugenkaarten. Lees P4 voor informatie over de kaarten die compatibel zijn met dit toestel.
• De SDHC-geheugenkaart is een geheugenkaartstandaard die bepaald is door de SD-associatie in 2006 voor hoog vermogen-geheugenkaarten die meer dan 2 GB kunnen bevatten.
• De lees-/schrijfsnelheid van een SD-geheugenkaart en een SDHC-geheugenkaart is groot. Beide typen kaarten zijn uitgerust met een Schrijfbeveiligingschakelaar A, waarmee
schrijven en formatteren van de kaart verhinderd wordt. (Als u de beveiliging op [LOCK] zet, kunt u geen gegevens op de kaart schrijven of wissen of de kaart formatteren. Als u de beveiliging weer naar de andere kant zet, dan zijn deze functies weer beschikbaar.)
2
• Dit toestel (SDHC-compatibel) is compatibel met de SD-geheugenkaarten gebaseerd op de SD-geheugenkaartspecificaties en geformatteerd in het FAT12-systeem en het FAT16-systeem. Het is tevens compatibel met de SDHC-geheugenkaarten die gebaseerd zijn op de SD-geheugenkaartspecificaties en geformatteerd zijn in het FAT32-systeem.
• Een SDHC-geheugenkaart kan worden gebruikt in apparatuur die compatibel is met SDHC-geheugenkaarten maar kan niet worden gebruikt in apparatuur die alleen compatibel is met SD-geheugenkaarten. (Lees altijd de gebruiksaanwijzing van de apparatuur die u gebruikt. Als u de opnamen laat afdrukken bij een fotostudio, vraag deze dan voordat de opnamen worden afgedrukt.)
(P4)
• Voor informatie over het aantal opneembare beelden en de beschikbare opnametijd voor elke kaart, P149 raadplegen.
• We raden het gebruik van Hoge-Snelheid-SD-geheugenkaarten/ SDHC-geheugenkaarten aan om bewegende beelden op te nemen.
- 15 -
Voorbereiding
• De gegevens op het ingebouwde geheugen of de kaart kunnen beschadigd raken of verloren gaan door elektromagnetische golven of statische elektriciteit of omdat het toestel of de kaart stuk is. We raden aan belangrijke gegevens op een PC enz. op te slaan.
• Formatteer de kaart niet op de PC of andere apparatuur. Formatteer de kaart alleen op het toestel zelf zodat er niets kan mislopen.
(P124)
• Houd de geheugenkaarten buiten het bereik van kinderen om te voorkomen dat ze de kaart inslikken.
- 16 -
Voorbereiding

De datum en de tijd instellen (Klokinstelling)

Begininstelling
De klok is niet ingesteld zodat het volgende scherm verschijnt wanneer u het toestel aanzet.
1 Druk op [MENU/SET]. 2 Druk op 3/4/2/1 om de datum en
tijd te selecteren.
: :
OFF
A [MENU/SET]-knop B Cursorknoppen C Instelknop
ON
A De tijd in uw woongebied B De tijd in uw reisbestemmingsgebied
(P73)
2/1: Kies het gewenste onderdeel.
3/4: De afbeeldingvolgorde voor de datum en tijd instellen.
: Annuleren zonder de klok in te stellen.
3 Druk op [MENU/SET] om in te
stellen.
• Zet het toestel uit als u klaar bent met het instellen van de klok. Zet dan de instelknop op een opnamefunctie om de camera aan te zetten en controleer of de klok goed is ingesteld.
- 17 -
Voorbereiding

De klokinstelling wijzigen

1 Druk op [MENU/SET]. 2 Druk op 3/4 om [KLOKINST.] te
selecteren.
3 Druk op 1 en voer de stappen
om de klok in te stellen.
4 Op [MENU/SET] drukken om het menu te
sluiten.
• U kunt de klok ook in het [SET-UP] menu instellen. (P23)
• Als een volledig opgeladen batterij gedurende meer dan 24 uur in het toestel heeft gezeten, wordt de ingebouwde batterij voor de klok verder opgeladen zodat de klokinstelling ten minste 3 maanden wordt opgeslagen (in de camera), zelfs als de batterij wordt verwijderd. (Als u een batterij invoert die niet voldoende is opgeladen, blijft de klokinstelling mogelijk minder lang opgeslagen.) Na deze periode wordt de klokstelling geannuleerd. Stel de klok in dat geval opnieuw in.
• U kunt het jaar instellen tussen 2000 en
2099. Er wordt gebruik gemaakt van het 24 uren systeem.
• Als de klok niet is ingesteld en u stelt de datumafdruk op de opnamen in met [TEKST AFDR.] (P111) of u laat de opnamen afdrukken door een fotograaf, wordt niet de juiste datum afgedrukt.
• Als de klok wel is ingesteld, kan de juiste datum worden afgedrukt, zelfs als de datum niet op het scherm van de camera wordt weergegeven.
2 en 3 uit
- 18 -
Voorbereiding
SCN

De Instelknop

Als u het toestel aan zet en dan aan de instelknop draait, kunt u niet alleen overschakelen van opnamen naar afspelen maar kunt u ook overschakelen naar de macrofunctie voor close-ups of naar een opnamefunctie die beter past bij de opname die u wenst te maken.
Schakelen tussen functies door aan de
instelknop te draaien
Zet het deel A op de gewenste functie.
Draai langzaam aan de instelknop om een functie in te stellen. (Zet de knop niet naast een lege ruimte zonder functie.)
SCN
• De pagina hierboven B verschijnt op de LCD-monitor als u aan de instelknop draait.
(P26)
De functie die u hebt gekozen verschijnt op de LCD-monitor als u de camera aan zet.
Basiskennis
Normale opnamefunctie (P29)
Deze functie voor gewoon opnemen gebruiken.
Intelligente automatische functie (P32)
Gebruik deze functie om het toestel automatisch alle instellingen te doen hanteren voor het maken van opnamen.
Terugspeelfunctie (P39)
Met deze functie speelt u opnamen af.
Gevorderd
Macrofunctie (P55)
Met deze functie maakt u close-upbeelden van een onderwerp.
Scènefunctie (P56)
Hiermee maakt u beelden die passen bij de scène die u opneemt.
Bewegende beeldfunctie (P69)
Met deze functie maakt u opnamen van bewegende beelden.
Klembordfunctie (P89)
Gebruik deze functie om opnamen te maken en terug te spelen als klembordopnamen.
Printfunctie (P129)
Gebruik deze functie om beelden af te drukken.
- 19 -
Voorbereiding

Menu instellen

Menupagina’s afspelen
Druk op [MENU/SET].
bijv.: De eerste van in totaal 3 pagina´s wordt afgebeeld.
B
A
A Menupictogrammen B Huidige pagina C Menuonderdelen en instellingen
• Draai aan de zoomhendel terwijl u een menuonderdeel kiest om over te schakelen naar de vorige of volgende pagina.
• De menupictogrammen en onderdelen die verschijnen hangen af van de stand van de instelknop.
C
Over de menupictogrammen
[OPNAME] functie menu (P75)
Dit verschijnt als de instelknop op [ ]/ [ ]/[ ]/[ ]/[ ] staat.
[AFSPELEN] functie menu
(P100)
Dit verschijnt als de instelknop op [ ] staat.
[SCÈNE MODE] menu (P56)
Dit verschijnt als de instelknop op [ ] staat.
[SET-UP] menu (P23)
Dit verschijnt als de instelknop op [ ]/ [ ]/[ ]/[ ]/[ ]/[ ] staat.
- 20 -
Menuonderdelen instellen
• In het volgende voorbeeld kunt u zien hoe [KWALITEIT] moet worden ingesteld in de normale opnamefunctie [ ].
1 Druk op 3/4 om het
menu-onderdeel te selecteren.
A
• Druk op 4 bij A om over te schakelen naar het volgende scherm.
2 Druk op 1.
Voorbereiding
4 Druk op [MENU/SET] om in te stellen.
De menupagina sluiten
Druk op [MENU/SET].
• Als de instelknop op [ ]/[ ]/[ ]/ [ ]/[ ] staat, kunt u het menuscherm ook sluiten door de ontspanknop half in te drukken.
MENU
/SET
3 Druk op 3/4 om de instelling te
selecteren.
- 21 -
Overschakelen naar het [SET-UP] menu
Voorbereiding
1 Druk op 2 in een menuscherm.
2 Druk op 4 om het menupictogram
[SET-UP] te selecteren.
3 Druk op 1.
• Kies een menuonderdeel en stel het in.
- 22 -
Voorbereiding

Over het set-up Menu

• De onderdelen instellen zoals vereist.
• [RESETTEN] in het menu kiezen om terug te keren naar de begininstellingen die u aantreft bij aankoop. (P25)
• [KLOKINST.], [AUTO REVIEW], [BATT. BESP.] en [BESPARING] zijn belangrijke onderdelen. Controleer de instellingen ervan voordat u ze gebruikt.
[KLOKINST.] (P17)
(Datum en tijd wijzigen.)
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te
/SET
beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P20) Datum en tijd wijzigen.
[AUTO REVIEW]
(Een opname op het scherm weergeven.)
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te
/SET
beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P20) Stel in hoeveel tijd na de opname het beeld op het scherm verschijnt.
[OFF] [1SEC.] [3SEC.] [ZOOM]: De opname verschijnt
1 seconde, wordt dan uitvergroot tot 4k en verschijnt nogmaals 1 seconde.
• De automatische overzichtsfunctie is niet geactiveerd in de bewegende-beeldenfunctie [ ].
• De automatische afspeelfunctie is ingeschakeld, onafhankelijk van de manier waarop deze is ingesteld als u automatische bracket (P54), [HI-SPEED BURST] (P64) gebruikt in de scènefunctie, de burstfunctie
(P86) en als u stilstaande beelden met
geluid (P82) opneemt. (Het beeld wordt niet uitvergroot.)
• Auto review kan niet worden ingesteld wanneer de auto bracket of burstfunctie wordt gebruikt, in de bewegende-beeldenfunctie [ ] of
wanneer [AUDIO OPNAME], [ZELFPORTRET] (P58) of [HI-SPEED BURST] (P64) in de scènefunctie op [ON] staat.
• In de intelligente automatische functie [ ] is de auto review-functie vast ingesteld op [1SEC.].
[BATT. BESP.] (Het toestel automatisch laten uitschakelen.)
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te
/SET
beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P20) De energiebesparingsfunctie wordt geactiveerd (het toestel wordt automatisch uitgezet om de batterijlevensduur te sparen) als u het toestel net zo lang niet gebruikt als ingesteld is in de besparingsfunctie.
[1MIN.], [2MIN.], [5MIN.], [10MIN.], [OFF]
• De ontspanknop half indrukken of het toestel
uit- en aanzetten om de energiebesparingsfunctie te annuleren.
• De energiebesparingsfunctie staat vast op
[2MIN.] in de besparingsfunctie en op [5MIN.] in de intelligente automatische functie [ ] en in de klembordfunctie [ ].
• De energiebesparingsfunctie werkt niet in de
volgende gevallen. – Als u een AC-adapter gebruikt (optioneel) – Als u het toestel aansluit op een PC of een
printer
– Als u bewegende beelden opneemt of
afspeelt
– Tijdens een diavoorstelling
- 23 -
Voorbereiding
[BESPARING] (De LCD-monitor automatisch laten uitschakelen.)
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te
/SET
beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P20) De LCD-monitor wordt minder helder en gaat automatisch uit als de camera niet wordt gebruikt om de batterij te sparen.
[LEVEL 1]: De LCD-monitor gaat uit als
het toestel niet gebruikt wordt gedurende ongeveer 15 seconden in opnamefunctie.
[LEVEL 2]: De LCD-monitor gaat uit als
het toestel niet gebruikt wordt gedurende ongeveer 15 seconden in opnamefunctie of gedurende ongeveer 5 seconden nadat er een beeld gemaakt is.
[OFF]: Besparingsfunctie kan niet
geactiveerd worden.
• De LCD-monitor uit als de flits opgeladen
wordt.
• De statusindicator licht op als de
LCD-monitor uit wordt gezet. Druk op een willekeurige knop om de LCD-monitor weer aan te zetten.
De energiebesparingsfunctie wordt na [2MIN.] ingeschakeld. [In de intelligente automatische functie [ ]
, wordt de functie echter pas na [5 MIN.] ingeschakeld en de energiebesparingsfunctie werkt niet als de AC-adapter (optioneel) wordt gebruikt.]
• De helderheid van de LCD-monitor wordt niet gereduceerd in de LCD-versterkingsfunctie en in de breedhoekfunctie.
• De besparingsfunctie werkt niet in de volgende gevallen. – In de klembordfunctie [ ] – Als u een AC-adapter gebruikt (optioneel) – Als er een menupagina op het scherm
staat
– Als de zelfontspanner ingesteld is – Terwijl u bewegende beelden opneemt
[WERELDTIJD] (P73)
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te
/SET
beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P20) De tijd in uw woongebied en reisbestemming instellen.
[]: U reisbestemming []: Uw woongebied
[LCD SCHERM]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te
/SET
beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P20) De helderheid van de LCD-monitor in 7 stappen aanpassen.
[RICHTLIJNEN]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te
/SET
beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P20) Stel het patroon van de richtlijnen in die afgebeeld worden wanneer u beelden maakt.
(P42, 43)
U kunt ook instellen of u de opname-informatie en het histogram afgebeeld wilt hebben wanneer de richtlijnen afgebeeld worden.
[OPNAME INFO.]: [ON]/[OFF] [HISTOGRAM]: [ON]/[OFF] [PATROON]: [ ]/[ ]
• Het afbeelden van de richtlijnen kan niet worden ingesteld in de klembordfunctie [].
- 24 -
Voorbereiding
[REISDATUM] (P71)
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te
/SET
beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P20) De vertrekdatum en terugkeerdatum van uw reis instellen.
[SET], [OFF]
[TOON]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te
/SET
beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P20) Hiermee stelt u een bieptoon in.
[TOONNIVEAU] []: Geen werkingsgeluid []: Zacht werkingsgeluid []: Hard werkingsgeluid [PIEPTOON]: //
1 2 3
[ONTSPANNER]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te
/SET
beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P20) Hiermee stelt u de sluitertoon in.
[SHUTTER VOL.] []: Geen sluitergeluid []: Zacht sluitergeluid []: Hard sluitergeluid [SHUTTER TOON]: //
[VOLUME]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te
/SET
1 2 3
beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P20) U kunt het speakervolume regelen in 7 stappen van 6 tot 0.
• Als u de camera aansluit op een TV wijzigt dit het volume van de TV-speakers niet.
[NR. RESET]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te
/SET
beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P20) Reset het bestandnummer van de volgende opname op 0001.
• Het mapnummer wordt bijgewerkt en het bestandnummer vertrekt vanaf 0001. (P126)
• U kunt een mapnummer tussen 100 en 999 toewijzen. Wanneer u het mapnummer 999 bereikt, kunt u niet verder instellen. Wij raden aan de kaart te formatteren nadat u de gegevens op een PC of ergens anders opgeslagen hebt.
• Om het mapnummer opnieuw op 100 te zetten, het ingebouwde geheugen (P124) of de kaart eerst formatteren en vervolgens deze functie gebruiken om het bestandsnummer opnieuw in te stellen. Er verschijnt een resetscherm voor het mapnummer. [JA] kiezen om het mapnummer opnieuw in te stellen.
[RESETTEN]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te
/SET
beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P20) De [OPNAME] of [SET-UP] menu-instellingen worden weer teruggezet naar de begininstellingen. Wanneer de instellingen van het [SET-UP]-menu worden gereset, worden ook de volgende instellingen gereset. Daarnaast wordt [FAVORIETEN] (P108) in het [AFSPELEN]-functiemenu op UIT gezet en worden [LCD ROTEREN] (P106) en [STARTWEERGAVE] (P89) in de klembordfunctie op AAN gezet.
– De geboortedatum en naam
instellen voor
[BABY1]/[BABY2] (P61) en [HUISDIER]
(P63) in de scènefunctie.
– Het aantal dagen dat verstreken is sinds
de vertrekdatum in [REISDATUM]. (P71)
– De instelling voor [WERELDTIJD] (P73).
• Het mapnummer en de klokinstelling worden niet gewijzigd.
- 25 -
Voorbereiding
[VIDEO UIT]
(Alleen Terugspeelfunctie)
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te
/SET
beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P20) Instellen om aan te passen aan het kleuren televisiesysteem in elk land.
[NTSC]: Video-output wordt op NTSC
systeem ingesteld.
[PAL]: Video-output wordt op PAL
systeem ingesteld.
[SCÈNEMENU]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te
/SET
beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P20) Het scherm instellen dat verschijnt als u de instelknop op [ ] zet.
[AUTO]: De menupagina [SCÈNE
MODE] verschijnt.
[OFF]: Het opnamevenster voor de
op dit ogenblik geselecteerde scènefunctie verschijnt.
[TV-ASPECT]
(Alleen Terugspeelfunctie) (P134)
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te
/SET
beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P20) De verschillende TV-typen instellen.
[]:Aansluiten op een TV met
een 16:9 scherm.
[]: Aansluiten op een TV met
een 4:3 scherm.
[KEUZEDISPLAY]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te
/SET
beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P20) Instellen of de weergavekeuze al dan niet moet verschijnen als u aan de instelknop draait.
[ON], [OFF]
[TAAL]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te
/SET
beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P20) De taal op het scherm instellen.
• Als u per ongeluk een andere taal instelt, kiest u [ ] in het pictogrammenmenu om de gewenste taal in te stellen.
- 26 -

LCD-Monitorweergave/ de LCD-Monitorweergave omschakelen

Schermweergave in de normale
opnamefunctie [ ] (op het ogenblik van de aankoop)
12
13
3
4
56 7
8
9
Voorbereiding
• Deze verschijnt niet wanneer u de camera gebruikt met de AC-adapter (optioneel).
8 Aantal opneembare beelden (P149)
9 Opnamestaat
10 Ingebouwd geheugen/kaart
• De kaartaanduiding wordt rood als er opnamen met het ingebouwde geheugen (of de kaart) worden gemaakt. – Als u het ingebouwde geheugen
gebruikt
10
1/30F2.8
1112
1 Opnamefunctie
2 Flitsfunctie (P47)
• Als u de ontspanknop half indrukt wanneer de flits geactiveerd is, wordt het flitspictogram rood.
3 AF-zone (P29)
• De AF-zone op het scherm is groter dan normaal als u opneemt op donkere plaatsen.
4 Focus (P29)
5 Beeldgrootte (P81)
6Kwaliteit (P81)
: Waarschuwingsbeweging (P31)
7 Batterijaanduiding
• De batterijaanduiding wordt rood en knippert als de batterij bijna leeg is. (Het statuslampje knippert als de LCD-monitor uit staat.) Laad de batterij op of vervang deze door een volle batterij.
– Als u de kaart gebruikt
• De volgende handelingen zijn niet toegestaan als de kaartaanduiding gaat branden. De kaart en de gegevens kunnen beschadigd raken en het toestel zou kunnen ophouden met normaal werken. – Het toestel uit zetten. – De batterij of de kaart verwijderen. (als
u een kaart gebruikt) – Slaan of stoten met het toestel. – Maak de AC- adapter los. (optioneel)
(als u de AC- adapter aan het
gebruiken bent)
• Doe de bovenstaande handelingen niet terwijl beelden worden gelezen of gewist of terwijl het ingebouwde geheugen (of de kaart) wordt geformatteerd. (P124)
• De toegangstijd voor het ingebouwde geheugen kan langer zijn dan de toegangstijd voor een kaart.
11 Sluitertijd (P29)
12 Lensopening (P29)
• Als de belichting niet voldoende is, worden de lensopeningaanduiding en de sluitertijdaanduiding rood. (Deze worden niet rood als de flits werkt.)
13 Optische beeldstabilisator (P85)
- 27 -
Voorbereiding
• Lees P135 voor informatie over andere weergaven op het scherm.
Weergave op het scherm omschakelen
U kunt de weergave op het scherm wijzigen met [DISPLAY]. Hiermee kunt u informatie weergeven terwijl u opnamen maakt, zoals de beeldresolutie of het aantal resterende opnamen. U kunt ook opnamen maken zonder enige info op het scherm. Lees P42 voor details.
- 28 -

Basiskennis

Basiskennis

Opnamen maken

Het toestel stelt automatisch de sluitertijd en de lensopening in volgens de helderheid van het object.
• De statusindicator 3 gaat branden wanneer u dit toestel aanzet 2. (Het gaat na ongeveer 1 seconde weer uit.) (1: Ontspanknop)
1 Het toestel voorzichtig vasthouden
met beide handen, armen stil houden en uw benen een beetje spreiden.
3 De ontspanknop half indrukken om
scherp te stellen.
1/30F2.8
• De focusaanduiding 2 wordt groen en de AF-zone 1 wordt groen in de plaats van wit. (3: Lensopening, 4: Sluitersnelheid)
• Het focusbereik is 50 cm tot ¶.
• Het onderwerp is niet scherp in de volgende gevallen. – De focusaanduiding knippert (groen). – De AF-zone wordt rood of er is geen AF-
zone.
– U hoort de focustoon 4 keer.
• Als de afstand buiten het focusbereik valt, kan het beeld onscherp zijn ook als de aanduiding groen is.
4 Druk de half ingedrukte
ontspanknop helemaal in om de opname te maken.
A Flits B AF-lamp C Wanneer u het toestel verticaal houdt
2 Richt de AF-zone op het punt
waarop u wenst scherp te stellen.
- 29 -
Basiskennis
Als u de flits gebruikt
Als de camera waarneemt dat de omgeving waar de opname wordt gemaakt donker is, wordt de flits geactiveerd wanneer de ontspanknop volledig wordt ingedrukt. (Wanneer de flits op AUTO [ ]/AUTO/ Rode-ogenreductie [ ]/Langzame synch./Rode-ogenreductie staat.)
• U kunt de flits anders instellen voor uw opnamen. (P47)
• Als u de ontspanknop indrukt, kan de LCD-monitor een ogenblikje helder of donker worden. Dit heeft geen gevolgen voor de opname.
• Houd de camera stil als u de ontspanknop indrukt.
• De flits of de AF-lamp niet bedekken met uw vingers of andere voorwerpen.
• De voorkant van de lens niet aanraken.
Belichting (P53)
Als u de normale opnamefunctie [ ] selecteert, wordt de belichting automatisch op een geschikte belichting gezet (AE=automatische belichting). Afhankelijk van de opname-omstandigheden, zoals bij achtergrondlicht, kan de opname echter donker worden.
In dit geval moet u de belichting aanpassen om heldere opnamen te maken.
Scherpstellen (P31, 55)
Als u de normale opnamefunctie kiest [ ], stelt de camera automatisch scherp (AF= Auto Focus). Sommige delen van de opname kunnen echter onscherp zijn. Het focusbereik is 50 cm tot ¶.
– Wanneer er zowel objecten dichtbij als
objecten ver weg zijn.
– Wanneer er vuil of stof op het glas zit
tussen de lens en het object.
– Wanneer er verlichte of schitterende
objecten rondom het object zijn.
– Als u opnamen maakt op donkere
plaatsen. – Wanneer het object snel beweegt. – Wanneer er weinig contrast in de scène is. – Wanneer het object heel fel gekleurd is. – Wanneer u een close-up maakt van een
onderwerp. – Wanneer het toestel beweegt.
Probeer de AF/AE-vergrendeling of de macrofunctie. Voor informatie over de herkenfunctie van het gezicht, P83.
Kleuren (P77, 78)
Als het licht rondom een andere kleur heeft, bijvoorbeeld bij zonlicht of halogeenlicht, krijgt het voorwerp ook een andere kleur. Dit toestel past de tint automatisch zo aan dat deze zo realistisch mogelijk is. (automatische witbalans)
Stel de witbalans in om een andere tint te krijgen met de automatische witbalans. Regel de witbalans fijn voor een betere witbalanscorrectie.
- 30 -
Loading...
+ 125 hidden pages