QuickTime en het QuickTime-logo zijn merken of
geregistreerde merken van Apple Inc. en worden
onder licentie gebruikt.
VQT1K51-1
Voor Gebruik
Geachte Klant,
Wij willen van de gelegenheid gebruik maken
u te bedanken voor de aanschaf van deze
Panasonic Digitale Fotocamera. Lees deze
handleiding met aandacht en bewaar hem
binnen handbereik voor toekomstige
raadpleging.
Voor Gebruik
Informatie voor Uw
Veiligheid
WAARSCHUWING:
OM HET RISICO VAN BRAND,
ELEKTRISCHE SCHOK OF
PRODUCTBESCHADIGING TE
VERKLEINEN,
• STELT U DIT APPARAAT NIET
BLOOT AAN REGEN, VOCHT,
DRUPPELS OF SPETTERS, EN MAG
U GEEN VOORWERPEN WAARIN
EEN VLOEISTOF ZIT BOVENOP
HET APPARAAT PLAATSEN.
• GEBRUIKT U UITSLUITEND DE
AANBEVOLEN ACCESSOIRES.
• VERWIJDERT U NIET DE
AFDEKKING (OF HET
ACHTERPANEEL). ER BEVINDEN
ZICH GEEN ONDERDELEN IN HET
APPARAAT DIE DOOR DE
GEBRUIKER MOETEN WORDEN
ONDERHOUDEN. LAAT
ONDERHOUD OVER AAN
VAKBEKWAAM
ONDERHOUDSPERSONEEL.
Neem zorgvuldig het auteursrecht in acht.
Het opnemen van reeds beschreven
banden of schijven, of ander gepubliceerd
of uitgezonden materiaal, voor andere
doeleinden dan persoonlijk gebruik,
kunnen een overtreding van het
auteursrecht vormen. Zelfs voor
privé-gebruik kan het opnemen van
bepaald materiaal aan beperkingen
onderhevig zijn.
• Houdt u er rekening mee dat de huidige
bedieningselementen, de onderdelen, de
menuopties enz. van uw Digitale Camera
enigszins af kunnen wijken van de illustraties
die in deze Handleiding voor Gebruik
opgenomen zijn.
• SDHC Logo is een handelsmerk.
• Leica is een gedeponeerd handelsmerk van
Leica Microsystems IR GmbH.
• Elmarit is een gedeponeerd handelsmerk
van Leica Camera AG.
• Andere namen, bedrijfsnamen en
productnamen die in deze handleiding
voorkomen, zijn handelsmerken of
geregistreerde handelsmerken van de
betreffende bedrijven.
HET STOPCONTACT MOET IN DE
NABIJHEID VAN HET APPARAAT
GEÏNSTALLEERD WORDEN EN
MAKKELIJK BEREIKBAAR ZIJN.
GEVAAR
Explosiegevaar wanneer de batterij op
onjuiste wijze vervangen wordt.
Vervang alleen door een zelfde soort
batterij of equivalent, die door de
fabrikant aanbevolen worden. Gooi de
gebruikte batterijen weg zoals door de
fabrikant voorgeschreven wordt.
Waarschuwing
Gevaar voor brand, explosie en vuur.
Niet uit elkaar halen, verhitten boven
60 xC of verassen.
Het productidentificatielabel bevindt
zich aan de onderkant van de
apparaten.
- 2 -
-Als u dit symbool zietInformatie over het weggooien van elektrische en elektronische apparatuur
(particulieren)
Dit symbool betekent in Europa dat gebruikte elektrische en elektronische
producten niet bij het normale huishoudelijke afval mogen.
Lever deze producten in bij de aangewezen inzamelingspunten, waar ze
gratis worden geaccepteerd en op de juiste manier worden verwerkt,
teruggewonnen en hergebruikt. In Nederland kunt u uw producten bij uw
winkelier inleveren bij de aanschaf van een vergelijkbaar nieuw product.
Wanneer u dit product op de juiste manier als afval inlevert, spaart u
waardevolle hulpbronnen en voorkomt u potentiële negatieve gevolgen
voor de volksgezondheid en het milieu, die anders kunnen ontstaan door
een onjuiste verwerking van afval.
Neem contact op met uw gemeente voor meer informatie over het dichtstbijzijnde
inzamelingspunt of raadpleeg www.nvmp.nl, www.ictoffice.nl of www.stibat.nl.
Voor zakelijke gebruikers in de Europese Unie
Neem voor het weggooien van elektrische en elektronische apparatuur contact op met uw
leverancier voor verdere informatie.
Informatie over verwijdering van afval in landen buiten de Europese Unie
Dit symbool is alleen geldig in de Europese Unie.
Neem wanneer u dit product wilt weggooien, contact op met de lokale overheid of uw
leverancier en vraag wat de juiste verwijderingsmethode is.
∫ Over de batterijoplader
WAARSCHUWING!
• OM EEN GOEDE VENTILATIE TE
VERZEKEREN, DIT APPARAAT NIET
IN EEN BOEKENKAST, EEN
INGEBOUWDE KAST OF EEN
ANDERE GESLOTEN RUIMTE
INSTALLEREN OF GEBRUIKEN.
ZORG ERVOOR DAT DE
VENTILATIEWEGEN NIET DOOR
GORDIJNEN OF ANDERE
MATERIALEN WORDEN
AFGESLOTEN, OM GEVAAR VOOR
ELEKTRISCHE SCHOK OF BRAND
TEN GEVOLGE VAN
OVERVERHITTING TE VOORKOMEN.
• ZORG DAT DE
VENTILATIE-OPENINGEN VAN HET
APPARAAT NIET GEBLOKKEERD
WORDEN DOOR KRANTEN,
TAFELKLEEDJES, GORDIJNEN, OF
IETS DERGELIJKS.
• ZET GEEN OPEN VUUR, ZOALS
BRANDENDE KAARSEN, OP HET
APPARAAT.
• DOE LEGE BATTERIJEN WEG OP
EEN MILIEUVRIENDELIJKE MANIER.
Voor Gebruik
- 3 -
• De batterijoplader gaat in standby staan als
Voor Gebruik
de AC-kabel is aangesloten.
Het primaire circuit is altijd “actief” zolang
een de batterijlader op het stroomnet is
aangesloten.
∫ Wat u wel en niet met het toestel mag
doen
• Het toestel niet erg schudden of stoten.
U kunt hiermee de lens of de LCD-monitor
beschadigen, problemen met het toestel
veroorzaken, of het opnemen onmogelijk
maken.
• We raden het sterk aan het
toestel niet in uw broekzak
te laten wanneer u zit en het
ook niet in een volle of te
kleine tas te proppen, enz.
Dit zou schade aan de
LCD-monitor of persoonlijk
letsel tot gevolg kunnen
hebben.
• Wees bijzonder voorzicht op de volgende
plaatsen die problemen met het toestel
kunnen veroorzaken.
– Plaatsen met veel zand of stof.
– Plaatsen waar water in het toestel kan
komen zoals op een strand of op plaatsen
waar het regent.
• Raak de lens of de aansluitingen niet aan
met vuile handen. Zorg er ook voor dat er
geen vloeistoffen in de ruimte rondom de
lens, de knoppen, enz. terecht kan
komen.
• Als er zeewaterdruppels op het toestel
komen, een droge doek gebruiken om het
toestellichaam voorzichtig af te drogen.
∫ Over condens (Als de lens bedampt is)
• Condens doet zich voor wanneer de
omgevingstemperatuur of vochtigheid wijzigt
zoals hieronder beschreven wordt. Op
condens letten omdat het vlekken op de
lens, schimmel of storing veroorzaakt.
• Als er condens in de camera komt, zet u het
toestel uit en laat het ongeveer 2 uur met
rust. De aanslag verdwijnt vanzelf als de
camera weer op kamertemperatuur komt.
∫ Lees ook de “Voorzorgsmaatregelen bij
het gebruik”. (P138)
∫ Over kaarten die gebruikt kunnen
worden in dit apparaat
U kunt een SD-geheugenkaart, een
SDHC-geheugenkaart en een
MultiMediaCard gebruiken.
• Wanneer de term kaart gebruikt wordt in
deze gebruiksaanwijzing verwijst dit naar de
volgende types Geheugenkaarten.
– SD-geheugenkaart (8 MB tot 2 GB)
– SDHC-geheugenkaart (4 GB)
– MultiMediaCard (alleen foto's)
Meer specifieke informatie over kaarten die
gebruikt kunnen worden met dit apparaat.
• U kunt alleen een SDHC-geheugenkaart
gebruiken als u kaarten gebruikt met 4 GB
of meer vermogen.
• Een 4 GB-geheugenkaart zonder een
SDHC-logo is niet gebaseerd op de
SD-standaard en zal niet in dit product werken.
OK
44
Gelieve deze informatie op de volgende
website bevestigen.
http://panasonic.co.jp/pavc/global/cs
(Deze site is alleen in het Engels.)
- 4 -
Inhoud
Voor Gebruik
Informatie voor Uw Veiligheid ...................2
Dit is een beknopt overzicht van hoe u
opnamen opneemt en terugspeelt met het
toestel. Bij elke stap controleert u de pagina's
waarnaar verwezen wordt en die tussen
haakjes staan.
1 De batterij opladen. (P10)
plug-in-apparaat
insteektype
• De batterij wordt niet opgeladen voor
de verzending. Laad dus de batterij
eerst op.
2 Doe de batterij en de kaart in het
toestel. (P13)
3 Zet de fotocamera aan om opnamen
te maken.
• Stel de klok in. (P17)
OFF
1 Stel de functieknop in op [].
2 Druk de ontspanknop in om opnamen te
maken. (P29)
ON
4 Speel de opnamen terug af.
1 Stel de functieknop in op [].
2 Kies de opname die u wil bekijken. (P39)
• Als u geen kaart gebruikt, kunt u
opnamen opnemen of terugspelen met
het ingebouwde geheugen; (P15). P15
raadplegen als u een kaart gebruikt.
- 9 -
Voorbereiding
De batterij opladen met
de oplader
De batterij wordt niet opgeladen voor de
verzending. Laad dus de batterij eerst op.
1 Steek de batterij in de goede
richting.
2 Steek de stekker van de oplader in
het stopcontact.
plug-in-apparaat
insteektype
• De AC-kabel gaat niet helemaal in de
AC-aansluiting. Er blijft een stukje over
zoals op de afbeelding.
• Het laden is gedaan als het lampje
[CHARGE] A uitgaat (na ongeveer
120 minuten).
• Als het [CHARGE] lampje knippert, leest u
P11.
3 Maak de batterij los als deze
opgeladen is.
• Als u hebt opgeladen, trekt u de stekker uit
het stopcontact.
• De batterij wordt warm na het gebruik/laden
of tijdens het laden. Ook de fotocamera
wordt warm tijdens het gebruik. Dit is echter
geen storing.
• Een volle batterij raakt leeg als u deze lang
niet gebruikt. Laad de batterij opnieuw op.
• De batterij kan opgeladen worden zelfs als
deze niet helemaal leeg is.
• Gebruik hiervoor de oplader.
• Laad de batterij op met de oplader.
• De oplader niet uit elkaar halen of er iets
aan wijzigen.
• Houd metalen voorwerpen (bijv.
paperclips) uit de buurt van de
aansluitingen van de netstekker om
brand en/of elektrische schokken als
gevolg van kortsluiting of de daaruit
voortkomende hitte te voorkomen.
• Het laden start als het lampje [CHARGE]
A groen oplicht.
- 10 -
Voorbereiding
Over de batterij
(Opladen/Aantal opnamen)
∫ Levensduur van de batterij
Het aantal opnamen
(Volgens CIPA-standaard in normale
beeldfunctie [])
Aantal
opnamen
Opnamevoorwaarden volgens
CIPA-standaard
• Temperatuur: 23 °C/
Vochtigheid: 50% wanneer de LCD-monitor
aan staat.
• Met een Panasonic SD-geheugenkaart
(16 MB).
• De geleverde batterij gebruiken.
• Opnemen begint 30 seconden nadat de
fotocamera aangezet is. (Als de optische
beeldstabilisator ingesteld is op [MODE1]).
• Om de 30 seconden opnemen, met volle
flits om de tweede opname.
• Het zoomhendeltje van Tele naar Breed of
andersom zetten bij elke opname.
• Het toestel om de 10 opnamen uitzetten. Het
toestel niet gebruiken totdat de batterijen
afgekoeld zijn.
¢ In de functie Auto Power LCD, de
LCD-versterkingsfunctie en de
hoge-hoekfunctie (P45) kunnen minder
opnamen worden gemaakt.
• CIPA is een afkorting van
[Camera & Imaging Products Association].
Ongeveer 280 opnamen
(ongeveer 140 min)
¢
Het aantal opnamen verschilt
afhankelijk van de pauzetijd tussen de
opnamen.
Als de pauzetijd tussen de opnamen
langer wordt, neemt het aantal
mogelijke opnamen af.
[Wanneer u bijv. om de 2 minuten een
opname maakt, neemt het aantal
opneembare beelden af tot ongeveer
70.]
∫ Terugspeeltijd
Terugspeeltijd
Het aantal opnamen en de terugspeeltijd
zullen variëren afhankelijk van de
werkingsomstandigheden en opslagcondities
van de batterij.
∫ Opladen
OplaadtijdOngeveer 120 min
Oplaadtijd en aantal mogelijke opnamen met
het optionele batterijpakket zijn dezelfde als
hierboven.
• Als het opladen start, brandt de [CHARGE]
aanduiding.
∫ Als het [CHARGE] lampje knippert
• De batterij is te heet of te koud. Het zal
langer duren dan normaal om de batterij op
te laden. Het kan ook zijn dat de batterij niet
helemaal opgeladen wordt.
• De polen op de lader of op de batterij zijn
vuil. Wrijf ze in dit geval schoon met een
droge doek.
• Wanneer de bedrijfstijd van de camera
extreem kort wordt zelfs als de batterij goed
opgeladen is, zou de levensduur van de
batterij aan zijn eind kunnen zijn. Koop een
nieuwe batterij.
Ongeveer 300 min
- 11 -
∫ Opnamecondities
• Laad de batterij op bij in een temperatuur
tussen 10 oC tot 35 oC. (Dit moet ook de
temperatuur van de batterij zelf zijn.)
• De prestatie van de batterij kan tijdelijk
verminderen en de bedrijfstijd kan korter
worden bij lagere temperaturen (b.v. skiën/
snowboarden).
• De batterij kan uitzetten en minder lang
werken naarmate u deze vaker oplaadt. Voor
een lang meegaande batterij raden wij aan
deze niet te vaak op te laden als de batterij
nog niet helemaal leeg is.
Voorbereiding
- 12 -
De kaart (optioneel)/de
batterij invoeren en
verwijderen
Voorbereiding
A
• Controleer of het toestel uit staat.
• Leg een kaart klaar (optioneel).
• U kunt opnamen maken of terugspelen
met het ingebouwde geheugen als u
geen kaart gebruikt.
1 Zet het vrijgavehendeltje in de
richting van de pijl en open het
dekseltje op de kaart/batterij.
• Altijd echte Panasonic batterijen
gebruiken.
• Bij gebruik van andere accu’s kunnen
wij de kwaliteit van dit product niet
garanderen.
2 Batterij:
Steek de opgeladen batterij precies
in de goede richting.
Trek de hendel A in de richting van
de pijl om de batterij eruit te halen.
Kaart:
Druk er lichtjes op en zorg dat de
kaart in de goede richting zit.
Druk op de kaart totdat u deze hoort
klikken en trek de kaart dan recht
naar boven uit het toestel.
B
B: Raak de aansluitingen op de achterkant
van de kaart niet aan.
• De kaart kan beschadigd worden als deze
niet goed in het toestel zit.
3 1:
Sluit de kaart/batterijklep.
2:
Zet het vrijgavehendeltje in de
richting van de pijl.
• Als u de kaart/batterijklep niet helemaal
kunt sluiten, haalt u de kaart eruit en
steekt u deze er weer in.
- 13 -
Voorbereiding
• Haal de batterij uit het toestel na gebruik. De
batterij opslaan in de batterijhouder
(bijgeleverd).
• De batterij niet verwijderen totdat de
LCD-monitor en het statuslampje (groen)
uit zijn gegaan omdat anders de
instellingen verkeerd opgeslagen kunnen
worden.
• De geleverde batterij is alleen bedoeld
voor dit toestel. Gebruik de batterij niet
voor andere apparatuur.
• Kom niet aan de batterij terwijl het toestel
aan staat. De gegevens op het
ingebouwde geheugen of de kaart
kunnen beschadigd raken of verloren
gaan. Wees bijzonder voorzichtig als het
toestel gegevens aan het lezen is op het
ingebouwde geheugen of op de kaart.
(P27)
• We raden een kaart van Panasonic aan.
- 14 -
Voorbereiding
Over het ingebouwde
geheugen/de kaart
(optioneel)
Het ingebouwde geheugen kan worden
gebruikt als tijdelijke opslagruimte als de
kaart vol raakt.
U kunt uw opnamen opslaan op een kaart.
(P122)
∫ Ingebouwd geheugen []
U kunt opnemen of afspelen met het
ingebouwde geheugen. (U kunt dit
geheugen niet gebruiken als er een kaart
in het toestel zit.)
• Het ingebouwde geheugenvermogen is
ongeveer 27 MB.
• De beeldresolutie is vast ingesteld op
QVGA (320k240 pixels) voor opname van
bewegende beelden in het ingebouwde
geheugen.
• Klembordopnamen (P89) worden
opgeslagen in het ingebouwde geheugen,
ongeacht of er een kaart is ingevoerd.
∫ Kaart []
Als er een kaart in het toestel zit, kunt u
beelden op de kaart opnemen of afspelen.
∫ Kaart (optioneel)
• De SD-geheugenkaarten, de
SDHC-geheugenkaarten en de
MultiMediaCard zijn kleine, lichtgewicht
verwijderbare externe geheugenkaarten.
Lees P4 voor informatie over de kaarten die
compatibel zijn met dit toestel.
• De SDHC-geheugenkaart is een
geheugenkaartstandaard die bepaald is
door de SD-associatie in 2006 voor hoog
vermogen-geheugenkaarten die meer dan
2 GB kunnen bevatten.
• De lees-/schrijfsnelheid van een
SD-geheugenkaart en een
SDHC-geheugenkaart is groot. Beide typen
kaarten zijn uitgerust met een
Schrijfbeveiligingschakelaar A, waarmee
schrijven en formatteren van de kaart
verhinderd wordt. (Als u de beveiliging op
[LOCK] zet, kunt u geen gegevens op de
kaart schrijven of wissen of de kaart
formatteren. Als u de beveiliging weer naar
de andere kant zet, dan zijn deze functies
weer beschikbaar.)
2
• Dit toestel (SDHC-compatibel) is compatibel
met de SD-geheugenkaarten gebaseerd op
de SD-geheugenkaartspecificaties en
geformatteerd in het FAT12-systeem en het
FAT16-systeem. Het is tevens compatibel
met de SDHC-geheugenkaarten die
gebaseerd zijn op de
SD-geheugenkaartspecificaties en
geformatteerd zijn in het FAT32-systeem.
• Een SDHC-geheugenkaart kan worden
gebruikt in apparatuur die compatibel is met
SDHC-geheugenkaarten maar kan niet
worden gebruikt in apparatuur die alleen
compatibel is met SD-geheugenkaarten.
(Lees altijd de gebruiksaanwijzing van de
apparatuur die u gebruikt. Als u de opnamen
laat afdrukken bij een fotostudio, vraag deze
dan voordat de opnamen worden afgedrukt.)
(P4)
• Voor informatie over het aantal opneembare
beelden en de beschikbare opnametijd voor
elke kaart, P149 raadplegen.
• We raden het gebruik van
Hoge-Snelheid-SD-geheugenkaarten/
SDHC-geheugenkaarten aan om
bewegende beelden op te nemen.
- 15 -
Voorbereiding
• De gegevens op het ingebouwde geheugen
of de kaart kunnen beschadigd raken of
verloren gaan door elektromagnetische
golven of statische elektriciteit of omdat het
toestel of de kaart stuk is. We raden aan
belangrijke gegevens op een PC enz. op te
slaan.
• Formatteer de kaart niet op de PC of andere
apparatuur. Formatteer de kaart alleen op
het toestel zelf zodat er niets kan mislopen.
(P124)
• Houd de geheugenkaarten buiten het bereik
van kinderen om te voorkomen dat ze de
kaart inslikken.
- 16 -
Voorbereiding
De datum en de tijd
instellen (Klokinstelling)
∫ Begininstelling
De klok is niet ingesteld zodat het volgende
scherm verschijnt wanneer u het toestel
aanzet.
1 Druk op [MENU/SET].
2 Druk op 3/4/2/1 om de datum en
tijd te selecteren.
:
:
OFF
A [MENU/SET]-knop
B Cursorknoppen
C Instelknop
ON
A De tijd in uw woongebied
B De tijd in uw reisbestemmingsgebied
(P73)
• 2/1: Kies het gewenste onderdeel.
• 3/4: De afbeeldingvolgorde voor de
datum en tijd instellen.
•: Annuleren zonder de klok in te stellen.
3 Druk op [MENU/SET] om in te
stellen.
• Zet het toestel uit als u klaar bent met het
instellen van de klok. Zet dan de
instelknop op een opnamefunctie om de
camera aan te zetten en controleer of de
klok goed is ingesteld.
- 17 -
Voorbereiding
De klokinstelling wijzigen
1 Druk op [MENU/SET].
2 Druk op 3/4 om [KLOKINST.] te
selecteren.
3 Druk op 1 en voer de stappen
om de klok in te stellen.
4 Op [MENU/SET] drukken om het menu te
sluiten.
• U kunt de klok ook in het [SET-UP] menu
instellen. (P23)
• Als een volledig opgeladen batterij
gedurende meer dan 24 uur in het toestel
heeft gezeten, wordt de ingebouwde batterij
voor de klok verder opgeladen zodat de
klokinstelling ten minste 3 maanden wordt
opgeslagen (in de camera), zelfs als de
batterij wordt verwijderd. (Als u een batterij
invoert die niet voldoende is opgeladen, blijft
de klokinstelling mogelijk minder lang
opgeslagen.) Na deze periode wordt de
klokstelling geannuleerd. Stel de klok in dat
geval opnieuw in.
• U kunt het jaar instellen tussen 2000 en
2099. Er wordt gebruik gemaakt van het 24
uren systeem.
• Als de klok niet is ingesteld en u stelt de
datumafdruk op de opnamen in met [TEKST
AFDR.] (P111) of u laat de opnamen
afdrukken door een fotograaf, wordt niet de
juiste datum afgedrukt.
• Als de klok wel is ingesteld, kan de juiste
datum worden afgedrukt, zelfs als de datum
niet op het scherm van de camera wordt
weergegeven.
2 en 3 uit
- 18 -
Voorbereiding
SCN
De Instelknop
Als u het toestel aan zet en dan aan de
instelknop draait, kunt u niet alleen
overschakelen van opnamen naar
afspelen maar kunt u ook overschakelen
naar de macrofunctie voor close-ups of
naar een opnamefunctie die beter past bij
de opname die u wenst te maken.
∫ Schakelen tussen functies door aan de
instelknop te draaien
Zet het deel A op de gewenste functie.
Draai langzaam aan de instelknop om een
functie in te stellen. (Zet de knop niet naast
een lege ruimte zonder functie.)
SCN
• De pagina hierboven B verschijnt op de
LCD-monitor als u aan de instelknop draait.
(P26)
De functie die u hebt gekozen verschijnt op
de LCD-monitor als u de camera aan zet.
∫ Basiskennis
Normale opnamefunctie (P29)
Deze functie voor gewoon opnemen
gebruiken.
Intelligente automatische
functie (P32)
Gebruik deze functie om het toestel
automatisch alle instellingen te doen
hanteren voor het maken van opnamen.
Terugspeelfunctie (P39)
Met deze functie speelt u opnamen af.
∫ Gevorderd
Macrofunctie (P55)
Met deze functie maakt u close-upbeelden
van een onderwerp.
Scènefunctie (P56)
Hiermee maakt u beelden die passen bij
de scène die u opneemt.
Bewegende beeldfunctie (P69)
Met deze functie maakt u opnamen van
bewegende beelden.
Klembordfunctie (P89)
Gebruik deze functie om opnamen te
maken en terug te spelen als
klembordopnamen.
Printfunctie (P129)
Gebruik deze functie om beelden af te
drukken.
- 19 -
Voorbereiding
Menu instellen
∫ Menupagina’s afspelen
Druk op [MENU/SET].
bijv.: De eerste van in totaal 3 pagina´s wordt
afgebeeld.
B
A
A Menupictogrammen
B Huidige pagina
C Menuonderdelen en instellingen
• Draai aan de zoomhendel terwijl u een
menuonderdeel kiest om over te schakelen
naar de vorige of volgende pagina.
• De menupictogrammen en onderdelen die
verschijnen hangen af van de stand van de
instelknop.
C
∫ Over de menupictogrammen
[OPNAME] functie menu (P75)
Dit verschijnt als de instelknop op []/
[]/[]/[]/[] staat.
[AFSPELEN] functie menu
(P100)
Dit verschijnt als de instelknop op []
staat.
[SCÈNE MODE] menu (P56)
Dit verschijnt als de instelknop op []
staat.
[SET-UP] menu (P23)
Dit verschijnt als de instelknop op []/
[]/[]/[]/[]/[] staat.
- 20 -
∫ Menuonderdelen instellen
• In het volgende voorbeeld kunt u zien hoe
[KWALITEIT] moet worden ingesteld in de
normale opnamefunctie [].
1 Druk op 3/4 om het
menu-onderdeel te selecteren.
A
• Druk op 4 bij A om over te schakelen
naar het volgende scherm.
2 Druk op 1.
Voorbereiding
4 Druk op [MENU/SET] om in te stellen.
∫ De menupagina sluiten
Druk op [MENU/SET].
• Als de instelknop op []/[]/[]/
[]/[] staat, kunt u het menuscherm
ook sluiten door de ontspanknop half in te
drukken.
MENU
/SET
3 Druk op 3/4 om de instelling te
selecteren.
- 21 -
∫ Overschakelen naar het [SET-UP] menu
Voorbereiding
1 Druk op 2 in een menuscherm.
2 Druk op 4 om het menupictogram
[SET-UP] te selecteren.
3 Druk op 1.
• Kies een menuonderdeel en stel het in.
- 22 -
Voorbereiding
Over het set-up Menu
• De onderdelen instellen zoals vereist.
• [RESETTEN] in het menu kiezen om terug
te keren naar de begininstellingen die u
aantreft bij aankoop. (P25)
• [KLOKINST.], [AUTO REVIEW], [BATT.
BESP.] en [BESPARING] zijn belangrijke
onderdelen. Controleer de instellingen
ervan voordat u ze gebruikt.
[KLOKINST.] (P17)
(Datum en tijd wijzigen.)
MENU
Op [] drukken om het [SET-UP] menu af te
/SET
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P20)
Datum en tijd wijzigen.
[AUTO REVIEW]
(Een opname op het scherm weergeven.)
MENU
Op [] drukken om het [SET-UP] menu af te
/SET
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P20)
Stel in hoeveel tijd na de opname het beeld
op het scherm verschijnt.
[OFF]
[1SEC.]
[3SEC.]
[ZOOM]: De opname verschijnt
1 seconde, wordt dan
uitvergroot tot 4k en verschijnt
nogmaals 1 seconde.
• De automatische overzichtsfunctie is niet
geactiveerd in de
bewegende-beeldenfunctie [].
• De automatische afspeelfunctie is
ingeschakeld, onafhankelijk van de manier
waarop deze is ingesteld als u automatische
bracket (P54), [HI-SPEED BURST] (P64)
gebruikt in de scènefunctie, de burstfunctie
(P86) en als u stilstaande beelden met
geluid (P82) opneemt. (Het beeld wordt niet
uitvergroot.)
• Auto review kan niet worden ingesteld
wanneer de auto bracket of burstfunctie
wordt gebruikt, in de
bewegende-beeldenfunctie [] of
wanneer [AUDIO OPNAME],
[ZELFPORTRET] (P58) of
[HI-SPEED BURST] (P64) in de
scènefunctie op [ON] staat.
• In de intelligente automatische functie []
is de auto review-functie vast ingesteld op
[1SEC.].
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P20)
De energiebesparingsfunctie wordt
geactiveerd (het toestel wordt automatisch
uitgezet om de batterijlevensduur te sparen)
als u het toestel net zo lang niet gebruikt als
ingesteld is in de besparingsfunctie.
[1MIN.], [2MIN.], [5MIN.], [10MIN.], [OFF]
• De ontspanknop half indrukken of het toestel
uit- en aanzetten om de
energiebesparingsfunctie te annuleren.
• De energiebesparingsfunctie staat vast op
[2MIN.] in de besparingsfunctie en op
[5MIN.] in de intelligente automatische
functie [] en in de klembordfunctie [].
• De energiebesparingsfunctie werkt niet in de
volgende gevallen.
– Als u een AC-adapter gebruikt (optioneel)
– Als u het toestel aansluit op een PC of een
printer
– Als u bewegende beelden opneemt of
afspeelt
– Tijdens een diavoorstelling
- 23 -
Voorbereiding
[BESPARING]
(De LCD-monitor automatisch laten
uitschakelen.)
MENU
Op [] drukken om het [SET-UP] menu af te
/SET
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P20)
De LCD-monitor wordt minder helder en gaat
automatisch uit als de camera niet wordt
gebruikt om de batterij te sparen.
[LEVEL 1]: De LCD-monitor gaat uit als
het toestel niet gebruikt wordt
gedurende ongeveer
15 seconden in
opnamefunctie.
[LEVEL 2]: De LCD-monitor gaat uit als
het toestel niet gebruikt wordt
gedurende ongeveer
15 seconden in
opnamefunctie of gedurende
ongeveer 5 seconden nadat
er een beeld gemaakt is.
[OFF]:Besparingsfunctie kan niet
geactiveerd worden.
• De LCD-monitor uit als de flits opgeladen
wordt.
• De statusindicator licht op als de
LCD-monitor uit wordt gezet. Druk op een
willekeurige knop om de LCD-monitor weer
aan te zetten.
•
De energiebesparingsfunctie wordt na [2MIN.]
ingeschakeld. [In de intelligente automatische
functie []
, wordt de functie echter pas na
[5 MIN.] ingeschakeld en de
energiebesparingsfunctie werkt niet als de
AC-adapter (optioneel) wordt gebruikt.]
• De helderheid van de LCD-monitor wordt
niet gereduceerd in de
LCD-versterkingsfunctie en in de
breedhoekfunctie.
• De besparingsfunctie werkt niet in de
volgende gevallen.
– In de klembordfunctie []
– Als u een AC-adapter gebruikt (optioneel)
– Als er een menupagina op het scherm
staat
– Als de zelfontspanner ingesteld is
– Terwijl u bewegende beelden opneemt
[WERELDTIJD] (P73)
MENU
Op [] drukken om het [SET-UP] menu af te
/SET
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P20)
De tijd in uw woongebied en reisbestemming
instellen.
[]: U reisbestemming
[]: Uw woongebied
[LCD SCHERM]
MENU
Op [] drukken om het [SET-UP] menu af te
/SET
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P20)
De helderheid van de LCD-monitor in
7 stappen aanpassen.
[RICHTLIJNEN]
MENU
Op [] drukken om het [SET-UP] menu af te
/SET
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P20)
Stel het patroon van de richtlijnen in die
afgebeeld worden wanneer u beelden maakt.
(P42, 43)
U kunt ook instellen of u de opname-informatie
en het histogram afgebeeld wilt hebben
wanneer de richtlijnen afgebeeld worden.
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P20)
U kunt het speakervolume regelen in 7
stappen van 6 tot 0.
• Als u de camera aansluit op een TV wijzigt
dit het volume van de TV-speakers niet.
[NR. RESET]
MENU
Op [] drukken om het [SET-UP] menu af te
/SET
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P20)
Reset het bestandnummer van de volgende
opname op 0001.
• Het mapnummer wordt bijgewerkt en het
bestandnummer vertrekt vanaf 0001. (P126)
• U kunt een mapnummer tussen 100 en 999
toewijzen.
Wanneer u het mapnummer 999 bereikt,
kunt u niet verder instellen. Wij raden aan de
kaart te formatteren nadat u de gegevens op
een PC of ergens anders opgeslagen hebt.
• Om het mapnummer opnieuw op 100 te
zetten, het ingebouwde geheugen (P124) of
de kaart eerst formatteren en vervolgens
deze functie gebruiken om het
bestandsnummer opnieuw in te stellen.
Er verschijnt een resetscherm voor het
mapnummer. [JA] kiezen om het
mapnummer opnieuw in te stellen.
[RESETTEN]
MENU
Op [] drukken om het [SET-UP] menu af te
/SET
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P20)
De [OPNAME] of [SET-UP] menu-instellingen
worden weer teruggezet naar de
begininstellingen.
Wanneer de instellingen van het
[SET-UP]-menu worden gereset, worden ook
de volgende instellingen gereset. Daarnaast
wordt [FAVORIETEN] (P108) in het
[AFSPELEN]-functiemenu op UIT gezet en
worden [LCD ROTEREN] (P106) en
[STARTWEERGAVE] (P89) in de
klembordfunctie op AAN gezet.
– De geboortedatum en naam
instellen voor
[BABY1]/[BABY2] (P61) en [HUISDIER]
(P63) in de scènefunctie.
– Het aantal dagen dat verstreken is sinds
de vertrekdatum in [REISDATUM]. (P71)
– De instelling voor [WERELDTIJD] (P73).
• Het mapnummer en de klokinstelling worden
niet gewijzigd.
- 25 -
Voorbereiding
[VIDEO UIT]
(Alleen Terugspeelfunctie)
MENU
Op [] drukken om het [SET-UP] menu af te
/SET
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P20)
Instellen om aan te passen aan het kleuren
televisiesysteem in elk land.
[NTSC]:Video-output wordt op NTSC
systeem ingesteld.
[PAL]:Video-output wordt op PAL
systeem ingesteld.
[SCÈNEMENU]
MENU
Op [] drukken om het [SET-UP] menu af te
/SET
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P20)
Het scherm instellen dat verschijnt als u de
instelknop op [] zet.
[AUTO]:De menupagina [SCÈNE
MODE] verschijnt.
[OFF]:Het opnamevenster voor de
op dit ogenblik geselecteerde
scènefunctie verschijnt.
[TV-ASPECT]
(Alleen Terugspeelfunctie) (P134)
MENU
Op [] drukken om het [SET-UP] menu af te
/SET
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P20)
De verschillende TV-typen instellen.
[]:Aansluiten op een TV met
een 16:9 scherm.
[]: Aansluiten op een TV met
een 4:3 scherm.
[KEUZEDISPLAY]
MENU
Op [] drukken om het [SET-UP] menu af te
/SET
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P20)
Instellen of de weergavekeuze al dan niet
moet verschijnen als u aan de instelknop
draait.
[ON], [OFF]
[TAAL]
MENU
Op [] drukken om het [SET-UP] menu af te
/SET
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P20)
De taal op het scherm instellen.
• Als u per ongeluk een andere taal instelt,
kiest u [] in het pictogrammenmenu om
de gewenste taal in te stellen.
- 26 -
LCD-Monitorweergave/
de
LCD-Monitorweergave
omschakelen
∫ Schermweergave in de normale
opnamefunctie [] (op het ogenblik
van de aankoop)
12
13
3
4
56 7
8
9
Voorbereiding
• Deze verschijnt niet wanneer u de
camera gebruikt met de AC-adapter
(optioneel).
8 Aantal opneembare beelden (P149)
9 Opnamestaat
10 Ingebouwd geheugen/kaart
• De kaartaanduiding wordt rood als er
opnamen met het ingebouwde geheugen
(of de kaart) worden gemaakt.
– Als u het ingebouwde geheugen
gebruikt
10
1/30F2.8
1112
1 Opnamefunctie
2 Flitsfunctie (P47)
• Als u de ontspanknop half indrukt
wanneer de flits geactiveerd is, wordt het
flitspictogram rood.
3 AF-zone (P29)
• De AF-zone op het scherm is groter dan
normaal als u opneemt op donkere
plaatsen.
4 Focus (P29)
5 Beeldgrootte (P81)
6Kwaliteit (P81)
: Waarschuwingsbeweging (P31)
7 Batterijaanduiding
• De batterijaanduiding wordt rood en
knippert als de batterij bijna leeg is. (Het
statuslampje knippert als de
LCD-monitor uit staat.)
Laad de batterij op of vervang deze door
een volle batterij.
– Als u de kaart gebruikt
• De volgende handelingen zijn niet
toegestaan als de kaartaanduiding gaat
branden. De kaart en de gegevens
kunnen beschadigd raken en het toestel
zou kunnen ophouden met normaal
werken.
– Het toestel uit zetten.
– De batterij of de kaart verwijderen. (als
u een kaart gebruikt)
– Slaan of stoten met het toestel.
– Maak de AC- adapter los. (optioneel)
(als u de AC- adapter aan het
gebruiken bent)
• Doe de bovenstaande handelingen niet
terwijl beelden worden gelezen of gewist
of terwijl het ingebouwde geheugen (of
de kaart) wordt geformatteerd. (P124)
• De toegangstijd voor het ingebouwde
geheugen kan langer zijn dan de
toegangstijd voor een kaart.
11 Sluitertijd (P29)
12 Lensopening (P29)
• Als de belichting niet voldoende is,
worden de lensopeningaanduiding en de
sluitertijdaanduiding rood. (Deze worden
niet rood als de flits werkt.)
13 Optische beeldstabilisator (P85)
- 27 -
Voorbereiding
• Lees P135 voor informatie over andere
weergaven op het scherm.
∫ Weergave op het scherm omschakelen
U kunt de weergave op het scherm wijzigen
met [DISPLAY]. Hiermee kunt u informatie
weergeven terwijl u opnamen maakt, zoals de
beeldresolutie of het aantal resterende
opnamen. U kunt ook opnamen maken
zonder enige info op het scherm. Lees P42
voor details.
- 28 -
Basiskennis
Basiskennis
Opnamen maken
Het toestel stelt automatisch de sluitertijd en
de lensopening in volgens de helderheid van
het object.
• De statusindicator 3 gaat branden wanneer
u dit toestel aanzet 2. (Het gaat na
ongeveer 1 seconde weer uit.)
(1: Ontspanknop)
1 Het toestel voorzichtig vasthouden
met beide handen, armen stil
houden en uw benen een beetje
spreiden.
3 De ontspanknop half indrukken om
scherp te stellen.
1/30F2.8
• De focusaanduiding 2 wordt groen en de
AF-zone 1 wordt groen in de plaats van
wit.
(3: Lensopening, 4: Sluitersnelheid)
• Het focusbereik is 50 cm tot ¶.
• Het onderwerp is niet scherp in de
volgende gevallen.
– De focusaanduiding knippert (groen).
– De AF-zone wordt rood of er is geen AF-
zone.
– U hoort de focustoon 4 keer.
• Als de afstand buiten het focusbereik valt,
kan het beeld onscherp zijn ook als de
aanduiding groen is.
4 Druk de half ingedrukte
ontspanknop helemaal in om de
opname te maken.
A Flits
B AF-lamp
C Wanneer u het toestel verticaal houdt
2 Richt de AF-zone op het punt
waarop u wenst scherp te stellen.
- 29 -
Basiskennis
∫ Als u de flits gebruikt
Als de camera waarneemt dat de omgeving
waar de opname wordt gemaakt donker is,
wordt de flits geactiveerd wanneer de
ontspanknop volledig wordt ingedrukt.
(Wanneer de flits op AUTO []/AUTO/
Rode-ogenreductie []/Langzame
synch./Rode-ogenreductie staat.)
• U kunt de flits anders instellen voor uw
opnamen. (P47)
• Als u de ontspanknop indrukt, kan de
LCD-monitor een ogenblikje helder of
donker worden. Dit heeft geen gevolgen
voor de opname.
• Houd de camera stil als u de ontspanknop
indrukt.
• De flits of de AF-lamp niet bedekken met uw
vingers of andere voorwerpen.
• De voorkant van de lens niet aanraken.
∫ Belichting (P53)
Als u de normale opnamefunctie []
selecteert, wordt de belichting automatisch op
een geschikte belichting gezet
(AE=automatische belichting). Afhankelijk van
de opname-omstandigheden, zoals bij
achtergrondlicht, kan de opname echter
donker worden.
In dit geval moet u de belichting
aanpassen om heldere opnamen te
maken.
∫ Scherpstellen (P31, 55)
Als u de normale opnamefunctie kiest [],
stelt de camera automatisch scherp (AF=
Auto Focus). Sommige delen van de opname
kunnen echter onscherp zijn. Het focusbereik
is 50 cm tot ¶.
– Wanneer er zowel objecten dichtbij als
objecten ver weg zijn.
– Wanneer er vuil of stof op het glas zit
tussen de lens en het object.
– Wanneer er verlichte of schitterende
objecten rondom het object zijn.
– Als u opnamen maakt op donkere
plaatsen.
– Wanneer het object snel beweegt.
– Wanneer er weinig contrast in de scène is.
– Wanneer het object heel fel gekleurd is.
– Wanneer u een close-up maakt van een
onderwerp.
– Wanneer het toestel beweegt.
Probeer de AF/AE-vergrendeling of de
macrofunctie.
Voor informatie over de herkenfunctie van
het gezicht, P83.
∫ Kleuren (P77, 78)
Als het licht rondom een andere kleur heeft,
bijvoorbeeld bij zonlicht of halogeenlicht, krijgt
het voorwerp ook een andere kleur. Dit toestel
past de tint automatisch zo aan dat deze zo
realistisch mogelijk is. (automatische
witbalans)
Stel de witbalans in om een andere tint te
krijgen met de automatische witbalans.
Regel de witbalans fijn voor een betere
witbalanscorrectie.
- 30 -
Loading...
+ 125 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.