PANASONIC DMCFX3, DMCFX07 User Manual [nl]

Page 1
Gebruiksaanwijzing
Digitale Camera
Model Nr. DMC-FX07
DMC-FX3
EG
Vóór gebruik, gelieve deze instructies helemaal lezen.
VQT0Y77
Page 2
Voor Gebruik
Voor Gebruik
Geachte Klant,
Wij willen van de gelegenheid gebruik maken u te bedanken voor de aanschaf van deze Panasonic Digitale Fotocamera. Lees deze handleiding met aandacht en bewaar hem binnen handbereik voor toekomstige raadpleging.
Informatie voor Uw Veiligheid
WAARSCHUWING OM HET RISICO OP BRAND OF SCHOKKEN EN STORENDE INTERFERENTIES TE BEPERKEN, DIENT U ALLEEN GEBRUIK TE MAKEN VAN DE AANBEVOLEN ACCESSOIRES EN DE APPARATUUR NIET BLOOT TE STELLEN AAN REGEN OF VOCHT. VERWIJDER HET DEKSEL (ACHTERKANT) NIET, IN HET APPARAAT BEVINDEN ZICH GEEN GEBRUIKERSBEDIENBARE ONDERDELEN. NEEM VOOR ONDERHOUD CONTACT OP MET DESKUNDIGE ONDERHOUDSTECHNICI.
Neem zorgvuldig het auteursrecht in acht. Het opnemen van reeds beschreven banden of schijven, of ander gepubliceerd of uitgezonden materiaal, voor andere doeleinden dan persoonlijk gebruik, kunnen een overtreding van het auteursrecht vormen. Zelfs voor privé­gebruik kan het opnemen van bepaald materiaal aan beperkingen onderhevig zijn.
• Houdt u er rekening mee dat de huidige bedieningselementen, de onderdelen, de menu-opties enz. van uw Digitale Camera enigszins af kunnen wijken van de illustraties die in deze Handleiding voor Gebruik opgenomen zijn.
• SDHC Logo is een handelsmerk.
2
VQT0Y77
• Leica is een gedeponeerd handelsmerk van Leica Microsystems IR GmbH.
• Elmarit is een gedeponeerd handelsmerk van Leica Camera AG.
• Andere namen, bedrijfsnamen en productnamen die in deze handleiding voorkomen, zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de betreffende bedrijven.
HET STOPCONTACT MOET IN DE NABIJHEID VAN HET APPARAAT GEÏNSTALLEERD WORDEN EN MAKKELIJK BEREIKBAAR ZIJN.
GEVAAR
Explosiegevaar wanneer de batterij op onjuiste wijze vervangen wordt. Vervang alleen door een zelfde soort batterij of equivalent, die door de fabrikant aanbevolen worden. Gooi de gebruikte batterijen weg zoals door de fabrikant voorgeschreven wordt.
Opmerking betreffende lithiumbatterijenBij dit product zijn lithiumbatterijen
geleverd. Wanneer deze verbruikt zijn, mag u deze niet weggooien maar moet u deze inleveren als klein chemisch afval.
Dit apparaat bevat een lithiumbatterij als
stroomvoorziening voor de klok.
Raadpleeg uw leverancier over het verwijderen
van de lithiumbatterij op het moment dat u het apparaat aan het einde van de levensduur vervangt.
Verzekert u ervan dat de ingebouwde
lithiumbatterij door vakbekwaam servicepersoneel wordt verwijderd.
Alleen voor servicepersoneel:
Schroevendraaier
Printplaat
Verwijder de lithiumbatterij van de Gedrukte
Bedradingsplaat met behulp van de schroevendraaier etc. zoals het figuur hierboven.
De vorm van de Gedrukte Bedradingsplaat en
de positie van de lithiumbatterij kunnen verschillen afhankelijk van het model van de digitale fotocamera.
Lithiumbatterij
Page 3
Voor Gebruik
Informatie over het weggooien van elektrische en elektronische apparatuur (particulieren)
Dit symbool betekent in Europa dat gebruikte elektrische en elektronische producten niet bij het normale huishoudelijke afval mogen. Lever deze producten in bij de aangewezen inzamelingspunten, waar ze gratis worden geaccepteerd en op de juiste manier worden verwerkt, teruggewonnen en hergebruikt. In Nederland kunt u uw producten bij uw winkelier inleveren bij de aanschaf van een vergelijkbaar nieuw product. Wanneer u dit product op de juiste manier als afval inlevert, spaart u
waardevolle hulpbronnen en voorkomt u potentiële negatieve gevolgen voor de volksgezondheid en het milieu, die anders kunnen ontstaan door een onjuiste verwerking van afval. Neem contact op met uw gemeente voor meer informatie over het dichtstbijzijnde inzamelingspunt of raadpleeg www.nvmp.nl, www.ictoffice.nl of www.stibat.nl.
Voor zakelijke gebruikers in de Europese Unie
Neem voor het weggooien van elektrische en elektronische apparatuur contact op met uw leverancier voor verdere informatie.
Informatie over verwijdering van afval in landen buiten de Europese Unie
Dit symbool is alleen geldig in de Europese Unie. Neem wanneer u dit product wilt weggooien, contact op met de lokale overheid of uw leverancier en vraag wat de juiste verwijderingsmethode is.
Zorgdragen voor de fotocamera
Het toestel niet erg schudden of stoten.
Het toestel kan stoppen normaal te werken, beelden kunnen niet opgenomen worden of de lens kan beschadigd raken.
• Zand of stof kan ervoor zorgen dat het toestel slecht gaat werken. Ervoor zorgen dat er geen zand of stof in de lens of de aansluitingen komt wanneer u het toestel op het strand etc. gebruikt.
• Ervoor zorgen dat er geen water in het toestel komt wanneer u het gebruikt op een regenachtige dag of op het strand.
• Als er zeewaterdruppels op het toestel komen, een droge doek gebruiken om het toestellichaam voorzichtig af te drogen.
Over de LCD-monitor
• Niet met grote kracht op de LCD­monitor drukken. Ongelijke kleuren kunnen op de LCD-monitor verschijnen en dit kan voor storing zorgen.
• Er kan zich condensatie op de LCD­monitor vormen op plekken met grote temperatuurverschillen. De condensatie er met een zachte, droge doek afvegen.
• Als het toestel koud is wanneer u het aanzet, kan het beeld op de LCD-monitor aanvankelijk een beetje donkerder dan normaal zijn. Het beeld zal echter weer normaal helder worden zodra het toestel zelf opgewarmd is.
3
VQT0Y77
Page 4
Voor Gebruik
De LCD-monitor wordt geproduceerd met hoge-precisietechnologie. Toch kunnen er donkere of lichte punten op het scherm staan (rood, blauw of groen). Dit is geen defect. De LCD­monitors hebben meer dan 99,99% effectieve pixels met nauwelijks 0,01% van de pixels die niet actief zijn of altijd oplichten. De punten zullen niet opgenomen worden op beelden op het ingebouwde geheugen (DMC-FX3) of een kaart.
Over de Lens
• Niet hard op de lens drukken.
• Het toestel niet met de lens naar de zon toe laten aangezien dit voor het slecht gaan werken van het toestel kan zorgen. Verder voorzichtig zijn wanneer u het toestel buiten laat of dicht bij een raam.
Over condens (Als de lens bedampt is)
• Condens doet zich voor wanneer de omgevingstemperatuur of vochtigheid wijzigt zoals hieronder beschreven wordt. Op condens letten omdat het vlekken op de lens, schimmel of storing veroorzaakt. – Wanneer het toestel naar binnen wordt
gebracht van de kou naar een warme kamer.
– Wanneer het toestel verplaatst wordt
van buiten de auto naar de auto met airconditioning aan.
– Wanneer koele wind van een
airconditioner etc. direct op het toestel geblazen wordt.
– Op vochtige plekken
• Om condensatie te voorkomen, het toestel in een plastic zak stoppen totdat de temperatuur van het toestel dicht bij die van de omgevingstemperatuur is. Als er zich condensatie voordoet, het toestel uitzetten en het ongeveer 2 uren met rust laten. De mist zal op natuurlijke wijze verdwijnen wanneer de temperatuur van het toestel dicht in de buurt komst van die van de omgevingstemperatuur.
Wanneer u het toestel niet gebruikt
gedurende een lange tijdsperiode
• De batterij in een koele en doge plaats met een relatief stabiele temperatuur opbergen. [Aanbevolen temperatuur: 15 oC tot 25 oC, Aanbevolen vochtigheid: 40% tot 60%]
• De batterijen en de kaart altijd uit het toestel verwijderen.
• Als de batterijen in het toestel gelaten worden zullen ze ontladen zelfs als het tostel uitstaat. Als de batterijen nog langer in het toestel blijven, zullen ze te veel leegraken en kunnen ze onbruikbaar worden, zelfs wanneer ze opgeladen worden.
• Wanneer de batterijen voor een lange tijd opgeslagen worden, raden we aan ze eens per jaar op te laden. De batterijen uit het toestel verwijderen en ze weer opslaan nadat ze helemaal leeg geraakt zijn.
• We raden aan het toestel op te slaan met een droogmiddel (kwartsglas gel) wanneer u deze in een kast bewaart.
4
VQT0Y77
Page 5
De Instelknop
Zet deel A op de gewenste functie. Draai de instelknop langzaam maar zeker op elke functie.
: Normale opnamefunctie (P25)
Deze functie voor gewoon opnemen gebruiken.
: Macrofunctie (P49)
Deze functie laat het u toe een close­upbeeld te maken van een onderwerp.
: Bewegende beeldenfunctie (P64)
Deze functie laat het u toe bewegende beelden op te nemen.
: Scènefunctie (P50)
Deze functie laat het u toe opnamen te maken die afhangen van de opnamescènes.
: Simpele functie (P28)
Dit is de aangeraden functie voor beginners.
Voor Gebruik
Over aanduidingen in deze
handleiding
Hier aangegeven functies laten het u toe de functies of instellingen die op deze pagina beschreven worden te gebruiken. Deze instelknop instellen op welke van de functies dan ook om de functies of instellingen te gebruiken.
Nuttige of handige informatie voor het gebruik van dit toestel wordt beschreven.
Over illustraties in deze
gebruiksaanwijzing
Gelieve opmerken dat de verschijning van dit product, de illustratie of het menuscherm enigszins verschillen van die, die in werkelijkheid in gebruik zijn.
De procedure wordt beschreven voor DMC-FX07 als een voorbeeld.
Over illustraties van de cursorknop en
[MENU/SET] knop
In deze gebruiksinstructies, worden het gebruik van de cursorknop en de [MENU/ SET] knop beschreven met illustraties.
De illustraties in deze gebruikshandleiding tonen DMC-FX07.
: Terugspeelfunctie (P34)
Deze functie laat het u toe opgenomen opnamen terug te spelen.
5
VQT0Y77
Page 6
Voor Gebruik
b.v.: Wanneer u op de 4 knop drukt en
dan op de [MENU/SET] knop drukt
DMC-FX07
MENU
SET
REV
DMC-FX3
MENU
SET
REV
MENU
SET
REV
MENU
/SET
MENU
SET
REV
6
VQT0Y77
Page 7
Inhoud
Gevorderd
Voor Gebruik
Informatie voor Uw Veiligheid ...................2
De Instelknop............................................5
Voorbereidng
Standaard accessoires .............................9
Namen van de onderdelen .....................10
Beknopte gebruiksaanwijzingen .............11
De batterij opladen met de oplader......... 12
Over de batterij
(Opladen/Aantal opnamen) .................13
De batterijen in het toestel doen/
eruit halen ...........................................14
De kaart in het toestel doen/eruit halen ..15
Over de kaart..........................................16
Over het ingebouwde geheugen
(DMC-FX3)..........................................17
De datum en de tijd instellen
(Klokinstelling).....................................18
• Het veranderen van de
klokinstelling.....................................19
Over het set-up Menu.............................19
Basiskennis
Opnamen maken opnamen ....................25
Beelden maken met de eenvoudige
functie..................................................28
Beelden maken met de zoom ................. 30
• De optische zoom gebruiken ............30
• De extra optische zoom gebruiken
(EZ) ..................................................30
• De digitale zoom gebruiken
De zoom verder uitbreiden ............... 32
De opnamen controleren (Overzicht)......33
Opnamen terugspelen ............................34
Beelden wissen.......................................35
Over de LCD-monitor..............................37
• De afgebeelde informatie wijzigen....37
• De LCD-monitor helderder maken (LCD-versterking/
Hoge-hoekfunctie) ............................39
Beelden maken met de ingebouwde
flits.......................................................40
Opnamen maken met de
zelfontspanner.....................................44
Belichtingscompensatie ..........................45
Beelden maken Auto Bracket .................46
Optische beeldstabilisator.......................47
Opnamen maken met de burstfunctie..... 48
Close-up’s maken...................................49
Scènefunctie...........................................50
– [PORTRET] ...................................51
– [GAVE HUID].................................51
– [LANDSCHAP]...............................51
– [SPORT] ........................................52
– [NACHTPORTRET].......................52
– [NACHTL. SCHAP]........................ 52
– [ZELFPORTRET]........................... 53
– [VOEDSEL]....................................53
– [FEEST].........................................54
– [KAARSLICHT] .............................. 54
– [VUURWERK]................................54
– [STERRENHEMEL].......................55
– [STRAND] (DMC-FX07) ................56
– [LUCHTFOT] (DMC-FX07)............56
– [SNEEUW].....................................56
– [H. GEVOELIGH.].......................... 56
– [BABY1]/[BABY2] .......................... 57
– [ONDER WATER].......................... 58
De dag van uw vakantie opslaan
waarop u de foto maakt.......................59
De tijd van uw reisbestemming
weergeven (World Time).....................61
• Mogelijke plaatsnamen voor de
Wereldtijdinstellingen........................63
Bewegende beelden ...............................64
Meervoudige schermen afbeelden
(Meervoudig terugspelen) ...................66
VQT0Y77
7
Page 8
Beelden afspelen volgens opnamedatum
(Kalenderplayback) ............................. 67
De terugspeelzoom gebruiken................ 68
Bewegende beelden terugspelen/
Beelden met geluid ............................. 69
Menu-instellingen
Het functiemenu [OPNAME] gebruiken ..70
• [WITBALANS] Tinten corrigeren voor meer
natuurlijke opnamen ......................... 71
• [GEVOELIGHEID]
De lichtgevoeligheid instellen........... 73
• [ASPECTRATIO]
De aspectratio instellen....................74
• [FOTO RES.]/[KWALITEIT] Een beeldresolutie en –kwaliteit kiezen die overeenkomen met uw
eigen gebruik....................................75
• [AUDIO OPNAME] Stilstaande beelden opnemen met
geluid................................................76
• [AF MODE] De scherpstellingsfocusmethode
instellen ............................................ 77
• [AF ASS. LAMP] Scherpstellen bij weinig licht wordt
makkelijker .......................................78
• [SLUITER LANG] Heldere opnamen maken op donkere
plekken.............................................78
• [KLEUR EFFECT]
Kleureffecten instellen ......................79
• [FOTO INST.]
De beeldresolutie instellen ............... 79
• [KLOKINSTELLING] De afbeeldingvolgorde voor de
datum en tijd instellen....................... 79
Gebruik van het [AFSPELEN]
functiemenu......................................... 80
• [DIASHOW] Beelden achtereenvolgens terugspelen voor een vastgestelde
tijd.....................................................80
• [FAVORIETEN]
Favoriete opnamen instellen ............82
• [LCD ROTEREN]/[ROTEREN] Om het beeld gedraaid af te
beelden.............................................83
• [DPOF PRINT] Het af te drukken beeld en het aantal
afdrukken instellen ...........................84
• [BEVEILIGEN] Per ongeluk opnamen wissen
voorkomen........................................86
• [AUDIO DUB.]
Geluid toevoegen aan opnamen ...... 87
• [NW. RS.]
Een beeld kleiner maken..................87
• [BIJWERKEN]
Een beeld vergroten en bijwerken.... 88
• [ASPECT CONV.] De aspectratio van een 16:9 beeld
wijzigen.............................................89
• [KOPIE] (DMC-FX3)
Beeldgegevens kopiëren.................. 90
• [FORMATEREN]
De kaart foramtteren ........................92
Aansluiten op andere
apparatuur
Aansluiten op de PC ............................... 93
Beelden afdrukken .................................. 96
Opnamen terugspelen op een
TV-scherm.........................................100
Overige
Schermdisplay......................................101
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik .. 104
Waarschuwingen op het scherm .......... 106
Problemen oplossen .............................108
Aantal mogelijke opnamen en
beschikbare opnametijd ....................114
Specificaties.......................................... 117
8
VQT0Y77
Page 9
Voorbereidng
Standaard accessoires
Controleer of alle accessoires aanwezig zijn voordat u het toestel gebruikt.
12
RP-SD016B
3
DE-A12A
56
K1HA08CD0007 K1HA08CD0008
7
9
CGA-S005E
4
K2CQ2CA00006
8
VFC4090
Voorbereidng
1
SD-geheugenkaart (16 MB) (DMC-FX07)
2 Batterijpakket
(In de tekst wordt deze aangeduid als
batterij)
3 Batterijoplader (In de tekst wordt deze
aangeduid als oplader)
4 AC-Kabel 5 USB-Kabel 6 AV-Kabel 7 CD-ROM 8 Draagriem 9 Batterijhouder
• Worden de SD-geheugenkaart, de SDHC-geheugenkaart en de MultiMediaCard aangeduid als kaart in de tekst.
• SD-geheugenkaarten zijn optioneel. U kunt opnamen opnemen of terugspelen met het ingebouwde geheugen als u geen kaart gebruikt. (P17) (DMC-FX3)
• Raadpleeg uw dealer of het dichtstbijzijnde servicecentrum als u meemeegeleverde accessoires verliest. (U kunt de accessoires apart aanschaffen.)
Opmerking over batterijen
Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze verbruikt zijn, mag u deze niet weggooien maar moet u deze inleveren als klein chemisch afval (k.c.a.).
VYQ3509
9
VQT0Y77
Page 10
Voorbereidng
Namen van de onderdelen
123
1 Flits (P40) 2 Lens (P4) 3 Zelfontspannerlampje (P44)
AF-lamp (P78)
DMC-FX07
54
DMC-FX3
896
7
4 LCD-monitor (P37, 101) 5 Cursorknoppen
2/Zelfontspannerknop (P44) 4/[REV] knop (P33) 1/Flitsinstelknop (P40) 3/Belichtingscompensatie (P45)/Auto
bracket (P46)/Witbalansafstelling (P72)/ Compensatie achtergrondverlichting in
de eenvoudige functie (P29) 6 [MENU/SET] knop (P19) 7 Statuslampje (P13) 8 [DISPLAY/LCD MODE] knop
(P37, 39) 9 Enkelvoudige of burstfunctie (P48)/
Wisknop (P35)
10
VQT0Y77
MENU
REV
MENU
SET
REV
101311
12
14 15 16
10 Toestel ON/OFF (P11, 18) 11 Zoomhendeltje (P30) 12 Knop voor optische beeldstabilisator
(P47) 13 Speaker (P69) 14 Microfoon (P64, 76, 87) 15 Ontspanknop (P25, 65) 16 Instelknop (P5)
17 18
DIGITAL
SET
AV OUT
DC IN
17 Lusje voor draagriem 18 Objectiefcilinder 19 [DIGITAL/AV OUT] aansluiting
(P93, 96, 100) 20 [DC IN] aansluiting (P93, 96)
• Gebruik altijd een originele Panasonic AC (DMW-AC5; optioneel).
• U kunt de batterij niet in de camera opladen, ook niet als de AC-adapter (DMW-AC5; optioneel) erop aan is gesloten.
19 20
21 22
OPEN LOCK
23
21 Statiefbevestiging
• Zet het statief goed vast als u het toestel erop bevestigt.
22 Kaart/Batterijklep (P14, 15) 23 Vrijgavehendeltje (P14, 15)
Page 11
Beknopte gebruiksaanwijzingen
Dit is een beknopt overzicht van hoe u opnamen opneemt en terugspeelt met het toestel. Bij elke stap controleert u de pagina's waarnaar verwezen wordt en die tussen haakjes staan.
1 De batterij opladen. (P12)
• De batterij wordt niet opgeladen voor de verzending. Laad de batterij dus eerst op.
2 Doe de batterij en de kaart in het
toestel. (P14, 15)
Voorbereidng
3 Zet het toestel aan om opnamen
te maken.
• Stel de klok in. (P18)
OFF
1 Stel de functieknop in op [ ]. 2 Druk de ontspanknop in om opnamen
te maken. (P25)
ON
4 Speel de opnamen terug af.
1 Stel de functieknop in op [ ]. 2 Kies de opname die u wil bekijken.
(P34)
• Als u geen kaart gebruikt, kunt u opnamen opnemen of terugspelen met het ingebouwde geheugen; (P17). P16 raadplegen als u een kaart gebruikt. (DMC-FX3)
11
VQT0Y77
Page 12
Voorbereidng
De batterij opladen met de oplader
De batterij wordt niet opgeladen voor de verzending. Laad dus de batterij eerst op.
1 Steek de batterij in de goede
richting.
2 Sluit de AC-kabel aan.
• De AC-kabel gaat niet helemaal in de AC-aansluiting. Er blijft een stukje over zoals op de afbeelding.
3 Maak de batterij los als deze
opgeladen is.
• Haal de AC-kabel uit het stopcontact als de batterij opgeladen is.
• De batterij wordt warm na het gebruik/ laden of tijdens het laden. Ook de fotocamera wordt warm tijdens het gebruik. Dit is echter geen storing.
• Een volle batterij raakt leeg als u deze lang niet gebruikt. Laad de batterij opnieuw op.
• Gebruik hiervoor de oplader.
• Laad de batterij op met de oplader.
• De oplader niet uit elkaar halen of er iets aan wijzigenwijzigen.
• Het laden start als het lampje [CHARGE] A groen oplicht.
• Het laden is gedaan als het lampje [CHARGE] A uitgaat (na ongeveer 130 minuten).
12
VQT0Y77
Page 13
Over de batterij
(Opladen/Aantal opnamen)
Batterijaanduiding
De resterende batterijstroom verschijnt op het scherm. [Deze verschijnt niet wanneer u de camera gebruikt met de AC-adapter (DMW-AC5; optioneel).]
• De batterijaanduiding wordt rood en knippert. (Het statuslampje knippert als de LCD-monitor uit gaat.) Laad de batterij op of vervang deze door een volle batterij.
Levensduur van de batterij Het aantal opnamen (Volgens CIPA-standaard in normale beeldfunctie)
Aantal opnamen
Opnamevoorwaarden volgens CIPA-standaard
• Temperatuur: 23 °C/ Vochtigheid: 50% wanneer de LCD-monitor aan staat.
• Met een Panasonic SD-geheugenkaart (16 MB). (bijgeleverd: DMC-FX07/ optioneel: DMC-FX3)
• De geleverde batterij gebruiken.
• Opnemen begint 30 seconden nadat de fotocamera aangezet is. (Als de optische beeldstabilisator ingesteld is op [MODE1].)
Om de 30 seconden opnemen, met volle flits om de opname.
• Het zoomhendeltje van Tele naar Breed of andersom zetten bij elke opname.
• Het toestel om de 10 opnamen uitzetten.
• CIPA is een afkorting van [Camera & Imaging Products Association].
¢Het aantal foto’s dat u kunt maken, neemt
af in de LCD-versterkingsfunctie of in de breedhoekfunctie (P39).
Ongeveer 320 opnamen (Ongeveer 160 min)
¢
Voorbereidng
Het aantal opnamen verschilt afhankelijk van de pauzetijd van de opname. Als de pauzetijd tussen de opnamen langer wordt, neemt het aantal mogelijke opnamen af. [bijv. Als u om de 2 minuten opnamen maakt, neemt het aantal mogelijke opnamen af tot ongeveer 80.]
Terugspeeltijd
Terugspeeltijd Ongeveer 360 min
Het aantal opnamen en de terugspeeltijd zal variëren afhankelijk van de werkingsomstandigheden en opslagcondities van de batterij.
Opladen
Oplaadtijd Ongeveer 130 min
Oplaadtijd en aantal mogelijke opnamen met het optionele batterijpakket (CGA-S005E) zijn dezelfde als hierboven.
• Als het opladen start, brandt de [CHARGE] aanduiding.
Als het [CHARGE] lampje knippert
• De batterij heeft onvoldoende lading (te leeg). Na een poosje zal het lampje [CHARGE] gaan branden en het laden starten.
• Als de batterij te warm of te koud is, zal het lampje [CHARGE] gaan knipperen en de laadtijd zal langer duren dan normaal.
• De polen op de lader of op de batterij zijn vuil. Wrijf ze in dit geval schoon met een droge doek.
• Wanneer de bedrijfstijd van de camera extreem kort wordt zelfs als de batterij goed opgeladen is, zou de levensduur van de batterij aan zijn eind kunnen zijn. Koop een nieuwe batterij.
Opnamecondities
• Laad de batterij op bij in een temperatuur tussen 10 oC en 35 oC. (Dit moet ook de temperatuur van de batterij zelf zijn.)
• De prestatie van de batterij kan tijdelijk verminderen en de bedrijfstijd kan korter worden bij lagere temperaturen (b.v. skiën/snowboarden).
13
VQT0Y77
Page 14
Voorbereidng
De batterijen in het toestel doen/eruit halen
3 1 Sluit de kaart/batterijklep.
2 Zet de vrijgavehendeltje in de
richting van de pijl.
• Controleer of het toestel uitstaat en of de lens ingetrokken is.
1 Zet de vrijgavehendeltje in de
richting van de pijl en open het dekseltje op de kaart/batterij.
OPEN LOCK
• Altijd echte Panasonic batterijen gebruiken (CGA-S005E).
2 De batterijen erin doen:
Steek de opgeladen batterij precies in de goede richting.
Eruit halen: Open de batterijruimte A om de batterij te verwijderen.
OPEN LOCK
• Haal de batterij uit het toestel na gebruik. De batterij opslaan in de batterijhouder (bijgeleverd).
• Wanneer helemaal opgeladen batterijen in het toestel hebben gezeten gedurende meer dan 24 uren, wordt de klokinstelling opgeslagen in het toestel voor ongeveer 3 maanden zelfs als u de batterijen eruit haalt. Haal de batterijen uit het toestel na gebruik. (Als u een batterij met onvoldoende stroom in het toestel doet, kan ook de tijdspanne die normaal geldt voor het klokgeheugen korter worden.) In elk geval worden de klokinstellingen geannuleerd na deze tijd. In dit geval dient u de klok opnieuw in te stellen. (P18)
• De kaart en de batterij niet verwijderen terwijl de kaart wordt gebruikt. De gegevens zouden beschadigd kunnen worden. (P16)
• De batterij niet verwijderen totdat de LCD-monitor en het statuslampje (groen) uit zijn gegaan omdat anders de instellingen verkeerd opgeslagen kunnen worden.
• De geleverde batterij is alleen bedoeld voor dit toestel. Gebruik de batterij niet voor andere apparatuur.
14
VQT0Y77
Page 15
De kaart in het toestel doen/eruit halen
• Controleer of het toestel uitstaat en de lens ingetrokken is.
Een SD-geheugenkaart (bijgeleverde: DMC-FX07/ optionele: DMC-FX3), een SDHC-geheugenkaart (optioneel) of een MultiMediaCard (optioneel) houden.
• U kunt opnamen maken of terugspelen met het ingebouwde geheugen als u geen kaart gebruikt. (P17) (DMC-FX3)
1 Zet de vrijgavehendeltje in de
richting van de pijl en open de batterij/kaartklep.
OPEN LOCK
2 Erin doen:
De kaart helemaal erin doen totdat deze klikt.
Eruit halen: Druk de kaart totdat deze klikt, trek de kaart er vervolgens recht uit.
gereed
Voorbereidng
• De kaart kan beschadigd worden als ze niet goed in het toestel zit.
3 1 Sluit de kaart/batterijklep.
2 Zet de vrijgavehendeltje in de
richting van de pijl.
OPEN LOCK
• Als u de kaart/batterijklep niet helemaal kunt sluiten, haalt u de kaart eruit en steekt u deze er weer in.
• De kaart en de gegevens kunnen beschadigd worden als u de kaart in het toestel doet of eruit haalt terwijl het toestel aan staat.
• We raden het gebruik aan van een SD-geheugenkaart/ SDHC-geheugenkaart van Panasonic.
• Controleer de richting van de kaart.
• Raak de aansluitingen op de achterkant van de kaart niet aan.
15
VQT0Y77
Page 16
Voorbereidng
Over de kaart
Toegang tot de kaart
De kaartaanduiding A licht rood op als opnamen op de kaart worden geschreven.
3
Als de kaartaanduiding oplicht, worden opnamen gelezen of gewist of wordt de kaart geformatteerd. Niet toegestane handelingen:
• Het toestel uitzetten.
• De batterij of de kaart verwijderen.
• Met het toestel schudden of ermee kloppen.
• Maak de AC-adapter niet los (DMW-AC5; optioneel).
De kaart en de gegevens kunnen beschadigd raken en het toestel zou kunnen ophouden met normaal werken.
De kaart gebruiken
Zet regelmatig belangrijke opnamen/ beeldopnamen van de kaart over naar de PC (P93). De gegevens op de kaart kunnen beschadigen of verloren raken door elektromagnetische golven, statische elektriciteit; het toestel kan stuk raken of de kaart kan beschadigd raken.
• Formatteer de kaart niet op de PC of andere apparatuur. Formatteer de kaart alleen op het toestel zelf zodat er niets kan mislopen. (P92)
• De lees-/schrijfsnelheid van een SD-geheugenkaart en een SDHC-geheugenkaart is groot. Beide typen kaarten zijn uitgerust met een Schrijfbeveiligingschakelaar B, waarmee schrijven en formatteren van de kaart verhinderd wordt. (Als u de beveiliging op [LOCK] zet, is het niet mogelijk om gegevens op de kaart te schrijven of te wissen en de kaart te formatteren. Zet u de beveiliging weer terug, dan zijn deze functies weer beschikbaar.)
16
VQT0Y77
16
Gelieve deze informatie op de volgende website bevestigen.
http://panasonic.co.jp/pavc/global/cs
(Deze site is alleen in het Engels.)
• Voor informatie over het aantal opneembare beelden en de beschikbare opnametijd voor elke kaart, P114 raadplegen.
• Dit toestel is compatibel met de SD-geheugenkaarten gebaseerd op de SD-geheugenkaartspecificaties en geformatteerd in het FAT12-systeem en het FAT16-systeem. Het is tevens compatibel met de SDHC-geheugenkaarten die gebaseerd zijn op de SD-geheugenkaartspecificaties en geformatteerd zijn in het FAT32-systeem.
• De SDHC-geheugenkaart is een geheugenkaartstandaard die bepaald is door de SD-associatie in 2006 voor hoog vermogen-geheugenkaarten die meer dan 2 GB kunnen bevatten.
• Dit toestel is compatibel met zowel een SD-geheugenkaart als met een SDHC-geheugenkaart. U kunt een SDHC-geheugenkaart gebruiken in de apparatuur dat compatibel is met SDHC-geheugenkaarten maar u kunt geen SDHC-geheugenkaart gebruiken die alleen compatibel is met SD-geheugenkaarten. (Als u een SDHC-geheugenkaart in andere apparatuur gebruikt, altijd de gebruiksaanwijzing gebruiken voor de andere apparatuur.)
• Deze inrichting verdraagt het opnemen van bewegende beelden op MultiMediaCard niet. We raden het gebruik van Hoge Snelheid-SD-geheugenkaarten/ SDHC-geheugenkaarten aan wanneer u bewegende beelden opneemt. (P64)
Page 17
• De SD-geheugenkaart, SDHC-geheugenkaart en MultiMediaCard zijn klein, lichtgewicht, verwijderbare externe kaarten.
• De aflees-/schrijfsnelheid van een MultiMediaCard is langzamer dan die van een SD-geheugenkaart of een SDHC-geheugenkaart. Wanneer u een MultiMediaCard gebruikt, kan de prestatie van bepaalde functies enigszins langzamer zijn dan geadverteerd.
• Hou de geheugenkaart buiten het bereik van kinderen om inslikken ervan te voorkomen.
Voorbereidng
Over het ingebouwde geheugen (DMC-FX3)
• Het ingebouwde geheugen is alleen beschikbaar in DMC-FX3.
Ingebouwd geheugen [ ] U kunt opnamen maken of terugspelen met het ingebouwde geheugen als u geen kaart gebruikt.
• Het ingebouwde geheugenvermogen is ongeveer 13,5 MB.
• De beeldresolutie is vast ingesteld op QVGA (320k240 pixels) voor bewegende beelden met het ingebouwde geheugen geschreven. (P64)
Kaart [ ] U kunt opnamen maken of terugspelen met een kaart. (Het ingebouwde geheugen kan niet gebruikt worden als er een kaart in het toestel zit.)
Toegang tot het ingebouwde
geheugen of de kaart
• De kaartaanduiding wordt rood als er opnamen met het ingebouwde geheugen worden gemaakt.
• Niet doen wanneer de kaartaanduiding gaat branden, opnamen worden gelezen of gewist of het ingebouwde geheugen wordt geformatteerd (P92): – Het toestel uitzetten. – De batterij of de kaart (indien gebruikt)
verwijderen.
– Met het toestel schudden of ermee
kloppen.
– De AC-adapter (DMW-AC5; optioneel)
losmaken. (Als u een AC-adapter
gebruikt). De kaart en de gegevens kunnen beschadigd raken en het toestel kan ophouden met normaal werken.
17
VQT0Y77
Page 18
Voorbereidng
Pictogrammen op het scherm:
3
()
De datum en de tijd instellen (Klokinstelling)
()
A: Als u het ingebouwde geheugen
gebruikt
B: Als u het ingebouwde geheugen opent C: Als u de kaart gebruikt D: Als u de kaart opent
• Beeldgegevens die met het ingebouwde geheugen of een kaart opgenomen zijn, kunnen gekopieerd worden van het ingebouwde geheugen naar de kaart of andersom. (P90)
• Het ingebouwde geheugen (ongeveer 13,5 MB) kan gebruikt worden als tijdelijke opslagruimte als de kaart vol wordt.
• De gegevens op het ingebouwde geheugen of de kaart kunnen beschadigd raken of verloren gaan door elektromagnetische golven of statische elektriciteit of omdat het toestel of de kaart stuk is. We raden aan belangrijke gegevens op een PC enz. op te slaan.
• De toegangstijd voor het ingebouwde geheugen kan langer zijn dan de toegangstijd voor een kaart. (Max. ong.: 7sec.)
Begininstelling
De klok is niet ingesteld zodat het volgende scherm verschijnt wanneer u het toestel aanzet.
OFF
ON
AUB KLOK INSTELLEN
KLOKINSTELLING
MENU
A: [MENU/SET] knop B: Cursorknoppen
1 Op [MENU/SET] drukken. 2 Druk op 3/4/2/1 om de datum
en de tijd te kiezen.
: :
KLOKINSTELLING
11 2006
00 00
:
JAN
..
D/M/J
ANNUL
MENU
SELEC INST.
A: De tijd in uw woongebied B: De tijd in uw reisbestemmingsgebied
(P60)
2/1: Kies het gewenste onderdeel
3/4: De afbeeldingvolgorde voor de datum en tijd instellen.
EXIT
.
18
VQT0Y77
Page 19
• Op [ ] drukken om de klokinstelling te annuleren zonder de datum en de tijd op te slaan.
• Lees [WERELDTIJD] (P60) voor informatie over het instellen van de plaatselijke tijd en de reisbestemming.
3 Verschillende keren op [MENU/
SET] om het menu te sluiten.
• Zet het toestel uit als u klaar bent met het instellen van de klok. Zet het vervolgens weer aan en controleer of de klok goed ingesteld is.
Het veranderen van de klokinstelling 1 Op [MENU/SET] drukken. 2 Op 3/4 drukken om
[KLOKINSTELLING] te selecteren. (P70)
3 Op 1 drukken en vervolgens de stappen
2 en 3 uitvoeren om de klok in te stellen.
3
OPNAME
KLEUR EFFECT FOTO INST.
KLOKINSTELLING
/
3
OFF
STANDAARD
Voorbereidng
Over het set-up Menu
• De onderdelen instellen zoals vereist. (P20 tot 24 raadplegen voor elk menuonderdeel.)
• Menuonderdelen verschillen afhankelijk van de functie die gekozen is met de instelfunctie (P5). Het voorbeeld hieronder toont hoe u [AUTO REVIEW] instelt als u de normale beeldfunctie [ ] hebt gekozen.
• [RESETTEN] in het menu kiezen om terug te keren naar de begininstellingen die u aantreft bij aankoop. (P23)
1 Druk op [MENU/SET] en dan op
2.
1
EXIT
AUTO AUTO
/
3
MENU
/SET
MENU
OPNAME
WITBALANS GEVOELIGHEID ASPECTRATIO FOTO RES. KWALITEIT
SELEC
MENU
SELEC
EXIT
• U kunt de klok ook in het [SET-UP] menu instellen. (P19)
• Wanneer helemaal opgeladen batterijen gedurende meer dan 24 uren in het toestel laat zitten, wordt de klokinstelling opgeslagen in het toestel voor ongeveer 3 maanden zelfs als de batterijen eruit gehaald worden.
• U kunt het jaar instellen tussen 2000 en
2099. Er wordt gebruik gemaakt van het 24 uren systeem.
• Als de datum niet in het toestel opgeslagen is, zal deze niet afgedrukt worden wanneer u een fotoprintservice gebruikt, zelfs als deze de optie heeft om de datum op uw foto’s af te drukken. (P85)
2 Op 4 drukken om het [SET-UP]
menupictogram [ ] te kiezen en vervolgens op 1 drukken.
1
EXIT
/
n
OFF
4
0
MENU
VQT0Y77
SET-UP
KLOKINSTELLING WERELDTIJD LCD SCHERM
RICHTLIJN REISDATUM
SELEC
19
Page 20
Voorbereidng
3 Op 3/4 drukken om het
menuonderdeel te kiezen.
1
EXIT
EXIT
/
n
OFF
2
/
1SEC.
5MIN.
OFF
4
0
MENU
4
MENU
SET-UP
KLOKINSTELLING WERELDTIJD LCD SCHERM
RICHTLIJN REISDATUM
SELEC
SET-UP
AUTO REVIEW
BATT. BESP.
ECO
BESPARING TOON ONTSPANNER
SELEC
• Druk op 4 in A om over te schakelen naar de volgende menupagina.
4 Op 1 drukken, op 3/4 drukken
om de instelling te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
2
INST.
/
4
OFF
1SEC.
1SEC.
2MIN.
3SEC.
OFF
ZOOM
MENU
MENU
/SET
SET-UP
ECO
SELEC
AUTO REVIEW
BATT. BESP. BESPARING TOON ONTSPANNER
5 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten.
Over de inhoud van de
menuschermen
• Er zijn 4 menuschermen (1/4, 2/4, 3/4 en 4/4).
• U kunt in elk menuscherm overschakelen naar een ander door de zoomhendel te verplaatsen.
1
SET-UP
KLOKINSTELLING WERELDTIJD LCD SCHERM
RICHTLIJN REISDATUM
SELEC
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
/
4
2
EXIT
1SEC.
2MIN.
SET-UP
SELEC
/
4
OFF
VOLUME
NR. RESET
RESETTEN
MENU
USB MODE
VIDEO UIT
SET-UP
n
0
AUTO REVIEW
BATT. BESP.
OFF
ECO
BESPARING
MENU
EXIT
TOON ONTSPANNER
SELEC
[KLOKINSTELLING]
MENU
/SET
SET-UP
EXIT
SELEC
3
/
4
LEVEL
3
TV-ASPECT
SCÈNEMENU
NTSC
TAAL
MENU
EXIT
4
/
4
AUTO
NED
MENU
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P19) Datum en tijd wijzigen. (P18)
[WERELDTIJD]
Druk op [ ] om het [SET-UP] menu te
MENU
/SET
openen en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P19) []:De tijd in uw woongebied is nu
ingesteld.
[]:De plaatselijke tijd van uw
reisbestemming is nu ingesteld.
• Lees P60 voor informatie over het instellen van de [WERELDTIJD].
• De [WERELDTIJD] instelling beïnvloedt tevens de eenvoudige functie [ ].
[LCD SCHERM]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
/SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P19) De helderheid van de LCD-monitor in 7 stappen aanpassen.
• De [LCD SCHERM] instelling beïnvloedt tevens de eenvoudige functie [ ].
20
VQT0Y77
Page 21
[GUIDE LINE]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
/SET
te beelden en het in te stellen item selecteren. (P19) Stel het patroon van de richtlijnen in die afgebeeld worden wanneer u beelden maakt. (P38) U kunt ook instellen of u de opnameinformatie en het histogram afgebeeld wilt hebben wanneer de richtlijnen afgebeeld worden.
[OPNAME INFO.]: [ON]/[OFF] [HISTOGRAM]: [ON]/[OFF] [PATTERN]: [ ]/[ ]
[REISDATUM]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
/SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P19) [SET]: Het toestel slaat nu ook de dag van
uw vakantie op waarop u de foto hebt gemaakt.
[OFF]:Als u een opname maakt, wordt niet
opgenomen op welke dag van uw vakantie deze maakt.
• Lees P59 voor informatie over het instellen van [REISDATUM].
• De [REISDATUM] instelling beïnvloedt tevens de eenvoudige functie [ ].
[AUTO REVIEW]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
/SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te selecteren. (P19) [1SEC.]: Het opgenomen beeld verschijnt
automatisch op het scherm gedurende ongeveer 1 seconde.
[3SEC.]: Het opgenomen beeld verschijnt
automatisch op het scherm gedurende ongeveer 3 seconden.
[ZOOM]: Het opgenomen beeld verschijnt
automatisch op het scherm gedurende 1 seconde. Deze wordt vervolgens 4 keer vergroot en verschijnt gedurende 1 seconde. Deze functie is nuttig voor het bevestigen van de focus.
Voorbereidng
Beelden die opgenomen zijn met behulp van auto bracket of burstfunctie en beelden met geluid worden niet vergroot zelfs als [ZOOM] geselecteerd is.
[OFF]: Het opgenomen beeld verschijnt
niet automatisch.
• De automatische overzichtsfunctie is niet geactiveerd in bewegende beeldenfunctie [].
• Wanneer beelden opgenomen zijn in de eenvoudige functie (P46), burstfunctie (P48) of auto bracket, wordt de automatische overzichtsfunctie geactiveerd ongeacht de instelling op de automatische overzichtsfunctie. (Het beeld wordt niet vergroot.)
• De automatische overzichtsfunctie wordt geactiveerd terwijl beelden met geluid (P76) opgenomen worden ongeacht de instelling ervan. (Het beeld wordt niet vergroot.)
• De automatische overzichtsfunctie wordt uitgeschakeld wanneer auto bracket of burstfunctie gebruikt wordt, in de bewegende beeldenfunctie [ ] of wanneer [AUDIO OPNAME] of [ZELFPORTRET] in scènefunctie op [ON] gezet is.
[BATT. BESP.]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
/SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P19)
[1MIN.]/[2MIN.]/[5MIN.]/[10MIN.]:
De energiebesparingsfunctie wordt geactiveerd (het toestel wordt automatisch uitgezet om de batterijlevensduur te sparen) als u het toestel net zo lang niet gebruikt als ingesteld is in de besparingsfunctie.
[OFF]: Energiebesparingsfunctie is niet
geactiveerd.
21
VQT0Y77
Page 22
Voorbereidng
• De ontspanknop tot de helft indrukken of het toestel uit- en aanzetten om de energiebesparingsfunctie te annuleren.
• Energiebesparingsfunctie is vastgesteld op [5MIN.] in simpele functie [ ].
• Energiebesparingsfunctie is vastgesteld op [2MIN.] in bezuinigingsfunctie.
• Wanneer de AC-adapter (DMW-AC5; optioneel) gebruikt wordt, het toestel op een PC of een printer aangesloten wordt, er bewegende beelden worden gemaakt of teruggespeeld worden en tijdens een diavoorstelling, wordt de energiebesparingsfunctie niet geactiveerd. (De energiebesparing is in elk geval vast ingesteld op [10MIN.] voor handmatige diavoorstellingen of onderbreking van een diavoorstelling.)
[BESPARING]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
/SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te selecteren. (P19) De batterijlevensduur wordt bespaard door het reduceren van de helderheid van de LCD-monitor en deze automatisch uit te zetten wanneer het toestel niet gebruikt wordt in opnamefunctie. [LEVEL 1]: De LCD-monitor gaat uit als
het toestel niet gebruikt wordt gedurende ongeveer 15 seconden in opnamefunctie.
[LEVEL 2]: De LCD-monitor gaat uit als
het toestel niet gebruikt wordt gedurende ongeveer 15 seconden in opnamefunctie of gedurende ongeveer 5 seconden nadat er een beeld gemaakt is.
[OFF]: Besparingsfunctie kan niet
geactiveerd worden.
• In de energiebesparingsfunctie gaat de LCD-monitor uit als de flits opgeladen wordt.
• De statusaanduiding licht op als de LCD-monitor uit wordt gezet. Druk op een
willekeurige knop om de LCD-monitor weer aan te zetten.
• De energiebesparing staat vast op [2MIN.] in de energiebesparingsfunctie. [De energiebesparingsfunctie is niet geactiveerd wanneer de AC-adapter (DMW-AC5; optioneel) gebruikt wordt.]
• De besparingsfunctie zal niet werken in de eenvoudige functie [ ], als u de AC-adapter (DMW-AC5; optioneel) gebruikt, in de functie voor bewegende beelden, als het menu op het scherm staat of als u de zelfontspanner hebt ingesteld.
• De helderheid van de LCD-monitor wordt niet gereduceerd in de LCD-stroomfunctie en in de breedhoekfunctie.
[TOON]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
/SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P19)
[TOONNIVEAU]: []:Geen werkingsgeluid []:Zacht werkingsgeluid []:Hard werkingsgeluid
[PIEPTOON]: / /
1 2 3
• De [TOON] instelling beïnvloedt tevens de
eenvoudige functie [ ].
[ONTSPANNER]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
/SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P19) Het volume van het sluitergeluid kiezen.
[SHUTTER VOL.] []:Geen sluitergeluid []:Zacht sluitergeluid []:Hard sluitergeluid
[SHUTTER TOON]: / /
1 2 3
• De [ONTSPANNER] instelling beïnvloedt
tevens de eenvoudige functie [ ].
22
VQT0Y77
Page 23
[VOLUME]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
/SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P19) U kunt het speakervolume regelen in 7 stappen van 6 tot 0.
• Als u de camera aansluit op een TV wijzigt dit het volume van de TV-speakers niet.
[NR.RESET]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
/SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P19) Stel dit in als u het bestandsnummer van de opname vanaf 0001 op de volgende opname wenst te starten. (Het mapnummer wordt vernieuwd en het bestandsnummer start vanaf 0001.)
• U kunt een mapnummer tussen 100 en 999 toewijzen. Wanneer u het mapnummer 999 bereikt, kunt u niet verder instellen. Wij raden aan de kaart te formatteren nadat u de gegevens op een PC of ergens anders opgeslagen hebt.
• Om het mapnummer opnieuw op 100 te zetten, het ingebouwde geheugen (DMC-FX3) of de kaart eerst (P92) formatteren en vervolgens deze functie gebruiken om het bestandsnummer opnieuw in te stellen. Er verschijnt een resetscherm voor het mapnummer. [JA] kiezen om het mapnummer opnieuw in te stellen.
• P94 raadplegen voor gedetailleerde informatie over het bestandsnummer en het mapnummer.
• De [NR.RESET] instelling beïnvloedt tevens de eenvoudige functie [ ].
[RESETTEN]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
/SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P19) De [OPNAME] of [SET-UP] menu-instellingen worden weer teruggezet naar de begininstellingen.
• De instelling van de geboortedatum voor [BABY1]/[BABY2] (P57) in de scènefunctie, het aantal dagen dat verstreken is sinds de vertrekdatum voor
Voorbereidng
[REISDATUM] (P59) en de ingestelde [WERELDTIJD] (P60) worden ook gereset als u de [SET-UP] menu-instellingen reset. Bovendien wordt [FAVORIETEN] (P82) vast ingesteld op [OFF] en [LCD ROTEREN] (P83) op [ON].
• Het mapnummer en de klokinstelling worden niet gewijzigd.
[USB MODE]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
/SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P19) Het USB-communicatiesysteem kiezen voordat of nadat u het toestel op uw PC of printer aansluit met de USB-kabel (bijgeleverd).
[ SELECT. VERBINDING]:
[PC] of [PictBridge (PTP)] kiezen als u het toestel op een PC of een printer hebt aangesloten die PictBridge verwerkt.
[PC]:
Instellen na of voor aansluiten op een PC.
[ PictBridge (PTP)]:
Instellen na of voor het aansluiten op een printer die PictBridge verwerkt.
• Wanneer u [PC] kiest, wordt het toestel aangesloten via het “USB Mass Storage” communicatiesysteem.
• Wanneer u [PictBridge (PTP)] kiest, wordt het toestel aangesloten op het “PTP (Picture Transfer Protocol)” communicatiesysteem.
[VIDEO UIT]
(Alleen in de terugspeelfunctie)
(P100)
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
/SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P19) [NTSC]: Video-output wordt op NTSC
systeem ingesteld.
[PAL]: Video-output wordt op PAL
systeem ingesteld.
23
VQT0Y77
Page 24
Voorbereidng
[TV-ASPECT]
(Alleen Terugspeelfunctie)
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
/SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te selecteren. (P19)
[ ]:
Kies dit als u de camera aansluit op een 16:9 TV.
[]:
Kies dit als u de camera aansluit op een TV met 4:3 scherm.
• Dit is geschikt voor het afspelen van opnamen gemaakt met een [ ] aspectratio op het volledige scherm van een 16:9 TV. Opnamen gemaakt een [ ] of [ ] aspectratio worden weergegeven met zwart-witte banden rechts en links van het scherm.
• Als u [ ] kiest, worden beelden die opgenomen zijn met een [ ] of [ ] aspect afgebeeld met witte banden bovenaan en onderaan op het scherm.
• Als u [ ] kiest en de AV-kabel gebruikt (bijgeleverd) voor weergave (P100) verschijnen de opnamen verticaal op de LCD-monitor.
[SCÈNEMENU]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
/SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P19) [AUTO]: [SCÈNE MODE] scènemenu
verschijnt automatisch wanneer de instelknop op scènefunctie ingesteld wordt. De gewenste scènefunctie kiezen. (P50)
[OFF]: Het [SCENE MODE] menu
verschijnt niet wanneer de instelknop op staat en het toestel in de huidig gekozen scènefunctie gebruikt wordt. Als u de scènefunctie wijzigt, drukt u op de [MENU/SET] knop om het. [SCÈNE MODE] scènemenu af te
beelden en vervolgens de gewenste scènefunctie te kiezen.
[TAAL]
MENU
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
/SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P19) Kies de taal in het menuscherm uit de volgende talen. Stel de gewenste taal in met 3/4 en bevestig dit met [MENU/SET].
[ENGLISH]: Engels [DEUTSCH]: Duits [FRANÇAIS]: Frans [ESPAÑOL]: Spaans [ITALIANO]: Italiaans [POLSKI]: Pools [ČEŠTINA]: Tsjechisch [MAGYAR]: Hongaars [NEDERLANDS]: Nederlands []: Japans
• Als u per ongeluk een andere taal instelt, kiest u [ ] in het pictogrammenmenu om de gewenste taal in te stellen.
• De [TAAL] instelling beïnvloedt tevens de eenvoudige functie [ ].
24
VQT0Y77
Page 25
Basiskennis
Opnamen maken opnamen
Het toestel stelt automatisch de sluitertijd en de lensopening in volgens de helderheid van het object.
1 1 Zet het toestel aan.
2 Normale beeldfunctie kiezen
[].
OFF
ON
Basiskennis
AF-functie, verschijnt de AF-functie niet totdat er op het onderwerp scherp gesteld wordt. (P77)
• De afgebeelde AF-zone is groter dan normaal wanneer de digitale zoom gebruikt wordt of wanneer er opnamen gemaakt worden op donkere plekken. (P77)
Wanneer er niet scherpgesteld is op het object
Aanduiding voor de scherpstelling
AF-zone Gaat van wit
Geluid Biept 4 keer Biept 2 keer
Knippert (groen)
naar rood of geen AF-zone
Wanneer er scherpgesteld is op het object
Aan (groen)
Gaat van wit naar groen
2
De AF-zone 1 op het punt waarop u scherp wilt stellen richten en vervolgens de ontspanknop tot de helft indrukken.
1/25F2.8
A: De ontspanknop tot de helft indrukken om scherp te stellen.
• De focusaanduiding 2 gaat branden en
vervolgens worden de lensopening 3 en de sluitertijd 4 afgebeeld.
• Wanneer de ISO-gevoeligheid ingesteld
is op [ ], zal de sluitertijd niet afgebeeld worden. (P64) (DMC-FX07)
• Als [ ] (DMC-FX07)/[ ]
(DMC-FX3) of [ ] gebruikt wordt in
3 Een opname maken.
1/25F2.8
B: Druk de ontspanknop helemaal in om een opname te maken.
• We raden aan te controleren of de klok juist ingesteld is voordat u opnamen maakt. (P18)
• Wanneer u de ontspanknop indrukt, kan het scherm gedurende een moment helder of donker worden. Met deze functie kunt u scherpstellen zonder het beeld te vervormen.
25
VQT0Y77
Page 26
Basiskennis
• Wanneer er een tijd ingesteld is voor energiebesparing (P21), gaat het toestel automatisch uit als u dit niet gebruikt binnen de ingestelde tijd. Om het toestel weer te gebruiken, de ontspanknop tot de helft indrukken of het toestel aan- en uitzetten.
• Om ruis te voorkomen, raden we aan de ISO-gevoeligheid (P73) lager te zetten of [FOTO INST.] op [NATURAL] in te stellen. (P79) (De ISO-gevoeligheid is ingesteld op [AUTO] voordat het toestel verzonden wordt. Daarom neemt, wanneer er binnen opnamen worden gemaakt enz., de ISO-gevoeligheid toe.)
• Het beeld wordt misschien niet verticaal afgebeeld als u het gemaakt hebt met een naar boven of naar beneden gericht toestel.
• Bewegende beelden die met een verticaal gehouden toestel gemaakt zijn worden niet verticaal afgebeeld.
Wanneer u een object dat zich buiten
de AF-zone bevindt, wenst te nemen (AF/AE Lock)
Wanneer u een opname maakt van personen met een compositie zoals het volgende beeld, zult u het toestel niet kunnen scherpstellen op het object omdat de personen buiten de AF-zone vallen.
Tips om mooie opnamen te maken
• Het toestel voorzichtig vasthouden met beide handen, armen stil houden en uw benen een beetje spreiden.
• Het toestel niet bewegen wanneer u op de ontspanknop drukt.
• De fotoflits of de AF-lamp niet bedekken met uw vingers of andere voorwerpen.
• De voorkant van de lens niet aanraken.
• Als u niets op de LCD-monitor ziet door zonlicht of ander licht dat erop schijnt, raden wij aan het licht af te schermen met uw hand of iets anders terwijl u het toestel gebruikt.
1: Wanneer u het toestel op zijn kant 2: Wanneer u het toestel verticaal houdt
A: Fotoflits B:AF-lamp
Richtingfunctie
Beelden die opgenomen zijn met een verticaal gehouden toestel worden verticaal (gedraaid) teruggespeeld. (Alleen wanneer [LCD ROTEREN] (P83) ingesteld is op [ON])
26
VQT0Y77
3
In dit geval,
1 De AF-zone op het object richten. 2 De ontspanknop half indrukken om
scherp te stellen en de belichting in te stellen.
• De focusaanduiding gaat branden wanneer het object scherpgesteld is.
3 De ontspanknop half ingedrukt
houden als u het toestel beweegt om het
beeld samen te stellen.
4 De ontspanknop helemaal indrukken.
• U kunt herhaaldelijk de AF/AE Lock proberen voordat u de ontspanknop volledig indrukt.
1/25F2.8
1/25F2.8
Page 27
Scherpstellen
• Het focusbereik is 50 cm tot . Gebruik de macrofunctie om close-up’s te maken. (P49)
• Als de afstand tussen het toestel en het object buiten het focusbereik van het toestel valt, kan het beeld niet juist scherpgesteld zijn zelfs als de focusaanduiding brandt.
• In de volgende gevallen zou het toestel niet goed scherp kunnen stellen op de objectobjecten. – Wanneer er zowel objectobjecten
dichtbij als objectobjecten ver weg zijn.
– Wanneer er vuil of stof op het glas zit
tussen de lens en het object.
– Wanneer er verlichte of schitterende
objecten rondom het object zijn.
– Wanneer u een opname maakt op een
donkere plek. – Wanneer het object snel beweegt. – Wanneer er weinig contrast in de scène
weinig is. – Wanneer het toestel beweegt. – Wanneer het object heel fel gekleurd is. Wij raden aan in dit geval opnamen te maken met AF/AE Lock. Op donkere plaatsen kan de AF-lamp (P78) inschakelen om op het object scherp te stellen.
• Zelfs als de focusaanduiding verschijnt en er op het object scherpgesteld is, wordt deze geannuleerd als u de ontspanknop loslaat. Druk de ontspanknop opnieuw half in.
Golfstoring (camerabeweging)
• Op bewegingbeweging letten wanneer u de ontspanknop indrukt.
• Als het toestel beweegt door een langzame sluitertijd, verschijnt de bewegingswaarschuwing A.
Basiskennis
• Wanneer deze waarschuwing verschijnt, raden wij aan een statief te gebruiken. Als u geen statief kunt gebruiken, let u goed op de manier waarop u het toestel vasthoudt (P26). Het gebruik van de zelfontspanner voorkomt toestelbeweging die veroorzaakt wordt door op de ontspanknop te drukken als u een statief gebruikt (P44).
• De sluitertijd zal vooral in de volgende gevallen langzamer zijn. Houdt het toestel stil vanaf het moment dat u de ontspanknop indrukt totdat het beeld op het scherm verschijnt. We raden in dit geval het gebruik van een statief aan. – Langzame synchr./Reductie
rode-ogeneffect (P40) – [NACHTPORTRET] (P52) – [NACHTL. SCHAP] (P52) – [FEEST] (P54) – [KAARSLICHT] (P54) – [VUURWERK] (P54) – [STERRENHEMEL] (P55) – Als de sluitertijd langzamer wordt in
[SLUITER LANG] (P78)
Belichting
• Als u de ontspanknop half indrukt wanneer de belichting niet voldoende is, worden de lensopeningaanduiding en de sluitertijdaanduiding rood. (Deze worden niet rood als de flits inschakelt.)
• De helderheid van het scherm hangt af van de helderheid van de opgenomen beelden, vooral wanneer er opnamen gemaakt worden bij gedempt licht.
• Als de meeste objectobjecten op het scherm helder zijn (bijv. blauwe lucht op een lichte dag, een besneeuwd veld, enz.), kunnen de opnamen donker worden. Compenseer in dit geval de belichtingswaarde. (P45)
1/10F2.8
27
VQT0Y77
Page 28
Basiskennis
Beelden maken met de eenvoudige functie
Met deze functie kunnen beginners gemakkelijker opnamen maken. Alleen de basisfuncties verschijnen in het menu om de handelingen eenvoudig te houden.
Basismenu-instellingen
1 Op [MENU/SET] drukken.
2
Op
3/4
drukken om het gewenste menuonderdeel te kiezen en vervolgens op
3 Op 3/4 drukken om de gewenste
instelling te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
4 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop tot de helft
indrukken om het menu te sluiten.
1 drukken.
EENVOUDIGE MODE
FOTO MODE AUTO REVIEW TOON KLOKINSTELLING
SELEC INST.
ENLARGE
"
4
MENU
k
6"/10k15cm
E-MAIL
Instellingen in de eenvoudige functie
[FOTOMODE]
Geschikt om de opnamen
[ENLARGE]
te vergroten tot 8qk10q grootte, lettergrootte enz.
Geschikt voor afdrukken
[4qk6q/
met een normale grootte.
10k15cm]
Geschikt voor het versturen
[E-MAIL]
van beelden als bijlage van een e-mail of om beelden op websites te plaatsen.
[AUTO REVIEW]
[OFF] Het opgenomen beeld
verschijnt niet automatisch.
[ON]
Het opgenomen beeld verschijnt automatisch op het scherm gedurende ongeveer 1 seconde.
[TOON]
[OFF] Geen werkingsgeluid [LAAG] [HOOG]
Zacht werkingsgeluid Hard werkingsgeluid
[KLOKINSTELLING]
Datum en tijd wijzigen. (P18)
•Als [4qk6q/10k15cm] of [E-MAIL] ingesteld zijn in [FOTOMODE], wordt de extra optische zoom geactiveerd en is de zoomratio extra verhoogd tot een maximum van
5,5k (DMC-FX07)/
4,1k (DMC-FX3). (P30)
• De instellingen voor [TOON] en [KLOKINSTELLING] in de eenvoudige functie worden ook toegepast op andere opnamefuncties.
• De instellingen voor [WERELDTIJD] (P20), [LCD SCHERM] (P20), [REISDATUM] (P21), [TOON] (P22), [ONTSPANNER] (P22), [NR.RESET] (P23) en [TAAL] (P24) in het [SET-UP] menu worden toegepast op de eenvoudige functie.
28
VQT0Y77
Page 29
Andere instellingen in de eenvoudige
functie
In de eenvoudige functie worden andere instellingen als volgt vastgesteld. Voor meer informatie over elke instelling raadpleegt u de pagina waarnaar wordt verwezen.
• Focusbereik: 30 cm tot (Tele) 5cm tot ¶ (Breed)
• [BATT. BESP.] (P21): [5MIN.]
• [BESPARING] (P22): [OFF]
• Zelfontspanner (P44): 10 seconden
• Optische beeldstabilisator (P47): [MODE2]
• Bursttijd (P48):
• [WITBALANS] (P71): [AUTO]
• [GEVOELIGHEID] (P73): [ ] (DMC-FX07)/[AUTO] (DMC-FX3)
• [ASPECTRATIO]/[FOTO RES.]/ [KWALITEIT] (P74, 75):
– [ ENLARGE]:
: (7M) (DMC-FX07)/
(6M) (DMC-FX3)/
–[ 4qk6q/10k15cm]:
: (2,5M EZ)/
–[ E-MAIL]:
: (0,3M EZ)/
• [AF MODE] (P77): []
• [AF ASS. LAMP] (P78): [ON]
• [SLUITER LANG] (P78): [1/8–]
Basiskennis
• De volgende functies kunt u niet in de eenvoudige functie gebruiken. – Hoge-hoekfunctie – Witbalans, fijnafstelling – Belichtingscompensatie – Auto Bracket – [AUDIO OPNAME] – [DIG. ZOOM] – [KLEUR EFFECT] – [FOTO INST.] – [GUIDE LINE]
• In de eenvoudige functie kunt u de volgende functies niet gebruiken. –[REISDATUM] –[WERELDTIJD]
Compensatie van de
achtergrondverlichting
Achtergrondverlichting treedt op wanneer er licht achter het object is. In dit geval zal het object (bijv. een persoon) object donker worden. Als u op 3 drukt, verschijnt [] A eb
wordt de compensatiefunctie van de achtergrondverlichting geactiveerd. Deze functie compenseert de achtergrondverlichting door het hele beeld helderder te maken.
3
BACKLIGHT
3
BACKLIGHT
• Als u op 3 drukt terwijl [ ] afgebeeld wordt, verdwijnt [ ] en wordt de compensatiefunctie van de achtergrondverlichting geannuleerd.
• We raden aan de flits te gebruiken wanneer u de compensatiefunctie van de achtergrondverlichting gebruikt. (Wanneer u de flits gebruikt, is deze vast ingesteld op AAN [ ].)
• De flits is vast ingesteld op AUTO/ Rode-ogenreductie [ ] als de achtergrondcompensatie ingesteld is op [OFF].
29
VQT0Y77
Page 30
Basiskennis
Beelden maken met de zoom
De optische zoom gebruiken
U kunt personen en objectobjecten dichterbij doen lijken met de 3,6 (DMC-FX3) optische zoom en breedhoekopnamen maken van landschappen. (35 mm filmcamera equivalent: 28 mm tot 102 mm) (DMC-FX07)/(35 mm filmcamera equivalent: 35 mm tot 105 mm) (DMC-FX3)
Gebruikobject (Tele) om het object
dichterbij te laten lijken
Het zoomhendeltje op Tele zetten.
• Als de beeldresolutie ingesteld is op [ ] (7M). (DMC-FX07)
k
(DMC-FX07)/3k
• Afhankelijk van de zoomuitvergroting kunnen er gekleurde randen rondom het object komen. Dit heet “chromatische aberratie” en wordt geaccentueerd als het object zich objectobjecten ver weg bevindt.
• Als u de zoomfunctie gebruikt nadat u op het object scherpgesteld hebt, stelt u opnieuw scherpobject.
• De aangegeven zoomuitvergroting is correct bij benadering.
• De objectiefcilinder (P10) wordt automatisch uit- of ingetrokken afhankelijk van de zoomstand. Onderbreek de beweging van de objectiefcilinder niet terwijl u het zoomhendeltje verplaatst.
• In de bewegende beeldenfunctie [ ] is de zoomuitvergroting vast ingesteld op de waarde die aan het begin van de opname ingesteld is.
De extra optische zoom gebruiken (EZ)
3
T
W
W T
3.6X
Gebruik (Breed) om objectobjecten
verder weg te doen lijken
Het zoomhendeltje op Breed zetten.
• Als de beeldresolutie ingesteld is op [ ] (7M). (DMC-FX07)
3
T
W
W T
1X
• De optische zoom is ingesteld op Breed (1k) wanneer het toestel aanstaat.
• Afhankelijk van de zoomuitvergroting kan het beeld een beetje vertekend zijn. De verbreding wordt duidelijker als u dichter naar het object toe beweegt.
30
VQT0Y77
Dit toestel heeft een 3,6k (DMC-FX07)/3k (DMC-FX3) optische zoom. Als de beeldresolutie echter niet ingesteld is op de hoogste instelling voor elke aspectratio [ / / ], kan er een maximum van 5,5k (DMC-FX07)/4,1k (DMC-FX3) optische zoom bereikt worden zonder dat de beeldkwaliteit verslechtert. b.v.: DMC-FX07
De beeldresolutie met de extra optische zoom niet geactiveerd [voorbeeld: [ ] (7M)]
Beeldresolutie met de extra optische zoom geactiveerd [voorbeeld: [] (3MEZ)]
Page 31
Het mechanisme van de extra
optische zoom
Wanneer u de beeldresolutie instelt op [ ] (3M EZ) (3 miljoen pixels), is de 7M (7 miljoen pixels) (DMC-FX07)/ 6M (6 miljoen pixels) (DMC-FX3) CCD-zone samengeperst naar de centrum 3M (3 miljoen pixels) -zone, zo een beeld toelatend met een hoger zoomeffect.
Beeldresolutie en maximum
zoomvergroting
: Beschikbaar, —: Niet beschikbaar) ¢ DMC-FX07
Aspec-
tratio
Beeldresolutie
/(7M)
(5,5M)
(5M EZ) 4,4
(3M EZ) (2M EZ) (1M EZ)
/
(0,3M EZ)
/
(2,5M EZ)
(2M EZ)
Maximum
zoomuitver-
groting
3,6k (6M)
5,5
Geacti­veerde
optische
zoom
Basiskennis
¢ DMC-FX3
Aspec-
tratio
Beeldresolutie
/(6M)
(4,5M)
(3M EZ) (2M EZ) (1M EZ)
/
(0,3M EZ)
/
(2,5M EZ)
(2M EZ)
Maximum
zoomuitver-
groting
k (5M)
3
4,1
Geacti­veerde
optische
zoom
• Lees P74 voor aspectratioinstellingen, P75 voor beeldresolutie en P28 voor de eenvoudige functie [ ].
• “EZ” is een afkorting van “Extra optical Zoom”.
• U kunt de zoomuitvergroting nog verbeteren met de extra optische zoom zonder u zorgen te maken over beeldvertekening.
• Als u een beeldresolutie instelt die de extra optische zoom activeert, verschijnt het pictogram van de extra optische zoom [ ] op het scherm als u de zoomfunctie gebruikt.
• De zoom zal heel even stoppen met bewegen dichtbij [W] (1k) als u de extra optische zoom gebruikt. Dit is geen storing.
• De aangegeven zoomuitvergroting is correct bij benadering.
• In de bewegende beeldenfunctie [ ] en [H. GEVOELIGH.] in de scènefunctie werkt de extra optische zoom niet.
31
VQT0Y77
Page 32
Basiskennis
De digitale zoom gebruiken
De zoom verder uitbreiden
Een maximum van 14,6k (DMC-FX07)/ 12k (DMC-FX3) zoom kan bereikt worden met de 3,6k (DMC-FX07)/3k (DMC-FX3) optische zoom en de 4k digitale zoom wanneer [DIG. ZOOM] ingesteld wordt op [ON] in het [OPNAME] menu. Als er een beeldresolutie gekozen wordt die de extra optische zoom gebruikt, kan er een maximum van 21,9k (DMC-FX07)/16,4k (DMC-FX3) zoom bereikt worden met de 5,5k (DMC-FX07)/4,1k (DMC-FX3) extra optische zoom en de 4k digitale zoom.
Menuhandeling
1 Op [MENU/SET] drukken.
• Als u een scènefunctie instelt, drukt u op 2 in het [SCÈNE MODE] menu (P50) en dan op 4 om het [OPNAME] menupictogram te kiezen [ ] en drukt u daarna op 1.
2 Op 3/4 om [DIG. ZOOM] te
kiezen en vervolgens op 1.
3 Op 4 drukken om [ON] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
2
OPNAME
AUDIO OPNAME AF MODE AF ASS. LAMP SLUITER LANG DIG. ZOOM
SELEC
INST.
/
3
OFF
ON
1
/
8
OFF
OFF
MENU
MENU
MENU
ON
/SET
4 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop half indrukken om het menu te sluiten.
Het digitale zoombereik instellen
De zoomaanduiding op het scherm kan tijdelijk stoppen met bewegen als u het zoomhendeltje op de uiterste Telestand zet. U kunt het digitale zoombereik instellen door het zoomhendeltje continu op Tele te zetten of het zoomhendeltje één keer los te laten en het vervolgens weer op Tele te zetten.
b.v.: DMC-FX07
[OFF]:
[ON]:
W
W
W
T
T
(Wanneer u de digitale zoom [4k] en de verlengde optische zoom (3M EZ) tegelijk gebruikt.)
1 Optische zoom 2 Digitale zoom 3 Geactiveerde optische zoom
• In het digitale zoombereik wordt de AF-zone midden op scherm afgebeeld en is deze groter dan normaal. (P77)
• Voor de digitale zoom geldt dat hoe groter het beeld is, hoe lager de beeldkwaliteit wordt.
• Het kan zijn dat de stabilisatorfunctie binnen het digitale zoombereik niet goed werkt.
• Wanneer u de digitale zoom gebruikt, raden wij het gebruik van een statief en de zelfontspanner (P44) aan om opnamen te maken.
• De aangegeven zoomuitvergroting is correct bij benadering.
• De digitale zoom werkt niet in de volgende gevallen: – In simpele functie [ ]. – In [H. GEVOELIGH.] in scènefunctie. – Wanneer de ISO-gevoeligheid ingesteld
is op [ ]. (DMC-FX07)
T
32
VQT0Y77
Page 33
De opnamen controleren (Overzicht)
U kunt de opnamen controleren terwijl het toestel nog in de [OPNAME] functie staat.
1 Op 4 [REV] drukken.
Basiskennis
3 Op 3/4/2/1 drukken om de
stand te wijzigen.
OVERZICHT4X
1X
WISSEN
8X
OVERZICHT1X
WISSEN
4X
EXIT
• De laatst gemaakte opname verschijnt 10 seconden lang.
• Het overzicht wordt geannuleerd wanneer de ontspanknop tot de helft ingedrukt wordt of 4 [REV] opnieuw ingedrukt wordt.
• U kunt de andere opnamen controleren door op 2/1 te drukken.
• Als de opnamen te helder of te donker zijn, moet u de belichting compenseren. (P45)
2 Het zoomhendeltje op [ ] [T]
zetten om het beeld te vergroten.
• Het zoomhendeltje op [ ] [T] zetten voor een 4k vergroting en het vervolgens nog verder zetten voor een 8k vergroting. Wanneer u het zoomhendeltje in de richting van [ ] [W] zet nadat het beeld vergroot is, wordt de vergroting kleiner.
• Wanneer u de vergroting of de stand die afgebeeld moet wijzigen, verschijnt de aanduiding van de zoomstand A gedurende ongeveer 1 seconde zodat u de vergrote zone kunt controleren.
Het opgenomen beeld wissen tijdens
het overzicht (Snel wissen)
1 Op [ ] drukken. 2 Op 3 drukken om [JA] te kiezen. 3 Op [MENU/SET] drukken.
APART WISSEN
DEZE FOTO WISSEN ?
JA
NEE
SELEC
MENU
INST.
MULTI/ALLES
• Eenmaal gewiste opnamen kunnen niet teruggehaald worden. Controleer ze goed voordat u ze wist.
• U kunt meerdere opnamen of alle opnamen wissen. Voor informatie over hoe u opnamen wist, raadpleegt u P35.
• Wanneer [LCD ROTEREN] ingesteld is op [ON] worden opnamen die gemaakt zijn met een verticaal gehouden toestel, verticaal teruggespeeld (gedraaid).
33
VQT0Y77
Page 34
Basiskennis
Opnamen terugspelen
Alle beeldgegevens zitten in het ingebouwde geheugen als u geen kaart gebruikt. De beeldgegevens zitten op de kaart als u deze in het toestel hebt gedaan. (P17) (DMC-FX3)
Op 2/1 drukken om het beeld te kiezen.
1/3
• Het bestandsnummer A en het beeldnummer B wijzigen alleen elk afzonderlijk. 2/1 loslaten zodra het nummer van het gewenste terug te spelen beeld verschijnt om het beeld terug te spelen.
• Als u op 2/1 blijft drukken, neemt het aantal tegelijkertijd afgespeelde/ teruggedraaide bestanden toe. Het aantal tegelijkertijd afgespeelde/ teruggedraaide bestanden hangt af van het aantal opgenomen bestanden.
• In de functie overzicht terugdraaien in de opnamefunctie en in meervoudig terugdraaien, kunnen de opnamen alleen één voor één verder of teruggedraaid worden. (P66)
10:00 1.DEC.2006
2: De vorige opname terugspelen 1: De volgende opname terugspelen
• Het eerste opgenomen beeld zal afgebeeld worden na het laatste opgenomen beeld.
• Als [LCD ROTEREN] (P83) ingesteld is op [ON], worden opnamen die gemaakt zijn met een verticaal gehouden toestel, verticaal teruggespeeld.
Snel vooruit spoelen/Snel achteruit
spoelen
Houd 2/1 ingedrukt tijdens het terugspelen.
1/3
10:00 1.DEC.2006
2: Snel achteruit 1: Snel vooruit
34
VQT0Y77
• Dit toestel voldoet aan de DCF standaard “Design rule for Camera File system” van de “JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries Association)”.
• Het formaat dat teruggespeeld kan worden op het toestel is JPEG. (In sommige gevallen, kunnen zelfs JPEG-opnamen niet teruggespeeld worden.)
• Op de LCD-monitor kunnen soms niet alle details van de opgenomen beelden verschijnen. Gebruik de terugspeelzoom (P68) om deze details te bekijken.
• Als u opnamen terugspeelt die gemaakt zijn met andere apparatuur kan de kwaliteit slechter worden. (De opnamen worden afgebeeld als [WEERGAVE THUMBNAIL] op het scherm.)
• Als u een mapnaam of bestandnaam op uw PC wijzigt, kan het onmogelijk worden deze opnamen op het toestel terug te spelen.
• Als u een bestand wilt terugspelen dat buiten de standaard valt, dan wordt het map-/bestandnummer aangegeven met [—] en kan het scherm zwart worden.
• Er kan een rand op het scherm verschijnen afhankelijk van het object. Dit wordt “moire” genoemd. Dit is geen storing.
Page 35
Beelden wissen
De beeldgegevens wissen in het ingebouwde geheugen als er geen kaart in het toestel zit. De beeldgegevens op de kaart wissen als er een kaart in het toestel zit. (P17) (DMC-FX3)
Een enkel beeld wissen
1 Het beeld kiezen met 2/1.
100_0001
1/3
10:00 1.DEC.2006
2: De vorige opname terugspelen 1: De volgende opname terugspelen
2 Op [ ] drukken. 3 Op 3 drukken om [JA] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
APART WISSEN
DEZE FOTO WISSEN ?
JA
NEE
SELEC
MENU
INST.
MULTI/ALLES
• Terwijl het beeld gewist wordt, verschijnt [ ] op het scherm.
MENU
/SET
Basiskennis
Om te wissen [MULTI WISSEN]/
[ALLES ANNULEREN]
1 twee keer op [ ] drukken. 2 Op 3/4 drukken om
[MULTI WISSEN] of [ALLES ANNULEREN] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
MULTI/ALLES WISSEN
MULTI WISSEN
ALLES ANNULEREN
MENU
INST.
SELEC
ANNUL
• Als u [MULTI WISSEN] kiest, de handelingen vanaf stap
• Als u [ALLES ANNULEREN] kiest, de handelingen vanaf stap
• Als [FAVORIETEN] (P82) ingesteld is op [ON], [ALLES WISSEN BEHALVE
] verschijnt. Als u
[ALLES WISSEN BEHALVE ] kiest,
5 stappen vooruit. (Als er echter
gaat u geen enkele opname op het scherm [ ] staat, kunt u [ALLES WISSEN BEHALVE ] niet kiezen ook als [FAVORIETEN] op [ON] staat.)
MENU
/SET
3 uitvoeren.
5 uitvoeren.
35
VQT0Y77
Page 36
Basiskennis
3 Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen en vervolgens op 4 drukken.
(Alleen wanneer u [MULTI WISSEN] kiest)
MULTI WISSEN
7
8 9
11
SELEC MARK./ANNUL.
WISSEN
EXIT
1210
MENU
• Herhaal de bovenstaande procedure.
• [ ] verschijnt op de gekozen opnamen. Als u opnieuw op 4 drukt, wordt de instelling gewist.
• Het pictogram [ ] knippert en wordt rood als het gekozen beeld beveiligd is en niet gewist kan worden. De beveiliging annuleren en vervolgens het beeld wissen. (P86)
4 Op [ ] drukken. 5 Op 3 drukken om [JA] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
(Scherm wanneer [MULTI WISSEN] gekozen wordt)
MULTI WISSEN
ALLE GEMARKEERDE FOTO'S WISSEN ?
JA
SELEC
NEE
INST.
MENU
MENU
/SET
SET
• [ALLE FOTO’S OP DE GEHEUGENKAART WISSEN ?] verschijnt als u [ALLES ANNULEREN] gebruikt en [ALLES WISSEN BEHALVE ?] verschijnt als u [ALLES WISSEN BEHALVE ] gebruikt.
• Als u alle opnamen wist, kunt u alleen opnamen in het ingebouwde geheugen of op de kaart wissen. (U kunt niet
36
VQT0Y77
tegelijkertijd opnamen in het geheugen en op de kaart wissen). (DMC-FX3)
• Als u op [MENU/SET] drukt terwijl u opnamen wist met [ALLES ANNULEREN] of [ALLES WISSEN BEHALVE ] zal het wissen halverwege stoppen.
• Eenmaal gewist, kunnen opnamen niet teruggehaald worden. Meer dan eens controleren voordat u ze wist.
• Het toestel niet uitzetten.
• Wanneer u opnamen wist, batterijen gebruiken met voldoende batterijstroom (P13) of de AC-adapter (DMW-AC5; optioneel) gebruiken.
• Het is mogelijk om tot 50 opnamen tegelijkertijd te wissen [MULTI WISSEN].
• Hoe meer opnamen, hoe langer het duurt ze te wissen.
• Als er beveiligde opnamen zijn [ ] (P86), of opnamen die niet voldoen aan de DCF-standaard (P34) of op een kaart staan met de schrijfbescherming op [LOCK] (P16) worden deze opnamen niet gewist ook niet als [ALLES ANNULEREN] of [ALLES WISSEN BEHALVE ] gekozen worden.
Page 37
Gevorderd
Over de LCD-monitor
De afgebeelde informatie wijzigen
DISPLAY/LCD MODE
A LCD-monitor (LCD)
Druk op [DISPLAY] om te wijzigen.
• Wanneer het menuscherm verschijnt, wordt de [DISPLAY] knop niet geactiveerd. Tijdens de terugspeelzoomfunctie (P68), als u bewegende beelden terugspoelt (P64) en tijdens een diavoorstelling (P80), kunt u alleen kiezen tussen “Normale weergave H” of “Geen weergave J”.
In Eenvoudige functie [ ]
3
BACKLIGHT
B Normaal display C Non-display
In opnamefunctie
Gevorderd
D Normaal display E Display met histogram F Non-display (Opnamerichtlijn)
¢2
G Non-display
¢1 Histogram ¢2 Het patroon van de richtlijnen die
afgebeeld worden door de instelling [GUIDE LINE] in [SET-UP] menu instellen. (P21) U kunt ook instellen of u de opnameinformatie en het histogram wel of niet afgebeeld wilt hebben wanneer de richtlijnen afgebeeld worden.
In terugspeelfunctie
100_0001
1/3
1E DAG
9
mnd
10
dg.
10:00 1.DEC.2006
4
5
F2.8 1/25
10:00 1.DEC.2006
100_0001
ISO
100
1/3
AUTO
H Normaal display I Display met opname-informatie en
histogram
J Non-display
3 Afgebeeld zelfs als [INST. GEB DATUM]
¢
en [MET LEEFTIJD] ingesteld waren in [BABY1]/[BABY2] (
P57
) in scènefunctie
voordat er opnamen gemaakt werden.
¢4 De dagen die verstreken zijn sinds de
vertrekdatum verschijnen op het display als u [REISDATUM] (P59) ingesteld hebt voordat u opnamen begon te maken.
• In [NACHTPORTRET] (P52), [NACHTL. SCHAP] (P52), [VUURWERK] (P54) en [STERRENHEMEL] (P55) in scènefunctie, is de richtlijn grijs. (DMC-FX07)
VQT0Y77
37
Page 38
Gevorderd
Opnamerichtlijn
Wanneer u het object uitlijnt op de horizontale en verticale richtlijnen of het kruispunt van deze lijnen, kunt u opnamen maken met goed ontworpen compositie door de grootte, de helling en de balans van het object te bekijken.
A []: Dit wordt gebruikt wanneer het
hele scherm verdeeld wordt in 3k3 voor het maken van beelden met een goed gebalanceerde samenstelling.
B []: Dit wordt gebruikt wanneer u het
onderwerp precies in het midden wilt positioneren.
Histogram
• Een Histogram is een grafiek die helderheid langs de horizontale as (zwart of wit) en het aantal pixels bij elk helderheidniveau op de verticale as afbeeld.
• Hiermee controleert u snel de belichting van een beeld.
• Het is zeer nuttig als handmatige afstellingen van de lensopening en sluitertijd beschikbaar zijn, vooral in die situaties waar automatische belichting moeilijk kan zijn wegens oneven belichting. Met gebruik van de histogramfunctie zal u de beste prestatie van het toestel krijgen. A Wanneer de waarden aan de linkerkant
geconcentreerd zijn, is de opname onderbelicht.
B Wanneer de waarde gelijkelijk verdeeld
zijn, is de belichting juist en de helderheid goed uitgebalanceerd.
C Wanneer de waarden aan de
rechterkant geconcentreerd zijn, is de opname overbelicht.
Voorbeeld van histogram
100_0001
1/3
ISO
AUTO
100
F2.8 1/200
10:00 1.DEC.2006
100_0001
1/3
ISO
AUTO
100
F2.8 1/100
10:00 1.DEC.2006
100_0001
1/3
ISO
AUTO
100
F2.8 1/50
10:00 1.DEC.2006
A Onderbelicht B Juist belicht C Overbelicht
¢Histogram
• Wanneer u opnamen maakt met de flits of op donkere plekken, wordt het histogram oranje afgebeeld omdat het opgenomen beeld en het histogram niet met elkaar overeenkomen.
• Het histogram is een benadering in de opnamefunctie.
• Het histogram van een beeld zou niet overeen kunnen komen in opnamefunctie en terugspeelfunctie.
• Het histogram dat afgebeeld wordt in dit toestel komt niet overeen met histogrammen die afgebeeld worden door beeldbewerkende softwarevoor PC’s enz.
• Het histogram verschijnt niet in de eenvoudige functie [ ] of in de bewegende-beeldenfunctie [ ] en tijdens het meervoudig terugspelen of de kalenderterugspeelfunctie en met de terugspeelzoom.
38
VQT0Y77
Page 39
Gevorderd
De LCD-monitor helderder maken
(LCD-versterking/Hoge-hoekfunctie)
• Als de functiedraaischijf ingesteld is op [ ], kan alleen de Power-LCD-functie gebruikt worden.
1 Druk één seconde op [LCD
MODE].
DISPLAY/LCD MODE
A LCD-monitor (LCD)
2 Druk op 3/4 om de functie te
kiezen.
LCD
LCD MODE
OFF
SPANNING LCD GR. KIJKHOEK
MENU
SELEC
INST.
[]: [SPANNING LCD]
De LCD-monitor wordt helderder en gemakkelijker zichtbaar tijdens het opnemen ook buiten.
[]: [GR. KIJKHOEK]
De LCD-monitor is beter zichtbaar als u opnamen maaktmet de camera hoog boven uw hoofd. Dit is handig als u niet dicht bij een object kunt komen omdat er mensen in de weg staan. (Als u er recht op kijkt, wordt het op deze manier wel moeilijker om iets te zien.)
[OFF] De LCD-monitor krijgt
weer zijn normale helderheid.
3 Op [MENU/SET] drukken.
• Het [SPANNING LCD] B of [GR. KIJKHOEK] C pictogram verschijnt.
33
39
VQT0Y77
Page 40
Gevorderd
De Hoge-hoekfunctie of
LCD-versterking uitschakelen
• Als u [LCD MODE] indrukt en opnieuw 1 seconde ingedrukt houdt, verschijnt het scherm van stap
2. Kies [OFF] om de
LCD-versterkingsfunctie of Hoge-hoekfunctie uit te schakelen.
• De Hoge-hoekfunctie wordt ook geannuleerd als u de camera uitzet of de energiebesparingsfunctie hebt ingeschakeld.
• U regelt de helderheid van opnamen op de LCD-monitor terwijl de LCD-versterkingsfunctie of hoge-hoekfunctie actief zijn. Daarom kunnen de objecten op de LCD-monitor er anders uitzien. Dit heeft echter geen gevolg voor de opnamen.
• De LCD-monitor wordt weer normaal helder na 30 seconden als u opneemt met de LCD-versterkingsfunctie. Druk op een willekeurige knop om de LCD-monitor weer helder te maken.
• U kunt het effect van de hoge-hoekfunctie misschien niet goed zien als er direct zonlicht e.d. op de LCD-monitor valt. Scherm met uw hand of een ander voorwerp de camera af om het licht tegen te houden.
• De hoge hoekfunctie is niet geactiveerd in de volgende gevallen. – In Eenvoudige functie [ ] – In terugspeelfunctie – Terwijl het menuscherm afgebeeld is – Terwijl het terugspeelscherm afgebeeld
is
Beelden maken met de ingebouwde flits
A: Fotoflits Deze niet met uw vinger of andere voorwerpen bedekken.
Naar de geschikte flitsinstelling
schakelen
De flits instellen voor opnamen.
1 Op 1 [ ] drukken. 2 Druk op 3/4 om de functie te
kiezen.
FLITS
AUTO
AUTO/RODE-OG GEDW. FLITS AAN LNGZ. SY./RODE-OG GEDWONGEN UIT
SELEC
• U kunt ook op 1 [ ] drukken om te selecteren.
• Voor informatie over flitsinstellingen die gekozen kunnen worden, “Beschikbare flitsinstellingen voor de opnamefuncties” (P41) raadplegen.
3 Op [MENU/SET] drukken.
• U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten.
• Het menuscherm verschijnt na ongeveer 5 seconden. Nu wordt het geselecteerde item automatisch ingesteld.
INST.
MENU
40
VQT0Y77
Page 41
:AUTO
De flits wordt automatisch geactiveerd wanneer dit nodig is voor de opnamecondities.
: AUTO/Rode-ogenreductie
¢1
De flits wordt automatisch geactiveerd wanneer dit nodig is voor de opnamecondities. De flits wordt een keer geactiveerd vóór de eigenlijke opname om het rode-ogeneffect (ogen van het object die rood worden op het beeld) te verminderen en vervolgens opnieuw geactiveerd voor de eigenlijke opname.
• Gebruik deze functie wanneer u opnamen maakt van personen in slecht belichte omstandigheden.
: Vast ingesteld op AAN
De flits wordt altijd geactiveerd ongeacht de opnamecondities.
• Gebruik deze functie wanneer uw object achtergrondbelichting heeft of onder fluorescent licht staat.
: Flits vast ingesteld op AAN/
Rode-ogenreductie
¢1
• De flitsinstelling is alleen vast ingesteld op AAN/Rode-ogenreductie wanneer u [FEEST] (P54) of [KAARSLICHT] (P54) in de scènefunctie instelt.
: Langzame synchr/Reductie
rode-ogeneffect
¢1
Als u beelden maakt met een donker landschap op de achtergrond, maakt deze functie de sluitertijd langzamer zodra de flits geactiveerd wordt, zodat het donkere landschap op de achtergrond helder zal worden. Tegelijkertijd vermindert het rode-ogeneffect.
• Gebruik deze functie wanneer u opnamen maakt van personen op een donkere achtergrond.
: Flits vast ingesteld op UIT
De flits wordt in geen enkele opnameconditie geactiveerd.
• Gebruik deze functie om opnamen te maken op plekken waar het gebruik van een flits niet toegestaan is.
¢1 De flits wordt twee keer geactiveerd.
Het object mag niet bewegen totdat de tweede flits geactiveerd is.
Gevorderd
Beschikbare flitsinstellingen voor de
opnamefuncties
De beschikbare flitsinstellingen zijn afhankelijk van de opnamefuncties. (±: Beschikbaar, —: Niet beschikbaar)
2
2
3
3
4 444
1
2
• De flitsinstellingen kunnen veranderen als de opnamefunctie verander wordt. Stel de flitsinstelling opnieuw in indien nodig.
¢2 De flits wordt vast ingesteld op AAN
[ ] als de achtergrondcompensatie geactiveerd wordt.
¢3 De [STRAND] en [LUCHTFOT] kunnen
niet in scènefunctie gebruikt worden in DMC-FX3.
¢4 U kunt de flits gebruiken in DMC-FX3.
41
VQT0Y77
Page 42
Gevorderd
Het beschikbare flitsbereik om
opnamen te maken
Het flitsbereik voor opnamen hangt af van de gekozen ISO-gevoeligheid.
ISO-gevoeligheid
[AUTO]
Beschikbaar
flitsbereik
Breed
60 cm tot 4 m (DMC-FX07) 30 cm tot 4 m (DMC-FX3)
Tel e
30 cm tot 2 m (DMC-FX07) 30 cm tot 2,2 m (DMC-FX3)
[]
(DMC-FX07)
Breed
60 cm tot 4 m
Tel e
30 cm tot 2 m
[ISO100]
Breed
60 cm tot 2 m (DMC-FX07) 30 cm tot 2 m (DMC-FX3)
Tel e
30 cm tot 1 m (DMC-FX07) 30 cm tot 1,1 m (DMC-FX3)
[ISO200]
Breed
60 cm tot 2,8 m (DMC-FX07) 40 cm tot 2,8 m (DMC-FX3)
Tel e
30 cm tot 1,4 m (DMC-FX07) 30 cm tot 1,5 m (DMC-FX3)
42
VQT0Y77
[ISO400] Breed
60 cm tot 4 m (DMC-FX07) 60 cm tot 4 m (DMC-FX3)
Tele
40 cm tot 2 m (DMC-FX07) 40 cm tot 2,2 m (DMC-FX3)
[ISO800]
(DMC-FX07)
Breed
80 cm tot 5,6 m
Tele
60 cm tot 2,8 m
[ISO1250]
(DMC-FX07)
Breed
1m tot 5,6m
Tele
80 cm tot 2,8 m
• Het beschikbare flitsbereik wijzigt in de [H. GEVOELIGH.] (P56) scènefunctie. (DMC-FX3) Breed: 80 cm tot 5,7 m Tele: 60 cm tot 3,2 m
• Het beschikbare flitsbereik is correct bij benadering.
• Raadpleeg P73 voor de ISO-gevoeligheid.
• Raadpleeg P27 voor het focusbereik.
• Als de ISO-gevoeligheid ingesteld is op [AUTO] of [ ] (DMC-FX07) wanneer u de flits gebuikt, zal deze automatisch verhoogd worden tot een maximum van [ISO400].
• Om ruis te voorkomen, raden we aan de ISO-gevoeligheid (P73) te verminderen of [FOTO INST.] op [NATURAL] in te stellen. (P79)
• Als u een opname maakt met de flits in een kort bereik wanneer de zoom bij [W] (1k) staat, kunnen de hoeken van de opname donker worden. Verdraai de zoomhendel een beetje en maak dan de opname.
Page 43
Sluitertijd voor elke flitsfunctie
Flitsinstelling Sluitertijd (Sec.)
:AUTO :AUTO/
Rode-ogenre ductie
: Vast
ingesteld op AAN
1/30 tot 1/2000
: Vast
ingesteld op AAN/ Rode-ogenre ductie
: Langzame
synchr/ Reductie rode-ogeneff ect
1/8
¢
tot 1/2000
: Vast
ingesteld op UIT
¢ De sluitertijd wijzigt afhankelijk van de
langzame sluiterinstelling. (P78)
• Er kunnen verschillen zijn in de bovenstaande sluitertijden in de scènefunctie. – [NACHTL. SCHAP] (P52):
8 seconden op 1/2000ste van een seconde
– [VUURWERK] (P54):
1/4 ste van een seconde, 2 seconde (DMC-FX07)/1 seconde (DMC-FX3)
– [STERRENHEMEL] (P55):
15 seconden, 30 seconden, 60 seconden
• Kijk nooit recht in de flits als deze werkt.
• Als u de flits te dicht bij een voorwerp brengt, kan dit vervormd of verkleurd worden door de hitte of het licht van de flits.
Gevorderd
• De flits niet bedekken met uw vingers of andere voorwerpen.
• In bezuinigingsfunctie, gaat de LCD-monitor uit en gaat de statusindicator branden terwijl de flits aan het opladen is. [Dit gebeurt niet wanneer u de AC-adapter (DMW-AC5; optioneel) gebruikt.] Als de resterende batterijstroom laag is, kan de tijdsduur dat de LCD-monitor uitgaat om op te laden langer worden.
• Als u de ontspanknop half indrukt wanneer de flits geactiveerd is, wordt het flitspictogram rood.
• Wanneer de bewegingwaarschuwing verschijnt, raden wij aan een statief te gebruiken.
• Als u een opname maakt buiten het bereik van de flits, kan het object verkeerd belicht zijn en de opname te donker of te licht zijn.
• Tijdens het opladen van de flits knippert het lampje van de flitsaanduiding en wordt het rood; u kunt in dit geval geen opname maken, zelfs niet wanneer u de ontspanknop helemaal indrukt.
• Wanneer u een opname maakt met flits, wordt de witbalans automatisch afgesteld (behalve bij [ ]). Bij onvoldoende flitslicht kan het echter zijn dat de witbalans niet goed wordt afgesteld. (P71)
• Wanneer de sluitertijd snel is, zou het flitseffect niet voldoende kunnen zijn.
• Als u de opname herhaalt, kan deze onmogelijk worden, zelfs als de flits geactiveerd is. Maak de opname nadat de toegangsaanduiding verdwenen is.
• Het effect van de rode-ogenreductie verschilt van mens tot mens. Als de persoon bovendien ver van de camera stond of niet naar de eerste flits keek, kan dit effect ook minder evident zijn.
• Bij het instellen van de burstfunctie of auto bracket, wordt slechts 1 beeld gemaakt bij iedere flits.
43
VQT0Y77
Page 44
Gevorderd
Opnamen maken met de zelfontspanner
1 Op 2 [ ] drukken.
2
Druk op 3/4 om de functie te kiezen.
ZELFONTSPANNER
OFF
10
SEC.
2
SEC.
MENU
SELEC
• U kunt ook op 2 [ ] drukken om te selecteren.
3 Op [MENU/SET] drukken.
• U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten.
• Het menuscherm verschijnt na ongeveer 5 seconden. Nu wordt het geselecteerde item automatisch ingesteld.
4 Druk de ontspanknop half in om
scherp te stellen en druk de knop helemaal in om de opname te maken.
A: De ontspanknop tot de helft
indrukken om scherp te stellen.
B: De ontspanknop helemaal
indrukken om de opname te maken.
44
VQT0Y77
INST.
ANNUL
3
MENU
• Het lampje van de zelfontspanner C knippert en de sluiter wordt na 10 seconden geactiveerd (of na 2 seconden).
• Als u tijdens het instellen van de zelfontspanner op [MENU/SET] drukt, wordt de instelling van de zelfontspanner geannuleerd.
• Wanneer u een statief of dergelijkeenz. gebruikt, is de instelling van de zelfontspanner op 2 seconden handig om de bewegingbeweging die veroorzaakt wordt door het indrukken van de ontspanknop te vermijden.
• Wanneer u éénmaal de ontspanknop helemaal indrukt, wordt er automatisch op het object scherpgesteld net voor de opname. Op donkere plekken zal het zelfontspannerlampje knipperen en kan het helder gaan schijnen om als AF-lamp te werken (P78) zodat het toestel beter op het object scherp kan stellen.
• In de eenvoudige functie [ ] is de zelfontspanner vast ingesteld op 10 seconden.
• In [ZELFPORTRET] (P53) in de scènefunctie is de zelfontspanner vast ingesteld op 2 seconden.
• Wanneer u de zelfontspanner instelt in de burstfunctie, begint het toestel een beeld te maken 2 of 10 seconden nadat de ontspanknop ingedrukt wordt. Het aantal tegelijk gemaakte opnamen is vast ingesteld op 3.
• We raden het gebruik van een statief aan wanneer u opneemt met de zelfontspanner. (Wanner u een statief gebruikt, moet dit vast staan als het toestel erop bevestigd is.)
• De zelfontspanner kan niet worden gebruikt in [ONDER WATER] in de scènefunctie.
Page 45
Belichtingscompensatie
Gebruik deze functie wanneer u de geschikte belichting niet kunt verkrijgen wegens het verschil in helderheid tussen het object en de achtergrond. Zie de volgende voorbeelden.
Onderbelichting
De belichting positief compenseren.
Juiste belichting
Overbelichting
De belichting negatief compenseren.
Gevorderd
1 Druk op 3 [ ] totdat
[BELICHTING] verschijnt en corrigeer de belichting met 2/1.
BELICHTING
MENU
SELEC
EXIT
• U kunt compenseren vanaf [j2 EV] tot [i2 EV] in stappen van [1/3 EV].
• Kies [0 EV] om terug te keren naar de originele belichting.
2 Op [MENU/SET] drukken om te
eindigen.
• U kunt ook de ontspanknop half indrukken om af te sluiten.
• EV is een afkorting voor “Exposure Value” (Belichtingswaarde). Het is de hoeveelheid licht die door de lensopening en de sluitertijd naar de CCD gestuurd wordt.
• De belichtingscompensatiewaarde verschijnt links onderaan op het scherm.
• De ingestelde belichtingswaarde wordt opgeslagen zelfs als het toestel uit wordt gezet.
• Het compensatiebereik van de belichting wordt beperkt door de helderheid van het object.
• De belichting kan niet gecompenseerd worden wanneer u [STERRENHEMEL] in de scènefunctie gebruikt.
45
VQT0Y77
Page 46
Gevorderd
Beelden maken Auto Bracket
In deze functie, worden 3 opnamen automatisch gemaakt in het gekozen bereik van de belichtingscompensatie telkens als de ontspanknop ingedrukt wordt. U kunt het beeld met de beste belichting kiezen uit de 3 opnamen met verschillende belichtingen.
1 Druk enkele keren op 3 []
totdat [AUTO BRACKET] verschijnt, stel de belichtingscorrectie in met 2/1.
AUTO BRACKET
SELEC EXIT
• U kunt [OFF] (0), [d1/3 EV], [d2/3 EV] of [d1 EV] kiezen.
• Wanneer u de auto bracket niet gebruikt, kiest u [OFF] (0).
2 Op [MENU/SET] drukken om te
eindigen.
• U kunt ook de ontspanknop half indrukken om af te sluiten.
MENU
• Als u auto bracket instelt, verschijnt de auto bracket-aanduiding [ ] links onderaan op het scherm.
• Wanneer u opnamen maakt met auto bracket nadat u het bereik van de belichtingscompensatie hebt ingesteld, wordt voor de opnamen de gekozen belichtingscompensatie gebruikt. Wanneer de belichting gecompenseerd is, verschijnt de waarde van de belichtingscompensatie links onderaan op het scherm.
• De instelling op auto bracket wordt geannuleerd als u de camera uit zet of de energiebesparingsfunctie hebt ingeschakeld.
• Wanneer de auto bracket en de burstfunctie tegelijkertijd worden ingesteld, zal de auto bracket voorrang hebben.
• Wanneer de auto bracket ingesteld is, wordt de automatische overzichtsfunctie geactiveerd, ongeacht de instelling van deze functie. (Het beeld wordt niet vergroot.) U kunt de automatische overzichtsfunctie niet instellen in het [SET-UP] menu.
• Wanneer auto bracket geactiveerd is, kan [AUDIO OPNAME] niet gebruikt worden.
• De belichting zou niet gecompenseerd kunnen worden met auto bracket afhankelijk van de helderheid van het object.
• Wanneer de flits geactiveerd is of [STERRENHEMEL] in scènefunctie is gekozen, kunt u maar 1 beeld maken.
• Als er maar 2 of minder opnamen overblijven, kunt u geen opnamen met auto bracket maken.
• De auto-bracket kan niet gebruikt worden wanneer de ISO-gevoeligheid ingesteld is op [ ]. (DMC-FX07)
46
VQT0Y77
Page 47
Optische beeldstabilisator
Deze functie spoort bewegingen van de camera beweging op en compenseert deze.
1 De knop van de optische
beeldstabilisator A in blijven drukken totdat [STABILISATIE] verschijnt.
2 Op 3/4 drukken om de
stabilisatorfunctie te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
STABILISATIE
OFF MODE1 MODE2
MENU
/SET
[MODE1] ()
[MODE2] ()
De stabilisator werkt continu en helpt bij de fotocompositie.
De beweging van de camerabeweging wordt gecompenseerd wanneer de ontspanknop ingedrukt wordt. Er is een groter stabilisatoreffect.
[OFF]
()
Wanneer de stabilisator niet gewenst is.
INST.
MENU
DEMO.SELEC
Gevorderd
Demonstratie van de
optische-beeldstabilisator (Demonstratiefunctie)
Op 1 drukken om de demonstratie af te beelden. Als de demonstratie gedaan is, keert het scherm terug naar het functiekeuzemenu met de stabilisatorfunctie. Opnieuw op 1 drukken als u de demonstratie wilt verlaten voordat deze eindigt. Terwijl de demonstratie afgebeeld wordt, is de optische zoom vast ingesteld op Breed (1k) en kan de zoomfunctie niet geactiveerd worden. U kunt ook geen opnamen maken.
• De stabilisatorfunctie kan niet voldoende werken in de volgende gevallen. – Wanneer er veel camerabeweging is. – Als de zoomuitvergroting erg hoog is. – In het digitale zoombereik. – Wanneer u opnamen maakt terwijl u een
bewegend object volgt.
– Als de sluitertijd langzamer wordt om
binnenshuis opnamen te maken of op
donkere plaatsen. Houd de camera stilbeweging wanneer u de ontspanknop indrukt.
• In de eenvoudige functie [ ] of [ZELFPORTRET] (P53) in de scènefunctie, staat de instelling vast op [MODE2] en in [STERRENHEMEL] (P55) is deze vast op [OFF]. Het menu voor de stabilisatorfunctie verschijnt niet.
• In de bewegende beeldenfunctie [ ], kan [MODE2] niet ingesteld worden.
47
VQT0Y77
Page 48
Gevorderd
Opnamen maken met de burstfunctie
1 Op de burstfunctieknop drukken
en deze ingedrukt houden.
3
2
Druk op 3/4 om de functie te kiezen.
BURST SHOOTING
OFF
HOGE SNELHEID LAGE SNELHEID ONBEGRENSD
MENU
SELEC
• U kunt ook op de burstfunctieknop drukken om te selecteren.
3 Op [MENU/SET] drukken.
• U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten.
• Het menuscherm verschijnt na ongeveer 5 seconden. Nu wordt het geselecteerde item automatisch ingesteld.
4 Een opname maken.
• De ontspanknop helemaal ingedrukt houden om de burstfunctie te activeren.
48
VQT0Y77
INST.
Aantal opnamen gemaakt met de
burstfunctie
Burstsnelheid
(opnamen/
seconde)
¢1
3
¢1
2
Ongeveer 2
(DMC-FX07)
Ongeveer 1,5
(DMC-FX3)
Aantal opnamen
(opnamen)
max. 6 max. 8
Hangt af van de resterende ruimte in het ingebouwde geheugen (DMC-FX3)/de kaart.
¢1 De burstsnelheid is constant ongeacht
de transfersnelheid van de kaart.
• Het aantal opnamen dat aangeduid wordt, verwijst naar een sluitertijd die sneller dan 1/60 is en een niet geactiveerde flits.
• Als u de ISO-gevoeligheid (P73) op [ISO400], [ISO800] of [ISO1250] instelt en dan beelden maakt met behulp van de burstfunctie, zal de burstsnelheid langzamer worden dan de hierboven aangegeven figuren. (DMC-FX07)
• Omdat de sluitertijd langzamer wordt op donkere plaatsen, kan de burstsnelheid (beelden/seconden) ook langzamer worden.
• In de eenvoudige functie [ ] worden de instellingen als volgt: [ ] verschijnt links op het scherm. (P28) – [ ENLARGE]:
/Max. 6 opnamen
–[ 4qk6q/10k15cm]/[ E-MAIL]:
/Max. 8 opnamen
• Burstfunctie ingesteld op onbegrensd
– U kunt opnamen maken totdat het
ingebouwde vermogen (DMC-FX3) of de kaart vol is.
– De burstsnelheid zal halverwege
langzamer worden. De burstsnelheid van een MultiMediaCard wordt nog langzamer dan die van een SD-geheugenkaart of een SDHC-geheugenkaart. De exacte snelheid hangt echter af van het aantal opneembare beelden en de kaart.
Page 49
• De focus wordt vast ingesteld tijdens de eerste opname.
• Met de zelfontspanner is het aantal opnamen met de burstfunctie vast ingesteld op 3.
• De burstfunctie wordt niet geannuleerd wanneer het toestel uitgezet wordt.
• Wanneer de auto bracket en de burstfunctie tegelijk ingesteld zijn, zal de auto bracket voorrang krijgen.
• De belichting en de witbalans wijzigen naar gelang van de burstinstellingen. Wanneer de burstfunctie ingesteld is op [ ] (DMC-FX07)/[ ] of [ ] (DMC-FX3), worden ze vast ingesteld op de waarden voor het eerste beeld. Wanneer de burstsnelheid ingesteld is op [ ] of [ ] (DMC-FX07)/[ ] (DMC-FX3), worden ze aangepast telkens als u een opname maakt.
• [ ] is vastgesteld wanneer het eerste beeld gemaakt wordt. (DMC-FX07)
• Wanneer de burstfunctie ingesteld wordt, wordt de automatische overzichtsfunctie geactiveerd ongeacht de instelling van het automatische overzicht. (Het beeld wordt niet vergroot.) U kunt de automatische overzichtfunctie niet instellen in het [SET-UP] menu.
• Wanneer de burstfunctie geactiveerd wordt, kan [AUDIO OPNAME] niet gebruikt worden.
• Wanneer de flits geactiveerd is of [STERRENHEMEL] in scènefunctie is gekozen, kunt u maar 1 opname maken.
Close-up’s maken
Met deze functie kunt u close-up’s maken van een object, bijv. wanneer u opnamen van bloemen maakt. U kunt opnamen maken van een object tot op een afstand van 5 cm van de lens door het zoomhendeltje zo ver mogelijk naar Breed te zetten (1k).
Gevorderd
Focusbereik
5 cm
30 cm
(DMC-FX07) (
(Breed).
Breed
)/
T
W
• We raden het gebruik van een statief en de zelfontspanner aan (P44) in de macrofunctie.
• Wanneer een object dichtbij het toestel is, is het effectieve focusbereik (velddiepte) aanzienlijk minder breed. Daarom kan, als de afstand tussen het toestel en het object gewijzigd is na het scherpstellen, het moeilijk worden om er opnieuw op scherp te stellen.
• Als de afstand tussen het toestel en het object buiten het focusbereik van het toestel ligt, zou het beeld niet op de juiste manier scherpgesteld kunnen worden zelfs als de focusaanduiding brandt.
• De macrofunctie zal voorrang geven aan elk object dat zich dicht bij de camera bevindt. Als dus de afstand tussen de camera en het object meer dan 50 cm bedraagt,duurt het langer om scherp te stellen op dit object in de macrofunctie dan in de normale opnamefunctie.
• Het beschikbare flitsbereik is ongeveer 60 cm tot 4,0 m
tot
30 cm (Wanneer de ISO-gevoeligheid ingesteld is op [AUTO].)
• Wij raden aan de flits op Gedwongen UIT te zetten [ ] als u van heel dicht bij opnamen maakt.
• Wanneer u opnamen maakt in een dicht bereik in macrofunctie, kan de resolutie van de buitenkant van het beeld enigszins afnemen. Dit is geen storing.
4,0 m (DMC-FX3)
49
VQT0Y77
Page 50
Gevorderd
Scènefunctie
Als u een scènefunctie kiest om een opname te maken van een beeld in een bepaalde situatie zal de camera automatisch de optimale belichting instellen en aanpassen voor de gewenste opname.
• P51 tot 58 raadplegen voor elk scènemenu.
1 Op 3/4 drukken om het
gewenste scènemenu te kiezen.
SCÈNE MODE
PORTRET
SCN
GAVE HUID LANDSCHAP SPORT
SELEC
SCÈNE MODE
NACHTPORTRET
SCN
NACHTL. SCHAP ZELFPORTRET VOEDSEL
SELEC
• Druk op 4 in A om over te schakelen naar het volgende menuscherm.
• Als het [SCÈNE MODE] menu niet verschijnt, drukt u op [MENU/SET] om het [SCÈNE MODE] menu te openen.
• Wanneer u op 1 drukt, wordt er uitleg over elke scène afgebeeld. (Wanneer u op 2 drukt, keert het scherm terug naar het [SCÈNE MODE] menu.)
2 Op [MENU/SET] drukken.
INST.
2/
INST.
1
/
6
MENU
6
MENU
Over de onderdelen in de
menuschermen
• Er zijn 6 menuschermen (1/6, 2/6, 3/6, 4/6, 5/6 en 6/6).
• U kunt ook tussen de schermen kiezen in elk willekeurig onderdeel door aan het zoomhendeltje te draaien.
• De [STRAND] en [LUCHTFOT] kunnen niet in scènefunctie gebruikt worden in DMC-FX3.
SCÈNE MODE
PORTRET
SCN
GAVE HUID LANDSCHAP SPORT
SELEC
SCÈNE MODE
STRAND
SCN
LUCHTFOTO SNEEUW H. GEVOELIGH.
SELEC
SCÈNE MODE
SCN
INST.
SELEC
SCÈNE MODE
1
SCN
2
INST.
SELEC
1
/
6
2/
NACHTPORTRET NACHTL. SCHAP
SCN
ZELFPORTRET
MENU
VOEDSEL
SELEC
4
/
6
5/
BABY1
SCN
BABY2
MENU
SELEC
6
SCÈNE MODE
PAR T Y KAARSLICHT VUURWERK
MENU
INST.
STERRENHEMEL
6
SCÈNE MODE
ONDER WATER
MENU
INST.
3/
INST.
6/
INST.
MENU
MENU
• Wanneer u een opname maakt met een scènefunctie dat niet geschikt is voor dat doeleinde, kan de tint van het beeld verschillen van de werkelijke scène.
• Compenseer de belichting als u de helderheid van het beeld wenst te wijzigen (P45). (De belichting kan echter niet gecompenseerd worden in [STERRENHEMEL].)
•Op 2 drukken en vervolgens op 3/4 in het [SCÈNE MODE] menu drukken om het [OPNAME] menupictogram [ ] (P70) of het [SET-UP] menupictogram [ ] (P19) te kiezen en het gewenste onderdeel in te stellen.
6
6
50
VQT0Y77
Page 51
• De volgende functies kunnen niet ingesteld worden in de scènefunctie omdat het toestel ze automatisch op de optimale instelling zet. – [WITBALANS] – [GEVOELIGHEID] – [KLEUR EFFECT] – [FOTO INST.]
[PORTRET]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
/SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P50) De persoon steekt beter af op de achtergrond en heeft een gezondere huidskleur.
3
Technieken voor portretten
Deze functie doeltreffender maken: 1 Het zoomhendeltje zo ver mogelijk op
Tele zetten.
2 Ga dicht bij het object staan om deze
functie beter te laten werken.
• Deze functie is alleen geschikt wanneer u opnamen buiten en overdag maakt.
• De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op [ISO100].
[GAVE HUID]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
/SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P50) De camera zoekt het gezicht of een stukje huid om de huid zachter te laten lijken in de portretfunctie.
Gevorderd
Technieken voor de
zachte-huidfunctie
Deze functie doeltreffender maken: 1 Het zoomhendeltje zo ver mogelijk op
Tele zetten.
2 Ga dicht bij het object staan om deze
functie beter te laten werken.
• Deze functie is alleen geschikt wanneer u opnamen buiten en overdag maakt.
• Als er een gedeelte van de achtergrond e.d.enz. erg lijkt op de huidskleur, wordt dit gedeelte ook verzacht.
• Deze functie kan minder doeltreffend werken als het beeld onvoldoende helder.
• De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op [ISO100].
[LANDSCHAP]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
/SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P50) De camera zal voorkeur geven aan een object dat verderop staat. U kunt hiermee opnamen maken van een wijd landschap.
3
• Het focusbereik is 5 m tot ¶.
• De Flitsinstelling is vast ingesteld op UIT [].
• De instelling op de AF-lamp is buiten werking gesteld.
3
51
VQT0Y77
Page 52
Gevorderd
[SPORT]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
/SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P50) Daar instellen wanneer u beelden wilt maken van sportscènes of andere snelbewegende evenementen.
3
Technieken voor nachtportretten
• De flits gebruiken.
• Aangezien de sluitertijd langzamer wordt, raden we het gebruik van een statief en de zelfontspanner (P44) aan om opnamen te maken.
• Het object gedurende ongeveer 1 seconde stil laten staan nadat u de opname gemaakt hebt.
• We raden aan het zoomhendeltje op Breed (1k) te zetten en ongeveer 1,5 m van het object af te staan wanneer u een opnameopname maakt.
• Deze functie is geschikt voor het maken van beelden van onderwerpen op een afstand van 5 m of meer.
• Wanneer u beelden maakt van een snelbewegend onderwerp binnen, doet de [ ] functie automatisch de ISO-gevoeligheid toenemen om wazigheid van het onderwerp te voorkomen.
(DMC-FX07)
• De ISO-gevoeligheid is vastgesteld op
(DMC-FX07)
[].
[NACHTPORTRET]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
/SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P50) Met deze functie kunt u opnamen maken van een object en een landschap met bijna werkelijke helderheid door de flits te gebruiken en de sluitertijd langzamer te zetten.
3
• Het focusbereik is 1,2 m tot 5 m. (Lees P42 voor het beschikbare flitsbereik om opnamen te maken.)
• De ontspanner kan gesloten blijven (max. ongeveer 1 sec.) nadat u de opname hebt gemaakt voor de signaalverwerking. Dit is geen storing.
• Er kan ruis zichtbaar worden wanneer u opnamen maakt op donkere plekken.
• Wanneer u de flits gebruikt, wordt de Langzame synch./Rode-ogenreductie [ ] gekozen en wordt de flits telkens geactiveerd.
[NACHTL. SCHAP]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
/SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P50) Met deze functie kunt u een nachtelijk landschap levendig opnemen omdat de sluitertijd verkort wordt.
3
52
VQT0Y77
Page 53
Technieken voor nachtlandschappen
• Aangezien de sluitertijd langzamer wordt (tot ongeveer 8 sec.) dient u een statief te gebruiken. We raden verder het gebruik van de zelfontspanner aan (P44) om deze opnamen te maken.
Gevorderd
• De opname verschijnt automatisch op de LCD-monitor om deze opnieuw te bekijken. Raadpleeg P33 voor informatie over de terugspeelfunctie.
• Als de opname wazig is door de langzame sluitertijd raden wij het gebruik aan van de 2 seconden zelfontspanner. (P44)
• Het focusbereik is 5 m tot ¶.
• De ontspanner kan gesloten blijven (max. ongeveer 8 sec.) nadat u de opname hebt gemaakt voor de signaalverwerking. Dit is geen storing.
• Er kan ruis zichtbaar worden wanneer u opnamen maakt op donkere plekken.
• De flits is vast ingesteld op UIT [ ].
• De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op [ISO100].
• De AF-lamp is uitgeschakeld.
• U kunt geen langzame ontspanner instellen.
[ZELFPORTRET]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
/SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P50) Met deze functie kunt u een opname van uzelf maken.
Zelfportrettechnieken
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen. De zelfontspanneraanduiding begint te branden als u scherp in beeld staat hebt. Houd de camera stil en druk de ontspanknop helemaal in om de foto te maken.
• Het beschikbare focusbereik is ongeveer 30 cm tot 70 cm.
• U kunt opnamen van uzelf maken met geluid (P76). Als u dit doet, zal de zelfontspanneraanduiding gaan branden terwijl u het geluid opneemt. (P44)
• Als u [ZELFPORTRET] kiest, wordt de zoomuitvergroting automatisch ingesteld op Breed (1k).
• De zelfontspanner kan alleen worden ingesteld op uit of op 2 seconden (P44). Als u de timer instelt op 2 seconden blijft deze instelling gelden totdat u de camera uitzet of aan de instelknop draait.
• De stabilisatorfunctie is vast ingesteld op [MODE2]. (P47)
• De AF-functie is vast ingesteld op [ ] (DMC-FX07)/[ ] (DMC-FX3). (P77)
• De AF-lamp is uitgeschakeld.
[VOEDSEL]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
/SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P50) Met deze functie kunt u opnamen maken van bijvoorbeeld voedsel dat er natuurlijk uitziet zonder de hinderlijke invloed van omgevingslicht in restaurants enz.
• Het object is niet scherpgesteld als de zelfontspanneraanduiding knippert. Druk de ontspanknop opnieuw half in om scherp te stellen.
3
53
VQT0Y77
Page 54
Gevorderd
• Het focusbereik wordt hetzelfde als in de macrofunctie. [5 cm (Breed)/30 cm (Tele) tot ¶]
[FEEST]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
/SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P50) Kies deze functie als u opnamen wilt maken op een huwelijksreceptie, een feestje binnenshuis enz. Met flits en de langzamere sluitertijd kunnen zowel personen als de achtergrond opgenomen worden met een helderheid die lijkt op de werkelijke helderheid.
3
Technieken voor opnamen van
feesten
• Omdat de sluitertijd langzamer wordt, raden we het gebruik van een statief en de zelfontspanner (P44) aan voor deze opnamen.
• We raden aan het zoomhendeltje op Breed (1k) te zetten en ongeveer 1,5 m van het object af te staan wanneer u opnamen maakt.
• De flitsinstelling kan ingesteld worden op Langzame synch./Rode-ogenreductie [ ] of Gedwongen AAN/ Rode-ogenreductie [ ].
[KAARSLICHT]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
/SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P50) Met deze functie kunt u opnamen maken bij kaarslicht.
3
Technieken voor de opnamen bij
kaarslicht
• Als u het kaarslicht goed gebruikt, kunt u mooie opnamen maken zonder de flits.
• We raden het gebruik van een statief en de zelfontspanner (P44) aan voor deze opnamen.
• Het focusbereik wordt hetzelfde als de macrofunctie. [5 cm (Breed)/30 cm (Tele) tot ¶]
• De flits kan ingesteld worden op Langzame synch./Rode-ogenreductie [ ] of Vast ingesteld op AAN/ Rode-ogenreductie [ ].
[VUURWERK]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
/SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P50) Met deze functie kunt u mooie opnamen maken van vuurwerk tegen een nachthemel.
3
54
VQT0Y77
Page 55
Technieken voor opnamen van
vuurwerk
• Omdat de sluitertijd langzamer wordt, raden we het gebruik van een statief aan.
• Deze functie werkt het beste wanneer het object 10 m of meer van het toestel verwijderd is.
• De sluitersnelheden worden als volgt ingesteld. – Als u [OFF] instelt in de
stabilisatorfunctie voor optische beelden: Vast op 2 seconden (DMC-FX07)/1 seconde (DMC-FX3)
– Als u [MODE1] of [MODE2] instelt in de
stabilisatorfunctie voor optische beelden:
1/4de van een seconde of 2 seconden
(DMC-FX07)/1 seconde (DMC-FX3) (De sluitertijd wordt 2 seconden/1 seconde alleen als de camera bepaalt dat er weinig golfbeweging is zoals waneer u een statief gebruikt enz.)
• Histogrammen worden altijd oranje afgebeeld. (P38)
• De flits is vast ingesteld op UIT [ ].
• U kunt de AF-functie niet instellen.
• De AF-zone verschijnt niet.
• De AF-lamp is uitgeschakeld.
• U kunt geen langzame ontspanner instellen.
• De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op [ISO100].
[STERRENHEMEL]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
/SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P50) Met deze functie kunt u levendige opnamen
maken van een sterrenhemel of een donker object dat u niet kunt opnemen met de [NACHTL. SCHAP] door de sluitertijd langzamer te maken.
Gevorderd
3
15
De sluitertijd instellen
• Kies een sluitertijd van [15 SEC.], [30 SEC.] of [60 SEC.].
1 Op 3/4 drukken om het
menuonderdeel te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
STERRENHEMEL
15 SEC.
30 SEC. 60 SEC.
ANNUL
SELEC INST.
MENU
2 Opnamen maken.
15
MENU
ANNUL
• Op de ontspanknop drukken om het aftelscherm af te beelden. Het toestel niet bewegen als dit scherm afgebeeld wordt. Wanneer het aftellen eindigt, verschijnt [AUB WACHTEN ...] net zolang als de ingestelde sluitertijd duurt om de signalen te verwerken.
• Druk op [MENU/SET] om te stoppen met de opname terwijl de aftelling op het scherm staat.
Technieken voor opnamen van
sterrenhemels
• De ontspanner opent zich gedurende 15, 30 of 60 seconden. Gebruik een statief. Wij raden verder aan de opnamen te maken met de zelfontspanner. (P44)
• Histogrammen worden altijd oranje afgebeeld. (P38)
55
VQT0Y77
Page 56
Gevorderd
• De flitsinstelling is vast ingesteld op UIT [].
• De optische beeldstabilisator is vast ingesteld op [OFF].
• De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op [ISO100].
• U kunt de belichting niet compenseren of [AUDIO OPNAME], auto bracket, de burstfunctieen de langzame sluiter instellen.
[STRAND] (DMC-FX07)
Druk op [ ] om het [SCÈNE MODE] menu te openen kies deze functie. (P50) Met deze functie kunt u opnamen maken op het strand. Deze functie voorkomt onderbelichting van een object in sterk zonlicht.
• Raak de camera niet aan met natte
• Zand of zeewater kunnen de camera
MENU
/SET
3
handen.
beschadigen. Laat geen zand of zeewater in de lens of op de aansluitingen komen.
dergelijke. Richt de camera op iets met een hoog contrast, druk de ontspanknop half in om de scherpstelling vast te zetten, richt dan de camera op het object en druk de ontspanknop helemaal in om de opname te maken.
• Zet de camera uit terwijl het vliegtuig opstijgt of landt.
• Als u de camera wenst te gebruiken, dient u alle instructies van het vliegtuigpersoneel te volgen.
• Wees voorzichtig met weerkaatsing op het raampje.
• De flits is vast ingesteld op UIT [ ].
• De AF-lamp is uitgeschakeld.
[SNEEUW]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
/SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P50) Deze functie zal de witbalans en de belichting bijstellen om de sneeuw zo wit mogelijk te doen lijken.
3
[LUCHTFOT] (DMC-FX07)
Druk op [ ] om het [SCÈNE MODE] menu te openen en kies deze functie. (P50) Met deze functie maakt u foto’s terwijl u in het vliegtuig zit.
Techniek voor Luchtfoto’s
• Wij raden aan deze techniek te gebruiken
MENU
/SET
3
als u moeilijk kunt scherpstellen en u opnamen wenst te maken van wolken en
56
VQT0Y77
[H. GEVOELIGH.]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
/SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P50) Met deze functie is de ISO-gevoeligheid groter dan normaal. Als u binnenshuis opnamen maakt, veroorzaakt dit licht wazige opnamen.
3
Page 57
• De resolutie neemt enigszins af met de hoge-gevoeligheidsfunctie. Dit is geen storing.
• ISO-gevoeligheid wordt automatisch op de volgende optimale waarde gezet. – [ISO3200] (DMC-FX07) – [ISO800] tot [ISO1600] (DMC-FX3).
• Het focusbereik wordt hetzelfde als in de macrofunctie. [5 cm (Breed)/30 cm (Tele) tot ¶]
• De flits is vast ingesteld op UIT [ ]. (DMC-FX07)
• De extra optische zoom en de digitale zoom kunnen niet gebruikt worden.
1
[BABY1]/
2
[BABY2]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
/SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P50) Met deze functie kunt u opnamen maken
van een baby met mooi kleurtje. Als u de flits gebruikt zal het licht ervan zwakker zijn dan normaal. U kunt de geboortedatum van twee baby’s instellen met [BABY1] en [BABY2].
• De leeftijd van de baby kan afgebeeld worden wanneer u opnamen terugspeelt.
• De leeftijd kan ook afgedrukt worden methet programma [LUMIX Simple Viewer] die op de CD-ROM (bijgeleverd) staat. (Voor informatie over afdrukken, de aparte gebruiksaanwijzingen voor de aansluiting op de PC raadplegen.)
Het afbeelden van de leeftijd instellen
• Als u de leeftijd wenst af te beelden, stelt u de geboortedatum op voorhand in geboortedatum met [MET LEEFTIJD] waarna u op [MENU/SET] drukt.
• Als u niet wilt dat de leeftijd afgebeeld wordt, [ZONDER LEEFTIJD] kiezen en op [MENU/SET] drukken.
Gevorderd
1
9
mnd.
10:00 1.DEC.2006
10
dg.
3
1
BABY1
MET LEEFTIJD
ZONDER LEEFTIJD
INST. GEB DATUM
SELEC INST.
ANNUL
MENU
Geboortedatum instellen 1 Op 3/4 drukken om
[INST. GEB DATUM] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
2 Wanneer het bericht
[GEBOORTEDATUM VAN BABY INSTELLEN] verschijnt, het onderdeel (Jaar/Maand/Dag) kiezen met 2/1 en de geboortedatum instellen met 3/4.
3 Op [MENU/SET] drukken om het
instellen te eindigen.
• Als u [MET LEEFTIJD] kiest zonder de geboortedatumgeboortedatum eerst in te stellen, verschijnt er een waarschuwing. Druk op [MENU/SET] en stel de geboortedatumgeboortedatum in volgens de stappen 2 en 3 hierboven.
• Het focusbereik wordt hetzelfde als in de macrofunctie. [5 cm (Breed)/30 cm (Tele) tot ¶]
• De ISO-gevoeligheid is vastgesteld op [ ]. (DMC-FX07)
• Als u het toestel aanzet in [BABY1]/ [BABY2] in de scènefunctie of als u naar [BABY1]/[BABY2] schakelt vanuit andere scènefuncties, worden de leeftijd en huidige datum en tijd gedurende ongeveer 5 seconden afgebeeld onderaan op het scherm.
• De stijl van de geboortedatum op het scherm verschilt naar gelang vande taalinstelling in de opnamefunctie.
• De stijl van de weergave tijdens het afdrukken kan verschillen van de weergavestijl op het scherm.
• De geboortedatum wordt afgebeeld als [0 monate 0 tage].
• Als de leeftijd niet juist afgebeeld wordt, controleert u de klok en de geboortedatuminstellingen.
57
VQT0Y77
Page 58
Gevorderd
• Als het toestel ingesteld is op [ZONDER LEEFTIJD], wordt de leeftijd niet opgenomen zelfs als de tijd en geboortedatum ingesteld zijn. Dit betekent dat de leeftijd niet ingesteld kan worden zelfs als het toestel ingesteld is op [MET LEEFTIJD] na het maken van opnamen.
• [RESETTEN] gebruiken in het [SET-UP] menu om de geboortedatum opnieuw in te stellen. (P23)
[ONDER WATER]
MENU
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
/SET
menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P50) Met deze functie voorkomt u dat onderwater genomen foto’s te blauw worden. Gebruik de waterdichte bescherming (DMW-MCFX01; optioneel) als u opnamen onder water wil maken.
• Als u de witbalans afstelt, wordt de melding [ ] rood of blauw op het scherm weergegeven.
AUTO
3
AF VERGR.
• Kies [0] als u de witbalans niet fijn wenst af te stellen.
Onderwater scherpstellen (AF Lock)
U kunt de scherpstelling vastzetten voordat u een opname maakt met vergrendelde AF. Dit is handig als u opnamen wenst te maken van bijvoorbeeld een heel snel bewegend object.
1 De AF-zone op het object richten. 2 Druk op 2 om de scherpstelling vast in
te stellen.
• Het symbool van de AF-vergrendeling A verschijnt als het object scherpgesteld is.
3
AF VERGR.
De witbalans instellen
[WB INSTELLEN]
U kunt de tinten aanpassen aan de waterdiepte en het weer. 1 Druk verschillende keren op 3 [] om
[WB INSTELLEN] weer te geven.
2 Druk op 2/1 om de witbalans te
regelen.
WB INSTELLEN
ROOD
AUTO
SELEC
BLAUW
EXIT
MENU
2 [ROOD]: Indrukken wanneer de tint blauwachtig is.
1 [BLAUW]: Indrukken wanneer de tint roodachtig is.
58
VQT0Y77
3
AF VERGR.
AF㨯L
• Druk opnieuw op 2 om de AF-vergrendeling te annuleren.
• Als u aan de zoomhendel draait, annuleert u de AF-vergrendeling. In dit geval dient u opnieuw scherp te stellen en de scherpstelling te vergrendelen.
• Het focusbereik wordt hetzelfde als in de macrofunctie. [5 cm (Breed)/30 cm (Tele) tot ¶]
• De zelfontspanner kan niet ingesteld worden.
Page 59
De dag van uw vakantie opslaan waarop u de foto maakt
Als u vertrekdatum op voorhand instelt, kunt u opslaan op welke dag van uw vakantie u de foto neemt.
• Als u een foto opnieuw bekijkt, staat erop op welke dag van uw vakantie de foto gemaakt is.
1/3
1EDAG
10:00 2.DEC.2006
A:Het aantal dagen dat verstreken is sinds
de vertrekdatum
• Het aantal dagen dat verstreken is sinds de vertrekdatum kan ook afgedrukt worden op elke foto met het programma [LUMIX Simple Viewer] dat op de CD-ROM (bijgeleverd) staat. (Voor informatie over afdrukken, de aparte gebruiksinstructies voor aansluiting op de PC raadplegen.)
Gevorderd
De reisdatum instellen
1 Druk op [MENU/SET] en dan op
2.
1
EXIT
AUTO AUTO
/
3
MENU
/SET
MENU
OPNAME
WITBALANS GEVOELIGHEID ASPECTRATIO FOTO RES. KWALITEIT
SELEC
2 Op 4 drukken om het [SET-UP]
menupictogram [ ] te kiezen en vervolgens op 1 drukken.
1
EXIT
/
n
OFF
4
0
MENU
SET-UP
KLOKINSTELLING WERELDTIJD LCD SCHERM
RICHTLIJN REISDATUM
SELEC
3 Op 3/4 drukken om
[REISDATUM] te kiezen en vervolgens op 1 drukken.
1
INST.
/
4
n
0
OFF
OFF
MENU
INST.
SET-UP
KLOKINSTELLING WERELDTIJD LCD SCHERM
RICHTLIJN REISDATUM
SELEC
4 Druk op 4 om [SET] te kiezen en
dan op [MENU/SET].
SET-UP
KLOKINSTELLING WERELDTIJD LCD SCHERM
RICHTLIJN REISDATUM
SELEC
INST.
1
/
4
n
0
OFF
OFF SET
MENU
/SET
MENU
59
VQT0Y77
Page 60
Gevorderd
5 Druk op 3/4/2/1 om de datum
te kiezen.
REISDATUM
GELIEVE DE VERTREKDATUM INSTELLEN
DEC
12 2006
..
SELEC INST. EXIT
MENU
2/1: Selecteer het gewenste
onderdeel.
3/4: Stel het jaar, de maand en de
datum in.
6 Twee keer op [MENU/SET]
drukken om het menu te sluiten.
7 Een opname maken.
3
1EDAG
10:00 2.DEC.2006
A: Het aantal dagen dat verstreken is sinds
de vertrekdatum
• De huidige datum en tijd en dag van uw vakantie verschijnen ongeveer 5 seconden onderaan op het scherm als de camera aan wordt gezet en de reisdatum is ingesteld, als u de klok, de vertrekdatum of de reisdatum instelt; als u de wereldtijdinstelling wijzigt en als u overschakelt van de terugspeelfunctie naar een andere functie.
• Wanneer [REISDATUM] ingesteld is, verschijnt [ ] onderaan rechts op het scherm.
De vertrekdatum wissen
Als u [REISDATUM] ingesteld laat op [SET] zal het aantal dagen dat verstrijkt vanaf de vertrekdatum, steeds opgeslagen worden. Als de vakantie gedaan is, stelt u [REISDATUM] in op [OFF] op het scherm van stap
4 en drukt u twee keer op [MENU/
SET].
60
VQT0Y77
• De reisdatum wordt berekend aan de hand van de manier waarop de klok is ingesteld (P20) en de vertrekdatum die u hebt ingevoerd. Als u [WERELDTIJD] (P60) instelt op de reisbestemming, wordt de reisdatum berekend aan de hand van de datum in de klokinstelling en de reisbestemminginstelling.
• De ingestelde vertrekdatum wordt opgeslagen zelfs als het toestel uit wordt gezet.
• Als u een vertrekdatum hebt ingevoerd en u maakt een opname op een datum voor deze vertrekdatum, verschijnt een oranje [-] (minteken) en wordt de dag van de vakantie waarop u deze opname hebt gemaakt, niet opgeslagen.
• Als u een vertrekdatum instelt en de klokinstelling wijzigt op de datum en tijd van uw reisbestemming, verschijnt een wit [-] (minteken) en wordt de dag van de vakantie waarop u deze opname hebt gemaakt, niet opgeslagen als de datum van uw reisbestemming bijvoorbeeld één dag vroeger valt dan bijvoorbeeld de ingestelde vertrekdatum.
• Als u [REISDATUM] instelt op [OFF] zal het aantal dagen dat verstrijkt sinds de vertrekdatum niet opgeslagen worden, ook niet als u de reisdatum of de klok hebt ingesteld. Ook als u [REISDATUM] instelt op [INST.] nadat u opnamen hebt gemaakt, zal op het scherm niet vermeld worden op welke dag van de vakantie u deze opnamen hebt gemaakt.
• Als u een vertrekdatum instelt zonder de klok te programmeren, verschijnt de melding [AUB KLOK INSTELLEN]. Programmeer dus de klok. (P20)
• De [REISDATUM] instelling beïnvloedt tevens de eenvoudige functie [ ].
Page 61
De tijd van uw reisbestemming weergeven (World Time)
Als u uw eigen woongebied instelt en het gebeid van uw reisbestemming als u bijvoorbeeld in het buitenland reist, kunt u de plaatselijke tijd op de plaats van uw vakantie afbeelden op het scherm en op de opnamen.
• Kies [KLOKINSTELLING] om de huidige datum en tijd op voorhand in te stellen. (P18)
1 Druk op [MENU/SET] en dan op
2.
1
EXIT
EXIT
EXIT
AUTO AUTO
1
n
OFF
1
n
OFF
/
3
MENU
/SET
MENU
/
4
0
MENU
/
4
0
MENU
OPNAME
WITBALANS GEVOELIGHEID ASPECTRATIO FOTO RES. KWALITEIT
SELEC
2 Druk op 4 om het [SET-UP]
menupictogram [ ] te kiezen en vervolgens op 1.
SET-UP
KLOKINSTELLING WERELDTIJD LCD SCHERM
RICHTLIJN REISDATUM
SELEC
3 Druk op 3/4 om [WERELDTIJD]
te kiezen en vervolgens op 1.
SET-UP
KLOKINSTELLING WERELDTIJD LCD SCHERM
RICHTLIJN REISDATUM
SELEC
Gevorderd
• Als u de wereldtijd voor het eerst instelt, verschijnt de melding [GELIEVE DE THUISZONE INSTELLEN]. Als deze melding verschijnt, drukt u op [MENU/ SET] en begint u met instellen in het scherm dat u in de stap 2 ziet in “Woongebied instellen [HOME]”.
Woongebied instellen [HOME]
(Voer de stappen
1, 2 en 3 uit.)
1 Druk op 4 om [HOME] te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET].
WERELDTIJD
BESTEMMING HOME
10:00 1.DEC.2006
MENU
MENU
INST.
SELEC
ANNUL
/SET
2 Druk op 2/1 om uw huidige
verblijfplaats te kiezen en dan op [MENU/SET].
10:00
Berlin Paris Rome Madrid
GMT+1:00
SELEC INST.
ANNUL
MENU
MENU
/SET
• De actuele tijd wordt afgebeeld linksboven op het scherm en het tijdverschil met GMT “Greenwich Mean Time” wordt linksonder op het scherm afgebeeld.
• Als in uw eigen gebied het zomeruur wordt gebruikt [ ], drukt u op 3. Druk opnieuw op 3 om terug te keren naar de originele tijd.
• Als u het zomeruur instelt voor uw woongebied, betekent dit niet dat de huidige tijd een uur vooruit wordt gezet. Zet zelf de klok één uur vooruit. (P18)
VQT0Y77
61
Page 62
Gevorderd
Het instellen van het woongebied
afronden
• Als u uw woongebied voor het eerst instelt, keert het scherm terug naar het scherm dat u ziet in de stap 1 van de functie “Woongebied instellen [HOME]” als u op [MENU/SET] drukt om uw huidige locatie in te stellen. Druk op 2 om terug te keren naar het scherm van stap
3 en
druk dan op [MENU/SET] om het menu te sluiten.
• Als u uw woongebied een volgende keer instelt, keert het scherm van stap
3 terug
als u [MENU/SET] indrukt om uw huidige locatie in te stellen. Druk opnieuw op [MENU/SET] om het menu te sluiten.
De reisbestemming instellen
(Voer hiervoor de stappen
1, 2 en 3 uit.)
1 Druk op 3 om [BESTEMMING] te
kiezen en vervolgens op [MENU/SET].
.
WERELDTIJD
BESTEMMING HOME
--:-- --.--.----
MENU
MENU
INST.
SELEC
ANNUL
/SET
A: Afhankelijk van de instelling
verschijnt de tijd in uw vakantiebestemmingsgebied of uw eigen woongebied op het scherm.
• Als u het gebied van uw reisbestemming voor het eerst instelt, worden de datum en de tijd afgebeeld zoals u op de schermafbeelding hierboven ziet.
2 Druk op 2/1 om de zone van uw
reisbestemming te kiezen en dan op [MENU/SET].
10:00 18:00
• De huidige tijd die geldt voor de gekozen reisbestemming verschijnt rechts bovenaan op het scherm terwijl het verschil tussen de tijd in uw eigen woongebied en het gebied van uw reisbestemming onderaan links op het scherm staat.
• Als de daglichtbesparingstijd [ ] gebruikt wordt op de reisbestemming, op 3 drukken. (De tijd wordt één uur vooruit gezet.) Opnieuw op 3 drukken om de originele tijd terug te zetten.
• De namen van de grootste steden in het gekozen gebied verschijnen op het scherm. Onderaan links op het scherm ziet u ook het tijdverschil tussen het gekozen gebied en uw eigen woongebied. (Lees P63 voor informatie over de namen van de belangrijkste steden die op het scherm verschijnen.)
3 Druk op [MENU/SET] om te sluiten.
1
EXIT
/
n
OFF
4
MENU
0
/SET
MENU
SET-UP
KLOKINSTELLING WERELDTIJD LCD SCHERM
RICHTLIJN REISDATUM
SELEC
• Het pictogram [ ] wordt [ ] als u de reisbestemming hebt ingesteld.
• Zet de instelling weer op [HOME] als uw vakantie afgelopen is met de stappen
1, 2, 3 en de stappen 1 en 2 van de
functie “Woongebied instellen [HOME]”. (P61)
• Als uw reisbestemming niet in de lijst van gebieden op het scherm staat, stelt u het tijdverschil tussen uw eigen zone en uw reisbestemming in.
• De [WERELDTIJD] instelling beïnvloedt tevens de eenvoudige functie [ ].
62
VQT0Y77
Seoul Tokyo
+8:00
SELEC INST.
ANNUL
MENU
MENU
/SET
Page 63
Mogelijke plaatsnamen voor de Wereldtijdinstellingen
Offset GMT Plaatsnaam in lijst
-11 Midway Islands Samoa
-10 Hawaii Honolulu Tahiti
-9 Alaska Anchorage
-8 Vancouver Seattle Los Angeles
-7 Denver Phoenix
-6 Chicago Houston Mexico City
-5 Toronto New York Miami Lima
-4 Caracas Manaus La Paz
-3:30 Newfoundland
-3 Rio de Janeiro Sao Paulo Buenos Aires
-2
-1 Azores 0 London Casablanca
+1 Berlin Paris Rome Madrid +2 Helsinki Athens Cairo Johannesburg +3 Moscow Kuwait Riyadh Nairobi
+3:30 Tehran
+4 Dubai Abu Dhabi
+4:30 Kabul
+5 Islamabad Karachi Male +5:30 Delhi Kolkata Mumbai Chennai +5:45 Kathmandu
+6 Dacca Colombo +6:30 Yangon
+7 Bangkok Jakarta
+8 Beijing Hong Kong Kuala Lumpur Singapore
+9 Seoul Tokyo +9:30 Adelaide
+10 Guam Sydney +11 Solomon Islands New Caledonia +12 Fiji Auckland Wellington
+12:45
¢ “GMT” is een afkorting van “Greenwich Mean Time”.
Fernando de Noronha
Chatham Islands
Gevorderd
63
VQT0Y77
Page 64
Gevorderd
Bewegende beelden
1 Druk de opspanknop half in om
scherp te stellen en druk hem dan helemaal in om opnamen te maken.
R 3
s
De aspectratio en de beeldkwaliteit
wijzigen
1 Op [MENU/SET] drukken. 2 Op 3/4 drukken om
[ASPECTRATIO] te kiezen en vervolgens op 1 drukken.
1
INST.
/
2
AUTO
ON
MENU
OPNAME
SELEC
WITBALANS ASPECTRATIO
FOTO MODE AF MODE AF ASS. LAMP
2s
• Is de scherpte ingesteld dan gaat de betreffende aanduiding branden.
• De scherpstelling, zoom en openingswaarde zijn vast ingesteld op de instelling die geldt tijdens het starten van de opname (de eerste frame).
• De beschikbare opnametijd A verschijnt op het display rechts boven en de voorbije opnametijd B staat onderaan rechts. 1 uur 20 minuten en 30 seconden verschijnen als [1h20m30s].
• De beschikbare opnametijd en de voorbije opnametijd zijn correct bij benadering.
• De geluidsopname start tegelijkertijd met de ingebouwde microfoon.
• Als u de stabilisatorfunctie gebruikt, staat deze vast ingesteld op [MODE1]. De ontspanknop helemaal indrukken om de opname te stoppen.
2 De ontspanknop helemaal
indrukken om de opname te stoppen.
• Als het ingebouwde geheugen (DMC-FX3) of de kaart vol raakt tijdens het opnemen, stopt het toestel automatisch met opnemen.
3 Op 3/4 drukken om het
onderdeel te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
4 Op 3/4 drukken om
[FOTOMODE] te kiezen en vervolgens op 1 drukken.
1
OPNAME
SELEC
WITBALANS ASPECTRATIO
FOTO MODE AF MODE AF ASS. LAMP
INST.
/
2
AUTO
ON
MENU
5 Op 3/4 drukken om het
onderdeel te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
Als u [ ] hebt gekozen in het scherm van stap
[30fpsQVGA] [10fpsQVGA]
2
Onderdeel Beeldresolutie fps [30fpsVGA] [10fpsVGA] 10
640k480 pixels
320k240 pixels
30
30 10
64
VQT0Y77
Page 65
Als u [ ] hebt gekozen in het scherm van stap
2
Onderdeel Beeldresolutie fps [30fps16:9] [10fps16:9] 10
848k480 pixels
30
• fps “frames per seconde”; Dit verwijst naar het aantal frames gebruikt in 1 seconde.
• U kunt zachtere beeldopnamen maken met “30 fps”.
• U kunt langere beeldopnamen maken met “10 fps” maar de kwaliteit is wel minder.
• Met [10fpsQVGA] blijft het bestand klein. Daarom is deze grootte geschikt voor verzending per e-mail.
¢ U kunt alleen in het ingebouwde
geheugen opslaan als de beeldresolutie ingesteld is op QVGA (320k240 pixels). (DMC-FX3)
(±: Beschikbaar, —: Niet beschikbaar)
Onderdeel
[30fpsVGA] ± [10fpsVGA] ±
[30fpsQVGA] [10fpsQVGA]
[30fps16:9] [10fps16:9]
SD-
geheugen-
kaart
±±
±± ± ±
Ingebouwd
geheugen
6 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten.
• Het focusbereik is 5 cm tot (Breed), 30 cm tot (Tele).
• P116 raadplegen voor informatie over de beschikbare opnametijd.
Gevorderd
• De beschikbare opnametijd die afgebeeld wordt op het scherm zou niet op regelmatige wijze af kunnen lopen.
• Bewegende beelden kunnen niet zonder geluid opgenomen worden.
• Dit apparaat kan geen bewegende beelden opslaan op MultiMediaCard.
• Wanneer u de beeldkwaliteit instelt op [30fpsVGA] of [30fps16:9] raden we het gebruik aan van een high-speedf-SD-geheugenkaart met “10MB/s” of meer (op de verpakking).
• Afhankelijk van het type SD-geheugenkaart of SDHC-geheugenkaart kan het opnemen halverwege stoppen.
• We raden het gebruik aan van een SD-geheugenkaart/ SDHC-geheugenkaart van Panasonic.
• Afhankelijk van het type SD-geheugenkaart of SDHC-geheugenkaart kan de kaarttoegangsaanduiding even verschijnen na het opnemen van bewegende beelden. Dit is geen storing.
• Als bewegende beelden die met dit toestel opgenomen zijn, teruggespeeld worden op andere apparatuur, kan het zijn dat de kwaliteit van beelden en geluiden achteruit gaat of dat beelden niet teruggespeeld kunnen worden. Het kan ook gebeuren dat bepaalde opslaginformatie niet correct op het scherm wordt weergegeven.
• In de bewegende-beeldenfunctie [ ], kunt u de richtingfunctie en de overzichtsfunctie niet gebruiken.
• U kunt in [MODE2] de optische stabilisator niet instellen.
• De bijbehorende software bevat QuickTime om bestanden met bewegende beelden die opgenomen zijn met dit toestel terug te spelen op een PC.
65
VQT0Y77
Page 66
Gevorderd
Meervoudige schermen afbeelden
(Meervoudig terugspelen)
1 Het zoomhendeltje in de richting
van [ ] [W] zetten om meervoudige schermen af te beelden.
(Scherm wanneer er 9 schermen afgebeeld worden)
1.DEC.
2006
1/26
T
W
2006
ANNUL
ANNUL
MENU
5/261.DEC.
MENU
T
W
: 1 scherm>9 schermen> 25 schermen> Schermdisplay (P67)
• Zet het zoomhendeltje naar [ ] [T] om
terug te keren naar het vorige scherm.
• Wanneer u naar meervoudige
schermen schakelt, verschijnt er een schuifbalk A. U kunt de locatie van het afgebeelde beeld in alle opgenomen opnamen bevestigen met deze schuifbalk.
2 Op 3/4/2/1 drukken om een
beeld te kiezen.
T
W
B: Het aantal gekozen beelden en het
totaal opgenomen beelden
• De opnamedatum en het nummer van het
gekozen beeld verschijnen samen met het totaal aantal gemaakte opnamen.
66
VQT0Y77
• Afhankelijk van het opgenomen beeld en de instellingen, kunnen de volgende pictogrammen verschijnen.
– [ ] (Favorieten) – [ ] (Bewegend beeld) – [ ] ([BABY1]/[BABY2] in
scènefunctie)
– [ ] (Vertrekdatum)
Voorbeelden van 25 schermen
1. DEC.
2006
1/26
CAL
W
T
ANNUL
MENU
Om terug te keren naar normaal
terugspelen
Op [ ] [T] zetten of op [MENU/SET] drukken.
• Het beeld krijgt een oranje rand.
Een beeld wissen tijdens meervoudig
terugspelen
1 Op 3/4/2/1 drukken om een beeld te
kiezen en vervolgens op [ ] drukken.
2 Op 3 drukken om [JA] te kiezen. 3 Op [MENU/SET] drukken.
• Zelfs als de aanduidingen op het scherm uitstaan in de normale terugspeelfunctie (P34), verschijnt de opname-informatie enz. op het scherm in meervoudig terugspelen. Als u terugkeert naar het vorige scherm, worden de aanduidingen op het scherm afgebeeld net als tijdens de normale terugspeelfunctie.
• Beelden zullen niet afgebeeld worden in de gedraaide richting zelfs als [LCD ROTEREN] ingesteld is op [ON]. (P83)
Page 67
Beelden afspelen volgens opnamedatum
(Kalenderplayback)
Met de kalenderplaybackfunctie kunt u opnamen afspelen volgens de opnamedatum.
1 Het zoomhendeltje naar [ ] [W]
zetten om het kalenderscherm af te beelden.
SUN
MON
TUE
WED
THU FRI SAT
2
6
2006
2006
1
TW
3024 25 26 27 28
MENU
5/10
MENU
/SET
3 45 7 8 9
10 12 13 14 15 16
11
17 18 19 20 21 222923
31
DAG INST.
MAAND
• De opnamedatum van de opname die u op het scherm kiest wordt de gekozen datum als u eerst het kalenderscherm afbeeldt.
• Als er meerdere opnamen zijn met dezelfde datum, verschijnt eerst de eerst gemaakte opname van die datum.
• De kalender wordt per maand afgebeeld.
2 Op 3/4/2/1 drukken om de
datum te kiezen.
3/4: Kies de maand 2/1: Kies de datum
• Als er geen opnamen tijdens een bepaalde maand zijn gemaakt, verschijnt deze maand niet.
3 Druk op [MENU/SET] om de
opnamen af te beelden die u op de gekozen datum hebt gemaakt.
1.DEC .
Gevorderd
• De opnamen die u op de gekozen datum hebt gemaakt, verschijnen in 9 terugspeelschermen.
• Zet het zoomhendeltje naar [ ] [W] om terug te keren naar het kalenderscherm.
4 Druk op 3/4/2/1 om een
opname te kiezen en druk dan op [MENU/SET].
• De gekozen afbeelding verschijnt in het 1 e playbackscherm.
Terugkeren naar het playbackscherm.
Als de kalender op het scherm staat, draait u de zoomhendel op [ ] [T] om 25 schermen af te beelden, 9 schermen en 1 scherm. (P66)
• De opnamen worden afgebeeld zonder gedraaid te worden ook als u [LCD ROTEREN] op [ON] hebt ingesteld. (P83)
• U kunt de kalender weergeven van januari 2000 tot december 2099.
• Als de opnamedatum van de beelden die u met de meervoudige terugspeelfunctie hebt gekozen niet tussen januari 2000 en december 2099 valt, verschijnt de oudste opnamedatum in de kalender.
• Afbeeldingen die u bewerkt op de PC hebben andere data dan de werkelijke opnamedata.
• Als u de datum van de camera niet hebt ingesteld (P20), is de opnamedatum ingesteld op 1 januari 2006.
• Als u opnamen maakt nadat u de reisbestemming hebt ingesteld in [WERELDTIJD] (P60), worden deze opnamen afgebeeld met de data van de reisbestemming in de kalenderterugspeelfunctie.
CAL
W
ANNUL
MENU
67
VQT0Y77
Page 68
Gevorderd
De terugspeelzoom gebruiken
1 Het zoomhendeltje op [ ] [T]
zetten om het beeld te vergroten.
De terugspeelzoom annuleren
Naar [ ] [W] zetten of op [MENU/SET] drukken.
Een opname wissen tijdens de
terugspeelzoom 1 Op [ ] drukken. 2 Op 3 drukken om [JA] te kiezen. 3 Op [MENU/SET] drukken.
2X
W
4X ANNUL
WISSEN
•:1k>2k>4k>8k>16k
• Wanneer u het zoomhendeltje op [ ] [W] zet nadat het beeld vergroot is, wordt de vergroting minder. Wanneer u het zoomhendeltje naar [ ] [T] zet, verhoogt de vergroting.
• Wanneer u de vergroting wijzigt, verschijnt de aanduiding van de zoomstand A gedurende ongeveer 1 seconde om de stand van de vergrootte sectie te controleren.
2 Op 3/4/2/1 drukken om de
stand te wijzigen.
2X
4X ANNUL
• Wanneer u de af te beelden positie verplaatst, verschijnt de aanduiding van de zoomstand gedurende ongeveer 1 seconde.
WISSEN
• Zelfs als de aanduidingen op het scherm uitstaan in normale de terugspeelfunctie
T
(P37), verschijnen de vergroting en de handeling op het scherm wanneer de terugspeelzoom geactiveerd is. U kunt schakelen tussen het afbeelden of niet afbeelden van de aanduidingen op het scherm door op [DISPLAY] te drukken. Wanneer u de vergroting op 1k instelt, worden de aanduidingen op het scherm afgebeeld als in de normale terugspeelfunctie.
• Hoe meer het beeld vergroot wordt, hoe slechter de kwaliteit ervan wordt.
• Gebruik de bijwerkfunctie om het vergrote beeld op te slaan. (P88)
• Het kan zijn dat de terugspeelzoom niet werkt als de opnamen met andere apparatuur zijn gemaakt.
68
VQT0Y77
Page 69
Bewegende beelden terugspelen/Beelden met geluid
Gevorderd
Beelden met geluid
Op 2/1 drukken om het beeld te kiezen met het geluidspictogram [ ] en vervolgens op 4 drukken om het beeld met geluid terug te spelen.
Bewegende beelden
Druk op 2/1 om een beeld te kiezen met het pictogram van een bewegend beeld [ ]/[ ]/ []/[]/[ ]/[ ] en druk op 4 om dit af te spelen.
100_0001
WEERG. BEW. BEELDEN
10:00 1. DEC. 2006
• De opnametijd van de bewegende-beeldopname A verschijnt op het display. Als het terugspelen start, verdwijnt de opnametijd en verschijnt de verstreken terugspeeltijd rechts boven op het display. 1 uur 20 minuten en 30 seconden verschijnen als [1h20m30s].
• De cursor die afgebeeld wordt tijdens het terugspelen is dezelfde als 3/4/2/1.
• Opnieuw op 4 drukken om het terugspelen van bewegende beelden te stoppen en terug te keren naar het normale terugspeelscherm.
Snel vooruit spoelen/Snel achteruit spoelen
Blijven drukken op 2/1 tijdens het terugspelen van bewegende beelden.
2: Snel achteruit 1: Snel vooruit
• Het toestel keert terug naar de normale terugspeelfunctie van bewegende beelden als 2/1 vrijgegeven wordt.
Pauze invoeren
Op 3 drukken tijdens het terugspelen van bewegende beelden.
• Druk opnieuw op 3 om pauze te wissen.
1/3
5s
AUDI O AFSPELEN
• Lees [AUDIO OPNAME] (P76) en [AUDIO DUB.] (P87) voor informatie over hoe u niet bewegende opnamen maakt met geluid.
• U kunt het geluid horen uit de speaker. Lees [VOLUME] (P23) voor informatie over hoe u het volume regelt in het [SET-UP] menu.
• Het formaat dat met dit toestel teruggespeeld kan worden is QuickTime Motion JPEG.
• Vergeet niet dat het programma QuickTime meegeleverd wordt om bestanden van bewegende beelden die gemaakt zijn met het toestel terug te spelen op een PC. (P94)
• Sommige QuickTime Motion JPEG-bestandendie opgenomen zijn met een PC of andere apparatuur kunnen niet met dit toestel teruggespeeld worden.
Als u bewegende beelden terugspeelt die opgenomen zijn met andere apparatuur kan de beeldkwaliteit slechter worden of kunnen de opnamen niet teruggespeeld worden
• Met een hoge-vermogenskaart is het mogelijk dat de snel-achteruitterugspoelfunctie langzamer dan normaal gaat.
• De volgende functies kunt u niet gebruiken met bewegende beelden en opnamen met geluid. – Terugspeelzoom
(Terwijl u terugspeelt of de beweging stopt van opnamen en terwijl u geluid afspeelt)
– [LCD ROTEREN]/[ROTEREN]/
[AUDIO DUB.] (Bewegend beeld)
– [NW. RS.]/[BIJWERKEN]/
[ASPECT CONV.]
100_0001
10:00 1.DEC.2006
1/3
VQT0Y77
.
69
Page 70
Menu-instellingen
Menu-instellingen
Het functiemenu [OPNAME] gebruiken
3 Op 1 drukken, op 3/4 drukken
om de instelling te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
De opnamemogelijkheden verhogen door kleureffecten, beeldbijstellingen enzovoort in te stellen enz.
• De functieknop instellen op de gewenste opnamefunctie.
• Menuonderdelen verschillen afhankelijk van de functie die gekozen is met de instelknop (P5). Op deze pagina wordt beschreven hoe u [AUDIO OPNAME] instelt in de normale opnamefunctie [ ]. (Lees P71 tot 79 voor elk menuonderdeel.)
• Kies [RESETTEN] in het [SET-UP] menu om de menu-instellingen weer in te stellen zoals deze waren op het ogenblik van de aankoop. (P23)
1 Op [MENU/SET] drukken. 2 Op 3/4 drukken om het
menuonderdeel te kiezen.
1
EXIT
EXIT
AUTO AUTO
2
OFF
1
OFF
/
3
MENU
/
3
ON
/
8
MENU
OPNAME
WITBALANS GEVOELIGHEID ASPECTRATIO FOTO RES. KWALITEIT
SELEC
OPNAME
AUDIO OPNAME AF MODE AF ASS. LAMP SLUITER LANG DIG. ZOOM
SELEC
• Druk op 4 in A om over te schakelen naar het volgende menuscherm.
2
INST.
/
3
OFF
OFF
ON
ON
1
/
8
OFF
MENU
MENU
/SET
OPNAME
AUDIO OPNAME AF MODE AF ASS. LAMP SLUITER LANG DIG. ZOOM
SELEC
4 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten.
Over de onderdelen in de
menuschermen
• Er zijn 3 menuschermen (1/3, 2/3 en 3/3).
• U kunt ook tussen de schermen kiezen in elk willekeurig onderdeel door het zoomhendeltje te verplaatsen.
1
EXIT
AUTO AUTO
OPNAME
SELEC
/
3
AUDIO OPNAME AF MODE AF ASS. LAMP
MENU
SLUITER LANG DIG. ZOOM
EXIT
2
/
3
OFF
OPNAME
ON
1
/
8
OFF
MENU
SELEC
KLEUR EFFECT FOTO INST.
KLOKINSTELLING
EXIT
3
/
3
OFF
STANDAARD
MENU
OPNAME
WITBALANS GEVOELIGHEID ASPECTRATIO FOTO RES. KWALITEIT
SELEC
70
VQT0Y77
Page 71
[WITBALANS]
Tinten corrigeren voor meer natuurlijke opnamen
MENU
Op [ ] drukken om het [OPNAME] functie
/SET
menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P70) Met deze functie kunt u een witte kleur produceren die dichter is bij de echte kleur in met zonlicht, halogeenbelichting, enz. gemaakte opnamen waarin het witte licht roodachtig of blauwachtig kan lijken. Kies een instelling die past bij de opnamecondities.
[AUTO] voor de automatische
(Daglicht)
(Bewolkt)
(Schaduw)
(Halogeen)
(Witinstelling)
(Witinstelling)
• Als u een instelling kiest die niet [AUTO] is, kunt u de witbalans nauwkeurig afstellen.
instelling (automatische witbalans)
voor buitenopnamen op een heldere dag
voor buitenopnamen op een bewolkte dag
voor het maken van opnames buiten in de schaduw
voor opname bij halogeen licht
voor gebruik van de vooringestelde witbalans
voor het opnieuw instellen van de witbalans
Menu-instellingen
Automatische witbalans
Het beschikbare balansbereik wordt afgebeeld in de volgende illustratie. Wanneer u een beeld maakt dat buiten het beschikbare witbalansbereik valt, kan het beeld roodachtig of blauwachtig lijken. Zelfs binnen de grenzen van het bereik, zal de automatische witbalans niet juist werken als er veel lichtbronnen zijn of als er geen kleur die in de buurt van wit komt is. In deze gevallen, de witbalans op een andere functie dan [AUTO] zetten.
1 De automatische witbalans zal met dit
bereik werken. 2 Blauwe lucht 3 Bewolkte lucht (Regen) 4 Schaduw 5 TV scherm 6 Zonlicht 7 Wit fluorescerend licht 8 Gloeilamp 9 Zonsopgang en zonsondergang
10 Kaarslicht
2)
3)
4)
5)
1)
6)
7)
8)
9)
10)
Kl Kelvintemperatuur en kleuren
71
VQT0Y77
Page 72
Menu-instellingen
De witbalans handmatig instellen
[]
Gebruik deze functie om de witbalans handmatig in te stellen. 1 Kies [ ] en druk dan op
[MENU/SET].
2 Richt de camera op een wit stuk papier
of iets dergelijks zodat het frame in het middel gevuld is met het witte object en druk dan op [MENU/SET].
WEISSEINST.
MENU
INST.ANNUL
3 Twee keer op [MENU/SET] drukken om
het menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten.
De witbalans fijn afstellen [ ]
U kunt de witbalans fijn afstellen als u de gewenste tint niet krijgt met de gewone witbalans.
• Stel de witbalans in op [ ]/[ ]/[ ]/[ ]/[ ].
• U kunt de witbalans zelfs gebruiken voor [ONDER WATER] opnamen.
1 Druk op 3 [ ], meerdere keren,
totdat [WB INSTELLEN] verschijnt en druk dan op 2/1 om de witbalans fijn in te stellen.
WB INSTELLEN
EXIT
BLAUW
MENU
ROOD
SELEC
2 [ROOD]: Indrukken wanneer de tint blauwachtig is.
1 [BLAUW]: Indrukken wanneer de tint roodachtig is.
• Kies [0] om de oorspronkelijke
witbalans weer in te stellen.
72
VQT0Y77
2 Op [MENU/SET] drukken om te
eindigen.
• U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten.
• De witbalansaanduiding op het scherm wordt rood of blauw.
Over de witbalans
• Wanneer u een opname maakt met de flits, wordt de witbalans automatisch aangepast (behalve bij [ ]). Bij onvoldoende flitslicht kan het echter zijn dat de witbalans niet goed wordt aangepast.
• De witbalans kan in de eenvoudige functie [ ] en in de scènefunctie niet ingesteld worden.
Over het fijn afstellen van de witbalans
• U kunt de witbalans onafhankelijk nauwkeurig afstellen voor elke witbalansfunctie.
• De instelling voor het nauwkeurig afstellen van de witbalans wordt door het beeld gebruikt wanneer u de flits gebruikt.
• De fijnafstelling van de witbalans blijft ook opgeslagen als u de camera uitzet.
• Het niveau van de instelling voor het nauwkeurig afstellen van de witbalans in [ ] keert terug naar [0] wanneer u de witbalans opnieuw instelt met behulp [].
• U kunt de witbalans niet nauwkeurig afstellen wanneer [KLEUR EFFECT] (P79) is ingesteld op [COOL], [WARM], [B/W] of [SEPIA].
Page 73
[GEVOELIGHEID]
De lichtgevoeligheid instellen
MENU
Op [ ] drukken om het [OPNAME] functie
/SET
menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P70) ISO is een maat voor de gevoeligheid voor licht. Hoe hoger de gevoeligheid is, hoe minder licht u nodig hebt voor een opname: de camera wordt beter geschikt voor opnamen op donkere plaatsen.
ISO-gevoeligheid Gebruiken op
heldere plekken (b.v. buiten)
Gebruiken op donkere plekken
Sluitertijd Langzaam Snel Ruis Minder Verhoogd
[AUTO] De ISO-gevoeligheid wordt
[]
(DMC-FX07)
[ISO100] De gevoeligheid is [ISO200] [ISO400] [ISO800]
(DMC-FX07)
[ISO1250]
(DMC-FX07)
• Wanneer ingesteld op [AUTO], wordt de ISO-gevoeligheid automatisch afgesteld op een maximum van [ISO200] volgens de helderheid. (Deze kan afgesteld worden tot een maximum van [ISO400] wanneer u de flits gebruikt.)
100 max.
Geschikt
Niet
geschikt
Niet
geschikt
Geschikt
automatisch afgesteld volgens de helderheid.
De ISO-gevoeligheid wordt afgesteld volgens de beweging van het onderwerp en de helderheid.
vastgesteld op verschillende instellingen.
Menu-instellingen
Over [ ] (Intelligente
ISO-gevoeligheidbediening) (DMC-FX07)
Het toestel spoort de beweging van het onderwerp op in de buurt van het midden van het scherm en zet vervolgens de optimale ISO-gevoeligheid en sluitertijd in afhankelijk van de beweging en de helderheid van het onderwerp.
• Golfstoring wordt vermeden wanneer u beelden binnen maakt van een bewegend onderwerp door de ISO-gevoeligheid te vergroten en de sluitertijd sneller te maken.
F2.8
1/125 ISO800
• Ruis wordt vermeden wanneer er binnen beelden gemaakt worden van een onderwerp zonder beweging door de ISO-gevoeligheid te vergroten.
F2.8
1/30 ISO200
• Wanneer u instelt op [ ], wordt de ISO-gevoeligheid automatisch afgesteld op een maximum van [ISO800] ([ISO400] wanneer u de flits gebruikt).
F2.8
• Wanneer u de ontspanner tot de helft indrukt, verschijnt er [ ] A. Wanneer u de sluiterknop helemaal indrukt, wordt de sluitertijd even afgebeeld.
73
VQT0Y77
Page 74
Menu-instellingen
• Als u [ ] selecteert, kunnen digitale zoom, auto bracket en langzame ontspanner niet gebruikt worden. (DMC-FX07)
• Afhankelijk van de helderheid en hoe snel het onderwerp beweegt, kan golfstoring vermeden worden zelfs als [ ] geselecteerd is. (DMC-FX07)
• Het toestel kan niet in staat zijn de beweging op te sporen van het onderwerp in de volgende gevallen. – Wanneer het onderwerp klein is – Wanneer het bewegend onderwerp zich
aan de rand van het scherm bevindt
– Wanneer het onderwerp begint met
bewegen op het moment dat de ontspanknop helemaal ingedrukt wordt
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch ingesteld op de volgende optimale waarde in [H. GEVOELIGH.] (P56) in scènefunctie. – [ISO3200] (DMC-FX07) – [ISO800] tot [ISO1600] (DMC-FX3).
• Om opnameruis te voorkomen, raden we aan de ISO-gevoeligheid af te doen nemen of [FOTO INST.] op [NATURAL] in te stellen. (P79)
• De ISO-gevoeligheid kan niet ingesteld worden in de volgende gevallen. – Simpele functie [ ] – Bewegende beeldfunctie [ ] – Scènefunctie
Kiezen om opnamen te maken met dezelfde aspectratio als een 4:3 TV of een computermonitor.
Kiezen om opnamen te maken met dezelfde 3:2 aspect ratio als een 35 mm film.
Dit is geschikt voor landschappen etc. waar een breed zicht wensbaar is. Dit is ook geschikt voor het terugspelen van beelden op een breedbeeld TV, hoge definitie TV etc.
• In de functie voor bewegende beelden [ ] kunt u [ ] kiezen of [ ]. (P64)
• De uiteinden van de opgenomen opnamen kunnen afgeknipt worden bij het afdrukken. (P112)
[ASPECTRATIO]
De aspectratio instellen
MENU
Op [ ] drukken om het [OPNAME] functie
/SET
menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P70) Als u de aspectratio wijzigt, kunt u een hoek (standpunt) kiezen die past bij het object.
74
VQT0Y77
Page 75
[FOTO RES.]/[KWALITEIT]
Een beeldresolutie en –kwaliteit kiezen die overeenkomen met uw eigen gebruik
MENU
Op [ ] drukken om het [OPNAME] functie
/SET
menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P70) Een digitaal beeld is samengesteld uit ontelbare punten die pixels heten. Ook al ziet u het verschil op het scherm van het toestel niet, hoe meer pixels, hoe mooier het beeld zal wanneer dit afgedrukt wordt op een groot stuk papier of op een computermonitor. Beeldresolutie verwijst naar de compressiewaarde die gebruikt wordt om digitale opnamen op te slaan.
A Heel veel pixels (Fijn) B Weinig pixels (Grof)
¢ Deze opnamen zijn voorbeelden van dit
effect.
Aantal pixels
U kunt opnamen duidelijker afdrukken wanneer er een grotere beeldresolutie [ ] (7M) (DMC-FX07)/[ ] (6M) (DMC-FX3) gekozen is. Wanneer er een kleinere beeldresolutie [ ] (0,3M EZ) gekozen is, kunt u meer opnamen opnemen en deze via e-mail als bijlage verzenden of ze op een website zetten omdat ze klein genoeg zijn.
Menu-instellingen
Aspectratio [ ].
(7M)
3072k2304 pixels
(DMC-FX07)
(6M)
2816k2112 pixels
(DMC-FX3)
(5M EZ)
2560k1920 pixels
(DMC-FX07) (3M EZ) 2048k1536 pixels (2M EZ) 1600k1200 pixels (1M EZ) 1280k960 pixels (0,3M EZ) 640k480 pixels
Aspectratio [ ].
(6M)
3072k2048 pixels
(DMC-FX07) (5M)
2816k1880 pixels
(DMC-FX3) (2,5M EZ) 2048k1360 pixels
Aspectratio [ ].
(5,5M)
3072k1728 pixels
(DMC-FX07) (4,5M)
2816k1584 pixels
(DMC-FX3) (2M EZ) 1920k1080 pixels
Kwaliteit
U kunt het aantal opnamen vergroten zonder de beeldresolutie te wijzigen als u de resolutie instelt op [ ].
Fijn (Lage comprimering): Dit type geeft voorrang aan de beeldkwaliteit. De beeldkwaliteit zal hoog zijn.
Standaard (Hoge comprimering): Dit type geeft voorrang aan het aantal opnamen. Er zullen standaard kwaliteit opnamen gemaakt worden.
75
VQT0Y77
Page 76
Menu-instellingen
• Het aantal pixels dat gekozen kan worden verschilt afhankelijk van de aspectratio. Als u de aspectratio wijzigt, stelt u de beeldresolutie in.
• “EZ” is een afkorting voor “Extra optical Zoom”. Dit is een functie die de optische zoomratio verder uitbreidt. Als u een beeldresolutie kiest met EZ afgebeeld, is de zoomratio extra tot een maximum van 5,5k (DMC-FX07)/4,1k (DMC-FX3) wanneer de digitale zoom ingesteld is op [OFF]. (P30)
• De verengde optische zoom werkt niet in [H. GEVOELIGH.] in de scènefunctie, daarom wordt de grootte voor [EZ] niet afgebeeld.
• Beelden kunnen mozaïsch lijken afhankelijk van het object en de opnamecondities.
• P114 lezen voor informatie over het aantal opnamen.
• Het aantal opnamen hangt af van het object.
• Het op het scherm afgebeelde aantal resterende opnamen valt eventueel niet samen met de opgenomen beelden.
• In de eenvoudige functie [ ] worden de instellingen als volgt.
– [ ENLARGE]:
: (7M) (DMC-FX07)/
(6M) (DMC-FX3)/
–[ 4qk6q/10k15cm]:
: (2,5M EZ)/
–[ E-MAIL]:
: (0,3M EZ)/
[AUDIO OPNAME]
Stilstaande beelden opnemen met geluid
MENU
Op [ ] drukken om het [OPNAME] functie
/SET
menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P70) U kunt geluid opnemen met stilstaande opnamen als deze functie ingesteld is op [ON]. Dit betekent dat u de conversatie tijdens de opname of een uitleg bij het beeld kunt opnemen.
• [ ] verschijnt op het scherm wanneer u [AUDIO OPNAME] op [ON] instelt.
• Scherpstellen op het object en op de ontspanknop drukken om de opname te starten. De opname zal automatisch stoppen na ongeveer 5 seconden. U hoeft de ontspanknop niet de hele tijd in te drukken.
• Het geluid wordt opgenomen met de ingebouwde microfoon.
• Als u op [MENU/SET] drukt tijdens het geluidsopname, wordt het geluidsopname geannuleerd. Het geluid wordt niet opgenomen.
• Wanneer geluid opgenomen wordt met elke opname, zal het totale aantal opnamen dat opgeslagen kan worden op elke kaart enigszins afnemen.
• U kunt geen opnamen maken met geluid in auto bracket, burstfunctie of [STERRENHEMEL] in de scènefunctie.
76
VQT0Y77
Page 77
[AF MODE]
De scherpstellingsfocusmethode instellen
Menu-instellingen
1-zone-focussing:
Het toestel stelt scherp op het object in de AF-zone in het midden van het scherm.
Druk op [ ] om het [OPNAME] functie
MENU
/SET
menu weer te geven en kies dan het in te stellen onderdeel. (P70) De functie kiezen die overeenkomt met de opnamecondities en de samenstelling.
9-zone-focussing (DMC-FX07):
Het toestel stelt scherp op één van de 9 focuszones. Dit werkt wanneer het object zich niet in het midden van het scherm bevindt.
5-zone-focussing (DMC-FX3):
Het toestel stelt scherp op één van de 5 focuszones. Dit werkt wanneer het object zich niet in het midden van het scherm bevindt.
3-zone-focussing (Hoge snelheid):
Het toestel stelt snel scherp op één van de 3 punten van de focuszones. d.w.z. links, rechts of in het midden. Dit werkt wanneer het object zich niet in het midden van het scherm bevindt.
1-
zone-focussing (Hoge snelheid):
Het toestel stelt snel scherp es op het object in de AF-zone in het midden van het scherm.
Punt-focussing:
Het toestel stelt scherp op een beperkte en nauwe zone op het scherm.
Over [] of []
• Het beeld kan even stoppen met bewegen voordat er scherpgesteld wordt wanneer u de ontspanknop tot de helft indrukt. Dit is geen storing.
• De AF-zone die op het midden van het scherm afgebeeld wordt is groter dan normaal wanneer u de digitale zoom gebruikt of wanneer u opnamen op donkere plekken maakt. De AF-zone die in het midden van het scherm staat, kan ook groter zijn dan normaal als u onderwateropnamen maakt.
1/60F5.6
• Het toestel focust op alle AF-zones wanneer veelvoudige AF-zones (max. 9 zones: DMC-FX07/max. 5 zones: DMC-FX3) op het zelfde moment gaan branden.
• De focusstand wordt niet vooraf bepaald. Deze wordt ingesteld op de stand die het toestel automatisch bepaalt op het moment dat u scherpstelt. Als u de focusstand wilt bepalen om opnamen te maken, schakelt u de AF-functie naar [ ], [ ] of [ ].
77
VQT0Y77
Page 78
Menu-instellingen
• De AF-functie naar [ ] of [ ] schakelen als het moeilijk is scherp te stellen met behulp van [ ].
• De AF-functie kan niet ingesteld worden in de eenvoudige functie [ ], [VUURWERK] (P54) of [ZELFPORTRET] (P53) in de scènefunctie.
[AF ASS. LAMP]
Scherpstellen bij weinig licht wordt makkelijker
MENU
Op [ ] drukken om het [OPNAME] functie
/SET
menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P70) Het object verlichten maakt het makkelijker scherp te stellen wanneer u bij weinig licht aan het opnemen bent en scherp wilt stellen, wat moeilijk is bij weinig licht.
• Als de AF-lamp ingesteld is op [ON], wordt er een AF-zone afgebeeld met een grootte die breder is dan normaal en gaat de AF-lamp A aan wanneer u de ontspanknop tot de helft indrukt op donkere plekken enz.
[ON] De AF-lamp gaat aan bij weinig
licht. Zodra dit gebeurt, verschijnt het pictogram van de AF-lamp [ ] op het scherm. Het effectieve bereik van de AF-lamp is 1,5 m.
[OFF] De AF-lamp gaat niet aan.
• Voorzichtig zijn met de volgende handelingen wanneer u de AF-lamp gebruikt. – Niet direct in de AF-lamp kijken. – De AF-lamp niet met uw vingers of
andere voorwerpen bedekken.
• Wanneer de AF-lamp aan gaat, wordt alleen de AF-zone op het midden van het
scherm afgebeeld en is deze groter dan normaal. (P77)
• Wanneer u de AF-lamp niet wenst te gebruiken (b.v. wanneer u opnamen maakt van dieren op een donkere plek), de [AF ASS. LAMP] op [OFF] zetten. In dit geval zal het moeilijker worden scherp te stellen.
• De instelling voor [AF ASS. LAMP] staat vast op [ON] in de eenvoudige functie [].
• De instelling voor de [AF ASS. LAMP] staat vast op [OFF] in [LANDSCHAP] (P51), [NACHTL. SCHAP] (P52), [VUURWERK] (P54) [ZELFPORTRET] (P53) en [LUCHTFOT] (P56: DMC-FX07) in de scènefunctie.
[SLUITER LANG]
Heldere opnamen maken op donkere plekken
MENU
Op [ ] drukken om het [OPNAME] functie
/SET
menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P70) Wanneer u beelden maakt op donkere plaatsen met weinig licht, kunt u beelden maken die helderder zijn dan normaal door een instelling te selecteren die nog langzamer is dan de langzaamste instelling van de sluitertijd.
• De langzame sluitertijden die u kunt kiezen zijn: [1/8 –], [1/4 –], [1/2–] en [1 –].
• Dit werkt als u heldere opnamen wilt maken van zowel een nachtlandschap als een object met [NACHTPORTRET] (P52) in de scènefunctie.
Langzame sluitertijdinstelling
Helderheid Donkerder Helderder Beweging Minder Meer
1/8– 1–
78
VQT0Y77
Page 79
Voorbeeld
Menu-instellingen
[FOTO INST.]
De beeldresolutie instellen
1/8– 1 –
• Deze moet normaal gesproken ingesteld zijn op [1/8 –] om opnamen te maken. (Wanneer u een langzame sluitertijd kiest die niet [1/8–] is, verschijnt [ ] links onderaan op de LCD-monitor.)
• Wanneer de sluitertijd langzamer gemaakt is met [SLUITER LANG], kunt u camerabeweging krijgen. We raden het gebruik van een statief en van de zelfontspanner (P44) aan.
• U kunt de langzame ontspanner niet instellen in [NACHTL. SCHAP], [VUURWERK] en [STERRENHEMEL] in de scènefunctie.
[KLEUR EFFECT]
Kleureffecten instellen
MENU
Op [ ] drukken om het [OPNAME] functie
/SET
menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P70) Een kleureffect kiezen dat overeenkomt met de opnamecondities en met hoe u zich de opname voorstelt.
[COOL] Het beeld wordt blauwachtig. [WARM] Het beeld wordt roodachtig. [B/W] Het beeld wordt zwart-wit. [SEPIA] Het beeld wordt sepia.
MENU
Op [ ] drukken om het [OPNAME] functie
/SET
menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P70) Een kleureffect kiezen dat overeenkomt met de opnamecondities en met hoe u zich de opname voorstelt.
[NATURAL] Het beeld wordt zachter. [VIVID] Het beeld wordt scherper.
• Wanneer u opnamen maakt op donkere plekken, kan er ruis optreden. Om ruis te voorkomen, raden wij aan [FOTO INST.] in te stellen op [NATURAL].
[KLOKINSTELLING]
De afbeeldingvolgorde voor de datum en tijd instellen
MENU
Op [ ] drukken om het [OPNAME] functie
/SET
menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P70) Datum en tijd wijzigen. (P18)
79
VQT0Y77
Page 80
Menu-instellingen
Gebruik van het [AFSPELEN] functiemenu
U kunt verschillende functies gebruiken in terugspeelfunctie om opnamen terug te spoelen, de beveiliging in te stellen voor deze opnamen, enz.
• Lees P80 tot 92 voor elk menu-onderdeel.
1 Op [MENU/SET] drukken. 2 Op 3/4 drukken om het
gewenste menuonderdeel te kiezen en vervolgens op 1 drukken.
1
AFSPELEN
DIASHOW FAVORIETEN LCD ROTEREN ROTEREN
DPOF PRINT
SELEC
AFSPELEN
BEVEILIGEN AUDIO DUB.
NW. RS.
BIJWERKEN ASPECT CONV.
SELEC
• Druk op 4 in A om het volgende menuscherm te openen.
• Nadat u de stappen uitgevoerd heeft, de beschrijving van het menuonderdeel in de gebruiksaanwijzing lezen en deze vervolgens instellen.
80
VQT0Y77
/
3
OFF
ON
MENU
EXIT
2
/
3
MENU
EXIT
1 en 2
Over de onderdelen van de
menuschermen
• Er zijn 3 menuschermen (1/3, 2/3 en 3/3).
• U kunt ook naar de menuschermen overschakelen in een menu-onderdeel door het zoomhendeltje te verplaatsen.
• De [KOPIE] functie kan gebruikt worden in DMC-FX3.
1
AFSPELEN
DIASHOW FAVORIETEN LCD ROTEREN ROTEREN
DPOF PRINT
SELEC
AFSPELEN
OFF
ON
EXIT
SELEC
/
3
BEVEILIGEN AUDIO DUB. NW. RS. BIJWERKEN
MENU
ASPECT CONV.
AFSPELEN
OFF
FORMATEREN
ON
EXIT
SELEC
2
/
3
MENU
EXIT
3
/
MENU
[DIASHOW]
Beelden achtereenvolgens terugspelen voor een vastgestelde tijd
MENU
Op [ ] drukken om het [AFSPELEN]
/SET
functiemenu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P80) Dit wordt aangeraden wanneer u opnamen
terugspeelt op een TV-scherm. U kunt ongewenste opnamen overslaan als [FAVORIETEN] (P82) ingesteld is.
1 Op 3/4 drukken om [ALLE] of
[ ] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
1
AFSPELEN
DIASHOW FAVORIETEN LCD ROTEREN ROTEREN
DPOF PRINT
SELEC
INST.
[ALLE] Hiermee beeldt u alle
opnamen af.
[] Hiermee beeldt u alleen de
opnamen af die ingesteld zijn als favorieten (P82).
/
3
ALLE
OFF ON
MENU
MENU
/SET
3
Page 81
• Het scherm van stap 1 verschijnt als [FAVORIETEN] op [ON] staat. Als [FAVORIETEN] op [OFF] staat, herhaalt
2.
u stap
• Als geen enkele van de opnamen afgebeeld [ ] is, kunt u [ ] niet kiezen, zelfs als [FAVORIETEN] ingesteld is op [ON].
2 Op 3 drukken om [START] te
kiezen en vervolgens op [MENU/ SET] drukken.
(Scherm wanneer [ALLE] gekozen is)
VOLLEDIGE DIASHOW
START DUUR EFFECT AUDI O
ANNUL
SELEC
INST.
2SEC.
OFF
OFF
MENU
MENU
/SET
• De cursor die verschijnt tijdens een diavoorstelling A of als u een diavoorstelling onderbreekt B of tijdens een [MANUAL] diavoorstelling C is dezelfde als 3/4/2/1.
•Op 3 drukken om een pauze in de diavoorstelling in te lassen. Opnieuw op 3 drukken om de pauze te annuleren.
• Druk op 2/1 tijdens de onderbreking om de vorige of volgende dia te bekijken. (Het geselecteerde effect wordt buiten werking gesteld)
3 Op 4 drukken om te eindigen.
Menu-instellingen
Instelling van het geluid, de duur en het effect
Selecteer [DUUR], [EFFECT] of [AUDIO] op
2
het scherm zoals afgebeeld in stap
en stel
in.
[DUUR] Kan ingesteld worden op
[1SEC.], [2SEC.], [3SEC.], [5SEC.] of [MANUAL] (handmatig terugspelen).
[EFFECT]
(DMC-FX07)
Er kan een diashow-effect geselecteerd worden. [OFF]:Geen effect
Nieuwe beelden
:
schuiven over het scherm heen.
:
Er verschijnen beelden vanachter de actuele beelden en vervangen deze.
: Nieuwe beelden
vullen langzamerhand het scherm vanuit het centrum.
: Er wordt een
willekeurig effect geselecteerd.
• Als u [DURATION] instelt op [MANUAL] worden de instellingen in [EFFECT] buiten werking gesteld.
[AUDIO] Indien ingesteld op [ON],
wordt het geluid van de opnamen met geluid afgespeeld.
• U kunt alleen [MANUAL] kiezen wanneer [ ] gekozen is in stap
1.
•Op 2/1 drukken om het vorige of het volgende beeld af te beelden wanneer [MANUAL] gekozen is.
81
VQT0Y77
Page 82
Menu-instellingen
• Als u [AUDIO] instelt op [ON] en vervolgens een beeld met geluid terugspeelt, zal het volgende beeld afgebeeld worden nadat het geluid geëindigd is.
• U kunt geen bewegende beelden terugspelen en de energiebesparing gebruiken in de diavoorstellingsfunctie. (De energiebesparing is in elk geval vast ingesteld op [10MIN.] voor handmatige diavoorstellingen of onderbreking van een diavoorstelling.)
[FAVORIETEN]
Favoriete opnamen instellen
MENU
Op [ ] drukken om het [AFSPELEN]
/SET
functiemenu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P80) U kunt het volgende doen als er een markering toegevoegd is aan opnamen en deze ingesteld zijn als favorieten.
• Alle opnamen wissen die niet ingesteld zijn als favorieten. ([ALLES WISSEN BEHALVE ]) (P35)
• De opnamen die ingesteld zijn als favorieten alleen als diavoorstelling afspelen. (P80)
1 Druk op 4 om [ON] te kiezen en
dan op [MENU/SET].
1
AFSPELEN
DIASHOW FAVORIETEN LCD ROTEREN ROTEREN
DPOF PRINT
SELEC
INST.
/
3
OFF
OFF
ON
ON
ANNUL
MENU
MENU
/SET
• U kunt geen opnamen als favorieten instellen als [FAVORIETEN] ingesteld is op [OFF]. De favorieten met het favorietenpictogram [ ] zullen bovendien niet verschijnen wanneer [FAVORIETEN] ingesteld is op [OFF] zelfs als deze functie eerder op [ON] stond.
• U kunt [ANNUL] niet kiezen als bij geen enkel beeld [ ] staat.
82
VQT0Y77
2 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
3 Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen en vervolgens op 3 drukken.
1/3
10:00 1.DEC.2006
• Herhaal de bovenstaande procedure.
•Als 3 ingedrukt is terwijl het [ ] favorietenpictogram A afgebeeld wordt, wordt [ ] geleegd en wordt de favorieteninstelling geannuleerd.
• U kunt tot en met 999 opnamen als favorieten instellen.
Alle favorieten wissen 1 [ANNUL] op het scherm dat getoond
wordt in stap [MENU/SET] drukken.
2 Op 3 drukken om [JA] te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET] drukken.
3 Op [MENU/SET] drukken om het menu
te sluiten.
• Wanneer u opnamen af laat drukken door een fotograaffotograaf is [ALLES WISSEN BEHALVE ] (P35) handig omdat hiermee alleen de opnamen die u af wenst te laten drukken op de kaart blijven staan.
• [LUMIX Simple Viewer] op de CD-ROM (bijgeleverd) gebruiken om favorieten in te stellen, te bevestigen of te wissen. (Voor informatie hierover de aparte gebruikshandleiding voor aansluiting op de PC raadplegen.)
• Het kan zijn dat u opnamen die met andere apparatuur gemaakt zijn niet als favorieten in kunt stellen.
1 kiezen en vervolgens op
Page 83
[LCD ROTEREN]/[ROTEREN]
Om het beeld gedraaid af te beelden
MENU
Op [ ] drukken om het [AFSPELEN]
/SET
functiemenu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P80) Met deze functie kunt u automatisch opnamen verticaal afbeelden als deze gemaakt werden met een verticaal gehouden toestel of opnamen handmatig draaien met stappen van 90°.
Display draaien
(Het beeld wordt automatisch gedraaid en afgebeeld.)
1 Op 4 drukken om [ON] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
1
AFSPELEN
DIASHOW FAVORIETEN LCD ROTEREN ROTEREN
DPOF PRINT
SELEC
INST.
/
3
OFF ON
OFF
ON
MENU
MENU
/SET
• De opnamen worden afgebeeld zonder gedraaid te worden wanneer u [OFF] kiest.
• Lees P34 voor informatie over hoe u opnamen terug kunt spelen.
2 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
Menu-instellingen
Draaien
(Het beeld wordt handmatig gedraaid.)
1 Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen en vervolgens op 4 drukken.
ROTEREN
1/3
SELEC
INST.
EXIT
MENU
• De [ROTEREN] functie wordt uitgeschakeld wanneer [LCD ROTEREN] ingesteld is op [OFF].
• Bewegende beelden en beveiligde opnamen kunnen niet gedraaid worden.
2 Op 3/4 drukken om de richting
te kiezen waarin u het beeld wenst te draaien en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
ROTEREN
MENU
SELEC INST.
ANNUL
De opname draait rechtsom in stappen van 90°.
De opname draait linksom in stappen van 90°.
MENU
/SET
3 Twee keer op [MENU/SET]
drukken om het menu te sluiten.
83
VQT0Y77
Page 84
Menu-instellingen
Voorbeeld Wanneer u het beeld rechtsom draait ()
Originele opname
• Wanneer [LCD ROTEREN] ingesteld is op [ON] worden opnamen die gemaakt zijn met een verticaal gehouden toestel, verticaal teruggespeeld (gedraaid).
• Als u opnamen maakt door de camera op en neer te bewegen, kan het zijn dat deze opnamen niet verticaal worden afgebeeld. (P26)
• Het beeld kan enigszins wazig zijn wanneer het toestel op de TV aangesloten is met de AV-kabel (bijgeleverd) en verticaal teruggespeeld worden.
• Wanneer u opnamen terugspeelt op een PC, zouden deze niet afgebeeld kunnen worden in de gedraaide richting tenzij het OS of de software compatibel is met Exif. Exif is een formaat voor stilstaande opnamen waarmee opnameinformatie enz. toegevoegd kan worden. Dit werd vastgesteld door “JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries Association)”.
• Gedraaide opnamen worden gedraaid weergegeven als u ze terugspeelt met de terugspeelfunctie en de terugspeelzoom, maar worden niet gedraaid weergegeven als u ze afspeelt met de meervoudige terugspeelfunctie.
• Het kan zijn dat u opnamen die met andere apparatuur gemaakt zijn, niet kunt draaien.
[DPOF PRINT]
Het af te drukken beeld en het aantal afdrukken instellen
MENU
Op [ ] drukken om het [AFSPELEN]
/SET
functiemenu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P80) DPOF “Digital Print Order Format” is een systeem waarmee de gebruiker kan kiezen welke opnamen hij afdrukt, hoeveel exemplaren van elk beeld hij afdrukt en of de opnamedatum wel of niet afgedrukt moet worden met een DPOF-compatibele fotoprinter of fotograaf. Voor details raadpleegt u uw fotograaf. Wanneer u fotograaf opnamen af wenst te laten drukken door een fotograaf die op het ingebouwde geheugen staan, dient u deze naar een kaart te kopiëren (P90) en vervolgens de DPOF in te stellen. (DMC-FX3)
Op 3/4 drukken om [ENKEL], [MULTI] of [ANNUL] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
1
AFSPELEN
DIASHOW FAVORIETEN LCD ROTEREN ROTEREN
DPOF PRINT
INST.
SELEC
• U kunt [ANNUL] niet kiezen als er geen afdrukken ingesteld zijn in de DPOF-printsettings.
/
3
OFF ON
ENKEL
MULTI
MENU
ANNUL
MENU
/SET
84
VQT0Y77
Page 85
Enkele instelling
1 Druk op 2/1 om de af te drukken
opname te kiezen en druk dan op 3/4 om het aantal afdrukken in te stellen.
DPOF INST. 1
AANTAL SELEC
1/14
DISPLAY
DATUM
1
EXIT
MENU
• De aanduiding van het aantal afdrukken [] A verschijnt.
• Het aantal afdrukken kan ingesteld worden op een cijfer van 0 tot 999. De DPOF-printinstelling wordt geannuleerd als het aantal afdrukken ingesteld wordt op [0].
2 Twee keer op [MENU/SET]
drukken om het menu te sluiten.
Meervoudige instelling
1 Op 2/1 drukken omhet af te
drukken beeld te kiezen en vervolgens op 3/4 drukken om het aantal afdrukken in te stellen.
DPOF INST. MULTI
7 9
AANTAL SELEC
• De aanduiding van het aantal afdrukken [] B verschijnt.
• Herhaal de bovenstaande procedure. (U kunt niet alle opnamen tegelijkertijd instellen.)
• Het aantal afdrukken kan ingesteld worden op een cijfer tussen 0 en 999. Als het aantal afdrukken ingesteld is op [0] wordt de DPOF printinstelling geannuleerd.
1
8
11 1210
DISPLAY
DATUM
1
EXIT
MENU
Menu-instellingen
2 Twee keer op [MENU/SET]
drukken om het menu te sluiten.
Alle instellingen wissen
1 Op 3 drukken om [JA] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
ANNULLER ALLE DPOF
ALLE DPOF PRINTINSTELLINGEN ANNULEREN ?
JA
NEE
SELEC INST.
MENU
MENU
/SET
2 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
De datum afdrukken
Na het instellen van het aantal, kunt u het afdrukken met de opnamedatum instellen/ annuleren door op [DISPLAY] te drukken.
DPOF INST.
1
DATUM
AANTAL
SELEC
• De aanduiding van de datumafdruk [ ]
1/14
DISPLAY
DATUM
1
MENU
EXIT
DATE
C verschijnt.
• Wanneer u naar een fotograaffotograaf voor digitaal afdrukken gaat, dient u het afdrukken van de datum apart te bestellen indien u dat wenst.
• Afhankelijk van de fotograaf of de printer, zou de datum niet afgedrukt kunnen worden zelfs als u instelt op het afdrukken van de datum. Voor verdere informatie raadpleegt u uw fotograaf of de gebruiksaanwijzing van uw printer.
85
VQT0Y77
Page 86
Menu-instellingen
• DPOF is een afkorting van “Digital Print Order Format”. Met deze functie kunt u afdrukinformatie opslaan en deze informatie vervolgens te gebruiken op een systeem dat DPOF verwerkt.
• DPOF-printinstelling is een handige functie als u opnamen wil afdrukken met een printer die PictBridge verwerkt. Bij het afdrukken van de datum, kan de instelling op de printer voorrang krijgen op de datuminstelling op het toestel. Controleer dus ook de instelling voor de afgedrukte datum op de printer zelf. (P83)
• U moet alle eerder DPOF-printinformatie die met andere apparatuur gemaakt is, wissen wanneer u DPOF-printinstellingen instelt op uw toestel.
• Voor bestanden die niet voldoen aan de DCF-standaard kan de DPOF-print niet ingesteld worden. DCF is een afkorting van “Design rule for Camera File system”, bepaald door “JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries Association)”.
Enkele instelling
1 Druk op 2/1 om de afbeelding te
kiezen en dan op4 om te bevestigen/annuleren.
BEVEILIG
SELEC INST./ANNUL
[INST.] De beschermingsaanduiding
[] A verschijnt.
[ANNUL] De beschermingsaanduiding
[] A verdwijnt.
100_0001
1/3
EXIT
MENU
2 Twee keer op [MENU/SET]
drukken om het menu te sluiten.
Meervoudige instelling/Alle
instellingen wissen
Voer dezelfde handeling uit als in “[DPOF PRINT] Het af te drukken beeld en het aantal afdrukken instellen”. (P84 tot 86)
[BEVEILIGEN]
Per ongeluk opnamen wissen voorkomen
MENU
Op [ ] drukken om het [AFSPELEN]
/SET
functiemenu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P80) U kunt een beveiliging instellen voor opnamen waarvan u niet wilt dat ze per ongeluk gewist kunnen worden.
Op 3/4 drukken om [ENKEL], [MULTI] of [ANNUL] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
2
AFSPELEN
BEVEILIGEN AUDIO DUB. NW. RS. BIJWERKEN ASPECT CONV.
SELEC
INST.
/
3
ENKEL
OFF
MULTI
ANNUL
ON
MENU
MENU
/SET
86
VQT0Y77
• Als u op [MENU/SET] drukt terwijl u de beveiliging annuleert, zal het annuleren halverwege stoppen.
• De beveiliging werkt eventueel niet op andere apparatuur.
• Indien u beveiligde opnamen wenst te wissen, dient u de beveiliging te annuleren.
• Zelfs als u opnamen in het ingebouwde geheugen (DMC-FX3) of op een kaart beveiligt, zullen ze gewist worden als het ingebouwde geheugen (DMC-FX3) of de kaart geformatteerd wordt. (P92)
• Zelfs als u de beelden niet beschermt op een SD-geheugenkaart of een SDHC-geheugenkaart, kunnen ze niet gewist worden wanneer de Schrijfbeschermingschakelaar van de kaarten B ingesteld is op [LOCK].
16
Page 87
• De volgende functies kunnen niet gebruikt
AUDIO
worden met beveiligde opnamen. – [ROTEREN] – [AUDIO DUB.]
[AUDIO DUB.]
Geluid toevoegen aan opnamen
MENU
Op [ ] drukken om het [AFSPELEN]
/SET
functiemenu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P80) U kunt geluid toevoegen nadat u een beeld gemaakt heeft.
1 Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen en vervolgens op 4 drukken om de geluidsopname te starten.
AUDI O
DUB.
SELEC START
• De melding [AUDIOGEGEVENS OVERSCHRIJVEN?] verschijnt als u al geluid hebt opgenomen.
3
Druk op
om [JA] te kiezen en dan op [MENU/SET] om de geluidsopname te starten. (De opname wordt over de vorige geluidsopname geschreven.)
• Audiodubbing kan niet gebruikt worden met de volgende opnamen. – Bewegende beelden – Beveiligde opnamen
• Audiodubbing zou niet kunnen goed kunnen werken voor opnamen die gemaakt zijn met andere apparatuur.
100_0001
1/3
EXIT
MENU
Menu-instellingen
2 Op 4 drukken om te stoppen met
opnemen.
DUB.
100_0001
1/3
STOP
• De geluidsopname stopt automatisch als 4 niet ingedrukt wordt na ongeveer 10 seconden.
3 Twee keer op [MENU/SET]
drukken om het menu te sluiten.
[NW. RS.]
Een beeld kleiner maken
MENU
Op [ ] drukken om het [AFSPELEN]
/SET
functiemenu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P80) Deze functie is nuttig als u de bestandsgrootte van een beeld wilt reduceren om deze via e-mail als bijlage te versturen of naar een website wilt uploaden.
1 Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen en vervolgens op 4 drukken.
NW. RS.
1/3
SELEC
• De volgende opnamen kunnen geen nieuw formaat krijgen. – Beelden die opgenomen zijn in [ ]
(0,3M EZ) (Wanneer aspectratio ingesteld is op [].)
– Beelden die opgenomen zijn in [ ]
(2,5M EZ) (Wanneer de aspectratio ingesteld is op [ ].)
MENU
EXITINST.
87
VQT0Y77
Page 88
Menu-instellingen
– Beelden opgenomen in [ ]
(2M EZ) (Wanneer aspectratio ingesteld is op
[].) – Bewegende beelden – Beelden met geluid
• Het kan zijn dat u geen nieuw formaat kunt toekennen aan opnamen die met andere apparatuur gemaakt zijn.
2
Op
2/1
drukken om de grootte te
kiezen en vervolgens op 4 drukken.
NW. RS.
1/3
SELEC
MENU
EXITNW. RS.
• Formaten kleiner dan het opgenomen beeld worden afgebeeld.
– [ ] (DMC-FX07)/[ ]/[ ]/[ ]/
[] (Wanneer de instelling van de aspectratio [ ] is.)
–[ ]
(Wanneer de instelling van de aspectratio [ ] is.)
–[ ]
(Wanneer de instelling van de aspectratio [ ] is.)
• De melding [ORIGINELE FOTO WISSEN?] verschijnt.
3 Op 3/4 drukken om [JA] of
[NEE] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
NW. RS.
ORIGINELE FOTO WISSEN ?
JA
NEE
MENU
MENU
INST.
SELECANNUL
/SET
• Het beeld wordt overschreven wanneer u [JA] kiest. Van nieuwe grootte voorziene opnamen kunnen niet teruggebracht worden naar hun
88
VQT0Y77
oorspronkelijk grootte wanneer deze overschreven zijn.
• Een van nieuwe grootte voorzien beeld wordt als nieuw aangemaakt wanneer u [NEE] kiest.
• Als de vorige opname beveiligd is, kunt u deze niet vervangen. Kies [NEE] en maak een nieuwe opname met een nieuwe grootte.
4 Twee keer op [MENU/SET]
drukken om het menu te sluiten.
[BIJWERKEN]
Een beeld vergroten en bijwerken
MENU
Op [ ] drukken om het [AFSPELEN]
/SET
functiemenu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P80) U kunt eerst uitvergroten en dan een belangrijk deel van de opname kiezen.
1 Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen en vervolgens op 4 drukken.
BIJWERKEN
1/3
SELEC INST.
EXIT
MENU
• De volgende opnamen kunnen niet bijgewerkt worden. – Bewegende beelden – Beelden met geluid
• Opnamen die met andere apparatuur opgenomen zijn kunnen wellicht niet bijgewerkt worden.
2 Vergroot of verklein delen die u
wil bewerken met de zoomhendel.
BIJWERKEN
ZOOM EXIT
1/3
MENU
T
W
Page 89
Menu-instellingen
3 Druk op 3/4/2/1 om het deel
dat u wil bewerken te verplaatsen.
BIJWERKEN
1/3
ZOOM BIJW.: SLUITERTIJD
EXIT
MENU
4 Op de ontspanknop drukken.
• De melding [ORIGINELE FOTO WISSEN?] verschijnt.
5 Op 3/4 drukken om [JA] of
[NEE] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
BIJWERKEN
ORIGINELE FOTO WISSEN ?
JA
NEE
MENU
ANNUL
SELEC INST.
MENU
/SET
• Het beeld wordt overschreven wanneer u [JA] kiest. De bijgewerkte opnamen kunnen niet teruggebracht worden naar hun originele staat wanneer ze overschreven worden.
• Een bijgewerkt beeld wordt als nieuw aangemaakt wanneer u [NEE] kiest.
• Als de vorige opname beveiligd is, kunt u deze niet vervangen. Kies [NEE] en maak een nieuwe bewerkte opname.
6 Twee keer op [MENU/SET]
drukken om het menu te sluiten.
• De beeldresolutie van het bijgewerkte beeld zou kleiner kunnen worden dan die van het origineel afhankelijk van de snijgrootte.
• De beeldkwaliteit van het bijgewerkte beeld zal slechter worden.
[ASPECT CONV.]
De aspectratio van een 16:9 beeld wijzigen
MENU
Op [ ] drukken om het [AFSPELEN]
/SET
functiemenu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P80) U kunt opnamen converteren die gemaakt zijn met een [ ] aspectratio in een [ ] of [ ] aspect ratio.
1 Op 3/4 drukken om [ ] of
[ ] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
2
AFSPELEN
SELEC
BEVEILIGEN AUDIO DUB. NW. RS. BIJWERKEN ASPECT CONV.
INST.
/
3
MENU
MENU
/SET
• Alleen opnamen gemaakt met een [ ] aspectratio kunnen worden geconverteerd.
• Beelden die gemaakt zijn met andere apparatuur kunt u wellicht niet converteren.
2 Op 2/1 drukken om een beeld te
kiezen en vervolgens op 4 drukken.
ASPECT
CONV.
INST.SELEC
100_0001
1/3
EXIT
MENU
• Als u een beeld kiest of instelt met een aspectratio anders dan [ ], verschijnt de melding [KAN OP DEZE FOTO NIET INGESTE LD WORDEN] op het scherm.
89
VQT0Y77
Page 90
Menu-instellingen
3 Druk op 2/1 om de horizontale
stand te bepalen en dan op de opspanknop om deze te bevestigen.
INST. INST.:SLUITERTIJD
• Gebruik 3/4 om de framestand te bepalen voor verticaal gedraaide opnamen.
• De melding [ORIGINELE FOTO WISSEN?] verschijnt.
EXIT
MENU
4 Op 3/4 drukken om [JA] of
[NEE] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
ASPECT CONV.
ORIGINELE FOTO WISSEN ?
JA
NEE
MENU
ANNUL
SELEC INST.
MENU
/SET
• De opname wordt vervangen als u [JA] kiest. Als u de aspectratio van een beeld converteert en dit dan vervangt, kunt u het oude beeld niet meer ophalen.
• Er wordt een nieuw beeld aangemaakt met de geconverteerde aspectratio als u [NEE] kiest.
• Als de vorige opname beveiligd is, kunt u deze niet vervangen. Kies [NEE] en maak een nieuw beeld met de geconverteerde aspectratio.
5 Twee keer op [MENU/SET]
drukken om het menu te sluiten.
90
VQT0Y77
• Nadat de aspectratio is geconverteerd, kan het beeld groter worden dan het originele.
• De volgende opnamen kunnen niet geconverteerd worden. – Beelden met geluid – Bewegende beelden
• Bestanden die niet voldoen aan de DCF-standaard, kunnen niet worden geconverteerd. DCF is de afkorting van “Design rule for Camera File system”, bepaald door “JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries Association)”.
[KOPIE] (DMC-FX3)
Beeldgegevens kopiëren
MENU
Op [ ] drukken om het [AFSPELEN]
/SET
functiemenu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P80) U kunt beeldgegevens in het ingebouwde geheugen naar een kaart of andersom kopiëren.
1 Op 3/4 drukken om het
menu-onderdeel te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
3
INST.
/
3
MENU
MENU
/SET
AFSPELEN
KOPI E FORMATEREN
SELEC
•: Alle beeldgegevens die in het ingebouwde geheugen zijn opgeslagen, worden in één keer gekopieerd op de kaart.
3 uitvoeren)
(Stap
•: Er wordt één beeld tegelijk gekopieerd van de kaart naar het ingebouwde geheugen.
2 uitvoeren)
(Stap
Page 91
Menu-instellingen
2 Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen en vervolgens op 4 drukken.
KOPI E
100_0001
1/3
SELEC INST.
EXIT
MENU
• Wanneer u opnamen kopieert van het ingebouwde geheugen op de kaart, worden alle opnamen tegelijk gekozen, dus verschijnt dit scherm niet.
3 Op 3 drukken om [JA] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
(De illustratie toont het scherm wanneer opnamen gekopieerd worden van het ingebouwde geheugen naar een kaart.)
KOPI E
KOPIE VAN INTERN GEHEUGEN NAAR KAART?
JA
NEE
SELEC INST.
• Het bericht [FOTO NAAR INTERN GEHEUGEN KOPIËREN?] verschijnt wanneer u opnamen kopieert van de kaart naar het ingebouwde geheugen.
• Als u op [MENU/SET] drukt terwijl gegevens van het geheugen op de kaart worden gekopieerd, zal het kopiëren halverwege stoppen.
• Het toestel niet uitzetten en ook geen andere handelingen uitvoeren voordat het kopiëren geëindigd is. De gegevens op het ingebouwde geheugen of de kaart kunnen beschadigd raken of verloren gaan.
MENU
MENU
/SET
4 Verschillende keren op [MENU/
SET] drukken om het menu te sluiten.
• Als u beeldgegevens van het geheugen op een kaart kopieert, keert automatisch het terugspeelscherm terug als alle gegevens gekopieerd zijn.
• Als u gegevens kopieert van het ingebouwde menu naar een kaart, raden we aan een kaart te gebruiken die meer vrije ruimte heeft dan het ingebouwde geheugen (ongeveer 13,5 MB).
• Het kan even duren om de gegevens te kopiëren.
• Alleen met een Panasonic digitale camera (LUMIX) opgenomen opnamen zullen gekopieerd worden. (Zelfs als de opnamen opgenomen werden met een Panasonic digitale camera, zou u niet in staat kunnen zijn de opnamen te kopiëren als ze bewerkt zijn met een PC.)
• DPOF-instellingen van de originele beeldgegevens zullen niet gekopieerd worden. De DPOF-instellingen opnieuw instellen nadat het kopiëren voltooid is. (P84)
• Als een beeld met dezelfde naam als het te kopiëren beeld in de kopiebestemming bestaat, zal het beeld niet gekopieerd worden. (P107)
• Als u gegevens kopieert van het ingebouwde geheugen naar een kaart die geen voldoende vrije ruimte heeft, zullen de beeldgegevens slechts gedeeltelijk gekopieerd worden.
91
VQT0Y77
Page 92
Menu-instellingen
[FORMATEREN]
De kaart foramtteren
MENU
Op [ ] drukken om het [AFSPELEN]
/SET
functiemenu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P80) Normaal gesproken is het niet nodig het ingebouwde geheugen (DMC-FX3) en de kaart te formatteren. Formatteer de kaart of het geheugen wanneer het bericht [FOUT INT. GEHEUGEN] (DMC-FX3) of [STORING GEHEUGENKAART] verschijnt.
Op 3 drukken om [JA] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
FORMATEREN
ALLE GEGEVENS OP DE GEHEUGENKAART WISSEN ?
JA
NEE
SELEC INST.
• Wanneer er geen kaart in het toestel zit, kunt u het ingebouwde geheugen formatteren. Wanneer er een kaart in het toestel zit, kunt u de kaart formatteren. (DMC-FX3)
• Als u op [MENU/SET] drukt terwijl u het ingebouwde geheugen formatteert, zal het formatteren halverwege stoppen. (Alle opnamen zullen echter gewist zijn.) (DMC-FX3)
MENU
MENU
/SET
• Het kan langer duren om het ingebouwde geheugen te formatteren dan de kaart. (Max. ongeveer 15 sec.) (DMC-FX3)
• U kunt een SD-geheugenkaart of een SDHC-geheugenkaart niet formatteren wanneer de Schrijf­Beschermingschakelaar van de kaart A ingesteld is op [LOCK].
16
• Als het ingebouwde geheugen (DMC-FX3) of de kaart niet geformatteerd kan worden, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde servicecentrum.
• Formatteren wist onherroepelijk alle gegevens, inclusief beveiligde opnamen. Controleer de gegevens zorgvuldig voordat u formatteert.
• Als de kaart is geformatteerd op een PC of andere apparatuur, formatteert u dan de kaart opnieuw op het toestel.
• Een batterij met voldoende batterijstroom (P13) of de AC-adapter (DMW-AC5; optioneel) gebruiken als u formatteert.
• Het toestel niet uitzetten tijdens het formatteren.
92
VQT0Y77
Page 93
Aansluiten op andere apparatuur
Aansluiten op de PC
U kunt opnamen op een PC zetten door het toestel en de PC met elkaar te verbinden. Met het programma [LUMIX Simple Viewer] (voor Windows (bijgeleverd) kunt u gemakkelijk opnamen op een PC zetten, afdrukken en per e-mail verzenden.
Als u “Windows USB-stuurprogramma installeren en vervolgens op de computer aansluiten.
Voor informatie over het installeren van [LUMIX Simple Viewer] enz., de aparte handleiding raadplegen voor aansluiting op de PC aansluiting.
A: USB-kabel (bijgeleverd) B: AC-adapter (DMW-AC5; optioneel)
• Een batterij met voldoende batterijstroom of de AC-adapter (DMW-AC5; optioneel) gebruiken.
®
) op de CD-ROM
98/98SE”, gebruikt, het
DIGITAL
AV OUT
DC IN
Aansluiten op andere apparatuur
• Het toestel uitzetten voordat u de kabel erin doet of verwijdert voor de AC-adapter (DMW-AC5; optioneel).
1 Zet het toestel en de PC aan.
2
Sluit het toestel aan op een PC met de USB-kabel
A
(bijgeleverd).
• De USB-kabel aansluiten met de [ ] markering in de richting van de [2] markering op de [DIGITAL] aansluiting.
• De USB-kabel op C houden en recht erin doen of eruit halen. (Als u de USB-kabel er al wrikkend scheef of op zijn kop indoet kunt u de aansluitingsuiteinden vervormen en het toestel of de aangesloten apparatuur beschadigen.)
TOEGANG
D: Dit bericht verschijnt tijdens de
gegevensoverdracht.
3 Op 3 drukken om [PC] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
USB MODE
SEL. USB MODE
PC PictBridge(PTP)
SELEC INST.
• Als u [USB MODE] in het [SET-UP] menu op voorhand instelt op [PC], hoeft u dit niet telkens te doen als u het toestel op de PC aansluit. (P23)
• Als u [USB MODE] op [PictBridge (PTP)] instelt en het toestel vervolgens aan de PC aansluit, kunnen er berichten op het scherm van de PC verschijnen. Kies [Cancel] om de melding te sluiten en haal de camerakabel uit de PC. Stel [USB MODE] weer in op [PC].
MENU
MENU
/SET
93
VQT0Y77
Page 94
Aansluiten op andere apparatuur
[Windows]
Het stuurprogramma zit in de [My Computer] map.
• Is het de eerste keer dat u het toestel op de PC aansluit, dan wordt het benodigde stuurprogramma automatisch geïnstalleerd zodat het toestel door de “Windows Plug and Play” herkend kan worden. Vervolgens wordt het stuurprogramma weergegeven in de [My Computer] map.
[Macintosh]
Het stuurprogramma wordt weergegeven op het scherm.
• Het stuurprogramma wordt afgebeeld als [LUMIX] als u het toestel zonder kaart erin aansluit.
Het stuurprogramma wordt afgebeeld als [NO_NAME] of [Untitled] wanneer u het toestel aansluit terwijl er een kaar
t in het
toestel zit.
Over het terugspelen van bewegend
beeld op een PC
Gebruik de software “QuickTime” (voor Windows 2000/XP) in de CD-ROM (bijgeleverd) om bewegende beelden terug te spelen die op dit toestel opgenomen zijn op een PC.
• Als u “Windows 98/98SE/Me”, gebruikt, “QuickTime6.5.2 for PC” downloaden van de volgende site, en deze installeren. http://www.apple.com/support/quicktime/
• Deze software is geïnstalleerd als standaard op een “Macintosh OS”.
94
VQT0Y77
Mapsamenstelling
De mappen zien eruit als op de volgende afbeelding.
SD-geheugenkaart
SDHC-geheugenkaart
MultiMediaCardIngebouwde geheugen
(DMC-FX3)
DCIM
100_PANA
1
100_PANA
P1000001.JPG
23
P1000002.JPG
P1000999.JPG
101_PANA
999_PANA
MISC
1 Mapnummer 2 Bestandsnummer 3 JPG: opnamen
MOV: bewegende beelden De onderdelen in elke map zijn de volgende.
[DCIM] Mappen van [100_PANA]
tot [999_PANA]
[100_PANA] tot
Beelden/bewegende beelden
[999_PANA] [MISC] Bestanden waarin de
DPOF-printinstellingen staan
• De gegevens voor 1 tot en met 999
opnamen die opgenomen zijn met het toestel kunnen in 1 map gezet worden. Als het aantal opnamen meer is dan 999, wordt er een andere map aangemaakt.
• Om het bestandsnummer of het
mapnummer opnieuw in te stellen, [NR.RESET] in het [SET-UP] menu kiezen. (P23)
Condities waarin er een ander
mapnummer gebruikt wordt
In de volgende gevallen wordt het beeld niet in dezelfde map opgenomen als het eerder opgenomen beeld. Het wordt opgenomen in een map met een nieuw nummer.
Page 95
1 Wanneer de map waarin net een beeld in
opgenomen is een beeldbestand bevat met het nummer 999 erin (voorbeeld: P1000999.JPG).
2 Als de net opgenomen kaart bijvoorbeeld
een map bevat met het nummer 100 [100_PANA] erop en u verwijdert deze kaart en vervangt deze door een kaart met een mapnummer 100 dat opgenomen is met een andere camera van een andere fabrikant (100XXXXX, met XXXXX als fabrikant) en dan een beeld op deze kaart opslaat.
3 Wanneer u opneemt nadat u kiezen
[NR.RESET] hebt gekozen (P23) in het [SET-UP] menu. (Beelden zullen
opgenomen worden in een nieuwe map met een nummer dat volgt op de map waar onmiddellijk daarvoor in opgenomen is. Door [NR.RESET] te gebruiken op een kaart die geen mappen of opnamen bevat, zoals een net geformatteerde, kan het mapnummer teruggezet worden naar 100.)
PictBridge (PTP) instellen
Zelfs als u [USB MODE] op [PictBridge (PTP)] instelt, kunt u uw PC aansluiten als het een OS “Windows XP” of “Mac OS X” is.
• Beelden kunnen alleen afgelezen worden op het toestel. Ze kunnen niet op een kaart geschreven worden of gewist worden.
• Wanneer er 1000 of meer opnamen op een kaart staan, zouden de opnamen niet geïmporteerd kunnen worden.
• Geen enkele andere USB-kabel gebruiken dan de meegeleverde kabel.
• De USB-kabel niet losmaken terwijl [TOEGANG] afgebeeld wordt.
• Wanneer er veel beelden op de kaart staan, kan het even duren om deze te verplaatsen.
• U zou niet in staat kunnen zijn bewegende beelden correct terug te spelen op de kaart wanneer het toestel verbonden is aan een PC. Importeer de bewegende beeldenfiles naar de PC en speel ze dan terug.
Aansluiten op andere apparatuur
• Als de batterijstroom laag is terwijl het toestel en de PC communiceren, kunnen de opgenomen gegevens beschadigd raken. Wanneer u de fotocamera op de PC aansluit, een batterij gebruiken met voldoende stroom (P13) of de AC-adapter (DMW-AC5; optioneel).
• Als de resterende batterijstroom laag wordt terwijl het toestel en de PC communiceren, knippert het statuslampje en hoort u een alarm. In dit geval onderbreekt u de communicatie met de PC onmiddellijk.
• Wanneer u het toestel op een “Windows 2000” OS PC aansluit met de USB-kabel, de kaart niet vervangen terwijl het toestel en de PC verbonden zijn. De informatie op de kaart kan beschadigd worden. De USB-kabel losmaken voordat u de kaart vervangt.
• Opnamen die bewerkt of omgedraaid zijn op een PC kunnen zwart op het scherm worden in de terugspeelfunctie (P34), de meervoudige terugspeelfunctie (P66) en de kalenderterugspeelfunctie (P67).
• Voor informatie hierover, de aparte handleiding voor aansluiting op de PC raadplegen.
De gebruiksaanwijzingen voor de PC
.
lezen
• Als er geen kaart in het toestel zit wanneer dit op de PC aangesloten is, kunt u de beeldgegevens op het ingebouwde geheugen bewerken of openen. Als er een kaart in zit, kunt u de beeldgegevens op de kaart openen of bewerken. (DMC-FX3)
• U kunt niet schakelen tussen het ingebouwde geheugen en de kaart terwijl het toestel aangesloten is op de PC. Als u van het ingebouwde geheugen naar de kaart wil overschakelen, maakt u de USB-kabel los, steekt u de kaart in het toestel (of verwijdert u deze) en sluit u vervolgens de USB-kabel opnieuw aan op de PC. (DMC-FX3)
95
VQT0Y77
Page 96
Aansluiten op andere apparatuur
Beelden afdrukken
Door het toestel direct op een printer aan te sluiten die PictBridge verwerkt via de USB-kabel (bijgeleverd), kunt u de af te drukken opnamen kiezen of starten met afdrukken op het scherm van het toestel. Afdrukinstellingen zoals de afdrukkwaliteit op de printer vooraf instellen. (De gebruiksaanwijzing van de printer lezen.)
DIGITAL
AV OUT
DC IN
1 Het toestel en de printer
aanzetten.
2 Het toestel op een printer
aansluiten via de USB-kabel A (bijgeleverd).
• De USB-kabel aansluiten op de [ ] markering in de richting van de [2] markering op de [DIGITAL] aansluiting.
• De USB-kabel op C houden en deze er recht indoen of er uitnemen.
3 Op 4 drukken om [PictBridge
(PTP)] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
USB MODE
SEL. USB MODE
PC PictBridge(PTP)
SELEC INST.
• Als u op voorhand [USB MODE] in het [SET-UP] menu op [PictBridge (PTP)] instelt, hoeft u dit niet telkens te doen als u het toestel op de printer aansluit. (P23)
MENU
MENU
/SET
A: USB-kabel (bijgeleverd) B: AC-adapter (DMW-AC5; optioneel)
• Het kan tijd vergen om bepaalde opnamen af te drukken. Batterijen met voldoende stroom (P13) of de AC-adapter (DMW-AC5; optioneel) gebruiken als u wenst af te drukken.
• Het toestel uitzetten voordat u de kabel erin doet of verwijdert voor de AC-adapter (DMW-AC5; optioneel).
96
VQT0Y77
• Geen enkele andere USB-kabel gebruiken dan de meegeleverde kabel.
• Als er geen kaart in het toestel zit wanneer dit op de PC aangesloten wordt, kunt u de beeldgegevens op het ingebouwde geheugen bewerken of openen. Als er een kaart in het toestel zit, kunt u de beeldgegevens erop bewerken of openen. (DMC-FX3)
• U kunt niet overschakelen van het ingebouwde geheugen naar de kaart terwijl het toestel op de printer aangesloten is. Als u wenst over te schakelen van het ingebouwde geheugen naar de kaart, maakt u de USB-kabel los, doet u de kaart in het toestel (of verwijdert u deze) en sluit u vervolgens de USB-kabel opnieuw aan op de printer. (DMC-FX3)
Page 97
• Om de leeftijd in [BABY1]/[BABY2] (P57) in de scènefunctie of de vertrekdatum van [REISDATUM] (P59) af te drukken, gebruikt u het programma [LUMIX Simple Viewer] op de CD-ROM (bijgeleverd) en drukt u af met een PC. Voor informatie hierover raadpleegt u de aparte handleiding voor aansluiting op de PC aansluiting.
• Om meer te weten over printers die PictBridge verwerken, neemt u contact op met uw plaatselijke dealer.
Enkel beeld
1 Op 3 drukken om
[ENKELE FOTO] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
PictBridge
ENKELE FOTO DPOF FOTO
MENU
MENU
SELEC INST.
/SET
2 Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen en vervolgens op 4 drukken.
PictBridge
SELECTEER DE FOTO OM TE PRINTEN
SELEC PRINTEN
• Het bericht verdwijnt binnen ongeveer 2 seconden.
100_0001
1/3
EXIT
MENU
Aansluiten op andere apparatuur
3 Op 3 drukken om [PRINT START]
te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
ENKELE FOTO
PRINT START PRINT MET DAT. AANTAL PRINTS PAPIERAFMETING LAY-OUT PAGINA
SELECANNUL INST.
1
1秒
OFF
MENU
MENU
/SET
• Op [MENU/SET] drukken om het afdrukken te annuleren.
4 De USB-kabel losmaken na het
afdrukken.
Het afdrukken van de datum, het
aantal afdrukken, het formaat en de pagina-opmaak instellen
Elke onderdeel kiezen in stap
• De onderdelen die niet verwerkt worden door de printer worden afgebeeld in het grijs en kunnen niet gekozen worden.
• Wanneer u opnamen wilt afdrukken op een papierformaat of met een opmaak die niet verwerkt worden door het toestel, stelt u [PAPIERAFMETING] of [LAY-OUT PAGINA] in op [ ] en stelt u vervolgens het papierformaat of de opmaak in op de printer. (Voor details de handleiding van de printer raadplegen.)
• [PRINT MET DAT.]
De printerinstellingen hebben voorrang.
[OFF] Datum wordt niet afgedrukt. [ON] Datum wordt afgedrukt.
• Als de printer geen datum afdrukt, kan de datum niet op de foto afgedrukt worden.
• [AANTAL PRINTS]
Stel het aantal afdrukken in.
3.
97
VQT0Y77
Page 98
Aansluiten op andere apparatuur
• [PAPIERAFMETING]
(Papierformaten die ingesteld kunnen worden voor dit toestel) De papierformaten staan op de pagina’s 1/2 en 2/2. Op 4 drukken om te kiezen.
1/2
De printerinstellingen hebben voorrang.
[L/3.5qk5q]
89 mmk127 mm
[2L/5qk7q] 127 mmk178 mm [POSTCARD] 100 mm [A4] 210 mm
¢
2/2
[CARD SIZE]
k148 mm k297 mm
54 mmk85,6 mm
[10k15cm] 100 mmk150 mm
k6q] 101,6 mmk152,4 mm
[4q
k10q] 203,2 mmk254 mm
[8q [LETTER] 216 mm
¢Deze onderdelen kunnen niet afgebeeld
worden als de printer de papierformaten
k279,4 mm
niet verwerkt.
• [LAY-OUT PAGINA]
(Paginao pmaken die ingesteld kunnen worden met dit toestel)
Instellingen op de printer zijn voorzien van prioriteiten.
1 beeld zonder frame op 1 pagina 1 beeld met een frame op 1 pagina 2 beelden op 1 pagina 4 beelden op 1 pagina
• U kunt geen enkel onderdeel kiezen als de pagina-opmaak niet verwerkt kan worden door de printer.
DPOF-instelling
• De DPOF-print vooraf instellen op het toestel. (P84)
1 Op 4 drukken om [DPOF FOTO]
te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
PictBridge
ENKELE FOTO
DPOF FOTO
MENU
MENU
SELEC INST.
/SET
2 Op 3 drukken om [PRINT START]
te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
DPOF
PRINT START PAPIERAFMETING LAY-OUT PAGINA DPOF INSTELLING
SELECANNUL INST.
MENU
MENU
MENU
/SET
• U kunt [PRINT START] niet kiezen wanneer geen DPOF-print ingesteld is. [DPOF SET] kiezen en vervolgens de DPOF-print instellen. (P84)
• Op [MENU/SET] drukken om het afdrukken te annuleren.
3 De USB-kabel losmaken na het
afdrukken.
98
VQT0Y77
Page 99
Het afdrukken van de datum instellen
met vooraf ingestelde DPOF-print
We raden aan de DPOF-print voor de datum op voorhand in te stellen met [DPOF PRINT] (P85) wanneer de printer dit verwerkt. Als u [DPOF FOTO] kiest, start het afdrukken en wordt de datum afgedrukt.
Opmaakafdrukken
• Wanneer u een beeld verschillende keren afdrukt op 1 vel papier
Als u bijvoorbeeld een beeld 4 keer wilt afdrukken op 1 vel papier, [LAY-OUT PAGINA] instellen op [ ] en vervolgens [AANTAL PRINTS] instellen op 4.
• Wanneer u verschillende opnamen afdrukt op 1 vel papier (alleen in DPOF-print)
Als u bijvoorbeeld 4 verschillende opnamen wilt afdrukken op 1 vel papier, [LAY-OUT PAGINA] instellen op [ ] en vervolgens [AANTAL] in [DPOF PRINT] (P84) instellen op 1 voor elk van de 4 opnamen.
• Maak de USB-kabel niet los terwijl het waarschuwingspictogram [ ] op het scherm staat. (Afhankelijk van de printer wordt dit pictogram al dan niet weergegeven.)
• Als de resterende batterijstroom te laag wordt terwijl het toestel en de printer aangesloten zijn, knippert het statuslampje en hoort u een alarm. Als dit gebeurt tijdens het afdrukken, op [MENU/ SET] drukken en het afdrukken onmiddellijk stopzetten. Als u niet aan het afdrukken bent, de USB-kabel losmaken.
• Het toestel ontvangt een bericht van de printer wanneer de [¥] aanduiding oranje wort tijdens het afdrukken. Nadat het afdrukken voltooid is, controleren of er problemen zijn met de printer.
Aansluiten op andere apparatuur
• Als u veel DPOF-afdrukken maakt of veel DPOF-opnamen afdrukt, kunnen opnamen meerdere keren afgedrukt worden. Het op het scherm aangeduide resterende aantal afdrukken kan verschillen van de aantalinstelling. Dit is geen storing.
• Bij het afdrukken van de datum, kan de instelling op de printer de voorrang geven aan de instelling op het toestel. Controleer daarom ook de instelling voor het afdrukken van de datum op de printer.
99
VQT0Y77
Page 100
Aansluiten op andere apparatuur
Opnamen terugspelen op een TV-scherm
Opnamen terugspelen met de
AV-kabel (bijgeleverd)
• TV-aspect voor de camera instellen. (P24)
• Het toestel en de televisie uitschakelen.
DIGITAL
AV OUT
DC IN
1 De AV-kabel A (bijgeleverd)
aansluiten op de [AV OUT] aansluiting op het toestel.
• De AV-kabel aansluiten met de [ ] markering in de richting van de [2] markering op de [AV OUT] aansluiting.
• De AV-kabel op B houden en deze er recht indoen of uithalen.
2 De AV-kabel aansluiten op de
video-en geluidaansluitingen op de TV.
1 Geel:naar de videoaansluiting
2 Wit: naar het geluidsaansluiting
3 De televisie aanzetten en “externe
aansluiting” kiezen.
4 Zet het toestel aan.
• Geen andere AV-kabels gebruiken dan de meegeleverde kabel.
• Alleen wanneer de functieknop ingesteld is op de terugspeelfunctie [ ] wordt de opname op de TV afgebeeld.
• De boven- en onderkant of de rechter- en linkerkant van het beeld kunnen een beetje afgeknipt zijn op het scherm. Dit hangt van de TV zelf af.
• Afhankelijk van de instelling van de schermfunctie van de TV (op een breedschermtoestel of een high-definitiontoestel), kan het beeld horizontaal of verticaal uitgerekt worden en kunnen boven- en onderkant of linker­en rechterkant van het beeld eraf gesneden worden. Wijzig in dit geval de scherminstellingen.
• Geluid terugspelen gebeurt in mono.
• De gebruiksaanwijzing van de TV lezen.
• Als u een beeld verticaal terugspeelt, kan het wazig zijn.
• U kunt opnamen bekijken op TV’s in andere landen of plaatsen met een NTSC of PAL-systeem als u [VIDEO UIT] in het [SET-UP] menu instelt.
Opnamen terugspelen op een TV met
een slot voor een SD-geheugenkaart
Stilstaande opnamen die gemaakt zijn met een SD-geheugenkaart kunnen teruggespeeld worden op een TV met een SD-geheugenkaartslot.
• U kunt geen SDHC-geheugenkaart afspelen als het TV-model hier niet voor uitgerust is.
• Afhankelijk van het TV-model kunnen de opnamen misschien niet afgespeeld worden op het hele scherm.
• Bewegende beelden kunnen niet teruggespeeld worden. Om bewegende beelden terug te spelen, het toestel op de TV aansluiten met de AV-kabel (bijgeleverd).
• MultiMediaCard kunnen wellicht niet afgespeeld worden.
100
VQT0Y77
Loading...