Vóór gebruik, gelieve deze
instructies helemaal lezen.
Web Site: http://www.panasonic-europe.com
VQT0Y77
Page 2
Voor Gebruik
Voor Gebruik
Geachte Klant,
Wij willen van de gelegenheid gebruik
maken u te bedanken voor de aanschaf
van deze Panasonic Digitale Fotocamera.
Lees deze handleiding met aandacht en
bewaar hem binnen handbereik voor
toekomstige raadpleging.
Informatie voor Uw
Veiligheid
WAARSCHUWING
OM HET RISICO OP BRAND OF
SCHOKKEN EN STORENDE
INTERFERENTIES TE BEPERKEN,
DIENT U ALLEEN GEBRUIK TE
MAKEN VAN DE AANBEVOLEN
ACCESSOIRES EN DE APPARATUUR
NIET BLOOT TE STELLEN AAN
REGEN OF VOCHT. VERWIJDER HET
DEKSEL (ACHTERKANT) NIET, IN
HET APPARAAT BEVINDEN ZICH
GEEN GEBRUIKERSBEDIENBARE
ONDERDELEN. NEEM VOOR
ONDERHOUD CONTACT OP MET
DESKUNDIGE
ONDERHOUDSTECHNICI.
Neem zorgvuldig het auteursrecht in
acht.
Het opnemen van reeds beschreven
banden of schijven, of ander
gepubliceerd of uitgezonden materiaal,
voor andere doeleinden dan persoonlijk
gebruik, kunnen een overtreding van het
auteursrecht vormen. Zelfs voor privégebruik kan het opnemen van bepaald
materiaal aan beperkingen onderhevig
zijn.
• Houdt u er rekening mee dat de huidige
bedieningselementen, de onderdelen, de
menu-opties enz. van uw Digitale Camera
enigszins af kunnen wijken van de
illustraties die in deze Handleiding voor
Gebruik opgenomen zijn.
• SDHC Logo is een handelsmerk.
2
VQT0Y77
• Leica is een gedeponeerd handelsmerk
van Leica Microsystems IR GmbH.
• Elmarit is een gedeponeerd handelsmerk
van Leica Camera AG.
• Andere namen, bedrijfsnamen en
productnamen die in deze handleiding
voorkomen, zijn handelsmerken of
geregistreerde handelsmerken van de
betreffende bedrijven.
HET STOPCONTACT MOET IN DE
NABIJHEID VAN HET APPARAAT
GEÏNSTALLEERD WORDEN EN
MAKKELIJK BEREIKBAAR ZIJN.
GEVAAR
Explosiegevaar wanneer de batterij op
onjuiste wijze vervangen wordt.
Vervang alleen door een zelfde soort
batterij of equivalent, die door de
fabrikant aanbevolen worden. Gooi de
gebruikte batterijen weg zoals door de
fabrikant voorgeschreven wordt.
∫ Opmerking betreffende lithiumbatterijen
≥Bij dit product zijn lithiumbatterijen
geleverd. Wanneer deze verbruikt zijn,
mag u deze niet weggooien maar moet u
deze inleveren als klein chemisch afval.
≥Dit apparaat bevat een lithiumbatterij als
stroomvoorziening voor de klok.
≥Raadpleeg uw leverancier over het verwijderen
van de lithiumbatterij op het moment dat u het
apparaat aan het einde van de levensduur
vervangt.
≥Verzekert u ervan dat de ingebouwde
lithiumbatterij door vakbekwaam
servicepersoneel wordt verwijderd.
∫ Alleen voor servicepersoneel:
Schroevendraaier
Printplaat
≥Verwijder de lithiumbatterij van de Gedrukte
Bedradingsplaat met behulp van de
schroevendraaier etc. zoals het figuur hierboven.
≥De vorm van de Gedrukte Bedradingsplaat en
de positie van de lithiumbatterij kunnen
verschillen afhankelijk van het model van de
digitale fotocamera.
Lithiumbatterij
Page 3
Voor Gebruik
Informatie over het weggooien van elektrische en elektronische apparatuur
(particulieren)
Dit symbool betekent in Europa dat gebruikte elektrische en
elektronische producten niet bij het normale huishoudelijke afval
mogen.
Lever deze producten in bij de aangewezen inzamelingspunten, waar
ze gratis worden geaccepteerd en op de juiste manier worden
verwerkt, teruggewonnen en hergebruikt. In Nederland kunt u uw
producten bij uw winkelier inleveren bij de aanschaf van een
vergelijkbaar nieuw product.
Wanneer u dit product op de juiste manier als afval inlevert, spaart u
waardevolle hulpbronnen en voorkomt u potentiële negatieve
gevolgen voor de volksgezondheid en het milieu, die anders kunnen ontstaan door een
onjuiste verwerking van afval. Neem contact op met uw gemeente voor meer informatie
over het dichtstbijzijnde inzamelingspunt of raadpleeg www.nvmp.nl, www.ictoffice.nl of
www.stibat.nl.
Voor zakelijke gebruikers in de Europese Unie
Neem voor het weggooien van elektrische en elektronische apparatuur contact op met
uw leverancier voor verdere informatie.
Informatie over verwijdering van afval in landen buiten de Europese Unie
Dit symbool is alleen geldig in de Europese Unie.
Neem wanneer u dit product wilt weggooien, contact op met de lokale overheid of uw
leverancier en vraag wat de juiste verwijderingsmethode is.
∫ Zorgdragen voor de fotocamera
• Het toestel niet erg schudden of stoten.
Het toestel kan stoppen normaal te
werken, beelden kunnen niet opgenomen
worden of de lens kan beschadigd raken.
• Zand of stof kan ervoor zorgen dat het
toestel slecht gaat werken. Ervoor zorgen
dat er geen zand of stof in de lens of de
aansluitingen komt wanneer u het toestel
op het strand etc. gebruikt.
• Ervoor zorgen dat er geen water in het
toestel komt wanneer u het gebruikt op
een regenachtige dag of op het strand.
• Als er zeewaterdruppels op het toestel
komen, een droge doek gebruiken om
het toestellichaam voorzichtig af te
drogen.
∫ Over de LCD-monitor
• Niet met grote kracht op de LCDmonitor drukken. Ongelijke kleuren
kunnen op de LCD-monitor verschijnen
en dit kan voor storing zorgen.
• Er kan zich condensatie op de LCDmonitor vormen op plekken met grote
temperatuurverschillen. De condensatie
er met een zachte, droge doek afvegen.
• Als het toestel koud is wanneer u het
aanzet, kan het beeld op de LCD-monitor
aanvankelijk een beetje donkerder dan
normaal zijn. Het beeld zal echter weer
normaal helder worden zodra het toestel
zelf opgewarmd is.
3
VQT0Y77
Page 4
Voor Gebruik
De LCD-monitor wordt geproduceerd
met hoge-precisietechnologie. Toch
kunnen er donkere of lichte punten op
het scherm staan (rood, blauw of
groen). Dit is geen defect. De LCDmonitors hebben meer dan 99,99%
effectieve pixels met nauwelijks 0,01%
van de pixels die niet actief zijn of altijd
oplichten. De punten zullen niet
opgenomen worden op beelden op het
ingebouwde geheugen (DMC-FX3) of
een kaart.
∫ Over de Lens
• Niet hard op de lens drukken.
• Het toestel niet met de lens naar de zon
toe laten aangezien dit voor het slecht
gaan werken van het toestel kan zorgen.
Verder voorzichtig zijn wanneer u het
toestel buiten laat of dicht bij een raam.
Over condens (Als de lens bedampt is)
∫
• Condens doet zich voor wanneer de
omgevingstemperatuur of vochtigheid
wijzigt zoals hieronder beschreven wordt.
Op condens letten omdat het vlekken op
de lens, schimmel of storing veroorzaakt.
– Wanneer het toestel naar binnen wordt
gebracht van de kou naar een warme
kamer.
– Wanneer het toestel verplaatst wordt
van buiten de auto naar de auto met
airconditioning aan.
– Wanneer koele wind van een
airconditioner etc. direct op het toestel
geblazen wordt.
– Op vochtige plekken
• Om condensatie te voorkomen, het
toestel in een plastic zak stoppen totdat
de temperatuur van het toestel dicht bij
die van de omgevingstemperatuur is. Als
er zich condensatie voordoet, het toestel
uitzetten en het ongeveer 2 uren met rust
laten. De mist zal op natuurlijke wijze
verdwijnen wanneer de temperatuur van
het toestel dicht in de buurt komst van die
van de omgevingstemperatuur.
∫ Wanneer u het toestel niet gebruikt
gedurende een lange tijdsperiode
• De batterij in een koele en doge plaats
met een relatief stabiele temperatuur
opbergen.
[Aanbevolen temperatuur:
15 oC tot 25 oC,
Aanbevolen vochtigheid: 40% tot 60%]
• De batterijen en de kaart altijd uit het
toestel verwijderen.
• Als de batterijen in het toestel gelaten
worden zullen ze ontladen zelfs als het
tostel uitstaat. Als de batterijen nog langer
in het toestel blijven, zullen ze te veel
leegraken en kunnen ze onbruikbaar
worden, zelfs wanneer ze opgeladen
worden.
• Wanneer de batterijen voor een lange tijd
opgeslagen worden, raden we aan ze
eens per jaar op te laden. De batterijen uit
het toestel verwijderen en ze weer
opslaan nadat ze helemaal leeg geraakt
zijn.
• We raden aan het toestel op te slaan met
een droogmiddel (kwartsglas gel)
wanneer u deze in een kast bewaart.
4
VQT0Y77
Page 5
De Instelknop
Zet deel A op de gewenste functie.
Draai de instelknop langzaam maar zeker
op elke functie.
: Normale opnamefunctie (P25)
Deze functie voor gewoon opnemen
gebruiken.
: Macrofunctie (P49)
Deze functie laat het u toe een closeupbeeld te maken van een onderwerp.
: Bewegende beeldenfunctie (P64)
Deze functie laat het u toe bewegende
beelden op te nemen.
: Scènefunctie (P50)
Deze functie laat het u toe opnamen te
maken die afhangen van de
opnamescènes.
: Simpele functie (P28)
Dit is de aangeraden functie voor
beginners.
Voor Gebruik
∫ Over aanduidingen in deze
handleiding
Hier aangegeven functies laten het u toe de
functies of instellingen die op deze pagina
beschreven worden te gebruiken. Deze
instelknop instellen op welke van de
functies dan ook om de functies of
instellingen te gebruiken.
Nuttige of handige informatie voor het
gebruik van dit toestel wordt beschreven.
∫ Over illustraties in deze
gebruiksaanwijzing
Gelieve opmerken dat de verschijning van
dit product, de illustratie of het
menuscherm enigszins verschillen van die,
die in werkelijkheid in gebruik zijn.
De procedure wordt beschreven voor
DMC-FX07 als een voorbeeld.
∫ Over illustraties van de cursorknop en
[MENU/SET] knop
In deze gebruiksinstructies, worden het
gebruik van de cursorknop en de [MENU/
SET] knop beschreven met illustraties.
De illustraties in deze
gebruikshandleiding tonen DMC-FX07.
: Terugspeelfunctie (P34)
Deze functie laat het u toe opgenomen
opnamen terug te spelen.
5
VQT0Y77
Page 6
Voor Gebruik
b.v.: Wanneer u op de 4 knop drukt en
dan op de [MENU/SET] knop drukt
DMC-FX07
MENU
SET
REV
DMC-FX3
MENU
SET
REV
MENU
SET
REV
MENU
/SET
MENU
SET
REV
6
VQT0Y77
Page 7
Inhoud
Gevorderd
Voor Gebruik
Informatie voor Uw Veiligheid ...................2
De Instelknop............................................5
• Worden de SD-geheugenkaart, de
SDHC-geheugenkaart en de
MultiMediaCard aangeduid als kaart in de
tekst.
• SD-geheugenkaarten zijn optioneel.
U kunt opnamen opnemen of
terugspelen met het ingebouwde
geheugen als u geen kaart gebruikt.
(P17) (DMC-FX3)
• Raadpleeg uw dealer of het
dichtstbijzijnde servicecentrum als u
meemeegeleverde accessoires verliest.
(U kunt de accessoires apart
aanschaffen.)
∫ Opmerking over batterijen
Bij dit product zijn
batterijen geleverd.
Wanneer deze verbruikt
zijn, mag u deze niet
weggooien maar moet u
deze inleveren als klein
chemisch afval (k.c.a.).
Dit is een beknopt overzicht van hoe u
opnamen opneemt en terugspeelt met het
toestel. Bij elke stap controleert u de
pagina's waarnaar verwezen wordt en die
tussen haakjes staan.
1 De batterij opladen. (P12)
• De batterij wordt niet opgeladen voor
de verzending. Laad de batterij dus
eerst op.
2 Doe de batterij en de kaart in het
toestel. (P14, 15)
Voorbereidng
3 Zet het toestel aan om opnamen
te maken.
• Stel de klok in. (P18)
OFF
1 Stel de functieknop in op [].
2 Druk de ontspanknop in om opnamen
te maken. (P25)
ON
4 Speel de opnamen terug af.
1 Stel de functieknop in op [].
2 Kies de opname die u wil bekijken.
(P34)
• Als u geen kaart gebruikt, kunt u
opnamen opnemen of terugspelen
met het ingebouwde geheugen;
(P17). P16 raadplegen als u een kaart
gebruikt. (DMC-FX3)
11
VQT0Y77
Page 12
Voorbereidng
De batterij opladen
met de oplader
De batterij wordt niet opgeladen voor de
verzending. Laad dus de batterij eerst op.
1 Steek de batterij in de goede
richting.
2 Sluit de AC-kabel aan.
• De AC-kabel gaat niet helemaal in de
AC-aansluiting. Er blijft een stukje over
zoals op de afbeelding.
3 Maak de batterij los als deze
opgeladen is.
• Haal de AC-kabel uit het stopcontact als
de batterij opgeladen is.
• De batterij wordt warm na het gebruik/
laden of tijdens het laden. Ook de
fotocamera wordt warm tijdens het
gebruik. Dit is echter geen storing.
• Een volle batterij raakt leeg als u deze
lang niet gebruikt. Laad de batterij
opnieuw op.
• Gebruik hiervoor de oplader.
• Laad de batterij op met de oplader.
• De oplader niet uit elkaar halen of er
iets aan wijzigenwijzigen.
• Het laden start als het lampje
[CHARGE] A groen oplicht.
• Het laden is gedaan als het lampje
[CHARGE] A uitgaat (na ongeveer
130 minuten).
12
VQT0Y77
Page 13
Over de batterij
(Opladen/Aantal opnamen)
∫ Batterijaanduiding
De resterende batterijstroom verschijnt op
het scherm. [Deze verschijnt niet wanneer
u de camera gebruikt met de AC-adapter
(DMW-AC5; optioneel).]
• De batterijaanduiding wordt rood en
knippert. (Het statuslampje knippert als
de LCD-monitor uit gaat.) Laad de batterij
op of vervang deze door een volle batterij.
∫ Levensduur van de batterij
Het aantal opnamen (Volgens
CIPA-standaard in normale beeldfunctie)
Aantal opnamen
Opnamevoorwaarden volgens
CIPA-standaard
• Temperatuur: 23 °C/
Vochtigheid: 50% wanneer de
LCD-monitor aan staat.
• Met een Panasonic SD-geheugenkaart
(16 MB). (bijgeleverd: DMC-FX07/
optioneel: DMC-FX3)
• De geleverde batterij gebruiken.
• Opnemen begint 30 seconden nadat de
fotocamera aangezet is. (Als de optische
beeldstabilisator ingesteld is op
[MODE1].)
• Om de 30 seconden opnemen, met volle
flits om de opname.
• Het zoomhendeltje van Tele naar Breed of
andersom zetten bij elke opname.
• Het toestel om de 10 opnamen uitzetten.
• CIPA is een afkorting van
[Camera & Imaging Products
Association].
¢Het aantal foto’s dat u kunt maken, neemt
af in de LCD-versterkingsfunctie of in de
breedhoekfunctie (P39).
Ongeveer 320 opnamen
(Ongeveer 160 min)
¢
Voorbereidng
Het aantal opnamen verschilt afhankelijk
van de pauzetijd van de opname.
Als de pauzetijd tussen de opnamen
langer wordt, neemt het aantal
mogelijke opnamen af.
[bijv. Als u om de 2 minuten opnamen
maakt, neemt het aantal mogelijke
opnamen af tot ongeveer 80.]
Terugspeeltijd
Terugspeeltijd Ongeveer 360 min
Het aantal opnamen en de terugspeeltijd
zal variëren afhankelijk van de
werkingsomstandigheden en
opslagcondities van de batterij.
∫ Opladen
OplaadtijdOngeveer 130 min
Oplaadtijd en aantal mogelijke opnamen
met het optionele batterijpakket
(CGA-S005E) zijn dezelfde als hierboven.
• Als het opladen start, brandt de
[CHARGE] aanduiding.
∫ Als het [CHARGE] lampje knippert
• De batterij heeft onvoldoende lading (te
leeg). Na een poosje zal het lampje
[CHARGE] gaan branden en het laden
starten.
• Als de batterij te warm of te koud is, zal
het lampje [CHARGE] gaan knipperen en
de laadtijd zal langer duren dan normaal.
• De polen op de lader of op de batterij zijn
vuil. Wrijf ze in dit geval schoon met een
droge doek.
• Wanneer de bedrijfstijd van de camera
extreem kort wordt zelfs als de batterij
goed opgeladen is, zou de levensduur van
de batterij aan zijn eind kunnen zijn. Koop
een nieuwe batterij.
∫ Opnamecondities
• Laad de batterij op bij in een temperatuur
tussen 10 oC en 35 oC. (Dit moet ook de
temperatuur van de batterij zelf zijn.)
• De prestatie van de batterij kan tijdelijk
verminderen en de bedrijfstijd kan korter
worden bij lagere temperaturen (b.v.
skiën/snowboarden).
13
VQT0Y77
Page 14
Voorbereidng
De batterijen in het
toestel doen/eruit
halen
3 1 Sluit de kaart/batterijklep.
2 Zet de vrijgavehendeltje in de
richting van de pijl.
• Controleer of het toestel uitstaat en of de
lens ingetrokken is.
1 Zet de vrijgavehendeltje in de
richting van de pijl en open het
dekseltje op de kaart/batterij.
Steek de opgeladen batterij
precies in de goede richting.
Eruit halen:
Open de batterijruimte A om de
batterij te verwijderen.
OPEN LOCK
• Haal de batterij uit het toestel na gebruik.
De batterij opslaan in de batterijhouder
(bijgeleverd).
• Wanneer helemaal opgeladen batterijen
in het toestel hebben gezeten gedurende
meer dan 24 uren, wordt de klokinstelling
opgeslagen in het toestel voor ongeveer
3 maanden zelfs als u de batterijen eruit
haalt. Haal de batterijen uit het toestel na
gebruik. (Als u een batterij met
onvoldoende stroom in het toestel doet,
kan ook de tijdspanne die normaal geldt
voor het klokgeheugen korter worden.) In
elk geval worden de klokinstellingen
geannuleerd na deze tijd. In dit geval dient
u de klok opnieuw in te stellen. (P18)
• De kaart en de batterij niet verwijderen
terwijl de kaart wordt gebruikt. De
gegevens zouden beschadigd kunnen
worden. (P16)
• De batterij niet verwijderen totdat de
LCD-monitor en het statuslampje
(groen) uit zijn gegaan omdat anders
de instellingen verkeerd opgeslagen
kunnen worden.
• De geleverde batterij is alleen bedoeld
voor dit toestel. Gebruik de batterij niet
voor andere apparatuur.
14
VQT0Y77
Page 15
De kaart in het toestel
doen/eruit halen
• Controleer of het toestel uitstaat en de
lens ingetrokken is.
•
Een SD-geheugenkaart
(bijgeleverde: DMC-FX07/
optionele: DMC-FX3), een
SDHC-geheugenkaart (optioneel) of een
MultiMediaCard (optioneel)
houden.
• U kunt opnamen maken of terugspelen
met het ingebouwde geheugen als u
geen kaart gebruikt. (P17) (DMC-FX3)
1 Zet de vrijgavehendeltje in de
richting van de pijl en open de
batterij/kaartklep.
OPEN LOCK
2 Erin doen:
De kaart helemaal erin doen
totdat deze klikt.
Eruit halen:
Druk de kaart totdat deze klikt, trek
de kaart er vervolgens recht uit.
gereed
Voorbereidng
• De kaart kan beschadigd worden als ze
niet goed in het toestel zit.
3 1 Sluit de kaart/batterijklep.
2 Zet de vrijgavehendeltje in de
richting van de pijl.
OPEN LOCK
• Als u de kaart/batterijklep niet helemaal
kunt sluiten, haalt u de kaart eruit en
steekt u deze er weer in.
• De kaart en de gegevens kunnen
beschadigd worden als u de kaart in
het toestel doet of eruit haalt terwijl het
toestel aan staat.
• We raden het gebruik aan van een
SD-geheugenkaart/
SDHC-geheugenkaart van Panasonic.
• Controleer de richting van de kaart.
• Raak de aansluitingen op de achterkant
van de kaart niet aan.
15
VQT0Y77
Page 16
Voorbereidng
Over de kaart
∫ Toegang tot de kaart
De kaartaanduiding A licht rood op als
opnamen op de kaart worden geschreven.
3
Als de kaartaanduiding oplicht, worden
opnamen gelezen of gewist of wordt de
kaart geformatteerd. Niet toegestane
handelingen:
• Het toestel uitzetten.
• De batterij of de kaart verwijderen.
• Met het toestel schudden of ermee
kloppen.
• Maak de AC-adapter niet los (DMW-AC5;
optioneel).
De kaart en de gegevens kunnen
beschadigd raken en het toestel zou
kunnen ophouden met normaal werken.
∫ De kaart gebruiken
Zet regelmatig belangrijke opnamen/
beeldopnamen van de kaart over naar de
PC (P93). De gegevens op de kaart
kunnen beschadigen of verloren raken door
elektromagnetische golven, statische
elektriciteit; het toestel kan stuk raken of de
kaart kan beschadigd raken.
• Formatteer de kaart niet op de PC of
andere apparatuur. Formatteer de kaart
alleen op het toestel zelf zodat er niets
kan mislopen. (P92)
• De lees-/schrijfsnelheid van een
SD-geheugenkaart en een
SDHC-geheugenkaart is groot. Beide
typen kaarten zijn uitgerust met een
Schrijfbeveiligingschakelaar B, waarmee
schrijven en formatteren van de kaart
verhinderd wordt. (Als u de beveiliging op
[LOCK] zet, is het niet mogelijk om
gegevens op de kaart te schrijven of te
wissen en de kaart te formatteren. Zet u
de beveiliging weer terug, dan zijn deze
functies weer beschikbaar.)
16
VQT0Y77
16
Gelieve deze informatie op de volgende
website bevestigen.
http://panasonic.co.jp/pavc/global/cs
(Deze site is alleen in het Engels.)
• Voor informatie over het aantal opneembare
beelden en de beschikbare opnametijd voor
elke kaart, P114 raadplegen.
• Dit toestel is compatibel met de
SD-geheugenkaarten gebaseerd op de
SD-geheugenkaartspecificaties en
geformatteerd in het FAT12-systeem en het
FAT16-systeem. Het is tevens compatibel
met de SDHC-geheugenkaarten die
gebaseerd zijn op de
SD-geheugenkaartspecificaties en
geformatteerd zijn in het FAT32-systeem.
• De SDHC-geheugenkaart is een
geheugenkaartstandaard die bepaald is
door de SD-associatie in 2006 voor hoog
vermogen-geheugenkaarten die meer
dan 2 GB kunnen bevatten.
• Dit toestel is compatibel met zowel een
SD-geheugenkaart als met een
SDHC-geheugenkaart. U kunt een
SDHC-geheugenkaart gebruiken in de
apparatuur dat compatibel is met
SDHC-geheugenkaarten maar u kunt
geen SDHC-geheugenkaart gebruiken die
alleen compatibel is met
SD-geheugenkaarten. (Als u een
SDHC-geheugenkaart in andere
apparatuur gebruikt, altijd de
gebruiksaanwijzing gebruiken voor de
andere apparatuur.)
• Deze inrichting verdraagt het opnemen
van bewegende beelden op
MultiMediaCard niet. We raden het
gebruik van Hoge
Snelheid-SD-geheugenkaarten/
SDHC-geheugenkaarten aan wanneer u
bewegende beelden opneemt. (P64)
Page 17
• De SD-geheugenkaart,
SDHC-geheugenkaart en MultiMediaCard
zijn klein, lichtgewicht, verwijderbare
externe kaarten.
• De aflees-/schrijfsnelheid van een
MultiMediaCard is langzamer dan die van
een SD-geheugenkaart of een
SDHC-geheugenkaart. Wanneer u een
MultiMediaCard gebruikt, kan de prestatie
van bepaalde functies enigszins
langzamer zijn dan geadverteerd.
• Hou de geheugenkaart buiten het bereik
van kinderen om inslikken ervan te
voorkomen.
Voorbereidng
Over het ingebouwde
geheugen (DMC-FX3)
• Het ingebouwde geheugen is alleen
beschikbaar in DMC-FX3.
∫ Ingebouwd geheugen []
U kunt opnamen maken of terugspelen
met het ingebouwde geheugen als u
geen kaart gebruikt.
• Het ingebouwde geheugenvermogen is
ongeveer 13,5 MB.
• De beeldresolutie is vast ingesteld op
QVGA (320k240 pixels) voor
bewegende beelden met het
ingebouwde geheugen geschreven.
(P64)
∫ Kaart []
U kunt opnamen maken of terugspelen
met een kaart.
(Het ingebouwde geheugen kan niet
gebruikt worden als er een kaart in het
toestel zit.)
∫ Toegang tot het ingebouwde
geheugen of de kaart
• De kaartaanduiding wordt rood als er
opnamen met het ingebouwde geheugen
worden gemaakt.
• Niet doen wanneer de kaartaanduiding
gaat branden, opnamen worden gelezen
of gewist of het ingebouwde geheugen
wordt geformatteerd (P92):
– Het toestel uitzetten.
– De batterij of de kaart (indien gebruikt)
verwijderen.
– Met het toestel schudden of ermee
kloppen.
– De AC-adapter (DMW-AC5; optioneel)
losmaken. (Als u een AC-adapter
gebruikt).
De kaart en de gegevens kunnen
beschadigd raken en het toestel kan
ophouden met normaal werken.
17
VQT0Y77
Page 18
Voorbereidng
Pictogrammen op het scherm:
3
()
De datum en de tijd
instellen
(Klokinstelling)
()
A: Als u het ingebouwde geheugen
gebruikt
B: Als u het ingebouwde geheugen opent
C: Als u de kaart gebruikt
D: Als u de kaart opent
• Beeldgegevens die met het
ingebouwde geheugen of een kaart
opgenomen zijn, kunnen gekopieerd
worden van het ingebouwde geheugen
naar de kaart of andersom. (P90)
• Het ingebouwde geheugen (ongeveer
13,5 MB) kan gebruikt worden als
tijdelijke opslagruimte als de kaart vol
wordt.
• De gegevens op het ingebouwde
geheugen of de kaart kunnen beschadigd
raken of verloren gaan door
elektromagnetische golven of statische
elektriciteit of omdat het toestel of de
kaart stuk is. We raden aan belangrijke
gegevens op een PC enz. op te slaan.
• De toegangstijd voor het ingebouwde
geheugen kan langer zijn dan de
toegangstijd voor een kaart. (Max. ong.:
7sec.)
∫ Begininstelling
De klok is niet ingesteld zodat het volgende
scherm verschijnt wanneer u het toestel
aanzet.
OFF
ON
AUB KLOK INSTELLEN
KLOKINSTELLING
MENU
A: [MENU/SET] knop
B: Cursorknoppen
1 Op [MENU/SET] drukken.
2 Druk op 3/4/2/1 om de datum
en de tijd te kiezen.
:
:
KLOKINSTELLING
112006
00 00
:
JAN
..
D/M/J
ANNUL
MENU
SELECINST.
A: De tijd in uw woongebied
B: De tijd in uw reisbestemmingsgebied
(P60)
• 2/1: Kies het gewenste onderdeel
• 3/4: De afbeeldingvolgorde voor de
datum en tijd instellen.
EXIT
.
18
VQT0Y77
Page 19
• Op [ ] drukken om de klokinstelling te
annuleren zonder de datum en de tijd
op te slaan.
• Lees [WERELDTIJD] (P60) voor
informatie over het instellen van de
plaatselijke tijd en de reisbestemming.
3 Verschillende keren op [MENU/
SET] om het menu te sluiten.
• Zet het toestel uit als u klaar bent met
het instellen van de klok. Zet het
vervolgens weer aan en controleer of
de klok goed ingesteld is.
∫ Het veranderen van de klokinstelling
1 Op [MENU/SET] drukken.
2 Op 3/4 drukken om
[KLOKINSTELLING] te selecteren. (P70)
3 Op 1 drukken en vervolgens de stappen
2 en 3 uitvoeren om de klok in te stellen.
3
OPNAME
KLEUR EFFECT
FOTO INST.
KLOKINSTELLING
/
3
OFF
STANDAARD
Voorbereidng
Over het set-up Menu
• De onderdelen instellen zoals vereist.
(P20 tot 24 raadplegen voor elk
menuonderdeel.)
• Menuonderdelen verschillen afhankelijk
van de functie die gekozen is met de
instelfunctie (P5).
Het voorbeeld hieronder toont hoe u
[AUTO REVIEW] instelt als u de normale
beeldfunctie [] hebt gekozen.
• [RESETTEN] in het menu kiezen om terug
te keren naar de begininstellingen die u
aantreft bij aankoop. (P23)
• U kunt de klok ook in het [SET-UP]
menu instellen. (P19)
• Wanneer helemaal opgeladen batterijen
gedurende meer dan 24 uren in het
toestel laat zitten, wordt de klokinstelling
opgeslagen in het toestel voor ongeveer
3 maanden zelfs als de batterijen eruit
gehaald worden.
• U kunt het jaar instellen tussen 2000 en
2099. Er wordt gebruik gemaakt van het
24 uren systeem.
• Als de datum niet in het toestel
opgeslagen is, zal deze niet afgedrukt
worden wanneer u een fotoprintservice
gebruikt, zelfs als deze de optie heeft om
de datum op uw foto’s af te drukken. (P85)
2 Op 4 drukken om het [SET-UP]
menupictogram [ ] te kiezen en
vervolgens op 1 drukken.
1
EXIT
/
n
OFF
4
0
MENU
VQT0Y77
SET-UP
KLOKINSTELLING
WERELDTIJD
LCD SCHERM
RICHTLIJN
REISDATUM
SELEC
19
Page 20
Voorbereidng
3 Op 3/4 drukken om het
menuonderdeel te kiezen.
1
EXIT
EXIT
/
n
OFF
2
/
1SEC.
5MIN.
OFF
4
0
MENU
4
MENU
SET-UP
KLOKINSTELLING
WERELDTIJD
LCD SCHERM
RICHTLIJN
REISDATUM
SELEC
SET-UP
AUTO REVIEW
BATT. BESP.
ECO
BESPARING
TOON
ONTSPANNER
SELEC
• Druk op 4 in A om over te schakelen
naar de volgende menupagina.
4 Op 1 drukken, op 3/4 drukken
om de instelling te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
2
INST.
/
4
OFF
1SEC.
1SEC.
2MIN.
3SEC.
OFF
ZOOM
MENU
MENU
/SET
SET-UP
ECO
SELEC
AUTO REVIEW
BATT. BESP.
BESPARING
TOON
ONTSPANNER
5 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop tot de
helft indrukken om het menu te
sluiten.
∫ Over de inhoud van de
menuschermen
• Er zijn 4 menuschermen (1/4, 2/4, 3/4 en
4/4).
• U kunt in elk menuscherm overschakelen
naar een ander door de zoomhendel te
verplaatsen.
1
SET-UP
KLOKINSTELLING
WERELDTIJD
LCD SCHERM
RICHTLIJN
REISDATUM
SELEC
Op [] drukken om het [SET-UP] menu af
/
4
2
EXIT
1SEC.
2MIN.
SET-UP
SELEC
/
4
OFF
VOLUME
NR. RESET
RESETTEN
MENU
USB MODE
VIDEO UIT
SET-UP
n
0
AUTO REVIEW
BATT. BESP.
OFF
ECO
BESPARING
MENU
EXIT
TOON
ONTSPANNER
SELEC
[KLOKINSTELLING]
MENU
/SET
SET-UP
EXIT
SELEC
3
/
4
LEVEL
3
TV-ASPECT
SCÈNEMENU
NTSC
TAAL
MENU
EXIT
4
/
4
AUTO
NED
MENU
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P19)
Datum en tijd wijzigen. (P18)
[WERELDTIJD]
Druk op [] om het [SET-UP] menu te
MENU
/SET
openen en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P19)
[]:De tijd in uw woongebied is nu
ingesteld.
[]:De plaatselijke tijd van uw
reisbestemming is nu ingesteld.
• Lees P60 voor informatie over het
instellen van de [WERELDTIJD].
• De [WERELDTIJD] instelling beïnvloedt
tevens de eenvoudige functie [ ].
[LCD SCHERM]
MENU
Op [] drukken om het [SET-UP] menu af
/SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P19)
De helderheid van de LCD-monitor in
7 stappen aanpassen.
• De [LCD SCHERM] instelling beïnvloedt
tevens de eenvoudige functie [ ].
20
VQT0Y77
Page 21
[GUIDE LINE]
MENU
Op [] drukken om het [SET-UP] menu af
/SET
te beelden en het in te stellen item
selecteren. (P19)
Stel het patroon van de richtlijnen in die
afgebeeld worden wanneer u beelden
maakt. (P38)
U kunt ook instellen of u de
opnameinformatie en het histogram
afgebeeld wilt hebben wanneer de
richtlijnen afgebeeld worden.
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P19)
[SET]: Het toestel slaat nu ook de dag van
uw vakantie op waarop u de foto
hebt gemaakt.
[OFF]:Als u een opname maakt, wordt niet
opgenomen op welke dag van uw
vakantie deze maakt.
• Lees P59 voor informatie over het
instellen van [REISDATUM].
• De [REISDATUM] instelling beïnvloedt
tevens de eenvoudige functie [].
[AUTO REVIEW]
MENU
Op [] drukken om het [SET-UP] menu af
/SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te
selecteren. (P19)
[1SEC.]: Het opgenomen beeld verschijnt
automatisch op het scherm
gedurende ongeveer 1 seconde.
[3SEC.]: Het opgenomen beeld verschijnt
automatisch op het scherm
gedurende ongeveer 3 seconden.
[ZOOM]: Het opgenomen beeld verschijnt
automatisch op het scherm
gedurende 1 seconde. Deze
wordt vervolgens 4 keer vergroot
en verschijnt gedurende
1 seconde. Deze functie is nuttig
voor het bevestigen van de focus.
Voorbereidng
Beelden die opgenomen zijn met
behulp van auto bracket of
burstfunctie en beelden met
geluid worden niet vergroot zelfs
als [ZOOM] geselecteerd is.
[OFF]: Het opgenomen beeld verschijnt
niet automatisch.
• De automatische overzichtsfunctie is niet
geactiveerd in bewegende beeldenfunctie
[].
• Wanneer beelden opgenomen zijn in de
eenvoudige functie (P46), burstfunctie
(P48) of auto bracket, wordt de
automatische overzichtsfunctie
geactiveerd ongeacht de instelling op de
automatische overzichtsfunctie. (Het
beeld wordt niet vergroot.)
• De automatische overzichtsfunctie wordt
geactiveerd terwijl beelden met geluid
(P76) opgenomen worden ongeacht de
instelling ervan. (Het beeld wordt niet
vergroot.)
• De automatische overzichtsfunctie wordt
uitgeschakeld wanneer auto bracket of
burstfunctie gebruikt wordt, in de
bewegende beeldenfunctie [] of
wanneer [AUDIO OPNAME] of
[ZELFPORTRET] in scènefunctie op [ON]
gezet is.
[BATT. BESP.]
MENU
Op [] drukken om het [SET-UP] menu af
/SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P19)
[1MIN.]/[2MIN.]/[5MIN.]/[10MIN.]:
De energiebesparingsfunctie wordt
geactiveerd (het toestel wordt
automatisch uitgezet om de
batterijlevensduur te sparen) als u
het toestel net zo lang niet gebruikt
als ingesteld is in de
besparingsfunctie.
[OFF]: Energiebesparingsfunctie is niet
geactiveerd.
21
VQT0Y77
Page 22
Voorbereidng
• De ontspanknop tot de helft indrukken of
het toestel uit- en aanzetten om de
energiebesparingsfunctie te annuleren.
• Energiebesparingsfunctie is vastgesteld
op [5MIN.] in simpele functie [].
• Energiebesparingsfunctie is vastgesteld
op [2MIN.] in bezuinigingsfunctie.
• Wanneer de AC-adapter (DMW-AC5;
optioneel) gebruikt wordt, het toestel op
een PC of een printer aangesloten wordt,
er bewegende beelden worden gemaakt
of teruggespeeld worden en tijdens een
diavoorstelling, wordt de
energiebesparingsfunctie niet
geactiveerd. (De energiebesparing is in
elk geval vast ingesteld op [10MIN.] voor
handmatige diavoorstellingen of
onderbreking van een diavoorstelling.)
[BESPARING]
MENU
Op [] drukken om het [SET-UP] menu af
/SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te
selecteren. (P19)
De batterijlevensduur wordt bespaard door
het reduceren van de helderheid van de
LCD-monitor en deze automatisch uit te
zetten wanneer het toestel niet gebruikt
wordt in opnamefunctie.
[LEVEL 1]: De LCD-monitor gaat uit als
het toestel niet gebruikt wordt
gedurende ongeveer
15 seconden in opnamefunctie.
[LEVEL 2]: De LCD-monitor gaat uit als
het toestel niet gebruikt wordt
gedurende ongeveer
15 seconden in opnamefunctie
of gedurende ongeveer
5 seconden nadat er een beeld
gemaakt is.
[OFF]:Besparingsfunctie kan niet
geactiveerd worden.
• In de energiebesparingsfunctie gaat de
LCD-monitor uit als de flits opgeladen
wordt.
• De statusaanduiding licht op als de
LCD-monitor uit wordt gezet. Druk op een
willekeurige knop om de LCD-monitor
weer aan te zetten.
• De energiebesparing staat vast op [2MIN.]
in de energiebesparingsfunctie.
[De energiebesparingsfunctie is niet
geactiveerd wanneer de AC-adapter
(DMW-AC5; optioneel) gebruikt wordt.]
• De besparingsfunctie zal niet werken in
de eenvoudige functie [], als u de
AC-adapter (DMW-AC5; optioneel)
gebruikt, in de functie voor bewegende
beelden, als het menu op het scherm
staat of als u de zelfontspanner hebt
ingesteld.
• De helderheid van de LCD-monitor wordt
niet gereduceerd in de LCD-stroomfunctie
en in de breedhoekfunctie.
[TOON]
MENU
Op [] drukken om het [SET-UP] menu af
/SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P19)
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P19)
U kunt het speakervolume regelen in 7
stappen van 6 tot 0.
• Als u de camera aansluit op een TV wijzigt
dit het volume van de TV-speakers niet.
[NR.RESET]
MENU
Op [] drukken om het [SET-UP] menu af
/SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P19)
Stel dit in als u het bestandsnummer van
de opname vanaf 0001 op de volgende
opname wenst te starten. (Het
mapnummer wordt vernieuwd en het
bestandsnummer start vanaf 0001.)
• U kunt een mapnummer tussen 100 en
999 toewijzen.
Wanneer u het mapnummer 999 bereikt,
kunt u niet verder instellen. Wij raden aan
de kaart te formatteren nadat u de
gegevens op een PC of ergens anders
opgeslagen hebt.
• Om het mapnummer opnieuw op 100 te
zetten, het ingebouwde geheugen
(DMC-FX3) of de kaart eerst (P92)
formatteren en vervolgens deze functie
gebruiken om het bestandsnummer
opnieuw in te stellen.
Er verschijnt een resetscherm voor het
mapnummer. [JA] kiezen om het
mapnummer opnieuw in te stellen.
• P94 raadplegen voor gedetailleerde
informatie over het bestandsnummer en
het mapnummer.
• De [NR.RESET] instelling beïnvloedt
tevens de eenvoudige functie [].
[RESETTEN]
MENU
Op [] drukken om het [SET-UP] menu af
/SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P19)
De [OPNAME] of [SET-UP]
menu-instellingen worden weer teruggezet
naar de begininstellingen.
• De instelling van de geboortedatum voor
[BABY1]/[BABY2] (P57) in de
scènefunctie, het aantal dagen dat
verstreken is sinds de vertrekdatum voor
Voorbereidng
[REISDATUM] (P59) en de ingestelde
[WERELDTIJD] (P60) worden ook gereset
als u de [SET-UP] menu-instellingen reset.
Bovendien wordt [FAVORIETEN] (P82)
vast ingesteld op [OFF] en
[LCD ROTEREN] (P83) op [ON].
• Het mapnummer en de klokinstelling
worden niet gewijzigd.
[USB MODE]
MENU
Op [] drukken om het [SET-UP] menu af
/SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P19)
Het USB-communicatiesysteem kiezen
voordat of nadat u het toestel op uw PC of
printer aansluit met de USB-kabel
(bijgeleverd).
[SELECT. VERBINDING]:
[PC] of [PictBridge (PTP)] kiezen als u
het toestel op een PC of een printer
hebt aangesloten die PictBridge
verwerkt.
[PC]:
Instellen na of voor aansluiten op een
PC.
[PictBridge (PTP)]:
Instellen na of voor het aansluiten op
een printer die PictBridge verwerkt.
• Wanneer u [PC] kiest, wordt het toestel
aangesloten via het “USB Mass Storage”
communicatiesysteem.
• Wanneer u [PictBridge (PTP)] kiest, wordt
het toestel aangesloten op het “PTP
(Picture Transfer Protocol)”
communicatiesysteem.
[VIDEO UIT]
(Alleen in de terugspeelfunctie)
(P100)
MENU
Op [] drukken om het [SET-UP] menu af
/SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P19)
[NTSC]: Video-output wordt op NTSC
systeem ingesteld.
[PAL]:Video-output wordt op PAL
systeem ingesteld.
23
VQT0Y77
Page 24
Voorbereidng
[TV-ASPECT]
(Alleen Terugspeelfunctie)
MENU
Op [] drukken om het [SET-UP] menu af
/SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te
selecteren. (P19)
[]:
Kies dit als u de camera aansluit op een
16:9 TV.
[]:
Kies dit als u de camera aansluit op een
TV met 4:3 scherm.
• Dit is geschikt voor het afspelen van
opnamen gemaakt met een []
aspectratio op het volledige scherm
van een 16:9 TV. Opnamen gemaakt
een [] of [] aspectratio
worden weergegeven met zwart-witte
banden rechts en links van het
scherm.
• Als u [] kiest, worden beelden die
opgenomen zijn met een [] of
[] aspect afgebeeld met witte
banden bovenaan en onderaan op het
scherm.
• Als u [] kiest en de AV-kabel
gebruikt (bijgeleverd) voor weergave
(P100) verschijnen de opnamen
verticaal op de LCD-monitor.
[SCÈNEMENU]
MENU
Op [] drukken om het [SET-UP] menu af
/SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P19)
[AUTO]: [SCÈNE MODE] scènemenu
verschijnt automatisch wanneer
de instelknop op scènefunctie
ingesteld wordt. De gewenste
scènefunctie kiezen. (P50)
[OFF]: Het [SCENE MODE] menu
verschijnt niet wanneer de
instelknop op staat en het toestel
in de huidig gekozen
scènefunctie gebruikt wordt. Als u
de scènefunctie wijzigt, drukt u op
de [MENU/SET] knop om het.
[SCÈNE MODE] scènemenu af te
beelden en vervolgens de
gewenste scènefunctie te kiezen.
[TAAL]
MENU
Op [] drukken om het [SET-UP] menu af
/SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P19)
Kies de taal in het menuscherm uit de
volgende talen. Stel de gewenste taal in
met 3/4 en bevestig dit met [MENU/SET].
• Als u per ongeluk een andere taal instelt,
kiest u [] in het pictogrammenmenu om
de gewenste taal in te stellen.
• De [TAAL] instelling beïnvloedt tevens de
eenvoudige functie [].
24
VQT0Y77
Page 25
Basiskennis
Opnamen maken
opnamen
Het toestel stelt automatisch de sluitertijd
en de lensopening in volgens de helderheid
van het object.
1 1 Zet het toestel aan.
2 Normale beeldfunctie kiezen
[].
OFF
ON
Basiskennis
AF-functie, verschijnt de AF-functie niet
totdat er op het onderwerp scherp
gesteld wordt. (P77)
• De afgebeelde AF-zone is groter dan
normaal wanneer de digitale zoom
gebruikt wordt of wanneer er opnamen
gemaakt worden op donkere plekken.
(P77)
Wanneer er
niet
scherpgesteld
is op het object
Aanduiding
voor de
scherpstelling
AF-zoneGaat van wit
GeluidBiept 4 keer Biept 2 keer
Knippert
(groen)
naar rood of
geen
AF-zone
Wanneer er
scherpgesteld
is op het object
Aan (groen)
Gaat van wit
naar groen
2
De AF-zone 1 op het punt waarop
u scherp wilt stellen richten en
vervolgens de ontspanknop tot de
helft indrukken.
1/25F2.8
• A: De ontspanknop tot de helft
indrukken om scherp te stellen.
• De focusaanduiding 2 gaat branden en
vervolgens worden de lensopening 3
en de sluitertijd 4 afgebeeld.
• Wanneer de ISO-gevoeligheid ingesteld
is op [], zal de sluitertijd niet
afgebeeld worden. (P64) (DMC-FX07)
• Als [] (DMC-FX07)/[]
(DMC-FX3) of [] gebruikt wordt in
3 Een opname maken.
1/25F2.8
• B: Druk de ontspanknop helemaal in
om een opname te maken.
• We raden aan te controleren of de klok
juist ingesteld is voordat u opnamen
maakt. (P18)
• Wanneer u de ontspanknop indrukt, kan
het scherm gedurende een moment
helder of donker worden. Met deze functie
kunt u scherpstellen zonder het beeld te
vervormen.
25
VQT0Y77
Page 26
Basiskennis
• Wanneer er een tijd ingesteld is voor
energiebesparing (P21), gaat het toestel
automatisch uit als u dit niet gebruikt
binnen de ingestelde tijd. Om het toestel
weer te gebruiken, de ontspanknop tot de
helft indrukken of het toestel aan- en
uitzetten.
• Om ruis te voorkomen, raden we aan de
ISO-gevoeligheid (P73) lager te zetten of
[FOTO INST.] op [NATURAL] in te stellen.
(P79)
(De ISO-gevoeligheid is ingesteld op
[AUTO] voordat het toestel verzonden
wordt. Daarom neemt, wanneer er binnen
opnamen worden gemaakt enz., de
ISO-gevoeligheid toe.)
• Het beeld wordt misschien niet verticaal
afgebeeld als u het gemaakt hebt met een
naar boven of naar beneden gericht
toestel.
• Bewegende beelden die met een verticaal
gehouden toestel gemaakt zijn worden
niet verticaal afgebeeld.
∫ Wanneer u een object dat zich buiten
de AF-zone bevindt, wenst te nemen
(AF/AE Lock)
Wanneer u een opname maakt van
personen met een compositie zoals het
volgende beeld, zult u het toestel niet
kunnen scherpstellen op het object omdat
de personen buiten de AF-zone vallen.
∫ Tips om mooie opnamen te maken
• Het toestel voorzichtig vasthouden met
beide handen, armen stil houden en uw
benen een beetje spreiden.
• Het toestel niet bewegen wanneer u op de
ontspanknop drukt.
• De fotoflits of de AF-lamp niet bedekken
met uw vingers of andere voorwerpen.
• De voorkant van de lens niet aanraken.
• Als u niets op de LCD-monitor ziet door
zonlicht of ander licht dat erop schijnt,
raden wij aan het licht af te schermen met
uw hand of iets anders terwijl u het toestel
gebruikt.
1: Wanneer u het toestel op zijn kant
2: Wanneer u het toestel verticaal houdt
A: Fotoflits
B:AF-lamp
∫ Richtingfunctie
Beelden die opgenomen zijn met een
verticaal gehouden toestel worden verticaal
(gedraaid) teruggespeeld. (Alleen wanneer
[LCD ROTEREN] (P83) ingesteld is op
[ON])
26
VQT0Y77
3
In dit geval,
1 De AF-zone op het object richten.
2 De ontspanknop half indrukken om
scherp te stellen en de belichting in te
stellen.
• De focusaanduiding gaat branden
wanneer het object scherpgesteld is.
3 De ontspanknop half ingedrukt
houden als u het toestel beweegt om het
beeld samen te stellen.
4 De ontspanknop helemaal indrukken.
• U kunt herhaaldelijk de AF/AE Lock
proberen voordat u de ontspanknop
volledig indrukt.
1/25F2.8
1/25F2.8
Page 27
∫ Scherpstellen
• Het focusbereik is 50 cm tot ¶. Gebruik
de macrofunctie om close-up’s te
maken. (P49)
• Als de afstand tussen het toestel en het
object buiten het focusbereik van het
toestel valt, kan het beeld niet juist
scherpgesteld zijn zelfs als de
focusaanduiding brandt.
• In de volgende gevallen zou het toestel
niet goed scherp kunnen stellen op de
objectobjecten.
– Wanneer er zowel objectobjecten
dichtbij als objectobjecten ver weg zijn.
– Wanneer er vuil of stof op het glas zit
tussen de lens en het object.
– Wanneer er verlichte of schitterende
objecten rondom het object zijn.
– Wanneer u een opname maakt op een
donkere plek.
– Wanneer het object snel beweegt.
– Wanneer er weinig contrast in de scène
weinig is.
– Wanneer het toestel beweegt.
– Wanneer het object heel fel gekleurd is.
Wij raden aan in dit geval opnamen te
maken met AF/AE Lock. Op donkere
plaatsen kan de AF-lamp (P78)
inschakelen om op het object scherp te
stellen.
• Zelfs als de focusaanduiding verschijnt en
er op het object scherpgesteld is, wordt
deze geannuleerd als u de ontspanknop
loslaat. Druk de ontspanknop opnieuw
half in.
∫ Golfstoring (camerabeweging)
• Op bewegingbeweging letten wanneer u
de ontspanknop indrukt.
• Als het toestel beweegt door een
langzame sluitertijd, verschijnt de
bewegingswaarschuwing A.
Basiskennis
• Wanneer deze waarschuwing verschijnt,
raden wij aan een statief te gebruiken. Als
u geen statief kunt gebruiken, let u goed
op de manier waarop u het toestel
vasthoudt (P26). Het gebruik van de
zelfontspanner voorkomt toestelbeweging
die veroorzaakt wordt door op de
ontspanknop te drukken als u een statief
gebruikt (P44).
• De sluitertijd zal vooral in de volgende
gevallen langzamer zijn. Houdt het toestel
stil vanaf het moment dat u de
ontspanknop indrukt totdat het beeld op
het scherm verschijnt. We raden in dit
geval het gebruik van een statief aan.
– Langzame synchr./Reductie
rode-ogeneffect (P40)
– [NACHTPORTRET] (P52)
– [NACHTL. SCHAP] (P52)
– [FEEST] (P54)
– [KAARSLICHT] (P54)
– [VUURWERK] (P54)
– [STERRENHEMEL] (P55)
– Als de sluitertijd langzamer wordt in
[SLUITER LANG] (P78)
∫ Belichting
• Als u de ontspanknop half indrukt
wanneer de belichting niet voldoende is,
worden de lensopeningaanduiding en de
sluitertijdaanduiding rood. (Deze worden
niet rood als de flits inschakelt.)
• De helderheid van het scherm hangt af
van de helderheid van de opgenomen
beelden, vooral wanneer er opnamen
gemaakt worden bij gedempt licht.
• Als de meeste objectobjecten op het
scherm helder zijn (bijv. blauwe lucht op
een lichte dag, een besneeuwd veld,
enz.), kunnen de opnamen donker
worden. Compenseer in dit geval de
belichtingswaarde. (P45)
1/10F2.8
27
VQT0Y77
Page 28
Basiskennis
Beelden maken met de
eenvoudige functie
Met deze functie kunnen beginners
gemakkelijker opnamen maken. Alleen de
basisfuncties verschijnen in het menu om
de handelingen eenvoudig te houden.
∫ Basismenu-instellingen
1 Op [MENU/SET] drukken.
2
Op
3/4
drukken om het gewenste
menuonderdeel te kiezen en
vervolgens op
3 Op 3/4 drukken om de gewenste
instelling te kiezen en vervolgens
op [MENU/SET] drukken.
4 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop tot de helft
indrukken om het menu te sluiten.
1 drukken.
EENVOUDIGE MODE
FOTO MODE
AUTO REVIEW
TOON
KLOKINSTELLING
SELECINST.
ENLARGE
"
4
MENU
k
6"/10k15cm
E-MAIL
∫ Instellingen in de eenvoudige functie
[FOTOMODE]
Geschikt om de opnamen
[ENLARGE]
te vergroten tot 8qk10q
grootte, lettergrootte enz.
Geschikt voor afdrukken
[4qk6q/
met een normale grootte.
10k15cm]
Geschikt voor het versturen
[E-MAIL]
van beelden als bijlage van
een e-mail of om beelden
op websites te plaatsen.
[AUTO REVIEW]
[OFF] Het opgenomen beeld
verschijnt niet automatisch.
[ON]
Het opgenomen beeld verschijnt
automatisch op het scherm
gedurende ongeveer 1 seconde.
[TOON]
[OFF] Geen werkingsgeluid
[LAAG]
[HOOG]
Zacht werkingsgeluid
Hard werkingsgeluid
[KLOKINSTELLING]
Datum en tijd wijzigen. (P18)
•Als [4qk6q/10k15cm] of [E-MAIL]
ingesteld zijn in [FOTOMODE], wordt de
extra optische zoom geactiveerd en is de
zoomratio extra verhoogd tot een
maximum van
5,5k (DMC-FX07)/
4,1k (DMC-FX3). (P30)
• De instellingen voor [TOON] en
[KLOKINSTELLING] in de eenvoudige
functie worden ook toegepast op andere
opnamefuncties.
• De instellingen voor [WERELDTIJD] (P20),
[LCD SCHERM] (P20), [REISDATUM] (P21),
[TOON] (P22), [ONTSPANNER] (P22),
[NR.RESET] (P23) en [TAAL] (P24) in het
[SET-UP] menu worden toegepast op de
eenvoudige functie.
28
VQT0Y77
Page 29
∫ Andere instellingen in de eenvoudige
functie
In de eenvoudige functie worden andere
instellingen als volgt vastgesteld. Voor
meer informatie over elke instelling
raadpleegt u de pagina waarnaar wordt
verwezen.
• Focusbereik:
30 cm tot ¶ (Tele)
5cm tot ¶ (Breed)
• De volgende functies kunt u niet in de
eenvoudige functie gebruiken.
– Hoge-hoekfunctie
– Witbalans, fijnafstelling
– Belichtingscompensatie
– Auto Bracket
– [AUDIO OPNAME]
– [DIG. ZOOM]
– [KLEUR EFFECT]
– [FOTO INST.]
– [GUIDE LINE]
• In de eenvoudige functie kunt u de
volgende functies niet gebruiken.
–[REISDATUM]
–[WERELDTIJD]
∫ Compensatie van de
achtergrondverlichting
Achtergrondverlichting treedt op wanneer
er licht achter het object is.
In dit geval zal het object (bijv. een
persoon) object donker worden.
Als u op 3 drukt, verschijnt [] A eb
wordt de compensatiefunctie van de
achtergrondverlichting geactiveerd. Deze
functie compenseert de
achtergrondverlichting door het hele beeld
helderder te maken.
3
BACKLIGHT
3
BACKLIGHT
• Als u op 3 drukt terwijl [] afgebeeld
wordt, verdwijnt [] en wordt de
compensatiefunctie van de
achtergrondverlichting geannuleerd.
• We raden aan de flits te gebruiken
wanneer u de compensatiefunctie van de
achtergrondverlichting gebruikt.
(Wanneer u de flits gebruikt, is deze vast
ingesteld op AAN [].)
• De flits is vast ingesteld op AUTO/
Rode-ogenreductie [] als de
achtergrondcompensatie ingesteld is op
[OFF].
29
VQT0Y77
Page 30
Basiskennis
Beelden maken met de
zoom
De optische zoom gebruiken
U kunt personen en objectobjecten dichterbij
doen lijken met de 3,6
(DMC-FX3) optische zoom en
breedhoekopnamen maken van landschappen.
(35 mm filmcamera equivalent: 28 mm tot
102 mm) (DMC-FX07)/(35 mm filmcamera
equivalent: 35 mm tot 105 mm) (DMC-FX3)
∫ Gebruikobject (Tele) om het object
dichterbij te laten lijken
Het zoomhendeltje op Tele zetten.
• Als de beeldresolutie ingesteld is op
[] (7M). (DMC-FX07)
k
(DMC-FX07)/3k
• Afhankelijk van de zoomuitvergroting
kunnen er gekleurde randen rondom het
object komen. Dit heet “chromatische
aberratie” en wordt geaccentueerd als het
object zich objectobjecten ver weg bevindt.
• Als u de zoomfunctie gebruikt nadat u op
het object scherpgesteld hebt, stelt u
opnieuw scherpobject.
• De aangegeven zoomuitvergroting is
correct bij benadering.
• De objectiefcilinder (P10) wordt
automatisch uit- of ingetrokken afhankelijk
van de zoomstand. Onderbreek de
beweging van de objectiefcilinder niet
terwijl u het zoomhendeltje verplaatst.
• In de bewegende beeldenfunctie [] is de
zoomuitvergroting vast ingesteld op de waarde
die aan het begin van de opname ingesteld is.
De extra optische zoom gebruiken
(EZ)
3
T
W
WT
3.6X
∫ Gebruik (Breed) om objectobjecten
verder weg te doen lijken
Het zoomhendeltje op Breed zetten.
• Als de beeldresolutie ingesteld is op
[] (7M). (DMC-FX07)
3
T
W
WT
1X
• De optische zoom is ingesteld op Breed
(1k) wanneer het toestel aanstaat.
• Afhankelijk van de zoomuitvergroting kan
het beeld een beetje vertekend zijn. De
verbreding wordt duidelijker als u dichter
naar het object toe beweegt.
30
VQT0Y77
Dit toestel heeft een 3,6k (DMC-FX07)/3k
(DMC-FX3) optische zoom. Als de
beeldresolutie echter niet ingesteld is op de
hoogste instelling voor elke aspectratio
[//], kan er een maximum
van 5,5k (DMC-FX07)/4,1k (DMC-FX3)
optische zoom bereikt worden zonder dat
de beeldkwaliteit verslechtert.
b.v.: DMC-FX07
De beeldresolutie met
de extra optische zoom
niet geactiveerd
[voorbeeld: [] (7M)]
Beeldresolutie met de
extra optische zoom
geactiveerd [voorbeeld:
[] (3MEZ)]
Page 31
∫ Het mechanisme van de extra
optische zoom
Wanneer u de beeldresolutie instelt op
[] (3M EZ) (3 miljoen pixels), is de 7M
(7 miljoen pixels) (DMC-FX07)/ 6M
(6 miljoen pixels) (DMC-FX3) CCD-zone
samengeperst naar de centrum 3M
(3 miljoen pixels) -zone, zo een beeld
toelatend met een hoger zoomeffect.
∫ Beeldresolutie en maximum
zoomvergroting
(±: Beschikbaar, —: Niet beschikbaar)
¢ DMC-FX07
Aspec-
tratio
Beeldresolutie
/(7M)
(5,5M)
(5M EZ)4,4k±
(3M EZ)
(2M EZ)
(1M EZ)
/
(0,3M EZ)
/
(2,5M EZ)
(2M EZ)
Maximum
zoomuitver-
groting
3,6k—(6M)
5,5k±
Geactiveerde
optische
zoom
Basiskennis
¢ DMC-FX3
Aspec-
tratio
Beeldresolutie
/(6M)
(4,5M)
(3M EZ)
(2M EZ)
(1M EZ)
/
(0,3M EZ)
/
(2,5M EZ)
(2M EZ)
Maximum
zoomuitver-
groting
k—(5M)
3
4,1k±
Geactiveerde
optische
zoom
• Lees P74 voor aspectratioinstellingen,
P75 voor beeldresolutie en P28 voor de
eenvoudige functie [].
• “EZ” is een afkorting van
“Extra optical Zoom”.
• U kunt de zoomuitvergroting nog
verbeteren met de extra optische zoom
zonder u zorgen te maken over
beeldvertekening.
• Als u een beeldresolutie instelt die de
extra optische zoom activeert, verschijnt
het pictogram van de extra optische zoom
[] op het scherm als u de zoomfunctie
gebruikt.
• De zoom zal heel even stoppen met
bewegen dichtbij [W] (1k) als u de extra
optische zoom gebruikt. Dit is geen
storing.
• De aangegeven zoomuitvergroting is
correct bij benadering.
• In de bewegende beeldenfunctie [] en
[H. GEVOELIGH.] in de scènefunctie
werkt de extra optische zoom niet.
31
VQT0Y77
Page 32
Basiskennis
De digitale zoom gebruiken
De zoom verder uitbreiden
Een maximum van 14,6k (DMC-FX07)/
12k (DMC-FX3) zoom kan bereikt worden
met de 3,6k (DMC-FX07)/3k (DMC-FX3)
optische zoom en de 4k digitale zoom
wanneer [DIG. ZOOM] ingesteld wordt op
[ON] in het [OPNAME] menu. Als er een
beeldresolutie gekozen wordt die de extra
optische zoom gebruikt, kan er een
maximum van 21,9k (DMC-FX07)/16,4k
(DMC-FX3) zoom bereikt worden met de
5,5k (DMC-FX07)/4,1k (DMC-FX3) extra
optische zoom en de 4k digitale zoom.
∫ Menuhandeling
1 Op [MENU/SET] drukken.
• Als u een scènefunctie instelt, drukt u
op 2 in het [SCÈNE MODE] menu
(P50) en dan op 4 om het [OPNAME]
menupictogram te kiezen [] en drukt
u daarna op 1.
2 Op 3/4 om [DIG. ZOOM] te
kiezen en vervolgens op 1.
3 Op 4 drukken om [ON] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
2
OPNAME
AUDIO OPNAME
AF MODE
AF ASS. LAMP
SLUITER LANG
DIG. ZOOM
SELEC
INST.
/
3
OFF
ON
1
/
㧙
8
OFF
OFF
MENU
MENU
MENU
ON
/SET
4 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop half
indrukken om het menu te sluiten.
∫ Het digitale zoombereik instellen
De zoomaanduiding op het scherm kan
tijdelijk stoppen met bewegen als u het
zoomhendeltje op de uiterste Telestand zet.
U kunt het digitale zoombereik instellen
door het zoomhendeltje continu op Tele te
zetten of het zoomhendeltje één keer los te
laten en het vervolgens weer op Tele te
zetten.
b.v.: DMC-FX07
≥[OFF]:
≥[ON]:
W
W
W
T
T
(Wanneer u de digitale zoom [4k] en de
verlengde optische zoom (3M EZ) tegelijk
gebruikt.)
• In het digitale zoombereik wordt de
AF-zone midden op scherm afgebeeld en
is deze groter dan normaal. (P77)
• Voor de digitale zoom geldt dat hoe groter
het beeld is, hoe lager de beeldkwaliteit
wordt.
• Het kan zijn dat de stabilisatorfunctie
binnen het digitale zoombereik niet goed
werkt.
• Wanneer u de digitale zoom gebruikt,
raden wij het gebruik van een statief en de
zelfontspanner (P44) aan om opnamen te
maken.
• De aangegeven zoomuitvergroting is
correct bij benadering.
• De digitale zoom werkt niet in de volgende
gevallen:
– In simpele functie [].
– In [H. GEVOELIGH.] in scènefunctie.
– Wanneer de ISO-gevoeligheid ingesteld
is op []. (DMC-FX07)
T
32
VQT0Y77
Page 33
De opnamen
controleren (Overzicht)
U kunt de opnamen controleren terwijl het
toestel nog in de [OPNAME] functie staat.
1 Op 4 [REV] drukken.
Basiskennis
3 Op 3/4/2/1 drukken om de
stand te wijzigen.
OVERZICHT4X
1X
WISSEN
8X
OVERZICHT1X
WISSEN
4X
EXIT
• De laatst gemaakte opname verschijnt
10 seconden lang.
• Het overzicht wordt geannuleerd
wanneer de ontspanknop tot de helft
ingedrukt wordt of 4 [REV] opnieuw
ingedrukt wordt.
• U kunt de andere opnamen controleren
door op 2/1 te drukken.
• Als de opnamen te helder of te donker
zijn, moet u de belichting compenseren.
(P45)
2 Het zoomhendeltje op [] [T]
zetten om het beeld te vergroten.
• Het zoomhendeltje op [] [T] zetten
voor een 4k vergroting en het
vervolgens nog verder zetten voor een
8k vergroting. Wanneer u het
zoomhendeltje in de richting van []
[W] zet nadat het beeld vergroot is,
wordt de vergroting kleiner.
• Wanneer u de vergroting of de stand
die afgebeeld moet wijzigen, verschijnt
de aanduiding van de zoomstand A
gedurende ongeveer 1 seconde zodat u
de vergrote zone kunt controleren.
∫ Het opgenomen beeld wissen tijdens
het overzicht (Snel wissen)
1 Op [ ] drukken.
2 Op 3 drukken om [JA] te kiezen.
3 Op [MENU/SET] drukken.
APART WISSEN
DEZE FOTO WISSEN ?
JA
NEE
SELEC
MENU
INST.
MULTI/ALLES
• Eenmaal gewiste opnamen kunnen niet
teruggehaald worden. Controleer ze
goed voordat u ze wist.
• U kunt meerdere opnamen of alle
opnamen wissen. Voor informatie over
hoe u opnamen wist, raadpleegt u P35.
• Wanneer [LCD ROTEREN] ingesteld is op
[ON] worden opnamen die gemaakt zijn
met een verticaal gehouden toestel,
verticaal teruggespeeld (gedraaid).
33
VQT0Y77
Page 34
Basiskennis
Opnamen terugspelen
Alle beeldgegevens zitten in het
ingebouwde geheugen als u geen kaart
gebruikt. De beeldgegevens zitten op de
kaart als u deze in het toestel hebt gedaan.
(P17) (DMC-FX3)
Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen.
1/3
• Het bestandsnummer A en het
beeldnummer B wijzigen alleen elk
afzonderlijk. 2/1 loslaten zodra het
nummer van het gewenste terug te
spelen beeld verschijnt om het beeld
terug te spelen.
• Als u op 2/1 blijft drukken, neemt het
aantal tegelijkertijd afgespeelde/
teruggedraaide bestanden toe. Het
aantal tegelijkertijd afgespeelde/
teruggedraaide bestanden hangt af van
het aantal opgenomen bestanden.
• In de functie overzicht terugdraaien in
de opnamefunctie en in meervoudig
terugdraaien, kunnen de opnamen
alleen één voor één verder of
teruggedraaid worden. (P66)
10:00 1.DEC.2006
2: De vorige opname terugspelen
1: De volgende opname terugspelen
• Het eerste opgenomen beeld zal
afgebeeld worden na het laatste
opgenomen beeld.
• Als [LCD ROTEREN] (P83) ingesteld is
op [ON], worden opnamen die gemaakt
zijn met een verticaal gehouden toestel,
verticaal teruggespeeld.
∫ Snel vooruit spoelen/Snel achteruit
spoelen
Houd 2/1 ingedrukt tijdens het
terugspelen.
1/3
10:00 1.DEC.2006
2: Snel achteruit
1: Snel vooruit
34
VQT0Y77
• Dit toestel voldoet aan de DCF standaard
“Design rule for Camera File system” van
de “JEITA (Japan Electronics and
Information Technology Industries
Association)”.
• Het formaat dat teruggespeeld kan
worden op het toestel is JPEG. (In
sommige gevallen, kunnen zelfs
JPEG-opnamen niet teruggespeeld
worden.)
• Op de LCD-monitor kunnen soms niet alle
details van de opgenomen beelden
verschijnen. Gebruik de terugspeelzoom
(P68) om deze details te bekijken.
• Als u opnamen terugspeelt die gemaakt
zijn met andere apparatuur kan de
kwaliteit slechter worden. (De opnamen
worden afgebeeld als [WEERGAVE
THUMBNAIL] op het scherm.)
• Als u een mapnaam of bestandnaam op
uw PC wijzigt, kan het onmogelijk worden
deze opnamen op het toestel terug te
spelen.
• Als u een bestand wilt terugspelen dat
buiten de standaard valt, dan wordt het
map-/bestandnummer aangegeven met
[—] en kan het scherm zwart worden.
• Er kan een rand op het scherm
verschijnen afhankelijk van het object. Dit
wordt “moire” genoemd. Dit is geen
storing.
Page 35
Beelden wissen
De beeldgegevens wissen in het
ingebouwde geheugen als er geen kaart in
het toestel zit. De beeldgegevens op de
kaart wissen als er een kaart in het toestel
zit. (P17) (DMC-FX3)
∫ Een enkel beeld wissen
1 Het beeld kiezen met 2/1.
100_0001
1/3
10:00 1.DEC.2006
2: De vorige opname terugspelen
1: De volgende opname terugspelen
2 Op [ ] drukken.
3 Op 3 drukken om [JA] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
APART WISSEN
DEZE FOTO WISSEN ?
JA
NEE
SELEC
MENU
INST.
MULTI/ALLES
• Terwijl het beeld gewist wordt,
verschijnt [ ] op het scherm.
MENU
/SET
Basiskennis
∫ Om te wissen [MULTI WISSEN]/
[ALLES ANNULEREN]
1 twee keer op [ ] drukken.
2 Op 3/4 drukken om
[MULTI WISSEN] of
[ALLES ANNULEREN] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
MULTI/ALLES WISSEN
MULTI WISSEN
ALLES ANNULEREN
MENU
INST.
SELEC
ANNUL
• Als u [MULTI WISSEN] kiest, de
handelingen vanaf stap
• Als u [ALLES ANNULEREN] kiest, de
handelingen vanaf stap
• Als [FAVORIETEN] (P82) ingesteld is
op [ON], [ALLES WISSEN BEHALVE
] verschijnt. Als u
[ALLES WISSEN BEHALVE ] kiest,
5 stappen vooruit. (Als er echter
gaat u
geen enkele opname op het scherm
[ ] staat, kunt u
[ALLES WISSEN BEHALVE ] niet
kiezen ook als [FAVORIETEN] op [ON]
staat.)
MENU
/SET
3 uitvoeren.
5 uitvoeren.
35
VQT0Y77
Page 36
Basiskennis
3 Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen en vervolgens op 4
drukken.
(Alleen wanneer u [MULTI WISSEN] kiest)
MULTI WISSEN
7
89
11
SELEC
MARK./ANNUL.
WISSEN
EXIT
1210
MENU
• Herhaal de bovenstaande procedure.
• [ ] verschijnt op de gekozen
opnamen. Als u opnieuw op 4 drukt,
wordt de instelling gewist.
• Het pictogram [] knippert en wordt
rood als het gekozen beeld beveiligd is
en niet gewist kan worden. De
beveiliging annuleren en vervolgens het
beeld wissen. (P86)
4 Op [ ] drukken.
5 Op 3 drukken om [JA] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
(Scherm wanneer [MULTI WISSEN]
gekozen wordt)
MULTI WISSEN
ALLE GEMARKEERDE
FOTO'S WISSEN ?
JA
SELEC
NEE
INST.
MENU
MENU
/SET
SET
• [ALLE FOTO’S OP DE
GEHEUGENKAART WISSEN ?]
verschijnt als u [ALLES ANNULEREN]
gebruikt en
[ALLES WISSEN BEHALVE ?]
verschijnt als u
[ALLES WISSEN BEHALVE ]
gebruikt.
• Als u alle opnamen wist, kunt u alleen
opnamen in het ingebouwde geheugen
of op de kaart wissen. (U kunt niet
36
VQT0Y77
tegelijkertijd opnamen in het geheugen
en op de kaart wissen). (DMC-FX3)
• Als u op [MENU/SET] drukt terwijl u
opnamen wist met
[ALLES ANNULEREN] of
[ALLES WISSEN BEHALVE ] zal het
wissen halverwege stoppen.
• Eenmaal gewist, kunnen opnamen niet
teruggehaald worden. Meer dan eens
controleren voordat u ze wist.
• Het toestel niet uitzetten.
• Wanneer u opnamen wist, batterijen
gebruiken met voldoende batterijstroom
(P13) of de AC-adapter (DMW-AC5;
optioneel) gebruiken.
• Het is mogelijk om tot 50 opnamen
tegelijkertijd te wissen [MULTI WISSEN].
• Hoe meer opnamen, hoe langer het duurt
ze te wissen.
• Als er beveiligde opnamen zijn []
(P86), of opnamen die niet voldoen aan
de DCF-standaard (P34) of op een kaart
staan met de schrijfbescherming op
[LOCK] (P16) worden deze opnamen niet
gewist ook niet als [ALLES ANNULEREN]
of [ALLES WISSEN BEHALVE ]
gekozen worden.
Page 37
Gevorderd
Over de LCD-monitor
De afgebeelde informatie wijzigen
DISPLAY/LCD MODE
A LCD-monitor (LCD)
Druk op [DISPLAY] om te wijzigen.
• Wanneer het menuscherm verschijnt,
wordt de [DISPLAY] knop niet
geactiveerd. Tijdens de
terugspeelzoomfunctie (P68), als u
bewegende beelden terugspoelt (P64)
en tijdens een diavoorstelling (P80),
kunt u alleen kiezen tussen “Normale
weergave H” of “Geen weergave J”.
In Eenvoudige functie []
3
BACKLIGHT
B Normaal display
C Non-display
In opnamefunctie
Gevorderd
D Normaal display
E Display met histogram
F Non-display (Opnamerichtlijn)
¢2
G Non-display
¢1 Histogram
¢2 Het patroon van de richtlijnen die
afgebeeld worden door de instelling
[GUIDE LINE] in [SET-UP] menu
instellen. (P21) U kunt ook instellen of
u de opnameinformatie en het
histogram wel of niet afgebeeld wilt
hebben wanneer de richtlijnen
afgebeeld worden.
In terugspeelfunctie
100_0001
1/3
1E DAG
9
mnd
10
dg.
10:00 1.DEC.2006
4
5
F2.8 1/25
10:00 1.DEC.2006
100_0001
ISO
100
1/3
AUTO
H Normaal display
I Display met opname-informatie en
histogram
J Non-display
3 Afgebeeld zelfs als [INST. GEB DATUM]
¢
en [MET LEEFTIJD] ingesteld waren in
[BABY1]/[BABY2] (
P57
) in scènefunctie
voordat er opnamen gemaakt werden.
¢4 De dagen die verstreken zijn sinds de
vertrekdatum verschijnen op het
display als u [REISDATUM] (P59)
ingesteld hebt voordat u opnamen
begon te maken.
• In [NACHTPORTRET] (P52),
[NACHTL. SCHAP] (P52), [VUURWERK]
(P54) en [STERRENHEMEL] (P55) in
scènefunctie, is de richtlijn grijs.
(DMC-FX07)
VQT0Y77
37
Page 38
Gevorderd
∫ Opnamerichtlijn
Wanneer u het object uitlijnt op de
horizontale en verticale richtlijnen of het
kruispunt van deze lijnen, kunt u opnamen
maken met goed ontworpen compositie
door de grootte, de helling en de balans
van het object te bekijken.
A []: Dit wordt gebruikt wanneer het
hele scherm verdeeld wordt in
3k3 voor het maken van beelden
met een goed gebalanceerde
samenstelling.
B []: Dit wordt gebruikt wanneer u het
onderwerp precies in het midden
wilt positioneren.
∫ Histogram
• Een Histogram is een grafiek die
helderheid langs de horizontale as (zwart
of wit) en het aantal pixels bij elk
helderheidniveau op de verticale as
afbeeld.
• Hiermee controleert u snel de belichting
van een beeld.
• Het is zeer nuttig als handmatige
afstellingen van de lensopening en
sluitertijd beschikbaar zijn, vooral in die
situaties waar automatische belichting
moeilijk kan zijn wegens oneven
belichting. Met gebruik van de
histogramfunctie zal u de beste prestatie
van het toestel krijgen.
A Wanneer de waarden aan de linkerkant
geconcentreerd zijn, is de opname
onderbelicht.
B Wanneer de waarde gelijkelijk verdeeld
zijn, is de belichting juist en de
helderheid goed uitgebalanceerd.
C Wanneer de waarden aan de
rechterkant geconcentreerd zijn, is de
opname overbelicht.
Voorbeeld van histogram
100_0001
1/3
ISO
AUTO
100
F2.8 1/200
10:00 1.DEC.2006
100_0001
1/3
ISO
AUTO
100
F2.8 1/100
10:00 1.DEC.2006
100_0001
1/3
ISO
AUTO
100
F2.8 1/50
10:00 1.DEC.2006
A Onderbelicht
B Juist belicht
C Overbelicht
¢Histogram
• Wanneer u opnamen maakt met de flits
of op donkere plekken, wordt het
histogram oranje afgebeeld omdat het
opgenomen beeld en het histogram
niet met elkaar overeenkomen.
• Het histogram is een benadering in de
opnamefunctie.
• Het histogram van een beeld zou niet
overeen kunnen komen in opnamefunctie
en terugspeelfunctie.
• Het histogram dat afgebeeld wordt in dit
toestel komt niet overeen met
histogrammen die afgebeeld worden door
beeldbewerkende softwarevoor PC’s enz.
• Het histogram verschijnt niet in de
eenvoudige functie [] of in de
bewegende-beeldenfunctie [] en
tijdens het meervoudig terugspelen of de
kalenderterugspeelfunctie en met de
terugspeelzoom.
38
VQT0Y77
Page 39
Gevorderd
De LCD-monitor helderder maken
(LCD-versterking/Hoge-hoekfunctie)
• Als de functiedraaischijf ingesteld is op
[], kan alleen de Power-LCD-functie
gebruikt worden.
1 Druk één seconde op [LCD
MODE].
DISPLAY/LCD MODE
A LCD-monitor (LCD)
2 Druk op 3/4 om de functie te
kiezen.
LCD
LCD MODE
OFF
SPANNING LCD
GR. KIJKHOEK
MENU
SELEC
INST.
[]:
[SPANNING LCD]
De LCD-monitor wordt
helderder en
gemakkelijker zichtbaar
tijdens het opnemen ook
buiten.
[]:
[GR. KIJKHOEK]
De LCD-monitor is beter
zichtbaar als u opnamen
maaktmet de camera
hoog boven uw hoofd.
Dit is handig als u niet
dicht bij een object kunt
komen omdat er mensen
in de weg staan. (Als u
er recht op kijkt, wordt
het op deze manier wel
moeilijker om iets te
zien.)
[OFF]De LCD-monitor krijgt
weer zijn normale
helderheid.
3 Op [MENU/SET] drukken.
• Het [SPANNING LCD] B of
[GR. KIJKHOEK] C pictogram
verschijnt.
33
39
VQT0Y77
Page 40
Gevorderd
∫ De Hoge-hoekfunctie of
LCD-versterking uitschakelen
• Als u [LCD MODE] indrukt en opnieuw
1 seconde ingedrukt houdt, verschijnt het
scherm van stap
2. Kies [OFF] om de
LCD-versterkingsfunctie of
Hoge-hoekfunctie uit te schakelen.
• De Hoge-hoekfunctie wordt ook
geannuleerd als u de camera uitzet of de
energiebesparingsfunctie hebt
ingeschakeld.
• U regelt de helderheid van opnamen op
de LCD-monitor terwijl de
LCD-versterkingsfunctie of
hoge-hoekfunctie actief zijn. Daarom
kunnen de objecten op de LCD-monitor er
anders uitzien. Dit heeft echter geen
gevolg voor de opnamen.
• De LCD-monitor wordt weer normaal
helder na 30 seconden als u opneemt met
de LCD-versterkingsfunctie. Druk op een
willekeurige knop om de LCD-monitor
weer helder te maken.
• U kunt het effect van de hoge-hoekfunctie
misschien niet goed zien als er direct
zonlicht e.d. op de LCD-monitor valt.
Scherm met uw hand of een ander
voorwerp de camera af om het licht tegen
te houden.
• De hoge hoekfunctie is niet geactiveerd in
de volgende gevallen.
– In Eenvoudige functie []
– In terugspeelfunctie
– Terwijl het menuscherm afgebeeld is
– Terwijl het terugspeelscherm afgebeeld
is
Beelden maken met de
ingebouwde flits
A: Fotoflits
Deze niet met uw vinger of andere
voorwerpen bedekken.
∫ Naar de geschikte flitsinstelling
schakelen
De flits instellen voor opnamen.
1 Op 1 [ ] drukken.
2 Druk op 3/4 om de functie te
kiezen.
FLITS
AUTO
AUTO/RODE-OG
GEDW. FLITS AAN
LNGZ. SY./RODE-OG
GEDWONGEN UIT
SELEC
• U kunt ook op 1 [ ] drukken om te
selecteren.
• Voor informatie over flitsinstellingen die
gekozen kunnen worden, “Beschikbare
flitsinstellingen voor de
opnamefuncties” (P41) raadplegen.
3 Op [MENU/SET] drukken.
• U kunt ook de ontspanknop tot de helft
indrukken om het menu te sluiten.
• Het menuscherm verschijnt na ongeveer
5 seconden. Nu wordt het geselecteerde
item automatisch ingesteld.
INST.
MENU
40
VQT0Y77
Page 41
:AUTO
De flits wordt automatisch geactiveerd
wanneer dit nodig is voor de opnamecondities.
: AUTO/Rode-ogenreductie
¢1
De flits wordt automatisch geactiveerd
wanneer dit nodig is voor de opnamecondities.
De flits wordt een keer geactiveerd vóór de
eigenlijke opname om het rode-ogeneffect
(ogen van het object die rood worden op het
beeld) te verminderen en vervolgens opnieuw
geactiveerd voor de eigenlijke opname.
• Gebruik deze functie wanneer u
opnamen maakt van personen in slecht
belichte omstandigheden.
: Vast ingesteld op AAN
De flits wordt altijd geactiveerd ongeacht de
opnamecondities.
• Gebruik deze functie wanneer uw
object achtergrondbelichting heeft of
onder fluorescent licht staat.
: Flits vast ingesteld op AAN/
Rode-ogenreductie
¢1
• De flitsinstelling is alleen vast ingesteld
op AAN/Rode-ogenreductie wanneer u
[FEEST] (P54) of [KAARSLICHT] (P54)
in de scènefunctie instelt.
: Langzame synchr/Reductie
rode-ogeneffect
¢1
Als u beelden maakt met een donker landschap
op de achtergrond, maakt deze functie de
sluitertijd langzamer zodra de flits geactiveerd
wordt, zodat het donkere landschap op de
achtergrond helder zal worden. Tegelijkertijd
vermindert het rode-ogeneffect.
• Gebruik deze functie wanneer u
opnamen maakt van personen op een
donkere achtergrond.
: Flits vast ingesteld op UIT
De flits wordt in geen enkele
opnameconditie geactiveerd.
• Gebruik deze functie om opnamen te
maken op plekken waar het gebruik
van een flits niet toegestaan is.
¢1 De flits wordt twee keer geactiveerd.
Het object mag niet bewegen totdat
de tweede flits geactiveerd is.
Gevorderd
∫ Beschikbare flitsinstellingen voor de
opnamefuncties
De beschikbare flitsinstellingen zijn
afhankelijk van de opnamefuncties.
(±: Beschikbaar, —: Niet beschikbaar)
2
2
3
3
4444
1
2
• De flitsinstellingen kunnen veranderen als
de opnamefunctie verander wordt. Stel de
flitsinstelling opnieuw in indien nodig.
¢2 De flits wordt vast ingesteld op AAN
[] als de achtergrondcompensatie
geactiveerd wordt.
¢3 De [STRAND] en [LUCHTFOT] kunnen
niet in scènefunctie gebruikt worden in
DMC-FX3.
¢4 U kunt de flits gebruiken in DMC-FX3.
41
VQT0Y77
Page 42
Gevorderd
∫ Het beschikbare flitsbereik om
opnamen te maken
Het flitsbereik voor opnamen hangt af van
de gekozen ISO-gevoeligheid.
ISO-gevoeligheid
[AUTO]
Beschikbaar
flitsbereik
Breed
60 cm tot 4 m
(DMC-FX07)
30 cm tot 4 m
(DMC-FX3)
Tel e
30 cm tot 2 m
(DMC-FX07)
30 cm tot 2,2 m
(DMC-FX3)
[]
(DMC-FX07)
Breed
60 cm tot 4 m
Tel e
30 cm tot 2 m
[ISO100]
Breed
60 cm tot 2 m
(DMC-FX07)
30 cm tot 2 m
(DMC-FX3)
Tel e
30 cm tot 1 m
(DMC-FX07)
30 cm tot 1,1 m
(DMC-FX3)
[ISO200]
Breed
60 cm tot 2,8 m
(DMC-FX07)
40 cm tot 2,8 m
(DMC-FX3)
Tel e
30 cm tot 1,4 m
(DMC-FX07)
30 cm tot 1,5 m
(DMC-FX3)
42
VQT0Y77
[ISO400]Breed
60 cm tot 4 m
(DMC-FX07)
60 cm tot 4 m
(DMC-FX3)
Tele
40 cm tot 2 m
(DMC-FX07)
40 cm tot 2,2 m
(DMC-FX3)
[ISO800]
(DMC-FX07)
Breed
80 cm tot 5,6 m
Tele
60 cm tot 2,8 m
[ISO1250]
(DMC-FX07)
Breed
1m tot 5,6m
Tele
80 cm tot 2,8 m
• Het beschikbare flitsbereik wijzigt in de
[H. GEVOELIGH.] (P56) scènefunctie.
(DMC-FX3)
Breed: 80 cm tot 5,7 m
Tele: 60 cm tot 3,2 m
• Het beschikbare flitsbereik is correct bij
benadering.
• Raadpleeg P73 voor de ISO-gevoeligheid.
• Raadpleeg P27 voor het focusbereik.
• Als de ISO-gevoeligheid ingesteld is op
[AUTO] of [] (DMC-FX07) wanneer u
de flits gebuikt, zal deze automatisch
verhoogd worden tot een maximum van
[ISO400].
• Om ruis te voorkomen, raden we aan de
ISO-gevoeligheid (P73) te verminderen of
[FOTO INST.] op [NATURAL] in te stellen.
(P79)
• Als u een opname maakt met de flits in
een kort bereik wanneer de zoom bij [W]
(1k) staat, kunnen de hoeken van de
opname donker worden. Verdraai de
zoomhendel een beetje en maak dan de
opname.
Page 43
∫ Sluitertijd voor elke flitsfunctie
FlitsinstellingSluitertijd (Sec.)
:AUTO
:AUTO/
Rode-ogenre
ductie
: Vast
ingesteld
op AAN
1/30 tot 1/2000
: Vast
ingesteld
op AAN/
Rode-ogenre
ductie
: Langzame
synchr/
Reductie
rode-ogeneff
ect
1/8
¢
tot 1/2000
: Vast
ingesteld
op UIT
¢ De sluitertijd wijzigt afhankelijk van de
langzame sluiterinstelling. (P78)
• Er kunnen verschillen zijn in de
bovenstaande sluitertijden in de
scènefunctie.
– [NACHTL. SCHAP] (P52):
8 seconden op 1/2000ste van een
seconde
– [VUURWERK] (P54):
1/4 ste van een seconde, 2 seconde
(DMC-FX07)/1 seconde (DMC-FX3)
– [STERRENHEMEL] (P55):
15 seconden, 30 seconden,
60 seconden
• Kijk nooit recht in de flits als deze
werkt.
• Als u de flits te dicht bij een voorwerp
brengt, kan dit vervormd of verkleurd
worden door de hitte of het licht van de
flits.
Gevorderd
• De flits niet bedekken met uw vingers
of andere voorwerpen.
• In bezuinigingsfunctie, gaat de
LCD-monitor uit en gaat de
statusindicator branden terwijl de flits
aan het opladen is. [Dit gebeurt niet
wanneer u de AC-adapter (DMW-AC5;
optioneel) gebruikt.] Als de resterende
batterijstroom laag is, kan de tijdsduur
dat de LCD-monitor uitgaat om op te
laden langer worden.
• Als u de ontspanknop half indrukt
wanneer de flits geactiveerd is, wordt het
flitspictogram rood.
• Wanneer de bewegingwaarschuwing
verschijnt, raden wij aan een statief te
gebruiken.
• Als u een opname maakt buiten het bereik
van de flits, kan het object verkeerd
belicht zijn en de opname te donker of te
licht zijn.
• Tijdens het opladen van de flits knippert
het lampje van de flitsaanduiding en wordt
het rood; u kunt in dit geval geen opname
maken, zelfs niet wanneer u de
ontspanknop helemaal indrukt.
• Wanneer u een opname maakt met flits,
wordt de witbalans automatisch afgesteld
(behalve bij []). Bij onvoldoende
flitslicht kan het echter zijn dat de
witbalans niet goed wordt afgesteld. (P71)
• Wanneer de sluitertijd snel is, zou het
flitseffect niet voldoende kunnen zijn.
• Als u de opname herhaalt, kan deze
onmogelijk worden, zelfs als de flits
geactiveerd is. Maak de opname nadat de
toegangsaanduiding verdwenen is.
• Het effect van de rode-ogenreductie
verschilt van mens tot mens. Als de
persoon bovendien ver van de camera
stond of niet naar de eerste flits keek, kan
dit effect ook minder evident zijn.
• Bij het instellen van de burstfunctie of auto
bracket, wordt slechts 1 beeld gemaakt bij
iedere flits.
43
VQT0Y77
Page 44
Gevorderd
Opnamen maken met
de zelfontspanner
1 Op 2 [ ] drukken.
2
Druk op 3/4 om de functie te kiezen.
ZELFONTSPANNER
OFF
10
SEC.
2
SEC.
MENU
SELEC
• U kunt ook op 2 [ ] drukken om te
selecteren.
3 Op [MENU/SET] drukken.
• U kunt ook de ontspanknop tot de
helft indrukken om het menu te
sluiten.
• Het menuscherm verschijnt na
ongeveer 5 seconden. Nu wordt het
geselecteerde item automatisch
ingesteld.
4 Druk de ontspanknop half in om
scherp te stellen en druk de knop
helemaal in om de opname te
maken.
• A: De ontspanknop tot de helft
indrukken om scherp te stellen.
• B: De ontspanknop helemaal
indrukken om de opname te
maken.
44
VQT0Y77
INST.
ANNUL
3
MENU
• Het lampje van de
zelfontspanner C
knippert en de sluiter
wordt na 10 seconden
geactiveerd (of na
2 seconden).
• Als u tijdens het instellen van de
zelfontspanner op [MENU/SET] drukt,
wordt de instelling van de
zelfontspanner geannuleerd.
• Wanneer u een statief of dergelijkeenz.
gebruikt, is de instelling van de
zelfontspanner op 2 seconden handig om
de bewegingbeweging die veroorzaakt
wordt door het indrukken van de
ontspanknop te vermijden.
• Wanneer u éénmaal de ontspanknop
helemaal indrukt, wordt er automatisch op
het object scherpgesteld net voor de
opname. Op donkere plekken zal het
zelfontspannerlampje knipperen en kan
het helder gaan schijnen om als AF-lamp
te werken (P78) zodat het toestel beter op
het object scherp kan stellen.
• In de eenvoudige functie [] is de
zelfontspanner vast ingesteld op
10 seconden.
• In [ZELFPORTRET] (P53) in de
scènefunctie is de zelfontspanner vast
ingesteld op 2 seconden.
• Wanneer u de zelfontspanner instelt in de
burstfunctie, begint het toestel een beeld
te maken 2 of 10 seconden nadat de
ontspanknop ingedrukt wordt. Het aantal
tegelijk gemaakte opnamen is vast
ingesteld op 3.
• We raden het gebruik van een statief aan
wanneer u opneemt met de
zelfontspanner. (Wanner u een statief
gebruikt, moet dit vast staan als het
toestel erop bevestigd is.)
• De zelfontspanner kan niet worden
gebruikt in [ONDER WATER] in de
scènefunctie.
Page 45
Belichtingscompensatie
Gebruik deze functie wanneer u de
geschikte belichting niet kunt verkrijgen
wegens het verschil in helderheid tussen
het object en de achtergrond. Zie de
volgende voorbeelden.
Onderbelichting
De belichting positief compenseren.
Juiste belichting
Overbelichting
De belichting negatief compenseren.
Gevorderd
1 Druk op 3 [] totdat
[BELICHTING] verschijnt en
corrigeer de belichting met 2/1.
BELICHTING
MENU
SELEC
EXIT
• U kunt compenseren vanaf [j2 EV] tot
[i2 EV] in stappen van [1/3 EV].
• Kies [0 EV] om terug te keren naar de
originele belichting.
2 Op [MENU/SET] drukken om te
eindigen.
• U kunt ook de ontspanknop half
indrukken om af te sluiten.
• EV is een afkorting voor “Exposure Value”
(Belichtingswaarde). Het is de
hoeveelheid licht die door de lensopening
en de sluitertijd naar de CCD gestuurd
wordt.
• De belichtingscompensatiewaarde
verschijnt links onderaan op het scherm.
• De ingestelde belichtingswaarde wordt
opgeslagen zelfs als het toestel uit wordt
gezet.
• Het compensatiebereik van de belichting
wordt beperkt door de helderheid van het
object.
• De belichting kan niet gecompenseerd
worden wanneer u [STERRENHEMEL] in
de scènefunctie gebruikt.
45
VQT0Y77
Page 46
Gevorderd
Beelden maken Auto
Bracket
In deze functie, worden 3 opnamen
automatisch gemaakt in het gekozen bereik
van de belichtingscompensatie telkens als
de ontspanknop ingedrukt wordt. U kunt
het beeld met de beste belichting kiezen uit
de 3 opnamen met verschillende
belichtingen.
1 Druk enkele keren op 3 []
totdat [AUTO BRACKET]
verschijnt, stel de
belichtingscorrectie in met 2/1.
AUTO BRACKET
SELECEXIT
• U kunt [OFF] (0), [d1/3 EV], [d2/3 EV]
of [d1 EV] kiezen.
• Wanneer u de auto bracket niet
gebruikt, kiest u [OFF] (0).
2 Op [MENU/SET] drukken om te
eindigen.
• U kunt ook de ontspanknop half
indrukken om af te sluiten.
MENU
• Als u auto bracket instelt, verschijnt de
auto bracket-aanduiding [] links
onderaan op het scherm.
• Wanneer u opnamen maakt met auto
bracket nadat u het bereik van de
belichtingscompensatie hebt ingesteld,
wordt voor de opnamen de gekozen
belichtingscompensatie gebruikt.
Wanneer de belichting gecompenseerd is,
verschijnt de waarde van de
belichtingscompensatie links onderaan op
het scherm.
• De instelling op auto bracket wordt
geannuleerd als u de camera uit zet of de
energiebesparingsfunctie hebt
ingeschakeld.
• Wanneer de auto bracket en de
burstfunctie tegelijkertijd worden
ingesteld, zal de auto bracket voorrang
hebben.
• Wanneer de auto bracket ingesteld is,
wordt de automatische overzichtsfunctie
geactiveerd, ongeacht de instelling van
deze functie. (Het beeld wordt niet
vergroot.) U kunt de automatische
overzichtsfunctie niet instellen in het
[SET-UP] menu.
• Wanneer auto bracket geactiveerd is, kan
[AUDIO OPNAME] niet gebruikt worden.
• De belichting zou niet gecompenseerd
kunnen worden met auto bracket
afhankelijk van de helderheid van het
object.
• Wanneer de flits geactiveerd is of
[STERRENHEMEL] in scènefunctie is
gekozen, kunt u maar 1 beeld maken.
• Als er maar 2 of minder opnamen
overblijven, kunt u geen opnamen met
auto bracket maken.
• De auto-bracket kan niet gebruikt worden
wanneer de ISO-gevoeligheid ingesteld is
op []. (DMC-FX07)
46
VQT0Y77
Page 47
Optische
beeldstabilisator
Deze functie spoort bewegingen van de
camera beweging op en compenseert
deze.
1 De knop van de optische
beeldstabilisator A in blijven
drukken totdat [STABILISATIE]
verschijnt.
2 Op 3/4 drukken om de
stabilisatorfunctie te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
STABILISATIE
OFF
MODE1
MODE2
MENU
/SET
[MODE1]
()
[MODE2]
()
De stabilisator werkt continu en
helpt bij de fotocompositie.
De beweging van de
camerabeweging wordt
gecompenseerd wanneer de
ontspanknop ingedrukt wordt.
Er is een groter
stabilisatoreffect.
[OFF]
()
Wanneer de stabilisator niet
gewenst is.
INST.
MENU
DEMO.SELEC
Gevorderd
∫ Demonstratie van de
optische-beeldstabilisator
(Demonstratiefunctie)
Op 1 drukken om de demonstratie af te
beelden. Als de demonstratie gedaan is,
keert het scherm terug naar het
functiekeuzemenu met de
stabilisatorfunctie. Opnieuw op 1 drukken
als u de demonstratie wilt verlaten voordat
deze eindigt. Terwijl de demonstratie
afgebeeld wordt, is de optische zoom vast
ingesteld op Breed (1k) en kan de
zoomfunctie niet geactiveerd worden. U
kunt ook geen opnamen maken.
• De stabilisatorfunctie kan niet voldoende
werken in de volgende gevallen.
– Wanneer er veel camerabeweging is.
– Als de zoomuitvergroting erg hoog is.
– In het digitale zoombereik.
– Wanneer u opnamen maakt terwijl u een
bewegend object volgt.
– Als de sluitertijd langzamer wordt om
binnenshuis opnamen te maken of op
donkere plaatsen.
Houd de camera stilbeweging wanneer u
de ontspanknop indrukt.
• In de eenvoudige functie [] of
[ZELFPORTRET] (P53) in de
scènefunctie, staat de instelling vast op
[MODE2] en in [STERRENHEMEL] (P55)
is deze vast op [OFF]. Het menu voor de
stabilisatorfunctie verschijnt niet.
• In de bewegende beeldenfunctie [],
kan [MODE2] niet ingesteld worden.
47
VQT0Y77
Page 48
Gevorderd
Opnamen maken met
de burstfunctie
1 Op de burstfunctieknop drukken
en deze ingedrukt houden.
3
2
Druk op 3/4 om de functie te kiezen.
BURST SHOOTING
OFF
HOGE SNELHEID
LAGE SNELHEID
ONBEGRENSD
MENU
SELEC
• U kunt ook op de burstfunctieknop
drukken om te selecteren.
3 Op [MENU/SET] drukken.
• U kunt ook de ontspanknop tot de
helft indrukken om het menu te
sluiten.
• Het menuscherm verschijnt na
ongeveer 5 seconden. Nu wordt het
geselecteerde item automatisch
ingesteld.
4 Een opname maken.
• De ontspanknop helemaal ingedrukt
houden om de burstfunctie te activeren.
48
VQT0Y77
INST.
∫ Aantal opnamen gemaakt met de
burstfunctie
Burstsnelheid
(opnamen/
seconde)
¢1
3
¢1
2
Ongeveer 2
(DMC-FX07)
Ongeveer 1,5
(DMC-FX3)
Aantal opnamen
(opnamen)
max. 6max. 8
Hangt af van de
resterende ruimte in het
ingebouwde geheugen
(DMC-FX3)/de kaart.
¢1 De burstsnelheid is constant ongeacht
de transfersnelheid van de kaart.
• Het aantal opnamen dat aangeduid wordt,
verwijst naar een sluitertijd die sneller dan
1/60 is en een niet geactiveerde flits.
• Als u de ISO-gevoeligheid (P73) op
[ISO400], [ISO800] of [ISO1250] instelt en
dan beelden maakt met behulp van de
burstfunctie, zal de burstsnelheid
langzamer worden dan de hierboven
aangegeven figuren. (DMC-FX07)
• Omdat de sluitertijd langzamer wordt op
donkere plaatsen, kan de burstsnelheid
(beelden/seconden) ook langzamer
worden.
• In de eenvoudige functie [] worden de
instellingen als volgt: [] verschijnt links
op het scherm. (P28)
– [ENLARGE]:
/Max. 6 opnamen
–[ 4qk6q/10k15cm]/[E-MAIL]:
/Max. 8 opnamen
• Burstfunctie ingesteld op onbegrensd
– U kunt opnamen maken totdat het
ingebouwde vermogen (DMC-FX3) of
de kaart vol is.
– De burstsnelheid zal halverwege
langzamer worden. De burstsnelheid
van een MultiMediaCard wordt nog
langzamer dan die van een
SD-geheugenkaart of een
SDHC-geheugenkaart. De exacte
snelheid hangt echter af van het aantal
opneembare beelden en de kaart.
Page 49
• De focus wordt vast ingesteld tijdens de
eerste opname.
• Met de zelfontspanner is het aantal
opnamen met de burstfunctie vast
ingesteld op 3.
• De burstfunctie wordt niet geannuleerd
wanneer het toestel uitgezet wordt.
• Wanneer de auto bracket en de
burstfunctie tegelijk ingesteld zijn, zal de
auto bracket voorrang krijgen.
• De belichting en de witbalans wijzigen
naar gelang van de burstinstellingen.
Wanneer de burstfunctie ingesteld is op
[] (DMC-FX07)/[] of []
(DMC-FX3), worden ze vast ingesteld op
de waarden voor het eerste beeld.
Wanneer de burstsnelheid ingesteld is op
[] of [] (DMC-FX07)/[]
(DMC-FX3), worden ze aangepast telkens
als u een opname maakt.
• [] is vastgesteld wanneer het eerste
beeld gemaakt wordt. (DMC-FX07)
• Wanneer de burstfunctie ingesteld wordt,
wordt de automatische overzichtsfunctie
geactiveerd ongeacht de instelling van het
automatische overzicht. (Het beeld wordt
niet vergroot.) U kunt de automatische
overzichtfunctie niet instellen in het
[SET-UP] menu.
• Wanneer de burstfunctie geactiveerd
wordt, kan [AUDIO OPNAME] niet
gebruikt worden.
• Wanneer de flits geactiveerd is of
[STERRENHEMEL] in scènefunctie is
gekozen, kunt u maar 1 opname maken.
Close-up’s maken
Met deze functie kunt u close-up’s maken
van een object, bijv. wanneer u opnamen
van bloemen maakt. U kunt opnamen
maken van een object tot op een afstand
van 5 cm van de lens door het
zoomhendeltje zo ver mogelijk naar Breed
te zetten (1k).
Gevorderd
∫ Focusbereik
5 cm
30 cm
(DMC-FX07) (
(Breed).
Breed
)/
T
W
• We raden het gebruik van een statief en
de zelfontspanner aan (P44) in de
macrofunctie.
• Wanneer een object dichtbij het toestel is,
is het effectieve focusbereik (velddiepte)
aanzienlijk minder breed. Daarom kan, als
de afstand tussen het toestel en het object
gewijzigd is na het scherpstellen, het
moeilijk worden om er opnieuw op scherp
te stellen.
• Als de afstand tussen het toestel en het
object buiten het focusbereik van het
toestel ligt, zou het beeld niet op de juiste
manier scherpgesteld kunnen worden
zelfs als de focusaanduiding brandt.
• De macrofunctie zal voorrang geven aan
elk object dat zich dicht bij de camera
bevindt. Als dus de afstand tussen de
camera en het object meer dan 50 cm
bedraagt,duurt het langer om scherp te
stellen op dit object in de macrofunctie
dan in de normale opnamefunctie.
• Het beschikbare flitsbereik is ongeveer
60 cm tot 4,0 m
tot
30 cm
(Wanneer de ISO-gevoeligheid ingesteld
is op [AUTO].)
• Wij raden aan de flits op Gedwongen UIT
te zetten [] als u van heel dicht bij
opnamen maakt.
• Wanneer u opnamen maakt in een dicht
bereik in macrofunctie, kan de resolutie
van de buitenkant van het beeld enigszins
afnemen. Dit is geen storing.
4,0 m (DMC-FX3)
49
VQT0Y77
Page 50
Gevorderd
Scènefunctie
Als u een scènefunctie kiest om een
opname te maken van een beeld in een
bepaalde situatie zal de camera
automatisch de optimale belichting
instellen en aanpassen voor de gewenste
opname.
• P51 tot 58 raadplegen voor elk
scènemenu.
1 Op 3/4 drukken om het
gewenste scènemenu te kiezen.
SCÈNE MODE
PORTRET
SCN
GAVE HUID
LANDSCHAP
SPORT
SELEC
SCÈNE MODE
NACHTPORTRET
SCN
NACHTL. SCHAP
ZELFPORTRET
VOEDSEL
SELEC
• Druk op 4 in A om over te schakelen
naar het volgende menuscherm.
• Als het [SCÈNE MODE] menu niet
verschijnt, drukt u op [MENU/SET]
om het [SCÈNE MODE] menu te
openen.
• Wanneer u op 1 drukt, wordt er uitleg
over elke scène afgebeeld. (Wanneer u
op 2 drukt, keert het scherm terug
naar het [SCÈNE MODE] menu.)
2 Op [MENU/SET] drukken.
INST.
2/
INST.
1
/
6
MENU
6
MENU
∫ Over de onderdelen in de
menuschermen
• Er zijn 6 menuschermen (1/6, 2/6, 3/6,
4/6, 5/6 en 6/6).
• U kunt ook tussen de schermen kiezen in
elk willekeurig onderdeel door aan het
zoomhendeltje te draaien.
• De [STRAND] en [LUCHTFOT] kunnen
niet in scènefunctie gebruikt worden in
DMC-FX3.
SCÈNE MODE
PORTRET
SCN
GAVE HUID
LANDSCHAP
SPORT
SELEC
SCÈNE MODE
STRAND
SCN
LUCHTFOTO
SNEEUW
H. GEVOELIGH.
SELEC
SCÈNE MODE
SCN
INST.
SELEC
SCÈNE MODE
1
SCN
2
INST.
SELEC
1
/
6
2/
NACHTPORTRET
NACHTL. SCHAP
SCN
ZELFPORTRET
MENU
VOEDSEL
SELEC
4
/
6
5/
BABY1
SCN
BABY2
MENU
SELEC
6
SCÈNE MODE
PAR T Y
KAARSLICHT
VUURWERK
MENU
INST.
STERRENHEMEL
6
SCÈNE MODE
ONDER WATER
MENU
INST.
3/
INST.
6/
INST.
MENU
MENU
• Wanneer u een opname maakt met een
scènefunctie dat niet geschikt is voor dat
doeleinde, kan de tint van het beeld
verschillen van de werkelijke scène.
• Compenseer de belichting als u de
helderheid van het beeld wenst te wijzigen
(P45). (De belichting kan echter niet
gecompenseerd worden in
[STERRENHEMEL].)
•Op 2 drukken en vervolgens op 3/4 in
het [SCÈNE MODE] menu drukken om
het [OPNAME] menupictogram []
(P70) of het [SET-UP] menupictogram [ ]
(P19) te kiezen en het gewenste
onderdeel in te stellen.
6
6
50
VQT0Y77
Page 51
• De volgende functies kunnen niet
ingesteld worden in de scènefunctie
omdat het toestel ze automatisch op de
optimale instelling zet.
– [WITBALANS]
– [GEVOELIGHEID]
– [KLEUR EFFECT]
– [FOTO INST.]
[PORTRET]
MENU
Op [] drukken om het [SCÈNE MODE]
/SET
menu af te beelden en de scènefunctie te
kiezen. (P50)
De persoon steekt beter af op de achtergrond
en heeft een gezondere huidskleur.
3
∫ Technieken voor portretten
Deze functie doeltreffender maken:
1 Het zoomhendeltje zo ver mogelijk op
Tele zetten.
2 Ga dicht bij het object staan om deze
functie beter te laten werken.
• Deze functie is alleen geschikt wanneer u
opnamen buiten en overdag maakt.
• De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op
[ISO100].
[GAVE HUID]
MENU
Op [] drukken om het [SCÈNE MODE]
/SET
menu af te beelden en de scènefunctie te
kiezen. (P50)
De camera zoekt het gezicht of een stukje
huid om de huid zachter te laten lijken in de
portretfunctie.
Gevorderd
∫ Technieken voor de
zachte-huidfunctie
Deze functie doeltreffender maken:
1 Het zoomhendeltje zo ver mogelijk op
Tele zetten.
2 Ga dicht bij het object staan om deze
functie beter te laten werken.
• Deze functie is alleen geschikt wanneer u
opnamen buiten en overdag maakt.
• Als er een gedeelte van de achtergrond
e.d.enz. erg lijkt op de huidskleur, wordt
dit gedeelte ook verzacht.
• Deze functie kan minder doeltreffend
werken als het beeld onvoldoende helder.
• De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op
[ISO100].
[LANDSCHAP]
MENU
Op [] drukken om het [SCÈNE MODE]
/SET
menu af te beelden en de scènefunctie te
kiezen. (P50)
De camera zal voorkeur geven aan een
object dat verderop staat. U kunt hiermee
opnamen maken van een wijd landschap.
3
• Het focusbereik is 5 m tot ¶.
• De Flitsinstelling is vast ingesteld op UIT
[].
• De instelling op de AF-lamp is buiten
werking gesteld.
3
51
VQT0Y77
Page 52
Gevorderd
[SPORT]
MENU
Op [] drukken om het [SCÈNE MODE]
/SET
menu af te beelden en de scènefunctie te
kiezen. (P50)
Daar instellen wanneer u beelden wilt
maken van sportscènes of andere
snelbewegende evenementen.
3
∫ Technieken voor nachtportretten
• De flits gebruiken.
• Aangezien de sluitertijd langzamer wordt,
raden we het gebruik van een statief en
de zelfontspanner (P44) aan om opnamen
te maken.
• Het object gedurende ongeveer
1 seconde stil laten staan nadat u de
opname gemaakt hebt.
• We raden aan het zoomhendeltje op
Breed (1k) te zetten en ongeveer 1,5 m
van het object af te staan wanneer u een
opnameopname maakt.
• Deze functie is geschikt voor het maken
van beelden van onderwerpen op een
afstand van 5 m of meer.
• Wanneer u beelden maakt van een
snelbewegend onderwerp binnen, doet
de [] functie automatisch de
ISO-gevoeligheid toenemen om
wazigheid van het onderwerp te
voorkomen.
(DMC-FX07)
• De ISO-gevoeligheid is vastgesteld op
(DMC-FX07)
[].
[NACHTPORTRET]
MENU
Op [] drukken om het [SCÈNE MODE]
/SET
menu af te beelden en de scènefunctie te
kiezen. (P50)
Met deze functie kunt u opnamen maken
van een object en een landschap met bijna
werkelijke helderheid door de flits te
gebruiken en de sluitertijd langzamer te
zetten.
3
• Het focusbereik is 1,2 m tot 5 m. (Lees
P42 voor het beschikbare flitsbereik om
opnamen te maken.)
• De ontspanner kan gesloten blijven (max.
ongeveer 1 sec.) nadat u de opname hebt
gemaakt voor de signaalverwerking. Dit is
geen storing.
• Er kan ruis zichtbaar worden wanneer u
opnamen maakt op donkere plekken.
• Wanneer u de flits gebruikt, wordt de
Langzame synch./Rode-ogenreductie
[] gekozen en wordt de flits telkens
geactiveerd.
[NACHTL. SCHAP]
MENU
Op [] drukken om het [SCÈNE MODE]
/SET
menu af te beelden en de scènefunctie te
kiezen. (P50)
Met deze functie kunt u een nachtelijk
landschap levendig opnemen omdat de
sluitertijd verkort wordt.
3
52
VQT0Y77
Page 53
∫ Technieken voor nachtlandschappen
• Aangezien de sluitertijd langzamer wordt
(tot ongeveer 8 sec.) dient u een statief te
gebruiken. We raden verder het gebruik
van de zelfontspanner aan (P44) om deze
opnamen te maken.
Gevorderd
• De opname verschijnt automatisch op de
LCD-monitor om deze opnieuw te
bekijken. Raadpleeg P33 voor informatie
over de terugspeelfunctie.
• Als de opname wazig is door de langzame
sluitertijd raden wij het gebruik aan van de
2 seconden zelfontspanner. (P44)
• Het focusbereik is 5 m tot ¶.
• De ontspanner kan gesloten blijven (max.
ongeveer 8 sec.) nadat u de opname hebt
gemaakt voor de signaalverwerking. Dit is
geen storing.
• Er kan ruis zichtbaar worden wanneer u
opnamen maakt op donkere plekken.
• De flits is vast ingesteld op UIT [].
• De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op
[ISO100].
• De AF-lamp is uitgeschakeld.
• U kunt geen langzame ontspanner
instellen.
[ZELFPORTRET]
MENU
Op [] drukken om het [SCÈNE MODE]
/SET
menu af te beelden en de scènefunctie te
kiezen. (P50)
Met deze functie kunt u een opname van
uzelf maken.
∫ Zelfportrettechnieken
Druk de ontspanknop half in om scherp te
stellen. De zelfontspanneraanduiding begint
te branden als u scherp in beeld staat hebt.
Houd de camera stil en druk de ontspanknop
helemaal in om de foto te maken.
• Het beschikbare focusbereik is ongeveer
30 cm tot 70 cm.
• U kunt opnamen van uzelf maken met
geluid (P76). Als u dit doet, zal de
zelfontspanneraanduiding gaan branden
terwijl u het geluid opneemt. (P44)
• Als u [ZELFPORTRET] kiest, wordt de
zoomuitvergroting automatisch ingesteld
op Breed (1k).
• De zelfontspanner kan alleen worden
ingesteld op uit of op 2 seconden (P44).
Als u de timer instelt op 2 seconden blijft
deze instelling gelden totdat u de camera
uitzet of aan de instelknop draait.
• De stabilisatorfunctie is vast ingesteld op
[MODE2]. (P47)
• De AF-functie is vast ingesteld op []
(DMC-FX07)/[] (DMC-FX3). (P77)
• De AF-lamp is uitgeschakeld.
[VOEDSEL]
MENU
Op [] drukken om het [SCÈNE MODE]
/SET
menu af te beelden en de scènefunctie te
kiezen. (P50)
Met deze functie kunt u opnamen maken
van bijvoorbeeld voedsel dat er natuurlijk
uitziet zonder de hinderlijke invloed van
omgevingslicht in restaurants enz.
• Het object is niet scherpgesteld als de
zelfontspanneraanduiding knippert. Druk
de ontspanknop opnieuw half in om
scherp te stellen.
3
53
VQT0Y77
Page 54
Gevorderd
• Het focusbereik wordt hetzelfde als in de
macrofunctie. [5 cm (Breed)/30 cm (Tele)
tot ¶]
[FEEST]
MENU
Op [] drukken om het [SCÈNE MODE]
/SET
menu af te beelden en de scènefunctie te
kiezen. (P50)
Kies deze functie als u opnamen wilt
maken op een huwelijksreceptie, een
feestje binnenshuis enz. Met flits en de
langzamere sluitertijd kunnen zowel
personen als de achtergrond opgenomen
worden met een helderheid die lijkt op de
werkelijke helderheid.
3
∫ Technieken voor opnamen van
feesten
• Omdat de sluitertijd langzamer wordt,
raden we het gebruik van een statief en
de zelfontspanner (P44) aan voor deze
opnamen.
• We raden aan het zoomhendeltje op
Breed (1k) te zetten en ongeveer 1,5 m
van het object af te staan wanneer u
opnamen maakt.
• De flitsinstelling kan ingesteld worden op
Langzame synch./Rode-ogenreductie
[] of Gedwongen AAN/
Rode-ogenreductie [].
[KAARSLICHT]
MENU
Op [] drukken om het [SCÈNE MODE]
/SET
menu af te beelden en de scènefunctie te
kiezen. (P50)
Met deze functie kunt u opnamen maken bij
kaarslicht.
3
∫ Technieken voor de opnamen bij
kaarslicht
• Als u het kaarslicht goed gebruikt, kunt u
mooie opnamen maken zonder de flits.
• We raden het gebruik van een statief en
de zelfontspanner (P44) aan voor deze
opnamen.
• Het focusbereik wordt hetzelfde als de
macrofunctie. [5 cm (Breed)/30 cm (Tele)
tot ¶]
• De flits kan ingesteld worden op
Langzame synch./Rode-ogenreductie
[] of Vast ingesteld op AAN/
Rode-ogenreductie [].
[VUURWERK]
MENU
Op [] drukken om het [SCÈNE MODE]
/SET
menu af te beelden en de scènefunctie te
kiezen. (P50)
Met deze functie kunt u mooie opnamen
maken van vuurwerk tegen een
nachthemel.
3
54
VQT0Y77
Page 55
∫ Technieken voor opnamen van
vuurwerk
• Omdat de sluitertijd langzamer wordt,
raden we het gebruik van een statief aan.
• Deze functie werkt het beste wanneer het
object 10 m of meer van het toestel
verwijderd is.
• De sluitersnelheden worden als volgt
ingesteld.
– Als u [OFF] instelt in de
stabilisatorfunctie voor optische
beelden: Vast op 2 seconden
(DMC-FX07)/1 seconde (DMC-FX3)
– Als u [MODE1] of [MODE2] instelt in de
stabilisatorfunctie voor optische
beelden:
1/4de van een seconde of 2 seconden
(DMC-FX07)/1 seconde (DMC-FX3) (De
sluitertijd wordt 2 seconden/1 seconde
alleen als de camera bepaalt dat er
weinig golfbeweging is zoals waneer u
een statief gebruikt enz.)
• Histogrammen worden altijd oranje
afgebeeld. (P38)
• De flits is vast ingesteld op UIT [].
• U kunt de AF-functie niet instellen.
• De AF-zone verschijnt niet.
• De AF-lamp is uitgeschakeld.
• U kunt geen langzame ontspanner
instellen.
• De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op
[ISO100].
[STERRENHEMEL]
MENU
Op [] drukken om het [SCÈNE MODE]
/SET
menu af te beelden en de scènefunctie te
kiezen. (P50)
Met deze functie kunt u levendige opnamen
maken van een sterrenhemel of een donker
object dat u niet kunt opnemen met de
[NACHTL. SCHAP] door de sluitertijd
langzamer te maken.
Gevorderd
3
15
∫ De sluitertijd instellen
• Kies een sluitertijd van [15 SEC.],
[30 SEC.] of [60 SEC.].
1 Op 3/4 drukken om het
menuonderdeel te kiezen en vervolgens
op [MENU/SET] drukken.
STERRENHEMEL
15 SEC.
30 SEC.
60 SEC.
ANNUL
SELEC INST.
MENU
2 Opnamen maken.
15
MENU
ANNUL
• Op de ontspanknop drukken om het
aftelscherm af te beelden. Het toestel niet
bewegen als dit scherm afgebeeld wordt.
Wanneer het aftellen eindigt, verschijnt
[AUB WACHTEN ...] net zolang als de
ingestelde sluitertijd duurt om de signalen
te verwerken.
• Druk op [MENU/SET] om te stoppen met
de opname terwijl de aftelling op het
scherm staat.
∫ Technieken voor opnamen van
sterrenhemels
• De ontspanner opent zich gedurende 15,
30 of 60 seconden. Gebruik een statief.
Wij raden verder aan de opnamen te
maken met de zelfontspanner. (P44)
• Histogrammen worden altijd oranje
afgebeeld. (P38)
55
VQT0Y77
Page 56
Gevorderd
• De flitsinstelling is vast ingesteld op UIT
[].
• De optische beeldstabilisator is vast
ingesteld op [OFF].
• De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op
[ISO100].
• U kunt de belichting niet compenseren of
[AUDIO OPNAME], auto bracket, de
burstfunctieen de langzame sluiter
instellen.
[STRAND] (DMC-FX07)
Druk op [ ] om het [SCÈNE MODE] menu
te openen kies deze functie. (P50)
Met deze functie kunt u opnamen maken op het
strand. Deze functie voorkomt onderbelichting
van een object in sterk zonlicht.
• Raak de camera niet aan met natte
• Zand of zeewater kunnen de camera
MENU
/SET
3
handen.
beschadigen. Laat geen zand of zeewater
in de lens of op de aansluitingen komen.
dergelijke. Richt de camera op iets met
een hoog contrast, druk de ontspanknop
half in om de scherpstelling vast te zetten,
richt dan de camera op het object en druk
de ontspanknop helemaal in om de
opname te maken.
• Zet de camera uit terwijl het vliegtuig
opstijgt of landt.
• Als u de camera wenst te gebruiken,
dient u alle instructies van het
vliegtuigpersoneel te volgen.
• Wees voorzichtig met weerkaatsing op het
raampje.
• De flits is vast ingesteld op UIT [].
• De AF-lamp is uitgeschakeld.
[SNEEUW]
MENU
Op [] drukken om het [SCÈNE MODE]
/SET
menu af te beelden en de scènefunctie te
kiezen. (P50)
Deze functie zal de witbalans en de
belichting bijstellen om de sneeuw zo wit
mogelijk te doen lijken.
3
[LUCHTFOT] (DMC-FX07)
Druk op [ ] om het [SCÈNE MODE] menu
te openen en kies deze functie. (P50)
Met deze functie maakt u foto’s terwijl u in
het vliegtuig zit.
∫ Techniek voor Luchtfoto’s
• Wij raden aan deze techniek te gebruiken
MENU
/SET
3
als u moeilijk kunt scherpstellen en u
opnamen wenst te maken van wolken en
56
VQT0Y77
[H. GEVOELIGH.]
MENU
Op [] drukken om het [SCÈNE MODE]
/SET
menu af te beelden en de scènefunctie te
kiezen. (P50)
Met deze functie is de ISO-gevoeligheid
groter dan normaal. Als u binnenshuis
opnamen maakt, veroorzaakt dit licht
wazige opnamen.
3
Page 57
• De resolutie neemt enigszins af met de
hoge-gevoeligheidsfunctie. Dit is geen
storing.
• ISO-gevoeligheid wordt automatisch op
de volgende optimale waarde gezet.
– [ISO3200] (DMC-FX07)
– [ISO800] tot [ISO1600] (DMC-FX3).
• Het focusbereik wordt hetzelfde als in de
macrofunctie. [5 cm (Breed)/30 cm (Tele)
tot ¶]
• De flits is vast ingesteld op UIT [].
(DMC-FX07)
• De extra optische zoom en de digitale
zoom kunnen niet gebruikt worden.
1
[BABY1]/
2
[BABY2]
MENU
Op [] drukken om het [SCÈNE MODE]
/SET
menu af te beelden en de scènefunctie te
kiezen. (P50)
Met deze functie kunt u opnamen maken
van een baby met mooi kleurtje. Als u de
flits gebruikt zal het licht ervan zwakker zijn
dan normaal.
U kunt de geboortedatum van twee baby’s
instellen met [BABY1] en [BABY2].
• De leeftijd van de baby kan afgebeeld
worden wanneer u opnamen terugspeelt.
• De leeftijd kan ook afgedrukt worden
methet programma [LUMIX Simple
Viewer] die op de CD-ROM (bijgeleverd)
staat. (Voor informatie over afdrukken, de
aparte gebruiksaanwijzingen voor de
aansluiting op de PC raadplegen.)
∫ Het afbeelden van de leeftijd instellen
• Als u de leeftijd wenst af te beelden, stelt
u de geboortedatum op voorhand in
geboortedatum met [MET LEEFTIJD]
waarna u op [MENU/SET] drukt.
• Als u niet wilt dat de leeftijd afgebeeld
wordt, [ZONDER LEEFTIJD] kiezen en op
[MENU/SET] drukken.
Gevorderd
1
9
mnd.
10:00 1.DEC.2006
10
dg.
3
1
BABY1
MET LEEFTIJD
ZONDER LEEFTIJD
INST. GEB DATUM
SELEC INST.
ANNUL
MENU
∫ Geboortedatum instellen
1 Op 3/4 drukken om
[INST. GEB DATUM] te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET] drukken.
2 Wanneer het bericht
[GEBOORTEDATUM VAN BABY
INSTELLEN] verschijnt, het onderdeel
(Jaar/Maand/Dag) kiezen met 2/1 en
de geboortedatum instellen met 3/4.
3 Op [MENU/SET] drukken om het
instellen te eindigen.
• Als u [MET LEEFTIJD] kiest zonder de
geboortedatumgeboortedatum eerst in te
stellen, verschijnt er een waarschuwing.
Druk op [MENU/SET] en stel de
geboortedatumgeboortedatum in volgens
de stappen 2 en 3 hierboven.
• Het focusbereik wordt hetzelfde als in de
macrofunctie. [5 cm (Breed)/30 cm (Tele)
tot ¶]
• De ISO-gevoeligheid is vastgesteld op
[]. (DMC-FX07)
• Als u het toestel aanzet in [BABY1]/
[BABY2] in de scènefunctie of als u naar
[BABY1]/[BABY2] schakelt vanuit andere
scènefuncties, worden de leeftijd en
huidige datum en tijd gedurende ongeveer
5 seconden afgebeeld onderaan op het
scherm.
• De stijl van de geboortedatum op het
scherm verschilt naar gelang vande
taalinstelling in de opnamefunctie.
• De stijl van de weergave tijdens het
afdrukken kan verschillen van de
weergavestijl op het scherm.
• De geboortedatum wordt afgebeeld als
[0 monate 0 tage].
• Als de leeftijd niet juist afgebeeld wordt,
controleert u de klok en de
geboortedatuminstellingen.
57
VQT0Y77
Page 58
Gevorderd
• Als het toestel ingesteld is op
[ZONDER LEEFTIJD], wordt de leeftijd
niet opgenomen zelfs als de tijd en
geboortedatum ingesteld zijn. Dit betekent
dat de leeftijd niet ingesteld kan worden
zelfs als het toestel ingesteld is op
[MET LEEFTIJD] na het maken van
opnamen.
• [RESETTEN] gebruiken in het [SET-UP]
menu om de geboortedatum opnieuw in te
stellen. (P23)
[ONDER WATER]
MENU
Op [] drukken om het [SCÈNE MODE]
/SET
menu af te beelden en de scènefunctie te
kiezen. (P50)
Met deze functie voorkomt u dat
onderwater genomen foto’s te blauw
worden. Gebruik de waterdichte
bescherming (DMW-MCFX01; optioneel)
als u opnamen onder water wil maken.
• Als u de witbalans afstelt, wordt de
melding [] rood of blauw op het
scherm weergegeven.
AUTO
3
AF VERGR.
• Kies [0] als u de witbalans niet fijn
wenst af te stellen.
∫ Onderwater scherpstellen (AF Lock)
U kunt de scherpstelling vastzetten voordat
u een opname maakt met vergrendelde AF.
Dit is handig als u opnamen wenst te
maken van bijvoorbeeld een heel snel
bewegend object.
1 De AF-zone op het object richten.
2 Druk op 2 om de scherpstelling vast in
te stellen.
• Het symbool van de AF-vergrendeling
A verschijnt als het object
scherpgesteld is.
3
AF VERGR.
∫ De witbalans instellen
[WB INSTELLEN]
U kunt de tinten aanpassen aan de
waterdiepte en het weer.
1 Druk verschillende keren op 3 [] om
[WB INSTELLEN] weer te geven.
2 Druk op 2/1 om de witbalans te
regelen.
WB INSTELLEN
ROOD
AUTO
SELEC
BLAUW
EXIT
MENU
• 2 [ROOD]: Indrukken wanneer de tint
blauwachtig is.
• 1 [BLAUW]: Indrukken wanneer de tint
roodachtig is.
58
VQT0Y77
3
AF VERGR.
AF㨯L
• Druk opnieuw op 2 om de
AF-vergrendeling te annuleren.
• Als u aan de zoomhendel draait,
annuleert u de AF-vergrendeling. In dit
geval dient u opnieuw scherp te stellen
en de scherpstelling te vergrendelen.
• Het focusbereik wordt hetzelfde als in de
macrofunctie. [5 cm (Breed)/30 cm (Tele)
tot ¶]
• De zelfontspanner kan niet ingesteld
worden.
Page 59
De dag van uw
vakantie opslaan
waarop u de foto
maakt
Als u vertrekdatum op voorhand instelt,
kunt u opslaan op welke dag van uw
vakantie u de foto neemt.
• Als u een foto opnieuw bekijkt, staat erop
op welke dag van uw vakantie de foto
gemaakt is.
1/3
1EDAG
10:00 2.DEC.2006
A:Het aantal dagen dat verstreken is sinds
de vertrekdatum
• Het aantal dagen dat verstreken is sinds
de vertrekdatum kan ook afgedrukt
worden op elke foto met het programma
[LUMIX Simple Viewer] dat op de
CD-ROM (bijgeleverd) staat. (Voor
informatie over afdrukken, de aparte
gebruiksinstructies voor aansluiting op de
PC raadplegen.)
menupictogram [ ] te kiezen en
vervolgens op 1 drukken.
1
EXIT
/
n
OFF
4
0
MENU
SET-UP
KLOKINSTELLING
WERELDTIJD
LCD SCHERM
RICHTLIJN
REISDATUM
SELEC
3 Op 3/4 drukken om
[REISDATUM] te kiezen en
vervolgens op 1 drukken.
1
INST.
/
4
n
0
OFF
OFF
MENU
INST.
SET-UP
KLOKINSTELLING
WERELDTIJD
LCD SCHERM
RICHTLIJN
REISDATUM
SELEC
4 Druk op 4 om [SET] te kiezen en
dan op [MENU/SET].
SET-UP
KLOKINSTELLING
WERELDTIJD
LCD SCHERM
RICHTLIJN
REISDATUM
SELEC
INST.
1
/
4
n
0
OFF
OFF
SET
MENU
/SET
MENU
59
VQT0Y77
Page 60
Gevorderd
5 Druk op 3/4/2/1 om de datum
te kiezen.
REISDATUM
GELIEVE DE
VERTREKDATUM INSTELLEN
DEC
122006
..
SELECINST.EXIT
MENU
2/1: Selecteer het gewenste
onderdeel.
3/4: Stel het jaar, de maand en de
datum in.
6 Twee keer op [MENU/SET]
drukken om het menu te sluiten.
7 Een opname maken.
3
1EDAG
10:00 2.DEC.2006
A: Het aantal dagen dat verstreken is sinds
de vertrekdatum
• De huidige datum en tijd en dag van uw
vakantie verschijnen ongeveer
5 seconden onderaan op het scherm als
de camera aan wordt gezet en de
reisdatum is ingesteld, als u de klok, de
vertrekdatum of de reisdatum instelt; als
u de wereldtijdinstelling wijzigt en als u
overschakelt van de terugspeelfunctie
naar een andere functie.
• Wanneer [REISDATUM] ingesteld is,
verschijnt [] onderaan rechts op het
scherm.
∫ De vertrekdatum wissen
Als u [REISDATUM] ingesteld laat op [SET]
zal het aantal dagen dat verstrijkt vanaf de
vertrekdatum, steeds opgeslagen worden.
Als de vakantie gedaan is, stelt u
[REISDATUM] in op [OFF] op het scherm
van stap
4 en drukt u twee keer op [MENU/
SET].
60
VQT0Y77
• De reisdatum wordt berekend aan de
hand van de manier waarop de klok is
ingesteld (P20) en de vertrekdatum die u
hebt ingevoerd. Als u [WERELDTIJD]
(P60) instelt op de reisbestemming, wordt
de reisdatum berekend aan de hand van
de datum in de klokinstelling en de
reisbestemminginstelling.
• De ingestelde vertrekdatum wordt
opgeslagen zelfs als het toestel uit wordt
gezet.
• Als u een vertrekdatum hebt ingevoerd en
u maakt een opname op een datum voor
deze vertrekdatum, verschijnt een oranje
[-] (minteken) en wordt de dag van de
vakantie waarop u deze opname hebt
gemaakt, niet opgeslagen.
• Als u een vertrekdatum instelt en de
klokinstelling wijzigt op de datum en tijd
van uw reisbestemming, verschijnt een wit
[-] (minteken) en wordt de dag van de
vakantie waarop u deze opname hebt
gemaakt, niet opgeslagen als de datum
van uw reisbestemming bijvoorbeeld één
dag vroeger valt dan bijvoorbeeld de
ingestelde vertrekdatum.
• Als u [REISDATUM] instelt op [OFF] zal
het aantal dagen dat verstrijkt sinds de
vertrekdatum niet opgeslagen worden,
ook niet als u de reisdatum of de klok hebt
ingesteld. Ook als u [REISDATUM] instelt
op [INST.] nadat u opnamen hebt
gemaakt, zal op het scherm niet vermeld
worden op welke dag van de vakantie u
deze opnamen hebt gemaakt.
• Als u een vertrekdatum instelt zonder de
klok te programmeren, verschijnt de
melding [AUB KLOK INSTELLEN].
Programmeer dus de klok. (P20)
• De [REISDATUM] instelling beïnvloedt
tevens de eenvoudige functie [ ].
Page 61
De tijd van uw
reisbestemming
weergeven
(World Time)
Als u uw eigen woongebied instelt en het
gebeid van uw reisbestemming als u
bijvoorbeeld in het buitenland reist, kunt u
de plaatselijke tijd op de plaats van uw
vakantie afbeelden op het scherm en op de
opnamen.
• Kies [KLOKINSTELLING] om de
huidige datum en tijd op voorhand in te
stellen. (P18)
• Als u de wereldtijd voor het eerst instelt,
verschijnt de melding [GELIEVE DE
THUISZONE INSTELLEN]. Als deze
melding verschijnt, drukt u op [MENU/
SET] en begint u met instellen in het
scherm dat u in de stap 2 ziet in
“Woongebied instellen [HOME]”.
∫ Woongebied instellen [HOME]
(Voer de stappen
1, 2 en 3 uit.)
1 Druk op 4 om [HOME] te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET].
WERELDTIJD
BESTEMMING
HOME
10:00 1.DEC.2006
MENU
MENU
INST.
SELEC
ANNUL
/SET
2 Druk op 2/1 om uw huidige
verblijfplaats te kiezen en dan op
[MENU/SET].
10:00
Berlin
Paris
Rome
Madrid
GMT+1:00
SELECINST.
ANNUL
MENU
MENU
/SET
• De actuele tijd wordt afgebeeld
linksboven op het scherm en het
tijdverschil met GMT “Greenwich Mean
Time” wordt linksonder op het scherm
afgebeeld.
• Als in uw eigen gebied het zomeruur
wordt gebruikt [], drukt u op 3.
Druk opnieuw op 3 om terug te keren
naar de originele tijd.
• Als u het zomeruur instelt voor uw
woongebied, betekent dit niet dat de
huidige tijd een uur vooruit wordt gezet.
Zet zelf de klok één uur vooruit. (P18)
VQT0Y77
61
Page 62
Gevorderd
∫ Het instellen van het woongebied
afronden
• Als u uw woongebied voor het eerst
instelt, keert het scherm terug naar het
scherm dat u ziet in de stap 1 van de
functie “Woongebied instellen [HOME]”
als u op [MENU/SET] drukt om uw huidige
locatie in te stellen. Druk op 2 om terug
te keren naar het scherm van stap
3 en
druk dan op [MENU/SET] om het menu te
sluiten.
• Als u uw woongebied een volgende keer
instelt, keert het scherm van stap
3 terug
als u [MENU/SET] indrukt om uw huidige
locatie in te stellen. Druk opnieuw op
[MENU/SET] om het menu te sluiten.
∫ De reisbestemming instellen
(Voer hiervoor de stappen
1, 2 en 3 uit.)
1 Druk op 3 om [BESTEMMING] te
kiezen en vervolgens op [MENU/SET].
.
WERELDTIJD
BESTEMMING
HOME
--:-- --.--.----
MENU
MENU
INST.
SELEC
ANNUL
/SET
A: Afhankelijk van de instelling
verschijnt de tijd in uw
vakantiebestemmingsgebied of uw
eigen woongebied op het scherm.
• Als u het gebied van uw
reisbestemming voor het eerst instelt,
worden de datum en de tijd afgebeeld
zoals u op de schermafbeelding
hierboven ziet.
2 Druk op 2/1 om de zone van uw
reisbestemming te kiezen en dan op
[MENU/SET].
10:0018:00
• De huidige tijd die geldt voor de
gekozen reisbestemming verschijnt
rechts bovenaan op het scherm terwijl
het verschil tussen de tijd in uw eigen
woongebied en het gebied van uw
reisbestemming onderaan links op het
scherm staat.
• Als de daglichtbesparingstijd []
gebruikt wordt op de reisbestemming,
op 3 drukken. (De tijd wordt één uur
vooruit gezet.) Opnieuw op 3 drukken
om de originele tijd terug te zetten.
• De namen van de grootste steden in
het gekozen gebied verschijnen op het
scherm. Onderaan links op het scherm
ziet u ook het tijdverschil tussen het
gekozen gebied en uw eigen
woongebied. (Lees P63 voor informatie
over de namen van de belangrijkste
steden die op het scherm verschijnen.)
3 Druk op [MENU/SET] om te sluiten.
1
EXIT
/
n
OFF
4
MENU
0
/SET
MENU
SET-UP
KLOKINSTELLING
WERELDTIJD
LCD SCHERM
RICHTLIJN
REISDATUM
SELEC
• Het pictogram [] wordt [] als u de
reisbestemming hebt ingesteld.
• Zet de instelling weer op [HOME] als uw
vakantie afgelopen is met de stappen
1, 2, 3 en de stappen 1 en 2 van de
functie “Woongebied instellen [HOME]”.
(P61)
• Als uw reisbestemming niet in de lijst van
gebieden op het scherm staat, stelt u het
tijdverschil tussen uw eigen zone en uw
reisbestemming in.
• De [WERELDTIJD] instelling beïnvloedt
tevens de eenvoudige functie [ ].
62
VQT0Y77
Seoul
Tokyo
+8:00
SELECINST.
ANNUL
MENU
MENU
/SET
Page 63
Mogelijke plaatsnamen voor de Wereldtijdinstellingen
+10GuamSydney
+11Solomon Islands New Caledonia
+12FijiAucklandWellington
+12:45
¢ “GMT” is een afkorting van “Greenwich Mean Time”.
Fernando de
Noronha
Chatham
Islands
Gevorderd
63
VQT0Y77
Page 64
Gevorderd
Bewegende beelden
1 Druk de opspanknop half in om
scherp te stellen en druk hem dan
helemaal in om opnamen te
maken.
R 3
s
∫ De aspectratio en de beeldkwaliteit
wijzigen
1 Op [MENU/SET] drukken.
2 Op 3/4 drukken om
[ASPECTRATIO] te kiezen en
vervolgens op 1 drukken.
1
INST.
/
2
AUTO
ON
MENU
OPNAME
SELEC
WITBALANS
ASPECTRATIO
FOTO MODE
AF MODE
AF ASS. LAMP
2s
• Is de scherpte ingesteld dan gaat de
betreffende aanduiding branden.
• De scherpstelling, zoom en
openingswaarde zijn vast ingesteld op
de instelling die geldt tijdens het starten
van de opname (de eerste frame).
• De beschikbare opnametijd A
verschijnt op het display rechts boven
en de voorbije opnametijd B staat
onderaan rechts.
1 uur 20 minuten en 30 seconden
verschijnen als [1h20m30s].
• De beschikbare opnametijd en de
voorbije opnametijd zijn correct bij
benadering.
• De geluidsopname start tegelijkertijd
met de ingebouwde microfoon.
• Als u de stabilisatorfunctie gebruikt,
staat deze vast ingesteld op [MODE1].
De ontspanknop helemaal indrukken
om de opname te stoppen.
2 De ontspanknop helemaal
indrukken om de opname te
stoppen.
• Als het ingebouwde geheugen
(DMC-FX3) of de kaart vol raakt tijdens
het opnemen, stopt het toestel
automatisch met opnemen.
3 Op 3/4 drukken om het
onderdeel te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
4 Op 3/4 drukken om
[FOTOMODE] te kiezen en
vervolgens op 1 drukken.
1
OPNAME
SELEC
WITBALANS
ASPECTRATIO
FOTO MODE
AF MODE
AF ASS. LAMP
INST.
/
2
AUTO
ON
MENU
5 Op 3/4 drukken om het
onderdeel te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
• fps “frames per seconde”; Dit verwijst
naar het aantal frames gebruikt in
1 seconde.
• U kunt zachtere beeldopnamen maken
met “30 fps”.
• U kunt langere beeldopnamen maken
met “10 fps” maar de kwaliteit is wel
minder.
• Met [10fpsQVGA] blijft het bestand
klein. Daarom is deze grootte geschikt
voor verzending per e-mail.
¢ U kunt alleen in het ingebouwde
geheugen opslaan als de
beeldresolutie ingesteld is op QVGA
(320k240 pixels). (DMC-FX3)
(±: Beschikbaar, —: Niet beschikbaar)
Onderdeel
[30fpsVGA]±—
[10fpsVGA]±—
[30fpsQVGA]
[10fpsQVGA]
[30fps16:9]
[10fps16:9]
SD-
geheugen-
kaart
±±
±±
±—
±—
Ingebouwd
geheugen
6 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop tot de
helft indrukken om het menu te
sluiten.
• Het focusbereik is 5 cm tot ¶ (Breed),
30 cm tot ¶ (Tele).
• P116 raadplegen voor informatie over de
beschikbare opnametijd.
Gevorderd
• De beschikbare opnametijd die afgebeeld
wordt op het scherm zou niet op
regelmatige wijze af kunnen lopen.
• Bewegende beelden kunnen niet zonder
geluid opgenomen worden.
• Dit apparaat kan geen bewegende
beelden opslaan op MultiMediaCard.
• Wanneer u de beeldkwaliteit instelt op
[30fpsVGA] of [30fps16:9] raden we het
gebruik aan van een
high-speedf-SD-geheugenkaart met
“10MB/s” of meer (op de verpakking).
• Afhankelijk van het type
SD-geheugenkaart of
SDHC-geheugenkaart kan het
opnemen halverwege stoppen.
• We raden het gebruik aan van een
SD-geheugenkaart/
SDHC-geheugenkaart van Panasonic.
• Afhankelijk van het type
SD-geheugenkaart of
SDHC-geheugenkaart kan de
kaarttoegangsaanduiding even
verschijnen na het opnemen van
bewegende beelden. Dit is geen storing.
• Als bewegende beelden die met dit toestel
opgenomen zijn, teruggespeeld worden
op andere apparatuur, kan het zijn dat de
kwaliteit van beelden en geluiden
achteruit gaat of dat beelden niet
teruggespeeld kunnen worden. Het kan
ook gebeuren dat bepaalde
opslaginformatie niet correct op het
scherm wordt weergegeven.
• In de bewegende-beeldenfunctie [],
kunt u de richtingfunctie en de
overzichtsfunctie niet gebruiken.
• U kunt in [MODE2] de optische stabilisator
niet instellen.
• De bijbehorende software bevat
QuickTime om bestanden met
bewegende beelden die opgenomen zijn
met dit toestel terug te spelen op een PC.
65
VQT0Y77
Page 66
Gevorderd
Meervoudige
schermen afbeelden
(Meervoudig terugspelen)
1 Het zoomhendeltje in de richting
van [] [W] zetten om
meervoudige schermen af te
beelden.
schermen schakelt, verschijnt er een
schuifbalk A. U kunt de locatie van het
afgebeelde beeld in alle opgenomen
opnamen bevestigen met deze
schuifbalk.
2 Op 3/4/2/1 drukken om een
beeld te kiezen.
T
W
B: Het aantal gekozen beelden en het
totaal opgenomen beelden
• De opnamedatum en het nummer van het
gekozen beeld verschijnen samen met
het totaal aantal gemaakte opnamen.
66
VQT0Y77
• Afhankelijk van het opgenomen beeld
en de instellingen, kunnen de volgende
pictogrammen verschijnen.
2 Op 3 drukken om [JA] te kiezen.
3 Op [MENU/SET] drukken.
• Zelfs als de aanduidingen op het scherm
uitstaan in de normale terugspeelfunctie
(P34), verschijnt de opname-informatie
enz. op het scherm in meervoudig
terugspelen. Als u terugkeert naar het
vorige scherm, worden de aanduidingen
op het scherm afgebeeld net als tijdens
de normale terugspeelfunctie.
• Beelden zullen niet afgebeeld worden in
de gedraaide richting zelfs als
[LCD ROTEREN] ingesteld is op [ON].
(P83)
Page 67
Beelden afspelen
volgens opnamedatum
(Kalenderplayback)
Met de kalenderplaybackfunctie kunt u
opnamen afspelen volgens de
opnamedatum.
1 Het zoomhendeltje naar [] [W]
zetten om het kalenderscherm af
te beelden.
SUN
MON
TUE
WED
THU FRI SAT
2
6
2006
2006
1
TW
3024 25 26 27 28
MENU
5/10
MENU
/SET
3 45 7 8 9
1012 13 14 15 16
11
17 18 19 20 21 222923
31
DAGINST.
MAAND
• De opnamedatum van de opname die u
op het scherm kiest wordt de gekozen
datum als u eerst het kalenderscherm
afbeeldt.
• Als er meerdere opnamen zijn met
dezelfde datum, verschijnt eerst de
eerst gemaakte opname van die datum.
• De kalender wordt per maand
afgebeeld.
2 Op 3/4/2/1 drukken om de
datum te kiezen.
3/4: Kies de maand
2/1: Kies de datum
• Als er geen opnamen tijdens een
bepaalde maand zijn gemaakt,
verschijnt deze maand niet.
3 Druk op [MENU/SET] om de
opnamen af te beelden die u op
de gekozen datum hebt gemaakt.
1.DEC .
Gevorderd
• De opnamen die u op de gekozen
datum hebt gemaakt, verschijnen in
9 terugspeelschermen.
• Zet het zoomhendeltje naar [] [W]
om terug te keren naar het
kalenderscherm.
4 Druk op 3/4/2/1 om een
opname te kiezen en druk dan op
[MENU/SET].
• De gekozen afbeelding verschijnt in het
1 e playbackscherm.
∫ Terugkeren naar het playbackscherm.
Als de kalender op het scherm staat, draait
u de zoomhendel op [] [T] om
25 schermen af te beelden, 9 schermen en
1 scherm. (P66)
• De opnamen worden afgebeeld zonder
gedraaid te worden ook als u
[LCD ROTEREN] op [ON] hebt ingesteld.
(P83)
• U kunt de kalender weergeven van januari
2000 tot december 2099.
• Als de opnamedatum van de beelden die
u met de meervoudige terugspeelfunctie
hebt gekozen niet tussen januari 2000 en
december 2099 valt, verschijnt de oudste
opnamedatum in de kalender.
• Afbeeldingen die u bewerkt op de PC
hebben andere data dan de werkelijke
opnamedata.
• Als u de datum van de camera niet hebt
ingesteld (P20), is de opnamedatum
ingesteld op 1 januari 2006.
• Als u opnamen maakt nadat u de
reisbestemming hebt ingesteld in
[WERELDTIJD] (P60), worden deze
opnamen afgebeeld met de data van de
reisbestemming in de
kalenderterugspeelfunctie.
CAL
W
ANNUL
MENU
67
VQT0Y77
Page 68
Gevorderd
De terugspeelzoom
gebruiken
1 Het zoomhendeltje op [] [T]
zetten om het beeld te vergroten.
∫ De terugspeelzoom annuleren
Naar [] [W] zetten of op [MENU/SET]
drukken.
∫ Een opname wissen tijdens de
terugspeelzoom
1 Op [ ] drukken.
2 Op 3 drukken om [JA] te kiezen.
3 Op [MENU/SET] drukken.
2X
W
4X
ANNUL
WISSEN
•:1k>2k>4k>8k>16k
• Wanneer u het zoomhendeltje op []
[W] zet nadat het beeld vergroot is,
wordt de vergroting minder. Wanneer u
het zoomhendeltje naar [] [T] zet,
verhoogt de vergroting.
• Wanneer u de vergroting wijzigt,
verschijnt de aanduiding van de
zoomstand A gedurende ongeveer
1 seconde om de stand van de
vergrootte sectie te controleren.
2 Op 3/4/2/1 drukken om de
stand te wijzigen.
2X
4X
ANNUL
• Wanneer u de af te beelden positie
verplaatst, verschijnt de aanduiding van
de zoomstand gedurende ongeveer
1 seconde.
WISSEN
• Zelfs als de aanduidingen op het scherm
uitstaan in normale de terugspeelfunctie
T
(P37), verschijnen de vergroting en de
handeling op het scherm wanneer de
terugspeelzoom geactiveerd is. U kunt
schakelen tussen het afbeelden of niet
afbeelden van de aanduidingen op het
scherm door op [DISPLAY] te drukken.
Wanneer u de vergroting op 1k instelt,
worden de aanduidingen op het scherm
afgebeeld als in de normale
terugspeelfunctie.
• Hoe meer het beeld vergroot wordt, hoe
slechter de kwaliteit ervan wordt.
• Gebruik de bijwerkfunctie om het vergrote
beeld op te slaan. (P88)
• Het kan zijn dat de terugspeelzoom niet
werkt als de opnamen met andere
apparatuur zijn gemaakt.
68
VQT0Y77
Page 69
Bewegende beelden
terugspelen/Beelden
met geluid
Gevorderd
∫ Beelden met geluid
Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen met het geluidspictogram
[] en vervolgens op 4 drukken
om het beeld met geluid terug te
spelen.
∫ Bewegende beelden
Druk op 2/1 om een beeld te
kiezen met het pictogram van een
bewegend beeld []/[]/
[]/[]/[ ]/[ ] en
druk op 4 om dit af te spelen.
100_0001
WEERG. BEW.
BEELDEN
10:00 1. DEC. 2006
• De opnametijd van de
bewegende-beeldopname A verschijnt op
het display. Als het terugspelen start,
verdwijnt de opnametijd en verschijnt de
verstreken terugspeeltijd rechts boven op
het display.
1 uur 20 minuten en 30 seconden
verschijnen als [1h20m30s].
• De cursor die afgebeeld wordt
tijdens het terugspelen is
dezelfde als 3/4/2/1.
• Opnieuw op 4 drukken om het
terugspelen van bewegende beelden te
stoppen en terug te keren naar het
normale terugspeelscherm.
Snel vooruit spoelen/Snel achteruit
spoelen
Blijven drukken op 2/1 tijdens het
terugspelen van bewegende beelden.
2: Snel achteruit
1: Snel vooruit
• Het toestel keert terug naar de normale
terugspeelfunctie van bewegende
beelden als 2/1 vrijgegeven wordt.
Pauze invoeren
Op 3 drukken tijdens het terugspelen van
bewegende beelden.
• Druk opnieuw op 3 om pauze te wissen.
1/3
5s
AUDI O
AFSPELEN
• Lees [AUDIO OPNAME] (P76) en
[AUDIO DUB.] (P87) voor informatie over
hoe u niet bewegende opnamen maakt
met geluid.
• U kunt het geluid horen uit de speaker.
Lees [VOLUME] (P23) voor informatie
over hoe u het volume regelt in het
[SET-UP] menu.
• Het formaat dat met dit toestel
teruggespeeld kan worden is QuickTime
Motion JPEG.
• Vergeet niet dat het programma
QuickTime meegeleverd wordt om
bestanden van bewegende beelden die
gemaakt zijn met het toestel terug te
spelen op een PC. (P94)
• Sommige QuickTime Motion
JPEG-bestandendie opgenomen zijn met
een PC of andere apparatuur kunnen niet
met dit toestel teruggespeeld worden.
•
Als u bewegende beelden terugspeelt die
opgenomen zijn met andere apparatuur kan
de beeldkwaliteit slechter worden of kunnen
de opnamen niet teruggespeeld worden
• Met een hoge-vermogenskaart is het
mogelijk dat de
snel-achteruitterugspoelfunctie langzamer
dan normaal gaat.
• De volgende functies kunt u niet
gebruiken met bewegende beelden en
opnamen met geluid.
– Terugspeelzoom
(Terwijl u terugspeelt of de beweging stopt
van opnamen en terwijl u geluid afspeelt)
– [LCD ROTEREN]/[ROTEREN]/
[AUDIO DUB.] (Bewegend beeld)
– [NW. RS.]/[BIJWERKEN]/
[ASPECT CONV.]
100_0001
10:00 1.DEC.2006
1/3
VQT0Y77
.
69
Page 70
Menu-instellingen
Menu-instellingen
Het functiemenu
[OPNAME] gebruiken
3 Op 1 drukken, op 3/4 drukken
om de instelling te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
De opnamemogelijkheden verhogen door
kleureffecten, beeldbijstellingen enzovoort
in te stellen enz.
• De functieknop instellen op de gewenste
opnamefunctie.
• Menuonderdelen verschillen afhankelijk
van de functie die gekozen is met de
instelknop (P5). Op deze pagina wordt
beschreven hoe u [AUDIO OPNAME]
instelt in de normale opnamefunctie [].
(Lees P71 tot 79 voor elk
menuonderdeel.)
• Kies [RESETTEN] in het [SET-UP] menu
om de menu-instellingen weer in te stellen
zoals deze waren op het ogenblik van de
aankoop. (P23)
menu af te beelden en het in te stellen
onderdeel te kiezen. (P70)
Met deze functie kunt u een witte kleur
produceren die dichter is bij de echte kleur
in met zonlicht, halogeenbelichting, enz.
gemaakte opnamen waarin het witte licht
roodachtig of blauwachtig kan lijken. Kies
een instelling die past bij de
opnamecondities.
[AUTO]voor de automatische
(Daglicht)
(Bewolkt)
(Schaduw)
(Halogeen)
(Witinstelling)
(Witinstelling)
• Als u een instelling kiest die niet [AUTO]
is, kunt u de witbalans nauwkeurig
afstellen.
instelling
(automatische
witbalans)
voor buitenopnamen
op een heldere dag
voor buitenopnamen
op een bewolkte dag
voor het maken van
opnames buiten in de
schaduw
voor opname bij
halogeen licht
voor gebruik van de
vooringestelde
witbalans
voor het opnieuw
instellen van de
witbalans
Menu-instellingen
∫ Automatische witbalans
Het beschikbare balansbereik wordt
afgebeeld in de volgende illustratie.
Wanneer u een beeld maakt dat buiten het
beschikbare witbalansbereik valt, kan het
beeld roodachtig of blauwachtig lijken.
Zelfs binnen de grenzen van het bereik, zal
de automatische witbalans niet juist werken
als er veel lichtbronnen zijn of als er geen
kleur die in de buurt van wit komt is. In deze
gevallen, de witbalans op een andere
functie dan [AUTO] zetten.
1 De automatische witbalans zal met dit
bereik werken.
2 Blauwe lucht
3 Bewolkte lucht (Regen)
4 Schaduw
5 TV scherm
6 Zonlicht
7 Wit fluorescerend licht
8 Gloeilamp
9 Zonsopgang en zonsondergang
10 Kaarslicht
2)
3)
4)
5)
1)
6)
7)
8)
9)
10)
Kl Kelvintemperatuur en kleuren
71
VQT0Y77
Page 72
Menu-instellingen
∫ De witbalans handmatig instellen
[]
Gebruik deze functie om de witbalans
handmatig in te stellen.
1 Kies [] en druk dan op
[MENU/SET].
2 Richt de camera op een wit stuk papier
of iets dergelijks zodat het frame in het
middel gevuld is met het witte object en
druk dan op [MENU/SET].
WEISSEINST.
MENU
INST.ANNUL
3 Twee keer op [MENU/SET] drukken om
het menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop tot de helft
indrukken om het menu te sluiten.
∫ De witbalans fijn afstellen []
U kunt de witbalans fijn afstellen als u de
gewenste tint niet krijgt met de gewone
witbalans.
• Stel de witbalans in op
[]/[]/[]/[]/[].
• U kunt de witbalans zelfs gebruiken voor
[ONDER WATER] opnamen.
1 Druk op 3 [], meerdere keren,
totdat [WB INSTELLEN]
verschijnt en druk dan op 2/1
om de witbalans fijn in te stellen.
WB INSTELLEN
EXIT
BLAUW
MENU
ROOD
SELEC
• 2 [ROOD]: Indrukken wanneer de tint
blauwachtig is.
• 1 [BLAUW]: Indrukken wanneer de tint
roodachtig is.
• Kies [0] om de oorspronkelijke
witbalans weer in te stellen.
72
VQT0Y77
2 Op [MENU/SET] drukken om te
eindigen.
• U kunt ook de ontspanknop tot de
helft indrukken om het menu te
sluiten.
• De witbalansaanduiding op het scherm
wordt rood of blauw.
Over de witbalans
• Wanneer u een opname maakt met de
flits, wordt de witbalans automatisch
aangepast (behalve bij []). Bij
onvoldoende flitslicht kan het echter zijn
dat de witbalans niet goed wordt
aangepast.
• De witbalans kan in de eenvoudige functie
[] en in de scènefunctie niet ingesteld
worden.
Over het fijn afstellen van de witbalans
• U kunt de witbalans onafhankelijk
nauwkeurig afstellen voor elke
witbalansfunctie.
• De instelling voor het nauwkeurig afstellen
van de witbalans wordt door het beeld
gebruikt wanneer u de flits gebruikt.
• De fijnafstelling van de witbalans blijft ook
opgeslagen als u de camera uitzet.
• Het niveau van de instelling voor het
nauwkeurig afstellen van de witbalans in
[] keert terug naar [0] wanneer u de
witbalans opnieuw instelt met behulp
[].
• U kunt de witbalans niet nauwkeurig
afstellen wanneer [KLEUR EFFECT]
(P79) is ingesteld op [COOL], [WARM],
[B/W] of [SEPIA].
Page 73
[GEVOELIGHEID]
De lichtgevoeligheid instellen
MENU
Op [] drukken om het [OPNAME] functie
/SET
menu af te beelden en het in te stellen
onderdeel te kiezen. (P70)
ISO is een maat voor de gevoeligheid voor
licht. Hoe hoger de gevoeligheid is, hoe
minder licht u nodig hebt voor een opname:
de camera wordt beter geschikt voor
opnamen op donkere plaatsen.
ISO-gevoeligheid
Gebruiken op
heldere plekken
(b.v. buiten)
Gebruiken op
donkere plekken
SluitertijdLangzaamSnel
RuisMinderVerhoogd
[AUTO]De ISO-gevoeligheid wordt
[]
(DMC-FX07)
[ISO100]De gevoeligheid is
[ISO200]
[ISO400]
[ISO800]
(DMC-FX07)
[ISO1250]
(DMC-FX07)
• Wanneer ingesteld op [AUTO], wordt de
ISO-gevoeligheid automatisch afgesteld
op een maximum van [ISO200] volgens
de helderheid. (Deze kan afgesteld
worden tot een maximum van [ISO400]
wanneer u de flits gebruikt.)
100max.
Geschikt
Niet
geschikt
Niet
geschikt
Geschikt
automatisch afgesteld
volgens de helderheid.
De ISO-gevoeligheid wordt
afgesteld volgens de
beweging van het
onderwerp en de
helderheid.
vastgesteld op
verschillende instellingen.
Menu-instellingen
∫ Over [] (Intelligente
ISO-gevoeligheidbediening)
(DMC-FX07)
Het toestel spoort de beweging van het
onderwerp op in de buurt van het midden
van het scherm en zet vervolgens de
optimale ISO-gevoeligheid en sluitertijd in
afhankelijk van de beweging en de
helderheid van het onderwerp.
• Golfstoring wordt vermeden wanneer u
beelden binnen maakt van een bewegend
onderwerp door de ISO-gevoeligheid te
vergroten en de sluitertijd sneller te maken.
F2.8
1/125 ISO800
• Ruis wordt vermeden wanneer er binnen
beelden gemaakt worden van een
onderwerp zonder beweging door de
ISO-gevoeligheid te vergroten.
F2.8
1/30 ISO200
• Wanneer u instelt op [], wordt de
ISO-gevoeligheid automatisch afgesteld
op een maximum van [ISO800] ([ISO400]
wanneer u de flits gebruikt).
F2.8
• Wanneer u de ontspanner tot de helft
indrukt, verschijnt er [] A. Wanneer
u de sluiterknop helemaal indrukt, wordt
de sluitertijd even afgebeeld.
73
VQT0Y77
Page 74
Menu-instellingen
• Als u [] selecteert, kunnen digitale
zoom, auto bracket en langzame
ontspanner niet gebruikt worden.
(DMC-FX07)
• Afhankelijk van de helderheid en hoe snel
het onderwerp beweegt, kan golfstoring
vermeden worden zelfs als []
geselecteerd is. (DMC-FX07)
• Het toestel kan niet in staat zijn de
beweging op te sporen van het onderwerp
in de volgende gevallen.
– Wanneer het onderwerp klein is
– Wanneer het bewegend onderwerp zich
aan de rand van het scherm bevindt
– Wanneer het onderwerp begint met
bewegen op het moment dat de
ontspanknop helemaal ingedrukt wordt
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch
ingesteld op de volgende optimale waarde
in [H. GEVOELIGH.] (P56) in
scènefunctie.
– [ISO3200] (DMC-FX07)
– [ISO800] tot [ISO1600] (DMC-FX3).
• Om opnameruis te voorkomen, raden we
aan de ISO-gevoeligheid af te doen
nemen of [FOTO INST.] op [NATURAL] in
te stellen. (P79)
• De ISO-gevoeligheid kan niet ingesteld
worden in de volgende gevallen.
– Simpele functie []
– Bewegende beeldfunctie []
– Scènefunctie
Kiezen om opnamen te maken
met dezelfde aspectratio als een
4:3 TV of een computermonitor.
Kiezen om opnamen te maken
met dezelfde 3:2 aspect ratio als
een 35 mm film.
Dit is geschikt voor landschappen
etc. waar een breed zicht
wensbaar is. Dit is ook geschikt
voor het terugspelen van beelden
op een breedbeeld TV, hoge
definitie TV etc.
• In de functie voor bewegende beelden
[] kunt u [] kiezen of []. (P64)
• De uiteinden van de opgenomen
opnamen kunnen afgeknipt worden bij het
afdrukken. (P112)
[ASPECTRATIO]
De aspectratio instellen
MENU
Op [] drukken om het [OPNAME] functie
/SET
menu af te beelden en het in te stellen
onderdeel te kiezen. (P70)
Als u de aspectratio wijzigt, kunt u een
hoek (standpunt) kiezen die past bij het
object.
74
VQT0Y77
Page 75
[FOTO RES.]/[KWALITEIT]
Een beeldresolutie en –kwaliteit
kiezen die overeenkomen met uw
eigen gebruik
MENU
Op [] drukken om het [OPNAME] functie
/SET
menu af te beelden en het in te stellen
onderdeel te kiezen. (P70)
Een digitaal beeld is samengesteld uit
ontelbare punten die pixels heten. Ook al
ziet u het verschil op het scherm van het
toestel niet, hoe meer pixels, hoe mooier
het beeld zal wanneer dit afgedrukt wordt
op een groot stuk papier of op een
computermonitor. Beeldresolutie verwijst
naar de compressiewaarde die gebruikt
wordt om digitale opnamen op te slaan.
A Heel veel pixels (Fijn)
B Weinig pixels (Grof)
¢ Deze opnamen zijn voorbeelden van dit
effect.
∫ Aantal pixels
U kunt opnamen duidelijker afdrukken
wanneer er een grotere beeldresolutie
[] (7M) (DMC-FX07)/[] (6M)
(DMC-FX3) gekozen is.
Wanneer er een kleinere beeldresolutie
[] (0,3M EZ) gekozen is, kunt u meer
opnamen opnemen en deze via e-mail als
bijlage verzenden of ze op een website
zetten omdat ze klein genoeg zijn.
U kunt het aantal opnamen vergroten
zonder de beeldresolutie te wijzigen als u
de resolutie instelt op [].
Fijn (Lage comprimering):
Dit type geeft voorrang aan de
beeldkwaliteit.
De beeldkwaliteit zal hoog zijn.
Standaard (Hoge comprimering):
Dit type geeft voorrang aan het
aantal opnamen. Er zullen
standaard kwaliteit opnamen
gemaakt worden.
75
VQT0Y77
Page 76
Menu-instellingen
• Het aantal pixels dat gekozen kan worden
verschilt afhankelijk van de aspectratio.
Als u de aspectratio wijzigt, stelt u de
beeldresolutie in.
• “EZ” is een afkorting voor
“Extra optical Zoom”. Dit is een functie die
de optische zoomratio verder uitbreidt. Als
u een beeldresolutie kiest met EZ
afgebeeld, is de zoomratio extra tot een
maximum van 5,5k (DMC-FX07)/4,1k
(DMC-FX3) wanneer de digitale zoom
ingesteld is op [OFF]. (P30)
• De verengde optische zoom werkt niet in
[H. GEVOELIGH.] in de scènefunctie,
daarom wordt de grootte voor [EZ] niet
afgebeeld.
• Beelden kunnen mozaïsch lijken
afhankelijk van het object en de
opnamecondities.
• P114 lezen voor informatie over het
aantal opnamen.
• Het aantal opnamen hangt af van het
object.
• Het op het scherm afgebeelde aantal
resterende opnamen valt eventueel niet
samen met de opgenomen beelden.
• In de eenvoudige functie [] worden de
instellingen als volgt.
– [ENLARGE]:
:(7M) (DMC-FX07)/
(6M) (DMC-FX3)/
–[4qk6q/10k15cm]:
:(2,5M EZ)/
–[E-MAIL]:
:(0,3M EZ)/
[AUDIO OPNAME]
Stilstaande beelden opnemen met
geluid
MENU
Op [] drukken om het [OPNAME] functie
/SET
menu af te beelden en het in te stellen
onderdeel te kiezen. (P70)
U kunt geluid opnemen met stilstaande
opnamen als deze functie ingesteld is op
[ON]. Dit betekent dat u de conversatie
tijdens de opname of een uitleg bij het
beeld kunt opnemen.
• [] verschijnt op het scherm wanneer u
[AUDIO OPNAME] op [ON] instelt.
• Scherpstellen op het object en op de
ontspanknop drukken om de opname te
starten. De opname zal automatisch
stoppen na ongeveer 5 seconden. U hoeft
de ontspanknop niet de hele tijd in te
drukken.
• Het geluid wordt opgenomen met de
ingebouwde microfoon.
• Als u op [MENU/SET] drukt tijdens het
geluidsopname, wordt het geluidsopname
geannuleerd. Het geluid wordt niet
opgenomen.
• Wanneer geluid opgenomen wordt met
elke opname, zal het totale aantal
opnamen dat opgeslagen kan worden op
elke kaart enigszins afnemen.
• U kunt geen opnamen maken met geluid
in auto bracket, burstfunctie of
[STERRENHEMEL] in de scènefunctie.
76
VQT0Y77
Page 77
[AF MODE]
De scherpstellingsfocusmethode
instellen
Menu-instellingen
1-zone-focussing:
Het toestel stelt scherp
op het object in de
AF-zone in het midden
van het scherm.
Druk op [] om het [OPNAME] functie
MENU
/SET
menu weer te geven en kies dan het in te
stellen onderdeel. (P70)
De functie kiezen die overeenkomt met de
opnamecondities en de samenstelling.
9-zone-focussing (DMC-FX07):
Het toestel stelt scherp
op één van de
9 focuszones. Dit werkt
wanneer het object
zich niet in het midden
van het scherm
bevindt.
5-zone-focussing (DMC-FX3):
Het toestel stelt scherp
op één van de
5 focuszones. Dit werkt
wanneer het object
zich niet in het midden
van het scherm
bevindt.
3-zone-focussing (Hoge snelheid):
Het toestel stelt snel
scherp op één van de
3 punten van de
focuszones. d.w.z.
links, rechts of in het
midden. Dit werkt
wanneer het object zich niet in het midden
van het scherm bevindt.
1-
zone-focussing (Hoge snelheid):
Het toestel stelt snel
scherp es op het object
in de AF-zone in het
midden van het
scherm.
Punt-focussing:
Het toestel stelt scherp
op een beperkte en
nauwe zone op het
scherm.
∫ Over [] of []
• Het beeld kan even stoppen met bewegen
voordat er scherpgesteld wordt wanneer u
de ontspanknop tot de helft indrukt. Dit is
geen storing.
• De AF-zone die op het midden van het
scherm afgebeeld wordt is groter dan
normaal wanneer u de digitale zoom
gebruikt of wanneer u opnamen op
donkere plekken maakt. De AF-zone die
in het midden van het scherm staat, kan
ook groter zijn dan normaal als u
onderwateropnamen maakt.
1/60F5.6
• Het toestel focust op alle AF-zones
wanneer veelvoudige AF-zones (max.
9 zones: DMC-FX07/max.
5 zones: DMC-FX3) op het zelfde
moment gaan branden.
• De focusstand wordt niet vooraf bepaald.
Deze wordt ingesteld op de stand die het
toestel automatisch bepaalt op het
moment dat u scherpstelt. Als u de
focusstand wilt bepalen om opnamen te
maken, schakelt u de AF-functie naar
[], [] of [].
77
VQT0Y77
Page 78
Menu-instellingen
• De AF-functie naar [] of []
schakelen als het moeilijk is scherp te
stellen met behulp van [].
• De AF-functie kan niet ingesteld worden in
de eenvoudige functie [],
[VUURWERK] (P54) of [ZELFPORTRET]
(P53) in de scènefunctie.
[AF ASS. LAMP]
Scherpstellen bij weinig licht wordt
makkelijker
MENU
Op [] drukken om het [OPNAME] functie
/SET
menu af te beelden en het in te stellen
onderdeel te kiezen. (P70)
Het object verlichten maakt het makkelijker
scherp te stellen wanneer u bij weinig licht
aan het opnemen bent en scherp wilt
stellen, wat moeilijk is bij weinig licht.
• Als de AF-lamp ingesteld
is op [ON], wordt er een
AF-zone afgebeeld met
een grootte die breder is
dan normaal en gaat de
AF-lamp A aan wanneer u de
ontspanknop tot de helft indrukt op
donkere plekken enz.
[ON] De AF-lamp gaat aan bij weinig
licht. Zodra dit gebeurt, verschijnt
het pictogram van de AF-lamp
[] op het scherm. Het effectieve
bereik van de AF-lamp is 1,5 m.
[OFF] De AF-lamp gaat niet aan.
• Voorzichtig zijn met de volgende
handelingen wanneer u de AF-lamp
gebruikt.
– Niet direct in de AF-lamp kijken.
– De AF-lamp niet met uw vingers of
andere voorwerpen bedekken.
• Wanneer de AF-lamp aan gaat, wordt
alleen de AF-zone op het midden van het
scherm afgebeeld en is deze groter dan
normaal. (P77)
• Wanneer u de AF-lamp niet wenst te
gebruiken (b.v. wanneer u opnamen
maakt van dieren op een donkere plek),
de [AF ASS. LAMP] op [OFF] zetten. In dit
geval zal het moeilijker worden scherp te
stellen.
• De instelling voor [AF ASS. LAMP] staat
vast op [ON] in de eenvoudige functie
[].
• De instelling voor de [AF ASS. LAMP]
staat vast op [OFF] in [LANDSCHAP]
(P51), [NACHTL. SCHAP] (P52),
[VUURWERK] (P54) [ZELFPORTRET]
(P53) en [LUCHTFOT] (P56: DMC-FX07)
in de scènefunctie.
[SLUITER LANG]
Heldere opnamen maken op
donkere plekken
MENU
Op [] drukken om het [OPNAME] functie
/SET
menu af te beelden en het in te stellen
onderdeel te kiezen. (P70)
Wanneer u beelden maakt op donkere
plaatsen met weinig licht, kunt u beelden
maken die helderder zijn dan normaal door
een instelling te selecteren die nog
langzamer is dan de langzaamste instelling
van de sluitertijd.
• De langzame sluitertijden die u kunt
kiezen zijn: [1/8 –], [1/4 –], [1/2–] en [1 –].
• Dit werkt als u heldere opnamen wilt
maken van zowel een nachtlandschap als
een object met [NACHTPORTRET] (P52)
in de scènefunctie.
Langzame
sluitertijdinstelling
HelderheidDonkerder Helderder
BewegingMinderMeer
1/8–1–
78
VQT0Y77
Page 79
∫ Voorbeeld
Menu-instellingen
[FOTO INST.]
De beeldresolutie instellen
1/8–1 –
• Deze moet normaal gesproken ingesteld
zijn op [1/8 –] om opnamen te maken.
(Wanneer u een langzame sluitertijd kiest
die niet [1/8–] is, verschijnt [] links
onderaan op de LCD-monitor.)
• Wanneer de sluitertijd langzamer
gemaakt is met [SLUITER LANG], kunt u
camerabeweging krijgen. We raden het
gebruik van een statief en van de
zelfontspanner (P44) aan.
• U kunt de langzame ontspanner niet
instellen in [NACHTL. SCHAP],
[VUURWERK] en [STERRENHEMEL] in
de scènefunctie.
[KLEUR EFFECT]
Kleureffecten instellen
MENU
Op [] drukken om het [OPNAME] functie
/SET
menu af te beelden en het in te stellen
onderdeel te kiezen. (P70)
Een kleureffect kiezen dat overeenkomt
met de opnamecondities en met hoe u zich
de opname voorstelt.
[COOL] Het beeld wordt blauwachtig.
[WARM] Het beeld wordt roodachtig.
[B/W]Het beeld wordt zwart-wit.
[SEPIA] Het beeld wordt sepia.
MENU
Op [] drukken om het [OPNAME] functie
/SET
menu af te beelden en het in te stellen
onderdeel te kiezen. (P70)
Een kleureffect kiezen dat overeenkomt
met de opnamecondities en met hoe u zich
de opname voorstelt.
[NATURAL] Het beeld wordt zachter.
[VIVID]Het beeld wordt scherper.
• Wanneer u opnamen maakt op donkere
plekken, kan er ruis optreden. Om ruis te
voorkomen, raden wij aan [FOTO INST.] in
te stellen op [NATURAL].
[KLOKINSTELLING]
De afbeeldingvolgorde voor de
datum en tijd instellen
MENU
Op [] drukken om het [OPNAME] functie
/SET
menu af te beelden en het in te stellen
onderdeel te kiezen. (P70)
Datum en tijd wijzigen. (P18)
79
VQT0Y77
Page 80
Menu-instellingen
Gebruik van het
[AFSPELEN]
functiemenu
U kunt verschillende functies gebruiken in
terugspeelfunctie om opnamen terug te
spoelen, de beveiliging in te stellen voor
deze opnamen, enz.
• Lees P80 tot 92 voor elk menu-onderdeel.
1 Op [MENU/SET] drukken.
2 Op 3/4 drukken om het
gewenste menuonderdeel te
kiezen en vervolgens op 1
drukken.
1
AFSPELEN
DIASHOW
FAVORIETEN
LCD ROTEREN
ROTEREN
DPOF PRINT
SELEC
AFSPELEN
BEVEILIGEN
AUDIO DUB.
NW. RS.
BIJWERKEN
ASPECT CONV.
SELEC
• Druk op 4 in A om het volgende
menuscherm te openen.
• Nadat u de stappen
uitgevoerd heeft, de beschrijving van
het menuonderdeel in de
gebruiksaanwijzing lezen en deze
vervolgens instellen.
80
VQT0Y77
/
3
OFF
ON
MENU
EXIT
2
/
3
MENU
EXIT
1 en 2
∫ Over de onderdelen van de
menuschermen
• Er zijn 3 menuschermen (1/3, 2/3 en 3/3).
• U kunt ook naar de menuschermen
overschakelen in een menu-onderdeel
door het zoomhendeltje te verplaatsen.
• De [KOPIE] functie kan gebruikt worden in
DMC-FX3.
1
AFSPELEN
DIASHOW
FAVORIETEN
LCD ROTEREN
ROTEREN
DPOF PRINT
SELEC
AFSPELEN
OFF
ON
EXIT
SELEC
/
3
BEVEILIGEN
AUDIO DUB.
NW. RS.
BIJWERKEN
MENU
ASPECT CONV.
AFSPELEN
OFF
FORMATEREN
ON
EXIT
SELEC
2
/
3
MENU
EXIT
3
/
MENU
[DIASHOW]
Beelden achtereenvolgens
terugspelen voor een vastgestelde
tijd
MENU
Op [] drukken om het [AFSPELEN]
/SET
functiemenu af te beelden en het in te
stellen onderdeel te kiezen. (P80)
Dit wordt aangeraden wanneer u opnamen
terugspeelt op een TV-scherm. U kunt
ongewenste opnamen overslaan als
[FAVORIETEN] (P82) ingesteld is.
1 Op 3/4 drukken om [ALLE] of
[ ] te kiezen en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
1
AFSPELEN
DIASHOW
FAVORIETEN
LCD ROTEREN
ROTEREN
DPOF PRINT
SELEC
INST.
[ALLE]Hiermee beeldt u alle
opnamen af.
[] Hiermee beeldt u alleen de
opnamen af die ingesteld zijn
als favorieten (P82).
/
3
ALLE
OFF
ON
MENU
MENU
/SET
3
Page 81
• Het scherm van stap 1 verschijnt als
[FAVORIETEN] op [ON] staat. Als
[FAVORIETEN] op [OFF] staat, herhaalt
2.
u stap
• Als geen enkele van de opnamen
afgebeeld [ ] is, kunt u [ ] niet
kiezen, zelfs als [FAVORIETEN]
ingesteld is op [ON].
2 Op 3 drukken om [START] te
kiezen en vervolgens op [MENU/
SET] drukken.
(Scherm wanneer [ALLE] gekozen is)
VOLLEDIGE DIASHOW
START
DUUR
EFFECT
AUDI O
ANNUL
SELEC
INST.
2SEC.
OFF
OFF
MENU
MENU
/SET
• De cursor die verschijnt tijdens een
diavoorstelling A of als u een
diavoorstelling onderbreekt B of tijdens
een [MANUAL] diavoorstelling C is
dezelfde als 3/4/2/1.
•Op 3 drukken om een pauze in de
diavoorstelling in te lassen. Opnieuw op
3 drukken om de pauze te annuleren.
• Druk op 2/1 tijdens de onderbreking
om de vorige of volgende dia te
bekijken. (Het geselecteerde effect
wordt buiten werking gesteld)
3 Op 4 drukken om te eindigen.
Menu-instellingen
∫
Instelling van het geluid, de duur en
het effect
Selecteer [DUUR], [EFFECT] of [AUDIO] op
2
het scherm zoals afgebeeld in stap
en stel
in.
[DUUR]Kan ingesteld worden op
[1SEC.], [2SEC.],
[3SEC.], [5SEC.] of
[MANUAL] (handmatig
terugspelen).
[EFFECT]
(DMC-FX07)
Er kan een
diashow-effect
geselecteerd worden.
[OFF]:Geen effect
Nieuwe beelden
:
schuiven over het
scherm heen.
:
Er verschijnen
beelden vanachter
de actuele beelden
en vervangen
deze.
: Nieuwe beelden
vullen
langzamerhand
het scherm vanuit
het centrum.
: Er wordt een
willekeurig effect
geselecteerd.
• Als u [DURATION]
instelt op [MANUAL]
worden de instellingen
in [EFFECT] buiten
werking gesteld.
[AUDIO]Indien ingesteld op [ON],
wordt het geluid van de
opnamen met geluid
afgespeeld.
• U kunt alleen [MANUAL] kiezen
wanneer [ ] gekozen is in stap
1.
•Op 2/1 drukken om het vorige of het
volgende beeld af te beelden wanneer
[MANUAL] gekozen is.
81
VQT0Y77
Page 82
Menu-instellingen
• Als u [AUDIO] instelt op [ON] en
vervolgens een beeld met geluid
terugspeelt, zal het volgende beeld
afgebeeld worden nadat het geluid
geëindigd is.
• U kunt geen bewegende beelden
terugspelen en de energiebesparing
gebruiken in de diavoorstellingsfunctie.
(De energiebesparing is in elk geval vast
ingesteld op [10MIN.] voor handmatige
diavoorstellingen of onderbreking van een
diavoorstelling.)
[FAVORIETEN]
Favoriete opnamen instellen
MENU
Op [] drukken om het [AFSPELEN]
/SET
functiemenu af te beelden en het in te
stellen onderdeel te kiezen. (P80)
U kunt het volgende doen als er een
markering toegevoegd is aan opnamen en
deze ingesteld zijn als favorieten.
• Alle opnamen wissen die niet ingesteld
zijn als favorieten.
([ALLES WISSEN BEHALVE ]) (P35)
• De opnamen die ingesteld zijn als
favorieten alleen als diavoorstelling
afspelen. (P80)
1 Druk op 4 om [ON] te kiezen en
dan op [MENU/SET].
1
AFSPELEN
DIASHOW
FAVORIETEN
LCD ROTEREN
ROTEREN
DPOF PRINT
SELEC
INST.
/
3
OFF
OFF
ON
ON
ANNUL
MENU
MENU
/SET
• U kunt geen opnamen als favorieten
instellen als [FAVORIETEN] ingesteld is
op [OFF]. De favorieten met het
favorietenpictogram [ ] zullen
bovendien niet verschijnen wanneer
[FAVORIETEN] ingesteld is op [OFF] zelfs
als deze functie eerder op [ON] stond.
• U kunt [ANNUL] niet kiezen als bij geen
enkel beeld [ ] staat.
82
VQT0Y77
2 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
3 Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen en vervolgens op 3
drukken.
1/3
10:00 1.DEC.2006
• Herhaal de bovenstaande procedure.
•Als 3 ingedrukt is terwijl het [ ]
favorietenpictogram A afgebeeld
wordt, wordt [ ] geleegd en wordt de
favorieteninstelling geannuleerd.
• U kunt tot en met 999 opnamen als
favorieten instellen.
∫ Alle favorieten wissen
1 [ANNUL] op het scherm dat getoond
wordt in stap
[MENU/SET] drukken.
2 Op 3 drukken om [JA] te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET] drukken.
3 Op [MENU/SET] drukken om het menu
te sluiten.
• Wanneer u opnamen af laat drukken door
een fotograaffotograaf is
[ALLES WISSEN BEHALVE ] (P35)
handig omdat hiermee alleen de
opnamen die u af wenst te laten drukken
op de kaart blijven staan.
• [LUMIX Simple Viewer] op de CD-ROM
(bijgeleverd) gebruiken om favorieten in te
stellen, te bevestigen of te wissen. (Voor
informatie hierover de aparte
gebruikshandleiding voor aansluiting op
de PC raadplegen.)
• Het kan zijn dat u opnamen die met
andere apparatuur gemaakt zijn niet als
favorieten in kunt stellen.
1 kiezen en vervolgens op
Page 83
[LCD ROTEREN]/[ROTEREN]
Om het beeld gedraaid af te
beelden
MENU
Op [] drukken om het [AFSPELEN]
/SET
functiemenu af te beelden en het in te
stellen onderdeel te kiezen. (P80)
Met deze functie kunt u automatisch
opnamen verticaal afbeelden als deze
gemaakt werden met een verticaal
gehouden toestel of opnamen handmatig
draaien met stappen van 90°.
∫ Display draaien
(Het beeld wordt automatisch
gedraaid en afgebeeld.)
1 Op 4 drukken om [ON] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
1
AFSPELEN
DIASHOW
FAVORIETEN
LCD ROTEREN
ROTEREN
DPOF PRINT
SELEC
INST.
/
3
OFF
ON
OFF
ON
MENU
MENU
/SET
• De opnamen worden afgebeeld zonder
gedraaid te worden wanneer u [OFF]
kiest.
• Lees P34 voor informatie over hoe u
opnamen terug kunt spelen.
2 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
Menu-instellingen
∫ Draaien
(Het beeld wordt handmatig
gedraaid.)
1 Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen en vervolgens op 4
drukken.
ROTEREN
1/3
SELEC
INST.
EXIT
MENU
• De [ROTEREN] functie wordt
uitgeschakeld wanneer
[LCD ROTEREN] ingesteld is op [OFF].
• Bewegende beelden en beveiligde
opnamen kunnen niet gedraaid worden.
2 Op 3/4 drukken om de richting
te kiezen waarin u het beeld
wenst te draaien en vervolgens
op [MENU/SET] drukken.
ROTEREN
MENU
SELECINST.
ANNUL
De opname draait rechtsom in
stappen van 90°.
De opname draait linksom in
stappen van 90°.
MENU
/SET
3 Twee keer op [MENU/SET]
drukken om het menu te sluiten.
83
VQT0Y77
Page 84
Menu-instellingen
∫ Voorbeeld
Wanneer u het beeld rechtsom draait
()
Originele
opname
• Wanneer [LCD ROTEREN] ingesteld is op
[ON] worden opnamen die gemaakt zijn
met een verticaal gehouden toestel,
verticaal teruggespeeld (gedraaid).
• Als u opnamen maakt door de camera op
en neer te bewegen, kan het zijn dat deze
opnamen niet verticaal worden afgebeeld.
(P26)
• Het beeld kan enigszins wazig zijn
wanneer het toestel op de TV aangesloten
is met de AV-kabel (bijgeleverd) en
verticaal teruggespeeld worden.
• Wanneer u opnamen terugspeelt op een
PC, zouden deze niet afgebeeld kunnen
worden in de gedraaide richting tenzij het
OS of de software compatibel is met Exif.
Exif is een formaat voor stilstaande
opnamen waarmee opnameinformatie
enz. toegevoegd kan worden. Dit werd
vastgesteld door “JEITA (Japan
Electronics and Information Technology
Industries Association)”.
• Gedraaide opnamen worden gedraaid
weergegeven als u ze terugspeelt met de
terugspeelfunctie en de terugspeelzoom,
maar worden niet gedraaid weergegeven
als u ze afspeelt met de meervoudige
terugspeelfunctie.
• Het kan zijn dat u opnamen die met
andere apparatuur gemaakt zijn, niet kunt
draaien.
[DPOF PRINT]
Het af te drukken beeld en het
aantal afdrukken instellen
MENU
Op [] drukken om het [AFSPELEN]
/SET
functiemenu af te beelden en het in te
stellen onderdeel te kiezen. (P80)
DPOF “Digital Print Order Format” is een
systeem waarmee de gebruiker kan kiezen
welke opnamen hij afdrukt, hoeveel
exemplaren van elk beeld hij afdrukt en of
de opnamedatum wel of niet afgedrukt
moet worden met een DPOF-compatibele
fotoprinter of fotograaf. Voor details
raadpleegt u uw fotograaf.
Wanneer u fotograaf opnamen af wenst te
laten drukken door een fotograaf die op het
ingebouwde geheugen staan, dient u deze
naar een kaart te kopiëren (P90) en
vervolgens de DPOF in te stellen. (DMC-FX3)
Op 3/4 drukken om [ENKEL],
[MULTI] of [ANNUL] te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
1
AFSPELEN
DIASHOW
FAVORIETEN
LCD ROTEREN
ROTEREN
DPOF PRINT
INST.
SELEC
• U kunt [ANNUL] niet kiezen als er geen
afdrukken ingesteld zijn in de
DPOF-printsettings.
/
3
OFF
ON
ENKEL
MULTI
MENU
ANNUL
MENU
/SET
84
VQT0Y77
Page 85
∫ Enkele instelling
1 Druk op 2/1 om de af te drukken
opname te kiezen en druk dan op
3/4 om het aantal afdrukken in
te stellen.
DPOF INST.
1
AANTAL
SELEC
1/14
DISPLAY
DATUM
1
EXIT
MENU
• De aanduiding van het aantal afdrukken
[] A verschijnt.
• Het aantal afdrukken kan ingesteld
worden op een cijfer van 0 tot 999. De
DPOF-printinstelling wordt geannuleerd
als het aantal afdrukken ingesteld wordt
op [0].
2 Twee keer op [MENU/SET]
drukken om het menu te sluiten.
∫ Meervoudige instelling
1 Op 2/1 drukken omhet af te
drukken beeld te kiezen en
vervolgens op 3/4 drukken om
het aantal afdrukken in te stellen.
DPOF INST. MULTI
79
AANTAL
SELEC
• De aanduiding van het aantal afdrukken
[] B verschijnt.
• Herhaal de bovenstaande procedure.
(U kunt niet alle opnamen tegelijkertijd
instellen.)
• Het aantal afdrukken kan ingesteld
worden op een cijfer tussen 0 en 999.
Als het aantal afdrukken ingesteld is op
[0] wordt de DPOF printinstelling
geannuleerd.
1
8
111210
DISPLAY
DATUM
1
EXIT
MENU
Menu-instellingen
2 Twee keer op [MENU/SET]
drukken om het menu te sluiten.
∫ Alle instellingen wissen
1 Op 3 drukken om [JA] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
ANNULLER ALLE DPOF
ALLE DPOF
PRINTINSTELLINGEN
ANNULEREN ?
JA
NEE
SELECINST.
MENU
MENU
/SET
2 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
∫ De datum afdrukken
Na het instellen van het aantal, kunt u het
afdrukken met de opnamedatum instellen/
annuleren door op [DISPLAY] te drukken.
DPOF INST.
1
DATUM
AANTAL
SELEC
• De aanduiding van de datumafdruk []
1/14
DISPLAY
DATUM
1
MENU
EXIT
DATE
C verschijnt.
• Wanneer u naar een fotograaffotograaf
voor digitaal afdrukken gaat, dient u het
afdrukken van de datum apart te bestellen
indien u dat wenst.
• Afhankelijk van de fotograaf of de printer,
zou de datum niet afgedrukt kunnen
worden zelfs als u instelt op het afdrukken
van de datum. Voor verdere informatie
raadpleegt u uw fotograaf of de
gebruiksaanwijzing van uw printer.
85
VQT0Y77
Page 86
Menu-instellingen
• DPOF is een afkorting van “Digital Print
Order Format”. Met deze functie kunt u
afdrukinformatie opslaan en deze
informatie vervolgens te gebruiken op een
systeem dat DPOF verwerkt.
• DPOF-printinstelling is een handige
functie als u opnamen wil afdrukken met
een printer die PictBridge verwerkt. Bij het
afdrukken van de datum, kan de instelling
op de printer voorrang krijgen op de
datuminstelling op het toestel. Controleer
dus ook de instelling voor de afgedrukte
datum op de printer zelf. (P83)
• U moet alle eerder DPOF-printinformatie
die met andere apparatuur gemaakt is,
wissen wanneer u DPOF-printinstellingen
instelt op uw toestel.
• Voor bestanden die niet voldoen aan de
DCF-standaard kan de DPOF-print niet
ingesteld worden. DCF is een afkorting
van “Design rule for Camera File system”,
bepaald door “JEITA (Japan Electronics
and Information Technology Industries
Association)”.
∫ Enkele instelling
1 Druk op 2/1 om de afbeelding te
kiezen en dan op4 om te
bevestigen/annuleren.
BEVEILIG
SELEC
INST./ANNUL
[INST.]De beschermingsaanduiding
[] A verschijnt.
[ANNUL] De beschermingsaanduiding
[] A verdwijnt.
100_0001
1/3
EXIT
MENU
2 Twee keer op [MENU/SET]
drukken om het menu te sluiten.
∫ Meervoudige instelling/Alle
instellingen wissen
Voer dezelfde handeling uit als in
“[DPOF PRINT] Het af te drukken beeld en
het aantal afdrukken instellen”. (P84 tot 86)
[BEVEILIGEN]
Per ongeluk opnamen wissen
voorkomen
MENU
Op [] drukken om het [AFSPELEN]
/SET
functiemenu af te beelden en het in te
stellen onderdeel te kiezen. (P80)
U kunt een beveiliging instellen voor
opnamen waarvan u niet wilt dat ze per
ongeluk gewist kunnen worden.
Op 3/4 drukken om [ENKEL],
[MULTI] of [ANNUL] te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
• Als u op [MENU/SET] drukt terwijl u de
beveiliging annuleert, zal het annuleren
halverwege stoppen.
• De beveiliging werkt eventueel niet op
andere apparatuur.
• Indien u beveiligde opnamen wenst te
wissen, dient u de beveiliging te annuleren.
• Zelfs als u opnamen in het ingebouwde
geheugen (DMC-FX3) of op een kaart
beveiligt, zullen ze gewist worden als het
ingebouwde geheugen (DMC-FX3) of de
kaart geformatteerd wordt. (P92)
• Zelfs als u de beelden niet beschermt op
een SD-geheugenkaart of een
SDHC-geheugenkaart, kunnen ze niet
gewist worden wanneer de
Schrijfbeschermingschakelaar van de
kaarten B ingesteld is op [LOCK].
16
Page 87
• De volgende functies kunnen niet gebruikt
AUDIO
worden met beveiligde opnamen.
– [ROTEREN]
– [AUDIO DUB.]
[AUDIO DUB.]
Geluid toevoegen aan opnamen
MENU
Op [] drukken om het [AFSPELEN]
/SET
functiemenu af te beelden en het in te
stellen onderdeel te kiezen. (P80)
U kunt geluid toevoegen nadat u een beeld
gemaakt heeft.
1 Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen en vervolgens op 4
drukken om de geluidsopname te
starten.
AUDI O
DUB.
SELEC
START
• De melding
[AUDIOGEGEVENS OVERSCHRIJVEN?]
verschijnt als u al geluid hebt opgenomen.
3
Druk op
om [JA] te kiezen en dan op
[MENU/SET] om de geluidsopname te
starten. (De opname wordt over de vorige
geluidsopname geschreven.)
• Audiodubbing kan niet gebruikt worden
met de volgende opnamen.
– Bewegende beelden
– Beveiligde opnamen
• Audiodubbing zou niet kunnen goed
kunnen werken voor opnamen die
gemaakt zijn met andere apparatuur.
100_0001
1/3
EXIT
MENU
Menu-instellingen
2 Op 4 drukken om te stoppen met
opnemen.
DUB.
100_0001
1/3
STOP
• De geluidsopname stopt automatisch
als 4 niet ingedrukt wordt na ongeveer
10 seconden.
3 Twee keer op [MENU/SET]
drukken om het menu te sluiten.
[NW. RS.]
Een beeld kleiner maken
MENU
Op [] drukken om het [AFSPELEN]
/SET
functiemenu af te beelden en het in te
stellen onderdeel te kiezen. (P80)
Deze functie is nuttig als u de
bestandsgrootte van een beeld wilt reduceren
om deze via e-mail als bijlage te versturen of
naar een website wilt uploaden.
1 Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen en vervolgens op 4
drukken.
NW. RS.
1/3
SELEC
• De volgende opnamen kunnen geen
nieuw formaat krijgen.
– Beelden die opgenomen zijn in []
(0,3M EZ)
(Wanneer aspectratio ingesteld is op
[].)
– Beelden die opgenomen zijn in []
(2,5M EZ)
(Wanneer de aspectratio ingesteld is
op [].)
MENU
EXITINST.
87
VQT0Y77
Page 88
Menu-instellingen
– Beelden opgenomen in []
(2M EZ)
(Wanneer aspectratio ingesteld is op
[].)
– Bewegende beelden
– Beelden met geluid
• Het kan zijn dat u geen nieuw formaat
kunt toekennen aan opnamen die met
andere apparatuur gemaakt zijn.
2
Op
2/1
drukken om de grootte te
kiezen en vervolgens op 4 drukken.
NW. RS.
1/3
SELEC
MENU
EXITNW. RS.
• Formaten kleiner dan het opgenomen
beeld worden afgebeeld.
– [] (DMC-FX07)/[]/[]/[]/
[]
(Wanneer de instelling van de
aspectratio [] is.)
–[]
(Wanneer de instelling van de
aspectratio [] is.)
–[]
(Wanneer de instelling van de
aspectratio [] is.)
• De melding
[ORIGINELE FOTO WISSEN?]
verschijnt.
3 Op 3/4 drukken om [JA] of
[NEE] te kiezen en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
NW. RS.
ORIGINELE FOTO
WISSEN ?
JA
NEE
MENU
MENU
INST.
SELECANNUL
/SET
• Het beeld wordt overschreven wanneer
u [JA] kiest. Van nieuwe grootte
voorziene opnamen kunnen niet
teruggebracht worden naar hun
88
VQT0Y77
oorspronkelijk grootte wanneer deze
overschreven zijn.
• Een van nieuwe grootte voorzien beeld
wordt als nieuw aangemaakt wanneer u
[NEE] kiest.
• Als de vorige opname beveiligd is, kunt
u deze niet vervangen. Kies [NEE] en
maak een nieuwe opname met een
nieuwe grootte.
4 Twee keer op [MENU/SET]
drukken om het menu te sluiten.
[BIJWERKEN]
Een beeld vergroten en bijwerken
MENU
Op [] drukken om het [AFSPELEN]
/SET
functiemenu af te beelden en het in te
stellen onderdeel te kiezen. (P80)
U kunt eerst uitvergroten en dan een
belangrijk deel van de opname kiezen.
1 Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen en vervolgens op 4
drukken.
BIJWERKEN
1/3
SELEC
INST.
EXIT
MENU
• De volgende opnamen kunnen niet
bijgewerkt worden.
– Bewegende beelden
– Beelden met geluid
• Opnamen die met andere apparatuur
opgenomen zijn kunnen wellicht niet
bijgewerkt worden.
2 Vergroot of verklein delen die u
wil bewerken met de zoomhendel.
BIJWERKEN
ZOOMEXIT
1/3
MENU
T
W
Page 89
Menu-instellingen
3 Druk op 3/4/2/1 om het deel
dat u wil bewerken te verplaatsen.
BIJWERKEN
1/3
ZOOM
BIJW.: SLUITERTIJD
EXIT
MENU
4 Op de ontspanknop drukken.
• De melding
[ORIGINELE FOTO WISSEN?]
verschijnt.
5 Op 3/4 drukken om [JA] of
[NEE] te kiezen en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
BIJWERKEN
ORIGINELE FOTO
WISSEN ?
JA
NEE
MENU
ANNUL
SELECINST.
MENU
/SET
• Het beeld wordt overschreven wanneer
u [JA] kiest. De bijgewerkte opnamen
kunnen niet teruggebracht worden naar
hun originele staat wanneer ze
overschreven worden.
• Een bijgewerkt beeld wordt als nieuw
aangemaakt wanneer u [NEE] kiest.
• Als de vorige opname beveiligd is, kunt
u deze niet vervangen. Kies [NEE] en
maak een nieuwe bewerkte opname.
6 Twee keer op [MENU/SET]
drukken om het menu te sluiten.
• De beeldresolutie van het bijgewerkte
beeld zou kleiner kunnen worden dan die
van het origineel afhankelijk van de
snijgrootte.
• De beeldkwaliteit van het bijgewerkte
beeld zal slechter worden.
[ASPECT CONV.]
De aspectratio van een 16:9 beeld
wijzigen
MENU
Op [] drukken om het [AFSPELEN]
/SET
functiemenu af te beelden en het in te
stellen onderdeel te kiezen. (P80)
U kunt opnamen converteren die gemaakt
zijn met een [] aspectratio in een
[] of [] aspect ratio.
• Alleen opnamen gemaakt met een
[] aspectratio kunnen worden
geconverteerd.
• Beelden die gemaakt zijn met andere
apparatuur kunt u wellicht niet
converteren.
2 Op 2/1 drukken om een beeld te
kiezen en vervolgens op 4
drukken.
ASPECT
CONV.
INST.SELEC
100_0001
1/3
EXIT
MENU
• Als u een beeld kiest of instelt met een
aspectratio anders dan [],
verschijnt de melding
[KAN OP DEZE FOTO NIET INGESTE
LD WORDEN] op het scherm.
89
VQT0Y77
Page 90
Menu-instellingen
3 Druk op 2/1 om de horizontale
stand te bepalen en dan op de
opspanknop om deze te
bevestigen.
INST.
INST.:SLUITERTIJD
• Gebruik 3/4 om de framestand te
bepalen voor verticaal gedraaide
opnamen.
• De melding
[ORIGINELE FOTO WISSEN?]
verschijnt.
EXIT
MENU
4 Op 3/4 drukken om [JA] of
[NEE] te kiezen en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
ASPECT CONV.
ORIGINELE FOTO
WISSEN ?
JA
NEE
MENU
ANNUL
SELEC INST.
MENU
/SET
• De opname wordt vervangen als u [JA]
kiest. Als u de aspectratio van een
beeld converteert en dit dan vervangt,
kunt u het oude beeld niet meer
ophalen.
• Er wordt een nieuw beeld aangemaakt
met de geconverteerde aspectratio als
u [NEE] kiest.
• Als de vorige opname beveiligd is, kunt
u deze niet vervangen. Kies [NEE] en
maak een nieuw beeld met de
geconverteerde aspectratio.
5 Twee keer op [MENU/SET]
drukken om het menu te sluiten.
90
VQT0Y77
• Nadat de aspectratio is geconverteerd, kan
het beeld groter worden dan het originele.
• De volgende opnamen kunnen niet
geconverteerd worden.
– Beelden met geluid
– Bewegende beelden
• Bestanden die niet voldoen aan de
DCF-standaard, kunnen niet worden
geconverteerd. DCF is de afkorting van
“Design rule for Camera File system”,
bepaald door “JEITA (Japan Electronics
and Information Technology Industries
Association)”.
[KOPIE] (DMC-FX3)
Beeldgegevens kopiëren
MENU
Op [] drukken om het [AFSPELEN]
/SET
functiemenu af te beelden en het in te
stellen onderdeel te kiezen. (P80)
U kunt beeldgegevens in het ingebouwde
geheugen naar een kaart of andersom
kopiëren.
1 Op 3/4 drukken om het
menu-onderdeel te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
3
INST.
/
3
MENU
MENU
/SET
AFSPELEN
KOPI E
FORMATEREN
SELEC
•:
Alle beeldgegevens die in het
ingebouwde geheugen zijn opgeslagen,
worden in één keer gekopieerd op de
kaart.
3 uitvoeren)
(Stap
•:
Er wordt één beeld tegelijk gekopieerd
van de kaart naar het ingebouwde
geheugen.
2 uitvoeren)
(Stap
Page 91
Menu-instellingen
2 Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen en vervolgens op 4
drukken.
KOPI E
100_0001
1/3
SELEC
INST.
EXIT
MENU
• Wanneer u opnamen kopieert van het
ingebouwde geheugen op de kaart,
worden alle opnamen tegelijk gekozen,
dus verschijnt dit scherm niet.
3 Op 3 drukken om [JA] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
(De illustratie toont het scherm wanneer
opnamen gekopieerd worden van het
ingebouwde geheugen naar een kaart.)
KOPI E
KOPIE VAN INTERN
GEHEUGEN NAAR
KAART?
JA
NEE
SELECINST.
• Het bericht [FOTO NAAR INTERN
GEHEUGEN KOPIËREN?] verschijnt
wanneer u opnamen kopieert van de
kaart naar het ingebouwde geheugen.
• Als u op [MENU/SET] drukt terwijl
gegevens van het geheugen op de
kaart worden gekopieerd, zal het
kopiëren halverwege stoppen.
• Het toestel niet uitzetten en ook geen
andere handelingen uitvoeren voordat
het kopiëren geëindigd is. De gegevens
op het ingebouwde geheugen of de
kaart kunnen beschadigd raken of
verloren gaan.
MENU
MENU
/SET
4 Verschillende keren op [MENU/
SET] drukken om het menu te
sluiten.
• Als u beeldgegevens van het geheugen
op een kaart kopieert, keert
automatisch het terugspeelscherm
terug als alle gegevens gekopieerd zijn.
• Als u gegevens kopieert van het
ingebouwde menu naar een kaart, raden
we aan een kaart te gebruiken die meer
vrije ruimte heeft dan het ingebouwde
geheugen (ongeveer 13,5 MB).
• Het kan even duren om de gegevens te
kopiëren.
• Alleen met een Panasonic digitale camera
(LUMIX) opgenomen opnamen zullen
gekopieerd worden.
(Zelfs als de opnamen opgenomen
werden met een Panasonic digitale
camera, zou u niet in staat kunnen zijn de
opnamen te kopiëren als ze bewerkt zijn
met een PC.)
• DPOF-instellingen van de originele
beeldgegevens zullen niet gekopieerd
worden. De DPOF-instellingen opnieuw
instellen nadat het kopiëren voltooid is.
(P84)
• Als een beeld met dezelfde naam als het
te kopiëren beeld in de kopiebestemming
bestaat, zal het beeld niet gekopieerd
worden. (P107)
• Als u gegevens kopieert van het
ingebouwde geheugen naar een kaart die
geen voldoende vrije ruimte heeft, zullen
de beeldgegevens slechts gedeeltelijk
gekopieerd worden.
91
VQT0Y77
Page 92
Menu-instellingen
[FORMATEREN]
De kaart foramtteren
MENU
Op [] drukken om het [AFSPELEN]
/SET
functiemenu af te beelden en het in te
stellen onderdeel te kiezen. (P80)
Normaal gesproken is het niet nodig het
ingebouwde geheugen (DMC-FX3) en de
kaart te formatteren. Formatteer de kaart of
het geheugen wanneer het bericht
[FOUT INT. GEHEUGEN] (DMC-FX3) of
[STORING GEHEUGENKAART] verschijnt.
Op 3 drukken om [JA] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
FORMATEREN
ALLE GEGEVENS OP DE
GEHEUGENKAART
WISSEN ?
JA
NEE
SELECINST.
• Wanneer er geen kaart in het toestel zit,
kunt u het ingebouwde geheugen
formatteren. Wanneer er een kaart in
het toestel zit, kunt u de kaart
formatteren. (DMC-FX3)
• Als u op [MENU/SET] drukt terwijl u het
ingebouwde geheugen formatteert, zal
het formatteren halverwege stoppen.
(Alle opnamen zullen echter gewist
zijn.) (DMC-FX3)
MENU
MENU
/SET
• Het kan langer duren om het ingebouwde
geheugen te formatteren dan de kaart.
(Max. ongeveer 15 sec.) (DMC-FX3)
• U kunt een SD-geheugenkaart of een
SDHC-geheugenkaart niet formatteren
wanneer de SchrijfBeschermingschakelaar van de kaart A
ingesteld is op [LOCK].
16
• Als het ingebouwde geheugen
(DMC-FX3) of de kaart niet geformatteerd
kan worden, neemt u contact op met het
dichtstbijzijnde servicecentrum.
• Formatteren wist onherroepelijk alle
gegevens, inclusief beveiligde opnamen.
Controleer de gegevens zorgvuldig
voordat u formatteert.
• Als de kaart is geformatteerd op een PC
of andere apparatuur, formatteert u dan
de kaart opnieuw op het toestel.
• Een batterij met voldoende batterijstroom
(P13) of de AC-adapter (DMW-AC5;
optioneel) gebruiken als u formatteert.
• Het toestel niet uitzetten tijdens het
formatteren.
92
VQT0Y77
Page 93
Aansluiten op andere apparatuur
Aansluiten op de PC
U kunt opnamen op een PC zetten door het
toestel en de PC met elkaar te verbinden.
Met het programma [LUMIX Simple Viewer]
(voor Windows
(bijgeleverd) kunt u gemakkelijk opnamen
op een PC zetten, afdrukken en per e-mail
verzenden.
Als u “Windows
USB-stuurprogramma installeren en
vervolgens op de computer aansluiten.
Voor informatie over het installeren van
[LUMIX Simple Viewer] enz., de aparte
handleiding raadplegen voor aansluiting op
de PC aansluiting.
• Een batterij met voldoende batterijstroom
of de AC-adapter (DMW-AC5; optioneel)
gebruiken.
®
) op de CD-ROM
98/98SE”, gebruikt, het
DIGITAL
AV OUT
DC IN
Aansluiten op andere apparatuur
• Het toestel uitzetten voordat u de kabel
erin doet of verwijdert voor de AC-adapter
(DMW-AC5; optioneel).
1 Zet het toestel en de PC aan.
2
Sluit het toestel aan op een PC met
de USB-kabel
A
(bijgeleverd).
• De USB-kabel aansluiten met de []
markering in de richting van de [2]
markering op de [DIGITAL] aansluiting.
• De USB-kabel op C houden en recht erin
doen of eruit halen. (Als u de USB-kabel
er al wrikkend scheef of op zijn kop indoet
kunt u de aansluitingsuiteinden
vervormen en het toestel of de
aangesloten apparatuur beschadigen.)
TOEGANG
D: Dit bericht verschijnt tijdens de
gegevensoverdracht.
3 Op 3 drukken om [PC] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
USB MODE
SEL. USB MODE
PC
PictBridge(PTP)
SELECINST.
• Als u [USB MODE] in het [SET-UP]
menu op voorhand instelt op [PC], hoeft
u dit niet telkens te doen als u het
toestel op de PC aansluit. (P23)
• Als u [USB MODE] op [PictBridge
(PTP)] instelt en het toestel vervolgens
aan de PC aansluit, kunnen er
berichten op het scherm van de PC
verschijnen.
Kies [Cancel] om de melding te sluiten
en haal de camerakabel uit de PC. Stel
[USB MODE] weer in op [PC].
MENU
MENU
/SET
93
VQT0Y77
Page 94
Aansluiten op andere apparatuur
[Windows]
Het stuurprogramma zit in de
[My Computer] map.
• Is het de eerste keer dat u het toestel op
de PC aansluit, dan wordt het benodigde
stuurprogramma automatisch
geïnstalleerd zodat het toestel door de
“Windows Plug and Play” herkend kan
worden. Vervolgens wordt het
stuurprogramma weergegeven in de
[My Computer] map.
[Macintosh]
Het stuurprogramma wordt weergegeven
op het scherm.
• Het stuurprogramma wordt afgebeeld als
[LUMIX] als u het toestel zonder kaart erin
aansluit.
•
Het stuurprogramma wordt afgebeeld als
[NO_NAME] of [Untitled] wanneer u het
toestel aansluit terwijl er een kaar
t in het
toestel zit.
∫ Over het terugspelen van bewegend
beeld op een PC
Gebruik de software “QuickTime” (voor
Windows 2000/XP) in de CD-ROM
(bijgeleverd) om bewegende beelden terug
te spelen die op dit toestel opgenomen zijn
op een PC.
• Als u “Windows 98/98SE/Me”, gebruikt,
“QuickTime6.5.2 for PC” downloaden van
de volgende site, en deze installeren.
http://www.apple.com/support/quicktime/
• Deze software is geïnstalleerd als
standaard op een “Macintosh OS”.
94
VQT0Y77
∫ Mapsamenstelling
De mappen zien eruit als op de volgende
afbeelding.
≥SD-geheugenkaart
≥
SDHC-geheugenkaart
≥MultiMediaCard
≥Ingebouwde geheugen
(DMC-FX3)
DCIM
100_PANA
1
100_PANA
P1000001.JPG
23
P1000002.JPG
P1000999.JPG
101_PANA
999_PANA
MISC
1 Mapnummer
2 Bestandsnummer
3 JPG: opnamen
MOV: bewegende beelden
De onderdelen in elke map zijn de
volgende.
[DCIM]Mappen van [100_PANA]
tot [999_PANA]
[100_PANA]
tot
Beelden/bewegende
beelden
[999_PANA]
[MISC]Bestanden waarin de
DPOF-printinstellingen
staan
• De gegevens voor 1 tot en met 999
opnamen die opgenomen zijn met het
toestel kunnen in 1 map gezet worden.
Als het aantal opnamen meer is dan 999,
wordt er een andere map aangemaakt.
• Om het bestandsnummer of het
mapnummer opnieuw in te stellen,
[NR.RESET] in het [SET-UP] menu
kiezen. (P23)
∫ Condities waarin er een ander
mapnummer gebruikt wordt
In de volgende gevallen wordt het beeld
niet in dezelfde map opgenomen als het
eerder opgenomen beeld. Het wordt
opgenomen in een map met een nieuw
nummer.
Page 95
1 Wanneer de map waarin net een beeld in
opgenomen is een beeldbestand bevat
met het nummer 999 erin
(voorbeeld: P1000999.JPG).
2 Als de net opgenomen kaart bijvoorbeeld
een map bevat met het nummer 100
[100_PANA] erop en u verwijdert deze
kaart en vervangt deze door een kaart
met een mapnummer 100 dat
opgenomen is met een andere camera
van een andere fabrikant (100XXXXX,
met XXXXX als fabrikant) en dan een
beeld op deze kaart opslaat.
3 Wanneer u opneemt nadat u kiezen
[NR.RESET] hebt gekozen (P23) in het
[SET-UP] menu. (Beelden zullen
opgenomen worden in een nieuwe map
met een nummer dat volgt op de map
waar onmiddellijk daarvoor in
opgenomen is. Door [NR.RESET] te
gebruiken op een kaart die geen
mappen of opnamen bevat, zoals een
net geformatteerde, kan het mapnummer
teruggezet worden naar 100.)
∫ PictBridge (PTP) instellen
Zelfs als u [USB MODE] op
[PictBridge (PTP)] instelt, kunt u uw PC
aansluiten als het een OS “Windows XP” of
“Mac OS X” is.
• Beelden kunnen alleen afgelezen worden
op het toestel. Ze kunnen niet op een kaart
geschreven worden of gewist worden.
• Wanneer er 1000 of meer opnamen op
een kaart staan, zouden de opnamen niet
geïmporteerd kunnen worden.
• Geen enkele andere USB-kabel
gebruiken dan de meegeleverde kabel.
• De USB-kabel niet losmaken terwijl
[TOEGANG] afgebeeld wordt.
• Wanneer er veel beelden op de kaart
staan, kan het even duren om deze te
verplaatsen.
• U zou niet in staat kunnen zijn bewegende
beelden correct terug te spelen op de
kaart wanneer het toestel verbonden is
aan een PC. Importeer de bewegende
beeldenfiles naar de PC en speel ze dan
terug.
Aansluiten op andere apparatuur
• Als de batterijstroom laag is terwijl het
toestel en de PC communiceren, kunnen
de opgenomen gegevens beschadigd
raken. Wanneer u de fotocamera op de
PC aansluit, een batterij gebruiken met
voldoende stroom (P13) of de AC-adapter
(DMW-AC5; optioneel).
• Als de resterende batterijstroom laag
wordt terwijl het toestel en de PC
communiceren, knippert het statuslampje
en hoort u een alarm. In dit geval
onderbreekt u de communicatie met de
PC onmiddellijk.
• Wanneer u het toestel op een
“Windows 2000” OS PC aansluit met
de USB-kabel, de kaart niet vervangen
terwijl het toestel en de PC verbonden
zijn. De informatie op de kaart kan
beschadigd worden. De USB-kabel
losmaken voordat u de kaart vervangt.
• Opnamen die bewerkt of omgedraaid zijn
op een PC kunnen zwart op het scherm
worden in de terugspeelfunctie (P34), de
meervoudige terugspeelfunctie (P66) en
de kalenderterugspeelfunctie (P67).
• Voor informatie hierover, de aparte
handleiding voor aansluiting op de PC
raadplegen.
•
De gebruiksaanwijzingen voor de PC
.
lezen
• Als er geen kaart in het toestel zit
wanneer dit op de PC aangesloten is, kunt
u de beeldgegevens op het ingebouwde
geheugen bewerken of openen. Als er
een kaart in zit, kunt u de beeldgegevens
op de kaart openen of bewerken.
(DMC-FX3)
• U kunt niet schakelen tussen het
ingebouwde geheugen en de kaart terwijl
het toestel aangesloten is op de PC. Als u
van het ingebouwde geheugen naar de
kaart wil overschakelen, maakt u de
USB-kabel los, steekt u de kaart in het
toestel (of verwijdert u deze) en sluit u
vervolgens de USB-kabel opnieuw aan op
de PC. (DMC-FX3)
95
VQT0Y77
Page 96
Aansluiten op andere apparatuur
Beelden afdrukken
Door het toestel direct op een printer aan te
sluiten die PictBridge verwerkt via de
USB-kabel (bijgeleverd), kunt u de af te
drukken opnamen kiezen of starten met
afdrukken op het scherm van het toestel.
Afdrukinstellingen zoals de afdrukkwaliteit
op de printer vooraf instellen. (De
gebruiksaanwijzing van de printer lezen.)
DIGITAL
AV OUT
DC IN
1 Het toestel en de printer
aanzetten.
2 Het toestel op een printer
aansluiten via de USB-kabel A
(bijgeleverd).
• De USB-kabel aansluiten op de []
markering in de richting van de [2]
markering op de [DIGITAL] aansluiting.
• De USB-kabel op C houden en deze er
recht indoen of er uitnemen.
3 Op 4 drukken om [PictBridge
(PTP)] te kiezen en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
USB MODE
SEL. USB MODE
PC
PictBridge(PTP)
SELECINST.
• Als u op voorhand [USB MODE] in het
[SET-UP] menu op [PictBridge (PTP)]
instelt, hoeft u dit niet telkens te doen als
u het toestel op de printer aansluit. (P23)
• Het kan tijd vergen om bepaalde
opnamen af te drukken. Batterijen met
voldoende stroom (P13) of de AC-adapter
(DMW-AC5; optioneel) gebruiken als u
wenst af te drukken.
• Het toestel uitzetten voordat u de kabel
erin doet of verwijdert voor de AC-adapter
(DMW-AC5; optioneel).
96
VQT0Y77
• Geen enkele andere USB-kabel
gebruiken dan de meegeleverde kabel.
• Als er geen kaart in het toestel zit
wanneer dit op de PC aangesloten wordt,
kunt u de beeldgegevens op het
ingebouwde geheugen bewerken of
openen. Als er een kaart in het toestel zit,
kunt u de beeldgegevens erop bewerken
of openen. (DMC-FX3)
• U kunt niet overschakelen van het
ingebouwde geheugen naar de kaart
terwijl het toestel op de printer
aangesloten is. Als u wenst over te
schakelen van het ingebouwde geheugen
naar de kaart, maakt u de USB-kabel los,
doet u de kaart in het toestel (of verwijdert
u deze) en sluit u vervolgens de
USB-kabel opnieuw aan op de printer.
(DMC-FX3)
Page 97
• Om de leeftijd in [BABY1]/[BABY2] (P57)
in de scènefunctie of de vertrekdatum van
[REISDATUM] (P59) af te drukken,
gebruikt u het programma [LUMIX Simple
Viewer] op de CD-ROM (bijgeleverd) en
drukt u af met een PC. Voor informatie
hierover raadpleegt u de aparte
handleiding voor aansluiting op de PC
aansluiting.
• Om meer te weten over printers die
PictBridge verwerken, neemt u contact op
met uw plaatselijke dealer.
∫ Enkel beeld
1 Op 3 drukken om
[ENKELE FOTO] te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
PictBridge
ENKELE FOTO
DPOF FOTO
MENU
MENU
SELECINST.
/SET
2 Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen en vervolgens op 4
drukken.
PictBridge
SELECTEER DE
FOTO OM TE PRINTEN
SELEC
PRINTEN
• Het bericht verdwijnt binnen ongeveer
2 seconden.
100_0001
1/3
EXIT
MENU
Aansluiten op andere apparatuur
3 Op 3 drukken om [PRINT START]
te kiezen en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
ENKELE FOTO
PRINT START
PRINT MET DAT.
AANTAL PRINTS
PAPIERAFMETING
LAY-OUT PAGINA
SELECANNULINST.
1
1秒
OFF
MENU
MENU
/SET
• Op [MENU/SET] drukken om het
afdrukken te annuleren.
4 De USB-kabel losmaken na het
afdrukken.
∫ Het afdrukken van de datum, het
aantal afdrukken, het formaat en de
pagina-opmaak instellen
Elke onderdeel kiezen in stap
• De onderdelen die niet verwerkt worden
door de printer worden afgebeeld in het
grijs en kunnen niet gekozen worden.
• Wanneer u opnamen wilt afdrukken op
een papierformaat of met een opmaak die
niet verwerkt worden door het toestel, stelt
u [PAPIERAFMETING] of
[LAY-OUT PAGINA] in op [] en stelt u
vervolgens het papierformaat of de
opmaak in op de printer. (Voor details de
handleiding van de printer raadplegen.)
• [PRINT MET DAT.]
De printerinstellingen hebben
voorrang.
[OFF] Datum wordt niet afgedrukt.
[ON] Datum wordt afgedrukt.
• Als de printer geen datum afdrukt, kan de
datum niet op de foto afgedrukt worden.
• [AANTAL PRINTS]
Stel het aantal afdrukken in.
3.
97
VQT0Y77
Page 98
Aansluiten op andere apparatuur
• [PAPIERAFMETING]
(Papierformaten die ingesteld kunnen
worden voor dit toestel)
De papierformaten staan op de pagina’s
1/2 en 2/2. Op 4 drukken om te kiezen.
1/2
De printerinstellingen
hebben voorrang.
[L/3.5qk5q]
89 mmk127 mm
[2L/5qk7q]127 mmk178 mm
[POSTCARD] 100 mm
[A4]210 mm
¢
2/2
[CARD SIZE]
k148 mm
k297 mm
54 mmk85,6 mm
[10k15cm]100 mmk150 mm
k6q]101,6 mmk152,4 mm
[4q
k10q]203,2 mmk254 mm
[8q
[LETTER]216 mm
¢Deze onderdelen kunnen niet afgebeeld
worden als de printer de papierformaten
k279,4 mm
niet verwerkt.
• [LAY-OUT PAGINA]
(Paginao pmaken die ingesteld kunnen
worden met dit toestel)
Instellingen op de printer zijn
voorzien van prioriteiten.
1 beeld zonder frame op 1 pagina
1 beeld met een frame op 1 pagina
2 beelden op 1 pagina
4 beelden op 1 pagina
• U kunt geen enkel onderdeel kiezen als
de pagina-opmaak niet verwerkt kan
worden door de printer.
∫ DPOF-instelling
• De DPOF-print vooraf instellen op het
toestel. (P84)
1 Op 4 drukken om [DPOF FOTO]
te kiezen en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
PictBridge
ENKELE FOTO
DPOF FOTO
MENU
MENU
SELECINST.
/SET
2 Op 3 drukken om [PRINT START]
te kiezen en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
DPOF
PRINT START
PAPIERAFMETING
LAY-OUT PAGINA
DPOF INSTELLING
SELECANNULINST.
MENU
MENU
MENU
/SET
• U kunt [PRINT START] niet kiezen
wanneer geen DPOF-print ingesteld is.
[DPOF SET] kiezen en vervolgens de
DPOF-print instellen. (P84)
• Op [MENU/SET] drukken om het
afdrukken te annuleren.
3 De USB-kabel losmaken na het
afdrukken.
98
VQT0Y77
Page 99
∫ Het afdrukken van de datum instellen
met vooraf ingestelde DPOF-print
We raden aan de DPOF-print voor de
datum op voorhand in te stellen met
[DPOF PRINT] (P85) wanneer de printer
dit verwerkt. Als u [DPOF FOTO] kiest,
start het afdrukken en wordt de datum
afgedrukt.
∫ Opmaakafdrukken
• Wanneer u een beeld verschillende
keren afdrukt op 1 vel papier
Als u bijvoorbeeld een beeld 4 keer wilt
afdrukken op 1 vel papier,
[LAY-OUT PAGINA] instellen op [] en
vervolgens [AANTAL PRINTS] instellen
op 4.
• Wanneer u verschillende opnamen
afdrukt op 1 vel papier (alleen in
DPOF-print)
Als u bijvoorbeeld 4 verschillende
opnamen wilt afdrukken op 1 vel papier,
[LAY-OUT PAGINA] instellen op [] en
vervolgens [AANTAL] in [DPOF PRINT]
(P84) instellen op 1 voor elk van de
4 opnamen.
• Maak de USB-kabel niet los terwijl het
waarschuwingspictogram [] op het
scherm staat. (Afhankelijk van de printer
wordt dit pictogram al dan niet
weergegeven.)
• Als de resterende batterijstroom te laag
wordt terwijl het toestel en de printer
aangesloten zijn, knippert het
statuslampje en hoort u een alarm. Als dit
gebeurt tijdens het afdrukken, op [MENU/
SET] drukken en het afdrukken
onmiddellijk stopzetten. Als u niet aan het
afdrukken bent, de USB-kabel losmaken.
• Het toestel ontvangt een bericht van de
printer wanneer de [¥] aanduiding oranje
wort tijdens het afdrukken. Nadat het
afdrukken voltooid is, controleren of er
problemen zijn met de printer.
Aansluiten op andere apparatuur
• Als u veel DPOF-afdrukken maakt of veel
DPOF-opnamen afdrukt, kunnen
opnamen meerdere keren afgedrukt
worden. Het op het scherm aangeduide
resterende aantal afdrukken kan
verschillen van de aantalinstelling. Dit is
geen storing.
• Bij het afdrukken van de datum, kan de
instelling op de printer de voorrang geven
aan de instelling op het toestel. Controleer
daarom ook de instelling voor het
afdrukken van de datum op de printer.
99
VQT0Y77
Page 100
Aansluiten op andere apparatuur
Opnamen terugspelen
op een TV-scherm
∫ Opnamen terugspelen met de
AV-kabel (bijgeleverd)
• TV-aspect voor de camera instellen. (P24)
• Het toestel en de televisie uitschakelen.
DIGITAL
AV OUT
DC IN
1 De AV-kabel A (bijgeleverd)
aansluiten op de [AV OUT]
aansluiting op het toestel.
• De AV-kabel aansluiten met de []
markering in de richting van de [2]
markering op de [AV OUT] aansluiting.
• De AV-kabel op B houden en deze er
recht indoen of uithalen.
2 De AV-kabel aansluiten op de
video-en geluidaansluitingen op
de TV.
• 1 Geel:naar de videoaansluiting
• 2 Wit: naar het geluidsaansluiting
3 De televisie aanzetten en “externe
aansluiting” kiezen.
4 Zet het toestel aan.
• Geen andere AV-kabels gebruiken dan de
meegeleverde kabel.
• Alleen wanneer de functieknop ingesteld
is op de terugspeelfunctie [] wordt de
opname op de TV afgebeeld.
• De boven- en onderkant of de rechter- en
linkerkant van het beeld kunnen een
beetje afgeknipt zijn op het scherm. Dit
hangt van de TV zelf af.
• Afhankelijk van de instelling van de
schermfunctie van de TV (op een
breedschermtoestel of een
high-definitiontoestel), kan het beeld
horizontaal of verticaal uitgerekt worden
en kunnen boven- en onderkant of linkeren rechterkant van het beeld eraf
gesneden worden. Wijzig in dit geval de
scherminstellingen.
• Geluid terugspelen gebeurt in mono.
• De gebruiksaanwijzing van de TV lezen.
• Als u een beeld verticaal terugspeelt, kan
het wazig zijn.
• U kunt opnamen bekijken op TV’s in
andere landen of plaatsen met een NTSC
of PAL-systeem als u [VIDEO UIT] in het
[SET-UP] menu instelt.
∫ Opnamen terugspelen op een TV met
een slot voor een SD-geheugenkaart
Stilstaande opnamen die gemaakt zijn met
een SD-geheugenkaart kunnen
teruggespeeld worden op een TV met een
SD-geheugenkaartslot.
• U kunt geen SDHC-geheugenkaart
afspelen als het TV-model hier niet voor
uitgerust is.
• Afhankelijk van het TV-model kunnen de
opnamen misschien niet afgespeeld
worden op het hele scherm.
• Bewegende beelden kunnen niet
teruggespeeld worden. Om bewegende
beelden terug te spelen, het toestel op de
TV aansluiten met de AV-kabel (bijgeleverd).
• MultiMediaCard kunnen wellicht niet
afgespeeld worden.
100
VQT0Y77
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.