Tijdens het opnemen ................................. 102
Bij het afspelen .......................................... 103
Weergave berichten ..........................104
Vraag en antwoord
Storingen verhelpen ..........................107
Waarschuwingen en opmerkingen
tijdens gebruik ................................... 114
Capaciteit/tijd voor het opnemen
van foto’s ............................................ 118
2 VQT2X66VQT2X66 3
Page 3
Beknopte handleiding
Lees om te voorkomen dat er water in de camera komt ‘(Belangrijk) De water-,
stof- en schokbestendigheidsprestaties van de camera’ (→8) en ‘Onderhoud van
de camera en waterbestendigheidsprestaties’ (→10) voordat u de camera onder
water gebruikt.
Voorbereidingen
Laad de batterij op
De batterij is niet opgeladen wanneer
de camera wordt geleverd. Laad vóór
gebruik de batterij op en stel de klok in.
Als u de kaart (optioneel) niet gebruikt,
kunt u foto’s opnemen of afspelen via het
ingebouwde geheugen.
Schuif de [LOCK]-schakelaar ( ) in
de richting van de pijl totdat het rode
gebied ( ) zichtbaar is
De vergrendeling wordt ontgrendeld.
Schuif de vrijgavehendel ( ) in de
richting van de [LOCK]-schakelaar
Het klepje voor kaart/batterij gaat open.
Plaats de batterij en de kaart volledig
in de camera en zorg dat ze in de
juiste richting zijn geplaatst
Terwijl de [LOCK]-schakelaar is
ontgrendeld, drukt u het klepje voor
kaart/batterij dicht totdat het vastklikt
Vergrendel de [LOCK]-schakelaar
door deze in de richting van de pijl te
schuiven totdat het rode gebied niet
meer zichtbaar is
Selecteer de gewenste opnamemodus
■
Instellingen gebruiken die automatisch door de camera worden
geselecteerd
Druk op de -knop.
■
De opnamemodus handmatig selecteren
Druk op de [MODE]-knop.
Druk op ▲▼ om de opnamemodus te selecteren en druk vervolgens op
[MENU/SET].
Druk op de ontspanknop en maak foto’s
Druk half in
(druk licht in en stel
scherp)
■
Bij het afspelen van de foto’s
Druk op de afspeelknop.
Selecteer de foto die u wilt bekijken.
Druk volledig in
(druk de knop helemaal in
om een foto te maken)
Vorige Volgende
4 VQT2X66VQT2X66 5
Page 4
Voordat u de camera gaat gebruiken
Lees eerst dit
■
De water-, stof- en schokbestendigheidsprestaties
De waterbestendigheidsprestaties van deze camera voldoen aan IEC 60529 ‘IPX8’ en
de stofbestendigheidsprestaties aan IEC 60529 ‘IP6X’. Volgens deze norm kunnen er
60 minuten opnamen worden gemaakt tot op een diepte van 3 m.
Deze camera voldoet ook aan ‘MIL-STD 810F (Method 516.5-Shock)’∗ en heeft een
valtest doorstaan van een hoogte van 1,5 m op 3 cm dik multiplex.
∗
De testmethode van Panasonic is gebaseerd op ‘MIL-STD 810F (Method 516.5-Shock)’ die
hierboven is beschreven, maar waarbij de valhoogte is gewijzigd van 122 cm naar 150 cm. De
camera doorstond een test waarbij deze viel op 3 cm dik multiplex.
(Op externe veranderingen na zoals bladderende verf of vervorming op de locatie waarop de
camera is gevallen.)
Houd er echter rekening mee dat storingen die worden veroorzaakt doordat de klant de
camera verkeerd gebruikt, bijvoorbeeld wanneer er water in de camera komt, niet onder
de garantie vallen.
Lees voor meer informatie ‘(Belangrijk) De water-, stof- en
schokbestendigheidsprestaties van de camera’. (→8)
■
Maak eerst een testopname!
Controleer eerst of u met succes foto’s kunt maken en geluiden kunt opnemen.
■
We keren geen vergoedingen uit voor mislukte/verloren geraakte opnamen of
voor directe/indirecte schade.
Panasonic keert geen schadevergoeding uit, zelfs niet als de schade wordt veroorzaakt
door storingen met de camera of de kaart.
■
Sommige foto’s kunnen niet worden afgespeeld.
• Foto’s die op een computer zijn bewerkt
• Foto’s die op een andere camera zijn gemaakt of bewerkt
(Foto’s die op deze camera zijn gemaakt of bewerkt, kunnen ook niet altijd op andere
camera’s worden afgespeeld)
■
Software op de bijgeleverde CD-ROM
De volgende bewerkingen zijn niet toegestaan:
• Kopieën maken van de software voor verkoop of verhuur
• De software kopiëren naar netwerken
Schade, defecten en storingen voorkomen
■
Voorkom schokken, trillingen en druk.
Stel de camera niet bloot aan sterke trillingen of schokken. Zorg dat de camera bijvoorbeeld
•
niet valt of ergens tegenaan stoot, en ga niet zitten met de camera in uw zak.
(Bevestig het polsbandje om te voorkomen dat de camera valt. Hang geen andere voorwerpen
dan het bijgeleverde polsbandje aan de camera, want die kunnen er teveel druk op uitoefenen.)
• Hierdoor kunnen de waterbestendigheidsprestaties verslechteren.
• Druk niet op de lens of op het lcd-scherm.
■
Let op dat er geen water in de camera komt
Let vooral goed op wanneer u het klepje voor kaart/batterij of het aansluitingenklepje opent of sluit op een
•
locatie met veel zand of stof, want daardoor kan er water in de camera komen of een storing ontstaan.
• Open of sluit het klepje voor kaart/batterij of het aansluitingenklepje niet in de buurt
van water, onder water of met natte handen.
• Als er waterdruppels aan de binnenkant van het klepje voor kaart/batterij of het
aansluitingenklepje blijven plakken, dient u deze eerst volledig af te vegen en
vervolgens eventuele verontreinigingen met het bijgeleverde borsteltje te verwijderen.
•
Als er waterdruppels aan de camera zijn blijven plakken, veegt u deze af met een zachte,
droge doek voordat u het klepje voor kaart/batterij of het aansluitingenklepje opent.
■
Voorkom condens als gevolg van plotselinge veranderingen in temperatuur en vochtigheid.
Let vooral goed op condens in de volgende situaties, want anders kunnen de gemaakte
foto’s witachtig worden. (→107)
• Wanneer u snel vanuit een warme omgeving dicht bij het water of vanuit een andere
warme omgeving onder water gaat.
•
Wanneer u vanuit een koude omgeving zoals een wintersportplaats naar een warme omgeving gaat.
•
Wanneer het klepje voor kaart/batterij of het aansluitingenklepje wordt geopend in een vochtige omgeving.
■
Lens
• Laat de lens niet in de volle zon liggen.
■
Gebruik van een driepoot- of eenpootstatief
• Oefen niet te veel kracht uit en draai de schroeven niet aan als ze krom zijn.
(Hierdoor kunnen de camera, het schroefgat of het label beschadigd raken.)
• Zorg ervoor dat het statief stabiel staat. (Lees de handleiding bij het statief.)
■
Transport van de camera
Schakel de camera uit.
Raadpleeg ook ‘Waarschuwingen en opmerkingen tijdens gebruik’ (→114).
Kenmerken lcd-scherm
Er wordt gebruik gemaakt van een extreem hoge precisietechnologie bij de productie
van het LCD-scherm. Er kunnen echter enkele donkere of heldere punten (rood,
blauw of groen) op het scherm zichtbaar zijn.
Dit is geen storing.
Het LCD-scherm heeft meer dan 99,99% effectieve beeldpunten met slechts 0,01%
inactieve of altijd opgelichte beeldpunten. De spikkeltjes zullen niet te zien zijn op de
foto’s die worden opgeslagen op het interne geheugen of een geheugenkaart.
De volgende verschijnselen zijn geen indicaties van mechanische problemen.
•
De camera rammelt als deze wordt geschud. (Dit is het geluid van het bewegen van de lens.)
• De camera klikt wanneer deze wordt in- of uitgeschakeld, of bij het schakelen tussen
opnemen en afspelen. (Dit is ook het geluid van het bewegen van de lens.)
•
U voelt een trilling bij het in- of uitzoomen. (Deze wordt veroorzaakt door het bewegen van de lens.)
•
De lens maakt geluid tijdens het opnemen. (Dit is het geluid van de diafragma-instelling
als reactie op veranderingen in het omgevingslicht.) Tijdens deze instelling veranderen
de beelden op het lcd-scherm snel, maar dit heeft geen invloed op de opnamen.
6 VQT2X66VQT2X66 7
Page 5
(Belangrijk)
De water-, stof- en schokbestendigheidsprestaties
van de camera
• Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht en gebruik de camera niet op locaties
met een hoge waterdruk. De water- en stofbestendigheidsprestaties van de camera
voldoen aan IPX8 en IP6X.
Mits de voorzorgsmaatregelen voor gebruik en opslag die in dit document worden
beschreven, strikt worden nageleefd, kan de camera onder water worden gebruikt in
een diepte tot 3 m, voor een periode van maximaal 60 minuten.
• De camera voldoet aan ‘MIL-STD 810F (Method 516.5-Shock)’. De camera heeft
een valtest van een hoogte van 1,5 m op 3 cm dik multiplex doorstaan. In de meeste
gevallen zou de camera geen schade op moeten lopen als deze van een hoogte van
1,5 m of lager valt.
• De bijgeleverde accessoires zijn niet waterbestendig (behalve het polsbandje en het
siliconen hoesje).
1
∗
Dit betekent dat de camera in de opgegeven tijd en onder de opgegeven druk onder
water kan worden gebruikt, in overeenstemming met de onderhoudsmethode die
door Panasonic wordt beschreven. Dit is geen garantie dat er onder geen enkele
omstandigheden defecten of storingen zullen optreden of dat de camera altijd
volledig waterbestendig is.
2
∗
Dit is geen garantie dat er onder geen enkele omstandigheden defecten of storingen
zullen optreden of dat de camera altijd volledig waterbestendig is.
Neem de voorzorgsmaatregelen in acht die worden beschreven in het volgende gedeelte
‘Omgaan met de camera’. Gebruik de camera niet bij een waterdruk die hoger is dan
voor de gegarandeerde prestaties, of in omgevingen met uitzonderlijk veel stof of zand.
De waterbestendigheidsprestaties zijn niet gegarandeerd als de camera een klap heeft
gehad of is gevallen.
Als de camera een klap heeft gehad of is gevallen, verdient het aanbeveling contact op
te nemen met een Panasonic onderhoudsdienst om de camera (tegen betaling) op de
waterbestendigheidsprestaties te laten inspecteren. Storingen die worden veroorzaakt
doordat de klant verkeerd omgaat met de camera, bijvoorbeeld wanneer er water in de
camera komt, vallen niet onder de garantie.
■
Omgaan met de camera
• Laat de camera niet lange tijd achter in een koude omgeving met een zeer lage
temperatuur (zoals een wintersportplaats) of met een zeer hoge temperatuur, zoals
40 °C of hoger (in bepaalde locaties zoals onder sterk zonlicht, in een warme auto, in
de buurt van een verwarming, op een schip of op een strand).
(De waterbestendigheidsprestaties zullen teruglopen.)
• De binnenkant van de camera is niet waterbestendig. Open of sluit het klepje voor
kaart/batterij of het aansluitingenklepje niet in de buurt van water bij de zee, een meer
of een rivier, onder water of met natte handen.
•
De waterbestendigheidsfunctie van de camera is alleen bedoeld voor zeewater en zoet water.
• Bediening is niet altijd mogelijk of het geluid kan zacht zijn als er sneeuw of water
bevriest op de zoomknop, de aan/uit-knop, de luidspreker of de microfoon in een
koude omgeving zoals een wintersportplaats.
• De lens en het lcd-scherm kunnen beslaan als gevolg van veranderingen in
temperatuur en vochtigheid. (→7)
2
∗
1
∗
■
Het scherm [VOORZORGSMAATR.]
Controleer deze informatie van tevoren om de
waterbestendigheidsprestaties intact te houden.
Wanneer het klepje voor kaart/batterij goed dicht is en de
camera voor het eerst na aanschaf wordt ingeschakeld, wordt
[VOORZORGSMAATR.] weergegeven.
Selecteer [JA] met ◄ en druk vervolgens op [MENU/SET]
• Wanneer [NEE] wordt geselecteerd, wordt het scherm voor instelling van de
klok weergegeven.
Controleer de [VOORZORGSMAATR.] op het scherm
► : Het volgende scherm bekijken
◄ : Terugkeren naar het vorige scherm
[MENU/SET] : Annuleren
Druk na het laatste scherm (11/11) op [MENU/SET] om de
bewerking te voltooien
• Wanneer [NEE] op het eerste scherm is geselecteerd of er op [MENU/
SET] wordt gedrukt om de schermen halverwege te annuleren, wordt
[VOORZORGSMAATR.] elke keer weergegeven als de camera wordt
ingeschakeld.
• De informatie kan ook worden geraadpleegd onder [VOORZORGSMAATR.] in
het menu [SET-UP].
8 VQT2X66VQT2X66 9
Page 6
Onderhoud van de camera en
waterbestendigheidsprestaties
Zorg om te voorkomen dat er water in de camera komt dat u het volgende in acht
neemt voordat u de camera gaat gebruiken.
■
Open of sluit het klepje voor kaart/batterij of het aansluitingenklepje
niet in locaties met veel stof of zand, in de buurt van water of met natte
handen.
Wanneer de camera op de bovenstaande locaties wordt gebruikt, kan er door de
openingen van het klepje voor kaart/batterij of het aansluitingenklepje zand of stof in
de camera komen en kan dit aan de camera blijven plakken zonder dat u het merkt.
Controleer van tevoren of de batterij voldoende is opgeladen en of u voldoende
geheugen hebt op de kaart.
■
Het gebruik van het bijgeleverde siliconen hoesje is aan te bevelen om
te voorkomen dat het klepje voor kaart/batterij of het aansluitingenklepje
per ongeluk open gaat.
■
De prestaties van de rubberen afdichting van de camera beginnen na
1 jaar te verslechteren.
Het verdient aanbeveling eens per jaar contact op te nemen met een Panasonic
onderhoudsdienst om de rubberen afdichting te laten vervangen (tegen betaling).
Gebruik van de camera onder water
Gebruik deze camera in een waterdiepte van 3 m of minder, in een
●
watertemperatuurbereik tussen 0 °C en 40 °C en gebruik de camera niet langer dan
60 minuten achtereen onder water.
Gebruik de camera niet in heet water dat warmer is dan 40 °C (zoals in een bad of hete
●
bronnen).
Open het klepje voor kaart/batterij of het aansluitingenklepje niet.
●
Stel de camera onder water niet bloot aan schokken. (Hierdoor kunnen de
●
waterbestendigheidsprestaties verslechteren en kan er water in de camera komen.)
Duik niet in het water terwijl u de camera vasthoudt. Gebruik de camera niet op locaties
●
met sterk stromend water, zoals in stroomversnellingen of onder watervallen. (De
sterke waterdruk kan een storing veroorzaken.)
De camera zinkt in het water. Zorg dat de camera stevig aan vastzit, zoals door het
●
polsbandje rond uw pols te dragen, om te voorkomen dat u de camera laat vallen en
verliest.
Als er stoffen zoals reinigingsmiddelen, zeep, heet bronwater, badzout, zonnebrandolie,
●
sunblock of chemicaliën op de camera spatten, dient u deze er direct vanaf te vegen.
De kaart en de batterij zijn niet waterbestendig. Raak deze niet met natte handen aan.
●
Steek bovendien geen natte kaart of batterij in de camera.
Klepje voor kaart/batterij en aansluitingenklepje openen en sluiten
Op het moment van aanschaf staan de [LOCK]-schakelaars van het klepje voor kaart/
batterij en het aansluitingenklepje op de vergrendelde positie.
■
Positie [LOCK]-schakelaar
: Gesloten positie
: Geopende positie
: [LOCK]-schakelaar
: Aansluitingenklepje
: Klepje voor kaart/batterij
■
Openen
Schuif de [LOCK]-schakelaar in de
richting van de pijl totdat het rode
gebied ( ) zichtbaar is
De vergrendeling wordt ontgrendeld.
Schuif de vrijgavehendel ( ) in de
richting van de [LOCK]-schakelaar
Het klepje voor kaart/batterij en het
aansluitingenklepje zijn open.
■
Sluiten
Terwijl de [LOCK]-schakelaar is ontgrendeld,
drukt u het klepje voor kaart/batterij en het
aansluitingenklepje dicht totdat ze vastklikken
•
Zorg om te voorkomen dat er water in de camera komt,
dat er geen verontreinigingen, bijvoorbeeld vloeistof,
zand, haar of stof, tussen het klepje voor kaart/batterij
en het aansluitingenklepje komen te zitten.
•
Als er een klepje dicht wordt gedaan terwijl de
[LOCK]-schakelaar is vergrendeld, kan dit schade
veroorzaken of kan er water in de camera komen.
Vergrendel de [LOCK]-schakelaar door deze
in de richting van de pijl te schuiven totdat
het rode gebied niet langer zichtbaar is
• Als de camera wordt gebruikt terwijl er een
klepje niet goed dicht zit, kan dit open gaan.
10 VQT2X66VQT2X66 11
Page 7
Onderhoud van de camera en
waterbestendigheidsprestaties
(vervolg)
Oorzaken van water in de camera
Wanneer de camera in de volgende situaties wordt gebruikt, kan er een opening ontstaan
tussen de camera en het klepje voor kaart/batterij of het aansluitingenklepje, zodat er
water in de camera komt en een storing wordt veroorzaakt.
• Wanneer de rubberen afdichting is verslechterd
• Wanneer de [LOCK]-schakelaar van het klepje voor kaart/batterij of het
aansluitingenklepje niet is vergrendeld
• Wanneer er verontreinigingen zoals pluizen, haar of zand aan de binnenkant van
het klepje voor kaart/batterij of het aansluitingenklepje (rubberen afdichting of
contactgebied van de rubberen afdichting) blijven plakken en ertussen raken
Er ontstaat een
opening, waardoor
water naar binnen
kan komen
De rubberen afdichtingen reinigen
Wanneer er verontreinigingen (zoals haar, zand, stof of vloeistof) aan de rubberen
afdichting of het contactgebied van de rubberen afdichting blijven plakken, kan er binnen
enkele seconden water in de camera komen en een storing veroorzaken.
• Zorg er bij het schoonmaken voor dat er geen verontreinigingen in de camera komen.
• Ga vooral voorzichtig te werk wanneer u heel kleine of natte zandkorrels verwijdert.
Zorg dat er geen verontreinigingen aan de binnenkant van het
klepje voor kaart/batterij of het aansluitingenklepje
( rubberen afdichting of contactgebied van rubberen
afdichting) blijven plakken
: Haar of pluis
: Zand of stof
: Barst of vervorming
: Vloeistof
• Wanneer de rubberen afdichting aan de binnenkant van het klepje voor
kaart/batterij of het aansluitingenklepje gebarsten of vervormd is, dient u
contact op te nemen met een Panasonic onderhoudsdienst.
(Vervolg op de volgende pagina)
12 VQT2X66VQT2X66 13
Page 8
Onderhoud van de camera en
waterbestendigheidsprestaties
Verwijder verontreinigingen die blijven plakken, met het
bijgeleverde borsteltje
: Borsteltje (bijgeleverd)
Lang borsteltjeKort borsteltje
Voor verwijdering van
stoffen zoals fijn of
droog zand.
Voor verwijdering van
grote verontreinigingen
en stoffen zoals nat
zand.
(vervolg)
■
Voorbeeld van verontreinigingen aan de binnenkant van het klepje voor
kaart/batterij
: Contactgebied rubberen
afdichting
(rond het compartiment voor
kaart/batterij)
: Contactgebied rubberen
afdichting
(rond het klepje voor kaart/
batterij)
: Klepje voor kaart/
batterij
: Aansluitingenklepje
Gebruik van het borsteltje
●
• Voordat u het borsteltje gaat gebruiken, dient u eerst te controleren of er geen
verontreinigingen aan het borsteltje blijven plakken.
• Reinig het borsteltje na gebruik door verontreinigingen te verwijderen die er aan
blijven plakken.
■
Voorbeeld van verontreinigingen aan de binnenkant van het
aansluitingenklepje
: Contactgebied rubberen
afdichting
(rond het aansluitpunt)
: Gebied rubberen afdichting
(rond het aansluitingenklepje)
Als er vloeistof aan het rubber blijft plakken, veegt u die af met een zachte, droge
●
doek.
Er kunnen ook verontreinigingen aan de groeven aan de zijkanten of hoeken van
●
een rubberen afdichting blijven plakken. Reinig de groeven met een borsteltje.
14 VQT2X66VQT2X66 15
Page 9
Onderhoud van de camera en
waterbestendigheidsprestaties
Onderhoud na gebruik van de camera op het strand, in zee of in een rivier
Voer de volgende onderhoudsprocedure uit binnen 60 minuten nadat u de camera op het
strand, in zee of in een rivier enzovoort hebt gebruikt.
Spoel de camera af met water terwijl
het klepje voor kaart/batterij en het
aansluitingenklepje dicht zijn. Wanneer
de camera in zee werd gebruikt, laat
u deze ongeveer 10 minuten weken in
een ondiepe bak gevuld met zoet water
: Gesloten positie
•
Als het siliconen hoesje is bevestigd, dient u dit
te verwijderen voordat u de camera afspoelt.
•
Als u verontreinigingen of zout aan de camera laat
zitten, kunnen er beschadigingen, verkleuringen,
corrosie, abnormale geuren of slijtage ontstaan.
Houd de camera met de luidspreker (aan de
kant van het aansluitingenklepje) omlaag, en
schud deze enkele keren voorzichtig heen en
weer om het water er uit te laten lopen
•
Als er zich water in de luidspreker ophoopt, kan het
geluidsvolume lager worden of het geluid vervormd raken.
• Draag de camera stevig aan het polsbandje
om te voorkomen dat de camera valt.
Veeg de waterdruppels weg en laat de
camera drogen door deze rechtop op
een droge doek te zetten op een goed
geventileerde locatie in de schaduw
• Droog de camera niet met een föhn of
soortgelijk apparaat.
Controleer of er geen
waterdruppels op de camera zitten
en open vervolgens de klepjes
Als er waterdruppels of zand aan de
binnenkant van het klepje voor kaart/batterij
of het aansluitingenklepje blijven plakken,
verwijdert u deze met een borsteltje
(bijgeleverd) of met een zachte, droge doek
(vervolg)
■
Het waterafvoersysteem
De camera heeft een waterafvoersysteem. Water
dat binnenkomt via openingen zoals rond de aan/
uit-knop of de zoomknop stroomt naar buiten.
Er kunnen dan ook luchtbellen verschijnen
wanneer de camera in water wordt geweekt, maar
dit is geen storing.
• Er kan zich water ophopen rond het compartiment voor de kaart/batterij of rond de
aansluitingen nadat de camera onder water is gebruikt of is geweekt in zoet water.
Als het klepje voor kaart/batterij wordt geopend als de camera nog niet helemaal
droog is, kunnen er waterdruppels aan de kaart of batterij komen zitten. Als dit
gebeurt, veegt u ze af met een zachte, droge doek.
• Open of sluit het klepje voor kaart/batterij of het aansluitingenklepje niet terwijl
er waterdruppels op de camera zitten. De waterdruppels kunnen in de camera
terechtkomen en condensatie of een storing veroorzaken.
• Voorbeeld van waterdruppels rond het compartiment
voor de kaart/batterij
: Waterdruppels
: Batterij
: Kaart
Als er waterdruppels of verontreinigingen aan de camera blijven zitten, veegt u deze
●
af met een zachte, droge doek.
Nadat u de camera onder water hebt gebruikt, mag u niet langer dan 60 minuten
●
wachten totdat u de onderhoudsprocedure uitvoert. De waterbestendigheidsprestaties
zullen anders verslechteren.
Als de knoppen zoals de knop of de aan/uit-knop niet goed bewegen, kan dit
●
komen omdat er verontreinigingen aan de knoppen blijven plakken. Wanneer u
de camera in deze situatie blijft gebruiken, kan dit tot een storing leiden waarbij
de camera niet langer bruikbaar is. Schud de camera goed heen en weer in zoet
water om verontreinigingen van de camera te spoelen. Controleer vervolgens of de
knoppen soepel bewegen.
Water, zand en andere verontreinigingen kunnen gemakkelijk in de luidspreker
●
terechtkomen, dus spoel de camera na gebruik af met water en schud de camera
vervolgens enkele keren voorzichtig heen en weer om eventuele waterdruppels te
verwijderen.
Droog de camera niet met hete lucht, zoals van een föhn. Door vervorming kunnen
●
de waterbestendigheidsprestaties verslechteren.
Gebruik geen zeep, neutrale reinigingsmiddelen of chemicaliën, zoals benzine,
●
thinner, alcohol of schoonmaakmiddelen.
16 VQT2X66VQT2X66 17
Page 10
Namen van onderdelenStandaardaccessoires
Controleer of alle accessoires aanwezig zijn voordat u de camera in gebruik neemt.
De accessoires en de vormgeving ervan kunnen verschillen, afhankelijk van het land of
●
de regio waar de camera is aangeschaft.
Raadpleeg de standaardgebruiksaanwijzing voor meer informatie over de accessoires.
De bijgeleverde accessoires zijn niet waterbestendig (behalve het polsbandje en het
●
siliconen hoesje).
Houd het borsteltje buiten bereik van kinderen om te voorkomen dat ze dit inslikken.
●
De batterij wordt in de tekst aangeduid als batterij of accu.
●
De batterijlader wordt in de tekst aangeduid als batterijlader of oplader.
●
Verwijder de verpakking op de juiste manier.
●
■
Optionele accessoires
• Kaarten worden niet standaard bijgeleverd. Als u geen kaart gebruikt, kunt u foto’s
opnemen of afspelen via het ingebouwde geheugen.
• Neem contact op met de leverancier of met een servicecentrum bij u in de buurt als
u de bijgeleverde accessoires bent verloren. (U kunt de accessoires afzonderlijk
aanschaffen.)
-knop (→44)
Ontspanknop (→42, 69)
Aan/uit-knop (→42)
LCD-scherm (→52, 102)
[MODE]-knop (→46)
Cursorknop (→20)
[DISPLAY]-knop (→52)
[Q.MENU] (→35)/
knop (wissen) (→51)
Microfoon (→69)
Indicator voor
zelfontspanner (→53)/
AF-assistlampje (→79)
Lens (→7)
Flitser (→54)
Zoomknop (→48)
Luidspreker (→37)
Aansluitingenklepje (→11)
Vrijgavehendel (→11)
[LOCK]-schakelaar (→11)
Afspeelknop (→50)
18 VQT2X66VQT2X66 19
Page 11
Namen van onderdelen
Cursorknop
(vervolg)Bevestiging van het polsbandje
Klepje voor kaart/batterij (→11)
Statiefaansluiting
• Zorg ervoor dat het statief
stabiel staat.
[AV OUT/DIGITAL]-aansluiting
(→95, 97, 101)
Vrijgavehendel (→11)
[LOCK]-schakelaar (→11)
[DC IN]-aansluiting (→95, 97)
• Gebruik altijd een Panasonic
netadapter (optioneel).
Haal het polsbandje door het oogje
voor het polsbandje op de camera
• Als het polsbandje los is, kan het bij het openen
of sluiten van het aansluitingenklepje tussen het
klepje komen.
Dit kan schade veroorzaken of ertoe leiden dat
er water in de camera komt, dus zorg ervoor
dat het polsbandje niet vast komt te zitten in het
aansluitingenklepje en bevestig het stevig aan
de camera.
Draag het bandje om uw pols en pas
vervolgens de lengte aan
[MENU/SET]
(menu aangeven/instellen/sluiten)
(→32)
Linker cursortoets (◄)
• Zelfontspanner (→53)
Omlaag-cursortoets (▼)
• Macro (close-up) (→56)
In deze handleiding wordt elke te gebruiken richtingstoets in grijs of met een
●
symbooltje ▲▼◄► aangegeven.
De in deze handleiding afgebeelde illustraties en schermen kunnen afwijken van het
●
eigenlijke product.
Omhoog-cursortoets (▲)
• Belichtingscompensatie (→58)
Rechter cursortoets (►)
• Flitser (→54)
Omdat de camera in het water zinkt, dient u het polsbandje op de juiste manier te
●
dragen en de camera stevig vast te houden wanneer u onderwateropnamen maakt.
Zwaai de camera niet heen en weer en trek er niet te hard aan als het polsbandje is
●
bevestigd. Het polsbandje kan dan afbreken.
20 VQT2X66VQT2X66 21
Page 12
Bevestiging van het siliconen hoesje Batterij opladen
Wanneer u de camera in de bergen of in de buurt van water gebruikt, is het gebruik
van het bijgeleverde siliconen hoesje aan te bevelen om te voorkomen dat het
klepje voor kaart/batterij of het aansluitingenklepje per ongeluk open gaat.
Zorg dat de camera uit is.
●
Bevestig het siliconen hoesje in een locatie zonder zand of stof.
●
Bevestig het siliconen hoesje
Luidsprekergat
stevig aan de camera
• Bevestig het siliconen hoesje
voorzichtig. Wanneer u het siliconen
hoesje met geweld bevestigt, kunt u
schade veroorzaken.
• Lus het polsbandje niet door het
luidsprekergat.
• Verwijder verontreinigingen (zoals zand) en vocht (zoals zeewater) van de binnenkant
van het siliconen hoesje. Wanneer u verontreinigingen en vocht niet verwijdert voordat
u het siliconen hoesje aan de camera bevestigt, kan de camera vuil worden of bekrast
raken. De aanbevolen procedure voor verwijdering van deze verontreinigingen is om
het siliconen hoesje van de camera te halen, dit af te spoelen in water en vervolgens de
waterdruppels er met een zachte, droge doek vanaf te vegen.
■
Onderhoud na gebruik van de camera
• Haal het siliconen hoesje voorzichtig van de camera. Wanneer u het siliconen hoesje
met geweld verwijdert, kunt u schade veroorzaken.
• Haal de camera uit het siliconen hoesje en controleer zorgvuldig of er geen
verontreinigingen (zoals zand) en vocht (zoals zeewater) aan de camera zijn blijven
plakken.
• Veeg nadat u de camera in water hebt afgespoeld de waterdruppels met een zachte,
droge doek van de camera. Doe dit op een goed geventileerde locatie in de schaduw.
• Droog de camera niet met hete lucht, zoals met een föhn. De camera kan hierdoor
vervormd raken en onbruikbaar worden.
• Gebruik geen zeep, neutrale reinigingsmiddelen of chemicaliën, zoals benzine,
thinner, alcohol of schoonmaakmiddelen.
• Verwijder na gebruik van de camera het siliconen hoesje. Sla de camera niet lange
tijd op terwijl het siliconen hoesje rond de camera is bevestigd.
Laad de batterij altijd op voordat u de camera voor het eerst gebruikt! (wordt niet
opgeladen verkocht)
■
Batterijen die u in dit toestel kunt gebruiken
Er zijn op aantal plaatsen imitatiebatterijen aangetroffen die nauwelijks
van echt te onderscheiden zijn. Dergelijke imitatiebatterijen zijn veelal niet
voorzien van de interne beveiliging die nodig is voor een veilig gebruik. Een
dergelijke imitatiebatterij zou spontaan kunnen ontbranden of ontploffen.
Houd er rekening mee dat wij niet aansprakelijk kunnen worden gesteld voor
enig defect of ongeval dat voortvloeit uit het gebruik van een imitatiebatterij.
Voor een veilig gebruik van dit product is het sterk aanbevolen dat u gebruik
maakt van een authentieke Panasonic batterij.
• Laad uw batterij op met een daarvoor ontworpen batterijlader.
De camera is uitgerust met een functie voor het herkennen van batterijen die veilig gebruikt
•
kunnen worden. De bijgeleverde batterij ondersteunt deze functie. De enige batterijen
die geschikt zijn voor gebruik met deze camera zijn originele Panasonic-producten
en batterijen gemaakt door andere fabrikanten die zijn gecertificeerd door Panasonic.
(Batterijen die deze functie niet ondersteunen, kunnen niet worden gebruikt.) Panasonic
kan op geen enkele wijze de kwaliteit, prestaties of veiligheid garanderen van batterijen die
zijn gemaakt door andere fabrikanten en geen originele Panasonic-producten zijn.
Steek de batterij met de batterijpolen
in de oplader en zet deze vast
Zorg dat [LUMIX] naar buiten is gericht.
Sluit de oplader op het stopcontact
aan
Insteektype
●
Batterij
(afhankelijk van
Oplader
(afhankelijk van
model)
model)
Stekkertype
●
• Het
netsnoer
past niet
volledig
in de
netsnoeraansluiting. Er blijft
een opening open.
Haal de batterij uit de oplader nadat
het opladen is voltooid
Oplaadlampje ([CHARGE])
Aan: de batterij wordt
opgeladen (ongeveer
110 minuten als deze
helemaal leeg is)
Uit: het opladen is gereed
Wanneer het lampje knippert:
• Het opladen kan langer
duren dan normaal als de
batterijtemperatuur te hoog
of te laag is (mogelijk kan
de batterij dan niet volledig
worden opgeladen).
• De aansluiting van de
batterij/oplader is vuil. Reinig
deze met een droge doek.
22 VQT2X66VQT2X66 23
Page 13
Batterij opladen
(vervolg)
Richtlijnen voor het aantal foto’s dat kan worden gemaakt en de opnametijd
De waarden kunnen lager uitvallen wanneer de flitser, de zoomfunctie of de [LCD MODE]
vaak of in koudere klimaten wordt gebruikt.
Aantal te nemen foto’s Ongeveer 300 foto’s
OpnameduurOngeveer 150 minuten
Opnameomstandigheden volgens de CIPA -normen
●
• CIPA is een afkorting van [Camera & Imaging Products Association].
• Modus [NORMALE FOTO]
• Temperatuur: 23 °C/vochtigheid: 50 %RH wanneer het LCD-scherm is ingeschakeld.
• Gebruik van een Panasonic SD-geheugenkaart (32 MB).
• Gebruik van de bijgeleverde batterij.
• Beginnen met opnemen 30 seconden nadat de camera is ingeschakeld. (Wanneer de
functie voor optische beeldstabilisatie is ingesteld op [AUTO].)
• Eén opname per 30 seconden met om en om volledige flits.
• Bij elke opname een zoombewerking uitvoeren (W-uiteinde → T-uiteinde, of
T-uiteinde → W-uiteinde)
• De camera elke 10 opnamen uitschakelen en met rust laten totdat de temperatuur
van de accu daalt.
Het aantal zal gereduceerd zijn als er meer tijd verstrijkt tussen de opnamen – bijv. tot
ongeveer een kwart (75 foto’s) bij tussenpozen van 2 minuten onder de bovenstaande
omstandigheden.
AfspeeltijdOngeveer 260 minuten
Het aantal op te nemen foto’s en de beschikbare opnameduur kunnen nogal uiteenlopen,
afhankelijk van de toestand van de batterij en de gebruiksomstandigheden.
Volgens de CIPA-norm
De benodigde oplaadtijd varieert, afhankelijk van de omstandigheden van het
●
batterijgebruik. Het opladen duurt langer bij hoge of lage temperaturen en als de batterij
al lang niet meer is gebruikt.
Het aantal te maken foto’s en de opnameduur worden in de volgende gevallen lager.
●
• In koude omgevingen of bij lage temperaturen
• Bij gebruik van [AUTO POWER LCD] of [SPANNING LCD]
∗
Er kan een nabeeld op het lcd-scherm verschijnen wanneer u de camera in koude omgevingen
of op lage temperaturen gebruikt. De prestaties van de batterij kunnen dan ook verslechteren.
Houd de camera en de reservebatterij warm door ze op een warme plaats te leggen, zoals in
uw thermische uitrusting of kleding. De prestaties van de batterij of het lcd-scherm zullen weer
verbeteren wanneer de temperatuur weer normaal wordt.
Tijdens het opladen en enige tijd daarna is de batterij warm.
●
De batterij loopt leeg als deze lange tijd niet wordt gebruikt, zelfs nadat deze is
●
opgeladen.
Laad de batterij binnenshuis op met de oplader (10 °C t/m 30 °C).
●
Laat geen metalen voorwerpen (zoals paperclips) bij de contactpunten van de stekker
●
liggen. Anders kunnen brand of elektrische schokken worden veroorzaakt door
kortsluiting of de hitte die hierdoor wordt gegenereerd.
We raden u af de batterij vaak op te laden.
●
(Als u de batterij vaak oplaadt, vermindert de maximale gebruikstijd en kan de batterij
groter worden.)
Demonteer nooit de oplader en pas deze niet aan.
●
Als de batterij aanzienlijk korter meegaat, is de batterij versleten. Koop dan een nieuwe
●
batterij.
De batterijlader staat op stand-by wanneer er netspanning wordt aangevoerd.
●
Het hoofdcircuit is altijd ingeschakeld zo lang de batterijlader op een stopcontact is
aangesloten.
Opladen
●
• Verwijder met een droge doek vuil op de aansluitingen van de oplader en de batterij.
• Houd de camera op minimaal 1 m afstand van AM-radio (kan radio-interferentie
veroorzaken).
• De oplader kan geluid maken, maar dit is normaal.
• Ontkoppel altijd de oplader van de netspanning na het opladen (sluipverbruik
maximaal 0,1 W als deze blijft aangesloten).
Gebruik geen beschadigde of ingedeukte batterij (vooral niet als de aansluitingen
●
zijn beschadigd), bijvoorbeeld wanneer een batterij is gevallen (wat storingen kan
veroorzaken).
∗
24 VQT2X66VQT2X66 25
Page 14
De kaart (optioneel)/
de batterij plaatsen en verwijderen
Controleer of er geen verontreinigingen aan de camera plakken. (→15)
Schakel de camera uit en open
het klepje voor kaart/batterij
Klepje voor kaart/batterij en
aansluitingenklepje openen en sluiten (→11)
Schuif de [LOCK]-schakelaar ( )
in de richting van de pijl totdat het
rode gebied ( ) zichtbaar is
De vergrendeling wordt ontgrendeld.
Schuif de vrijgavehendel ( ) in de
richting van de [LOCK]-schakelaar
Het klepje voor kaart/batterij gaat open.
Plaats de batterij en de kaart
en zorg dat ze in de juiste
richting zijn geplaatst
• Batterij: schuif de batterij helemaal in
• Kaart: schuif de kaart helemaal naar
de camera totdat u hoort dat
deze vastklikt en controleer
of de hendel over de batterij
heen zit.
binnen totdat u een klik hoort.
Sluit het klepje voor kaart/
batterij goed
Terwijl de [LOCK]-schakelaar is
ontgrendeld, drukt u het klepje
voor kaart/batterij dicht totdat het
vastklikt
Vergrendel de [LOCK]-schakelaar
door deze in de richting van de
pijl te schuiven totdat het rode
gebied niet meer zichtbaar is
Opgeladen batterij (controleer de richting)
Kaart (controleer de richting: de
aansluitpunten zijn naar het lcdscherm gericht)
Hendel
Raak de
aansluiting niet
aan
■
Verwijdering
• Verwijdering van de batterij:
beweeg de hendel in de richting van de pijl.
Hendel
■
Het klepje voor kaart/batterij
Als het klepje voor kaart/batterij wordt geopend terwijl de camera is ingeschakeld,
hoort u een pieptoon om u te waarschuwen dat er water in de camera kan komen. Ook
verschijnt het volgende bericht op het lcd-scherm.
De camera kan niet worden bediend wanneer het klepje voor kaart/batterij open is.
(Alleen de aan/uit-knop kan worden bediend.) Sluit het klepje goed en zorg dat er geen
verontreinigingen tussen komen.
•
Als er verontreinigingen aan het klepje zijn blijven plakken, verwijdert u deze met het bijgeleverde borsteltje.
•
Er worden geen berichten weergegeven wanneer het aansluitingenklepje open is. Hoewel
u de camera dan wel kunt gebruiken, dient u het klepje goed te sluiten voordat u de
camera gebruikt en ervoor te zorgen dat er geen verontreinigingen tussen komen te zitten.
Gebruik alleen Panasonic batterijen.
●
Wanneer u andere batterijen gebruikt, kunnen we de kwaliteit van
●
dit product niet garanderen.
Haal de batterij uit de camera na gebruik.
●
• Bewaar de batterij in de batterijdraagtas (bijgeleverd).
U verwijdert de kaart of de batterij door de camera uit te
●
schakelen en te wachten totdat er niets meer op het lcd-scherm
staat. (Als u niet wacht, kan de camera storingen vertonen en kunnen de kaart of
opgenomen gegevens beschadigd raken.)
Houd de geheugenkaart buiten bereik van kinderen om te voorkomen dat ze deze
●
inslikken.
• Verwijdering van de kaart:
druk de kaart in het midden omlaag.
26 VQT2X66VQT2X66 27
Page 15
De kaart (optioneel)/
de batterij plaatsen en verwijderen
(vervolg)
Bestemming voor het opslaan van foto’s (kaarten en ingebouwd geheugen)
Foto’s worden opgeslagen op een kaart als er een kaart aanwezig is, of in het
ingebouwde geheugen
■
Ingebouwd geheugen (ongeveer 40 MB)
Foto’s kunnen van een kaart naar het ingebouwde geheugen worden gekopieerd
●
en omgekeerd (→94).
De toegangstijd voor het ingebouwde geheugen kan langer zijn dan de toegangstijd
●
voor een kaart.
[QVGA] onder [OPN. KWALITEIT] kan alleen beschikbaar zijn voor het opnemen van
●
bewegende beelden in het ingebouwde geheugen.
■
Compatibele geheugenkaarten (optioneel)
De volgende op de SD-standaard gebaseerde kaarten (merk Panasonic aanbevolen)
KaarttypeCapaciteitOpmerkingen
SD-geheugenkaarten8 MB – 2 GB • Kunnen worden gebruikt met apparaten die
SDHC-geheugenkaarten 4 GB – 32 GB
SDXC-geheugenkaarten 48 GB, 64 GB
Formatteer de kaart opnieuw met deze camera als die al eerder was
●
geformatteerd met een computer of ander apparaat. (→40)
Als het schrijfbeveiligingsschuifje op ‘LOCK’ is gezet, kunt u op de kaart
●
geen opnamen vastleggen of verwijderen en de kaart niet formatteren.
Het wordt aanbevolen belangrijke foto’s op te slaan op uw computer
●
(want elektromagnetische golven, statische elektriciteit of storingen
kunnen ervoor zorgen dat de gegevens beschadigd raken).
Meest recente informatie:
●
http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/ (Deze site is alleen in het Engels.)
als dat niet zo is.
compatibel zijn met de desbetreffende formaten.
• Voordat u SDXC-geheugenkaarten gebruikt,
dient u te controleren of uw computer en andere
apparatuur dit kaarttype ondersteunen.
http://panasonic.net/avc/sdcard/information/SDXC.html
• Kaarten met capaciteiten die links niet worden
vermeld, worden niet ondersteund.
Schakelaar
(LOCK)
Resterende batterij- en geheugencapaciteit
Resterende batterijcapaciteit (alleen bij gebruik van batterij)
(knippert rood)
Als het batterijsymbooltje rood knippert, dient u de batterij bij te laden of
te vervangen. (→23)
Resterend aantal foto’s (→118)
Als de camera in gebruik is
(kaart) of (ingebouwd geheugen) wordt rood weergegeven.
Dit betekent dat er een functie wordt uitgevoerd, zoals het opnemen, aflezen, wissen
of formatteren van beelden. Schakel de stroom niet uit en verwijder de batterij, kaart of
netadapter niet (los verkocht) (hierdoor kan schade aan of verlies van gegevens worden
veroorzaakt).
Zorg dat de camera niet wordt blootgesteld aan trillingen, schokken of statische
elektriciteit. Als de werking van de camera wordt onderbroken door een van deze
omstandigheden, probeert u het dan opnieuw.
Verschijnt als er geen kaart is geplaatst (foto’s worden in het ingebouwde geheugen opgeslagen)
28 VQT2X66VQT2X66 29
Page 16
De klok instellen
Klokinstelling wijzigen
Bij aflevering van de camera is de klok nog niet ingesteld.
Druk op de aan/uit-knop
De camera wordt ingeschakeld.
Als het taalkeuzescherm niet wordt
weergegeven, gaat u naar stap
.
Druk op [MENU/SET] terwijl het
bericht wordt weergegeven
Druk op ▲▼ om de taal te
selecteren en druk op [MENU/SET]
[VOORZORGSMAATR.] wordt weergegeven.
Druk op ◄ om [JA] te selecteren
en druk vervolgens op [MENU/SET]
Lees de informatie onder [VOORZORGSMAATR.]
om ervoor te zorgen dat de
waterbestendigheidsprestaties behouden blijven.
•
Wanneer [NEE] wordt geselecteerd, wordt [AUB
KLOK INSTELLEN] weergegeven. (Wanneer de
camera wordt ingeschakeld door de afspeelknop
ingedrukt te houden, wordt het scherm voor
instelling van de klok niet weergegeven.)
Druk op ◄► om de
voorzorgsmaatregelen voor
waterbestendigheid door te lezen
en druk bij het laatste scherm
(11/11) op [MENU/SET]
Het bericht [AUB KLOK INSTELLEN]
verschijnt.
Druk op ◄► om de items (jaar, maand, dag, uur, minuten,
weergavevolgorde of tijdweergave-indeling) te selecteren en
druk op ▲▼ om deze in te stellen
Het in te
stellen item
selecteren
Het in te
stellen item
selecteren
• Annuleren → Druk op .
• Wanneer u [AM/PM] instelt, wordt 0:00 uur middernacht weergegeven als
AM 12:00 en 12:00 uur ’s middags als PM 12:00.
Selecteer de weergavevolgorde voor de dag, de maand en
het jaar ([M/D/J], [D/M/J] of [J/M/D]).
Selecteer [24 UURS] of [AM/PM] voor
de indeling van de tijdweergave.
Druk op [MENU/SET]
Bevestig de instelling en druk op [MENU/SET]
• Druk op om terug te keren naar het vorige scherm.
• Schakel de camera weer in en controleer de weergave van de tijd.
(U kunt de tijd en de datum weergeven door enkele keren op [DISPLAY] te drukken.)
Selecteer [KLOKINST.] in het menu [OPNAME] of [SET-UP] (→36), voer en uit.
• De klokinstellingen worden ongeveer 3 maanden bewaard, zelfs nadat de
batterij wordt verwijderd, mits een volledig opgeladen batterij in de camera was
geïnstalleerd in de 24 uur voordat de klok werd ingesteld.
■
Lokale tijd instellen op een reisbestemming in het buitenland
[WERELDTIJD] (→72)
Druk op [MENU/SET]
Als u de datum en tijd niet instelt, worden een verkeerde datum en tijd gebruikt als u
●
foto’s afdrukt via [TEKST AFDR.] of via een digitale fotowinkel.
U kunt een jaartal instellen tussen 2000 en 2099.
●
Nadat de tijd is ingesteld, kan de datum altijd juist worden afgedrukt, ook al verschijnt
●
de datum niet op het scherm van de camera.
30 VQT2X66VQT2X66 31
Page 17
Het menu instellen
Het menuscherm weergeven
Bediening: [MENU/SET]
Druk op [MENU/SET]
Het menuscherm wordt weergegeven.
Het menutype selecteren (→34)
Bediening: ◄→▲▼→►
Geef het menu [SET-UP] weer
Druk op ◄
Druk op ▼ om het menu
[SET-UP] te selecteren
Druk op ►
De achtergrondkleur
verandert.
Gaat naar het pictogram van
het menu [SET-UP].
Het item selecteren
Bediening: ▲▼→►
Druk op ▲▼ om [LCD MODE] te selecteren
: Pagina’s
De pagina’s kunnen ook worden geselecteerd
met de zoomknop.
Druk op ► om de instellingen weer te geven
: Instellingen
: Geselecteerde instelling
De instellingen wijzigen
Hoofdbedieningsfuncties:
▲▼→[MENU/SET]
Druk op ▲▼ om een instelling te selecteren en druk dan op [MENU/SET]
De geselecteerde instelling wordt ingesteld.
• Annuleren → Druk op knop (wissen)
Het menuscherm afsluiten
Bediening: [MENU/SET]
Druk op [MENU/SET]
Het menu wordt afgesloten en het vorige scherm verschijnt weer.
Zie het onderstaande procedurevoorbeeld wanneer u het menu [SET-UP], het menu
[OPNAME] en het menu [AFSPELEN] gebruikt.
■
Het menuscherm
Knoppen voor bediening van de menu’s
: [MENU/SET]
: Cursorknop
: knop (wissen)
Configuratie menuscherm
: Menutype
: Bedieningsinstructies
: Menu-items
■
Menubedieningsvolgorde
Voorbeeld: [LCD MODE] wijzigen in het menu [SET-UP] in de modus [NORMALE
FOTO] (→46)
32 VQT2X66VQT2X66 33
De menutypen en items die worden weergegeven, verschillen afhankelijk van de modus.
●
De instellingsmethoden verschillen, afhankelijk van het menu-item.
●
In de opnamemodus kan het menuscherm ook worden afgesloten door de ontspanknop
●
half in te drukken.
Page 18
Het menu instellen
(vervolg)
Menutype
Menu [OPNAME] (alleen opnamemodus)
Voorkeuren voor foto’s wijzigen (→73 - 79)
• Hiermee kunt u kleur, gevoeligheid, pixelniveau en andere
instellingen opgeven.
• In de modus [INTELLIGENT AUTO] is het pictogram .
Menu [SET-UP]
Het gebruiksgemak van de camera vergroten (→36 - 41)
• Hier kunt u instellingen opgeven die te maken hebben met het
gebruiksgemak.
U kunt hier bijvoorbeeld de klok instellen, de geluidssignalen
wijzigen enzovoort.
Menu [AFSPELEN] (alleen afspeelmodus)
Uw foto’s gebruiken (→87 - 94)
• Hiermee kunt u instellingen voor beveiliging, bijsnijden en
afdrukken opgeven voor foto’s die u hebt gemaakt.
Gebruik van het Quick-menu
Hierin vastgelegde menu-onderdelen kunnen gemakkelijk weer opgeroepen worden.
Open in de opnamemodus het
snelmenu
Druk op de knop totdat het snelmenu wordt
weergegeven
Druk op ◄► om een Quick-menuitem ( ) te selecteren
Het Quick-menu wordt gesloten en het vorige
scherm verschijnt weer.
Welke onderdelen er worden getoond, is afhankelijk van de gekozen opnamestand.
●
34 VQT2X66VQT2X66 35
Page 19
Gebruik van het menu [SET-UP]
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (→32)
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (→32)
Algemene camera-instellingen uitvoeren zoals de klok instellen, de gebruiksduur van de
batterij verlengen en de geluidssignalen wijzigen.
[KLOKINST.], [AUTO REVIEW] en [AUTOM. UIT] zijn belangrijk voor de instelling
van de klok en de gebruiksduur van de batterij. Controleer deze instellingen
voordat u de camera gebruikt.
OnderdeelInstellingen, opmerkingen
[VOORZORGSMAATR.]
De voorzorgsmaatregelen
weergeven om te
voorkomen dat er water
in de camera komt. (→9)
[KLOKINST.]
De voorzorgsmaatregelen die van tevoren moeten worden
gecontroleerd om de waterbestendigheidsprestaties in
stand te houden, worden weergegeven.
• Als de voorzorgsmaatregelen voor waterbestendigheid na
aanschaf van de camera niet helemaal worden doorgelezen,
worden ze elke keer weergegeven als de camera wordt
ingeschakeld. Als er op het laatste scherm (11/11) op [MENU/
SET] wordt gedrukt, worden de voorzorgsmaatregelen niet meer
weergegeven als u de camera de volgende keer inschakelt.
Als u de voorzorgsmaatregelen opnieuw wilt lezen, kunt u ze
weergeven vanuit dit menu.
De tijd- en datumnotatie en de weergave-indeling instellen.
De datum en de tijd
instellen. (→30)
[WERELDTIJD]
De lokale tijd instellen in
het buitenland. (→72)
[REISDATUM]
Opslaan van het aantal
dagen dat u al op reis
bent. (→71)
[BESTEMMING]: Plaatselijke tijd op uw
reisbestemming instellen.
[HOME]: De datum en tijd instellen (thuis).
[REIS-SETUP]
[OFF]/[SET] ( De datum van vertrek en terugkeer
registreren.)
[LOCATIE]
[OFF]/[SET] (De naam van de bestemming invoeren.) (→80)
[TOON]
Geluidssignalen
en geluiden van de
ontspanner wijzigen of
dempen.
[TOONNIVEAU]
// : Dempen/Laag/Hoog
[PIEPTOON]
/ / : Toon wijzigen.
[SHUTTER VOL.]
// : Dempen/Laag/Hoog
[SHUTTER TOON]
/ / : Shuttertoon wijzigen.
OnderdeelInstellingen, opmerkingen
[VOLUME]
Volume van het geluid
van de luidsprekers
aanpassen (7 niveaus).
[LCD MODE]
Het lcd-scherm beter
zichtbaar maken.
0 • • [LEVEL3] • • [LEVEL6]
• Hiermee kunt u niet het volume van de tv aanpassen
wanneer de camera op een tv is aangesloten. (We raden
u aan het cameravolume in te stellen op 0.)
[OFF]: Normal (instelling annuleren)
[AUTO POWER LCD]:
De helderheid wordt automatisch ingesteld, afhankelijk
van de lichtsterkte rondom de camera.
[SPANNING LCD]:
Hiermee maakt u het scherm helderder dan normaal
(voor buiten).
[GR. KIJKHOEK]:
Hiermee kunt u het scherm beter zien wanneer u
fotografeert vanaf een hoog punt. (wordt moeilijker
zichtbaar van voren)
• [AUTO POWER LCD] is in de volgende situaties uitgeschakeld.
Tijdens de afspeelmodus of de weergave van het menuscherm of
wanneer de camera op een computer/printer is aangesloten.
• [SPANNING LCD] wordt uitgeschakeld als er tijdens het
fotograferen 30 seconden niets wordt gedaan. (De helderheid
kan worden hersteld door op een willekeurige knop te drukken)
• [GR. KIJKHOEK] wordt geannuleerd wanneer de camera wordt
uitgeschakeld of wanneer [AUTOM. UIT] wordt geactiveerd.
• Omdat op de foto die op het lcd-scherm wordt weergegeven, de
helderheid wordt benadrukt, kunnen sommige onderwerpen er
anders uitzien dan in werkelijkheid. Dit is echter niet van invloed
op de gemaakte foto.
• Weer zonlicht (met hand, enzovoort) als het scherm door reflectie
moeilijk zichtbaar is.
• [AUTO POWER LCD] en [GR. KIJKHOEK] zijn niet beschikbaar
in de afspeelmodus.
• Wanneer u [AUTO POWER LCD] of [SPANNING LCD]
selecteert, zijn er minder foto’s beschikbaar en gaat de batterij
minder lang mee.
[BEELDGROOTTE]
[STANDARD]/[LARGE]
Keuze van de afmetingen
van het menu.
36 VQT2X66VQT2X66 37
Page 20
Gebruik van het menu [SET-UP](vervolg)
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (→32)
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (→32)
OnderdeelInstellingen, opmerkingen
[FOCUS ICOON]
Een ander
scherpstelpictogram
kiezen.
[AUTOM. UIT]
De camera automatisch
uitschakelen na een
opgegeven periode van
inactiviteit.
[AUTO REVIEW]
Foto’s automatisch
weergeven direct nadat u
ze hebt gemaakt.
/ / / / /
[OFF]/[2 MIN.]/[5 MIN.]/[10 MIN.]
• Wordt in de volgende situaties niet gebruikt.
Wanneer er een netadapter (optioneel) wordt gebruikt,
wanneer de camera op een computer of printer is
aangesloten, tijdens het opnemen of afspelen van films
en tijdens diapresentaties of demo’s
• In de volgende situaties gelden specifieke perioden.
Modus [INTELLIGENT AUTO]: [5 MIN.] en wanneer een
diapresentatie wordt gepauzeerd: [10 MIN.]
[OFF]: Geen automatische weergave
[1 SEC.]/[2 SEC.]: Automatisch weergeven gedurende
1 of 2 seconden.
[HOLD]: De automatisch weergegeven beelden blijven op
het scherm totdat u op een knop drukt (niet de
knop [DISPLAY])
• Ingesteld op [2 SEC.] in de modus [INTELLIGENT
AUTO].
• Auto review vindt plaats direct nadat foto’s zijn gemaakt
in de modus [BURSTFUNCTIE] en in de scènemodi
[ZELFPORTRET], [HI-SPEED BURST], [FLITS-BURST]
en [FOTO FRAME], ongeacht de instellingen.
• Bewegende beelden kunnen niet automatisch worden
bekeken.
OnderdeelInstellingen, opmerkingen
[RESETTEN]
Terugkeren naar de
standaardinstellingen.
[USB MODE]
Communicatiemethode
selecteren voor
verbinding met een
computer of printer via
een USB-kabel.
[VIDEO UIT]
Het videosignaal wijzigen
wanneer de camera is
aangesloten op een tv
enzovoort (alleen in de
afspeelmodus).
[OPNAME INSTELLINGEN RESETTEN ?]
[JA]/[NEE]
[PARAMETERS SET-UP RESETTEN ?]
[JA]/[NEE]
• Als u de instelparameters terugzet op de beginwaarden,
wordt ook het volgende teruggezet:
- Leeftijd in jaren/maanden en namen in de scènemodi
[BABY] en [HUISDIER]
- [REISDATUM]
- [WERELDTIJD]
- [FAVORIETEN] in het menu [AFSPELEN] (stel in op
[OFF])
- [LCD ROTEREN] (stel in op [ON])
• Mapnummers en klokinstellingen worden niet gereset.
• Tijdens het resetten van de lensfunctie hoort u wellicht
camerageluiden. Dit is normaal.
[SELECT. VERBINDING]:
Elke keer als u verbinding hebt met een computer of
PictBridge-compatibele printer, selecteert u [PC] of
[PictBridge (PTP)].
[PictBridge (PTP)]: Selecteren bij verbinding met een
PictBridge-compatibele printer
[PC]: Selecteren bij verbinding met een computer
[NTSC]/[PAL]
• Functioneert wanneer de AV-kabel is aangesloten.
38 VQT2X66VQT2X66 39
Page 21
Gebruik van het menu [SET-UP](vervolg)
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (→32)
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (→32)
OnderdeelInstellingen, opmerkingen
[TV-ASPECT]
Hiermee past u
de aspectratio
(beeldverhouding) aan
wanneer u de camera
aansluit op een tv
enzovoort. (Alleen
Terugspeelfunctie)
[VERSIE DISP.]
Controleer uw versie van
de camera-firmware.
[FORMATEREN]
Gebruik dit wanneer er
[FOUT INT. GEHEUGEN]
of [STORING
GEHEUGENKAART]
verschijnt, of voor het
formatteren van het
ingebouwde geheugen of
de geheugenkaart.
Wanneer een kaart/het
ingebouwd geheugen
is geformatteerd,
kunnen de gegevens
niet meer worden
hersteld. Controleer de
inhoud van de kaart/het
ingebouwd geheugen
zorgvuldig voordat u
het formatteren start.
/
• Werkt als er een AV-kabel is aangesloten.
De huidige versie wordt aangegeven.
[JA]/[NEE]
• Hiervoor hebt u een voldoende opgeladen batterij (→23)
of een adapter nodig (los verkocht). Verwijder de kaarten
als u het ingebouwde geheugen gaat formatteren.
(Bij gebruik van een geheugenkaart wordt alleen deze
kaart geformatteerd. Als er geen kaart is, wordt het
interne geheugen geformatteerd.)
• Formatteer kaarten altijd met deze camera.
• Alle fotogegevens, inclusief die van beveiligde foto’s,
worden verwijderd. (→93)
• Schakel de stroom niet uit en voer geen andere
bewerkingen uit tijdens het formatteren.
• Het kan enkele minuten duren om het ingebouwde
geheugen te formatteren.
• Raadpleeg het verkooppunt of de dichtstbijzijnde
onderhoudsdienst als de formattering niet goed kan
worden uitgevoerd.
OnderdeelInstellingen, opmerkingen
[TAAL]
Schermtaal wijzigen.
[DEMOFUNCTIE]
Een demonstratie van
functies bekijken.
Hiermee stelt u de schermtaal in.
[O.I.S. DEMO]: (alleen tijdens het opnemen)
Geeft aan hoeveel beweging er door de camera wordt
waargenomen (schatting)
Groot ← Klein → Groot
Hoeveelheid beweging
Hoeveelheid beweging na stabilisatie
• Druk als het demoscherm wordt weergegeven op
[MENU/SET] om de optische beeldstabilisatie in of uit te
schakelen.
• Kan niet worden weergegeven in de afspeelmodus.
• Stoppen → Druk op de knop [DISPLAY].
• U kunt niet fotograferen en zoomen tijdens de demo.
• Als de camera ingeschakeld blijft zonder
een geheugenkaart er in, op stroom van de
netspanningsadapter (optioneel), zal er automatisch een
demonstatie van de mogelijkheden beginnen wanneer u
ongeveer 2 minuten lang geen toets indrukt.
• [AUTO DEMO] kan niet worden weergegeven op externe
apparaten zoals tv’s.
40 VQT2X66VQT2X66 41
Page 22
Opnamevolgorde
Stel de klok in voordat u gaat opnemen. (→30)
Aan/uit-knop
-knop
Afspeelknop
Druk op de aan/uit-knop
De camera wordt ingeschakeld.
Selecteer de gewenste
opnamemodus
[MODE]-knop
[MENU/SET]
Druk op de ontspanknop en maak
foto’s
(druk licht in en
■
Camera inschakelen in de afspeelmodus
Houd de afspeelknop ingedrukt
■
Instellingen gebruiken die automatisch
door de camera worden geselecteerd
Druk op de -knop.
■
Opnamemodus handmatig selecteren
Druk op de knop [MODE].
Druk op ▲▼ om de opnamemodus te
selecteren en druk vervolgens op [MENU/
SET].
Druk half in
stel scherp)
• Films opnemen (→69)
Druk volledig in
(druk de knop helemaal in
om een foto te maken)
■
Lijst met opnamemodi
Modus [INTELLIGENT AUTO]
Modus [NORMALE FOTO]
[MY SCENE MODE]
[SCÈNE MODE]Fotograferen afhankelijk van de scène. (→59)
Modus [BEWEGEND BEELD]Filmen.(→69)
■
De camera vasthouden
AF ass. lamp
Microfoon
Flitser
• Als de beweging merkbaar wordt, houd de camera
dan met beide handen vast, houd uw armen tegen
uw lichaam aan en ga staan met uw voeten op
schouderbreedte.
• Raak de lens niet aan.
• Zorg dat de microfoon niet wordt geblokkeerd als u filmt.
• Blokkeer nooit de flitser of de AF ass. lamp. Kijk niet van
dichtbij in de flitser of de lamp.
• Houd de camera stabiel wanneer u op de ontspanknop
drukt.
Fotograferen met automatische
instellingen.
Fotograferen met uw eigen
instellingen.
Fotograferen in veelgebruikte
scènemodi.
(→44)
(→46)
(→68)
Speel de gemaakte foto’s af
Druk op de afspeelknop.
Druk op ◄► om een foto te selecteren.
■
Terugkeren naar de opnamemodus
Druk opnieuw op de afspeelknop.
• De camera keert terug naar de vorige
opnamemodus.
Druk op de aan/uit-knop
De camera wordt uitgeschakeld.
42 VQT2X66VQT2X66 43
Page 23
Foto’s nemen met automatische instellingen
Modus [INTELLIGENT AUTO]
Opnamemodus:
Er wordt automatisch voor de optimale instellingen gekozen op basis van informatie zoals
‘gezicht’, ‘beweging’, ‘helderheid’ en ‘afstand’ door de camera op het onderwerp te richten.
Dit betekent dat u duidelijke foto’s kunt maken zonder dat u handmatig iets hoeft in te stellen.
Ontspanknop
Scherpstelweergave
(als scherpstelling
is voltooid: knippert
→ verlicht)
Het type scène dat wordt
waargenomen, wordt twee seconden
met een blauw pictogram aangeduid
■
Automatische scènedetectie
De scène wordt geïdentificeerd wanneer de camera op het onderwerp wordt gericht en
de optimale instellingen worden automatisch gekozen.
[i PORTRET]: er worden personen
waargenomen
[i LANDSCHAP]: er wordt een landschap
waargenomen
[i MACRO]: er wordt een closeupopname waargenomen
De beweging van het onderwerp wordt gedetecteerd om wazig beeld te voorkomen
wanneer de scène niet met een van de hierboven genoemde instellingen overeenkomt.
Als tijdens de automatische scènedetectie wordt vastgesteld dat er personen op de foto
staan ( of ), wordt de gezichtsdetectie geactiveerd en worden de scherpstelling
en belichting op basis van de herkende gezichten aangepast. (Onder water werkt de
gezichtsdetectie mogelijk trager of helemaal niet.)
Druk op de aan/uit-knop
De camera wordt ingeschakeld.
Selecteer de modus
[INTELLIGENT AUTO]
• Druk opnieuw op de knop om
terug te keren naar de vorige
opnamemodus.
Opnamemoduspictogram (zie onder)
Maak foto’s
Druk half in
(druk licht in en stel
scherp)
[i NACHTPORTRET]: er worden personen en
een nachtlandschap waargenomen (Alleen
wanneer
[i NACHTL. SCHAP]: er wordt een
nachtlandschap waargenomen
[i ZONSONDERG.]: er wordt een
zonsondergang waargenomen
Druk volledig in
(druk de knop helemaal
in om een foto te maken)
wordt geselecteerd)
■
Flitsen
Selecteer (i Auto) of (Gedwongen uit).
• Wanneer wordt gebruikt, worden , (Auto/rodeog),
(Lngz. sy./rode-og) en (Langz. sync.) automatisch
geselecteerd, afhankelijk van het soort onderwerp en de
helderheid. (Zie voor meer informatie (→54))
•
en geven aan dat de digitale rode-ogenreductie is
geactiveerd.
• Bij
en is de sluitertijd langer.
Naast de automatische scènedetectie worden [ ] in [GEVOELIGHEID] en de
●
tegenlichtcompensatie automatisch ingeschakeld.
U kunt de volgende menuopties instellen in de modus [INTELLIGENT AUTO].
●
• (Menu [OPNAME]): [FOTO RES.]
• (Menu [SET-UP]
DEMO]
1
∗
De opties die u kunt instellen, variëren per opnamemodus.
2
∗
De andere onderdelen in het [SET-UP] menu weerspiegelen de instellingen die
gemaakt zijn voor andere opnamefuncties.
Welk scènetype wordt vastgesteld voor een onderwerp, is afhankelijk van de volgende
●
omstandigheden.
Contrast van het gezicht, omstandigheden van het onderwerp (grootte, afstand, kleuren,
contrast, beweging), zoomafstand, zonsondergang, zonsopgang, weinig licht, trillingen
Als het gewenste scènetype niet wordt geselecteerd, kunt u het beste handmatig de
Tegenlicht is het licht dat van achter uw onderwerp in de camera schijnt. Bij tegenlicht
komt uw onderwerp naar verhouding veel donkerder over en de tegenlichtcompensatie
maakt daarom het gehele beeld helderder.
Bij [i NACHTL. SCHAP] en [i NACHTPORTRET] raden we u aan statief en
●
zelfontspanner te gebruiken.
Bij weinig cameratrilling (bijvoorbeeld bij gebruik van statief) is de sluitertijd maximaal 8
●
seconden met [i NACHTL. SCHAP]. Beweeg de camera niet.
De instellingen voor de volgende functies staan vast.
(9-zone-scherpstellen) wanneer er geen gezicht wordt herkend
U kunt de volgende functies niet gebruiken.
●
[BELICHTING], [DIG. ZOOM]
2
∗
): [KLOKINST.], [WERELDTIJD], [TOON]
1
∗
, [BURSTFUNCTIE], [KLEURFUNCTIE]
3
∗
• [AF ASS. LAMP]: [ON]
1
∗
, [TAAL], [O.I.S.
1
∗
44 VQT2X66VQT2X66 45
Page 24
Foto’s maken met uw eigen instellingen
Modus [NORMALE FOTO]
Opnamemodus:
Via het menu [OPNAME] instellingen wijzigen en uw eigen opnameomgeving instellen.
Ontspanknop
Druk op de aan/uit-knop
De camera wordt ingeschakeld.
Ga naar het scherm voor selectie
van de opnamemodus
Selecteer de modus [NORMALE
FOTO]
■
Zoom gebruiken
(→48)
■
Flitser gebruiken
(→54)
■
Beeldhelderheid aanpassen
(→58)
■
Close-upfoto’s maken
(→56)
■
Kleur aanpassen
(→75)
Gebruik in geval van een waarschuwing over
●
beweging [STABILISATIE], een statief of
[ZELFONTSPANNER].
Als de diafragmawaarde of sluitertijd rood
●
worden weergegeven, is de belichting niet juist.
Gebruik de flitser of wijzig de instellingen voor
[GEVOELIGHEID].
Maak een foto
Druk half in
(druk licht in en stel
scherp)
Scherpstelweergave
(als scherpstelling is
voltooid:
knippert → verlicht)
AF-gebied
(Stelt scherp op onderwerp. Als dit is voltooid:
rood → groen)
Diafragmawaarde Sluitertijd
Druk volledig in
(druk de knop helemaal
in om een foto te maken)
Trillingswaarschuwing
Scherpstellen voor de gewenste compositie
Handig als het onderwerp zich niet in het midden van de foto bevindt.
Stel eerst scherp op het onderwerp
Leg het
AF-gebied
gelijk met het
onderwerp
Half ingedrukt
houden
AF-gebied
Onderwerpen/omgevingen waarbij
●
scherpstellen een probleem kan zijn:
•
Snel bewegende of extreem lichte voorwerpen
of voorwerpen zonder kleurcontrasten
•
Foto’s maken door een ruit of vlakbij
voorwerpen die licht uitstralen. In het
donker, of als de camera erg beweegt.
•
Wanneer u te dicht bij het object staat of
wanneer u een foto maakt waarop zowel
veraf als dichtbij gelegen objecten staan
We raden u aan bij het
●
fotograferen van personen (→76) de
gezichtsdetectiefunctie te gebruiken.
Keer terug naar de gewenste compositie
Druk volledig in
AF-gebied
De scherpstelaanduiding knippert en er klinkt een pieptoon wanneer er niet
●
goed is scherpgesteld.
Gebruik het in rood aangegeven scherpstelbereik ter referentie.
Ook al wordt de scherpstelaanduiding aangegeven, dan nog kan de camera
niet altijd goed scherpstellen, als uw onderwerp buiten het scherpstelbereik valt.
Het autofocuskader wordt groter aangegeven bij minder licht of tijdens het
●
gebruik van de digitale zoomfunctie.
De meeste aanduidingen verdwijnen even van het scherm wanneer u de
●
ontspanknop halverwege indrukt.
Scherpstelbereik
Richtingwaarnemingsfunctie
Foto’s die worden gemaakt terwijl de camera verticaal wordt gehouden, worden
automatisch verticaal afgespeeld. (Alleen wanneer [LCD ROTEREN] is ingesteld op [ON])
Foto’s die zijn gemaakt met het lensoppervlak recht omhoog of omlaag en foto’s die op
●
andere camera’s zijn gemaakt, worden mogelijk niet gedraaid. Ook worden foto’s die zijn
gemaakt terwijl de camera ondersteboven wordt gehouden, niet automatisch gedraaid.
Bewegende beelden worden niet verticaal weergegeven.
●
46 VQT2X66VQT2X66 47
Page 25
Foto’s maken met zoom
Opnamemodus:
‘Optische zoom’ biedt een vergroting van 4 x. Bij een lager opnamepixelniveau kan met
‘Extra optische zoom’ maximaal 8,4 x worden ingezoomd. Voor nog verder inzoomen is
‘Digital zoom’ beschikbaar.
In-/uitzoomen
Groter gebied
fotograferen (groothoek)
Richting W (groothoek):
1 x
Stel de foto scherp nadat u de
●
zoominstelling hebt aangepast.
Optische zoom en extra optische zoom (EZ)
U schakelt automatisch over op ‘optische zoom’ bij gebruik van de maximale
fotoresolutie (→73) en anders op ‘extra optische zoom’ (voor een nog grotere
zoomfactor). (EZ is de afkorting van ‘extra optische zoom’.)
• Optische zoom • Extra optische zoom
Zoombalk
Het onderwerp
vergroten (tele)
Richting T (tele):
maximaal 4 x
Zoombalk
( op het scherm)
Scherpstelgebied
Zoomfactor
(ong.)
Verder vergroten [DIG. ZOOM]
De zoomfactor is 4 maal groter dan met optische/extra optische zoom.
(Let op: bij vergroting met digitale zoom neemt de beeldkwaliteit af.)
Geef het menu [OPNAME] weer
Selecteer [ON]
Selecteer [DIG. ZOOM]Sluit het menu
Het digitale zoomgebied verschijnt op de zoombalk van het scherm.
Voorbeeld: Met 16 x
16 x
Digitale zoomgebied
• Het zoomen stopt even als u overgaat naar het
digitale zoombereik.
•
Binnen het digitale zoombereik wordt het AF-gebied
groter weergegeven als u de ontspanknop half indrukt.
• Het verdient aanbeveling hierbij een statief en de
[ZELFONTSPANNER] te gebruiken.
Beelden kunnen nog meer vervormd raken als u foto’s met een grotere hoek maakt
●
van onderwerpen dichtbij. Meer telescopische zoom kan zorgen voor gekleurde randen
rond onderwerpen.
De camera kan een rammelend geluid maken en trillen wanneer u de zoomknop
Maximale zoomfactor per fotoresolutie
●
[FOTO RES.]14 M - 10.5 M
Max. vergroting4 x4,7 x6,8 x8,4 x
Systeem voor Extra optische zoom
●
Wanneer het opnamepixelniveau wordt ingesteld op [3 M ] (equivalent aan 3 miljoen
pixels), worden 3 miljoen pixels van het beschikbare pixelniveau in het midden van de
CCD voor de opnamen gebruikt, zodat een hogere vergrotingsfactor mogelijk is.
De vergrotingsfactor die in de balk op het scherm wordt weergegeven, is een schatting.
●
Optische zoomExtra optische zoom
10 M
5 M 3 M of minder
●
gebruikt. Dit is echter geen storing.
Wanneer Extra optische zoom wordt gebruikt, stopt het zoomen halverwege kort, maar
●
dit is geen storing.
Bij de [MACRO ZOOM], filmopname van bewegende beelden, [TRANSFORMEREN],
●
[H. GEVOELIGH.], [HI-SPEED BURST], [FLITS-BURST], en [FOTO FRAME]
scènefuncties
De digitale zoom kan in de volgende modi niet worden gebruikt.
●
•
(Modus [INTELLIGENT AUTO]) • De scènemodi [TRANSFORMEREN], [H. GEVOELIGH.],
[HI-SPEED BURST], [FLITS-BURST], [ZANDSTRAAL] en [FOTO FRAME]
48 VQT2X66VQT2X66 49
Page 26
Uw foto’s bekijken
Afspeelmodus:
[NORMAAL AFSP.]
Foto’s verwijderen
Afspeelmodus:
Wanneer er een kaart in de camera aanwezig is, worden de beelden van de kaart afgespeeld.
Zonder een kaart worden de beelden vanuit het ingebouwde geheugen afgespeeld.
Druk op de afspeelknop
Zoomknop
• Druk opnieuw op deze knop om
naar de opnamemodus te gaan.
Doorloop de foto’s
Vorige
Volgende
[DISPLAY]
Bestandsnummer
■
Vergroten (Zoom afspelen)
Druk op
de T-zijde
van de
zoomknop
Huidige zoompositie
(1 sec. weergegeven)
•
Elke keer als u op de T-zijde van
de zoomknop drukt, wordt de foto
verder vergroot. Er zijn na 1x nog
vier niveaus: 2x, 4x, 8x en 16x.
(De weergegeven beeldkwaliteit
wordt achtereenvolgens lager.)
• Uitzoomen→ Druk op de
W-zijde van de zoomknop
•
Zoompositie verplaatsen→▲▼◄►
■
Als lijst afspelen
(Meerdere afspelen /
Kalender afspelen) (→81)
■
Beelden bekijken
met verschillende
weergavemodi
(Diashow, enzovoort) (→83)
■
Afspelen van filmopnamen
(→82)
• Druk op de ontspanknop om naar de
opnamemodus te gaan.
Houd de knop ingedrukt om snel vooruit/
●
achteruit te bladeren.
Als u het bestandsnummer niet ziet, drukt u
●
op de knop [DISPLAY].
Na de laatste foto keert u terug naar de
●
eerste foto.
U kunt sommige foto’s die op de computer
●
zijn bewerkt, niet op deze camera bekijken.
Deze camera voldoet aan de DCF-norm
●
(Design rule for Camera File System)
zoals deze is vastgelegd door de Japan
Electronics and Information Technology
Industries Association (JEITA) en aan de
Exif-indeling (Exchangeable Image File
Format). Bestanden die niet voldoen aan
DCF kunnen niet worden afgespeeld.
Fotonummer/Totaal aantal foto’s
De foto’s worden van de kaart verwijderd als de kaart in de camera is geplaatst, of uit het ingebouwde
geheugen als deze niet is geplaatst. (Verwijderde foto’s kunnen niet worden teruggehaald.)
Druk hierop om de weergegeven
foto te verwijderen
Selecteer [JA]
• Schakel tijdens
[DISPLAY]
de verwijdering
de stroom niet uit.
Meerdere (maximaal 50) of alle foto’s verwijderen
(na stap )
Selecteer het type verwijdering
• Ga naar
stap
wanneer
u [ALLES
WISSEN]
selecteert
Verwijder ze
Selecteer [JA]
Selecteer de foto’s die u wilt
verwijderen (herhalen)
•
Annuleren
→ druk
opnieuw
op
[DISPLAY].
Geselecteerde foto
Gebruik een voldoende opgeladen batterij of een netadapter (optioneel).
●
Foto’s kunnen in de volgende gevallen niet worden verwijderd:
●
• Beveiligde foto’s
• Wanneer de kaartvergrendeling in de positie ‘LOCK’ staat.
• Wanneer foto’s niet in de DCF-indeling staan (→50)
U kunt ook bewegende beelden verwijderen.
●
Om alle gegevens te wissen, inclusief alle beveiligde beelden, verricht u het [FORMATEREN].
●
•
Annuleren → Druk op [MENU/SET].
•
Dit kan even duren, afhankelijk van
het aantal foto’s dat wordt verwijderd.
•
U kunt bij [ALLES WISSEN] de optie
[ALLES WISSEN BEHALVE ]
selecteren als [FAVORIETEN] is ingesteld
op [ON] (→91) en er foto’s zijn geregistreerd.
50 VQT2X66VQT2X66 51
Page 27
Weergave informatie voor opname wijzigen
Fotograferen met de zelfontspanner
Opnamemodus:
U kunt schakelen tussen verschillende gegevens op het lcd-scherm, zoals richtlijnen en
opnamegegevens.
Indrukken om de weergave te
wijzigen
In de opnamemodus
●
Opname-informatieGeen schermweergaveRichtlijnen
In de weergavemodus
●
FotogegevensFotogegevens +
opnamegegevens
Geen schermweergave
We raden u aan een statief te gebruiken. Deze optie is ook effectief om trillingen te voorkomen
wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt, door de zelfontspanner in te stellen op 2 seconden.
Geef [ZELFONTSPANNER] weer
Selecteer de tijdsduur
(Kan ook worden
geselecteerd
met ◄.)
Het menuscherm wordt
ongeveer 5 seconden
weergegeven. Items die u in
deze periode selecteert, worden
automatisch geselecteerd.
Maak een foto
Druk de ontspanknop helemaal in om
te beginnen met opnemen na de vooraf
ingestelde tijd.
• Referentie voor evenwicht en compositie tijdens het fotograferen.
Tijdens zoom afspelen, afspelen van bewegende beelden, diashow: scherm aan/uit
●
Bij het weergeven van menu’s, meerdere foto’s of de kalender: U kunt de weergave niet
●
wijzigen.
Richtlijnen worden niet weergegeven in de scènemodus [FOTO FRAME].
●
Bij instellen op de [BURSTFUNCTIE] worden er drie foto’s genomen. Bij instellen op de
●
[FLITS-BURST] scènefunctie worden er vijf foto’s genomen.
Er wordt automatisch scherpgesteld vlak voordat het opnemen begint als u de
●
ontspanknop hier volledig indrukt.
Nadat de indicator voor de zelfontspanner stopt met knipperen, kan deze gaan branden
●
als AF-assistlampje.
U kunt deze functie niet gebruiken in de scènemodus [HI-SPEED BURST].
●
In de scènemodus [ZELFPORTRET] is [10 SEC.] niet beschikbaar.
●
52 VQT2X66VQT2X66 53
Page 28
Fotograferen met een flitser
Opnamemodus:
Geef [FLITS] weer
■
Beschikbare typen per modus (○: beschikbaar, —: niet beschikbaar,
○
: standaardinstelling)
[SCÈNE MODE]
Selecteer het gewenste type
(Kan ook worden
geselecteerd
met ►.)
(
Voorbeeld: [Modus [NORMALE FOTO]
(
))
Zorg voor een minimale afstand
●
van 1 m. als u flitsopnamen
maakt van kleine kinderen.
[AUTO]
• Bekijkt automatisch of er moet worden geflitst.
[AUTO/RODE-OG]
• Bekijkt automatisch of er moet worden geflitst
(met rode-ogenreductie).
[FLITS ALTIJD AAN]
• Altijd flitsen
[GDW. AAN/RODE-OG]
• Altijd flitsen (met rode-ogenreductie)
[LNGZ. SY./RODE-OG]
•
Bekijkt automatisch of er moet worden geflitst (met rodeogenreductie en lange sluitertijd voor meer helderheid).
[GEDWONGEN UIT]
• Nooit flitsen
1
∗
De flitser wordt twee keer geactiveerd. Stop met bewegen voordat de tweede keer wordt geflitst.
Type, bewerkingenToepassingen
1
∗
1
∗
1
∗
Het menuscherm wordt ongeveer
5 seconden weergegeven. Items
die u in deze periode selecteert,
worden automatisch geselecteerd.
Normaal gebruik
Onderwerpen in een donkere
omgeving fotograferen
Fotograferen met achtergrondlicht
of onder felle lampen (bijvoorbeeld
tl-licht)
Onderwerpen fotograferen tegen een
nachtlandschap (statief aanbevolen)
Plaatsen waar u niet mag flitsen
Het interval tussen de flitsen varieert, afhankelijk van de helderheid van het onderwerp.
Wanneer [RODE-OGEN CORR] wordt geactiveerd in het opnamemenu, wordt het pictogram
weergegeven, worden rode ogen automatisch gedetecteerd en worden de fotogegevens
gecorrigeerd. (Alleen wanneer [AF MODE] is ingesteld op (gezichtsdetectie).)
De sluitertijden zijn als volgt:
●
•, , , : 1/60 - 1/1600
•, : 1/8
2
∗
Max. 1/4 sec. wanneer [] onder [GEVOELIGHEID] is ingesteld; max. 1 sec. wanneer
2
∗
- 1/1600
[STABILISATIE] op [OFF] is ingesteld of wanneer er weinig onscherpte is. Varieert ook afhankelijk
van de modus [INTELLIGENT AUTO], de scène in [SCÈNE MODE] en de zoompositie.
Het effect van de rode-ogenreductie varieert, afhankelijk van het onderwerp, en wordt beïnvloed
●
door factoren zoals afstand tot het onderwerp, of het onderwerp tijdens de voorflits naar de camera
kijkt enzovoort. In sommige gevallen is het effect van de rode-ogenreductie verwaarloosbaar.
3
∗
○○
○
○
---------
-------
○○○○○-○
-
○○○○
-
○○○○○-○
-----
○
-
--
--
○○
○○
○○○-○○○○
○
------
○
○○○○○○○○
--------
--------
○○○○○○○○○○○○○○-○○○○
3
∗
Stel in op (Auto), (Auto/rode-og), (Lngz. sy./rode-og) of (Langz. sync.),
afhankelijk van het onderwerp en de helderheid.
• De flitser kan niet worden gebruikt in de filmmodus en in deze scènemodi: , ,
, , , en .
■
Scherpstelgebied afhankelijk van ISO-gevoeligheid en zoom
[
ISO80ongeveer. 0,3 m - 1,0 m ongeveer. 0,5 m - 0,6 m
[GEVOELIGHEID]
(→74)
[H. GEVOELIGH.] in
[SCÈNE MODE] (→64)
[FLITS-BURST] in
[SCÈNE MODE] (→65)
Raak de flitser niet aan en kijk er niet van dichtbij (een paar cm) in (→19).
●
ISO100ongeveer. 0,3 m - 1,2 m ongeveer. 0,5 m - 0,7 m
ISO200ongeveer. 0,4 m - 1,7 m ongeveer. 0,5 m - 1,0 m
ISO400ongeveer. 0,6 m - 2,4 m ongeveer. 0,6 m - 1,4 m
ISO800ongeveer. 0,8 m - 3,4 m ongeveer. 0,6 m - 2,0 m
ISO1600ongeveer. 1,15 m - 4,9 m ongeveer. 0,9 m - 2,9 m
ISO1600-
ISO6400
ISO100-
ISO3200
ongeveer. 0,3 m - 4,9 m ongeveer. 0,5 m - 2,9 m
ongeveer. 1,15 m - 9,8 m ongeveer. 0,9 m - 5,8 m
ongeveer. 0,3 m - 3,2 m ongeveer. 0,5 m - 1,9 m
Max. W (groothoek)Max. T (tele)
]
Scherpstelgebied
Flits niet dicht in de buurt van andere onderwerpen (warmte en licht kunnen
schadelijk zijn voor het onderwerp).
Flitsinstellingen kunnen veranderen als u een andere opnamemodus kiest.
●
Wanneer [] is ingesteld onder [GEVOELIGHEID], wordt de ISO-gevoeligheid
●
automatisch ingesteld in een bereik tot 1600.
Als u een andere scènemodus kiest, worden de standaardflitsinstellingen hersteld.
●
Als er moet worden geflitst, worden de flitstypesymbolen (bijvoorbeeld ) rood als u
●
de ontspanknop half indrukt.
Er kunnen geen foto’s worden gemaakt als deze symbolen knipperen (flitser wordt
●
opgeladen) (bijvoorbeeld ).
Onvoldoende bereik van de flitser kan worden veroorzaakt door niet goed ingestelde
●
belichting of witbalans.
Het flitseffect wordt mogelijk niet volledig bereikt bij korte sluitertijden.
●
Het opladen van de flitser kan even duren als de batterij bijna leeg is, of als de flitser
●
enkele keren achter elkaar wordt gebruikt.
54 VQT2X66VQT2X66 55
Page 29
Close-upfoto’s maken
Opnamemodus:
Wanneer u het onderwerp van dichtbij beeldvullend wilt opnemen, kunt u door
instellen op [MACRO-AF] () onderwerpen dichter benaderen dan bij de normale
scherpstelafstand (tot op 10 cm in de maximale W groothoekstand).
Open de [MACRO STAND]
Selecteer [MACRO-AF]
Het kan even duren totdat
●
onderwerpen op grote afstand
scherp worden.
Bij gebruik van de
●
([INTELLIGENT AUTO] modus)
kunt u de macro-opnamefunctie
inschakelen door eenvoudigweg
de camera op uw onderwerp te
richten. ( aanduiding)
■
Scherpstelbereik voor de modus AF Macro
Maak een foto
Het menuscherm wordt ongeveer 5
seconden weergegeven. Items die u
in deze periode selecteert, worden
automatisch geselecteerd.
aanduiding
Fotograferen van nóg dichterbij [MACRO ZOOM]
Om uw onderwerp nog dichter te benaderen, kunt u instellen op [MACRO ZOOM] zodat
uw onderwerp nog groter in beeld verschijnt dan bij de [MACRO-AF].
Open de [MACRO STAND]
Zoomknop
Stel in op [MACRO ZOOM]
Het menuscherm wordt ongeveer 5 seconden
weergegeven. Items die u in deze periode
selecteert, worden automatisch geselecteerd.
Pas de vergroting van de digitale
zoom aan met de zoomknop
Er is hierbij vast uitgezoomd naar de
groothoekstand. Het scherpstelbereik is van
10 cm - .
TerugVergroten
Afstand tussen de lens en
Zoomafstand
1 x (Max. W)
4 x (Max. T)
Tijdens opnamen in [MACRO ZOOM] is het scherpstelbereik 10 cm tot oneindig,
●
ongeacht de zoompositie.
het onderwerp
10 cm50 cm
Verandert geleidelijk
Digitale zoom-vergroting (1 x tot 3 x)
Maak een foto
Bij de [MACRO ZOOM] wordt een sterkere vergroting bereikt, hetgeen een mindere beeldkwaliteit
●
geeft.
Wanneer de ingezoomde macrostand wordt ingesteld, wordt Extra optische zoom uitgeschakeld.
●
We raden u aan een statief of de [ZELFONTSPANNER] te gebruiken of [FLITS] in te stellen op
●
[GEDWONGEN UIT].
Als u de camera beweegt nadat er is scherpgesteld, kunnen uw foto’s onscherp zijn wanneer uw
●
onderwerp erg dicht bij de camera is, aangezien de scherptediepte en dus het scherpstelbereik
bijzonder gering is.
De resolutie buiten het scherpgestelde gebied kan lager zijn.
●
56 VQT2X66VQT2X66 57
Page 30
Foto’s maken met belichtingscompensatie
Opnamemodus:
Foto’s maken die zijn afgestemd op de scène
[SCÈNE MODE]
Opnamemodus:
Corrigeert de belichting wanneer een goede belichting niet mogelijk is (bij grote
verschillen tussen de helderheid van het object en de achtergrond enzovoort). Afhankelijk
van de helderheid is dit in sommige gevallen niet mogelijk.
OnderbelichtOptimale belichtingOverbelicht
PlusrichtingMinrichting
Geef [BELICHTING] weer
Selecteer een waarde
Na de belichtingscompensatie wordt de compensatiewaarde (bijvoorbeeld ) in de
●
linkerbenedenhoek van het scherm weergegeven.
De belichtingscompensatie die u instelt, blijft behouden, zelfs nadat de camera is
●
uitgeschakeld.
De belichtingscompensatie kan niet worden gebruikt bij de [STERRENHEMEL]
●
scènefunctie.
[0] (geen compensatie)
Met [SCÈNE MODE] kunt u fotograferen met optimale instellingen voor specifieke scènes
(belichting, kleur enzovoort).
Ga naar het scherm voor selectie
van de opnamemodus
Zoomknop
Selecteer [SCÈNE MODE]
[DISPLAY]
[MENU/SET]
■
Veelgebruikte scènes
registreren
[MY SCENE MODE] (→68)
Wanneer u een scènemodus kiest die niet geschikt is voor de feitelijke scène kan dit de
●
kleur van uw foto’s beïnvloeden.
De volgende instellingen van het menu [OPNAME] worden automatisch aangepast
●
en kunnen niet handmatig worden geselecteerd (instellingen afhankelijk van de
geselecteerde scène).
[GEVOELIGHEID], [KLEURFUNCTIE]
[WITBALANS] kan alleen in de volgende scènes worden ingesteld.
●
[PORTRET], [GAVE HUID], [TRANSFORMEREN], [ZELFPORTRET], [SPORT],
[BABY], [HUISDIER], [H. GEVOELIGH.], [HI-SPEED BURST], [FOTO FRAME]
(De instelling wordt teruggezet naar [AWB] wanneer een andere scène wordt gekozen.)
De beschikbare flitstypen (→55) variëren afhankelijk van de scène. De flitserinstelling
●
voor de scènemodus wordt op de beginwaarde teruggezet wanneer de scènemodus
wordt gewijzigd.
De richtlijnen worden in grijs weergegeven in de scènemodi [NACHTPORTRET],
●
[NACHTL. SCHAP], [STERRENHEMEL] en [VUURWERK].
Kies de scènefunctie en stel deze in
Scènemenu
●
Met de zoomknop
kunt u ook naar het
volgende scherm
gaan.
Beschrijving van de verschillende
scènes bekijken:
selecteer een scène en druk op [DISPLAY].
58 VQT2X66VQT2X66 59
Page 31
Foto’s maken die zijn afgestemd op de scène
[SCÈNE MODE] (vervolg)
Opnamemodus:
Een scène selecteren (→59)
Flitser gebruiken in scènemodi (→55)
ScèneToepassingen, TipsOpmerkingen
Verbetert de huidskleur van onderwerpen
voor een gezonder uiterlijk in helder daglicht.
[PORTRET]
[GAVE
Tips
• Ga zo dicht mogelijk bij het onderwerp staan.
• Zoom: Zo telescopisch mogelijk (richting T)
Verzacht de kleuren van de huid in helder
daglicht buiten (portretten vanaf de borst).
Tips
• Ga zo dicht mogelijk bij het onderwerp staan.
• Zoom: Zo telescopisch mogelijk (richting T)
HUID]
Verandert het uiterlijk van het onderwerp
door de lengte of breedte te verhogen en
verbetert tegelijkertijd het uiterlijk van de
huid.
Gebruik ▲▼ om het transformatieniveau te
kiezen en druk dan op [MENU/SET] om het
vast te leggen.
[TRANSFORMEREN]
Maak een foto.
Opmerkingen
• Deze functie mag alleen worden gebruikt voor
privédoeleinden, dus niet voor winstbejag
of commerciële toepassingen, waarvoor
auteursrechten gelden.
• Gebruik deze functie niet zodanig dat het
iemand schade kan berokkenen of de
openbare orde of goede zeden kan aantasten.
• Gebruik de functie niet zo dat uw onderwerp
er door geschaad kan worden.
• De instellingen zijn
ook te wijzigen via het
Quick-menu.
• Standaardinstelling voor [AF
MODE] is
• De duidelijkheid van het effect
kan variëren, afhankelijk van de
hoeveelheid licht.
• Standaardinstelling voor [AF
MODE] is
• Als een deel van de achtergrond
enzovoort een kleur heeft die
dicht in de buurt komt van
huidskleur, wordt dit deel ook
zachter gemaakt.
• De beeldkwaliteit wordt iets
minder.
• De volgende items van
[FOTO RES.] kunnen worden
geselecteerd.
• Standaardinstelling voor [AF
MODE] is
• De gezichtsdetectie werkt
mogelijk niet zo effectief
wanneer u [SLANK HOOG] of
[UITREKKEN HOOG] gebruikt.
• De volgende functies zijn niet te
gebruiken.
Extra-optische zoom/
[DIG. ZOOM]
: 3 M
: 2.5 M
: 2 M
(gezichtsdetectie).
(gezichtsdetectie).
(gezichtsdetectie).
ScèneToepassingen, TipsOpmerkingen
Foto’s van uzelf maken.
Tips
• Druk de ontspanknop half in → de indicator
[ZELFPORTRET]
[LANDSCHAP]
van de zelfontspanner gaat aan → druk de
ontspanknop volledig in → bekijken
(wanneer de indicator van de zelfontspanner
knippert, is niet goed scherpgesteld)
• Scherpstelling: 30 cm - 1,2 m (Max. W)
• Gebruik geen zoom (moeilijker scherp te
stellen).
(Zoom gaat automatisch naar max. W)
• Zelfontspanner van 2 seconden aanbevolen.
Heldere foto’s maken van brede onderwerpen
op afstand.
Tips
• Ga op minstens 5 m afstand staan.
Foto’s maken van scènes met snelle
bewegingen, bijvoorbeeld sport.
Tips
• Ga op minstens 5 m afstand staan.
[SPORT]
Foto’s maken van mensen en
nachtlandschappen met benadering van de
werkelijke helderheid.
Tips
• Gebruik de flitser.
• Het onderwerp mag niet bewegen.
[NACHTPORTRET]
• Statief en zelfontspanner aanbevolen.
• Ga tenminste 1,5 m weg staan en gebruik de
W-stand
• Belangrijke vaste instellingen
[FLITS]:
[AF ASS. LAMP]: [OFF]
• Als de camera is ingesteld op
[STABILISATIE] en er zeer
weinig trillingen zijn of als
[STABILISATIE] is ingesteld op
[OFF], kan de sluitertijd worden
verlengd naar maximaal
1 seconde.
• Belangrijke vaste instellingen
[GEVOELIGHEID]: [
(automatisch ingesteld in een
bereik tot 1600)
• Als de camera is ingesteld op
[STABILISATIE] en er zeer
weinig trillingen zijn of als
[STABILISATIE] is ingesteld op
[OFF], kan de sluitertijd worden
verlengd naar maximaal
1 seconde (of maximaal
8 seconden als de flitser is
ingesteld op
• Er kan interferentie optreden bij
donkere scènes.
• De sluiter kan 8 seconde dicht
blijven nadat u de foto hebt
gemaakt.
• Standaardinstelling voor [AF
MODE] is
(gezichtsdetectie).
[GEDWONGEN UIT]
(gedwongen uit)).
(gezichtsdetectie).
]
60 VQT2X66VQT2X66 61
Page 32
Foto’s maken die zijn afgestemd op de scène
[SCÈNE MODE] (vervolg)
Opnamemodus:
Een scène selecteren (→59)
Flitser gebruiken in scènemodi (→55)
ScèneToepassingen, TipsOpmerkingen
Duidelijke foto’s maken van nachtscènes.
Tips
• Ga op minstens 5 m afstand staan.
• Statief en zelfontspanner aanbevolen
[NACHTL.
SCHAP]
Natuurgetrouwe foto’s maken van voedsel
[VOEDSEL]
[PARTY]
[KAARSLICHT]
Tips
• Scherpstelling: Max. W: 10 cm en hoger
Onderwerpen en de achtergrond helderder
maken in foto’s van gebeurtenissen binnen,
zoals bruiloften.
Tips
• Ga op ongeveer 1,5 m afstand staan.
• Zoom: groothoek (richting W)
• Gebruik de flitser.
• Statief en zelfontspanner aanbevolen.
De sfeer van een ruimte met kaarslicht fotograferen.
Tips
• Scherpstelling: Max. W: 10 cm en hoger
• Gebruik geen flitser.
• Statief en zelfontspanner aanbevolen.
Max. T: 50 cm en hoger
Max. T: 50 cm en hoger
(Sluitertijd: max. 1 sec.)
• Als de camera is ingesteld op
[STABILISATIE] en er zeer
weinig trillingen zijn of als
[STABILISATIE] is ingesteld op
[OFF], kan de sluitertijd worden
verlengd naar maximaal 8
seconden.
• Er kan interferentie optreden bij
donkere scènes.
• De sluiter kan 8 seconden dicht
blijven nadat u de foto hebt
gemaakt.
• Als de camera is ingesteld op
[STABILISATIE] en er zeer
weinig trillingen zijn of als
[STABILISATIE] is ingesteld op
[OFF], kan de sluitertijd worden
verlengd naar maximaal
1 seconde.
• Standaardinstelling voor [AF
MODE] is
[GEDWONGEN UIT]
−
(gezichtsdetectie).
(gezichtsdetectie).
ScèneToepassingen, TipsOpmerkingen
Gebruikt een zwakke flits om de huidskleur
naar voren te halen.
• Leeftijd en naam vastleggen
(U kunt [BABY1] en [BABY2] fzonderlijk instellen.)
[BABY]
Geboortedatum: Stel de geboortedatum in
Naam: (Zie ‘Tekst invoeren’ (→80))
Tips
• Zorg ervoor dat [LEEFTIJD] en [NAAM] zijn
ingesteld op [ON] voordat u de foto maakt.
• Resetten : selecteer [RESETTEN] in het menu
[SET-UP].
• Scherpstelling: Max. W: 10 cm en hoger
Vastleggen van de naam en de leeftijd van uw
huisdier bij het fotograferen.
Tips
• Hetzelfde als voor [BABY]
[HUISDIER]
Duidelijke foto’s maken van scènes als
zonsondergangen.
[ZONSONDERG.]
Selecteer [LEEFTIJD] of [NAAM] met ▲▼,
druk op ►, selecteer [SET] en druk op
[MENU/SET].
Stel de geboortedatum en naam in.
met ▲▼◄► en druk op [MENU/SET].
Druk op [MENU/SET].
Max. T: 50 cm en hoger
• De leeftijd en naam worden
na het instellen van deze
modus ongeveer 5 seconden
weergegeven.
• Als de camera is ingesteld op
[STABILISATIE] en er zeer
weinig trillingen zijn of als
[STABILISATIE] is ingesteld op
[OFF], kan de sluitertijd worden
verlengd naar maximaal
1 seconde.
• De leeftijdsnotatie wordt bepaald
door de instelling voor [TAAL].
• U kunt de afdrukinstelling
[LEEFTIJD] en [NAAM] op
de computer opgeven via
de meegeleverde cd-rom
‘PHOTOfunSTUDIO’. U kunt via
[TEKST AFDR.] ook tekst aan de
foto toevoegen (→87).
• De geboortedatum wordt
weergegeven als [0 mnd. 0 dg.].
• Belangrijke vaste instellingen
[GEVOELIGHEID]: [
(automatisch ingesteld in een
bereik tot 1600)
• Standaardinstelling voor [AF
MODE] is
• Als de camera is ingesteld op
[STABILISATIE] en er zeer
weinig trillingen zijn of als
[STABILISATIE] is ingesteld op
[OFF], kan de sluitertijd worden
verlengd naar maximaal
1 seconde.
• De standaardinstellingen zijn als
volgt.
[AF MODE]:
op 1 punt)
[AF ASS. LAMP]: [OFF]
•
Raadpleeg [BABY] voor andere
opmerkingen en vaste instellingen.
• De scherpstelling, zoom,
belichting, witbalans, sluitertijd en
ISO-gevoeligheid zijn gelijk aan
die van de eerste foto.
• U kunt de volgende functies niet
gebruiken.
Extra optische zoom/
[DIG. ZOOM]/
[ZELFONTSPANNER]/
[BURSTFUNCTIE]
• Als het opnemen wordt
herhaald, kan er onder bepaalde
omstandigheden enige vertraging
zijn voordat de camera weer fot
o’s neemt.
[GEDWONGEN UIT]
ScèneToepassingen, TipsOpmerkingen
Voor doorlopend opnemen op plaatsen met
weinig licht.
Gebruik ▲▼om het beeldformaat en de
beeldverhouding te kiezen en druk dan op
[MENU/SET] om die vast te leggen.
[FLITSBURST]
Neem uw foto’s (Houd de ontspanknop
ingedrukt).
Er worden doorlopend foto’s gemaakt zolang
u de ontspanknop ingedrukt houdt.
Aantal achtereenvolgende foto’s: Max. 5
Tips
• Te gebruiken binnen de effectieve reikwijdte
van de flitser. (→55)
• Scherpstelling: Max. W: 10 cm en hoger
Duidelijke foto’s maken van de sterrenhemel
of van donkere onderwerpen.
• Sluitertijdinstellingen
Selecteer met ▲▼ en druk op [MENU/
SET].
Druk op de ontspanknop.
[STERRENHEMEL]
Tips
• Stel langere sluitertijden in voor donkerdere
omstandigheden.
• Gebruik altijd een statief.
• Zelfontspanner aanbevolen.
• Beweeg de camera niet totdat het aftellen (zie
hierboven) is voltooid. (Het aftellen voor de
verwerking wordt later opnieuw weergegeven)
Max. T: 50 cm en hoger
• U kunt het aantal
seconden wijzigen via
de snelle instelmodus.
(→35)
Het aftellen begint
• De beeldkwaliteit wordt iets
minder.
• Belangrijke vaste instellingen
[FLITS]:
[GEVOELIGHEID]: [
(automatisch ingesteld in een
bereik tot 3200)
• De scherpstelling, zoomstand,
belichtingscompensatie, sluitertijd
en ISO-gevoeligheid worden
allemaal vastgesteld op de
waarde voor de eerste foto.
• De sluitertijd wordt 1/60 seconde
tot 1/1600 seconde.
• De volgende functies zijn niet te
gebruiken.
Extra-optische zoom/
[DIG. ZOOM]/[BURSTFUNCTIE]
• De volgende functies zijn niet te
gebruiken.
[BURSTFUNCTIE]/
[BELICHTING]
[FLITS ALTIJD AAN]
[GEDWONGEN UIT]
]
64 VQT2X66VQT2X66 65
Page 34
Foto’s maken die zijn afgestemd op de scène
[SCÈNE MODE] (vervolg)
Opnamemodus:
Een scène selecteren (→59)
Flitser gebruiken in scènemodi (→55)
ScèneToepassingen, TipsOpmerkingen
Duidelijke foto’s maken van vuurwerk in de
nachtlucht.
Tips
• Ga op minstens 10 m afstand staan.
• Statief aanbevolen.
[VUURWERK]
Het heldere blauw van de lucht en de zee
naar voren halen zonder dat de foto te
donker wordt.
Ook kunnen natuurlijke kleuren worden
opgenomen, zelfs onder water in ondiep
water.
[STRAND
& SURF]
[SNEEUW]
[LUCHTFOTO]
∗
Controleer om te voorkomen dat er water in de camera komt het klepje voor
∗
De natuurlijke kleur van de sneeuw naar
voren halen op scènes van skipistes en
bergen.
∗
Foto’s maken van het uitzicht vanuit het raam
van een vliegtuig.
Tips
• Richt de camera op de gebieden met
contrasterende kleuren wanneer u scherpstelt.
• Controleer of het interieur van het vliegtuig
niet in het raam wordt weerspiegeld.
• Ga op minstens 5 m afstand staan.
kaart/batterij en het aansluitingenklepje om te zien of:
• Er geen verontreinigingen aan de rubberen afdichting blijven plakken. (→12, 15)
• Het klepje voor kaart/batterij en het aansluitingenklepje goed dicht zijn. (→11)
Lees ook van tevoren ‘(Belangrijk) De water-, stof- en
schokbestendigheidsprestaties van de camera’. (→8)
• De sluitertijd kan worden
ingesteld op 1/4 seconde of
2 seconden (wanneer er weinig
trillingen zijn of wanneer de
optische beeldstabilisatie
[OFF]) is). (wanneer u de
belichtingscompensatie niet
gebruikt)
• De prestaties voor water-/
stofbestendigheid van de
camera voldoen aan IPX8 en
IP6X. Volgens deze norm is het
mogelijk maximaal 60 minuten
opnamen te maken bij een diepte
van 3 m.
• Laat de camera na gebruik
ongeveer 10 minuten in een
ondiepe bak met zoet water
weken en veeg deze vervolgens
met een zachte, droge doek af.
(→16)
• De levensduur van de batterij
wordt verkort bij lagere
luchttemperaturen.
• Belangrijke vaste instellingen
[FLITS]:
[AF ASS. LAMP]: [OFF]
• Schakel de camera uit bij het
opstijgen of landen.
• Volg bij het gebruik van de
camera altijd de instructies van
het cabinepersoneel.
(9-zone-
[GEDWONGEN UIT]
[GEDWONGEN UIT]
ScèneToepassingen, TipsOpmerkingen
Geeft korrelige foto’s in zwart/wit.
[ZANDSTRAAL]
Tips
• Scherpstelling: Max. W: 10 cm en hoger
Er wordt een kader over de foto geplaatst.
Druk op ◄► om het kader te selecteren en druk
vervolgens op [MENU/SET].
• De kleur van het kader dat op het
scherm wordt weergegeven en
de kleur van het kader rond de
feitelijke foto kunnen verschillen,
maar dit is geen storing.
• Richtlijnen kunnen niet worden
weergegeven.
• De volgende functies zijn niet
beschikbaar.
Extra-optische zoom/
[DIG. ZOOM]/[BURSTFUNCTIE]
66 VQT2X66VQT2X66 67
Page 35
Veelgebruikte scènes registreren
[MY SCENE MODE]
Opnamemodus:
Filmen van bewegende beelden
Modus [BEWEGEND BEELD]
Opnamemodus:
U kunt een veelgebruikte scènemodus in
Nadat u deze hebt geregistreerd, schakelt u over naar [MY SCENE MODE] en kunt u
opnemen in de geregistreerde scènemodus.
Zoomknop
registreren.
Ga naar het scherm voor selectie
van de opnamemodus
Selecteer [MY SCENE MODE]
[DISPLAY]
[MENU/SET]
■
Fotograferen in
geregistreerde scènemodus
Druk op de [MODE]-knop.
Druk op ▲▼ om de geregistreerde
scène te selecteren en druk
vervolgens op [MENU/SET].
■
Geregistreerde
Kies de scènefunctie en stel deze in
(Druk op [MENU/SET], stel in op , en druk
dan op ►, als het scènemenu niet verschijnt.)
scènemodus wijzigen
Druk op de [MODE]-knop.
Druk op ▲▼ om de geregistreerde
scène (tweede van boven) te
selecteren en druk vervolgens op
[MENU/SET].
Druk op [MENU/SET], selecteer
en druk vervolgens op ►.
Selecteer de scène in het
scènemenu en druk vervolgens
op [MENU/SET].
Zie voor meer informatie over de vooringestelde scène de pagina’s over de scènemodus.
●
(→59)
Als de opname-instellingen worden teruggezet met [RESETTEN] in het menu [SET-UP],
●
wordt de vooringestelde scènemodus gewist.
Als u een scène al in ‘My scene mode’
hebt geregistreerd, wordt deze als
geregistreerde scène weergegeven.
Scènemenu
●
Met de zoomknop
kunt u ook naar
het volgende
scherm gaan.
Om een beschrijving van een
scènefunctie te zien:
Kies de scènefunctie en druk op
[DISPLAY].
U maakt als volgt films met geluid. (U kunt geen films zonder geluid opnemen.)
Microfoon
(Hier uw vinger niet opleggen)
Ga naar het scherm voor selectie
van de opnamemodus
Selecteer de modus [BEWEGEND BEELD]
Verstreken opnameduur (ongeveer)
Verstreken opnameduur
■
Afspelen van filmopnamen
(→82)
Zie voor informatie over de beschikbare opnametijd (→119)
●
Afhankelijk van het gebruikte type kaart kan er enige tijd een kaarttoegangsscherm
●
verschijnen na het opnemen van een film. Dit geeft geen probleem aan.
Druk de ontspanknop helemaal in en laat deze direct weer los.
●
De volgende functies zijn niet beschikbaar.
●
Extra optische zoom en [LCD ROTEREN] voor verticaal gemaakte foto’s.
In [AF MODE] staat (9-zone-scherpstellen) vast ingesteld.
●
In [STABILISATIE] staat [MODE 1] vast ingesteld.
●
Wanneer er geen ruimte meer over is om de film op te slaan, wordt de opname
●
automatisch gestopt. Ook kunnen opnamen tijdens het maken worden gestopt,
afhankelijk van de gebruikte kaart.
Onder water kan geluid worden opgenomen.
●
Als er waterdruppels aan de microfoon blijven plakken, kan het geluidsvolume lager
●
worden.
Begin met filmen
Half indrukken
(stel scherp)
• De scherpstelling en zoominstelling blijven
staan zoals ze waren aan het begin van de
opname.
Druk volledig in
(beginnen met filmen)
Stop met filmen
Druk volledig in
68 VQT2X66VQT2X66 69
Page 36
Filmen van bewegende beelden
[BEWEGEND BEELD] modus (vervolg)
Opnamemodus:
Nuttige functies voor op reis
Opnamemodus: ∗
∗
Alleen bij opnemen. (Niet instelbaar.)
[OPN. KWALITEIT]
1
Gebruik wanneer u een film opneemt een kaart met een SD-snelheidsklasse
∗1
Met SD-snelheidsklasse wordt een specificatie voor constante schrijfsnelheden bedoeld.
Geef het menu [OPNAME]
weer
Selecteer de gewenste
beeldkwaliteit
∗
van ‘klasse 6’ of hoger.
[REISDATUM] (Reisdatum en bestemming vastleggen)
Informatie vastleggen over de opnamedag en -plaats door een vertrekdatum en bestemming in te stellen.
Instellen:
• U moet van tevoren de klok instellen (→30).
• Druk op [MENU/SET] →
Menu [SET-UP] → Selecteer [REISDATUM]
Selecteer [REIS-SETUP]
Selecteer [LOCATIE]
Selecteer [OPN. KWALITEIT]
Selecteer [SET]
Selecteer [SET]
Sluit het menu
BeeldkwaliteitBeeldformaatAantal frames
[HD]1280 × 720 pixels
[WVGA]848 × 480 pixels
[VGA]640 × 480 pixels
2
∗
[QVGA]
2
∗
[QVGA] is vast ingesteld wanneer wordt opgenomen op het ingebouwde geheugen.
Afhankelijk van de opnameomgeving voor films kunnen statische elektriciteit of elektromagnetische
●
golven ertoe leiden dat het scherm tijdelijk zwart wordt of dat er ruis wordt opgenomen.
Controleer voordat u gaat filmen of de batterij voldoende is opgeladen of gebruik een
●
netadapter (optioneel).
Wanneer u films maakt met een netadapter en de netadapter uit het stopcontact
●
verwijdert, of wanneer de stroom uitvalt, wordt de stroomtoevoer naar de camera
onderbroken en wordt de film waarmee u bezig was, niet verder opgenomen.
Als u films probeert af te spelen die met de camera op andere apparaten zijn
●
opgenomen, kunnen deze mogelijk niet worden afgespeeld of kunnen de beeld- of
geluidskwaliteit slecht zijn.
Ook kunnen er onjuiste opnamegegevens worden weergegeven.
Films die met de camera zijn opgenomen, kunnen niet worden afgespeeld op
●
Panasonic LUMIX digitale camera’s die vóór juli 2008 zijn verkocht. (Films die zijn
opgenomen met LUMIX digitale camera’s die vóór deze datum zijn opgenomen,
kunnen echter wel op deze camera worden afgespeeld.)
320 × 240 pixels
30 fps
Beeldverhouding
16:9
4:3
Stel de vertrekdatum in
Druk op ▲▼◄► om de
terugkeerdatum in te stellen en
druk vervolgens op [MENU/SET]
Druk om door te gaan zonder de terugkeerdatum in
te stellen op [MENU/SET] zonder iets in te voeren.
Het aantal dagen dat is verstreken wordt ongeveer 5 seconden lang aangegeven wanneer u
●
overschakelt van de weergave- naar de opnamestand of wanneer u de stroom inschakelt. (
verschijnt rechts onder in het scherm.)
Wanneer de bestemming wordt ingesteld in [WERELDTIJD] (→72), wordt het verstreken aantal datum
●
berekend op basis van de lokale tijd op de bestemming.
Als de instellingen worden gemaakt vóór de vertrekdatum, zal het aantal dagen tot het vertrek
●
worden aangegeven in oranje, met een minteken (maar niet opgenomen).
Als de [REISDATUM] wit wordt weergegeven met een minteken, is de [HOME]-datum een dag later
●
dan de [BESTEMMING]-datum (dit wordt vastgelegd).
Reisdatum of bestemming afdrukken → Gebruik [TEKST AFDR.] of druk de gegevens af met de
●
meegeleverde cd-rom ‘PHOTOfunSTUDIO’.
De [REIS-SETUP] reisdatum kan worden opgenomen tijdens het filmen van bewegende beelden,
●
maar de [LOCATIE] plaats is niet op te nemen.
Voer de bestemming in
• Tekst invoeren (→80)
• Druk na het invoeren van de tekst
tweemaal op [MENU/SET] om de invoer
te voltooien.
■
De gegevens wissen
Na de terugkeerdatum worden de
gegevens automatisch gewist. Als u de
gegevens vóór deze datum wilt wissen,
selecteert u [OFF] in stap
vervolgens 3 keer op [MENU/SET] om het
menu te sluiten.
en drukt u
70 VQT2X66VQT2X66 71
Page 37
Nuttige functies voor op reis
Opnamemodus: ∗
∗
Alleen bij opnemen. (Niet instelbaar.)
(vervolg)
Gebruik van het [OPNAME] menu
[WERELDTIJD] (Lokale tijd registreren op een overzeese bestemming)
Instellen:
[GELIEVE DE THUISZONE INSTELLEN] wordt weergegeven wanneer u de wereldtijd
voor het eerst instelt. Druk in dit geval op [MENU/SET] en ga naar stap .
■
Stel thuiszone in
■
Herhaal als u terug bent
Voer stap
■
Zomertijd instellen/opheffen
• U moet van tevoren de klok instellen (→30).
• Druk op [MENU/SET] →
Selecteer [HOME]
Stel uw thuiszone in
Huidige tijd
Verschil met GMT
(Greenwich Mean Time)
Naam stad/regio
Het scherm van stap verschijnt vervolgens alleen
als de camera voor het eerst wordt gebruikt (of na
een reset).
Druk driemaal op [MENU/SET] om het menu te sluiten.
Sluit het menu
, , uit (links boven) en voer de oorspronkelijke tijd in.
Menu [SET-UP] → Selecteer [WERELDTIJD]
■
Stel het bestemmingsgebied in
Selecteer [BESTEMMING]
Stel het bestemmingsgebied in
• Annulerenl
→
Druk op
.
Wanneer de werkelijke bestemming niet
beschikbaar is, selecteert u het gebied
gebaseerd op het ‘verschil met de thuistijd’.
Sluit het menu
Huidige tijd op geselecteerde
bestemming
• Annulerenl
→
Druk op
.
Verschil met thuistijd
Naam stad/regio
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [OPNAME] (→32)
Het ‘Quick-menu’ (→35) is handig voor het vlot oproepen van vaak gebruikte menu’s.
[FOTO RES.]
Fotoresolutie instellen. Deze instelling bepaalt hoeveel foto’s u kunt maken.
■
Modus:
■
Instellingen:
Capaciteit voor op te nemen beelden (→118)
Type opnamepixelniveau
14 M4320 × 3240
∗
1
1
3648 × 2736
2560 × 1920
2048 × 1536
640 × 480
Kleinere fotoresolutie
2
∗
2
∗
‘0.3M ’ is bijvoorbeeld geschikt
voor e-mailbijlagen of lange
opnamen.
10 M
5 M
∗
3 M
0.3 M
12.5 M4320 × 2880
10.5 M4320 × 2432
1
∗
Deze instelling is niet beschikbaar in (modus [INTELLIGENT AUTO]).
geven de beeldverhoudingen van de foto’s aan.
●
Extra optische zoom kan worden gebruikt voor fotoresoluties die worden aangeduid
●
met .
Extra optische zoom is niet beschikbaar bij het filmen, wanneer u [MACRO ZOOM]
●
gebruikt of in de scènemodi [TRANSFORMEREN], [H. GEVOELIGH.], [HI-SPEED
BURST], [FLITS-BURST] of [FOTO FRAME].
Er kan een mozaïekeffect verschijnen, afhankelijk van het onderwerp en de
●
opnameomstandigheden.
Instelinstructies
Grotere fotoresolutie
Scherper beeldKorreliger beeld
Lagere opnamecapaciteitHogere opnamecapaciteit
Druk in stap op ▲. (Druk opnieuw op de knop om op te heffen)
Wanneer de zomertijd wordt ingesteld bij [BESTEMMING], wordt de huidige tijd 1 uur vooruitgezet.
●
Als de instelling wordt geannuleerd, keert de tijd automatisch terug naar de huidige tijd. Als u echter
de zomertijd instelt onder [HOME], zal de huidige tijd daardoor niet veranderen. Zet de huidige tijd in
dat geval 1 uur vooruit via [KLOKINST.] (→30).
Foto’s en films die u hebt opgenomen nadat u de reisbestemming hebt opgegeven, krijgen de
●
aanduiding
(bestemming) tijdens het afspelen.
72 VQT2X66VQT2X66 73
Page 38
Gebruik van het [OPNAME] menu(vervolg)
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [OPNAME] (→32)
[GEVOELIGHEID]
U kunt de ISO-gevoeligheid (lichtgevoeligheid) handmatig instellen.
We raden hogere instellingen aan om scherpe foto’s te maken op donkere locaties.
Selecteer en druk op [MENU/SET].
Richt de camera op een wit voorwerp (bijvoorbeeld
papier) en druk op [MENU/SET].
Druk op [MENU/SET].
• De witbalans wordt ingesteld op .
• De witbalans die u instelt, blijft zelfs behouden
nadat de stroom wordt uitgeschakeld.
• Witbalansinstelling is niet altijd mogelijk als het
onderwerp te licht of te donker is. Pas in deze
situaties de helderheid van het onderwerp aan en
stel de witbalans vervolgens opnieuw in.
buiten het bereik valt. Zelfs als de waarden
binnen het bereik vallen, werkt deze functie
mogelijk niet goed als er te veel lichtbronnen
zijn.
We raden aan [AWB]/[] in te stellen
●
onder tl-licht.
Maakt alleen een foto van witte
objecten in het frame (stap
)
74 VQT2X66VQT2X66 75
Page 39
Gebruik van het [OPNAME] menu (vervolg)
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [OPNAME] (→32)
[AF MODE]
De scherpstelmethode kan worden gewijzigd afhankelijk van de positie en het aantal onderwerpen.
■
Modus:
■
Instellingen: / /
Mensen van voren
fotograferen
(Gezichtsdetectie)
Onderwerp niet in het
midden van de foto
(AF-gebied wordt pas
weergegeven als er is
scherpgesteld)
(9-zone-scherpstellen)
Bepaalde positie voor
scherpstelling
(Scherpstellen op 1 punt)
Het autofocusgebied wordt vergroot onder donkere omstandigheden of tijdens gebruik
●
van de digitale zoomfunctie of de macro-zoomfunctie, e.d.
U kunt gezichtsdetectie in de volgende gevallen niet instellen.
●
[NACHTL. SCHAP], In de scènemodi [VOEDSEL], [STERRENHEMEL], [LUCHTFOTO]
Als de camera een niet-menselijk onderwerp onjuist interpreteert als gezicht in de
●
instelling ‘Gezichtsdetectie’, schakelt u naar een andere instelling.
De functie Gezichtsdetectie werkt wellicht niet in de volgende omstandigheden.
●
(AF MODE ingesteld op )
• Als het gezicht niet of niet helemaal naar de
camera kijkt
• Als het gezicht is verborgen achter een
zonnebril of iets dergelijks.
•
Wanneer er weinig schaduw is op de gezichten
• Als het gezicht heel helder of donker is
Herkent gezichten (max. 15 personen) en past de belichting en
scherpstelling hierop aan.
Er wordt automatisch scherpgesteld op één van de 9 punten
Er wordt scherpgesteld op het AF-gebied in het midden van
de foto. (Aanbevolen wanneer u moeilijk kunt scherpstellen)
AF-gebied
Geel: Als u de ontspanknop half indrukt,
wordt het kader groen als de
camera is scherpgesteld.
Wit:
Verschijnt bij detectie van meerdere
gezichten. Andere gezichten die op
dezelfde afstand zijn als de gezichten in
het gele AF-gebied, worden ook scherp
vastgelegd.
AF-gebied
AF-gebied
• Als het gezicht klein lijkt op het scherm
• Bij snelle bewegingen
• Als de camera trilt
• Als het onderwerp geen mens is, maar
bijvoorbeeld een huisdier
• Bij gebruik van digitale zoom
[BURSTFUNCTIE]
Hiermee kunt u een snelle serie foto’s maken. Een serie gemaakte foto’s terwijl de
ontspanknop ingedrukt wordt gehouden.
■
Modus:
■
Instellingen: [OFF]/
Snelheid
Ca. 1,5 foto’s/sec.
∗
Het fotograferen wordt langzaam maar zeker trager. (Het begin van de vertraging varieert,
afhankelijk van het type kaart en het opnamepixelniveau.)
De scherpstelling wordt vastgezet bij de eerste foto. De belichting en de witbalans
●
worden voor elke foto aangepast.
Bij gebruik van de zelfontspanner: vastgezet op 3 foto’s
●
De burstsnelheid kan teruglopen als de ISO-gevoeligheid op hoog wordt ingesteld,
●
of als de sluitertijd langer wordt op donkerdere locaties.
Wanneer burst wordt geselecteerd, wordt de flitser uitgeschakeld.
●
Wanneer burst wordt gebruikt met het ingebouwde geheugen, kan het even duren
●
voordat de gegevens zijn weggeschreven.
De instellingen worden in het geheugen opgeslagen, zelfs als de camera wordt
●
uitgeschakeld.
Wanneer u bewegende onderwerpen fotografeert in situaties met een groot verschil
●
tussen lichte en donkere gebieden, is het niet altijd mogelijk om de optimale belichting
te krijgen.
Auto review vindt plaats ongeacht de instelling van [AUTO REVIEW].
●
Burst is niet beschikbaar in de scènemodi [HI-SPEED BURST], [FLITS-BURST],
●
[STERRENHEMEL] en [FOTO FRAME].
Met de scènemodus [HI-SPEED BURST] kunt u foto’s sneller na elkaar maken.
●
[FLITS-BURST] is handig om continu foto’s met flitser te maken op donkere locaties.
∗
Tot kaart/ingebouwd geheugen vol is
Aantal foto’s
[DIG. ZOOM]
Vergroot het effect van optische zoom of extra optische zoom met maximaal 4 keer.
(Zie voor meer informatie (→49))
■
Modus:
■
Instellingen: [OFF]/[ON]
Deze staat vast op [ON] wanneer de [MACRO ZOOM] is ingeschakeld.
●
Niet beschikbaar in de opnamemodus voor film. In andere opnamemodi wordt de
●
instelling toegepast.
76 VQT2X66VQT2X66 77
Page 40
Gebruik van het [OPNAME] menu (vervolg)
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [OPNAME] (→32)
Wanneer er duidelijk sprake is van interferentie: instellen op [NATURAL].
●
In de ([INTELLIGENT AUTO] modus) kunnen alleen [STANDARD], [B/W], en
●
[SEPIA] worden gekozen.
[COOL] (meer blauw) / [WARM] (meer rood)
[STABILISATIE]
Neemt automatisch trillingen waar en corrigeert die.
■
Modus:
■
Instellingen:
InstellingenEffect
[OFF]Foto’s die opzettelijk worden gemaakt zonder bewegingscorrectie
[AUTO]
[MODE 1]
[MODE 2]
Deze instelling is vastgezet op
●
[OFF] in de scènemodus [STERRENHEMEL].
Omstandigheden waarbij de optische beeldstabilisatie minder goed werkt:
●
Heftig schudden of trillen, extreme zoomstand (inclusief het digitale zoombereik),
snel bewegende onderwerpen, opnamen binnenhuis of bij slecht licht (vanwege een
langzame sluitertijd)
Deze staat vast op [MODE 1] tijdens het filmen van bewegende beelden.
●
De optimale beeldstabilisatie wordt automatisch ingeschakeld, al naar
gelang de opnameomstandigheden.
Constante correctie
(Monitorbeeld stabiel, compositie gemakkelijk te maken)
Correctie op het moment dat de ontspanknop wordt ingedrukt
(Effectiever dan [MODE 1])
[MODE 2]
in de scènemodus [ZELFPORTRET] en op
[AF ASS. LAMP]
Maakt de lamp aan als het donker is, zodat u gemakkelijker kunt scherpstellen.
■
Modus:
■
Instellingen:
Kan niet worden ingesteld in de opnamemodus voor films. In andere
●
opnamemodi wordt de instelling toegepast.
[OFF] : Lamp uit (dieren in het donker fotograferen
enzovoort)
[ON] : Lamp gaat aan als u de ontspanknop half indrukt
(
en groter AF-gebied weergegeven)
(Dek de lamp niet af en kijk niet van dichtbij in de lamp)
Lampje: Effectieve afstand: 1,5 m
[RODE-OGEN CORR]
Rode ogen worden automatisch gedetecteerd en de fotogegevens worden gecorrigeerd
wanneer de foto wordt gemaakt met flitser en rode-ogenreductie ().
■
Modus:
■
Instellingen: [OFF]/[ON]
Uitgeschakeld wanneer [AF MODE] niet is ingesteld op (gezichtsdetectie).
●
Afhankelijk van de omstandigheden is het niet altijd mogelijk om rode ogen te
●
corrigeren.
Wanneer [ON] wordt geselecteerd, wordt weergegeven in het pictogram van de
●
flitser. (→54)
[KLOKINST.]
De klok instellen (→30). Dezelfde functie als in het menu [SET-UP].
78 VQT2X66VQT2X66 79
Page 41
Tekst invoeren
Bekijken als lijst
Afspeelmodus:
(Meerdere afspelen/Kalender afspelen)
Met de cursorknoppen kunt u namen invoeren in de scènemodi [BABY] en [HUISDIER] of
namen invoeren van een [LOCATIE] in [REISDATUM].
(Ga op het instelscherm van elk menu als volgt te werk)
Geef het tekenselectiescherm weer
Selecteer tekens en druk op [MENU/SET] (herhalen)
• Er wordt tekst ingevoegd op de
cursorpositie.
■
Het type teken wijzigen
Druk op [DISPLAY]
(Verandert elke keer als u op de knop
Cursorpositie
drukt)
: hoofdletters/kleine letters
: symbolen/cijfers
Selecteer [INST.] wanneer u klaar bent met het invoeren van
tekst en druk op [MENU/SET]
■
Tekst bewerken
Druk op ▲▼◄► om de cursor te
verplaatsen naar de tekst die u wilt
bewerken.
• U kunt de cursor ook verplaatsen met
de zoomknop.
Druk op ▲▼◄► om [WISSEN] te
selecteren en druk daarna op [MENU/
SET].
Druk op ▲▼◄► om de juiste tekst te
selecteren en druk daarna op [MENU/
SET].
U kunt 12 (of 30) foto’s tegelijk bekijken (meerdere afspelen), of alle foto’s bekijken die op
een bepaalde datum zijn gemaakt (afspelen op kalender).
Druk op de afspeelknop
• Foto’s bekijken:
Druk op ◄►
Stel in op weergave op meerdere schermen
Opnamedatum Fotonr.
Totaal aantal
Schuifbalk
Fototype
• [FAVORIETEN]
• [BEWEGEND BEELD]
• [BABY]
• [HUISDIER]
• [REISDATUM]
• [WERELDTIJD]
• [TEKST AFDR.]
• Selecteer de week met
▲▼ en de datum met ◄►
en druk op [MENU/SET]
om de foto’s van die datum
met 12 tegelijk op het
scherm weer te geven.
■
Herstellen
Druk op de T-zijde van
de zoomknop
■
Wijzigen van
12/30-fotoweergave
naar
1-fotoweergave
Selecteer een foto met
▲▼◄► en druk op
[MENU/SET]
Druk
enkele
keren op
de W-zijde
van de
zoomknop
(12 foto’s)
(30 foto’s)
Geselecteerde datum (Eerste foto vanaf datum)
(Kalenderweergave)
Alleen maanden waarin foto's zijn gemaakt, worden op het kalenderscherm
●
: u kunt maximaal 30 tekens invoeren.
●
U kunt de invoerpositiecursor naar links en rechts bewegen met de zoomknop.
●
Druk op om terug te keren naar het menuscherm.
●
De tekst loopt naar beneden als deze niet op het scherm past.
●
U kunt de opgegeven tekst afdrukken met [TEKST AFDR.] (→87) of via de software
●
‘PHOTOfunSTUDIO’ op de cd-rom (bijgeleverd).
weergegeven. Foto’s die zonder klokinstellingen zijn genomen, worden weergegeven
met de datum 1 januari 2010.
Kan niet geroteerd worden weergegeven.
●
Foto’s met [!] kunnen niet worden afgedrukt.
●
Foto’s met de bestemmingsinstelling [WERELDTIJD] verschijnen in de
●
kalenderweergave met de juiste datum voor de tijdzone van de bestemming.
80 VQT2X66VQT2X66 81
Page 42
Films bekijken
Afspeelmodus:
Verschillende afspeelmethoden
Afspeelmodus:
(Afspeelmodus)
Films kunnen net als foto’s worden afgespeeld.
Druk op de afspeelknop
Selecteer de film en begin met
afspelen
■
Bewerkingen tijdens het afspelen
van bewegende beelden
▲: Pauzeren/afspelen
▼: Stop
◄: Snel terugspoelen
(2 stappen)
Beeld voor beeld
terugspoelen
(wanneer wordt
gepauzeerd)
►: Snel vooruitspoelen
(2 stappen)
Beeld voor beeld
vooruitspoelen (wanneer
wordt gepauzeerd)
• Druk op ▲ tijdens snel
terugspoelen of snel vooruitspoelen
om terug te keren naar de normale
afspeelsnelheid.
• U kunt het volume aanpassen met
de zoomknop.
■
Wissen
(→51)
Opnameduur
voor
bewegende
∗
beelden
Filmpictogram
∗
Nadat het afspelen is begonnen, wordt
de verstreken afspeeltijd rechtsboven op
het scherm weergegeven.
Voorbeeld: na 1 uur, 3 minuten en
30 seconden: [1h3m30s]
Opgenomen beelden kunnen worden weergegeven op diverse manieren.
Druk op de afspeelknop
Open het scherm voor selectie
van de afspeelmodus
■
[NORMAAL AFSP.]
(→50)
■
[DIASHOW]
(→84)
■
[CATEGOR. AFSP.]
(→86)
■
[FAVORIET AFSP.]
(→86)
Selecteer de afspeelmethode
Als er waterdruppels aan de luidspreker plakken, kan het geluidsvolume lager worden
●
of kan het geluid moeilijk hoorbaar worden.
Films die op andere apparatuur zijn opgenomen, worden mogelijk niet goed afgespeeld.
●
Bij gebruik van een geheugenkaart met hoge capaciteit kan het terugzoeken nogal wat
●
tijd vergen.
Voor het bekijken van de films op een computer gebruikt u [QuickTime] op de
●
bijgeleverde cd-rom.
Wanneer er geen kaart is geplaatst, zullen de beelden worden weergegeven uit het
●
ingebouwde geheugen.
Nadat u van de opnamemodus naar de afspeelmodus bent overgeschakeld, wordt de
●
afspeelmodus automatisch [NORMAAL AFSP.].
[FAVORIET AFSP.] wordt alleen weergegeven als er beelden zijn ingesteld als
●
[FAVORIETEN] en als de instelling [ON] is.
82 VQT2X66VQT2X66 83
Page 43
Verschillende afspeelmethoden (Afspeelmodus)
(vervolg)
Afspeelmodus:
[DIASHOW]
Foto’s automatisch op volgorde en met muziek afspelen. Aanbevolen voor het bekijken
van uw beelden op een TV-scherm.
Selecteer een weergavemethode
[ALLE]Alle foto’s afspelen
[CATEGORIESELECTIE]
[FAVORIETEN] Foto’s weergeven die u hebt ingesteld
Stel weergave-effecten in
Selecteer een categorie en speel af.
(Selecteer categorie met ▲▼◄► en
druk op [MENU/SET].) (→86)
als [FAVORIETEN]
(verschijnt alleen als er [FAVORIETEN]
zijn en de optie is ingesteld op [ON]).
Zie voor meer informatie over de overschakelingsprocedure voor de afspeelmodus
(→83)
■
Bediening tijdens de diavertoning
Pauze/weergave
(In de
pauzestand)
Vorige
Volume
omlaag
Wanneer er [URBAN] is geselecteerd, kan het beeld in zwart/wit verschijnen als
●
Stoppen
(In de
pauzestand)
Volgende
Volume
omhoog
schermeffect.
Wanneer er een foto wordt weergegeven die in staande positie is opgenomen, zullen
●
sommige items uit het menu [EFFECT] niet werken.
U kunt geen muziekeffecten toevoegen.
●
Filmbestanden kunnen niet in een diashow worden afgespeeld. Wanneer de categorie
●
[BEWEGEND BEELD] wordt geselecteerd, worden de eerste schermen van films als
stilstaande beelden gebruikt om af te spelen in de diashow.
Bij beelden met een afwijkende beeldverhouding worden de randen afgekapt, zodat ze
Het optimale effect
wordt geselecteerd uit
[NATURAL], [SLOW],
[SWING] en [URBAN] (alleen
beschikbaar bij de instelling
[CATEGORIESELECTIE])
Weergeven met relaxte muziek en
schermovergangseffecten
Weergeven met levendige muziek
en schermovergangseffecten
[DUUR]
[HERHALEN]
[MUZIEK]
[SET-UP]
[1 SEC.] / [2 SEC.] / [3 SEC.] /
[5 SEC.] (Alleen beschikbaar als
[EFFECT] is ingesteld op [OFF])
[OFF]/[ON] (Herhalen)
[ON]: Het geluid wordt bij de
effecten afgespeeld.
[OFF]: Het geluid wordt niet
afgespeeld.
Selecteer [START] met ▲ en druk op [MENU/SET]
• Druk op om tijdens de diashow terug te keren naar het menuscherm.
84 VQT2X66VQT2X66 85
Page 44
Verschillende afspeelmethoden (Afspeelmodus)
(vervolg)
Afspeelmodus:
Gebruik van het menu [AFSPELEN]
Afspeelmodus:
[CATEGOR. AFSP.]
Beelden kunnen automatisch worden ingedeeld, zodat u ze per categorie kunt bekijken.
De automatische indeling begint u wanneer de [CATEGOR. AFSP.] kiest uit het
afspeelfunctie-keuzemenu.
Hiermee kunt u handmatig de foto’s die zijn ingesteld als [FAVORIETEN] bekijken (deze
functie wordt alleen aangegeven als er [FAVORIETEN] zijn gekozen en als de instelling
op [ON] staat).
Bekijk de beelden
Vorige Volgende
Selecteer [FAVORIET AFSP.] als u [NORMAAL AFSP.] wilt sluiten.
●
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [AFSPELEN] (→32)
[KALENDER]
Kies een datum in het kalenderscherm om alleen de foto’s genomen op die dag te bekijken (→81).
Instellen: Druk op [MENU/SET] → Menu [AFSPELEN] → Selecteer [KALENDER]
[TEKST AFDR.]
De opnamedatum of de tekst die u in de scènemodi [BABY] en [HUISDIER] hebt geregistreerd of de
[REISDATUM] wordt op de foto’s gezet. Dit is ideaal wanneer u foto’s op normaal formaat afdrukt.
Instellen: Druk op [MENU/SET] → Menu [AFSPELEN] → Selecteer [TEKST AFDR.]
Druk op ▲▼ om [ENKEL]
of [MULTI] te selecteren en
Kies of u de leeftijd wilt
afdrukken in jaren/maanden
druk dan op [MENU/SET]
Selecteer een foto
[ENKEL]
●
• Dit scherm wordt niet weergegeven
als u
[OFF]
hebt geselecteerd voor
in stap .
Na
4 : 33 M
3 : 22.5 M
16 : 92 M
[TEKST AFDR.]
[MULTI] (maximaal 50 foto’s)
●
Instelling
[TEKST
AFDR.]
•
Annuleren → Druk nogmaals
op de knop [DISPLAY].
•
Instellen → Druk op
[MENU/SET].
Selecteer opties en voer
instellingen uit voor elke foto
[OFF]onderdelen
worden niet
afgedrukt
[NAAM]
Selecteer [JA]
(Het scherm varieert, afhankelijk van
de fotoresolutie enzovoort)
•
Wanneer u [ENKEL]hebt geselecteerd
na stap , drukt u op om terug te
keren naar het menuscherm.
•
De fotoresolutie wordt verminderd als de foto
groter is dan 3 M. De foto wordt iets korreliger.
Beeldverhouding
86 VQT2X66VQT2X66 87
Page 45
Gebruik van het menu [AFSPELEN] (vervolg)
Afspeelmodus:
■
Onderdelen die kunnen worden afgedrukt
[OPNAMEDATUM][ZON. TIJD]: Alleen de opnamedatum afdrukken
[NAAM]Namen afdrukken die zijn geregistreerd in [BABY] of [HUISDIER]
[LOCATIE]Bestemmingen afdrukken die zijn geregistreerd in [REISDATUM]
[REISDATUM]Reisdatums afdrukken die zijn geregistreerd in [REISDATUM]
• Onderdelen waarvoor u [OFF] selecteert, worden niet afgedrukt.
■
Tekst die u wilt afdrukken controleren
‘Zoom afspelen’ (→50)
Kan niet worden gebruikt met foto’s die op andere apparatuur zijn gemaakt, foto’s die
●
zijn gemaakt zonder de klok in te stellen, of met films.
Foto’s met een tekstafdruk kunnen niet worden ingesteld op [NW. RS.] of [BIJSNIJD.].
●
Ook kan de tekstafdruk niet worden gewijzigd en kunt u niet afdrukken met [PRINT
INST.] op basis van de datum.
Tekens kunnen op sommige printers worden afgesneden.
●
Gebruik in een winkel of op een printer geen algemene datumafdrukinstellingen
●
bij foto’s met datumafdruk. (De datumafdruk kan overlappen.)
[MET TIJD]: De opnamedatum en –tijd afdrukken
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [AFSPELEN] (→32)
[NW. RS.]
De fotoresolutie kan worden verkleind als u foto’s als e-mailbijlage wilt meesturen, wilt gebruiken op uw website, enzovoort.
(Foto’s die op het kleinste opnamepixelniveau zijn opgenomen, kunnen niet verder worden verkleind.)
Instellen: Druk op [MENU/SET]→ Menu [AFSPELEN] → Selecteer [NW. RS.]
■
[ENKEL]
Selecteer [ENKEL]
Selecteer een foto
■
[MULTI]
Selecteer [MULTI]
Selecteer de resolutie
Huidige
resolutie
Resolutie
na
wijziging
Selecteer [JA]
•
Na bevestiging drukt u op om terug
te keren naar het menuscherm.
Selecteer een foto (maximaal 50 foto’s)
Selecteer de resolutie
Selecteer het aantal pixels na de
resolutiewijziging
Beschrijving
van nieuwe
resolutie:
Druk op
de knop
[DISPLAY]
Aantal pixels voor/na de resolutiewijziging
• Annuleren → Druk nogmaals op de
knop [DISPLAY].
• Instellen → Druk op [MENU/SET].
Instelling
Nw. rs.
Druk op ▲ om [JA] te selecteren
en druk dan op [MENU/SET]
Na het wijzigen van de resolutie is de fotokwaliteit minder.
●
Films en foto’s met een tekstafdruk kunnen niet worden gebruikt. Is mogelijk niet
●
compatibel met foto’s die op andere apparaten zijn gemaakt.
88 VQT2X66VQT2X66 89
Page 46
Gebruik van het menu [AFSPELEN] (vervolg)
Afspeelmodus:
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [AFSPELEN] (→32)
[BIJSNIJD.]
Uw foto’s vergroten en ongewenste gebieden wegsnijden.
Instellen: Druk op [MENU/SET] →
Menu [AFSPELEN] → Selecteer [BIJSNIJD.]
Druk op ◄► om een foto te selecteren en druk dan op [MENU/SET]
Selecteer het gebied dat u wilt wegsnijden
VergrotenWijzigings-positieBijsnijden
Druk op ▲ om [JA] te selecteren en druk dan
op [MENU/SET]
• Na bevestiging drukt u op om terug te keren naar het
menuscherm.
Na het bijsnijden neemt de fotokwaliteit af.
●
Films en foto’s met een tekstafdruk kunnen niet worden gebruikt. Is mogelijk niet
●
compatibel met foto’s die op andere apparaten zijn gemaakt.
[LCD ROTEREN]
Portretfoto’s automatisch draaien.
Instellen: Druk op [MENU/SET] → Menu [AFSPELEN] → Selecteer [LCD ROTEREN]
Selecteer [ON]
[ON][OFF]
[LCD ROTEREN] kunnen niet voor bewegende beelden worden gebruikt.
●
Foto’s die zijn gemaakt met het lensoppervlak recht omhoog of omlaag en foto’s die op
●
andere camera’s zijn gemaakt, worden mogelijk niet gedraaid. Ook worden foto’s die zijn
gemaakt terwijl de camera ondersteboven wordt gehouden, niet automatisch gedraaid.
De beelden kunnen niet worden gedraaid tijdens de multi-weergave en de kalender-weergave.
●
Wordt alleen geroteerd weergegeven op een computer in een Exif-compatibele
●
omgeving (→50) (besturingssysteem, software).
[FAVORIETEN]
Door uw favoriete foto’s met een sterretje ( ) te markeren, kunt u een [DIASHOW] of [FAVORIET
AFSP.] van alleen deze foto’s bekijken. Ook kunt u alle foto’s verwijderen behalve uw favorieten (→51).
Instellen: Druk op [MENU/SET] → Menu [AFSPELEN] → Selecteer [FAVORIETEN]
Selecteer [ON]
Selecteer een foto en maak
de instelling (herhalen)
Sluit het menu
■
Alles verwijderen
Selecteer in stap
Kan niet worden ingesteld in de weergavemodus [FAVORIET AFSP.].
●
Foto’s die met andere apparaten zijn gemaakt, kunt u mogelijk niet als favorieten instellen.
●
Instelling/opheffen kan ook met de bijgeleverde software worden uitgevoerd ‘PHOTOfunSTUDIO’.
●
[ANNUL] en vervolgens [JA].
Wordt weergegeven tijdens de
instelling (niet weergegeven als
deze op [OFF] staat).
•
U kunt maximaal 999 foto’s selecteren.
• Opheffen → Druk opnieuw op ▼.
90 VQT2X66VQT2X66 91
Page 47
Gebruik van het menu [AFSPELEN] (vervolg)
Afspeelmodus:
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [AFSPELEN] (→32)
[PRINT INST.]
U kunt de instellingen voor foto/fotonr./datum afdrukken uitvoeren wanneer u afdrukt met
DPOF-compatibele printers of in DPOF-compatibele fotocentrales. (Vraag bij de fotozaak
of ze DPOF kunnen afdrukken)
Instellen: Druk op [MENU/SET] →
Menu [AFSPELEN] → Selecteer [PRINT INST.]
Selecteer [ENKEL] of [MULTI]
Selecteer een foto
[ENKEL]
●
[MULTI]
●
Stel het aantal foto’s in
(Herhaal stap en bij gebruik van [MULTI] (tot 999 foto’s))
[ENKEL]
●
• Datumafdruk instellen/opheffen: druk op [DISPLAY].
• Na bevestiging drukt u op
■
Alles verwijderen
Selecteer in stap
Controleer wanneer u PictBridge-compatibele printers gebruikt de instellingen op de printer zelf,
●
want deze krijgen mogelijk voorrang boven die van de camera.
Wanneer u in een fotozaak vanuit het ingebouwde geheugen wilt afdrukken, dient u de foto’s eerst
●
naar een kaart te kopiëren (→94) voordat u instellingen verricht.
U kunt geen DPOF PRINT-instellingen definiëren voor niet-DCF-bestanden (→50).
●
Bepaalde DPOF-informatie die is ingesteld met andere apparatuur, kan niet worden gebruikt. Verwijder
●
in dergelijke gevallen alle DPOF-informatie en stel deze vervolgens opnieuw in met deze camera.
U kunt geen datumafdrukinstellingen opgeven voor foto’s waarvoor [TEKST AFDR.] is ingesteld.
●
Deze instellingen worden ook geannuleerd als u later [TEKST AFDR.] instelt.
[ANNUL] en vervolgens [JA].
Datumafdruk
instellen
Aantal
afdrukken
om terug te keren naar het menuscherm.
[MULTI]
●
Datumafdruk
instellen
Aantal
afdrukken
[BEVEILIGEN]
Beveiliging instellen om te voorkomen dat foto’s worden gewist. Voorkomt dat belangrijke
foto’s worden gewist.
Instellen: Druk op [MENU/SET] →
Menu [AFSPELEN] → Selecteer [BEVEILIGEN]
Selecteer [ENKEL] of [MULTI]
Selecteer een foto en maak de instelling
[ENKEL]
●
Foto beveiligd
■
Alles verwijderen
Selecteer in stap
■
Annuleren en alle beveiligingen opheffen
Druk op [MENU/SET].
Kan mogelijk niet worden gebruikt wanneer u andere apparaten gebruikt.
●
Wanneer u formatteert worden zelfs beveiligde bestanden verwijderd.
●
Als het schrijfbeveiligingsschuifje op ‘LOCK’ is ingesteld, kunnen foto’s niet worden
●
verwijderd, zelfs niet als ze niet met de camera-instelling zijn beveiligd.
[ANNUL] en vervolgens [JA].
[MULTI]
●
Foto beveiligd
• Annuleren →
Druk nogmaals op
[MENU/SET].
• Na bevestiging
drukt u op
terug te keren naar
het menuscherm.
om
92 VQT2X66VQT2X66 93
Page 48
Gebruik van het menu [AFSPELEN] (vervolg)
Afspeelmodus:
Gebruik met
computer
Sommige computers kunnen rechtstreeks
de geheugenkaart van de camera lezen.
Zie voor nadere details de handleiding van
uw computer.
[KOPIE]
U kunt foto’s van het ingebouwde geheugen naar de geheugenkaart kopiëren en omgekeerd.
Instellen: Druk op [MENU/SET] → Menu [AFSPELEN] → Selecteer [KOPIE]
Selecteer een kopieermethode (richting)
: alle foto’s van het ingebouwde geheugen naar
de kaart kopiëren (ga naar stap )
: 1 foto tegelijkertijd van de kaart naar het
ingebouwde geheugen kopiëren.
Wanneer u selecteert, drukt u op ◄► om een foto te
selecteren en vervolgens op [MENU/SET]
Selecteer [JA]
• Annuleren → Druk op [MENU/SET]
• Na bevestiging drukt u op om terug te keren naar
het menuscherm.
(Het afgebeelde scherm is een voorbeeld.)
Als de capaciteit van het ingebouwde geheugen onvoldoende is voor het kopiëren, schakelt
●
u de camera uit, verwijdert u de kaart en verwijdert u foto’s uit het ingebouwde geheugen.
Het kopiëren van beeldgegevens vanuit het inwendig geheugen naar een
●
geheugenkaart zal halverwege worden onderbroken als er te weinig ruimte op de kaart
beschikbaar is. Het is aanbevolen gebruik te maken van geheugenkaarten met een
grotere capaciteit dan het inwendige geheugen (ongeveer 40 MB).
Het kopiëren van foto’s kan enkele minuten duren. Schakel de camera niet uit en voer
●
geen andere bewerkingen uit tijdens het kopiëren.
Als er in de doelbestemming identieke namen zijn (map-/bestandsnummers), wordt
●
er voor de gekopieerde foto’s een nieuwe map gemaakt bij het kopiëren van het
ingebouwde geheugen naar een kaart (). Bestanden met een al bestaande naam
worden niet vanaf een kaart naar het ingebouwde geheugen gekopieerd ().
De volgende instellingen worden niet gekopieerd. Stel de instellingen na het kopiëren opnieuw in.
●
[FAVORIETEN], [PRINT INST.], [BEVEILIGEN]
Er kunnen alleen foto’s worden gekopieerd van Panasonic digitale camera’s (LUMIX).
●
Na het kopiëren worden de originele foto’s niet verwijderd. (Foto’s verwijderen (→51)).
●
Foto’s en films kunnen van de camera naar uw computer worden geïmporteerd door deze
op elkaar aan te sluiten.
• Als uw computer geen SDXC-geheugenkaarten ondersteunt, wordt er een bericht
weergegeven waarin u wordt gevraagd de kaart te formatteren. (Formatteer de
kaart niet. Opgenomen foto’s worden dan gewist.) Raadpleeg als de kaart niet wordt
herkend, de volgende klantenservicewebsite.
http://panasonic.net/avc/sdcard/information/SDXC.html
• U kunt geïmporteerde foto’s vervolgens afdrukken of via e-mail versturen met de
software ‘PHOTOfunSTUDIO’ op de cd-rom (bijgeleverd).
Voorbereiding:
• Gebruik een volledig opgeladen batterij of sluit een netadapter aan (optioneel).
• Wanneer u foto’s vanuit het ingebouwde geheugen importeert, dient u eventuele
geheugenkaarten te verwijderen.
Controleer de richting van de aansluiting en
sluit de stekker recht aan.
(Schade aan de vorm van de aansluiting kan
tot storingen leiden.)
Schakel zowel de camera
als de computer in
Sluit de camera aan op de
computer
[TOEGANG] (gegevens
verzenden)
• Ontkoppel nooit de
USB-kabel terwijl
[TOEGANG] wordt
weergegeven.
Schakel als u de
netadapter gebruikt
de camera uit voordat
u deze aansluit of
verwijdert.
Hier vasthouden
(Duw de stekker
volledig in de
aansluiting.)
USB-aansluitkabel
(gebruik altijd de
bijgeleverde kabel)
• Zorg dat u de bijgeleverde USBaansluitkabel gebruikt.
Het gebruik van een andere dan
de bijgeleverde USB-aansluitkabel
kan problemen veroorzaken.
Selecteer op de camera [PC]
Er kan een bericht op het scherm
verschijnen als u [USB MODE] (→39) hebt
ingesteld op [PictBridge (PTP)]. Selecteer
[ANNUL] om het berichtvenster te sluiten
en stel [USB MODE] in op [PC].
Voer de gewenste
handelingen uit met de
computer
■
De verbinding verbreken
Klik op ‘Hardware veilig verwijderen’ in het Windows-systeemvak → Ontkoppel de
USB-kabel → Schakel de camera uit → Ontkoppel de netadapter
94 VQT2X66VQT2X66 95
Page 49
(vervolg)
AfdrukkenGebruik met computer
U kunt foto’s op uw computer opslaan en gebruiken door mappen en bestanden naar
aparte mappen op de computer te slepen.
■
Map- en bestandsnamen op de computer
DCIM (Foto’s/bewegende beelden)
100_PANA (maximaal 999 foto’s/map)
P1000001.JPG
Windows
●
De stations worden
weergegeven in de
map ‘Deze computer’ of
‘Computer’.
Macintosh
●
De stations worden op het
bureaublad weergegeven.
(Weergegeven als
‘LUMIX’, ‘NO_NAME’, of
‘Untitled’.)
∗
In de volgende gevallen worden nieuwe mappen gemaakt:
•
Wanneer er foto’s in mappen worden gezet die bestanden met het nummer 999 bevatten.
• Wanneer er kaarten worden gebruikt die al hetzelfde mapnummer bevatten (ook
foto’s die met andere camera’s zijn genomen enzovoort)
• Het bestand kan mogelijk niet op de camera worden afgespeeld nadat de
bestandsnaam is gewijzigd.
■
Wanneer u Windows XP, Windows Vista, Windows 7 of Mac OS X gebruikt
U kunt de camera zelfs op de computer aansluiten als u [USB MODE] hebt ingesteld op
[PictBridge (PTP)].
• De export van foto’s kan alleen vanaf de camera worden uitgevoerd. (Foto’s
verwijderen is ook mogelijk met Windows Vista en Windows 7.)
• Foto’s kunnen mogelijk niet worden geïmporteerd als er 1000 of meer foto’s op de
kaart staan.
■
Films afspelen op uw computer
Gebruik de ‘QuickTime’ software op de bijgeleverde CD-ROM.
• Als standaard geïnstalleerd op de Macintosh
Leg de filmbeelden vast op uw computer voordat u ze gaat bekijken.
:
P1000999.JPG
101_PANA
:
999_PANA
MISC (DPOF-bestanden
∗
JPG: foto’s
MOV: bewegende
beelden
, Favorieten
)
U kunt de camera rechtstreeks aansluiten op een
PictBridge-compatibele printer om af te drukken.
Voorbereiding:
• Gebruik een volledig opgeladen batterij of
sluit een netadapter aan (optioneel).
• Wanneer u foto’s vanuit het ingebouwde
geheugen afdrukt, dient u eventuele
geheugenkaarten te verwijderen.
• Pas desgewenst de afdrukkwaliteit of andere
instellingen op uw printer aan.
Controleer de richting van de aansluiting en sluit
de stekker recht aan. (Schade aan de vorm van
de aansluiting kan tot storingen leiden.)
• Ontkoppel de USBkabel niet wanneer
het pictogram voor
ontkoppeling van
de kabel
weergegeven (dit
wordt bij sommige
printers niet
weergegeven).
Schakel als u de netadapter gebruikt de camera uit
voordat u deze aansluit of verwijdert.
wordt
Hier vasthouden
(Duw de stekker volledig
in de aansluiting.)
USB-aansluitkabel
(gebruik altijd de
bijgeleverde kabel)
Schakel zowel de camera
als de computer in
Sluit de camera aan op
de printer
•
Zorg dat u de bijgeleverde USBaansluitkabel gebruikt. Het gebruik van
een andere dan de bijgeleverde USBaansluitkabel kan problemen veroorzaken.
Selecteer op de camera
[PictBridge (PTP)]
Als u [VERBINDING MET PC...]
ziet, annuleert u de verbinding en
stelt u [USB MODE] in op [SELECT.
VERBINDING] of [PictBridge (PTP)].
Druk op ◄► om een foto te
selecteren die u wilt afdrukken
en druk dan op [MENU/SET]
Selecteer [PRINT START]
(Instellingen voor afdrukken
(→100))
Gebruik geen andere USB-kabels, alleen de bijgeleverde kabel.
●
Schakel de camera uit voordat u geheugenkaarten plaatst of verwijdert.
●
Wanneer de batterij tijdens de communicatie leeg begint te raken, hoort u een
●
waarschuwingssignaal. Beëindig de gegevensuitwisseling via de computer direct en
laad de batterij op voordat u de camera opnieuw aansluit.
Als u [USB MODE] instelt op [PC], hoeft u deze instelling niet elke keer opnieuw op te
●
geven als u de camera aansluit op de computer.
Raadpleeg de handleiding bij de computer voor meer informatie.
●
■
Afdrukken annuleren
Druk op [MENU/SET]
96 VQT2X66VQT2X66 97
Page 50
Afdrukken (vervolg)
Gebruik geen andere USB-kabels, alleen de bijgeleverde kabel.
●
Ontkoppel de USB-kabel na het afdrukken.
●
Schakel de camera uit voordat u geheugenkaarten plaatst of verwijdert.
●
Als de batterij tijdens de communicatie leeg raakt, hoort u een waarschuwingssignaal.
●
Annuleer het afdrukken en ontkoppel de USB-kabel. (Laad de batterij op voordat u de
camera en de printer weer op elkaar aansluit.)
Als u [USB MODE] instelt op [PictBridge (PTP)], hoeft u deze instelling niet elke keer
●
opnieuw op te geven als u de camera aansluit op de printer.
Meerdere foto’s afdrukken
Selecteer in stap
op de vorige bladzijde
[VEELV. AFDR.]
• [MULTI SELECTEREN] : Beweeg met ▲▼◄► door de foto’s en selecteer foto’s
Druk op [MENU/SET] wanneer de selectie is voltooid.
• [ALLES SELECTEREN] : Alle foto’s afdrukken.
• [PRINT INST.(DPOF)] : Foto’s afdrukken die zijn geselecteerd in [PRINT INST.].
• [FAVORIETEN] : Foto’s afdrukken die zijn geselecteerd als [FAVORIETEN].
Selecteer een optie
(Zie hierna voor meer
informatie)
met [DISPLAY] om deze af te drukken. (Druk opnieuw
op [DISPLAY] om de selectie te annuleren.)
(verscijnt alleen als er [FAVORIETEN] zijn en de optie is
ingesteld op [ON]).
Druk af
(Vorige pagina )
Sommige printers zijn in staat direct af te drukken vanaf de geheugenkaart van de
camera. Zie voor nadere details de gebruiksaanwijzing van uw printer.
Afdrukken met datum en tekst
■
Met [TEKST AFDR.]
U kunt de opnamedatum en de volgende informatie op foto’s afdrukken.
Opnamedatum
●
[NAAM] en [LEEFTIJD] vanuit scènemodi [BABY] en [HUISDIER]
●
Aantal verstreken dagen op basis van [REISDATUM] en bestemming
●
• Voeg geen datumafdruk toe in winkels of met printers waarop [TEKST AFDR.] is
toegepast (tekst zou kunnen overlappen).
■
Datum afdrukken zonder [TEKST AFDR.]
In winkels afdrukken: Alleen de opnamedatum kan worden afgedrukt. Vraag de winkel
●
de datum af te drukken.
• Als u vooraf op de camera [PRINT INST.] instelt, kunt u opgeven hoeveel
exemplaren u wilt afdrukken en of u de datum wilt afdrukken voordat u de kaart in
de winkel afgeeft.
• Controleer of de winkel 16:9 ondersteunt als u foto’s in deze aspectratio
(beeldverhouding) wilt afdrukken.
Via de computer : U kunt via de meegeleverde cd-rom ‘PHOTOfunSTUDIO’
●
Via de printer : U kunt de opnamedatum afdrukken door op de camera
●
afdrukinstellingen voor de opnamedatum en tekstinformatie
opgeven.
[PRINT INST.] in te stellen of door [PRINT MET DAT.] (→100) in
te stellen op [ON] als u de camera aansluit op een printer met
datumafdrukfunctie.
Selecteer [JA] als het bevestigingsscherm voor afdrukken wordt weergegeven.
●
Een oranje ● bij het afdrukken geeft een foutmelding aan.
●
Het afdrukken kan in verschillende fasen plaatsvinden als u verschillende foto’s afdrukt.
●
(Het weergegeven resterende aantal pagina’s kan afwijken van het ingestelde aantal.)
98 VQT2X66VQT2X66 99
Page 51
Afdrukken
Afdrukinstellingen opgeven op de camera
(vervolg) Foto’s op tv bekijken
(Geef de instellingen op voordat u [PRINT START] selecteert.)
Selecteer optieSelecteer instelling
OnderdeelInstellingen
[PRINT MET
DAT.]
[AANTAL
PRINTS]
[PAPIERAFMETING]
[LAY-OUT
PAGINA]
Opties die niet compatibel zijn met de printer, worden mogelijk niet weergegeven.
●
Als u op één afdruk ‘2 foto’s’ of ‘4 foto’s’ wilt afdrukken, stelt u het aantal
●
afdrukken in op 2 of 4.
Stel als u wilt afdrukken op papierformaten/indelingen die niet door deze camera
●
worden ondersteund, de camera in op en voer de instellingen uit op de printer.
(Raadpleeg de handleiding van uw printer.)
[PRINT MET DAT.] en [AANTAL PRINTS] worden niet weergegeven wanneer u de
●
instellingen van [PRINT INST.] hebt geselecteerd.
Zelfs als u de instellingen van [PRINT INST.] volledig hebt ingesteld, worden
●
datums mogelijk niet afgedrukt, afhankelijk van de gebruikte fotozaak of printer.
Als u [PRINT MET DAT.] hebt ingesteld op [ON], controleert u de
●
datumafdrukinstellingen van de printer (printerinstellingen hebben soms voorrang).
[OFF]/[ON]
Hier stelt u het aantal foto’s in (maximaal 999 foto’s)
U kunt foto’s en films op een tv bekijken door
de camera met de AV-kabel (bijgeleverd) op
een tv aan te sluiten.
Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van
●
de tv.
Voorbereiding:
• Voer de instelling [TV-ASPECT] uit.
• Schakel de camera en de tv uit.
Sluit de camera aan op de
tv
Zet de tv aan
Zet de tv op de ingang aux.
●
Zet de camera aan
Druk op de afspeelknop
Controleer de richting van de aansluiting en
sluit de stekker recht aan. (Schade aan de
vorm van de aansluiting kan tot storingen
leiden.)
Geel: naar videoaansluiting
AV-kabel
(gebruik altijd de
bijgeleverde kabel)
■
Gebruik van een tv met een SD-kaartsleuf
Plaats de SD-geheugenkaart in de SD-kaartsleuf
• De beelden kunnen alleen weergegeven worden.
• Wanneer u zowel SDHC- als SDXC-geheugenkaarten gebruikt, dient u elk type kaart
af te spelen op apparatuur die compatibel is met het specifieke formaat.
Gebruik geen andere AV-kabels, alleen de bijgeleverde kabel.
●
U kunt foto’s bekijken op tv’s in andere landen (regio’s) waar het systeem NTSC of PAL
●
wordt gebruikt, wanneer u [VIDEO UIT] in het menu [SET-UP] instelt.
De instelling [LCD MODE] kan niet op de tv worden gebruikt.
●
Op sommige televisies worden de randen van de foto afgesneden of worden de foto’s
●
niet op volledig scherm weergegeven.
Naar de verticale stand gedraaide foto’s kunnen enigszins onscherp zijn.
●
Als de beeldverhoudingen onjuist zijn of de bovenkant en onderkant van de foto worden
●
afgesneden op breedbeeld- of HD-televisies, verandert u de instellingen voor de
schermmodus op de tv.
Wit: naar de audio-aansluiting
100 VQT2X66VQT2X66 101
Page 52
Lijst met symbolen op het lcd-schermen
Tijdens het opnemenBij het afspelen
Druk op de knop [DISPLAY] om een andere weergave te kiezen (→19, 52).
De schermen die hier worden weergegeven, zijn slechts voorbeelden. De werkelijke
weergave kan variëren.
102 VQT2X66VQT2X66 103
Page 53
Weergave berichten
Betekenis van en vereiste reacties op belangrijke berichten die op het lcd-scherm
worden weergegeven.
[DEZE GEHEUGENKAART KAN NIET WORDEN GEBRUIKT.]
Er is een MultiMediaCard geplaatst.
●
→ Niet compatibel met de camera. Gebruik een compatibele kaart.
[GEHEUGENKAART TEGEN SCHRIJVEN BEVEILIGD]
Ontgrendel het schrijfbeveiligingsschuifje op de kaart. (→28)
●
[GEEN JUISTE FOTO OM WEER TE GEVEN]
Maak foto’s of plaats een andere kaart die al foto’s bevat in de camera.
●
[DEZE FOTO IS BEVEILIGD]
Hef de beveiliging op voordat u de foto’s verwijdert enzovoort (→93)
●
[SOMMIGE FOTO’S KUNNEN NIET GEWIST WORDEN] [DEZE FOTO KAN NIET
GEWIST WORDEN]
Niet-DCF-foto’s (→50) kunnen niet worden verwijderd.
●
→ Sla de benodigde gegevens op een computer of ander apparaat op en wis de kaart vervolgens
door [FORMATEREN] op de camera uit te voeren. (→40)
[ER KUNNEN GEEN ADDITIONELE SELECTIES GEMAAKT WORDEN]
Het aantal foto’s dat in één keer kan worden verwijderd, is overschreden.
●
Er zijn meer dan 999 foto’s als [FAVORIETEN] ingesteld.
●
Het aantal foto’s waarop [TEKST AFDR.] of [NW. RS.] (meerdere instellingen) tegelijk kan worden
●
toegepast, is overschreden.
[KAN OP DEZE FOTO NIET INGESTELD WORDEN]
Foto’s die niet aan de DCF-normen voldoen, kunnen niet worden gebruikt voor [PRINT INST. en
●
[TEKST AFDR.].
[AUB CAMERA UIT- EN INSCHAKELEN] [SYSTEEMFOUT]
De lens werkt niet goed.
●
→ Schakel de camera weer in.
(Neem contact op met het verkooppunt als het scherm opnieuw verschijnt)
[DIV. FOTO’S KUNNEN NIET GEKOP. WORDEN] [KOPIE KAN NIET VOLTOOID WORDEN]
In de volgende gevallen kunnen foto’s niet worden gekopieerd:
●
→ Er bestaat al een foto met deze naam in het ingebouwde geheugen (bij het kopiëren van
bestanden van de kaart).
→ Bestand is geen DCF-indeling.
→ Foto is op een andere camera gemaakt of bewerkt.
[NIET VOLDOENDE RUIMTE INTERN GEHEUGEN] [NIET VOLDOENDE GEHEUGEN OP DE KAART]
Er is geen ruimte meer in het ingebouwde geheugen of op de geheugenkaart. Wanneer u beelden
●
kopieert van het ingebouwde geheugen naar de geheugenkaart (groepsgewijze kopiëren), zullen de
beelden worden gekopieerd totdat de geheugenkaart geheel vol is.
[FOUT INT. GEHEUGEN] [FOTM. INT. GEH. ?]
Wordt weergegeven bij het formatteren van het ingebouwde geheugen via de computer enzovoort.
●
→ Formatteer rechtstreeks opnieuw met de camera. De gegevens zullen worden gewist.
[STORING GEHEUGENKAART] [KAART FORMATEREN ?]
De kaartindeling kan niet in deze camera worden gebruikt.
●
→ Sla de benodigde gegevens op een computer of ander apparaat op en voer dan
Wanneer u kaarten met een capaciteit van 4 GB of meer gebruikt, worden alleen SDHC- of SDXC-
●
geheugenkaarten ondersteund.
[LEESFOUT]/[SCHRIJFFOUT] [CONTROLEER DE GEHEUGENKAART]
Gegevens kunnen niet worden gelezen.
●
→ Controleer of de kaart op de juiste manier in de camera is geplaatst (→26).
Gegevens kunnen niet worden geschreven.
●
→ Zet het apparaat uit en verwijder de kaart. Plaats de kaart vervolgens weer terug en zet het
apparaat weer aan.
Kaart is mogelijk beschadigd.
●
Probeer het met een andere kaart.
●
104 VQT2X66VQT2X66 105
Page 54
Vraag en antwoord
Storingen verhelpenWeergave berichten (vervolg)
[OPNAME BEW. BEELDEN GEANN. SCHRIJFSNELHEID KAART TE BEPERKT]
Gebruik wanneer u een film opneemt een kaart met een SD-snelheidsklasse∗ van ‘klasse 6’ of
●
hoger.
∗ Met SD-snelheidsklasse wordt een specificatie voor constante schrijfsnelheden bedoeld.
Als het opnemen wordt gestopt, zelfs als u een kaart gebruikt met een snelheid van ‘klasse 6’ of
●
hoger, is de gegevensschrijfsnelheid laag. U kunt het beste een back-up van de gegevens op de
geheugenkaart maken en de kaart opnieuw formatteren. (→40)
Het opnemen van bewegend beeld kan op sommige kaarten niet automatisch worden beëindigd.
●
[CREËREN VAN EEN MAP NIET MOGELIJK]
Gebruikt aantal mapnummers heeft 999 bereikt.
●
→ Sla de benodigde gegevens op een computer of ander apparaat op en voer dan
[FORMATEREN] uit op de camera. (→40)
[BEELD WORDT WEERGEGEVEN VOOR 16:9 TV] [BEELD WORDT WEERGEGEVEN VOOR 4:3 TV]
AV-kabel is op de camera aangesloten.
●
→ Bericht direct verwijderen → Druk op [MENU/SET].
→ Aspectratio wijzigen → Wijzig [TV-ASPECT] (→40).
USB-kabel is alleen op de camera aangesloten.
●
→ Het bericht verdwijnt wanneer de kabel ook op een ander apparaat wordt aangesloten.
[DEZE BATTERIJ KAN NIET GEBRUIKT WORDEN]
Gebruik een echte Panasonic batterij.
●
De batterij wordt niet herkend, vanwege vuil op de aansluitingen.
●
→ Maak de batterijaansluitingen schoon.
[ACCU IS LEEG]
De batterijspanning is te gering.
●
→ Laad de batterij voor gebruik op. (→23)
[BATTERIJKLEP IS OPEN]
[VERWIJDER ZAND, HAREN EN DERGELIJKE UIT HET BATTERIJ COMPARTIMENT]
Het klepje voor kaart/batterij is open. De camera kan niet worden bediend wanneer het klepje voor
●
kaart/batterij open is.
Sluit het klepje goed en controleer of er geen verontreinigingen tussen zitten.
●
Controleer eerst de volgende onderdelen (→107 - 113).
Als het probleem zich blijft voordoen, kan het worden opgelost door [RESETTEN] uit te
voeren in het menu [SET-UP].
(Behalve enkele items zoals [KLOKINST.], worden alle instellingen teruggezet op de
waarden van het moment van aanschaf van de camera.) (→39)
Batterij, spanning
De camera werkt niet, ook niet als deze is ingeschakeld.
De batterij is niet goed geplaatst (→26) of moet worden opgeladen.
●
De camera wordt tijdens gebruik uitgeschakeld.
De batterij moet worden opgeladen.
●
De camera is ingesteld op [AUTOM. UIT]. (→38)
●
→ Druk op de aan/uit-knop om de camera weer in te schakelen.
Opnemen
Er kunnen geen foto’s worden gemaakt.
De camera staat in de afspeelmodus.
●
→ Druk op de afspeelknop om naar de opnamemodus te gaan.
Kaart/ingebouwd geheugen is vol. → Maak ruimte vrij door ongewenste foto’s te verwijderen (→51).
●
Opnemen op een kaart is niet mogelijk.
Gebruik geen kaarten die geformatteerd zijn met andere apparatuur.
●
→ Formatteer uw kaarten met deze camera. (→40)
Zie voor meer informatie over compatibele kaarten (→28)
●
De opnamecapaciteit is gering.
De batterij moet worden opgeladen.
●
→ Gebruik een volledig opgeladen batterij (bij aanschaf niet opgeladen). (→23)
→ Als u de camera ingeschakeld laat, loopt de batterij leeg. Zet de camera regelmatig uit met
[AUTOM. UIT] (→38) enzovoort.
Controleer de opnamecapaciteit van de kaarten en het ingebouwde geheugen. (→118)
●
Opgenomen foto’s zien er wit uit.
De lens is vuil (vingerafdrukken enzovoort).
●
→ Reinig het lensoppervlak met een zachte, droge doek.
De lens is beslagen (→7).
●
→Probeer in geval van condens de volgende dingen:
- Schakel de camera uit en laat deze ongeveer 2 uur in de ruimte staan bij een constante
omgevingstemperatuur. De condens zal vanzelf verdwijnen wanneer de temperatuur van de
camera in de buurt van de omgevingstemperatuur komt.
- Als de condens niet verdwijnt, kan het helpen om het klepje voor kaart/batterij of het
aansluitingenklepje ongeveer 2 uur open te zetten. Vermijd hierbij plaatsen met een hoge
temperatuur en vochtigheid. (Open of sluit de camera niet in de buurt van water)
→ Leg wanneer u naar een plaats gaat met een andere temperatuur of vochtigheid, de camera in
een plastic zak en laat deze zich aan de omstandigheden aanpassen voordat u deze gebruikt.
Opgenomen foto’s zijn te licht/te donker.
Foto’s die in donkere ruimten zijn gemaakt, of van heldere onderwerpen (sneeuw, heldere
●
omgeving enzovoort) nemen het grootste deel van het scherm in beslag. (De helderheid van
het lcd-scherm kan anders zijn dan van de werkelijke foto)
→ Pas de belichting aan (→58).
106 VQT2X66VQT2X66 107
Page 55
Vraag en antwoord
Storingen verhelpen(vervolg)
Opnemen (vervolg)
Er worden 2-3 foto’s gemaakt terwijl ik maar één keer op de ontspanknop druk.
De camera is ingesteld voor gebruik van de scènemodus [BURSTFUNCTIE] (→77) of [HI-SPEED
●
BURST] (→64) of [FLITS-BURST] (→65).
Er is niet goed scherpgesteld.
Er is niet ingesteld op de modus die geschikt is voor de afstand tot het onderwerp.
●
(Scherpstelgebied varieert, afhankelijk van de opnamemodus.)
Onderwerp valt buiten scherpstelgebied.
●
Veroorzaakt door trillingen of beweging van het onderwerp (→74, 78).
●
Opgenomen foto’s zijn onscherp. Optische beeldstabilisatie werkt niet goed.
De sluitertijd is langer in donkere locaties en de optimale beeldstabilisatie is daar minder effectief.
●
→ Houd de camera stevig met beide handen vast en houd de armen strak langs uw lichaam.
→ Stel [DIG. ZOOM] in op [OFF] en [GEVOELIGHEID] in op [
Gemaakte foto’s zien er korrelig uit of er is sprake van interferentie.
De ISO-gevoeligheid is hoog of er is een lange sluitertijd.
●
(De standaardinstelling voor [GEVOELIGHEID] is [
optreden.)
→ Verlaag de [GEVOELIGHEID] (→74).
→ Zet de [KLEURFUNCTIE] op [NATURAL] (→78)
→ Maak foto’s op locaties met meer licht.
De camera is ingesteld op de scènemodi [H. GEVOELIGH.] of [HI-SPEED BURST].
●
(Foto wordt iets korreliger vanwege de hoge gevoeligheid)
De beelden zijn te donker, met fletse kleuren.
Kleuren kunnen soms onnatuurlijk overkomen vanwege de lichtbron.
●
→ Gebruik de [WITBALANS] instelling om de kleuren te corrigeren. (→75)
De helderheid of kleuren van de opname zijn niet levensecht.
Voor opnamen bij tl-licht is soms een kortere sluitertijd nodig. Dit kan leiden tot kleine wijzigingen in
●
helderheid of kleuren, maar dat is normaal.
Er kunnen rode balken op het lcd-scherm verschijnen of een deel van
het scherm kan een roodachtige tint hebben tijdens het opnemen of het
half indrukken van de ontspanknop.
Dit is een kenmerk van CCD en kan zich voordoen als het onderwerp heldere
●
gebieden bevat. Rond deze gebieden kan onscherpte ontstaan, maar dit is
geen storing. Dit wordt opgenomen bij bewegende beelden, maar niet op foto’s.
We raden u aan bij het maken van foto’s het scherm weg te houden van felle
●
lichtbronnen, zoals zonlicht.
Opname bewegend beeld stopt halverwege.
Bij sommige kaarten kan het toegangsscherm kort verschijnen na het opnemen en kan het
●
opnemen halverwege stoppen.
Gebruik wanneer u een film opneemt een kaart met een SD-snelheidsklasse∗ van ‘klasse 6’ of
●
hoger.
∗ Met SD-snelheidsklasse wordt een specificatie voor constante schrijfsnelheden bedoeld.
Als het opnemen wordt gestopt, zelfs als u een kaart gebruikt met een snelheid van ‘klasse 6’ of
●
hoger, is de gegevensschrijfsnelheid laag. U kunt het beste een back-up van de gegevens op de
geheugenkaart maken en de kaart opnieuw formatteren. (→40)
] – bij binnenopnamen kan interferentie
]. (→49, 74)
LCD-scherm
Het lcd-scherm wordt gedimd tijdens de opname van bewegende beelden.
Het lcd-scherm kan worden gedimd als u gedurende langere tijd bewegende beelden opneemt.
●
Het lcd-scherm wordt soms uitgeschakeld, zelfs als de stroom is ingeschakeld.
Na het opnemen wordt de monitor uitgeschakeld totdat de volgende foto kan worden genomen.
●
(Ongeveer 6 seconden (max.) bij opnemen in het ingebouwde geheugen)
De helderheid is instabiel.
De diafragmawaarde wordt ingesteld als de ontspanknop half is ingedrukt.
●
(Is niet van invloed op gemaakte foto.)
Het scherm knippert binnenshuis.
Het scherm kan knipperen nadat het is ingeschakeld (voorkomt beïnvloeding door tl-verlichting).
●
Het scherm is te licht/te donker.
De camera is ingesteld op [LCD MODE] (→37).
●
Er verschijnen zwarte/blauwe/rode/groene punten of interferentie. Scherm ziet er
vervormd uit als het wordt aangeraakt.
Dit is geen storing. U ziet dit niet terug op de foto’s, dus u hoeft zich hierover geen zorgen te maken.
●
Datum/leeftijd wordt niet weergegeven.
Huidige datum, verstreken reisdagen (→71) en namen en leeftijden in de scènemodi [BABY]
●
en [HUISDIER] (→63) worden slechts ongeveer 5 seconden weergegeven wanneer de camera
wordt ingeschakeld, nadat deze instellingen zijn gekozen of nadat van de afspeelmodus naar de
opnamemodus is geschakeld enzovoort. Ze kunnen niet altijd worden weergegeven.
Flitser
Geen flits.
De flitser is ingesteld op [GEDWONGEN UIT] (→54).
●
Wanneer de flitser is ingesteld op [AUTO] , wordt niet in alle situaties geflitst.
●
De flitser wordt uitgeschakeld in de scènemodi [LANDSCHAP], [NACHTL. SCHAP],
●
[ZONSONDERG.], [HI-SPEED BURST], [VUURWERK], [STERRENHEMEL] en [LUCHTFOTO] en
wanneer [BURSTFUNCTIE] wordt gebruikt.
Tijdens het filmen van bewegende beelden werkt de flitser niet.
●
Er wordt meermalen geflitst.
De rode-ogen reductie is ingeschakeld (→54). (Er wordt tweemaal geflitst, om het rode-ogen effect te vermijden.)
●
De scènefunctie staat ingesteld op [FLITS-BURST].
●
Afspelen
Foto’s zijn geroteerd.
[LCD ROTEREN] is ingesteld op [ON].
●
(Foto’s worden automatisch van staand naar liggend geroteerd. Sommige foto’s die staand of
ondersteboven worden gemaakt, kunnen als staand worden geïnterpreteerd.)
→ Stel [LCD ROTEREN] in op [OFF]. (→91)
Kan geen foto’s bekijken
Druk op de afspeelknop.
●
Geen foto’s in ingebouwd geheugen of op de kaart (als de kaart is geplaatst worden foto’s van de
●
kaart afgespeeld, anders uit het ingebouwde geheugen).
De camera is ingesteld op [CATEGOR. AFSP.] of [FAVORIET AFSP.].
●
→ Stel de weergavemodus in op [NORMAAL AFSP.] (→83).
108 VQT2X66VQT2X66 109
Page 56
Vraag en antwoord
Storingen verhelpen(vervolg)
Afspelen (vervolg)
Map-/bestandsnummer weergegeven als [-]. Foto is zwart.
Foto bewerkt op computer of gemaakt op ander apparaat.
●
Batterij direct verwijderd na het maken van de foto, of foto gemaakt met bijna lege batterij.
●
→ Gebruik [FORMATEREN] om de foto te verwijderen (→40).
Onjuiste datum weergegeven bij afspelen kalender.
Foto bewerkt op computer of gemaakt op ander apparaat.
●
[KLOKINST.] is onjuist (→30).
●
(Onjuiste datum wordt weergegeven bij het afspelen van de kalender of als foto’s naar de computer
en dan terug naar de camera zijn gekopieerd, als de datum van de computer verschilt van die van
de camera.)
Op de foto zijn witte ronde vlekken te zien die lijken op zeepbellen.
Als u binnenshuis of in een donkere omgeving flitst, kunnen er witte ronde vlekken
●
op de foto verschijnen. Dit is de weerkaatsing van het flitslicht op stofdeeltjes in de
lucht. Dit is normaal. Kenmerkend hiervoor is het feit dat het aantal ronde vlekken en
hun positie in elke foto anders zijn.
[WEERGAVE THUMBNAIL] verschijnt op het scherm.
De foto’s zijn mogelijk met een ander apparaat opgenomen. Zo ja, dan worden ze mogelijk met een
●
slechte beeldkwaliteit weergegeven.
Rode gedeelten van gemaakte foto’s worden zwart.
Wanneer de digitale rode-ogenreductie (, , ) is ingeschakeld en er een onderwerp is
●
gefotografeerd met huidkleurige gebieden met daarbinnen rode gebieden, kan de digitale rode-
ogenreductiefunctie de rode gebieden zwart maken.
→ U kunt de flitsmodus dan het beste op
[OFF] zetten voordat u gaat fotograferen.
Het geluid van de camera is samen met de bewegende beelden opgenomen.
Mogelijk is het camerageluid opgenomen, zoals de automatische aanpassing van het diafragma
●
tijdens de opname van bewegende beelden. Dit is normaal.
Films die op deze camera zijn opgenomen, kunnen niet op andere apparatuur worden
afgespeeld.
Films (Motion JPEG) die met deze camera zijn opgenomen, kunnen niet op digitale camera’s van
●
andere merken worden afgespeeld. Ook kunnen films die met deze camera zijn opgenomen, niet
worden afgespeeld op Panasonic LUMIX digitale camera’s die vóór juli 2008 zijn verkocht. (Films
die zijn opgenomen met LUMIX digitale camera’s die vóór deze datum zijn opgenomen, kunnen
echter wel op deze camera worden afgespeeld.)
, of zetten, of [RODE-OGEN CORR] op
Tv, computer, printer
Geen beeld op de tv. Onscherp beeld of beeld niet in kleur.
Niet correct aangesloten. (→101)
●
De ingang van de tv is niet op AUX gezet.
●
De tv ondersteunt het gebruikte type kaart niet.
●
Controleer de instelling [VIDEO UIT] (NTSC/PAL) op de camera. (→39)
●
Weergave tv-scherm wijkt af van lcd-scherm.
Aspectratio (beeldverhouding) is mogelijk onjuist en op bepaalde tv’s worden de randen van foto’s
●
afgesneden.
Bewegende beelden kunnen niet op tv worden afgespeeld.
Kaart is in tv geplaatst.
●
→ Sluit de camera met de AV-kabel (bijgeleverd) op de tv aan en schakel dan de afspeelmodus in
op de camera. (→101)
Beeld wordt niet op volledig tv-scherm weergegeven.
Controleer de instelling [TV-ASPECT] (→40).
●
Kan foto’s niet naar de computer sturen.
Niet goed aangesloten (→95).
●
Controleer of de computer de camera heeft herkend.
●
Stel [USB MODE] in op [PC] (→39).
●
Computer herkent de kaart niet (leest alleen het ingebouwde geheugen).
Ontkoppel de USB-kabel en sluit deze weer aan met de kaart in de camera.
●
Ik wil foto’s die op de computer zijn opgeslagen, op mijn camera afspelen.
Gebruik het bijgeleverde ‘PHOTOfunSTUDIO’ om foto’s van de computer naar de camera te
●
kopiëren.
Kan niet afdrukken als de camera op de printer is aangesloten.
Printer niet compatibel met PictBridge.
●
Stel [USB MODE] in op [PictBridge (PTP)] (→39).
●
Het afdrukken van de datum lukt niet.
Maak de vereiste afdrukinstellingen voordat u gaat afdrukken.
●
→ In de winkel: Maak de nodige instellingen onder [PRINT INST.] (→92) en vraag dan in de winkel
om afdrukken ‘met datum’.
→ Met een printer: Maak de nodige instellingen onder [PRINT INST.], en gebruik dan een printer die
geschikt is voor het afdrukken van de datum.
→ Met de bijgeleverde software: Kies ‘met datum’ bij de afdruk-instellingen.
Gebruik de [TEKST AFDR.] voordat u gaat afdrukken (→87).
●
Randen van foto’s afgesneden bij het afdrukken.
Hef instellingen voor bijsnijden of afdrukken zonder randen op de printer op voordat u gaat
●
afdrukken.
(Raadpleeg de handleiding van uw printer.)
De foto’s zijn gemaakt in de beeldverhouding .
●
→ Controleer als u de foto’s in een fotozaak laat afdrukken of formaten van 16:9 kunnen worden
afgedrukt.
110 VQT2X66VQT2X66 111
Page 57
Vraag en antwoord
Storingen verhelpen(vervolg)
Diversen
[VOORZORGSMAATR.] wordt elke keer weergegeven als de camera wordt ingeschakeld.
Als de voorzorgsmaatregelen voor waterbestendigheid na aanschaf van de camera niet helemaal
●
worden doorgelezen, worden ze elke keer weergegeven als de camera wordt ingeschakeld. Als er
op het laatste scherm (11/11) op [MENU/SET] wordt gedrukt, worden de voorzorgsmaatregelen niet
meer weergegeven als u de camera de volgende keer weer inschakelt. (→9)
Menu niet weergegeven in gewenste taal.
Verander de instelling van [TAAL] (→41).
●
Camera rammelt als deze wordt geschud.
Dit geluid wordt veroorzaakt door beweging van de lens en is geen storing.
●
Kan [AUTO REVIEW] niet instellen.
Niet beschikbaar wanneer [BURSTFUNCTIE] wordt gebruikt of in de scènemodi [ZELFPORTRET],
●
[HI-SPEED BURST] of [FLITS-BURST].
Rode lampje gaat branden wanneer u de ontspanknop half indrukt op donkere locaties.
[AF ASS. LAMP] ingesteld op [ON] (→79).
●
AF-ass. lamp gaat niet branden.
[AF ASS. LAMP] ingesteld op [OFF].
●
Brandt niet op locaties met veel licht of bij gebruik van de scènemodi [LANDSCHAP], [NACHTL.
●
SCHAP], [ZELFPORTRET], [VUURWERK], [LUCHTFOTO] of [ZONSONDERG.].
De camera is heet.
De camera kan bij gebruik een beetje warm worden, maar dit is niet van invloed op de prestaties of
●
de kwaliteit.
De lens maakt een klikkend geluid.
Wanneer de helderheid verandert, maakt de lens soms een klikkend geluid en kan de helderheid
●
van het scherm ook veranderen, maar dit is het gevolg van de uitgevoerde diafragma-instellingen.
(Is niet van invloed op de foto.)
De klok staat niet goed.
De camera is lange tijd niet gebruikt.
●
→ Stel de klok opnieuw in (→30).
Het duurde lang om de klok in te stellen (de klok loopt nu dus achter).
●
Als u zoom gebruikt, raakt de foto iets vervormd en worden de randen van het
onderwerp gekleurd.
Afhankelijk van de zoominstelling zijn foto’s wellicht iets vervormd of gekleurd aan de randen, maar
●
dit is normaal.
Bestandsnummers worden niet op volgorde opgenomen.
Bestandsnummers worden opnieuw ingesteld wanneer er nieuwe mappen worden gemaakt (→96).
●
Bestandsnummers lopen achteruit.
De batterij is verwijderd/geplaatst terwijl de camera aan was.
●
(Nummers kunnen achteruit lopen als de bestands-/mapnummers niet goed worden opgenomen.)
Diversen (vervolg)
De kaart wordt niet herkend door de computer.
(U gebruikt een SDXC-geheugenkaart.)
Controleer of uw computer geschikt is voor SDXC-geheugenkaarten.
●
http://panasonic.net/avc/sdcard/information/SDXC.html
Wanneer u een kaart plaatst, verschijnt er een bericht dat u verzoekt om de kaart te formatteren,
●
maar formatteert u de kaart nu niet.
Als er [TOEGANG] zichtbaar blijft op het lcd-scherm, schakelt u de camera uit en maakt u de USB-
●
kabel los.
Het klepje voor kaart/batterij of het aansluitingenklepje gaat niet dicht.
Zitten er verontreinigingen tussen?
●
→ Verwijder de verontreinigingen.
Sluit het klepje niet terwijl de [LOCK]-schakelaar in de dichte stand staat. U kunt dan schade
●
veroorzaken of er kan water in de camera komen.
→ Ontgrendel de schakelaar.
Een onderdeel van de camera, zoals de zoomknop, het klepje voor kaart/batterij of het
aansluitingenklepje beweegt niet.
Wanneer u de camera in een koude omgeving gebruikt, zoals in een wintersportplaats, kunnen
●
waterdruppels of sneeuwvlokken die op de camera zitten, in de openingen rond de zoomknop of
de aan/uit-knop vallen en vastvriezen, zodat dit cameraonderdeel niet meer beweegt. Dit is geen
storing. U kunt het onderdeel weer gebruiken wanneer de temperatuur weer normaal wordt.
Wanneer u de camera op een locatie met veel zand of stof gebruikt, kunnen er verontreinigingen
●
in de openingen rond de zoomknop of de aan/uit-knop komen, zodat de camera niet kan worden
gebruikt. Verwijder de verontreinigingen met het bijgeleverde borsteltje of spoel ze van de camera
in zoet water.
112 VQT2X66VQT2X66 113
Page 58
Waarschuwingen en opmerkingen tijdens gebruik
De water-, stof- en schokbestendigheidsprestaties
De water-/stofbestendigheidsprestaties voldoen aan IP68. Hierbij zijn maximaal
●
60 minuten opnamen mogelijk bij een diepte van 3 m.
1
∗
Dit betekent dat de camera de opgegeven tijd onder de opgegeven druk onder water kan worden
gebruikt, in overeenstemming met de onderhoudsmethode die door Panasonic wordt beschreven.
Dit is geen garantie dat er onder geen enkele omstandigheden defecten of storingen zullen
voorkomen of dat de camera altijd volledig waterbestendig is.
De bijgeleverde accessoires zijn niet waterbestendig (behalve het polsbandje en het
●
siliconen hoesje).
De camera voldoet aan ‘MIL-STD 810F (Method 516.5-Shock)’en heeft een valtest van
●
een hoogte van 1,5 m op 3 cm dik multiplex doorstaan.
2
∗
Dit is geen garantie dat er onder geen enkele omstandigheden defecten of storingen zullen
plaatsvinden of dat de camera altijd volledig waterbestendig is.
De waterbestendigheidsprestaties zijn niet gegarandeerd als de camera een klap heeft gehad of is gevallen.
Als de camera een klap heeft gehad of is gevallen, verdient het aanbeveling contact op te nemen
●
met de dichtstbijzijnde onderhoudsdienst of het dichtstbijzijnde reparatie-informatiecentrum om
de camera te laten inspecteren (tegen betaling) op de waterbestendigheidsprestaties.
Wanneer u de camera gebruikt in een omgeving waarin deze aan spattende
●
vloeistoffen wordt blootgesteld, zoals heet bronwater, olie of alcohol, kunnen de water-/
stof- of schokbestendigheidsprestaties verslechteren.
Een storing die wordt veroorzaakt doordat de klant verkeerd omgaat met de camera,
●
bijvoorbeeld wanneer er water in de camera komt, valt niet onder de garantie.
1
∗
2
∗
Lees voor meer informatie ‘(Belangrijk) De water-, stof- en
schokbestendigheidsprestaties van de camera’. (→8)
Gebruik in een koude omgeving of bij lage temperaturen
U kunt verwondingen oplopen als u de metalen onderdelen van de camera lange
●
tijd rechtstreeks aanraakt in een koude omgeving (zoals in wintersportplaatsen
waar de temperatuur lager is dan 0 °C). Draag handschoenen of andere
bescherming wanneer u de camera lange tijd gebruikt.
De prestaties van de batterij (aantal te maken foto’s/opnameduur) kunnen tijdelijk
●
verslechteren wanneer de camera wordt gebruikt in een temperatuur tussen -10 °C en
0 °C (in koude omgevingen zoals wintersportplaatsen).
De batterij kan niet worden opgeladen wanneer de temperatuur lager is dan 0 °C. (Het
●
oplaadlampje knippert wanneer de batterij niet kan worden opgeladen.)
Wanneer de camera koud is, wanneer deze bijvoorbeeld in een koude omgeving wordt
●
gebruikt, kunnen de prestaties van het lcd-scherm tijdelijk verslechteren direct nadat de
camera is ingeschakeld. Het lcd-scherm kan bijvoorbeeld iets donkerder zijn dan normaal,
of er kunnen nabeelden verschijnen. Houd de camera warm wanneer u deze in een koude
omgeving gebruikt. De prestaties worden weer normaal als de interne temperatuur stijgt.
Wanneer u de camera gebruikt in een koude omgeving zoals een wintersportplaats, kunnen
●
sneeuw of waterdruppels in de openingen rond de zoomknop, de aan/uit-knop, de luidspreker of
de microfoon komen en bevriezen, wat leidt tot de volgende verschijnselen. Dit is geen storing.
• Cameraonderdelen bewegen niet gemakkelijk.
• Het geluidsvolume loopt terug.
• Het klepje voor kaart/batterij of het aansluitingenklepje gaat niet gemakkelijk open.
Gebruik in een koude omgeving of bij lage temperaturen (vervolg)
Wanneer u de camera in een koude omgeving gebruikt, houdt u de camera warm door
●
deze op een warme locatie te leggen, zoals in uw thermische uitrusting of kleding.
Tijdens gebruik
De camera kan warm worden als deze lange tijd wordt gebruikt, maar dit is geen storing.
●
U voorkomt trillingen door een statief te gebruiken en dit op een stabiele locatie neer te zetten.
●
(Vooral wanneer u telescopische zoom, langere sluitertijden of de zelfontspanner gebruikt)
Houd de camera zo ver mogelijk uit de buurt van elektromagnetische apparatuur
●
(zoals magnetrons, tv’s, videospellen enzovoort).
• Wanneer u de camera boven op of bij een tv gebruikt, kunnen de beelden en het
geluid op de camera vervormd raken door elektromagnetische straling.
• Gebruik de camera niet in de buurt van mobiele telefoons, want dit kan tot ruis leiden
die stoort op de foto’s en het geluid.
•
Opgenomen gegevens kunnen beschadigd raken, of foto’s kunnen vervormd raken, door
sterke magnetische velden die door luidsprekers of grote motoren worden veroorzaakt.
• Elektromagnetische straling die door microprocessoren wordt gegenereerd, kan een
negatief effect hebben op de camera en tot storingen in de foto’s en het geluid leiden.
•
Wanneer de camera negatief wordt beïnvloed door elektromagnetische apparatuur en niet goed meer
functioneert, schakelt u de camera uit en verwijdert u de batterij of ontkoppelt u de netadapter (optioneel).
Plaats vervolgens de batterij weer in de camera of sluit de netadapter weer aan en zet de camera aan.
Gebruik de camera niet bij radiozenders of hoogspanningslijnen.
• Wanneer u opneemt in de buurt van radiozenders of hoogspanningslijnen, heeft dit
een negatief effect op de opgenomen foto’s en het geluid.
Verleng het meegeleverde snoer en de meegeleverde kabel niet.
●
Laat de camera niet in aanraking komen met pesticiden of vluchtige stoffen (hierdoor
●
kan het oppervlak beschadigd raken of de coating gaan bladderen).
Laat de camera en de batterij nooit achter in een auto die in de zon staat en leg het toestel ook niet op de motorkap.
●
De camera kan door oververhitting defect raken en de batterij kan gaan lekken of
openbarsten, met kans op schade en brandgevaar.
Deze camera werkt correct bij -10 °C. Raadpleeg het vorige punt ‘Gebruik in koude
●
omgevingen of bij lage temperaturen' voor details.
114 VQT2X66VQT2X66 115
Page 59
Waarschuwingen en opmerkingen tijdens gebruik
(vervolg)
Onderhoud van uw camera
Als u uw camera wilt schoonmaken, verwijdert u de batterij of haalt u de stekker uit het
stopcontact en veegt u de camera met een zachte, droge doek af.
Verwijder hardnekkige vlekken met een goed uitgewrongen natte doek. Wrijf de camera
●
vervolgens na met een droge doek.
Gebruik geen benzeen, verfverdunner, alcohol of allesreiniger. Deze kunnen de
●
behuizing of coating van de camera beschadigen.
Lees bij gebruik van een chemisch behandelde doek de meegeleverde instructies goed door.
●
Wanneer er zout aan de camera blijft plakken, kunnen
●
locaties zoals het scharnier van het klepje voor de kaart/
batterij wit worden. Veeg met een in water gedrenkt
wattenstaafje of iets dergelijks het scharnier af totdat de
witte uitslag is verdwenen. Borstel na het afvegen het
scharnier voorzichtig af met het bijgeleverde borsteltje.
Wanneer u de camera lange tijd niet gebruikt
Schakel de camera uit voordat u de batterij en de kaart verwijdert. (Zorg dat de batterij
●
is verwijderd om schade door diepontlading te voorkomen.)
Laat de camera niet in aanraking komen met rubberen of plastic zakken.
●
Bewaar de camera met een vochtabsorberend middel (silicagel) als deze in een lade
●
enzovoort wordt bewaard. Bewaar batterijen op een koele plaats (15 °C - 25 °C) met
een lage vochtigheid (40 %RH - 60 %RH) en geen grote temperatuurschommelingen.
Laad de batterij eens per jaar op en laat deze een keer volledig leeg lopen voordat u deze weer bewaart.
●
Scharnier
Als u de instelling [NAAM] of [LEEFTIJD] in de modus [BABY] invoert, houd er dan
rekening mee dat de camera en de gemaakte foto’s persoonlijke gegevens bevatten.
LCD-scherm
Druk niet hard op het lcd-scherm. Hierdoor kunt u ongelijkmatig beeld krijgen en kan de
●
monitor beschadigd raken.
Druk niet met scherpe, harde instrumenten, zoals de punt van een balpen, op een monitor.
●
Wrijf niet hard over het lcd-scherm en druk er ook niet op.
●
Wanneer de camera koud is, wanneer deze bijvoorbeeld in een koude omgeving wordt
●
gebruikt, kunnen de prestaties van het lcd-scherm tijdelijk verslechteren direct nadat
de camera is ingeschakeld. Het lcd-scherm kan bijvoorbeeld iets donkerder zijn dan
normaal, of er kunnen nabeelden verschijnen. Houd de camera warm wanneer u deze
in een koude omgeving gebruikt. De prestaties worden weer normaal als de interne
temperatuur stijgt.
Voor het overdragen of wegdoen van uw geheugenkaart, leest u ‘Wanneer u
geheugenkaarten verwijdert/inlevert’ in het voorgaande hoofdstukje.
• Laat de camera niet buigen, vallen en stel deze niet bloot aan ernstige schokken.
Raak de aansluitingen op de achterzijde van de kaart niet aan en laat deze niet vuil of nat worden.
•
Wanneer u geheugenkaarten verwijdert/inlevert
●
•
Wanneer u de functies ‘formatteren’ of ‘verwijderen’ op uw camera of computer gebruikt,
worden alleen de bestandsbeheergegevens gewijzigd. De gegevens worden niet volledig
van de geheugenkaart verwijderd. Wanneer u uw geheugenkaarten verwijdert of inlevert,
raden wij u aan de geheugenkaart zelf te vernietigen of in de handel verkrijgbare software
voor het wissen van computergegevens te gebruiken om de gegevens volledig van de
kaart te verwijderen. Ga verantwoordelijk om met de gegevens op geheugenkaarten.
Persoonlijke gegevens
Aansprakelijkheid
●
•
Gegevens met persoonlijke informatie zouden kunnen worden aangetast of verloren gaan
door storingen, statische elektriciteit, ongelukjes, defecten, reparaties en andere voorvallen.
Panasonic kan niet aansprakelijk worden gesteld voor enige schade, direct of indirect,
die voortvloeit uit aantasting of verlies van gegevens met persoonlijke informatie.
Bij het verzoeken om reparatie of de overdracht/wegdoen van de camera
●
• Ter bescherming van uw persoonlijke informatie verzoeken wij u de instellingen alle
terug te stellen. (→39)
• Als er beelden zijn vastgelegd in het ingebouwd geheugen, kopieert (→94) u die dan
zonodig naar een geheugenkaart en formatteert (→40) u het ingebouwd geheugen.
• Verwijder de geheugenkaart uit de camera.
• Wanneer u de camera terugkrijgt na reparatie, kunnen het ingebouwde geheugen en
de instellingen zijn teruggesteld in de oorspronkelijke stand bij aankoop.
• Als de bovenstaande ingrepen niet mogelijk blijken vanwege een storing in de
camera, raadpleegt u dan uw leverancier of de dichtstbijzijnde onderhoudsdienst.
116 VQT2X66VQT2X66 117
Page 60
Capaciteit/tijd voor het opnemen van foto’s
De genoemde cijfers zijn een schatting. Ze kunnen variëren afhankelijk van
●
omstandigheden, kaarttype en onderwerp.
Opnamecapaciteit/tijden die op het lcd-scherm worden weergegeven, zullen mogelijk
●
niet regelmatig verminderd zijn.
Capaciteit voor het opnemen van foto’s
Het aantal foto’s dat kan worden opgeslagen, varieert, afhankelijk van de instelling [FOTO
RES.]. (→73)
Wanneer het aantal op te nemen beelden meer dan 99.999 is, wordt er ‘+99999’
De beschikbare opnametijd varieert, afhankelijk van de instelling [OPN. KWALITEIT].
(→70)
[OPN. KWALITEIT]
Ingebouwd geheugen
Geheugenkaart
Films kunnen maximaal 15 minuten continu worden opgenomen. Verder kunnen
●
512 MB
1 GB
2 GB
4 GB
6 GB
8 GB
12 GB
16 GB
24 GB
32 GB
48 GB
64 GB
continuopnamen niet groter zijn dan 2 GB. (Voorbeeld: [8 m 20 s] met [HD]) Als u langer
wilt opnemen dan 15 minuten of meer dan 2 GB, drukt u opnieuw op de ontspanknop.
(De resterende tijd voor continuopnamen wordt op het scherm weergegeven.)
De tijd die in de tabel wordt weergegeven, is de totale tijd.
[HD][WVGA][VGA][QVGA]
———1 min 26 s
2 min5 min 10 s 5 min 20 s15 min 40 s
4 min10 min 20 s10 min 50 s31 min 20 s
8 min 20 s21 min 20 s22 min 10 s1 h 3 min
16 min 30 s 41 min 50 s 43 min 40 s 2 h 5 min
25 min 10 s 1 h 3 min1 h 6 min3 h 11 min
33 min 40 s 1 h 25 min 1 h 28 min 4 h 15 min
50 min 50 s 2 h 8 min2 h 14 min 6 h 26 min
1 h 8 min2 h 52 min 2 h 59 min8 h 35 min
1 h 38 min4 h 9 min4 h 19 min 12 h 27 min
2 h 16 min 5 h 45 min 5 h 59 min 17 h 13 min
3 h 20 min 8 h 27 min 8 h 48 min 25 h 18 min
4 h 32 min 11 h 28 min11 h 56 min 34 h 21 min
118 VQT2X66VQT2X66 119
Page 61
• SDXC logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC.
• QuickTime en het QuickTime-logo zijn handelsmerken
of gedeponeerde handelsmerken van Apple Inc., onder
vergunning gebruikt.
• Andere namen, bedrijfsnamen en productnamen die in
deze instructies zijn afgedrukt, zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van de respectievelijke
bedrijven.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.