Tijdens het opnemen ................................. 102
Bij het afspelen .......................................... 103
Weergave berichten ..........................104
Vraag en antwoord
Storingen verhelpen ..........................107
Waarschuwingen en opmerkingen
tijdens gebruik ................................... 114
Capaciteit/tijd voor het opnemen
van foto’s ............................................ 118
2 VQT2X66VQT2X66 3
Beknopte handleiding
Lees om te voorkomen dat er water in de camera komt ‘(Belangrijk) De water-,
stof- en schokbestendigheidsprestaties van de camera’ (→8) en ‘Onderhoud van
de camera en waterbestendigheidsprestaties’ (→10) voordat u de camera onder
water gebruikt.
Voorbereidingen
Laad de batterij op
De batterij is niet opgeladen wanneer
de camera wordt geleverd. Laad vóór
gebruik de batterij op en stel de klok in.
Als u de kaart (optioneel) niet gebruikt,
kunt u foto’s opnemen of afspelen via het
ingebouwde geheugen.
Schuif de [LOCK]-schakelaar ( ) in
de richting van de pijl totdat het rode
gebied ( ) zichtbaar is
De vergrendeling wordt ontgrendeld.
Schuif de vrijgavehendel ( ) in de
richting van de [LOCK]-schakelaar
Het klepje voor kaart/batterij gaat open.
Plaats de batterij en de kaart volledig
in de camera en zorg dat ze in de
juiste richting zijn geplaatst
Terwijl de [LOCK]-schakelaar is
ontgrendeld, drukt u het klepje voor
kaart/batterij dicht totdat het vastklikt
Vergrendel de [LOCK]-schakelaar
door deze in de richting van de pijl te
schuiven totdat het rode gebied niet
meer zichtbaar is
Selecteer de gewenste opnamemodus
■
Instellingen gebruiken die automatisch door de camera worden
geselecteerd
Druk op de -knop.
■
De opnamemodus handmatig selecteren
Druk op de [MODE]-knop.
Druk op ▲▼ om de opnamemodus te selecteren en druk vervolgens op
[MENU/SET].
Druk op de ontspanknop en maak foto’s
Druk half in
(druk licht in en stel
scherp)
■
Bij het afspelen van de foto’s
Druk op de afspeelknop.
Selecteer de foto die u wilt bekijken.
Druk volledig in
(druk de knop helemaal in
om een foto te maken)
Vorige Volgende
4 VQT2X66VQT2X66 5
Voordat u de camera gaat gebruiken
Lees eerst dit
■
De water-, stof- en schokbestendigheidsprestaties
De waterbestendigheidsprestaties van deze camera voldoen aan IEC 60529 ‘IPX8’ en
de stofbestendigheidsprestaties aan IEC 60529 ‘IP6X’. Volgens deze norm kunnen er
60 minuten opnamen worden gemaakt tot op een diepte van 3 m.
Deze camera voldoet ook aan ‘MIL-STD 810F (Method 516.5-Shock)’∗ en heeft een
valtest doorstaan van een hoogte van 1,5 m op 3 cm dik multiplex.
∗
De testmethode van Panasonic is gebaseerd op ‘MIL-STD 810F (Method 516.5-Shock)’ die
hierboven is beschreven, maar waarbij de valhoogte is gewijzigd van 122 cm naar 150 cm. De
camera doorstond een test waarbij deze viel op 3 cm dik multiplex.
(Op externe veranderingen na zoals bladderende verf of vervorming op de locatie waarop de
camera is gevallen.)
Houd er echter rekening mee dat storingen die worden veroorzaakt doordat de klant de
camera verkeerd gebruikt, bijvoorbeeld wanneer er water in de camera komt, niet onder
de garantie vallen.
Lees voor meer informatie ‘(Belangrijk) De water-, stof- en
schokbestendigheidsprestaties van de camera’. (→8)
■
Maak eerst een testopname!
Controleer eerst of u met succes foto’s kunt maken en geluiden kunt opnemen.
■
We keren geen vergoedingen uit voor mislukte/verloren geraakte opnamen of
voor directe/indirecte schade.
Panasonic keert geen schadevergoeding uit, zelfs niet als de schade wordt veroorzaakt
door storingen met de camera of de kaart.
■
Sommige foto’s kunnen niet worden afgespeeld.
• Foto’s die op een computer zijn bewerkt
• Foto’s die op een andere camera zijn gemaakt of bewerkt
(Foto’s die op deze camera zijn gemaakt of bewerkt, kunnen ook niet altijd op andere
camera’s worden afgespeeld)
■
Software op de bijgeleverde CD-ROM
De volgende bewerkingen zijn niet toegestaan:
• Kopieën maken van de software voor verkoop of verhuur
• De software kopiëren naar netwerken
Schade, defecten en storingen voorkomen
■
Voorkom schokken, trillingen en druk.
Stel de camera niet bloot aan sterke trillingen of schokken. Zorg dat de camera bijvoorbeeld
•
niet valt of ergens tegenaan stoot, en ga niet zitten met de camera in uw zak.
(Bevestig het polsbandje om te voorkomen dat de camera valt. Hang geen andere voorwerpen
dan het bijgeleverde polsbandje aan de camera, want die kunnen er teveel druk op uitoefenen.)
• Hierdoor kunnen de waterbestendigheidsprestaties verslechteren.
• Druk niet op de lens of op het lcd-scherm.
■
Let op dat er geen water in de camera komt
Let vooral goed op wanneer u het klepje voor kaart/batterij of het aansluitingenklepje opent of sluit op een
•
locatie met veel zand of stof, want daardoor kan er water in de camera komen of een storing ontstaan.
• Open of sluit het klepje voor kaart/batterij of het aansluitingenklepje niet in de buurt
van water, onder water of met natte handen.
• Als er waterdruppels aan de binnenkant van het klepje voor kaart/batterij of het
aansluitingenklepje blijven plakken, dient u deze eerst volledig af te vegen en
vervolgens eventuele verontreinigingen met het bijgeleverde borsteltje te verwijderen.
•
Als er waterdruppels aan de camera zijn blijven plakken, veegt u deze af met een zachte,
droge doek voordat u het klepje voor kaart/batterij of het aansluitingenklepje opent.
■
Voorkom condens als gevolg van plotselinge veranderingen in temperatuur en vochtigheid.
Let vooral goed op condens in de volgende situaties, want anders kunnen de gemaakte
foto’s witachtig worden. (→107)
• Wanneer u snel vanuit een warme omgeving dicht bij het water of vanuit een andere
warme omgeving onder water gaat.
•
Wanneer u vanuit een koude omgeving zoals een wintersportplaats naar een warme omgeving gaat.
•
Wanneer het klepje voor kaart/batterij of het aansluitingenklepje wordt geopend in een vochtige omgeving.
■
Lens
• Laat de lens niet in de volle zon liggen.
■
Gebruik van een driepoot- of eenpootstatief
• Oefen niet te veel kracht uit en draai de schroeven niet aan als ze krom zijn.
(Hierdoor kunnen de camera, het schroefgat of het label beschadigd raken.)
• Zorg ervoor dat het statief stabiel staat. (Lees de handleiding bij het statief.)
■
Transport van de camera
Schakel de camera uit.
Raadpleeg ook ‘Waarschuwingen en opmerkingen tijdens gebruik’ (→114).
Kenmerken lcd-scherm
Er wordt gebruik gemaakt van een extreem hoge precisietechnologie bij de productie
van het LCD-scherm. Er kunnen echter enkele donkere of heldere punten (rood,
blauw of groen) op het scherm zichtbaar zijn.
Dit is geen storing.
Het LCD-scherm heeft meer dan 99,99% effectieve beeldpunten met slechts 0,01%
inactieve of altijd opgelichte beeldpunten. De spikkeltjes zullen niet te zien zijn op de
foto’s die worden opgeslagen op het interne geheugen of een geheugenkaart.
De volgende verschijnselen zijn geen indicaties van mechanische problemen.
•
De camera rammelt als deze wordt geschud. (Dit is het geluid van het bewegen van de lens.)
• De camera klikt wanneer deze wordt in- of uitgeschakeld, of bij het schakelen tussen
opnemen en afspelen. (Dit is ook het geluid van het bewegen van de lens.)
•
U voelt een trilling bij het in- of uitzoomen. (Deze wordt veroorzaakt door het bewegen van de lens.)
•
De lens maakt geluid tijdens het opnemen. (Dit is het geluid van de diafragma-instelling
als reactie op veranderingen in het omgevingslicht.) Tijdens deze instelling veranderen
de beelden op het lcd-scherm snel, maar dit heeft geen invloed op de opnamen.
6 VQT2X66VQT2X66 7
(Belangrijk)
De water-, stof- en schokbestendigheidsprestaties
van de camera
• Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht en gebruik de camera niet op locaties
met een hoge waterdruk. De water- en stofbestendigheidsprestaties van de camera
voldoen aan IPX8 en IP6X.
Mits de voorzorgsmaatregelen voor gebruik en opslag die in dit document worden
beschreven, strikt worden nageleefd, kan de camera onder water worden gebruikt in
een diepte tot 3 m, voor een periode van maximaal 60 minuten.
• De camera voldoet aan ‘MIL-STD 810F (Method 516.5-Shock)’. De camera heeft
een valtest van een hoogte van 1,5 m op 3 cm dik multiplex doorstaan. In de meeste
gevallen zou de camera geen schade op moeten lopen als deze van een hoogte van
1,5 m of lager valt.
• De bijgeleverde accessoires zijn niet waterbestendig (behalve het polsbandje en het
siliconen hoesje).
1
∗
Dit betekent dat de camera in de opgegeven tijd en onder de opgegeven druk onder
water kan worden gebruikt, in overeenstemming met de onderhoudsmethode die
door Panasonic wordt beschreven. Dit is geen garantie dat er onder geen enkele
omstandigheden defecten of storingen zullen optreden of dat de camera altijd
volledig waterbestendig is.
2
∗
Dit is geen garantie dat er onder geen enkele omstandigheden defecten of storingen
zullen optreden of dat de camera altijd volledig waterbestendig is.
Neem de voorzorgsmaatregelen in acht die worden beschreven in het volgende gedeelte
‘Omgaan met de camera’. Gebruik de camera niet bij een waterdruk die hoger is dan
voor de gegarandeerde prestaties, of in omgevingen met uitzonderlijk veel stof of zand.
De waterbestendigheidsprestaties zijn niet gegarandeerd als de camera een klap heeft
gehad of is gevallen.
Als de camera een klap heeft gehad of is gevallen, verdient het aanbeveling contact op
te nemen met een Panasonic onderhoudsdienst om de camera (tegen betaling) op de
waterbestendigheidsprestaties te laten inspecteren. Storingen die worden veroorzaakt
doordat de klant verkeerd omgaat met de camera, bijvoorbeeld wanneer er water in de
camera komt, vallen niet onder de garantie.
■
Omgaan met de camera
• Laat de camera niet lange tijd achter in een koude omgeving met een zeer lage
temperatuur (zoals een wintersportplaats) of met een zeer hoge temperatuur, zoals
40 °C of hoger (in bepaalde locaties zoals onder sterk zonlicht, in een warme auto, in
de buurt van een verwarming, op een schip of op een strand).
(De waterbestendigheidsprestaties zullen teruglopen.)
• De binnenkant van de camera is niet waterbestendig. Open of sluit het klepje voor
kaart/batterij of het aansluitingenklepje niet in de buurt van water bij de zee, een meer
of een rivier, onder water of met natte handen.
•
De waterbestendigheidsfunctie van de camera is alleen bedoeld voor zeewater en zoet water.
• Bediening is niet altijd mogelijk of het geluid kan zacht zijn als er sneeuw of water
bevriest op de zoomknop, de aan/uit-knop, de luidspreker of de microfoon in een
koude omgeving zoals een wintersportplaats.
• De lens en het lcd-scherm kunnen beslaan als gevolg van veranderingen in
temperatuur en vochtigheid. (→7)
2
∗
1
∗
■
Het scherm [VOORZORGSMAATR.]
Controleer deze informatie van tevoren om de
waterbestendigheidsprestaties intact te houden.
Wanneer het klepje voor kaart/batterij goed dicht is en de
camera voor het eerst na aanschaf wordt ingeschakeld, wordt
[VOORZORGSMAATR.] weergegeven.
Selecteer [JA] met ◄ en druk vervolgens op [MENU/SET]
• Wanneer [NEE] wordt geselecteerd, wordt het scherm voor instelling van de
klok weergegeven.
Controleer de [VOORZORGSMAATR.] op het scherm
► : Het volgende scherm bekijken
◄ : Terugkeren naar het vorige scherm
[MENU/SET] : Annuleren
Druk na het laatste scherm (11/11) op [MENU/SET] om de
bewerking te voltooien
• Wanneer [NEE] op het eerste scherm is geselecteerd of er op [MENU/
SET] wordt gedrukt om de schermen halverwege te annuleren, wordt
[VOORZORGSMAATR.] elke keer weergegeven als de camera wordt
ingeschakeld.
• De informatie kan ook worden geraadpleegd onder [VOORZORGSMAATR.] in
het menu [SET-UP].
8 VQT2X66VQT2X66 9
Onderhoud van de camera en
waterbestendigheidsprestaties
Zorg om te voorkomen dat er water in de camera komt dat u het volgende in acht
neemt voordat u de camera gaat gebruiken.
■
Open of sluit het klepje voor kaart/batterij of het aansluitingenklepje
niet in locaties met veel stof of zand, in de buurt van water of met natte
handen.
Wanneer de camera op de bovenstaande locaties wordt gebruikt, kan er door de
openingen van het klepje voor kaart/batterij of het aansluitingenklepje zand of stof in
de camera komen en kan dit aan de camera blijven plakken zonder dat u het merkt.
Controleer van tevoren of de batterij voldoende is opgeladen en of u voldoende
geheugen hebt op de kaart.
■
Het gebruik van het bijgeleverde siliconen hoesje is aan te bevelen om
te voorkomen dat het klepje voor kaart/batterij of het aansluitingenklepje
per ongeluk open gaat.
■
De prestaties van de rubberen afdichting van de camera beginnen na
1 jaar te verslechteren.
Het verdient aanbeveling eens per jaar contact op te nemen met een Panasonic
onderhoudsdienst om de rubberen afdichting te laten vervangen (tegen betaling).
Gebruik van de camera onder water
Gebruik deze camera in een waterdiepte van 3 m of minder, in een
●
watertemperatuurbereik tussen 0 °C en 40 °C en gebruik de camera niet langer dan
60 minuten achtereen onder water.
Gebruik de camera niet in heet water dat warmer is dan 40 °C (zoals in een bad of hete
●
bronnen).
Open het klepje voor kaart/batterij of het aansluitingenklepje niet.
●
Stel de camera onder water niet bloot aan schokken. (Hierdoor kunnen de
●
waterbestendigheidsprestaties verslechteren en kan er water in de camera komen.)
Duik niet in het water terwijl u de camera vasthoudt. Gebruik de camera niet op locaties
●
met sterk stromend water, zoals in stroomversnellingen of onder watervallen. (De
sterke waterdruk kan een storing veroorzaken.)
De camera zinkt in het water. Zorg dat de camera stevig aan vastzit, zoals door het
●
polsbandje rond uw pols te dragen, om te voorkomen dat u de camera laat vallen en
verliest.
Als er stoffen zoals reinigingsmiddelen, zeep, heet bronwater, badzout, zonnebrandolie,
●
sunblock of chemicaliën op de camera spatten, dient u deze er direct vanaf te vegen.
De kaart en de batterij zijn niet waterbestendig. Raak deze niet met natte handen aan.
●
Steek bovendien geen natte kaart of batterij in de camera.
Klepje voor kaart/batterij en aansluitingenklepje openen en sluiten
Op het moment van aanschaf staan de [LOCK]-schakelaars van het klepje voor kaart/
batterij en het aansluitingenklepje op de vergrendelde positie.
■
Positie [LOCK]-schakelaar
: Gesloten positie
: Geopende positie
: [LOCK]-schakelaar
: Aansluitingenklepje
: Klepje voor kaart/batterij
■
Openen
Schuif de [LOCK]-schakelaar in de
richting van de pijl totdat het rode
gebied ( ) zichtbaar is
De vergrendeling wordt ontgrendeld.
Schuif de vrijgavehendel ( ) in de
richting van de [LOCK]-schakelaar
Het klepje voor kaart/batterij en het
aansluitingenklepje zijn open.
■
Sluiten
Terwijl de [LOCK]-schakelaar is ontgrendeld,
drukt u het klepje voor kaart/batterij en het
aansluitingenklepje dicht totdat ze vastklikken
•
Zorg om te voorkomen dat er water in de camera komt,
dat er geen verontreinigingen, bijvoorbeeld vloeistof,
zand, haar of stof, tussen het klepje voor kaart/batterij
en het aansluitingenklepje komen te zitten.
•
Als er een klepje dicht wordt gedaan terwijl de
[LOCK]-schakelaar is vergrendeld, kan dit schade
veroorzaken of kan er water in de camera komen.
Vergrendel de [LOCK]-schakelaar door deze
in de richting van de pijl te schuiven totdat
het rode gebied niet langer zichtbaar is
• Als de camera wordt gebruikt terwijl er een
klepje niet goed dicht zit, kan dit open gaan.
10 VQT2X66VQT2X66 11
Onderhoud van de camera en
waterbestendigheidsprestaties
(vervolg)
Oorzaken van water in de camera
Wanneer de camera in de volgende situaties wordt gebruikt, kan er een opening ontstaan
tussen de camera en het klepje voor kaart/batterij of het aansluitingenklepje, zodat er
water in de camera komt en een storing wordt veroorzaakt.
• Wanneer de rubberen afdichting is verslechterd
• Wanneer de [LOCK]-schakelaar van het klepje voor kaart/batterij of het
aansluitingenklepje niet is vergrendeld
• Wanneer er verontreinigingen zoals pluizen, haar of zand aan de binnenkant van
het klepje voor kaart/batterij of het aansluitingenklepje (rubberen afdichting of
contactgebied van de rubberen afdichting) blijven plakken en ertussen raken
Er ontstaat een
opening, waardoor
water naar binnen
kan komen
De rubberen afdichtingen reinigen
Wanneer er verontreinigingen (zoals haar, zand, stof of vloeistof) aan de rubberen
afdichting of het contactgebied van de rubberen afdichting blijven plakken, kan er binnen
enkele seconden water in de camera komen en een storing veroorzaken.
• Zorg er bij het schoonmaken voor dat er geen verontreinigingen in de camera komen.
• Ga vooral voorzichtig te werk wanneer u heel kleine of natte zandkorrels verwijdert.
Zorg dat er geen verontreinigingen aan de binnenkant van het
klepje voor kaart/batterij of het aansluitingenklepje
( rubberen afdichting of contactgebied van rubberen
afdichting) blijven plakken
: Haar of pluis
: Zand of stof
: Barst of vervorming
: Vloeistof
• Wanneer de rubberen afdichting aan de binnenkant van het klepje voor
kaart/batterij of het aansluitingenklepje gebarsten of vervormd is, dient u
contact op te nemen met een Panasonic onderhoudsdienst.
(Vervolg op de volgende pagina)
12 VQT2X66VQT2X66 13
Onderhoud van de camera en
waterbestendigheidsprestaties
Verwijder verontreinigingen die blijven plakken, met het
bijgeleverde borsteltje
: Borsteltje (bijgeleverd)
Lang borsteltjeKort borsteltje
Voor verwijdering van
stoffen zoals fijn of
droog zand.
Voor verwijdering van
grote verontreinigingen
en stoffen zoals nat
zand.
(vervolg)
■
Voorbeeld van verontreinigingen aan de binnenkant van het klepje voor
kaart/batterij
: Contactgebied rubberen
afdichting
(rond het compartiment voor
kaart/batterij)
: Contactgebied rubberen
afdichting
(rond het klepje voor kaart/
batterij)
: Klepje voor kaart/
batterij
: Aansluitingenklepje
Gebruik van het borsteltje
●
• Voordat u het borsteltje gaat gebruiken, dient u eerst te controleren of er geen
verontreinigingen aan het borsteltje blijven plakken.
• Reinig het borsteltje na gebruik door verontreinigingen te verwijderen die er aan
blijven plakken.
■
Voorbeeld van verontreinigingen aan de binnenkant van het
aansluitingenklepje
: Contactgebied rubberen
afdichting
(rond het aansluitpunt)
: Gebied rubberen afdichting
(rond het aansluitingenklepje)
Als er vloeistof aan het rubber blijft plakken, veegt u die af met een zachte, droge
●
doek.
Er kunnen ook verontreinigingen aan de groeven aan de zijkanten of hoeken van
●
een rubberen afdichting blijven plakken. Reinig de groeven met een borsteltje.
14 VQT2X66VQT2X66 15
Onderhoud van de camera en
waterbestendigheidsprestaties
Onderhoud na gebruik van de camera op het strand, in zee of in een rivier
Voer de volgende onderhoudsprocedure uit binnen 60 minuten nadat u de camera op het
strand, in zee of in een rivier enzovoort hebt gebruikt.
Spoel de camera af met water terwijl
het klepje voor kaart/batterij en het
aansluitingenklepje dicht zijn. Wanneer
de camera in zee werd gebruikt, laat
u deze ongeveer 10 minuten weken in
een ondiepe bak gevuld met zoet water
: Gesloten positie
•
Als het siliconen hoesje is bevestigd, dient u dit
te verwijderen voordat u de camera afspoelt.
•
Als u verontreinigingen of zout aan de camera laat
zitten, kunnen er beschadigingen, verkleuringen,
corrosie, abnormale geuren of slijtage ontstaan.
Houd de camera met de luidspreker (aan de
kant van het aansluitingenklepje) omlaag, en
schud deze enkele keren voorzichtig heen en
weer om het water er uit te laten lopen
•
Als er zich water in de luidspreker ophoopt, kan het
geluidsvolume lager worden of het geluid vervormd raken.
• Draag de camera stevig aan het polsbandje
om te voorkomen dat de camera valt.
Veeg de waterdruppels weg en laat de
camera drogen door deze rechtop op
een droge doek te zetten op een goed
geventileerde locatie in de schaduw
• Droog de camera niet met een föhn of
soortgelijk apparaat.
Controleer of er geen
waterdruppels op de camera zitten
en open vervolgens de klepjes
Als er waterdruppels of zand aan de
binnenkant van het klepje voor kaart/batterij
of het aansluitingenklepje blijven plakken,
verwijdert u deze met een borsteltje
(bijgeleverd) of met een zachte, droge doek
(vervolg)
■
Het waterafvoersysteem
De camera heeft een waterafvoersysteem. Water
dat binnenkomt via openingen zoals rond de aan/
uit-knop of de zoomknop stroomt naar buiten.
Er kunnen dan ook luchtbellen verschijnen
wanneer de camera in water wordt geweekt, maar
dit is geen storing.
• Er kan zich water ophopen rond het compartiment voor de kaart/batterij of rond de
aansluitingen nadat de camera onder water is gebruikt of is geweekt in zoet water.
Als het klepje voor kaart/batterij wordt geopend als de camera nog niet helemaal
droog is, kunnen er waterdruppels aan de kaart of batterij komen zitten. Als dit
gebeurt, veegt u ze af met een zachte, droge doek.
• Open of sluit het klepje voor kaart/batterij of het aansluitingenklepje niet terwijl
er waterdruppels op de camera zitten. De waterdruppels kunnen in de camera
terechtkomen en condensatie of een storing veroorzaken.
• Voorbeeld van waterdruppels rond het compartiment
voor de kaart/batterij
: Waterdruppels
: Batterij
: Kaart
Als er waterdruppels of verontreinigingen aan de camera blijven zitten, veegt u deze
●
af met een zachte, droge doek.
Nadat u de camera onder water hebt gebruikt, mag u niet langer dan 60 minuten
●
wachten totdat u de onderhoudsprocedure uitvoert. De waterbestendigheidsprestaties
zullen anders verslechteren.
Als de knoppen zoals de knop of de aan/uit-knop niet goed bewegen, kan dit
●
komen omdat er verontreinigingen aan de knoppen blijven plakken. Wanneer u
de camera in deze situatie blijft gebruiken, kan dit tot een storing leiden waarbij
de camera niet langer bruikbaar is. Schud de camera goed heen en weer in zoet
water om verontreinigingen van de camera te spoelen. Controleer vervolgens of de
knoppen soepel bewegen.
Water, zand en andere verontreinigingen kunnen gemakkelijk in de luidspreker
●
terechtkomen, dus spoel de camera na gebruik af met water en schud de camera
vervolgens enkele keren voorzichtig heen en weer om eventuele waterdruppels te
verwijderen.
Droog de camera niet met hete lucht, zoals van een föhn. Door vervorming kunnen
●
de waterbestendigheidsprestaties verslechteren.
Gebruik geen zeep, neutrale reinigingsmiddelen of chemicaliën, zoals benzine,
●
thinner, alcohol of schoonmaakmiddelen.
16 VQT2X66VQT2X66 17
Namen van onderdelenStandaardaccessoires
Controleer of alle accessoires aanwezig zijn voordat u de camera in gebruik neemt.
De accessoires en de vormgeving ervan kunnen verschillen, afhankelijk van het land of
●
de regio waar de camera is aangeschaft.
Raadpleeg de standaardgebruiksaanwijzing voor meer informatie over de accessoires.
De bijgeleverde accessoires zijn niet waterbestendig (behalve het polsbandje en het
●
siliconen hoesje).
Houd het borsteltje buiten bereik van kinderen om te voorkomen dat ze dit inslikken.
●
De batterij wordt in de tekst aangeduid als batterij of accu.
●
De batterijlader wordt in de tekst aangeduid als batterijlader of oplader.
●
Verwijder de verpakking op de juiste manier.
●
■
Optionele accessoires
• Kaarten worden niet standaard bijgeleverd. Als u geen kaart gebruikt, kunt u foto’s
opnemen of afspelen via het ingebouwde geheugen.
• Neem contact op met de leverancier of met een servicecentrum bij u in de buurt als
u de bijgeleverde accessoires bent verloren. (U kunt de accessoires afzonderlijk
aanschaffen.)
-knop (→44)
Ontspanknop (→42, 69)
Aan/uit-knop (→42)
LCD-scherm (→52, 102)
[MODE]-knop (→46)
Cursorknop (→20)
[DISPLAY]-knop (→52)
[Q.MENU] (→35)/
knop (wissen) (→51)
Microfoon (→69)
Indicator voor
zelfontspanner (→53)/
AF-assistlampje (→79)
Lens (→7)
Flitser (→54)
Zoomknop (→48)
Luidspreker (→37)
Aansluitingenklepje (→11)
Vrijgavehendel (→11)
[LOCK]-schakelaar (→11)
Afspeelknop (→50)
18 VQT2X66VQT2X66 19
Namen van onderdelen
Cursorknop
(vervolg)Bevestiging van het polsbandje
Klepje voor kaart/batterij (→11)
Statiefaansluiting
• Zorg ervoor dat het statief
stabiel staat.
[AV OUT/DIGITAL]-aansluiting
(→95, 97, 101)
Vrijgavehendel (→11)
[LOCK]-schakelaar (→11)
[DC IN]-aansluiting (→95, 97)
• Gebruik altijd een Panasonic
netadapter (optioneel).
Haal het polsbandje door het oogje
voor het polsbandje op de camera
• Als het polsbandje los is, kan het bij het openen
of sluiten van het aansluitingenklepje tussen het
klepje komen.
Dit kan schade veroorzaken of ertoe leiden dat
er water in de camera komt, dus zorg ervoor
dat het polsbandje niet vast komt te zitten in het
aansluitingenklepje en bevestig het stevig aan
de camera.
Draag het bandje om uw pols en pas
vervolgens de lengte aan
[MENU/SET]
(menu aangeven/instellen/sluiten)
(→32)
Linker cursortoets (◄)
• Zelfontspanner (→53)
Omlaag-cursortoets (▼)
• Macro (close-up) (→56)
In deze handleiding wordt elke te gebruiken richtingstoets in grijs of met een
●
symbooltje ▲▼◄► aangegeven.
De in deze handleiding afgebeelde illustraties en schermen kunnen afwijken van het
●
eigenlijke product.
Omhoog-cursortoets (▲)
• Belichtingscompensatie (→58)
Rechter cursortoets (►)
• Flitser (→54)
Omdat de camera in het water zinkt, dient u het polsbandje op de juiste manier te
●
dragen en de camera stevig vast te houden wanneer u onderwateropnamen maakt.
Zwaai de camera niet heen en weer en trek er niet te hard aan als het polsbandje is
●
bevestigd. Het polsbandje kan dan afbreken.
20 VQT2X66VQT2X66 21
Bevestiging van het siliconen hoesje Batterij opladen
Wanneer u de camera in de bergen of in de buurt van water gebruikt, is het gebruik
van het bijgeleverde siliconen hoesje aan te bevelen om te voorkomen dat het
klepje voor kaart/batterij of het aansluitingenklepje per ongeluk open gaat.
Zorg dat de camera uit is.
●
Bevestig het siliconen hoesje in een locatie zonder zand of stof.
●
Bevestig het siliconen hoesje
Luidsprekergat
stevig aan de camera
• Bevestig het siliconen hoesje
voorzichtig. Wanneer u het siliconen
hoesje met geweld bevestigt, kunt u
schade veroorzaken.
• Lus het polsbandje niet door het
luidsprekergat.
• Verwijder verontreinigingen (zoals zand) en vocht (zoals zeewater) van de binnenkant
van het siliconen hoesje. Wanneer u verontreinigingen en vocht niet verwijdert voordat
u het siliconen hoesje aan de camera bevestigt, kan de camera vuil worden of bekrast
raken. De aanbevolen procedure voor verwijdering van deze verontreinigingen is om
het siliconen hoesje van de camera te halen, dit af te spoelen in water en vervolgens de
waterdruppels er met een zachte, droge doek vanaf te vegen.
■
Onderhoud na gebruik van de camera
• Haal het siliconen hoesje voorzichtig van de camera. Wanneer u het siliconen hoesje
met geweld verwijdert, kunt u schade veroorzaken.
• Haal de camera uit het siliconen hoesje en controleer zorgvuldig of er geen
verontreinigingen (zoals zand) en vocht (zoals zeewater) aan de camera zijn blijven
plakken.
• Veeg nadat u de camera in water hebt afgespoeld de waterdruppels met een zachte,
droge doek van de camera. Doe dit op een goed geventileerde locatie in de schaduw.
• Droog de camera niet met hete lucht, zoals met een föhn. De camera kan hierdoor
vervormd raken en onbruikbaar worden.
• Gebruik geen zeep, neutrale reinigingsmiddelen of chemicaliën, zoals benzine,
thinner, alcohol of schoonmaakmiddelen.
• Verwijder na gebruik van de camera het siliconen hoesje. Sla de camera niet lange
tijd op terwijl het siliconen hoesje rond de camera is bevestigd.
Laad de batterij altijd op voordat u de camera voor het eerst gebruikt! (wordt niet
opgeladen verkocht)
■
Batterijen die u in dit toestel kunt gebruiken
Er zijn op aantal plaatsen imitatiebatterijen aangetroffen die nauwelijks
van echt te onderscheiden zijn. Dergelijke imitatiebatterijen zijn veelal niet
voorzien van de interne beveiliging die nodig is voor een veilig gebruik. Een
dergelijke imitatiebatterij zou spontaan kunnen ontbranden of ontploffen.
Houd er rekening mee dat wij niet aansprakelijk kunnen worden gesteld voor
enig defect of ongeval dat voortvloeit uit het gebruik van een imitatiebatterij.
Voor een veilig gebruik van dit product is het sterk aanbevolen dat u gebruik
maakt van een authentieke Panasonic batterij.
• Laad uw batterij op met een daarvoor ontworpen batterijlader.
De camera is uitgerust met een functie voor het herkennen van batterijen die veilig gebruikt
•
kunnen worden. De bijgeleverde batterij ondersteunt deze functie. De enige batterijen
die geschikt zijn voor gebruik met deze camera zijn originele Panasonic-producten
en batterijen gemaakt door andere fabrikanten die zijn gecertificeerd door Panasonic.
(Batterijen die deze functie niet ondersteunen, kunnen niet worden gebruikt.) Panasonic
kan op geen enkele wijze de kwaliteit, prestaties of veiligheid garanderen van batterijen die
zijn gemaakt door andere fabrikanten en geen originele Panasonic-producten zijn.
Steek de batterij met de batterijpolen
in de oplader en zet deze vast
Zorg dat [LUMIX] naar buiten is gericht.
Sluit de oplader op het stopcontact
aan
Insteektype
●
Batterij
(afhankelijk van
Oplader
(afhankelijk van
model)
model)
Stekkertype
●
• Het
netsnoer
past niet
volledig
in de
netsnoeraansluiting. Er blijft
een opening open.
Haal de batterij uit de oplader nadat
het opladen is voltooid
Oplaadlampje ([CHARGE])
Aan: de batterij wordt
opgeladen (ongeveer
110 minuten als deze
helemaal leeg is)
Uit: het opladen is gereed
Wanneer het lampje knippert:
• Het opladen kan langer
duren dan normaal als de
batterijtemperatuur te hoog
of te laag is (mogelijk kan
de batterij dan niet volledig
worden opgeladen).
• De aansluiting van de
batterij/oplader is vuil. Reinig
deze met een droge doek.
22 VQT2X66VQT2X66 23
Batterij opladen
(vervolg)
Richtlijnen voor het aantal foto’s dat kan worden gemaakt en de opnametijd
De waarden kunnen lager uitvallen wanneer de flitser, de zoomfunctie of de [LCD MODE]
vaak of in koudere klimaten wordt gebruikt.
Aantal te nemen foto’s Ongeveer 300 foto’s
OpnameduurOngeveer 150 minuten
Opnameomstandigheden volgens de CIPA -normen
●
• CIPA is een afkorting van [Camera & Imaging Products Association].
• Modus [NORMALE FOTO]
• Temperatuur: 23 °C/vochtigheid: 50 %RH wanneer het LCD-scherm is ingeschakeld.
• Gebruik van een Panasonic SD-geheugenkaart (32 MB).
• Gebruik van de bijgeleverde batterij.
• Beginnen met opnemen 30 seconden nadat de camera is ingeschakeld. (Wanneer de
functie voor optische beeldstabilisatie is ingesteld op [AUTO].)
• Eén opname per 30 seconden met om en om volledige flits.
• Bij elke opname een zoombewerking uitvoeren (W-uiteinde → T-uiteinde, of
T-uiteinde → W-uiteinde)
• De camera elke 10 opnamen uitschakelen en met rust laten totdat de temperatuur
van de accu daalt.
Het aantal zal gereduceerd zijn als er meer tijd verstrijkt tussen de opnamen – bijv. tot
ongeveer een kwart (75 foto’s) bij tussenpozen van 2 minuten onder de bovenstaande
omstandigheden.
AfspeeltijdOngeveer 260 minuten
Het aantal op te nemen foto’s en de beschikbare opnameduur kunnen nogal uiteenlopen,
afhankelijk van de toestand van de batterij en de gebruiksomstandigheden.
Volgens de CIPA-norm
De benodigde oplaadtijd varieert, afhankelijk van de omstandigheden van het
●
batterijgebruik. Het opladen duurt langer bij hoge of lage temperaturen en als de batterij
al lang niet meer is gebruikt.
Het aantal te maken foto’s en de opnameduur worden in de volgende gevallen lager.
●
• In koude omgevingen of bij lage temperaturen
• Bij gebruik van [AUTO POWER LCD] of [SPANNING LCD]
∗
Er kan een nabeeld op het lcd-scherm verschijnen wanneer u de camera in koude omgevingen
of op lage temperaturen gebruikt. De prestaties van de batterij kunnen dan ook verslechteren.
Houd de camera en de reservebatterij warm door ze op een warme plaats te leggen, zoals in
uw thermische uitrusting of kleding. De prestaties van de batterij of het lcd-scherm zullen weer
verbeteren wanneer de temperatuur weer normaal wordt.
Tijdens het opladen en enige tijd daarna is de batterij warm.
●
De batterij loopt leeg als deze lange tijd niet wordt gebruikt, zelfs nadat deze is
●
opgeladen.
Laad de batterij binnenshuis op met de oplader (10 °C t/m 30 °C).
●
Laat geen metalen voorwerpen (zoals paperclips) bij de contactpunten van de stekker
●
liggen. Anders kunnen brand of elektrische schokken worden veroorzaakt door
kortsluiting of de hitte die hierdoor wordt gegenereerd.
We raden u af de batterij vaak op te laden.
●
(Als u de batterij vaak oplaadt, vermindert de maximale gebruikstijd en kan de batterij
groter worden.)
Demonteer nooit de oplader en pas deze niet aan.
●
Als de batterij aanzienlijk korter meegaat, is de batterij versleten. Koop dan een nieuwe
●
batterij.
De batterijlader staat op stand-by wanneer er netspanning wordt aangevoerd.
●
Het hoofdcircuit is altijd ingeschakeld zo lang de batterijlader op een stopcontact is
aangesloten.
Opladen
●
• Verwijder met een droge doek vuil op de aansluitingen van de oplader en de batterij.
• Houd de camera op minimaal 1 m afstand van AM-radio (kan radio-interferentie
veroorzaken).
• De oplader kan geluid maken, maar dit is normaal.
• Ontkoppel altijd de oplader van de netspanning na het opladen (sluipverbruik
maximaal 0,1 W als deze blijft aangesloten).
Gebruik geen beschadigde of ingedeukte batterij (vooral niet als de aansluitingen
●
zijn beschadigd), bijvoorbeeld wanneer een batterij is gevallen (wat storingen kan
veroorzaken).
∗
24 VQT2X66VQT2X66 25
De kaart (optioneel)/
de batterij plaatsen en verwijderen
Controleer of er geen verontreinigingen aan de camera plakken. (→15)
Schakel de camera uit en open
het klepje voor kaart/batterij
Klepje voor kaart/batterij en
aansluitingenklepje openen en sluiten (→11)
Schuif de [LOCK]-schakelaar ( )
in de richting van de pijl totdat het
rode gebied ( ) zichtbaar is
De vergrendeling wordt ontgrendeld.
Schuif de vrijgavehendel ( ) in de
richting van de [LOCK]-schakelaar
Het klepje voor kaart/batterij gaat open.
Plaats de batterij en de kaart
en zorg dat ze in de juiste
richting zijn geplaatst
• Batterij: schuif de batterij helemaal in
• Kaart: schuif de kaart helemaal naar
de camera totdat u hoort dat
deze vastklikt en controleer
of de hendel over de batterij
heen zit.
binnen totdat u een klik hoort.
Sluit het klepje voor kaart/
batterij goed
Terwijl de [LOCK]-schakelaar is
ontgrendeld, drukt u het klepje
voor kaart/batterij dicht totdat het
vastklikt
Vergrendel de [LOCK]-schakelaar
door deze in de richting van de
pijl te schuiven totdat het rode
gebied niet meer zichtbaar is
Opgeladen batterij (controleer de richting)
Kaart (controleer de richting: de
aansluitpunten zijn naar het lcdscherm gericht)
Hendel
Raak de
aansluiting niet
aan
■
Verwijdering
• Verwijdering van de batterij:
beweeg de hendel in de richting van de pijl.
Hendel
■
Het klepje voor kaart/batterij
Als het klepje voor kaart/batterij wordt geopend terwijl de camera is ingeschakeld,
hoort u een pieptoon om u te waarschuwen dat er water in de camera kan komen. Ook
verschijnt het volgende bericht op het lcd-scherm.
De camera kan niet worden bediend wanneer het klepje voor kaart/batterij open is.
(Alleen de aan/uit-knop kan worden bediend.) Sluit het klepje goed en zorg dat er geen
verontreinigingen tussen komen.
•
Als er verontreinigingen aan het klepje zijn blijven plakken, verwijdert u deze met het bijgeleverde borsteltje.
•
Er worden geen berichten weergegeven wanneer het aansluitingenklepje open is. Hoewel
u de camera dan wel kunt gebruiken, dient u het klepje goed te sluiten voordat u de
camera gebruikt en ervoor te zorgen dat er geen verontreinigingen tussen komen te zitten.
Gebruik alleen Panasonic batterijen.
●
Wanneer u andere batterijen gebruikt, kunnen we de kwaliteit van
●
dit product niet garanderen.
Haal de batterij uit de camera na gebruik.
●
• Bewaar de batterij in de batterijdraagtas (bijgeleverd).
U verwijdert de kaart of de batterij door de camera uit te
●
schakelen en te wachten totdat er niets meer op het lcd-scherm
staat. (Als u niet wacht, kan de camera storingen vertonen en kunnen de kaart of
opgenomen gegevens beschadigd raken.)
Houd de geheugenkaart buiten bereik van kinderen om te voorkomen dat ze deze
●
inslikken.
• Verwijdering van de kaart:
druk de kaart in het midden omlaag.
26 VQT2X66VQT2X66 27
De kaart (optioneel)/
de batterij plaatsen en verwijderen
(vervolg)
Bestemming voor het opslaan van foto’s (kaarten en ingebouwd geheugen)
Foto’s worden opgeslagen op een kaart als er een kaart aanwezig is, of in het
ingebouwde geheugen
■
Ingebouwd geheugen (ongeveer 40 MB)
Foto’s kunnen van een kaart naar het ingebouwde geheugen worden gekopieerd
●
en omgekeerd (→94).
De toegangstijd voor het ingebouwde geheugen kan langer zijn dan de toegangstijd
●
voor een kaart.
[QVGA] onder [OPN. KWALITEIT] kan alleen beschikbaar zijn voor het opnemen van
●
bewegende beelden in het ingebouwde geheugen.
■
Compatibele geheugenkaarten (optioneel)
De volgende op de SD-standaard gebaseerde kaarten (merk Panasonic aanbevolen)
KaarttypeCapaciteitOpmerkingen
SD-geheugenkaarten8 MB – 2 GB • Kunnen worden gebruikt met apparaten die
SDHC-geheugenkaarten 4 GB – 32 GB
SDXC-geheugenkaarten 48 GB, 64 GB
Formatteer de kaart opnieuw met deze camera als die al eerder was
●
geformatteerd met een computer of ander apparaat. (→40)
Als het schrijfbeveiligingsschuifje op ‘LOCK’ is gezet, kunt u op de kaart
●
geen opnamen vastleggen of verwijderen en de kaart niet formatteren.
Het wordt aanbevolen belangrijke foto’s op te slaan op uw computer
●
(want elektromagnetische golven, statische elektriciteit of storingen
kunnen ervoor zorgen dat de gegevens beschadigd raken).
Meest recente informatie:
●
http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/ (Deze site is alleen in het Engels.)
als dat niet zo is.
compatibel zijn met de desbetreffende formaten.
• Voordat u SDXC-geheugenkaarten gebruikt,
dient u te controleren of uw computer en andere
apparatuur dit kaarttype ondersteunen.
http://panasonic.net/avc/sdcard/information/SDXC.html
• Kaarten met capaciteiten die links niet worden
vermeld, worden niet ondersteund.
Schakelaar
(LOCK)
Resterende batterij- en geheugencapaciteit
Resterende batterijcapaciteit (alleen bij gebruik van batterij)
(knippert rood)
Als het batterijsymbooltje rood knippert, dient u de batterij bij te laden of
te vervangen. (→23)
Resterend aantal foto’s (→118)
Als de camera in gebruik is
(kaart) of (ingebouwd geheugen) wordt rood weergegeven.
Dit betekent dat er een functie wordt uitgevoerd, zoals het opnemen, aflezen, wissen
of formatteren van beelden. Schakel de stroom niet uit en verwijder de batterij, kaart of
netadapter niet (los verkocht) (hierdoor kan schade aan of verlies van gegevens worden
veroorzaakt).
Zorg dat de camera niet wordt blootgesteld aan trillingen, schokken of statische
elektriciteit. Als de werking van de camera wordt onderbroken door een van deze
omstandigheden, probeert u het dan opnieuw.
Verschijnt als er geen kaart is geplaatst (foto’s worden in het ingebouwde geheugen opgeslagen)
28 VQT2X66VQT2X66 29
De klok instellen
Klokinstelling wijzigen
Bij aflevering van de camera is de klok nog niet ingesteld.
Druk op de aan/uit-knop
De camera wordt ingeschakeld.
Als het taalkeuzescherm niet wordt
weergegeven, gaat u naar stap
.
Druk op [MENU/SET] terwijl het
bericht wordt weergegeven
Druk op ▲▼ om de taal te
selecteren en druk op [MENU/SET]
[VOORZORGSMAATR.] wordt weergegeven.
Druk op ◄ om [JA] te selecteren
en druk vervolgens op [MENU/SET]
Lees de informatie onder [VOORZORGSMAATR.]
om ervoor te zorgen dat de
waterbestendigheidsprestaties behouden blijven.
•
Wanneer [NEE] wordt geselecteerd, wordt [AUB
KLOK INSTELLEN] weergegeven. (Wanneer de
camera wordt ingeschakeld door de afspeelknop
ingedrukt te houden, wordt het scherm voor
instelling van de klok niet weergegeven.)
Druk op ◄► om de
voorzorgsmaatregelen voor
waterbestendigheid door te lezen
en druk bij het laatste scherm
(11/11) op [MENU/SET]
Het bericht [AUB KLOK INSTELLEN]
verschijnt.
Druk op ◄► om de items (jaar, maand, dag, uur, minuten,
weergavevolgorde of tijdweergave-indeling) te selecteren en
druk op ▲▼ om deze in te stellen
Het in te
stellen item
selecteren
Het in te
stellen item
selecteren
• Annuleren → Druk op .
• Wanneer u [AM/PM] instelt, wordt 0:00 uur middernacht weergegeven als
AM 12:00 en 12:00 uur ’s middags als PM 12:00.
Selecteer de weergavevolgorde voor de dag, de maand en
het jaar ([M/D/J], [D/M/J] of [J/M/D]).
Selecteer [24 UURS] of [AM/PM] voor
de indeling van de tijdweergave.
Druk op [MENU/SET]
Bevestig de instelling en druk op [MENU/SET]
• Druk op om terug te keren naar het vorige scherm.
• Schakel de camera weer in en controleer de weergave van de tijd.
(U kunt de tijd en de datum weergeven door enkele keren op [DISPLAY] te drukken.)
Selecteer [KLOKINST.] in het menu [OPNAME] of [SET-UP] (→36), voer en uit.
• De klokinstellingen worden ongeveer 3 maanden bewaard, zelfs nadat de
batterij wordt verwijderd, mits een volledig opgeladen batterij in de camera was
geïnstalleerd in de 24 uur voordat de klok werd ingesteld.
■
Lokale tijd instellen op een reisbestemming in het buitenland
[WERELDTIJD] (→72)
Druk op [MENU/SET]
Als u de datum en tijd niet instelt, worden een verkeerde datum en tijd gebruikt als u
●
foto’s afdrukt via [TEKST AFDR.] of via een digitale fotowinkel.
U kunt een jaartal instellen tussen 2000 en 2099.
●
Nadat de tijd is ingesteld, kan de datum altijd juist worden afgedrukt, ook al verschijnt
●
de datum niet op het scherm van de camera.
30 VQT2X66VQT2X66 31
Het menu instellen
Het menuscherm weergeven
Bediening: [MENU/SET]
Druk op [MENU/SET]
Het menuscherm wordt weergegeven.
Het menutype selecteren (→34)
Bediening: ◄→▲▼→►
Geef het menu [SET-UP] weer
Druk op ◄
Druk op ▼ om het menu
[SET-UP] te selecteren
Druk op ►
De achtergrondkleur
verandert.
Gaat naar het pictogram van
het menu [SET-UP].
Het item selecteren
Bediening: ▲▼→►
Druk op ▲▼ om [LCD MODE] te selecteren
: Pagina’s
De pagina’s kunnen ook worden geselecteerd
met de zoomknop.
Druk op ► om de instellingen weer te geven
: Instellingen
: Geselecteerde instelling
De instellingen wijzigen
Hoofdbedieningsfuncties:
▲▼→[MENU/SET]
Druk op ▲▼ om een instelling te selecteren en druk dan op [MENU/SET]
De geselecteerde instelling wordt ingesteld.
• Annuleren → Druk op knop (wissen)
Het menuscherm afsluiten
Bediening: [MENU/SET]
Druk op [MENU/SET]
Het menu wordt afgesloten en het vorige scherm verschijnt weer.
Zie het onderstaande procedurevoorbeeld wanneer u het menu [SET-UP], het menu
[OPNAME] en het menu [AFSPELEN] gebruikt.
■
Het menuscherm
Knoppen voor bediening van de menu’s
: [MENU/SET]
: Cursorknop
: knop (wissen)
Configuratie menuscherm
: Menutype
: Bedieningsinstructies
: Menu-items
■
Menubedieningsvolgorde
Voorbeeld: [LCD MODE] wijzigen in het menu [SET-UP] in de modus [NORMALE
FOTO] (→46)
32 VQT2X66VQT2X66 33
De menutypen en items die worden weergegeven, verschillen afhankelijk van de modus.
●
De instellingsmethoden verschillen, afhankelijk van het menu-item.
●
In de opnamemodus kan het menuscherm ook worden afgesloten door de ontspanknop
●
half in te drukken.
Het menu instellen
(vervolg)
Menutype
Menu [OPNAME] (alleen opnamemodus)
Voorkeuren voor foto’s wijzigen (→73 - 79)
• Hiermee kunt u kleur, gevoeligheid, pixelniveau en andere
instellingen opgeven.
• In de modus [INTELLIGENT AUTO] is het pictogram .
Menu [SET-UP]
Het gebruiksgemak van de camera vergroten (→36 - 41)
• Hier kunt u instellingen opgeven die te maken hebben met het
gebruiksgemak.
U kunt hier bijvoorbeeld de klok instellen, de geluidssignalen
wijzigen enzovoort.
Menu [AFSPELEN] (alleen afspeelmodus)
Uw foto’s gebruiken (→87 - 94)
• Hiermee kunt u instellingen voor beveiliging, bijsnijden en
afdrukken opgeven voor foto’s die u hebt gemaakt.
Gebruik van het Quick-menu
Hierin vastgelegde menu-onderdelen kunnen gemakkelijk weer opgeroepen worden.
Open in de opnamemodus het
snelmenu
Druk op de knop totdat het snelmenu wordt
weergegeven
Druk op ◄► om een Quick-menuitem ( ) te selecteren
Het Quick-menu wordt gesloten en het vorige
scherm verschijnt weer.
Welke onderdelen er worden getoond, is afhankelijk van de gekozen opnamestand.
●
34 VQT2X66VQT2X66 35
Gebruik van het menu [SET-UP]
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (→32)
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (→32)
Algemene camera-instellingen uitvoeren zoals de klok instellen, de gebruiksduur van de
batterij verlengen en de geluidssignalen wijzigen.
[KLOKINST.], [AUTO REVIEW] en [AUTOM. UIT] zijn belangrijk voor de instelling
van de klok en de gebruiksduur van de batterij. Controleer deze instellingen
voordat u de camera gebruikt.
OnderdeelInstellingen, opmerkingen
[VOORZORGSMAATR.]
De voorzorgsmaatregelen
weergeven om te
voorkomen dat er water
in de camera komt. (→9)
[KLOKINST.]
De voorzorgsmaatregelen die van tevoren moeten worden
gecontroleerd om de waterbestendigheidsprestaties in
stand te houden, worden weergegeven.
• Als de voorzorgsmaatregelen voor waterbestendigheid na
aanschaf van de camera niet helemaal worden doorgelezen,
worden ze elke keer weergegeven als de camera wordt
ingeschakeld. Als er op het laatste scherm (11/11) op [MENU/
SET] wordt gedrukt, worden de voorzorgsmaatregelen niet meer
weergegeven als u de camera de volgende keer inschakelt.
Als u de voorzorgsmaatregelen opnieuw wilt lezen, kunt u ze
weergeven vanuit dit menu.
De tijd- en datumnotatie en de weergave-indeling instellen.
De datum en de tijd
instellen. (→30)
[WERELDTIJD]
De lokale tijd instellen in
het buitenland. (→72)
[REISDATUM]
Opslaan van het aantal
dagen dat u al op reis
bent. (→71)
[BESTEMMING]: Plaatselijke tijd op uw
reisbestemming instellen.
[HOME]: De datum en tijd instellen (thuis).
[REIS-SETUP]
[OFF]/[SET] ( De datum van vertrek en terugkeer
registreren.)
[LOCATIE]
[OFF]/[SET] (De naam van de bestemming invoeren.) (→80)
[TOON]
Geluidssignalen
en geluiden van de
ontspanner wijzigen of
dempen.
[TOONNIVEAU]
// : Dempen/Laag/Hoog
[PIEPTOON]
/ / : Toon wijzigen.
[SHUTTER VOL.]
// : Dempen/Laag/Hoog
[SHUTTER TOON]
/ / : Shuttertoon wijzigen.
OnderdeelInstellingen, opmerkingen
[VOLUME]
Volume van het geluid
van de luidsprekers
aanpassen (7 niveaus).
[LCD MODE]
Het lcd-scherm beter
zichtbaar maken.
0 • • [LEVEL3] • • [LEVEL6]
• Hiermee kunt u niet het volume van de tv aanpassen
wanneer de camera op een tv is aangesloten. (We raden
u aan het cameravolume in te stellen op 0.)
[OFF]: Normal (instelling annuleren)
[AUTO POWER LCD]:
De helderheid wordt automatisch ingesteld, afhankelijk
van de lichtsterkte rondom de camera.
[SPANNING LCD]:
Hiermee maakt u het scherm helderder dan normaal
(voor buiten).
[GR. KIJKHOEK]:
Hiermee kunt u het scherm beter zien wanneer u
fotografeert vanaf een hoog punt. (wordt moeilijker
zichtbaar van voren)
• [AUTO POWER LCD] is in de volgende situaties uitgeschakeld.
Tijdens de afspeelmodus of de weergave van het menuscherm of
wanneer de camera op een computer/printer is aangesloten.
• [SPANNING LCD] wordt uitgeschakeld als er tijdens het
fotograferen 30 seconden niets wordt gedaan. (De helderheid
kan worden hersteld door op een willekeurige knop te drukken)
• [GR. KIJKHOEK] wordt geannuleerd wanneer de camera wordt
uitgeschakeld of wanneer [AUTOM. UIT] wordt geactiveerd.
• Omdat op de foto die op het lcd-scherm wordt weergegeven, de
helderheid wordt benadrukt, kunnen sommige onderwerpen er
anders uitzien dan in werkelijkheid. Dit is echter niet van invloed
op de gemaakte foto.
• Weer zonlicht (met hand, enzovoort) als het scherm door reflectie
moeilijk zichtbaar is.
• [AUTO POWER LCD] en [GR. KIJKHOEK] zijn niet beschikbaar
in de afspeelmodus.
• Wanneer u [AUTO POWER LCD] of [SPANNING LCD]
selecteert, zijn er minder foto’s beschikbaar en gaat de batterij
minder lang mee.
[BEELDGROOTTE]
[STANDARD]/[LARGE]
Keuze van de afmetingen
van het menu.
36 VQT2X66VQT2X66 37
Loading...
+ 42 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.