PANASONIC DMCFS33 User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing voor
geavanceerde Kenmerken
Digitale camera
Model Nr.
Gelieve deze gebruiksaanwijzing volledig door te lezen
alvorens dit apparaat in gebruik te nemen.
DMC-FS33
VQT2P30
Inhoud
Vóór gebruik
Beknopte gebruiksaanwijzingen ............... 4
Standaardaccessoires .............................. 6
Namen van de onderdelen ....................... 7
Hoe u het aanraakpaneel gebruikt ........... 9
Voorbereiding
De batterij opladen ................................. 11
• Over de levensduur van de batterij en
de afspeelduur ................................. 14
De kaart (optioneel)/
de batterij plaatsen en verwijderen ..... 15
Over het ingebouwde geheugen/de kaart
De datum/tijd instellen (Klokinstelling) .... 19
• De klokinstelling veranderen ............ 20
Het menu instellen .................................. 21
• Menuonderdelen instellen ............... 22
• Gebruik van het snelmenu ............... 24
Over het Set-up-menu ............................ 25
De [OPNAME]-functie selecteren ........... 33
Basiskennis
Opnamen maken met de automatische
functie
(4: intelligente automatische functie) .....
• Scènedetectie .................................. 37
• Instellingen van de intelligente
automatische functie ........................ 38
Opnamen maken met uw favoriete
instellingen
(1: Normale beeldfunctie) ................ 39
• Scherp stellen .................................. 40
• Wanneer er niet op het onderwerp
scherp gesteld is (zoals wanneer deze zich niet in het midden bevindt van de compositie van de opname die u wilt
maken) ............................................. 40
• Golfbeweging (cameratrilling)
voorkomen ....................................... 41
• Richtingdetectiefunctie ..................... 41
Opnamen maken met de zoom .............. 42
.. 17
35
• Gebruik van de optische zoom/gebruik van de extra optische zoom (EZ)/
gebruik van de digitale zoom ........... 42
Opnamen weergeven ([NORMAAL AFSP.])
• De afspeelzoom gebruiken .............. 45
• Afbeelden van meerdere opnamen
([MEERV. AFSP.]) ............................. 46
Opnamen wissen .................................... 47
• Eén enkele opname wissen ............. 47
• Meerdere opnamen (tot 50) of alle
opnamen wissen .............................. 48
... 44
Gevorderd (Opnamen maken)
Over de LCD-monitor ............................. 49
Opnamen maken met de ingebouwde
itser ................................................... 50
De geschikte itsinstelling selecteren
Close-up’s maken ................................... 55
• [MACRO-AF] .................................... 55
• [MACRO ZOOM] .............................. 56
Opnamen maken met de zelfontspanner Opnamen maken met de aangeraakte
zone scherpgesteld (Selectie van
Aanraking AF-zone) ............................ 58
Belichtingscompensatie .......................... 60
Opnamen maken die overeenkomen
met de scène die wordt opgenomen
(Scènefunctie)..................................... 61
Scènes registreren met de scènefunctie (/ : My Scene Mode)
• Voor elke opname de scènefunctie
selecteren (5: Scène Mode) ......... 62
• [PORTRET] ...................................... 63
• [GAVE HUID] .................................... 63
• [TRANSFORMEREN] ...................... 64
• [ZELFPORTRET] ............................. 64
• [LANDSCHAP] ................................. 65
• [SPORT] ........................................... 65
• [NACHTPORTRET] .......................... 65
• [NACHTL. SCHAP] ........................... 66
• [VOEDSEL] ...................................... 66
• [PARTY] ............................................ 67
• [KAARSLICHT] ................................. 67
........................ 61
.... 50
...... 57
• [BABY1] / [BABY2] ........................... 68
• [HUISDIER] ...................................... 69
• [ZONSONDERG.] ............................ 69
• [H. GEVOELIGH.] ............................. 69
• [HI-SPEED BURST] ......................... 70
• [FLITS-BURST] ................................ 71
• [STERRENHEMEL] .......................... 72
• [VUURWERK] .................................. 72
• [STRAND] ........................................ 73
• [SNEEUW] ....................................... 73
• [LUCHTFOTO] ................................. 73
• [ZANDSTRAAL] ............................... 74
• [FOTO FRAME] ................................ 74
Functie voor bewegende beelden ........... 75
Nuttige functies op reisbestemmingen ... 78
• Opslaan op welke dag van uw
vakantie u de opname maakt ........... 78
• Opnamedatums/tijden op overzeese
reisbestemmingen (wereldtijd) ......... 81
Gebruik van het [OPNAME]-functiemenu
• [FLITS] ............................................. 83
• [ZELFONTSPANNER] ...................... 83
• [FOTO RES.] .................................... 83
• [OPN. KWALITEIT] ........................... 84
• [GEVOELIGHEID] ............................ 85
• [AF MODE] ....................................... 86
• [MACRO STAND] ............................. 87
• [WITBALANS] .................................. 88
• [BELICHTING] .................................. 89
• [BURSTFUNCTIE] ........................... 90
• [DIG. ZOOM] .................................... 91
• [KLEURFUNCTIE] ............................ 91
• [STABILISATIE] ................................ 92
• [AF ASS. LAMP] ............................... 93
• [RODE-OGEN CORR] ..................... 93
• [KLOKINST.] ..................................... 93
Karakters invoeren .................................. 94
... 83
Geavanceerd (weergeven)
Opnamen opeenvolgend weergeven
(diashow) ............................................ 95
Opnamen weergeven per opnamedatum
([KALENDER]) .................................... 97
Opnamen selecteren en deze weergeven
([CATEGOR. AFSP.]/[FAVORIET AFSP.])
• [CATEGOR. AFSP.] .......................... 98
• [FAVORIET AFSP.] ......................... 100
Bewegende beelden afspelen .............. 101
Gebruik van het [AFSPELEN]-functiemenu
• [TEKST AFDR.] .............................. 103
• [NW. RS.] De beeldgrootte
(aantal pixels) reduceren ................ 105
• [BIJSNIJD.] ..................................... 107
• [LCD ROTEREN] ............................ 108
• [FAVORIETEN] ............................... 109
• [PRINT INST.] ................................. 110
• [BEVEILIGEN] ................................ 112
• [KOPIE] Opnamen kopiëren van
het ingebouwde geheugen naar
een kaart ........................................ 113
... 98
.... 103
Aansluiten op andere apparatuur
Aansluiting op een PC .......................... 114
De opnamen afdrukken ........................ 117
Een opname selecteren en afdrukken
• Meerdere opnamen selecteren en
afdrukken ....................................... 119
• Afdrukinstellingen ........................... 120
Opnamen weergeven op een
TV-scherm ........................................ 123
• Opnamen weergeven met de
AV-kabel ......................................... 123
Opnamen weergeven op een TV met een sleuf voor een SD-geheugenkaart
... 118
....... 124
Overige informatie
Schermdisplay ...................................... 125
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik .. 128
Waarschuwingen op het scherm .......... 134
Problemen oplossen ............................. 137
Aantal opnamen dat kan worden gemaakt
en de beschikbare opnametijd .......... 146

Vóór gebruik

Beknopte gebruiksaanwijzingen

Dit is een overzicht van hoe u met deze camera opnamen maakt en weergeeft. Raadpleeg bij elke stap de tussen haakjes aangegeven pagina’s.
Laad de batterij op. (P11)
1
De batterij is bij levering nog niet opgeladen. Laad de batterij dus eerst op.
Plaats de batterij en kaart in het toestel.
2
(P15)
Als u geen kaart gebruikt, kunt u opnamen maken of weergeven met het ingebouwde geheugen. (P17) Raadpleeg P18 als u een kaart gebruikt.
Insteektype
90°
Connectortype
Zet het toestel aan om opnamen te
3
maken.
1Schuif de
[OPNAME]/[AFSPELEN]-keuzeschakelaar naar [1].
2Druk de ontspanknop in om opnamen te
maken. (P35)
OFF ON
Geef de opnamen weer.
4
1Schuif de
[OPNAME]/[AFSPELEN]-keuzeschakelaar naar [5].
2Kies de opname die u wilt bekijken. (P44)
Vóór gebruik
Vóór gebruik

Standaardaccessoires

Controleer of alle accessoires aanwezig zijn voordat u het toestel gebruikt.
• De accessoires en de vorm hiervan zijn afhankelijk van het land of de regio waar de camera is gekocht. Raadpleeg de Basisgebruiksaanwijzing voor bijzonderheden over de accessoires.
• Battery Pack wordt in de tekst aangegeven als batterijpakket of batterij.
• Battery Charger wordt in de tekst batterijlader of lader genoemd.
• De SD-geheugenkaart, SDHC-geheugenkaart en SDXC-geheugenkaart worden in de tekst kaart genoemd.
De kaart is een optioneel onderdeel.
U kunt opnamen maken of weergeven met het ingebouwde geheugen als u geen kaart gebruikt.
• Raadpleeg uw dealer of het dichtstbijzijnde servicecentrum als u de bijgeleverde accessoires verliest. (U kunt de accessoires apart aanschaffen.)
Vóór gebruik
21 3
4 5

Namen van de onderdelen

1 Flitser (P50) 2 Lens (P140) 3 Indicator voor zelfontspanner (P57) AF-hulplamp (P93)
4 Aanraakpaneel/LCD-monitor (P9, 49, 125, 140) 5 [OPNAME]/[AFSPELEN]-keuzeschakelaar (P21) 6 [MODE]-knop (P33) 7 [DISPLAY]-knop (P49) 8 [MENU]-knop (P22) 9 [Q.MENU] (P24)/Wis (P47) -knop
876 9
Vóór gebruik
10
11
16
18
19 20
10 Aan/uit-schakelaar (P19) 11 Zoomregelaar (P42) 12 Luidspreker (P101) 13 Microfoon (P75) 14 Ontspanknop (P36, 75) 15 Knop voor intelligente automatische functie (P35)
16 Oogje voor handriem
• Zorg ervoor de handriem te bevestigen wanneer u het toestel gebruikt, zodat u de camera niet kunt laten vallen.
17 Lenscilinder 18 [AV OUT/DIGITAL]-aansluitpunt (P114, 117, 123)
19 Aansluitpunt voor statief
• Zet het statief goed vast als u het toestel erop bevestigt.
20 Kaart/batterijklep (P15, 16) 21 Schuifknop voor openen/sluiten van kaart/batterijklep
(P15)
22 Klep DC-koppelstuk (P16)
• Wanneer u een AC-adapter gebruikt, zorg er dan voor dat het DC-koppelstuk (optioneel) en de AC-adapter (optioneel) van Panasonic samen worden gebruikt. Raadpleeg P16 voor bijzonderheden omtrent de aansluiting.
12 13 14 15
1
2
17
22 21
Vóór gebruik

Hoe u het aanraakpaneel gebruikt

U kunt de camera bedienen door de LCD-monitor (aanraakpaneel) rechtstreeks aan te raken met uw vinger.
Aanraken
Het aanraakpaneel aanraken en loslaten. Hiermee selecteert u pictogrammen of opnamen.
• Dit werkt mogelijk niet goed als meerdere pictogrammen tegelijk worden aangeraakt; probeer daarom het pictogram in het midden aan te raken.
Slepen
Een beweging waarbij de vinger contact houdt met het aanraakpaneel. Hiermee schuift u de opname verder of terug tijdens weergave.
• Sleep horizontaal op het middelste gebied van het scherm (zie hiernaast).
Over het aanraakgebied van het scherm
Bij het aanraken van of slepen op het aanraakpaneel moet u ervoor zorgen dat u het middelste gebied van het scherm aanraakt of sleept. Het aanraakpaneel detecteert uw bewegingen mogelijk niet bij het aanraken of slepen van de rand van het scherm die zich buiten het sensorgebied bevindt.
A Detectiegebied van de sensor (bij benadering) B Het beschikbare sleepgebied (bij benadering)
A B
Opmerking
• Dit aanraakpaneel detecteert de elektrische eigenschappen van het menselijk lichaam (capacitief aanraakpaneel). Raak het paneel rechtstreeks aan met uw blote vinger.
• Raak het paneel aan met een schone en droge vinger.
• Het aanraakpaneel kan over het algemeen niet worden gebruikt:
– met een stylus pen of als u een handschoen draagt. – met een natte hand of onmiddellijk nadat handlotion is aangebracht –
als u LCD-beschermfolie gebruikt (deze kan de zichtbaarheid en bediening bemoeilijken.)
– als u beide handen of meer dan één vinger tegelijkertijd op het aanraakpaneel houdt
• Druk niet op de LCD-monitor met harde puntige voorwerpen, zoals balpennen.
• Bedien het paneel niet met uw nagels.
• Wrijf de LCD-monitor schoon met een droge zachte doek als de monitor vuil is.
• Maak geen krassen op de LCD-monitor en druk er niet te hard op.
Vóór gebruik
Algemene informatie over de bedieningspictogrammen van het aanraakpaneel
De bediening van het aanraakpaneel is gemakkelijker als u weet welke pictogrammen vaak verschijnen. Behalve van de pictogrammen kunt u ook gebruik maken van sommige knoppen of bedieningselementen op de camera.
AHiermee gaat u naar de volgende of vorige pagina op een
menuscherm, etc. als er meerdere pagina’s zijn.
• U kunt ook gebruik maken van de zoomregelaar op de camera om naar de volgende of vorige pagina te gaan.
BHiermee keert u terug naar het vorige menuscherm dat u
eerder zag of sluit u het menu.
A B
CGebruik deze pictogrammen om de waarde van een instelling
te wijzigen. Op sommige schermen ziet u mogelijk [w]/[q] in plaats van [e]/[r].
• Raak deze pictogrammen herhaaldelijk aan tot u de gewenste waarde krijgt. De waarde verandert niet voortdurend wanneer u de pictogrammen blijft aanraken.
DNadat u met [e]/[r]/[w]/[q] een waarde hebt gewijzigd, raak
dan dit pictogram aan om de nieuwe waarde te activeren.
EHiermee keert u terug naar het vorige scherm zonder een instelling te wijzigen.
• Voor het annuleren van een bedieningshandeling kunt u ook gebruik maken van de knop [4] op de camera.
FDeze pictogrammen worden weergegeven in het snelmenu
(P24) of in het opname/weergavescherm. Ze bieden u talrijke
nuttige functies voor het opnemen en afspelen.
• Afhankelijk van de LCD-status, kunnen de pictogrammen na een bepaalde periode verdwijnen wanneer er geen bewerking wordt uitgevoerd. Als dat gebeurt, kunt u de pictogrammen terughalen door op het scherm een willekeurig punt aan te raken.
C E D
F
De bediening van het aanraakpaneel annuleren
U kunt op elk moment de bediening van het aanraakpaneel annuleren door de ontspanknop tot halverwege in te drukken, waarna het opnamescherm verschijnt wanneer de camera in de [OPNAME]-functie is.
- 10 -

Voorbereiding

De batterij opladen

Over batterijen die u kunt gebruiken met dit apparaat Met deze camera kunt u gebruik maken van de bijgeleverde batterij of specieke optionele batterijen.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing betreffende het onderdeelnummer van de beschikbare optionele batterijen in uw streek.
Het blijkt dat op sommige markten batterijpakketten in omloop zijn gebracht die sterk gelijken op het echte product, maar in feite nagemaakt zijn. Niet alle batterijpakketten van dit soort zijn op gepaste wijze beschermd met een interne bescherming om te voldoen aan de eisen van de geldende veiligheidsnormen. Er is een mogelijkheid dat deze batterijpakketten tot brand of explosie kunnen leiden. U dient te weten dat wij niet verantwoordelijk zijn voor eventuele ongelukken of storingen die kunnen optreden als gevolg van het gebruik van dit soort batterijen. Om er voor te zorgen dat er veilige producten gebruikt worden, raden we het gebruik aan van originele batterijpakketten van Panasonic.
Gebruik de specieke oplader en batterij.
Dit apparaat heeft een functie die kan detecteren welke batterijen veilig kunnen
worden gebruikt. De specieke batterij wordt door deze functie ondersteund. U
kunt met dit apparaat alleen gebruik maken van originele Panasonic-batterijen
of van batterijen die zijn gemaakt door andere fabrikanten en die gecerticeerd
zijn door Panasonic. (U kunt geen gebruik maken van batterijen die deze functie
niet ondersteunen.) Panasonic kan op geen enkele wijze garanties geven voor de
kwaliteit, prestaties en veiligheid van batterijen die zijn gemaakt door derden en
afwijken van originele Panasonic-batterijen.
De batterij is bij levering nog niet opgeladen. Laad de batterij dus eerst op.
• Laad de batterij binnenshuis op met de oplader.
• Laad de batterij op bij temperaturen tussen 10
temperatuur van de batterij zelf zijn.)
o
C t/m 35 oC. (Dit moet ook de
Plaats de batterij in de juiste richting.
1
- 11 -
Voorbereiding
Steek de stekker van het opladersnoer in
2
het stopcontact.
• De stekker van de netvoedingskabel zal niet helemaal aansluiten op het stopcontact. Er blijft een tussenruimte over zoals op de afbeelding.
• Er wordt begonnen met opladen zodra het lampje [CHARGE] A groen oplicht.
Verwijder de batterij nadat deze is opgeladen.
3
• De batterij is volledig opgeladen zodra het lampje [CHARGE] A dooft.
• Nadat u de batterij hebt opgeladen, moet u de stekker uit het stopcontact halen.
Insteektype
90°
Connectortype
A
A
- 12 -
Voorbereiding
Opladen
Bijgeleverde batterij Optionele batterij
Oplaadtijd
¼
met de bijgeleverde oplader
Circa 100 min Circa 130 min
De aangegeven oplaadtijd is voor wanneer de batterij geheel leeg is geraakt. De oplaadtijd kan variëren afhankelijk van hoe de batterij gebruikt is. De oplaadtijd voor een batterij in hete/koude omgevingen of een batterij die lange tijd niet is gebruikt, is mogelijk langer dan normaal.
Als het [CHARGE]-lampje knippert
• De temperatuur van de batterij is te hoog of te laag. Laad de batterij opnieuw op bij een temperatuur tussen 10 °C en 35 °C.
• De polen op de lader of op de batterij zijn vuil. Wrijf ze in dit geval schoon met een droge doek.
Batterijaanduiding
De batterijaanduiding verschijnt op de LCD-monitor. [Deze verschijnt niet wanneer u de camera gebruikt met de AC-adapter (optioneel)].
• De aanduiding wordt rood en knippert als de resterende batterijstroom op is. Laad de batterij opnieuw op of vervang de batterij door een volle batterij.
Opmerking
• De batterij wordt warm na gebruik/laden of tijdens het laden. Ook de camera wordt warm tijdens gebruik. Dit is geen storing.
• De batterij kan opnieuw worden opgeladen als deze nog niet helemaal leeg is, maar het is niet aan te raden om de batterij bij te laden als de batterij vrijwel helemaal opgeladen is. (Aangezien het kenmerkende zwellen plaats zou kunnen vinden.)
Laat geen metalen voorwerpen (zoals klemmetjes) in de buurt van de
contactzones van de stroomplug. Anders kan door kortsluiting of gegenereerde hitte brand en/of elektrische schokken worden veroorzaakt.
- 13 -
Voorbereiding

Over de levensduur van de batterij en de afspeelduur

De levensduur van de batterij (op basis van de CIPA-standaard bij gebruik van de
normale beeldfunctie)
Bijgeleverde batterij Optionele batterij
Capaciteit 740 mAh 940 mAh
Aantal opnamen dat kan
worden gemaakt
Opnametijd Circa 150 min Circa 190 min
Opnameomstandigheden volgens de CIPA-standaard
• CIPA is een afkorting van [Camera & Imaging Products Association].
• Temperatuur: 23 °C/Vochtigheid: 50% wanneer de LCD-monitor ingeschakeld is.
• Met een Panasonic SD-geheugenkaart (32 MB).
• Opnemen begint 30 seconden nadat de camera aangezet is. (Als de optische beeldstabilisator ingesteld is op [AUTO].)
Om de 30 seconden opnemen, met volle its bij elke tweede opname.
• Bij elke opname de zoomregelaar van Tele naar Groothoek of andersom draaien.
• Het toestel om de 10 opnamen uitzetten. Het toestel niet gebruiken totdat de batterijen afgekoeld zijn.
Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt, verschilt al naargelang de pauzetijd tussen de opnamen. Als de pauzetijd tussen de opnamen langer wordt, neemt het aantal opnamen dat kan worden gemaakt, af. [bijv. als u om de 2 minuten opnamen maakt, neemt het aantal opnamen dat kan worden gemaakt, af tot een kwart.]
Weergavetijd Circa 280 min Circa 360 min
Circa 300 beelden Circa 380 beelden
Bijgeleverde batterij Optionele batterij
Opmerking
De bedieningstijd en het aantal opnamen dat kan worden gemaakt zijn afhankelijk van de camera-omgeving of de gebruiksomstandigheden.
Deze nemen bijvoorbeeld af wanneer:
– u in een gebied met een lage temperatuur bent (bijv. een skipiste) – de Auto Power LCD-functie, de Spanning LCD-functie of de functie voor de hoge
kijkhoek (P27) wordt gebruikt
– de itser of zoom vaak wordt gebruikt.
• De levensduur van de batterij is mogelijk aan zijn eind als de gebruikstijd van de camera extreem kort wordt, zelfs nadat de batterij goed opgeladen is. Koop een nieuwe batterij.
- 14 -
Voorbereiding
OPEN LOCK
OPEN LOCK

De kaart (optioneel)/de batterij plaatsen en verwijderen

• Controleer of het toestel uit staat.
• We raden een kaart van Panasonic aan.
Schuif het schuifknopje in de richting
1
van de pijl en open de batterij/kaartklep.
Gebruik altijd echte Panasonic-batterijen.
Als u andere batterijen gebruikt, garanderen
wij de kwaliteit van dit product niet.
Batterij: Plaats de batterij totdat
2
deze door de schuifknop A wordt vergrendeld; let erop dat u de batterij in de juiste richting plaatst. Trek de schuifknop A in de richting van de pijl om de batterij te verwijderen.
Kaart: Druk de kaart helemaal naar
binnen totdat deze vast klikt; let erop dat u de kaart niet andersom houdt. Om de kaart te verwijderen, moet u de kaart helemaal naar binnen duwen totdat u een klik hoort, waarna u de kaart rechtop naar buiten kunt trekken.
B: Raak de aansluitpunten van de kaart niet
aan.
• De kaart kan beschadigd worden als deze niet goed in het toestel zit.
B
CARDBATTERY
A
1: Sluit de kaart/batterijklep.
3
2: Schuif het schuifje in de richting van
de pijl.
• Als u de kaart/batterijklep niet helemaal kunt sluiten, haalt u de kaart eruit en steekt u deze er weer in.
- 15 -
2
1
Voorbereiding
Opmerking
Haal de batterij uit het toestel na gebruik. Steek de verwijderde batterij in de batterijhouder (mee geleverd).
• Verwijder de batterij niet totdat de LCD-monitor wordt uitgeschakeld, omdat anders de instellingen verkeerd opgeslagen kunnen worden.
• De bijgeleverde batterij is alleen bedoeld voor dit toestel. Gebruik de batterij niet voor andere apparatuur.
• Een volle batterij raakt leeg als u deze lang niet gebruikt.
• Zet de camera uit voordat u de kaart of batterij verwijdert. (Anders werkt dit apparaat mogelijk niet meer normaal en kan de kaart zelf beschadigd raken of zouden de opgenomen beelden verloren kunnen gaan.)
Gebruik van een AC-adapter (optioneel) en een DC-koppelstuk (optioneel) in
plaats van de batterij
Zorg ervoor dat de AC-adapter (optioneel) en het DC-koppelstuk (optioneel) aangeschaft worden in een set. Gebruik deze niet als ze apart zijn aangeschaft.
1Open de kaart/batterijklep. 2Plaats het DC-koppelstuk; let hierbij op de richting. 3Sluit de kaart/batterijklep.
• Zorg ervoor dat de kaart/batterijklep dicht is.
4Open de klep A van het DC-koppelstuk.
• Als de klep van het DC-koppelstuk moeilijk opengaat, duw deze dan open vanaf de binnenzijde terwijl de kaart/batterijklep openstaat.
5Steek de AC-adapter in een stopcontact. 6Sluit de AC-adapter B aan op het aansluitpunt [DC
IN] C van het DC-koppelstuk.
D ijn de markeringen uit en sluit de stekker aan.
• Zorg ervoor dat alleen gebruik wordt gemaakt van de AC-adapter en het DC-koppelstuk voor dit toestel. Het gebruik van andere apparatuur zou schade kunnen veroorzaken.
3
6
1
C
B
A
2
4
D
Opmerking
• Gebruik altijd een originele Panasonic AC-adapter (optioneel).
• Als u een AC-adapter gebruikt, maak dan ook gebruik van de AC-kabel die met de AC­adapter is mee geleverd.
Sommige statieven kunnen niet bevestigd worden wanneer het DC-koppelstuk aangesloten is.
Dit toestel kan niet rechtop staan als de AC-adapter aangesloten is. Als u het toestel gebruikt op een vlak oppervlak, dan raden wij u aan het toestel op een zachte doek te plaatsen.
• Zorg ervoor de AC-adapter los te koppelen wanneer u de kaart/batterijklep opent.
• Als de AC-adapter en het DC-koppelstuk niet nodig zijn, verwijder deze dan van het digitale toestel. Houd ook de klep van het DC-koppelstuk dicht.
• Lees ook de handleiding van de AC-adapter en het DC-koppelstuk.
• Het verdient aanbeveling om bij het opnemen van bewegende beelden gebruik te maken van een batterij met voldoende capaciteit of van de AC-adapter.
Als bij gebruik van een AC-adapter tijdens het opnemen van bewegende beelden de stroom wordt afgesneden doordat een stroomstoring is opgetreden of de AC-adapter werd ontkoppeld, etc., dan zullen de bewegende beelden niet verder worden opgenomen.
- 16 -
Voorbereiding

Over het ingebouwde geheugen/de kaart

De volgende bedieningshandelingen kunnen met dit toestel worden uitgevoerd.
Wanneer geen kaart is geplaatst: Opnamen kunnen
worden gemaakt in het ingebouwde geheugen en worden weergegeven.
Wanneer een kaart is geplaatst: Opnamen kunnen worden gemaakt op de kaart en worden weergegeven.
Als u het ingebouwde geheugen gebruikt
1 " 2 (kaartaanduiding)
Als u de kaart gebruikt
3 (geheugenaanduiding)
¼
De geheugenaanduiding wordt rood als er opnamen worden gemaakt in het ingebouwde geheugen (of op de kaart).
Ingebouwd geheugen
U kunt de gemaakte opnamen kopiëren naar een kaart. (P113)
Geheugengrootte: Circa 40 MB
Bewegende beelden die kunnen worden gemaakt: Alleen QVGA (320 × 240 pixels)
• Het ingebouwde geheugen kan worden gebruikt als tijdelijke opslagruimte als de kaart vol raakt.
• De toegangstijd voor het ingebouwde geheugen kan langer zijn dan de toegangstijd voor een kaart.
- 17 -
Voorbereiding
Kaart
De volgende soorten kaarten kunnen met dit apparaat worden gebruikt. (Deze kaarten worden aangeduid als kaart in de tekst.)
Soort kaart Opmerkingen SD-geheugenkaart (8 MB t/m 2 GB) SDHC-geheugenkaart (4 GB t/m 32 GB)
SDXC-geheugenkaart (48 GB t/m 64 GB)
• Als u gebruik maakt van kaarten met een capaciteit tussen 4 GB en 32 GB, controleer dan of het SDHC-logo op de kaart aanwezig is (wat aangeeft dat deze compatibel is met de SD-standaard).
• Als u gebruik maakt van kaarten met een capaciteit tussen 48 GB en 64 GB, controleer dan of het SDXC-logo op de kaart aanwezig is (wat aangeeft dat deze compatibel is met de SD-standaard).
• Controleer de nieuwste informatie op de volgende website.
http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/
(Deze site is alleen in het Engels.)
Opmerking
Zet dit apparaat niet uit, verwijder de batterij of de kaart niet en koppel de AC­adapter (optioneel) niet los wanneer de geheugenaanduiding brandt [wanneer er opnamen worden weggeschreven of gewist, of het ingebouwde geheugen of de kaart wordt geformatteerd (P31)]. Stel de camera ook niet bloot aan trillingen, stoten of statische elektriciteit. De kaart of de gegevens op de kaart kunnen beschadigd raken, waardoor het toestel niet meer normaal functioneert. Als door trillingen, stoten of statische elektriciteit de bediening mislukt, probeer het dan opnieuw.
Als de schrijfbeveiligingsschakelaar A op [LOCK] staat, kunnen gegevens niet worden weggeschreven of gewist, en kan de kaart niet worden geformatteerd. Gegevens wegschrijven en verwijderen en de kaart formatteren is weer mogelijk wanneer de schakelaar teruggezet wordt naar zijn originele positie.
• De gegevens in het ingebouwde geheugen of op de kaart kunnen beschadigd raken of verloren gaan door elektromagnetische golven of statische elektriciteit of omdat het toestel of de kaart stuk is. We raden aan belangrijke gegevens op te slaan op een PC, etc.
• Formatteer de kaart niet op uw PC of andere apparatuur. Formatteer de kaart alleen op het toestel zelf. Dan bent u verzekerd van een goede werking. (P31)
• Houd geheugenkaarten buiten het bereik van kinderen om te voorkomen dat ze de kaart inslikken.
U kunt gebruik maken van een SDHC­geheugenkaart of een SDXC-geheugenkaart in apparatuur die met deze kaarten compatibel is.
Controleer, voordat u een SDXC-geheugenkaart gebruikt, of uw computer en andere apparaten ondersteuning bieden voor dit type kaart. http://panasonic.net/avc/sdcard/ information/SDXC.html
A
- 18 -
Voorbereiding

De datum/tijd instellen (Klokinstelling)

De klok is in de fabriek nog niet ingesteld.
Zet de camera aan.
1
• Als het taalselectiescherm niet wordt afgebeeld, ga dan
verder met stap 4.
Raak het pictogram voor de taalselectie op het
2
scherm aan.
Selecteer de taal.
3
• Het bericht [AUB KLOK INSTELLEN] verschijnt. (Dit bericht verschijnt niet bij gebruik van de [AFSPELEN]-functie)
Raak [KLOKINST.] aan.
4
OFF ON
- 19 -
Voorbereiding
Raak [e]/[r]/[w]/[q] aan om het jaar, de maand,
5
de dag, het uur, de minuut, de weergavevolgorde
Aq Bw
of het formaat van de tijddisplay in te stellen, en raak [INST.] aan.
A: De tijd in uw woongebied B: De tijd van uw reisbestemming (P81)
4: Annuleren zonder de klok in te stellen.
• Selecteer [24 UURS] of [AM/PM] voor het formaat van de tijddisplay.
• AM/PM wordt afgebeeld als [AM/PM] wordt geselecteerd.
• Wanneer [AM/PM] geselecteerd is als het formaat van de tijddisplay, wordt middernacht afgebeeld als AM 12:00 en wordt twaalf uur ’s middags afgebeeld als PM 12:00. Dit displayformaat wordt veel gebruikt in de VS en elders.
Raak [INST.] aan om de instelling te verrichten.
6
• Zet het toestel uit nadat de klokinstellingen zijn voltooid. Zet het toestel vervolgens weer aan, schakel over naar de opnamefunctie, en controleer of de display de instellingen weergeeft die uitgevoerd zijn.
• Wanneer [INST.] ingedrukt is om de instellingen te voltooien zonder dat de klok ingesteld is, stel de klok dan correct in door de procedure “De klokinstelling veranderen” hieronder te volgen.

De klokinstelling veranderen

Selecteer [KLOKINST.] in het menu [OPNAME] of [SET-UP]. (P22)
• Dit kan worden gewijzigd in stap 5 om de klok in te stellen.
De klokinstelling wordt zelfs zonder de camerabatterij 3 maanden lang behouden
met behulp van de ingebouwde klokbatterij. (Laat de opgeladen camerabatterij 24 uur lang in de camera om de ingebouwde klokbatterij op te laden.)
Opmerking
• De klok wordt afgebeeld wanneer [DISPLAY] tijdens het opnemen verschillende keren wordt ingedrukt.
• U kunt het jaar instellen van 2000 t/m 2099.
• Als de klok niet is ingesteld, wordt niet de juiste datum afgedrukt als u de datumafdruk op de beelden instelt met [TEKST AFDR.] (P103) of de beelden laat afdrukken door een fotograaf.
• Als de klok wel is ingesteld, kan de juiste datum worden afgedrukt, zelfs als de datum niet op het scherm van de camera wordt afgebeeld.
- 20 -
Voorbereiding

Het menu instellen

Het toestel wordt geleverd met menu’s die u de mogelijkheid bieden instellingen te verrichten voor het maken van opnamen en deze weer te geven precies zoals u wilt en menu’s die u de mogelijkheid bieden meer plezier te hebben met het toestel en deze met groter gemak te gebruiken. In het bijzonder bevat het menu [SET-UP] belangrijke instellingen met betrekking tot de klok en de stroom van het toestel. Controleer de instellingen van dit menu voordat u overgaat tot het gebruik van het toestel.
A[OPNAME]/[AFSPELEN]-keuzeschakelaar
1[OPNAME]-functiemenu (P83 t/m 93)
Dit menu laat u de kleuring, gevoeligheid, witbalans, aantal pixels en andere aspecten instellen van de opnamen die u maakt.
[AFSPELEN]-functiemenu (P103 t/m 113)
5
Dit menu laat u de beveiligings-, snij- en afdrukinstellingen, etc. van gemaakte opnamen instellen.
e[SET-UP]-menu (P25 t/m 32)
• Met dit menu selecteert u de klokinstellingen, bedieningspieptonen en andere instellingen die het gemakkelijker voor u maken om het toestel te bedienen.
• Het [SET-UP]-menu kunt u instellen vanuit [OPNAMEFUNCTIE] of [AFSPEELFUNCTIE].
Opmerking
Vanwege de cameraspecicaties kunt u sommige functies mogelijk niet instellen of werken sommige functies niet als de camera onder bepaalde omstandigheden wordt gebruikt.
- 21 -
Voorbereiding
MENU

Menuonderdelen instellen

Deze paragraaf beschrijft hoe de instellingen van de normale beeldfunctie worden geselecteerd; dezelfde instelling kan worden gebruikt voor het menu [AFSPELEN] en [SET-UP]. Voorbeeld: De [AF MODE] wijzigen van [2] in [3] bij gebruik van de normale beeldfunctie
Zet de camera aan.
1
A[OPNAME]/[AFSPELEN]-keuzeschakelaar B[MODE]-knop C[MENU]-knop
Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN]-keuzeschakelaar naar [1], en
2
OFF ON
druk vervolgens op [MODE].
Als u de instellingen van het [AFSPELEN]-functiemenu wilt selecteren, stel de [OPNAME]/[AFSPELEN]-keuzeschakelaar dan in op [5], en ga verder met stap 4.
Raak [NORMALE FOTO] aan.
3
 
Druk op [MENU] om het menu af te
4
beelden.
• U kunt in een menu-onderdeel naar een ander menuscherm gaan door aan de zoomregelaar te draaien. (P10)
Overschakelen naar het menu [SET-UP]
Raak het pictogram e van het menu [SET-UP] aan.
- 22 -
Voorbereiding
Raak [AF MODE] aan.
5
• Raak [r] aan om naar het tweede scherm te gaan.
(P10)
Raak [3] aan.
6
• Afhankelijk van het item verschijnt de instelling hiervan mogelijk niet of wordt het mogelijk op een andere manier afgebeeld. (P10)
Raak [EXIT] aan om het menu te sluiten.
7
- 23 -
Voorbereiding
Q.MENU

Gebruik van het snelmenu

Met het snelmenu kunnen sommige menu-instellingen gemakkelijk worden opgeroepen. Daarnaast kan met het scherm van het snelmenu gebruik worden gemaakt van diverse handige opnamefuncties.
• Sommige menu-items kunnen met de functies niet worden ingesteld.
Druk tijdens het maken van opnamen de knop [Q.MENU]
1
in en houd deze ingedrukt.
Raak het pictogram aan en vervolgens
2
de door u gewenste instelling.
AItem BInstellingen CDe in te stellen items en de instellingen
worden afgebeeld.
• Raak [EXIT] aan als u het snelmenu wilt verlaten en terug wilt gaan naar het opnamescherm.
A
B
C
- 24 -
Voorbereiding
Voer de volgende instellingen uit indien dat nodig is.

Over het Set-up-menu

[KLOKINST.], [SLAAPSMODUS] en [AUTO REVIEW] zijn belangrijke items. Controleer de instellingen hiervan voordat u de items gebruikt.
• Met de intelligente automatische functie kunnen alleen [KLOKINST.], [WERELDTIJD], [TOON], [TAAL] en [O.I.S. DEMO] worden ingesteld.
Raadpleeg P22 voor bijzonderheden over hoe u de instellingen in het menu [SET-UP] selecteert.
n [KLOKINST.]
• Raadpleeg P19 voor bijzonderheden.
r [WERELDTIJD]
• Raadpleeg P81 voor bijzonderheden.
t [REISDATUM]
• Raadpleeg P78 voor bijzonderheden.
De datum en de tijd instellen.
Stel de tijd in uw woongebied en reisbestemming in.
w [BESTEMMING]:
Reisbestemming
q [HOME]:
Uw woongebied
Stel de vertrekdatum en terugkeerdatum van uw reis in.
[REIS-SETUP]: [OFF]/[SET]
[LOCATIE]: [OFF]/[SET]
- 25 -
! [TOON]
Voorbereiding
Hiermee stelt u de pieptoon en sluitertoon in.
! [TOONNIVEAU]: ["] (Geluid uit) [#] (Laag) [$] (Hoog)
% [PIEPTOON]: [&]/[']/[(]
1 [SHUTTER VOL.]: [2] (Geluid uit) [3] (Laag) [4] (Hoog)
5 [SHUTTER TOON]: [6]/[7]/[8]
$ [VOLUME]
• Als u de camera aansluit op een TV, wijzigt dit het volume van de TV-luidsprekers niet.
Stel het volume van de luidspreker af op één van de 7 niveaus.
- 26 -
Voorbereiding
Deze menu-instellingen maken het gemakkelijker voor u om de LCD-monitor te zien wanneer u op heldere plaatsen bent of wanneer u het toestel hoog boven uw hoofd houdt.
[OFF]
x [AUTO POWER LCD]:
- [LCD MODE]
• De functie voor de hoge kijkhoek wordt ook geannuleerd als u de camera uitzet of [SLAAPSMODUS] hebt ingeschakeld.
• De helderheid van de beelden die afgebeeld worden op de LCD-monitor neemt toe, zodat op de LCD-monitor sommige onderwerpen mogelijk anders worden afgebeeld dan in werkelijkheid het geval is. Dit beïnvloedt echter niet de gemaakte opnamen.
• De LCD-monitor wordt weer normaal helder na 30 seconden als u opneemt met de Spanning LCD-functie. Druk op een willekeurige knop om de LCD-monitor weer helder te maken.
• Als u niets op het scherm ziet vanwege zonlicht of ander licht dat erop schijnt, raden wij aan het licht af te schermen met uw hand of iets anders.
• Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt, neemt af bij gebruik van de Auto Power LCD-functie, Spanning LCD-functie en de functie voor de hoge kijkhoek.
• [AUTO POWER LCD] en [GR. KIJKHOEK] kunnen niet worden geselecteerd bij gebruik van de afspeelfunctie.
De helderheid wordt automatisch aangepast, afhankelijk van hoe helder het om het toestel heen is.
c [SPANNING LCD]:
De LCD-monitor wordt helderder en gemakkelijker zichtbaar, ook tijdens het maken van opnamen in de buitenlucht.
y [GR. KIJKHOEK]:
De LCD-monitor is gemakkelijker zichtbaar wanneer u opnamen maakt met het toestel hoog boven uw hoofd.
g [FOCUS ICOON]
Verander de focusicoon.
[h]/[i]/[j]/[k]/[l]/[m]
- 27 -
Voorbereiding
U kunt de levensduur van de batterij verlengen.
P [SLAAPSMODUS]
• Druk de ontspanknop tot de helft in of zet het toestel uit en weer aan om [SLAAPSMODUS] te annuleren.
• Bij gebruik van de intelligente automatische functie wordt [SLAAPSMODUS] ingesteld op [5 MIN.].
• [SLAAPSMODUS] werkt niet in de volgende gevallen.
– Wanneer u de AC-adapter gebruikt – Wanneer u het toestel aansluit op een PC of printer – Wanneer u bewegende beelden opneemt of afspeelt – Tijdens een diavoorstelling – [AUTO DEMO]
Het toestel wordt automatisch uitgeschakeld als het toestel niet gebruikt wordt gedurende een met de instelling geselecteerde tijdsperiode.
[OFF]/[2 MIN.]/[5 MIN.]/[10 MIN.]
- 28 -
Voorbereiding
Stel in hoeveel tijd na de opname het beeld op het scherm verschijnt.
s [AUTO REVIEW]
• [AUTO REVIEW] wordt, ongeacht de instelling hiervan, geactiveerd als gebruik wordt gemaakt van [HI-SPEED BURST] (P70), [FLITS-BURST] (P71) en [FOTO FRAME] (P74) van de scènefunctie en [BURSTFUNCTIE] (P90).
• Bij gebruik van de intelligente automatische functie staat Auto Review vast ingesteld op [2 SEC.].
• [AUTO REVIEW] werkt niet bij gebruik van de functie voor bewegende beelden.
[OFF] [1 SEC.] [2 SEC.] [HOLD]: De opnamen worden afgebeeld totdat er op
een willekeurige knop gedrukt wordt.
f [RESETTEN]
• Wanneer u tijdens het maken van opnamen de instelling [RESETTEN] selecteert, wordt tegelijkertijd ook de lens teruggezet. U zult het geluid horen van de lens die beweegt maar dit is normaal en duidt niet op een slechte werking.
• Wanneer u de instellingen van het [OPNAME]-menu terugzet, worden de hieronder genoemde instellingen ook teruggezet.
– De instelling en registratie voor My Scene Mode (P61)
• Wanneer u de instellingen van het menu [SET-UP] terugzet, worden de hieronder genoemde instellingen ook teruggezet. Bovendien wordt [FAVORIETEN] (P109) in het [AFSPELEN]-functiemenu ingesteld op [OFF], en wordt [LCD ROTEREN] (P108) ingesteld op [ON].
– De verjaardags- en naaminstellingen voor [BABY1]/[BABY2] (P68) en [HUISDIER] (P69)
van de scènefunctie – De instellingen van [REISDATUM] (P78) (vertrekdatum, terugkeerdatum, locatie) – De instelling [WERELDTIJD] (P81)
• Het mapnummer en de klokinstelling worden niet gewijzigd.
De opties van het menu [OPNAME] of [SET-UP] worden weer teruggezet naar de standaardinstelling.
- 29 -
Voorbereiding
Selecteer het USB-communicatiesysteem voordat of nadat u het toestel op uw PC of printer aansluit met de USB-kabel (bijgeleverd).
g [SELECT. VERBINDING]:
Selecteer [PC] of [PictBridge(PTP)] als u het toestel hebt aangesloten op een PC of op een printer die
^ [USB MODE]
• Wanneer u [PC] selecteert, wordt het toestel aangesloten via het “USB Mass Storage”­communicatiesysteem.
• Wanneer u [PictBridge(PTP)] selecteert, wordt het toestel aangesloten via het “PTP (Picture Transfer Protocol)”-communicatiesysteem.
k [VIDEO UIT]
• Dit zal werken wanneer de AV-kabel aangesloten is.
ondersteuning biedt voor PictBridge.
h [PictBridge(PTP)]:
Selecteer deze functie nadat of voordat u het toestel hebt aangesloten op een printer die ondersteuning biedt voor PictBridge.
j [PC]:
Selecteer deze functie nadat of voordat u het toestel hebt aangesloten op een PC.
Stel het toestel in volgens het kleurentelevisiesysteem dat in uw land wordt gebruikt. (Alleen afspeelfunctie)
[NTSC]: Voor de video-uitvoer wordt NTSC
geselecteerd.
[PAL]: Voor de video-uitvoer wordt PAL geselecteerd.
Stel het toestel in volgens het type TV.
l [TV-ASPECT]
• Dit zal werken wanneer de AV-kabel (P123) aangesloten is.
(Alleen afspeelfunctie)
[}]: Bij aansluiting op een TV met een 16:9-scherm [+]: Bij aansluiting op een TV met een 4:3-scherm
- 30 -
Loading...
+ 119 hidden pages