De ZFX-C wordt in feite geconfigureerd door de controller en de camera.
Afhankelijk van de specifieke eisen van de gebruiker kunnen andere externe
apparaten worden gecombineerd met de ZFX-C.
Camera met verlichting
(kabel geïntegreerd)
- Kleurencamera
ZFX-SC10/SC50/SC50W
ZFX-SC90/SC90W
ZFX-SC150/SC150W
- Monochrome camera
ZFX-SR10/SR50
Alleen camera
- Kleurencamera
ZFX-SC
- Monochrome camera
ZFX-S
Een CCTV-lens en
lichtbron zijn vereist.
ZFX-VS/VSR
Controller
(*5)
Stylus
(*1)
Camerakabel
ZFX-C10/15/20/25
1
HOOFDSTUK 1
Voorbereiding
LCD-monitor (optie)
Monitorkabel
FZ-VM
342
SD-kaart (*4)
Ethernet
RS-232C-kabel
ZFX-XPT_A
RS-422-kabel
ZFX-XPT_B
Parallelle I/O-kabel
ZFX-VP
FZ-M08 (*2)
PC
USB
Console
ZFX-KP
(*3)
PLC
*1. De stylus (ZFX-TP) wordt meegeleverd met de controller.
*2. Het is mogelijk om het beeld op de LCD-monitor van de controller ook weer
te geven op een externe LCD-monitor (optie).
*3. In plaats van de toetsen en menuknoppen van de controller kan de console
worden gebruikt.
*4. Voldoet aan de SD-standaard 'Physical layer specifications 1.01'.
Bestandsformaat: FAT16
*5. Op de ZFX-C20/25b kunnen 2 camera's worden aangesloten.
5
1-2 De apparaten aansluitenVoorbereiding
1-2De apparaten aansluiten
1-2-1De controller aansluiten op de voedingseenheid
Gebruik een voedingseenheid die voldoet aan de onderstaande technische
kenmerken.
ItemKenmerk
Aansluitspanning24 VDC (21,6 tot 26,4 VDC)
Uitgangsstroom1,5 A min.
Aanbevolen voedingseenheidS8VS-06024 (24 VDC, 2,5 A)
Aanbevolen bedradingsdiameter0,14 tot 1,5 mm² (max. 1 m)
BelangrijkGebruik een DC-voedingseenheid die is voorzien van een overspannings-
beveiliging (secundaire beveiligingscircuits met extra lage spanning). Als het
systeem moet voldoen aan de UL-normen, gebruikt u een voeding van
UL-klasse II.
1. Maak de twee schroeven aan de bovenzijde van de voedingsstekker
(mannelijk) los met een platte
schroevendraaier.
2. Steek de draad van de DC-voedingseenheid in de voedingsstekker
(mannelijk) en draai de schroeven
aan de bovenzijde van de voedingsstekker met de schroevendraaier
aan om het voedingscontact te bevestigen.
Aanhaalmoment: 0,22 tot 0,25 Nm.
3. Steek de voedingsstekker (mannelijk) in de voedingscontact (vrouwelijk) van de controller.
4. Draai de twee schroeven links en rechts van de voedingsstekker (mannelijk) met de schroevendraaier aan om de stekker te bevestigen. Aanhaalmoment: 0,22 tot 0,25 Nm.
+
-
24 VDC
1-2-2Ferrietkernen bevestigen
Bevestig de ferrietkernen (meegeleverd) aan beide uiteinden van de kabel
van de camera en de voedingskabel van de controller.
6
FerrietkernFerrietkern
Ferrietkern
Maak een lus door elke ferrietkern
wanneer u de ferrietkernen op de voedingskabel van de controller bevestigt.
-
+
DC-voeding
1-2 De apparaten aansluitenVoorbereiding
1-2-3De camera aansluiten op de controller
1. Steek de stekker van de camera in de
camera-aansluiting van de controller.
2. Draai de bevestigingsschroeven op de
camerastekker aan de zijde van de controller aan.
Aanhaalmoment: 0,15 Nm.
BelangrijkRaak de contacten aan de binnenzijde van de stekker niet aan.
BelangrijkZorg dat de stekker niet aan schokken of trillingen wordt blootgesteld tijdens
het bevestigen.
BelangrijkZorg dat de controller zo wordt gemonteerd dat de stekker niet constant
belast wordt, bijvoorbeeld met spanning op de kabels.
Demonteren
Draai de twee bevestigingsschroeven los om de camerakabel los te maken en
trek de stekker vervolgens recht uit de aansluiting.
BelangrijkZorg dat u de stekker vasthoudt als u deze ontkoppelt. Als u dat niet doet, kan
de camerakabel beschadigd raken.
BelangrijkRaak de contacten aan de binnenzijde van de stekker niet aan.
7
1-3 De controller installerenVoorbereiding
1-3De controller installeren
1-3-1Voorzorgsmaatregelen voor installatie
Monteer de controller alleen in de hieronder afgebeelde positie om een goede
warmteafvoer te garanderen.
Boven
Goed
BelangrijkMonteer de controller zo dat de afstand tussen de controller en andere appa-
raten ten minste voldoet aan de hieronder afgebeelde afstanden om een
goede ventilatie te garanderen.
Als u alleen de controller installeert:
Als u de controller installeert met de uitlaateenheid:
FoutFout
Min. 15 mm
Min.
50 mm
BelangrijkZorg dat de omgevingstemperatuur lager blijft dan 50°C. Als de omgeving-
stemperatuur hoger is dan 50°C, moet u een mechanisch ventilatorkoelsysteem of airconditioning installeren om de temperatuur lager dan 50°C te
houden.
BelangrijkMonteer de controller niet op een paneel met hoogspanningsapparaten om te
voorkomen dat de ZFX-C wordt beïnvloed door stralingsruis.
BelangrijkMonteer de controller op ten minste 10 meter afstand van netspanningskabels
om ruis in de bedrijfsomgeving te minimaliseren.
1-3-2Monteren op de DIN-rail
1. Haak de bovenste haak van de controller in
de DIN-rail.
2. Druk de controller omlaag op de DIN-rail
totdat de onderste haak op zijn plaats klikt.
Min.
15 mm
Min.
50 mm
1
2
BelangrijkBevestig de eindplaat (los verkrijgbaar) aan beide zijden van de controller op
de DIN-rail.
8
1-3 De controller installerenVoorbereiding
BelangrijkBevestig de uitlaateenheid (meegeleverd) aan de controller wanneer u andere
apparaten naast de controller op de DIN-rail wilt monteren.
Eindplaat (los verkrijgbaar)
PFP-M
Demonteren
OMRON
OUTPUT
RUN
ZFX-C10
1234
USB
ENABLE
ERROR
DIN-rail (los verkrijgbaar)
SD
CARD
ADJ
MENU RUN
AUTO ESC
SET
PULL OPEN
PFP-100N (1 m)
PFP-50N (0,5 m)
PFP-100N2 (1 m)
Uitlaateenheid
1. Trek de onderste haak van de controller
omlaag.
2. Kantel de controller omhoog om deze van de
DIN-rail af te kunnen halen.
1
2
1-3-3Monteren op het paneel
1. Monteer de lange adapters voor
paneelmontage op de vier gaten
in de controller.
2. Monteer de korte adapters voor
paneelmontage op de twee gaten
in de lange adapters voor paneelmontage.
3. Monteer de controller met de
adapters vanaf de voorzijde op
het paneel.
4. Haak de haken van de montagebeugel in de twee gaten (twee boven en twee onder) in de lange
montageadapters en draai de
schroeven aan.
Aanhaalmoment: 1,2 Nm.
5. Controleer of de controller stevig
op het paneel bevestigd is.
Adapters voor paneelmontage
Paneel
1
3
2
2
1
4
Montagebeugel
9
1-4 De intelligente camera's installerenVoorbereiding
0
1-4De intelligente camera's installeren
1-4-1Optisch schema
ZFX-SC10/SR10
Detectieafstand L (mm)
60
50
49
34
Detectieafstand (L)
Detectiegebied (H)
ZFX-SR50ZFX-SC50/SC50W
Detectieafstand L (mm)
300
194
100
0
4,9
Detectieafstand L (mm)
190
187
100
104
8,9
Detectiegebied H (mm)
38
30
9
9,849
ZFX-SC90/SC90WZFX-SC150/SC150W
Detectieafstand L (mm)
160
142
100
67
40
49
Detectiegebied H (mm)
70
89
Detectiegebied H (mm)
6
10040
31
30
9,8
Detectieafstand L (mm)
240
227
180
115
100
89
Detectiegebied H (mm)
12080
148
Detectiegebied H (mm)
160
Opmerking • De lens heeft een vaste brandpuntsafstand. Het werkelijke detectiegebied
en de brandpuntsafstand verschillen per lens, dus moet de afstand tot het
object worden bijgesteld wanneer de lens of camera is vervangen.
• De montageafstand voor de camera in de onderstaande tabellen is indica-
tief. Monteer de camera zo dat de afstand tot het meetobject gemakkelijk
kan worden aangepast.
49
10
• Als de grootte van het object en het detectiegebied niet overeenkomen,
gebruikt u een combinatie van een camera (zonder lichtbron), een standaard CCTV-lens en een aparte lichtbron.
1-4 De intelligente camera's installerenVoorbereiding
1-4-2Het montagestuk monteren
Het montagestuk kan op alle vier de verschillende montageoppervlakken
worden gemonteerd.
1. Breng de haken aan de beide uiteinden van het montagestuk in lijn
met de groeven in de behuizing
van de camera.
2. Druk de tweede hoek omlaag totdat deze op zijn plaats klikt.
Controleer of het montagestuk
stevig op de camera bevestigd is.
3. Bevestig het montagestuk met
schroeven op de gewenste locatie.
Aanhaalmoment
M4: 1,2 Nm
1/4"-20 UNC: 2,6 Nm
Demonteren
1. Steek een schroevendraaier in
een van de twee openingen
tussen het montagestuk en de
camerabehuizing en verwijder het
montagestuk.
Haken
Montagestuk
Groeven in camera
1-4-3De camera scherpstellen
1. Pas de afstand tussen de camera
en het meetobject aan en zet de
camera vast.
Raadpleeg het optische schema
en plaats de camera in een positie
waarin het te controleren gebied
binnen het detectiegebied valt
(LCD-monitor).
"Optisch schema" p. 10.
2. Draai de scherpteregelaar naar
links of rechts om de brandpuntsafstand in te stellen.
Montagestuk
Detectieafstand (L)
Detectiegebied (H)
Scherpteregelaar
Opmerking Draai de scherpteregelaar eerst iets naar links en rechts om te controleren of
de regelaar niet in een uiterste positie staat. Oefen geen overmatige druk uit
om de regelaar in de uiterste positie door te draaien. Dit kan de regelaar
beschadigen.
(Bij de ZFX-SC90_/SC150_ stopt de regelaar alleen in de positie voor de
kleinste brandpuntsafstand. Bij de grootste brandpuntsafstand draait de
regelaar vrij door.)
11
1-5 De C-montagecamera's installerenVoorbereiding
1-5De C-montagecamera's installeren
1-5-1Optisch schema
De waarden in de onderstaande schema's zijn indicatief. De camerapositie
moet na montage worden bijgesteld.
Lensuitvoering
3Z4S-LE
ML-5018
10000
Camera-afstand A (mm)Camera-afstand A (mm)
1000
ML-3519
ML-2514
ML-1614
ML-1214
ML-0813
ML-0614
100
40
4101001000
Detectiegebied (mm)
10000
t0
t2
t5
t10
t20
t15
t25
t35
t40
t30
t50
t60
t45
t50
t45
t40
t35
t30
t25
t20
t15
t2
t5
t10
1000
200
2101001000
t0
Detectiegebied (mm)
t: Verlengstuk
Voorbeeld
t0: geen verlengstuk
vereist.
t5: verlengstuk van
5 mm vereist.
Lensuitvoering
3Z4S-LE
ML-10035
ML-7527
12
De x-as in het optische schema geeft het detectiebereik L (mm) aan en de
y-as de camera-afstand A (mm). De lijnen in het optische schema tonen de
relatie tussen het detectiebereik en de camera-afstand voor de verschillende
CCTV-lenzen. De waarden verschillen aanzienlijk per lens. Controleer dus
welke lensuitvoering u gebruikt voordat u het schema raadpleegt. De
t-waarden geven de lengte van de verlengstukken aan. Een waarde van t0
1-5 De C-montagecamera's installerenVoorbereiding
geeft aan dat geen verlengstuk vereist is. De waarde t5.0 geeft aan dat er een
verlengstuk van 5 mm is gebruikt.
Voorbeeld
Wanneer een 3Z4S-LE ML-5018 CCTV-lens wordt gebruikt en een detectiebereik van 40 mm vereist is, moet een camera-afstand van 500 mm worden
aangehouden en een verlengstuk van 5 mm worden gebruikt.
Camera
Verlengstuk t_ (mm)
Lens
Camera-afstand A (mm)
Meetobject
Detectiegebied L (mm)
1-5-2De montagevoet van de camera monteren
De montagevoet die op de onderzijde van de camera is bevestigd, kan op alle
vier de verschillende montageoppervlakken worden gemonteerd. Als u het
montageoppervlak wilt wijzigen, verwijdert u de drie bevestigingsschroeven
(M2 x 6) in de camera.
Montagevoet camera
• Aanhaalmoment voor het bevestigen van de montagevoet op de
montagelocatie
M4: 1,2 Nm
1/4"-20 UNC: 2,6 Nm
13
1-6 De externe verlichting installeren (alleen bij ZFX-SC50/SC90)Voorbereiding
1-6De externe verlichting installeren(alleen bij ZFX-SC50/SC90)
1-6-1De optionele verlichting op de camera aansluiten
De optionele verlichting kan in een enkele beweging op de aansluiting aan de
achterzijde van de camera (ZFX-SC50_/SC90_) worden aangesloten. Omdat
de voeding van de camera afkomstig is, hoeft geen aparte voedingseenheid
te worden geïnstalleerd voor de optionele verlichting.
ZFX-SC50ZFX-SC90
Deze twee camera's zijn geschikt voor
het gebruik van optionele verlichting.
Lichtbalk
ZFV-LTL01
Dubbele lichtbalk
ZFV-LTL02
Verwijder het kapje van de aansluiting
voor de optionele verlichting op de
achterzijde van de camera.
Lichtbalk voor
kleine invalshoek
ZFV-LTL04
Aansluiting optionele
verlichting
Achtergrondverlichting
ZFV-LTF01
14
1-7 De externe verlichting installeren (alleen bij C-montagecamera; ZFX-S/SC)Voorbereiding
1-7De externe verlichting installeren (alleen bij C-montagecamera; ZFX-S/SC)
1-7-1De optionele verlichting op de camera aansluiten
De optionele verlichting kan worden aangesloten op de stroboscoopcontroller.
De stroboscoopcontroller kan op de camera (ZFX-S/SC) worden aangesloten.
Er is geen voedingseenheid voor de optionele verlichting vereist.
Stroboscoopcontroller
Stroboscoopcontroller
3Z4S-LT MLEK-C100E1TSX
Externe verlichting
3Z4S-LT-serie
Verlichting met een verbruik van maximaal 1,0 A kan worden aangesloten.
15
1-7 De externe verlichting installeren (alleen bij C-montagecamera; ZFX-S/SC)Voorbereiding
16
2-1Bedrijfsmodus
ADJ
MENU
RUN
De ZFX-C heeft de volgende drie
ADJ
MENU
RUN
Modeschakelaar
ModusBeschrijving
MENU-modus In deze modus kunt u de
meetinstellingen definiëren.
Het duidelijke display met
pictogrammen laat zien
welke opties u kunt kiezen.
bedrijfsmodi. Selecteer de gewenste
modus voordat u de controller in bedrijf
stelt. U kunt de bedrijfsmodus selecteren met de Mode-schakelaar.
HOOFDSTUK 2
Werking
Hoofdscherm
Top menu
LIVE
TEA
ADJ-modusIn deze modus kunt u de
meetstatus controleren en
de instellingen aanpassen.
De meetresultaten worden
alleen op de monitor weergegeven en niet uitgevoerd.
Belangrijk
Triggerinvoer kan niet
worden gebruikt.
RUN-modusIn deze modus kunt u de
werkelijke metingen uitvoeren. De meetresultaten
worden op de monitor weergegeven en uitgevoerd.
Belangrijk
U kunt een meting uitvoeren
door op de toetsen [SET] en
[UP] te drukken
Tool
Bank
Setup
System
Hoofdscherm
353ms
OK
Camera 0
0.Bank00
0.Pattern Search
Judge OK
Correlation 92
Position X 462
Position Y 352
Angle 15
PreviousNext
Individual result
TEA
Dsplay SW
Hoofdscherm
Individual result
353ms
OK
Camera 0
0.Bank00
0.Pattern Search
Judge OK
Correlation 92
Position X 462
Position Y 352
Angle 15