Omron S8TS DATASHEET [nl]

Page 1
Schakelende voedingen
Modulair uitbreidbare voeding voor DIN-railmontage
Voedingseenheden van 60 tot 240 W kunnen wor-
den samengesteld uit een model (24 V-modellen). U kunt heel gemakkelijk configuraties met meerdere
voedingseenheden en verschillende uitgangsspan­ningen samenstellen (modellen van 24, 12 en 5 V).
De betrouwbaarheid van het voedingssysteem kan
worden verbeterd door N+1 redundante systemen te maken (modellen van 24 en 12 V).
Goedgekeurd volgens UL/CSA-standaarden,
EN60950 (IEC 950) en VDE 0160.
Bestelgegevens
Basisblok
CuUS C
S8TS
US
R
W
Uitgangsspanning Uitgangsstroom Type aansluitklem met
buslijnconnectoren
(zie opmerking 1)
24 V 2,5 A S8TS-06024-E1 S8TS-06024 S8TS-06024F-E1 S8TS-06024F 12 V 2,5 A S8TS-03012-E1 S8TS-03012 S8TS-03012F-E1 S8TS-03012F 5 V 5 A --- S8TS-02505 --- S8TS-02505F
Buslijnconnector
Type Aantal connectoren Modelnummer
AC-lijn + DC-lijnbus (Voor parallelbedrijf) AC-lijnbus (Voor seriebedrijf of geïsoleerd bedijf)
Opmerking: 1. Eén S8T-BUS01-connector en één S8T-BUS02-connector zijn bijgevoegd als toebehoren.
2. Buslijnconnectoren kunnen desgewenst apart worden besteld.
3. Bevestigde connectoren: 2ESDPLM-05P (voor uitgangsklem) en 3ESDPLM-03P (voor ingangsklem), gefabriceerd door
DINKLE ENTERPRISE.
4. Eén pakket bevat 10 S8T-BUS01-connectoren.
5. Eén pakket bevat 10 S8T-BUS02-connectoren.
Code modelnummers
schroefverbinding
Met
1 connector S8T-BUS01 10 connectoren (zie opmerking 4) S8T-BUS11 1 connector S8T-BUS02 10 connectoren (zie opmerking 5) S8T-BUS12
Zonder
buslijnconnectoren
(zie opmerking 2)
buslijnconnectoren
(zie opmerking 1)
Type stekkermodule
(zie opmerking 3)
Met
buslijnconnectoren
(zie opmerking 2)
Zonder
S8TS-@@@@@@-@@
1 2 3 4
1. Capaciteit
060: 60 W 030: 30 W 025: 25 W
2. Uitgangsspanning
24: 24 V 12: 12 V 05: 5 V
3. Structuur
Geen: aansluitklemmen
met schroef­verbinding
F: stekkermodules
4. Buslijnconnectoren
Geen: alleen basisblok E1: inclusief
S8T-BUS01 en S8T-BUS02
1
Page 2
S8TSS8TS
Technische gegevens
Nominale gegevens en kenmerken
24/12 V-modellen (basisblok: S8TS-06024@/S8TS-03012@)
Item Enkelbedrijf Parallelbedrijf
Rendement 24 V-modellen: 75% min., 12 V-modellen: 70% min. (met nominale ingang, 100% belasting) Ingang Spanning 100 tot 240 VAC (85 tot 264 VAC)
Frequentie 50/60 Hz (47 tot 63 Hz) Stroom 100 V-ingang 24 V-modellen: 1,0 A max.
200 V-ingang 24 V-modellen: 0,5 A max.
Vermogensfactor 24 V-modellen: 0,9 min.; 12 V-modellen: 0,8 min. (met nominale ingang, 100% belasting)
Lekstroom 100 V-ingang 0,35 mA max. 0,35 mA
240 V-ingang 0,7 mA max. 0,7 mA
Inschakelstroom (25°C, koude start) (zie opmerking 4)
Uitgang (zie op­merking 3)
Extra functies
Overige Omgevingstemperatuur in bedrijf
Opmerking: 1. Raadpleeg pagina 5 voor informatie over het instellen van de uitgangsspanning voor parallelle werking. Bij instellingen lager dan
Spanningsinstellingsbereik 24 V-modellen: 22 tot 28 V
Rimpelspanning 2% (p-p) max. Invloed van ingangsvariatie 0,5% max. (met 85 tot 264 VAC-ingang, 100% belasting) Invloed van belastingsvariatie 2% max. (met nominale ingang, 10% tot 100%
Invloed van temperatuurvariatie 0,05%/ Inschakeltijd (zie opmerking 4) 1.000 ms max. Uitschakeltijd (zie opmerking 4) 20 ms min. (met 100/200 VAC, nominale ingang) Overstroombeveiliging
(zie opmerking 4) Overspanningsbeveiliging
(zie opmerking 4) Parallelbedrijf Ja, max. 4 blokken N+1 redundant systeem Ja, max. 5 blokken Seriebedrijf Ja Onderspanningsindicator
(zie opmerking 4) Onderspanningsdetectieuitgang
(zie opmerking 4)
(zie opmerking 4) Vochtigheidsgraad Bedrijf: 25% tot 85%; Opslag: 25% tot 90% Isolatiebelasting 3.0 kVAC, 50/60 Hz gedurende één minuut (tussen alle ingangen en alle uitgangen, detectiestroom:
Isolatieweerstand 100 M
Trillingsbestendigheid 10 tot 55 Hz, 0,375 mm met enkele amplitude gedurende 2 uur in de X-, Y- en Z-richting Schokbestendigheid
Uitgangsindicator Ja (kleur: groen) Elektromagnetische interferentie Conform FCC Class A, EN50081-1 EMI Conform EN50081-1/1992 Vermogensfactorcorrectie Conform EN61000-3-2, EN61000-3-2 A14 EMS Conform EN61000-6-2/1999 Keurmerken UL: 508 (classi ficatie; klasse 2: Per UL1310), 1950, 1604 (kl asse I, divisie 2, groepen A, B, C, D
Gewicht 450 g max. 450 g
10% kan de onderspanningsdetectiefunctie worden geactiveerd. Zorg ervoor dat de uitgangscapaciteit en de uitgangsstroom
na de bijstelling de nominale uitgangscapaciteit respectievelijk de nominale uitgangsstroom niet overschrijden.
2. Klasse 2-goedkeuring is niet van toepassing op parallelbedrijf.
3. De uitgangsstroom wordt gespecificeerd bij de voedingsuitgangsklemmen.
4. Raadpleeg de uitleg bij de functies op pagina 6 voor meer informatie.
5. Monteer de eindplaten (PFP-M) aan beide kanten van de voedingseenheid.
100 V-ingang 25 A max. 25 A 200 V-ingang 50 A max. 50 A
12 V-modellen: 0,7 A max.
12 V-modellen: 0,4 A max.
(zie opmerking 3)
±
12 V-modellen: 12 V
belasting)
°
C max. (met nominale ingang en uitgang)
105% tot 125% van nominale belastingstroom, omgekeerd L-vormig verval, automatische reset
Ja
Ja (kleur: rood)
Ja (open collectoruitgang), 30 VDC max., 50 mA max.
Bedrijf: raadpleeg de belastingsreductiekromme in Technische gegevens. Opslag:
20 mA) 2,0 kVAC, 50/60 Hz gedurende één minuut (tussen alle ingangen en GR-aansluitklem, detectiestroom:
20 mA) 1,0 kVAC gedurende één minuut (tussen alle ingangen en GR-aansluitklem, detectiestroom: 20 mA)
bij 500 VDC
150 m/s
cUL: CSA C22.2 nr. 14, nr. 213 (klasse I, divisie 2, groepen A, B, C, D
EN/VDE: EN50178 (=VDE0160), 60950 (=VDE0806)
min. (tussen alle uitgangen en alle ingangen, en tussen alle uitgangen en de GR-aansluitklem)
2
, 3 maal per stuk in de ±X-, ±Y- en ±Z-richting
Gevaarlijke locaties))
Gevaarlijke locaties), nr. 950 (klasse 2) (zie opmerking 2)
10% (met V.ADJ) (zie opmerking 1)
25 tot 65 °C (zonder ijsafzetting of condensatie)
24 V-modellen: 1,0 A 12 V-modellen: 0,7 A
24 V-modellen: 0,5 A 12 V-modellen: 0,4 A
×
(aantal blokken) max.
×
(aantal blokken) max.
×
(aantal blokken) max.
×
(aantal blokken) max.
3% max. (met nominale ingang, 10% tot 100% belasting)
100% tot 125% van nominale belastingstroom, omgekeerd L-vormig verval, automatische reset
×
(aantal blokken) max.
×
(aantal blokken) max.
×
(aantal blokken) max.
×
(aantal blokken) max.
×
(aantal blokken) max.
2
Page 3
S8TSS8TS
5 V-modellen (basisblok: S8TS-02505@)
Item Enkelbedrijf
Rendement 62% min. (met nominale ingang, 100% belasting) Ingang Spanning 100 tot 240 VAC (85 tot 264 VAC)
Frequentie 50/60 Hz (47 tot 63 Hz) Stroom 100 V-ingang 0,7 A max.
200 V-ingang 0,4 A max. Vermogensfactor 0,8 min. (met nominale ingang, 100% belasting) Lekstroom 100 V-ingang 0,35 mA max.
240 V-ingang 0,7 mA max. Inschakelstroom
(25°C, koude start) (zie op­merking 2)
Uitgang (zie op­merking 2)
Extra functies
Overige Omgevingstemperatuur in
Opmerking: 1. Bij instellingen lager dan −10% kan de onderspanningsdetectiefunctie worden geactiveerd. Zorg ervoor dat de uitgangs-
Referentiewaarde
Spanningsinstellingsbereik 5 V Rimpelspanning 2% (p-p) max. Invloed van ingangsvariatie 0,5% max. (met 85 tot 264 VAC ingang, 100% belasting) Invloed van temperatuurvariatie 0,05%/ Invloed van belastingsvariatie 1,5% max. (met nominale ingang, 10% tot 100% belasting) Inschakeltijd (zie opmerking 3) 1.000 ms max. Uitschakeltijd (zie opmerking 3) 20 ms min. (met 100/200 VAC, nominale ingang) Overstroombeveiliging
(zie opmerking 3) Overspanningsbeveiliging
(zie opmerking 3) Parallelbedrijf Nee N+1 redundant systeem Nee Seriebedrijf Ja (met de externe diode) Onderspanningsindicator
(zie opmerking 3) Onderspanningsdetectieuit-
gang (zie opmerking 3)
bedrijf (zie opmerking 3) Vochtigheidsgraad Bedrijf: 25% tot 85%, Opslag: 25% tot 90% Isolatiebelasting 3,0 kVAC, 50/60 Hz gedurende één minuut (tussen alle ingangen en alle uitgangen, detectiestroom: 20 mA)
Isolatieweerstand 100 M
Trillingsbestendigheid 10 tot 55 Hz, 0,375 mm met enkele amplitude gedurende 2 uur in de X-, Y- en Z-richting Schokbestendigheid
Uitgangsindicator Ja (kleur: groen) Elektromagnetische interferentie Conform FCC Class A, EN50081-1 EMI Conform EN50081-1/1992 Vermogensfactorcorrectie Conform EN61000-3-2, EN61000-3-2 A14 EMS Conform EN61000-6-2/1999 Keurmerken UL: 508 (classificatie), 1950, 1604 (klasse I, divisie 2, groepen A, B, C, D
Gewicht 450 g max.
capaciteit en de uitgangsstroom na de bijstelling de nominale uitgangscapaciteit respectievelijk de nominale uitgangs­stroom niet overschrijden.
2. De uitgangsstroom wordt gespecificeerd bij de voedingsuitgangsklemmen.
3. Raadpleeg de uitleg bij de functies op pagina 6 voor meer informatie.
4. Monteer de eindplaten (PFP-M) aan beide kanten van de voedingseenheid.
100 V-ingang 25 A max.
200 V-ingang 50 A max.
±
10% (met V.ADJ) (zie opmerking 1)
°
105% tot 125% van nominale belastingstroom, omgekeerd L-vormig verval, automatische reset
Ja
Ja (kleur: rood)
Ja (open collectoruitgang), 30 VDC max., 50 mA max.
Bedrijf: raadpleeg de belastingsreductiekromme in Technische gegevens. Opslag:
2,0 kVAC, 50/60 Hz gedurende één minuut (tussen alle ingangen en GR-aansluitklem, detectiestroom: 20 mA)
1,0 kVAC gedurende één minuut (tussen alle ingangen en GR-aansluitklem, detectiestroom: 20 mA)
500 VDC
150 m/s
cUL: CSA C22.2 nr. 14, nr. 213 (klasse I, divisie 2, groepen A, B, C, D EN/VDE: EN50178 (=VDE0160), 60950 (=VDE0806)
C max. (met nominale ingang en uitgang)
25 tot 65 °C (zonder ijsafzetting of condensatie)
min. (tussen alle uitgangen en alle ingangen, en tussen alle uitgangen en de GR-aansluitklem) bij
2
, 3 maal per stuk in de ±X-, ±Y- en ±Z-richting
Gevaarlijke locaties) Gevaarlijke locaties), nr. 950
Item Waarde Definitie
Betrouwbaarheid (MTBF)
Levensverwachting 10 jaar min. De levensverwachting duidt het gemiddelde aantal bedrijfsuren aan bij een gebruikstemperatuur van
250.000 uur min. MTBF betekent Mean Time Between Failures (gemiddelde tijd tussen fouten). Deze waarde wordt berekend aan de hand van de kans op eventuele apparaatfouten en duidt de betrouwbaarheid van het apparaat aan. De waarde duidt dus niet noodzakelijkerwijs de levensduur van het product aan.
C en een belasting van 50%. Deze waarde wordt gewoonlijk bepaald door de levensverwachting
°
40 van de ingebouwde aluminium elektrolytische condensator.
3
Page 4
Bedrijf
r
u
S8TSS8TS
Maximum aantal blokken dat kan worden gekoppeld
Basisblokken kunnen worden gekoppeld door middel van buslijn­connectoren.
Uitgangscapaciteit verhogen
Modellen Aantal blokken N+1 redundant
systeem
S8TS-06024@ 4 blokken Ja, 5 blokken S8TS-03012@ 4 blokken Ja, 5 blokken S8TS-02505@ Nee Nee
N+1 redundante systemen
Om zeker te zijn van een stabiele werking wanneer er een fout optreedt bij een van de blokken, gaat u te werk volgens de belas­tingsreductiekromme voor N+1 redundante systemen.
Multi-spanning voeding samenstellen
Er kunnen maximaal vier basisblokken met verschillende uit­gangsspanningsspecificaties worden gekoppeld.
Buslijnconnectoren selecteren
Selecteer als volgt de buslijnconnectoren volgens de koppelings­methode:
• Met parallelbedrijf: S8T-BUS01 (DC-lijn aangesloten)
De S8T-BUS01-buslijnconnector is voorzien van een keuzescha­kelaar, zodat verkeerde aansluiting van blokken met verschillende uitgangsspanningsspecificaties niet mogelijk is. Schuif de keuze­schakelaar naar de uitgangsspanning voor parallelbedrijf.
24V 12V
Keuzeschakelaa
Buslijnconnectoren monteren en verwijderen
Om de elektrische kenmerken te handhaven, moet u op de vol­gende punten letten:
• Plaats of verwijder de connectoren niet vaker dan 20 keer.
• Raak de stekkermodules niet aan.
• Als u de connectoren wilt verwijderen, schuift u aan eerst aan de ene en vervolgens aan de andere kant een platte schroeven­draaier naar binnen.
Gekoppelde blokken aansluiten
Als u blokken gezamenlijk koppelt, moet u de ingangslijnen op slechts één blok aansluiten. Als u dat niet doet, kan er een interne kortsluiting optreden bij de ingangen, waardoor het blok kan worden beschadigd.
uit geen ingangen aan op meer dan één blok.
N
L
L
N
V
+V
Sluit blokken niet kruislings aan en breng geen bedradingen aan tus­sen een blok en een ander apparaat. Als de nominale stroom wordt overschreden, kunnen buslijnconnectoren worden beschadigd.
ik geen kruislings aangesloten blokken.
• Zonder parallelbedrijf: S8T-BUS02 (DC-lijn niet aangesloten)
S8T-BUS01
LLNNGR GR
V+V V+V
DC-lijn aangesloten (parallelle verbinding)
AC-lijn
DC-lijn
LLNNGR GR
DC-lijn niet aangesloten (geïsoleerde verbinding)
S8T-BUS02
V+V V+V
Opmerking: Seriebewerkingen zijn mogelijk met verschillende
specificaties, maar de stroom die naar de belasting loopt, mag de nominale uitgangsstroom van elk van de blokken niet overschrijden.
L
L
N
L
N
N
Als basisblokken worden gekoppeld, moet de GR-aansluitklem van slechts één blok worden aangesloten, en niet van alle blokken.
Seriebewerkingen en ±-uitgang
Bij gebruik van 2 basisblokken kunt u gebruikmaken van seriebe­werkingen en de de S8TS-06024@- en S8TS-03012@ -modellen, maar wel voor de S8TS-02505@-modellen. Gebruik de volgende informatie als hulpmiddel om de diode te selecteren.
Type Schottky-barrièrediode Doorslagspanning
(V
)
RRM
Stroom in normale richting (I
)
F
-uitgang. Een externe diode is niet vereist voor
±
Ten minste twee maal de nominale uitgangsspanning
Ten minste twee maal de nominale uitgangsstroom
4
Page 5
S8TSS8TS
Seriebedrijf
24/12 V-modellen: 5 V-modellen:
S8T
-BUS02
L
N
Belasting
L
N
Belasting
24/12 V-modellen:
L
±-uitgang
N
Belasting Belasting
S8T
-BUS02
5 V-modellen:
L
N
Belasting
Belasting
Uitgangsspanning bijstellen voor parallelbedrijf
De blokken zijn in de fabriek ingesteld op de nominale uitgangsspan­ning. Stel tijdens het bijstellen van spanningen dezelfde waarden in voor blokken met V.ADJ voordat u de blokken aan elkaar koppelt. Stel de ingestelde waarden in binnen de limieten die worden aange­geven in de volgende tabel.
Modelnummer Verschil tussen
uitgangsspanningen
S8TS-06024@ 0,24 V max. S8TS-03012@ 0,12 V max.
Stel de spanningen niet meer bij nadat de blokken aan elkaar gekop­peld zijn. De uitgangsspanning kan hierdoor onstabiel worden.
Inschakelstroom
De inschakelstroom per basisblok is maximaal 25 A bij 100 VAC en maximaal 50 A bij 200 VAC. Als N blokken aan elkaar gekop­peld zijn, is de inschakelstroom gelijk aan N maal die van 1 basisblok. Let op dat u een zekering met de juiste zekeringken­merken of een verbreekschakelaar met de juiste uitschakelken­merken gebruikt.
Lekstroom
De lekstroom per basisblok is maximaal 0,35 mA bij 100 VAC en maximaal 0,7 mA bij 240 VAC. Als N blokken aan elkaar gekop­peld zijn, is de lekstroom gelijk aan N maal die van 1 basisblok.
Montage
Montagerichting
Standaardmontage Ja Montage naar boven gericht Nee Andere montagemethoden Nee
Gebruik alleen de standaardmontage. Als u op een andere manier monteert, kan de warmte niet goed worden afgevoerd, wat kan leiden tot kwaliteitsvermindering of schade aan interne elementen.
Standaardmontage
Montage naar boven gericht
5
Page 6
Technische gegevens
Belastingsreductiekrommen
Parallelbedrijf en montage met zijkanten tegen elkaar
Enkelbedrijf met ruimte tussen de blokken
20 mm min.
S8TSS8TS
N+1 redundant systeem
120
200 V-ingang (montage met zijkanten tegen elkaar)
100
80
Belasting (%)
60
40
20
20 10 0 10 20 30 40 50 55 60 70
100/200 V-ingang (parallelbedrijf), 100 V-ingang (zijkanten
0
Omgevingstemperatuur (°C)
120
100
80
Belasting (%)
60
40
20
0
20 10 0 10 20 30 40 50 60 70
Omgevingstemperatuur (°C)
200 V-ingang
100 V-ingang
Opmerking: Als er een stroombelastbaarheidsprobleem is, gebruikt u geforceerde luchtkoeling.
De omgevingstemperatuur wordt gespecificeerd voor een punt 50 mm onder de voedingseenheid.
Overbelastingsbeveiliging
De voedingseenheid is voorzien van een overbelastingsbeveiliging die de belasting en de voedingseenheid beschermt tegen mogelijke schade door overstroom. Als de uitgangsstroom mini­maal 105% groter is dan de nominale stroom (minimaal 100% van de nominale stroom voor parallelbedrijf) wordt de beschermings­functie geactiveerd en de uitgangsspanning verlaagd. Als de uit­gangsspanning terugvalt tot binnen het nominale niveau, wordt de overspanningsbeveiligingsfunctie automatisch uitgeschakeld.
Uitgangsspanning (V)
Overspanningsbeveiliging
De voedingseenheid is voorzien van een overspanningsbeveilig­ing die de belasting en de voedingseenheid beschermt tegen mogelijke schade door overspanning. Als de uitgangsspanning te hoog is, wordt de uitgangsspanning afgesloten (OFF). Schakel de voedingseenheid ten minste één minuut uit (OFF) en vervolgens weer aan (ON).
24 V-modellen
Uitgangsspanning
28 V
Nominale uitgangsspanning
22 V
120
100
80
Belasting (%)
60
40
20
0
20 10 0 10 20 30 40 50 60 70
(V)
Omgevingstemperatuur (°C)
Overspannings­beveiliging in bedrijf
Variabel bereik
0 50 100
Uitgangsstroom (%)
Opmerking: Zorg dat de kortsluiting of de overstroom niet langer
dan 20 s aanhoudt, omdat anders het element kan worden beschadigd.
6
0 V
12 V- en 5 V-modellen
Overspannings­beveiliging in
Uitgangsspanning
(V)
+10%
Nominale uitgangsspanning
–10%
0 V
Opmerking: Schakel de voedingseenheid pas weer in nadat de
oorzaak van de overspanning is verwijderd.
bedrijf
Variabel bereik
Page 7
S8TSS8TS
Inschakelstroom, inschakeltijd, uitschakeltijd
Ingang ON
AC­ingangs­spanning
Inschakelstroom bij ingangstoepassing
AC­ingangs­stroom
90%
Uitgangs spanning
Inschakeltijd
(1.000 ms max.)
Uitschakeltijd (20 ms max.)
Ingang OFF
96,5%
Onderspanningsindicator en onderspanningsdetectieuitgang
Als er een verlaging van de uitgangsspanning wordt gede­tecteerd, licht het rode indicatielampje (DC LOW) op en wordt de transistoruitgang (DC LOW: OUT) ingeschakeld. De detectie­spanning is ingesteld op ongeveer 80% (75% tot 90%) van de nominale uitgangsspanning.
Deze functie bewaakt de spanning bij de uitgangsklemmen. Meet voor een nauwkeurige bevestiging van de uitgangsstatus de spanning bij de uitgangsklem.
Status van de indicator Spannings-
Groen:
Rood:
Groen:
Rood:
Groen:
Rood:
DC ON
DC LOW
DC ON
DC LOW
DC ON
DC LOW
(zie opmerking 2)
status
Hoger dan ongeveer 80% van de nominale uitgangs­spanning
Lager dan ongeveer 80% van de nominale uitgangs­spanning
Dicht bij 0 V OFF
Uitgangs-
status
(zie
opmer-
king 1)
ON
OFF
Opmerking: 1. Transistoruitgang: open collector
30 VDC max., 50 mA max. Restspanning ON: 2 V max. Lekstroom OFF: 0,1 mA max.
2. De indicatoren worden minder helder wanneer de uitgangsspanning dicht bij 0 V komt.
Onderspanningsuitgang
Blokken met aansluitklemmen
DC LAAG UIT DC LAAG UIT
+V−V
Blokken met connectoraansluiting
+V−V
7
Page 8
Blokschema's
G
)
)
G
T
S8TS-06024@ en S8TS-03012@
S8TSS8TS
AC (L
INGAN
AC (N
Aangesloten op buslijnconnector
S8TS-02505@
AC(L) +V
INGANG
AC(N)
Zeke­ring 2,0 A
Zeke­ring 2,0 A
Ontsto­ringsfilter
Ontsto­ringsfilter
Gelijkrichter
Gelijkrichter
Inschakel­stroombe­veiligings­circuit
Overstroom-
detectiecircuit
Inschakel­stroombe­veiligings­circuit
Circuit voor de onderdrukking van harmonische stromen
Aandrijvings-
besturingscircuit
Circuit voor de onderdrukking van harmonische stromen
Aandrijvings-
besturingscircuit
Afvlak­circuit
Optocoupler
Afvlak­circuit
Gelijkrichter en afvlakcircuit
Stroomdetectie­circuit
Detectiecircuit
Overspannings­detectiecircuit
Gelijkrichter en afvlakcircuit
Beveiligings­diode
Onderspannings­indicator/uitgang
Onderspannings­indicator/uitgang
DC-UITGAN
DC LAAG UI
Aangesloten op buslijnconnector
DC-UITGANG
V
DC LAAG UIT
Aangesloten op buslijnconnector
Overstroomdet
ectiecircuit
Optocoupler
Detectiecircuit
Overspannings-
detectiecircuit
Aangesloten op buslijnconnector
8
Page 9
Afmetingen
Opmerking: Alle eenheden zijn in millimeters, tenzij anders wordt aangegeven.
S8TS-@@@@@
10
2,5
LN
INPUT
50/60Hz AC100
-240V
1.0A
L
N
S8TS-06024
S8TS-@@@@@F
M4 met vierkante sluitplaat
100
SCHAKELENDE VOEDINGEN
DC ON
DC LOW
V.ADJ
DC LOW
5
7,62
LN
INPUT
50/60Hz
AC100
-240V
1.0A
L
S8TS-06024F
POWER SUPPLY
DC ON
DC LOW
V.ADJ
DC LOW
N
-V
OUTPUT
120
+V
-V
Class2 Power Supply
OUTPUT
DC24V
2.5A
+V-V
5,6
43
(Schuivend: 15 max.)
80,7
2,5
120
+V
Class2 Power Supply
DC24V
2.5A
+V-V
80,7
S8TSS8TS
LOCK
4
35
120
LOCK
4
35
DIN-rail
PFP-100N PFP-50N
PFP-100N2
Eindplaat
PFP-M
5,08
43
5
4,5
15
10 1025 25 2525
4,5
151510 1025 25 2525
M4×8 klinknagel schroef
50
11,5
10
M4 verende sluitring
5,6
(Schuivend: 15 max.)
1000(500)*
1000
10
1,3
4,8
6,2
120
0,15
7,3±
35±0,3
15(5)*
*Waarden tussen haakjes
gelden voor de PFP-50N.
27±0,15
1
16
0,3
35±
2427
29,2
1 1,5
1,8
1
1,8
35,5
35,5
9
Page 10
Installatie
S8TSS8TS
Basisblokken met aansluitklemmen: S8TS-@@@@@
1
2 3
LN
INPUT
50/60Hz AC100
-240V
1.0A
L
N
S8TS-06024
POWER SUPPLY
+V
-V
DC ON
Class2
DC LOW
Power
Supply
OUTPUT
V.ADJ
DC24V
2.5A
+V-V
DC LOW
7 8 9
4 5 6
A AC-ingangsklem (L): Sluit een ingangsspanning aan op deze klem. B AC-ingangsklem (N): Sluit een ingangsspanning aan op deze klem.
C Aardingsklem ( ): Sluit een aardaansluiting aan op deze klem. D Onderspanningsdetectieuitgang (DC LOW OUT): Open collector-uitgang E DC-uitgangsklem (–V): Sluit belasting aan op deze klem. F DC-uitgangsklem (+V): Sluit belasting aan op deze klem. G Uitgangsindicator (DC ON: Groen): Licht op als de DC-uitgang ON is. H Onderspanningsindicator (DC LOW: Rood): Licht op wanneer de spanning bij de uitgangsklem daalt. I Uitgangsspanningsregelaar (V.ADJ): Wordt gebruikt om de spanning te regelen. J Schuifregelaar: schuif deze naar de vergrendelingskant wanneer u een aansluiting tot stand brengt.
Ontgrendel de schuifregelaar wanneer u de aansluiting verbreekt.
10
10
Basisblokken met stekkermodules: S8TS-@@@@@F
1 2 3
LN
INPUT
50/60Hz AC100
-240V
1.0A
L
N
S8TS-06024F
POWER SUPPLY
+V
-
V
DC ON
Class2
7 8 9
Power Supply
DC LOW
OUTPUT
V.ADJ
DC24V
2.5A
+V-V
DC LOW
4 5 6
10
10
S8T-BUS01-buslijnconnector (AC-lijn + DC-lijnbus)
1
2
7 3 4
5
6
8
S8T-BUS02-buslijnconnector (AC-lijnbus)
1 2
3
A AC-ingangsklem (L) B AC-ingangsklem (N)
C Aardingsklem ( ) D Signaalklem parallelbedrijf E DC-uitgangsklem (+V) F DC-uitgangsklem ( G Keuzeschakelaar H Geprojecteerde-indicatorsectie
V)
8
10
Page 11
Voorzorgsmaatregelen
S8TSS8TS
!WAARSCHUWING
Probeer de blokken niet te demonteren of de binnenkant van een blok aan te raken terwijl de voedingseenheid is ingeschakeld. Als u dit wel doet, riskeert u elektrische schokken.
Koppel of ontkoppel geen blokken terwijl de voedingseenheid is ingeschakeld. Als u dit wel doet, riskeert u elektrische schokken.
Verwijder niet de connectorbehuizing van ongebruikte buslijncon­nectoren. Als u dit wel doet, riskeert u elektrische schokken.
Sluit de aansluitklemafdekkappen vóór het gebruik. Als u dit niet doet, riskeert u elektrische schokken.
!VOORZICHTIG
Vergrendel de schuifregelaars en railstoppers wanneer u blokken koppelt.
Sluit, wanneer u blokken koppelt, de ingangslijn voor slechts één blok aan. Als u dit niet doet, kan er een interne kortsluiting optre­den bij de ingangen, waardoor de blokken kunnen worden be­schadigd.
Het aandraaikoppel voor schroefaansluitingen is 1,08 N·m. Het aandraaikoppel voor connectorschroeven en schroefflenzen is 0,30 N·m. Als er schroeven los zitten, kan er brand ontstaan.
Raak de voedingseenheid niet aan als deze actief is of direct na­dat deze is uitgeschakeld. De voedingseenheid wordt heet en aanraking kan brandwonden veroorzaken.
Montage
Om de betrouwbaarheid van apparaten op de lange termijn te garanderen, moet u bij de montage letten op de warmteafvoer. Bij de S8TS wordt de warmte afgevoerd via natuurlijke convectie. Monteer blokken zodanig dat convectie in de omringende lucht mogelijk is.
*1 *1
*1
*4
*1. Convectie van lucht *2. 75 mm min. *3. 75 mm min. *4. 10 mm min. Zorg er bij het aanbrengen van montagegaten voor dat het afval
niet terechtkomt in de producten.
*2
*1
*3
Bedrading
Let erop dat u de I/O-aansluitklemmen correct aansluit. Oefen bij het vastzetten van de aansluitklemmen geen kracht van 100 N of hoger uit op klemmenblokken of stekkermodules.
Bij blokken met connectoraansluitingen mag de stroom voor één aansluitklem niet hoger zijn dan 7,5 A. Als een sterkere stroom nodig is, gebruikt u twee aansluitklemmen.
Aanbevolen bedradingsgrootte voor enkelbedrijf
Model Aanbevolen bedradingsgrootte
S8TS-06024 S8TS-03012
S8TS-02505 AWG 14 tot 18
S8TS-06024F S8TS-03012F
S8TS-02505F AWG 12 tot 18
Aanbevolen bedradingsgrootte voor parallelbedrijf
Model Aanbevolen
S8TS-06024 S8TS-03012
S8TS-06024F S8TS-03012F
AWG 14 tot 20 (doorsnede: 0,517 tot 2,081 mm
(doorsnede: 0,823 tot 2,081 mm AWG 12 tot 20
(doorsnede: 0,517 tot 3,309 mm
(doorsnede: 0,823 tot 3,309 mm
Voor twee parallel verbonden eenheden
Voor drie parallel verbonden eenheden
Voor vier parallel verbonden eenheden
Voor twee parallel verbonden eenheden
Voor drie parallel verbonden eenheden
Voor vier parallel verbonden eenheden
AWG 14 tot 18 (doorsnede: 0,823 tot 2,081 mm
AWG 14 tot 16 (doorsnede: 1,309 tot 2,081 mm
AWG 14 tot 20 (doorsnede: 2,081 mm
AWG 12 tot 18 (doorsnede: 0,823 tot 3,309 mm
AWG 12 tot 16 (doorsnede: 1,309 tot 3,309 mm
AWG 12 tot 14 (doorsnede: 2,081 tot 3,309 mm
2
)
2
)
2
)
2
)
bedradingsgrootte
2
)
2
)
2
)
2
)
2
)
2
)
Blokken met connectoraansluiting
• Bij blokken met connectoraansluitingen mag de stroom voor één aansluitklem niet hoger zijn dan 7,5 A. Als een sterkere stroom nodig is, gebruikt u twee aansluitklemmen.
• Plaats of verwijder AC-ingangsconnectoren of DC-uitgangscon­nectoren niet vaker dan 20 keer.
Installatieomgeving
Gebruik de voedingseenheid niet op plaatsen die zijn blootgest­eld aan schokken of trillingen. Monteer eindplaten (PFP-M) aan beide kanten van de voedingseenheid. Installeer de voeding­seenheid niet in de buurt van krachtige hoogfrequente storings­bronnen.
Bedrijfs- en opslagomgeving
Gebruik de voedingseenheid niet op een van de volgende locaties, en sla deze hier ook niet op. Hierdoor kunnen fouten en defecten optreden, of de prestatiekenmerken kunnen verminderen.
• Niet gebruiken op locaties die zijn blootgesteld aan direct zonlicht.
• Niet gebruiken op locaties waar de omgevingstemperatuur het be­reik van de belastingsreductiekromme overschrijdt.
• Niet gebruiken op locaties waar de vochtigheidsgraad buiten het bereik van 25% tot 85% valt of plotselinge temperatuurschom­melingen kunnen optreden.
• Niet gebruiken op locaties waar de omgevingstemperatuur buiten het bereik van –25 tot 65°C valt, of de vochtigheidsgraad buiten het bereik van 25% tot 95% valt.
• Niet gebruiken op locaties waar vloeistoffen, vreemde stoffen en corrosieve of brandbare gassen in de producten kunnen binnen­dringen.
Batterijen opladen
Als een batterij is aangesloten als belasting, dient u een over­stroombeveiligingscircuit en een overspanningsbeveiligingscircuit te installeren.
11
Page 12
Uitgangsspanningsregelaar (V.ADJ)
Pas niet te veel kracht toe op de uitgangsspanningsregelaar (V.ADJ). Deze kan hierdoor beschadigd raken.
Als de regelaar wordt ingesteld op een stand lager dan 10%, kan de onderspanningsdetectiefunctie worden geactiveerd.
Buslijnconnectoren
Let erop dat de buslijnconnectoren niet worden blootgesteld aan plotselinge schokken (bijvoorbeeld door een val). Hierdoor kan schade ontstaan.
DIN-railmontage
Als u het blok wilt monteren op een DIN-rail, haakt u deel (A) van het blok op de rail en duwt u het blok in de richting (B).
A
B
Als u het blok wilt demonteren, duwt u deel (C) met een platte schroevendraaier naar beneden en trekt u het blok naar buiten.
S8TSS8TS
C
30 mm min.
Railstopper
Geen uitgangsspanning
Als er geen uitgangsspanning aanwezig is, kan de overstroombev­eiliging of overspanningsbeveiliging mogelijk in bedrijf zijn. Het is ook mogelijk dat het vergrendelingsbeveiligingscircuit actief is doordat er een grote overspanning is opgetreden, bijvoorbeeld door bliksemin­slag. Controleer de twee onderstaande punten. Raadpleeg OMRON als er nog steeds geen uitgangsspanning aanwezig is.
• Controleren of de overstroombeveiliging actief is: Maak de belastingslijn los en controleer of hier geen overstroom optreedt (bijvoorbeeld door kortsluiting).
• Controleren of de overspanningsbeveiliging of vergrendeling ac­tief is: Schakel de ingangsvoeding uit (OFF) en schakel deze vervolgens na minimaal één minuut weer in (ON).
Cat. No. T022-NL1-02A
NEDERLAND Omron Electronics B.V. Wegalaan 61, 2132 JD Hoofddorp Tel: +31 (0) 23 568 11 00 Fax: +31 (0) 23 568 11 88 www.omron.nl
In verband met verbeteringen van het product kunnen technische gegevens zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
BELGIË Omron Electronics N.V./S.A. Stationsstraat 24, B-1702 Groot-Bijgaarden Tel: +32 (0) 2 466 24 80 Fax: +32 (0) 2 466 06 87 www.omron.be
12
Loading...