Safety Network-controller uit de
NE1A-serie: NE1A-SCPU01
Cat. No. Z906-NL2-01
Beknopt overzicht
27 Technische gegevens en benamingen
33
Installatie en bedrading
47 DeviceNet-communicatiefuncties
65 I/O-controle
75
Programmeren
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Safety Network-controller uit de NE1A-serie: NE1A-SCPU01
Gebruikershandleiding
April 2005
Opmerking
OMRON-producten zijn gemaakt voor gebruik volgens de juiste procedures door een bevoegde operator
en uitsluitend voor de doeleinden die in deze handleiding worden beschreven.
De volgende conventies worden gebruikt om voorzorgsmaatregelen in deze handleiding aan te geven
en te classificeren. Besteed altijd aandacht aan de informatie die erdoor wordt verschaft. Als geen aandacht
aan voorzorgsmaatregelen wordt besteed, kan dat tot letsel bij mensen of schade aan eigendommen leiden.
! WAARSCHU-
WING
Duidt op een situatie die tot licht of middelzwaar letsel zal leiden, of tot ernstig of
dodelijk letsel kan leiden. Bovendien is aanzienlijke beschadiging van eigendommen
mogelijk.
Duidt op algemene verbodsbepalingen waarvoor geen specifiek symbool wordt gebruikt.
Duidt op algemene verplichte handelingen waarvoor geen specifiek symbool wordt
gebruikt.
Verwijzingen naar OMRON-producten
In deze handleidingen beginnen alle OMRON-producten met een hoofdletter. Het woord 'Unit' begint ook met
een hoofdletter als het naar een OMRON-product verwijst, ongeacht of Unit in de naam van het product
voorkomt of niet.
De afkorting 'PLC' betekent Programmable Controller (programmeerbare besturing). In enkele Programming
Device-schermen wordt echter 'PC' gebruikt om Programmable Controller aan te duiden.
Visuele hulpmiddelen
De volgende koppen worden in de linkerkolom van de handleiding weergegeven op u te helpen bij het vinden
van verschillende soorten informatie.
BELANGRIJK: Duidt op belangrijke informatie over wat u wel of niet moet doen om bedieningsfouten,
verminderde werking of ongewenste effecten voor productprestaties te voorkomen.
Opmerking:Duidt op informatie die van bijzonder belang is voor een efficiënte en gemakkelijke
bediening van het product.
1,2,3…Duidt op lijsten, zoals procedures, controlelijsten, enzovoort.
Handelsmerken en auteursrecht
DeviceNet en DeviceNet Safety zijn geregistreerde handelsmerken van de Open DeviceNet Vendors
Association.
De overige product- en bedrijfsnamen in deze handleiding zijn handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van de respectieve bedrijven.
Alle rechten voorbehouden. Tenzij anders vermeld, berusten het auteursrecht en alle overige intellectuele
eigendomsrechten van alle materialen in deze handleiding (met inbegrip van maar niet beperkt tot foto's en
ander beeldmateriaal) bij Omron Europe B.V. (hierna te noemen Omron Europe, „wij” of „ons”) en/of haar
dochterondernemingen en/of haar licentiehouders (hierna collectief aangeduid als OMRON). Niets uit deze
publicatie mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of verzonden,
in enige vorm of op enige wijze, hetzij mechanisch, elektronisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere
manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van OMRON.
Er wordt geen patentaansprakelijkheid aanvaard met betrekking tot het gebruik van de informatie in deze
handleiding. Bovendien kan de informatie in deze handleiding zonder kennisgeving worden gewijzigd omdat
OMRON zich voortdurend inspant om haar hoogwaardige producten te verbeteren. Bij de voorbereiding
van deze handleiding zijn alle voorzorgsmaatregelen genomen. Desalniettemin aanvaardt OMRON geen
verantwoordelijkheid voor fouten of omissies. Evenmin wordt aansprakelijkheid aanvaard voor schade die
voortvloeit uit het gebruik van de informatie in deze publicatie.
In deze handleiding worden de installatie en bediening beschreven van de NE1A-SCPU01
Safety Network-controller.
Lees deze handleiding zorgvuldig door en zorg ervoor dat u de informatie begrijpt voordat u de
NE1A-SCPU01 probeert te installeren of te bedienen. Lees de voorzorgsmaatregelen die in de volgende
sectie worden vermeld.
De volgende handleidingen verschaffen informatie over DeviceNet en DeviceNet-veiligheid.
Gebruikershandleiding bij de DeviceNet Safety Network-controller NE1A-SCPU01
(deze handleiding) (Z906)
In deze handleiding worden de technische gegevens, functies en het gebruik van de NE1A-SCPU01
beschreven.
Handleiding voor systeemfiguratie DeviceNet-veiligheid (Z905)
In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u het DeviceNet-veiligheidssysteem kunt configureren met de
Network Configurator.
DeviceNet Operation Manual (W267)
In deze handleiding worden de constructie en aansluiting van een DeviceNet-netwerk beschreven.
De handleiding verschaft gedetailleerde informatie over de installatie en de technische gegevens van kabels,
connectoren en andere randapparaten die in het netwerk worden gebruikt en over de voeding van het
communicatiesysteem. Zorg ervoor dat u deze handleiding verkrijgt en dat u de inhoud ervan goed begrijpt
voordat u een DeviceNet-systeem gaat gebruiken.
! WAARSCHUWING
Als u de informatie in deze handleiding niet leest of begrijpt, kan dat tot persoonlijk of dodelijk letsel,
beschadiging van het product of productstoringen leiden. Lees elke sectie in zijn geheel en zorg ervoor dat
u de informatie die in de sectie en verwante secties wordt verschaft begrijpt voordat u een van de
beschreven procedures of handelingen probeert uit te voeren.
Lees deze handleiding zorgvuldig door
Lees deze handleiding zorgvuldig en zorg ervoor dat u de inhoud begrijpt voordat u het product gebruikt.
Neem bij vragen of opmerkingen contact op met uw OMRON-contactpersoon.
Garantie en aansprakelijkheidsbeperking
GARANTIE
De exclusieve garantie van OMRON houdt in, dat de producten gedurende één jaar (dan wel gedurende
een andere aangegeven periode) vanaf de verkoopdatum van OMRON vrij van defecten in materiaal
en vakmanschap zijn.
OMRON VERSTREKT GEEN ENKELE GARANTIE OF WAARBORG, NOCH EXPLICIET NOCH
IMPLICIET, MET BETREKKING TOT DE NALEVING VAN TOEPASSELIJKE REGELS EN
VOORSCHRIFTEN, DE VERKOOPBAARHEID DAN WEL DE GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD
DOEL VAN DE PRODUCTEN. KOPER OF GEBRUIKER ERKENT DAT DE KOPER OF GEBRUIKER
ALLEEN HEEFT BEPAALD DAT DE PRODUCTEN OP GESCHIKTE WIJZE AAN DE VEREISTEN VAN
DE GEPLANDE TOEPASSING ZULLEN VOLDOEN. OOK ALLE ANDERE GARANTIES, HETZIJ
EXPLICIET HETZIJ IMPLICIET, WORDEN DOOR OMRON AFGEWEZEN.
AANSPRAKELIJKHEIDSBEPERKINGEN
OMRON ACCEPTEERT GEEN ENKELE AANSPRAKELIJKHEID VOOR SPECIALE SCHADE, INDIRECTE
SCHADE DAN WEL GEVOLGSCHADE, GEDERFDE WINSTEN OF VERLIEZEN DIE OP WELKE WIJZE
DAN OOK MET DE PRODUCTEN IN VERBAND STAAN, ONGEACHT OF DEZE AANSPRAKELIJKHEID
GEBASEERD IS OP EEN CONTRACT, GARANTIE, NALATIGHEID OF RISICOAANSPRAKELIJKHEID.
In geen geval zal de aansprakelijkheid van OMRON uitstijgen boven de prijs van het product waarop
de garantieclaim is gebaseerd.
IN GEEN ENKEL GEVAL ZAL OMRON AANSPRAKELIJK KUNNEN WORDEN GESTELD VOOR
GARANTIECLAIMS, REPARATIECLAIMS OF ANDERE CLAIMS MET BETREKKING TOT DE
PRODUCTEN, TENZIJ DE ANALYSE VAN OMRON BEVESTIGT DAT DE PRODUCTEN OP CORRECTE
WIJZE WERDEN BEHANDELD, OPGESLAGEN, GEÏNSTALLEERD EN ONDERHOUDEN, ALSMEDE
NIET ZIJN ONDERWORPEN AAN VERONTREINIGINGEN, ONOORDEELKUNDIG GEBRUIK
OF ONDESKUNDIGE WIJZIGINGEN OF REPARATIES.
7
Toepassingsoverwegingen
GESCHIKTHEID VOOR GEBRUIK
OMRON is niet verantwoordelijk voor de naleving van standaarden, codes of voorschriften die van toepassing
zijn op de combinatie van de producten binnen de toepassing van de klant of het gebruik van de producten.
Op vraag van de klant legt OMRON toepasselijke certificatiedocumenten van derden voor die de nominale
waarden en gebruiksbeperkingen voor de producten bevatten. Deze informatie volstaat echter niet voor een
complete bepaling van de geschiktheid van de producten in combinatie met het eindproduct, de machine,
het systeem, of een andere toepassing of ander gebruik.
Hierna volgen voorbeelden van toepassingen waarvoor bijzondere aandacht is vereist. Deze lijst is niet
bedoeld als compleet overzicht van alle mogelijke gebruikstoepassingen van de producten en impliceert
evenmin dat de gebruikstoepassingen in de lijst geschikt zijn voor de producten:
•Buitengebruik, gebruikstoepassingen met mogelijke vervuiling door chemicaliën of elektrische
interferentie, of omstandigheden of gebruikstoepassingen die niet in deze handleiding zijn beschreven.
•Besturingssystemen met toepassing van nucleaire energie, verbrandingssystemen, spoorwegsystemen,
luchtvaartsystemen, medische apparatuur, amusementstoestellen, voertuigen, veiligheidsapparatuur, en
installaties waarvoor aparte regelgeving van de industrie of de overheid geldt;
•Systemen, machines en apparatuur waarbij gevaar voor persoonlijke of materiële schade bestaat.
Stel u op de hoogte van alle verbodsbepalingen die op de producten van toepassing zijn en houd u aan
deze bepalingen.
GEBRUIK DE PRODUCTEN NOOIT VOOR EEN TOEPASSING WAARBIJ ERNSTIG GEVAAR VOOR
PERSOONLIJKE OF MATERIËLE SCHADE BESTAAT ZONDER U ERVAN TE OVERTUIGEN DAT HET
SYSTEEM ALS GEHEEL IS ONTWORPEN OM AAN DERGELIJKE GEVAREN HET HOOFD TE KUNNEN
BIEDEN EN DAT DE PRODUCTEN VAN OMRON DE JUISTE SPECIFICATIES HEBBEN, ALSMEDE VOOR
HET TOEPASSELIJKE GEBRUIKSDOEL BINNEN DE ALGEHELE APPARATUUR OF HET SYSTEEM ZIJN
GEÏNSTALLEERD.
PROGRAMMEERBARE PRODUCTEN
OMRON is niet verantwoordelijk voor programmering door de gebruiker van een programmeerbaar product,
noch voor enige consequentie daarvan.
Kennisgevingen
WIJZIGING VAN TECHNISCHE GEGEVENS
Technische gegevens en accessoires van producten kunnen op elk moment worden gewijzigd wegens
verbeteringen of andere redenen.
Doorgaans wijzigen we modelnummers wanneer gepubliceerde nominale waarden of functies zijn gewijzigd
of wanneer belangrijke wijzigingen in de constructie zijn aangebracht. Sommige technische gegevens van de
producten kunnen echter zonder enige kennisgeving zijn gewijzigd. Bij twijfel kunnen op uw verzoek speciale
modelnummers worden toegewezen om belangrijke technische gegevens voor uw toepassing vast te leggen
of vast te stellen. U kunt op elk gewenst moment contact opnemen met uw OMRON-contactpersoon voor de
actuele technische gegevens van producten die u hebt aangeschaft.
AFMETINGEN EN GEWICHTEN
De afmetingen en gewichten zijn nominale waarden en mogen niet worden gebruikt voor
fabricagedoeleinden, zelfs niet wanneer hierbij toleranties worden vermeld.
PRESTATIEGEGEVENS
Prestatiegegevens die in deze handleiding worden gegeven, dienen slechts als leidraad voor de gebruiker
bij het bepalen van de geschiktheid en vormen geen garantie. Deze gegevens kunnen het resultaat zijn van
de testvoorwaarden van OMRON en zullen door de gebruikers aan de feitelijke vereisten van de toepassing
moeten worden getoetst. De feitelijke prestaties vallen onder de garantie en aansprakelijkheidsbeperking
van OMRON.
FOUTEN EN OMISSIES
De informatie in deze handleiding is zorgvuldig gecontroleerd en wij vertrouwen erop dat deze nauwkeurig
is. Wij wijzen echter alle aansprakelijkheid af voor administratieve, typografische of revisiefouten, of voor
omissies.
8
Voorzorgsmaatregelen
1Doelgroep
Deze handleiding is bedoeld voor het volgende personeel dat over kennis van elektrische systemen beschikt
(een elektrotechnicus of het equivalent daarvan).
•Personeel dat verantwoordelijk is voor de introductie van FA en veiligheidssystemen in productievoorzieningen
•Personeel dat verantwoordelijk is voor het ontwerpen van FA en veiligheidssystemen
•Personeel dat verantwoordelijk is voor het beheer van FA-voorzieningen
•Personeel dat de diploma's, bevoegdheid en plicht heeft om gedurende alle navolgende productfases
voor veiligheid te zorgen: mechanisch ontwerp, installatie, bediening, onderhoud en verwijdering
2Algemene voorzorgsmaatregelen
De gebruiker moet het product bedienen in overeenstemming met de technische prestatiegegevens die in
de gebruikershandleidingen worden beschreven.
Raadpleeg uw OMRON-contactpersoon voordat u het product gebruikt onder omstandigheden die niet in de
handleiding zijn beschreven of indien u het product toepast op nucleaire besturingssystemen,
spoorwegsystemen, luchtvaartsystemen, voertuigen, verbrandingssystemen, medische apparatuur,
amusementstoestellen, veiligheidsapparatuur en andere systemen, machines en apparaten die levens en
eigendommen ernstig in gevaar kunnen brengen bij onjuist gebruik.
Controleer of de nominale waarden en prestatiekenmerken van het product toereikend zijn voor de
systemen, machines en apparatuur en zorg ervoor dat de systemen, machines en apparatuur zijn voorzien
van dubbele veiligheidssystemen.
In deze handleiding vindt u informatie over het programmeren en bedienen van de Unit. Lees deze
handleiding voordat u de Unit probeert te gebruiken en houd deze handleiding binnen handbereik voor
naslag tijdens de bediening.
! Waarschuwing
Het is uitermate belangrijk dat een PLC en alle PLC-units worden gebruikt voor het opgegeven doel en
onder de opgegeven omstandigheden, met name bij toepassingen die direct of indirect van invloed kunnen
zijn op menselijk leven. U moet uw OMRON-contactpersoon raadplegen voordat u een PLC-systeem
gebruikt voor de hierboven genoemde toepassingen.
9
! WAARSCHUWING
Dit is de gebruikershandleiding voor de NE1A-SCPU01 Safety Network-controller. Besteed tijdens de
constructie van het systeem aandacht aan de volgende items om ervoor te zorgen dat onderdelen met
betrekking tot veiligheid worden geconfigureerd op een manier die het mogelijk maakt dat de
systeemfuncties adequaat werken.
Risicoanalyse
Het juiste gebruik van het veiligheidsapparaat dat in deze gebruikershandleiding wordt beschreven met betrekking tot installatievoorwaarden, mechanische prestaties en functies is een eerste vereiste voor het gebruik ervan. Wanneer u dit veiligheidsapparaat selecteert of gebruikt, moet een risicoanalyse worden uitgevoerd om
potentiële risicofactoren te identificeren in apparatuur of voorzieningen waarin het veiligheidsapparaat zal worden toegepast, tijdens het ontwikkelingsstadium van de apparatuur of voorzieningen. Geschikte veiligheidsapparaten moeten worden geselecteerd op basis van een adequaat risicoanalysesysteem. Een ontoereikend
risicoanalysesysteem kan leiden tot de selectie van ongeschikte veiligheidsapparaten.
•Karakteristieke gerelateerde internationale standaarden: ISO 14121, Veiligheid van machines - Principes van risicoanalyse
Veiligheidsmaatregelen
Als dit veiligheidsapparaat wordt gebruikt voor het bouwen van systemen met veiligheidsgerelateerde
onderdelen voor apparatuur of voorzieningen, moet het systeem worden ontworpen met volledig begrip van
en volledig in overeenstemming met internationale standaarden, zoals de hieronder vermelde standaarden,
en/of standaarden in gerelateerde bedrijfstakken.
•Karakteristieke gerelateerde internationale standaarden: ISO/DIS 12100, Veiligheid van machines Basisbegrippen en algemene principes voor ontwerp
IEC 61508, Veiligheidsstandaard voor systemen die zijn voorzien van veiligheidsinstrumenten (Functionele veiligheid van elektrische/elektronische/programmeerbare elektronische systemen verbandhoudend met veiligheid)
Rol van Safety Device
Dit veiligheidsapparaat is voorzien van veiligheidsfuncties en -mechanismen zoals die zijn vastgelegd in
relevante standaarden, maar er moeten geschikte ontwerpen worden gebruikt zodat deze functies en
mechanismen goed kunnen werken binnen systeemconstructies die veiligheidsgerelateerde onderdelen
bevatten. Bouw systemen die het mogelijk maken dat deze functies en mechanismen goed werken, op
basis van een volledig begrip van hun werking.
•Karakteristieke gerelateerde internationale standaarden: ISO 14119, Veiligheid van machines Vergrendelingsapparaten betrokken bij beveiligingen - Ontwerp- en selectiebeginselen
Installatie van Safety Device
De constructie en installatie van systemen met veiligheidsgerelateerde onderdelen voor apparatuur of
voorzieningen moeten worden uitgevoerd door technici die daarvoor zijn opgeleid.
•Karakteristieke gerelateerde internationale standaarden: ISO/DIS 12100, Veiligheid van machines Basisbegrippen, algemene ontwerpbeginselen
IEC 61508, Veiligheidsstandaard voor systemen die zijn voorzien van veiligheidsinstrumenten (Functionele veiligheid van elektrische/elektronische/programmeerbare elektronische systemen verbandhoudend met veiligheid)
Voldoen aan wetten en voorschriften
Dit veiligheidsproduct voldoet aan relevante voorschriften en standaarden, maar zorg ervoor dat tijdens het
gebruik plaatselijke voorschriften en standaarden voor de apparatuur of voorzieningen waarin het wordt
toegepast worden nageleefd.
•Karakteristieke gerelateerde internationale standaarden: IEC 60204, Veiligheid van machines - Elektrische uitrusting van machines
Houden aan voorzorgsmaatregelen voor gebruik
Wanneer u het geselecteerde veiligheidsproduct daadwerkelijk in gebruik neemt, moet u aandacht
besteden aan de technische gegevens en voorzorgsmaatregelen in deze gebruikershandleiding en in de
instructiehandleiding die met het product wordt meegeleverd. Als het product wordt gebruikt op een manier
die afwijkt van deze technische gegevens en voorzorgsmaatregelen, leidt dat tot onverwachte storingen in
apparatuur en tot schade die uit dergelijke storingen voortvloeit ten gevolge van ontoereikende
besturingsfuncties in veiligheidsgerelateerde onderdelen.
Verplaatsing of overdracht van apparatuur
Wanneer u apparatuur verplaatst of overdraagt, moet u ervoor zorgen dat deze gebruikershandleiding wordt
meegeleverd om te garanderen dat degene naar wie het apparaat of de apparatuur wordt verplaatst of aan
wie het apparaat wordt overgedragen in staat is om het op de juiste manier te bedienen.
•Karakteristieke gerelateerde internationale standaarden: ISO/DIS 12100 ISO, Veiligheid van machines
- Basisbegrippen, algemene ontwerpbeginselen IEC 61508, Veiligheidsstandaard voor systemen die
zijn voorzien van veiligheidsinstrumenten (Functionele veiligheid van elektrische/elektronische/
programmeerbare elektronische systemen verbandhoudend met veiligheid)
10
3Veiligheidsmaatregelen
Er kan ernstig letsel optreden wanneer noodzakelijke veiligheidsfuncties verloren gaan.
Gebruik de testuitgangen van de NE1A-SCPU01 niet als veiligheidsuitgangen.
Er kan ernstig letsel optreden wanneer noodzakelijke veiligheidsfuncties verloren gaan.
Gebruik geen DeviceNet-I/O-gegevens of expliciete berichtgegevens als veiligheidssignaal.
Er kan ernstig letsel optreden wanneer noodzakelijke veiligheidsfuncties verloren gaan.
Gebruik de indicatoren op de NE1A-SCPU01 niet voor veiligheidshandelingen.
Er kan ernstig letsel optreden wanneer veiligheidsuitgangen of testuitgangen defect raken.
Sluit nooit grotere belastingen aan dan de nominale waarde van de veiligheidsuitgangen
of testuitgangen.
Er kan ernstig letsel optreden wanneer noodzakelijke veiligheidsfuncties verloren gaan.
Bedraad de uitgangslijnen en de 24VDC-lijn zo dat deze elkaar niet raken om te voorkomen
dat een belasting wordt ingeschakeld ten gevolge van kortsluiting met de 24 VDC-lijn.
Er kan ernstig letsel optreden wanneer noodzakelijke veiligheidsfuncties verloren gaan.
Aard de 0V-pool van de externe voeding om te voorkomen dat een uitgang wordt
ingeschakeld door een aardingsfout in een veiligheidsuitgang of testuitgang.
Er kan ernstig letsel optreden wanneer noodzakelijke veiligheidsfuncties verloren gaan.
Wis oude configuratiegegevens voordat u de apparaten op het netwerk aansluit.
Er kan ernstig letsel optreden wanneer noodzakelijke veiligheidsfuncties verloren gaan.
Stel geschikte nodeadressen en een geschikte baudrate in voordat u de apparaten op het
netwerk aansluit.
Er kan ernstig letsel optreden wanneer noodzakelijke veiligheidsfuncties verloren gaan.
Voer een gebruikerstest uit en controleer of de configuratiegegevens en de werking van alle
apparaten correct zijn voordat u het systeem gaat bedienen.
Er kan ernstig letsel optreden wanneer noodzakelijke veiligheidsfuncties verloren gaan.
Wanneer u een apparaat vervangt, configureert u het vervangende apparaat op juiste wijze
en controleert u de goede werking ervan.
Er kan ernstig letsel optreden wanneer noodzakelijke veiligheidsfuncties verloren gaan.
Gebruik geschikte onderdelen of apparatuur in overeenstemming met de vereisten uit
de volgende tabel.
! WAARSCHUWING
BesturingsapparatenVereisten
NoodstopschakelaarGebruik goedgekeurde producten met directe opening die voldoen aan
IEC/EN 60947-5-1.
Deurveiligheidsschakelaar
of eindschakelaar
VeiligheidssensorGebruik goedgekeurde producten die voldoen aan de overeenkomstige
VeiligheidsrelaisGebruik veiligheidsrelais die voldoen aan EN 50205. Gebruik voor
MagneetschakelaarGebruik magneetschakelaars en bewaak het hulp-NC-contact om storingen
Andere apparatenControleer of de gebruikte apparaten voldoen aan de voorwaarden van het
Gebruik goedgekeurde producten met directe opening die voldoen aan
IEC/EN 60947-5-1 en geschikt zijn voor schakeling van microbelastingen van
4 mA bij 24 VDC.
productnormen, voorschriften en wetten die gelden in het land waarin ze
worden gebruikt.
terugkoppeling apparaten met contacten die geschikt zijn voor schakeling
van microbelastingen van 4 mA bij 24 VDC.
in schakelaars te detecteren. Gebruik voor terugkoppeling apparaten
met contacten die geschikt zijn voor schakeling van microbelastingen
van 4 mA bij 24 VDC.
veiligheidsklasseniveau.
11
4Veiligheidsmaatregelen voor veilig gebruik
Wijze van behandelen
Laat de NE1A-SCPU01 niet vallen en stel het apparaat niet bloot aan buitensporige trillingen of schokken.
Als u dat wel doet, kan dat tot fouten of storingen leiden.
Installatie en opslag
U mag de NE1A-SCPU01 niet installeren of opslaan in de volgende locaties:
•Locaties met direct zonlicht.
•Locaties die onderhevig zijn aan temperaturen of een vochtigheidsgraad buiten het bereik dat is opgegeven bij de technische gegevens
•Locaties die onderhevig zijn aan condensatie vanwege aanzienlijke temperatuurschommelingen
•Locaties waarin corroderende of brandbare gassen kunnen voorkomen
•Locaties waarin stof (vooral metaalpoeder) of zouten kunnen voorkomen
•Locaties waarin water, olie of chemicaliën kunnen voorkomen
•Locaties die onderhevig zijn aan schokken of trillingen buiten het bereik dat is opgegeven bij de technische gegevens
Tref goede en toereikende maatregelen wanneer u systemen in de volgende locaties installeert.
Verkeerde en ontoereikende maatregelen kunnen tot een verkeerde werking leiden.
•Locaties waarin statische elektriciteit of andere vormen van storing kunnen voorkomen
•Locaties waarin krachtige magnetische velden kunnen voorkomen
•Locaties waarin blootstelling aan radioactiviteit kan voorkomen
•Locaties in de buurt van voedingen
Montage
•Gebruik de NE1A-SCPU01 in een behuizing van beveiligingsklasse IP54 of hoger conform IEC/EN 60529.
•Gebruik een DIN-rail (TH35-7,5/TH35-15 conform IEC 61075) om de NE1A-SCPU01 in de schakelkast
te monteren. Monteer de NE1A-SCPU01 op de DIN-rail met PFP-M-eindplaten (niet meegeleverd met
de NE1A-SCPU01) om te voorkomen dat het apparaat door trillingen van de DIN-rail valt.
•Zorg voor voldoende ruimte rondom de NE1A-SCPU01, minstens 5 mm aan de zijkanten en minstens
50 mm aan de boven- en onderkant, voor ventilatie en bedrading.
Bedrading
•Gebruik de volgende draden om externe I/O-apparaten op de NE1A-SCPU01 aan te sluiten.
Massieve kabel 0,2 tot 2,5 mm² (AWG 24 tot AWG 12)
Gevlochten
kabel (flexibel)
•Schakel de voeding uit voordat u handelingen met de bedrading gaat uitvoeren. Als u dat niet doet, kan
dat tot onverwachte werking leiden van externe apparaten die op de NE1A-SCPU01 zijn aangesloten.
•Pas goed de opgegeven spanning toe op de NE1A-SCPU01-ingangen. Toepassing van een verkeerde
gelijkstroomspanning of een willekeurige wisselstroomspanning kan tot verminderde veiligheidsfuncties, schade aan de NE1A-SCPU01 of tot brand leiden.
•Bedraad geen kabels voor communicatie- en I/O-signalen in de buurt van hoogspanningskabels
of voedingskabels.
•Zorg ervoor dat uw vingers niet bekneld raken bij het aansluiten van connectoren op de aansluitingen
op de NE1A-SCPU01.
•Draai de DeviceNet-connector vast met het juiste koppel (0,25 tot 0,3 Nm).
•Door een onjuiste bedrading kunnen de veiligheidsfuncties verminderen. Voer alle bedradingen goed
uit en controleer de werking voordat u de NE1A-SCPU01 gebruikt.
•Voor een goede warmtedissipatie verwijdert u het etiket ter voorkoming van stof pas nadat u de
volledige bedrading hebt aangebracht.
0,34 tot 2,5 mm² (AWG 22 tot AWG 16)
Gevlochten kabels moeten worden voorbereid door er stiftklemmen met kunststof isolatiekraag
aan te bevestigen (compatibel met DIN 46228-4-standaard) voordat ze worden aangesloten.
Een voeding selecteren
Gebruik een gelijkstroomvoeding die aan de volgende vereisten voldoet.
•Tussen het secundaire en het primaire circuit van de gelijkstroomvoeding moet een dubbele isolatie
of een verstevigde isolatie zijn aangebracht.
•De gelijkstroomvoeding moet voldoen aan de vereisten voor circuits van klasse 2 of een circuit met
spannings-/stroombeperking zoals gedefinieerd in UL 508.
•De houdtijd van de uitgang moet 20 ms of langer zijn.
12
Periodieke controle en onderhoud
•Schakel de voeding uit voordat u de NE1A-SCPU01 vervangt. Als u dat niet doet, kan dat tot
onverwachte werking leiden van externe apparaten die op de NE1A-SCPU01 zijn aangesloten.
•De NE1A-SCPU01 niet demonteren, repareren of ombouwen. Als u dat wel doet, kan dat de
veiligheidsfuncties nadelig beïnvloeden.
Verwijdering
•Als u de NE1A-SCPU01 demonteert voor verwijdering, moet u oppassen dat u zich niet verwondt.
5Aanvullende voorzorgsmaatregelen conform UL 1604
De NE1A-SCPU01 is alleen geschikt voor gebruik in locaties van klasse I, div. 2, groep A, B, C, D of in
ongevaarlijke locaties.
WAARSCHUWING - Explosiegevaar - Vervanging van onderdelen kan de geschiktheid voor klasse I,
div. 2 verminderen.
WAARSCHUWING - Explosiegevaar - Koppel apparatuur niet los tenzij de stroom is uitgeschakeld of bekend
is dat het gebied ongevaarlijk is.
6Normen en regelgeving
De NE1A-SCPU01 is als volgt gecertificeerd door TUV Rheinland:
1. Europese normen
•EN 954-1/1996
•EN 60204-1/1997
•EN 61000-6-2/2001
•EN 61000-6-4/2001
•EN 418/1992
2. Internationale normen
•IEC 61508 deel 1-7/12.98-05.00
•IEC 61131-2/2003
3. Normen in de VS
•NFPA 79-2002
•ANSI RIA15.06-1999
•ANSI B11.19-2003
Aanvraag voor certificatie van de NE1A-SCPU01 is ingediend vanuit UL voor de volgende standaarden
(met ingang van april 2005).
– Lijsten voor Amerikaanse en Canadese veiligheidsstandaarden
1-1Informatie over de NE1A-SCPU01 Safety Network-controller
De NE1A-SCPU01 Safety Network-controller biedt diverse functies, zoals veiligheidslogicabewerkingen,
I/O-veiligheidscontrole en een DeviceNet-veiligheidsprotocol. Met de NE1A-SCPU01 kunt u een
veiligheidscontrolesysteem en een netwerksysteem creëren dat voldoet aan de vereisten van
veiligheidsintegriteitsniveau 3 conform IEC 61508 (Functionele veiligheid van elektrische/elektronische/
programmeerbare elektronische systemen verbandhoudend met veiligheid) en aan die van veiligheidsklasse
4 conform EN 954-1.
In het onderstaande voorbeeld zijn het veiligheidscontrolesysteem dat is geïmplementeerd met de
NE1A-SCPU01 en het bewakingssysteem dat is geïmplementeerd met een standaard-PLC op hetzelfde
netwerk gerealiseerd.
•Als veiligheidslogicacontroller voert de NE1A-SCPU01 veiligheidslogicabewerkingen uit en wordt
de lokale I/O bestuurd.
•Als DeviceNet-veiligheidsmaster bestuurt de NE1A-SCPU01 de decentrale I/O van DeviceNet-veiligheidsslaves.
•Als DeviceNet-standaardslave communiceert de NE1A-SCPU01 met de DeviceNet-standaardmaster.
Veiligheidslogicabewerkingen
en I/O-veiligheidsbesturing
Network Configurator
Standaard PLC-master
NE1A
· Veiligheidsmaster
· Node
Node
Niet aan veiligheid gerelateerde
besturing (standaardbesturing)
Het PLC-systeem bewaakt de
NE1A (d.w.z. het veiligheidscontrolesysteem) met
DeviceNet-I/O-communicatie en
expliciete berichten.
1-1-1NE1A-SCPU01-eigenschappen
Veiligheidslogicabewerkingen
Naast basislogicafuncties, zoals AND en OR, worden ook functieblokken, zoals Noodstop of Bewaking
veiligheidspoort, die diverse veiligheidstoepassingen mogelijk maken ondersteund.
Lokale I/O-veiligheid
•In totaal worden 24 lokale I/O-veiligheidspunten ondersteund: 16 ingangen en 8 uitgangen.
•Fouten in externe bedrading kunnen worden gedetecteerd.
•De modus met twee kanalen kan worden ingesteld voor paren verwante lokale ingangsklemmen.
Wanneer de modus met twee kanalen is ingesteld, kunnen de ingangsgegevenspatronen en het
tijdsverschil tussen ingangssignalen worden geëvalueerd door de NE1A-SCPU01.
•De modus met twee kanalen kan worden ingesteld voor paren verwante lokale uitgangsklemmen.
Wanneer de modus met twee kanalen is ingesteld, kunnen de uitgangsgegevenspatronen worden
geëvalueerd door de NE1A-SCPU01.
Veiligheidsslave
uit de DST1-serie
Veiligheidsbesturing
Het DeviceNetveiligheidssysteem bestuurt
decentrale I/O.
16Sectie 1: Overzicht van de NE1A-SCPU01 Safety Network-controller
DeviceNet-veiligheidscommunicatie
•Als veiligheidsmaster kan de NE1A-SCPU01 I/O-veiligheidscommunicatie uitvoeren met maximaal
16 aansluitingen waarbij maximaal 16 bytes per aansluiting worden gebruikt.
•Als veiligheidsslave kan de NE1A-SCPU01 I/O-veiligheidscommunicatie uitvoeren met maximaal vier
aansluitingen waarbij maximaal 16 bytes per aansluiting worden gebruikt.
Standaard-DeviceNet-communicatie
Als node kan de NE1A-SCPU01 I/O-standaardcommunicatie uitvoeren met één master voor maximaal twee
aansluitingen waarbij maximaal 16 bytes per aansluiting worden gebruikt.
Modus standalone controller
De NE1A-SCPU01 kan als een standalone controller worden gebruikt door de DeviceNet-communicatie van
de NE1A-SCPU01 uit te schakelen.
Configuratie met een grafisch hulpmiddel
•Er wordt een grafisch hulpmiddel verschaft waarmee u een netwerk kunt configureren en logica kunt
programmeren. Hiermee kunt u gemakkelijk configureren en programmeren.
•Een logica-editor kan vanuit de Network Configurator worden geactiveerd.
•Configuratiegegevens kunnen worden gedownload of geüpload en apparaten kunnen online worden
bewaakt via DeviceNet, USB of de randapparatuurinterface van een OMRON PLC.
Ondersteuning voor systeem opstarten en foutherstel
•De informatie over fouten kan worden gecontroleerd met de Network Configurator of aan de hand van
de indicatoren aan de voorkant van de NE1A-SCPU01.
•Informatie over de interne status van de NE1A-SCPU01 kan vanaf een standaard-PLC worden bewaakt
door de informatie toe te wijzen aan de standaardmaster. Op dezelfde manier is bewaking met een
veiligheids-PLC mogelijk door informatie in de veiligheidsmaster toe te wijzen.
Toegangsbeheer met een wachtwoord
•De configuratiegegevens van de NE1A-SCPU01 worden beveiligd met een wachtwoord.
•Via de Network Configurator wordt de toegang tot elk projectbestand met een wachtwoord beheerd.
1-1-2Functioneel overzicht
•
FunctiesOverzichtDetails
Logicabewerkingen
LogicabewerkingenBasislogicabewerkingen, zoals AND en OR, en functieblokken,
I/O-veiligheid
I/O-opmerkingenDe gebruiker kan voor elke I/O-aansluitklem een willekeurige
I/O-voedingsbewakingDe NE1A-SCPU01 kan detecteren of binnen het normale
VeiligheidsingangenIn totaal worden 16 veiligheidsingangen ondersteund.5-2
Diagnose van
ingangscircuits
In-/uitschakelvertragingen
ingangen
Modus met twee kanalenTijdsverschillen in wijzigingen van gegevens of ingangssignalen
TestpulsuitgangenDe NE1A-SCPU01 ondersteunt vier onafhankelijke
Stroombewaking voor
mutinglamp (alleen klem T3)
Detectie van/beveiliging
tegen overstroom
6
zoals ESTOP en SGATE, worden ondersteund. Programmeren
is mogelijk met maximaal 128 logicafuncties en functieblokken.
5-1-1
naam opslaan van maximaal 32 tekens (ASCII).
5-1-2
spanningsbereik I/O-voeding wordt geleverd.
Met testpulsen kan de NE1A-SCPU01 een diagnose stellen van
interne circuits, externe apparaten en externe bedrading.
Voor NE1A-SCPU01-ingangen kunnen constanten voor de
ingangstijd tussen 0 en 126 ms worden ingesteld in veelvouden
van de cyclustijd van de NE1A-SCPU01. Door in-/
uitschakelvertragingen voor ingangen in te stellen helpt u bij het
verminderen van de invloed van trillen of externe storing.
tussen twee gekoppelde lokale ingangen kunnen worden
geëvalueerd.
5-3
testuitgangen. Deze worden doorgaans gebruikt in combinatie
met veiligheidsingangen. Ze kunnen ook worden ingesteld voor
gebruik als signaaluitgangsklemmen.
Loskoppeling kan worden gedetecteerd voor klem T3.
Wanneer een overstroom wordt gedetecteerd, wordt een
uitgang geblokkeerd om het circuit te beschermen.
1-1 Informatie over de NE1A-SCPU01 Safety Network-controller17
FunctiesOverzichtDetails
VeiligheidsuitgangenDe NE1A-SCPU01 ondersteunt acht veiligheidsuitgangen.5-4
Diagnose uitgangscircuitMet testpulsen kan de NE1A-SCPU01 een diagnose stellen van
interne circuits, externe apparaten en externe bedrading.
Detectie van/beveiliging
tegen overstroom
Modus met twee kanalenVoor twee gekoppelde uitgangen kan een veiligheidsstatus
DeviceNet-communicatie
VeiligheidsmasterVoor elke aansluiting op het DeviceNet-veiligheidsnetwerk
VeiligheidsslaveDe NE1A-SCPU01 kan ook als een DeviceNet-veiligheidsslave
NodeDe NE1A-SCPU01 kan ook als een node werken, en informatie
Expliciete berichtenExpliciete berichten kunnen worden gebruikt om statusinformatie
Automatische baudratedetectie De baudrate van de NE1A-SCPU01 kan automatisch worden
Modus standalone controller
Modus standalone controllerDe NE1A-SCPU01 kan worden gebruikt als een standalone
Functies van systeem opstarten/foutherstel
FoutregistratieFouten die worden gedetecteerd door de NE1A-SCPU01
Online bewakingDe informatie over de interne status en de I/O-gegevens van de
Overige functies
ConfiguratievergrendelingDe configuratiegegevens die in de NE1A-SCPU01 zijn
WissenDe NE1A-SCPU01 kan opnieuw worden ingesteld vanuit de
Wachtwoord
Wanneer een overstroom wordt gedetecteerd, wordt een
uitgang geblokkeerd om het circuit te beschermen.
worden ingesteld wanneer een fout optreedt in een van de twee
gekoppelde lokale uitgangen, zonder afhankelijk te zijn van het
gebruikersprogramma.
wordt een master-slaverelatie tot stand gebracht, afzonderlijk
van de master-slavecommunicatie op het DeviceNetstandaardnetwerk. Hierdoor kan de NE1A-SCPU01 de
veiligheidsmaster zijn voor het besturen van de aansluitingen.
werken, en informatie over de interne status en een opgegeven
gebied van I/O van de NE1A-SCPU01 kunnen worden
toegewezen in de veiligheidsmaster.
over de interne status en een opgegeven gebied van I/O van de
NE1A-SCPU01 kunnen worden toegewezen in de master.
over de NE1A-SCPU01 te lezen. En expliciete berichten die zijn
ingesteld vanuit de Network Configurator kunnen worden
verzonden vanuit het gebruikersprogramma.
ingesteld op de baudrate van de netwerkmaster.
controller door de DeviceNet-communicatie van de
NE1A-SCPU01 uit te schakelen.
worden vastgelegd met de totale bedrijfstijd van de
NE1A-SCPU01 op het moment dat de fout werd gedetecteerd.
NE1A-SCPU01 kunnen online worden bewaakt vanuit de
Network Configurator.
opgeslagen, kunnen worden vergrendeld om de gegevens te
beveiligen nadat deze zijn gedownload en gecontroleerd.
Network Configurator.
Een wachtwoord wordt ondersteund om onbedoelde toegang of
toegang door onbevoegden tot de NE1A-SCPU01 te voorkomen.
4-4
4-5
4-6
4-7
4-1-1
4-1-2
10-4
Handleiding voor
systeemconfiguratie,
hoofdstuk 7
7-1
7-2
7-3
18Sectie 1: Overzicht van de NE1A-SCPU01 Safety Network-controller
1-2Systeemconfiguratie
1-2-1Overzicht DeviceNet-veiligheidssysteem
DeviceNet is een open multi-bit netwerk van meerdere leveranciers waarin de besturingselementen in de
machine en lijnbesturingsniveaus worden gecombineerd met informatie. Het DeviceNet-veiligheidsnetwerk
voegt veiligheidsfuncties toe aan het conventionele protocol voor DeviceNet-standaardcommunicatie.
Het DeviceNet-veiligheidsconcept is goedgekeurd door een onafhankelijke organisatie (TUV Rijnland).
Nat als bij DeviceNet, kunnen apparaten van derden die compatibel zijn met DeviceNet-veiligheid worden
aangesloten op een DeviceNet-veiligheidsnetwerk. Apparaten die compatibel zijn met DeviceNet en
apparaten die compatibel zijn met DeviceNet-veiligheid kunnen ook op hetzelfde netwerk worden
gecombineerd en aangesloten.
Door producten die compatibel zijn met DeviceNet-veiligheid te combineren kunt u een
veiligheidscontrolesysteem en een netwerksysteem creëren dat voldoet aan de vereisten van
veiligheidsintegriteitsniveau 3 conform IEC 61508 (Functionele veiligheid van elektrische/elektronische/
programmeerbare elektronische systemen verbandhoudend met veiligheid) en die van veiligheidsklasse
4 conform EN 954-1.
Veiligheidscontrole als een Safety
Network-controller
· I/O-veiligheidscommunicatie
Safety Network-controller
- Veiligheidsmaster
- Standaardslave
Veiligheidscommunicatie
Veiligheidsklem
- Veiligheidsslave
- Standaardslave
Network Configurator
Veiligheids-
configuratie
Safety Network-controller
- Veiligheidsslave
- Standaardslave
Standaardbesturing en -bewaking
als een standaard-PLC
- I/O-standaardcommunicatie
- Expliciete berichtcommunicatie
Standaard-PLC/Standaardmaster
Standaard-
configuratie
Standaardcommunicatie
Standaardslave
1-2-2Voorbeelden van systeemconfiguraties
Nu volgen voorbeelden van veiligheidscontrolesystemen met de NE1A-SCPU01.
•Veiligheidscontrolesysteem met een NE1A-SCPU01-veiligheidsmaster
•Systeem waarin een NE1A-SCPU01-veiligheidscontrolesysteem en een standaard PLC-bewakingscontrolesysteem zijn gecombineerd
•Systeem waarin een gedistribueerd veiligheidscontrolesysteem is gecombineerd met meerdere
NE1A-SCPU01's en een centraal bewakingssysteem met standaard-PLC's
•Standalone NE1A-SCPU01-systeem
•Aansluiting met een Network Configurator
Veiligheidscontrolesysteem met een NE1A-SCPU01-veiligheidsmaster
Dit systeem gebruikt de NE1A-SCPU01 als een veiligheidsmaster en brengt een decentraal I/O-veiligheidssysteem met veiligheidsslaves tot stand.
1-2 Systeemconfiguratie19
De NE1A-SCPU01 kan I/O-veiligheidscommunicatie uitvoeren als een veiligheidsmaster voor maximaal
16 aansluitingen (16 slaves) met maximaal 16 bytes per aansluiting. Het apparaat ondersteunt twee
protocollen, single-cast en multi-cast (broadcast), voor I/O-veiligheidsaansluitingen.
SNE1A
· Veiligheidsmaster
Veiligheidsaansluitingen
(logische communicatiepaden)
· single-cast of multi-cast
· maximaal 16 aansluitingen
DST1-veiligheidsslaveVeiligheidsslave van
andere fabrikant
Veiligheidsslave van
andere fabrikant
Systeem waarin een veiligheidscontrolesysteem en een PLC-bewakingscontrolesysteem
zijn gecombineerd
Dit systeem gebruikt de NE1A-SCPU01 als een veiligheidsmaster en brengt een decentraal
I/O-veiligheidssysteem met veiligheidsslaves tot stand.
De NE1A-SCPU01 wordt gebruikt als een standaardslave en I/O-standaardcommunicatie wordt uitgevoerd
met de standaardmaster. De NE1A-SCPU01 functioneert gelijktijdig als de veiligheidsmaster en een
veiligheidsslave.
Als standaardslave maakt de NE1A-SCPU01 I/O-standaardcommunicatie mogelijk voor maximaal twee aansluitingen met maximaal 16 bytes per aansluiting. Voor I/O-aansluitingen worden vier protocollen (d.w.z. Poll,
Bitstrobe, COS en Cyclic) ondersteund. De NE1A-SCPU01 kan niet als een standaardmaster fungeren.
Het veiligheidscontrolesysteem kan worden bewaakt met een standaard-PLC door toewijzing van
NE1A-SCPU01-statusgegevens (algemene status, lokale I/O-foutstatus of andere informatie) of resultaten
van logicabewerkingen in de standaard-PLC voor I/O-standaardcommunicatie.
Een veiligheidssysteem en een bewakingssysteem kunnen op hetzelfde netwerk worden gecombineerd en
tot stand worden gebracht door standaardapparaten en veiligheidsapparaten te gebruiken.
Bewakingssysteem
Standaard-PLC
Standaardmaster
NE1A
- Veiligheidsmaster
- Standaardslave
I/O-veiligheidscommunicatie
Veiligheidscontrolesysteem
I/O-standaardcommunicatie en
expliciete berichten
DST1-veiligheidsslave
Veiligheidsslaves van
andere fabrikanten
20Sectie 1: Overzicht van de NE1A-SCPU01 Safety Network-controller
BELANGRIJK: In totaal kunnen maximaal 64 standaardnodes en veiligheidsnodes op hetzelfde netwerk
worden aangesloten.
De gegevensattributen die door I/O-standaardcommunicatie en expliciete berichtcommunicatie worden afgehandeld, zijn niet-veiligheidsgegevens. De noodzakelijke maatregelen
voor veiligheidsgegevens worden voor deze gegevens niet getroffen tijdens het genereren
van gegevens. Gebruik deze gegevens daarom niet om het veiligheidscontrolesysteem te
configureren.
Systeem waarin een gedistribueerd veiligheidscontrolesysteem is gecombineerd met
meerdere NE1A-SCPU01's en een centraal bewakingssysteem
Dit systeem gebruikt elke NE1A-SCPU01 als een veiligheidsmaster en brengt een decentraal
I/O-veiligheidssysteem met veiligheidsslaves tot stand.
Elke NE1A-SCPU01 functioneert ook tegelijkertijd als een standaardslave en I/O-standaardcommunicatie
wordt uitgevoerd met de standaardmaster.
Het veiligheidscontrolesysteem kan worden bewaakt met een standaard-PLC door toewijzing van
NE1A-SCPU01-statusgegevens (algemene status, lokale I/O-foutstatus of andere informatie) of resultaten
van logicabewerkingen in de standaard-PLC.
In het DeviceNet-veiligheidssysteem kunnen meerdere veiligheidsmasters op hetzelfde netwerk worden
aangesloten. Daarom kunnen de gedistribueerde veiligheidscontroleblokken centraal op hetzelfde netwerk
worden bewaakt.
Bewakingssysteem
Standaard-PLC
Standaardmaster
I/O-standaardcommunicatie of
expliciete berichten
NE1A 1
- Veiligheidsmaster
- Node
DST1-veiligheidsslave
NE1A 2
- Veiligheidsmaster
- Node
Veiligheidscontrolesysteem A
I/O-veiligheidscommunicatie
Veiligheidsslaves van
andere fabrikanten
I/O-veiligheidscommunicatie
DST1-veiligheidsslave
Veiligheidscontrolesysteem B
Veiligheidsslaves van
andere fabrikanten
Bovendien kan I/O-veiligheidscommunicatie tussen NE1A-SCPU01's worden uitgevoerd zoals
in het volgende diagram wordt geïllustreerd. In het diagram is NE1A 2 ingesteld als de slaaf van
NE1A 1-veiligheidsaansluitingen om I/O-veiligheidscommunicatie uit te voeren.
1-2 Systeemconfiguratie21
De NE1A-SCPU01 functioneert tegelijkertijd als een veiligheidsmaster, veiligheidsslave en standaardslave.
Als veiligheidsslave maakt de NE1A-SCPU01 I/O-veiligheidscommunicatie mogelijk voor maximaal vier
aansluitingen met maximaal 16 bytes per aansluiting.
Bewakingssysteem
Standaard-PLC
Standaardmaster
NE1A 1
- Veiligheidsmaster
- Standaardslave
DST1-veiligheidsslave
NE1A 2
- Veiligheidsmaster
- Veiligheidsslave
- Standaardslave
Veiligheidscontrolesysteem A
NE1A 1 functioneert als de
veiligheidsmaster voor NE1A 2
Veiligheidsslaves van
andere fabrikanten
I/O-veiligheidscommunicatie
DST1-veiligheidsslave
Veiligheidscontrolesysteem B
NE1A 2 functioneert als een veiligheidsslave
onder NE1A 1
Veiligheidsslaves van
andere fabrikanten
BELANGRIJK: De gegevensattributen die door DeviceNet I/O-standaardcommunicatie en expliciete
berichtcommunicatie worden afgehandeld, zijn niet-veiligheidsgegevens. De noodzakelijke
maatregelen voor veiligheidsgegevens worden voor deze gegevens niet getroffen tijdens
het genereren van gegevens. Gebruik deze gegevens daarom niet om het
veiligheidscontrolesysteem te configureren.
22Sectie 1: Overzicht van de NE1A-SCPU01 Safety Network-controller
Standalone NE1A-SCPU01-systeem
Als er slechts een paar I/O-punten zijn, kan de NE1A-SCPU01 als standalone controller worden gebruikt.
NE1A-SCPU01 DeviceNet-communicatie kan worden uitgeschakeld door middel van instellingen die vanuit
de Network Configurator kunnen worden uitgevoerd om mogelijk te maken dat de NE1A-SCPU01 als
standalone controller fungeert.
Lichtschermen
DeurschakelaarsTweehandenschakelaars
Noodstop
NE1A
(Standalone)
Network Configurator
USBcommunicatie
Magneetschakelaars
BELANGRIJK: Gebruik een USB-poortaansluiting om de modus Standalone in te stellen. DeviceNet-com-
municatie wordt gestopt wanneer de modus Standalone Mode is ingesteld dus is instelling
niet mogelijk vanuit de DeviceNet-poort.
Aansluiting met Network Configurator
De NE1A-SCPU01 wordt ingesteld en geprogrammeerd met een Network Configurator. Met de Network
Configurator kunt u ook configuratiegegevens uploaden, de uitvoeringsstatus van programma's on line
bewaken, foutregistraties controleren, enzovoort.
De Network Configurator kan op de volgende drie manieren worden gebruikt:
•Rechtstreekse aansluiting op DeviceNet
•USB-aansluiting op de NE1A-SCPU01
•Seriële aansluiting op een OMRON PLC
1-2 Systeemconfiguratie23
Rechtstreekse aansluiting op DeviceNet
Met een DeviceNet-kaart kan de Network Configurator rechtstreeks op het netwerk worden aangesloten.
Decentrale configuratie en bewaking worden ondersteund voor standaardnodes en veiligheidsnodes in het
netwerk. Als de Network Configurator rechtstreeks op DeviceNet wordt aangesloten, vormt deze één
knooppunt in het netwerk.
Network ConfiguratorNE1AStandaard-PLC
Expliciete communicatie
PCI-kaart
PCMCIA-kaart
Het downloaden/uploaden van
configuratiegegevens en bewaking wordt
via DeviceNet ondersteund vanuit de
Network Configurator voor apparaten in
het netwerk.
VeiligheidsslaveStandaardslave
Standaardmaster
USB-aansluiting op NE1A-SCPU01
De Network Configurator kan worden gebruikt door deze aan te sluiten op de USB-poort van de
NE1A-SCPU01. Decentrale configuratie en bewaking worden niet alleen ondersteund voor de
NE1A-SCPU01 die op de USB-poort is aangesloten, maar ook voor andere apparaten in het netwerk.
Voor een USB-aansluiting gebruikt de Network Configurator geen node-adres in het netwerk.
Network Configurator
USB-communicatie
NE1A
Standaard-PLC
Standaardmaster
Expliciete communicatie
VeiligheidsslaveStandaardslave
24Sectie 1: Overzicht van de NE1A-SCPU01 Safety Network-controller
Seriële aansluiting op een OMRON PLC
De Network Configurator kan worden gebruikt door deze aan te sluiten op een seriële poort van een
OMRON PLC. Decentrale configuratie en bewaking worden ondersteund voor standaardnodes en
veiligheidsnodes in het netwerk. Voor een PLC-aansluiting gebruikt de Network Configurator geen
knooppuntadres in het netwerk.
Network Configurator
NE1A
Standaard-PLC
Standaardmaster
Expliciete communicatie
VeiligheidsslaveStandaardslave
Seriële communicatie
(host-koppeling of
randapparatuurbus [toolbus])
1-2 Systeemconfiguratie25
1-3Procedure voor systeeminstallatie
Hieronder worden de algemene werkfasen weergegeven totdat het veiligheidssysteem operationeel is.
1. Systeemontwerp
3. Installatie en bedrading2. Programmeren
4. Configuratie
5. Gebruikerstests
6. Werking van het systeem
De NE1A-SCPU01-informatie die in elke fase nodig is, wordt in de volgende secties beschreven.
WerkfaseBenodigde informatieDetails
Systeemontwerp•Systeemoverzicht en voorbeeldconfiguraties
•Technische gegevens en functies
•Prestaties
Programmeren•Richtlijnen voor programmeren
•Functieblokspecificaties
Installatie en bedrading •Node-adres- en baudrate-instellingen
•Installatieplaats
•Apparaataansluitingen
•Voedingsbedrading
•Aansluiting op I/O-apparaten
•Bedrading voor DeviceNet
ConfiguratieConfiguratiemethodeSectie 7
GebruikerstestFoutclassificatie en foutregistratieSectie 10
Werking van het
systeem
Onderhoud en inspectieSectie 11
Sectie 1
Sectie 2, sectie 4 tot
en met 8
Sectie 9
Sectie 6
Sectie 4-1
Sectie 3
Raadpleeg de volgende handleidingen voor informatie over de installatie van DeviceNet, de constructie van
DeviceNet-veiligheidssystemen, de werking van Network Configurator, de werking van Programming Device
en andere apparaten die in het veiligheidssysteem worden gebruikt.
ItemNaam handleidingCat.nr.
Installatie van DeviceNetDeviceNet Operation ManualW267
Constructie van een