2. De uitschakelvertragingstijd is gebaseerd op de uitschakelvertragingstijd die is ingesteld op de aangesloten geavanceerde unit
(G9SX-AD-@/G9SX-ADA-@).
(solid-state)
(zie opm. 1)
Uitschakel-
vertragings-
tijd
opmerking 2)
Nominale spanningType klemmenblokModel
Schroefloze
klemverbinding
Schroefaansluitingen G9SX-EX041-T-RT
Schroefloze
klemverbinding
G9SX-EX401-RC
G9SX-EX041-T-RC
Technische gegevens
■ Toegestane waarden
Voedingsingang
ItemG9SX-AD322-@/ADA222-@G9SX-BC202-@G9SX-EX-@
Nominale voedingsspanning 24 VDC
Werkspanning−15% tot 10% van nominale voedingsspanning
Nominaal opgenomen vermogen (zie opm.) 4 W max.3 W max.2 W max.
Opmerking: Exclusief opgenomen vermogen van belastingen.
Ingangen
ItemG9SX-AD322-@/ADA222-@G9SX-BC202-@
VeiligheidsingangAansluitspanning: 20,4 VDC tot 26,4 VDC, interne impedantie: ongeveer 2,8 kΩ
Reset/terugkoppelingsingang
Opmerking: 1. Wanneer de veiligheidsuitgangen AAN zijn, wordt de volgende signaalsequentie continu verzonden voor diagnosedoeleinden.
Als u de veiligheidsuitgangen gebruikt als ingangssignalen voor regelapparaten (met andere woorden programmeerbare
regelaars), moet u rekening houden met de UIT-puls die hieronder wordt weergegeven.
MOS FET-transistoruitgang met P-kanaal
Belastingstroom:
Met gebruik van 2 uitgangen of minder: max. 1 A DC
(zie opm. 2)
Met gebruik van 3 uitgangen of meer: max. 0,8 A DC
Belastingstroom: 100 mA max.
MOS FET-transistoruitgang met P-kanaal
Belastingstroom:
Met gebruik van 1 uitgang: max. 1 A DC
(zie opm. 2)
Met gebruik van 2 uitgangen: max. 0,8 A DC
AAN
UIT
Ongeveer 100 ms
360 µs max.
2. De volgende aanpassing is vereist als de units naast elkaar zijn gemonteerd.
G9SX-AD322-@/G9SX-ADA222-@/G9SX-BC202-@: max. 0,4 A belastingstroom
Omgevingstemperatuur−10 t/m 55°C (zonder ijsafzetting of condensatie)
Vochtigheidsgraad25% tot 85%
Aanspankoppel voor klemschroeven
(zie opm. 6)
GewichtOngeveer 200 gOngeveer 125 gOngeveer 165 g
Opmerking: 1. Wanneer twee of meer units via een logische EN op elkaar zijn aangesloten, neemt u voor de werkingstijd en de reactietijd de
Tussen logische EN-aansluitklemmen, en voedingsklemmen
en andere in- en uitgangsklemmen op elkaar aangesloten
Tussen alle op elkaar
aangesloten klemmen en DIN-rail
Tussen logische EN-aansluitklemmen, en voedingsklemmen
en andere in- en uitgangsklemmen op elkaar aangesloten
Tussen alle op elkaar
aangesloten klemmen en DIN-rail
Tussen verschillende polen van
uitgangen
Tussen op elkaar aangesloten
veiligheidsrelaisuitgangen en
overige op elkaar aangesloten
klemmen
Beschadiging
Storing
Elektrisch---Min. 100.000 cycli (nominale
Mechanisch---Min. 5.000.000 cycli (schakel-
som van respectievelijk de werkingstijden en de reactietijden van alle units die via de logische EN zijn aangesloten.
2. Vertegenwoordigt de werkingstijd wanneer de veiligheidsingang wordt ingeschakeld met alle overige condities ingesteld.
3. Vertegenwoordigt de werkingstijd wanneer de logische EN-ingang wordt ingeschakeld met alle overige condities ingesteld.
4. Dit is exclusief de werkingstijd of reactietijd van aangesloten geavanceerde units.
5. Dit is exclusief de werkingstijd of reactietijd van interne relais van de G9SX-EX-@.
6. Alleen voor de G9SX-@-RT (schroefaansluitingen).
Max. 50 ms (veiligheidsingang:
AAN) (Zie opmerking 2)
Max. 100 ms (logische
EN-verbindingsingang: AAN)
(Zie opmerking 3)
15 ms max.Max. 10 ms (zie opm. 4)
Max. 100 m
(Impedantie externe aansluiting: 100 Ω max. en 10 nF max.)
Binnen ±5% van ingestelde
waarde
20 MΩ min.
(door 100 VDC-megger)
500 VAC gedurende 1 min------
------
amplitude)
2
300 m/s
2
100 m/s
0,5 Nm
Max. 50 ms
(veiligheidsingang: AAN)
---Binnen ±5% van ingestelde
------
20 MΩ min. (bij 100 VDC)100 MΩ min. (bij 500 VDC)
500 VAC gedurende 1 min1.200 VAC gedurende 1 min
13 tot 43 en 14 tot 44: III)
Max. 30 ms (zie opm. 4)
waarde
2.200 VAC gedurende 1 min
belasting, schakelfrequentie:
1.800 cycli/uur)
frequentie: 7.200 cycli/uur)
4Flexibele veiligheidsunit G9SX
Page 5
Logische EN-verbinding
ItemG9SX-AD322-@/ADA222-@G9SX-BC202-@G9SX-EX-@
Aantal units aangesloten per
logische EN-uitgang
Totaal aantal units aangesloten
via logische EN (zie opm. 2)
Aantal units in serie aangesloten
via logische EN
Max. aantal aangesloten
uitbreidingsunits (zie opm. 3)
Maximale kabellengte voor
logische EN-ingang
Opmerking: 1. Zie Combinaties van logische EN-verbindingen hieronder voor meer informatie.
2. Exclusief het aantal G9SX-EX401-@ of G9SX-EX041-T-@ uitbreidingsunits (model met uitschakelvertraging).
3. G9SX-EX401-@ en G9SX-EX041-T-@ uitbreidingsunits (model met uitschakelvertraging) mogen worden gecombineerd.
Combinaties van logische EN-verbindingen
1. Eén logische EN-verbindingsuitgang van een geavanceerde unit
G9SX-AD kan via een logische EN worden aangesloten op
maximaal vier geavanceerde units.
G9SX-AD
Max. 4 units---
Max. 20 units---
Max. 5 units---
---5 units
100 m---
5. Twee logische EN-uitgangen, elk van verschillende
geavanceerde/basisunits, kunnen via een logische EN
worden aangesloten op een enkele G9SX-ADA-unit.
G9SX-BCG9SX-BC
G9SX-ADG9SX-ADG9SX-ADG9SX-AD
2. Twee logische EN-uitgangen van een basisunit G9SX-BC kunnen
via een logische EN worden aangesloten op maximaal acht
geavanceerde units.
G9SX-BC
G9SX-ADG9SX-ADG9SX-ADG9SX-AD
G9SX-AD
G9SX-ADG9SX-ADG9SX-AD
3. Twee logische EN-uitgangen van een geavanceerde unit G9SXADA kunnen via een logische EN worden aangesloten op
maximaal acht geavanceerde units.
G9SX-ADA
G9SX-ADG9SX-ADG9SX-ADG9SX-AD
G9SX-AD
G9SX-ADG9SX-ADG9SX-AD
4. Elke geavanceerde unit met logische EN-ingang kan via een
logische EN worden aangesloten op geavanceerde units in
maximaal vijf reeksen.
G9SX-BC of
G9SX-AD of
G9SX-ADA
G9SX-ADA
6. De grootst mogelijke systeemconfiguratie bestaat in totaal uit 20
geavanceerde units en basisunits. In deze configuratie kan elke
geavanceerde unit maximaal vijf uitbreidingsunits hebben.
Opmerking 1: Basisunit = G9SX-BC
Geavanceerde
unit of basisunit
Geavanceerde
unit
Geavanceerde
unit
Geavanceerde
unit
Geavanceerde
unit
Aantal units in serie aangesloten via logische EN:
max. 5 units
geavanceerde unit = G9SX-AD of G9SX-ADA
Opmerking 2: De G9SX-AD322-T-@ heeft slechts één logische
EN-uitgang.
Geavanceerde
unit
Geavanceerde
unit
Geavanceerde
unit
Geavanceerde
unit
Geavanceerde
unit
Geavanceerde
unit
Geavanceerde
unit
Geavanceerde
unit
Geavanceerde
unit
Geavanceerde
unit
Geavanceerde
unit
Geavanceerde
unit
Aantal units aangesloten per
logische EN-uitgang:
max. 4 units
Geavanceerde
unit
Totaal aantal units
aangesloten door logische
EN: max. 20 units
Geavanceerde
unit
Geavanceerde
unit
G9SX-AD
G9SX-AD
G9SX-AD
G9SX-AD
Flexibele veiligheidsunit G9SX5
Page 6
Reactietijd en werkingstijd
De volgende tabel bevat de reactietijd van twee of meer units die via een logische EN op elkaar zijn aangesloten.
ItemBlokschemaMax. reactietijd
Eerste reeks15 ms25 ms50 ms80 ms
Geavanceerde unit of Basisunit
Tweede reeks30 ms40 ms150 ms180 ms
Geavanceerde unit
Derde reeks45 ms55 ms250 ms280 ms
Geavanceerde unit
Vierde reeks60 ms70 ms350 ms380 ms
Geavanceerde unit
Vijfde reeks75 ms85 ms450 ms480 ms
Geavanceerde unit
(exclusief
uitbreidingsunits)
(zie opmerking 1)
Max. reactietijd
(inclusief
uitbreidingsunits)
(zie opmerking 2)
Max. werkingstijd
(exclusief
uitbreidingsunits)
(zie opmerking 3)
Max. werkingstijd
uitbreidingsunits)
(zie opmerking 4)Reeks
(inclusief
Opmerking: 1. In dit blokschema is de maximale reactietijd (exclusief uitbreidingsunits) de tijd die de uitgang van de unit in de onderste reeks
nodig heeft om van AAN op UIT over te schakelen nadat de ingang van de unit in de bovenste reeks is overgeschakeld van AAN
op UIT.
2. In dit blokschema is de maximale reactietijd (inclusief uitbreidingsunits) de tijd die de uitgang van de uitbreidingsunit aangesloten
op de unit in de onderste reeks nodig heeft om van AAN op UIT over te schakelen nadat de ingang van de unit in de bovenste
reeks is overgeschakeld van AAN op UIT.
3. In dit blokschema is de maximale werkingstijd (exclusief uitbreidingsunits) de tijd die de uitgang van de unit in de onderste reeks
nodig heeft om van UIT op AAN over te schakelen nadat de ingang van de unit in de bovenste reeks is overgeschakeld van UIT
op AAN.
4. In dit blokschema is de maximale werkingstijd (inclusief uitbreidingsunits) de tijd die de uitgang van de uitbreidingsunit aangesloten
op de unit in de onderste reeks nodig heeft om van UIT op AAN over te schakelen nadat de ingang van de unit in de bovenste
reeks is overgeschakeld van UIT op AAN.
6Flexibele veiligheidsunit G9SX
Page 7
Aansluitingen
■ Interne aansluiting
G9SX-AD322-@ (geavanceerde unit)
T11A1T12 T21 T22 T31 T32 T33 Y1T41 T42
(zie
opmerking 1)
Veiligheids-
Voedings-
ingang 1
spannings-
circuit
Veiligheidsuitgangsregeling
S14A2S24 S34 S44 S54
Veiligheids-
ingang 2
(zie opmerking 3)
Reset/feedback-
ingang
uitgangsregeling
L1 X1 X2
Detectie-
ingang
kruis-
storingen
Hulp-
(zie
opmerking 2)
Logische EN-ingang
Uitbreidingsunit
uitgangsregeling
Opmerking: 1. Het interne voedingsspanningscircuit is niet
geïsoleerd.
2. De logische EN-ingang is geïsoleerd.
3. De uitgangen S14 tot en met S54 zijn intern
redundant.
G9SX-BC202-@ (basisunit)
T11A1T12 T21 T22 T31 T32 T33
(zie
opmerking 1)
Voedingsspannings-
circuit
Veiligheids-
Veiligheids-
ingang 2
ingang 1
Veiligheidsuitgangsregeling
Reset/feedback-
S14A2S24L1 L2
(zie opmerking 2)
Opmerking: 1. Het interne voedingsspanningscircuit is niet
geïsoleerd.
2. De uitgangen S14 en S24 zijn intern redundant.
ingang
uitgangsregeling
Y1
Detectie-
ingang
kruis-
storingen
Hulp-
X1 X2
G9SX-ADA222-@ (geavanceerde unit)
T41 T42
Logische
EN-ingang
Uitbreidingsunit
uitgangsregeling
T51 T52
Logische
EN-ingang 2
(zie opmerking
2)
T11A1T12 T21 T22 T31 T32 T33 Y1
(zie
opmerking 1)
Veiligheids-
Voedings-
ingang 1
spannings-
circuit
Veiligheidsuitgangsregeling
S14A2S24 S44 S54
(zie opmerking 3)
Veiligheids-
ingang 2
Reset/feedback-
Detectie-
ingang
kruis-
ingang
storingen
Hulp-uit-
gangsregeling
L1 L2 X1 X2
Opmerking: 1. Het interne voedingsspanningscircuit is niet
geïsoleerd.
2. De logische EN-ingangen zijn geïsoleerd.
3. De uitgangen S14 tot en met S54 zijn intern
redundant.
G9SX-EX401-@/G9SX-EX041-T-@
(uitbreidingsunit/uitbreidingsunit met
uitschakelvertraging)
A1
(zie
opmerking 1)
Exp.
sig.
IN
Voedingsspannings-
circuit
Veiligheids-
uitgangs-
regeling
Hulp-
uitgangs-
regeling
K1
A2X2
Opmerking:1. Het interne voedingsspanningscircuit is niet
geïsoleerd.
2. De relaisuitgangen zijn geïsoleerd.
13 23 33 43
K2
14 24 34 44
(zie
opmerking 2)
Exp.
sig.
UIT
Flexibele veiligheidsunit G9SX7
Page 8
Afmetingen
Opmerking: Alle eenheden luiden in millimeter, tenzij anders is aangegeven.
Geavanceerde unit
G9SX-AD322-@
(6) (zie opm. 2)
max. 100
Plaatsing van
aansluitklemmen
T33T32T31
X1Y1
T12T11
T1
EN
EIT2ED
X2 A1
FBPWR
ERR
G9SX-ADA222-@
A
N
D
1
A
N
D
2
G9SX-ADA222-T150
Basisunit
G9SX-BC202-@
max. 35,5
(35)*
* Normale afmeting
max. 35,5
(35)*
* Normale afmeting
T21
S14
(10)
max. 115
(6) (zie opm. 2)
Opmerking: 1. De bovenstaande overzichtstekening geldt voor het klemtype -RC.
2. Alleen voor het klemtype -RC.
(6) (zie opm. 2)
max. 100
T21
S14
(10)
max. 115
(6) (zie opm. 2)
Opmerking: 1. De bovenstaande overzichtstekening geldt voor het klemtype -RC.
2. Alleen voor het klemtype -RC.
(6) (zie opm. 2)
aansluitklemmen
T41
T22
S24
T42L1A2
S44
S34S54
Plaatsing van
aansluitklemmen
T52T51
T33T32T31
X1Y1
T12T11
T1
EN1
EIT2ED
T22
S24
S44
FBPWR
EN2
ERR
T41
S54
X2 A1
T42
L1
Plaatsing van
T33T32T31
Y1
A1X1
T12T11
A2
L2
max. 23
(22,5)*
* Normale afmeting
Opmerking: 1. De bovenstaande overzichtstekening geldt voor het klemtype -RC.
8Flexibele veiligheidsunit G9SX
max. 115
2. Alleen voor het klemtype -RC.
max. 100
(6) (zie opm. 2)
T21
S14
T1
EI
T22L1X2
S24
FBPWR
T2
ERR
A2
L2
Page 9
Uitbreidingsunit
G9SX-EX401-@
Uitbreidingsunit (model met uitschakelvertraging)
G9SX-EX041-T-@
43332313
G9SX-EX401
24 VDC
A2X2A1
44342414
max. 23
(22,5)*
* Normale afmeting
Opmerking: 1. De bovenstaande overzichtstekening
max. 115
geldt voor het klemtype -RC.
2. Alleen voor het klemtype -RC.
(6) (zie opm. 2)
max. 100
(6) (zie opm. 2)
Plaatsing van aansluitklemmen
G9SX-EX401-@
(Uitbreidingsunit)
G9SX-EX041-T-@
(Uitbreidingsunit
met uitschakelvertraging)
43332313
PWR
EI
ERR
A2
X2
44
14 24A134
PWR
ED
ERR
14 24A134
43332313
A2
X2
44
Flexibele veiligheidsunit G9SX9
Page 10
■ Bedrading van in- en uitgangen
SignaalAansluitklem WerkingBedrading
VoedingsingangA1, A2De aansluitklemmen voor de voeding.
Sluit de voedingsbron aan op klem A1 en A2.
Veiligheidsingang 1 T11, T12De veiligheidsuitgangen worden alleen op AAN
gezet als de HOOG-statussignalen zowel door
veiligheidsingang 1 als door veiligheidsingang 2
worden ontvangen. Als dat niet het geval is, kunnen
de veiligheidsuitgangen niet op AAN staan.
Veiligheidsingang 2 T21, T22Behoort tot
Reset/terugkoppelingsingang
T31, T32, T33 De veiligheidsuitgangen worden alleen op AAN
gezet als het AAN-statussignaal door T33 wordt
ontvangen.
Als dat niet het geval is, kunnen de
veiligheidsuitgangen niet op AAN staan.
De veiligheidsuitgangen worden alleen op AAN
gezet als de signaalingang van T32 overschakelt van
UIT op AAN en vervolgens weer op UIT. Als dat niet
het geval is, kunnen de veiligheidsuitgangen niet op
AAN staan.
Logische ENverbindingsingang
T41, T42,
T51, T52
Een logische EN-verbinding betekent dat één unit
(unit A) een veiligheidssignaal “a” verzendt naar een
volgende unit (unit B) en unit B de logische
vermenigvuldiging (EN) berekent (d.w.z. verzendt de
EN) van signaal “a” en veiligheidssignaal “b”, dat
door unit B wordt ontvangen.
Dit wil zeggen dat de logica van de veiligheidsuitgang
van unit B “a” EN “b” is. (een EN van ingangen “a” en
“b” wordt verzonden.)
De veiligheidsuitgangen van de volgende unit
worden alleen op AAN gezet als de presetschakelaar voor de logische EN-verbinding van de
unit op EN (activeren) staat en het HOOG-statussignaal door T41 van de volgende unit wordt ontvangen.
Detectie foute
onderlinge
doorverbinding
Y1Selecteert de modus voor detectie foute onderlinge
doorverbinding op de G9SX-veiligheidsingangen in
overeenstemming met de aansluiting van de
detectie-ingang voor onderlinge doorverbinding.
Directe
veiligheidsuitgang
S14, S24, S34 Tijdens de status tijdvertraagd afvallend kunnen de
directe veiligheidsuitgangen niet op AAN worden
gezet.
Veiligheidsuitgang
vertraagd afvallend
S44, S54Veiligheidsuitgangen vertraagd afvallend
Met de schakelaar tijdvertraagd afvallend wordt de
afschakeltijd ingesteld.
Door de tijd op nul te zetten kunt u deze uitgangen
gebruiken als uitgangen zonder vertraging.
Logische
verbindingsuitgang
L1, L2Verzendt een signaal met dezelfde logica als de
directe veiligheidsuitgangen.
Hulpuitgang X1Verzendt een signaal met dezelfde logica als de
directe veiligheidsuitgangen.
HulpfoutuitgangX2Verzendt een signaal wanneer de storingsindicator
brandt of knippert.
Sluit de pluspool van de voeding (24 VDC) aan op
klem A1.
Sluit de minpool van de voeding (GND) aan op klem
A2.
Behoort tot
veiligheidsklasse 2
veiligheidsklasse 3
Behoort tot
veiligheidsklasse 4
Automatische reset
Handmatige reset
Unit A
G9SX-BC202 of
G9SX-AD322-T
L1
Uitgang (a)
Unit B
Uitgang (a EN b)
A2
T41 T42
G9SX-AD322-T
A2
L1
T41 T42
G9SX-AD322-T
A2
L1
Volgende unit (max. 5 lagen)
Houd Y1 open bij het gebruiken van T11, T21.
(bedrading volgens klasse 4)
Sluit Y1 op de 24VDC-lijn aan als u T11 en T21 niet
gebruikt.
(Bedrading volgens klasse 2 of 3, of bij het aansluiten
van veiligheidssensoren.)
Houd deze uitgangen open als u ze niet gebruikt.
Houd deze uitgangen open als u ze niet gebruikt.
Houd deze uitgangen open als u ze niet gebruikt.
Houd deze uitgangen open als u ze niet gebruikt.
Houd deze uitgangen open als u ze niet gebruikt.
+24 V
T11 T12 T21 T22
+24 V +24 V
T11 T12 T21 T22
T11 T12 T21 T22
T31T33T32
Reset-
schakelaar
T31T33T32
Ingang a
Logische EN-verbinding sig. (1e laag)
Ingang b
Logische EN-verbinding sig. (2e laag)
+24 V
Y1
+24 V
Y1
NC
Y1
Terugkoppelingslus
KM
+24 V
Terugkoppelingslus
KM
+24 V
Volgende unit (max. 4 units)
T41 T42
G9SX-AD322-T
Volgende unit (max. 4 units)
10Flexibele veiligheidsunit G9SX
Page 11
■ Veiligheidssensoren en de G9SX aansluiten
1. Wanneer u veiligheidssensoren aansluit op de G9SX, moet klem Y1 worden aangesloten op de 24VDC-lijn.
De G9SX detecteert een verbindingsfout als klem Y1 open staat.
2. In veel gevallen genereren veiligheidssensoruitgangen een OFF-shotpuls voor zelfdiagnose.
De volgende testpulsconditie is toepasselijk als veiligheidsingangen voor de G9SX.
• OFF-shotpulsbreedte van sensor tijdens AAN-status: max. 340 µs
340 µs max.
Werking
■ Functies
Logische EN-verbinding
● Voorbeeld met G9SX-AD322-@
Een logische EN-verbinding betekent dat de basisunit (of geavanceerde unit) een veiligheidssignaal “a” verzendt naar een geavanceerde unit en de geavanceerde unit de logische vermenigvuldiging
(EN) berekent van het veiligheidssignaal “a” en veiligheidssignaal
“b”. De veiligheidsuitgang van een geavanceerde unit met de
logische EN-verbinding in het volgende schema is “a” EN “b”.
● Voorbeeld met G9SX-ADA222-@
De geavanceerde unit G9SX-ADA222-@ is voorzien van twee logische EN-verbindingsingangen. Daarom kan deze twee veiligheidssignalen ontvangen, elk van verschillende geavanceerde of
basisunits. Zoals blijkt uit het onderstaande schema, is de uitgang
van geavanceerde unit G9SX-ADA222-@ “a” EN “b” EN “c”.
ab
Logische aansluiting
Basisunit
G9SX-BC202-
Dit wordt geïllustreerd met de toepassing uit het volgende schema
als voorbeeld. De apparatuur in dit voorbeeld heeft twee
@
a
a (EN) b
Geavanceerde unit
G9SX-AD322-
@
gevaarpunten (Robot 1 en Robot 2) en is voorzien van een
veiligheidsdeurschakelaar en een noodstop. U kunt algemene
controle hebben, waarbij zowel Robot 1 als Robot 2 worden
uitgeschakeld wanneer u op de noodstop drukt. U kunt echter ook
gedeeltelijke controle hebben, waarbij alleen Robot 1 (die zich het
dichtst bij de deur bevindt) wordt uitgeschakeld wanneer de deur
wordt geopend. In dat geval blijft Robot 2 verder werken.
In dit voorbeeld wordt de situatie getoond waarbij een G9SX voor
deze toepassing wordt gebruikt.
(opmerking: de logische EN-instelling moet op de geavanceerde unit
op EN (geactiveerd) worden gezet.)
Robot 2
Robot 1
Basisunit
G9SX-BC202-@
a
a
Basisunit
G9SX-BC202-@
b
b
c
a EN b EN c
Geavanceerde unit
G9SX-ADA222-@
Basisunit
Noodstopknop
Veiligheidsdeurschakelaar
Noodstop
ab
Logische aansluiting
Robot 2
Deurschakelaar
Geavanceerde unit
Robot 1
Flexibele veiligheidsunit G9SX11
Page 12
Uitbreidingsunits aansluiten
• De G9SX-EX en G9SX-EX-T uitbreidingsunits kunnen op een
geavanceerde unit (G9SX-AD322-@/G9SX-ADA222-@) worden
aangesloten om het aantal veiligheidsuitgangen te verhogen.
(Ze kunnen niet op een basisunit worden aangesloten.)
• Er kunnen maximaal vijf uitbreidingsunits per geavanceerde unit
worden aangesloten. Dit kan een combinatie van G9SX-EX directe
modellen en G9SX-EX-T modellen met uitschakelvertraging zijn.
• Verwijder de eindconnector van de aansluiting op de geavanceerde
unit en steek de kabelconnector van de uitbreidingsunit in de
aansluiting. Steek de eindconnector in de aansluiting van de
uitbreidingsunit, helemaal op het einde (volledig rechts).
• Als u uitbreidingsunits op een geavanceerde unit aansluit, moet u
zorgen dat elke uitbreidingsunit voeding ontvangt. (Zie het
volgende schema voor de juiste aansluiting van uitbreidingsunits.)
2. Reset-modus
(geavanceerde unit/basisunit)
Stel de reset-modus in met behulp van de reset/terugkoppelingsingangen T31, T32 en T33.
De automatische reset-modus wordt ingeschakeld als klem T32
wordt kortgesloten op de 24V-lijn. Wordt klem T33 kortgesloten op
de 24V-lijn, dan wordt de handmatige reset-modus ingeschakeld.
Stel de detectiemodus foute onderlinge doorverbinding voor
veiligheidsingangen in door Y1 kort te sluiten op de 24V-lijn of open
te laten. Als de detectiemodus foute onderlinge doorverbinding op
AAN is gezet, worden kortsluitingen tussen de veiligheidsingangen
T11-T12 en T21-22 gedetecteerd. Als een foute onderlinge
doorverbinding wordt gedetecteerd, gebeurt het volgende:
1. De veiligheidsuitgangen en de logische EN-uitgangen worden
vergrendeld.
2. De LED-storingsindicator brandt.
3. De foutuitgang (hulpuitgang) wordt op AAN gezet.
Als u twee of meer geavanceerde unit (of basisunits) via een
logische EN aansluit, moet u de preset-schakelaar voor de logische
EN-verbinding van de geavanceerde unit aan de ingangskant
(geavanceerde unit G9SX-AD322 in het volgende schema) op EN
instellen.
(1) Met gebruik van G9SX-AD322 aan de ingangskant
Geavanceerde unit A
L1A2
T41T42
Geavanceerde unit
G9SX-AD322
Opmerking: 1. Als de instellingsschakelaar voor de logische
EN-verbinding van de unit op UIT wordt gezet, treedt
een instellingsfout op en wordt geavanceerde unit
G9SX-AD322 vergrendeld.
2. Zet de instellingsschakelaar voor de logische
EN-verbinding van geavanceerde unit A op UIT om te
voorkomen dat een fout optreedt.
3. Een logische EN-ingang kan niet naar een basisunit
worden verzonden.
EN
UIT
EN
UIT
Behoort tot veilig-
+24 V+24 V
heidsklasse 3
AANBehoort tot veilig-
heidsklasse 4
12Flexibele veiligheidsunit G9SX
+24 V
Y1
T22T21T12T11
+24 V
Y1
T22T21T12T11
Y1
T22T21T12T11
Page 13
(2) Met gebruik van G9SX-ADA222 aan de ingangskant
2
1,5
1
2
1,5
1
100
60
100
60
EN
UIT
Geavanceerde unit B
L1A2
Geavanceerde unit
Opmerking: 1. Als u geavanceerde unit B niet aansluit, laat u de
klemmen T41 en T42 van de geavanceerde unit
G9SX-ADA222 open en zet u de instellingsschakelaar T41/T42 voor de logische
EN-verbinding op UIT.
2. Als u geavanceerde unit C niet aansluit, laat u de
klemmen T51 en T52 van de geavanceerde unit
G9SX-ADA222 open en zet u de instellingsschakelaar T51/T52 voor de logische
EN-verbinding op UIT.
De onderstaande tabel toont de relatie tussen de
instellingsschakelaars voor de logische EN-verbinding en de
voorwaarden voor het inschakelen van de veiligheidsuitgangen.
De uitschakelvertragingstijd voor een geavanceerde unit wordt
ingesteld met de preset-schakelaar voor de uitschakelvertragingstijd
(één aan de voorkant en één aan de achterkant van de unit). Een
normale werking is alleen mogelijk wanneer beide schakelaars
dezelfde instelling hebben. Als de schakelaars niet dezelfde
instelling hebben, treedt een fout op.
VoorzijdeAchterzijde
Schakelaar
Schakelaar
Zie de volgende afbeelding voor meer informatie over het instellen
van de schakelaars.
HOOG-statussignaal ontvangt.
Knippert om een fout betreffende
veiligheidsingang 1 aan te geven.
HOOG-statussignaal ontvangt.
Knippert om een fout betreffende
veiligheidsingang 2 aan te geven.
Automatische reset wanneer T33 een
HOOG-statussignaal ontvangt.
Handmatige reset wanneer T32 een
HOOG-statussignaal ontvangt.
Knippert om een fout betreffende een
reset/terugkoppelingsingang aan te
geven.
HOOG-statussignaal ontvangt.
Knippert om een fout betreffende een
logische EN-verbindingsingang aan
te geven.
HOOG-statussignaal ontvangt.
Knippert om een fout betreffende een
logische EN-verbindingsingang aan
te geven.
HOOG-statussignaal ontvangt.
Knippert om een fout betreffende een
logische EN-verbindingsingang aan
te geven.
veiligheidsuitgangen (S14, S24 en
S34) op AAN staan.
Knippert om een fout betreffende de
directe veiligheidsuitgangen aan te
geven.
veiligheidsuitgangen met
uitschakelvertraging (S44 en S54) op
AAN staan.
Knippert om een fout betreffende de
veiligheidsuitgangen met
uitschakelvertraging aan te geven.
geven.
rentie
---
(zie
opm.)
Weergave van instellingen (bij opstarten)
De oranje indicatoren van de G9SX geven na het inschakelen van de voeding ongeveer 3 seconden de instellingen aan. Tijdens deze periode licht
de indicator ERR op. De hulpfoutuitgang blijft echter op UIT staan.
IndicatorItemStandIndicator-
T1Detectiemodus foute onderlinge
FBReset-modusAansluitklem T32 of
EN (EN1,
EN2)
doorverbinding
Modus Logische
EN-verbindingsingang
Aansluitklem Y1BrandtDetectiemodusY1 = open
T33
Preset-schakelaar
logische EN-verbinding
status
Brandt niet Geen detectieY1 = 24 VDC
BrandtHandmatige reset-modusT33 = 24 VDC
Brandt niet Automatische reset-modusT32 = 24 VDC
BrandtLogische EN-ingang inschakelen “EN”
Brandt niet Logische EN-ingang uitschakelen “UIT”
14Flexibele veiligheidsunit G9SX
Modus Status
Page 15
Storingsdetectie
Wanneer de G9SX een storing aantreft, zal de indicator ERR en/of andere indicatoren oplichten of knipperen om de storing te melden.
Controleer en repareer op basis van de informatie in de volgende tabel. Schakel de G9SX vervolgens opnieuw in.
(geavanceerde unit/basisunit)
Indicator
ERR
Knippert
Licht op
Andere
indicator
---Storing vanwege
T1
knippert
T2
knippert
FB
knippert
EI
knippert
ED
knippert
EN
knippert
(EN1, EN2)
Alle
indicatoren
knipperen,
behalve
PWR
StoringWaarschijnlijke oorzaken van de storing Te controleren punten en te nemen
elektromagnetische
interferentie of defecte
interne circuits.
Storing bij
veiligheidsingang 1
Storing bij
veiligheidsingang 2
Storingen bij reset/
terugkoppelingsingang
Storing in
uitbreidingsunit
Storing bij directe
veiligheidsuitgangen,
logische
verbindingsuitgangen
of hulpcontrole-uitgang
Storing bij veiligheidsuitgangen met
uitschakelvertraging
Storing bij logische
EN-verbindingsingang
Voedingsspanning te
hoog of te laag
maatregelen
1) Buitensporige elektromagnetische
interferentie
2) Defect intern circuit
1) Storing in bedrading van directe
veiligheidsuitgang 1
2) Onjuiste instelling van detectie-ingang voor
detectie foute onderlinge doorverbindingen
3) Defect circuit van veiligheidsingang 1
1) Storing in bedrading van directe
veiligheidsuitgang 2
2) Onjuiste instelling van detectie-ingang voor
detectie foute onderlinge doorverbindingen
3) Defecte circuits van veiligheidsingang 2
1) Storingen in bedrading van reset/
terugkoppelingsingang.
2) Storingen in circuit van reset/
terugkoppelingsingang
1) Onjuiste terugkoppelingssignalen van
uitbreidingsunit
2) Abnormale voedingsspanning naar
uitbreidingsunit
3) Defect circuit van veiligheidsrelaisuitgangen
1) Storing in bedrading van directe
veiligheidsuitgangen
2) Defect circuit van directe
veiligheidsuitgangen
3) Storing in bedrading van logische
verbindingsuitgang
4) Defect circuit van logische
verbindingsuitgang
5) Storing in bedrading van hulpcontroleuitgang
6) Te hoge omgevingstemperatuur
1) Storing in bedrading van
veiligheidsrelaisuitgangen met
uitschakelvertraging
2) Onjuist ingestelde waarden voor
uitschakelvertragingstijd
3) Defect circuit van veiligheidsrelaisuitgangen
met uitschakelvertraging
4) Te hoge omgevingstemperatuur
1) Storing in bedrading van logische ENverbindingsingang
2) Onjuiste instelling van logische ENverbindingsingang
3) Defect circuit van logische ENverbindingsingang
1) Voedingsspanning te hoog of te laag1) Controleer de voedingsspanning naar de
1) Controleer het interferentieniveau in de buurt
van de G9SX en het betrokken systeem.
2) Vervang door een nieuw product.
1) Controleer de bedrading naar T11 en T12.
2) Controleer de bedrading naar Y1.
3) Vervang door een nieuw product.
1) Controleer de bedrading naar T21 en T22.
2) Controleer de bedrading naar Y1.
3) Vervang door een nieuw product.
1) Controleer de bedrading naar T31, T32 en
T33.
2) Vervang door een nieuw product.
1) Controleer de verbindingskabel van de
uitbreidingsunit en de aansluiting van de
eindconnector.
2) Controleer de voedingsspanning naar de
uitbreidingsunit.
Opmerking: Controleer of alle PWR-indicatoren
van de uitbreidingsunit branden.
3) Vervang de uitbreidingsunit door een nieuwe.
1) Controleer de bedrading naar S14, S24,
en S34.
2) Vervang door een nieuw product.
3) Controleer de bedrading naar L1 en L2.
4) Vervang door een nieuw product.
5) Controleer de bedrading naar X1.
6) Controleer de omgevingstemperatuur en vrije
ruimte rond de G9SX.
1) Controleer de bedrading naar S44 en S54.
2) Controleer of de waarden van beide presetschakelaars voor de uitschakelvertragingstijd
correct zijn ingesteld.
3) Vervang door een nieuw product.
4) Controleer de omgevingstemperatuur en vrije
ruimte rond de G9SX.
1) Controleer de bedrading naar T41 en T42
(T51 en T52).
Opmerking: Controleer of de bedrading van
klem T41, T42, T51, T52 minder
dan 100 meter lang is.
Opmerking: Controleer of het logische EN-
verbindingssignaal is gesplitst voor
minder dan 4 units.
2) Controleer of de waarde van de presetschakelaar voor de logische EN-verbinding
correct is ingesteld.
3) Vervang door een nieuw product.
uitbreidingsunits.
Flexibele veiligheidsunit G9SX15
Page 16
Als er andere indicatoren dan ERR knipperen, controleert en repareert u op basis van de informatie in de volgende tabel.
Indicator
ERR
Uit
Andere
indicatoren
T1
Knip-
T2
pert
StoringWaarschijnlijke oorzaak van de storing Te controleren punten en te nemen
Geen overeenkomst
tussen ingang 1 en 2.
De status van ingang 1 en 2 is verschillend
vanwege een slecht contact, een
kortsluiting in een of meer
veiligheidsapparaten of een onjuiste
bedrading.
maatregelen
Controleer de bedrading van de veiligheidsapparaten naar de G9SX. Of controleer de
ingangssequentie van veiligheidsapparaten.
Nadat u de storing hebt opgeheven, zet u beide
veiligheidsingangen op UIT.
(Uitbreidingsunit)
Indicator
ERR
Licht op
Andere
indicatoren
---Storing bij
veiligheidsrelaisuitgangen
van uitbreidingsunits
StoringWaarschijnlijke oorzaak van de
storingen
1) Lassen van relaiscontacten
2) Defect intern circuit
Te controleren punten en te nemen
maatregelen
Vervang door een nieuw product.
16Flexibele veiligheidsunit G9SX
Page 17
Voorzorgsmaatregelen
!WARNING
Er kan ernstig letsel optreden wanneer
veiligheidsuitgangen defect raken.
Sluit nooit grotere belastingen aan dan de nominale
waarde van de veiligheidsuitgangen.
Er kan ernstig letsel optreden wanneer noodzakelijke
veiligheidsfuncties verloren gaan.
Zorg voor een correcte bedrading van de G9SX, zodat de
voedingsspanningen of de spanningen voor belastingen
NOOIT per ongeluk of onbedoeld de veiligheidsingangen
raken.
Er kan ernstig letsel optreden wanneer veiligheidsingangen beschadigd raken.
Gebruik circuits voor bescherming tegen tegen-elektromotorische kracht als u inductieve belastingen aansluit
op veiligheidsuitgangen.
Er kan ernstig letsel optreden wanneer veiligheidsfuncties verloren gaan. Gebruik apparatuur die geschikt
is voor de toepassing en de gebruiksomstandigheden
van de G9SX.
Regelapparatenvereisten
NoodstopschakelaarGebruik goedgekeurde apparaten met
Deurblokkeerschakelaar
Eindschakelaar
VeiligheidssensorGebruik goedgekeurde apparaten die
Relais met geleide
contacten
SchakelaarGebruik magneetschakelaars met
Andere apparatenControleer of de gebruikte apparaten
directe opening
Mechanisme voldoet aan IEC/EN
60947-5-1
Gebruik goedgekeurde apparaten met
directe opening
Mechanisme voldoet aan IEC/EN
60947-5-1 en is geschikt voor
schakeling van microbelastingen van
24 VDC, 5 mA.
voldoen aan de overeenkomstige
productnormen, voorschriften en
wetten die gelden in het land waarin ze
worden gebruikt.
Neem contact op met een
certificeringsinstantie om te laten
vaststellen dat het hele systeem
voldoet aan de voorwaarden van de
vereiste veiligheidsklasse.
Gebruik voor terugkoppeling apparaten
met contacten die geschikt zijn voor
schakeling van microbelastingen van
5 mA bij 24 VDC.
geleid mechanisme om het signaal
naar de reset/terugkoppelingsingang
van de G9SX te verzenden via het NCcontact van de magneetschakelaar.
Gebruik voor terugkoppeling apparaten
met contacten die geschikt zijn voor
schakeling van microbelastingen van
24 VDC, 5 mA. Als de contacten van
een magneetschakelaar niet open
gaan, kan dit alleen worden
gedetecteerd als het NC-hulpcontact
van de magneetschakelaar is voorzien
van een geleid mechanisme.
voldoen aan de voorwaarden van de
veiligheidsklasse.
■ Veiligheidsmaatregelen voor
veilig gebruik
1. Gebruik de G9SX in een behuizing van beveiligingsklasse IP54 of
hoger conform IEC/EN60529.
2. Als de bedrading niet goed is uitgevoerd, kunnen
veiligheidsfuncties verloren gaan. Zorg voor een juiste bedrading
van de geleiders en controleer de werking van de G9SX voordat u
het systeem met de G9SX definitief in werking stelt.
3. Laat de DC-spanning niet boven de nominale waarde komen en
pas geen AC-spanning toe op de voedingsingang van de G9SX.
4. Zorg dat de DC-voeding aan de volgende voorwaarden voldoet
om elektrische schokken te voorkomen.
• DC-voeding met dubbele of versterkte isolatie, bijvoorbeeld
conform IEC/EN60950 of EN50178, of een transformator
conform IEC/EN61558.
• DC-voeding die voldoet aan de vereisten voor circuits van
klasse 2 of een circuit met spannings-/stroombeperking zoals
vermeld in UL 508.
5. Zorg dat de spanningen die u op G9SX-ingangen toepast, aan de
specificaties voldoen.
Als u onjuiste spanningen toepast, vermindert de werking van de
G9SX. Hierdoor gaan veiligheidsfuncties verloren of raakt de
G9SX beschadigd.
6. Hulpfoutuitgangen en hulpcontroleuitgangen zijn GEEN
veiligheidsuitgangen. Gebruik hulpuitgangen niet als
veiligheidsuitgang.
Als u dit toch doet, gaat de veiligheidsfunctie van de G9SX en het
overeenkomstige systeem verloren.
Logische verbindingsuitgangen kunnen alleen worden gebruikt
voor logische verbindingen tussen meerdere G9SX'en.
7. Na de installatie van de G9SX moet bevoegd personeel de
installatie controleren, en tests en onderhoud uitvoeren.
Dit bevoegde personeel moet gekwalificeerd en geautoriseerd
zijn om de veiligheid te garanderen in elke fase van ontwerp,
installatie, gebruik, onderhoud en verwijdering van het systeem.
8. De installatie moet worden geleid en gecontroleerd door een
verantwoordelijke die vertrouwd is met de machine waarin de
G9SX moet worden geïnstalleerd.
9. Schakel het signaal naar de veiligheidsingang of de logische
EN-verbindingsingang elke 24 uur UIT en controleer of de G9SX
probleemloos werkt (kijk hiervoor naar de status van de indicator
ERR).
10.De G9SX mag niet worden gedemonteerd, gerepareerd of
omgebouwd. Hierdoor kunnen veiligheidsfuncties verloren gaan.
11.Gebruik alleen geschikte onderdelen of apparaten die voldoen
aan de overeenkomstige voorwaarden van de vereiste
veiligheidsklasse.
De conformiteit met de voorwaarden van de veiligheidsklasse
wordt vastgesteld voor het hele systeem.
U wordt aangeraden contact op te nemen met een
certificeringsinstantie om te laten vaststellen dat het hele systeem
voldoet aan de voorwaarden van de vereiste veiligheidsklasse.
12.OMRON is niet verantwoordelijk voor de conformiteit met
veiligheidsstandaarden betreffende het hele systeem van de
gebruiker.
13.Tijdens het bedraden moet u de G9SX loskoppelen van de
voeding om elektrische schokken of onverwachte activering te
voorkomen.
14.Zorg dat uw vingers niet bekneld raken bij het aansluiten van
klemverbindingen op de aansluitingen van de G9SX.
15.De levensduur van de G9SX is afhankelijk van de
schakelomstandigheden waarin de uitgangen moeten werken.
Zorg dat u de werking vooraf test in de werkelijke
gebruiksomstandigheden en binnen de juiste schakelcycli.
16.Niet gebruiken in omgevingen met ontvlambare of explosieve
gassen. Bogen of hitte gegenereerd door schakelelementen van
de G9SX kunnen brand of een explosie veroorzaken.
Flexibele veiligheidsunit G9SX17
Page 18
■ Veiligheidsmaatregelen voor
correct gebruik
1. Werk voorzichtig
Laat de G9SX niet vallen en stel deze niet bloot aan overmatige
trillingen of mechanische schokken. De G9SX kan beschadigd
raken, waardoor deze niet goed meer functioneert.
2. Opslagcondities
Bewaar de G9SX niet in de volgende omstandigheden:
a. In direct zonlicht.
b. Bij een omgevingstemperatuur van minder dan −10 of meer
dan 55°C.
c. Bij een relatieve vochtigheidsgraad van minder dan 25 of meer
dan 85% of bij grote temperatuurschommelingen die
condensatie veroorzaken.
d. In omgevingen met corroderende of ontvlambare gassen.
e. Bij trillingen of mechanische schokken buiten de nominale
waarden.
f. In omgevingen waar water-, olie- of chemicaliënspatten kunnen
voorkomen.
g. In omgevingen waar stof, zoutnevel of metaalpoeder kunnen
voorkomen.
De G9SX kan beschadigd raken, waardoor deze niet goed meer
functioneert.
3. Montage
Monteer de G9SX op DIN-rails met koppelingen (TYPE PFP-M,
niet bij dit product geleverd) zodat deze niet kan lostrillen, met
name wanneer de DIN-rail kort is in vergelijking met de breedte
van de G9SX.
4. De volgende ruimte moet aanwezig zijn rond de G9SX om de
nominale stroom te kunnen toepassen op G9SX-uitgangen en
voor voldoende ventilatie en bedrading:
a. Minimaal 25 mm aan de zijkanten van de geavanceerde unit
(G9SX-AD322-@-@/G9SX-ADA222-@-@) en de basisunit
(G9SX-BC202-@).
b. Minimaal 50 mm boven en onder de G9SX.
50 mm min.
25 mm min.25 mm min.
5. Bedrading
a. Voor de G9SX-@-RT (met schroefaansluitingen)
• Gebruik het volgende voor de bedrading van de G9SX-@-RT.
Massieve kabel
Gevlochten kabel
0,2 tot 2,5 mm
0,2 tot 2,5 mm
(flexibele kabel)
• Draai elke schroef aan met het opgegeven aanspankoppel
van 0,5 tot 0,6 Nm. Als u dat niet doet, kan de G9SX defect
raken of hitte opwekken.
• Strip de isolatie van de kabel over een lengte van maximaal 7
mm.
b. Voor de G9SX-@-RC (met veeraansluitingen)
• Gebruik het volgende voor de bedrading van de G9SX-@-RC
Massieve kabel
Gevlochten kabel
0,2 tot 2,5 mm
0,34 tot 1,5 mm
• U wordt aangeraden een geïsoleerde klem (type compatibel
met norm DIN 46228-4) op het einde van de gevlochten kabel
aan te brengen voordat u de kabel aansluit.
50 mm min.
2
AWG24 tot AWG12
2
AWG24 tot AWG12
2
AWG24 tot AWG12
2
AWG22 tot AWG16
6. Wanneer u uitbreidingsunits (G9SX-EX@-@) aansluit op een
geavanceerde unit (G9SX-AD322-@-@/G9SX-ADA222-@-@):
a. Voer de volgende procedure uit:
• Verwijder de eindconnector van de aansluiting op de
geavanceerde unit,
• Steek de kabelconnector van de uitbreidingsunit in de
aansluiting van de geavanceerde unit.
• Steek de eindconnector in de aansluiting van de
uitbreidingsunit, helemaal op het einde. Als u de
geavanceerde unit zonder uitbreidingsunits gebruikt,
verwijdert u de eindconnector niet van de geavanceerde unit.
b. Verwijder de eindconnector of de verbindingskabel niet van de
uitbreidingsunit terwijl het systeem actief is.
c. Controleer of de aansluitvoeten en stekkers goed vastzitten
voordat u de voedingsspanning inschakelt.
d. Alle uitbreidingsunits moeten worden voorzien van de
opgegeven spanning binnen 10 s nadat de aangesloten
geavanceerde unit onder spanning is gezet.
Als dat niet gebeurt, denkt de geavanceerde unit dat de
uitbreidingsunits niet worden gevoed.
7. Gebruik kabels van minder dan 100 m voor de aansluiting op
veiligheidsingangen en reset/terugkoppelingsingangen, of
respectievelijk tussen logische EN-verbindingsingangen en
logische verbindingsuitgangen.
8. Stel de uitschakelvertragingstijd in op een waarde waarbij geen
veiligheidsfuncties van het systeem verloren gaan.
9. Logische verbinding tussen units:
a. Wanneer u logische EN-verbindingsingangen gebruikt, zet u de
preset-schakelaar voor de logische verbinding op ‘EN’ voor de
units waarnaar het logische verbindingssignaal wordt
verzonden.
b. Sluit logische verbindingsuitgangen op de juiste manier aan op
logische EN-verbindingsingangen van de desbetreffende unit.
Controleer de werking van de G9SX voordat u het systeem
definitief in werking stelt.
c. Zorg bij het configureren van het veiligheidssysteem dat de
vertraging in de antwoordtijd die wordt veroorzaakt door de
logische verbindingen, de veiligheidsfunctie van het systeem
niet vermindert.
10.Voor de berekening van de veiligheidsafstand tot gevaren moet u
rekening houden met de vertraging bij veiligheidsuitgangen die
door het volgende wordt veroorzaakt:
a. Reactietijd van veiligheidsingangen
b. Reactietijd van logische EN-verbindingsingang
(zie ook “Versies en specificaties, opmerking 5.”)
c. Vooraf ingestelde uitschakelvertragingstijd
d. Nauwkeurigheid van uitschakelvertragingstijd
11.Start het hele systeem meer dan 5 s nadat de voedingsspanning
voor alle G9SX'en in het systeem is ingeschakeld.
12.De G9SX kan defect raken door elektromagnetische interferentie.
Zorg dat klem A2 op de aarde is aangesloten. Om elektrische
storingen op te vangen, kunt u een overspanningsbeveiliging
aansluiten op de spoel van de inductieve belasting.
13.Apparaten die op de G9SX zijn aangesloten, kunnen onbedoeld
worden ingeschakeld. Wanneer u de G9SX vervangt, moet u
deze loskoppelen van de voeding.
14.Vermijd het achterblijven van oplosmiddelresten zoals alcohol,
thinner, trichloorethaan of benzine op het product. Deze
oplosmiddelen maken de tekst op de G9SX onleesbaar en
kunnen beschadiging van onderdelen veroorzaken.
15.Combineer NOOIT AC- en DC-belastingen die moeten worden
geschakeld in één G9SX-EX@-@. Wanneer u zowel AC- als
DC-belastingen moet schakelen, sluit u drie of meer
G9SX-EX@-@'en aan en gebruikt u elke unit uitsluitend voor
AC- of DC-belastingen.
18Flexibele veiligheidsunit G9SX
Page 19
Klasse EN 954-1
In de conditie weergegeven in Toepassingsvoorbeelden kan de
G9SX worden gebruikt voor de overeenkomstige klassen tot
klasse 4.
Dit betekent NIET dat de G9SX altijd voor de vereiste klasse kan
worden gebruikt in alle soortgelijke omstandigheden en situaties.
De conformiteit met de voorwaarden van de klassen moet worden
vastgesteld voor het hele systeem.
Als u de G9SX voor veiligheidsklassen gebruikt, moet u zorgen dat
de conformiteit voor het hele systeem wordt bevestigd.
1. Sluit de signalen aan op beide veiligheidsingangen (T11-T12 en
T21-T22).
2. Sluit een signaal aan op de veiligheidsingangen (T11-T12 en
T21-T22) via schakelaars met directe opening.
Als u eindschakelaars gebruikt, moet minstens een van de
eindschakelaars een model met directe opening zijn.
3. Gebruik een veiligheidssensor van TYPE 4 als u een
veiligheidssensor op de G9SX wilt aansluiten.
4. Sluit het signaal via een NC-contact van de magneetschakelaar
aan op de reset/terugkoppelingsingang (T31-T32 voor
handmatige reset of T31-T33 voor automatische reset)
(zie Toepassingsvoorbeelden).
5. Houd de detectie-ingang voor kruisstoringen (Y1) open. Als u
echter apparaten met zelfdiagnosefunctie aansluit, zoals
veiligheidssensoren, past u 24 VDC toe op Y1.
6. Zorg dat A2 op de aarde is aangesloten.
7. Als u een uitbreidingsunit van het type G9SX-EX-@-@ aansluit,
sluit u zekeringen met een maximale nominale waarde van 3,15 A
aan op de veiligheidsrelaisuitgangen om lassen van de contacten
te voorkomen.
S1: Veiligheidseindschakelaar
S2: Deurschakelaar met veiligheidsvergrendeling
S3: Reset-schakelaar
S4: Ontgrendelingsschakelaar
KM1 tot KM6: Schakelaar
M1 tot M3: 3-fasen motor
Schakelaar S3 opnieuw instellen
Opmerking: 1. Dit voorbeeld komt overeen met klasse 4 (EN 954-1).
2. Sluit de NC-contacten van de magneetschakelaars
Lees deze catalogus zorgvuldig en zorg dat u deze begrijpt voordat u de producten aanschaft. Neem bij vragen of opmerkingen
contact op met uw OMRON-contactpersoon.
Garantie en aansprakelijkheidsbeperking
GARANTIE
De exclusieve garantie van OMRON houdt in, dat de producten gedurende één jaar (dan wel gedurende een andere aangegeven
periode) vanaf de verkoopdatum van OMRON vrij van defecten in materiaal en vakmanschap zijn.
OMRON VERSTREKT GEEN ENKELE GARANTIE OF WAARBORG, NOCH EXPLICIET NOCH IMPLICIET, MET
BETREKKING TOT DE NALEVING VAN TOEPASSELIJKE REGELS EN VOORSCHRIFTEN, DE VERKOOPBAARHEID DAN
WEL DE GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL VAN DE PRODUCTEN. KOPER OF GEBRUIKER ERKENT DAT DE
KOPER OF GEBRUIKER ALLEEN HEEFT BEPAALD DAT DE PRODUCTEN OP GESCHIKTE WIJZE AAN DE VEREISTEN
VAN DE GEPLANDE TOEPASSING ZULLEN VOLDOEN. OOK ALLE ANDERE GARANTIES, HETZIJ EXPLICIET HETZIJ
IMPLICIET, WORDEN DOOR OMRON AFGEWEZEN.
AANSPRAKELIJKHEIDSBEPERKINGEN
OMRON ACCEPTEERT GEEN ENKELE AANSPRAKELIJKHEID VOOR SPECIALE SCHADE, INDIRECTE SCHADE DAN WEL
GEVOLGSCHADE, GEDERFDE WINSTEN OF VERLIEZEN DIE OP WELKE WIJZE DAN OOK MET DE PRODUCTEN IN
VERBAND STAAN, ONGEACHT OF DEZE AANSPRAKELIJKHEID GEBASEERD IS OP EEN CONTRACT, GARANTIE,
NALATIGHEID OF RISICOAANSPRAKELIJKHEID.
In geen geval zal de aansprakelijkheid van OMRON uitstijgen boven de prijs van het product waarop de garantieclaim is
gebaseerd.
IN GEEN ENKEL GEVAL ZAL OMRON AANSPRAKELIJK KUNNEN WORDEN GESTELD VOOR GARANTIECLAIMS,
REPARATIECLAIMS OF ANDERE CLAIMS MET BETREKKING TOT DE PRODUCTEN, TENZIJ DE ANALYSE VAN OMRON
BEVESTIGT DAT DE PRODUCTEN OP CORRECTE WIJZE WERDEN BEHANDELD, OPGESLAGEN, GEÏNSTALLEERD EN
ONDERHOUDEN, ALSMEDE NIET ZIJN ONDERWORPEN AAN VERONTREINIGINGEN, ONOORDEELKUNDIG GEBRUIK
OF ONDESKUNDIGE WIJZIGINGEN OF REPARATIES.
Toepassingsoverwegingen
GESCHIKTHEID VOOR GEBRUIK
OMRON is niet verantwoordelijk voor de naleving van standaarden, codes of voorschriften die van toepassing zijn op de
combinatie van de producten binnen de toepassing van de gebruiker of het gebruik van de producten.
Neem alle vereiste stappen om te bepalen of het product geschikt is voor de systemen, machines en uitrusting waarvoor u het
wilt gebruiken.
Stel u op de hoogte van alle verbodsbepalingen die op dit product van toepassing zijn en houd u aan deze bepalingen.
GEBRUIK DE PRODUCTEN NOOIT VOOR EEN TOEPASSING WAARBIJ ERNSTIG GEVAAR VOOR PERSOONLIJKE OF
MATERIËLE SCHADE BESTAAT ZONDER U ERVAN TE OVERTUIGEN DAT HET SYSTEEM ALS GEHEEL IS ONTWORPEN
OM AAN DERGELIJKE GEVAREN HET HOOFD TE KUNNEN BIEDEN EN DAT DE PRODUCTEN VAN OMRON DE JUISTE
SPECIFICATIES HEBBEN, ALSMEDE VOOR HET TOEPASSELIJKE GEBRUIKSDOEL BINNEN DE ALGEHELE
APPARATUUR OF HET SYSTEEM ZIJN GEÏNSTALLEERD.
Kennisgevingen
PRESTATIEGEGEVENS
Prestatiegegevens die in deze catalogus worden gegeven, dienen slechts als leidraad voor de gebruiker bij het bepalen van de
geschiktheid en vormen geen garantie. Deze gegevens kunnen het resultaat zijn van de testvoorwaarden van OMRON en zullen
door de gebruikers aan de feitelijke vereisten van de toepassing moeten worden getoetst. De feitelijke prestaties vallen onder
de Garantie en aansprakelijkheidsbeperking van OMRON.
WIJZIGING VAN TECHNISCHE GEGEVENS
Technische gegevens en accessoires van producten kunnen op elk moment worden gewijzigd wegens verbeteringen of andere
redenen. U kunt op elk gewenst moment contact opnemen met uw OMRON-contactpersoon voor de actuele technische
gegevens van het product dat u hebt aangeschaft.
AFMETINGEN EN GEWICHTEN
De afmetingen en gewichten zijn nominale waarden en mogen niet worden gebruikt voor fabricagedoeleinden, zelfs niet
wanneer hierbij toleranties worden vermeld.
Cat. No. J150-NL2-04
In verband met verbeteringen van het product kunnen technische gegevens zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.