Olympus FE-120, X-700 User Manual [nl]

DIGITALE CAMERA
FE-120 X-700
Handleiding
NL
Gedetailleerde beschrijvingen van alle functies die laten zien hoe u het uiterste uit uw camera haalt.
Voordat u gaat fotograferen
Fotograferen
Weergeven
Printen
Online beelden
Camera instellingen
Storingen opheffen
Wij zijn u erkentelijk voor de aanschaf van deze digitale Olympus-camera. Lees voordat
Voordat u belangrijke opnamen gaat maken, doet u er goed aan eerst enkele
proefopnamen te maken teneinde u met uw camera vertrouwd te maken.
In het belang van voortdurende verbeteringen van het product behoudt Olympus zich
het recht voor de in deze handleiding gepubliceerde informatie bij te werken of aan te passen.
Voor klanten in Europa
Het waarmerk “CE“ garandeert dat dit product voldoet aan de richtlijnen van de EU (Europese Unie) voor wat betreft veiligheid, gezondheid, milieubehoud en persoonlijke veiligheid van de gebruiker. Apparaten met het waarmerk “CE“ zijn bedoeld voor de Europese markt.
Dit symbool [doorgekruiste verrijdbare afvalbak AEEA bijlage IV] geeft de gescheiden inzameling van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur in de landen van de EU aan. Gooi het apparaat a.u.b. niet bij het gewone huisvuil. Maak a.u.b. gebruik van het inzamelsysteem dat in uw land beschikbaar is voor de afvoer van dit product.
Handelsmerken
• IBM is een wettig gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation.
• Microsoft en Windows zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
• Macintosh is een handelsmerk van Apple Computer Inc.
• xD-Picture Card
• Alle andere genoemde bedrijfs- en productnamen zijn wettig gedeponeerde handelsmerken
/ of handelsmerken van de betreffende rechthebbenden.
en
• De in deze handleiding genoemde normen voor camera bestandssystemen zijn de door de Japan Electronics and Information Technology Industries Association (JEITA) opgestelde “Design Rule for Camera File System / DCF“-normen.
Garantiebepalingen
1.
Indien dit product gebreken vertoont, hoewel het op de juiste wijze gebruikt wordt (in overeenstem­ming met de meegeleverde documentatie Voorzichtig gebruik en gebruiksaanwijzingen), wordt dit product, gedurende een periode van twee jaar vanaf de datum van verkoop bij een geautoriseerde Olympus-dealer binnen het zakengebied van Olympus Imaging Europa GmbH zoals bepaald in de lijst met geautoriseerde dealers, gerepareerd of, naar Olympus’ keuze, kostenloos vervangen. Voor aanspraak op deze garantie dient de klant, voor afloop van de garantieperiode van twee jaar, het product en deze garantieverklaring mee te nemen naar de dealer waar het product aangeschaft is of iedere andere servicedienst van Olympus binnen het zakengebied van Olympus Imaging Europa GmbH zoals bepaald in de lijst met geautoriseerde dealers. Tijdens de World Wide Warranty-perio­de van één jaar kan de klant het product terugbrengen naar iedere servicedienst van Olympus. Let erop dat niet in alle landen een dergelijke servicedienst van Olympus gevestigd is.
2. De klant dient het product op eigen risico naar de dealer of de geautoriseerde servicedienst van
Olympus te brengen en hij draagt zelf de kosten die ontstaan bij het transport van het product.
3. Deze garantie geldt niet in onderstaande gevallen. De klant is zelf verantwoordelijk voor de repa-
ratiekosten, zelfs indien deze gebreken optreden tijdens de hierboven vermelde garantieperiode. (a) Elk gebrek dat optreedt wegens ondeskundig, onreglementair gebruik (zoals handelingen die
niet worden genoemd in Voorzichtig gebruik of andere delen van de gebruiksaanwijzing, etc.).
(b) Ieder gebrek dat optreedt wegens een reparatie, wijziging, reiniging, etc. die niet is uitgevoerd
door Olympus of een geautoriseerde servicedienst van Olympus.
(c) Gebreken of beschadigingen die ontstaan bij het transporteren, vallen, stoten, etc. na aan-
koop van het product.
(d) Gebreken of beschadigingen die ontstaan door een brand, aardbeving, overstroming, blik-
seminslag, andere natuurrampen, milieuvervuiling en onregelmatige spanningsbronnen.
(e) Ieder gebrek dat optreedt wegens het onzorgvuldig of ongeschikt opbergen (zoals opbergen
op een plaats die is blootgesteld aan hoge temperaturen en vochtigheid, nabij insectenweren-
de middelen zoals naftaleen of schadelijke stoffen, etc.), ondeskundig onderhoud, etc. (f) Ieder gebrek dat optreedt wegens lege batterijen, etc. (g) Ieder gebrek dat ontstaat doordat zand, modder, etc. in de behuizing van het product is
gekomen.
TM
is een handelsmerk.
2 NL
(h) Indien deze garantieverklaring niet wordt meegeleverd met het product. (i) Indien de garantieverklaring op een of andere wijze gewijzigd wordt met betrekking tot het jaar,
de maand en de datum van aankoop, de naam van de klant, de naam van dealer en het
serienummer. (j) Indien geen bewijs van aankoop bij deze garantieverklaring gevoegd wordt.
4. Deze garantie is uitsluitend op het product van toepassing; de garantie is niet van toepassing op ieder ander toebehoren, zoals de behuizing, de camerariem, het lenskapje en de batterijen.
5. Olympus’ enige verplichting onder deze garantie is beperkt tot het repareren of vervangen van het product. Iedere verplichting voor verlies of beschadiging, indirect of voortvloeiend, op enigerlei wijze opgelopen door de klant vanwege een gebrek in het product, en met name alle soorten verlies of schade veroorzaakt in lenzen, fotorolletjes, andere uitrusting of toebehoren dat bij het product hoort of ieder soort verlies dat het resultaat is van een vertraagde reparatie of gegevensverlies, is uitgesloten. Deze bepalingen hebben geen invloed op de wettelijke dwingende regelgeving.
Opmerkingen met betrekking tot het onderhoud
1.
Deze garantie geldt uitsluitend, indien de garantieverklaring naar behoren is uitgevoerd door Olympus of een geautoriseerde dealer of indien andere documenten voldoende bewijskrachtig zijn. Daarom dient u er zeker van te zijn dat uw naam, de naam van de dealer, het serienummer en het jaar, de maand en datum van aankoop ingevuld zijn of dat de originele factuur of de bon (met vermelding van de naam van de dealer, de datum van aankoop en het producttype) aan deze garantieverklaring is toegevoegd. Olympus behoudt zich het recht voor om kostenloze dienstverlening te weigeren, indien noch de garantieverklaring volledig is ingevuld, noch het bovengenoemde document toegevoegd is of indien de informatie die daar in staat onvolledig of niet leesbaar is.
2. Aangezien deze garantieverklaring niet nogmaals verstrekt wordt, dient deze op een veilige plek bewaard te worden.
Raadpleeg de toegevoegde lijst voor het geautoriseerde, internationale servicenetwerk van Olympus.
Beperkte aansprakelijkheid
Olympus geeft geen enkele garantie of waarborg, noch uitdrukkelijk noch stilzwijgend aanvaard, ten aanzien van of met betrekking tot de inhoud van dit geschreven materiaal of van de software en kan in geen enkel opzicht aansprakelijk worden gesteld voor enige stilzwijgende garantie bij de aankoop met betrekking tot de verkoopbaarheid of de geschiktheid voor enige specifiek doel of voor enige directe, indirecte, zwaarwegende, bijkomstige of andere schade (met inbegrip van en niet beperkt tot schade door derving van inkomsten of verlies van zakelijke winsten, onderbreking van zakelijke activiteiten en verlies van zakelijke informatie) die voortvloeien uit het gebruik van of niet kunnen gebruiken van het geschreven materiaal of van de software of van de apparatuur. Sommige landen of staten accepteren een dergelijke uitsluiting of beperking op de aansprakelijkheid voor directe of indirecte schade niet, zodat de hierboven opgesomde beperkingen mogelijk op uw situatie niet van toepassing zijn.
NL 3
De opbouw van deze handleiding
Voorbereiding / Quick Start
Voordat u gaat fotograferen
1
Tips voordat u gaat fotograferen
2
Basisfuncties fotograferen
3
Aanvullende functies fotograferen
4
Beelden weergeven
5
Instellingen
6
Beelden printen
7
Camera aansluiten op een computer
8
Appendix
9
Diversen
10
pag. 5
pag. 10
pag. 17
pag. 23
pag. 31
pag. 35
pag. 43
pag. 49
pag. 56
pag. 65
pag. 77
Hier vindt u belangrijke aanwijzingen om het beste uit uw camera te krijgen. Lees dit gedeelte voordat u fotografeert.
Verklaring van de techniek van simpel tot geavanceerd, die een uitleg geeft over alle functies die met het fotograferen te maken hebben.
Dit hoofdstuk behandelt hoe u de door u gefotografeerde beelden kunt bekijken, bewerken en sorteren.
Dit hoofdstuk beschrijft de instellingen die de bediening van de camera vereenvoudigen.
Voor het printen van de gefotografeerde beelden.
Om de gefotografeerde beelden op de computer te kunnen bekijken. OLYMPUS Master gebruiken.
Storingen opheffen. En als u wilt weten wat de namen van de onderdelen voorstellen, een lijst van menu’s wilt inzien of als u bepaalde onderwerpen zoekt.
De titelpagina van ieder hoofdstuk geeft een korte beschrijving van de inhoud. Lees deze goed door.
4 NL
Voorbereiding / Quick Start
Diagram camera
USB-connector
DC-IN-connector
Klepje van het
batterijcompartiment
Monitor
Weergaveknop ($)
Wisknop (S)
Cameraschakelaar
Knop Fotograferen (#)
Zelfontspanner-LED
Flitser
Ontspanknop
Indicatie-LED Dataverkeer
Lens
Zoomknop (W / T, GU)
Functieknop
Oogje voor de riem
Pendelknop (acbd)
Statiefaansluiting
Klepje van de geheugen­kaartje
NL 5
Voorbereiding / Quick Start
Voordat u begint
Digitale camera Camerariem xD-Picture card
Uitpakken van de doos
AA-formaat (R6) batterijen
(twee)
Deze doos bevat tevens: Handleiding voor gevorderden (CD-ROM), Basishandleiding (deze handleiding), garantieverklaring, registratiekaart. De inhoud kan variëren naar plaats van aankoop.
USB-kabeltje CD-ROM met OLYMPUS
Master-software
Voorbereiding
a. Bevestig de camerariem b. Plaats de batterijen
Klepje van het batterijcompartiment
Open-
d
klappen
Opzij-
c
schuiven
e
c. Stel datum en tijd in
Zet de functieknop op h en schakel
c
de camera in. Druk vervolgens op de knop Z en selecteer X.
Druk op a / c om het item in te stellen.
d
Druk op b / d om het volgende veld te selecteren.
X
.
2005
SELECT
.
01 01
YMD
:
00 00
OK
GO
SET
Functieknop
POWER
Set
Pendelknop
Vorige veld Volgende veld
Set
6 NL
Een foto maken
HQ
2816
2112
5
HQ
2816
2112
5
HQ
2816
2112
5
Voorbereiding / Quick Start
a. Zoomen
Uitzoomen: Inzoomen:
HQ
2816
2112
of
2112
5
HQ
2816
5
c. De foto maken
Maak de foto door de ontspanknop geheel in te drukken.
Foto bekijken of wissen
a. Druk op
De laatste foto wordt weergegeven.
$
Zoomknop
b. Scherpstellen
Richt het AF-teken op het object m.b.v.
c
de monitor.
Groene LED
(half ingedrukt)
HQ
2816
Autofocusteken
Druk de ontspanknop in en houd deze half
d
ingedrukt om de gemeten scherpstelling vast te houden. Het groene LED geeft aan dat de gemeten scherpstelling wordt vastgehouden.
5
2112
(geheel ingedrukt)
Ontspanknop
Ontspanknop
b. Foto nader bekijken
Druk op om in of uit te zoomen. Druk op a / c of b / d om heen en weer te schuiven.
Omhoogschuiven
Naar links schuiven Naar rechts
Knop $
Vorige foto
Pendelknop
Volgende foto
Omlaagschuiven
Druk op de knop # om terug te keren naar de stand Fotograferen.
schuiven
NL
7
Voorbereiding / Quick Start
SELECT
GO
OK
2816
2112
HQ
+
2.0
P
5
5
+2.0
HQ
00:15
c. Een foto wissen
Geef de foto weer die gewist moet worden en druk op de
c
knop S.
Knop S
Druk op a / c om [YES] te selecteren en druk op
d
de knop Z. De foto is definitief gewist.
ERASE
YES
NO
SELECT
SELECT GO
OK
OK
GO
( Een taal selecteren
De taal waarin de informatie op de monitor wordt weergegeven, kunt u zelf instellen. Welke talen beschikbaar zijn, is afhankelijk van het land waar u deze camera heeft gekocht.
Druk op Z en selecteer [MODE MENU] >
1
[SETUP] > [ Selecteer een taal en druk op Z.
2
( Symbolen en iconen op de monitor
W
].
ENGLISH
FRANCAIS
ESPAÑOL
PORTUGUES
SELECT GO
OK
Monitor – stand Fotograferen
12
3
4
5
6 7
8
9
HQ
2816
10
Stilstaand beeld Video
2112
2.0
14
15 16
5
131211
6 7
9
00:15
HQ
00:15
Item Indicaties
1 Stand Fotograferen P, h, N, I, J, K, L, |, =
2 Belichtingscorrectie –2.0 – +2.0 3 Batterijcontrole e = vol, f = leeg
8 NL
231
+2.0
14
15
131210
Voorbereiding / Quick Start
’0505. . 0808
.
30 15
:3030
100
-
0005
HQ
10
5
+2.0
SIZE : :
5
2816
2112
00
:
00/00
:1515
/
100
-
0006
HQ
320
240
SIZE : :
’0505
.0808
.
30 15
:3030
5
Item Indicaties
4 Groene LED { = Auto Focus Lock
5 Flitser stand-by
Opladen flitser
6 Macro-opname
Supermacro-opname
#
(brandt) (knippert)
# &
%
7 Flitserfunctie !, #, $ 8 Repeterende opnamen j
9 Zelfontspanner
Y
10 Beeldkwaliteit SHQ, HQ, SQ1, SQ2, SQ
11 Resolutie 2816 × 2112, 1600 × 1200, 640 × 480
12 Autofocusteken [ ]
13 Aantal stilstaande beelden dat kan
worden opgeslagen
5
Resterende opnametijd 00:15
14 Witbalans 5, 3, 1, >
15 Opslagmedium [IN] (intern geheugen), [xD] (card)
16 Geheugenindicator
a, b, c, d (kan geen foto's maken)
Monitor – stand Weergeven
12 3
100
11
SIZE
0005
2816
10
30 15
2112
+2.0
HQ
4
5
6
7 8
9
10
12 3 4
100
11
0006
SIZE
00
/
Stilstaand beeld Video
Monitor – vervolg stand Weergeven ...
Item Indicaties
1 Batterijcontrole e = vol, f = leeg
2 Opslagmedium [IN] (intern geheugen), [xD] (card) 3 Printreservering / aantal prints <×10
Video A
4Protect 9
5 Beeldkwaliteit SHQ, HQ, SQ1, SQ2, SQ
320
30 15 00/00
5
HQ
240
6 8 9
10
9
NL
1
4
7
2
5
8
3
6
9
Voorbereiding / Quick Start
Item Indicaties
6 Resolutie 2816 × 2112, 1600 × 1200,
7 Belichtingscorrectie –2.0 – +2.0
1
8 Witbalans WB AUTO, 5, 3, 1, >
9 Datum en tijd ’05.08.30 15:30
10 Beeldnummer 5
Weergavetijd / Totale opnametijd 00:00 / 00:15
11 Bestandsnummer M 100 – 0005
640 × 480, 320 × 240
( Thumbnail (index) weergave
Met deze functie kunnen verschillende beelden tegelijkertijd weergegeven worden op de monitor. Druk de zoomknop tijdens het bekijken van uw beelden richting W
Voordat u gaat fotograferen
(G) om naar de thumbnail (index) weergave om te schakelen.
• Gebruik de pendelknop om het beeld te selecteren.
• Druk de zoomknop richting T (U) om terug te keren naar de
enkelbeeldweegave.
Gebruik van de afdrukknop en de weergaveknop
De stand Fotograferen gebruikt u behalve om te fotograferen ook voor het maken van de fotografische instellingen, terwijl de weergavefunctie bedoeld is om de door u gefotografeerde beelden weer te geven. Gebruik # en $ om te tussen beide functies te wisselen. Druk op $ (Weergeven) om de camera in de stand Weergeven in te schakelen.
( Inschakelen van de camera in de stand Fotograferen
Druk op de cameraschakelaar.
• De camera schakelt in de stand Fotograferen in. U bent nu klaar om foto’s te gaan maken.
Cameraschakelaar POWER • De monitor wordt
ingeschakeld.
• De lens is uitgeschoven of ingeschoven.
10 NL
Knop Fotograferen (#)
Weergaveknop (
$)
Gebruik van de afdrukknop en de weergaveknop
’0505
.0808
.
30 15
:
30 5
100
-
0005
HQ
HQ
P
2816
2112
5
Als u de camera wilt uitschakelen
Druk op de cameraschakelaar POWER. De lens wordt ingetrokken en de monitor wordt
uitgeschakeld.
Als u de camera in de stand Weergeven wilt zetten
Druk op $. De lens blijft uitgeschoven en de stand Weergeven wordt geactiveerd.
Druk op # om terug te keren naar de stand Fotograferen.
( Inschakelen van de camera in de stand Weergeven
Druk bij uitgeschakelde camera op $.
• Daarmee schakelt u de camera in in de stand Weergeven. Op de monitor verschijnt het laatst gefotografeerde beeld.
Als u de camera wilt uitschakelen
Druk op de cameraschakelaar POWER. Of druk anders op $. De monitor wordt
uitgeschakeld.
Als u de camera in de stand Fotograferen wilt zetten
Druk op #. De lens schuift uit en de stand Fotograferen wordt geactiveerd. Druk op $
(Weergeven) om terug te keren naar de stand Weergeven. De lens blijft uitgeschoven.
Opmerking
• Bij het inschakelen van de stroom komt het soms voor dat de monitor knippert voordat het beeld verschijnt. Dit wijst echter niet op een defect.
( Omschakelen tussen stand Fotograferen en de stand Weergeven
Druk op # of $ om te schakelen tussen stand Fotograferen en de stand Weergeven.
Om foto's te nemen
(stand Fotograferen)
Druk op $.
Om weer te geven
(stand Weergeven)
100
0005
HQ
1
Voordat u gaat fotograferen
2112
5
HQ
2816
• Het object wordt weergegeven op de monitor.
Indicatie stand Fotograferen / stand Weergeven
In deze handleiding geven de volgende iconen de cameramodus aan die nodig is voor het gebruik van de functies.
Geeft de stand Fotograferen aan
Geeft de stand Weergeven aan
Druk op #.
30 15
30
• Op de monitor verschijnt het laatst gefotografeerde beeld.
NL
11
Gebruik van de functieknop
P
For auto shooting
with adjustable control
P
Deze camera kan stilstaande beelden en videobeelden opnemen. Voor het maken van een foto kan de functieknop gebruikt worden om te schakelen tussen de verschillende standen om te fotograferen. Indien de functieknop op een bepaalde modus is ingesteld, wordt deze modus op de monitor beschreven.
1
Voordat u gaat fotograferen
P
PROGRAM AUTO
Functieknop
( Over de functieknop
Geschikt voor algemene situaties.
P
Neemt foto's volledig automatisch.
h
Geschikt voor het nemen van portretfoto's.
i
Geschikt voor het maken van landschapsfoto's.
l
Geschikt voor het maken van foto's in de nacht.
z
Geschikt voor het maken van foto's van bewegende objecten.
j
Geschikt voor het fotograferen van een object dat zich voor een landschap bevindt.
k
Geschikt voor het fotograferen van een object in een nachtelijke omgeving.
/
Met deze functie kan uit 10 modi gekozen worden, die zijn ingesteld op de
f
omstandigheden bij het fotograferen in een bepaalde situatie.
Neemt een video op.
n
TIPS
• Raadpleeg “Een bij de heersende lichtomstandigheden passende fotofunctie kiezen“ (pag. 23) voor de details van de modi.
• De functieknop kan zowel voor als na het inschakelen van de camera ingesteld worden.
Indicatie functieknop
In deze handleiding geven de volgende iconen de stand van de functieknop aan voor het gebruik van functies in de stand Fotograferen.
12 NL
Dit geeft aan dat de functie is geactiveerd als de functieknop is ingesteld op n.
• De functieknop wordt niet aangegegeven, indien de functie in meerdere modi gebruikt kan worden.
Gebruik van de directe knoppen
De knoppen die in de stand Fotograferen en in de stand Weergeven gebruikt kunnen worden, zijn verschillend.
( Stand Fotograferen / stand Weergeven
d
i c
j
h
$ (Weergave) knop gpag. 11
c
Zoomknop ( W / T / G U ) gpag. 27, 35
d
a& (Macro) knop gpag. 28
e
d# (Flitserfunctie) knop gpag. 28
f
cF (Belichtingscorrectie) knop gpag. 30
g
bY (Zelfontspanner) knop gpag. 32
h
# Knop Fotograferen gpag. 11
i
e
f
g
1
Voordat u gaat fotograferen
S (Wis) knop gpag. 42
j
De directe knoppen gebruiken
De basisfuncties kunnen eenvoudig bediend worden door de directe knoppen te gebruiken. Gebruik de pendelknop en Z om instellingen uit te voeren. Volg de weergegeven knoppen op het scherm en voer de instelling uit. Hieronder wordt beschreven hoe de flitserfunctie met d# ingesteld kan worden.
Druk op d# in de stand
1
Fotograferen.
• Het instelmenu voor de flitserfunctie wordt weergegeven.
Druk op
2
flitserfunctie te selecteren. Druk op Z.
3
• De camera is klaar voor gebruik.
ac
om de
AUTO
SELECT
FLASH MODE
The flash fires automatically in low light.
OK
GO
Actuele instelling
Bedieningsaanwijzingen
NL 13
Gebruik van de menu’s
Het menu wordt weergegeven op de monitor als Z wordt ingedrukt in de stand Fotograferen of in de stand Weergeven. Het menu wordt gebruikt om alle camera-instellingen uit te voeren.
1
Over de menu's
De weergegeven menufuncties in de stand Fotograferen en in stand Weergeven zijn verschillend.
Hoofdmenu
Menu's zijn onderverdeeld in snelmenu's en functiemenu's.
Druk op Z.
Voordat u gaat fotograferen
Snelmenu's
Druk op acb om rechtstreeks instellingen uit te voeren voor de betreffende functies.
TIPS
• Zet de functieknop op h en druk op Z om [X] en
[SETUP] weer te geven in plaats van [SCENE SELECT] en [MODE MENU]. g“Instelmenu“ (pag. 15)
Snelmenu's
P f / k j z l i modus
(voor stilstaande beelden)
gpag. 32
gpag. 18
gpag. 25
j
MODE MENU
SCENE SELECT
j
MODE MENU
SCENE SELECT
Functiemenu's
Instellingen zijn naar functie verdeeld in tabbladen.
n modus
(voor videobeelden)
DIGITAL ZOOM
MODE MENU
WB
j
SETUP
X
gpag. 27
gpag. 31
gpag. 18
14 NL
Gebruik van de menu’s
VideoStilstaand beeld
gpag. 36
gpag. 41
gpag. 41
INFO
m
MODE MENU
0
INFO
MOVIE PLAY
MODE MENU
0
gpag. 37
gpag. 41
gpag. 41
TIPS
• [SCENE SELECT] is uitsluitend beschikbaar, indien de functieknop ingesteld wordt op f.
Functiemenu
CAMERA-tabblad
PICTURE-tabblad
MEMORY /
CARD-tabblad
SETUP-tabblad
CAMERA­tabblad
PICTURE­tabblad
MEMORY / CARD­tabblad
SETUP­tabblad
DIGITAL ZOOM PANORAMA
CAMERA PIC MEM SET
Voor het instellen van functies m.b.t. het fotograferen.
Voor het instellen van de witbalans.
Voor het formatteren van het in­terne geheugen of de geheugen­kaart. Voor het maken van een backup van het interne geheugen naar de geheugenkaart.
Voor het maken van basis­instellingen van de camera en instellingen die het gebruik van de camera vereenvoudigen.
OFF
2 IN 1
PLAY-tabblad
EDIT-tabblad
MEMORY /
CARD-tabblad
SETUP-tabblad
PLAY­tabblad
EDIT-tabblad Voor het bewerken van
MEMORY / CARD
-tabblad
SETUP­tabblad
PLAY
EDITMEM
SET
Voor het roteren van beelden en maken van printreserveringen.
opgeslagen beelden.
Voor het formatteren van het in-
erne geheugen of de geheugen-
t kaart en het wissen van alle frames. Voor het maken van een backup van het interne geheugen naar de geheugenkaart.
Voor het maken van basis­instellingen van de camera en instellingen die het gebruik van de camera vereenvoudigen.
0
y
<
1
Voordat u gaat fotograferen
Instelmenu
SETUP
MEMORY FORMAT
ALL RESET
PW ON SETUP
ON ENGLISH 1
s
NL
15
Gebruik van de menu’s
TIPS
• Het [MEMORY]-tabblad wordt weergegeven, indien het interne geheugen gebruikt wordt.
Het [CARD]-tabblad wordt weergegeven, indien een kaartje in de camera wordt gestoken.
• De in de instelmenu's en functiemenu's (bij fotograferen en weergeven) gemeen-
1
schappelijke functies zijn op dezelfde instelling van toepassing en kunnen vanuit elk van die functies worden ingesteld.
Gebruik van de menu’s
Met de pendelknop en Z selecteert u de menu­functies en stelt u die in. Volg de bedienings­aanwijzingen en pijltjes op het beeld op om instellingen te selecteren en toe te passen. Dit gedeelte legt uit hoe u de menu's gebruikt.
Voorbeeld: het instellen van [FILE NAME]
Voordat u gaat fotograferen
Zet de functieknop op een
1
andere modus dan Druk in de stand
2
Fotograferen op
• Nu wordt het hoofdmenu geopend.
Druk op d om [MODE MENU]
3
te selecteren.
Z
h
.
.
Dit verwijst naar de pendelknop (acbd).
Functieknop
acbd-knoppen Z-knop
Hoofdmenu
j
MODE MENU
SCENE SELECT
Druk op
4
selecteren en druk op
• Kijk naar de pijltjes op het beeld om een instelling met
Druk op
5
te selecteren en druk op
• Gebruik de pijltjes op het scherm om
• Niet beschikbare instellingen kunt u ook niet
Druk op
6
• Druk meermaals op Z om het menu te verlaten.
Wijze waarop menu's worden voorgesteld
In deze handleiding worden de procedures voor het gebruik van menu’s als volgt voorgesteld.
• Voorbeeld: stappen 1 t/m 5 voor het instellen van [FILE NAME]
ac
om het [SETUP]-tabblad te
d
.
de pendelknop te selecteren.
ac
om [FILE NAME]
d
een instelling te selecteren met de pendelknop.
selecteren.
ac
om [RESET] of [AUTO] te selecteren en druk op Z.
Hoofdmenu [MODE MENU] [SETUP] [FILE NAME]
.
Dit verwijst naar de pendelknop (ad).
ALL RESET
CAMMEM PIC
PW ON SETUP
REC VIEW
FILE NAME
SETUP
ON ENGLISH 1 ON RESET
16 NL
Vasthouden van de camera
2816
2112
HQ
P
5
Soms zijn de contouren van het onderwerp in de foto die u zojuist gemaakt heeft wazig. Heel vaak wordt dat veroorzaakt doordat de camera, precies op het moment dat de sluiter ontspant, wordt bewogen.
Om bewegen van de camera te voorkomen, houdt u de camera met beide handen stevig vast en drukt daarbij beide ellebogen tegen uw lichaam. Fotografeert u met de camera verticaal, dan houdt u de camera vast met de flitser hoger dan de lens. Zorg er ook voor dat u niet uw vingers en de camerariem voor de lens en de flitser houdt.
Horizontale stand Verticale stand Bovenaanzicht Onjuiste stand:
Houd dit deel van de lens niet vast.
Foto waarin het onderwerp niet scherp omlijnd is
×
Als scherpstellen op het object niet lukt
De camera spoort automatisch het onderwerp in het beeld op waarop moet worden scherpgesteld. Het contrastniveau is een van de criteria die de camera daarbij hanteert om het object op te sporen. Het is mogelijk dat de camera er niet in slaagt onderwerpen op te sporen waarvan het contrast geringer is dan dat van de omgeving of wanneer in het beeld een vlak met uitzonderlijk sterke contrastverschillen voorkomt. Als dat gebeurt, kunt u het beste het scherpstelgeheugen gebruiken.
2
Tips voordat u gaat fotograferen
Scherpstellen met het scherpstelgeheugen (focus lock)
Richt het autofocusteken op het onderwerp
1
waarop u wilt scherpstellen.
• Wilt u een onderwerp fotograferen waarop de camera zich moeilijk kan scherpstellen of een snel bewegend onderwerp, dan richt u de camera op een onderwerp op ongeveer dezelfde afstand als het bedoelde onderwerp.
Druk de ontspanknop half in zodat de groene
2
LED oplicht.
• De groene LED gaat branden wanneer de camera de gemeten belichting en scherpstelling vasthoudt.
• Knippert de groene LED, dan worden de gemeten belichting en scherpstelling niet vastgehouden. In dat geval laat u de ontspanknop los, richt het autofocusteken weer op het onderwerp en drukt de ontspanknop opnieuw half in.
HQ
2816
Autofocusteken
Ontspanknop
2112
5
NL 17
HQ
P
2816
2112
5
Als scherpstellen op het onderwerp niet lukt
Kader, met de ontspanknop nog steeds half
3
ingedrukt, uw opname opnieuw af.
Druk de ontspanknop helemaal in.
4
2
Groene LED
HQ
2816
Ontspanknop
Onderwerpen waarop de camera zich moeilijk kan scherpstellen
Onder bepaalde omstandigheden is het mogelijk dat het AF-systeem niet optimaal werkt.
De groene LED knippert. Scherpstellen op het object lukt niet.
Tips voordat u gaat fotograferen
De groene LED brandt, maar scherpstellen op het object lukt niet.
Object met weinig contrast
Objecten op verschillende afstanden
Object met een bijzonder helder vlak in het midden van het beeld
Snel bewegende objecten
Object zonder verticale lijnen
Het object bevindt zich niet in het midden van het beeld
2112
5
In bovenstaande situaties stelt u scherp op een contrastrijk object op dezelfde afstand als het gewenste object, kadert uw opname opnieuw af en maakt dan de opname. Indien het te fotograferen object geen verticale lijnen heeft, draait u de camera verticaal en stelt u met het autofocusgeheugen scherp op het object door de ontspanknop half in te drukken. Vervolgens draait u de camera – met de ontspanknop nog steeds half ingedrukt – weer horizontaal en maakt u de opname.
Beeldkwaliteit
De beeldkwaliteit waarin u beelden en videobeelden opslaat kunt u zelf instellen. Daarbij kiest u de beeldkwaliteit die het best past bij het doel waarvoor u de foto wilt gebruiken (printen, bewerken op een PC, bewerken voor een website, enzovoort). Voor details over beeldkwaliteiten en aantallen pixels raadpleegt u de tabel op pag. 19.
18 NL
Beeldkwaliteit
Beeldkwaliteiten voor stilstaanden beelden
Met de functie Beeldkwaliteit kunt u een combinatie van een aantal pixels en een compressiefactor selecteren voor het beeld dat u wilt opslaan.
Foto's zijn opgebouwd uit duizenden puntjes (pixels). Indien een beeld met relatief weinig pixels vergroot wordt, lijkt het vergrote beeld op een mozaïek. Bestaat een beeld uit een groot aantal pixels, dan is dat beeld weliswaar krachtiger en helderder, maar het bestand (de hoeveelheid beeldmateriaal) is ook groter zodat u minder beelden kunt opslaan. Een grotere compressiefactor verkleint de omvang van het bestand, maar produceert tevens een korreliger beeld.
Beeld opgebouwd uit een groot aantal pixels
Beeld opgebouwd uit een gering aantal pixels
Beeld wordt helderder
2
Tips voordat u gaat fotograferen
Applicatie
Selecteer op basis
van het printformaat
Voor kleine prints
en websites
Beeld wordt groter
Resolutie
Compressiefactor
2816 × 2112 SHQ HQ
1600 × 1200 SQ1
640 × 480 SQ2
Lage
compressiefactor
Hoge
compressiefactor
Resolutie
Het gebruikte aantal pixels (horizontaal x verticaal) waarmee een beeld wordt opgeslagen. Sla uw foto's met een hoge resolutie op om duidelijkere prints te krijgen.
Compressiefactor
Het beeldmateriaal wordt gecomprimeerd opgeslagen. Hoe groter de compressiefactor, hoe minder scherp het beeld wordt.
Videobeelden opslaan
Videobeelden worden opgeslagen in bestandstype Motion-JPEG.
Aantal stilstaande beelden dat kan worden opgeslagen / resterende opnametijd
Stilstaande beelden
Beeldkwaliteit Resolutie
SHQ 2816 × 2112 3 7
HQ 2816 × 2112 9 21 SQ1 1600 × 1200 28 64 SQ2 640 × 480 144 331
Aantal stilstaande beelden dat kan worden opgeslagen
Intern geheugen
Geheugenkaart
(bij gebruik van een 32 MB-kaart)
NL
19
Beeldkwaliteit
HQ
P
2816
2112
5
HQ
00:0:1515
Video's
Beeldkwaliteit Resolutie
HQ
SQ
320 × 240
(30 frames / s)
320 × 240
(15 frames / s)
Intern geheugen
Resterende opnametijd (s)
Geheugenkaart (bij gebruik
van een 32 MB-kaart)
21 s 48 s
42 s 96 s
2
HQ
2816
Aantal stilstaande beelden dat
kan worden opgeslagen
2112
5
TIPS
• Wordt een beeld overgebracht naar een computer, dan is de grootte van het beeld op het computerscherm afhankelijk van de instelling van de monitor. Zo wordt bijvoorbeeld een
Tips voordat u gaat fotograferen
beeld met een resolutie van 1024 × 768 schermvullend afgebeeld, mits ook de monitor is ingesteld op 1024 × 768. Stelt u daarentegen voor de monitor een hogere resolutie in dan 1024 × 768 (bijvoorbeeld 1280 × 1024), dan beslaat het beeld maar een deel van het scherm.
Opmerking
• De in de tabel vermelde aantallen stilstaande beelden die nog kunnen worden opgeslagen en de resterende opnametijden gelden bij benadering.
• Het aantal stilstaande beelden dat nog kan worden opgeslagen, is niet alleen afhankelijk van het onderwerp, maar ook van factoren of printreserveringen werden gespecificeerd of niet. In bepaalde gevallen is het mogelijk dat het aantal nog besc hikbare beelden dat wordt aangegeven niet verandert, ook niet tijdens het fotograferen of het wissen van beelden.
Instellen van een andere beeldkwaliteit
HQ
Resterende opnametijd
0 0:1 5
Hoofdmenu [K]
Selecteer [SHQ], [HQ],
1
[SQ1] or [SQ2] en druk opZ.
Selecteer voor videobeelden [HQ] of [SQ] en druk op Z.
TIPS
• Stel [ALL RESET] in op [OFF] om de beeldkwaliteit van de geselecteerde foto op te slaan voor de volgende keer dat de camera gebruikt wordt. g “Opslaan van camera­instellingen (ALL RESET)“ (pag. 43)
SELECT GO
Voor stilstaande beelden
g
K
SHQ 2816 2112
2816 SQ1 1600 SQ2 640
2112HQ 1200 480
“Gebruik van de menu’s“ (pag. 14)
K
HQ30
320 240
SQ 15
320 240
OK
Voor videobeelden
GO
fps
fps
OK
20 NL
Foto's opslaan
’0505
.0808
.
30 15
:
30 5
100
-
0005
HQ
HQ
P
2816
2112
5
De gemaakte foto's worden opgeslagen in het interne geheugen. De foto's kunnen tevens opgeslagen worden door een xD-Picture card te gebruiken (in deze handleiding “kaartje“ genoemd). Het kaartje heeft een grotere opslagcapaciteit dan het interne geheugen waarop dus meer foto's opgeslagen kunnen worden.
( Basisinformatie intern geheugen
Foto's die opgenomen en opgeslagen zijn in het geheugen, kunnen eenvoudig gewist, overgeschreven en/of op een computer bewerkt worden. Het interne geheugen kan niet vervangen of uit de camera verwijderd worden.
Relatie tussen het interne geheugen en het kaartje
De monitor geeft weer welk geheugen (het interne of het kaartje) gebruikt wordt voor het fotograferen en weergeven van beelden.
Stand Fotograferen Stand Weergeven
100
0005
Actueel geheugen
HQ
2816
2112
5
30 15
HQ
30
2
Tips voordat u gaat fotograferen
Indicaties op
de monitor
[IN]
[xD] Er wordt op het kaartje opgeslagen.
• Het interne geheugen en het kaartje kunnen niet tegelijkertijd gebruikt worden.
• Indien het kaartje ingevoerd is, is het interne geheugen niet beschikbaar. Verwijder het kaartje, indien u het interne geheugen wilt gebruiken.
• Alle in het interne geheugen opgeslagen beeldgegevens kunnen naar een kaartje gekopieerd worden. g“Beelden kopiëren naar een kaartje (BACKUP)“ (pag. 42)
Stand Fotograferen Stand Weergeven
Er wordt op het interne geheugen opgeslagen.
Toont de foto's die zijn opgeslagen in het interne geheugen.
Toont de foto's die zijn opgeslagen op het kaartje.
Gebruik van een kaartje
Basisinformatie kaartje
Foto's die opgenomen en opgeslagen zijn op een kaartje, kunnen eenvoudig gewist, overheen geschreven en/of op een computer bewerkt worden. Op een kaartje met een grotere opslagcapaciteit kunt u meer beelden opslaan.
c Indexvlak Deze ruimte kan gebruikt worden om de inhoud van
d Contactvlak Het gedeelte waar de gegevens worden overgedragen
het kaartje op te schrijven.
van de camera naar het kaartje.
c
d
NL 21
Gebruik van een kaartje
Compatibele kaarten
• xD-Picture card (16 MB tot 1 GB)
Opmerking
• Het is mogelijk dat deze camera een niet-Olympus kaartje of een kaartje dat werd geformatteerd met een ander apparaat (bijvoorbeeld met een computer, enzovoort) niet herkent. Zorg ervoor dat het kaartje voor gebruik is geformateerd op deze camera. g“Formatteren“ (pag. 43)
2
Het plaatsen van een kaartje
Controleer of de camera uitgeschakeld is.
1
• De monitor is uitgeschakeld.
• De lens is ingeschoven.
Open het klepje van het kaartje.
2
Open de vergrendeling van het kaartje.
3
( Steek het kaartje in de camera
Plaats het kaartje zoals afgebeeld en
4
Tips voordat u gaat fotograferen
steek deze in het kaartslot zoals op de
Klepje van de geheugenkaart
afbeelding.
• Steek het kaartje er recht in.
• Het kaartje klikt vast als deze geheel ingestoken
wordt.
• Het contactvlak kan beschadigd raken of klemmen,
indien het kaartje er verkeerd of scheef ingestoken wordt.
• Als het kaartje er niet geheel ingestoken wordt, is het
mogelijk dat gegevens niet op het kaartje geschreven worden.
( Kaartje uit de camera halen
Duw het kaartje helemaal naar binnen en
5
laat hem vervolgens langzaam los.
• Het kaartje steekt iets uit en stopt.
Let op
Heeft u het kaartje helemaal naar binnen gedrukt en laat u hem dan abrupt los, dan is het mogelijk dat het kaartje met kracht uit de sleuf schiet.
• Pak het kaartje en haal deze eruit.
Sluit de vergrendeling van het kaartje.
6
• Sluit de vergrendeling van het kaartje, omdat u de kaartsleuf anders niet kunt sluiten.
Sluit het klepje van het kaartje.
7
Inkeping
Positie van een goed ingestoken kaartje
22 NL
Kaartslot
Schriftveld
De batterij
Behalve de met de camera geleverde batterijen kunt u ook een van de volgende soorten batterijen gebruiken. Kies de voedingsbron die het best bij de situatie past.
( AA-formaat (R6) alkalinebatterijen
Er kunnen AA-formaat (R6) alkalinebatterijen gebruikt worden, die overal en eenvoudig verkrijgbaar zijn. Het aantal foto's dat gemaakt kan worden is echter sterk afhankelijk zijn van het fabrikaat van de batterijen, de omstandigheden waaronder gefotografeerd wordt, etc. Voor deze camera zijn twee AA-formaat (R6) alkalinebatterijen nodig.
( NiMH-batterijen (oplaadbare batterijen)
Olympus NiMH-batterijen zijn oplaadbare en zuinige batterijen. Indien de batterijen echter herhaaldelijk opgeladen worden voordat deze geheel leeg zijn, wordt iedere keer dat de batterijen opgeladen worden hun levensduur verkort. Op het moment van aanschaf zijn deze batterijen niet volledig opgeladen. Voordat u de batterijen kunt gebruiken moet u ze opladen met het door Olympus voorgeschreven type laadapparaat. Voor meer details raadpleegt u de bij het laadapparaat bijgesloten handleiding. In deze camera heeft u twee NiMH-batterijen nodig.
( Lithium batterijblok (CR-V3)
Het Olympus batterijblok CR-V3 heeft een lange gebruiksduur, zodat u de camera langer achtereen kunt gebruiken dan met alkalinebatterijen. U kunt dit batterijblok echter niet opnieuw opladen. Verwijder vooral niet het etiket van het batterijblok. In deze camera heeft u één lithium batterijblok nodig.
Belangrijk Deze camera is niet geschikt voor mangaan (zink-koolstof) batterijen.
Opmerking
• De door de camera verbruikte hoeveelheid energie is sterk afhankelijk van de gebruikte functies.
• In onderstaande gevallen wordt voortdurend energie verbruikt, waardoor de batterijen snel leeg raken.
• Als tijdens weergeven van beelden de monitor langdurig achtereen ingeschakeld is.
• Door in de stand Fotograferen herhaaldelijk automatisch scherp te stellen door de
ontspanknop half in te drukken.
• Als de camera aangesloten is op een computer of op een printer.
• De gebruiksduur van de batterijen is sterk afhankelijk van het soort batterijen, het fabrikaat van de batterijen, de lichtomstandigheden, enzovoort.
• Plaatst u lege batterijen of alkalinebatterijen in de camera, dan is het mogelijk dat de camera uitschakelt zonder eerst voor de ladingstoestand van de batterijen te waarschuwen.
3
Basisfuncties fotograferen
Een bij de heersende lichtomstandigheden passende fotofunctie kiezen
Voor het maken van een foto kan de functieknop gebruikt worden om om te schakelen tussen de verschillende standen om te fotograferen. Door bij het instellen van de functieknop rekening te houden met de verlichtingsomstandigheden of het doel waarvoor de foto's gemaakt worden, bent u van de optimale instellingen verzekerd.
( Stand Fotograferen
P Programmagestuurd Auto
Geschikt voor algemene situaties. De camera kiest automatisch de instellingen waarmee de scène in zijn natuurlijke kleuren wordt vastgelegd. U kunt andere functies naar keuze instellen zoals belichtingscorrectie.
NL 23
Een bij de heersende lichtomstandigheden passende fotofunctie kiezen
h Auto
Neemt foto's volledig automatisch.
i Portrait (Portret)
Geschikt voor het maken van een portretfoto van een persoon. Dit is de optimale functie voor het reproduceren van huidtinten.
l Landscape (Landschap)
Deze functie is bedoeld voor het fotograferen van landschappen en andere scènes buitenshuis. Daarbij wordt zowel de voorgrond als de achtergrond scherp afgebeeld. Omdat blauw- en groentinten levendig worden gereproduceerd, is deze functie bij uitstek geschikt voor het fotograferen van natuurscènes.
3
z Night Scène* (Nachtscène)
Met deze functie fotografeert u ‘s avonds en ‘s nachts. Daarbij stelt de camera een langere sluitertijd in dan normaal. Fotografeert u bijvoorbeeld ‘s avonds of ‘s nachts een straat met de camera ingesteld op P, dan is door gebrek aan licht van die straat doorgaans niet meer te zien dan wat lichtpuntjes. Met de functie Night Scene legt u het beeld van de straat vast zoals dat er werkelijk uitziet. Omdat een lange sluitertijd wordt ingesteld moet u met een statief voor een stevige opstelling van de camera zorgen.
j Sports (Sport)
Geschikt voor het fotograferen van snelbewegende objecten en acties (zoals sporten) zonder vage, onscherpe beelden. Zelfs snelbewegende objecten lijken stil te staan.
k Landscape+Portrait (Landschap+Portret)
Basisfuncties voor het fotograferen
Met deze functie legt u zowel het landschap als het object daarin vast. Daarbij worden zowel voor- als achtergrond scherp afgebeeld. U kunt er uw onderwerp tegen een fraaie lucht of landschap mee fotograferen.
/ Night+Portrait* (Nachtscène+Portret)
Geschikt voor het fotograferen van een object ‘s avonds en ‘s nachts. Omdat een lange sluitertijd wordt ingesteld moet u met een statief voor een stevige opstelling van de camera zorgen.
f (Motiefprogramma’s)
Met deze functie kan uit 10 modi gekozen worden, die zijn ingesteld op de omstandigheden bij het fotograferen in een bepaalde situatie. g“Motiefprogramma’s selecteren met object (SCENE SELECT)“ (pag. 25)
n Video
Neemt een video op. De camera behoudt automatisch de focus en belichting, zelfs wanneer de afstand tot het object wordt gewijzigd. Het opnemen van geluid is niet mogelijk. g“Videobeelden opnemen“ (pag. 31)
* Ruisonderdrukking wordt automatisch ingeschakeld als het object donker is.
De verwerkingstijd tussen de opnamen wordt verdubbeld. In deze tijd kunnen geen foto's gemaakt worden.
24 NL
Loading...
+ 56 hidden pages