Olivetti COPIA 9915F User Manual [nl]

GEBRUIKSAANWIJZING FAXTOESTEL
Cod. 533286P-01
Copia 9915F
GEBRUIKSAANWIJZING
FAXTOESTEL
c
c
EERSTE INSTELLINGEN
c
HET SELECTEREN VAN
GESCHIKTE MEDIA
c
HET GEBRUIK VAN DE FAX
FUNCTIE
c
OPSPOREN VAN STORINGEN
c
TECHNISCHE GEGEVENS
c
VERKLARENDE WOORDENLIJST
c
SNELLE REFERENTIEGIDS
c
INDEX
NL COVER PAGE.p65 10/04/00, 14.581
PUBLICATIE UITGEGEVEN DOOR:
Olivetti Lexikon, S.p.A. Divisione Home/Office Via Jervis, 77 - 10015 Ivrea (Italy)
Copyright © 2000, Olivetti Alle rechten voorbehouden
Het -merk dat op dit product is aangebracht getuigt ervan dat het product aan de kwaliteitseisen voldoet, in overeenstemming met de richtlijn 1999/05/EG.
Verklaring van netwerkcompatibiliteit
Hierbij wordt verklaard dat het product geschikt is voor invoeging in alle netwerken van de EU-landen, Zwitserland en Noorwegen. De volledige netwerkcompatibiliteit in elk land kan afhankelijk zijn van de betreffende natio­nale Soft-wareschakelaars die overeenkomstig ingesteld moeten worden. Neem in geval van problemen met betrekking tot de aansluiting op andere dan EC PSTN netwerken con­tact op met het technische servi-cecentrum in uw land.
NL COPYRIGHT.p65 07/09/00, 11.391
Dit product bevat een lithiumionen batterij die v olgens de voorschriften moet worden weggeworpen. Neem contact op met het plaatselijke milieukantoor voor instructies m.b .t. de afvalverwijdering.
Belangrijke veiligheidsinformatie
• Wanneer uw telefoonapparatuur niet behoorlijk functioneer t, dient u het betreffende toestel onmiddellijk van de telef oonleiding los te koppelen omdat het toestel het telefoonnetwerk kan beschadigen.
• De AC uitgang moet in de nabijheid van de apparatuur geïnstalleerd zijn en moet eenvoudig toegankelijk zijn.
• Installeer nooit telefoonkabels tijdens een onweersbui.
• Installeer geen telefooncontactdozen op natte plaatsen behalve wanneer de contactbus hiervoor speciaal geschikt is.
• Raak niet geïsoleerde telefoonkabels of aansluitingen nooit aan terwijl deze zijn verbonden met het netwerkinterface.
• Wees v oorzichtig bij het installeren of wijzigen v an telef oonkabels .
• Gebruik geen telefoon (behalve een snoerloos type) tijdens een onweersbui. Er bestaat een klein risico voor elektrische schokken door de bliksem.
• Gebruik geen telefoon om een gaslekkage te melden in de nabijheid van het gaslek.
• Installeer of gebruik het apparaat niet in de nabijheid van water of wanneer u nat bent. Pas op dat u geen vloeistoffen op het apparaat morst.
VERKLARING
Dit apparaat is goedgekeurd volgens Beschikking van de Raad 98/482/EG voor Pan-Europese aansluiting van enkelvoudige eindapparatuur op het openbare geschakelde telefoonnetwerk (PSTN). Gezien de verschillen tussen de individuele PSTN’s in de v erschillende andere, biedt deze goedk euring op zichzelf geen on voorwaardelijke garantie voor een succesvolle werking op elk PSTN­netwerkaansluitpunt.
Het kan zijn dat dit apparaat niet goed functioneert indien het is aangesloten op het Spaanse openbare telefoonnetwerk.
Neem bij problemen in eerste instantie contact op met de leverancier van het apparaat.
NL 00 1 WANG(Europe).p65 08/10/99, 10:422
INHOUDSOPGA VE
1. INSTALLATIE
Introductie......................................................................................................1-1
Het kiezen van een geschikte locatie.............................................................1-1
Namen van de onderdelen.............................................................................1-2
Aansluitingen .................................................................................................1-3
Het aansluiten van de telefoonsnoer..............................................................1 -3
Afsluitende voorbereidingen ..........................................................................1-4
Aansluiten van andere apparaten ..................................................................1-4
2. EERSTE INSTELLINGEN
Overzicht van het bedieningspaneel..............................................................2-1
Over het Liquid Crystal Display......................................................................2-2
Het gebruik van de pijltoetsen........................................................................2-2
Afstellen van het signaalvolume.....................................................................2-2
Afstellen van het belvolume...........................................................................2-3
Instellen van de lengte van de alarmsignalen ................................................2-3
Uitzetten van de toetssignalen ....................................................................... 2- 4
Instelling van de taal ...................................................................................... 2- 4
Faxinstallatie..................................................................................................2-5
Het invoeren v an karaktertekens....................................................................2- 5
Het invoeren van uw naam en faxnummer......................................................2-6
Instellen van datum en tijd .............................................................................2- 7
Instelling van de automatische zomertijd .......................................................2-8
Selecteren van de ontvangstmode ................................................................. 2-9
Instellen van het aantal belsignalen voor automatische ontvangst ............... 2-10
Instellen van het aantal belsignalen voor handmatige ontvangst .................. 2-10
Selecteren van het papierformaat................................................................. 2-11
Instellen van het formaat van de papierlade .................................................2-12
Instellen van het aantal herhalingen ............................................................. 2-13
Instellen van het herhalingsinterval .............................................................. 2-14
Instellen van de indexfunctie........................................................................ 2-15
Instellen van de prioriteit voor fijne resolutie................................................. 2-16
Gebruik van de afstand ontvangstfunctie ..................................................... 2-16
PBX-instelling ..............................................................................................2-18
Opslaan van nummers voor automatisch kiezen .......................................... 2-19
V erlengd kiezen voor lange nummers........................................................... 2-21
Opslaan van nummers onder groepstoetsen ................................................ 2-22
Gebruik van de eenheid in combinatie met een antwoordapparaat................ 2-24
Stille detectietijd .......................................................................................... 2-24
Back-up antwoordapparaat ........................................................................... 2-25
3. HET SELECTEREN VAN GESCHIKTE MEDIA
Geschikte originelen voor het faxen ...............................................................3-1
Formaat en gewicht........................................................................................3-1
Ongeschikte originelen...................................................................................3-2
NL 00 2 TABLEb(Europe).p65 12/10/99, 13:391
i
Inhoudsopgave
4. HET GEBRUIK VAN DE FAX FUNCTIE
Het zenden van documenten.......................................................................... 4- 1
Optionele transmissie instellingen ..................................................................4- 3
Resolutie........................................................................................................ 4- 3
Contrast ......................................................................................................... 4- 3
V oorblad......................................................................................................... 4-4
Auto voorblad................................................................................................. 4- 5
Kiezen en zenden ..........................................................................................4-6
Direct kiezen via het toetsenbord ................................................................. 4-6
Kiezen d.m.v. een snelkiestoets.....................................................................4-7
Kiezen d.m.v. een verkortkiestoets................................................................ 4-7
V erlengd kiezen .............................................................................................4- 8
Het gebruik van de SEARCH toets.................................................................4-9
Herkiezen....................................................................................................... 4- 9
Het ontvangen van faxberichten................................................................... 4-10
Het gebruik van de AU TO mode ................................................................... 4-10
Het gebruik van de MANUAL mode.............................................................. 4-10
Het gebruik van de A.M. mode ..................................................................... 4-10
Optionele ontvangstinstellingen.................................................................... 4-11
Ontvangst reductie....................................................................................... 4-11
Printen van voetteksten ...............................................................................4-12
Het ontvangen van faxberichten................................................................... 4-12
Speciale functies ......................................................................................... 4-13
Geheugen .................................................................................................... 4-13
Geheugen back-up ....................................................................................... 4-13
Geheugenontvangst ..................................................................................... 4-13
Data overdracht ........................................................................................... 4-14
V erzending reservering................................................................................. 4-15
Multi-verzenden ........................................................................................... 4-17
Polling.......................................................................................................... 4-19
Instellen van de polling toets........................................................................ 4-19
Het pollen van anderen................................................................................. 4-19
Gepold worden (Geheugen Polling)............................................................... 4-20
Timerbewerkingen ........................................................................................ 4-22
Anti Junk Fax............................................................................................... 4-24
Het printen van rapporten............................................................................. 4-26
Automatisch journaal met bewerkingen ........................................................4-28
Het printen van transactierapporten ............................................................. 4-28
5. OPSPOREN VAN STORINGEN
Opsporen van storingen .................................................................................5-1
Meldingen en signalen....................................................................................5- 2
Displaymeldingen...........................................................................................5-2
Akoestische signalen .....................................................................................5- 3
6. TECHNISCHE GEGEVENS
T echnische gege vens.....................................................................................6-1
VERKLARENDE WOORDENLIJST SNELLE REFERENTIEGIDS INDEX
ii
NL 00 2 TABLEb(Europe).p65 12/10/99, 13:392
1. INSTALLATIE
Introductie
In deze gebruiksaanwijzing wordt de toepassing van de faxfunctie van de Copia 9915F serie beschreven. De namen en functies van onderdelen die samen met de kopieerfunctie worden gebruikt (bijvoorbeeld de papierstoring indicatie en de papierlade indicatie), worden beschreven in de gebruiksaanwijzing van het kopieerapparaat. Zie voor nadere informatie de gebruiksaanwijzing van het kopieerapparaat.
Het kiezen van een geschikte locatie
Alle elektrische apparatuur is potentieel gevaarlijk wanneer deze niet reglementair geïnstalleerd en bediend wordt. Controleer of de volgende voorwaarden werden vervuld voor het installeren of verplaatsen van de eenheid.
• De eenheid moet op een vlakke ondergrond worden geplaatst.
• Gebruik de nominale spanning van een correct geaard stopcontact.
• Installeer de eenheid niet op plaatsen die:
- stoffig of rokerig
- vochtig of nat
- slecht geventileerd
- voor de ramen of extreem licht
- in direct zonlicht
- onderhevig aan andere extreme omstandigheden zijn.
• Laat genoeg ruimte open om de voor-, achter- en zijkanten van de eenheid gemakkelijk te kunnen bereiken.
• Laat voldoende ruimte open rond de ventilatieopeningen zodat de warmte van de ventilator behoorlijk kan worden afgevoerd. Wanneer deze uitlaten geblokkeerd worden kan de eenheid oververhit raken waardoor ernstige schade aan interne onderdelen kan worden veroorzaakt.
• Het gebruik van verlengsnoeren wordt niet aanbevolen.
NL 01 INSTALLATION a(Europe).P65 11/10/99, 09:371
INSTALLATIE
Ventilator
1-1
Namen van de onderdelen
Fax control panel
Fax bedieningspaneel
1-2
NL 01 INSTALLATION a(Europe).P65 11/10/99, 09:372
INSTALLATIE
Aansluitingen
Het aansluiten van het telefoonsnoer
Steek het ene einde van het telefoonsnoer in de contactdoos op de eenheid met de markering “TEL LINE. ”
V oor Duitsland: installeer het snoer v an de faxmodule met de code (F) connector in de wandcontactdoos (T AE 6 code F) met de bedr ading naar beneden.
De faxmodule kan gebruikt worden als enkel toestel marr ook in combinatie (serie connectie) met andere goedgekeurde toestellen.
Steek het andere uiteinde in de contactdoos in de muur (indien noodzakelijk met behulp van de meegelev erde adapter). Om een neventoestel of antwoordapparaat aan te sluiten dient u het nevensnoer in de meegeleverde adapter voor de contactdoos in de muur te steken.(Zie “Aansluiten v an andere apparaten” in dit hoofdstuk v oor details .)
Opmerking:
Wanneer u in een gebied woont, waar frequent onweer of plotselinge vermogenssprongen voorkomt, adviseren wij u overspanningbeveiligingen voor de stroom- en telefoonleidingen te installeren. Overspanningbeveiligingen zijn verkrijgbaar bij uw dealer en in de meeste telefoon speciaalzaken.
NL 01 INSTALLATION a(Europe).P65 11/10/99, 09:373
INSTALLATIE
TEL
LINE
1-3
Afsluitende voorbereidingen
Aansluiten van andere apparaten
Desgewenst kan er een antwoordapparaat of een externe telefoon aan het faxapparaat worden aangesloten door het telef oonsnoer hiervan in de externe doos van de wandcontactdoos (code “N” wandcontactdoos voor Duitsland) of in de meegeleverde adapter te steken.
• Door het aansluiten van een antwoordapparaat kunt u zowel gesprekken als faxberichten ontvangen wanneer u niet thuis bent. Om deze functie te kunnen gebruiken dient u de meldtekst van uw antwoordapparaat te wijzigen en de ontvangstmode van het faxapparaat op “A.M.”(Antwoordapparaat mode) in te stellen wanneer u weg gaat.
De meldtekst van uw antwoordapparaat moet zodanig worden v eranderd dat aan personen die u een faxbericht willen zenden, wordt meegedeeld dat zij hiertoe op hun FAX START toets moeten drukken.
Opmerkingen:
1. Er wordt aanbevolen de lengte van de meldtekst onder 10 seconden te
houden. Wanneer deze te lang is kunt u eventueel geen faxberichten ontvangen die worden verz onden door middel v an automatisch kiezen.
2. Opbellende personen kunnen een mededeling achterlaten op het
antwoordapparaat en een faxbericht zenden gedurende een verbinding. V erander de meldtekst zodanig dat hierin wordt uitgelegd dat dit kan worden uitgevoerd door op de FAX START toets te drukken na het achterlaten van een mededeling.
• U kunt een neventoestel op de eenheid aansluiten om gespreksv erbindingen te maken en te ontvangen zoals op ieder ander neventoestel op uw telefoonaansluiting. Zelfs wanneer u de hoorn van het nev entoestel opneemt en u een faxsignaal hoort neemt het faxapparaat het gesprek automatisch over.
Opmerking: De activeringsmode is in de fabriek op “AAN” ingesteld.
1-4
NL 01 INSTALLATION a(Europe).P65 11/10/99, 09:374
INSTALLATIE
2. EERSTE INSTELLINGEN
Overzicht van het bedieningspaneel
Linker pijltoets ( ) en rechter pijltoets ( )
Druk op deze toetsen om door een menu te scrollen. Tijdens de invoerfunctie worden deze toetsen soms ook gebruikt om de cursor te bewegen.
LIQUID CRYSTAL DISPLAY
Dit display toont de verschillende meldingen tijdens de bewerkingen e n h e t programmeren van uw fax.
FUNCTIE toets
Druk op deze toets om naar de functiemode te gaan.
BOEK ZENDEN toets
Druk op deze toets om een document vanaf de glasplaat te zenden.
RESOLUTIE toets
Druk op deze toets om de resolutie af te stellen voor het zenden van faxberichten.
ENTER
FUNCTION
BOOK SEND
RESOLUTION CONTRAST BROADCAST
CONTRAST toets
Druk op deze toets om het contrast af te stellen voor het zenden van faxberichten.
Snelkiestoetsen
Druk op één van deze toetsen om een fax- of telefoonnummer automatisch te kiezen. Druk op snelkiestoets 20 om de polling functie te starten. (Let op dat u de etiketten van de snelkiestoetsen bevestigt.)
Numerieke toetsen
Druk op deze toetsen om nummers
01 02 03 04 05
06 07 08 09 10
11 12 13 14 15
16 17 18 19 20/POLL
ABC
JKL
GHI
TUV
PQRS
te kiezen en cijfers en nummers in te voeren tijdens het opslaan van nummers en namen.
/#
*
Druk op deze toetsen om symbolen in te voeren tijdens het opslaan van namen. Druk op deze toetsen om door een menu te scrollen. Tijdens de invoerfunctie worden deze toetsen soms ook gebruikt om de cursor te bewegen.
STOP toets
Druk op deze toets om een bewerking te stoppen voordat deze voltooid werd of om het laatste ingevoerde nummer te wissen. Deze toets wordt ook gebruikt om de verbinding te verbreken na handmatig kiezen.
FAX START toets
Druk op deze toets om te beginnen met het zenden van een faxbericht of met de handmatige ontvangst van een faxbericht.
LCD contrast keuzeschakelaar
Draai aan deze instelknop om het contrast van de LCD af te stellen.
ENTER toets
Druk op deze toets om een item in een menu te bepalen of om getypte cijfers en letters in te voeren.
AUTO lampje
Dit lampje geeft aan dat het apparaat automatisch zal antwoorden.
MANUELE lampje
Dit lampje geeft aan dat het apparaat handmatig moet worden beantwoord.
A.M. lampje
Dit lampje geeft aan dat het antwoordapparaat de verbinding
AUTO MANUAL A.M.
RECEPTION
MODE
zal beantwoorden wanneer deze correct is aangesloten.
ONTVANGST MODE toets
Druk op deze toets om de ontvangstmode te selecteren.
MULTIVERZENDEN toets
Druk op deze toets om documenten aan een groep ontvangende faxapparaten te zenden.
DOCUMENT toets
DEF
MNO
WXYZ
DOCUMENT
SPEED/ SEARCH
REDIAL/ PAUSE
SPEAKER
Druk op deze toets om een directe faxtransmissie te zenden.
VERKORTK./ZOEKEN toets
Druk op deze toets om een verkortkiesnummer met twee cijfers te kiezen. Tijdens het invoeren van de karaktertekens gebruikt u deze toets om een verkeerde ingave te
FAX STARTSTOP
wissen. Druk twee maal op deze toets om een automatisch kiesnummer te zoeken.
HERHALING/PAUZE toets
Druk op deze toets om het laatst gekozen nummer automatisch opnieuw te kiezen. U kunt ook op deze toets drukken om een pauze in te voeren tijdens het invoeren van nummers.
SPEAKER toets
Druk op deze toets om met handmatig kiezen te beginnen. (Om de verbinding af te sluiten drukt u opnieuw op de SPEAKER toets.)
NL 02 INITALb(Europe).p65 12/10/99, 13:561
EERSTE INSTELLINGEN
2-1
Over het Liquid Crystal Display
De eenheid is uitgerust met een liquid crystal display (LCD) met twee regels op het bedieningspaneel voor het weergeven van verschillende meldingen en instellingen tijdens de bediening. Dez e LCD kan per regel 20 karaktertekens weergeven. Wanneer de eenheid niet zendt of ontvangt toont het LCD de datum, de tijd en het beschikbare stand-by geheugen.
Voorbeeld:
Rechts boven op het bedieningspaneel zit een instelknop om het contrast van het LCD dispay te regelen. Door de instelknop naar rechts te draaien wordt de LCD donkerder. Door naar links te draaien wordt de LCD lichter.
Het gebruik van de pijltoetsen
De linker en rechter pijl ( ) toetsen op het bedieningspaneel van de eenheid zijn heel handig om door de verschillende functielijsten en instellingen te scrollen. Zodra u de FUNCTION toets heeft ingedrukt, kunt u naar wens door de acht functies scrollen. (Zie de functietabel aan het einde van de snelle referentiegids voor een snel overzicht van alle functies en instellingen v an de eenheid.) Door op de ENTER toets te drukken wordt de weergege ven functie geselecteerd. Voor vele functielijsten kunt u opnieuw de pijltoetsen gebruiken om door de instellingen te scrollen.
Afstellen van het signaalvolume
Stel het volume van de toetssignalen en de alarmsignalen (uitgezonden aan het eind van de zending en de ontvangst) in m.b.v. de onderstaande procedure.
Fabrieksinstelling: 3 (MEDIUM)
Stap Druk op deze toetsen Commentaar
1 “OPTIONELE INSTEL. ”
FUNCTION
2 “SIGNAAL VOLUME”
3 Druk op de of toets om
4 “INGEVOERD“ verschijnt op
5 Druk tweemaal op de STOP
2-2
NL 02 INITALb(Europe).p65 12/10/99, 13:572
ENTER
STOP STOP
GHI
MNO
of
EERSTE INSTELLINGEN
verschijnt op het display.
verschijnt op het display.
het volume naar wens harder of zachter te zetten.
het display.
toets om de procedure te beëindigen
Afstellen van het belvolume
Stel het belvolume van de eenheid in m.b .v. de onderstaande procedure . Fabrieksinstelling: 3 (GEMIDDELD)
Stap Druk op deze toetsen Commentaar
of
GHI
schijnt op het display.
TUV
op het display.
om het volume naar wens harder of zachter te zet­ten.
1 OPTIONELE INSTEL.” ver-
FUNCTION
2 “BEL VOLUME” verschijnt
3 Druk op de of toets
4 “INGEVOERD“ verschijnt
ENTER
op het display.
5 Druk tweemaal op de
STOP
STOP
STOP toets om de procedure te beëindigen.
Instellen van de lengte van de alarmsignalen
U kunt de lengte van de alarmsignalen in seconden afstellen met de onderstaande procedure. Fabrieksinstelling: 1 (3 SEC)
Stap Druk op deze toetsen Commentaar
of
GHI
verschijnt op het display.
JKL
verschijnt op het display.
om alarmsignalen op de gewenste lengte in te stellen of uit te schakelen.
op het display.
STOP
STOP toets om de procedure te beëindigen.
1 OPTIONELE INSTEL.
FUNCTION
2 “SIGNAAL LENGTE”
3 Druk op de of toets
4 “INGEVOERD“ verschijnt
5 Druk tweemaal op de
ENTER
STOP
NL 02 INITALb(Europe).p65 12/10/99, 13:583
EERSTE INSTELLINGEN
2-3
Uitzetten van de toetssignalen
Wanneer u wilt kunt u de toetssignalen uitzetten. Hiervoor dient u de onderstaande procedure op te volgen:
Fabrieksinstelling: 1 (AAN)
Stap Druk op deze toetsen Commentaar
1 OPTIONELE INSTEL.
FUNCTION
2 “TOETSSIGNAAL”
GHI
verschijnt op het display.
PQRS
verschijnt op het display.
3 Druk op 1 om de
of
ABC
toetssignalen in te schakelen, of op 2 om deze uit te schakelen.
4 Druk tweemaal op de
STOP
STOP
STOP toets om de procedure te beëindigen.
Instelling van de taal
U kunt de taal voor het display en de berichten selecteren. Hiervoor volgt u de onderstaande procedure op:
Stap Druk op deze toetsen Commentaar
1 OPTIONELE INSTEL.” ver-
2 “TAAL” v erschijnt op het
FUNCTION
ABC
3 Druk op de of
of
GHI
schijnt op het display.
display.
toetsen om door de talen te scrollen.
4 Druck op ENTER om de
5 Druk tweemaal op de
ENTER
STOP STOP
2-4
NL 02 INITALb(Europe).p65 12/10/99, 13:594
taal te selecteren.
STOP toets om de procedure te beëindigen
EERSTE INSTELLINGEN
Fax installatie
Het invoeren van karaktertekens
U kunt letters invoeren met de numerieke toetsen. De letters zijn bov en iedere numerieke toets “2” tot “9” aangege ven. Om een letter in te v oeren, dient u de desbetreffende toets herhaaldelijk in te drukken tot de gew enste letter verschijnt (eerst verschijnt het cijfer van de toets, vervolgens de letters in de volgorde die boven de toets vermeld staat). De toetsen die voor het in voeren van letters worden gebruikt worden hierna weergegeven.
GHI
PQRS
ABC
JKL
TUV
DEF
MNO
WXYZ
• Om twee karaktertekens na elkaar in te voeren die het gebruik van dezelfde toets vereisen, drukt u eenmaal op de rechter pijl ( ) toets nadat u het eerste karaktertekens heeft ingevoerd en voer t u vervolgens het tweede karakterteken in.
• Om een karakterteken te wijzigen beweegt u de cursor naar het karakterteken dat u wilt wisselen en voert u het nieuwe karakterteken in. Het oude karakterteken wordt door het nieuwe vervangen.
• Er kunnen ook symbolen worden ingevoerd door op de “#” en “ ” toetsen te drukken:
ЕДЖШЦ
• Het bedienen van de “1” toets op het 10-toetsenbord le vert een spatie op.
NL 02 INITALb(Europe).p65 12/10/99, 13:595
EERSTE INSTELLINGEN
2-5
Fax installatie
Het invoeren van uw naam en faxnummer
Opmerking:
U kunt alle items in het menudisplay bekijken door op de FUNCTION toets te drukken,vervolgens de linker en rechter pijl ( ) toetsen gebruiken om door de functielijst te scrollen. Door op de ENTER toets te drukken wordt de weergegeven functie geselecteerd. Procedures voor het invoeren van ver schillende items (naam, telefoonnummer , datum, enz.) worden hierna beschreven.
Om uw naam en faxnummer bovenaan elke verzonden pagina te printen, dient u deze te programmeren door de toetsen van het bedieningspaneel op de volgende wijze in te drukken.
•Wanneer u een verkeerd karakterteken heeft ingevoerd, drukt u op de SPEED/ SEARCH toets om de cursor terug naar de fout te bewegen, vervolgens voert u het juiste letter karakterteken in. Om de cursor naar voren te bewegen, drukt u op de rechter pijl ( ) toets.
Ga op de volgende wijze te werk voor het invoeren van uw naam en faxnummer:
Stap Druk op deze toetsen Commentaar
PQRS
GHI GHI
ABC
DEF
display.
op het display.
ABC
DEF
PQRS
(maximaal 20 cijfers) door de numerieke toetsen te bedienen. Om een spatie tussen de cijfers in te voegen, drukt u op de “
” toets. Om een “+” in te voegen, bedient u de “#” toets.
het display.
PQRS
PQRS
desbetreffende numerieke toetsen te bedienen, zie links. Druk herhaaldelijk op elke toets tot de gewenste letter op
PQRS
het display verschijnt (maximaal 24 karaktertekens). Om een spatie in te voeren drukt u twee maal op de 1 toets. Voor het omschakelen tussen kleine en hoofdletters drukt u een maal op de REDIAL/PAUSE toets.
de procedure te beëindigen.
TUV
ABC
FUNCTION
DEF
PQRS
1 “INVOER MODE” verschijnt op het 2 “INVOER EIGEN FAXNR. #” verschijnt 3 Voer uw eigen faxnummer in
GHI
(voorbeeld: 18002374277)
4 “INVOER EIGEN NAAM” verschijnt op 5 Voer uw naam in door de
ENTER
PQRS PQRS PQRS
GHI
ABC
PQRS PQRS PQRS
PQRS PQRS
(voorbeeld: Olivetti)
6 “INGEVOERD” verschijnt op het display. 7 Druk tweemaal op de STOP toets om
ENTER
STOP STOP
2-6
NL 02 INITALb(Europe).p65 12/10/99, 14:006
EERSTE INSTELLINGEN
Fax installatie
Instellen van datum en tijd
De datum en de tijd die in het display verschijnen worden bo venaan elke v erzonden pagina geprint. Stel de datum en de tijd in door de hierna getoonde toetsen op het bedieningspaneel in te drukken. Om een f out te v erbeteren, drukt u op de ST OP toets om de cursor terug naar de fout te bewegen en v oert u vervolgens het juiste cijfer in.
Opmerking: De eenheid ondersteunt millenniumdata (de data vanaf het jaar 2000).
Om een dergelijke datum te programmeren voert u de laatste twee cijfers in; bijvoorbeeld wordt het jaar 2000 geprogrammeerd door “00” in te voeren.
Gebruik de volgende procedure om de datum en de tijd in te stellen:
Stap Druk op deze toetsen Commentaar
1 “INVOER MODE” v erschijnt op het
FUNCTION
DEF
display.
2 “INVOER JAAR” verschijnt op het
ABC
display.
3 V oer de laatste tw ee cijf ers van het
WXYZ
WXYZ
jaar in. “INVOER MAAND“ verschijnt
(voorbeeld: 1999)
4 V oer de maand in (2 cijfers: “01” voor
PQRS
op het display.
januari, “02” v oor f ebruari, “12” voor december enz.). “INV OER D ATUM”
(voorbeeld: juli)
5 V oer de dag van de maand in (“01” tot
JKL
verschijnt op het display.
“31”). “DR UK ENTER TOETS” verschijnt op het display.
6 “INVOER TIJD” verschijnt op het
ENTER
(voorbeeld: de vijfde)
DEF
display.
7 V oer het uur in (2 cijfers: “00” tot “23”). 8 V oer de min uten in (2 cijf ers: “00” tot
9 De klok start wanneer u op deze toets
10 Druk tweemaal op de STOP toets om
NL 02 INITALb(Europe).p65 12/10/99, 14:017
ABC
ENTER
STOP STOP
“59”).
drukt. “INGEVOERD” verschijnt op het display.
de procedure te beëindigen.
EERSTE INSTELLINGEN
2-7
Fax installatie
Instelling van de automatische zomertijd
De eenheid kan zodanig worden ingesteld dat tijdsveranderingen gedurende het jaar worden aangepast. De interne klok en alle bijbehorende tijdsaanduidingen (faxkop, geprogrammeerde tijden enz.) worden dan automatisch aangepast. W anneer de automatische zomertijd aan is, worden de aanpassingen op de volgende manier uitgev oerd:
Op de laaste zondag in maart: 01:00 02:00 Op de laaste zondag in oktober: 01:00 00:00
Ga als volgt te werk om de automatische zomertijd te programmeren:
Stap Druk op deze toetsen Commentaar
1 INVOER MODE” v erschijnt
2 “ZOMERTIJD A UTO”
FUNCTION
JKL
DEF
op het display.
verschijnt op het display.
3 Druk op 1 om de
or
ABC
automatische zomertijd in te schakelen of 2 om dez e uit functie uit te schakelen.
4 Druk tweemaal op de
STOP STOP
STOP-toets om de procedure te beëindigen.
2-8
NL 02 INITALb(Europe).p65 12/10/99, 14:018
EERSTE INSTELLINGEN
Fax installatie
Selecteren van de ontvangstmode
Uw eenheid heeft drie functies voor het ontvangen van binnenkomende gesprekken en faxberichten:
• AUTO mode:
Selecteer deze mode wanneer u alleen faxberichten op uw telef oonleiding wilt ontvangen. De eenheid beantwoordt automatisch alle gesprekken en ontvangt binnenkomende f axberichten.
• MANUAL mode:
Dit is de meest comfortabele mode voor het ontvangen van telefoongesprekken wanneer u een neventoestel heeft. Om de zuivere handmatige mode in te stellen moet de eenheid zodanig ingesteld zijn dat deze in de MANUAL mode niet antwoordt (Zie “Instellen van het aantal belsignalen voor de handmatige ontvangst” op de volgende pagina). U kunt ook faxberichten ontvangen, alle verbindingen moeten echter eerst w orden beantwoord door de hoorn van het neventoestel of de telefoon op de zelfde telefoonaansluiting op te nemen.
• A.M. mode:
Selecteer deze mode wanneer er een antwoordapparaat op de eenheid is aangesloten en wanneer u wilt dat het antwoordapparaat alle binnenkomende gesprekken beantwoordt. Hierdoor kunt u zowel gespreksmededelingen als faxberichten ontvangen wanneer u niet thuis bent.
Om de ontvangstmode in te stellen, drukt u op de RECEPTION MODE toets tot het licht naast de gewenste mode aangaat.
V oor nadere inf ormatie ov er de ontv angstfuncties, zie hoofdstuk 4.
NL 02 INITALb(Europe).p65 12/10/99, 14:029
ENTER
BOOK SEND
FUNCTION
RESOLUTION CONTRAST BROADCAST
AUTO MANUAL A.M.
RECEPTION
MODE
EERSTE INSTELLINGEN
2-9
Fax installatie
Instellen van het aantal belsignalen voor de automatische
Met de onderstaande procedure kunt u het aantal belsignalen voordat het apparaat antwoordt in de A UT O mode instellen.
Fabrieksinstelling: 2
Stap Druk op deze toetsen Commentaar
1 OPTIONELE INSTEL.
FUNCTION
2 “AANT . BELLEN (A UTO)”
GHI
verschijnt op het display.
GHI
verschijnt op het display.
3 Selecteer het aantal
tot
WXYZ
belsignalen dat u wilt gebruiken (0 tot 9).
4 “INGEVOERD” verschijnt
ENTER
op het display.
5 Druk tweemaal op de
STOP STOP
STOP toets om de procedure te beëindigen.
Opmerking: Indien de externe telefoon aangesloten is, rinkelt deze eenmaal
onafhankelijk of het aantal belsignalen op 0 is ingesteld.
Instellen van het aantal belsignalen voor handmatige ontv angst
Het aantal belsignalen voor het apparaat antwoordt in de MANUAL mode kan ook worden ingesteld. Wanneer u helemaal niet wilt dat het apparaat antwoordt in de MANUAL mode, selecteert u “0” in stap 3 hierna.
Fabrieksinstelling: 0 (UIT)
Stap Druk op deze toetsen Commentaar
tot
GHI
verschijnt op het display.
JKL
verschijnt op het display.
WXYZ
belsignalen dat u wilt gebruiken (0 tot 9).
1 OPTIONELE INSTEL.
FUNCTION
2 “ AANT. BELLEN (HAND)”
3 Selecteer het aantal
4 “INGEVOERD” verschijnt op 5 Druk tweemaal op de STOP
ENTER
STOP STOP
2-10
NL 02 INITALb(Europe).p65 12/10/99, 14:0210
het display.
toets om de procedure te beëindigen.
EERSTE INSTELLINGEN
Fax installatie
Selecteren van het papierformaat
Op het bedieningspaneel kunt u het papierformaat selecteren waarop uw faxberichten geprint dienen te worden (AUT O, A4, LETTER f ormaat, LEGAL formaat). W anneer u de AUT O instelt, wordt het faxbericht automatisch op het meest geschikte papierformaat geprint. V olg de onderstaande procedure op:
Fabrieksinstelling: 4 (A UT O)
Stap Druk op deze toetsen Commentaar
1 OPTIONELE INSTEL.
FUNCTION
GHI
verschijnt op het display.
2 “PRINT P APIER FORM.”
verschijnt op het display.
3 Druk op 1 voor LETTER
ABC
of
4 Druk tweemaal op de
STOP
DEF
of
Opmerking:
Wanneer de formaatinstelling op het bedieningspaneel verschilt van het actueleformaat in de papierlade verschijnt de foutmelding “PAPIER IS OP (XX)” op het display (bijvoorbeeld wanneer u op het bedieningspaneel A4 heeft ingesteld en er A4 en LEGAL papier in de papierlade aanwezig is). Wanneer dit gebeurt wordt het ontvangen faxbericht in het geheugen opgeslagen en geprint wanneer u het volgende doet.
STOP
of
GHI
formaat, 2 voor LEGAL formaat, 3 voor A4, of 4 voor A UTO . “INGEVOERD” verschijnt op het display.
STOP toets om de procedure te beëindigen.
• Corrigeer de instelling op het bedieningspaneel
• V ul papier van het geselecteerde f ormaat in de papierlade en stel het formaat met de functie in (zie paragraaf “Instellen van het papierformaat”)
NL 02 INITALb(Europe).p65 12/10/99, 14:0311
EERSTE INSTELLINGEN
2-11
Fax installatie
Instellen van het formaat van de papierlade
U moet het papierformaat dat u in de eenheid heeft gevuld programmeren zodat de ontvangsreductie functie het formaat van de geprinte documenten behoorlijk kan afstellen. V olg de onderstaande stappen.
Opmerking: Indien u A4 gebruikt hoeft u geen wijzigingen te maken omdat
dit de fabrieksinstelling is.
Fabrieksinstelling: 3 (A4)
Stap Druk op deze toetsen Commentaar
1 OPTIONELE INSTEL.” verschijnt op
FUNCTION
GHI
het display.
2 “PAPIER FORMAAT BOVENSTE
ABC
CASSETTE” verschijnt op het display.
3 Druk op 1 voor LETTER, 2 voor
LEGAL formaat, 3 voor A4, of 4 voor andere formaten. “INGEVOERD” en vervolgens “ONDERSTE CASSETTE“ (Als de
of
ABC
of
DEF
GHI
of
optie van de onderste cassette is geselecteerd) verschijnt op het display .
4 Druk op 1 voor LETTER, 2 voor
ABC
of
DEF
of
5 Druk tweemaal op de STOP toets
GHI
of
STOPSTOP
Opmerkingen: (Als de onderste cassette optie is geïnstalleerd)
Wanneer de papierlade leeg is terwijl u een faxbericht ontv angst:
• Indien er papier van hetzelfde formaat beschikbaar is in een andere papierlade, schakelt de eenheid automatisch over op de andere lade en wordt de fax geprint.
• Selecteer “4: OVERIGE” voor de papierlade die u niet wil gebruiken voor het afdrukken van faxberichten.
• Wanneer het zelfde papierformaat niet in de andere lade beschikbaar is, verschijnt de foutmelding “P APIER FORMAAT” op het display . De ontvangen fax wordt in het geheugen opgeslagen en wordt geprint wanneer u papier van het juiste formaat toevoegt.
LEGAL formaat, 3 voor A4, of 4 voor andere formaten. “INGEV OERD” v erschijntt op het display .
om de procedure te beëindigen.
2-12
NL 02 INITALb(Europe).p65 12/10/99, 14:0312
EERSTE INSTELLINGEN
Fax installatie
Instellen van het aantal herhalingen
U kunt het aantal herhalingen instellen dat het apparaat probeert om een bezet nummer opnieuw te kiezen. Indien u 00 invoert, probeert het apparaat niet opnieuw te kiezen. V olg deze procedure op:
Fabrieksinstelling: 02
Stap Druk op deze toetsen Commentaar
1 OPTIONELE INSTEL.
FUNCTION
GHI
verschijnt op het display.
2 “AANT . HERHALINGEN”
TUV
verschijnt op het display.
3 V oer het aantal
herhalingen in (“00” tot “14”).
tot
GHI
4 “INGEVOERD” v erschijnt
5 Druk tweemaal op de
ENTER
STOP STOP
op het display.
STOP toets om de procedure te beëindigen.
NL 02 INITALb(Europe).p65 12/10/99, 14:0413
EERSTE INSTELLINGEN
2-13
Fax installatie
Instellen van het herhalingsinterval
Het herhalingsinterval, de tijd die de eenheid wacht tussen twee pogingen om een faxbericht opnieuw aan een bezet nummer te zenden, kan worden ingesteld van 1 tot 15 minuten. Volg deze procedure op:
Fabrieksinstelling: 05 (5 minuten)
Stap Druk op deze toetsen Commentaar
1 OPTIONELE INSTEL.
FUNCTION
GHI
verschijnt op het display.
2 “HERH. INTERV AL”
WXYZ
verschijnt op het display.
3 V oer het
herhalingsinterval in (“01” tot “15”).
tot
JKL
4 “INGEVOERD” v erschijnt
5 Druk tweemaal op de
ENTER
STOP
op het display.
STOP
STOP toets om de procedure te beëindigen.
2-14
NL 02 INITALb(Europe).p65 12/10/99, 14:0414
EERSTE INSTELLINGEN
Fax installatie
Instellen van de indexfunctie
U kunt voor elke bewerking een verschillende indexmarkering aan de rand van de pagina‘s printen. Hierdoor kunt u de verschillende be w erkingen in de uitvoerlade eenvoudig uit elkaar halen. Ga als volgt te werk om de indexfunctie in te stellen.
Sorteren van
faxberichten met
indexmarkeringen.
Fabrieksinstelling: 1 (AAN)
Stap Druk op deze toetsen Commentaar
1 OPTIONELE INSTEL.
2 “P AR TIJ INDEXERING”
FUNCTION
ABC
3 Druk op 1 om de
4 Druk tweemaal op de
NL 02 INITALb(Europe).p65 12/10/99, 14:0515
STOP
GHI
ABC
ABC
of
STOP
EERSTE INSTELLINGEN
verschijnt op het display.
verschijnt op het display.
indexfunctie aan te zetten of op 2 om deze uit te schakelen.
STOP toets om de procedure te beëindigen.
2-15
Fax installatie
Instellen van de prioriteit voor fijne resolutie
V oor de meeste f axbe w erkingen wilt u de resolutie waarschijnlijk v astleggen. U kunt echter ook een standaardresolutie met de RESOLUTION toets instellen voor het gev al er geen instelling werd gemaakt. Wanneer de prioriteit v oor fijne resolutie ingeschakeld is worden alle faxberichten in de fijne instelling verz onden behalve wanneer er iets anders wordt bepaald. Om deze functie in te schakelen, gaat u als volgt te werk:
Fabrieksinstelling: 2 (UIT)
Stap Druk op deze toetsen Commentaar
1 OPTIONELE INSTEL.” verschijnt op het
FUNCTION
2 “FIJN PRIORITEIT” verschijnt op het
GHI
display.
DEF
display.
3 Druk op 1 om de prioriteit voor fijne
of
ABC
resolutie in te schakelen of op 2 om dit uit te schakelen.
STOP
STOP
4 Druk tweemaal op de STOP toets om
de procedure te beëindigen.
Instellen van het apparaat voor het gebruik met een PC fax modem
Het apparaat is zodanig ingesteld dat het automatisch met de ontvangst begint wanneer u een aan een nev entoestel opneemt en de eenheid een faxsignaal herkent. Wanneer u echter een modem op dezelfde telef oonaansluiting gebruikt moet u deze functie uitschakelen: anders zal het apparaat abusievelijk proberen om de transmissie van uw computer te ontvangen. Om de faxdetectie functie uit te schakelen gaat u als volgt te werk.
Opmerking: Indien u de faxdetectie functie uitschakelt, moet u de activeringscode inschakelen. Zie “Het gebruik van de activeringscode” op de volgende pagina voor nadere informatie.
Fabrieksinstelling: 1 (AAN)
Stap Druk op deze toetsen Commentaar
of
GHI
display.
ABC
het display.
ABC
faxsignaal aan te zetten of op 2 om dit uit te schakelen.
1 OPTIONELE INSTEL.” verschijnt op het
FUNCTION
2 “F AX DETECTIE” verschijnt op 3 Druk op 1 om de ontvangst van het
STOP STOP
4 Druk tweemaal op de STOP toets om
de procedure te beëindigen.
2-16
NL 02 INITALb(Europe).p65 12/10/99, 14:0516
EERSTE INSTELLINGEN
Fax installatie
Het gebruik van de activeringsmode
De activeringsmode werd ontwikkeld om het activeren van de faxontvangst vanaf een nev entoestel mogelijk te mak en. De activ eringsmode functioneert zelfs wanneer de faxdetectie functie uitgeschak eld is. Wanneer u het f axsignaal hoort, toetst u gewoon de eencijferige activeringscode in (fabrieksinstelling:
5) en . Volg de twee onderstaande procedures op om deze eigenschap te gebruiken.
Opmerkingen:
• Wanneer documenten in de SPF functie worden ingevoerd, reageert het apparaat niet op het intoetsen van de activerinscode en . Wanneer de originelen echter in de SPF werden geplaatst als onderdeel van een lopende kopieerbewerking, reageert de eenheid wanneer u de activeringscode intoetst en .
• Indien u een faxbericht wilt ontvangen wanneer u aan een neventoestel bent, toetst u de eencijferige activeringscode wanneer u een f axsignaal hoort en
. Om een behoorlijke faxontvangst te garanderen, legt u het neventoestel alleen op nadat u heeft gecontroleerd of de faxontvangst begonnen is. Controleer of de faxontvangst begonnen is door het neventoestel direct aan het faxtoestel aan te sluiten. Bovendien is er geen geluid wanneer de faxontvangst begint.
Inschakelen van de activ eringsmode:
Fabrieksinstelling: 1 (AAN)
Stap Druk op deze toetsen Commentaar
1 OPTIONELE INSTEL.
FUNCTION
2 “ACTIVERINGSMODE”
3 Druk op 1 om de
4 Druk tweemaal op de
NL 02 INITALb(Europe).p65 12/10/99, 14:0617
STOP STOP
GHI
ABC
of
EERSTE INSTELLINGEN
verschijnt op het display.
verschijnt op het display.
activeringsmode in te schakelen of op 2 om deze uit te schakelen.
STOP toets om de procedure te beëindigen.
2-17
Fax installatie
Instellen van een activeringscode: Fabrieksinstelling: 5
Stap Druk op deze toetsen Commentaar
1 “OPTIONELE INSTEL.” verschijnt op het
FUNCTION
GHI
display.
2 “ACTIVERINGSCODE” verschijnt op het
display.
3 Voer het nummer in dat u als 4 “INGEVOERD verschijnt op het display.
5 Druk tweemaal op de STOP toets om
ENTER
STOP STOP
tot
WXYZ
activeringscode wilt gebruiken.
de procedure te beëindigen.
PBX-instelling
Als de eenheid op een PBX (bedrijfs telefooncentrale) is aangesloten, is het mogelijk dat uw fax automatisch de buitenlijn kiest. Fabrieksinstelling: 2 (UIT)
Stap Druk op deze toetsen Commentaar
of
of
of
GHI
ABC
ABC
WXYZ
het display.
het display.
op een PBX is aangesloten. Druk op 2 (NEE) indien de eenheid op een openbaar telefoonnet is aangesloten.
display. Met behulp van deze parameter kunt u vastleggen hoe de verbinding van een gesprek van een PBX naar een de buitenlijn wordt gemaakt. Voor nadere informatie over deze functie zie, de gebruiksaanwijzing van uw PBX of de serviceafdeling van uw PBX-dealer. Druk op 1 voor “FLASH” mode. Druk op 2 voor “CIJFER” mode.
Voer het identificatienummer van uw PBX in (max. 3 cijfers).
procedure te beëindigen.
1 “OPTIONELE INSTEL.” verschijnt op 2 “PBX INSTELLING” verschijnt op
FUNCTION
ABC
3 Druk op 1 (JA) wanneer de eenheid
4 “PBX SELECTIE” verschijnt op het
5 “PBX CIJFER” verschijnt op het display.
6 Druk of START om verder te gaan.
ENTER
STOP STOP
7 Druk tweemaal op STOP toets om de
2-18
NL 02 INITALb(Europe).p65 12/10/99, 14:0718
EERSTE INSTELLINGEN
Fax installatie
Opslaan van nummers voor automatisch kiezen
Automatisch kiezen is een snelle en gemakkelijke manier om te kiezen door slechts een snelkiestoets te gebruiken (Kiezen m.b.v. snelkiestoetsen), of door op de SPEED/SEARCH toets te drukken, SNELK. te selecteren en een tweecijferig nummer in te voeren (Kiez en m.b.v. v erkortkiestoetsen). Om automatisch kiezen te kunnen gebruiken moet u eerst het volledige nummer opslaan. De manier waarop u dit opslaat hangt ervan af of u het wilt gebruiken voor kiezen m.b .v. snelkiestoetsen of v oor kiez en m.b .v. v erk ortkiestoetsen:
Omerking:
Wanneer de eenheid op een PBX is aangesloten, worden de opgeslagen nummers die m. b. v. automatisch kiezen w orden gekozen automatisch naar het openbare telefoonnet doorgezonden (u hoeft geen toeganscode enz. in te voeren). Bij een intern PBX-nummer moet u de SPEAKER toets indrukken en daarna de letter R aan het begin van het nummer invoegen (bij stap 6, hiernavolgend): hierdoor wordt het automatisch kiezen van de toeganscode geannuleerd.
Opslaan van nummers
Ga als volgt te werk voor het opslaan v an nummers voor kiez en m.b .v. snel­kiestoetsen of voor kiezen m.b.v. verkortkiestoetsen:
Stap Druk op deze toetsen Commentaar
1 “INVOER MODE” verschijnt op het
FUNCTION
DEF
display.
2 “FAXNUMMER MODE” verschijnt op
het display.
3 “FAXNUMMER INGAVE” verschijnt op
het display.
4 Om een snelkiesnummer op te slaan ,
01
(voorbeeld)
5 “INVOER FAX NUMMER” verschijnt 6 Voer het faxnummer in (maximaal 20
ENTER
ABC
ABC
TUV
ABC
JKL
(voorbeeld: 2015298200)
7 “INVOER NAAM” verschijnt op het
ENTER
EERSTE INSTELLINGEN
drukt u op een snelkiestoets. Om een verkortkiesnummer op te slaan, drukt u op twee numerieke toetsen (“00” tot “99”). “DR UK ENTER TOETS” verschijnt op het display.
op het display.
WXYZ
cijfers inclusief pauzes) m.b.v. de nu merieke toetsen.
display.
2-19
NL 02 INITALb(Europe).p65 12/10/99, 14:0819
Fax installatie
8 V oer de naam v an de plaats of firma in
JKL
ABC
GHI
(maximaal 20 cijfers inclusief pauzes) door op de numerieke toetsen te
. . .
drukken zoals beschrev en in “Het in voeren van karaktertekens ” in dit
(voorbeeld)
hoofdstuk. W anneer u geen naam wilt invoeren, slaat u deze stap o v er.
9 “VERLENGT KIEZEN” v erschijnt op
ENTER
het display.
10 Druk op “1” wanner u het n ummer als
ABC
V erlengd kiesnummer wilt vastleggen (zie“V erlengd kiezen v oor lange nummers”deze paragraaf). Anders drukt u op “2”.
11 Ga terug naar stap 4 om een ander
Stap 4 of
STOP STOP
Opmerking: U moet eventueel pauzes invoeren tussen bepaalde cijfers in
het nummer om tijd voor het tot stand komen v an de verbinding te laten. Wanneer u bijvoorbeeld in een PBX telefoonsysteem bent, waarvoor een toegangscode wordt vereist zoals bijv. een “9”, die moet worden gekozen om een buitenlijn te bereiken, dient u een pauze tussen de toegangscode en het faxnummer in te voegen. Pauzes worden ingevoerd door op de REDIAL/ PAUSE toets te drukken (2 seconden per pauze). Desgewenst kunnen er verschillende pauzes na elkaar worden ingevoerd.
Ga als volgt te werk om nummers te wissen:
Stap Druk op deze toetsen Commentaar
nummer op te slaan of druk een aantal keren op de STOP toets tot u het men u
. . .
verlaat. W anneer het nummer een snelkiesnummer is kunt u de naam op het etiket boven de betreff ende snelkiestoets schrijven.
1 “INVOER MODE” v erschijnt op het
2 “F AXNUMMER MODE” verschijnt op
ABC
3 Selecteer WISSEN. “F AXNUMMER
2-20
NL 02 INITALb(Europe).p65 12/10/99, 14:0820
DEF
display.
het display.
WISSEN” verschijnt op het display .
EERSTE INSTELLINGEN
Fax installatie
4 Om een snelkiesnummer te wissen,
01
drukt u op de overeenkomstige snel kiestoets. Om een verkortkies- nummer te wissen, voert u het 2- cijferige nummer met de numerieke toetsen in. “DRUK ENTER TOETS” verschijnt op het display . Wanneer er geen nummer onder deze snelkiestoets of verkort kiescode is opgeslagen, verschijnt “GEEN NR.INGEVOERD” op het display.
5 “GEWIST” verschijnt op het display . 6 Ga terug naar stap 4 om een ander
Stap 4 of
ENTER
STOP
STOP
. . .
nummer te wissen of druk herhaalde malen op de STOP toets totdat u het menu verlaat.
Verlengd kiezen v oor lange nummers
Het maximum aantal cijfers dat kan worden ingevoerd voor het opslaan van een faxnummer is 20. Indien u een nummer moet opslaan dat langer is dan 20 cijfers, gebruikt u Verlengd Kiezen.
V erlengd Kiezen maakt het mogelijk twee of meer automatische kiesnummers te combineren of om een automatisch kiesnummer gev olgd door extra cijf ers die worden ingevoerd met de n umerieke toetsen om een individueel nummer te kiezen. Naast het feit dat dez e functie comf ortabel is voor het opslaan van lange nummers kunt u hiermee ook een netnummer of een toegangscode als automatisch kiesnummer opslaan.
Om bijvoorbeeld een nummer met 36 cijf ers v oor het automatisch kiezen op te slaan moet u het nummer in twee stukken breken:
1. Sla de eerste 20 cijfers op in een verkortkiesnummer (“01”, bijvoorbeeld) m.b.v. de opslagprocedure die in het voorafgaande gedeelte werd beschreven, en druk op “1” in stap 10 v an dez e procedure om het als een V erlengd Kiezen nummer vast te leggen (hierdoor herkent de machine dat deze op de rest van het telef oonnummer moet wachten tijdens het kiezen).
2. Sla de overige 16 cijfers op in een apart verkortkiesnummer (“02”, bijvoorbeeld), en deze keer drukt u op “2” in stap 10 van de opslagprocedure om vast te leggen dat dit geen verlengd kiesnummer is (hierdoor herkent het apparaat dat het laatste gedeelte van het nummer wordt gek ozen).
Op deze manier legt u alle gedeeltes van het nummer v ast behalve het laatste als een verlengd kiesnummer .
Opmerking: het maximum aantal cijfers dat in een keer kan worden gek ozen
met Verlengd Kiezen is 50.
NL 02 INITALb(Europe).p65 12/10/99, 14:0821
EERSTE INSTELLINGEN
2-21
Fax installatie
Opslaan van nummers onder groepstoetsen
Groepstoetsen maken het u mogelijk om een groep faxnummers te kiezen door eenmaal op de betreffende groeptoets te drukken. Dit is gemakkelijk v oor de Multi-verzenden functie die wordt gebruikt om een document aan een groep faxapparaten te zenden. Alle snelkiestoetsen kunnen als groeptoetsen worden geprogrammeerd. Om een groeptoets te programmeren of te wissen volgt u de hiernav olgende stappen. Let op dat een toets niet tegelijkertijd als snelkiestoets en groeptoets geprogrammeerd kan worden.
• Er kunnen maximaal 50 faxnummers in een groeptoets worden opgeslagen.
• Er kunnen alleen snelkiestoetsen en verkortkiescodes in een groepstoets worden opgeslagen. het opslaan van v olledige nummers is niet mogelijk.
Met de volgende procedure kunt u nummers onder groeptoetsen opslaan:
Stap Druk op deze toetsen Commentaar
FUNCTION
JKL
1 “GROEP INVOER MODE” verschijnt
op het display.
2 Druk op “1” (INGAVE) om een
of
ABC
groeptoets te programmeren, of op “2” (WISSEN) om een groeptoets te wissen.
3 Ingave:
01
4 V oer f axnummers in door middel v an
5 “INVOER GROEPSNAAM” ve rschijnt
2-22
NL 02 INITALb(Europe).p65 12/10/99, 14:0922
02
. . .
ABC
ENTER
Druk op de snelkiestoets die u als groeptoets wilt gebruiken. “GROEP NR. #=XX” v erschijnt op het displa y, gevolgd door “KIES NR. =”
Wissen:
(voorbeeld)
09
ABC ABC
. . .
(voorbeeld)
Druk op de groeptoets die u wilt wis sen en ga vervolgens naar stap 7.
een van de beide volgende methodes:
• Druk op een of meer snelkiestoet sen.
• Voer een of meer verkortkiescodes in met de numerieke toetsen.
op het display.
EERSTE INSTELLINGEN
Fax installatie
6 V oer de naam van de groep in (maxi-
maal 20 cijfers inclusief pauzes) door op de numerieke toetsen te drukken zoals beschrev en in “Het inv oeren v an karaktertekens” in dit hoofdstuk. Indien u geen naam wilt invoeren kunt u deze stap overslaan.
7 Ingave:
“GROEP INGAVE” verschijnt op het
ENTER
display.
Wissen:
“GROEP NR. #=XX GEWIST” op het display.
8 Ga terug naar stap 3 om een andere
Stap 3 of
STOP STOP
. . .
groeptoets te programmeren/wissen of druk enkele malen op de STOP toets tot u het menu heeft verlaten.
NL 02 INITALb(Europe).p65 12/10/99, 14:0923
EERSTE INSTELLINGEN
2-23
Gebruik van de eenheid in combinatie met een antwoor dapparaat
Stille detectietijd
De stille detectietijd is de functie die het mogelijk maakt de eenheid samen met een antwoordapparaat te gebruiken voor zo w el gespreksmededelingen als faxberichten. Nadat het antwoordapparaat heeft geantwoord zal een stilteperiode die langer duurt dan een bepaalde drempeltijd er voor zorgen dat de eenheid de leiding overneemt en een faxbericht begint te ontvangen. De stille detectietijd kan worden ingesteld van 00 tot 10 seconden door de onderstaande procedure op te volgen.
Fabrieksinstelling: 05
Stap Druk op deze toetsen Commentaar
1 “A.M. MODE” verschijnt op het
FUNCTION
TUV
display.
2 “1: ST. DETECTIETIJD” verschijnt
op het display.
3 V oer de stille detectietijd in seconden
tot
van 00 tot 10 in. (Door “00” in te stellen wordt de stelle detectietijd uitgeschakeld)
4 “INGEVOERD” v erschijnt op het
ENTER
display.
5 Druk tweemaal op de STOP toets
STOP
STOP
om de procedure te beëindigen.
Opmerkingen:
• De eenheid werd in de fabriek met een stille detectietijd van 5 seconden ingesteld, waardoor het beste resultaat voor de meeste apparaten wordt behaald. U moet de stille detectietijd eventueel aan de verbreektijd van het antwoordapparaat aanpassen, de tijd waarna de machine de verbinding verbreekt na een stilteperiode. W anneer uw apparaat een korte verbreektijd heeft, dient u de stille detectietijd in te korten. Wanneer het apparaat gespreksverbindingen midden in een mededeling onderbreekt, moet u een lagere stille detectietijd instellen.
• Wanneer er een pauze aan het einde van de meldtekst van het antwoordapparaat staat, moet u ervoor zorgen dat de stille detectietijd langer is dan deze pauze.
Door de stille detectietijd op 00 in te stellen wordt de functie uitgeschakeld. Het apparaat is echter niet in staat faxberichten te ontvangen die door handmatig kiezen worden verzonden (de hoorn opnemen, het nummer kiezen en op de F AX START toets drukk en zodr a u het f axsignaal hoort), behalve wanneer de zender de onderstaande procedure opvolgt.
2-24
EERSTE INSTELLINGEN
NL 02 INITALb(Europe).p65 12/10/99, 14:0924
Gebruik van de eeinheid in combinatie met een antwoordapparaat
Wanneer de stille detectietijd niet behoorlijk functioneert...
Bij sommige antwoordapparaten is er gewoon geen stille detectietijd w aarbij zowel het ontvangen van faxberichten en ononderbroken gespreksverbindingen mogelijk is. Zelfs in dit gev al kunt u de eenheid zodanig instellen dat u zowel gespreksverbindingen en faxberichten van personen met druktoetstelefoons kunt ontvangen. Ga als volgt te werk:
1. Stel de stille detectietijd in op 00.
2. Na de meldtekst waarin wordt uitgelegd dat personen kunnen zenden door de activeringscode (fabrieksinstelling 5) gev olgd door tweemaal op de ” ” toets te drukken en vervolgens de F AX START toets v an hun faxtoestel te bedienen.
Back-up antwoordapparaat
Het kan gebeuren dat de band van uw antwoordapparaat vol raakt of dat er een storing van het antwoordapparaat zelf optreedt. Onder deze omstandigheden is het nog steeds mogelijk faxberichten te ontvangen door de Auto Ontvangst functie in te stellen. De eenheid beantwoordt automatisch alle verbindingen na vijf belsignalen. Om deze functie te gebruiken, gaat u als volgt te werk.
Fabrieksinstelling 2: (UIT)
Stap Druk op deze toetsen Commentaar
1 “A.M. MODE” verschijnt 2 “SELECTEER AUT O
FUNCTION
ABC
3 Druk op 1 om de Auto
4 Druk tweemaal op de
Opmerking:
Indien u de Auto Ontvangst gebruikt dient u te controleren of uw antwoordap paraat is ingesteld om na vier belsignalen of minder te antwoorden. Anders neemt de eenheid alle gespreksverbindingen over , wardoor het niet mogelijk is een mededeling achter te laten.
NL 02 INITALb(Europe).p65 12/10/99, 14:1025
STOP
TUV
op het display.
ONTV.” v erschijnt op het display
ABC
of
Ontvangst aan te zetten of op 2 om deze uit te schakelen.
STOP
STOP toets om de procedure te beëindigen.
EERSTE INSTELLINGEN
2-25
Opmerkingen
2-26
NL 02 INITALb(Europe).p65 12/10/99, 14:1026
EERSTE INSTELLINGEN
3. HET SELECTEREN V AN GESCHIKTE MEDIA
Geschikte originelen voor het faxen
Zorg ervoor dat de documenten die u wilt faxen aan de specificaties en richtlijnen in deze paragraaf voldoen.
Formaat en gewicht
Het formaat en gewicht van de documenten, die u in de handmatige invoer voor afzonderlijke documenten (SPF=Single Pass Feeder) kunt laden is afhankelijk van het feit of u elk blad apart of verschillende bladen tegelijk invoert.
Wanneer u de SPF gebruikt
Elk blad apart:
52 g/m
2
85 g/m
2
140 mm
500 mm
216 mm
257 mm
Ver schillende bladen tegelijk:
52 g/m
2
85 g/m
2
140 mm
216 mm
257 mm
364 mm
Opmerking: wanneer u een lang document invoert, dient u dit met beide
handen in de eenheid te begeleichen.
Het gebruik van de glasplaat
Maximum
257 mm
364 mm
Opmerking: Wanneer u de faxfuncties van de eenheid gebruikt worden uw documenten (originelen) door de eenheid gescand. Het gedeelte v an het document dat door de eenheid wordt gescand is iets smaller dan het actuele document (origineel) formaat. Tekst of afbeeldingen die b uiten dit gebied vallen worden niet gescand.
Scanlengte: De lengte van het blad minus 4mm van de bov enste
HET SELECTEREN VAN GESCHIKTE MEDIA
NL 03 CHOOSING(Europe).p65 06/10/99, 18:061
en onderste rand.
3-1
Geschikte originelen voor het faxen
Ongeschikte originelen
Algemene richtlijnen:
• Alle paperclips, nietjes en pennen moeten uit de originelen worden verwijderd, voordat deze worden gebruikt. Wanneer u dit niet doet kan de eenheid beschadigd worden.
• Inkt, lijm en correctievloeistof op originelen moeten geheel opgedroogd zijn voor u de documenten in de eenheid invoert.
• Originelen die op de een of de andere wijze een gevaar voor de interne mechanismen van de eenheid vormen, mogen niet worden gebruikt.
• Tijdens het faxen kan tekst op de originelen in het geel, geelgroen of lichtblauw niet worden verzonden.
De volgende soorten originelen mogen niet worden gebruikt:
• Originelen met een glanslaag
• Originelen met statische elektriciteit
• Originelen met scheuren, vouwen of krullen
• Originelen die aan elkaar plakken en niet eenvoudig losgehaald kunnen worden
• Originelen met gaten, vensters of perforaties
• Transparante folie, doorslagpapier of andere transparante bladen
• Originelen met plastic of metalen coatings
Opmerking:
• Olivetti kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het verloren gaan of de beschadiging van originelen.
• Het is verstandig om waardevolle originelen op een kopieermachine te kopiëren voordat u deze met de eenheid gebruikt.
3-2
NL 03 CHOOSING(Europe).p65 06/10/99, 18:062
HET SELECTEREN VAN GESCHIKTE MEDIA
4. HET GEBRUIK VAN DE FAXFUNCTIE
Het op zich staande faxgedeelte van uw eenheid biedt een reeks gea vanceerde eigenschappen waarmee u de beeldkwaliteit, de ontvangstmode, het Multi­verzenden, polling en prioriteiten bij de transmissie kunt regelen. De functies zoals het zenden van documenten uit het geheugen en v ervangende ontvangst in het geheugen worden ondersteund door de grote geheugencapaciteit.
Het zenden van documenten
Instellen van het document
Deze paragraaf beschrijft het plaatsen van documenten in de SPF (Single Pass Feeder - handmatige invoer voor afzonderlijke documenten) of op de glasplaat.
Bij het gebruik van de SPF:
Controleer of er geen documenten
1
op de glasplaat liggen en dat er niet wordt gekopieer d, sluit vervolgens het documentdeksel.
Stel de documentgeleiders in op
2
de breedte van uw document.
Plaats het document met de
3
bedrukte zijde omhoog en voer het voorzichtig in de documentlade in. De bovenste rand van het document moet het eerst in de fax ingevoer d w orden.
Er zijn twee manieren om de fax te
4
verzenden:
Scan het document in het geheugen, vervolgens kiezen en verzenden volgens de “Kiez en en z enden” paragraaf.
Om het document direct te verzenden zonder dit eerst in het geheugen te scannen drukt u op de DOCUMENT toets. “DIRECT ZENDEN” v erschijnt op het displa y. Ga verder met de paragraaf “Kiezen en zenden”.
HET GEBRUIK VAN DE FAXFUNCTIE
NL 04 USING FAXb (Europe).p65 12/10/99, 14:231
Origineel met de printzijde omhoog
4-1
mark
Original scale
Zenden van documenten
Wanneer u het origineel op de glasplaat plaatst:
Controleer of er geen
1
documenten in de SPF aanwezig zijn en open vervolgens het documentdeksel.
Plaats het document met de
2
printzijde omlaag op de glasplaat. Breng het document op één lijn met de aanlegliniaal in de onderstaande afbeelding. (Breng het midden van de rand van het document op één lijn met de ( ) markering.)
aanlegliniaal
markering
Sluit voorzichtig het
3
documentdeksel.
Opmerking:W anneer u de glasplaat gebruikt, kunt u geen documenten
in de SPF plaatsen.
Druk op de BOOK SEND toets om
4
de pagina in het geheugen te scannen.
Selecteer het documentformaat
5
uit de aangegeven opties.
U kunt nu de resolutie en het contrast instellen volgens de beschrijving in de volgende paragraaf en v ervolgens kiezen en de fax v erz enden. (Zie “Kiezen en zenden” in dit hoofdstuk)
Druk op de BOOK SEND toets.
6
Indien u meer dan één document in het geheugen wilt scannen, plaatst u de volgende bladzijde en drukt u voor elke bladzijde op de BOOK SEND toets.
4-2
NL 04 USING FAXb (Europe).p65 12/10/99, 14:232
HET GEBRUIK VAN DE FAXFUNCTIE
Het zenden van documenten
Optionele transmissie instellingen
U kunt verschillende instellingen voor de transmissie mak en voor het kiezen en verzenden van een document.
Resolutie
Uw faxtoestel heeft vier resolutie instellingen:
• FOTO
Gebruik de FOT O voor foto‘s en afbeeldingen. Het origineel wordt in 256 grijstinten gereproduceerd.
STANDAARD Gebruik FIJN voor gewone documenten. Met deze instelling wordt de snelste transmissie bereikt.
FIJN Gebruik S. FIJN v oor een verbeterde reproductie, v ooral bij documenten met kleine letters of fijne tekeningen.
S. FIJN Gebruik SUPER FIJN wanneer u de hoogst mogelijke reproductiekwaliteit wilt bereiken.
Wanneer u de instelling niet wijzigt, wordt het document automatisch in de STANDAARD mode v erzonden.
BOOK SEND
RESOLUTION CONTRAST BROADCAST
FUNCTION
ENTER
AUTO MANUAL A.M.
RECEPTION
MODE
Opmerkingen: Indien het document B4 formaat heeft kunt u de FOTO in de volgende situaties niet gebruiken :
• Met de geheugen functie
• Voor een multi-verz enden bew erking
• Voor een timer bewerking
• Voor het zenden vanaf de glasplaat
• Met de Geheugen Polling functie
Contrast
De fax regelt het contrast automatisch, maar u kunt dit ook handmatig regelen. Hiertoe drukt u een of meerdere malen op de CONTRAST toets tot de gewenste contrastinstelling op het display verschijnt. De drie contrastniveaus zijn licht, middel en donker.
HET GEBRUIK VAN DE FAXFUNCTIE
NL 04 USING FAXb (Europe).p65 12/10/99, 14:233
ENTER
BOOK SEND
FUNCTION
RESOLUTION CONTRAST BROADCAST
AUTO MANUAL A.M.
RECEPTION
MODE
4-3
Het zenden van documenten
Voorblad
U kunt uw faxtoestel een voorb lad laten mak en en dit als laatste pagina v an de transmissie zenden. Het v oorb lad bevat de datum en de tijd, de naam en het nummer van de zender , de naam en het nummer van de ontv anger indien er een automatisch kiesnummer werd gebruikt. Het totaal aantal verzonden pagina‘s wordt onderaan weergegev en
Om een voorblad met de transmissie te sturen, dient u de v olgende stappen op te volgen:
Fabrieksinstelling: 2 (UIT)
Stap Druk op deze toetsen Commentaar
1 “VOORBLAD MODE”
FUNCTION
PQRS
verschijnt op het display.
2 Druk op “1” om de
of
ABC
voorblad functie in te schakelen of op “2” om dit uit te schakelen.
3 Wanneer u in de vorige
stap op “1” heeft gedrukt, kunt u een mededeling
ABC
(voorbeeld: DRINGEND)
Opmerking: De naam van de ontvanger moet of in de snelkiestoets of in de verkortkiesfunctie geprogrammeerd zijn, voordat deze op het v oorb lad kan verschijnen.
selecteren door een nummer van 2 tot 6 te selecteren of 1 in te voeren wanner u geen mededeling wenst te zenden.
1: GEEN BERICHT 2: DRINGEND 3: BELANGRIJK 4: VER TROUWELIJK 5: DISTRIBUEREN AUB 6: TER UGBELLEN AUB
4-4
NL 04 USING FAXb (Europe).p65 12/10/99, 14:234
HET GEBRUIK VAN DE FAXFUNCTIE
Het zenden van documenten
Auto V oorblad
Indien u regelmatig een voorblad met uw transmissies wilt meesturen, is dez e functie erg handig. Deze functie verschilt op twee manieren van de voorbladfunctie. In de eerste plaats moet de voorb ladfunctie geprogrammeerd worden voor ieder faxbericht waarmee u een voorblad wilt zenden; de Auto voorbladfunctie zendt een v oorblad bij elk e faxtr ansmissie, behalve w anneer u de functie uitschakelt. Er wordt geen mededeling verzonden op de voorb laden die door de Auto voorbladfunctie worden gemaakt. Let erop dat de voorbladfunctie de dominante functie is, daarom is het ideaal om de Auto voorbladfunctie aan te laten en de v oorbladfunctie gebruiken om mededelingen aan te hechten of om bij bepaalde faxtransmissies geen voorblad mee te zenden.
Gebruik de onderstaande procedure om de Auto voorbladfunctie aan of uit te zetten:
Fabrieksinstelling: 2 (UIT)
Stap Druk op deze toetsen Commentaar
1 “OPTIONELE INSTEL. ”
FUNCTION
2 “AUT O VOORBLAD”
GHI
verschijnt op het display.
DEF
verschijnt op het display.
3 Druk op 1 om de functie in
4 Druk tweemaal op de
Opmerking: De naam van de ontvanger moet of in de snelkiestoets of in
de verkortkiesfunctie geprogrammeerd zijn, voordat deze op het A uto voorblad kan verschijnen.
NL 04 USING FAXb (Europe).p65 12/10/99, 14:235
STOP
HET GEBRUIK VAN DE FAXFUNCTIE
of
ABC
STOP
te schakelen of op 2 om de functie uit te schakelen.
STOP toets om de procedure te beëindigen.
4-5
FAX START
Het zenden van documenten
Kiezen en zenden
Wanneer u het document heeft geplaatst (in de automatische documentinv oer of op de glasplaat), en u de gewenste transmissie instellingen heeft gemaakt, kunt u het nummer van het ontvangende faxtoestel kiezen en het document zenden. U kunt één van de verschillende kiesmethodes selecteren die voor u het meest geschikt is.
Direct kiezen via het toetsenbord
Indien het faxnummer dat u wilt bereiken gaan snelkiesnummer of verkortkiescode is, dient u direct te kiezen via het toetsenbord met behulp van de volgende procedure:
Controleer of u het
1
document correct in de automatische documentinv oer of op de glasplaat heeft geplaatst. (Zie “Plaatsen v an het document” in dit hoofdstuk)
Voer het nummer van het
2
ontvangende faxtoestel in door op de numerieke toetsen te drukken.
Controleer het display .
3
Indien het nummer van het ontvangende faxtoestel correct wordt weergegeven, drukt u op de FAX START toets.
Indien het niet correct is, drukt u op de STOP toets om een plaats terug te gaan en het ene cijfer na het andere te wissen. V oer v ervolgens het correcte nummer in.
GHI
PQRS
ABC
JKL
TUV
DEF
MNO
WXYZ
4-6
NL 04 USING FAXb (Europe).p65 12/10/99, 14:236
HET GEBRUIK VAN DE FAXFUNCTIE
Het zenden van documenten
Kiezen d.m.v . een snelkiestoets
Indien het nummer dat u wilt kiezen als snelkiesnummer is opgeslagen (zie “Het opslaan van nummer voor Automatisch Kiezen” in hoofdstuk 2), kunt u dit kiezen door op de getoonde wijze op de desbetreffende snelkiestoets te drukken:
01 02 03 04 05
06 07 08 09 10
11 12 13 14 15
16 17 18 19 20/POLL
Kiezen d.m.v . een verkortkiescode
Indien het nummer dat u wilt kiezen als verkortkiescode is opgeslagen, kunt u dit op de volgende manier kiezen:
Druk op de SPEED/SEARCH
1
toets en voer vervolgens de 2-cijferige code in door op de numerieke toetsen te drukken (zie “Het opslaan
SPEED/ SEARCH
PQRS
GHI
ABC
JKL
TUV
DEF
MNO
WXYZ
van nummers v oor Automatisch Kiezen” in hoofdstuk 2).
Controleer het display .
2
Indien het nummer van het ontvangende faxtoestel correct wordt weergegeven, drukt u op de FAX START toets. (Indien het niet correct is, drukt u op de STOP toets en herhaalt u stap 1.)
HET GEBRUIK VAN DE FAXFUNCTIE
NL 04 USING FAXb (Europe).p65 12/10/99, 14:237
FAX START
4-7
Het zenden van documenten
Verlengd Kiezen
De V erlengd Kiezen functie maakt het u mogelijk een automatisch kiesnummer , dat werd ingesteld voor V erlengd Kiezen (zie “Het opslaan van n ummers voor Automatisch Kiezen” in hoofdstuk 2) te combineren met een ander automatisch kiesnummer of met handmatig via de numerieke toetsen ingevoerde cijfers om een telefoonnummer te kunnen kiezen dat maximaal 50 cijfers lang is. Hierna volgen enkele voorbeelden:
• V oer verkortkiescodes in die werden geprogrammeerd voor V erlengd Kiezen. Wanneer u bijvoorbeeld het eerste gedeelte van een faxnummer in verkortkiescode 22 heeft opgeslagen en de tweede helft in verkortkiescode 27, drukt u op de SPEED/SEARCH toets en op “22”, vervolgens op de SPEED/SEARCH toets en op “27”. Bedien v ervolgens de F AX ST ART toets om met de transmissie te beginnen.
• Druk op een snelkiestoets die werd ingesteld voor V erlengd Kiezen en v oer vervolgens handmatig een nummer in door op de overeenkomstige numerieke toetsen te drukken. Druk na de laatste numerieke toets op de F AX ST ART toets om met de transmissie te beginnen. (U kunt deze methode bijvoorbeeld gebruiken wanneer u een interlokale toegangscode in een snelkiestoets heeft opgeslagen en dit nummer wilt gebruiken in combinatie met een nummer dat niet werd opgeslagen als automatisch kiesnummer .)
4-8
NL 04 USING FAXb (Europe).p65 12/10/99, 14:238
HET GEBRUIK VAN DE FAXFUNCTIE
Het zenden van documenten
Het gebruik van de SEARCH toets
Wanner u zich niet kunt herinneren in welke snelkiestoets of v erkortkiescode u een bepaald faxnummer heeft opgeslagen, kunt u dit nummer zoek en met de onderstaande stappen:
Druk tweemaal op de SPEED/
1
SPEED/ SEARCH
SEARCH toets.
Voer de eerste letter van de
2
opgeslagen naam in door op de overeenkomstige numerieke toets te drukken (de toets onder de gemarkeerde letter) tot de letter op het display
ABCABC ABC
verschijnt. W anneer de naam met een speciaal karakterteken of cijfer begint, drukt u “1”.
Indien u zich niet aan de eerste letter herinnert, gaat u naar stap 3 en scrolt u vanaf het begin door
(voorbeeld: “B”)
de lijst.
Druk op de linker en rechter pijl
3
( ) toetsen om door de namen te scrollen (cijfers
of
wanneer u op “0” heeft gedrukt). Stop wanneer de gewenste naam op het display verschijnt.
Druk op de F AX START toets.
4
FAX START
Het document wordt automatisch verzonden zodra de verbinding tot stand is gekomen.
Herkiezen
U kunt een fax zenden aan het laatste nummer dat u heeft gek oz en, door op de REDIAL/PAUSE toets te drukken, ge v olgd door de FAX START toets of verkortkiescode 20/POLL.
REDIAL/ PAUSE
HET GEBRUIK VAN DE FAXFUNCTIE
FAX START
4-9
NL 04 USING FAXb (Europe).p65 12/10/99, 14:239
Het ontvangen van faxberichten
U kunt de eenheid op een van de drie volgende ontvangstmodes instellen: AUTO, MANUAL of A.M. (antwoordapparaat). Om de ontvangstmode te selecteren drukt u op de RECEPTION MODE toets tot het lampje naast de gewenste mode aangaat.
ENTER
BOOK SEND
FUNCTION
RESOLUTION CONTRAST BROADCAST
Het gebruik van de AUTO mode
Selecteer AUTO mode wanneer u alleen faxberichten wilt ontvangen op uw telefoonleiding. De eenheid beantwoordt automatisch alle gespreksverbindingen en ontvangt binnenk omende faxberichten.
Het gebruik van de MANUAL mode
AUTO MANUAL A.M.
RECEPTION
MODE
MANUAL is de gemakkelijkste manier om gespreksverbindingen te ontv angen wanner u op een neventoestel bent. Voor de werkelijke handmatige mode moet de eenheid zodanig ingesteld zijn, dat deze niet antwoordt terwijl deze op de MANUAL mode staat (zie “Instellen van het aantal belsignalen voor de handmatige ontvangst” in hoofdstuk 2). U kunt ook faxberichten ontvangen, alle verbindingen moeten echter eerst worden beantwoordt door de hoorn van het neventoestel op te nemen of van de telefoon die op dezelfde telefoonaansluiting is aangesloten.
Het gebruik van de A.M. mode
Selecteer deze mode wanneer er een antwoordapparaat op de eenheid is aangesloten en u wilt dat het antwoordapparaat alle binnenkomende gesprekken beantwoordt. Hierdoor kunt u zowel gespreksverbindingen als faxberichten ontvangen wanneer u niet thuis bent.
4-10
NL 04 USING FAXb (Europe).p65 12/10/99, 14:2310
HET GEBRUIK VAN DE FAXFUNCTIE
Optionele ontvangstinstellingen
De eenheid beschikt over verschillende optionele instellingen voor het ontvangen van f axberichten.
Ontvangst reductie
U zult af en toe faxberichten ontvangen die groter zijn dan het geladen papier. Om ervoor te zorgen dat u geen delen van het origineel verliest, dient u de Ontvangst reductie functie te gebruiken die het faxbericht afhankelijk van het papierf ormaat aanpast. Om dez e functie te gebruiken, gaat u als volgt te werk:
Fabrieksinstelling: 1 (auto reductie)
Stap Druk op deze toetsen Commentaar
1 “OPTIONELE INSTEL. ”
FUNCTION
GHI
verschijnt op het display.
2 “ONTV. REDUCTIE”
GHI
verschijnt op het display.
3 Selecteer een van de
onderstaande reductie instellingen door het indrukken van de overeenkomstige numerieke toets:
ABC
of
4 Druk tweemaal op de
STOP
STOP
1 (AUT O REDUCTIE): Automatische reductie afhankelijk van het formaat van het origineel en het printpapier. 2 (GEEN REDUCTIE): Geen reductie.
„INGEVOERD“ verschijnt op het display.
STOP toets om de procedure te beëindigen.
HET GEBRUIK VAN DE FAXFUNCTIE
NL 04 USING FAXb (Europe).p65 12/10/99, 14:2311
4-11
Optionele ontvangstinstellingen
Printen van voettekst
U kunt kiezen of u een voettekst wilt printen met de identificatie van het zendende faxtoestel (naam, nummer enz.).
Fabrieksinstelling: 2 (UIT)
Stap Druk op deze toetsen Commentaar
1 “OPTIONELE INSTEL. ”
FUNCTION
GHI
verschijnt op het display.
2 “VOETTEKST” verschijnt
WXYZ
op het display.
3 Druk op 1 om een
ABC
voettekst te printen of op
2 om deze niet te printen.
4 Druk tweemaal op de
STOP
STOP
STOP toets om de procedure te beëindigen.
Het ontvangen van faxberichten
Om handmatig te kunnen zenden en ontvangen moet u de SPEAKER toets of een neventoestel gebruiken. Voor nadere informatie over het aansluiten van een nev entoestel, zie “Het aansluiten van andere apparatuur” in hoofdstuk 1:
Wanner het neventoestel
1
rinkelt, neemt u de hoorn op en schakelt u deze om.
Wanneer de SPEAKER toets wort
gebruikt om een verbinding te beantwoorden kunt u niet omschakelen.
Opmerking: U kunt de SPEAKER toets niet gebruiken voor het zenden
ontvangen van faxberichten terwijl et wordt gekopieerd.
Wanneer de hoorn van de haak
2
is of wanneer de SPEAKER toets wordt gebruik, drukt u op de START F AX toets.
Wanneer er orginelen in de SPF
aanwezig zijn, herkent het apparaat dit en wordt de volgende melding op het display weergegev en. Druk op “1” om te z enden. Druk op “2” om te ontv angen.
4-12
NL 04 USING FAXb (Europe).p65 12/10/99, 14:2312
HET GEBRUIK VAN DE FAXFUNCTIE
MANUELE MODE 1 : ZENDEN 2 : ONTV.
Speciale functies
Geheugen
Uw eenheid beschikt over een geheugen dat kan worden gebruikt om binnenkomende en uitgaande documenten op te slaan.
• Er kunnen ongeveer 120 pagina‘s met een gemiddelde inhoud in het geheugen
voor het zenden worden opgeslagen. Er kan minder worden opgeslagen wanneer er pagina‘s werden gescand met de fijne of super fijne resolutie.
Geheugen back-up
• De eenheid gebruikt een lithiumionen batterij om automatische kiesnummers
en andere geprogrammeerde data in het geheugen te bewaren wanneer de stroom wordt uitgeschakeld (wanneer de stekker van de eenheid uit het stopcontact wordt getrokken). Het vermogen van de batterij wordt hoofdzakelijk verbruikt wanneer de stroom uitgeschakeld wordt. Wanner de stroom continu uitgeschakeld blijft, bedraagt de levensduur van de batterij ongeveer 5 jaar. Wanneer de batterij leeg is, laat u deze door uw dealer of speciaalzaak vervangen. Vervang de batterij niet zelf.
• Wanneer er documenten in het geheugen zijn opgeslagen mag u de stroom
niet uitschakelen. Wanner de stroom van de eenheid w ordt uitgeschak eld als gevolg v an stroomuitval of andere redenen, zullen de geheugendata onge veer een uur in het geheugen worden bewaard. Wanneer de stroom v an de eenheid echter wordt uitgeschakeld binnen 10 minuten nadat de eenheid werd ingeschakeld, kunnen de geheugendata van de fax niet worden bewaard.
Geheugenontvangst
Dit is een back-up functie die automatisch wordt geactiveerd wanneer het faxpapier op is, indien de tonerpatroon moet worden vervangen of wanneer er een papierstoring is opgetreden. De melding “FAX ONTV. IN MEMOR Y” v erschijnt alleen in het displa y w anneer het document oorspronkelijk in het geheugen werd ontvangen. Nadat de ontvangst is beëindigd verschijnt één v an de volgende meldingen , “VER V ANG TONER,” of “PAPIER ST ORING” op het display. W anneer u papier toe voegt (en het papierformaat instelt), de toner patroon vervangt of de papierstoring verhelpt, worden de opgeslagen documenten automatisch geprint.
• Indien u documenten in het geheugen heeft ontvangen omdat het papier op
was, dient u ervoor te zorgen dat u papier toevoegt dat hetzelfde formaat heeft als het papier dat daarvoor werd gebruikt. Indien dit niet het geval is stemt het printformaat van het document eventueel niet overeen met het formaat van het printpapier.
Attentie!
• Indien documenten die in het geheugen werden ontvangen verloren gaan als
gevolg v an stroomstoringen of een andere onderbreking van de stroomtoev oer wordt er een STROOMST ORING RAPPORT geprint zodr a de stroomtoev oer hersteld is. Hierop staat de beschikbare informatie over de faxberichten die verloren zijn gegaan inclusief de faxnummers van de zendende toestellen.
HET GEBRUIK VAN DE FAXFUNCTIE
NL 04 USING FAXb (Europe).p65 12/10/99, 14:2313
4-13
Speciale functies
Data overdracht
Indien er een probleem met de eenheid is opgetreden kunt u de Data overdrachtfunctie gebruiken om de ontv angen f axberichten in het geheugen te lezen en vervolgens aan een ander f axtoestel te zenden om deze te printen. Deze functie wordt gebruikt wanneer u de ontangen faxberichten niet kunt printen bijvoorbeeld wanneer de tonerpatroon leeg is of indien er papier is vastgelopen.
Fabrieksinstelling: 2
Stap Druk op deze toetsen Commentaar
1 “DATA OVERDRACHT”
FUNCTION
verschijnt op het display.
2 “F AXNUMMER” verschijnt
ABC
op het display.
3 V oer het f axn ummer v an
TUV
ABC
GHI
PQRS
(voorbeeld: 18002374278)
4 “DATA OVERDRACHT”
ENTER
ABC
DEF
PQRS
het uitwisselende faxtoestel in (maximaal 20
TUV
cijfers) door op de numerieke toetsen te drukken.
verschijnt op het display.
5 “OVERDRA CHT ?”
verschijnt op het display.
6 Druk op 1 om de data
of
ABC
STOP
uitwisseling aan te zetten of op 2 en de STOP toets om de functie uit te zetten.
4-14
NL 04 USING FAXb (Europe).p65 12/10/99, 14:2314
HET GEBRUIK VAN DE FAXFUNCTIE
Speciale functies
Transmissie reservering
Wanneer uw f axtoestel bezig is met het ontvangen of z enden van een document uit het geheugen kunt u een transmissie „reserveren“ door het document op de glasplaat te plaatsen, dit in het geheugen te lezen en het faxnummer in te v oeren. Zodra de actuele bewerking voltooid is, kiest uw faxtoestel automatisch het nummer en verzendt het document, zodat u niet hoeft te wachten.
Bij het gebruik van de SPF:
Controleer of er geen documenten
1
op de glasplaat liggen en dat er niet wordt gekopieer d, sluit vervolgens het documentdeksel.
Stel de documentgeleiders in op
2
de breedte van uw document.
Plaats het document met de
3
bedrukte zijde omhoog en voer het voorzichtig in de SPF in. De bovenste rand van het document moet het eerst in de fax ingevoerd worden.
Pas de instellingen voor resolutie en/ of contrast desgewenst aan. Let er echter op dat u de FOTO instelling niet kunt gebruiken bij documenten met B4 formaat.
Origineel met de printzijde omhoog
Voer het nummer van het
4
ontvangende faxtoestel met behulp van een van de v olgende methodes in:
Druk op een snelkiestoets.
Druk op de SPEED/SEARCH toets en voer een verkortkiescode in.
Voer een volledig nummer in m.b.v. de numerieke toetsen.
Druk op de F AX START toets
5
nadat u een verkortkiescode of een volledig nummer heeft ingevoerd.
Het nummer wordt gekozen zodra de actuele bewerking werd voltooid en de transmissie begint zodra de verbinding tot stand is gekomen.
HET GEBRUIK VAN DE FAXFUNCTIE
NL 04 USING FAXb (Europe).p65 12/10/99, 14:2315
SPEED/ SEARCH
(voorbeeld)
4-15
mark
Original scale
Speciale functies
Bij het gebruik van de glasplaat :
Controleer of er geen documenten
1
in de SPF aanwezig zijn en er niet gekopieerd wordt. Open vervolgens het documentdeksel.
Plaats het document met de
2
printzijde omlaag op de glasplaat. Breng het document op één lijn met de aanlegliniaal in de onderstaande afbeelding. (Breng het midden van de rand van het
document op één lijn met de ( ) markering.)
Pas de instellingen voor resolutie en/ of contrast desgewenst aan.
aanlegliniaal
markering
Sluit voorzichtig het
3
documentdeksel.
Opmerking : bij het gebruik van de glasplaat mogen er geen documenten in de
SPF worden geplaatst.
Druk op BOOK SEND toets om de
4
pagina in het geheugen te scannen.
Selecteer het documentformaat uit
5
de aangegeven opties.
Pas de instellingen voor resolutie en/ of contrast desgewenst aan. Let er echter op dat u de FOTO instelling niet kunt gebruiken bij documenten met B4 formaat.
Druk op BOOK SEND toets. Indien
6
er meer dan een pagina in het geheugen moet worden gescand plaatst u de volgende pagina en drukt u voor elke pagina op de BOOK SEND toets.
Ga verder met de stappen 4 en 5 in
7
de vorige paragraaf, “Het gebruik van de SPF”.
Opmerking : Wanneer het document uit de documentlade wordt verwijderd
nadat er een transmissie reservering werd ingesteld, wordt de reservering geannuleerd.
4-16
NL 04 USING FAXb (Europe).p65 12/10/99, 14:2316
HET GEBRUIK VAN DE FAXFUNCTIE
Speciale functies
Multi-verzenden
Met deze functie kunt u hetzelfde document naar maximaal 50 verschillende locaties zenden in een enkele bewerking. Zodra het document geladen is, wordt het gescand en in het geheugen opgeslagen. De inge voerde faxn ummers worden dan automatisch achtereenvolgens gekozen, en het document aan elke locatie verzonden.
• Om de faxnummers van de ontvangende toestellen in te voeren, moet u snelkiestoetsen, verkortkiescodes of groepstoetsen gebruiken; er kunnen geen faxnummers handmatig inge voerd worden.
Plaats het document met de
1
printzijde naar boven en voer het langzaam in de documentinv oer.
Pas de instellingen voor
resolutie en/of contrast desgewenst aan.
Bedien de BROADCAST
2
toets.
Origineel printzijde boven
BROADCAST
Kies de nummers van de
3
ontvangende toestellen m.b.v . een van de volgende methodes:
Druk op één of meer
snelkiestoetsen.
V oer v erk ortkiescodes in met
de numerieke toetsen, bijvoorbeeld verkortkiescodes 01, 02, tot 09.
Druk op één of meer
groepstoetsen.
HET GEBRUIK VAN DE FAXFUNCTIE
NL 04 USING FAXb (Europe).p65 12/10/99, 14:2317
01
02 09
. . .
(voorbeeld)
4-17
Speciale functies
Bedien de F AX START
4
toets.
FAX START
De transmissie begint.
Multi-verzenden m.b.v . een groepstoets
Wanneer de f axtoestellen waaraan u wilt zenden alle in een groepstoets werden geprogrammeerd, kunt u de multi-verzenden bewerking met de volgende vereenvoudigde procedure uitvoeren. Zie “Het opslaan van nummers onder groepstoetsen” in hoofdstuk 2.
Plaats het document met de
1
printzijde naar boven en voer het langzaam in de documentinv oer.
Origineel printzijde
Original face up
boven
Pas de instellingen voor resolutie en/of contrast desgewenst aan.
Druk op de
2
overeenkomstige groepstoets. De transmissie begint.
Indien het geheugen vol wordt terwijl het document wordt gescand, verschijnt “MEMORY VOL” op het display.
Bedien de FAX START toets om de pagina‘s die tot dat tijdstip in het geheugen werden opgeslagen, te zenden.
Druk op de STOP toets om de hele transmissie te annuleren.
4-18
NL 04 USING FAXb (Europe).p65 12/10/99, 14:2318
HET GEBRUIK VAN DE FAXFUNCTIE
19
(voorbeeld)
Speciale functies
Polling
Polling maakt het u mogelijk een ander f axtoestel te vr agen een document aan uw faxtoestel te zenden. Met andere woorden, het ontvangende faxtoestel, niet het zendende faxtoestel activ eert de transmissie. U kunt uw faxtoestel z owel gebruiken om te pollen als om door een ander faxtoestel gepold te worden.
Instellen van de Polling toets
Om de polling functie te kunnen gebruiken, moet u eerst snelkiestoets 20/POLL voor het gebruik als polling toets instellen. Dit wordt gedaan via de onderstaande procedure.
• De polling toets kan niet gelijktijdig voor het kiezen m.b .v. snelkiestoetsen en v oor het pollen worden gebruikt. Indien de toets al v oor het kiezen m.b.v . snelkiestoetsen werd geprogrammeerd, dient u deze toets eerst te wissen volgens de instructies in “Het opslaan van nummers voor automatisch kiezen” in hoofdstuk 2.
Stap Druk op deze toetsen Commentaar
1 “INVOER MODE” verschijnt op het
2 “POLLING FUNCTIE” verschijnt op
FUNCTION
GHI
DEF
display.
het display.
3 Druk op “1” om de polling functie aan
of
ABC
te zetten of op “2” om de functie uit te zetten.
4 Druk tweemaal op de STOP toets
STOP
STOP
om de procedure te beëindigen.
Het pollen van anderen
Kies het nummer van het
1
faxtoestel waarmee u wilt pollen m.b.v. een van de volgende methodes:
Druk op de SPEAKER toets en
SPEED/ SEARCH
kies het volledige nummer. Wacht op het fax-antwoordsignaal.
Druk op de SPEED/SEARCH
(voorbeeld)
toets en voer een 2cijferige verkortkiescode in.
Voer het gehele nummer met de
numerieke toetsen in.
Druk op snelkiestoets 20/POLL.
2
20/POLL
HET GEBRUIK VAN DE FAXFUNCTIE
4-19
NL 04 USING FAXb (Europe).p65 12/10/99, 14:2319
Speciale functies
Gepold worden (Geheugen polling)
Om het meerdere faxtoestellen toe te staan om uw faxtoestel te pollen of wanneer u de documentinvoer voor andere bewerkingen vrij wilt houden, kunt u Geheugen polling gebruiken in plaats van P olling stand­by .
Het programmeren van een Geheugen polling bewerking
U kunt kiezen of u het pollen slechts eenmaal wilt toestaan of een onbeperkt aantal malen. In het laatste geval kan uw fax als een elektronisch “Mededelingenbord” worden gebruikt.
• Er kan slechts een document tegelijk voor geheugen polling worden opgeslagen hoewel u documenten met meerder pagina‘s kunt opslaan.
• Indien u het pollen slechts eenmaal toestaat, wordt het document na het pollen automatisch uit het geheugen gewist. Indien u het pollen onbeperkt toestaat, blijft het document in het geheugen totdat u het wist volgens de procedure die in “Het wissen van documenten” wordt beschreven.
• W anneer u een document voor het pollen in het geheugen heeft opgeslagen, en u hieraan iets wilt toevoegen, dat u te werk zoals beschreven in “Het toevoegen aan documenten”.
Om een geheugen polling bewerking te programmeren dient u het document of in de automatische documentinvoer te plaatsen of de glasplaat te gebruiken zoals onderstaand beschreven. Vervolgens stelt u de ontvangstmode in op AUT O (Druk op de RECEPTION MODE toets tot het A UT O lampje aangaat).
Stap Druk op deze toetsen Commentaar
1 “MEMORY POLL INGAVE” v erschijnt
FUNCTION
WXYZ
op het display. “1: MAAL 2: HERHALING” verschijnt onder op het display.
2 “INGA VE RESOLUTIE & CONTRAST
DAN ENTER” verschijnt op het display.
3 Pas de instellingen v oor resolutie en/of
RESOLUTION
CONTRAST
contrast desgewenst aan.
4 Wanneer u de automatische
documentinvoer gebruikt, drukt u op de ENTER toets. Wanneer u de
ENTER
5 Druk tweemaal op de STOP toets om
4-20
STOP
HET GEBRUIK VAN DE FAXFUNCTIE
STOP
glasplaat gebruikt, volgt u de stappen 1-6 in de paragraaf “Instellen v an het document” in dit hoofdstuk op . “STAND-BY” v erschijnt op het displa y, en het document wordt in het geheugen van de eenheid gescand.
de procedure te beëindigen.
NL 04 USING FAXb (Europe).p65 12/10/99, 14:2320
Speciale functies
T oe v oegen aan documenten
Indien u een document voor polling in het geheugen heeft opgeslagen en u hieraan pagina‘s wilt toev oegen, gaat u als v olgt te werk. Wanneer u slechts eenmaal pollen toestaat wordt het document automatisch uit het geheugen gewist na het pollen. Indien u een onbeperkt aantal malen pollen toestaat, blijft het document in het geheugen totdat u het op de volgende manier wist:
Stap Druk op deze toetsen Commentaar
1 “MEMORY POLL
FUNCTION
WXYZ
INGA VE” v erschijnt op het display. “1: TOEV OEG 2: WISSEN” verschijnt onder op het display.
2 Ga verder met stap 2 in
ENTER
Wissen van documenten
de paragraaf „Programmeren van een geheugen polling bewerking”.
Stap Druk op deze toetsen Commentaar
1 “MEMORY POLL
FUNCTION
2 De datum en de tijd
ABC
WXYZ
ENTER
HET GEBRUIK VAN DE FAXFUNCTIE
INGA VE” v erschijnt op het display. “1: TOEV OEG 2: WISSEN” verschijnt onder op het display.
worden weer op het display weergege ven.
4-21
NL 04 USING FAXb (Europe).p65 12/10/99, 14:2321
Speciale functies
Timer bewerkingen
Met de timer functie kunt u een transmissie of polling bewerking op een bepaalde door u vastgelegde tijd laten uitvoeren. Er kunnen maximaal drie transmissie bewerkingen of polling bewerkingen tegelijk ingesteld worden, en de tijden waarop deze worden uitgevoerd kunnen tot een week van te voren worden vastgelegd.
U kunt deze functie bijvoorbeeld gebruiken om te kunnen profiteren van de lagere nachttarieven zonder w akker te moeten blijv en om de bewerking uit te voeren.
• V oor een timer transmissie dient u het document in het geheugen te scannen wanneer u de transmissie instelt. Het is handig om het document in het geheugen te scannen omdat u zich geen zorgen hoeft te maken over het verwisselen van documenten of dat u het document v ergeet te in te voeren.
• Indien het geheugen vol wordt terwijl het document wordt gescand, v erschijnt “MEMORY V OL” op het display.
• Bedien de FAX START toets om de pagina‘s die tot dat tijdstip in het geheugen werden opgeslagen, te zenden.
• Druk op de STOP toets om de hele transmissie te annuleren.
• Codenummers worden gebruikt om elke weekdag vast te leggen. Zie de onderstaande tabel voor het maken van tijdsinstellingen die een bepaalde dag bevatten.
Day
Dag
Code
Code
4-22
NL 04 USING FAXb (Europe).p65 12/10/99, 14:2322
Sunday0Monday1Tuesday
Zondag0Maandag1Dinsdag2Woensdag3Donderdag4Vrijdag5Zaterdag
HET GEBRUIK VAN DE FAXFUNCTIE
2
Wednesday
3
Thursday4Friday5Saturday
6
6
Speciale functies
Om een timer bewerking in te stellen:
Stap Druk op deze toetsen Commentaar
1 “TIMER MODE” verschijnt op het
FUNCTION
display.
2 Selecteer INSTELLEN. “TIMER
BEWERK. NR. #=1”, “TIMER BEWERK. NR. #=2” of “TIMER BEWERK. NR. #=3” v erschijnt op het display.
3 Selecteer “ZENDEN” of 4 Voer de tijd van de be w erking in
of
DEF
ENTER
“POLLING MODE”.
ABC
(2 cijfers voor de uren en 2 cijfers
(voorbeeld)
5 Voer de code voor de dag van de
ABC
of
ENTER
(voorbeeld)
6 “INVOER NUMMER” verschijnt op
ENTER
voor de minuten).
bewerking in. Indien de bew erking binnen 24 uur wordt uitgevoerd, drukt u alleen op de ENTER toets.
het display.
7 Voer het f axnummer v an het
andere toestel in m.b.v. één van
JKL
(voorbeeld)
8 “INGAVE RESOLUTIE &
ENTER
de volgende methodes:
• Druk op een snelkiestoets .
• V oer een verkortkiescode in met de numerieke toetsen. V oor een polling be werking gaat u verder naar stap 11.
CONTRAST DAN ENTER” verschijnt op het display.
9
RESOLUTION
10 “PLAATS DOKUMENT(EN)”
ENTER
11
NL 04 USING FAXb (Europe).p65 12/10/99, 14:2323
STOP
HET GEBRUIK VAN DE FAXFUNCTIE
CONTRAST
(optioneel)
STOP
Wanneer dit een transmissie is, kunt u desgewenst de resolutie en/of het contrast instellen. (Anders kunt u deze stap overslaan.)
verschijnt op het display. W anneer het document al geplaatst is, verschijnt er geen melding op het display.
Druk een aantal malen op de
STOP toets om de functie te
. . .
verlaten.
4-23
Speciale functies
Om een timer bewerking te annuleren: Indien u een timerbewerking moet annuleren nadat u deze heeft ingesteld, volgt u de volgende stappen op: Wanneer de timer bew erking een transmissie is moet u het nummer weten dat hieraan werd toegekend. Indien u zich niet aan het nummer herinnert (het verschijnt op het display w anneer u de bewerking instelt), moet u de timer lijst printen. Zie “Het printen van rapporten” in dit hoofdstuk voor nadere details hieromtrent.
Stap Druk op deze toetsen Commentaar
1 “TIMER MODE” verschijnt 2 Selecteer “WISSEN”.
FUNCTION
op het display.
ABC
“KIES NR. (1-3)” verschijnt op het display.
3 V oer het 1-cijf erige
nummer in dat aan de bewerking werd toegekend.
4 “GEWIST” verschijnt op het 5 Druk tweemaal op de
Anti Junk Fax
U kunt het verspillen van f axpapier vermijden door de Anti Junk F ax functie te gebruiken. Deze functie voorkomt het ontvangen van faxberichten van maximaal 10 vastgelegd zenders.
Fabrieksinstelling : 2 (UIT) Om de Anti Junk F ax functie aan en uit te z etten, gaat u als v olgt te w erk:
Stap Druk op deze toetsen Commentaar
1 “ANTI JUNK F AX”
2 “ANTI JUNK SELECTIE”
3 Zet de Anti Junk F ax aan
ENTER
STOP
FUNCTION
of
display.
STOP
STOP toets om de procedure te beëindigen.
MNO
verschijnt op het display.
ENTER
verschijnt op het display.
ABC
of uit.
4 Druk tweemaal op de
4-24
NL 04 USING FAXb (Europe).p65 12/10/99, 14:2324
STOP
HET GEBRUIK VAN DE FAXFUNCTIE
STOP
STOP toets om de procedure te beëindigen.
Om junk faxnummers op te slaan gaat u als v olgt te werk:
Stap Druk op deze toetsen Commentaar
1 “ANTI JUNK F AX”
FUNCTION
MNO
verschijnt op het display.
Speciale functies
2 “JUNK F AX NR.”
ABC
verschijnt op het display.
3 “INVOER JUNK FAXNR.
ENTER
#” verschijnt op het display.
JKL
JKL
ABC
JKL
MNO
ABC
4 V oer het f axn ummer in
(voorbeeld)
5 “INGEVOERD” verschijnt
ENTER
(maximaal 20 cijfers).
op het display.
6 Ga terug naar stap 3 of
STOP
Stap 3 of
STOP
. . .
Om junk faxnummers te wissen, gaat u als v olgt te werk:
Stap Druk op deze toetsen Commentaar
1 “ANTI JUNK F AX”
FUNCTION
ABC
MNO
voer een ander nummer in, of druk een aantal malen op de STOP toets om de functie te verlaten.
verschijnt op het display.
2 “JUNK F AX NR.”
verschijnt op het display.
3 “JUNK F AXNR WISSEN”
ABC
4 V oer het n ummer v an het
5 Ga terug naar stap 4 om
Stap 4 of
NL 04 USING FAXb (Europe).p65 12/10/99, 14:2325
STOP
HET GEBRUIK VAN DE FAXFUNCTIE
ENTER
(voorbeeld)
STOP
. . .
verschijnt op het display.
faxnummer dat u wilt wissen in “GEWIST” verschijnt op het display.
een ander nummer te wissen, of druk een aantal malen op de STOP toets om de functie te verlaten.
4-25
Het printen van rapporten
VERZEND JOURNAAL
DI 5 OKT 1999 8:27
#
13:35 13:37 13:40
M M M
00" 00" 00"
0 0 0
ZENDEN ZENDEN ZENDEN
BEZET BEZET BEZET
START ONTVANGER
TIJD PAG'S
RESULTAAT
TYPE
DATUM
04 OKT01 02 03
TOTAAL:
00" 0
P.01
ONTVANGST JOURNAAL
DI 5 OKT 1999 8:28
#
14:51 0389744507 30" 0
ONTVANGEN OKE
START
ZENDER
TIJD PAG'S
RESULTAAT
TYPE
DATUM
04 OKT01
TOTAAL:
30" 0
P.01
TIMER LIJST
DI 5 OKT 1999 8:33
TIMER #
DIN 23:12
1
ZENDEN M
PAG'S
RESOLUTIETYPE
BEWERKING GERESERV. TIJD
1 2 3
P.01
STANDAARD
ONTVANGER
De eenheid kan een reeks rapporten printen over faxactiviteiten alsmede over de verschillende instellingen die u heeft gemaakt. De rapporten worden onderstaand beschreven.
1. VERZEND JOURNAAL:
Faxberichten die door de eenheid werden v erzonden.
2. ONTVANGST JOURNAAL:
Faxberichten die door de eenheid werden ontv angen.
3. TIMER LIJST:
Identificatienummers voor timer bewerkingen.
NL 04 USING FAXb (Europe).p65 12/10/99, 14:2326
4. F AXNUMMER LIJST :
Faxnummers die in de eenheid zijn opgeslagen als snelkiestoetsen of verkortkiescodes.
P.01
VERL. KIEZE
JA
4-26
FAXNUMMER LIJST
SNELK./ VERK. NR
S01 S02 S03
NAAM
M 5 LUC
FAXNUMMER
03 04 132
HET GEBRUIK VAN DE FAXFUNCTIE
DI 5 OKT 1999 8:29
Het printen van rapporten
5. LIJST MET OPTIONELE INSTELLINGEN:
Actueel geactiveerde optionele instellingen.
OPTIONELE INSTEL.LIJST
DI 5 OKT 1999 8:27
SW #
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22
ZAMERTIDJ INSTELLING AAN NAAM
NUMMER
ITEM
PAPIER AFDRUKFORMAAT PAPIER FORMAAT (BOVENSTE) FIJN PRIORITEIT AANTAL BELLEN AUTO AANTAL BELLEN HANDMATIG AUTO JOURNAAL AFDRUK PRINT SELECTIE AANTAL HERHALINGEN HERHALINGSINTERVAL ACTIVERINGSCODE ACTIVERINGSMODE FAX DETECTIE AUTOMATISCH VOORBLAD ONTVANGST REDUCTIE SIGNAAL LENGTE SIGNAAL VOLUME TOETSSIGNAAL BEL VOLUME VOETTEKST PBX INSTELLING TAAL PARTIJ INDEXERING
INSTELLING
AUTOMATISCH A4 UIT 2 BELLEN UIT UIT FOUT/TIMER 2 AANTAL 2 MINUTEN 5 UIT UIT AAN AUTOMATISCH 3 SECONDEN MINUTEN AAN GEMIDDELD AAN CIJFER:09 NEDERLANDS AAN
6. GROEPSLIJST:
Faxnummers die in g roepstoetsen werden opgeslagen.
GROEP LIJST
NR
NAAM
QG05
ACTIVERINGSCODE
S01, S02
DI 5 OKT 1999 8:34
P.01
P.01
7. LIJST MET ANTI JUNK FAX NUMMERS:
Faxnummers die als Anti J unk Fax nummers werden vastgelegd.
ANTI JUNK FAXNUMMER LIJST
Gebruik de volgende procedure om rapporten te printen:
Stap Druk op deze toetsen Commentaar
1 “AFDRUK MODE”
FUNCTION
2 De eenheid print het
of
HET GEBRUIK VAN DE FAXFUNCTIE
NL 04 USING FAXb (Europe).p65 12/10/99, 14:2327
P.01
DI 5 OKT 1999 8:38
NR
01
ABC
ANTI JUNK FAXNUMMER
0389526272
verschijnt op het display.
PQRS
geselecteerde rapport automatisch.
4-27
Het printen van rapporten
Automatisch journaal met bewerkingen
Het is ook mogelijk om de eenheid op bepaalde tijden automatisch verzend­en ontvangst journaals te laten printen (bijvoorbeeld, dagelijks, iedere tweede dag, wekelijks enz.) en na elke 50 be werkingen. Fabrieksinstelling : 5 (UIT)
Stap Druk op deze toetsen Commentaar
1 “OTIONELE INSTEL.” v erschijnt op
FUNCTION
2 “AUT O JOURNAAL” verschijnt op het
GHI
het display.
MNO
display.
3
JKL
naar
Druk op
1: AUTO JOURNAAL/D A G 2: AUTO JOURNAAL/2 DAG 3: AUTO JOURNAAL/4 DAG 4: AUTO JOURNAAL/WEEK 5: A U TO JOURNAAL UIT.
4 Druk tweemaal op de STOP toets
STOP
STOP
om de procedure te beëindigen.
Het printen van transactierapporten
U kunt verschillende transactierapporten laten printen na bepaalde bewerkingen van de eenheid: transmissie, ontvangst, of fout. Om deze functie te gebruiken gaat u als volgt te werk:
Fabrieksinstelling: 5 (FOUT/TIMER)
Stap Druk op deze toetsen Commentaar
1 “OPTIONELE INSTEL.” verschijnt op
FUNCTION
2 “TRANSACTIE LIJST” verschijnt op
GHI
het display.
PQRS
het display.
3 Selecteer de instelling voor het rap
port: 1 (ALTIJD PRINTEN): Na elke tran­smissie, ontvangst of fout. 2 (FOUT/TIMER): Alleen na een foute of timer bewerking. 3 (ALLEEN ZENDEN): Allen na een transmissie.
4 (NOOIT PRINTEN): Nooit printen. 5 (FOUT ALLEEN): Alleen na een
fout. “INGEVOERD” verschijnt op het di­splay.
STOP
JKL
naar
STOP
4 Druk tweemaal op de STOP toets
om de procedure te beëindigen.
4-28
HET GEBRUIK VAN DE FAXFUNCTIE
NL 04 USING FAXb (Europe).p65 12/10/99, 14:2328
5. OPSPOREN VAN STORINGEN
Opsporen van storingen
Probleem Controle en verhelpen
Er kan niet worden gekozen. Controleer of de telefoonleiding
Er vindt geen transmissie plaats. Controleer of het printpapier van het
Aan de zijde van de ontvanger Zorg ervoor dat het te zenden
Er wordt een vervormd beeld ontvangenRuis in de telefoonleiding kan door het andere faxtoestel. vervorming veroorzaken. Probeer het
Het ontvangen document is vaag. Vraag het andere faxtoestel om
behoorlijk is aangesloten op de eenheid en de wandcontactdoos.
ontvangende apparaat niet op is. Controleer of het ontvangende apparaat G3 compatibel is. (Deze informatie moet vermeld zijn in de documentatie van het apparaat.) Controleer het display op eventuele foutmeldingen.
document op wordt niet geprint de correcte manier in de eenheid wordt ingevoerd. Zorg ervoor dat het ontvangende apparaat bedrijfsklaar is.
document opnieuw te verzenden. Maak een kopie van het document op de eenheid. Wanneer de kopie ook vervormd is, is er een storing van de eenheid aanwezig.
documenten met een hoger contrast te zenden. Indien het contrast nog steeds laag is, maakt u een kopie met de eenheid om dit te controleren.
Ontvangen beelden zijn vervormd. Ruis in de leiding kan vervorming
veroorzaken. Laat de zender het document opnieuw toesturen. De drumpatroon moet worden vervangen.
KOPIE SERVICE FOUT De kopieermachine functioneert niet.
Draai de aan-/uitschakelaar uit, trek het snoer uit het stopcontact en neem contact op met uw Olivetti dealer.
FAX SERVICE FOUT (X) Het faxtoestel functioneert niet. Neem
contact op met uw Olivetti dealer.
Opmerking: Indien uw probleem niet kan worden opgelost met behulp van de instructies uit de bovenstaande tabel, neem dan contact op met uw Olivetti dealer.
OPSPOREN VAN STORINGEN
NL 05 TROUBLE a(Europe).P65 11/10/99, 09:471
5-1
Meldingen en signalen
Displaymeldingen
Melding Betekenis
DOCUMENT Het originele document is vastgelopen. F AX ONTV. IN MEMORY Er werd een faxbericht in het geheugen
LIJN STORING Faxtransmissie of –ontvangst was
MEMORY VOL Het geheugen is vol. Zie “Geheugen” onder
PAPIER STORING Het printpapier is vastgelopen. PAPIER FORMAAT FOUT De instelling voor het f ormaat van het
PLAATS XXX PAPIER printpapier is niet correct. Stel het formaat
KAN NIET PRINTEN Tonerpatroon is leeg.
KOPIEERAPP. KLEP OPEN Het front/zijdeksel is open. PAPIER IS OP (XXX) Het papier is op en de data worden in het
ontvangen omdat de tonerpatroon moet worden vervangen, omdat het faxpapier op is, of omdat het papier is vastgelopen. Het faxbericht wordt geprint zodra het probleem is verholpen.
niet succesvol. Druk op de STOP toets om de melding te wissen en probeer het opnieuw.
“Speciale functies” in hoofdstuk 4.
correct in. Op het naambordje v erschijnt “XXX”, “L TR”, “LGL” of “A4”.
Tonerpatroon niet ingevoerd. De levensduur v an de tonerpatroon of drumpatroon is afgelopen.
geheugen gelezen. Stel dit correct in Op het naambordje verschijnt “XXX”, “LTR”, “LGL” of
“A4”. PLAATS DOCUMENT (EN) Plaats de document(en) in de eenheid. GEEN RESPONSE Leidingstoring.
PLAATS ORG. TERUG Papierstoring in de SPF. XX VEL (LEN) Wanneer het geheugen vol is en er een
5-2
NL 05 TROUBLE a(Europe).P65 11/10/99, 09:472
OPSPOREN V AN STORINGEN
Geen antwoord van de ontvanger.
lijnstoring is opgetreden, wisselt het
display tussen de meldingen PLAATS ORG.
TERUG en MEMORY V OL.
Akoestische signalen
Meldingen en signalen
T oontype Duur
Continue toon
Continue toon
3 seconden Geeft het einde van de
1 seconde
Betekenis
transmissie, ontvangst of leidingstoring aan.
Alarmtoon
NL 05 TROUBLE a(Europe).P65 11/10/99, 09:473
OPSPOREN V AN STORINGEN
5-3
Opmerkingen
5-4
NL 05 TROUBLE a(Europe).P65 11/10/99, 09:474
OPSPOREN V AN STORINGEN
6. TECHNISCHE GEGEVENS
Technische gegevens
Compatibiliteit: ITU-T G3 Telefoonleiding: PSTN (openbaar telefoonet) Kiesmode: T oon Modemsnelheid: 14,400 bps met automatische
Compressiemethode: MH, MR, MMR T ransmissieduur: Ongeveer 6 seconden
Geheugen: 2 megabyte RAM Formaat verzonden document: Maximum B4, minimum A5
Formaat ontvangen papier: A4, LETTER of LEGAL Automatische documentin voer 30 bladen
(ADF): Resolutie in tekstmode: Standaard: 200 x 100 dpi
terugschakeling op 12,000, 9,600, 7,200, 4,800, of 2,400 bps
De tijd is gemeten zonder fax portocol signalen.
(Bij het gebruik van de SPF: Een b lad tegelijk: max.257mm x 500mm, min. 216mm x 140mm Meerdere bladen tegelijk: max. 257mm x 364mm, min. 216mm x 140mm Bij het gebruik van de glasplaat: max.257mm x 364mm, min. 216mm x 140mm)
Fijn: 200 x 200 dpi Super fijn: 200 x 400 dpi
Resolutie in fotomode: 200 x 200 dpi Grijstinten methode Fout diffusie
in fotomode: Grijstinten niveau in fotomode: 256 niveaus
Contrast: Licht, middel, donker Snel scannen: maximaal 14 pagina‘s per minuut
NL A SPECIFICATIONS.P65 28/03/00, 10.481
TECHNISCHE GEGEVENS
6-1
Technische gegevens
Multi-verzenden: Bestemming: maximaal 50
verschillende locaties Bestemming: geselecteerd met snelkiestoets, verkortkiescode of groepstoets
Polling: Modes: Pollen van anderen, pollen uit
het geheugen
Uitgesteld faxen: 3 types selecteerbaar: standaard,
geheugen transmissie of pollen van anderen
Anti Junk Fax: Maximaal 10 nummers
Auto voorb lad: 6 soorten mededeling selecteerbaar:
“Dringend, ” “Belangrijk, ” “V ertrouwelijk, ” “distribueren AUB ,” “terugbellen A UB ,” en geen mededeling
Rapport: Transactie, stroomuitval, be werking
(zenden/ontvangen)
Printbare instellingenlijsten: Anti Junk Fax nummers, timer, groep,
telefoonnummer , optionele instelling
Vanwege het streven naar continue verbetering behoudt OLIVETTI zich het recht voor zonder mededeling vooraf wijzigingen in design en technische gegevens uit te voeren om het product te verbeteren. De aangegeven vermogenscijfers zijn de nominale waarden van productieeenheden. Er kunnen eventueel afwijkingen bestaan bij individuele eenheden.
6-2
NL A SPECIFICATIONS.P65 28/03/00, 10.482
TECHNISCHE GEGEVENS
VERKLARENDE WOORDENLIJST
A.M. mode:
Wanneer het apparaat op de A.M. (antwoordapparaat) mode is ingesteld, leidt de eenheid alle binnenkomende gesprekken door aan een antwoordapparaat dat op dezelfde leiding is aangesloten.
Afstand ontvangst:
Een faxfunctie waarbij de ontv angst van faxberichten kan worden geactiveerd vanaf een neventoestel door het invoeren van een 1-cijferig fax afstandsnummer gevolgd door .
Anti Junk Fax:
Een functie van het faxtoestel waarmee de gebruiker maximaal 10 faxnummers kan programmeren waarvan hij/zij geen faxberichten wenst te ontvangen.
AUTO mode:
De eenheid ontvangt automatisch faxberichten wanneer deze op de AUTO mode is ingesteld.
Automatisch kiezen:
Een functie waarmee de eenheid automatisch een door de gebruiker geprogrammeerd nummer kiest door op één of meerdere toetsen te drukken. Zie kiezen m.b.v. snelkiestoetsen of kiez en m.b .v. verkortkiescodes.
Contrast:
De graad van verschil tussen donk ere en lichte zones van een geprint, gef axt of gescand document.
dpi (dots per inch):
Een standaard maateenheid die wordt gebruikt voor de resolutie van een gescande of geprinte afbeelding.
Groepstoetsen:
De aanduiding van meerdere snelkiestoetsen die werden geprogrammeerd als een groep faxnummers.
HANDMA TIGE mode:
Wanneer de eenheid op de MANUAL mode is ingesteld moeten alle gesprekken handmatig worden beantwoord door op de SPEAKER toets te drukken of door de hoorn van een neventoestel op dezelfde leiding op te nemen.
Kiezen m.b.v . snelkiestoetsen:
Een vorm van automatisch kiezen waarbij slechts op een geprog rammeerde toets moet worden gedrukt (een snelkiestoets) om een bepaald faxnummer te kiezen.
NL B Glossary (Europe).p65 06/10/99, 08:511
VERKLARENDE WOORDENLIJST-i
Verklarende woordenlijst
Kiezen m.b.v . verk ortkiescodes:
Een vorm van Automatisch Kiezen die wordt uitgevoerd door de SPEED/ SEARCH toets te bedienen en vervolgens een verkortkiescode in te voeren.
Multi-verzenden:
Een vorm van zenden die het mogelijk maakt eenzelfde faxbericht aan meerdere faxtoestellen te zenden.
Ontvangst reductie:
Een faxfunctie waarmee het formaat van ontvangen f axberichten automatisch wordt aangepast aan het papierformaat dat in de eenheid werd geladen.
Ontvangstmode:
Deze instelling regelt hoe de eenheid binnenkomende gesprekken beantwoordt. Zie A.M. mode, AUTO mode en MANUAL mode.
Polling:
Een faxfunctie waarmee de gebruiker een transmissie van een ander faxtoestel kan aanvragen. Hierbij kiest het ontvangende faxtoestel het zendende faxtoestel en activ eert de transmissie.
Resolutie:
De ruimte tussen de lijnen van een geprint, gefaxt, of gescand. In het algemeen geldt dat hoe hoger de resolutie is des te hoger is de kwaliteit van het document of de afbeelding.
T ransmissie reservering:
Een faxfunctie waarmee de gebruiker een fax kan laden en het faxnummer van de ontvanger kan in voeren terwijl de eenheid in gebruik is. De fax wordt verzonden zodra de eenheid de v orige be werking heeft voltooid.
Verlengd Kiezen:
Een manier van kiezen waarmee u een lang nummer (tot een lengte v an 50 cijfers) met een combinatie van snelkiestoetsen, verkortkiescodes en handmatig ingevoerde nummers kunt kiez en.
VERKLARENDE WOORDENLIJST-ii
NL B Glossary (Europe).p65 06/10/99, 08:512
SNELLE REFERENTIEGIDS
Deze pagina biedt een overzicht v an de bewerkingen die u met deze eenheid kunt uitvoeren. Voor gedetailleerde informatie over elke bewerking, zei het overeenkomstige hoofdstuk in dez e gebruiksaanwijzing.
FAX
MULTI-
Plaats het document
gevolgd door de
volgende bewerking
VERZENDEN
ZENDEN V AN DOCUMENTEN
Stel het RESOLUTIE CONTRAST MEMORY
Direct kiezen via het toetsenbord Kiezen (NUM toetsen indrukken) FAX START
Kiezen d.m.v. snelkiestoetsen Druk op de snelkiestoets
Kiezen d.m.v. verkortkiescodes SPEED/SEARCH
voer verkortkiescode in FAX START
Normaal kiezen SPEAKER kiezen (druk op NUM toetsen) wacht op ontvangsttoon FAX START
Herkiezen
REDIAL PAUSE
FAX START
Stel RESOLUTIE/CONTRAST in Normaal multi-verzenden
BROADCAST voer het snelkiesnummer in/druk op de verkortkiescode FAX START
Bij gebruik van de groepstoets Druk op de GROUP toets
HET POLLEN VAN ANDEREN
Stel snelkiestoets 20 in als polling toets (FUNCTIE toets 3 4 1 STOP STOP) en stel RESOLUTIE/CONTRAST in.
Direct kiezen via het toetsenbord Kiezen (NUM toetsen indrukken) POLLING (snelkiestoets 20)
Kiezen d.m.v. verkortkiescodes SNELK.
voer verkor tkiescode in POLLING (snelkiestoets 20)
NL d quick reference.p65 08/10/99, 10:371
Normaal kiezen SPEAKER kiezen (druk op NUM toetsen) wacht op ontvangsttoon POLLING (snelkiestoets 20)
SNELLE REFERENTIEGIDS-i
Snelle referentiegids
FUNCTIE MODE
ST AP 1 Druk op de FUNCTION toets STAP 2 Druk op het menunummer
uit de onderstaande lijst
1. TIMER MODE
2. LIJST MODE
3. INVOERMODE
4. OPTIONELE INSTELLING
1. BEWERKING INSTELLEN (ZENDEN/POLLING)
1. VERZEND JOURNAAL
3. TIMERLIJST
5. LIJST MET OPTIONELE INSTELLINGEN
7. ANTI JUNK FAXNR. LIJST
1. FAXNUMMER MODE (INSTELLEN/WISSEN)
3. EIGEN NUMMER INSTELLEN
01. PAPIER AFDRUKFORMAAT
03. PRIORITEIT FIJNE RESOLUTIE
05. AANT AL BELLEN HANDMA TIG
07. PRINT SELECTIE TRANSACTIERAPPORT
09. HERHALINGSINTER V AL
11. SELECTEREN ACTIVERINGSMODE
13. A UT O VOORBLAD
15. SIGNAAL LENGTE
17. TOETSSIGNALEN
19. VOETTEKST
21. T AAL
ST AP 3 Druk op het optienummer uit de onderstaande lijst
2. BEWERKING WISSEN
2. ONTVANGST JOURNAAL
4. FAXNUMMER LIJST
6. GROEPS LIJST
2. INSTELLEN DATUM EN TIJD
4. POLLING FUNCTIE
02. PAPIER FORMAA T (BOVENSTE CASSETTE)
04AANT AL BELLEN A UTO
06. A UTO AFDR UK JOURNAAL
08AANT AL HERHALINGEN
10. F AX ACTIVERINGSCODE
12. F AX DETECTIE
14. ONTV ANGST REDUCTIE
16. SIGNAAL VOLUME
18. BEL VOLUME
20. PBX INSTELLING
22. PARTIJ INDEXERING
5. GROEP INVOERMODE
6. ANTI JUNK FAX MODE
7. ACTIVERINGSMODE
8. ANTWOORDAPP ARAA T MODE
9. MEM POLL INGA VE
0. DATA OVERDRA CHT
SNELLE REFERENTIEGIDS-ii
NL d quick reference.p65 08/10/99, 10:372
1. GROEP INSTELLEN MODE
1. ANTI JUNK SELECTERN (AAN/UIT)
1. VOORBLAD AAN
1. STILLE DETECTIETIJD
1: 1 MAAL
1: DAT A O VERDRACHT
2. GROEP WISMODE
2. JUNK FAXNUMMER MODE (INSTELLEN/WISSEN)
2. VOORBLAD UIT
2. SELECTEREN AUTO ONTVANGST (AAN/UIT)
2. HERHALING
2. F AXNUMMER
INDEX
A
A.M. Mode ...................................4-10
Aansluitingen .................................1-3
Aantal belsignalen .........................2-9
Activeringsmode..........................2-17
Akoestische signalen..................... 5-3
Anti junk fax................................... 2-3
Alarmsignaal, lengte .................... 4-24
Antwoordapparaat back-up..........2-25
Auto V oorblad ................................4-5
AUTO mode................................. 4-10
Automatisch kiezen...................... 4-19
Automatisch journaal ................... 4-28
Herkiezen ...................................... 4-9
Het ontvangen van f axberichten...4-12
I
Indexfunctie ................................. 2-15
Instellen van datum & tijd............... 2-7
Invoeren v an karakterteken ........... 2-5
Invoeren v an uw naam en faxnummer ... 2-6 Instelling van de automatische
zomertijd........................................ 2-8
Instelling van de taal ...................... 2-4
B
Bedieningspaneel .......................... 2-1
Belvolume......................................2-3
C
Contrast voor het f ax en.................. 4-3
D
Data overdracht...........................4-14
V oorb lad ........................................4-4
Direct kiezen via het toetsenbord... 4-6
Displaymeldingen ..........................5-2
F
Fax installatie.................................2-5
Faxtransmissie instellingen............4-3
G
Gebruik met een antwoordapparaat..2-24
Gebruik met een PC Modem .......2-16
Groepslijst ...................................4-27
Groepstoetsen............................. 2-22
K
Kiezen en zenden.......................... 4-6
Kiezen m.b.v. snelkiestoetsen........ 4-7
Kiezen m.b.v. v erkortkiescodes......4-7
L
Lijst met optionele instellingen ..... 4-27
Liquid Crystal Display .................... 2-2
M
Multi-verzenden...........................4-17
N
Naam van de onderdelen ..............1-2
O
Ongeschikte originelen .................. 3-2
Ontvangst in het geheugen..........4-13
Ontvangst journaal ........................4-3
Ontvangst reductie ......................4-11
Ontvangstmode ............................. 2-9
Opsporen van fouten .....................5-1
Originelen ......................................3-1
H
HANDMATIGE mode ................... 4-10
Herhalingen ................................. 2-13
Herhalingsinterval........................ 2-14
NL C Index (Europe).p65 06/10/99, 17:371
P
Papierformaat ..............................2-11
PBX-instelling ..............................2-18
INDEX-i
INDEX
Pijltoetsen......................................2-2
Plaatsen van documenten .............4-1
Polling..........................................4-19
Prioriteit fijne resolutie ................. 2-16
R
Resolutie .......................................4-3
S
Signaalvolume ...............................2-2
Stille detectietijd...........................2-24
T
Technische gegev ens .................... 6-1
Telefoonsnoer................................1-3
Timer bewerkingen ...................... 4-22
Timer lijst ..................................... 4-26
T r ansactie rapporten.................... 4-28
Transmissie reservering...............4-15
U
Uitschakelen van de toetssignalen. 2-4
V
V erlengd Kiezen ...................2-21, 4-8
V oettekst......................................4-12
V erzend journaal..........................4-26
Z
ZOEKEN toets...............................4-9
INDEX-ii
NL C Index (Europe).p65 06/10/99, 17:372
Loading...