ENERGY STAR is een wettig gedeponeerd handelsmerk in de Verenigde Staten.
Het ENERGY STAR-programma is een energiebesparingsplan dat door de milieubeschermingsorganisatie van de overheid van de Verenigde Staten is
opgesteld als antwoord op de milieuproblematiek met als doel de ontwikkeling en het gebruik van meer energiebesparende kantoorapparatuur.
Gedeponeerde handelsmerken: Microsoft en Windows
zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft
Corporation.
Andere gedeponeerde handelsmerken en handelsnamen
kunnen in deze uitgave worden gebruikt als verwijzing
naar de respectieve eigenaren of namen van hun
producten. Olivetti wijst elk eigendomsbelang in
gedeponeerde handelsmerken en handelsnamen van
derden af.
Het CE-merk dat op dit product is aangebracht
getuigt ervan dat het product aan de kwaliteitseisen voldoet.
Het is verboden om elektrische en elektronische apparatuur als huishoudelijk afval te verwerken: het is verplicht
om een gescheiden inzameling uit te voeren. Het achterlaten van dergelijke apparatuur op plekken die niet
specifiek hiervoor erkend en ingericht zijn, kan gevaarlijke gevolgen voor het milieu en de veiligheid met zich
meebrengen.
Overtreders zijn onderworpen aan sancties en maatregelen krachtens de wet.
OM OP CORRECTE WIJZE ONZE APPARATUUR TE VERWERKEN KUNT U:
aZich wenden tot de plaatselijke instanties die u aanwijzingen en praktische informatie over de correcte
behandeling van het afval zullen verschaffen, zoals bijvoorbeeld: locatie en openingstijden van de
inzamelcentra, enz.
bBij aankoop van een nieuw apparaat van ons merk, het oude apparaat, dat gelijk moet zijn aan het gekochte
apparaat bij onze wederverkoper inleveren.
Het symbool van de doorgekruiste vuilnisbak, aangebracht op de apparatuur, betekent dat:
•Het apparaat aan het einde van zijn levensduur bij geoutilleerde inzamelcentra moet worden
ingeleverd en gescheiden van het huishoudelijk afval moet worden verwerkt;
•Olivetti de activering garandeert van de procedures inzake behandeling, inzameling,
recycling en verwerking van de apparatuur conform de Richtlijn 2002/96/EG (en latere
wijzigingen).
2. VOOR DE OVERIGE LANDEN (NIET EU)
De behandeling, de inzameling, de recycling en de verwerking van elektrische en elektronische apparatuur dienen
overeenkomstig de wetten die in elk land van kracht zijn te gebeuren.
Problemen tijdens de installatie van de printer
Problemen bij het inschakelen van de printer
Problemen bij het afdrukken
Problemen bij het kopiëren/scannen
INFORMATIE MET BETREKKING TOT DE PRINTKWALITEIT EN DE GARANTIE
PLAATSING VAN DE PRINTERCOMPONENTEN
BEDIENINGSPANEEL VAN DE PRINTER
PRINTCONSOLE VOOR FOTO’S
PLAATSING VAN HET ORIGINEEL OP DE GLASPLAAT
PAPIER LADEN
IN- EN UITSCHAKELEN VAN DE PRINTER
AANSLUITING VAN EEN DIGITAAL FOTOTOESTEL OP DE PRINTER
PLAATSEN EN VERWIJDEREN VAN DE GEHEUGENKAARTEN
OM TE BEGINNEN1
ALGEMENE INFORMATIE
Dit veelzijdige multifunctionele product bestaat uit een inkjetprinter met dubbele inktpatroon van hoge
kwaliteit en een flatbed kleurenscanner van A4-formaat, voor het printen, scannen en kopiëren van
documenten en foto’s. Met een kleurenpatroon en een zwarte patroon kunt u de multifunctionele
printer gebruiken voor het afdrukken van normale documenten in zwart-wit of in kleur. Met de
mogelijkheid de zwarte inktpatroon te vervangen door een fotopatroon (die apart wordt geleverd),
wordt uw multifunctionele printer een fotografische 6-kleurenprinter die in staat is nieuw leven te
geven aan uw foto-afdrukken. Als de printer op een computer met modem is aangesloten, kunnen de
gescande documenten of foto’s bovendien per fax worden verzonden met behulp van de op de PC
geïnstalleerde faxtoepassing.
Deze multifunctionele printer kan worden gebruikt in de voordelige PC-free of stand-alone modus,
waarin het mogelijk is kopieën te maken en foto’s af te drukken door eenvoudig een digitaal
fototoestel PictBridge, DPOF of non-PictBridge/DPOF op de USB-poort op het bedieningspaneel aan te
sluiten, zonder de printer op een computer aan te hoeven sluiten en dus zonder de PC te hoeven
inschakelen. Bovendien kunt u geheugenkaarten in de speciale slots aan de voorkant van de printer
aanbrengen en de opgeslagen foto’s selecteren en afdrukken.
Deze multifunctionele printer kan tevens op een personal computer worden aangesloten via de tweede
USB-poort. In dat geval werkt men als in de modus PC-free, maar kan toch gebruik worden gemaakt
van de software voor documentbeheer en de extra software op de CD-ROM “Installation”
(“Installatie”) die bij het product wordt geleverd.
Opmerking: Indien men de printer op een personal computer aan wil sluiten, moet deze laatste
gebruik maken van het besturingssysteem Microsoft Windows 98 SE, Me, 2000 of XP, ofwel MAC OS
10.3 of latere versie.
TOEGANG TOT DE ONLINE HELP
Deze gebruikershandleiding biedt de nodige basisinformatie voor het gebruiken van de functies die de
multifunctionele printer biedt. Voor meer gedetailleerde informatie dient u echter de Online Help te
lezen.
Om de Online Help te openen:
1Klik met de rechter muisknop op het pictogram Olivetti op de taakbalk van Windows en selecteer
Online Help.
HOODFSTUK 12
AANWIJZINGEN MET BETREKKING TOT DE VEILIGHEID
U dient de onderstaande veiligheidsinformatie aandachtig te lezen en nauwkeurig op te volgen:
•Gebruik uitsluitend het bij het product geleverde netsnoer, of een door de fabrikant goedgekeurd
netsnoer.
•Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat zich in dichtbij het apparaat bevindt en
gemakkelijk bereikbaar is.
•Installeer de printer op een plat en stabiel oppervlak, en plaats hem zo dat niemand op het netsnoer
kan trappen of erover kan struikelen.
•Gebruik de printer niet in vochtige ruimten, of met natte handen.
•Stel de printer niet bloot aan regen of vocht.
•Doe geen pogingen om de printer te demonteren.
•Houd u aan alle waarschuwingen en instructies die direct op de printer zijn aangebracht.
•U dient de bij de printer geleverde documentatie aandachtig te lezen en op te volgen.
INFORMATIE MET BETREKKING TOT DE PRINTKWALITEIT EN DE GARANTIE
Om de correcte werking van de printer en een hoge printkwaliteit te garanderen, is het van
fundamenteel belang dat uitsluitend originele Olivetti inktpatronen worden gebruikt.
Olivetti aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade aan de printer als gevolg van schending
of regeneratie van de inkjetpatronen. Bovendien komt door dergelijke handelingen de garantie te
vervallen.
OM TE BEGINNEN3
PLAATSING VAN DE PRINTERCOMPONENTEN
HOODFSTUK 14
VerwijzingOnderdeelBeschrijving
1PapiergeleiderGeleidt het papier dat in de printer gevoerd wordt.
2PapiersteunOndersteunt het geladen papier.
3Afneembaar deksel
van de glasplaat
Deksel van de scannerunit. Kan worden verwijderd voor het
scannen van volumineuze documenten (zoals boeken).
4BedieningspaneelPaneel dat wordt gebruikt voor het aansluiten van een digitaal
fototoestel, het in- en uitschakelen van de printer en het regelen
van de print-, kopieer- en scanfuncties.
5ScannerunitDe scannerunit zorgvuldig ontgrendelen en optillen om bij de
patronen te komen.
6GlasplaatLeg het document of de foto met de te kopiëren of te scannen
zijde naar onder. Zie Plaatsing van het origineel op de glasplaat”.
7Patroonhouder Ondersteunt twee inktpatronen. De kleurenpatroon wordt links
geïnstalleerd, en de zwarte patroon (of de apart aangeschafte
fotopatroon) wordt rechts geïnstalleerd.
Voor het vervangen van de inktpatronen, zie “Vervanging van de
inktpatronen".
8USB-interface hoge
snelheid
Sluit de (niet bijgeleverde) USB-kabel voor de computerverbinding
op de printer aan. Sluit het andere uiteinde op de computer aan.
9Aansluiting netsnoerSluit het bijgeleverde netsnoer op de printer aan. Sluit vervolgens
het andere uiteinde van het snoer op een geaard stopcontact aan.
Opmerking: Sluit het snoer eerst op de printer, en daarna op het
stopcontact aan.
10UitvoerladeVangt het bedrukte papier op dat door de printer wordt
uitgevoerd. De lade kan worden uitgetrokken.
11Printconsole voor de
foto’s en LCD-scherm
Een vloeibare kristallen kleurenscherm waarop de foto’s kunnen
worden weergegeven die zich in het geheugen van het digitale
fototoestel of op de geheugenkaart bevinden die op de computer
is aangesloten, en een groot aantal toetsen waarmee de
afdrukken kunnen worden aangepast.
12Slot voor de
geheugenkaarten
Plaats de geheugenkaarten in de speciale slots om de inhoud
ervan te lezen en de te printen foto’s te selecteren. Zie "Plaatsen
en verwijderen van de geheugenkaarten".
13USB-interfaceSluit de USB-kabel van het digitale fototoestel aan.
OM TE BEGINNEN5
BEDIENINGSPANEEL VAN DE PRINTER
Op het bedieningspaneel kan het afdrukken, scannen en kopiëren van de op de glasplaat liggende, van
een digitaal fototoestel ontvangen of op de in de slot gestoken geheugenkaart opgeslagen
documenten en foto’s handmatig worden geregeld.
VerwijzingOnderdeelBeschrijving
1USB-aansluitingSluit de USB-kabel van het digitale fototoestel aan om de foto's
direct vanaf het fototoestel af te drukken.
2LED USB-statusBrandt met groen licht om aan te geven dat een digitaal
fototoestel is aangesloten, knippert om aan te geven dat er
gegevens naar de printer worden overgedragen.
3LED USB-foutBrandt met rood licht om een USB-foutconditie aan te geven (fout
in gegevensoverdracht). Zie “Betekenis van de LED's van het
bedieningspaneel” voor meer informatie.
4Slot voor
geheugenkaarten
Compatibel met Compact Flash I, II, Microdrive, SmartMedia,
SecurDigital en MultiMedia kaarten, Memory Stick en xD-Picture
kaarten.
5PrinttoetsBrandt alleen wanneer een digitaal fototoestel op de USB-
interface van het bedieningspaneel is aangesloten. Druk op deze
toets om de geheugeninhoud van het digitale DPOF fototoestel af
te drukken. Deze toets knippert elke keer dat een afdruk wordt
gemaakt.
6Keuzetoets KwaliteitVoor het selecteren van de kwaliteit van de afdruk of kopie. Door
eenmaal drukken wordt de fotografische kwaliteit geselecteerd,
door tweemaal drukken gaat men terug naar de default waarde,
normale kwaliteit. De printer regelt automatisch de
afdrukresolutie (hoog of normaal) op basis van de gekozen
kwaliteit. Voor het kopiëren, op deze toets drukken om te
bepalen of het origineel uit alleen tekst, een combinatie van tekst
en grafische afbeeldingen, of uit foto's bestaat. De
overeenkomstige pictogrammen op deze toets gaan branden om
de gekozen instelling aan te geven.
7Toets Contrast kopieVoor het donkerder of lichter maken van de kopie. De
selecteerbare contrasttypen zijn donker, gebalanceerd en licht. De
betreffende pictogrammen op deze toets gaan branden om de
gekozen instelling aan te geven.
8Teller kopieënGeeft het geselecteerde aantal kopieën aan. De teller loopt terug
naargelang de kopieën worden afgedrukt.
HOODFSTUK 16
VerwijzingOnderdeelBeschrijving
9Keuzetoets kopieën•Druk op het Plusteken (+) om het aantal te maken kopieën te
verhogen (max. 9).
•Druk op het Minteken (-) om het aantal te maken kopieën te
verlagen (min. 1).
Het geselecteerde aantal wordt door de teller weergegeven.
10Toets Z/W-kopieDruk op deze toets om een kopie in Z/W te maken. Houd de toets
ingedrukt om de functie “Formaat aanpassen” te activeren. Zie
“Kopiëren”.
11Toets kleurenkopieDruk op deze toets om een kleurenkopie te maken. Houd de toets
ingedrukt om de functie “Formaat aanpassen” te activeren. Zie
“Kopiëren”.
12Scantoets•Wordt verlicht wanneer de printer op een computer is
aangesloten.
•Druk op deze toets om het document of de foto op de
glasplaat te scannen wanneer de printer op een computer is
aangesloten. Zie “Scannen vanaf het bedieningspaneel”. Er
wordt een venster van de Toolbox weergegeven voor het
aangeven van de bestemming van de gescande afbeelding en
het aanpassen van de scaninstellingen.
13AnnuleertoetsVoor het direct annuleren van een afdruk, een scantaak of een
kopie, waardoor het papier wordt uitgevoerd.
14Lampjes inkt opDit lampje knippert of gaat branden om aan te geven dat het
inktniveau in de zwarte, kleuren- of fotopatroon laag is. Zie
“Vervanging van de inktpatronen”.
15Lampje papierstoring•Knippert om een papierstoring aan te geven. Zie
“Vastgelopen papier verwijderen”.
•Knippert om aan te geven dat het papier op is.
•Knippert om aan te geven dat een verkeerd papierformaat
wordt ingevoerd bij afdrukken of kopiëren.
16Aan/uitknopVoor het in- en uitschakelen van de printer.
OM TE BEGINNEN7
PRINTCONSOLE VOOR FOTO’S
De printconsole voor de foto’s dient voor het handmatig regelen van het afdrukken van de foto’s die
worden ontvangen van een op de printer aangesloten digitaal fototoestel, of zijn opgeslagen op de
geheugenkaart die in de slot van de printer is aangebracht. Dankzij het kleurendisplay kunt u de foto’s
ook doorlopen en weergegeven. De console bevat tevens een serie toetsen waarmee u de gewenste
foto’s kunt selecteren en de afdruk ervan persoonlijk aanpassen. De pictogrammen op de toetsen
worden verlicht om aan te geven dat de selectie actief is.
VerwijzingOnderdeel Beschrijving
1Toets Pagina-layout Dient voor het selecteren van de layout waarin de foto’s op papier
moeten worden afgedrukt. Druk achtereenvolgens op deze toets
om het volgende te selecteren:
•1 foto zonder marges aangepast op het papierformaat
•1 foto met marges aangepast op het papierformaat
•2 foto’s zonder marges aangepast op het papierformaat
•4 foto’s zonder marges aangepast op het papierformaat
•de index van uw afbeeldingen, die correct wordt afgedrukt
indien reeds aangemaakt door het randapparaat (digitaal
fototoestel). Indien de afbeeldingenindex niet door het
randapparaat wordt geleverd, creëert de printer een eigen
index, die mogelijk niet compleet is.
Door op deze toets te drukken, worden de pictogrammen verlicht
om de geselecteerde pagina-layout aan te geven. Indien de
pictogrammen niet verlicht worden, is er geen randapparaat op
de printer aangesloten.
2KleurendisplayLCD-kleurenscherm, 65K van 1.9", voor het afdrukvoorbeeld en
het selecteren van de foto’s.
3Keuzetoetsen kopieën •Druk op het plusteken (+) om het aantal te maken kopieën te
verhogen (max.: 9).
•Druk op het minteken (-) om het aantal te maken kopieën te
verlagen (min.: 1).
Het geselecteerde aantal wordt door de teller weergegeven.
4SelectietoetsDruk op deze toets om de op het LCD weergegeven foto te printen.
5Wisseltoets weergaveDruk op deze toets om van de weergave op vol scherm over te
gaan naar miniatuurformaat op het kleurenscherm. Deze toets
wordt niet verlicht.
6Navigatietoetsen•Omhoog om 9 miniaturen terug te gaan.
•Omlaag om 9 miniaturen verder te gaan.
•Links naar vorige afbeelding.
•Rechts naar volgende afbeelding.
Houd de knop ingedrukt om door de verschillende weergaven te
schuiven.
HOODFSTUK 18
PLAATSING VAN HET ORIGINEEL OP DE GLASPLAAT
1Open het deksel van de glasplaat. Om een volumineus document te kopiëren, zoals een boek, kan het
deksel worden verwijderd door op de bevestigingsmechanismen te drukken en het deksel eraf te tillen.
2Plaats het originele document of de foto op de glasplaat met de te scannen zijde naar onder, en in lijn
met de linker bovenhoek. Sluit het deksel van de glasplaat.
3Indien het deksel van de glasplaat werd verwijderd, moet het na de kopieertaak weer worden
aangebracht door de lippen in de gleuven aan de achterkant van de printer te schuiven tot men een
klik hoort ten teken dat ze vergrendeld zijn. Sluit het deksel.
OM TE BEGINNEN9
PAPIER LADEN
1Breng de twee papiersteunen in verticale stand, en druk vervolgens de linker papiergeleider in en schuif
hem geheel open.
Opmerking: Controleer bij het omhoog zetten van de papiersteunen of ze in de correcte verticale
stand zijn geplaatst.
2Laad het papier verticaal (afdrukstand portrait), met de te bedrukken zijde naar de voorkant van de
printer gericht, tegen de rechter geleider.
Druk de linker geleider in en schuif hem tegen de linkerrand van het papier.
•Laad het papier verticaal tegen de rechterkant van de papiersteun en met
de te bedrukken zijde naar de voorkant van de printer gericht.
•Druk de papiergeleider in en schuif hem tegen de linker rand van het
papier.
Opmerking: Voorgedrukt papier moet met de bovenkant naar onder en met
de te bedrukken zijde naar voren worden geplaatst.
transparanten, etiketten
voor inkjetprinten
Kettingpapier•Verwijder al het papier uit de papiersteun.
•Plaats de invoerrand van het papier verticaal in de printer, tegen de
rechterkant van de papiersteun en met de te bedrukken zijde naar de
voorkant van de printer gericht.
Opmerking: Gebruik geen geperforeerd kettingpapier.
•Druk de papiergeleider in en schuif hem tegen de linker rand van het papier.
Opstrijkpapier voor
T-shirts
•Lees de bij de vellen geleverde instructies.
•Laad de vellen verticaal tegen de rechterkant van de papiersteun en met de
witte zijde naar de voorkant van de printer gericht.
•Druk de papiergeleider in en schuif hem tegen de linker rand van het papier.
HOODFSTUK 110
IN- EN UITSCHAKELEN VAN DE PRINTER
Inschakelen van de printer
Druk op de Aan/uitknop rechts op het bedieningspaneel.
Opmerking: Controleer alvorens de Aan/uitknop te bedienen, of het netsnoer op een geaard
stopcontact is aangesloten. Voor informatie met betrekking tot de installatie van de printer, zie het
bijgeleverde Installatieblad.
Nadat op de Aan/uitknop is gedrukt, voert de printer een aantal zelfdiagnosetests uit om het systeem
op eventuele storingen te controleren. Elke fout die in deze fase wordt gedetecteerd, wordt op het
bedieningspaneel aangegeven, of op de pc die op de printer is aangesloten. Voor de juiste corrigerende
handelingen in geval van fouten, wordt verwezen naar “Betekenis van de LED’s op het
bedieningspaneel”.
Na afloop van de zelfdiagnose en als er geen fouten worden gevonden, worden enkele toetsen op het
bedieningspaneel verlicht om de beschikbare functies aan te geven afhankelijk van de huidige
configuratie van de printer (al of niet op een computer of een digitaal fototoestel aangesloten).
Wanner de printer niet op een computer is aangesloten, gaan de volgende lampjes of toetsen
branden:
Wanner de printer op een computer is aangesloten, gaan de volgende lampjes of toetsen branden:
Bij aansluiting op de printer van een digitaal fototoestel dat geen PictBridge is, gaan de volgende
lampjes of toetsen branden:
Bij aansluiting op de printer van een PictBridge fototoestel, gaan de lampjes of toetsen branden
naargelang de printer al of niet op een computer is aangesloten. Zie de eerder vermelde configuraties.
Uitschakelen van de printer
Druk op de Aan/uitknop rechts op het bedieningspaneel. Alle lampjes van het bedieningspaneel gaan
uit.
OM TE BEGINNEN11
AANSLUITING VAN EEN DIGITAAL FOTOTOESTEL OP DE PRINTER
1Schakel het digitale fototoestel in. Lees voor meer informatie de gebruiksaanwijzing van het
fototoestel.
2Sluit, met de printer ingeschakeld, een uiteinde van de USB-kabel van het fototoestel op zijn USB-
aansluiting aan en het andere uiteinde van de kabel op de USB-aansluiting op het bedieningspaneel
van de printer.
Opmerking: Wanneer een digitaal PictBridge fototoestel is aangesloten, gaat alleen het pictogram van
de printtoets op het bedieningspaneel uit om aan te geven dat de afdruk direct door het fototoestel
wordt bestuurd. Voor instructies met betrekking tot het afdrukken van de foto’s wordt verwezen naar
de gebruiksaanwijzing van het fototoestel.
De LED van de USB-status gaat branden om aan te geven dat een digitaal fototoestel is aangesloten.
Opmerking: Indien de printer het aangesloten fototoestel niet herkent, gaat de LED van de USB-status
niet branden. Controleer of een compatibel apparaat is aangesloten.
PLAATSEN EN VERWIJDEREN VAN DE GEHEUGENKAARTEN
Nadat u foto’s heeft gemaakt met het digitale fototoestel, kunt u de geheugenkaart waarop de foto’s
zijn opgeslagen verwijderen en in de printer aanbrengen, zodat u de foto’s kunt weergeven en
afdrukken. De printer kan de volgende geheugens lezen: Compact Flash I, II, Microdrive, SmartMedia,
SecurDigital en MultiMedia, Memory Sticks (Duo, Pro, Magic Gate) kaarten en xD-Picture kaarten.
Opmerking: De adapters voor het lezen van de Mini SD en MS Pro kaarten kunnen apart worden
aangeschaft.
De printer kan de volgende formaten herkennen en afdrukken: DCF, JPEG, Extif en DPOF.
Plaatsen van een geheugenkaart
Alvorens een geheugenkaart te in de slot te plaatsen, de richtlijnen volgen die op basis van de
gebruikte kaart worden gegeven.
•Controleer bij het plaatsen van een CompactFlash kaart, of het etiket naar boven gericht is (als op
het etiket een pijl aanwezig is, moet deze in de richting van de printer wijzen) met de
metaalcontacten die als eerste in de printer moeten worden aangebracht.
•Controleer bij het plaatsen van Multimedia en SecureDigital kaarten, of de afgeschuinde hoek zich
rechts bevindt en de metaalcontacten naar onder gericht zijn.
HOODFSTUK 112
•Controleer bij het plaatsen van een SmartMedia kaart of een Memory Stick, of de afgeschuinde
hoek zich links bevindt en de metaalcontacten naar onder gericht zijn.
•Controleer bij een xD-Picture kaart of het gebogen deel van de kaart naar u toe gericht is en de
metaalcontacten naar onder gericht zijn.
Opmerking: Het is van belang dat de kaart in de juiste richting in de printer wordt geplaatst; bij een
verkeerde richting kan de kaart beschadigd raken.
1Kies op het bedieningspaneel van de printer de juiste slot voor de geheugenkaart die u wilt plaatsen.
2Richt de geheugenkaart volgens de aanwijzingen aan het begin van deze paragraaf, en breng hem
voorzichtig aan door hem zachtjes tot de aanslag in de slot te duwen. De volgende afbeelding toont
een voorbeeld van het plaatsen van een MultiMedia kaart.
Opmerking: Indien de geheugenkaart niet geheel in de slot geduwd kan worden, de plaatsing niet
forceren omdat hierdoor de kaart en de printer beschadigd kunnen worden.
Indien de kaart correct is geplaatst, wordt op het LCD een pictogram weergegeven dat het totale
aantal op de geheugenkaart opgeslagen foto’s aangeeft (uitsluitend de compatibele bestanden worden
geopend en geteld).
Verwijderen van een geheugenkaart
1Neem de kaart voorzichtig geheel uit de overeenkomstige slot.
OPGELET: Verwijder de geheugenkaart NIET tijdens de toegang van de printer of de computer,
omdat de foto’s die op de kaart zijn opgeslagen beschadigd kunnen raken.
Vervolgens verschijnt het scherm printer niet actief, om aan te geven dat de printer wacht op ontvangst
van nadere opdrachten.
OM TE BEGINNEN13
Loading...
+ 37 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.