Oki B721, ES7131, MPS5501b, B731 User Manual Commissioning [nl]

- 1 -

ł Over de productgarantie

We hebben ernaar gestreefd de informatie in dit document volledig, accuraat en up-to-date weer te geven. De fabrikant is niet aansprakelijk voor de gevolgen van fouten waarvoor deze niet verantwoordelijk is. De fabrikant kan ook niet garanderen dat wijzigingen in software en apparatuur die zijn aangebracht door andere fabrikanten en waarnaar in deze handleiding wordt verwezen, geen invloed hebben op de toepasbaarheid van de informatie in de handleiding. De fabrikant is niet noodzakelijkerwijs aansprakelijk voor softwareproducten die door andere bedrijven zijn gemaakt en die in deze handleiding worden genoemd.
Hoewel we redelijkerwijs alles hebben gedaan om dit document zo accuraat en nuttig mogelijk te maken, verlenen we geen expliciete of impliciete garantie met betrekking tot de accuratesse of volledigheid van de betreffende informatie.
Alle rechten zijn voorbehouden aan Oki Data Corporation. U mag de inhoud van de handleiding niet zonder toestemming kopiëren, doorgeven, vertalen enz. U moet schriftelijke toestemming verkrijgen van Oki Data Corporation voordat u een van de bovenstaande handelingen uitvoert.
© 2013 Oki Data Corporation OKI is een gedeponeerd handelsmerk van Oki Electric Industry Co., Ltd. Energy Star is een handelsmerk van het United States Environmental Protection Agency. Microsoft, Windows, Windows Server en Windows Vista zijn gedeponeerde handelsmerken van
Microsoft Corporation. Apple, Macintosh, Rosetta, Mac en Mac OS zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Inc. Andere product- en merknamen zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van de
betreffende rechthebbenden.
Dit product voldoet aan de vereisten van de Directiven 2014/30/EU (EMC), 2014/35/ EU (LVD), 2014/53/EU (RED), 2009/125/EC (ErP) en 2011/65/EU (RoHS), zoals ingevoerd waar van toepassing, op de schatting van de wetten van de lidstaten gerelateerd aan Elektromechanische compatibiliteit, Lage wattage, Radio & telecommunicatieapparatuur, Energiegerelateerde producten en Restricties met betrekking tot het gebruik van bepaalde schadelijke stoffen in elektronische apparatuur.
De volgend kabels werden gebruikt om dit product te evalueren voor EMC richtlijn 2014/30/EU overeenstemming, en configuratie anders dan dit kan effect hebben op deze overeenstemming.
type kabel
Netsnoer 1,8 USB-kabel 5,0 LAN-kabel 15,0 Parallel 2,0
lengte
(meter)
kern
✘✘
✘✔
✘✘
✘✔
afge-
schermd
iPad, iPhone, iPod en iPod touch zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de VS en andere landen. AirPrint en het AirPrint logo zijn handelsmerken van Apple Inc.
- 2 -
ENERGY STAR
Doellanden van het ENERGY STAR-programma zijn de Verenigde Staten, Canada en Japan. Het is niet van toepassing op andere landen. Dit product is alleen in overeenstemming met ENERGY STAR v2.0.

Eerste hulp bij ongevallen

Wees behoedzaam met tonerpoeder:
Laat indien ingeslikt kleine hoeveelheden water drinken en schakel medische hulp in. NIET laten braken.
Indien er tonerpoeder wordt ingeademd, moet de persoon naar buiten worden gebracht voor frisse lucht. Raadpleeg onmiddellijk een arts.
Indien er tonerpoeder in de ogen is terechtgekomen, dienen deze gedurende ten minste 15 minuten met veel water te worden uitgespoeld terwijl de ogen geopend blijven. Raadpleeg onmiddellijk een arts.
Indien er tonerpoeder wordt gemorst, moet dit met koud water en zeep worden verwijderd om vlekken op de huid of kleding te voorkomen.

Milieu-informatie

w
w
w
m
/
o
c
.
i
k
o
.
p
r
i
n
t
i
n
g
/
- 3 -

Voor uw veiligheid

WAARSCHUWING
LET OP
WAARSCHUWING
Lees de Gebruikershandleiding voor uw eigen veiligheid voordat u het product in gebruik neemt.
Veiligheidswaarschuwingen
Deze tekst bevat extra informatie die, indien deze wordt genegeerd, kan leiden tot een risico op persoonlijk letsel.
Deze tekst bevat extra informatie die, indien deze wordt genegeerd, tot schade of storingen in het apparaat kan leiden.
Algemene waarschuwingen
Raak de veiligheidsschakelaar in de printer niet aan. Dit kan een elektrische schok veroorzaken bij hoogspanning. Daarnaast kunnen draaiende onderdelen leiden tot persoonlijk letsel.
Trek de stekker uit het stopcontact en neem contact op met een centrum voor klantenservice wanneer een vloeistof zoals water binnendringt in de onderdelen in de printer. Anders kan dit brand veroorzaken.
Trek de stekker uit het stopcontact en neem contact op met een centrum voor klantenservice als de printer is gevallen of als de klep is beschadigd. Anders kan dit een elektrische schok en/of brand veroorzaken met mogelijk persoonlijk letsel tot gevolg.
Steek geen materialen in een ventilatieopening. Dit kan een elektrische schok en/of brand veroorzaken, wat kan leiden tot persoonlijke letsels.
Gooi geen tonercartridges en image drums in vuur. Dit kan een stofexplosie veroorzaken, wat kan leiden tot brandwonden.
Gebruik geen licht ontvlambare spray in de buurt van de printer. Dit kan brand veroorzaken omdat onderdelen van de printer heet worden.
Trek de stekker uit het stopcontact en verwijder vreemde voorwerpen zoals paperclips wanneer deze in de printer vallen. Anders kan dit een elektrische schok en/ of brand veroorzaken met mogelijk persoonlijk letsel tot gevolg.
Trek de stekker af en toe uit het stopcontact om de concactpennen en de aarding van de stekker schoon te houden. Als de stekker gedurende een lange tijd in een stopcontact blijft zitten, komt er stof op de aarding en kan de stekker kortsluiten, wat brand kan veroorzaken.
Zet geen beker met vloeistoffen zoals water op de printer. Dit kan een elektrische schok en/of brand veroorzaken, wat kan leiden tot persoonlijke letsels.
Gebruik geen ander netsnoer, andere kabel of andere aardleiding dan deze die zijn aangegeven in de Gebruikershandleiding. Dit kan brand veroorzaken.
Trek de stekker uit het stopcontact en neem contact op met een centrum voor klantenservice wanneer de klep ongewoon warm wordt, begint te roken, een twijfelachtige geur afgeeft of een vreemd geluid maakt. Anders kan dit brand veroorzaken.
Gebruik en/of demonteer de printer niet op een andere manier dan beschreven in de Gebruikershandleiding. Dit kan een elektrische schok en/ of brand veroorzaken, wat kan leiden tot persoonlijk letsel.
Gemorste toner mag u niet opzuigen met een stofzuiger. Als u gemorste toner opzuigt met een stofzuiger, kan deze in brand vliegen door de vonken van het elektrische contact. Gemorste toner op de vloer moet u wegvegen met een natte doek.
Raak de fuser en andere onderdelen van de printer niet aan bij het openen van de klep/kap van de printer. Dit kan brandwonden veroorzaken.
De werking van de printer bij het gebruik van een noodstroomvoeding (UPS) of omvormers is niet gegarandeerd. Gebruik geen noodstroomvoeding of omvormers. Dit kan brand veroorzaken.
- 4 -
LET OP
Kom niet dicht bij het papieruitvoergedeelte wanneer de printer wordt ingeschakeld en terwijl de printer afdrukt. Dit kan leiden tot persoonlijk letsel.
Raak een beschadigd LCD-scherm niet aan. Als er vloeistof (vloeibaar kristal) lekt uit het LCD-scherm en deze terechtkomt in de ogen of mond, dienen de ogen of mond te worden uitgespoeld met veel water. Volg indien nodig de aanwijzingen van een arts.
- 5 -

Informatie over de handleidingen

WAARSCHUWING
LET OP
De volgende handleidingen zijn meegeleverd bij dit product.
● Gebruikershandleiding (Setup) ---- Dit document Hierin worden de basisbediening en basishandelingen beschreven, zodat u vertrouwd raakt met
deze printer. Deze beschrijving van de eerste stappen voor ingebruikneming omvat naast informatie over het opstellen van de printer en de eerste netwerkinstellingen ook procedures om problemen te verhelpen en de printer te onderhouden.
● Gebruikershandleiding (Geavanceerd) In de geavanceerde handleiding wordt de geavanceerde bediening van elke functie beschreven.
Hierin vindt u ook informatie over hulpprogramma's en netwerkinstellingen.

Over deze handleiding

Termen in dit document
In deze handleiding worden de volgende termen gebruikt.
Opmerking
● Biedt belangrijke informatie over handelingen. Zorg ervoor dat u secties met deze markering leest.
Memo
● Biedt extra informatie over handelingen. Het is raadzaam secties met deze markering te lezen.
Meer info
● Geeft aan waar u terechtkunt voor meer informatie of gerelateerde informatie.
● Deze tekst bevat extra informatie die, indien deze wordt genegeerd, kan leiden tot een risico op persoonlijk letsel.
● Deze tekst bevat extra informatie die, indien deze wordt genegeerd, tot schade of storingen in het apparaat kan leiden.
Symbolen in dit document
In deze handleiding worden de volgende symbolen gebruikt.
Symbolen Beschrijving
[ ] ● Verwijst naar namen van menu's op het scherm.
● Verwijst naar namen van menu's, vensters en dialoogvensters op de computer.
" "
Knop/toets < > Verwijst naar een hardwareknop op het bedieningspaneel of een toets op het toetsenbord
> Geeft aan hoe u naar het gewenste onderdeel kunt gaan in het menu van deze printer of
Uw printer
● Verwijst naar berichten en invoertekst op het scherm.
● Verwijst naar bestandsnamen op de computer.
● Verwijst naar rubrieken die u kunt raadplegen.
van de computer.
op de computer. Verwijst naar de printer die u wilt gebruiken of selecteren.
- 6 -
Notatie die in deze handleiding wordt gebruikt
Als er geen speciale beschrijving is, verwijst Windows naar Windows 7, verwijst Mac OS X naar Mac OS X 10.8 en verwijst "printer" naar de B731 voor voorbeelden in dit document.
Afhankelijk van uw besturingssysteem of model kan de beschrijving in dit document verschillen.
- 7 -
Inhoud
Over de productgarantie ..........................................................................2
ENERGY STAR.
Eerste hulp bij ongevallen
Milieu-informatie Voor uw veiligheid Informatie over de handleidingen Over deze handleiding
........................................................................................3
........................................................................3
.....................................................................................3
...................................................................................4
..............................................................6
.............................................................................6
1. Ingebruikneming ............................................................... 11
Producten controleren............................................................................11
Inhoud van de verpakking controleren ....................................................................... 11
Namen van componenten .......................................................................12
Bedieningspaneel .................................................................................................... 14
Installatievoorwaarden ..........................................................................17
Opstelomgeving ...................................................................................................... 17
Opstelplaats
Uit de verpakking halen .........................................................................18
........................................................................................................... 17
Opties
.................................................................................................20
Beschikbare opties .................................................................................................. 20
Een printerstandaard bevestigen Een extra cassette installeren Extra RAM-geheugen installeren Een harde schijf installeren
............................................................................... 20
................................................................................... 25
............................................................................... 26
...................................................................................... 29
2. Basisbediening van de printer ........................................... 31
De printer in-/uitschakelen ..................................................................... 31
Stroomvoorzieningsvereisten .................................................................................... 31
De printer inschakelen De printer uitschakelen Energiespaarstand en slaapstand
Papier plaatsen ..................................................................................... 34
Papier plaatsen in de cassettes 1–4 ........................................................................... 34
Papier plaatsen in de universele cassette Aangepaste formaten registreren
............................................................................................. 32
............................................................................................ 32
.............................................................................. 33
................................................................... 35
.............................................................................. 39
Papieruitvoer ........................................................................................ 41
- 8 -
Inhoud
Ondersteund papier ...............................................................................43
Ondersteunde papiersoorten .................................................................................... 43
Papier in een cassette.............................................................................................. 45
Papier bewaren
....................................................................................................... 47
Testafdruk maken vanaf de printer ..........................................................48
Instellen na hoeveel tijd de printer overschakelt naar de energiespaarstand Instellen na hoeveel tijd de printer overschakelt naar de slaapstand
Beperkingen terwijl de printer in de slaapstand staat ................................................... 51
...... 49
............50
De tijd voor het automatisch inschakelen instellen ..................................... 53
Instellingen voor Automatisch uitschakelen ................................................................ 53
Instellen na hoeveel tijd de printer automatisch wordt uitgeschakeld
............................. 54
Het geluid instellen ...............................................................................56
De printerinstellingen controleren Een printer met het LPD-protocol (TCP/IP) toevoegen
Voorbereiding ......................................................................................................... 58
Procedure voor het toevoegen van een printer
............................................................57
................................58
............................................................ 58
3. Afdrukken .......................................................................... 60
Procedure voor het installeren van de printerdriver op een computer ...........60
Productvereisten
Productvereisten voor Windows ................................................................................ 62
Productvereisten voor Macintosh
................................................................................... 62
............................................................................... 62
Aansluiten op een computer ...................................................................63
Verbinden met een bekabeld LAN .............................................................................. 63
Verbinden met een draadloos LAN (alleen draadloos model) Een USB-kabel aansluiten Een parallelle kabel aansluiten
........................................................................................ 74
.................................................................................. 74
......................................... 63
Een printerdriver installeren (voor Windows) ............................................75
Voorbereidingen voor netwerkverbinding .................................................................... 75
Een printerstuurprogramma installeren Bij het toevoegen van opties
.................................................................................... 79
...................................................................... 77
Een printerdriver installeren (voor Macintosh) ........................................... 81
Installatie via een netwerk ....................................................................................... 81
Installeren via USB Bij het toevoegen van opties
................................................................................................. 82
.................................................................................... 83
Vanaf een computer afdrukken ............................................................... 84
Afdrukken .............................................................................................................. 84
Gegevens van een USB-geheugen afdrukken ............................................87
Afdrukken .............................................................................................................. 87
Afdrukinstellingen
................................................................................................... 87
- 9 -
Inhoud
Afdrukken annuleren .............................................................................90
Handige afdrukfuncties
..........................................................................91
4. Problemen verhelpen ......................................................... 92
Er wordt een foutbericht weergegeven op het scherm ................................92
Papierstoringen ...................................................................................................... 92
Er wordt een bericht voor het vervangen van verbruiksartikelen of onderhoudsartikelen weergegeven
Er wordt een bericht voor het vervangen van papier of een foutbericht over het papierformaat weergegeven
Andere foutmeldingen U kunt niet afdrukken
Wanneer u niet kunt afdrukken vanuit de universele cassette .......................................118
Kan niet afdrukken vanaf een computer Kan een printerdriver niet met succes installeren
Besturingssysteemspecieke beperkingen
......................................................................... 113
.......................................................................... 118
Problemen met de afdrukkwaliteit ......................................................... 125
........................................................ 106
..................................................... 111
....................................................................119
.......................................................122
.................................................................123
Invoerproblemen Apparaatproblemen
................................................................................ 128
............................................................................. 130
5. Onderhoud ....................................................................... 133
Afdrukcartridges vervangen .................................................................. 134
B721/B731 ...........................................................................................................134
Tonercartridge of image drum vervangen ............................................... 136
ES7131/MPS5501b ................................................................................................136
De fuser en de transportrol vervangen ................................................... 142
Reiniging
Het oppervlak van de printer reinigen .......................................................................146
LED-koppen reinigen De papierinvoerrollen reinigen
........................................................................................... 146
..............................................................................................146
.................................................................................148
Uw printer verplaatsen of transporteren ................................................. 152
Bijlage ................................................................................... 155
Menulijst ..............................................................................................................155
Basisstappen in Windows ..................................................................... 160
Specicaties
....................................................................................... 161
Index .................................................................................... 165
Contact Us............ ................................................................. 167
- 10 -

1. Ingebruikneming

Producten controleren

Deze sectie biedt een overzicht van de printer.
1
Ingebruikneming

Inhoud van de verpakking controleren

Controleer of u alles hebt wat hieronder wordt weergegeven.
LET OP
● Er zijn minstens twee mensen nodig om de printer veilig op te tillen, omdat deze ongeveer 27 kg weegt.
Meer info
● Voor meer informatie over hoe u de verpakking opent, raadpleegt u "Uit de verpakking halen" P.18.
● Printer
Dit kan letsel veroorzaken!
● Dvd-rom met software
● Netsnoer
Opmerking
● De kabels voor aansluiting op de interfacepoorten worden niet meegeleverd bij uw printer. Schaf deze afzonderlijk aan.
● De verpakking en het buffermateriaal zijn nodig als de printer wordt getransporteerd. Gooi ze niet weg.
● Print cartridge
Opmerking
● De Print cartridge is in de fabriek in de printer geïnstalleerd.
● De Print cartridge voor de ES7131/MPS5501b bestaat uit een image drum en een tonercartridge.
- 11 -

Namen van componenten

1
Ingebruikneming
Namen van componenten
5
3
6
7
1
4
Nr. Naam
1 Voorkap 2 Openingshendel van de voorkap 3 Bedieningspaneel 4 Aan-/uitschakelaar 5 Klep aan de bovenzijde 6 Universele cassettes (Multipurpose tray) 7 Cassette 1 8 Ventilatieopeningen
2
8
13
8
12
Nr. Naam
12 Universele cassettes (Multipurpose tray) 13 Klep om het papier in te stellen
14
17
18
16
10
11
Nr. Naam
9 Print cartridge
(B721/B731)/ image drum en tonercartridge
(ES7131/MPS5501b) 10 Fuser 11 Duplexeenheid
15
Nr. Naam
14 Stapelaar met beeldzijde boven 15 Netsnoeraansluiting 16 Interfacegedeelte 17 Toegangsklep 18 Parallelle interfacepoort (alleen op model
dat met een parallelle interfacepoort wordt geïnstalleerd)
9
19
20
- 12 -
Nr. Naam
19 Klep achterzijde 20 Achtergeleider
● Interfacegedeelte
Namen van componenten
1
21
22
Nr. Naam
21 Netwerkinterfacepoort 22 USB-interfacepoort
Ingebruikneming
- 13 -
Namen van componenten

Bedieningspaneel

1
Deze sectie geeft uitleg over de namen en functies van componenten op het bedieningspaneel en ook
Ingebruikneming
over hoe u tekst invoert.
12
8
1
5
2
9
11
13
7
56
34
10
Nr. Naam Functie
1 Scherm Geeft bedieningsinstructies en de status van de printer weer. 2 Knop <ON LINE (ONLINE)> Hiermee schakelt u tussen de onlinemodus en de ofinemodus.
3 Knop <CANCEL (ANNULEREN)> Hiermee annuleert u onmiddellijk de huidige afdruk. 4 Knop <ENTER> Hiermee bevestigt u het geselecteerde onderdeel. 5
6 Knop <BACK (TERUG)> Hiermee keert u terug naar het vorige scherm. 7 Knop <HELP> Hiermee geeft u het helpscherm weer. Om het te sluiten, drukt
8 Knop <POWER SAVE
9 Toetsenblok met tien toetsen
10 Toets <Fn> Hiermee geeft u de menu's voor het instellen van de printer weer
11 Toets <CLEAR (WISSEN)>
12 Indicator <READY (KLAAR)> Licht groen op in de onlinemodus en gaat uit in de ofinemodus. 13 Indicator <ATTENTION (LET OP)> Licht op of knippert oranje wanneer er een fout optreedt in de
Knop <
(ENERGIESPAARSTAND)>
/ >
● Hiermee geeft u het menuscherm weer.
● Hiermee selecteert u het menu of bladert u door het scherm.
u op de knop <HELP>, de knop <BACK (TERUG)> of de knop <CANCEL (ANNULEREN)>.
● Hiermee zet u de printer in de energiespaarstand of haalt u de printer uit de energiespaarstand.
● Hiermee haalt u de printer uit de slaapstand.
Licht groen op in de energiespaarstand en knippert groen in de slaapstand.
● Hiermee voert u cijfers in.
● Hiermee voert u alfabetische tekens en symbolen in.
Een wachtwoord kan alleen worden ingevoerd met behulp van het toetsenblok met tien toetsen.
via een snelkeuzefunctie.
● Hiermee verwijdert u een teken bij het invoeren van tekens.
● Niet beschikbaar bij het invoeren van een IP-adres. Haalt de voorgaande instellingen op in andere gevallen.
printer.
Het toetsenblok met tien toetsen gebruiken
Gebruik het om cijfers en tekens in te voeren. Telkens als u op een cijfertoets drukt, wijzigen ingevoerde cijfers of tekens cyclisch in de volgende volgorde:
<1> 1 <2> a b c 2 a <3> d e f 3 d <4> g h i 4 g <5> j k l 5 j <6> m n o 6 m <7> p q r s 7 p <8> t u v 8 t
<9> w x y z 9 w <0> 0
De <Fn> en <CLEAR (WISSEN)> hebben de volgende functie:
Toets <Fn> Hiermee geeft u de menu's voor het instellen van de printer weer via een snelkeuzefunctie.
- 14 -
Namen van componenten
(Alleen beschikbaar wanneer het stand­byscherm wordt weergegeven.)
Toets <CLEAR (WISSEN)> Hiermee verwijdert u een teken bij het invoeren van een wachtwoord.
Memo
● Als u bijvoorbeeld "abc" wilt invoeren, drukt u op <2> ➞ de toets <ENTER> ➞ <2> ➞ <2> ➞ de toets <ENTER> ➞ <2> ➞ <2> ➞ <2> ➞ de toets <ENTER>.
De toets <Fn> gebruiken
Wanneer het bericht "Klaar voor afdruk" wordt weergegeven op het scherm, drukt u op de toets <Fn> en vervolgens op cijfertoetsen. Het functiemenu dat overeenkomt met het ingevoerde cijfer, wordt weergegeven.
1 Druk op de toets <Fn>.
2 Druk op de cijfertoetsen (0-9) om het
gewenste functiemenu weer te geven en druk vervolgens op de knop <ENTER>.
1
Ingebruikneming
䣈䣷䣰䣥䣶䣫䣱䣰䢢䣐䣷䣯䣤䣧䣴
䣇䣰䣶䣧䣴䢳䢯䢵䣦䣫䣩䣫䣶䢢䣐䣷䣯䣤䣧䣴
3 Het scherm voor het instellen van
de geselecteerde functie wordt weergegeven. Controleer of wijzig de instellingen.
䣒䣣䣲䣧䣴䢢䣕䣫䣼䣧䢢䢢䢢䢢䢳䢱䢸
䣃䢶
䣃䢷
䣃䢸
䣄䢷
Raadpleeg "Menulijst" P.155 voor meer informatie over menu-items zonder functienummer.
Lijst van de functiemenu's
- 15 -
Functienr. Functiemenu
1 Beveiligde taak afdr. (Encrypted
opdracht)
2 Beveiligde taak afdr. (Opdracht
opgeslagen) 10 Papierformaat (Lade 1) 11 X-afmeting (Lade 1) 12 Y-afmeting (Lade 1) 13 Mediatype (Lade 1)
Namen van componenten
Functienr. Functiemenu
1
14 Papiergewicht (Lade 1) 15 Legal-papier (Lade 1)
Ingebruikneming
16 Ander formaat (Lade 1) 20 Papierformaat (Lade 2) 21 X-afmeting (Lade 2) 22 Y-afmeting (Lade 2) 23 Mediatype (Lade 2) 24 Papiergewicht (Lade 2) 25 Legal-papier (Lade 2) 26 Ander formaat (Lade 2) 30 Papierformaat (Lade 3) 31 X-afmeting (Lade 3) 32 Y-afmeting (Lade 3) 33 Mediatype (Lade 3) 34 Papiergewicht (Lade 3) 35 Legal-papier (Lade 3) 36 Ander formaat (Lade 3) 40 Papierformaat (Lade 4) 41 X-afmeting (Lade 4) 42 Y-afmeting (Lade 4) 43 Mediatype (Lade 4) 44 Papiergewicht (Lade 4) 45 Legal-papier (Lade 4) 46 Ander formaat (Lade 4) 80 Papierinvoer 90 Papierformaat (Universele
cassettes) 91 X-afmeting (Universele cassettes) 92 Y-afmeting (Universele cassettes) 93 Mediatype (Universele cassettes) 94 Papiergewicht (Universele
cassettes) 95 cassettegebruik (Universele
cassettes) 100 Info afdrukken (Conguratie) 101 Info afdrukken (Netwerk) 102 Info afdrukken (Verbruiksrapport) 103 Info afdrukken (Foutenlogboek) 200 Tijd energiespaarst. 201 Slaaptijd 202 Autom. uitschakelen na 210 Foutenrapport 220 Afdrukpos. aanpas. (Universele
cassettes) 221 Afdrukpos. aanpas. (Lade 1) 222 Afdrukpos. aanpas. (Lade 2) 223 Afdrukpos. aanpas. (Lade 3) 224 Afdrukpos. aanpas. (Lade 4) 230 Papier Zwart instelling 231 Trans. Zwart instelling 232 Donker 233 SMR instelling 234 BG instelling
Functienr. Functiemenu
235 Reinigen van drums 237 Hex. dump
- 16 -

Installatievoorwaarden

WAARSCHUWING
Installatievoorwaarden

Opstelomgeving

Uw printer moet worden opgesteld in de volgende omgeving:
Temperatuur: 10 °C–32 °C
Vochtigheid:
Maximale natteboltemperatuur:
Aanbevolen omgeving:
Opmerking
● Let op voor condensatie. Dit kan een defect veroorzaken.
● Als u uw printer opstelt op een plaats waar de vochtigheid van de omgevingslucht lager is dan 30% RV, gebruikt u een luchtbevochtiger of antistatische mat.
● Installeer de printer niet in de buurt van hoge temperaturen of vuur.
● Installeer de printer niet op een plaats waar chemische reacties worden gestart (laboratorium enz.).
● Installeer de printer niet in de buurt van een brandbare oplossing, zoals alcohol en thinner.
● Installeer de printer niet binnen het bereik van kleine kinderen.
● Installeer de printer niet op een onstabiele plaats (wankele plaats, hellende plaats enz.).
● Installeer de printer niet op een plaats waar hij wordt blootgesteld aan hoge vochtigheid, stof of direct zonlicht.
● Installeer de printer niet in een omgeving met zilte lucht en corrosief gas.
● Installeer de printer niet op een plaats met veel trillingen.
● Installeer de printer niet op een plaats waar de ventilatieopening van de printer wordt afgedekt.
20 %–80 % RV (relatieve vochtigheid)
25 °C
Temperatuur 17 °C–27 °C, Vochtigheid 50%–70% RV

Opstelplaats

Plaats de printer op een vlakke ondergrond van voldoende afmetingen om alle voetjes van de printer te ondersteunen.
Zorg voor voldoende ruimte rond uw printer, zoals aangegeven in de onderstaande afbeeldingen.
● Bovenaanzicht
20 cm
100 cm60 cm
20 cm
● Zijaanzicht
70 cm
1
Ingebruikneming
LET OP
● Installeer de printer niet rechtstreeks op een vloerkleed of tapijt met lange franjes.
● Installeer de printer niet in een afgesloten ruimte met slechte ventilatie en slechte luchtcirculatie.
● Als u de printer gedurende een lange tijd in een kleine ruimte gebruikt, zorgt u ervoor dat u de ruimte ventileert.
● Installeer de printer uit de buurt van sterke magnetische velden en bronnen van lawaai.
● Installeer de printer uit de buurt van beeldschermen of televisies.
- 17 -

Uit de verpakking halen

LET OP
1
Ingebruikneming
Uit de verpakking halen
Dit kan letsel veroorzaken!
● Er zijn minstens twee mensen nodig om de printer veilig op te tillen, omdat deze ongeveer 27 kg weegt.
Opmerking
● Zorg ervoor dat u eerst de verbruiksartikelen of onderhoudsartikelen installeert die bij deze printer zijn meegeleverd. Anders kan de levensduur van de verbruiksartikelen of onderhoudsartikelen niet juist worden weergegeven of kunt u deze later mogelijk niet gebruiken.
● De afdrukcartridge (de groene buis) is zeer kwetsbaar. Behandel deze voorzichtig.
● Stel de afdrukcartridge niet bloot aan direct zonlicht of zeer heldere binnenverlichting (meer dan ongeveer 1500 lux). De image drum mag zelfs niet langer dan 5 minuten worden blootgesteld aan normale binnenverlichting.
● De verpakking en het buffermateriaal zijn nodig als de printer wordt getransporteerd. Gooi ze niet weg.
1 Haal uw printer uit de doos en verwijder
alle buffermaterialen en de plastic zak van uw printer.
2 Verwijder de twee stukken
beschermende tape (1) aan de rechterzijde en de achterzijde van uw printer.
3 Steek uw vinger in de uitsparing aan de
rechterzijde van de printer en trek aan de openingshendel van de voorklep (2) om de voorklep (3) naar voren toe te openen.
Opmerking
● Open de voorklep voorzichtig. Als u deze snel opent, gaat de universele cassette mogelijk open.
2
3
4 Voor de ES7131/MPS5501b: verwijder
de beschermende tape (4) en oranje stopper (5).
5
4
1
5
4
- 18 -
Uit de verpakking halen
5 Draai de blauwe hendel (7) van de
printcartridge (6) volledig in de richting van de pijl.
6
6 Open de bovenste klep (8).
8 Sluit de bovenste klep (8).
1
8
Ingebruikneming
7
9 Sluit de voorklep (3).
8
7 Trek de oranje stoppper (9) uit de fuser.
9
3
- 19 -

Opties

1
Ingebruikneming
Opties

Beschikbare opties

De volgende opties zijn beschikbaar voor uw printer:
● Extra cassette (cassette 2/3/4)
● Printerstandaard
● Extra RAM-geheugen (512 MB)
● Harde schijf van 160 GB
● Lade-eenheid voor grote hoeveelheden (Large-capacity tray unit - LCF) (raadpleeg de handleiding bij de LCF voor meer informatie over de manier van bevestigen.)
● Antikantelvoet (1 set)

Een printerstandaard bevestigen

 Een paar antikantelvoeten
bevestigen
Antikantelvoet voor de zijkant (2)
Antikantelvoet voor de achterzijde (2)
Afdekking voor de antikantelvoet (2)
antikantelvoet (2)
Antikantelvoet (2)
Schroeven (22)Afdekking voor de
1 Bevestig de antikantelvoeten (aan
weerszijden en aan de voorzijde) met vier bouten.
Opmerking
● De richting is bij het bevestigen links en rechts verschillend.
- 20 -
Opties
2 Plaats de onderkant van de
antikantelvoeten (beide zijden) op de vloer, lijn de zijkanten uit met de kast en bevestig ze stevig met twee bouten elk.
Schroefgat
Opmerking
● Draai de bovenste bouten niet stevig aan.
Schroefgat
3 Zet de afdekkking van de antikantelvoet
(beide zijden) vast met twee bouten elk.
5 Plaats de onderkant van de
antikantelvoeten op de vloer en zet ze vast met drie bouten.
Plaats de bout in het midden van de ovale uitsparing en zet de bout vast.
 Een printerstandaard bevestigen
aan de printer
LET OP
● Er zijn minstens twee mensen nodig om de printer veilig op te tillen, omdat deze ongeveer 27 kg weegt.
Dit kan letsel veroorzaken!
1
Ingebruikneming
4 Lijn de afdekking van de antikantelvoet
(achterzijde) uit met de achterzijde van de antikantelvoet.
1 Schakel de printer uit en koppel alle
kabels los van de printer.
Meer info
● "De printer uitschakelen" P.32
- 21 -
Opties
2 Plaats de printer voorzichtig op de
1
Ingebruikneming
printerstandaard, steek de uitsparingen (1) van de printerstandaard in de gaten aan de onderkant van de printer.
 Een printerstandaard bevestigen
aan een extra cassette (cassettes 2/3/4)
Stapel de extra cassettes stuk voor stuk op de printerstandaard en plaats daarbovenop de printer.
1 Plaats de extra cassette voorzichtig
op de printerstandaard, steek de vier uitsparingen (1) van de printerstandaard in de gaten aan de onderkant van de extra cassette.
1
3 Sluit het netsnoer en de losgekoppelde
kabels aan op uw printer en schakel de printer in met de aan-/uitschakelaar.
1
- 22 -
Opties
2 Wanneer u meer extra cassettes wilt
toevoegen, plaatst u deze voorzichtig op de extra cassette en steekt u de uitsparingen (1) van de onderste extra cassette achtereenvolgend stuk voor stuk in de gaten aan de onderkant van de extra cassette hierboven.
3 Plaats de printer voorzichtig op de
printerstandaard, steek de uitsparingen (1) van de extra cassette in de gaten aan de onderkant van de printer.
LET OP
● Er zijn minstens twee mensen nodig om de printer veilig op te tillen, omdat deze ongeveer 27 kg weegt.
Dit kan letsel veroorzaken!
1
Ingebruikneming
1
1
- 23 -
Opties
4 Vergrendel de twee zwenkwieltjes aan
1
Ingebruikneming
de voorkant van de extra cassettes door de vergrendelingshendels omlaag te duwen.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om te voorkomen dat de printer tijdens transport of onderhoud omvalt:
● Duw nooit een cassette omlaag als die openstaat.
● Duw nooit achter tegen de printer als de cassette openstaat.
● Duw nooit tegen de bovenklep als die openstaat.
- 24 -
Opties

Een extra cassette installeren

Modelnaam: N22305A
Installeer optionele extra cassettes als u de papiercapaciteit van uw printer wilt verhogen. Hieronder staat een overzicht van de mogelijke combinaties van cassettes die u kunt installeren.
Na de installatie moet u de printerdriver
congureren. "Bij het toevoegen van opties"
P.79
● Printer en één extra cassette
● Printer en drie extra cassettes
1
Ingebruikneming
Meer info
● Voor specicaties van de extra cassette raadpleegt u
"Ondersteunde papiersoorten" P.43.
1 Schakel de printer uit en koppel alle
kabels los van de printer.
Meer info
● "De printer uitschakelen" P.32
● Printer en twee extra cassettes
2 Stapel de extra cassettes op en steek
u de uitsparingen (1) van de onderste extra cassette achtereenvolgend stuk voor stuk in de gaten aan de onderkant van de extra cassette hierboven.
1
- 25 -
Opties
3 Plaats de printer voorzichtig op de extra
1
Ingebruikneming
cassettes en steek de uitsparingen (1) van de extra cassette in de gaten aan de onderkant van de printer.
LET OP
● Er zijn minstens twee mensen nodig om de printer veilig op te tillen, omdat deze ongeveer 27 kg weegt.
Dit kan letsel veroorzaken!

Extra RAM-geheugen installeren

Installeer extra RAM-geheugen om het geheugen van uw printer te verhogen als er fouten optreden door onvoldoende geheugenruimte of als er fouten optreden tijdens gesorteerd afdrukken. Uw printer ondersteunt 512 MB RAM­geheugen.
Opmerking
● Gebruik alleen originele Oki Data-producten. De prestaties kunnen niet worden gegarandeerd wanneer u andere producten gebruikt.
● Statische elektriciteit kan onderdelen beschadigen. Ontlaad de statische elektriciteit van uw lichaam door een geaard metalen object aan te raken voordat u aan het werk gaat.
Memo
● Voor het afdrukken van banners is het raadzaam extra geheugen te installeren.
1
4 Sluit het netsnoer en de losgekoppelde
kabels aan op uw printer en schakel de printer in met de aan-/uitschakelaar.
1 Schakel de printer uit en koppel alle
kabels los van de printer.
Meer info
● "De printer uitschakelen" P.32
2 Open de toegangsklep (1) aan de
rechterzijde van de printer.
1
- 26 -
Opties
3 Draai de bevestigingsbout los om de
metalen plaat (2) te verwijderen.
2
4 Controleer of de LED (3) brandt die
wordt aangeduid met de pijl. Als deze brandt, wacht u totdat deze uitgaat.
5 Plaats het extra RAM-geheugen (4) in de
sleuf en bevestig het door het van u af in de printer te duwen.
Opmerking
● Let goed op de juiste positie van het extra RAM- geheugen. Het extra RAM-geheugen heeft kleine inkepingen op de connector, die passen op de connector van de sleuf.
4
6 Plaats de rechterkant van de metalen
plaat (2) in de printer, sluit de plaat en zet hem vast met de bout.
1
Ingebruikneming
3
2
7 Sluit de toegangsklep (1).
1
- 27 -
Opties
8 Sluit het netsnoer en de losgekoppelde
1
Ingebruikneming
kabels aan op uw printer en schakel de printer in met de aan-/uitschakelaar.
9 Op het bedieningspaneel drukt u op de
bladerknop .
10 Controleer of [Conguratie
(Conguration)] is geselecteerd en druk
vervolgens op de knop <ENTER>.
䣈䣷䣰䣥䣶䣫䣱䣰䣵䢢䢢䢢䢢䢢䢢䢳䢱䢴
䣒䣴䣫䣰䣶䢢䣈䣴䣱䣯䢢䣗䣕䣄䢢䣏䣧䣯䣱䣴䣻
䣒䣴䣫䣰䣶䢢䣕䣧䣥䣷䣴䣧䢢䣌䣱
䣅䣱䣰䣨䣫䣩䣷䣴䣣䣶䣫䣱䣰 䣒䣴䣫䣰䣶䢢䣋䣰䣨䣱䣴䣯䣣䣶䣫䣱䣰
13 Controleer of de waarde [RAM (RAM)] is
toegenomen.
䣔䣃䣏䢢䢢䢢䢢䢢傍䢢䢳䢱䢳
䢹䢸䢺䣏䣄
- De waarde voor geheugen dat is uitgebreid met 512 MB, is [768 MB (768 MB)].
Opmerking
● Als de waarde bij [RAM] niet is toegenomen, schakelt u de printer uit en ontkoppelt u het netsnoer en alle kabels en installeert u het extra RAM­geheugen opnieuw.
14 Druk op de knop <ON LINE (ONLINE)>.
11 Druk meerdere keren op de bladerknop
om [System (System)] te selecteren
en druk op de knop <ENTER>.
䣅䣱䣰䣨䣫䣩䣷䣴䣣䣶䣫䣱䣰䢢䢢䢢䢳䢱䢳 䣖䣴䣣䣻䢢䣅䣱䣷䣰䣶 䣕䣷䣲䣲䣮䣫䣧䣵䢢䣎䣫䣨䣧
䣐䣧䣶䣹䣱䣴
䣕䣻䣵䣶䣧
12 Druk meerdere keren op de bladerknop
om [RAM (RAM)] te selecteren en
druk op de knop <ENTER>.
䣕䣻䣵䣶䣧䣯䢢䢢䢢䢢䢢䢢䢢䢴䢱䢴 䣒䣗䢢䣘䣧䣴䣵䣫䣱
䣔䣃䣏
䣈䣮䣣䣵䣪䢢䣏䣧䣯䣱䣴䣻 䣊䣆䣆
- 28 -
Opties

Een harde schijf installeren

1 Schakel de printer uit en koppel alle
kabels los van de printer.
Meer info
● "De printer uitschakelen" P.32
2 Open de toegangsklep (1) aan de
rechterzijde van de printer.
1
4 Controleer of de LED (3) brandt die
wordt aangeduid met de pijl. Als deze brandt, wacht u totdat deze uitgaat.
3
5 Bevestig een harde schijf (4) en zet met
de twee schroeven vast.
1
Ingebruikneming
3 Draai de bevestigingsbout los om de
metalen plaat (2) te verwijderen.
2
4
6 Sluit de witte connector (5) van de
harde schijf als eerste aan in de printer en sluit dan de andere connector (6) aan.
6
5
- 29 -
Opties
7 Plaats de rechterkant van de metalen
1
Ingebruikneming
plaat (2) in de printer, sluit de plaat en zet hem vast met de bout.
8 Sluit de toegangsklep (1).
11 Controleer of [Conguratie
(Conguration)] is geselecteerd en druk
vervolgens op de knop <ENTER>.
䣈䣷䣰䣥䣶䣫䣱䣰䣵䢢䢢䢢䢢䢢䢢䢳䢱䢴
䣒䣴䣫䣰䣶䢢䣈䣴䣱䣯䢢䣗䣕䣄䢢䣏䣧䣯䣱䣴䣻
䣒䣴䣫䣰䣶䢢䣕䣧䣥䣷䣴䣧䢢䣌䣱
䣅䣱䣰䣨䣫䣩䣷䣴䣣䣶䣫䣱䣰 䣒䣴䣫䣰䣶䢢䣋䣰䣨䣱䣴䣯䣣䣶䣫䣱䣰
2
12 Druk meerdere keren op de bladerknop
om [System (System)] te selecteren
en druk op de knop <ENTER>.
䣅䣱䣰䣨䣫䣩䣷䣴䣣䣶䣫䣱䣰䢢䢢䢢䢳䢱䢳 䣖䣴䣣䣻䢢䣅䣱䣷䣰䣶 䣕䣷䣲䣲䣮䣫䣧䣵䢢䣎䣫䣨䣧
䣐䣧䣶䣹䣱䣴
䣕䣻䣵䣶䣧
1
9 Sluit het netsnoer en de losgekoppelde
kabels aan op uw printer en schakel de printer in met de aan-/uitschakelaar.
10 Op het bedieningspaneel drukt u op de
bladerknop .
13 Druk meerdere keren op de bladerknop
om [HDD (HDD)] te selecteren en
druk op de knop <ENTER>.
䣕䣻䣵䣶䣧䣯䢢䢢䢢䢢䢢䢢䢢䢴䢱䢴 䣒䣗䢢䣘䣧䣴䣵䣫䣱䣰
䣔䣃䣏
䣈䣮䣣䣵䣪䢢䣏䣧䣯䣱䣴䣻 䣊䣆䣆
14 Controleer de waarde bij [HDD (HDD)].
䣊䣆䣆䢢䢢䢢䢢䢢傍䢢䢳䢱䢳
䢳䢸䢲䢰䢲䢶䣉䣄䣝䣈䢸䢶䣟
Opmerking
● Als [Niet geinstalleerd] wordt weergegeven, schakelt u de printer uit en ontkoppelt u het netsnoer en alle kabels en installeert u de harde schijf opnieuw.
- 30 -
15 Druk op de knop <ON LINE (ONLINE)>.
Loading...
+ 138 hidden pages