Schrijf het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
Sticker met
Serienummer
KLANTENDIENST
Neem contact op met de Klantendienst (zie informatie hieronder)
of neem contact op met de winkel
waar u dit product gekocht heeft
wanneer u nog vragen heeft of
wanneer er onderdelen ontbreken
of beschadigd zijn.
De hier afgebeelde waarschuwingsstickers worden
meegeleverd bij dit product. Bevestig de waarschuwingsstickers bovenop de Engelse waarschuwingen op de
aangegeven locatie. De stickers met waarschuwing hier
getoond zijn op de aangegeven plaatsen geplakt. Bel,
wanneer een sticker ontbreekt of niet leesbaar is, het
nummer op de voorkant van deze
handleiding en vraag om een gratis vervangende sticker. Plak de
sticker op de aangegeven plaats.
Let op: De stickers worden mogelijk
niet op ware grootte weergegeven.
NORDICTRACK en IFIT zijn gedeponeerd handelsmerken van ICON Health & Fitness, Inc. App Store is een handelsmerk van Apple Inc., geregistreerd in de VS en andere landen. Android en Google Play zijn handelsmerken
van Google Inc. Het woordmerk BLUETOOTH® en de logo’s zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth
SIG, Inc. en in licentie worden gebruikt. IOS is een handelsmerk of een geregistreerd handelsmerk van Cisco in
de VS en andere landen en wordt onder licentie gebruikt.
2
Page 3
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING: Lees alle belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in
deze handleiding en alle waarschuwingen op uw trainingsets voordat u deze gebruikt om het risico
van ernstig letsel te verminderen. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade
door het gebruik van dit product.
1. Het is de verantwoordelijkheid van de
eigenaar om zich ervan te vergewissen
dat alle gebruikers van de trainingsets
voldoende op de hoogte zijn van alle
voorzorgsmaatregelen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit
of enig ander oefenprogramma begint. Dit
is vooral belangrijk voor personen boven
de 35 jaar, of personen met bestaande
gezondheidsproblemen.
3. De trainingsets is niet bedoeld om gebruikt
te worden door personen met verminderde
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke
vermogens of met een gebrek aan ervaring
en kennis, tenzij er toezicht is of tenzij zij
instructie hebben ontvangen over het gebruik
van de trainingsets door iemand die voor
hun veiligheid verantwoordelijk is.
4. Gebruik de trainingsets alleen zoals in deze
handleiding beschreven.
5. Deze trainingsets is alleen voor thuisge-
bruik bedoeld. Gebruik de trainingsets niet
commercieel of voor verhuur.
6. Gebruik de trainingsets uitsluitend binnenshuis en uit de buurt van vocht en stof. Plaats
de trainingsets niet in een garage, op een
overdekt terras of bij water.
7. Plaats de trainingsets op een vlakke onder-
grond met een matje onder de ets om
uw vloer(bedekking) te beschermen. Zorg
dat er tenminste 0,6 m ruimte is rond de
trainingsets.
8. Controleer steeds bij gebruik alle onderdelen
van de trainingsets en draai ze goed vast.
Vervang versleten onderdelen meteen.
9. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 13 en
huisdieren bij de trainingsets vandaan.
10. Draag geschikte kleding wanneer u de trai-
ningsets gebruikt. Draag nooit losse kleding
die in de ets bekneld kan raken. Draag altijd
sportschoenen voor voetbescherming.
11. De trainingsets kan alleen gebruikt worden door mensen die niet zwaarder zijn dan
125 kg.
12. Wees voorzichtig bij het monteren en demon-
teren van de trainingsets.
13. Houd uw rug tijdens het gebruik van de trai-
ningsets altijd recht. Krom uw rug niet.
14. De hartslagmonitor is geen medisch instrument. Diverse factoren kunnen invloed
hebben op nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De hartslagmonitor dient slechts
om de hartslag globaal te meten, als hulpmiddel bij het oefenen.
15. Te veel oefeningen doen kan leiden tot
ernstig letsel of de dood. Als u pijn voelt,
kortademig of duizelig wordt tijdens het oefenen, dient u onmiddellijk te stoppen en af te
koelen.
3
Page 4
VOORDAT U BEGINT
Dank u dat u hebt gekozen voor de nieuwe
NORDICTRACK® COMMERCIAL VR 21 trainingsets.
Fietsen is een effectieve oefening voor het verbeteren
van het hart- en vaatstelsel het opbouwen van uithoudingsvermogen en voor het in vorm brengen van uw
lichaam. De COMMERCIAL VR 21 trainingsets biedt
een reeks functies die zijn ontwikkeld om uw oefeningen thuis effectiever en leuker te maken.
Lees voor uw eigen welzijn deze handleiding zorg-
vuldig door voordat u de trainingsets gebruikt.
Lengte: 150 cm
Breedte: 56 cm
Gewicht: 58 kg
Ventilator
Accessoireshouder
Zitting
Raadpleeg de kaft van deze handleiding mocht u nog
vragen hebben nadat u de handleiding hebt doorgelezen. Voordat u met ons contact opneemt, schrijf
het productnummer en serienummer even op. De
plaats waar u de sticker van het modelnummer en
het serienummer kunt vinden wordt op de kaft van de
handleiding aangegeven.
Voordat u verder leest, bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de verschillende onderdelen.
Bedieningspaneel
Hartslagmonitor
Handvat
Rugleuning
Hendel
Stelvoet
Pedaal/Riem
Wiel
Afstelhendel
Handvat
4
Page 5
ONDERDEEL IDENFICATIESCHEMA
Raadpleeg bij de montage de onderstaande tekeningen om de kleine onderdelen te herkennen. Het getal tussen
haakjes onder iedere tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN aan het eind
van deze handleiding. Het nummer naast het sleutelnummer is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Let
op: Wanneer u een onderdeel niet in de zak met onderdelen kunt vinden, bekijk dan het apparaat om te
zien of het al gemonteerd is. Er kunnen extra onderdelen zijn meegeleverd.
M6 x 20mm
Schroef (67)–4
M8 x 13mm
Schroef (94)–6
M10 x 20mm
Schroef (60)–4
M8 Borgmoer
(102)–2
M6 x 30mm Schroef
M8 x 40mm Schroef
(56)–4
M6 Tussenring
(51)–4
M4 x 15mm
(112)–8
M10 x 96mm Schroef (110)–2
Schroef (63)–6
M6 x 50mm Schroef
(42)–1
M8 x 50mm Bout
(49)–2
M10 x 120mm Schroef (44)–2
5
Page 6
MONTAGE
• De montage moet door twee personen uitgevoerd
worden.
• Plaats alle onderdelen op een open plek en
verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het
verpakkingsmateriaal niet weg tot u volledig klaar
bent met de montage.
• De linkeronderdelen staan aangegeven met “L” of
“Left” en de rechteronderdelen staan aangegeven
met “R” of “Right”.
• Zie bladzijde 5 om kleine onderdelen te kunnen
herkennen.
1. Ga naar iconsupport.eu op uw computer en
registreer uw product.
• activeert uw garantie
• bespaart u tijd als u ooit contact moet
opnemen met de Klantendienst
• hiermee kunnen wij u op de hoogte stellen van
upgrades en aanbiedingen
Naast het meegeleverde gereedschap heeft u het
volgende gereedschap nodig:
een kruiskopschroevendraaier
een instelbare sleutel
Montage is makkelijker met een set sleutels.
Gebruik geen elektrisch gereedschap om schade
aan onderdelen te voorkomen.
1
Let op: Indien u geen internettoegang heeft, belt
u met de Klantendienst (zie de voorkant van
deze handleiding) om uw product te registreren.
2. Als er verzendbeugel(s) (niet afgebeeld) zijn
bevestigd aan de voorkant en de achterkant van
het Onderstel (1), verwijder de verzendbeugel(s)
en de hardware waaraan ze bevestigd zitten dan
en gooi ze weg.
Plaats met de hulp van een tweede persoon, wat
van het verpakkingsmateriaal (niet afgebeeld)
onder de voorkant van het Onderstel (1).
Bevestig de Voorste Stabilisator (2) aan het
Onderstel (1) met twee M10 x 96mm Schroeven
(110); draai beide Schroeven aan en draai ze
vast.
Verwijder dan de verpakkingsmaterialen van
onder het Onderstel (1).
2
2
1
110
6
Page 7
3. Plaats met de hulp van een tweede persoon, wat
verpakkingsmateriaal (niet afgebeeld) onder de
achterkant van het Onderstel (1).
Bevestig de Achterste Stabilisator (3) aan
het Onderstel (1) met twee M10 x 120mm
Schroeven (44); draai beide Schroeven aan en
draai ze vast.
3
Verwijder dan de verpakkingsmaterialen van
onder het Onderstel (1).
4. Zorg dat een tweede persoon de Staander (4)
vasthoudt in de buurt van het Onderstel (1).
Tip: Vermijd het afklemmen van de
Hoofddraad (41). Bevestig de Staander (4) met
vier M10 x 20mm Schroeven (60); draai alle
Schroeven eerst aan en draai ze daarna vast.
Vind het draadband (A) in de Staander (4).
Bevestig de onderkant van de draadband
aan de Hoofddraad (41). Trek vervolgens de
andere kant van de draadband omhoog tot de
Hoofddraad helemaal door de Staander loopt.
Tip: Maak de Hoofddraad (41) met de draad-
band (A) vast aan de Staander zodat deze
niet in de Staander (4) kan vallen.
44
4
Vermijd het
afklemmen van de
Hoofddraad (41)
3
1
60
A
4
A
41
1
5. Schuif vervolgens de Kap van de Staander (19)
op de Staander (4) en druk deze op het Linkeren het Rechterscherm (21, 22).
5
19
4
21, 22
7
Page 8
6. Maak de Accessoireshouder (9) aan de Staander
(4) vast met twee M6 x 50mm Schroeven (42).
6
42
4
9
7. Maak het draadband rond de Hoofddraad (41)
los en gooi weg.
Leid, terwijl een tweede persoon de Beugel van
het Bedieningspaneel (82) bij de Staander (4)
houdt, de Hoofddraad (41) door de inkeping in
de Staander, door de Beugel van de Staander
(84) en door de inkeping in het midden van de
Beugel van het Bedieningspaneel.
Tip: Vermijd het afklemmen van de
Hoofddraad (41). Steek de Beugel van de
Staander (84) in de Staander (4).
Bevestig de Beugel van de Staander (84) met
twee M8 x 50mm Bouten (49) en twee M8
Borgmoeren (102); draai beide Bouten aan
en draai ze vervolgens vast. Zorg dat de
Borgmoeren in de zeshoekige gaten (B)
zitten.
8. Zoek het Rechterhandvat (81) en richt deze
zoals is afgebeeld.
Tip: Vermijd het knikken van de Draad van
de Rechterhartslagsensor (8). Bevestig het
Rechterhandvat (81) aan de rechterkant van
de Beugel van het Bedieningspaneel (82) met
drie M8 x 13mm Schroeven (94); draai alle
Schroeven eerst aan en draai ze daarna vast.
7
Vermijd het
afklemmen van de
Hoofddraad (41)
8
94
6
41
7
102
82
B
82
84
49
4
8
Leid de Draad van de Rechterhartslagsensor
(8) vervolgens in het Rechterhandvat (81) door
de Beugel van het Bedieningspaneel (82) zoals
afgebeeld.
Herhaal deze stap om aan het Linkerhandvat
(6) te bevestigen.
Vermijd dat de
draden bekneld
raken
94
81
8
Page 9
9. Terwijl een tweede persoon het Bediening-
spaneel (5) bij de Beugel van het
Bedieningspaneel (82) vasthoudt, sluit u
de draden van het Bedieningspaneel aan
op de Hoofddraad (41) en op de Linker- en
Rechterdraden van de Hartslagsensoren (7, 8).
9
5
41
82
63
Stop het overmatige draad in de Beugel van het
Bedieningspaneel (82).
Tip: Vermijd dat de draden bekneld raken.
Bevestig het Bedieningspaneel (5) aan de
Beugel van het Bedieningspaneel (82) met
vier M4 x 15mm Schroeven (63); draai alle
Schroeven eerst aan en draai ze daarna vast.
10. Zoek de Bovenste en Onderste Beugelkappen
(20, 80) en richt ze zoals afgebeeld, en
druk ze samen rond de Beugel van het
Bedieningspaneel (82).
Tip: Vermijd het knikken van de Linker- en
de Rechterdraad van de Hartslagsensoren
(7, 8). Bevestig de Bovenste en Onderste
Beugelkappen (20, 80) aan de Beugel van het
Bedieningspaneel (82) met twee M4 x 15mm
Schroeven (63).
Vermijd dat de
draden bekneld
10
80
63
7, 8
raken
63
20
7, 8
82
Vermijd het
afklemmen van
de Draden van de
Hartslagsensoren
(7, 8)
9
Page 10
11. Bevestig het Handvat van de Zitting (18) aan de
Drager van de Zitting (11) met vier M8 x 40mm
Schroeven (56); draai alle Schroeven eerst
aan en draai ze daarna vast.
11
56
18
11
12. Schuif het Onderstel van de Rugleuning (14) op
het Handvat van de Zitting (18).
Bevestig het Onderstel van de Rugleuning (14)
met vier M6 x 30mm Schroeven (51) en vier M6
Tussenringen (112); draai alle Schroeven eerst
aan en draai ze daarna vast.
12
14
112
51
18
10
Page 11
13. Bevestig de Zitting (12) aan het Handvat van
de Zitting (18) met vier M6 x 20mm Schroeven
(67) en vier M6 Tussenringen (112); draai alle
Schroeven eerst aan en draai ze daarna vast.
13
12
18
112
67
14. Zoek naar het Rechterpedaal (29).
Draai met gebruik van een Engelse sleutel het
Rechterpedaal (29) naar rechtsgoed vast in de
Rechtercrankarm (99).
Draai het Linkerpedaal (niet afgebeeld)
stevig naar links in de Linkercrankarm
(niet afgebeeld). BELANGRIJK: U moet het
Linkerpedaal naar links draaien om het te
bevestigen.
Bevestig de rechterpedaalriem (C) aan het
Rechterpedaal (29) zoals weergegeven.
Bevestig de Linkerpedaalriem (niet afgebeeld) op dezelfde wijze.
14
99
C
29
11
Page 12
15. Steek de Stroomadapter (107) in de Aansluiting
op het onderstel van de trainingsets.
Let op: Om de Stroomadapter (107) in
een stopcontact te gebruiken, kijkt u bij
DE STROOMADAPTER INPLUGGEN op
bladzijde 13.
16. Nadat de trainingsets is gemonteerd, controleert u of deze juist is gemonteerd en goed werkt. Zorg ervoor dat alle onderdelen van de trainingsets goed vastgedraaid worden. Er kunnen extra onderdelen
zijn meegeleverd. Leg een matje onder de trainingsets om uw vloer niet te beschadigen.
15
107
12
Page 13
HET GEBRUIKEN VAN DE TRAININGSFIETS
DE STROOMADAPTER INSTEKEN
BELANGRIJK: Laat, wanneer de trainingsets
aan koude temperaturen blootgesteld is geweest,
deze tot kamertemperatuur komen voordat u de
stroomadapter inschakelt. Als u dit niet doet kunt u
het bedieningspaneel of andere elektrische componenten beschadigen.
Steek de
stroomadapter in de
aansluiting die zich
op het onderstel
van de trainingsets
bevindt. Plaats,
indien nodig de juiste
stroomadapter in het
stopcontact. Steek
dan de stroomadapter in het juiste
stopcontact dat goed is geïnstalleerd volgens de lokale
codes en verordeningen.
DE TRAININGSFIETS VERPLAATSEN
Om de trainingsets
te verplaatsen houdt
u het handvat op de
achterste stabilisator
vast en tilt u deze
langzaam omhoog
tot de trainingsets
op de voorwielen kan
worden verplaatst.
Verplaats de trai-
ningsets voorzichtig
naar de gewenste
plaats en zet het apparaat weer op de vloer neer.
HOE DE GEZICHTSHOEK VAN HET
BEDIENINGSPANEEL BIJ TE STELLEN
Hendel
DE ZITTING AFSTELLEN
U kunt de zitting
voorwaarts en achterwaarts afstellen in
de meest comfortabele positie. Om de
zitting af te stellen
duwt u de afstelhendel omlaag, schuift
u de zitting naar de
gewenste stand en
trekt u de afstelhendel omhoog om de
zitting op de locatie
te vergrendelen.
DE PEDAALRIEMEN AFSTELLEN
Trek het uiteinde van
de riem omlaag, om
een pedaalriem vast
te maken. Druk op
het lipje en trek de
riem omhoog om een
riem los te maken.
DE FIETS GOED VLAK STELLEN
Draai, wanneer de
trainingsets tijdens
het gebruik wat
wiebelt, aan één of
aan beide stelvoeten
onder de achterste
stabilisator totdat
het toestel niet meer
wiebelt.
Stelvoeten
Hendel
Lipje
Het bedieningspaneel
kan in verschillende
hoeken worden
afgesteld. Om het
bedieningspaneel af
te stellen, draait u de
knop op het bedieningspaneel tot het
bedieningspaneel
zich in de gewenste hoek bevindt.
Knop
13
Page 14
BEDIENINGSPANEELDIAGRAMFUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel bevat bepaalde keuzen om uw
oefeningen thuis effectiever en leuker te maken.
U kunt de weerstand van de pedalen door een druk op
de toets bijstellen wanneer de handmatige instelling
van het bedieningspaneel gekozen wordt.
Het bedieningspaneel zal tijdens uw oefening doorlopend trainingsinformatie weergeven. U kunt zelfs uw
hartslag meten door gebruik te maken van de ingebouwde handgreep-hartslagmonitor of door middel van
de bijbehorende borstkas-hartslagmonitor. Zie blad-
zijde 20 voor informatie over het kopen van een
borstkas-hartslagmonitor.
U kunt ook uw tablet op het bedieningspaneel aansluiten en een iFit® Bluetooth Tablet app gebruiken om uw
oefening-informatie vast te leggen en bij te houden.
Het bedieningspaneel biedt ook een keuze aan vooraf
ingestelde oefeningen. Iedere oefening verandert
automatisch de weerstand van de pedalen terwijl u een
doeltreffende oefening uitvoert.
De watt-oefening past de weerstand van de pedalen aan om uw watt-vermogen bij een doelniveau te
houden.
U kunt zelfs uw persoonlijke audiospeler aansluiten op
het geluidssysteem van het bedieningspaneel en naar
uw favoriete muziek of audioboeken luisteren terwijl u
oefent.
Voor gebruik van de handmatige modus, zie bladzijde 15. Voor gebruik van een vooraf ingestelde
oefening, zie bladzijde 17. Voor gebruik van een
watts-oefening, zie bladzijde 18. Om uw tablet aan
te sluiten op het bedieningspaneel, zie bladzijde
19. Om uw hartslagmonitor aan te sluiten op het
bedieningspaneel, zie bladzijde 19. Voor gebruik
van het geluidssysteem, zie bladzijde 20. Voor het
wijzigen van de bedieningspaneelinstellingen, zie
bladzijde 20.
Let op: Als er een laagje plastic op het display ligt,
moet u dat verwijderen.
Let op: Het bedieningspaneel kan de snelheid en
de afstand in kilometers of mijlen weergeven. Druk
herhaaldelijk op de toets Standard/Metric (standaard/
metrisch) om de meeteenheid te wijzigen. Om het
eenvoudig te houden, verwijzen alle instructies in deze
paragraaf naar mijlen.
14
Page 15
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE
GEBRUIKEN
1. Het bedieningspaneel aanzetten.
Begin te stappen of druk op welke toets van
het bedieningspaneel dan ook om het bedieningspaneel aan te zetten.
Wanneer u het bedieningspaneel aanzet zullen de
displays aangaan en is het bedieningspaneel klaar
voor gebruik.
Cals./Hr (calorieën per uur): Deze display-instel-
ling zal bij benadering het aantal calorieën dat u
per uur verbrandt, aangeven.
Distance (afstand): Deze weergave toont de
getrapte afstand in mijlen (mi) of kilometers (km).
BPM (hartslagen per minuut): Deze weer-
gave toont uw hartslag in hartslagen per
minuut (bpm) wanneer u gebruik maakt van de
handgreep-hartslagmonitor of de optionele borstkas-hartslagmonitor (zie stap 5).
2. Kies de handmatige modus.
Druk op de toets Manual Control (handmatig con-
trole) om de handmatige instelling te kiezen.
3. Verander desgewenst de weerstand van de
pedalen.
Tijdens het stappen kunt u de weerstand van de
pedalen veranderen door op de toenametoets en
de afnametoets Quick Resistance (snelle weerstand) te drukken, of te drukken op een van de
genummerde toetsen Quick Resistance.
Let op: Als u een toets hebt ingedrukt, zal het een
tijdje duren voordat de pedalen het gewenste weerstandsniveau hebben bereikt.
4. Volg uw vorderingen op de displays.
De display kan de volgende oefeninginformatie
bevatten:
BPM AVG (hartslaggemiddelde): Deze weergave
toont uw gemiddelde hartslag in hartslagen per
minuut (bpm) wanneer u gebruik maakt van de
handgreep-hartslagmonitor of de optionele borstkas-hartslagmonitor (zie stap 5).
Resistance (weerstand): Deze weergave zal
telkens wanneer de weerstandsniveau van de
pedalen verandert, de weerstandsinstelling een
paar seconden lang aangeven.
RPM (TPM): Deze weergave zal uw stapsnelheid
in toeren per minuut (tpm) aangeven.
RPM AVG (TPM gemiddeld): Deze weergave zal
uw gemiddelde stapsnelheid in toeren per minuut
(tpm) aangeven.
Speed (snelheid): Deze weergave zal de trapsnel-
heid in mijlen of kilometers per uur aangeven. Druk
herhaaldelijk op de toets Standard/Metric (standaard/metrisch) om de meeteenheid te wijzigen.
Time (tijd): In de manuele instelling toont deze
weergave de verstreken tijd. Indien u een vooraf
ingestelde oefening kiest, zal deze display de
resterende tijd van de oefening of de verstreken tijd
aangeven.
Pictogram met vlammetje (calorieën): Wanneer
de handmatige instelling wordt gekozen zal deze
display het geschatte aantal calorieën dat u
verbrand heeft aangeven. Wanneer een vooraf
ingestelde oefening wordt gekozen, zal deze
display óf het geschatte aantal calorieën dat nog te
verbranden is óf het geschatte aantal calorieën dat
u verbrand heeft aangeven.
Watts (watt): Deze weergave toont uw gemiddelde
energie-vermogen weergeven in watt.
AVG (gemiddeld watt): Deze weergave toont uw
gemiddelde krachtuitvoer in watt voor de oefening.
15
Page 16
Scan Mode (scanmodus) en
Priority Mode (prioriteitsmodus)—De calorieën en
watt-weergaven worden afwisselend getoond (scanmodus).
Druk herhaaldelijk op de toename- of afnametoets
naast de Enter toets om te kiezen om het caloriescherm of het wattsscherm doorlopend weer te
geven (prioriteitsmodus), tot het gewenste scherm
verschijnt. Druk, om naar de scanmodus terug te
keren herhaaldelijk op de toenametoets totdat het
woord SCAN verschijnt.
Druk dan op de toets Home om de oefening te ver-
laten en terug te keren naar het hoofdmenu. Druk,
indien nodig, nogmaals op de toets Home.
Druk op de toets End/Summary (einde/overzicht)
om de oefening te beëindigen en een overzicht van
de oefening te zien. Het overzicht van de oefening
verschijnt gedurende een paar seconden op het
scherm.
Om het volume van het bedie-
ningspaneel te wijzigen, drukt
u op de volume-toenametoets
en -afnametoets.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
U kunt uw hartslag meten met gebruik van de
handgreep-hartslagmonitor of de optionele borstkas-hartslagmonitor (zie bladzijde 20 voor
informatie over de optionele borstkas-hartslagmonitor). Let op: Het bedieningspaneel
is compatibel met BLUETOOTH® Smart
hartslagmonitoren.
de palmen van uw hand leunend tegen de contactpunten. Beweeg uw handen niet en houd de
contacten niet te stevig vast.
Wanneer uw hartslag wordt vastgesteld, verschijnt
de waarde op de weergave. Voor een correcte
hartslagmeting, houdt u de contactpunten
ongeveer 15 seconden vast.
6. Zet de ventilator indien gewenst aan.
De ventilator heeft meerdere
snelheidsinstellingen en een
stand automatisch. Als de
automatische modus is geselecteerd zal de snelheid van de ventilator verhogen
of verlagen als de intensiteit van uw oefening
toeneemt of afneemt. Druk herhaaldelijk op de
toename- en afnametoets van de ventilator om een
ventilatorsnelheid te kiezen of om de ventilator uit
te zetten.
Let op: De ventilator gaat automatisch uit wan-
neer de pedalen ongeveer 30 seconden lang niet
bewegen.
7. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Indien de pedalen enkele seconden lang niet
bewegen zal een serie tonen te horen zijn, zal het
bedieningspaneel stilvallen en stoppen de display.
Als de pedalen een paar minuten lang niet bewe-
gen zal het bedieningspaneel uitgaan en zal de
display zich resetten.
Let op: Wanneer u beide hartslagmonitoren
tegelijkertijd gebruikt, zal de borstkas-hartslagmonitor prioriteit krijgen.
Als er velletjes
plastic op de
metalen contactpunten van de
handgreep-hartslagmonitor
bevinden, verwijder deze dan.
Om uw hartslag
te meten, houd
uw handen op de
handgreep-hartslagmonitor met
Contactpunten
16
Page 17
EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING
GEBRUIKEN
1. Het bedieningspaneel aanzetten.
weerstandsniveau en/of de doelsnelheid een paar
seconden lang in de display verschijnen om u te
waarschuwen. De weerstand van de pedalen zal
dan veranderen.
Begin te stappen of druk op welke toets van
het bedieningspaneel dan ook om het bedieningspaneel aan te zetten.
Wanneer u het bedieningspaneel aanzet zullen de
displays aangaan en is het bedieningspaneel klaar
voor gebruik.
2. Kies een vooraf ingestelde oefening.
Druk herhaaldelijk op de gewenste toets Workout
Apps (oefening apps) voor een vooraf ingestelde
oefening totdat de gewenste oefening op de display verschijnt.
De display zal, wanneer u een vooraf ingestelde
oefening kiest, de naam van de oefening en de
tijdsduur van de oefening of het aantal calorieën
dat u zult verbranden, aangeven.
Houd uw stapsnelheid tijdens het oefenen dicht-
bij de na te streven snelheid voor het huidige
segment.
BELANGRIJK: De doelsnelheid is uitsluitend
bedoeld om u te motiveren. Uw feitelijke tempo
kan langzamer zijn dat de doelsnelheidinstellingen. Zorg ervoor dat u op een tempo stapt dat
aangenaam voor u is.
Wanneer het weerstandsniveau voor het huidige
segment te hoog of te laag ligt kunt u de instelling handmatig veranderen door op de toetsen
Quick Resistance (snelle weerstand) te drukken.
BELANGRIJK: De pedalen zullen, wanneer
het huidig segment van de oefening eindigt,
automatisch aan de geprogrammeerde weerstandsinstelling van het volgend segment
aangepast worden.
De oefening gaat zo verder tot het laatste onder-
deel is uitgevoerd. Stop gewoon met stappen om
de oefening wanneer dan ook te pauzeren. De tijd
zal op de display knipperen. Ga eenvoudigweg
verder met stappen om de oefening te hervatten.
De maximale snelheid en het maximale weerstand-
sniveau voor de oefening zullen ook verschijnen op
de display.
3. Begin met trappen om de oefening te starten.
Elke oefening is verdeeld in 1-minuut segmenten.
Een weerstand- en één tempo-instelling is voor
elk segment geprogrammeerd. Let op: U kunt
hetzelfde weerstand- en/of doeltemponiveau programmeren voor opeenvolgende segmenten.
Een reeks tonen zal aan het einde van ieder
segment van de oefening te horen zijn. Als er een
andere weerstand- en/of doelsnelheid zijn geprogrammeerd voor het volgende segment, zullen het
Om de oefening te stoppen, drukt u op de toets
End/Summary (einde/overzicht). Dan verschijnt
een overzicht van de oefening gedurende een paar
seconden in de displays.
4. Volg uw vorderingen op de displays.
Zie stap 4 op bladzijde 15.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 5 op bladzijde 16.
6. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 6 op bladzijde 16.
7. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 7 op bladzijde 16.
17
Page 18
EEN WATT-OEFENING GEBRUIKEN
1. Het bedieningspaneel aanzetten.
Begin te stappen of druk op welke toets van
het bedieningspaneel dan ook om het bedieningspaneel aan te zetten.
Wanneer u het bedieningspaneel aanzet zullen de
displays aangaan en is het bedieningspaneel klaar
voor gebruik.
2. Selecteer de watt-oefening.
Voor het selecteren van de watt-oefening, drukt u
herhaaldelijk op de toets Performance (prestatie)
tot u bij de laatste oefening in het menu komt. De
naam van de watt-oefening en de doelwatt-instelling voor de oefening verschijnt in de displays.
De weerstand van de pedalen zal, wanneer uw
watt-vermogen veel te laag of boven uw doelwatt-instelling ligt, automatisch toenemen of
afnemen om uw watt-vermogen in lijn te brengen
met uw doelwatt-instelling.
Druk op de toename- of afnametoets Quick
Resistance om de doelwatt-instelling op
elk mogelijk moment tijdens de oefening te
wijzigen.
De oefening zal zo door blijven gaan. Stop met
trappen om het bedieningspaneel tot stilstand te
brengen. Als het bedieningspaneel wordt onderbro-
ken, zal de tijd op de display opikkeren. Om met
uw oefening door te gaan, begin gewoon weer te
stappen.
5. Volg uw vorderingen op de displays.
3. Voer een doelwattinstelling in.
Druk op de toename- of afnametoets Quick
Resistance (snelle weerstand) om een doelwatt-instelling in te voeren.
4. Begin met trappen om de oefening te starten.
Het bedieningspaneel zal tijdens de oefening
regelmatig uw wattvermogen vergelijken met de
doelwatt-instelling.
Als u trapt dient u uw wattvermogen in de buurt van
de doelwatt-instelling te houden door uw trapsnelheid aan te passen.
Zie stap 4 op bladzijde 15.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 5 op bladzijde 16.
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 6 op bladzijde 16.
8. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 7 op bladzijde 16.
18
Page 19
UW TABLET OP HET BEDIENINGSPANEEL
AANSLUITEN
Het bedieningspaneel ondersteunt BLUETOOTHverbindingen naar tablets via de iFit Bluetooth app en
naar compatibele hartslagmonitoren. Let op: Andere
BLUETOOTH-verbindingen worden niet ondersteund.
1. Download en installeer de iFit Bluetooth Tablet
app op uw tablet.
Open op uw iOS® of Android™ tablet, de App
Store℠ of de Google Play™ store, zoek naar de
gratis iFit Bluetooth Tablet app, en installeer dan
de app op uw tablet. Zorg ervoor dat de optie BLUETOOTH op uw tablet is ingeschakeld.
Open dan de iFit Bluetooth Tablet app en volg de
instructies om een iFit-account aan te maken en
instellingen aan te passen.
2. Sluit uw hartslagmonitor indien gewenst aan op
het bedieningspaneel.
Indien u zowel uw hartslagmonitor en uw tablet
aansluit op het bedieningspaneel, dient u de hart-slagmonitor eerder dan de tablet aan te sluiten.
Zie UW HARTSLAGMONITOR AANSLUITEN OP
HET BEDIENINGSPANEEL rechts.
3. Uw tablet aansluiten op het bedieningspaneel.
Druk op de toets iFit Sync op het bedie-
ningspaneel; het koppelingsnummer van het
bedieningspaneel zal in de display verschijnen.
Volg vervolgens de instructies op de iFit Bluetooth
Tablet app om uw tablet op het bedieningspaneel
aan te sluiten.
Als er een verbinding tot stand is gekomen dan zal
de LED verlichting op het bedieningspaneel blauw
branden.
4. Leg uw oefeninginformatie vast en houd die bij.
Volg de instructies op de iFit Bluetooth Tablet app
om uw oefeninginformatie vast te leggen en bij te
houden.
5. Ontkoppel desgewenst uw tablet van het
bedieningspaneel.
Om uw tablet te ontkoppelen van het bedie-
ningspaneel, dient u eerst de ontkoppelingsoptie
in de iFit Bluetooth Tablet app te selecteren.
Houd vervolgens de toets iFit Sync op het bedieningspaneel ingedrukt tot de LED-verlichting op het
bedieningspaneel groen brandt.
Let op: Alle BLUETOOTH-verbindingen tussen het
bedieningspaneel en andere toestellen (inclusief
tablets, hartslagmonitoren etc.) zullen losgekoppeld
worden.
UW HARTSLAGMONITOR AANSLUITEN OP HET
BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel is compatibel met alle
BLUETOOTH Smart hartslagmonitoren.
Druk op de toets iFit Sync op het bedieningspaneel
om uw BLUETOOTH Smart hartslagmonitor met het
bedieningspaneel te verbinden; het koppelingsnummer
van het bedieningspaneel zal in het display verschijnen. Wanneer een verbinding tot stand is gekomen zal
de LED verlichting op het bedieningspaneel tweemaal
rood knipperen.
Let op: Als er zich meer dan één compatibele hartslagmonitor in de nabijheid van het bedieningspaneel
bevindt, dan zal het bedieningspaneel verbinding
maken met de hartslagmonitor met het sterkste
signaal.
Om uw hartslagmonitor los te koppelen van het
bedieningspaneel, houdt u de toets iFit Sync op het
bedieningspaneel ingedrukt tot de LED-verlichting
groen gaat branden.
Let op: Alle BLUETOOTH-verbindingen tussen het
bedieningspaneel en andere toestellen (inclusief
tablets, hartslagmonitoren etc.) zullen losgekoppeld
worden.
19
Page 20
HOE HET GELUIDSSYSTEEM TE GEBRUIKEN
Om muziek of ingesproken boeken met de geluidsinstallatie van het bedieningspaneel te beluisteren, sluit
u een 3,5 mm mannetje tot mannetje audiokabel (niet
inbegrepen) in de aansluiting op het bedieningspaneel
en uw persoonlijke audio-speler; zorg ervoor dat de
audiokabel goed aangesloten is. Let op: Ga naar
uw plaatselijke elektronicawinkel om een audiokabel aan te schaffen.
DE INSTELLINGEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL
VERANDEREN
1. Selecteer de instellingenmodus.
Om de instellingenmodus te kiezen druk op de
toets Settings (instellingen). De instellingsinformatie verschijnt op het scherm.
2. Navigeer door de instellingenmodus.
Druk dan op de play-toets van
uw eigen audio-speler. Pas het
volume aan met de volume-toenametoets en -afnametoets op het
bedieningspaneel of de volumeregelknop op uw persoonlijke audiospeler.
DE OPTIONELE BORSTKAS HARTSLAGMONITOR
Of uw doel is om
vet te verbranden of om uw
cardiovasculair
systeem te
verbeteren, de
sleutel tot het
bereiken van de
beste resultaten
is het behouden
van de juiste
hartslagwaarde tijdens uw oefening. De optionele
hartslagmonitor stelt u in staat om tijdens het oefenen
voortdurend uw hartslag te meten, en dat zal u helpen
om uw persoonlijke tnessdoelen te behalen. Voor
aankoop van de optionele borstkas-hartslagmonitor kijkt u op de voorkant van deze handleiding.
Als de instellingenmodus is geselecteerd, zal het
scherm verschillende optionele schermen weergeven. Druk op de toenametoets en afnametoets bij
de toets Enter om het gewenste optionele scherm
te selecteren.
Het onderste gedeelte van de display zal de
instructies voor het geselecteerde scherm weergeven. Zorg ervoor dat u de weergegeven
instructies in het onderste gedeelte van het
scherm opvolgt.
3. Verander desgewenst instellingen.
Units (eenheden): De momenteel geselecteerde
meeteenheid verschijnt in de display. Druk herhaaldelijk op de toets Enter om de meeteenheid
te wijzigen. Om de afstand in mijlen te bekijken,
selecteert u ENGLISH (Engels). Om de afstand
in kilometers te bekijken, selecteert u METRIC
(metrisch).
Contrast Level (contrastniveau): Het huidig
geselecteerde contrastniveau verschijnt op de
display. Druk op de toenametoets en de afnametoets Quick Resistance (snelle weerstand) om het
contrastniveau af te stellen.
Let op: Het bedieningspaneel is compatibel met alle
BLUETOOTH Smart hartslagmonitoren.
Usage Information (gebruik-informatie): De dis-
play zal het totaal aantal uren dat de trainingsets
in gebruik is geweest en de totale afstand (in mijlen
of kilometers) die op de trainingsets is afgelegd
aangeven.
4. De instellingenmodus verlaten.
Druk op de toets Settings om de instellingenmodus
te verlaten.
20
Page 21
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
ONDERHOUD
Regelmatig onderhoud is belangrijk voor optimale werking en vermindering van slijtage. Controleer steeds bij
gebruik alle onderdelen van de trainingsets en draai
ze goed vast. Vervang versleten onderdelen meteen.
Gebruik een vochtige doek en een klein beetje
milde zeep om de trainingsets schoon te maken.
BELANGRIJK: Houd vloeistoffen uit de buurt van
het bedieningspaneel om schade te voorkomen.
Houd het bedieningspaneel uit direct zonlicht.
PROBLEMEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL
OPLOSSEN
Zorg ervoor dat als het bedieningspaneel niet aan
gaat, de stroomadapter volledig is ingestoken.
Als het bedieningspaneel uw hartslag niet toont
wanneer u de handgreep-hartslagmonitor gebruikt,
raadpleegt u stap 5 op bladzijde 16.
Bel met het nummer op de kaft van deze handleiding om een vervangende stroomadapter aan te
schaffen. BELANGRIJK: Gebruik alleen een door
de fabrikant geleverde stroomadapter om schade
aan het bedieningspaneel te voorkomen.
DE AANDRIJFRIEM AFSTELLEN
Als de pedalen slippen tijdens het etsen, zelfs als de
weerstand is afgesteld op de hoogste instelling, kan
het zijn dat de aandrijfriem moet worden afgesteld.
Haal eerst het stroomadapter uit het stopcontact
om de aandrijfriem af te stellen.
Leg de trainingsets met behulp van een tweede persoon, voorzichtig op de zijkant.
Draai vervolgens de aangegeven M8 Inbusmoer (113)
lichtjes vast om de Aandrijfriem (niet afgebeeld) vast
te zetten. Zet de trainingsets met behulp van een
tweede persoon weer voorzichtig rechtop. Steek de
stroomadapter weer in het stopcontact.
113
Herhaal dit proces indien nodig tot de pedalen niet
meer wegslippen.
21
Page 22
DE SNELHEIDSSENSOR AFSTELLEN
Wanneer het bedieningspaneel gegevens niet goed
weergeeft, moet u de snelheidssensor afstellen. Haal
eerst het stroomadapter uit het stopcontact voordat u de snelheidssensor afstelt.
Gebruik een
kleine standaard
schroevendraaier
om de linker
Crankkap (25)
van het linker
Schermkap (24)
af te wrikken.
Verwijder vervolgens de twee
M5 x 20mm
Schroeven (53).
Draai vervolgens de linker
Schermkap uit de weg.
53
25
24
Zoek naar de Snelheidssensor (35). Draai aan
de Linkercrankarm (100) totdat een Magneet (39)
op gelijke hoogte komt met de Snelheidssensor.
Maak vervolgens de Klemschroef (A) los, schuif de
Snelheidssensor lichtjes naar of weg van de Magneet
en maak de Klemschroef weer vast.
39
A
35
100
Let op: Voor de duidelijkheid, het linkerpedaal en
de linkerschermkap worden verwijderd weergegeven in de tekening rechts.
Steek de stroomadapter in het stopcontact en draai de
Linkercrankarm (100) even. Herhaal deze procedure
tot het bedieningspaneel de juiste informatie weergeeft.
Wanneer de snelheidssensor juist is afgesteld, maakt u
de onderdelen die u heeft verwijderd weer vast.
22
Page 23
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
Vet Verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
WAARSCHUWING:
Voordat u begint met dit of een ander
oefeningenprogramma, dient u een arts te
consulteren. Dit is vooral belangrijk voor
personen boven de 35 jaar of personen met
bestaande gezondheidsproblemen.
De hartslagmonitor is geen medisch apparaat. Diverse factoren kunnen invloed hebben
op nauwkeurigheid van de hartslagwaarden.
De hartslagmonitor is alleen bedoeld als hulpmiddel bij de oefening voor het bepalen van
de hartslag over het algemeen.
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw
oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde
oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen
of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding
en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle
resultaten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren
van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel
voor het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag
gebruiken als gids voor het vinden van het juiste
intensiteitniveau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen hartslagen voor het verbranden van vet en
voor een aerobic-oefening.
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende
periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt
uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas
na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw
lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als
het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensiteit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich
bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen
met uw hartslag in het middelste nummer van uw
trainingszone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobicoefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote
hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere perioden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit
van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van
het hoogste nummer van uw trainingszone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming Up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstroming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot
30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningenprogramma, dient u uw hartslag niet langer dan 20
minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regelmatig en diep bij het uitvoeren van de oefening; houd
uw adem niet in.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden
afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie getallen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone”. Het
laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maximaal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefeningen de sleutel tot uw succes is.
23
Page 24
LIJST MET ONDERDELEN
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
Modelnr. NTEVEX76017.0 R0517A
1 1 Onderstel
2 1 Voorste Stabilisator
3 1 Achterste Stabilisator
4 1 Staander
5 1 Bedieningspaneel
6 1 Linkerhandvat
7 1 Linkerhartslagsensor/Draad
8 1 Rechterhartslagsensor/Draad
9 1 Accessoireshouder
10 1 Balk
11 1 Drager van de Zitting
12 1 Zitting
13 1 Rugleuning
14 1 Onderstel van de Rugleuning
15 1 Zittinghandvat
16 1 Zittinghendel
17 1 Rembeugel
18 1 Handvat van de Zitting
19 1 Kap van de Staander
20 1 Bovenste Beugelkap
21 1 Linkerscherm
22 1 Rechterscherm
23 2 Borgring
24 2 Kap van het Schermkap
25 2 Kap van de Crankkap
26 2 Achterste Kap van de Stabilisator
27 2 Poot van de Stabilisator
28 2 Stelvoet
29 1 Rechterpedaal/Riem
30 1 Linkerpedaal/Riem
31 1 Eddymechanisme
32 1 Spanrol
33 1 Weerstandmotor
34 1 Weerstandkabel
35 1 Snelheidssensor/Draad
36 11 M4 x 19mm Schroef
37 1 Klem
38 2 Cranklager
39 2 Magneet
40 1 Katrol
41 1 Hoofddraad
42 1 M6 x 50mm Schroef
43 1 Rechterachterscherm
44 2 M10 x 120mm Schroef
45 1 Schroef van het Tussenwiel
46 1 Linkerachterscherm
47 7 M8 x 20mm Schroef
48 1 M8 Dunne Tussenring
49 2 M8 x 50mm Bout
50 2 M10-1,0 Flensmoer
51 8 M6 x 30mm Schroef
52 20 M4 x 25mm Schroef
53 4 M5 x 20mm Schroef
54 2 M10 x 55mm Schroef
55 4 Schroef van de Weerstandsmotor
56 4 M8 x 40mm Schroef
57 2 Wiel
58 1 Stroomdraad
59 1 Aandrijfriem
60 4 M10 x 20mm Schroef
61 1 M4 x 19mm Heldere Schroef
62 6 M6 x 10mm Schroef
63 23 M4 x 15mm Schroef
64 1 Achterste Leuningkap
65 1 Voorste Leuningkap
66 4 Bumper
67 8 M6 x 20mm Schroef
68 13 M6 Kleine Tussenring
69 2 Bovenste Rol
70 4 Onderste Rol
71 2 As
72 1 Rem
73 1 Remblok
74 3 M10 Borgmoer
75 2 M10 x 45mm Schroef
76 5 M6 Gespleten Tussenring
77 2 Tussenstuk van de Rem
78 1 Doorvoerhuls
79 1 Beugel van de Accessoireshouder
80 1 Onderste Beugelkap
81 1 Rechterhandvat
82 1 Beugel van het Bedieningspaneel
83 1 Bijstelknop
84 1 Beugel van de Staander
85 1 Bovenste Blok
86 1 Onderste Blok
87 2 Bus van de Beugel van het
Bedieningspaneel
88 2 Bus van de Beugel van de Staander
89 4 M8 x 14mm Schroef
90 1 Rechterhandgreep van de Zitting
91 1 Zwenkas
92 2 M8 Grote Tussenring
93 1 Linkerhandgreep van de Zitting
94 6 M8 x 13mm Schroef
95 6 M8 Moer
96 1 M10 x 130mm Bout
97 2 M10 Flensmoer
98 1 M8 Tussenring
99 1 Rechtercrankarm
24
Page 25
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
100 1 Linkercrankarm
101 2 M10 x 60mm Bout
102 7 M8 Borgmoer
103 3 M6 x 15mm Schroef
104 2 Crankborgring
105 1 Crank
106 1 Kap van het Onderstel
107 1 Stroomadapter
Let op: Deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande bericht gewijzigd worden. Zie de achterkant
van deze handleiding voor informatie over het bestellen van vervang onderdelen. *Deze onderdelen zijn niet
afgebeeld.
108 4 M8 Gespleten Tussenring
109 2 Voorste Kap van de Stabilisator
110 2 M10 x 96mm Schroef
111 4 M4 x 30mm Schroef
112 8 M6 Tussenring
113 1 M8 Inbusmoer
* – Gebruikershandleiding
* – Gereedschap voor het Monteren
25
Page 26
GEDETAILLEERDE TEKENING A
Modelnr. NTEVEX76017.0 R0517A
25
19
49
60
42
102
24
101
1
33
38
109
104
35
27
108
55
65
39
102
52
40
22
111
37
36
47
105
52
54
39
48
23
102
32
45
99
47
34
97
47
98
52
113
31
57
110
74
2
78
63
79
61
38
104
4
9
53
29
52
52
52
52
52
50
43
30
24
53
23
25
36
52
21
36
100
97
36
52
52
36
46
52
52
10
26
64
52
75
66
36
59
50
106
26
63
3
28
44
Page 27
GEDETAILLEERDE TEKENING B
Modelnr. NTEVEX76017.0 R0517A
63
63
20
95
85
47
82
92
87
63
88
89
84
88
89
94
89
8
47
81
92
58
83
107
95
91
89
41
86
80
7
13
14
94
63
5
90
12
6
63
51
112
67
56
112
93
63
51
63
51
112
112
51
63
18
103
76
68
77
73
17
72
74
15
77
16
67
11
68
71
96
68
69
62
76
68
67
62
68
70
27
Page 28
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de volgende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
• het modelnummer en het serienummer van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
• de naam van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
• het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)
RECYCLING INFORMATIE
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden gegooid.
Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet worden gerecycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het verwerken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de
Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie
nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met uw
plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.