NordicTrack VR21 User manual

Page 1
Modelnr. NTEVEX76017.0 Serienr. __
Schrijf het serienummer hierboven voor verdere raadpleging.
Sticker met
Serienummer
Neem contact op met de Klanten­dienst (zie informatie hieronder) of neem contact op met de winkel waar u dit product gekocht heeft wanneer u nog vragen heeft of wanneer er onderdelen ontbreken of beschadigd zijn.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
4021 529 7186
Maandag–Vrijdag 08:00–20:00 GMT; Zaterdag 09:00–13:00 GMT
Website:
iconsupport.eu
Email:
csuk@iconeurope.com
OPGELET
Lees voor gebruik van dit apparaat alle instructies en voorzorgsmaatregelen in deze handleiding. Bewaar deze hand­leiding voor verdere raadpleging.
iconeurope.com
Page 2
INHOUDSOPGAVE
PLAATSING WAARSCHUWINGSSTICKER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN ...................................................3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
ONDERDEEL IDENFICATIESCHEMA ...........................................................5
MONTAGE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
HET GEBRUIKEN VAN DE TRAININGSFIETS ...................................................13
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23
LIJST MET ONDERDELEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN ..................................................Achterzijde
RECYCLING INFORMATIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Achterzijde
PLAATSING WAARSCHUWINGSSTICKER
De hier afgebeelde waarschuwingsstickers worden meegeleverd bij dit product. Bevestig de waarschuwings­stickers bovenop de Engelse waarschuwingen op de aangegeven locatie. De stickers met waarschuwing hier getoond zijn op de aangegeven plaatsen geplakt. Bel,
wanneer een sticker ontbreekt of niet leesbaar is, het nummer op de voorkant van deze handleiding en vraag om een gra­tis vervangende sticker. Plak de sticker op de aangegeven plaats.
Let op: De stickers worden mogelijk niet op ware grootte weergegeven.
NORDICTRACK en IFIT zijn gedeponeerd handelsmerken van ICON Health & Fitness, Inc. App Store is een han­delsmerk van Apple Inc., geregistreerd in de VS en andere landen. Android en Google Play zijn handelsmerken van Google Inc. Het woordmerk BLUETOOTH® en de logo’s zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. en in licentie worden gebruikt. IOS is een handelsmerk of een geregistreerd handelsmerk van Cisco in de VS en andere landen en wordt onder licentie gebruikt.
2
Page 3
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING: Lees alle belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in
deze handleiding en alle waarschuwingen op uw trainingsets voordat u deze gebruikt om het risico
van ernstig letsel te verminderen. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het gebruik van dit product.
1. Het is de verantwoordelijkheid van de eigenaar om zich ervan te vergewissen
dat alle gebruikers van de trainingsets
voldoende op de hoogte zijn van alle voorzorgsmaatregelen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of enig ander oefenprogramma begint. Dit is vooral belangrijk voor personen boven de 35 jaar, of personen met bestaande gezondheidsproblemen.
3. De trainingsets is niet bedoeld om gebruikt te worden door personen met verminderde lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of met een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij er toezicht is of tenzij zij instructie hebben ontvangen over het gebruik
van de trainingsets door iemand die voor
hun veiligheid verantwoordelijk is.
4. Gebruik de trainingsets alleen zoals in deze handleiding beschreven.
5. Deze trainingsets is alleen voor thuisge-
bruik bedoeld. Gebruik de trainingsets niet
commercieel of voor verhuur.
6. Gebruik de trainingsets uitsluitend binnens­huis en uit de buurt van vocht en stof. Plaats
de trainingsets niet in een garage, op een
overdekt terras of bij water.
7. Plaats de trainingsets op een vlakke onder-
grond met een matje onder de ets om
uw vloer(bedekking) te beschermen. Zorg dat er tenminste 0,6 m ruimte is rond de
trainingsets.
8. Controleer steeds bij gebruik alle onderdelen
van de trainingsets en draai ze goed vast.
Vervang versleten onderdelen meteen.
9. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 13 en
huisdieren bij de trainingsets vandaan.
10. Draag geschikte kleding wanneer u de trai-
ningsets gebruikt. Draag nooit losse kleding die in de ets bekneld kan raken. Draag altijd
sportschoenen voor voetbescherming.
11. De trainingsets kan alleen gebruikt wor­den door mensen die niet zwaarder zijn dan 125 kg.
12. Wees voorzichtig bij het monteren en demon-
teren van de trainingsets.
13. Houd uw rug tijdens het gebruik van de trai-
ningsets altijd recht. Krom uw rug niet.
14. De hartslagmonitor is geen medisch instru­ment. Diverse factoren kunnen invloed hebben op nauwkeurigheid van de hartslag­waarden. De hartslagmonitor dient slechts om de hartslag globaal te meten, als hulp­middel bij het oefenen.
15. Te veel oefeningen doen kan leiden tot ernstig letsel of de dood. Als u pijn voelt, kortademig of duizelig wordt tijdens het oefe­nen, dient u onmiddellijk te stoppen en af te koelen.
3
Page 4
VOORDAT U BEGINT
Dank u dat u hebt gekozen voor de nieuwe NORDICTRACK® COMMERCIAL VR 21 trainingsets. Fietsen is een effectieve oefening voor het verbeteren van het hart- en vaatstelsel het opbouwen van uithou­dingsvermogen en voor het in vorm brengen van uw
lichaam. De COMMERCIAL VR 21 trainingsets biedt
een reeks functies die zijn ontwikkeld om uw oefenin­gen thuis effectiever en leuker te maken.
Lees voor uw eigen welzijn deze handleiding zorg-
vuldig door voordat u de trainingsets gebruikt.
Lengte: 150 cm Breedte: 56 cm Gewicht: 58 kg
Ventilator
Accessoireshouder
Zitting
Raadpleeg de kaft van deze handleiding mocht u nog vragen hebben nadat u de handleiding hebt door­gelezen. Voordat u met ons contact opneemt, schrijf het productnummer en serienummer even op. De plaats waar u de sticker van het modelnummer en het serienummer kunt vinden wordt op de kaft van de handleiding aangegeven.
Voordat u verder leest, bekijk eerst aandachtig de teke­ning hieronder en de verschillende onderdelen.
Bedieningspaneel
Hartslagmonitor
Handvat
Rugleuning
Hendel
Stelvoet
Pedaal/Riem
Wiel
Afstelhendel
Handvat
4
Page 5
ONDERDEEL IDENFICATIESCHEMA
Raadpleeg bij de montage de onderstaande tekeningen om de kleine onderdelen te herkennen. Het getal tussen haakjes onder iedere tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN aan het eind van deze handleiding. Het nummer naast het sleutelnummer is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Let
op: Wanneer u een onderdeel niet in de zak met onderdelen kunt vinden, bekijk dan het apparaat om te zien of het al gemonteerd is. Er kunnen extra onderdelen zijn meegeleverd.
M6 x 20mm
Schroef (67)–4
M8 x 13mm
Schroef (94)–6
M10 x 20mm
Schroef (60)–4
M8 Borgmoer
(102)–2
M6 x 30mm Schroef
M8 x 40mm Schroef
(56)–4
M6 Tussenring
(51)–4
M4 x 15mm
(112)–8
M10 x 96mm Schroef (110)–2
Schroef (63)–6
M6 x 50mm Schroef
(42)–1
M8 x 50mm Bout
(49)–2
M10 x 120mm Schroef (44)–2
5
Page 6
MONTAGE
• De montage moet door twee personen uitgevoerd worden.
• Plaats alle onderdelen op een open plek en verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het verpakkingsmateriaal niet weg tot u volledig klaar bent met de montage.
• De linkeronderdelen staan aangegeven met “L” of “Left” en de rechteronderdelen staan aangegeven met “R” of “Right”.
• Zie bladzijde 5 om kleine onderdelen te kunnen herkennen.
1. Ga naar iconsupport.eu op uw computer en
registreer uw product.
• activeert uw garantie
• bespaart u tijd als u ooit contact moet opnemen met de Klantendienst
• hiermee kunnen wij u op de hoogte stellen van upgrades en aanbiedingen
Naast het meegeleverde gereedschap heeft u het volgende gereedschap nodig:
een kruiskopschroevendraaier
een instelbare sleutel
Montage is makkelijker met een set sleutels. Gebruik geen elektrisch gereedschap om schade aan onderdelen te voorkomen.
1
Let op: Indien u geen internettoegang heeft, belt
u met de Klantendienst (zie de voorkant van deze handleiding) om uw product te registreren.
2. Als er verzendbeugel(s) (niet afgebeeld) zijn
bevestigd aan de voorkant en de achterkant van het Onderstel (1), verwijder de verzendbeugel(s) en de hardware waaraan ze bevestigd zitten dan en gooi ze weg.
Plaats met de hulp van een tweede persoon, wat
van het verpakkingsmateriaal (niet afgebeeld) onder de voorkant van het Onderstel (1).
Bevestig de Voorste Stabilisator (2) aan het
Onderstel (1) met twee M10 x 96mm Schroeven (110); draai beide Schroeven aan en draai ze
vast.
Verwijder dan de verpakkingsmaterialen van
onder het Onderstel (1).
2
2
1
110
6
Page 7
3. Plaats met de hulp van een tweede persoon, wat
verpakkingsmateriaal (niet afgebeeld) onder de achterkant van het Onderstel (1).
Bevestig de Achterste Stabilisator (3) aan
het Onderstel (1) met twee M10 x 120mm Schroeven (44); draai beide Schroeven aan en
draai ze vast.
3
Verwijder dan de verpakkingsmaterialen van
onder het Onderstel (1).
4. Zorg dat een tweede persoon de Staander (4)
vasthoudt in de buurt van het Onderstel (1).
Tip: Vermijd het afklemmen van de
Hoofddraad (41). Bevestig de Staander (4) met vier M10 x 20mm Schroeven (60); draai alle
Schroeven eerst aan en draai ze daarna vast.
Vind het draadband (A) in de Staander (4).
Bevestig de onderkant van de draadband aan de Hoofddraad (41). Trek vervolgens de andere kant van de draadband omhoog tot de Hoofddraad helemaal door de Staander loopt.
Tip: Maak de Hoofddraad (41) met de draad-
band (A) vast aan de Staander zodat deze niet in de Staander (4) kan vallen.
44
4
Vermijd het
afklemmen van de
Hoofddraad (41)
3
1
60
A
4
A
41
1
5. Schuif vervolgens de Kap van de Staander (19)
op de Staander (4) en druk deze op het Linker­en het Rechterscherm (21, 22).
5
19
4
21, 22
7
Page 8
6. Maak de Accessoireshouder (9) aan de Staander
(4) vast met twee M6 x 50mm Schroeven (42).
6
42
4
9
7. Maak het draadband rond de Hoofddraad (41)
los en gooi weg.
Leid, terwijl een tweede persoon de Beugel van
het Bedieningspaneel (82) bij de Staander (4) houdt, de Hoofddraad (41) door de inkeping in de Staander, door de Beugel van de Staander (84) en door de inkeping in het midden van de Beugel van het Bedieningspaneel.
Tip: Vermijd het afklemmen van de
Hoofddraad (41). Steek de Beugel van de Staander (84) in de Staander (4).
Bevestig de Beugel van de Staander (84) met
twee M8 x 50mm Bouten (49) en twee M8 Borgmoeren (102); draai beide Bouten aan
en draai ze vervolgens vast. Zorg dat de Borgmoeren in de zeshoekige gaten (B) zitten.
8. Zoek het Rechterhandvat (81) en richt deze
zoals is afgebeeld.
Tip: Vermijd het knikken van de Draad van
de Rechterhartslagsensor (8). Bevestig het Rechterhandvat (81) aan de rechterkant van de Beugel van het Bedieningspaneel (82) met drie M8 x 13mm Schroeven (94); draai alle
Schroeven eerst aan en draai ze daarna vast.
7
Vermijd het
afklemmen van de
Hoofddraad (41)
8
94
6
41
7
102
82
B
82
84
49
4
8
Leid de Draad van de Rechterhartslagsensor
(8) vervolgens in het Rechterhandvat (81) door de Beugel van het Bedieningspaneel (82) zoals afgebeeld.
Herhaal deze stap om aan het Linkerhandvat
(6) te bevestigen.
Vermijd dat de
draden bekneld
raken
94
81
8
Page 9
9. Terwijl een tweede persoon het Bediening-
spaneel (5) bij de Beugel van het Bedieningspaneel (82) vasthoudt, sluit u de draden van het Bedieningspaneel aan op de Hoofddraad (41) en op de Linker- en Rechterdraden van de Hartslagsensoren (7, 8).
9
5
41
82
63
Stop het overmatige draad in de Beugel van het
Bedieningspaneel (82).
Tip: Vermijd dat de draden bekneld raken.
Bevestig het Bedieningspaneel (5) aan de Beugel van het Bedieningspaneel (82) met vier M4 x 15mm Schroeven (63); draai alle
Schroeven eerst aan en draai ze daarna vast.
10. Zoek de Bovenste en Onderste Beugelkappen
(20, 80) en richt ze zoals afgebeeld, en druk ze samen rond de Beugel van het Bedieningspaneel (82).
Tip: Vermijd het knikken van de Linker- en
de Rechterdraad van de Hartslagsensoren (7, 8). Bevestig de Bovenste en Onderste
Beugelkappen (20, 80) aan de Beugel van het Bedieningspaneel (82) met twee M4 x 15mm Schroeven (63).
Vermijd dat de
draden bekneld
10
80
63
7, 8
raken
63
20
7, 8
82
Vermijd het
afklemmen van de Draden van de Hartslagsensoren
(7, 8)
9
Page 10
11. Bevestig het Handvat van de Zitting (18) aan de Drager van de Zitting (11) met vier M8 x 40mm Schroeven (56); draai alle Schroeven eerst
aan en draai ze daarna vast.
11
56
18
11
12. Schuif het Onderstel van de Rugleuning (14) op het Handvat van de Zitting (18).
Bevestig het Onderstel van de Rugleuning (14)
met vier M6 x 30mm Schroeven (51) en vier M6 Tussenringen (112); draai alle Schroeven eerst
aan en draai ze daarna vast.
12
14
112
51
18
10
Page 11
13. Bevestig de Zitting (12) aan het Handvat van de Zitting (18) met vier M6 x 20mm Schroeven (67) en vier M6 Tussenringen (112); draai alle
Schroeven eerst aan en draai ze daarna vast.
13
12
18
112
67
14. Zoek naar het Rechterpedaal (29).
Draai met gebruik van een Engelse sleutel het
Rechterpedaal (29) naar rechts goed vast in de Rechtercrankarm (99).
Draai het Linkerpedaal (niet afgebeeld)
stevig naar links in de Linkercrankarm (niet afgebeeld). BELANGRIJK: U moet het Linkerpedaal naar links draaien om het te bevestigen.
Bevestig de rechterpedaalriem (C) aan het
Rechterpedaal (29) zoals weergegeven.
Bevestig de Linkerpedaalriem (niet afge­beeld) op dezelfde wijze.
14
99
C
29
11
Page 12
15. Steek de Stroomadapter (107) in de Aansluiting
op het onderstel van de trainingsets.
Let op: Om de Stroomadapter (107) in
een stopcontact te gebruiken, kijkt u bij DE STROOMADAPTER INPLUGGEN op bladzijde 13.
16. Nadat de trainingsets is gemonteerd, controleert u of deze juist is gemonteerd en goed werkt. Zorg ervoor dat alle onderdelen van de trainingsets goed vastgedraaid worden. Er kunnen extra onderdelen
zijn meegeleverd. Leg een matje onder de trainingsets om uw vloer niet te beschadigen.
15
107
12
Page 13
HET GEBRUIKEN VAN DE TRAININGSFIETS
DE STROOMADAPTER INSTEKEN
BELANGRIJK: Laat, wanneer de trainingsets
aan koude temperaturen blootgesteld is geweest, deze tot kamertemperatuur komen voordat u de stroomadapter inschakelt. Als u dit niet doet kunt u het bedieningspaneel of andere elektrische compo­nenten beschadigen.
Steek de stroomadapter in de aansluiting die zich op het onderstel
van de trainingsets
bevindt. Plaats, indien nodig de juiste stroomadapter in het stopcontact. Steek dan de stroomadap­ter in het juiste stopcontact dat goed is geïnstalleerd volgens de lokale codes en verordeningen.
DE TRAININGSFIETS VERPLAATSEN
Om de trainingsets
te verplaatsen houdt u het handvat op de achterste stabilisator vast en tilt u deze langzaam omhoog
tot de trainingsets
op de voorwielen kan worden verplaatst. Verplaats de trai-
ningsets voorzichtig
naar de gewenste plaats en zet het apparaat weer op de vloer neer.
HOE DE GEZICHTSHOEK VAN HET BEDIENINGSPANEEL BIJ TE STELLEN
Hendel
DE ZITTING AFSTELLEN
U kunt de zitting voorwaarts en ach­terwaarts afstellen in de meest comforta­bele positie. Om de zitting af te stellen duwt u de afstelhen­del omlaag, schuift u de zitting naar de gewenste stand en trekt u de afstelhen­del omhoog om de zitting op de locatie te vergrendelen.
DE PEDAALRIEMEN AFSTELLEN
Trek het uiteinde van de riem omlaag, om een pedaalriem vast te maken. Druk op het lipje en trek de riem omhoog om een riem los te maken.
DE FIETS GOED VLAK STELLEN
Draai, wanneer de
trainingsets tijdens
het gebruik wat wiebelt, aan één of aan beide stelvoeten onder de achterste stabilisator totdat het toestel niet meer wiebelt.
Stelvoeten
Hendel
Lipje
Het bedieningspaneel kan in verschillende hoeken worden afgesteld. Om het bedieningspaneel af te stellen, draait u de knop op het bedie­ningspaneel tot het bedieningspaneel zich in de gewenste hoek bevindt.
Knop
13
Page 14
BEDIENINGSPANEELDIAGRAM FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel bevat bepaalde keuzen om uw oefeningen thuis effectiever en leuker te maken.
U kunt de weerstand van de pedalen door een druk op de toets bijstellen wanneer de handmatige instelling van het bedieningspaneel gekozen wordt.
Het bedieningspaneel zal tijdens uw oefening doorlo­pend trainingsinformatie weergeven. U kunt zelfs uw hartslag meten door gebruik te maken van de inge­bouwde handgreep-hartslagmonitor of door middel van de bijbehorende borstkas-hartslagmonitor. Zie blad-
zijde 20 voor informatie over het kopen van een borstkas-hartslagmonitor.
U kunt ook uw tablet op het bedieningspaneel aanslui­ten en een iFit® Bluetooth Tablet app gebruiken om uw oefening-informatie vast te leggen en bij te houden.
Het bedieningspaneel biedt ook een keuze aan vooraf ingestelde oefeningen. Iedere oefening verandert automatisch de weerstand van de pedalen terwijl u een doeltreffende oefening uitvoert.
De watt-oefening past de weerstand van de peda­len aan om uw watt-vermogen bij een doelniveau te houden.
U kunt zelfs uw persoonlijke audiospeler aansluiten op het geluidssysteem van het bedieningspaneel en naar uw favoriete muziek of audioboeken luisteren terwijl u oefent.
Voor gebruik van de handmatige modus, zie blad­zijde 15. Voor gebruik van een vooraf ingestelde
oefening, zie bladzijde 17. Voor gebruik van een watts-oefening, zie bladzijde 18. Om uw tablet aan te sluiten op het bedieningspaneel, zie bladzijde
19. Om uw hartslagmonitor aan te sluiten op het bedieningspaneel, zie bladzijde 19. Voor gebruik van het geluidssysteem, zie bladzijde 20. Voor het wijzigen van de bedieningspaneelinstellingen, zie
bladzijde 20.
Let op: Als er een laagje plastic op het display ligt, moet u dat verwijderen.
Let op: Het bedieningspaneel kan de snelheid en de afstand in kilometers of mijlen weergeven. Druk herhaaldelijk op de toets Standard/Metric (standaard/ metrisch) om de meeteenheid te wijzigen. Om het eenvoudig te houden, verwijzen alle instructies in deze paragraaf naar mijlen.
14
Page 15
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE GEBRUIKEN
1. Het bedieningspaneel aanzetten.
Begin te stappen of druk op welke toets van
het bedieningspaneel dan ook om het bedie­ningspaneel aan te zetten.
Wanneer u het bedieningspaneel aanzet zullen de
displays aangaan en is het bedieningspaneel klaar voor gebruik.
Cals./Hr (calorieën per uur): Deze display-instel-
ling zal bij benadering het aantal calorieën dat u per uur verbrandt, aangeven.
Distance (afstand): Deze weergave toont de
getrapte afstand in mijlen (mi) of kilometers (km).
BPM (hartslagen per minuut): Deze weer-
gave toont uw hartslag in hartslagen per minuut (bpm) wanneer u gebruik maakt van de handgreep-hartslagmonitor of de optionele borst­kas-hartslagmonitor (zie stap 5).
2. Kies de handmatige modus.
Druk op de toets Manual Control (handmatig con-
trole) om de handmatige instelling te kiezen.
3. Verander desgewenst de weerstand van de pedalen.
Tijdens het stappen kunt u de weerstand van de
pedalen veranderen door op de toenametoets en de afnametoets Quick Resistance (snelle weer­stand) te drukken, of te drukken op een van de genummerde toetsen Quick Resistance.
Let op: Als u een toets hebt ingedrukt, zal het een
tijdje duren voordat de pedalen het gewenste weer­standsniveau hebben bereikt.
4. Volg uw vorderingen op de displays.
De display kan de volgende oefeninginformatie
bevatten:
BPM AVG (hartslaggemiddelde): Deze weergave
toont uw gemiddelde hartslag in hartslagen per minuut (bpm) wanneer u gebruik maakt van de handgreep-hartslagmonitor of de optionele borst­kas-hartslagmonitor (zie stap 5).
Resistance (weerstand): Deze weergave zal
telkens wanneer de weerstandsniveau van de pedalen verandert, de weerstandsinstelling een paar seconden lang aangeven.
RPM (TPM): Deze weergave zal uw stapsnelheid
in toeren per minuut (tpm) aangeven.
RPM AVG (TPM gemiddeld): Deze weergave zal
uw gemiddelde stapsnelheid in toeren per minuut (tpm) aangeven.
Speed (snelheid): Deze weergave zal de trapsnel-
heid in mijlen of kilometers per uur aangeven. Druk herhaaldelijk op de toets Standard/Metric (stan­daard/metrisch) om de meeteenheid te wijzigen.
Time (tijd): In de manuele instelling toont deze
weergave de verstreken tijd. Indien u een vooraf ingestelde oefening kiest, zal deze display de resterende tijd van de oefening of de verstreken tijd aangeven.
Pictogram met vlammetje (calorieën): Wanneer
de handmatige instelling wordt gekozen zal deze display het geschatte aantal calorieën dat u verbrand heeft aangeven. Wanneer een vooraf ingestelde oefening wordt gekozen, zal deze display óf het geschatte aantal calorieën dat nog te verbranden is óf het geschatte aantal calorieën dat u verbrand heeft aangeven.
Watts (watt): Deze weergave toont uw gemiddelde
energie-vermogen weergeven in watt.
AVG (gemiddeld watt): Deze weergave toont uw
gemiddelde krachtuitvoer in watt voor de oefening.
15
Page 16
Scan Mode (scanmodus) en
Priority Mode (prioriteits­modus)—De calorieën en
watt-weergaven worden afwis­selend getoond (scanmodus). Druk herhaaldelijk op de toename- of afnametoets naast de Enter toets om te kiezen om het calorie­scherm of het wattsscherm doorlopend weer te geven (prioriteitsmodus), tot het gewenste scherm verschijnt. Druk, om naar de scanmodus terug te keren herhaaldelijk op de toenametoets totdat het woord SCAN verschijnt.
Druk dan op de toets Home om de oefening te ver-
laten en terug te keren naar het hoofdmenu. Druk, indien nodig, nogmaals op de toets Home.
Druk op de toets End/Summary (einde/overzicht)
om de oefening te beëindigen en een overzicht van de oefening te zien. Het overzicht van de oefening verschijnt gedurende een paar seconden op het scherm.
Om het volume van het bedie-
ningspaneel te wijzigen, drukt u op de volume-toenametoets en -afnametoets.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
U kunt uw hartslag meten met gebruik van de
handgreep-hartslagmonitor of de optionele borst­kas-hartslagmonitor (zie bladzijde 20 voor
informatie over de optionele borstkas-hart­slagmonitor). Let op: Het bedieningspaneel
is compatibel met BLUETOOTH® Smart hartslagmonitoren.
de palmen van uw hand leunend tegen de con­tactpunten. Beweeg uw handen niet en houd de
contacten niet te stevig vast.
Wanneer uw hartslag wordt vastgesteld, verschijnt
de waarde op de weergave. Voor een correcte
hartslagmeting, houdt u de contactpunten ongeveer 15 seconden vast.
6. Zet de ventilator indien gewenst aan.
De ventilator heeft meerdere
snelheidsinstellingen en een stand automatisch. Als de automatische modus is gese­lecteerd zal de snelheid van de ventilator verhogen of verlagen als de intensiteit van uw oefening toeneemt of afneemt. Druk herhaaldelijk op de toename- en afnametoets van de ventilator om een ventilatorsnelheid te kiezen of om de ventilator uit te zetten.
Let op: De ventilator gaat automatisch uit wan-
neer de pedalen ongeveer 30 seconden lang niet bewegen.
7. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan wanneer u klaar bent met uw oefening.
Indien de pedalen enkele seconden lang niet
bewegen zal een serie tonen te horen zijn, zal het bedieningspaneel stilvallen en stoppen de display.
Als de pedalen een paar minuten lang niet bewe-
gen zal het bedieningspaneel uitgaan en zal de display zich resetten.
Let op: Wanneer u beide hartslagmonitoren
tegelijkertijd gebruikt, zal de borstkas-hartslag­monitor prioriteit krijgen.
Als er velletjes
plastic op de metalen contact­punten van de handgreep-hart­slagmonitor bevinden, ver­wijder deze dan.
Om uw hartslag te meten, houd uw handen op de handgreep-hart­slagmonitor met
Contactpunten
16
Page 17
EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING GEBRUIKEN
1. Het bedieningspaneel aanzetten.
weerstandsniveau en/of de doelsnelheid een paar seconden lang in de display verschijnen om u te waarschuwen. De weerstand van de pedalen zal dan veranderen.
Begin te stappen of druk op welke toets van
het bedieningspaneel dan ook om het bedie­ningspaneel aan te zetten.
Wanneer u het bedieningspaneel aanzet zullen de
displays aangaan en is het bedieningspaneel klaar voor gebruik.
2. Kies een vooraf ingestelde oefening.
Druk herhaaldelijk op de gewenste toets Workout
Apps (oefening apps) voor een vooraf ingestelde oefening totdat de gewenste oefening op de dis­play verschijnt.
De display zal, wanneer u een vooraf ingestelde
oefening kiest, de naam van de oefening en de tijdsduur van de oefening of het aantal calorieën dat u zult verbranden, aangeven.
Houd uw stapsnelheid tijdens het oefenen dicht-
bij de na te streven snelheid voor het huidige segment.
BELANGRIJK: De doelsnelheid is uitsluitend
bedoeld om u te motiveren. Uw feitelijke tempo kan langzamer zijn dat de doelsnelheidinstellin­gen. Zorg ervoor dat u op een tempo stapt dat aangenaam voor u is.
Wanneer het weerstandsniveau voor het huidige
segment te hoog of te laag ligt kunt u de instel­ling handmatig veranderen door op de toetsen Quick Resistance (snelle weerstand) te drukken.
BELANGRIJK: De pedalen zullen, wanneer het huidig segment van de oefening eindigt, automatisch aan de geprogrammeerde weer­standsinstelling van het volgend segment aangepast worden.
De oefening gaat zo verder tot het laatste onder-
deel is uitgevoerd. Stop gewoon met stappen om de oefening wanneer dan ook te pauzeren. De tijd zal op de display knipperen. Ga eenvoudigweg verder met stappen om de oefening te hervatten.
De maximale snelheid en het maximale weerstand-
sniveau voor de oefening zullen ook verschijnen op de display.
3. Begin met trappen om de oefening te starten.
Elke oefening is verdeeld in 1-minuut segmenten.
Een weerstand- en één tempo-instelling is voor elk segment geprogrammeerd. Let op: U kunt hetzelfde weerstand- en/of doeltemponiveau pro­grammeren voor opeenvolgende segmenten.
Een reeks tonen zal aan het einde van ieder
segment van de oefening te horen zijn. Als er een andere weerstand- en/of doelsnelheid zijn gepro­grammeerd voor het volgende segment, zullen het
Om de oefening te stoppen, drukt u op de toets
End/Summary (einde/overzicht). Dan verschijnt een overzicht van de oefening gedurende een paar seconden in de displays.
4. Volg uw vorderingen op de displays.
Zie stap 4 op bladzijde 15.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 5 op bladzijde 16.
6. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 6 op bladzijde 16.
7. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 7 op bladzijde 16.
17
Page 18
EEN WATT-OEFENING GEBRUIKEN
1. Het bedieningspaneel aanzetten.
Begin te stappen of druk op welke toets van
het bedieningspaneel dan ook om het bedie­ningspaneel aan te zetten.
Wanneer u het bedieningspaneel aanzet zullen de
displays aangaan en is het bedieningspaneel klaar voor gebruik.
2. Selecteer de watt-oefening.
Voor het selecteren van de watt-oefening, drukt u
herhaaldelijk op de toets Performance (prestatie) tot u bij de laatste oefening in het menu komt. De naam van de watt-oefening en de doelwatt-instel­ling voor de oefening verschijnt in de displays.
De weerstand van de pedalen zal, wanneer uw
watt-vermogen veel te laag of boven uw doel­watt-instelling ligt, automatisch toenemen of afnemen om uw watt-vermogen in lijn te brengen met uw doelwatt-instelling.
Druk op de toename- of afnametoets Quick
Resistance om de doelwatt-instelling op elk mogelijk moment tijdens de oefening te wijzigen.
De oefening zal zo door blijven gaan. Stop met
trappen om het bedieningspaneel tot stilstand te brengen. Als het bedieningspaneel wordt onderbro-
ken, zal de tijd op de display opikkeren. Om met
uw oefening door te gaan, begin gewoon weer te stappen.
5. Volg uw vorderingen op de displays.
3. Voer een doelwattinstelling in.
Druk op de toename- of afnametoets Quick
Resistance (snelle weerstand) om een doelwatt-in­stelling in te voeren.
4. Begin met trappen om de oefening te starten.
Het bedieningspaneel zal tijdens de oefening
regelmatig uw wattvermogen vergelijken met de doelwatt-instelling.
Als u trapt dient u uw wattvermogen in de buurt van
de doelwatt-instelling te houden door uw trapsnel­heid aan te passen.
Zie stap 4 op bladzijde 15.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 5 op bladzijde 16.
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 6 op bladzijde 16.
8. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 7 op bladzijde 16.
18
Page 19
UW TABLET OP HET BEDIENINGSPANEEL AANSLUITEN
Het bedieningspaneel ondersteunt BLUETOOTH­verbindingen naar tablets via de iFit Bluetooth app en naar compatibele hartslagmonitoren. Let op: Andere BLUETOOTH-verbindingen worden niet ondersteund.
1. Download en installeer de iFit Bluetooth Tablet app op uw tablet.
Open op uw iOS® of Android™ tablet, de App
Store℠ of de Google Play™ store, zoek naar de
gratis iFit Bluetooth Tablet app, en installeer dan de app op uw tablet. Zorg ervoor dat de optie BLUETOOTH op uw tablet is ingeschakeld.
Open dan de iFit Bluetooth Tablet app en volg de
instructies om een iFit-account aan te maken en instellingen aan te passen.
2. Sluit uw hartslagmonitor indien gewenst aan op het bedieningspaneel.
Indien u zowel uw hartslagmonitor en uw tablet
aansluit op het bedieningspaneel, dient u de hart- slagmonitor eerder dan de tablet aan te sluiten. Zie UW HARTSLAGMONITOR AANSLUITEN OP HET BEDIENINGSPANEEL rechts.
3. Uw tablet aansluiten op het bedieningspaneel.
Druk op de toets iFit Sync op het bedie-
ningspaneel; het koppelingsnummer van het bedieningspaneel zal in de display verschijnen. Volg vervolgens de instructies op de iFit Bluetooth Tablet app om uw tablet op het bedieningspaneel aan te sluiten.
Als er een verbinding tot stand is gekomen dan zal
de LED verlichting op het bedieningspaneel blauw branden.
4. Leg uw oefeninginformatie vast en houd die bij.
Volg de instructies op de iFit Bluetooth Tablet app
om uw oefeninginformatie vast te leggen en bij te houden.
5. Ontkoppel desgewenst uw tablet van het bedieningspaneel.
Om uw tablet te ontkoppelen van het bedie-
ningspaneel, dient u eerst de ontkoppelingsoptie in de iFit Bluetooth Tablet app te selecteren. Houd vervolgens de toets iFit Sync op het bedie­ningspaneel ingedrukt tot de LED-verlichting op het bedieningspaneel groen brandt.
Let op: Alle BLUETOOTH-verbindingen tussen het
bedieningspaneel en andere toestellen (inclusief tablets, hartslagmonitoren etc.) zullen losgekoppeld worden.
UW HARTSLAGMONITOR AANSLUITEN OP HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel is compatibel met alle BLUETOOTH Smart hartslagmonitoren.
Druk op de toets iFit Sync op het bedieningspaneel om uw BLUETOOTH Smart hartslagmonitor met het bedieningspaneel te verbinden; het koppelingsnummer van het bedieningspaneel zal in het display verschij­nen. Wanneer een verbinding tot stand is gekomen zal de LED verlichting op het bedieningspaneel tweemaal rood knipperen.
Let op: Als er zich meer dan één compatibele hart­slagmonitor in de nabijheid van het bedieningspaneel bevindt, dan zal het bedieningspaneel verbinding maken met de hartslagmonitor met het sterkste signaal.
Om uw hartslagmonitor los te koppelen van het bedieningspaneel, houdt u de toets iFit Sync op het bedieningspaneel ingedrukt tot de LED-verlichting groen gaat branden.
Let op: Alle BLUETOOTH-verbindingen tussen het bedieningspaneel en andere toestellen (inclusief tablets, hartslagmonitoren etc.) zullen losgekoppeld worden.
19
Page 20
HOE HET GELUIDSSYSTEEM TE GEBRUIKEN
Om muziek of ingesproken boeken met de geluidsin­stallatie van het bedieningspaneel te beluisteren, sluit u een 3,5 mm mannetje tot mannetje audiokabel (niet inbegrepen) in de aansluiting op het bedieningspaneel en uw persoonlijke audio-speler; zorg ervoor dat de
audiokabel goed aangesloten is. Let op: Ga naar uw plaatselijke elektronicawinkel om een audioka­bel aan te schaffen.
DE INSTELLINGEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL VERANDEREN
1. Selecteer de instellingenmodus.
Om de instellingenmodus te kiezen druk op de
toets Settings (instellingen). De instellingsinforma­tie verschijnt op het scherm.
2. Navigeer door de instellingenmodus.
Druk dan op de play-toets van uw eigen audio-speler. Pas het volume aan met de volume-toena­metoets en -afnametoets op het bedieningspaneel of de volumere­gelknop op uw persoonlijke audiospeler.
DE OPTIONELE BORSTKAS HARTSLAGMONITOR
Of uw doel is om vet te verbran­den of om uw cardiovasculair systeem te verbeteren, de sleutel tot het bereiken van de beste resultaten is het behouden van de juiste hartslagwaarde tijdens uw oefening. De optionele hartslagmonitor stelt u in staat om tijdens het oefenen voortdurend uw hartslag te meten, en dat zal u helpen
om uw persoonlijke tnessdoelen te behalen. Voor aankoop van de optionele borstkas-hartslagmoni­tor kijkt u op de voorkant van deze handleiding.
Als de instellingenmodus is geselecteerd, zal het
scherm verschillende optionele schermen weerge­ven. Druk op de toenametoets en afnametoets bij de toets Enter om het gewenste optionele scherm te selecteren.
Het onderste gedeelte van de display zal de
instructies voor het geselecteerde scherm weer­geven. Zorg ervoor dat u de weergegeven
instructies in het onderste gedeelte van het scherm opvolgt.
3. Verander desgewenst instellingen.
Units (eenheden): De momenteel geselecteerde
meeteenheid verschijnt in de display. Druk her­haaldelijk op de toets Enter om de meeteenheid te wijzigen. Om de afstand in mijlen te bekijken, selecteert u ENGLISH (Engels). Om de afstand in kilometers te bekijken, selecteert u METRIC (metrisch).
Contrast Level (contrastniveau): Het huidig
geselecteerde contrastniveau verschijnt op de display. Druk op de toenametoets en de afname­toets Quick Resistance (snelle weerstand) om het contrastniveau af te stellen.
Let op: Het bedieningspaneel is compatibel met alle BLUETOOTH Smart hartslagmonitoren.
Usage Information (gebruik-informatie): De dis-
play zal het totaal aantal uren dat de trainingsets
in gebruik is geweest en de totale afstand (in mijlen
of kilometers) die op de trainingsets is afgelegd
aangeven.
4. De instellingenmodus verlaten.
Druk op de toets Settings om de instellingenmodus
te verlaten.
20
Page 21
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
ONDERHOUD
Regelmatig onderhoud is belangrijk voor optimale wer­king en vermindering van slijtage. Controleer steeds bij
gebruik alle onderdelen van de trainingsets en draai
ze goed vast. Vervang versleten onderdelen meteen.
Gebruik een vochtige doek en een klein beetje
milde zeep om de trainingsets schoon te maken.
BELANGRIJK: Houd vloeistoffen uit de buurt van het bedieningspaneel om schade te voorkomen. Houd het bedieningspaneel uit direct zonlicht.
PROBLEMEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL OPLOSSEN
Zorg ervoor dat als het bedieningspaneel niet aan gaat, de stroomadapter volledig is ingestoken.
Als het bedieningspaneel uw hartslag niet toont wanneer u de handgreep-hartslagmonitor gebruikt, raadpleegt u stap 5 op bladzijde 16.
Bel met het nummer op de kaft van deze handlei­ding om een vervangende stroomadapter aan te schaffen. BELANGRIJK: Gebruik alleen een door de fabrikant geleverde stroomadapter om schade aan het bedieningspaneel te voorkomen.
DE AANDRIJFRIEM AFSTELLEN
Als de pedalen slippen tijdens het etsen, zelfs als de
weerstand is afgesteld op de hoogste instelling, kan het zijn dat de aandrijfriem moet worden afgesteld.
Haal eerst het stroomadapter uit het stopcontact om de aandrijfriem af te stellen.
Leg de trainingsets met behulp van een tweede per­soon, voorzichtig op de zijkant.
Draai vervolgens de aangegeven M8 Inbusmoer (113) lichtjes vast om de Aandrijfriem (niet afgebeeld) vast
te zetten. Zet de trainingsets met behulp van een
tweede persoon weer voorzichtig rechtop. Steek de stroomadapter weer in het stopcontact.
113
Herhaal dit proces indien nodig tot de pedalen niet meer wegslippen.
21
Page 22
DE SNELHEIDSSENSOR AFSTELLEN
Wanneer het bedieningspaneel gegevens niet goed weergeeft, moet u de snelheidssensor afstellen. Haal
eerst het stroomadapter uit het stopcontact voor­dat u de snelheidssensor afstelt.
Gebruik een kleine standaard schroevendraaier om de linker Crankkap (25) van het linker Schermkap (24) af te wrikken. Verwijder ver­volgens de twee M5 x 20mm Schroeven (53). Draai vervol­gens de linker Schermkap uit de weg.
53
25
24
Zoek naar de Snelheidssensor (35). Draai aan de Linkercrankarm (100) totdat een Magneet (39) op gelijke hoogte komt met de Snelheidssensor. Maak vervolgens de Klemschroef (A) los, schuif de Snelheidssensor lichtjes naar of weg van de Magneet en maak de Klemschroef weer vast.
39
A
35
100
Let op: Voor de duidelijkheid, het linkerpedaal en de linkerschermkap worden verwijderd weergege­ven in de tekening rechts.
Steek de stroomadapter in het stopcontact en draai de Linkercrankarm (100) even. Herhaal deze procedure tot het bedieningspaneel de juiste informatie weergeeft.
Wanneer de snelheidssensor juist is afgesteld, maakt u de onderdelen die u heeft verwijderd weer vast.
22
Page 23
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
Vet Verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
WAARSCHUWING:
Voordat u begint met dit of een ander oefeningenprogramma, dient u een arts te consulteren. Dit is vooral belangrijk voor personen boven de 35 jaar of personen met bestaande gezondheidsproblemen.
De hartslagmonitor is geen medisch appa­raat. Diverse factoren kunnen invloed hebben op nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De hartslagmonitor is alleen bedoeld als hulp­middel bij de oefening voor het bepalen van de hartslag over het algemeen.
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle resultaten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel voor het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag gebruiken als gids voor het vinden van het juiste intensiteitniveau. De grafiek hieronder toont de aan­bevolen hartslagen voor het verbranden van vet en voor een aerobic-oefening.
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau. Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensit­eit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt. Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen met uw hartslag in het middelste nummer van uw trainingszone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic­oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere peri­oden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van het hoogste nummer van uw trainingszone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming Up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro­ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot 30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone. (Gedurende de eerste weken van uw oefeningen­programma, dient u uw hartslag niet langer dan 20 minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regel­matig en diep bij het uitvoeren van de oefening; houd uw adem niet in.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie get­allen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone”. Het laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken. Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u drie trainingen per week te doen, met ten minste één rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi­maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin­gen de sleutel tot uw succes is.
23
Page 24
LIJST MET ONDERDELEN
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
Modelnr. NTEVEX76017.0 R0517A
1 1 Onderstel 2 1 Voorste Stabilisator 3 1 Achterste Stabilisator 4 1 Staander 5 1 Bedieningspaneel 6 1 Linkerhandvat 7 1 Linkerhartslagsensor/Draad 8 1 Rechterhartslagsensor/Draad 9 1 Accessoireshouder 10 1 Balk 11 1 Drager van de Zitting 12 1 Zitting 13 1 Rugleuning 14 1 Onderstel van de Rugleuning 15 1 Zittinghandvat 16 1 Zittinghendel 17 1 Rembeugel 18 1 Handvat van de Zitting 19 1 Kap van de Staander 20 1 Bovenste Beugelkap 21 1 Linkerscherm 22 1 Rechterscherm 23 2 Borgring 24 2 Kap van het Schermkap 25 2 Kap van de Crankkap 26 2 Achterste Kap van de Stabilisator 27 2 Poot van de Stabilisator 28 2 Stelvoet 29 1 Rechterpedaal/Riem 30 1 Linkerpedaal/Riem 31 1 Eddymechanisme 32 1 Spanrol 33 1 Weerstandmotor 34 1 Weerstandkabel 35 1 Snelheidssensor/Draad 36 11 M4 x 19mm Schroef 37 1 Klem 38 2 Cranklager 39 2 Magneet 40 1 Katrol 41 1 Hoofddraad 42 1 M6 x 50mm Schroef 43 1 Rechterachterscherm 44 2 M10 x 120mm Schroef 45 1 Schroef van het Tussenwiel 46 1 Linkerachterscherm 47 7 M8 x 20mm Schroef 48 1 M8 Dunne Tussenring 49 2 M8 x 50mm Bout 50 2 M10-1,0 Flensmoer
51 8 M6 x 30mm Schroef 52 20 M4 x 25mm Schroef 53 4 M5 x 20mm Schroef 54 2 M10 x 55mm Schroef 55 4 Schroef van de Weerstandsmotor 56 4 M8 x 40mm Schroef 57 2 Wiel 58 1 Stroomdraad 59 1 Aandrijfriem 60 4 M10 x 20mm Schroef 61 1 M4 x 19mm Heldere Schroef 62 6 M6 x 10mm Schroef 63 23 M4 x 15mm Schroef 64 1 Achterste Leuningkap 65 1 Voorste Leuningkap 66 4 Bumper 67 8 M6 x 20mm Schroef 68 13 M6 Kleine Tussenring 69 2 Bovenste Rol 70 4 Onderste Rol 71 2 As 72 1 Rem 73 1 Remblok 74 3 M10 Borgmoer 75 2 M10 x 45mm Schroef 76 5 M6 Gespleten Tussenring 77 2 Tussenstuk van de Rem 78 1 Doorvoerhuls 79 1 Beugel van de Accessoireshouder 80 1 Onderste Beugelkap 81 1 Rechterhandvat 82 1 Beugel van het Bedieningspaneel 83 1 Bijstelknop 84 1 Beugel van de Staander 85 1 Bovenste Blok 86 1 Onderste Blok 87 2 Bus van de Beugel van het
Bedieningspaneel 88 2 Bus van de Beugel van de Staander 89 4 M8 x 14mm Schroef 90 1 Rechterhandgreep van de Zitting 91 1 Zwenkas 92 2 M8 Grote Tussenring 93 1 Linkerhandgreep van de Zitting 94 6 M8 x 13mm Schroef 95 6 M8 Moer 96 1 M10 x 130mm Bout 97 2 M10 Flensmoer 98 1 M8 Tussenring 99 1 Rechtercrankarm
24
Page 25
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
100 1 Linkercrankarm 101 2 M10 x 60mm Bout 102 7 M8 Borgmoer 103 3 M6 x 15mm Schroef 104 2 Crankborgring 105 1 Crank 106 1 Kap van het Onderstel 107 1 Stroomadapter
Let op: Deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande bericht gewijzigd worden. Zie de achterkant van deze handleiding voor informatie over het bestellen van vervang onderdelen. *Deze onderdelen zijn niet afgebeeld.
108 4 M8 Gespleten Tussenring 109 2 Voorste Kap van de Stabilisator 110 2 M10 x 96mm Schroef 111 4 M4 x 30mm Schroef 112 8 M6 Tussenring 113 1 M8 Inbusmoer * – Gebruikershandleiding * Gereedschap voor het Monteren
25
Page 26
GEDETAILLEERDE TEKENING A
Modelnr. NTEVEX76017.0 R0517A
25
19
49
60
42
102
24
101
1
33
38
109
104
35
27
108
55
65
39
102
52
40
22
111
37
36
47
105
52
54
39
48
23
102
32
45
99
47
34
97
47
98
52
113
31
57
110
74
2
78
63
79
61
38
104
4
9
53
29
52
52
52
52
52
50
43
30
24
53
23
25
36
52
21
36
100
97
36
52
52
36
46
52
52
10
26
64
52
75
66
36
59
50
106
26
63
3
28
44
Page 27
GEDETAILLEERDE TEKENING B
Modelnr. NTEVEX76017.0 R0517A
63
63
20
95
85
47
82
92
87
63
88
89
84
88
89
94
89
8
47
81
92
58
83
107
95
91
89
41
86
80
7
13
14
94
63
5
90
12
6
63
51
112
67
56
112
93
63 51
63
51
112
112
51
63
18
103
76
68
77
73
17
72
74
15
77
16
67
11
68
71
96
68
69
62
76
68
67
62
68
70
27
Page 28
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol­gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
• het modelnummer en het serienummer van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
• de naam van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
• het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE TEKENING aan het eind van deze handleiding)
RECYCLING INFORMATIE
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden gegooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet worden gere­cycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het ver­werken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met uw plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
Onderdeelnummer 390603 R0517A Gedrukt in China © 2017 ICON Health & Fitness, Inc.
Loading...