De doorgestreepte container wil zeggen dat het product binnen de
Europese gemeenschap voor gescheiden afvalverzameling moet worden
aangeboden aan het einde van de levensduur van het product. Dit geldt
voor het apparaat, maar ook voor alle toebehoren die van dit symbool zijn
een gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming
van Nokia is verboden.
Nokia, Nokia Connecting People, Pop-Port en Visual Radio zijn handelsmerken
of gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Namen van andere
producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de
respectievelijke eigenaren zijn.
Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation.
NOKIA CORPORATION dat het toestel RM-180 in
overeenstemming is met de essentiële eisen en de
andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/
EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt
u vinden op de volgende website:
Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling. Nokia behoudt zich
het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan
te brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten
of voor enige bijzondere, incidentele, onrechtstreekse of indirecte schade.
De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt.
Tenzij vereist krachtens het toepasselijke recht, wordt geen enkele garantie
gegeven betreffende de nauwkeurigheid, betrouwbaarheid of inhoud van dit
document, hetzij uitdrukkelijk hetzij impliciet, daaronder mede begrepen maar
niet beperkt tot impliciete garanties betreffende de verkoopbaarheid en
de geschiktheid voor een bepaald doel. Nokia behoudt zich te allen tijde het recht
voor zonder voorafgaande kennisgeving dit document te wijzigen of te herroepen.
De beschikbaarheid van bepaalde producten kan per regio verschillen.
Neem hiervoor contact op met de dichtstbijzijnde Nokia-leverancier.
Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig
zijn aan wet- en regelgeving betreffende export van de V.S. en andere landen.
Omleiding in strijd met de wetgeving is verboden.
FCC-/INDUSTRY CANADA-KENNISGEVING
Het apparaat kan storing veroorzaken bij tv's of radio's (bijvoorbeeld als u een
telefoon gebruikt in de directe omgeving van ontvangstapparatuur). Mogelijk
kan door de FCC of Industry Canada worden vereist dat u de telefoon niet langer
gebruikt als dergelijke storing niet kan worden weggenomen. Als u hulp nodig hebt,
kunt u contact opnemen met uw lokale elektriciteitsbedrijf. Dit apparaat voldoet
aan deel 15 van de FCC-regels. De werking is onderhevig aan de volgende twee
voorwaarden: (1) Dit apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken, en (2) dit
apparaat moet ontvangen storing accepteren, inclusief storing die ongewenste
werking tot gevolg kan hebben.
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de
richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige
gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS
HET VEILIG IS Schakel het apparaat niet in als
het gebruik van mobiele telefoons verboden is
of als dit storing of gevaar zou kunnen
opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl
u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te
besturen. De verkeersveiligheid dient uw
eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING Alle draadloze apparaten kunnen
gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking
van het apparaat negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN
ZIEKENHUIZEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen. Schakel het apparaat
uit in de nabijheid van medische apparatuur.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN
VLIEGTUIGEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen. Draadloze
apparatuur kan storingen veroorzaken
in vliegtuigen.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT TIJDENS HET
TANKEN Gebruik het apparaat niet in een
benzinestation. Gebruik het apparaat niet
in de nabijheid van brandstof of chemicaliën.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT
VAN EXPLOSIEVEN Houd u aan alle
mogelijke beperkende maatregelen. Gebruik
het apparaat niet waar explosieven worden
gebruikt.
GEBRUIK HET APPARAAT VERSTANDIG
Gebruik het apparaat alleen in de normale
positie zoals in de productdocumentatie wordt
uitgelegd. Raak de antenne niet onnodig aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD Dit product mag
alleen door deskundigen worden geïnstalleerd
of gerepareerd.
alleen goedgekeurde toebehoren en
batterijen. Sluit geen incompatibele
producten aan.
WATERBESTENDIGHEID Het apparaat is niet
waterbestendig. Houd het apparaat droog.
MAAK BACK-UPS Maak een back-up of een
gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander
apparaat aansluit, dient u eerst de handleiding
van het desbetreffende apparaat te
raadplegen voor uitgebreide
veiligheidsinstructies. Sluit geen
incompatibele producten aan.
ALARMNUMMER KIEZEN Controleer
of de telefoonfunctie van het apparaat
ingeschakeld en operationeel is. Druk zo vaak
als nodig is op de beëindigingstoets om het
scherm leeg te maken en terug te keren naar
het startscherm. Toets het alarmnummer in
en druk op de beltoets. Geef op waar u zich
bevindt. Beëindig het gesprek pas wanneer
u daarvoor toestemming hebt gekregen.
Informatie over het apparaat
Het draadloze apparaat dat in deze handleiding
wordt beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in
het EGSM 900/1800/1900-netwerk. Neem contact op met
uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat
aan alle regelgeving en eerbiedig de privacy en legitieme
rechten van anderen.
Houd u, wanneer u beelden of video-opnamen maakt
of gebruikt, aan alle regelgeving en eerbiedig de lokale
gewoonten, privacy en legitieme rechten van anderen.
Waarschuwing:
apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet
het apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het
apparaat niet in wanneer het gebruik van
draadloze apparatuur storingen of gevaar
kan veroorzaken.
als u andere functies van dit
Netwerkdiensten
Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn
aangemeld bij een aanbieder van draadloze diensten.
Veel van de functies van dit apparaat zijn afhankelijk van
de functies die beschikbaar zijn in het draadloze netwerk.
Deze netwerkdiensten zijn mogelijk niet in alle netwerken
beschikbaar. Het kan ook zijn dat u specifieke regelingen
moet treffen met uw serviceprovider voordat u de
netwerkdiensten kunt gebruiken. Mogelijk krijgt u van
uw serviceprovider extra instructies voor het gebruik van
de diensten en informatie over de bijbehorende kosten.
Bij sommige netwerken gelden beperkingen die het
gebruik van netwerkdiensten negatief kunnen beïnvloeden.
Zo bieden sommige netwerken geen ondersteuning voor
bepaalde taalafhankelijke tekens en diensten.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om
bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in
uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het
menu van uw apparaat weergegeven. Uw apparaat kan
ook speciaal geconfigureerd zijn. Deze configuratie kan
menunamen, de menuvolgorde en symbolen betreffen.
Neem voor meer informatie contact op met uw
serviceprovider.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP en
SSL) die werken met TCP/IP-protocollen. Voor een aantal
functies van dit apparaat, zoals MMS, browsen, e-mail
en het downloaden van inhoud via een browser of MMS,
is mogelijk netwerkondersteuning nodig voor deze
technologieën.
Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart voor
informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan
de serviceprovider, netwerkoperator of een andere
leverancier zijn.
Uitbreidingen, batterijen
en opladers
Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat
u de batterij verwijdert.
Controleer het modelnummer van uw lader voordat u
deze bij dit apparaat gebruikt. Dit apparaat is bedoeld voor
gebruik met de volgende voedingsbronnen: DC-4-,
AC-3-en AC-4-lader of een AC-1-, ACP-8-, ACP-9-,
ACP-12-, LCH-8-, LCH-9- of LCH-12-lader indien gebruikt
met de CA-44-adapter die bij het apparaat wordt
geleverd.
De batterij die bestemd is voor gebruik met dit apparaat
is de BL-5C.
Waarschuwing:
en toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd
voor gebruik met dit model. Het gebruik van alle
andere types kan de goedkeuring of garantie doen
vervallen en kan gevaarlijk zijn.
Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van
goedgekeurde toebehoren. Trek altijd aan de stekker
en niet aan het snoer als u toebehoren losmaakt.
Voorbeeld: als u instructies wilt bekijken over het
maken van een contactkaart, maakt u een
contactkaart en selecteert u Opties > Help.
Wanneer u een Help-onderwerp leest, kunt u op of
drukken als u andere verwante onderwerpen wilt bekijken.
Zelfstudie
De zelfstudie bevat informatie over enkele functies van het
apparaat.
Als u de zelfstudie wilt openen via het menu, drukt u op
en selecteert u Persoonlijk > Zelfstudie en de sectie die u
wilt bekijken. Plaats de geheugenkaart die bij het apparaat
is geleverd in het apparaat om ervoor te zorgen dat u
beschikt over alle zelfstudieonderwerpen.
Handige sneltoetsen
Gebruik sneltoetsen om het apparaat snel optimaal
te kunnen gebruiken. Raadpleeg de desbetreffende
hoofdstukken in deze gebruikershandleiding voor
meer informatie over de functies.
Foto's maken
• Druk op om de beeldinstellingen aan te passen
voordat u een foto maakt.
• Nadat u een foto hebt gemaakt, drukt u op om
deze te verzenden Via multimedia, Via e-mail of
Via Bluetooth. Zie ‘Berichten’ op pag. 57 en
‘Bluetooth-connectiviteit’ op pag. 93 voor meer
informatie.
• Druk op om een afbeelding te verwijderen.
• Druk op of op de sluitertoets van de camera
om een nieuwe foto te maken.
Videoclips opnemen
• Druk op om de video-instellingen aan te passen
voordat u een video opneemt.
• Nadat u een videoclip hebt opgenomen, drukt u op
om deze te verzenden Via multimedia, Via e-mail of
Via Bluetooth. Videoclips in een. MP4-indeling kunnen
niet als multimediabericht worden verzonden. Zie
‘Berichten’ op pag. 57 en ‘Bluetooth-connectiviteit’
op pag. 93 voor meer informatie.
• Druk op als u een videoclip wilt verwijderen.
Tekst en lijsten bewerken
• Als u een item in een lijst wilt markeren, gaat u
erheen en drukt u tegelijkertijd op en .
• Als u meerdere items in een lijst wilt markeren, houdt u
ingedrukt en drukt u tegelijkertijd op of .
Als u de selectie wilt beëindigen, laat u
achtereenvolgens en los.
• Zo kopieert en plakt u tekst: Houd ingedrukt om
letters en woorden te selecteren. Druk tegelijkertijd op
of . Alle tekst die u zo selecteert, wordt
gemarkeerd. Houd ingedrukt en kies Kopiëren
om de tekst naar het klembord te kopiëren. Houd
ingedrukt en kies Plakken om de tekst in een
document in te voegen.
Standby-modus
• Houd ingedrukt om te schakelen tussen geopende
toepassingen. Als er onvoldoende geheugen is, is het
mogelijk dat toepassingen automatisch worden
gesloten. Voordat een toepassing wordt gesloten,
worden niet-opgeslagen gegevens opgeslagen.
Als toepassingen op de achtergrond worden
uitgevoerd, vergt dit extra batterijcapaciteit en
neemt de gebruiksduur van de batterij af.
• Als u het profiel wilt wijzigen, drukt u op en
selecteert u een profiel.
• Als u wilt schakelen tussen de profielen Algemeen en
Stil, houdt u ingedrukt. Als u twee telefoonlijnen
hebt, wordt met deze actie geschakeld tussen de twee
lijnen.
• Als u de lijst met laatst gekozen nummers wilt openen,
drukt u op .
• Houd ingedrukt om spraakopdrachten te
gebruiken.
• Als u een Web wilt starten, houdt u ingedrukt.
Zie ‘Web’ op pag. 80.
Raadpleeg ‘Actieve standby-modus’, p. 22 voor meer
sneltoetsen die beschikbaar zijn in de standby-modus.
• Zo vergrendelt u de toetsen: druk in de standby-modus
op en op .
• Zo heft u de vergrendeling op: druk op en op .
• Druk op als u de verlichting van het display wilt
inschakelen wanneer de toetsenbordvergrendeling is
De Nokia N72
ingeschakeld.
Wanneer de toetsenbordvergrendeling is ingeschakeld,
kunt u mogelijk nog wel het geprogrammeerde
alarmnummer bellen.
Klok
Druk op en selecteer Klok.
Selecteer Opties > Alarm instellen om een nieuw
alarm in te stellen. Voer de alarmtijd in en selecteer
OK. Als het alarm actief is, wordt weergegeven.
Als u het alarm wilt uitschakelen, selecteert u Stop.
Als het alarm afgaat, kunt u het gedurende vijf minuten
uitschakelen door Snooze te selecteren. Daarna gaat het
alarm weer af. U kunt dit maximaal vijf keer doen.
Als het tijdstip voor het alarmsignaal is aangebroken
terwijl het apparaat is uitgeschakeld, schakelt het
apparaat zichzelf in en wordt het waarschuwingssignaal
afgespeeld. Als u Stop selecteert, wordt u gevraagd of het
apparaat moet worden geactiveerd voor oproepen.
Selecteer Nee als u het apparaat wilt uitschakelen of Ja
als u het apparaat wilt gebruiken om te bellen en gebeld
te worden. Selecteer Ja niet wanneer het gebruik van
draadloze telefoons storingen of gevaar kan opleveren.
Als u een alarm wilt annuleren, selecteert u Klok >
Opties > Alarm uitschakelen.
Klokinstellingen
Als u de klokinstellingen wilt wijzigen, selecteert u
Opties > Instellingen in de klok. Als u de tijd of de
datum wilt wijzigen, selecteert u Tijd of Datum.
Als u de klok wilt wijzigen die wordt weergegeven
in standby-modus, bladert u omlaag en selecteert u
Type klok > Analoog of Digitaal.
Als u wilt toestaan dat de tijd-, datum-en
tijdzonegegevens op het apparaat worden bijgewerkt
door het netwerk van de mobiele telefoon (netwerkdienst),
bladert u omlaag en selecteert u Autom. tijd aanp..
De instelling Autom. tijd aanp. wordt pas actief als u
het apparaat opnieuw hebt ingeschakeld.
Als u de alarmtoon wilt wijzigen, bladert u omlaag en
selecteert u Alarmtoon klok.
Als u de status van de zomertijd wilt aanpassen, bladert u
omlaag en selecteert u Zomertijd. Selecteer Aan om één
uur toe te voegen aan de tijd van Mijn huidige stad. Zie
‘Wereldklok’ op pag. 15. Wanneer de zomertijd actief is,
wordt weergegeven in de beginweergave van de klok.
Deze instelling wordt niet weergegeven als Autom. tijd
aanp. is ingeschakeld.
Wereldklok
Open Klok en druk op om de weergave Wereldklok
te openen. In de weergave Wereldklok kunt u de tijd in
verschillende steden zien.
Als u steden aan de lijst wilt toevoegen, selecteert u
Opties > Stad toevoegen. Voer de eerste letters van de
naam van de stad in. Het zoekveld verschijnt automatisch
en de overeenkomende steden worden weergegeven.
Selecteer een stad. U kunt maximaal 15 steden aan de
lijst toevoegen.
Als u de huidige stad wilt instellen, gaat u naar de
gewenste stad en selecteert u Opties > Mijn huidige stad.
De stad wordt weergegeven in de beginweergave van de
klok en de tijd op het apparaat wordt aangepast aan de
geselecteerde stad. Controleer of de tijd juist is
en overeenkomt met de tijdzone.
Volume- en luidsprekerregeling
Druk op of als u het
volume wilt verhogen of
verlagen tijdens een actieve
oproep of wanneer u naar een geluid luistert.
Door de ingebouwde luidspreker kunt u vanaf een korte
afstand spreken en luisteren zonder dat u het apparaat
aan uw oor moet houden. Geluidstoepassingen maken
standaard gebruik van de luidspreker.
Waarschuwing: houd het apparaat niet dicht bij
uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt,
aangezien het volume erg luid kan zijn.
Als u de luidspreker wilt gebruiken tijdens een oproep,
start u een oproep en drukt u op Opties > Luidspreker
insch..
Als u de luidspreker wilt uitschakelen tijdens een actieve
oproep of wanneer u naar een geluid luistert, selecteert u
Opties > Telefoon insch..
Bestandsbeheer
Voor veel functies van het apparaat wordt geheugen
gebruikt voor het opslaan van gegevens. Het gaat
hierbij om functies voor contactpersonen, berichten,
afbeeldingen, beltonen, agenda en taken, documenten en
gedownloade toepassingen. De hoeveelheid beschikbaar
geheugen is afhankelijk van de hoeveelheid gegevens die
al in het geheugen van het apparaat is opgeslagen.
U kunt een compatibele geheugenkaart gebruiken als
extra opslagruimte. Geheugenkaarten zijn herschrijfbaar,
zodat u gegevens erop kunt opslaan en verwijderen.
Als u wilt bladeren in bestanden en mappen in het
geheugen van het apparaat of op een geheugenkaart
(indien ingevoegd), drukt u op en selecteert
u Instrum. > Best.beh. De weergave van het
apparaatgeheugen () wordt geopend. Druk op
om de weergave van de geheugenkaart te openen ().
Als u bestanden wilt verplaatsen of kopiëren naar een
De Nokia N72
map, drukt u tegelijk op en om een bestand te
markeren en selecteert u Opties > Verplaats naar map of
Kopiëren naar map.
Als u naar een bestand wilt zoeken, selecteert u Opties >
Zoeken en het geheugen waarin u wilt zoeken. Voer
vervolgens een zoektekst in die overeenkomt met de
bestandsnaam.
Tip! Met Nokia Phone Browser in Nokia PC Suite
kunt u de verschillende geheugens in het apparaat
bekijken. Zie de cd-rom die bij het apparaat is
geleverd.
Geheugengebruik weergeven
Als u wilt bekijken welke typen gegevens het apparaat
bevat en hoeveel geheugen wordt gebruikt door de
verschillende gegevenstypen, selecteert u Opties >
Gegevens geheugen. Ga naar Vrij geheug. om de
hoeveelheid beschikbaar geheugen in het apparaat
te bekijken.
Als u de hoeveelheid beschikbaar geheugen op de
geheugenkaart wilt bekijken wanneer deze in het apparaat
is geplaatst, drukt u op om de weergave van de
geheugenkaart te openen en selecteert u Opties >
Gegevens geheugen.
Geheugen raakt vol - ruimte vrijmaken
U ontvangt een melding op het apparaat als het geheugen
op het apparaat of het geheugen van de geheugenkaart
bijna vol raakt.
Als u geheugen wilt vrijmaken, kopieert u via
bestandsbeheer gegevens naar een geheugenkaart.
Markeer de bestanden die u wilt verplaatsen en selecteer
Opties > Verplaats naar map > Geheugenkaart en
een map.
Tip! Als u geheugen op het apparaat of op de
geheugenkaart wilt vrijmaken, gebruikt u Image
Store in Nokia PC Suite om foto's en videoclips over
te brengen naar een compatibele pc. Zie de cd-rom
die bij het apparaat is geleverd.
Als u gegevens wilt verwijderen om geheugen vrij
te maken, gebruikt u Best.beh. of gaat u naar de
desbetreffende toepassing. U kunt bijvoorbeeld de
volgende items verwijderen:
• Opgehaalde e-mailberichten in het geheugen van
het apparaat.
• Opgeslagen webpagina's.
• Opgeslagen afbeeldingen, video's of geluidsbestanden.
• Contactgegevens.
•Agendanotities.
• Gedownloade toepassingen. Zie ook
‘Toepassingsbeheer’ op pag. 115.
• Andere gegevens die u niet meer nodig hebt.
Geheugenkaart
Opmerking: in dit apparaat wordt een
multimediakaart (RS-MMC-kaart) gebruikt van het
type Reduced Size Dual Voltage (1,8 of 3V). Gebruik
alleen RS-MMC-kaarten met tweevoudig voltage
als u verzekerd wilt zijn van compatibiliteit tussen
de onderdelen. Informeer bij de fabrikant of
leverancier van de RS-MMC-kaart naar de
compatibiliteit van de geheugenkaart.
Gebruik alleen door Nokia goedgekeurde
RS-MMC-apparaat. Nokia volgt de goedgekeurde
industrienormen voor geheugenkaarten, maar mogelijk
werken niet alle andere merken met dit apparaat of zijn
deze compatibel met dit apparaat.
Houd alle geheugenkaarten buiten bereik van kleine
kinderen.
Druk op en selecteer
Instrum. > Geheugen.
U kunt een geheugenkaart
gebruiken als extra
opslagruimte. Het
is bovendien verstandig
de gegevens in het
apparaatgeheugen
regelmatig naar de
geheugenkaart te kopiëren.
U kunt de gegevens later op
het apparaat herstellen.
U kunt de geheugenkaart niet gebruiken als het klepje van
de geheugenkaartsleuf is geopend.
Belangrijk: verwijder de geheugenkaart nooit
tijdens een bewerking waarbij de kaart wordt
gebruikt. Wanneer u de kaart tijdens een dergelijke
bewerking verwijdert, kan schade ontstaan aan de
geheugenkaart en het apparaat en kunnen de
gegevens die op de kaart zijn opgeslagen,
beschadigd raken.
Als u een back-up van het apparaatgeheugen wilt
maken op een geheugenkaart, selecteert u Opties >
Als u de informatie van de geheugenkaart wilt terugzetten
in het apparaatgeheugen, selecteert u Opties > Herst.
vanaf kaart.
Tip! Als u de naam van een geheugenkaart wilt
wijzigen, selecteert u Opties > Naam geh.kaart.
De Nokia N72
Een geheugenkaart formatteren
Wanneer een geheugenkaart wordt geformatteerd,
gaan alle gegevens op de kaart definitief verloren.
Sommige geheugenkaarten zijn voorgeformatteerd.
Andere kaarten moet u zelf eerst formatteren. Raadpleeg
uw leverancier om te achterhalen of u de geheugenkaart
moet formatteren voor het eerste gebruik.
U formatteert een geheugenkaart door Opties >
Geh.kaart formatt. te selecteren. Selecteer Ja ter
bevestiging. Voer na het formatteren een naam in voor de
geheugenkaart en selecteer OK.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om
bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in
uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het
menu van uw apparaat weergegeven. Het kan ook zijn dat
het apparaat speciaal voor uw netwerkprovider is
geconfigureerd. Deze configuratie kan menunamen, de
menuvolgorde en symbolen betreffen. Neem voor meer
informatie contact op met uw serviceprovider.
• Zie ‘Actieve standby-modus’ op pag. 22 als u het
standby-display wilt gebruiken voor snelle toegang
tot de toepassingen die u vaak gebruikt.
• Zie ‘Het uiterlijk van het
apparaat wijzigen’ op
pag. 22 en als u de
achtergrondafbeelding of
de weergave tijdens de
energiebesparing voor
de standby-modus wilt
wijzigen.
• Zie ‘Profielen - Tonen
instellen’ op pag. 20 als
u de beltonen wilt
aanpassen.
• Zie ‘Standby-modus’ op pag. 105 als u de sneltoetsen
wilt wijzigen voor de verschillende toetsaanslagen van
de bladertoets en de linker- en rechterselectietoetsen
in de standby-modus. De snelkoppelingen voor de
bladertoets zijn niet beschikbaar als de actieve
standby-modus is ingeschakeld.
• Als u de klok in de standby-modus wilt wijzigen, drukt
u op en selecteert u Klok > Opties > Instellingen >
Type klok > Analoog of Digitaal.
• Als u de alarmtoon van de klok wilt wijzigen, drukt u
op en selecteert u Klok > Opties > Instellingen >
Alarmtoon klok en selecteert u een toon.
• Als u de signaaltoon van de agenda wilt wijzigen,
drukt u op en selecteert u Agenda > Opties >
Instellingen > Agenda-alarmtoon en selecteert u
een toon.
• Als u de welkomsttekst wilt wijzigen in een tekst of
• Als u een afzonderlijke beltoon aan een
contactpersoon wilt toewijzen, drukt u op en
selecteert u Contacten. Zie ‘Beltonen toevoegen voor
contactpersonen’ op pag. 32.
• Als u een snelkeuzetoets aan een contactpersoon
wilt toewijzen, drukt u in de standby-modus op een
cijfertoets ( is gereserveerd voor de voicemailbox)
en drukt u op . Selecteer Ja en selecteer vervolgens
een contactpersoon.
• Als u het hoofdmenu opnieuw wilt indelen, selecteert
u in het hoofdmenu Opties > Verplaatsen, Verplaats
naar map of Nieuwe map. Weinig gebruikte
toepassingen kunt u in mappen plaatsen en
veelgebruikte toepassingen kunt u van een map
naar het hoofdmenu verplaatsen.
Profielen - Tonen instellen
Het apparaat aanpassen
Als u de beltonen, berichtensignaaltonen en andere
tonen voor verschillende gebeurtenissen, situaties of
bellergroepen wilt instellen en aanpassen, drukt u op
en selecteert u Instrum. > Profielen. Als het
geselecteerde profiel niet het profiel Algemeen is,
wordt de profielnaam in de standby-modus boven in
de weergave vermeld.
Druk in de standby-modus op om het profiel te
wijzigen. Ga naar het profiel dat u wilt activeren en
selecteer OK.
Als u een profiel wilt wijzigen, drukt u op en selecteert
u Instrum. > Profielen. Ga naar het profiel en selecteer
Opties > Aanpassen. Ga naar de instelling die u wilt
wijzigen en druk op om de opties te openen. Tonen
die zijn opgeslagen op de geheugenkaart, worden
aangegeven met . U kunt elke beltoon in de lijst
beluisteren voordat u een toon kiest. Druk op een
willekeurige toets om het geluid te stoppen.
Tip! In de lijst met tonen kunt u met Beltoondownl.
een lijst met bookmarks openen. U kunt een
bookmark selecteren en verbinding maken met een
webpagina om tonen te downloaden.
Als u een nieuw profiel wilt maken, selecteert u Opties >
Nieuw maken.
Het profiel Offline
Met het profiel Offline kunt u het apparaat gebruiken
zonder verbinding te maken met het draadloze netwerk.
Wanneer u het profiel Offline activeert, wordt de
verbinding met het draadloze netwerk verbroken, zoals
wordt aangegeven met in het symbool voor de
signaalsterkte. Er zijn geen draadloze telefoonsignalen
naar en van het apparaat mogelijk. Berichten die u wilt
verzenden worden in de Outbox geplaatst, zodat u deze
later kunt verzenden.
Waarschuwing: in het off line profiel kunt u
geen gesprekken voeren of ontvangen, behalve
oproepen naar bepaalde alarmnummers, of andere
functies gebruiken waarvoor netwerkdekking is
vereist. Als u wilt bellen, moet u de telefoonfunctie
eerst activeren door een ander profiel te kiezen. Als het
toestel is vergrendeld, voert u de blokkeringscode in.
Waarschuwing: u kunt het profiel Offline alleen
gebruiken als het apparaat is ingeschakeld. Schakel
het apparaat niet in als het gebruik van mobiele
apparaten verboden is of als dit storing of gevaar
zou kunnen opleveren.
Als u het profiel Offline wilt verlaten, drukt u op en
selecteert u een ander profiel. Via het apparaat wordt de
draadloze overdracht opnieuw ingeschakeld (mits het
signaal sterk genoeg is). Als er een Bluetooth-verbinding
actief was toen u het profiel Offline inschakelde, wordt
Bluetooth weer gedeactiveerd. De Bluetooth-verbinding
wordt automatisch opnieuw geactiveerd zodra u het
profiel Offline verlaat. Zie ‘Instellingen voor
Bluetooth-connectiviteit’ op pag. 94.
Inhoud van een ander
apparaat overdragen
U kunt contactpersonen, agendagegevens, afbeeldingen,
videoclips en geluidsfragmenten via Bluetooth kopiëren
vanaf een compatibel Serie 60-apparaat van Nokia.
Vanwege copyrightbescherming kan het voorkomen dat
bepaalde afbeeldingen, muziek (waaronder beltonen) en
andere items niet kunnen worden gekopieerd, gewijzigd,
overgebracht of doorgestuurd.
U kunt de Nokia N72 zonder SIM-kaart gebruiken.
Als u het apparaat inschakelt zonder SIM-kaart, wordt
automatisch het profiel Offline geactiveerd. Hierdoor
kunt u de SIM-kaart gebruiken in een ander apparaat.
Ter voorkoming van dubbele items kunt u gegevens van
hetzelfde type (bijvoorbeeld contactpersonen) slechts
eenmaal overbrengen van het andere apparaat naar de
Nokia N72.
Activeer Bluetooth op beide apparaten voordat u de
overdracht start. Druk op elk apparaat op en selecteer
Connect. > Bluetooth. Selecteer Bluetooth > Aan. Geef
een naam op voor elk apparaat.
Ga als volgt te werk om inhoud over te brengen:
1 Druk op en selecteer Instrum. > Transfer op
de Nokia N72. Volg de instructies op het scherm.
2 Het apparaat zoekt naar andere apparaten met
Bluetooth-connectiviteit. Wanneer de zoekactie is
voltooid, selecteert u het andere apparaat in de lijst.
3 U wordt gevraagd een code in te voeren op de
Nokia N72. Voer een code in (1-16 cijfers) en selecteer
OK. Voer dezelfde code ook in op het andere apparaat
en selecteer OK.
4 De toepassing Transfer wordt als bericht verzonden
naar het andere apparaat.
5 Open het bericht om Transfer te installeren op het
andere apparaat en volg de instructies op het scherm.
6 Selecteer vanaf de Nokia N72 de inhoud die u van het
andere apparaat wilt kopiëren.
De inhoud wordt gekopieerd vanuit het geheugen en
de geheugenkaart van het andere apparaat naar de
Nokia N72 en de bijbehorende geheugenkaart. De tijd
die hiervoor nodig is, is afhankelijk van de hoeveelheid
gegevens die moet worden overgedragen. U kunt het
kopiëren annuleren en later doorgaan. De toepassing
Transfer wordt toegevoegd aan het hoofdmenu van het
andere apparaat.
Het apparaat aanpassen
Het uiterlijk van het
apparaat wijzigen
Als u het uiterlijk van het display wilt wijzigen, zoals de
achtergrondafbeelding en pictogrammen, drukt u op
en selecteert u Instrum. > Thema's. Het actieve thema
wordt aangegeven met . In Thema's kunt u elementen
van andere thema's groeperen of afbeeldingen uit de
Galerij selecteren om thema's verder aan te passen.
Thema's die zijn opgeslagen op de geheugenkaart, worden
aangegeven met . De thema's op de geheugenkaart
zijn niet beschikbaar als de geheugenkaart zich niet
in het apparaat bevindt. Als u de thema's die op de
geheugenkaart zijn opgeslagen zonder de geheugenkaart
wilt gebruiken, moet u de thema's eerst opslaan in het
geheugen van het apparaat.
Als u een browserverbinding wilt openen en meer thema's
wilt downloaden, selecteert u Themadownloads.
Als u een thema wilt activeren, selecteert u dit en kiest u
Opties > Toepassen.
Als u een voorbeeld van een thema wilt bekijken, selecteert
u dit en kiest u Opties > Bekijken.
Als u thema's wilt bewerken, selecteert u een thema en
kiest u Opties > Bewerken om de volgende opties te
wijzigen:
Achtergrond - De afbeelding die u wilt weergeven als
achtergrondafbeelding in de standby-modus.
Energiespaarstand - Het type energiebesparing op het
display: datum en tijd of een tekst die u zelf hebt getypt.
Zie ook ‘Weergave’ op pag. 106.
Afb. in Favorieten - De achtergrondafbeelding voor de
toepassing Favorieten.
Als u bij het bewerken van een thema voor het
geselecteerde thema de oorspronkelijke instellingen wilt
herstellen, selecteert u Opties > Oorspr. th. herst..
Actieve standby-modus
Via het standby-display hebt u snel toegang tot de
toepassingen die u regelmatig gebruikt. Standaard
is de actieve standby-modus ingeschakeld.
Druk op , selecteer Instrum. > Instell. > Telefoon >
Standby-modus > Actief standby en druk op om
de actieve standby-modus in of uit te schakelen.
Boven aan de actieve standbydisplay worden
de standaardtoepassingen
weergegeven.
Ga naar een toepassing
of item en druk op .
Als de actieve standby-modus
is ingeschakeld, kunt u niet
gebruikmaken van de
standaardsnelkoppelingen
voor de bladertoets die
beschikbaar zijn in de standby-modus.
Ga als volgt te werk om standaardsnelkoppelingen van
de toepassing te wijzigen:
harder te zetten of op om het volume zachter
te zetten. Als u het volume hebt ingesteld op
Dempen, kunt u het volume niet aanpassen met de
bladertoets. Als u het volume wilt aanpassen,
selecteert u Dmp oph. en drukt u op of .
1 Voer in de standby-modus het telefoonnummer,
inclusief het netnummer, in. Druk op om een
nummer te verwijderen.
Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal
opvoor het teken + (duidt de internationale
toegangscode aan), kiest u vervolgens het
landnummer, het netnummer (eventueel zonder
voorloopnul) en het abonneenummer.
2 Druk op om het nummer te bellen.
3 Druk op om het gesprek te beëindigen
(of de oproep te annuleren).
Als u op drukt, wordt een gesprek altijd beëindigd,
ook als een andere toepassing actief is.
Als u wilt bellen vanuit Contacten, drukt u op en
selecteert u Contacten. Ga naar de gewenste naam of
voer in het zoekveld de eerste letters van de naam in.
De gevonden namen worden getoond. Druk op
U moet de contactpersonen kopiëren van de SIM-kaart
naar Contacten voordat u op deze manier kunt bellen.
Zie ‘Contactgegevens kopiëren’ op pag. 31.
Houd ingedrukt in de standby-modus als u uw
voicemailbox (netwerkdienst) wilt bellen. Zie ook
‘Oproepen doorschakelen’ op pag. 113.
Tip! Als u het nummer van uw voicemailbox wilt
wijzigen, drukt u op en selecteert u Instrum. >
Voicemail > Opties > Nummer wijzigen. Voer het
nummer in (dit krijgt u van de serviceprovider)
en selecteer OK.
Als u een recent gekozen nummer wilt bellen, drukt u in de
standby-modus op om een lijst weer te geven met de
20 laatstgekozen nummers. Ga naar het gewenste nummer
en druk op om het nummer te bellen.
Een conferentiegesprek voeren
1 Bel de eerste deelnemer.
2 Als u de volgende deelnemer wilt bellen, selecteert
u Opties > Nieuwe oproep. Het eerste gesprek wordt
automatisch in de wachtstand geplaatst.
3 Als de nieuwe oproep wordt beantwoord, kunt u de
eerste deelnemer in het conferentiegesprek opnemen.
Hiervoor selecteert u Opties > Conferentie.
Herhaal stap 2 om de volgende deelnemer aan
het gesprek toe te voegen en selecteer Opties >
Conferentie > Toev. aan confer..
Conferentiegesprekken tussen maximaal zes
deelnemers (inclusief uzelf) worden ondersteund.
Als u een privé-gesprek wilt voeren met een van
de deelnemers, selecteert u Opties > Conferentie >
Privé. Selecteer een deelnemer en selecteer Privé. Het
conferentiegesprek wordt in de wachtstand geplaatst.
De andere deelnemers kunnen ondertussen met elkaar
doorpraten. Als u het privé-gesprek hebt beëindigd,
selecteert u Opties > Toev. aan confer. om terug
te keren naar het conferentiegesprek.
Als u een deelnemer uit het conferentiegesprek
wilt verwijderen, selecteert u Opties > Conferentie >
Deelnemer verwijd.. Blader vervolgens naar de
desbetreffende deelnemer en selecteer Verwijd..
4 Druk op om het actieve conferentiegesprek te
beëindigen.
Bellen met een snelkeuzetoets
Als u snelkeuze wilt activeren, drukt u op en selecteert
u Instrum. > Instell. > Bellen > Snelkeuze > Aan.
Als u een telefoonnummer wilt toewijzen aan een van de
snelkeuzetoetsen ( - ), drukt u op en selecteert
u Instrum. > Snelkeuze. Ga naar de toets waaraan u het
telefoonnummer wilt toewijzen en selecteer Opties >
Toewijz.. is gereserveerd voor de voicemailbox.
Als u wilt bellen in de standby-modus, drukt u op de
snelkeuzetoets en vervolgens op .
Spraakgestuurd bellen
Het apparaat ondersteunt uitgebreide spraakopdrachten.
Uitgebreide spraakopdrachten zijn niet afhankelijk van
de stem van de spreker. De gebruiker hoeft dus niet
op voorhand spraaklabels op te nemen. In plaats
daarvan maakt het apparaat een spraaklabel voor de
contactgegevens en vergelijkt het ingesproken spraaklabel
daarmee. De spraakherkenning in het apparaat past zich
aan de stem van de hoofdgebruiker aan, zodat de
spraakopdrachten beter worden herkend.
Het spraaklabel voor een contactpersoon is de naam of
bijnaam die op de contactkaart is opgeslagen. Als u het
samengestelde spraaklabel wilt beluisteren, opent u een
contactkaart en selecteert u Opties > Sprklabel afspelen.
Bellen via een spraaklabel
Opmerking: het gebruik van spraaklabels kan
moeilijkheden opleveren in een drukke omgeving
of tijdens een noodgeval. Voorkom dus onder alle
omstandigheden dat u uitsluitend van
spraaklabels afhankelijk bent.
Wanneer u spraakgestuurd bellen gebruikt, wordt de
luidspreker gebruikt. Houd het apparaat op een korte
afstand als u het spraaklabel inspreekt.
Bellen
1 Houd ingedrukt om het spraakgestuurd bellen te
starten. Als u een compatibele hoofdtelefoon gebruikt
met de toets voor de hoofdtelefoon, houdt u de toets
voor de hoofdtelefoon ingedrukt als u spraakgestuurd
bellen wilt starten.
2 U hoort een korte toon en de tekst Spreek nu wordt
weergegeven. Spreek duidelijk de naam of bijnaam
uit van de persoon zoals deze op de contactkaart is
opgeslagen.
3 Het apparaat speelt een samengesteld spraaklabel af
voor de herkende contactpersoon in de geselecteerde
apparaattaal en geeft de naam en het nummer weer.
Na een time-out van 1,5 seconde wordt het nummer
gekozen.
Als de herkende contactpersoon niet correct is,
selecteert u Volgende als u een lijst met andere
overeenkomsten wilt bekijken of Stoppen als
u spraakgestuurd bellen wilt annuleren.
Als onder één naam meerdere nummers zijn opgeslagen,
wordt het standaardnummer geselecteerd als dit is
ingesteld. Anders wordt het eerste beschikbare nummer
uit de volgende nummers geselecteerd: Mobiel, Mobiel
(thuis), Mobiel (werk), Telefoon, Telefoon (thuis) en Tel.
(werk).
Een oproep beantwoorden
of weigeren
Druk op om de oproep te beantwoorden.
Als u bij een inkomende oproep de beltoon wilt
uitschakelen, selecteert u Stil.
Tip! Als er een compatibele hoofdtelefoon is
aangesloten op het apparaat, kunt u een oproep
beantwoorden en beëindigen door op de toets voor
de hoofdtelefoon te drukken.
Als u een oproep niet wilt beantwoorden, drukt u op
om deze te weigeren. De beller hoort een bezettoon. Als
ude functie Doorschakel-instellingen > Indien bezet
hebt geactiveerd om oproepen door te schakelen, worden
geweigerde oproepen ook doorgeschakeld. Zie ‘Oproepen
doorschakelen’, op pag. 113.
Wanneer u een inkomende oproep weigert, kunt u ook een
SMS-bericht naar de beller verzenden, waarin u aangeeft
waarom u de oproep niet hebt beantwoord. Selecteer
Opties > SMS verzenden. U kunt de tekst bewerken
voordat u deze verzendt. Zie ook Opr. weig. met SMS
op pag. 106.
Oproep in wachtrij (netwerkdienst)
U kunt een oproep beantwoorden terwijl u al een gesprek
voert als u de functie Oproep in wachtrij (netwerkdienst)
hebt geactiveerd via Instrum. > Instellingen > Bellen >
Oproep in wachtrij.
Tip! Zie ‘Profielen - Tonen instellen’ op pag. 20 voor
meer informatie over het aanpassen van beltonen
aan omstandigheden en gebeurtenissen (als u
bijvoorbeeld wilt dat het apparaat niet hoorbaar
overgaat).
Druk op om de oproep in de wachtrij te beantwoorden.
Het eerste gesprek wordt in de wachtstand gezet.
Als u tussen de twee gesprekken wilt schakelen, selecteert
u Wisselen Selecteer Opties > Doorverbinden om het
actieve gesprek en het gesprek in de wachtstand met
elkaar te verbinden en zelf de verbinding te verbreken.
Druk op om het actieve gesprek te beëindigen.
Als u beide oproepen wilt beëindigen, selecteert
u Opties > Alle oproep. beëind.
Opties tijdens een spraakoproep
Veel van de opties die beschikbaar zijn tijdens een
spraakoproep, zijn netwerkdiensten. Via Opties kunt
u tijdens een gesprek de volgende functies activeren:
Dempen of Dmp oph., Aannemen, Weigeren, Wisselen,
Standby of Oproep activeren, Telefoon insch.,
Luidspreker insch. of Handsfree insch. (als er een
compatibele hoofdtelefoon met Bluetooth-technologie
is aangesloten), Actieve opr. beëind. of Alle oproep.
beëind., Nieuwe oproep, Conferentie en Doorverbinden.
Selecteer een van de volgende opties:
Vervangen - Hiermee beëindigt u een actieve oproep
en vervangt u deze door de oproep in de wachtstand te
beantwoorden.
DTMF verzenden - Hiermee kunt u DTMF-tonen
verzenden (bijvoorbeeld een wachtwoord). Voer de
DTMF-reeks in of zoek ernaar in Contacten. Als u een
wachtteken (w) of een pauzeteken (p) wilt invoeren,
drukt u herhaaldelijk op . Selecteer OK om de toon
te verzenden.
Tip! U kunt DTMF-tonen toevoegen aan de velden
Telefoonnummer of DTMF op een contactkaart.
Logboek
Recente oproepen
Als u de telefoonnummers wilt bijhouden van gemiste en
ontvangen oproepen en gekozen nummers drukt u op
en selecteert u Persoonlijk > Logboek > Recente opr..
Gemiste en ontvangen oproepen worden alleen
geregistreerd als het netwerk deze functies ondersteunt,
het apparaat aan staat en zich binnen het bereik van
de netwerkdienst bevindt.
Bellen
Tip! Als in de standby-modus wordt gemeld dat
u oproepen hebt gemist, selecteert u Tonen om de
gemiste oproepen weer te geven. U kunt terugbellen
door naar het nummer of de naam te gaan en op
te drukken.
Als u alle lijsten met recente oproepen wilt wissen,
selecteert u Opties > Wis recente oproep. in de
weergave Recente oproepen. Als u een van de lijsten met
oproepen wilt wissen, opent u de betreffende lijst en
selecteert u Opties > Lijst wissen. Als u een afzonderlijk
item wilt wissen, opent u de lijst, gaat u naar het
gewenste item en drukt u op .
Duur oproep
Als u de duur van inkomende en uitgaande oproepen wilt
bijhouden, drukt u op en selecteert u Persoonlijk >
Logboek > Duur oproep.
Opmerking: de uiteindelijke gespreksduur die
door de serviceprovider in rekening wordt
gebracht kan variëren, afhankelijk van de
netwerkfuncties, afrondingen, belastingen,
enzovoort.
Als u gespreksduurgegevens wilt wissen, selecteert
u Opties > Timers op nul. U hebt hiervoor de
blokkeringscode nodig. Zie ‘Beveiliging’, ‘Telefoon en SIM’
op pag. 110.
Packet-ggvns
Als u wilt controleren hoeveel gegevens er zijn verzonden
en ontvangen tijdens pakketgegevensverbindingen, drukt
u op en selecteert u Persoonlijk > Logboek >
Packet-ggvns. De kosten van
pakketgegevensverbindingen worden bijvoorbeeld
mogelijk gebaseerd op de hoeveelheid verzonden /
ontvangen gegevens.
Als u alle geregistreerde
spraak- en video-oproepen,
SMS-berichten of
gegevensverbindingen wilt
controleren, drukt u op ,
selecteert u Persoonlijk >
Logboek en drukt u op de
bladertoets naar rechts
om het algemene logboek
te openen. U kunt per
communicatiegebeurtenis de
afzender of ontvanger, het telefoonnummer, de
serviceprovider of het toegangspunt bekijken. Via een
filter kunt u specifieke gegevens bekijken en op basis
van de logboekgegevens nieuwe contactkaarten maken.
Tip! Als u tijdens een actieve oproep de duur van
de spraakoproep wilt weergeven op het
hoofddisplay, selecteert u Opties > Instellingen >
Duur oproep tonen > Ja.
Tip! Druk op en selecteer Berichten > Verzonden
om een lijst met verzonden berichten te bekijken.
Subgebeurtenissen, zoals een SMS-bericht dat in delen
wordt verzonden via een pakketgegevensverbinding,
gelden als één communicatiegebeurtenis. Verbindingen
met uw mailbox, de multimediaberichtencentrale
of webpagina's worden weergegeven als
pakketgegevensverbindingen.
Als u het logboek wilt filteren, selecteert u Opties > Filter
en een filter.
Als u de inhoud van het logboek, de lijst met recente
oproepen en de leveringsrapporten definitief wilt wissen,
selecteert u Opties > Logboek wissen. Selecteer Ja
ter bevestiging.
Als u de optie Duur vermelding log wilt instellen,
selecteert u Opties > Instellingen > Duur vermelding
log. De gebeurtenissen worden een bepaald aantal dagen
bewaard, waarna ze automatisch worden gewist om
geheugen vrij te maken. Als u Geen logboek selecteert,
worden de lijst met recente oproepen, de
leveringsrapporten van berichten en de volledige
inhoud van het logboek definitief verwijderd.
Als u de details van een communicatiegebeurtenis wilt
bekijken, bladert u in de algemene logboekweergave
naar een gebeurtenis en drukt u op de bladertoets.
Tip! In de detailweergave kunt u een
telefoonnummer naar het klembord kopiëren
en het bijvoorbeeld in een SMS-bericht plakken.
Selecteer Opties > Nummer kopiëren.
Pakketgegevensteller en timer voor verbinding: Als u
wilt bekijken hoeveel gegevens, gemeten in kilobytes, zijn
overgebracht en hoelang een pakketgegevensverbinding
heeft geduurd, gaat u naar een inkomende of uitgaande
gebeurtenis die wordt aangegeven met Pack. en selecteert
u Opties > Gegevens bekijken.
Druk op en selecteer Contacten. In Contacten kunt
u een persoonlijke beltoon of miniatuurafbeelding
toevoegen aan een contactkaart. Ook kunt u
contactgroepen maken, zodat u een SMS of e-mail kunt
verzenden naar meerdere ontvangers tegelijk. U kunt
ontvangen contactgegevens (visitekaartjes) opslaan in
Contacten. Zie ‘Gegevens en instellingen’ op pag. 64.
Contactgegevens kunnen alleen worden verzonden
Contacten (adresboek)
naar of ontvangen van compatibele apparaten.
Namen en nummers opslaan
1 Selecteer Opties > Nieuw contact.
2 Vul de gewenste velden in en selecteer Gereed.
Als u contactkaarten wilt bewerken in Contacten, gaat u
naar de contactkaart die u wilt bewerken en selecteert u
Tip! Maak regelmatig een back-up van de
apparaatgegevens op de geheugenkaart. U kunt de
gegevens, zoals contactpersonen, later zo nodig
weer terugzetten op het apparaat. Zie
‘Geheugenkaart’ op pag. 17. U kunt ook Nokia PC
Suite gebruiken om een back-up van de
contactpersonen op te slaan op een compatibele pc.
Zie de cd-rom die bij het apparaat is geleverd.
Als u een contactkaart wilt verwijderen uit Contacten,
selecteert u een kaart en drukt u op . Als u meerdere
contactkaarten tegelijk wilt verwijderen, drukt u op en
om de contactpersonen te markeren en drukt u op
om ze te verwijderen.
Tip! Als u contactkaarten wilt toevoegen en
bewerken, gebruikt u Nokia Contacts Editor in
Nokia PC Suite. Zie de cd-rom die bij het apparaat is
geleverd.
Als u een miniatuurafbeelding aan een contactkaart
wilt toevoegen, opent u het visitekaartje en selecteert
u Opties > Bewerken > Opties > Thumbnail toevoeg.
De miniatuur wordt weergegeven zodra de bijbehorende
contactpersoon belt.
Tip! Als u contactgegevens wilt verzenden,
selecteert u het kaartje dat u wilt verzenden.
Selecteer Opties > Zenden > Via SMS, Via
multimedia, Via e-mail of Via Bluetooth. Zie
‘Berichten’ op pag. 57 en ‘Gegevens verzenden via
een Bluetooth-verbinding’ op pag. 94.
Standaardnummers en - adressen
U kunt standaardnummers of -adressen toewijzen aan
een contactkaart. Op deze manier kunt u eenvoudig de
Loading...
+ 104 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.