Nokia N71 User Manual [nl]

Nokia N71-1
CONFORMITEITSVERKLARING NOKIA CORPORATION verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het product RM-67 conform is aan de bepalingen van de volgende Richtlijn van de Raad: 1999/5/EC. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/
De doorgestreepte container wil zeggen dat het product binnen de Europese gemeenschap voor gescheiden afvalverzameling moet worden aangeboden aan het einde van de levensduur van het product. Dit geldt voor het apparaat, maar ook voor alle toebehoren die van dit symbool
zijn voorzien. Bied deze producten niet aan bij het gewone huisvuil. Copyright © 2006 Nokia. Alle rechten voorbehouden Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is verboden. Nokia, Nokia Connecting People, Pop-Port en Visual Radio zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Namen van andere
producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn. Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation.
This product includes software licensed from Symbian Software Ltd © 1998­200(6). Symbian and Symbian OS are trademarks of Symbian Ltd.
Java™ and all Java-based marks are trademarks or registered trademarks of Sun Microsystems, Inc. Stac ®, LZS ®, ©1996, Stac, Inc., ©1994-1996 Microsoft Corporation. Includes one or more U.S. Patents: No. 4701745, 5016009, 5126739, 5146221, and 5414425. Other patents pending.
declaration_of_conformity/.
Hi/fn ®, LZS ®,©1988-98, Hi/fn. Includes one or more U.S. Patents: No. 4701745, 5016009, 5126739, 5146221, and 5414425. Other patents pending. Part of the software in this product is © Copyright ANT Ltd. 1998. All rights reserved. US Patent No 5818437 and other pending patents. T9 text input software Copyright © 1997-2006. Tegic Communications, Inc. All rights reserved.
This product is licensed under the MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) for personal and noncommercial use in connection with information which has been encoded in compliance with the MPEG-4 Visual Standard by a consumer engaged in a personal and noncommercial activity and (ii) for use in connection with MPEG-4 video provided by a licensed video provider. No license is granted or shall be implied for any other use. Additional information including that relating to promotional, internal and commercial uses may be obtained from MPEG LA, LLC. See <http://www.mpegla.com>.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) voor privé- en niet-commercieel gebruik in verband met informatie die is geëncodeerd volgens de visuele norm MPEG-4 door een consument in het kader van een privé­en niet-commerciële activiteit en (ii) voor gebruik in verband met MPEG-4­videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch impliciet een licentie verstrekt. Aanvullende informatie, waaronder informatie over het gebruik voor promotionele doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is ve rkrijgbaar bij MPEG LA, LLC. Zie <http://www.mpegla.com>.
Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven. In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten of voor enige bijzondere, incidentele, onrechtstreekse of indirecte schade. De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt. Tenzij vereist krachtens het toepasselijke recht, wordt geen enkele garantie gegeven betreffende de nauwkeurigheid, betrouwbaarheid of inhoud van dit document, hetzij uitdrukkelijk hetzij impliciet, daaronder mede begrepen maar niet beperkt tot impliciete garanties betreffende de verkoopbaarheid en de geschiktheid voor een bepaald doel. Nokia behoudt zich te allen tijde het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving dit document te wijzigen of te herroepen. De beschikbaarheid van bepaalde producten kan per regio verschillen. Neem hiervoor contact op met de dichtstbijzijnde Nokia leverancier. Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan wet- en regelgeving betreffende export van de V.S. en andere landen. Ontwijking in strijd met de wetgeving is verboden.
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
KENNISGEVING FCC / INDUSTRY CANADA Het apparaat kan storingen veroorzaken bij het gebruik van een tv of radio (bijvoorbeeld wanneer een telefoon in de nabijheid van ontvangstapparatuur wordt gebruikt). De FCC of Industry Canada kan u verplichten het gebruik van de telefoon
te staken als dergelijke storingen niet kunnen worden verholpen. Neem contact op met het dichtstbijzijnde servicepunt als u hulp nodig hebt. Dit apparaat voldoet aan onderdeel 15 van de FCC-regels. Dit apparaat mag alleen worden gebruikt als het geen schadelijke storingen veroorzaakt.
UITGAVE 1 NL, 9241102
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.

Inhoudsopgave

Voor uw veiligheid..................................... 7
De Nokia N71 ..........................................10
Instellingen...........................................................................10
Inhoud overbrengen...........................................................10
Belangrijke symbolen.........................................................11
Toetsenblok blokkeren ....................................................... 12
Volume- en luidsprekerregeling...................................... 13
Klok ......................................................................................... 13
Geheugenkaart.....................................................................14
Bestandsbeheer ...................................................................15
Handige sneltoetsen...........................................................16
Multimediatoets..................................................................17
Help.........................................................................................18
Zelfstudie...............................................................................18
Camera......................................................19
Camerascherm..................................................................... 19
Foto's maken ........................................................................20
Afbeeldingen bewerken.....................................................23
Tips voor het nemen van foto's.......................................24
Video recorder scherm....................................................... 25
Video's opnemen.................................................................25
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Galerij .......................................................29
Afbeeldingen en videoclips bekijken .............................30
Videoclips bewerken........................................................... 31
Diavoorstelling.....................................................................33
Presentaties ..........................................................................33
Albums ...................................................................................34
Afbeeldingen afdrukken....................................................34
Mediatoepassingen..................................36
RealPlayer..............................................................................36
MovieDirector ......................................................................38
Berichtuitwisseling ..................................41
Tekst invoeren......................................................................42
Berichten invoeren en verzenden...................................44
Inbox - berichten ontvangen........................................... 46
Mailbox .................................................................................. 47
Berichten op een SIM-kaart bekijken............................50
Berichtinstellingen.............................................................. 50
Bellen........................................................56
Spraakoproepen...................................................................56
Videogesprekken (netwerkdienst)...................................58
Videobeelden delen (netwerkdienst)..............................60
Een oproep beantwoorden of weigeren........................63
Logboek ..................................................................................65
Contacten (adresboek) ........................... 68
Namen en nummers opslaan ...........................................68
Contactgegevens kopiëren................................................69
Beltonen toevoegen voor contactpersonen.................70
Contactgroepen maken......................................................70
Diensten................................................... 72
Toegangspunt diensten......................................................72
De weergave Bookmarks ...................................................72
Beveiliging van de verbinding..........................................73
Browsen..................................................................................73
Items downloaden en aanschaffen ................................74
Een verbinding verbreken..................................................75
Dienstinstellingen................................................................75
Agenda..................................................... 77
Agenda-items maken .........................................................77
Agendaweergaven...............................................................78
Agenda-items beheren.......................................................78
Agenda-instellingen ...........................................................78
Visual Radio (netwerkdienst)...........................................80
Chatten (netwerkdienst) ...................................................83
Favorieten - Snelkoppelingen toevoegen.....................87
Spelletjes ...............................................................................87
Kantoor.....................................................88
Rekenmachine......................................................................88
Omrekenen............................................................................88
Notities...................................................................................88
Recorder.................................................................................89
Het apparaat aanpassen..........................90
Profielen - Tonen instellen...............................................90
Het uiterlijk van het apparaat wijzigen........................92
De modus Actief standby.................................................. 92
Connectiviteit...........................................94
Bluetooth-connectiviteit ..................................................94
Infraroodverbinding............................................................ 98
Gegev.kabel...........................................................................98
Pc-verbindingen ..................................................................99
Verbindingsbeheer ..............................................................99
Synchronisatie....................................................................100
Apparaatbeheer .................................................................100
Persoonlijk ............................................... 79
Music Player..........................................................................79
Instrum................................................... 102
Instell....................................................................................102
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Spraakopdrachten.............................................................112
Toepassingsbeheer............................................................113
Activeringssleutels............................................................116
Problemen oplossen.............................. 117
Vraag en antwoord...........................................................117
Informatie over de batterij.................. 121
Opladen en ontladen........................................................121
Richtlijnen voor het controleren van
de echtheid van Nokia-batterijen................................122
Verzorging en onderhoud .................... 124
Aanvullende veiligheidsinformatie...... 125
Index ...................................................... 129
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.

Voor uw veiligheid

Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS Schakel het apparaat niet in als
het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking van het apparaat negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN ZIEKENHUIZEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen. Schakel het apparaat uit in de nabijheid van medische apparatuur.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN VLIEGTUIGEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen. Draadloze
apparatuur kan storingen veroorzaken in vliegtuigen.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT TIJDENS HET TANKEN Gebruik het apparaat niet in een
benzinestation. Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van brandstof of chemicaliën.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT VAN EXPLOSIEVEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen. Gebruik het apparaat niet waar explosieven worden gebruikt.
GEBRUIK HET APPARAAT VERSTANDIG
Gebruik het apparaat alleen in de normale positie zoals in de productdocumentatie wordt uitgelegd. Raak de antenne niet onnodig aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd.
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele producten aan.
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
7
WATERBESTENDIGHEID Het apparaat is niet
waterbestendig. Houd het apparaat droog.
MAAK BACK-UPS Maak een back-up of een gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens die in het apparaat zijn opgeslagen.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst de handleiding van het desbetreffende apparaat te raadplegen voor uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele producten aan.
ALARMNUMMER KIEZEN Controleer of de telefoonfunctie van het apparaat ingeschakeld en operationeel is. Het toetsenblok is alleen actief in de opengevouwen modus. Druk zo vaak als nodig is op om het scherm leeg te maken en terug te keren naar het startscherm. Toets het alarmnummer in en druk op . Geef op waar u zich bevindt. Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen.
Informatie over het apparaat
Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in netwerken van het type EGSM 900,1800 en 1900 en UMTS 2100. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat aan alle regelgeving en eerbiedig de privacy en legitieme rechten van anderen.
Houd u, wanneer u beelden of video-opnamen maakt of gebruikt, aan alle regelgeving en eerbiedig de lokale gewoonten, privacy en legitieme rechten van anderen.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit
apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur storingen of gevaar kan veroorzaken.
Netwerkdiensten
Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn aangemeld bij een aanbieder van draadloze diensten. Veel van de functies van dit apparaat zijn afhankelijk van de functies die beschikbaar zijn in het draadloze netwerk. Deze netwerkdiensten zijn mogelijk niet in alle netwerken
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
8
beschikbaar. Het kan ook zijn dat u specifieke regelingen moet treffen met uw serviceprovider voordat u de netwerkdiensten kunt gebruiken. Mogelijk krijgt u van uw serviceprovider extra instructies voor het gebruik van de diensten en informatie over de bijbehorende kosten. Bij sommige netwerken gelden beperkingen die het gebruik van netwerkdiensten negatief kunnen beïnvloeden. Zo bieden sommige netwerken geen ondersteuning voor bepaalde taalafhankelijke tekens en diensten. Netwerkfuncties worden in deze handleiding aangeduid door (netwerkdienst).
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het menu van uw apparaat weergegeven. Uw apparaat kan ook speciaal geconfigureerd zijn. Deze configuratie kan menunamen, de menuvolgorde en symbolen betreffen. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die werken met TCP/IP-protocollen. Voor sommige functies van dit apparaat, zoals MMS, browsen, e-mail en het downloaden van inhoud met de browser of via MMS, is netwerkondersteuning vereist.
Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart voor informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de
serviceprovider, netwerkoperator of een andere leverancier zijn.
Toebehoren, batterijen en laders
Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert.
Controleer het modelnummer van uw lader voordat u deze bij dit apparaat gebruikt. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met de volgende voedingsbronnen: DC-4-, AC-3 en AC-4-lader, of een AC-1-, ACP-7-, ACP-8-, ACP-9-, ACP-12-, LCH-8-, LCH-9- of LCH-12-lader indien gebruikt met de CA-44-adapter.
Dit apparaat moet worden gebruikt met een batterij van het type BL-5C.
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders en
toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit model. Het gebruik van alle andere types kan de goedkeuring of garantie doen vervallen en kan gevaarlijk zijn.
Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van goedgekeurde toebehoren. Trek altijd aan de stekker en niet aan het snoer als u toebehoren losmaakt.
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
9

De Nokia N71

Modelnummer: Nokia N71-1
Hierna aangeduid als de Nokia N71.
De Nokia N71

Instellingen

In de Noki a N7 1 zijn M MS- , GPRS- , strea min g- en mob iel­internetinstellingen doorgaans automatisch geconfigureerd op basis van de gegevens van de serviceprovider of netwerkoperator. De instellingen van uw serviceproviders zijn mogelijk al op het apparaat geïnstalleerd of u ontvangt de instellingen van de serviceproviders in een SMS-bericht.
U kunt inhoud, zoals contactgegevens, van een compatibel Nokia-apparaat naar uw Nokia N71 kopíëren via een Bluetooth- of infraroodverbinding. Het soort inhoud dat kan worden overgebracht, is afhankelijk van het type telefoon. Als het andere apparaat synchronisatie ondersteunt, kunt u ook gegevens tussen het andere apparaat en uw Nokia N71 synchroniseren.
10
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.

Inhoud overbrengen

U kunt de SIM-kaart in het andere apparaat plaatsen. Wanneer de Nokia N71 wordt ingeschakeld zonder SIM-kaart, wordt het profiel Offline automatisch geactiveerd.
Inhoud overbrengen
1 Als u de toepassing voor het eerst gebruikt, drukt u op
en selecteert u Instrum. > Overdracht. Als u de
toepassing al eerder hebt gebruikt en een nieuwe gegevensoverdracht wilt starten, selecteert u
Overdr.ggvns.
Kies Doorgaan in de informatieweergave.
2 Geef aan of u een Bluetooth- of infraroodverbinding
wilt gebruiken om de gegevens over te brengen. Beide apparaten moeten het geselecteerde verbindingstype ondersteunen.
3 Als u de Bluetooth-verbinding gebruikt om apparaten
te zoeken, selecteert u Doorgaan. De waarneembaarheid van het apparaat moet zijn ingeschakeld. Kies het andere apparaat in de lijst. U wordt gevraagd een code in te voeren op de Nokia N71. Voer een code in (1-16 cijfers) en kies OK. Voer dezelfde code ook in op het andere apparaat en kies OK. De apparaten zijn nu gekoppeld. Zie ‘Apparaten koppelen’ op pag. 97.
Bij sommige modellen wordt de toepassing Overdracht als bericht verzonden naar het andere apparaat. Open het bericht om Overdracht te installeren op het andere apparaat en volg de instructies op het scherm. Sluit de twee apparaten aan als u een infraroodverbinding gebruikt. Zie ‘Infraroodverbinding’ op pag. 98.
4 Selecteer vanaf de Nokia N71 de inhoud die u van het
andere apparaat wilt kopiëren.
De inhoud wordt gekopieerd vanuit het geheugen en vanaf een compatibele geheugenkaart (indien geplaatst) van het andere apparaat naar de overeenkomende locatie in uw Nokia N71 en de compatibele geheugenkaart (indien geplaatst). De tijd die benodigd is voor het kopiëren, is afhankelijk van de hoeveelheid gegevens die het betreft. U kunt het kopiëren annuleren en later doorgaan.
Als het andere apparaat synchronisatie ondersteunt, kunt u de gegevens in beide apparaten up-to-date houden. Als u een synchronisatie wilt starten met een compatibel Nokia-apparaat, selecteert u Telefoons. Vervolgens bladert u naar het apparaat en selecteert u Opties >
Synchroniseren. Volg de instructies op het scherm.

Belangrijke symbolen

Het apparaat wordt gebruikt in een GSM-netwerk.
Het apparaat wordt gebruikt in een UMTS-netwerk
(netwerkdienst).
Er staan één of meer ongelezen berichten in de map
Inbox in Berichten.
U hebt nieuwe e-mail ontvangen in de externe
mailbox.
De map Outbox bevat berichten die nog niet zijn
verzonden.
U hebt oproepen gemist.
Dit wordt weergegeven als Beltoontype is ingesteld op
Stil en Berichtensignaaltoon, Chatsignaaltoon en Signaaltoon e-mail zijn ingesteld op Uit.
De toetsen van het apparaat zijn vergrendeld.
Er is een alarm actief.
De tweede telefoonlijn wordt gebruikt (netwerkdienst).
Alle oproepen naar het apparaat worden omgeleid naar een ander nummer. Als u twee telefoonlijnen hebt (netwerkdienst), is het symbool voor de eerste lijn en voor de tweede lijn.
Er is een hoofdtelefoon aangesloten op het apparaat.
De verbinding met een hoofdtelefoon met Bluetooth-
connectiviteit is verbroken.
Er is een hoorapparaat aangesloten op het apparaat.
De Nokia N71
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
11
Er is een Teksttelefoon op het apparaat
aangesloten.
Er is een gegevensoproep actief.
Er is een GPRS- of EDGE-pakketgegevensverbinding
beschikbaar.
De Nokia N71
Er is een GPRS- of EDGE-pakketgegevensverbinding
actief.
Er staat een GPRS- of EDGE-
pakketgegevensverbinding in de wachtstand.
Er is een UMTS-pakketgegevensverbinding
beschikbaar.
Er is een UMTS-pakketgegevensverbinding actief.
Er staat een UMTS-pakketgegevensverbinding in de
wachtstand.
Bluetooth-connectiviteit is ingeschakeld.
Er worden gegevens verzonden met behulp van
Bluetooth-connectiviteit.
Er is een USB-verbinding actief.
Er is een infraroodverbinding actief. Als het symbool op het apparaat knippert, wordt geprobeerd verbinding te maken met het andere apparaat of is de verbinding verbroken.

Toetsenblok blokkeren

Door de toetsen te blokkeren (vergrendelen) voorkomt u dat deze per ongeluk worden ingedrukt.
Druk daartoe in de stand-by mode op en op . Wanneer de toetsen vergrendeld zijn, verschijnt op het scherm.
Druk in de opengevouwen modus op en op om de vergrendeling op te heffen.
Als u het toetsenblok wilt vergrendelen in de opengevouwen modus, drukt u op de aan/uit-toets en kiest u Toetsblk. blokkeren.
Als u het toetsenblok wilt vergrendelen in de dichtgevouwen modus, drukt u twee keer op de aan/uit­toets om Toetsblk. blokkeren te selecteren en drukt u op de kleptoets.
Wanneer het toetsenblok is geblokkeerd, kunt u mogelijk nog wel het geprogrammeerde alarmnummer bellen.
Druk op de aan/uit-toets als u de verlichting van het scherm wilt inschakelen wanneer de toetsenblokvergrendeling is ingeschakeld.
12
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.

Volume- en luidsprekerregeling

Druk op of als u het volume wilt verhogen of verlagen tijdens een actieve oproep of wanneer u naar een geluid luistert.
Door de ingebouwde luidspreker kunt u vanaf een korte afstand spreken en luisteren zonder dat u het apparaat aan uw oor moet houden.
Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw
oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.
Als u de luidspreker wilt gebruiken tijdens een gesprek, kiest u Opties > Luidspreker insch..
Als u de luidspreker wilt uitschakelen, kiest u Opties >
Telefoon insch..

Klok

Tip! Als u de datum en tijd in de dichtgevouwen
modus wilt bekijken, houdt u de kleptoets ingedrukt.
Druk op en kies Klok. Kies Opties > Alarm instellen om een nieuw alarm in te stellen. Als een alarm actief is, wordt
weergegeven.
Als u het alarm wilt uitschakelen, kiest u Stop en als u het alarm 5 minuten wilt stoppen, kiest u Snooze.
Als het tijdstip voor het alarmsignaal is aangebroken terwijl het apparaat is uitgeschakeld, schakelt het apparaat zichzelf in en wordt het waarschuwingssignaal afgespeeld. Als u Stop selecteert, wordt u gevraagd of het apparaat moet worden geactiveerd voor oproepen. Selecteer Nee als u het apparaat wilt uitschakelen of Ja als u het apparaat wilt gebruiken om te bellen en gebeld te worden. Selecteer Ja niet wanneer het gebruik van draadloze telefoons storingen of gevaar kan opleveren.
Als u een alarm wilt annuleren, kiest u Klok > Opties >
Alarm uitschakelen.

Klokinstellingen

Als u de instellingen van de klok wilt wijzigen, kiest u
Klok > Opties > Instellingen.
Als u de tijd of de datum wilt wijzigen, kiest u Tijd of
Datum.
Als u de klok wilt wijzigen die in de stand-by modus wordt weergegeven, kiest u Type klok > Analoog of Digitaal.
Als u wilt toestaan dat de tijd-, datum- en tijdzonegegevens op het apparaat worden bijgewerkt door het netwerk van de mobiele telefoon (netwerkdienst), kiest u Tijd via netw.operator > Automatisch aanpassen.
De Nokia N71
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
13
Als u de alarmtoon wilt wijzigen, kiest u Alarmtoon klok.

Wereldklok

Als u de weergave Wereldklok wilt openen, opent u Klok en drukt u op . In de weergave Wereldklok kunt u de tijd in verschillende steden zien.
De Nokia N71
Als u steden aan de lijst wilt toevoegen, kiest u Opties >
Stad toevoegen. U kunt maximaal 15 steden aan de lijst
toevoegen.
Als u de huidige stad wilt instellen, gaat u naar de gewenste stad en selecteert u Opties > Mijn huidige
stad. De stad wordt weergegeven in de beginweergave
van de klok en de tijd op het apparaat wordt aangepast aan de geselecteerde stad. Controleer of de tijd juist is en overeenkomt met de tijdzone.

Geheugenkaart

Gebruik alleen miniSD-kaarten die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik bij dit appraat. Nokia houdt zich aan de goedgekeurde industriestandaards voor geheugenkaarten, maar sommige andere merken werken wellicht niet goed of zijn niet volledig compatible met dit apparaat.
Druk op en kies Instrum. >
Geheugen. U kunt een compatibele
geheugenkaart gebruiken als extra opslagruimte en voor het maken van back-ups van de informatie in het apparaatgeheugen.
Als u een back-up van het apparaatgeheugen wilt maken op een geheugenkaart, kiest u Opties > Reservekopie.
Als u de informatie van de geheugenkaart wilt terugzetten in het apparaatgeheugen, kiest u Opties > Herst. vanaf
kaart.

Een geheugenkaart formatteren

Wanneer een geheugenkaart wordt geformatteerd, gaan alle gegevens op de kaart definitief verloren.
Sommige geheugenkaarten zijn voorgeformatteerd. Andere kaarten moet u zelf eerst formatteren. Raadpleeg uw leverancier om te achterhalen of u de geheugenkaart moet formatteren voor het eerste gebruik.
U formatteert een geheugenkaart door Opties > Geh.kaart
formatt. te kiezen. Kies Ja ter bevestiging.
14
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.

De geheugenkaart verwijderen

1 Voordat u de kaart verwijdert,
drukt u op de aan/uit-toets en selecteert u Geheugenkrt
verw.. Alle toepassingen
worden gesloten.
2 Wanneer Verwijder
geheugenkaart en druk op 'OK' wordt weergegeven, opent u het klepje van de
geheugenkaartsleuf.
3 Druk op de geheugenkaart om deze los te maken en uit
de sleuf te verwijderen.
4 Verwijder de geheugenkaart, sluit het klepje en
selecteer OK.
Belangrijk: Verwijder de geheugenkaart nooit
tijdens een bewerking waarbij de kaart wordt gebruikt. Wanneer u de kaart tijdens een dergelijke bewerking verwijdert, kan schade ontstaan aan de geheugenkaart en het apparaat en kunnen de gegevens die op de kaart zijn opgeslagen, beschadigd raken.

Bestandsbeheer

Voor een groot aantal functies van het apparaat, zoals contacten, berichten, afbeeldingen, video’s, beltonen,
agendanotities, documenten en gedownloade toepassingen, wordt geheugen gebruikt voor de opslag van gegevens. De hoeveelheid beschikbaar geheugen is afhankelijk van de hoeveelheid gegevens die al in het geheugen van het apparaat is opgeslagen.
U kunt een compatibele geheugenkaart gebruiken als extra opslagruimte. Geheugenkaarten zijn herschrijfbaar, zodat u oude gegevens kunt verwijderen en nieuwe gegevens op de geheugenkaart kunt opslaan.
Als u wilt bladeren in bestanden en mappen in het geheugen van het apparaat of op een geheugenkaart (indien geplaatst), drukt u op en kiest u Instrum. >
Best.beh. De weergave van het apparaatgeheugen ( )
wordt geopend. Druk op om de weergave van de geheugenkaart ( ) te openen, indien beschikbaar.
Als u bestanden wilt verplaatsen of kopiëren naar een map, drukt u tegelijk op en om een bestand te markeren en kiest u Opties > Verplaats naar map of
Kopiëren naar map.
Als u naar een bestand wilt zoeken, kiest u Opties >
Zoeken en het geheugen waarin u wilt zoeken. Voer
vervolgens een zoektekst in die overeenkomt met de bestandsnaam.
De Nokia N71
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
15

Geheugengebruik weergeven

Als u wilt bekijken welke typen gegevens het apparaat bevat en hoeveel geheugen wordt gebruikt door de verschillende gegevenstypen, kiest u Opties > Gegevens
geheugen. De hoeveelheid beschikbaar geheugen wordt
weergegeven in Vrij geheug..
De Nokia N71

Geheugen vrijmaken als het bijna vol is

U krijgt een melding als het geheugen op het apparaat of het geheugen van de geheugenkaart bijna vol is.
Als u geheugen wilt vrijmaken, brengt u gegevens over naar een compatibele geheugenkaart, als u deze hebt. Markeer de bestanden die u wilt verplaatsen, kies
Verplaats naar map > Geheugenkaart en selecteer een
map.
U kunt mediabestanden ook overbrengen naar een compatibele pc, bijvoorbeeld met de optie voor het overbrengen van bestanden in Galerij. Zie ‘Galerij’ op pag. 29.
Tip! Met Nokia Phone Browser in Nokia PC Suite kunt
u de verschillende geheugens in het apparaat bekijken en gegevens overbrengen.
Als u gegevens wilt verwijderen om geheugen vrij te maken, gebruikt u Best.beh. of gaat u naar de
desbetreffende toepassing. U kunt bijvoorbeeld de volgende items verwijderen:
• Berichten in de mappen Inbox, Ontwerpen en
Verzonden in Berichten
• Opgehaalde e-mailberichten in het geheugen van het apparaat.
• Opgeslagen webpagina's.
• Opgeslagen afbeeldingen, video's of geluidsbestanden.
• Contactgegevens.
• Agendanotities.
• Gedownloade toepassingen. Zie ook ‘Toepassingsbeheer’ op pag. 113.
Installatiebestanden (.sis) van toepassingen die u op een compatibele miniSD-kaart hebt geïnstalleerd. Maak eerst een backup van de installatiebestanden op een compatibele pc met behulp van Nokia PC Suite.
• Andere gegevens die u niet meer nodig hebt.

Handige sneltoetsen

Gebruik sneltoetsen om het apparaat snel optimaal te kunnen gebruiken. Raadpleeg de desbetreffende hoofdstukken in deze gebruikershandleiding voor meer informatie over de functies.
Stand-by modus
• Houd ingedrukt en selecteer een toepassing om te schakelen tussen geopende toepassingen. Als er
16
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
onvoldoende geheugen is, is het mogelijk dat toepassingen automatisch worden gesloten. Voordat een toepassing wordt gesloten, worden niet­opgeslagen gegevens opgeslagen. Als toepassingen op de achtergrond worden uitgevoerd, vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de gebruiksduur van de batterij af.
• Als u de camera wilt starten, drukt u op .
• Houd ingedrukt om uw voicemailbox (netwerkdienst) te bellen.
• Druk op of houd deze toets ingedrukt als u multimediatoepassingen wilt openen. Zie ‘Multimediatoets’ op pag. 17.
• Als u het profiel wilt wijzigen, drukt u op en selecteert u een profiel.
• Als u twee telefoonlijnen hebt (netwerkdienst), drukt u op om tussen de twee lijnen te schakelen.
• Als u de lijst met laatst gekozen nummers wilt openen, drukt u op .
• Houd ingedrukt om spraakopdrachten te gebruiken.
• Als u een verbinding met Diensten wilt starten, houdt u ingedrukt. Zie ‘Diensten’ op pag. 72.
Raadpleeg ‘De modus Actief standby’ op pag. 92 voor meer sneltoetsen die beschikbaar zijn in de stand-by modus.
Tekst en lijsten bewerken
• Als u een item in een lijst wilt markeren, gaat u erheen en drukt u tegelijkertijd op en .
• Als u meerdere items in een lijst wilt markeren, houdt u ingedrukt en drukt u tegelijkertijd op of . Als u de selectie wilt beëindigen, laat u achtereenvolgens of en los.
• Houd ingedrukt om letters en woorden te selecteren. Druk tegelijkertijd op of om tekst te markeren.
• Houd ingedrukt en kies Kopiëren om de tekst naar het klembord te kopiëren.
• Houd ingedrukt en kies Plakken om de tekst in een document in te voegen.

Multimediatoets

Houd ingedrukt om de snelkoppeling te openen die aan de multimediatoets is toegewezen. Druk op om een lijst met multimediatoepassingen te openen. Druk op
, , of om de gewenste toepassing te openen.
Druk op als u de lijst wilt afsluiten zonder een toepassing te selecteren.
Druk op en om de snelkoppelingen te wijzigen. Als u de toepassingen wilt wijzigen die worden weergegeven wanneer u op drukt, kiest u Boven, Links, Midden en
Rechts en selecteert u de toepassing.
De Nokia N71
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
17
Sommige snelkoppelingen zijn vaste koppelingen die u niet kunt wijzigen.

Help

De Nokia N71
Het apparaat beschikt over contextgevoelige Help. Als u vanuit een geopende toepassing de Help voor de huidige weergave wilt openen, kiest u Opties > Help.
Tijdens het lezen van de instructies kunt u teruggaan naar de toepassing die op de achtergrond geopend is door ingedrukt te houden.
Als u de Help wilt openen vanuit het hoofdmenu kiest u
Instrum. > Help. Selecteer de gewenste toepassing om de
bijbehorende helponderwerpen te bekijken.

Zelfstudie

De zelfstudie bevat informatie over enkele functies van het apparaat. Als u de zelfstudie wilt openen via het menu, drukt u op en kiest u Persoonlijk > Zelfstudie en het gedeelte dat u wilt bekijken.
18
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.

Camera

De Nokia N71 heeft twee camera's: een camera met een hoge resolutie aan de buitenkant van het apparaat en een camera met een lage resolutie boven het hoofdscherm aan de binnenkant, die zichtbaar is als de cover wordt geopend. U kunt met beide camera's foto's maken en video's opnemen.
Als u de camera wilt activeren, opent u de cover, drukt u op en kiest u Camera. In de zoeker is het opnamebeeld zichtbaar.
De foto's en videoclips worden automatisch in de Galerij opgeslagen. De foto's die u met de camera neemt, hebben de .jpg-indeling. Videoclips worden opgenomen in de .3gpp-indeling met de bestandsextensie .3gp (voor de videokwaliteitsmodus 'Normaal' of 'Delen') of in de .mp4­indeling (voor de videokwaliteitsmodus 'Hoog'). Zie ‘Video­instellingen’ op pag. 27.
U kunt afbeeldingen ook verzenden via een multimediabericht, als e-mailbijlage of via een Bluetooth­verbinding.
Tip! U kunt een foto aan een visitekaartje toevoegen.
Zie ‘Namen en nummers opslaan’ op pag. 68.
De hoofdcamera van de N71 ondersteunt een beeldresolutie van maximaal 1600 x 1200 pixels. De
beeldresolutie kan in deze documentatie anders worden weergegeven.

Camerascherm

Symbolen voor de camera:
• De symbolen voor het apparaatgeheugen ( ) en de geheugenkaart ( ) (1) geven aan waar afbeeldingen worden opgeslagen.
• Het afbeeldingssymbool (2) geeft aan hoeveel afbeeldingen, afhankelijk van de geselecteerde beeldkwaliteit, er in het resterende geheugen van het apparaat of op de geheugenkaart passen.
•Het zelfontspannersymbool (3) geeft aan dat de zelfontspanner is geactiveerd. Zie ‘Zelf op de foto—Zelfontspanner’ op pag. 22.
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Camera
19
• Het reeksmodussymbool (4) geeft aan dat de reeksmodus actief is. Zie ‘Automatisch foto's met tussenpozen maken’ op pag. 22.
Camera

Foto's maken

Als de camera in de videomodus staat, opent u de afbeeldingsmodus door Opties > Afbeeldingsmodus te selecteren.
Als u de tweede camera wilt selecteren (bijvoorbeeld als u zelf ook in beeld wilt komen), kiest u Opties > Tweede
camera. Als u de hoofdcamera weer wilt gebruiken,
selecteert u Opties > Camera achter.
Als u wilt in- of uitzoomen, drukt u op of . Het zoomsymbool, dat aan de zijkant van de zoeker wordt weergegeven, geeft het zoomniveau aan. De kwaliteit (resolutie) van een ingezoomde foto is lager dan die van een niet-ingezoomde foto.
Druk op als u een foto wilt maken. Houd het apparaat stil totdat de foto wordt opgeslagen. De afbeelding wordt automatisch opgeslagen in de map Afbeeldingen en
video in Galerij. Zie ‘Galerij’ op pag. 29.
Het opslaan van een vastgelegde afbeelding kan langer duren als u de instellingen voor zoomen, belichting of kleur hebt gewijzigd.
Voor het selecteren van een opnamemodus of instellingen voor de flitser, kleur en belichting of het bekijken van de
Laatste afbeelding voordat u een foto maakt, raadpleegt
u ‘Camera-instellingen’ op pag. 20.
Ga als volgt te werk wanneer u een foto hebt gemaakt:
• Als u de foto niet wilt behouden, selecteert u Opties >
Verwijderen of drukt u op .
• Als u de afbeelding wilt verzenden Via multimedia, Via
e-mail of Via Bluetooth, selecteert u Opties > Zenden.
Zie ‘Berichtuitwisseling’ op pag. 41 en ‘Bluetooth­connectiviteit’ op pag. 94 voor meer informatie. Deze optie is niet beschikbaar tijdens een actief gesprek.
• Als u tijdens een actief gesprek een afbeelding wilt
verzenden, selecteert u Opties > Verzenden naar
beller.
• Als u de foto wilt bewerken, selecteert u Opties >
Bewerken. Zie ‘Afbeeldingen bewerken’ op pag. 23.
• Als u de foto wilt afdrukken, selecteert u Opties >
Afdrukken. Zie ‘Afbeeldingen afdrukken’ op pag. 34.
Als u een tijdje niet op een toets drukt, wordt de batterijspaarstand geactiveerd. Druk op om door te gaan met het nemen van foto's.

Camera-instellingen

Als de zoeker actief is, drukt u op of selecteert u
Opties > Configuratie openen.
20
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Druk op of om het item te selecteren dat u wilt bekijken of aanpassen en druk op . Welke instellingen beschikbaar zijn, is afhankelijk van de gebruikte camera.
Als u de zoeker opnieuw wilt activeren, drukt u op
Annuleer of .
Wanneer u de Camera sluit, worden de standaardinstellingen weer actief.
Opnamemodus
De instellingen van elke opnamemodus zijn afgestemd op een bepaalde stijl of omgeving.
Beschikbare opnamemodi: Automatisch,
Gebruikergedefinieerd, Staand, Liggend, Nacht en Sport.
Ga naar de gewenste opnamemodus voor het maken van een foto en druk op .
Wanneer u foto's maakt, is de standaardopnamemodus
Automatisch.
Als u een eigen modus wilt maken voor een bepaalde omgeving, selecteert u Gebruikergedefinieerd. In de door de gebruiker gedefinieerde modus kunt u de opties
Gebaseerd op modus, Flitser, Witbalans, Kleurtoon en Gebr.modus herstellen aanpassen. Als u de instellingen
van een andere modus wilt kopiëren, kiest u Gebaseerd op
modus en de gewenste modus.
Als u de opnamemodus Gebruikergedefinieerd selecteert, wordt deze als standaardopnamemodus ingesteld.
Flitser
De camera heeft een LED-flitser voor omstandigheden met weinig licht.
Houd een veilige afstand aan wanneer u de flitser gebruikt. Richt de flitser niet van dichtbij op mensen of dieren. Dek de flitser niet af wanneer u een foto maakt.
Beschikbare flitsermodi: Automatisch, Aan en Uit.
Ga naar de gewenste flitserinstelling en druk op .
Als de flitser in een situatie met veel licht is ingesteld op
Uit of Automatisch, wordt een zwak flitslicht gebruikt bij
het nemen van de foto. Zo kan de persoon van wie u een foto neemt, zien wanneer de foto wordt genomen. Dit zwakke flitslicht heeft geen effect op de belichting van de foto.
Witbalans
Selecteer de gewenste instelling voor de huidige belichtingsomstandigheden. Met behulp van deze optie kunt u de kleuren van de camera nauwkeuriger instellen.
Camera
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
21
Ga naar de gewenste flitserinstelling en druk op .
Kleurtoon
Ga naar de gewenste kleureffectinstelling en druk op .
Camera
Laatste afbeelding
Als u de laatste foto die u hebt genomen wilt bekijken, drukt u op .

Automatisch foto's met tussenpozen maken

Selecteer Opties > Geavanceerde reeks om de camera zodanig in te stellen dat er automatisch meerdere foto's worden gemaakt. U kunt een frequentie instellen tussen twee foto's per seconde (snel) en één foto per 15 minuten (langzaam). Het aantal foto's wordt door de beschikbare hoeveelheid geheugen beperkt.
De foto's worden automatisch opgeslagen in de Galerij.
U kunt de reeksmodus ook gebruiken in combinatie met de Zelfontsp. activeren. Zie ‘Zelf op de foto— Zelfontspanner’ op pag. 22.
De genomen foto's worden in een raster weergeven op het hoofdscherm. Druk op als u een foto wilt bekijken.
Als u wilt terugkeren naar de de zoeker van de reeksmodus, kiest u Terug.
Zelf op de foto—Zelfontspanner
Met de zelfontspanner kunt u het nemen van een foto uitstellen, zodat u zelf ook op de foto komt te staan. U stelt de zelfontspanner in door Opties > Zelfontsp. activeren >
10 seconden, 20 seconden of 30 seconden te kiezen.
Selecteer Activeren als u de zelfontspanner wilt activeren. Wanneer de zelfontspanner is geactiveerd, knippert het zelfontspannersymbool ( ) en hoort u een geluidssignaal. De foto wordt genomen wanneer de geselecteerde vertraging is verstreken. U kunt de reeksmodus ook gebruiken in combinatie met de
Zelfontsp. activeren. Zie ‘Automatisch foto's met
tussenpozen maken’ op pag. 22.
22
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.

Camera-instellingen

Als u de instellingen van de hoofdcamera wilt wijzigen, selecteert u Opties > Instellingen en maakt u een keuze uit de volgende opties:
Afbeeldingskwaliteit - Afdrukken (resolutie 1600x1200), E-mail(resolutie 800x600) of MMS (resolutie 640x480).
Hoe hoger de kwaliteit, hoe meer geheugenruimte de afbeelding inneemt.
Naar album - Geef aan of u de afbeelding in een bepaald
album wilt opslaan in Galerij. Als u Ja kiest, wordt een lijst met beschikbare albums geopend.
Digitale zoom - Kies Aan als u maximaal wilt inzoomen.
Daarbij neemt de beeldresolutie af. Deze kan lager zijn dan de instelling die u bij Afbeeldingskwaliteit hebt geselecteerd. Als u de zoomafstand en de afname van de resolutie wilt beperken, kiest u Uit.
Opgenomen afb. tonen - Kies Aan als u de opgenomen
foto wilt bekijken of Uit als u meteen verder wilt gaan met foto's maken.
Stand.naam afbeelding - Selecteer Datum of Tekst.
Opnametoon - Hiermee kiest u de toon die moet klinken
bij het maken van een foto.
Gebruikt geheugen - Hiermee selecteert u de
opslaglocatie voor afbeeldingen.

Afbeeldingen bewerken

Als u de foto wilt bewerken die u zojuist hebt gemaakt, kiest u Opties > Bewerken. Als u andere foto's wilt bewerken, selecteert u deze in Galerij.
Kies Opties > Effect toepassen als u de foto wilt bijsnijden en draaien, kenmerken zoals kleur, compressie en resolutie wilt aanpassen of een effect, tekst, illustratie of kader aan de foto wilt toevoegen.
Als u een afbeelding handmatig wilt bijsnijden, kiest u
Opties > Effect toepassen > Snijden > Handmatig. Er
wordt een rechthoek weergegeven dat aangeeft welk gebied u wilt bijsnijden. Verschuif de bladertoets om de linkerbovenhoek aan te geven van het gebied dat u wilt bijsnijden en kies Instellen. Verschuif de bladertoets naar de rechterbenedenhoek van het gebied dat u wilt bijsnijden en kies Snijden.
Als u rode ogen in een foto wilt verminderen, selecteert u
Opties > Effect toepassen > Rode-ogenreductie.
Verplaats het kruis naar het oog en druk op . Er verschijnt een lus in het display. Verschuif de bladertoets zodat de lus even groot wordt als het oog. Druk op om de rode kleur te verminderen.
Als u een illustratie wilt toevoegen aan een afbeelding, selecteert u Opties > Effect toepassen > Pictogram. Selecteer het gewenste item in de lijst en druk op . Als
Camera
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
23
u het item wilt verplaatsen, draaien, vergroten of verkleinen, selecteert u Opties > Pictogr. verplaatsen,
Formaat pict. wijzig. of Pictogram roteren.
Camera
Als u tekst wilt toevoegen aan een afbeelding, selecteert u Opties > Effect toepassen > Tekst. Voer de tekst in en selecteer OK. Als u de tekst wilt bewerken, selecteert u
Opties > Tekst verplaatsen, Tekstformaat wijzig., Tekst roteren of Kleur selecteren.
Sneltoetsen in de afbeeldingseditor:
• Als u een afbeelding in een volledig scherm wilt bekijken, drukt u op . Druk nogmaals op om terug te keren naar de normale weergave.
• Als u een afbeelding rechtsom of linksom wilt draaien, drukt u op of .
• Als u wilt inzoomen of uitzoomen, drukt u op of .

Tips voor het nemen van foto's

Fotokwaliteit

Gebruik de juiste fotokwaliteit. De camera heeft drie
instellingen voor de fotokwaliteit. Gebruik Afdrukken voor grote foto's van 25x20 centimeter, E-mailvoor e­mails en foto's van maximaal 15x10 centimeter of MMS voor multimediaberichten. Hoe hoger de kwaliteit, hoe
meer geheugenruimte de afbeelding inneemt. De kwaliteit van een ingezoomde foto is lager dan die van een niet­ingezoomde foto. Als u de fotokwaliteit wilt wijzigen, selecteert u Opties > Instellingen.

Achtergrond

Gebruik een eenvoudige achtergrond - Voorkom bij portretten en andere foto's van mensen dat het onderwerp tegen een rommelige, onoverzichtelijke achtergrond komt te staan waardoor de aandacht wordt afgeleid. Verplaats de camera of het onderwerp als de achtergrond onbruikbaar is. Plaats de camera dichter bij het onderwerp als u een scherpe portretfoto wilt maken.

Diepte

Wanneer u landschappen fotografeert, geven objecten op de voorgrond de foto meer diepte. Als dit object echter te dicht bij de camera staat, komt het mogelijk wazig op de foto.

Belichtingssituaties

De lichtbron, lichtsterkte en invalshoek van het licht hebben een enorme invloed op het uiteindelijke resultaat van de foto. Hier volgen enkele typische belichtingssituaties:
24
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
• Lichtbron achter het onderwerp - Voorkom dat het onderwerp voor een sterke lichtbron staat. Als de lichtbron achter het onderwerp staat of in het display schijnt, zal de foto waarschijnlijk weinig contrast hebben, te donker ogen en ongewenste belichtingseffecten vertonen. U kunt dan de flitser gebruiken om donkere delen extra te belichten. Zie ‘Flitser’ op pag. 21.
• Lichtbron aan de zijkant van het onderwerp - Een sterke belichting vanaf de zijkant kan een opvallend effect opleveren, maar soms ook weer leiden tot te veel contrast.
• Lichtbron voor het onderwerp - Bij fel zonlicht zal het onderwerp mogelijk met de ogen knijpen. De foto kan dan ook te veel contrast hebben.
• Optimale belichting - Optimale belichting vindt u in situaties met voldoende diffuus, zacht licht, zoals op een heldere, lichtbewolkte dag of in de schaduw van bomen op een zonnige dag.

Video recorder scherm

Symbolen voor de videorecorder:
• De symbolen voor het geheugen van het apparaat ( ) en de geheugenkaart ( ) (1) geven aan waar de video wordt opgeslagen.
• Het symbool voor de huidige videolengte (2) geeft de verstreken en resterende tijd aan.
• Het microfoonsymbool (3) geeft aan dat de microfoon wordt gedempt.
• Het bestandssymbool (4) geeft de bestandsindeling van de videoclip aan.

Video's opnemen

Als de camera in de afbeeldingsmodus staat, selecteert u de videomodus door Opties > Videomodus te kiezen.
Als u de tweede camera wilt selecteren (bijvoorbeeld als u zelf ook in beeld wilt komen in de video), kiest u Opties >
Tweede camera. Als u de hoofdcamera weer wilt
gebruiken, selecteert u Opties > Camera achter.
Camera
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
25
Het zoomsymbool aan de zijkant geeft de zoomfactor aan. Druk op of om in of uit te zoomen.
1 Druk op om de opname te starten. Het
Camera
opnamepictogram wordt weergegeven. De LED­indicator begint te branden en u hoort een geluid ten teken dat de opname is gestart. Dit heeft geen effect op de belichting van de video.
2 U kunt de opname op elk gewenst moment
onderbreken door op Pauze te drukken. Het pauzepictogram knippert op het display. De video­opname wordt automatisch gestopt als u de opname onderbreekt en gedurende één minuut niet op een toets drukt.
3 Selecteer Doorgaan om de opname te hervatten. 4 Selecteer Stop om de opname te stoppen. De videoclip
wordt automatisch opgeslagen in de map
Afbeeldingen en video van Galerij. Zie ‘Galerij’ op
pag. 19.
Voor het selecteren van een opnamemodus of instellingen voor de kleur en belichting of het bekijken van de Laatste
videoclip voordat u een opname start, raadpleegt u
‘Video-instellingen’ op pag. 26.
Ga als volgt te werk wanneer u een videoclip hebt opgenomen:
• Als u de zojuist opgenomen videoclip direct wilt
afspelen, selecteert u Opties > Afspelen.
• Als u de film niet wilt behouden, selecteert u Opties >
Verwijderen.
• Als u wilt teruggaan naar de zoeker om een nieuwe videoclip op te nemen, drukt u op .
• Als u de video wilt verzenden Via multimedia, Via e-
mail of Via Bluetooth, selecteert u Opties > Zenden.
Zie ‘Berichtuitwisseling’ op pag. 41 en ‘Bluetooth­connectiviteit’ op pag. 94 voor meer informatie. Deze optie is niet beschikbaar tijdens een actief gesprek.
• Als u tijdens een actief gesprek een videoclip wilt verzenden, selecteert u Opties > Verzenden naar
beller.
• Als u de videoclip wilt bewerken, selecteert u Opties >
Bewerken. Zie ook ‘Videoclips bewerken’ op pag. 31.

Video-instellingen

Als de zoeker actief is, drukt u op of selecteert u
Opties > Configuratie openen.
Druk op of om het item te selecteren dat u wilt bekijken of aanpassen en druk op . Welke instellingen beschikbaar zijn, is afhankelijk van de gebruikte camera.
Als u de zoeker opnieuw wilt activeren, drukt u op
Annuleer of .
Wanneer u de Camera sluit, worden de standaardinstellingen weer actief.
26
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Opnamemodus
De instellingen van elke opnamemodus zijn afgestemd op een bepaalde stijl of omgeving.
Beschikbare opnamemodi: Automatisch of Nacht.
Ga naar de gewenste opnamemodus voor het maken van een video en druk op .
Witbalans
Selecteer de gewenste instelling voor de huidige belichtingsomstandigheden. Met behulp van deze optie kunt u de kleuren van de camera nauwkeuriger instellen.
Ga naar de gewenste flitserinstelling en druk op .
Kleurtoon
Ga naar de gewenste kleureffectinstelling en druk op .
Laatste videoclip
Als u de laatste videofilm die u hebt opgenomen wilt bekijken, drukt u op .

Video-instellingen

U kunt twee soorten instellingen gebruiken voor de videorecorder: videorecorderinstellingen video­instellingen. Zie ‘Video-instellingen’ op pagina 26 als u de videorecorderinstellingen wilt wijzigen. Als u de camera sluit, worden de standaardvideorecorderinstellingen weer
hersteld, maar de video-instellingen blijven hetzelfde tot u deze weer wijzigt. Als u de video-instellingen wilt wijzigen, selecteert u Opties > Instellingen en maakt u een keuze uit de volgende opties:
Geluidsopname — Kies Aan om zowel beeld als geluid op
te nemen.
Videokwaliteit — Stel de kwaliteit van de videoclip in op Hoog, Normaal of Delen. Als u Hoog of Normaal kiest,
wordt de lengte van de video-opname beperkt tot de beschikbare ruimte op de geheugenkaart (indien geplaatst) en tot maximaal één uur per clip. Als u de videofilm op een compatibele tv of pc wilt bekijken, kiest u de videokwaliteit Hoog. U hebt dan een CIF-resolutie (352x288) en de bestandsindeling .mp4. Videoclips in een .mp4-indeling kunnen niet als multimediabericht worden verzonden. Als u de videoclip op een compatibel mobiel apparaat wilt bekijken, selecteert u de kwaliteit
Normaal, zodat u een QCIF-resolutie (176x144) en de
bestandsindeling .3gp hebt. Als u de videoclip via MMS wilt verzenden of wilt delen, selecteert u Delen (QCIF-resolutie, bestandsindeling .3gp). Zie ‘Videobeelden delen (netwerkdienst)’ op pag. 60. Deze videoclips kunnen maximaal 300 kB groot zijn (een lengte van ongeveer 20 seconden). U kunt ze dan eenvoudig als multimediabericht verzenden naar een compatibel apparaat. Het kan zijn dat in een aantal netwerken alleen het verzenden van multimediaberichten met een maximumformaat van 100
Camera
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
27
kB wordt ondersteund. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
Naar album - Kies Ja als u de opgenomen videoclip wilt
Camera
opslaan in een bepaald album in Galerij.
Opgen. video tonen - Kies Uit als u videoclips direct na
elkaar wilt opnemen. De video's worden na opname niet afgespeeld en de videorecorder kan weer worden gebruikt.
Standaardnaam video - Kies Datum of Tekst als
standaardnaam voor opgenomen video's.
Gebruikt geheugen - Geef op welke geheugenopslag u
wilt gebruiken: het geheugen van het apparaat of een geheugenkaart.
28
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.

Galerij

Als u uw afbeeldingen, videoclips, geluidsfragmenten, playlists en koppelingen naar streaming-media wilt opslaan en ordenen, drukt u in de opengevouwen modus op en selecteert u Galerij. Als u de galerij wilt openen vanuit de toepassing Camera, kiest u Opties > Ga naar
Galerij. In Camera is alleen de map Afbeeldingen en video
beschikbaar.
Tip! Als u van Galerij naar Camera wilt overschakelen, selecteert u Opties > Naar camera in de map Afbeeldingen en video.
Selecteer Afbeeldingen en
video, Tracks, Geluidsfragn, Streaming kopp., Presentaties of Alle bestanden en druk op .
U kunt mappen openen en hierin bladeren. Daarnaast kunt u items markeren, kopiëren en naar mappen en albums verplaatsen. U kunt geluidsfragmenten, videoclips, .ram-bestanden en koppelingen naar streaming-media openen en afspelen
in de toepassing RealPlayer. Zie ‘RealPlayer’ op pag. 36. U kunt ook albums maken en items in de albums markeren, kopiëren en toevoegen. Zie ‘Albums’ op pag. 34.
Tip! U kunt afbeeldingen overbrengen van het
apparaat naar een compatibele pc waarop Nokia Phone Browser beschikbaar is in Nokia PC Suite. Zie de cd­rom die bij het apparaat is geleverd.
Druk op om een bestand te openen. Video's en geluidsfragmenten worden in RealPlayer geopend en muziek in de Music Player. Zie ‘Afbeeldingen en videoclips bekijken’ op pag. 30. Zie ‘Music Player’ op pag. 79.
Als u bestanden wilt kopiëren of verplaatsen naar een compatibele geheugenkaart of het geheugen van het apparaat, selecteert u een bestand en kiest u Opties >
Verplaatsen en kopiëren > Kop. naar geh.kaart, Verpl. naar geh.kaart, Kop. naar telef.geh. of Verpl. naar telef.geh..
Bestanden die zijn opgeslagen op de geheugenkaart, worden aangegeven met .
Bestanden die zijn opgeslagen op het geheugen van het apparaat, worden aangegeven met .
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Galerij
29
U kunt de grootte van afbeeldingsbestanden verminderen door Opties > Verkleinen te kiezen.
Als u het formaat van bestanden die u al naar andere
Galerij
locaties hebt gekopieerd (bijvoorbeeld een compatibele pc) en geheugenruimte wilt vrijmaken, selecteert u in de map Afbeeldingen en video een bestand en kiest u
Opties > Geheugen vrijmaken.
Als u met de browser bestanden wilt dowloaden naar
Galerij in een van de hoofdmappen, kiest u Graf. dwnloads of Videodownlds, Trackdownloads of Geluidsdownlds. De browser wordt geopend, waarna u
een bookmark kunt selecteren voor de website waarvan u wilt downloaden.

Afbeeldingen en videoclips bekijken

De foto's en videoclips die u met de camera hebt gemaakt, worden opgeslagen in de map Afbeeldingen en video in
Galerij. Afbeeldingen en videoclips kunnen ook naar u
worden verzonden in een multimediabericht, als e­mailbijlage of via een Bluetooth-verbinding. Als u een ontvangen afbeelding of videoclip in Galerij of in
RealPlayer wilt bekijken, moet u deze in het
apparaatgeheugen of op een compatibele geheugenkaart opslaan.
Open de map Afbeeldingen en video in Galerij. De bestanden met afbeeldingen en videoclips worden opeenvolgend op datum weergegeven. Als u naar afzonderlijke bestanden wilt bladeren, drukt u op of
. Als u door afzonderlijke bestanden in groepen wilt
bladeren, drukt u op of .
Als u een foto of videoclip wilt bewerken, selecteert u
Opties > Bewerken. Er verschijnt een editor voor
afbeeldingen of video's.
Als u een afbeelding of een videoclip wilt toevoegen aan een album in Galerij, selecteert u Opties > Albums. > Naar
album. Zie ‘Albums’ op pag. 34.
Als u aangepaste videoclips wilt maken, selecteert u een of meer videoclips in Galerij en kiest u Opties > Bewerken. Zie ‘Videoclips bewerken’ op pag. 31.
Als u uw afbeeldingen wilt afdrukken op een compatibele printer die op het apparaat is aangesloten of als afdrukbestand wilt opslaan op een compatibele geheugenkaart, kiest u Opties > Afdrukken. Zie ‘Afbeeldingen afdrukken’ op pag. 34.
Als u wilt inzoomen of uitzoomen op een afbeelding, kiest u Opties > Inzoomen of Uitzoomen. De zoomfactor verschijnt boven in het display. De zoomfactor wordt niet permanent opgeslagen.
30
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Loading...
+ 102 hidden pages