CONFORMITEITSVERKLARING
NOKIA CORPORATION verklaart op eigen
verantwoordelijkheid dat het product RM-67 conform
is aan de bepalingen van de volgende Richtlijn van de
Raad: 1999/5/EC. Een kopie van de
conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende
website: http://www.nokia.com/phones/
De doorgestreepte container wil zeggen dat het product binnen de
Europese gemeenschap voor gescheiden afvalverzameling moet worden
aangeboden aan het einde van de levensduur van het product. Dit geldt
voor het apparaat, maar ook voor alle toebehoren die van dit symbool
producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de
respectievelijke eigenaren zijn.
Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation.
This product is licensed under the MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) for
personal and noncommercial use in connection with information which has been
encoded in compliance with the MPEG-4 Visual Standard by a consumer engaged
in a personal and noncommercial activity and (ii) for use in connection with
MPEG-4 video provided by a licensed video provider. No license is granted or shall
be implied for any other use. Additional information including that relating to
promotional, internal and commercial uses may be obtained from MPEG LA, LLC.
See <http://www.mpegla.com>.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) voor
privé- en niet-commercieel gebruik in verband met informatie die is geëncodeerd
volgens de visuele norm MPEG-4 door een consument in het kader van een privéen niet-commerciële activiteit en (ii) voor gebruik in verband met MPEG-4videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder
ander gebruik is of wordt expliciet noch impliciet een licentie verstrekt.
Aanvullende informatie, waaronder informatie over het gebruik voor promotionele
doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is ve rkrijgbaar bij MPEG LA, LLC.
Zie <http://www.mpegla.com>.
Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling. Nokia behoudt zich
het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan
te brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten of
voor enige bijzondere, incidentele, onrechtstreekse of indirecte schade.
De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt. Tenzij
vereist krachtens het toepasselijke recht, wordt geen enkele garantie gegeven
betreffende de nauwkeurigheid, betrouwbaarheid of inhoud van dit document,
hetzij uitdrukkelijk hetzij impliciet, daaronder mede begrepen maar niet beperkt tot
impliciete garanties betreffende de verkoopbaarheid en de geschiktheid voor een
bepaald doel. Nokia behoudt zich te allen tijde het recht voor zonder voorafgaande
kennisgeving dit document te wijzigen of te herroepen.
De beschikbaarheid van bepaalde producten kan per regio verschillen. Neem
hiervoor contact op met de dichtstbijzijnde Nokia leverancier.
Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig
zijn aan wet- en regelgeving betreffende export van de V.S. en andere landen.
Ontwijking in strijd met de wetgeving is verboden.
KENNISGEVING FCC / INDUSTRY CANADA
Het apparaat kan storingen veroorzaken bij het gebruik van een tv of radio
(bijvoorbeeld wanneer een telefoon in de nabijheid van ontvangstapparatuur wordt
gebruikt). De FCC of Industry Canada kan u verplichten het gebruik van de telefoon
te staken als dergelijke storingen niet kunnen worden verholpen. Neem contact op
met het dichtstbijzijnde servicepunt als u hulp nodig hebt. Dit apparaat voldoet aan
onderdeel 15 van de FCC-regels. Dit apparaat mag alleen worden gebruikt als het
geen schadelijke storingen veroorzaakt.
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de
richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige
gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS
HET VEILIG IS Schakel het apparaat niet in als
het gebruik van mobiele telefoons verboden is
of als dit storing of gevaar zou kunnen
opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl
u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te
besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste
prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING Alle draadloze apparaten kunnen
gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking
van het apparaat negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN
ZIEKENHUIZEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen. Schakel het apparaat
uit in de nabijheid van medische apparatuur.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN
VLIEGTUIGEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen. Draadloze
apparatuur kan storingen veroorzaken in
vliegtuigen.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT TIJDENS HET
TANKEN Gebruik het apparaat niet in een
benzinestation. Gebruik het apparaat niet in
de nabijheid van brandstof of chemicaliën.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT
VAN EXPLOSIEVEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen. Gebruik het
apparaat niet waar explosieven worden
gebruikt.
GEBRUIK HET APPARAAT VERSTANDIG
Gebruik het apparaat alleen in de normale
positie zoals in de productdocumentatie wordt
uitgelegd. Raak de antenne niet onnodig aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD Dit product mag
alleen door deskundigen worden geïnstalleerd
of gerepareerd.
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN Gebruik
alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen.
Sluit geen incompatibele producten aan.
MAAK BACK-UPS Maak een back-up of een
gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens
die in het apparaat zijn opgeslagen.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander
apparaat aansluit, dient u eerst de handleiding
van het desbetreffende apparaat te
raadplegen voor uitgebreide
veiligheidsinstructies. Sluit geen
incompatibele producten aan.
ALARMNUMMER KIEZEN Controleer of de
telefoonfunctie van het apparaat
ingeschakeld en operationeel is. Het
toetsenblok is alleen actief in de
opengevouwen modus. Druk zo vaak als nodig
is op om het scherm leeg te maken en
terug te keren naar het startscherm. Toets het
alarmnummer in en druk op . Geef op
waar u zich bevindt. Beëindig het gesprek pas
wanneer u daarvoor toestemming hebt
gekregen.
Informatie over het apparaat
Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt
beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in netwerken van
het type EGSM 900,1800 en 1900 en UMTS 2100. Neem
contact op met uw serviceprovider voor meer informatie
over netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat aan
alle regelgeving en eerbiedig de privacy en legitieme
rechten van anderen.
Houd u, wanneer u beelden of video-opnamen maakt of
gebruikt, aan alle regelgeving en eerbiedig de lokale
gewoonten, privacy en legitieme rechten van anderen.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit
apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het
apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in
wanneer het gebruik van draadloze apparatuur
storingen of gevaar kan veroorzaken.
Netwerkdiensten
Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn
aangemeld bij een aanbieder van draadloze diensten. Veel
van de functies van dit apparaat zijn afhankelijk van de
functies die beschikbaar zijn in het draadloze netwerk.
Deze netwerkdiensten zijn mogelijk niet in alle netwerken
beschikbaar. Het kan ook zijn dat u specifieke regelingen
moet treffen met uw serviceprovider voordat u de
netwerkdiensten kunt gebruiken. Mogelijk krijgt u van uw
serviceprovider extra instructies voor het gebruik van de
diensten en informatie over de bijbehorende kosten. Bij
sommige netwerken gelden beperkingen die het gebruik
van netwerkdiensten negatief kunnen beïnvloeden. Zo
bieden sommige netwerken geen ondersteuning voor
bepaalde taalafhankelijke tekens en diensten.
Netwerkfuncties worden in deze handleiding aangeduid
door (netwerkdienst).
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om
bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in
uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het
menu van uw apparaat weergegeven. Uw apparaat kan ook
speciaal geconfigureerd zijn. Deze configuratie kan
menunamen, de menuvolgorde en symbolen betreffen.
Neem voor meer informatie contact op met uw
serviceprovider.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP en
SSL) die werken met TCP/IP-protocollen. Voor sommige
functies van dit apparaat, zoals MMS, browsen, e-mail en
het downloaden van inhoud met de browser of via MMS, is
netwerkondersteuning vereist.
Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart voor
informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de
serviceprovider, netwerkoperator of een andere
leverancier zijn.
Toebehoren, batterijen en laders
Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader
voordat u de batterij verwijdert.
Controleer het modelnummer van uw lader voordat u deze
bij dit apparaat gebruikt. Dit apparaat is bedoeld voor
gebruik met de volgende voedingsbronnen: DC-4-, AC-3
en AC-4-lader, of een AC-1-, ACP-7-, ACP-8-, ACP-9-,
ACP-12-, LCH-8-, LCH-9- of LCH-12-lader indien gebruikt
met de CA-44-adapter.
Dit apparaat moet worden gebruikt met een batterij van
het type BL-5C.
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders en
toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor
gebruik met dit model. Het gebruik van alle andere
types kan de goedkeuring of garantie doen vervallen en
kan gevaarlijk zijn.
Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van
goedgekeurde toebehoren. Trek altijd aan de stekker en
niet aan het snoer als u toebehoren losmaakt.
In de Noki a N7 1 zijn M MS- , GPRS- , strea min g- en mob ielinternetinstellingen doorgaans automatisch
geconfigureerd op basis van de gegevens van de
serviceprovider of netwerkoperator. De instellingen van
uw serviceproviders zijn mogelijk al op het apparaat
geïnstalleerd of u ontvangt de instellingen van de
serviceproviders in een SMS-bericht.
U kunt inhoud, zoals contactgegevens, van een
compatibel Nokia-apparaat naar uw Nokia N71 kopíëren
via een Bluetooth- of infraroodverbinding. Het soort
inhoud dat kan worden overgebracht, is afhankelijk van
het type telefoon. Als het andere apparaat synchronisatie
ondersteunt, kunt u ook gegevens tussen het andere
apparaat en uw Nokia N71 synchroniseren.
U kunt de SIM-kaart in het andere apparaat plaatsen.
Wanneer de Nokia N71 wordt ingeschakeld zonder
SIM-kaart, wordt het profiel Offline automatisch
geactiveerd.
Inhoud overbrengen
1 Als u de toepassing voor het eerst gebruikt, drukt u op
en selecteert u Instrum. > Overdracht. Als u de
toepassing al eerder hebt gebruikt en een nieuwe
gegevensoverdracht wilt starten, selecteert u
Overdr.ggvns.
Kies Doorgaan in de informatieweergave.
2 Geef aan of u een Bluetooth- of infraroodverbinding
wilt gebruiken om de gegevens over te brengen. Beide
apparaten moeten het geselecteerde verbindingstype
ondersteunen.
3 Als u de Bluetooth-verbinding gebruikt om apparaten
te zoeken, selecteert u Doorgaan. De
waarneembaarheid van het apparaat moet zijn
ingeschakeld. Kies het andere apparaat in de lijst. U
wordt gevraagd een code in te voeren op de Nokia N71.
Voer een code in (1-16 cijfers) en kies OK. Voer dezelfde
code ook in op het andere apparaat en kies OK. De
apparaten zijn nu gekoppeld. Zie ‘Apparaten koppelen’
op pag. 97.
Bij sommige modellen wordt de toepassing Overdracht
als bericht verzonden naar het andere apparaat. Open
het bericht om Overdracht te installeren op het andere
apparaat en volg de instructies op het scherm.
Sluit de twee apparaten aan als u een
infraroodverbinding gebruikt. Zie ‘Infraroodverbinding’
op pag. 98.
4 Selecteer vanaf de Nokia N71 de inhoud die u van het
andere apparaat wilt kopiëren.
De inhoud wordt gekopieerd vanuit het geheugen en vanaf
een compatibele geheugenkaart (indien geplaatst) van het
andere apparaat naar de overeenkomende locatie in uw
Nokia N71 en de compatibele geheugenkaart (indien
geplaatst). De tijd die benodigd is voor het kopiëren, is
afhankelijk van de hoeveelheid gegevens die het betreft. U
kunt het kopiëren annuleren en later doorgaan.
Als het andere apparaat synchronisatie ondersteunt, kunt
u de gegevens in beide apparaten up-to-date houden. Als
u een synchronisatie wilt starten met een compatibel
Nokia-apparaat, selecteert u Telefoons. Vervolgens bladert
u naar het apparaat en selecteert u Opties >
Synchroniseren. Volg de instructies op het scherm.
Belangrijke symbolen
Het apparaat wordt gebruikt in een GSM-netwerk.
Het apparaat wordt gebruikt in een UMTS-netwerk
(netwerkdienst).
Er staan één of meer ongelezen berichten in de map
Inbox in Berichten.
U hebt nieuwe e-mail ontvangen in de externe
mailbox.
De map Outbox bevat berichten die nog niet zijn
verzonden.
U hebt oproepen gemist.
Dit wordt weergegeven als Beltoontype is ingesteld op
Stil en Berichtensignaaltoon, Chatsignaaltoon en
Signaaltoon e-mail zijn ingesteld op Uit.
De toetsen van het apparaat zijn vergrendeld.
Er is een alarm actief.
De tweede telefoonlijn wordt gebruikt (netwerkdienst).
Alle oproepen naar het apparaat worden omgeleid
naar een ander nummer. Als u twee telefoonlijnen hebt
(netwerkdienst), is het symbool voor de eerste lijn
en voor de tweede lijn.
Er is een hoofdtelefoon aangesloten op het apparaat.
De verbinding met een hoofdtelefoon met Bluetooth-
connectiviteit is verbroken.
Er is een hoorapparaat aangesloten op het apparaat.
Er is een infraroodverbinding actief. Als het symbool
op het apparaat knippert, wordt geprobeerd verbinding te
maken met het andere apparaat of is de verbinding
verbroken.
Toetsenblok blokkeren
Door de toetsen te blokkeren (vergrendelen) voorkomt u
dat deze per ongeluk worden ingedrukt.
Druk daartoe in de stand-by mode op en op .
Wanneer de toetsen vergrendeld zijn, verschijnt op
het scherm.
Druk in de opengevouwen modus op en op om de
vergrendeling op te heffen.
Als u het toetsenblok wilt vergrendelen in de
opengevouwen modus, drukt u op de aan/uit-toets en kiest
u Toetsblk. blokkeren.
Als u het toetsenblok wilt vergrendelen in de
dichtgevouwen modus, drukt u twee keer op de aan/uittoets om Toetsblk. blokkeren te selecteren en drukt u op
de kleptoets.
Wanneer het toetsenblok is geblokkeerd, kunt u mogelijk
nog wel het geprogrammeerde alarmnummer bellen.
Druk op de aan/uit-toets als u de verlichting van het
scherm wilt inschakelen wanneer de
toetsenblokvergrendeling is ingeschakeld.
Druk op of als u het
volume wilt verhogen of
verlagen tijdens een actieve
oproep of wanneer u naar een geluid luistert.
Door de ingebouwde luidspreker kunt u vanaf een korte
afstand spreken en luisteren zonder dat u het apparaat aan
uw oor moet houden.
Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw
oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien
het volume erg luid kan zijn.
Als u de luidspreker wilt gebruiken tijdens een gesprek,
kiest u Opties > Luidspreker insch..
Als u de luidspreker wilt uitschakelen, kiest u Opties >
Telefoon insch..
Klok
Tip! Als u de datum en tijd in de dichtgevouwen
modus wilt bekijken, houdt u de kleptoets ingedrukt.
Druk op en kies Klok. Kies Opties > Alarm instellen om
een nieuw alarm in te stellen. Als een alarm actief is, wordt
weergegeven.
Als u het alarm wilt uitschakelen, kiest u Stop en als u het
alarm 5 minuten wilt stoppen, kiest u Snooze.
Als het tijdstip voor het alarmsignaal is aangebroken
terwijl het apparaat is uitgeschakeld, schakelt het
apparaat zichzelf in en wordt het waarschuwingssignaal
afgespeeld. Als u Stop selecteert, wordt u gevraagd of het
apparaat moet worden geactiveerd voor oproepen.
Selecteer Nee als u het apparaat wilt uitschakelen of Ja
als u het apparaat wilt gebruiken om te bellen en gebeld
te worden. Selecteer Ja niet wanneer het gebruik van
draadloze telefoons storingen of gevaar kan opleveren.
Als u een alarm wilt annuleren, kiest u Klok > Opties >
Alarm uitschakelen.
Klokinstellingen
Als u de instellingen van de klok wilt wijzigen, kiest u
Klok > Opties > Instellingen.
Als u de tijd of de datum wilt wijzigen, kiest u Tijd of
Datum.
Als u de klok wilt wijzigen die in de stand-by modus wordt
weergegeven, kiest u Type klok > Analoog of Digitaal.
Als u wilt toestaan dat de tijd-, datum- en
tijdzonegegevens op het apparaat worden bijgewerkt door
het netwerk van de mobiele telefoon (netwerkdienst),
kiest u Tijd via netw.operator > Automatisch aanpassen.
Als u de alarmtoon wilt wijzigen, kiest u Alarmtoon klok.
Wereldklok
Als u de weergave Wereldklok wilt openen, opent u Klok
en drukt u op . In de weergave Wereldklok kunt u de
tijd in verschillende steden zien.
De Nokia N71
Als u steden aan de lijst wilt toevoegen, kiest u Opties >
Stad toevoegen. U kunt maximaal 15 steden aan de lijst
toevoegen.
Als u de huidige stad wilt instellen, gaat u naar de
gewenste stad en selecteert u Opties > Mijn huidige
stad. De stad wordt weergegeven in de beginweergave
van de klok en de tijd op het apparaat wordt aangepast
aan de geselecteerde stad. Controleer of de tijd juist is en
overeenkomt met de tijdzone.
Geheugenkaart
Gebruik alleen miniSD-kaarten die door Nokia zijn
goedgekeurd voor gebruik bij dit appraat. Nokia houdt
zich aan de goedgekeurde industriestandaards voor
geheugenkaarten, maar sommige andere merken werken
wellicht niet goed of zijn niet volledig compatible met dit
apparaat.
Druk op en kies Instrum. >
Geheugen. U kunt een compatibele
geheugenkaart gebruiken als extra
opslagruimte en voor het maken van
back-ups van de informatie in het apparaatgeheugen.
Als u een back-up van het apparaatgeheugen wilt maken
op een geheugenkaart, kiest u Opties > Reservekopie.
Als u de informatie van de geheugenkaart wilt terugzetten
in het apparaatgeheugen, kiest u Opties > Herst. vanaf
kaart.
Een geheugenkaart formatteren
Wanneer een geheugenkaart wordt geformatteerd, gaan
alle gegevens op de kaart definitief verloren.
Sommige geheugenkaarten zijn voorgeformatteerd.
Andere kaarten moet u zelf eerst formatteren. Raadpleeg
uw leverancier om te achterhalen of u de geheugenkaart
moet formatteren voor het eerste gebruik.
U formatteert een geheugenkaart door Opties > Geh.kaart
drukt u op de aan/uit-toets en
selecteert u Geheugenkrt
verw.. Alle toepassingen
worden gesloten.
2 Wanneer Verwijder
geheugenkaart en druk op
'OK' wordt weergegeven, opent u het klepje van de
geheugenkaartsleuf.
3 Druk op de geheugenkaart om deze los te maken en uit
de sleuf te verwijderen.
4 Verwijder de geheugenkaart, sluit het klepje en
selecteer OK.
Belangrijk: Verwijder de geheugenkaart nooit
tijdens een bewerking waarbij de kaart wordt gebruikt.
Wanneer u de kaart tijdens een dergelijke bewerking
verwijdert, kan schade ontstaan aan de geheugenkaart en
het apparaat en kunnen de gegevens die op de kaart zijn
opgeslagen, beschadigd raken.
Bestandsbeheer
Voor een groot aantal functies van het apparaat, zoals
contacten, berichten, afbeeldingen, video’s, beltonen,
agendanotities, documenten en gedownloade
toepassingen, wordt geheugen gebruikt voor de opslag
van gegevens. De hoeveelheid beschikbaar geheugen is
afhankelijk van de hoeveelheid gegevens die al in het
geheugen van het apparaat is opgeslagen.
U kunt een compatibele geheugenkaart gebruiken als
extra opslagruimte. Geheugenkaarten zijn herschrijfbaar,
zodat u oude gegevens kunt verwijderen en nieuwe
gegevens op de geheugenkaart kunt opslaan.
Als u wilt bladeren in bestanden en mappen in het
geheugen van het apparaat of op een geheugenkaart
(indien geplaatst), drukt u op en kiest u Instrum. >
Best.beh. De weergave van het apparaatgeheugen ()
wordt geopend. Druk op om de weergave van de
geheugenkaart () te openen, indien beschikbaar.
Als u bestanden wilt verplaatsen of kopiëren naar een
map, drukt u tegelijk op en om een bestand te
markeren en kiest u Opties > Verplaats naar map of
Kopiëren naar map.
Als u naar een bestand wilt zoeken, kiest u Opties >
Zoeken en het geheugen waarin u wilt zoeken. Voer
vervolgens een zoektekst in die overeenkomt met de
bestandsnaam.
Als u wilt bekijken welke typen gegevens het apparaat
bevat en hoeveel geheugen wordt gebruikt door de
verschillende gegevenstypen, kiest u Opties > Gegevens
geheugen. De hoeveelheid beschikbaar geheugen wordt
weergegeven in Vrij geheug..
De Nokia N71
Geheugen vrijmaken als het bijna vol is
U krijgt een melding als het geheugen op het apparaat of
het geheugen van de geheugenkaart bijna vol is.
Als u geheugen wilt vrijmaken, brengt u gegevens over
naar een compatibele geheugenkaart, als u deze hebt.
Markeer de bestanden die u wilt verplaatsen, kies
Verplaats naar map > Geheugenkaart en selecteer een
map.
U kunt mediabestanden ook overbrengen naar een
compatibele pc, bijvoorbeeld met de optie voor het
overbrengen van bestanden in Galerij. Zie ‘Galerij’ op
pag. 29.
Tip! Met Nokia Phone Browser in Nokia PC Suite kunt
u de verschillende geheugens in het apparaat bekijken
en gegevens overbrengen.
Als u gegevens wilt verwijderen om geheugen vrij te
maken, gebruikt u Best.beh. of gaat u naar de
desbetreffende toepassing. U kunt bijvoorbeeld de
volgende items verwijderen:
• Berichten in de mappen Inbox, Ontwerpen en
Verzonden in Berichten
• Opgehaalde e-mailberichten in het geheugen van het
apparaat.
• Opgeslagen webpagina's.
• Opgeslagen afbeeldingen, video's of geluidsbestanden.
• Contactgegevens.
• Agendanotities.
• Gedownloade toepassingen. Zie ook
‘Toepassingsbeheer’ op pag. 113.
Installatiebestanden (.sis) van toepassingen die u op een
compatibele miniSD-kaart hebt geïnstalleerd. Maak eerst
een backup van de installatiebestanden op een
compatibele pc met behulp van Nokia PC Suite.
• Andere gegevens die u niet meer nodig hebt.
Handige sneltoetsen
Gebruik sneltoetsen om het apparaat snel optimaal te
kunnen gebruiken. Raadpleeg de desbetreffende
hoofdstukken in deze gebruikershandleiding voor meer
informatie over de functies.
Stand-by modus
• Houd ingedrukt en selecteer een toepassing om te
schakelen tussen geopende toepassingen. Als er
onvoldoende geheugen is, is het mogelijk dat
toepassingen automatisch worden gesloten. Voordat
een toepassing wordt gesloten, worden nietopgeslagen gegevens opgeslagen.
Als toepassingen op de achtergrond worden uitgevoerd,
vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de
gebruiksduur van de batterij af.
• Als u de camera wilt starten, drukt u op .
• Houd ingedrukt om uw voicemailbox
(netwerkdienst) te bellen.
• Druk op of houd deze toets ingedrukt als u
multimediatoepassingen wilt openen. Zie
‘Multimediatoets’ op pag. 17.
• Als u het profiel wilt wijzigen, drukt u op en
selecteert u een profiel.
• Als u twee telefoonlijnen hebt (netwerkdienst), drukt u
op om tussen de twee lijnen te schakelen.
• Als u de lijst met laatst gekozen nummers wilt openen,
drukt u op .
• Houd ingedrukt om spraakopdrachten te
gebruiken.
• Als u een verbinding met Diensten wilt starten, houdt
u ingedrukt. Zie ‘Diensten’ op pag. 72.
Raadpleeg ‘De modus Actief standby’ op pag. 92 voor meer
sneltoetsen die beschikbaar zijn in de stand-by modus.
Tekst en lijsten bewerken
• Als u een item in een lijst wilt markeren, gaat u erheen
en drukt u tegelijkertijd op en .
• Als u meerdere items in een lijst wilt markeren, houdt
u ingedrukt en drukt u tegelijkertijd op of .
Als u de selectie wilt beëindigen, laat u
achtereenvolgens of en los.
• Houd ingedrukt om letters en woorden te
selecteren. Druk tegelijkertijd op of om tekst te
markeren.
• Houd ingedrukt en kies Kopiëren om de tekst naar
het klembord te kopiëren.
• Houd ingedrukt en kies Plakken om de tekst in
een document in te voegen.
Multimediatoets
Houd ingedrukt om de snelkoppeling te openen die
aan de multimediatoets is toegewezen. Druk op om
een lijst met multimediatoepassingen te openen. Druk op
, , of om de gewenste toepassing te openen.
Druk op als u de lijst wilt afsluiten zonder een
toepassing te selecteren.
Druk op en om de snelkoppelingen te wijzigen. Als
u de toepassingen wilt wijzigen die worden weergegeven
wanneer u op drukt, kiest u Boven, Links, Midden en
Sommige snelkoppelingen zijn vaste koppelingen die u
niet kunt wijzigen.
Help
De Nokia N71
Het apparaat beschikt over contextgevoelige Help. Als u
vanuit een geopende toepassing de Help voor de huidige
weergave wilt openen, kiest u Opties > Help.
Tijdens het lezen van de instructies kunt u teruggaan naar
de toepassing die op de achtergrond geopend is door
ingedrukt te houden.
Als u de Help wilt openen vanuit het hoofdmenu kiest u
Instrum. > Help. Selecteer de gewenste toepassing om de
bijbehorende helponderwerpen te bekijken.
Zelfstudie
De zelfstudie bevat informatie over enkele functies van
het apparaat. Als u de zelfstudie wilt openen via het
menu, drukt u op en kiest u Persoonlijk > Zelfstudie
en het gedeelte dat u wilt bekijken.
De Nokia N71 heeft twee camera's: een camera met een
hoge resolutie aan de buitenkant van het apparaat en een
camera met een lage resolutie boven het hoofdscherm aan
de binnenkant, die zichtbaar is als de cover wordt geopend.
U kunt met beide camera's foto's maken en video's
opnemen.
Als u de camera wilt activeren, opent u de cover, drukt u
op en kiest u Camera. In de zoeker is het opnamebeeld
zichtbaar.
De foto's en videoclips worden automatisch in de Galerij
opgeslagen. De foto's die u met de camera neemt, hebben
de .jpg-indeling. Videoclips worden opgenomen in
de .3gpp-indeling met de bestandsextensie .3gp (voor de
videokwaliteitsmodus 'Normaal' of 'Delen') of in de .mp4indeling (voor de videokwaliteitsmodus 'Hoog'). Zie ‘Videoinstellingen’ op pag. 27.
U kunt afbeeldingen ook verzenden via een
multimediabericht, als e-mailbijlage of via een Bluetoothverbinding.
Tip! U kunt een foto aan een visitekaartje toevoegen.
Zie ‘Namen en nummers opslaan’ op pag. 68.
De hoofdcamera van de N71 ondersteunt een
beeldresolutie van maximaal 1600 x 1200 pixels. De
beeldresolutie kan in deze documentatie anders worden
weergegeven.
Camerascherm
Symbolen voor de camera:
• De symbolen voor het apparaatgeheugen ( ) en de
geheugenkaart ( ) (1) geven aan waar afbeeldingen
worden opgeslagen.
• Het afbeeldingssymbool
(2) geeft aan hoeveel
afbeeldingen, afhankelijk
van de geselecteerde
beeldkwaliteit, er in het
resterende geheugen van
het apparaat of op de
geheugenkaart passen.
•Het
zelfontspannersymbool
(3) geeft aan dat de
zelfontspanner is
geactiveerd. Zie ‘Zelf op
de foto—Zelfontspanner’ op pag. 22.
• Het reeksmodussymbool (4) geeft aan dat de
reeksmodus actief is. Zie ‘Automatisch foto's met
tussenpozen maken’ op pag. 22.
Camera
Foto's maken
Als de camera in de videomodus staat, opent u de
afbeeldingsmodus door Opties > Afbeeldingsmodus te
selecteren.
Als u de tweede camera wilt selecteren (bijvoorbeeld als u
zelf ook in beeld wilt komen), kiest u Opties > Tweede
camera. Als u de hoofdcamera weer wilt gebruiken,
selecteert u Opties > Camera achter.
Als u wilt in- of uitzoomen, drukt u op of . Het
zoomsymbool, dat aan de zijkant van de zoeker wordt
weergegeven, geeft het zoomniveau aan. De kwaliteit
(resolutie) van een ingezoomde foto is lager dan die van
een niet-ingezoomde foto.
Druk op als u een foto wilt maken. Houd het apparaat
stil totdat de foto wordt opgeslagen. De afbeelding wordt
automatisch opgeslagen in de map Afbeeldingen en
video in Galerij. Zie ‘Galerij’ op pag. 29.
Het opslaan van een vastgelegde afbeelding kan langer
duren als u de instellingen voor zoomen, belichting of
kleur hebt gewijzigd.
Voor het selecteren van een opnamemodus of instellingen
voor de flitser, kleur en belichting of het bekijken van de
Laatste afbeelding voordat u een foto maakt, raadpleegt
u ‘Camera-instellingen’ op pag. 20.
Ga als volgt te werk wanneer u een foto hebt gemaakt:
• Als u de foto niet wilt behouden, selecteert u Opties >
Verwijderen of drukt u op .
• Als u de afbeelding wilt verzenden Via multimedia, Via
e-mail of Via Bluetooth, selecteert u Opties > Zenden.
Zie ‘Berichtuitwisseling’ op pag. 41 en ‘Bluetoothconnectiviteit’ op pag. 94 voor meer informatie. Deze
optie is niet beschikbaar tijdens een actief gesprek.
• Als u tijdens een actief gesprek een afbeelding wilt
verzenden, selecteert u Opties > Verzenden naar
beller.
• Als u de foto wilt bewerken, selecteert u Opties >
Bewerken. Zie ‘Afbeeldingen bewerken’ op pag. 23.
• Als u de foto wilt afdrukken, selecteert u Opties >
Afdrukken. Zie ‘Afbeeldingen afdrukken’ op pag. 34.
Als u een tijdje niet op een toets drukt, wordt de
batterijspaarstand geactiveerd. Druk op om door te
gaan met het nemen van foto's.
Camera-instellingen
Als de zoeker actief is, drukt u op of selecteert u
Druk op of om het
item te selecteren dat u wilt
bekijken of aanpassen en
druk op . Welke
instellingen beschikbaar zijn,
is afhankelijk van de
gebruikte camera.
Als u de zoeker opnieuw wilt
activeren, drukt u op
Annuleer of .
Wanneer u de Camera sluit,
worden de
standaardinstellingen weer actief.
Opnamemodus
De instellingen van elke opnamemodus zijn afgestemd op
een bepaalde stijl of omgeving.
Beschikbare opnamemodi: Automatisch,
Gebruikergedefinieerd, Staand, Liggend, Nacht en Sport.
Ga naar de gewenste opnamemodus voor het maken van
een foto en druk op .
Wanneer u foto's maakt, is de standaardopnamemodus
Automatisch.
Als u een eigen modus wilt maken voor een bepaalde
omgeving, selecteert u Gebruikergedefinieerd. In de door
de gebruiker gedefinieerde modus kunt u de opties
Gebaseerd op modus, Flitser, Witbalans, Kleurtoon en
Gebr.modus herstellen aanpassen. Als u de instellingen
van een andere modus wilt kopiëren, kiest u Gebaseerd op
modus en de gewenste modus.
Als u de opnamemodus Gebruikergedefinieerd selecteert,
wordt deze als standaardopnamemodus ingesteld.
Flitser
De camera heeft een LED-flitser voor omstandigheden met
weinig licht.
Houd een veilige afstand aan wanneer u de flitser
gebruikt. Richt de flitser niet van dichtbij op mensen of
dieren. Dek de flitser niet af wanneer u een foto maakt.
Beschikbare flitsermodi: Automatisch, Aan en Uit.
Ga naar de gewenste flitserinstelling en druk op .
Als de flitser in een situatie met veel licht is ingesteld op
Uit of Automatisch, wordt een zwak flitslicht gebruikt bij
het nemen van de foto. Zo kan de persoon van wie u een
foto neemt, zien wanneer de foto wordt genomen. Dit
zwakke flitslicht heeft geen effect op de belichting van de
foto.
Witbalans
Selecteer de gewenste instelling voor de huidige
belichtingsomstandigheden. Met behulp van deze optie
kunt u de kleuren van de camera nauwkeuriger instellen.
Ga naar de gewenste flitserinstelling en druk op .
Kleurtoon
Ga naar de gewenste kleureffectinstelling en druk op .
Camera
Laatste afbeelding
Als u de laatste foto die u hebt genomen wilt bekijken,
drukt u op .
Automatisch foto's met tussenpozen
maken
Selecteer Opties > Geavanceerde reeks om de camera
zodanig in te stellen dat er automatisch meerdere foto's
worden gemaakt. U kunt een frequentie instellen tussen
twee foto's per seconde (snel) en één foto per 15 minuten
(langzaam). Het aantal foto's wordt door de beschikbare
hoeveelheid geheugen beperkt.
De foto's worden automatisch opgeslagen in de Galerij.
U kunt de reeksmodus ook
gebruiken in combinatie met
de Zelfontsp. activeren. Zie
‘Zelf op de foto—
Zelfontspanner’ op pag. 22.
De genomen foto's worden in
een raster weergeven op het
hoofdscherm. Druk op als
u een foto wilt bekijken.
Als u wilt terugkeren naar de
de zoeker van de reeksmodus,
kiest u Terug.
Zelf op de foto—Zelfontspanner
Met de zelfontspanner kunt u het nemen van een foto
uitstellen, zodat u zelf ook op de foto komt te staan. U stelt
de zelfontspanner in door Opties > Zelfontsp. activeren >
10 seconden, 20 seconden of 30 seconden te kiezen.
Selecteer Activeren als u de zelfontspanner wilt activeren.
Wanneer de zelfontspanner is geactiveerd, knippert het
zelfontspannersymbool () en hoort u een
geluidssignaal. De foto wordt genomen wanneer de
geselecteerde vertraging is verstreken. U kunt de
reeksmodus ook gebruiken in combinatie met de
Hoe hoger de kwaliteit, hoe meer geheugenruimte de
afbeelding inneemt.
Naar album - Geef aan of u de afbeelding in een bepaald
album wilt opslaan in Galerij. Als u Ja kiest, wordt een lijst
met beschikbare albums geopend.
Digitale zoom - Kies Aan als u maximaal wilt inzoomen.
Daarbij neemt de beeldresolutie af. Deze kan lager zijn dan
de instelling die u bij Afbeeldingskwaliteit hebt
geselecteerd. Als u de zoomafstand en de afname van de
resolutie wilt beperken, kiest u Uit.
Opgenomen afb. tonen - Kies Aan als u de opgenomen
foto wilt bekijken of Uit als u meteen verder wilt gaan met
foto's maken.
Stand.naam afbeelding - Selecteer Datum of Tekst.
Opnametoon - Hiermee kiest u de toon die moet klinken
bij het maken van een foto.
Gebruikt geheugen - Hiermee selecteert u de
opslaglocatie voor afbeeldingen.
Afbeeldingen bewerken
Als u de foto wilt bewerken die u zojuist hebt gemaakt,
kiest u Opties > Bewerken. Als u andere foto's wilt
bewerken, selecteert u deze in Galerij.
Kies Opties > Effect toepassen als u de foto wilt
bijsnijden en draaien, kenmerken zoals kleur, compressie
en resolutie wilt aanpassen of een effect, tekst, illustratie
of kader aan de foto wilt toevoegen.
Als u een afbeelding handmatig wilt bijsnijden, kiest u
Opties > Effect toepassen > Snijden > Handmatig. Er
wordt een rechthoek weergegeven dat aangeeft welk
gebied u wilt bijsnijden. Verschuif de bladertoets om de
linkerbovenhoek aan te geven van het gebied dat u wilt
bijsnijden en kies Instellen. Verschuif de bladertoets naar
de rechterbenedenhoek van het gebied dat u wilt
bijsnijden en kies Snijden.
Als u rode ogen in een foto wilt verminderen, selecteert u
Opties > Effect toepassen > Rode-ogenreductie.
Verplaats het kruis naar het oog en druk op . Er
verschijnt een lus in het display. Verschuif de bladertoets
zodat de lus even groot wordt als het oog. Druk op om
de rode kleur te verminderen.
Als u een illustratie wilt toevoegen aan een afbeelding,
selecteert u Opties > Effect toepassen > Pictogram.
Selecteer het gewenste item in de lijst en druk op . Als
u het item wilt verplaatsen, draaien, vergroten of
verkleinen, selecteert u Opties > Pictogr. verplaatsen,
Formaat pict. wijzig. of Pictogram roteren.
Camera
Als u tekst wilt toevoegen aan een afbeelding, selecteert
u Opties > Effect toepassen > Tekst. Voer de tekst in en
selecteer OK. Als u de tekst wilt bewerken, selecteert u
Opties > Tekst verplaatsen, Tekstformaat wijzig., Tekst
roteren of Kleur selecteren.
Sneltoetsen in de afbeeldingseditor:
• Als u een afbeelding in een volledig scherm wilt
bekijken, drukt u op . Druk nogmaals op om
terug te keren naar de normale weergave.
• Als u een afbeelding rechtsom of linksom wilt draaien,
drukt u op of .
• Als u wilt inzoomen of uitzoomen, drukt u op
of.
Tips voor het nemen van foto's
Fotokwaliteit
Gebruik de juiste fotokwaliteit. De camera heeft drie
instellingen voor de fotokwaliteit. Gebruik Afdrukken
voor grote foto's van 25x20 centimeter, E-mailvoor emails en foto's van maximaal 15x10 centimeter of MMS
voor multimediaberichten. Hoe hoger de kwaliteit, hoe
meer geheugenruimte de afbeelding inneemt. De kwaliteit
van een ingezoomde foto is lager dan die van een nietingezoomde foto. Als u de fotokwaliteit wilt wijzigen,
selecteert u Opties > Instellingen.
Achtergrond
Gebruik een eenvoudige achtergrond - Voorkom bij
portretten en andere foto's van mensen dat het onderwerp
tegen een rommelige, onoverzichtelijke achtergrond komt
te staan waardoor de aandacht wordt afgeleid. Verplaats
de camera of het onderwerp als de achtergrond
onbruikbaar is. Plaats de camera dichter bij het onderwerp
als u een scherpe portretfoto wilt maken.
Diepte
Wanneer u landschappen fotografeert, geven objecten op
de voorgrond de foto meer diepte. Als dit object echter te
dicht bij de camera staat, komt het mogelijk wazig op de
foto.
Belichtingssituaties
De lichtbron, lichtsterkte en invalshoek van het licht
hebben een enorme invloed op het uiteindelijke resultaat
van de foto. Hier volgen enkele typische
belichtingssituaties:
• Lichtbron achter het onderwerp - Voorkom dat het
onderwerp voor een sterke lichtbron staat. Als de
lichtbron achter het onderwerp staat of in het display
schijnt, zal de foto waarschijnlijk weinig contrast
hebben, te donker ogen en ongewenste
belichtingseffecten vertonen. U kunt dan de flitser
gebruiken om donkere delen extra te belichten. Zie
‘Flitser’ op pag. 21.
• Lichtbron aan de zijkant van het onderwerp - Een
sterke belichting vanaf de zijkant kan een opvallend
effect opleveren, maar soms ook weer leiden tot te veel
contrast.
• Lichtbron voor het onderwerp - Bij fel zonlicht zal het
onderwerp mogelijk met de ogen knijpen. De foto kan
dan ook te veel contrast hebben.
• Optimale belichting - Optimale belichting vindt u in
situaties met voldoende diffuus, zacht licht, zoals op
een heldere, lichtbewolkte dag of in de schaduw van
bomen op een zonnige dag.
Video recorder scherm
Symbolen voor de
videorecorder:
• De symbolen voor het
geheugen van het
apparaat ( ) en de
geheugenkaart ( ) (1)
geven aan waar de video
wordt opgeslagen.
• Het symbool voor de
huidige videolengte (2)
geeft de verstreken en
resterende tijd aan.
• Het microfoonsymbool
(3) geeft aan dat de microfoon wordt gedempt.
• Het bestandssymbool (4) geeft de bestandsindeling
van de videoclip aan.
Video's opnemen
Als de camera in de afbeeldingsmodus staat, selecteert u
de videomodus door Opties > Videomodus te kiezen.
Als u de tweede camera wilt selecteren (bijvoorbeeld als u
zelf ook in beeld wilt komen in de video), kiest u Opties >
Het zoomsymbool aan de zijkant geeft de zoomfactor aan.
Druk op of om in of uit te zoomen.
1 Druk op om de opname te starten. Het
Camera
opnamepictogram wordt weergegeven. De LEDindicator begint te branden en u hoort een geluid ten
teken dat de opname is gestart. Dit heeft geen effect
op de belichting van de video.
2 U kunt de opname op elk gewenst moment
onderbreken door op Pauze te drukken. Het
pauzepictogram knippert op het display. De videoopname wordt automatisch gestopt als u de opname
onderbreekt en gedurende één minuut niet op een
toets drukt.
3 Selecteer Doorgaan om de opname te hervatten.
4 Selecteer Stop om de opname te stoppen. De videoclip
wordt automatisch opgeslagen in de map
Afbeeldingen en video van Galerij. Zie ‘Galerij’ op
pag. 19.
Voor het selecteren van een opnamemodus of instellingen
voor de kleur en belichting of het bekijken van de Laatste
videoclip voordat u een opname start, raadpleegt u
‘Video-instellingen’ op pag. 26.
Ga als volgt te werk wanneer u een videoclip hebt
opgenomen:
• Als u de zojuist opgenomen videoclip direct wilt
afspelen, selecteert u Opties > Afspelen.
• Als u de film niet wilt behouden, selecteert u Opties >
Verwijderen.
• Als u wilt teruggaan naar de zoeker om een nieuwe
videoclip op te nemen, drukt u op .
• Als u de video wilt verzenden Via multimedia, Via e-
mail of Via Bluetooth, selecteert u Opties > Zenden.
Zie ‘Berichtuitwisseling’ op pag. 41 en ‘Bluetoothconnectiviteit’ op pag. 94 voor meer informatie. Deze
optie is niet beschikbaar tijdens een actief gesprek.
• Als u tijdens een actief gesprek een videoclip wilt
verzenden, selecteert u Opties > Verzenden naar
beller.
• Als u de videoclip wilt bewerken, selecteert u Opties >
Bewerken. Zie ook ‘Videoclips bewerken’ op pag. 31.
Video-instellingen
Als de zoeker actief is, drukt u op of selecteert u
Opties > Configuratie openen.
Druk op of om het item te selecteren dat u wilt
bekijken of aanpassen en druk op . Welke instellingen
beschikbaar zijn, is afhankelijk van de gebruikte camera.
Als u de zoeker opnieuw wilt activeren, drukt u op
Annuleer of .
Wanneer u de Camera sluit, worden de
standaardinstellingen weer actief.
De instellingen van elke opnamemodus zijn afgestemd op
een bepaalde stijl of omgeving.
Beschikbare opnamemodi: Automatisch of Nacht.
Ga naar de gewenste opnamemodus voor het maken van
een video en druk op .
Witbalans
Selecteer de gewenste instelling voor de huidige
belichtingsomstandigheden. Met behulp van deze optie
kunt u de kleuren van de camera nauwkeuriger instellen.
Ga naar de gewenste flitserinstelling en druk op .
Kleurtoon
Ga naar de gewenste kleureffectinstelling en druk op .
Laatste videoclip
Als u de laatste videofilm die u hebt opgenomen wilt
bekijken, drukt u op .
Video-instellingen
U kunt twee soorten instellingen gebruiken voor de
videorecorder: videorecorderinstellingen videoinstellingen. Zie ‘Video-instellingen’ op pagina 26 als u de
videorecorderinstellingen wilt wijzigen. Als u de camera
sluit, worden de standaardvideorecorderinstellingen weer
hersteld, maar de video-instellingen blijven hetzelfde tot
u deze weer wijzigt. Als u de video-instellingen wilt
wijzigen, selecteert u Opties > Instellingen en maakt u
een keuze uit de volgende opties:
Geluidsopname — Kies Aan om zowel beeld als geluid op
te nemen.
Videokwaliteit — Stel de kwaliteit van de videoclip in op
Hoog, Normaal of Delen. Als u Hoog of Normaal kiest,
wordt de lengte van de video-opname beperkt tot de
beschikbare ruimte op de geheugenkaart (indien
geplaatst) en tot maximaal één uur per clip. Als u de
videofilm op een compatibele tv of pc wilt bekijken, kiest
u de videokwaliteit Hoog. U hebt dan een CIF-resolutie
(352x288) en de bestandsindeling .mp4. Videoclips in
een .mp4-indeling kunnen niet als multimediabericht
worden verzonden. Als u de videoclip op een compatibel
mobiel apparaat wilt bekijken, selecteert u de kwaliteit
Normaal, zodat u een QCIF-resolutie (176x144) en de
bestandsindeling .3gp hebt. Als u de videoclip via MMS
wilt verzenden of wilt delen, selecteert u Delen
(QCIF-resolutie, bestandsindeling .3gp). Zie ‘Videobeelden
delen (netwerkdienst)’ op pag. 60. Deze videoclips kunnen
maximaal 300 kB groot zijn (een lengte van ongeveer 20
seconden). U kunt ze dan eenvoudig als multimediabericht
verzenden naar een compatibel apparaat. Het kan zijn dat
in een aantal netwerken alleen het verzenden van
multimediaberichten met een maximumformaat van 100
Als u uw afbeeldingen, videoclips, geluidsfragmenten,
playlists en koppelingen naar streaming-media wilt
opslaan en ordenen, drukt u in de opengevouwen modus
op en selecteert u Galerij. Als u de galerij wilt openen
vanuit de toepassing Camera, kiest u Opties > Ga naar
Galerij. In Camera is alleen de map Afbeeldingen en video
beschikbaar.
Tip! Als u van Galerij naar Camera wilt
overschakelen, selecteert u Opties > Naar camera in de
map Afbeeldingen en video.
Selecteer Afbeeldingen en
video, Tracks, Geluidsfragn,
Streaming kopp.,
Presentaties of Alle
bestanden en druk op .
U kunt mappen openen en
hierin bladeren. Daarnaast
kunt u items markeren,
kopiëren en naar mappen en
albums verplaatsen. U kunt
geluidsfragmenten,
videoclips, .ram-bestanden
en koppelingen naar streaming-media openen en afspelen
in de toepassing RealPlayer. Zie ‘RealPlayer’ op pag. 36.
U kunt ook albums maken en items in de albums
markeren, kopiëren en toevoegen. Zie ‘Albums’ op pag. 34.
Tip! U kunt afbeeldingen overbrengen van het
apparaat naar een compatibele pc waarop Nokia Phone
Browser beschikbaar is in Nokia PC Suite. Zie de cdrom die bij het apparaat is geleverd.
Druk op om een bestand te openen. Video's en
geluidsfragmenten worden in RealPlayer geopend en
muziek in de Music Player. Zie ‘Afbeeldingen en videoclips
bekijken’ op pag. 30. Zie ‘Music Player’ op pag. 79.
Als u bestanden wilt kopiëren of verplaatsen naar een
compatibele geheugenkaart of het geheugen van het
apparaat, selecteert u een bestand en kiest u Opties >
Verplaatsen en kopiëren > Kop. naar geh.kaart, Verpl.
naar geh.kaart, Kop. naar telef.geh. of Verpl. naar
telef.geh..
Bestanden die zijn opgeslagen op de geheugenkaart,
worden aangegeven met .
Bestanden die zijn opgeslagen op het geheugen van het
apparaat, worden aangegeven met .
U kunt de grootte van afbeeldingsbestanden verminderen
door Opties > Verkleinen te kiezen.
Als u het formaat van bestanden die u al naar andere
Galerij
locaties hebt gekopieerd (bijvoorbeeld een compatibele
pc) en geheugenruimte wilt vrijmaken, selecteert u in de
map Afbeeldingen en video een bestand en kiest u
Opties > Geheugen vrijmaken.
Als u met de browser bestanden wilt dowloaden naar
Galerij in een van de hoofdmappen, kiest u Graf.
dwnloads of Videodownlds, Trackdownloads of
Geluidsdownlds. De browser wordt geopend, waarna u
een bookmark kunt selecteren voor de website waarvan u
wilt downloaden.
Afbeeldingen en videoclips
bekijken
De foto's en videoclips die u met de camera hebt gemaakt,
worden opgeslagen in de map Afbeeldingen en video in
Galerij. Afbeeldingen en videoclips kunnen ook naar u
worden verzonden in een multimediabericht, als emailbijlage of via een Bluetooth-verbinding. Als u een
ontvangen afbeelding of videoclip in Galerij of in
RealPlayer wilt bekijken, moet u deze in het
apparaatgeheugen of op een compatibele geheugenkaart
opslaan.
Open de map Afbeeldingen en video in Galerij. De
bestanden met afbeeldingen en videoclips worden
opeenvolgend op datum weergegeven. Als u naar
afzonderlijke bestanden wilt bladeren, drukt u op of
. Als u door afzonderlijke bestanden in groepen wilt
bladeren, drukt u op of .
Als u een foto of videoclip wilt bewerken, selecteert u
Opties > Bewerken. Er verschijnt een editor voor
afbeeldingen of video's.
Als u een afbeelding of een videoclip wilt toevoegen aan
een album in Galerij, selecteert u Opties > Albums. > Naar
album. Zie ‘Albums’ op pag. 34.
Als u aangepaste videoclips wilt maken, selecteert u een of
meer videoclips in Galerij en kiest u Opties > Bewerken.
Zie ‘Videoclips bewerken’ op pag. 31.
Als u uw afbeeldingen wilt afdrukken op een compatibele
printer die op het apparaat is aangesloten of als
afdrukbestand wilt opslaan op een compatibele
geheugenkaart, kiest u Opties > Afdrukken. Zie
‘Afbeeldingen afdrukken’ op pag. 34.
Als u wilt inzoomen of uitzoomen op een afbeelding, kiest
u Opties > Inzoomen of Uitzoomen. De zoomfactor
verschijnt boven in het display. De zoomfactor wordt niet
permanent opgeslagen.