Gebruikershandleiding voor de
draadloze hoofdtelefoon (HDW-3)
9233111
Uitgave 1
CONFORMITEITSVERKLARING
NOKIA CORPORATION verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het product HDW-3
conform is aan de bepalingen van de volgende Richtlijn van de Raad: 1999/5/EG.
Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website:
http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een gedeelte ervan in
enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is verboden.
Nokia is een gedeponeerd handelsmerk van Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven
kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn.
Bluetooth is a registered trademark of Bluetooth SIG, Inc.
Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder
voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit
document worden beschreven.
In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten of voor enige bijzondere,
incidentele, onrechtstreekse of indirecte schade.
De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt. Tenzij vereist krachtens het
toepasselijke recht, wordt geen enkele garantie gegeven betreffende de nauwkeurigheid,
betrouwbaarheid of inhoud van dit document, hetzij uitdrukkelijk hetzij impliciet, daaronder mede
begrepen maar niet beperkt tot impliciete garanties betreffende de verkoopbaarheid en de geschiktheid
voor een bepaald doel. Nokia behoudt zich te allen tijde het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving
dit document te wijzigen of te herroepen.
De beschikbaarheid van bepaalde producten kan per regio verschillen. Neem hiervoor contact op met de
dichtstbijzijnde Nokia leverancier.
Laders en batterijen .................................................................................................................................... 6
Kaart in het verkooppakket....................................................................................................................... 6
2. Aan de slag ........................................................................................................7
De batterij opladen ..................................................................................................................................... 8
Als de batterij bijna leeg is.................................................................................................................... 9
De batterij vervangen...............................................................................................................................10
De hoofdtelefoon in- en uitschakelen................................................................................................. 12
De hoofdtelefoon voor het eerst gebruiken .......................................................................................12
De hoofdtelefoon aanpassen aan uw oor...........................................................................................13
De hoofdtelefoon achter uw oor plaatsen .........................................................................................15
De draadloze hoofdtelefoon HDW-3 kan zonder snoeren worden aangesloten op
een compatibele telefoon die de draadloze Bluetooth-technologie ondersteunt.
Dit geeft u volledige bewegingsvrijheid als u wilt bellen en oproepen wilt
ontvangen wanneer u onderweg of op kantoor bent.
Lees deze gebruikershandleiding aandachtig door voordat u de hoofdtelefoon
gebruikt. Uitgebreidere informatie vindt u in de gebruikershandleiding bij de
telefoon. Gebruik de gebruikershandleiding voor deze draadloze hoofdtelefoon
(HDW-3) niet in plaats van de gebruikershandleiding bij de telefoon. De
gebruikershandleiding bij de telefoon bevat belangrijke informatie over veiligheid
en onderhoud.
■ Draadloze Bluetooth-technologie
Bluetooth-apparaten communiceren via radiogolven. Uw Bluetooth-telefoon en
-hoofdtelefoon hoeven zich dus niet in elkaars gezichtsveld te bevinden. De twee
apparaten moeten zich wel binnen een straal van 10 meter van elkaar bevinden,
hoewel de verbinding storing kan ondervinden van obstakels zoals andere
elektronische apparatuur of een muur.
De hoofdtelefoon is speciaal ontworpen voor Nokia-telefoons die de draadloze
Bluetooth-technologie ondersteunen. De hoofdtelefoon kan echter samen met
alle compatibele Bluetooth-apparaten worden gebruikt die het handsfree of
hoofdtelefoonprofiel ondersteunen. ('Profiel' wil hier zeggen een set Bluetoothopdrachten die de telefoon gebruikt voor het besturen van de hoofdtelefoon.)
De hoofdtelefoon biedt de beste prestaties als deze wordt gebruikt in combinatie
met een compatibele Nokia-telefoon. Als u de hoofdtelefoon gebruikt met een
telefoon van een andere fabrikant, zijn mogelijk niet alle functies die in deze
handleiding worden besproken, beschikbaar.
In sommige landen gelden beperkingen voor het gebruik van Bluetoothapparaten. Vraag dit na bij de bevoegde instanties in uw land.
■ Laders en batterijen
Controleer het modelnummer van een lader voor gebruik met dit apparaat. De draadloze
hoofdtelefoon HDW-3 is bedoeld voor gebruik met de volgende laders: ACP-7, ACP-8,
ACP-9, ACP-12 en LCH-12.
Waarschuwing! Gebruik alleen batterijen en laders die zijn goedgekeurd door
Nokia voor gebruik met dit specifieke toebehoren. Het gebruik van andere typen
maakt elke goedkeuring of garantie ongeldig en kan gevaarlijk zijn.
Raadpleeg uw dealer voor de beschikbaarheid van goedgekeurde batterijen en
laders.
Wanneer u het netsnoer wilt loskoppelen van een randapparaat, moet u aan de
stekker trekken, niet aan het snoer.
■ Kaart in het verkooppakket
De kaart bevat het Bluetooth-code 0000, die u nodig hebt om de telefoon en de
hoofdtelefoon op elkaar af te stemmen. Bewaar deze kaart op een veilige plaats.
Zie De hoofdtelefoon voor het eerst gebruiken op pagina 12 voor instructies over
het gebruik van de code.
De hoofdtelefoon bestaat uit de volgende onderdelen:
1 - Aan/uit-toets: Schakelt de hoofdtelefoon in en uit.
2 - Toets voor beantwoorden/beëindigen: Beantwoordt of beëindigt een oproep.
Deze toets kunt u ook gebruiken voor spraakgestuurde nummerkeuze, herhaling
van het laatstgekozen nummer en doorschakeling van het actieve gesprek tussen
de hoofdtelefoon en de telefoon.
3 - Indicatorlampje: Geeft de huidige status van de hoofdtelefoon aan.
1. Sluit de kabel van de lader aan op de hoofdtelefoon. Zie Laders en batterijen op
pagina 6 voor een lijst met compatibele laders.
2. Sluit de lader aan op een stopcontact. Het rode indicatorlampje brandt tijdens
het opladen. Afhankelijk van de lader duurt het 1 tot 2 uur om de batterij
volledig op te laden.
3. Als de batterij geheel is opgeladen, brandt het groene indicatorlampje. Maak
de lader los van het stopcontact en de hoofdtelefoon.
Als de batterij bijna leeg is
Een volledig geladen batterij biedt capaciteit voor 5 uur gesprekstijd en maximaal
120 uur standby-tijd. (In de standby-modus is de hoofdtelefoon ingeschakeld
maar vindt geen telefoongesprek plaats.)
Als de batterij bijna leeg is, klinkt een piepsignaal in de hoofdtelefoon en begint
het rode indicatorlampje te knipperen. Laad de batterij op zoals hierboven wordt
beschreven.
Inschakelen: Houd de toets aan/uit twee seconden ingedrukt. De hoofdtelefoon
geeft een piepsignaal en het groene indicatorlampje begint snel te knipperen. Het
lampje gaat langzamer knipperen als de hoofdtelefoon met de telefoon is
verbonden.
Uitschakelen: Houd de toets aan/uit twee seconden ingedrukt. De hoofdtelefoon
geeft een piepsignaal en het rode indicatorlampje licht kort op.
■ De hoofdtelefoon voor het eerst gebruiken
1. Controleer of de telefoon is ingeschakeld.
2. Schakel de hoofdtelefoon in.
3. Open het Bluetooth-menu van de telefoon en controleer of de Bluetooth-
functie is geactiveerd.
4. Open het submenu waarin u de telefoon kunt instellen op het zoeken naar
Bluetooth-apparaten en start het zoeken.
De telefoon zoekt naar alle Bluetooth-apparaten binnen een straal van
ongeveer 10 meter en geeft deze weer in een lijst.
5. Selecteer de hoofdtelefoon in de lijst.
6. Voer de code 0000 in om de hoofdtelefoon en de telefoon op elkaar af te
stemmen. Als u de hoofdtelefoon niet binnen 5 minuten afstemt, wordt deze
uitgeschakeld wanneer u de hoofdtelefoon voor het eerst afstemt.
Nadat u de code hebt opgegeven, wordt de telefoon de standaardtelefoon voor
de hoofdtelefoon, tenzij u de hoofdtelefoon eerder op een andere telefoon
hebt afgestemd. Zie ook De hoofdtelefoon met verschillende telefoons
gebruiken op pagina 21.
De hoofdtelefoon geeft een piepsignaal en wordt weergegeven in het
telefoonmenu waarin u de Bluetooth-apparaten kunt zien die momenteel op
de telefoon zijn afgestemd.
7. Neem de hoofdtelefoon in gebruik (zie pagina 17).
■ De hoofdtelefoon aanpassen aan uw oor
De hoofdtelefoon kan op beide oren worden gedragen.
Kies voor een optimale pasvorm een van de hoofdbeugels uit het verkooppakket.
U kunt de richting van het oordopje wijzigen door de beugel los te maken van het
oordopje zoals in onderstaande afbeelding wordt weergegeven. Plaats de beugel
vervolgens terug en let daarbij op de markering L/R. L staat voor linkeroor en
Als u de hoofdtelefoon wilt verbinden met de telefoon, schakelt u de
hoofdtelefoon in of maakt u de verbinding via het Bluetooth-menu van
de telefoon.
De verbinding wordt bij het inschakelen van de hoofdtelefoon alleen automatisch
tot stand gebracht als de telefoon is ingesteld op ontvangst van Bluetoothverbindingsverzoeken zonder uw toestemming. Bij Nokia-telefoons kunt u dit
doen door de instellingen van de afgestemde apparaten te wijzigen in het
Bluetooth-menu.
Zie pagina 20 voor informatie over het verbreken van de verbinding tussen de
hoofdtelefoon en de telefoon.
■ Opbellen
Als de hoofdtelefoon is verbonden met de telefoon, kunt u op de gebruikelijke
wijze bellen met de telefoon.
■ Spraakgestuurde nummerkeuze
Als er geen gesprek actief is, houdt u de beantwoorden/beëindigen-toets
ingedrukt totdat u een toon hoort die aangeeft dat u de gewenste naam (het
spraaknummer) kunt inspreken. Spreek het spraaknummer in. Het spraaknummer
wordt herhaald en het bijbehorende telefoonnummer wordt gekozen.
U kunt spraakgestuurde nummerkeuze ook activeren met de telefoon. Raadpleeg
de gebruikershandleiding bij de telefoon voor meer informatie over
spraakgestuurde nummerkeuze. Deze functionaliteit is alleen beschikbaar als uw
telefoon spraakgestuurde nummerkeuze ondersteunt.
Druk tweemaal kort op de beantwoorden/beëindigen-toets als er geen gesprek
actief is.
■ Een oproep beantwoorden
Druk op de beantwoorden/beëindigen-toets om de oproep te beantwoorden.
U kunt de oproep ook op de normale wijze via de telefoon beantwoorden.
Als er een oproep binnenkomt, hoort u de beltoon die u in de telefoon hebt
geselecteerd ook door de hoofdtelefoon.
■ Een oproep beëindigen
Druk op de beantwoorden/beëindigen-toets om het actieve gesprek te
beëindigen.
U kunt de oproep ook op de normale wijze via de telefoon beëindigen.
■ Een oproep weigeren
Als u de oproep niet wilt beantwoorden, drukt u tweemaal kort op de
beantwoorden/beëindigen-toets.
■ Automatisch antwoorden
Als de functie voor het automatisch beantwoorden van oproepen is geactiveerd in
de telefoon, wordt de oproep na één keer overgaan automatisch beantwoord.
Druk op de toets volume omhoog om het volume te verhogen of op de toets
volume omlaag om het volume te verlagen. Als u het volume snel wilt aanpassen,
houdt u een van beide toetsen ingedrukt.
■ Schakelen tussen de telefoon en de hoofdtelefoon
tijdens een gesprek
U kunt het actieve gesprek tussen de hoofdtelefoon en de telefoon heen en weer
schakelen. Deze functionaliteit is beschikbaar bij alle compatibele Nokiatelefoons.
Het gesprek van de hoofdtelefoon naar de telefoon doorschakelen:
• houd de beantwoorden/beëindigen-toets ingedrukt. OF:
• Gebruik de desbetreffende functie van de telefoon.
Het gesprek van de telefoon naar de hoofdtelefoon doorschakelen:
• houd de beantwoorden/beëindigen-toets ingedrukt. OF:
• Gebruik de desbetreffende functie van de telefoon.
■ De verbinding tussen de hoofdtelefoon en de telefoon
verbreken
U kunt de verbinding tussen de hoofdtelefoon en de telefoon verbreken wanneer u
bijvoorbeeld een ander Bluetooth-apparaat bij de telefoon wilt gebruiken.
• Verbreek de verbinding tussen de hoofdtelefoon en de telefoon via het
Bluetooth-menu van de telefoon. OF:
• Plaats de hoofdtelefoon op een afstand van meer dan 10 meter van de
telefoon.
De verbinding met de hoofdtelefoon wordt tevens verbroken als de batterij leeg is.
U hoeft de afstemming tussen de telefoon en de hoofdtelefoon niet te verwijderen
om de hoofdtelefoon los te koppelen. Als u een afgestemde hoofdtelefoon
opnieuw wilt verbinden, wordt niet gevraagd naar de code.
De afgestemde hoofdtelefoon opnieuw verbinden met de
telefoon
Zie De afgestemde hoofdtelefoon verbinden met de telefoon op pagina 17.
■ De hoofdtelefoon met verschillende telefoons gebruiken
Voordat u de hoofdtelefoon bij de telefoon kunt gebruiken, moet u de telefoon en
de hoofdtelefoon op elkaar afstemmen. De hoofdtelefoon kan worden afgestemd
op maximaal 8 telefoons, maar kan slechts op één telefoon tegelijkertijd zijn
aangesloten.
De hoofdtelefoon gebruiken met verschillende afgestemde
telefoons
De telefoon die het eerst op de hoofdtelefoon werd afgestemd, is de
standaardtelefoon. De telefoon die het laatst bij de hoofdtelefoon werd gebruikt,
is de laatstgebruikte telefoon.
Als de hoofdtelefoon binnen een straal van 10 meter van verschillende
afgestemde telefoons wordt ingeschakeld, wordt binnen enkele seconden
geprobeerd verbinding te maken met de standaardtelefoon.
Als de hoofdtelefoon geen verbinding kan maken met de standaardtelefoon
(omdat deze bijvoorbeeld niet aanstaat of omdat de gebruiker de verbinding
weigert), wordt binnen enkele seconden verbinding gemaakt met de
laatstgebruikte telefoon.
Als de hoofdtelefoon niet met een van de telefoons kan worden verbonden, blijft
deze onvindbaar voor andere telefoons.
Als u de hoofdtelefoon wilt gebruiken met een afgestemde telefoon die niet de
standaardtelefoon of de laatstgebruikte telefoon is, brengt u de verbinding tot
stand vanuit het Bluetooth-menu van de telefoon.
■ De standaardinstellingen van de hoofdtelefoon
herstellen
U kunt de standaardinstellingen van de hoofdtelefoon herstellen als u
bijvoorbeeld de standaardgebruiker van de hoofdtelefoon wilt wijzigen.
Als u de standaardinstellingen herstelt, worden alle instellingen (waaronder de
afstemmingsgegevens) gewist.
De standaardinstellingen van de hoofdtelefoon herstellen: Houd de aan/uittoets samen met de volume omhoog-toets tien seconden ingedrukt. Als de
standaardinstellingen zijn hersteld, geeft de hoofdtelefoon tweemaal een
piepsignaal en knippert het indicatorlampje gedurende enkele seconden
afwisselend rood en groen.
De hoofdtelefoon wordt gevoed door een oplaadbare batterij. Behandel de batterij
goed en volg de onderstaande richtlijnen.
Laden en ontladen
• Een nieuwe batterij werkt pas optimaal nadat deze twee of drie keer volledig is geladen
en ontladen.
• De batterij kan honderden keren worden geladen en ontladen, maar zal uiteindelijk
slijten. Wanneer de gebruiksduur aanzienlijk korter is dan normaal, kunt u beter een
nieuwe batterij kopen.
• Gebruik alleen door Nokia goedgekeurde batterijen en laad de batterij alleen opnieuw op
met door Nokia goedgekeurde laders die voor dit apparaat zijn ontworpen. Haal de
stekker van de lader uit het stopcontact en het apparaat wanneer deze niet wordt
gebruikt. Laat de batterij niet aangesloten op een lader. Als u de batterij te lang oplaadt,
wordt de levensduur mogelijk korter. Als u een volledig geladen batterij niet gebruikt,
verliest deze na verloop van tijd de lading.
• Extreme temperaturen kunnen het laadvermogen van de batterij beïnvloeden.
• NiMH-batterijen gaan langer mee en geven betere resultaten als u ze regelmatig
volledig ontlaadt door de hoofdtelefoon aan te laten staan totdat deze zichzelf
uitschakelt. Probeer de batterij niet op een andere manier te ontladen.
• Gebruik de batterij alleen waarvoor deze is bedoeld. Gebruik nooit een lader of batterij
die beschadigd is.
• Wanneer u de hoofdtelefoon in hete of koude omgevingen bewaart, zoals in een
gesloten auto in de zomer of in de winter, verminderen de capaciteit en de levensduur
van de batterij. Probeer de batterij altijd te bewaren tussen 15°C en 25°C. Een
hoofdtelefoon met een warme of koude batterij werkt mogelijk tijdelijk niet, zelfs als de
batterij volledig is opgeladen. De batterijprestaties nemen vooral af bij temperaturen ver
onder het vriespunt.
•Waarschuwing: Gebruik alleen goedgekeurde batterijen (Nokia-batterij
onderdeelnummer 0774291). Niet-goedgekeurde batterijen kunnen ontploffen. Werp
batterijen niet in het vuur. Gooi batterijen weg volgens de voorschriften in uw land.
Recycle de batterijen indien mogelijk. Gooi ze niet weg met het huisafval.
De hoofdtelefoon is een product van superieur ontwerp en vakmanschap en dient goed te
worden onderhouden. De onderstaande suggesties helpen u de garantiedekking te
behouden.
• Zorg dat kleine kinderen niet bij accessoires en randapparaten kunnen.
• Houd de hoofdtelefoon droog. Neerslag, vochtigheid en alle typen vloeistof of vocht
kunnen mineralen bevatten die elektronische circuits laten roesten. Als het apparaat nat
wordt, verwijdert u de batterij en laat u het apparaat volledig drogen voordat u de
batterij vervangt.
• Bewaar of gebruik de hoofdtelefoon niet in stoffige, vuile omgevingen. De bewegende
delen en elektronische onderdelen kunnen beschadigd raken.
• Bewaar de hoofdtelefoon niet in warme omgevingen. Hoge temperaturen kunnen de
levensduur van elektronische apparaten verkorten, de batterijen beschadigen en
bepaalde kunststoffen vervormen of laten smelten.
• Bewaar de hoofdtelefoon niet in koude omgevingen. Wanneer het apparaat zijn normale
temperatuur terugkrijgt, kan er vocht worden gevormd in het apparaat en kunnen
elektronische printplaten beschadigd raken.
• Probeer de hoofdtelefoon niet te openen op een andere manier dan in deze handleiding
wordt beschreven.
• Laat de hoofdtelefoon niet vallen of ergens tegenaan stoten en schud deze niet door
elkaar. Door een ruwe behandeling kunnen de interne printplaten en fijne mechanismen
kapot gaan.
• Gebruik geen agressieve chemicaliën, oplosmiddelen of sterke reinigingsmiddelen om de