Nokia C2-05 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding Nokia C2–05
Uitgave 1.2
2 Inhoudsopgave

Inhoudsopgave

Veiligheid 4
Aan de slag 5
Toetsen en onderdelen 5 Een SIM-kaart en batterij plaatsen 6 Een geheugenkaart plaatsen 7 De batterij opladen 8 De telefoon in- of uitschakelen 9 GSM-antenne 10 Een koord bevestigen 10
Basistoepassing 10
Toegangscodes 10 De toetsen vergrendelen 11 Symbolen 11 Contacten en foto's kopiëren vanaf uw oude telefoon 12 Het volume van een oproep, nummer of video wijzigen 12 Uw apparaat offline gebruiken 13
Oproepen 13
Een oproep tot stand brengen 13 Het laatst gekozen nummer bellen 13 Uw gemiste oproepen weergeven 13
Contacten 14
Een naam en een telefoonnummer opslaan 14 Snelkeuze gebruiken 14
Tekst invoeren 15
Schakelen tussen tekstinvoermodi 15 Schrijven met traditionele tekstinvoer 15 Tekstvoorspelling gebruiken 16
Berichten 16
Een bericht verzenden 16
Spraakberichten beluisteren 17 Een audiobericht verzenden 17
De telefoon aanpassen aan uw voorkeuren 18
Informatie over het startscherm 18 Uw startscherm aanpassen 18 Snelkoppelingen aan uw startscherm toevoegen 18 Uw telefoontonen aanpassen 19
Connectiviteit 19
Bluetooth 19 USB-gegevenskabel 20
Klok 21
De tijd en datum wijzigen 21 Wekker 21
Muziek en audio 22
Mediaspeler 22 FM-radio 24
E-mail en Chat 25
Over E-mail 25 Een e-mail verzenden 25 E-mail lezen en beantwoorden 26 Informatie over Chatten 26 Chatten met vrienden 26
Webpagina's weergeven 26
Informatie over de webbrowser 26 Op internet surfen 27 Een bookmark toevoegen 27 Een webpagina aanpassen aan scherm van uw telefoon 28 Gegevenskosten besparen 28 Uw bladergeschiedenis wissen 28
Nokia-diensten 29
Nokia-diensten 29
Beschikbaarheid en kosten van Nokia-diensten 29 Nokia-diensten openen 29
Foto's en video's 29
Een foto maken 29 Een video opnemen 30 Een foto of video verzenden 30
Help zoeken 31
Ondersteuning 31 Abonneren op de dienst Tips en Aanbiedingen 31 Uw telefoonsoftware up-to-date houden 31
Het milieu beschermen 34
Energie besparen 34 Recyclen 34
Product- en veiligheidsinformatie 34
Index 41
Inhoudsopgave 3
4 Veiligheid

Veiligheid

Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.

SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN GEBIEDEN WAARBINNEN EEN GEBRUIKSVERBOD GELDT

Schakel het apparaat uit wanneer het gebruik van mobiele telefoons niet is toegestaan of wanneer dit storingen of gevaar kan opleveren, bijvoorbeeld in vliegtuigen, in ziekenhuizen of in de nabijheid van medische apparatuur, bij brandstof, chemicaliën of in gebieden waar explosieven worden gebruikt. Volg alle instructies op in gebieden waarbinnen een gebruiksverbod geldt.

VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG

Houd u aan alle lokale wetgeving. Houd tijdens het rijden altijd uw handen vrij om het voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.

STORING

Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking van het apparaat negatief beïnvloeden.

DESKUNDIG ONDERHOUD

Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd.

HOUD HET APPARAAT DROOG

Het apparaat is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.

GEHOORSCHADE VOORKOMEN

Luister naar een hoofdtelefoon met een gematigd geluidsvolume. Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker in gebruik is.

Aan de slag

Toetsen en onderdelen

Aan de slag 5
1 Luistergedeelte 2 Scherm 3 Selectietoetsen 4 Beltoets 5 Toetsenbord 6 Navi™-toets (bladertoets) 7 Einde / Aan/uit-toets 8 Nokia AV-aansluiting (3,5 mm) 9 Micro-USB-aansluiting 10 Laderaansluiting 11 Polsbandopening 12 Microfoon
6Aan de slag
13 Cameralens 14 Luidspreker

Een SIM-kaart en batterij plaatsen

Opmerking: Schakel het apparaat uit en zorg ervoor dat het apparaat niet met een
lader of een ander apparaat is verbonden als u covers wilt verwijderen. Raak de elektronische onderdelen niet aan terwijl u covers verwisselt. Bevestig altijd de covers voordat u het apparaat opbergt of gebruikt.
Belangrijk: Gebruik in dit apparaat geen mini-UICC SIM-kaarten (ook wel micro­SIM-kaarten genoemd), micro-SIM-kaarten met een adapter of SIM-kaarten met een mini-UICC-uitsnede (zie afbeelding). Een micro-SIM-kaart is kleiner dan de standaard SIM-kaart. Dit apparaat ondersteunt het gebruik van micro-SIM-kaarten niet en gebruik van incompatibele SIM-kaarten kan mogelijk de kaart of het apparaat beschadigen en gegevens op de kaart aantasten.
Belangrijk: Om schade aan de SIM-kaart te voorkomen, moet u altijd de batterij verwijderen voordat u de SIM-kaart installeert of uitneemt.
Deze telefoon is bedoeld voor gebruik met batterijen van het type BL-4C. Gebruik altijd originele Nokia-batterijen.
De SIM-kaart en de contactpunten ervan kunnen snel worden beschadigd door krassen en buigen, dus wees voorzichtig wanneer u de kaart vasthoudt, plaatst of verwijdert.
1 Plaats uw vinger in de gleuf boven aan de telefoon en til voorzichtig de
achtercover (1) op en verwijder deze.
2 Als de batterij geplaatst is, tilt u deze eruit (2).
Aan de slag 7
3 Plaats of verwijder de SIM-kaart (3 of 4). Zorg ervoor dat het contactgebied van
de kaart omlaag is gericht.
4 Lijn de contactpunten van de batterij en het batterijvak uit en plaats de batterij
(5). Als u de cover wilt terugplaatsen, houdt u de onderste vergrendelingen in de richting van de bijbehorende sleuven (6) en duwt u de cover naar beneden totdat deze vast klikt (7).

Een geheugenkaart plaatsen

Gebruik alleen compatibele geheugenkaarten die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat. Incompatibele kaarten kunnen de kaart en het apparaat beschadigen en gegevens op de kaart aantasten.
De telefoon biedt ondersteuning voor geheugenkaarten met een capaciteit tot 32 GB.
8Aan de slag
1 Verwijder de achtercover. 2 Zorg ervoor dat het contactgebied van de geheugenkaart naar beneden is gericht
en plaats de kaart. Duw de kaart in het apparaat tot deze vastklikt.
3 Plaats de achtercover weer op de telefoon.
De geheugenkaart verwijderen
Belangrijk: Verwijder de geheugenkaart niet wanneer deze door een toepassing
wordt gebruikt. Hierdoor kunnen de kaart en het apparaat beschadigd worden en kunnen gegevens op de kaart worden aangetast.
U kunt de geheugenkaart verwijderen of vervangen zonder de telefoon uit te schakelen.
1 Verwijder de achtercover. 2 Duw de kaart in het apparaat tot deze wordt ontgrendeld, en trek de kaart eruit. 3 Plaats de achtercover weer op de telefoon.

De batterij opladen

Uw batterij is in de fabriek gedeeltelijk opgeladen, maar u moet deze mogelijk opnieuw opladen voordat u uw telefoon voor het eerst kunt inschakelen.
Als de telefoon aangeeft dat het batterijniveau laag is, moet u het volgende doen:
Aan de slag 9
1 Sluit de lader aan op een stopcontact. 2 Sluit de lader aan op de telefoon. 3 Wanneer de batterij aangeeft volledig opgeladen te zijn, koppelt u de lader los
van de telefoon en haalt u de stekker uit het stopcontact.
U hoeft de batterij niet een bepaalde tijd op te laden en u kunt de telefoon al gebruiken terwijl het nog aan het opladen is. Tijdens het opladen kan de telefoon warm aanvoelen.
Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren voordat de batterij­indicator wordt weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen.
Als u de batterij lange tijd niet hebt gebruikt, is het mogelijk dat u de lader moet aansluiten, ontkoppelen en vervolgens opnieuw moet aansluiten om het opladen te starten.
Het opladen van de telefoon tijdens het luisteren naar de radio beïnvloedt mogelijk de ontvangst.

De telefoon in- of uitschakelen

Houd de aan/uit-toets ingedrukt
.
U wordt mogelijk gevraagd of u de configuratie-instellingen wilt ophalen bij uw netwerkserviceprovider. Neem contact op met uw netwerkserviceprovider voor meer informatie over deze netwerkdienst.
10 Basistoepassing

GSM-antenne

Het gebied rond de antenne is gemarkeerd.
Vermijd contact met de antenne als de antenne in gebruik is. Contact met antennes kan de kwaliteit van de communicatie nadelig beïnvloeden en kan tijdens het gebruik leiden tot een kortere de levensduur van de batterij door een hoger stroomverbruik.

Een koord bevestigen

Polsbanden zijn mogelijk apart verkrijgbaar.

Basistoepassing

Toegangscodes

De beveiligingscode beschermt uw apparaat tegen ongeoorloofd gebruik. U kunt de code maken en wijzigen, en het apparaat zo instellen dat naar de code wordt gevraagd. Houd de code geheim en bewaar deze op een veilige plek, uit de buurt van het apparaat. Als u de code bent vergeten en het apparaat is vergrendeld, heeft het apparaat onderhoud nodig. Mogelijk worden daarvoor extra kosten in rekening gebracht en worden alle persoonlijke gegevens van het apparaat verwijderd. Voor
Basistoepassing 11
meer informatie neemt u contact op met een Nokia Care-center of de leverancier van uw apparaat.
De PIN-code die bij de SIM-kaart wordt geleverd, beschermt de kaart tegen ongeautoriseerd gebruik. De PIN2-code die bij sommige SIM-kaarten wordt geleverd, is vereist om toegang tot bepaalde diensten te krijgen. Als u de PIN- of PIN2-code drie maal achter elkaar verkeerd invoert, wordt u om de PUK- of PUK2-code gevraagd. Als u niet over deze codes beschikt, kunt u contact opnemen met uw serviceprovider.
De module-PIN is vereist voor toegang tot de gegevens in de beveiligingsmodule van uw SIM-kaart. De ondertekenings-PIN kan nodig zijn voor de digitale handtekening. Het blokkeerwachtwoord is vereist voor het blokkeren van oproepen.
Selecteer Menu > Instellingen > Beveiliging om in te stellen hoe het apparaat de toegangscodes en beveiligingsinstellingen gebruikt.

De toetsen vergrendelen

Vergrendel de toetsen om te voorkomen dat er per ongeluk een oproep tot stand wordt gebracht terwijl de telefoon in uw zak of tas zit.
Sluit de schuif en selecteer Blokkrn.
De toetsen ontgrendelen
Open de schuif als deze is gesloten of selecteer Vrijgeven > OK. Selecteer Vrijgeven als de schuif open is en druk op *.
De toetsen zo instellen dat ze automatisch worden vergrendeld
1 Selecteer Menu > Instellingen en Apparaat > Aut. toets.blokk. > Aan. 2 Geef de tijdsduur op waarna de toetsen automatisch worden vergrendeld.

Symbolen

U hebt ongelezen berichten. U hebt berichten die nog niet zijn verzonden, zijn geannuleerd of waarvan de verzending is mislukt. De toetsen zijn vergrendeld. Het apparaat gaat niet over wanneer oproepen of tekstberichten worden ontvangen.
of Het apparaat is geregistreerd op het GPRS- of EGPRS-netwerk.
of Er is een open GPRS- of EGPRS-verbinding.
of De GPRS- of EGPRS-verbinding is onderbroken (in wachtstand).
De wekker is ingesteld.
Bluetooth is geactiveerd.
12 Basistoepassing
Alle inkomende oproepen worden doorgeschakeld naar een ander nummer. Oproepen zijn beperkt tot een specifieke gebruikersgroep. Er is een tijdelijk profiel ingeschakeld. Er is een headset aangesloten op het apparaat.
Het apparaat is via een USB-gegevenskabel verbonden met een ander apparaat.

Contacten en foto's kopiëren vanaf uw oude telefoon

Wilt u de inhoud van uw vorige compatibele Nokia-telefoon kopiëren en uw nieuwe telefoon snel in gebruik nemen? U kunt bijvoorbeeld contacten, agenda-items en foto's gratis naar uw nieuwe telefoon kopiëren.
1 Activeer Bluetooth in beide telefoons.
Selecteer Menu > Instellingen > Connectiviteit > Bluetooth. 2 Selecteer Menu > Instellingen > Sync. en back-up. 3 Selecteer Telefoonoverdr. > Kop. nr dit app.. 4 Selecteer de inhoud die u wilt kopiëren en OK. 5 Selecteer uw vorige telefoon in de lijst. 6 Als voor de andere telefoon een toegangscode is vereist, voert u deze in. De
toegangscode, die u zelf mag definiëren, moet in beide telefoons worden
ingevoerd. Sommige telefoons hebben een vaste toegangscode. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van de andere telefoon voor meer informatie.
De code is alleen geldig voor de huidige verbinding. 7 Sta de verbinding en kopieerverzoeken toe wanneer hierom wordt gevraagd.

Het volume van een oproep, nummer of video wijzigen

Blader omhoog of omlaag.
Dankzij de interne luidspreker kunt u vanaf korte afstand spreken en luisteren zonder dat u het apparaat aan uw oor hoeft te houden.
Oproepen 13
De luidspreker tijdens een oproep activeren
Selecteer Luidspr..

Uw apparaat offline gebruiken

Op plaatsen waar het niet is toegestaan oproepen te doen of te ontvangen, kunt u het profiel Vlucht activeren en spelletjes spelen of muziek beluisteren.
Selecteer Menu > Instellingen > Profielen en Vlucht > Activeer.
geeft aan dat het profiel Vlucht is geactiveerd.
Waarschuwing:
Wanneer het profiel Vlucht is geactiveerd, kunt u geen oproepen doen of ontvangen en kunnen ook andere functies waarvoor netwerkdekking vereist is, niet worden gebruikt. Als u wilt bellen, moet u een ander profiel activeren.

Oproepen

Een oproep tot stand brengen

1 Open de schuif. 2 Voer op het startscherm het telefoonnummer in.
Als u een nummer wilt wissen, selecteert u Wissen.
3 Druk op de beltoets. 4 Druk op de eindetoets om de oproep te beëindigen.

Het laatst gekozen nummer bellen

Probeert u iemand te bellen, maar neemt diegene niet op? U kunt het eenvoudig opnieuw proberen.
Druk in het startscherm op de beltoets, selecteer het nummer in de lijst en druk opnieuw op de beltoets.

Uw gemiste oproepen weergeven

Wilt u zien van wie die gemiste oproep was?
Selecteer Bekijk in het startscherm. De naam van de beller wordt weergegeven als deze is opgeslagen in de contactenlijst.
Gemiste en ontvangen oproepen worden alleen in het logboek vastgelegd indien dit wordt ondersteund door het netwerk en de telefoon is ingeschakeld en zich binnen het netwerkdienstgebied bevindt.
Loading...
+ 30 hidden pages