De SIM-kaart en de batterij plaatsen5
Toetsen en onderdelen6
In- of uitschakelen6
De batterij opladen6
Antenne's7
Headset7
Een geheugenkaart plaatsen8
Verwijder de microSD-kaart9
Een USB-gegevenskabel aansluiten9
De polsband bevestigen9
Toegangscodes10
Toetsenslot10
Uw apparaat gebruiken zonder SIMkaart11
Toepassingen die op de achtergrond
worden uitgevoerd11
Oproepen11
Oproepen plaatsen en
beantwoorden11
Luidspreker12
Snelkeuzetoetsen12
Tekst invoeren12
Tekstmodi12
Gewone tekstinvoer13
Tekstinvoer met woordenboek13
Door de menu's navigeren13
Berichten14
Tekst- en multimediaberichten14
Flitsberichten15
Nokia Xpress-audioberichten 15
Nokia Messaging-dienst16
Voicemail16
Berichtinstellingen16
Contacten17
Foto's18
Foto's maken en videoclips
opnemen18
Uw afbeeldingen en videoclips
weergeven18
Muziek19
Muziekspeler19
FM-radio20
Oproeplog 21
Web of internet 21
Verbinding maken met een
webservice21
Instellingen21
Profielen21
Tonen22
Scherm22
Datum en tijd22
Snelkoppelingen22
Synchronisatie en back-up23
Connectiviteit23
Telefooninstellingen voor oproepen24
Accessoires25
Configuratie25
Fabrieksinstellingen terugzetten26
Toepassingen26
Wekker26
Galerij26
Extra26
Recorder27
Taken27
Operatormenu28
SIM-diensten28
Groene tips28
Energie besparen28
Recyclen28
Product- en
veiligheidsinformatie29
Index37
Inhoudsopgave3
4Veiligheid
Veiligheid
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of
onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN GEBIEDEN WAARBINNEN EEN GEBRUIKSVERBOD GELDT
Schakel het apparaat uit wanneer het gebruik van mobiele telefoons niet is
toegestaan of wanneer dit storingen of gevaar kan opleveren, bijvoorbeeld
in vliegtuigen, in de nabijheid van medische apparatuur, brandstof,
chemicaliën of gebieden waar explosieven worden gebruikt.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houdt u aan de lokale wetgeving. Houd tijdens het rijden uw handen vrij om
uw voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te
hebben terwijl u rijdt.
STORING
Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de
werking van het apparaat negatief beïnvloeden.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of
gerepareerd.
HOUD HET APPARAAT DROOG
Het apparaat is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
GEHOORSCHADE VOORKOMEN
Luister naar een hoofdtelefoon met een gematigd geluidsvolume. Houd het
apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker in gebruik is.
Ondersteuning5
Ondersteuning
Als u meer wilt weten over hoe u uw product kunt gebruiken of als u niet zeker weet
hoe uw apparaat behoort te werken, gaat u naar www.nokia.com/support. Voor
mobiele apparaten kijkt u op www.nokia.mobi/support.
Als u hiermee het probleem niet kunt oplossen, gaat u als volgt te werk:
•Schakel uw apparaat opnieuw in. Schakel het apparaat uit en verwijder de batterij.
Plaats de batterij na ongeveer een minuut weer in het apparaat en schakel het
apparaat in.
•Stel de oorspronkelijke fabriekswaarden weer in.
•Werk uw apparaatsoftware bij.
Als het probleem nog steeds niet is opgelost, neemt u contact op met Nokia om het
apparaat te laten repareren. Ga naar www.nokia.com/repair. Voordat u het apparaat
opstuurt voor reparatie, moet u altijd een back-up van de gegevens op het apparaat
maken.
Aan de slag
De SIM-kaart en de batterij plaatsen
De SIM-kaart en de contactpunten van de kaart kunnen gemakkelijk door krassen of
buigen worden beschadigd. Wees daarom voorzichtig wanneer u de kaart vastpakt,
plaatst of verwijdert.
Belangrijk: Gebruik in dit apparaat geen mini-UICC SIM-kaarten (ook wel micro-
SIM-kaarten genoemd), micro-SIM-kaarten met een adapter of SIM-kaarten met een
mini-UICC-uitsnede (zie afbeelding). Een micro-SIM-kaart is kleiner dan de standaard
SIM-kaart. Dit apparaat ondersteunt het gebruik van micro-SIM-kaarten niet en gebruik
van incompatibele SIM-kaarten kan mogelijk de kaart of het apparaat beschadigen en
gegevens op de kaart aantasten.
1 Plaats uw vinger in de gleuf onder aan het apparaat en til voorzichtig de achtercover
(1) op en verwijder het.
6Aan de slag
2 Als de batterij geplaatst is, tilt u deze eruit (2).
3 Plaats de SIM-kaart. Zorg ervoor dat het contactgebied van de kaart naar beneden
is gericht (3, 4).
4 Lijn de contactpunten van de batterij en het batterijvak uit en plaats de batterij (5).
Als u de cover will terugplaatsen, houdt u de bovenste vergrendelingen in de
richting van de bijbehorende sleuven (6) en duwt u de cover naar beneden totdat
deze vastklikt (7).
Batterij veilig verwijderen. Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat
u de batterij verwijdert.
Toetsen en onderdelen
Aansluiting hoofdtelefoon (3,5
1
mm)
2Luistergedeelte
3Scherm
4Selectietoetsen
5Navi™-toets (bladertoets)
6Beltoets
7Aan/uit-toets
8Toetsenblok
9Aansluiting lader
10Micro USB-aansluiting
11Luidspreker
12Cameralens (alleen Nokia C1–01)
13Microfoon
In- of uitschakelen
Houd de aan/uit-toets ingedrukt.
De batterij opladen
De batterij is in de fabriek al gedeeltelijk opgeladen. Als het apparaat aangeeft dat het
batterijniveau laag is, moet u het volgende doen:
Aan de slag7
1 Sluit de lader aan op een gewone wandcontactdoos.
2 Sluit de lader aan op het apparaat.
3 Wanneer de batterij aangeeft volledig opgeladen te zijn, koppelt u de lader los van
het apparaat en haalt u de stekker uit het stopcontact.
U hoeft de batterij niet een bepaalde tijd op te laden en u kunt het apparaat al gebruiken
terwijl het nog aan het laden is. Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele
minuten duren voordat de indicator voor het laden van de batterij op het scherm wordt
weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen.
Antenne's
Het apparaat kan interne en externe antennes hebben. Vermijd onnodig contact met
het gebied rond de antenne als de antenne aan het zenden of ontvangen is. Contact
met antennes kan de kwaliteit van de communicatie nadelig beïnvloeden en kan tijdens
gebruik leiden tot een hoger stroomverbruik en tot een kortere levensduur van de
batterij.
Headset
Waarschuwing:
Wanneer u de hoofdtelefoon gebruikt, kan uw vermogen om geluiden van buitenaf te
horen negatief worden beïnvloed. Gebruik de hoofdtelefoon niet wanneer dit uw
veiligheid in gevaar kan brengen.
Als u externe apparaten of hoofdtelefoons op de netstroomconnector van Nokia aansluit
die niet door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat, moet u extra letten
op het geluidsniveau.
8Aan de slag
Sluit geen producten aan die een uitgangssignaal afgeven, aangezien het apparaat dan
beschadigd kan raken. Sluit geen energiebron aan op de netstroomconnector van Nokia.
Een geheugenkaart plaatsen
Gebruik alleen compatibele micro-SD-kaarten die door Nokia is goedgekeurd voor
gebruik met dit apparaat. Nokia maakt gebruik van goedgekeurde industriële normen
voor geheugenkaarten, maar sommige merken zijn mogelijk niet geheel compatibel
met dit apparaat. Incompatibele kaarten kunnen de kaart en het apparaat beschadigen
en gegevens op de kaart aantasten.
De telefoon is geschikt voor microSD-kaarten met een capaciteit tot 32 GB.
Er is mogelijk een compatibele geheugenkaart bij het apparaat geleverd en al in het
apparaat geplaatst. Als dat niet het geval is, gaat u als volgt te werk:
1 Open de achterste cover.
2 Zorg ervoor dat het contactgebied van de kaart naar beneden is gericht. Duw de
kaart naar binnen, totdat u een klik hoort.
3 Plaats de achtercover terug.
Aan de slag9
Verwijder de microSD-kaart
Belangrijk: Verwijder de geheugenkaart niet op het moment dat er een
bewerking wordt uitgevoerd waarbij de kaart wordt gebruikt. Hierdoor kunnen de kaart
en het apparaat beschadigd worden en kunnen gegevens op de kaart worden
aangetast.
U kunt de geheugenkaart tijdens het gebruik van de telefoon verwijderen of
terugplaatsen zonder dat u het apparaat uitzet, maar zorg ervoor dat de geheugenkaart
door geen enkele toepassing wordt gebruikt.
Een USB-gegevenskabel aansluiten
Sluit een compatibele USB-gegevenskabel aan op de USB-connector. U moet eventueel
een USB-kabel afzonderlijk kopen.
Selecteer Menu > Instellingen > Connec-tiviteit > USB-ggvnskabel en de gewenste
modus als u de USB-instellingen wilt wijzigen.
De polsband bevestigen
Haal de polsband erdoor en trek deze strak.
Nokia C1–01:
10 Aan de slag
Nokia C1–02:
Toegangscodes
Met de beveiligingscode kunt u uw apparaat beschermen tegen onbevoegd gebruik. De
vooraf ingestelde code is 12345. U kunt de code maken en wijzigen en het apparaat
instellen zodat het om de code vraagt. Houd de code geheim en veilig opgeborgen,
gescheiden van het apparaat. Als u de code vergeet en het apparaat wordt vergrendeld,
moet u uw apparaat wegbrengen voor onderhoud. Mogelijk worden hiervoor extra
kosten in rekening gebracht en worden alle persoonlijke gegevens op uw apparaat
verwijderd. Neem voor meer informatie contact op met een Nokia Care-center of de
dealer waar u uw apparaat hebt gekocht.
De PIN-code die bij de SIM-kaart wordt geleverd beschermt de kaart tegen
ongeautoriseerd gebruik. De PIN2-code die bij sommige SIM-kaarten wordt geleverd is
vereist om sommige diensten te kunnen bereiken. Als u de PIN- of PIN2-code drie maal
achter elkaar verkeerd invoert, wordt u om de PUK- of PUK2-code gevraagd. Als u deze
niet hebt, neemt u contact op met uw serviceprovider.
De module-PIN is vereist voor toegang tot de gegevens in de beveiligingsmodule van
uw SIM-kaart. De handtekening-PIN kan nodig zijn voor de digitale handtekening. Het
blokkeerwachtwoord is vereist voor het blokkeren van oproepen.
Selecteer Menu > Instellingen > Beveiliging om in te stellen hoe het apparaat de
toegangscodes en beveiligingsinstellingen gebruikt.
Toetsenslot
U voorkomt dat u per ongeluk toetsen indrukt door Menu te selecteren en binnen 3,5
seconde op * te drukken om het toetsenblok te vergrendelen.
Oproepen11
Als u het toetsenblok wilt ontgrendelen, selecteert u Vrijgev. en drukt u binnen 1,5
seconde op *. Wanneer de toetsenblokkering ter beveiliging is geactiveerd, dient u de
beveiligingscode in te voeren wanneer u dit wordt gevraagd.
Als u het toetsenblok zo wilt instellen dat het automatisch wordt vergrendeld wanneer
het apparaat een opgegeven tijd niet is gebruikt, selecteert u Menu > Instellingen >
Telefoon > Automatische toetsenblokkering > Aan.
Druk op de beltoets om een oproep te beantwoorden als het toetsenblok is vergrendeld.
Wanneer u een oproep beëindigt of niet aanneemt, worden de toetsen automatisch
weer vergrendeld.
Wanneer het apparaat is vergrendeld, kunt u mogelijk nog wel het geprogrammeerde
alarmnummer kiezen.
Uw apparaat gebruiken zonder SIM-kaart
Sommige functies van het apparaat, o.a. spelletjes, kunnen worden gebruikt zonder dat
een SIM-kaart is geplaatst. Functies die niet beschikbaar zijn in het offline profiel,
kunnen niet in menu's worden geselecteerd.
Toepassingen die op de achtergrond worden uitgevoerd
Als toepassingen op de achtergrond worden uitgevoerd, vergt dit extra
batterijcapaciteit en neemt de gebruiksduur van de batterij af.
Toepassingen die meestal op de achtergrond worden uitgevoerd zijn bijvoorbeeld de
toepassingen Radio en Muziekspeler.
Oproepen
Oproepen plaatsen en beantwoorden
Een oproep plaatsen
Voer het telefoonnummer in, eventueel inclusief de landcode en het netnummer, en
druk op de beltoets.
Een inkomende oproep beantwoorden
Druk op de beltoets.
Een oproep weigeren
Druk op de beëindigingstoets.
Het volume aanpassen
Met de bladertoets omhoog of omlaag bladeren tijdens een telefoongesprek.
12 Tekst invoeren
Luidspreker
Selecteer Luidspr. of Norm. om de luidspreker of het luistergedeelte te gebruiken
tijdens een gesprek. Deze voorzieningen zijn mogelijk niet op alle uitvoeringen
beschikbaar.
Waarschuwing:
Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor beschadigen.
Luister naar muziek op een gematigd geluidsvolume. Houd het apparaat niet dicht bij
uw oor wanneer de luidspreker in gebruik is.
Snelkeuzetoetsen
Een telefoonnummer aan een cijfertoets toewijzen
Selecteer Menu > Contacten > Meer > Snelkeuze, blader naar het gewenste nummer
(2-9) en selecteer Wijs toe. Voer het gewenste telefoonnummer in of selecteer
Zoeken en een opgeslagen contact.
Snelkeuze activeren
Selecteer Menu > Instellingen > Oproepen > Snelkeuze > Aan.
Een nummer bellen via snelkeuzetoetsen
Houd in het startscherm de gewenste cijfertoets ingedrukt.
Tekst invoeren
Tekstmodi
Voor het invoeren van tekst (bijvoorbeeld in SMS-berichten) kunt u gewone tekstinvoer
of tekstvoorspelling gebruiken.
Houd tijdens het schrijven Opties even ingedrukt om over te schakelen van gewone
tekstinvoer (aangeduid met
omgekeerd. Tekstvoorspelling is niet voor alle talen beschikbaar.
Hoofdletters en kleine letters worden aangegeven door
Als u van hoofdletters wilt overschakelen op kleine letters of omgekeerd, drukt u op
#. Als u van letters wilt overschakelen op nummers (aangeduid met
ingedrukt en selecteert u Nummermodus. Als u van nummers wilt overschakelen naar
letters, houdt u # ingedrukt.
Als u een andere schrijftaal wilt instellen, selecteert u Opties > Schrijftaal.
) naar tekstvoorspelling (aangeduid met ) en
, en .
) houdt u #
Loading...
+ 26 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.