Belangrijk: Lees de gedeelten ’Voor uw veiligheid’ en ’Product- en veiligheidsinformatie’ in
de gedrukte gebruikershandleiding of op www.nokia.com/support voordat u het apparaat in
gebruik neemt, voor belangrijke informatie over een veilig gebruik van uw apparaat en batterij.
Lees de gedrukte handleiding om aan de slag te gaan met uw nieuwe apparaat.
Houd uw telefoon up-to-date en installeer de beschikbare software-updates om nieuwe
en verbeterde functies voor uw telefoon te krijgen. Met software-updates kunt u ook de
prestaties van uw telefoon verbeteren.
KEYS AND PARTS
Your phone
This user guide applies to the following models: TA-1484, N152DL.
Some of the accessories mentioned in this user guide, such as charger, headset, or data cable,
may be sold separately.
Onderdelen en aansluitingen, magnetisme
Sluit niet aan op producten die een uitgangssignaal afgeven, aangezien dit het apparaat kan
beschadigen. Sluit geen energiebron aan op de audio-aansluiting. Als u externe apparaten of
externe headsets aansluit op de audioaansluiting die niet zijn goedgekeurd voor gebruik met
dit apparaat, moet u extra letten op het geluidsniveau.
Bepaalde onderdelen van het apparaat zijn magnetisch. Metaalhoudende materialen
kunnen door dit apparaat worden aangetrokken. Houd creditcards en andere magnetische
opslagmedia niet gedurende langere tijd in de buurt van het apparaat, aangezien de kaarten
hierdoor kunnen worden beschadigd.
INSERT THE SIM AND MEMORY CARDS
Insert the cards
1. Put your fingernail in the back cover opening slot, bend the back cover open, and remove it.
2. Slide the nano-SIM into the SIM card slot with the contact area face down.
3. If you have a memory card, slide it in the memory card slot.
4. Put back the back cover.
Let op: Schakel het apparaat uit en ontkoppel de lader en elk ander apparaat voordat u covers
verwijdert. Vermijd contact met elektronische onderdelen terwijl u covers vervangt. Bewaar
en gebruik het apparaat nooit zonder cover.
Belangrijk: Verwijder de geheugenkaart niet wanneer deze door een app wordt gebruikt.
Daardoor zou de geheugenkaart en het apparaat evenals de gegevens op de kaart kunnen
beschadigen.
Tip: Gebruik een snelle microSD-kaart van maximaal 256 GB van een vertrouwde fabrikant.
UW TELEFOON OPLADEN
De batterij opladen
1. Steek een compatibele lader in een stopcontact.
2. Sluit de kabel aan op uw telefoon.
Uw telefoon ondersteunt de USB-C-kabel. U kunt uw telefoon ook met een USB-kabel vanaf
een computer opladen, maar het opladen kan dan langer duren.
Als de batterij volledig is ontladen, kan het enkele minuten duren voordat de batterij-indicator
wordt weergegeven.
UW TELEFOON INSCHAKELEN EN INSTELLEN
Uw telefoon inschakelen
Wanneer u de telefoon de eerste keer inschakelt, leidt uw telefoon u door de configuratie van
uw netwerkverbindingen en telefooninstellingen.
3. Volg de instructies die op uw telefoon worden weergegeven.
Gegevens vanaf uw vorige telefoon overbrengen
U kunt gegevens vanaf een oude telefoon via uw Google-account op uw nieuwe telefoon
overzetten.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw oude telefoon als u een back-up wilt maken van de
gegevens op uw oude telefoon naar uw Google-account.
App-instellingen van uw vorige Android™-telefoon terugzetten
Als uw vorige telefoon een Android-apparaat was en u hierop back-up van uw gegevens naar uw
Google-account had ingesteld, kunt u uw app-instellingen en wachtwoorden terugzetten.
1. Tik op Instellingen > Wachtwoorden en accounts > Account toevoegen > Google .
2. Selecteer welke gegevens u op uw nieuwe telefoon wilt terugzetten. Het synchroniseren
wordt automatisch gestart wanneer uw telefoon is verbonden met internet.
Uw telefoon uitschakelen
Druk tegelijkertijd op de aan/uit-toets en de toets Volume omhoog en selecteer Uitschakelen
om uw telefoon uit te zetten.
Tip: Om uw telefoon uit te schakelen door de aan/uit-toets ingedrukt te houden, tikt u
op Instellingen > Systeem > Gebaren > Aan/uit-toets ingedrukt houden en schakelt u
Ingedrukt houden voor Assistent uit.
HET AANRAAKSCHERM GEBRUIKEN
Belangrijk: Voorkom krassen op het aanraakscherm. Gebruik nooit een pen, potlood of ander
Het scherm draait automatisch als u de telefoon 90 graden draait.
Als u het scherm in de staande modus wilt vergrendelen, veegt u omlaag vanaf de bovenkant
van het scherm en tikt u op Automatische rotatie > Uit .
Navigeren met gebaren
Als u gebarennavigatie wilt gebruiken, tikt u op Instellingen > Systeem > Gebaren >
Systeemnavigatie > Gebarennavigatie .
• Als u al uw apps wilt weergeven, veegt u op het startscherm omhoog vanaf de onderkant van
het scherm.
• Als u uw startscherm wilt weergeven, veegt u van onder naar boven op uw scherm. De app
waarin u zich bevond, blijft op de achtergrond geopend.
• Als u wilt zien welke apps zijn geopend, veegt u van onder naar boven zonder uw vinger
van het scherm te halen totdat u de apps ziet. Als u naar een andere geopende app wilt
overschakelen, tikt u op de gewenste app. Als u alle geopende apps wilt sluiten, veegt u naar
rechts door alle apps en tikt u op ALLES WISSEN .
• Als wilt teruggaan naar het vorige scherm, veegt u vanaf de rechter- of linkerrand van het
scherm. Uw telefoon onthoudt alle apps en websites die u hebt bezocht sinds de laatste
keer dat uw scherm werd vergrendeld.
Navigeren met toetsen
Als u de navigatietoetsen wilt inschakelen, tikt u op Instellingen > Systeem > Gebaren >
Systeemnavigatie > 3-toetsnavigatie .
• Als u al uw apps wilt weergeven, veegt u op het startscherm omhoog vanaf de onderkant van
het scherm.
• Als u uw startscherm wilt weergeven, tikt u op . De app waarin u zich bevond, blijft op de
achtergrond geopend.
• Als u wilt zien welke apps zijn geopend, tikt u op . Als u naar een andere geopende app wilt
overschakelen, veegt u naar rechts en tikt u op de gewenste app. Als u alle geopende apps
wilt sluiten, veegt u naar rechts door alle apps en tikt u op ALLES WISSEN .
• Als u wilt teruggaan naar het vorige scherm, tikt u op . Uw telefoon onthoudt alle apps en
websites die u hebt bezocht sinds de laatste keer dat uw scherm werd vergrendeld.