Belangrijk: Lees de gedeelten 'Voor uw veiligheid' en 'Product- en veiligheidsinformatie' in
de gedrukte gebruikershandleiding of op www.nokia.com/support voordat u het apparaat
in gebruik neemt, voor belangrijke informatie over een veilig gebruik van uw apparaat en
batterij. Lees de gedrukte handleiding om aan de slag te gaan met uw nieuwe apparaat.
Voor uw veiligheid31
Netwerkdiensten en kosten34
Noodoproepen34
Uw apparaat onderhouden35
Recycling36
Symbool van een doorgestreepte container36
Informatie over de batterij en de lader37
Kleine kinderen38
Medische apparatuur38
Geïmplanteerde medische apparaten38
Gehoor39
Uw apparaat tegen schadelijke inhoud beschermen39
Voertuigen40
Omgevingen met mogelijk explosiegevaar40
Informatie over certificatie (SAR) 40
Over Digital Rights Management (DRM)42
Copyrights en andere vermeldingen 42
Camera9.
Luidspreker10.
Antennegebied11.
Microfoon12.
Sleuf voor openen van achtercover13.
Rechterselectietoets14.
Toets einde/terug/backspace15.
Microfoon16.
6
Nokia 8110 4G Gebruikershandleiding
Als u de toetsen wilt ontgrendelen, zet u de schuifregelaar op open.
Vermijd contact met de antenne als de antenne in gebruik is. Contact met antennes
kan de kwaliteit van de communicatie nadelig beïnvloeden en kan tijdens het gebruik
leiden tot een kortere levensduur van de batterij door een hoger stroomverbruik.
Sluit niet aan op producten die een uitgangssignaal afgeven, aangezien dit het
apparaat kan beschadigen. Sluit geen energiebron aan op de audio-aansluiting. Als u
externe apparaten of externe headsets aansluit op de audioaansluiting die niet zijn
goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat, moet u extra letten op het
geluidsniveau.
Bepaalde onderdelen van het apparaat zijn magnetisch. Metaalhoudende materialen
kunnen door dit apparaat worden aangetrokken. Houd creditcards en andere
magnetische opslagmedia uit de buurt van het apparaat, omdat de gegevens die op
deze media zijn opgeslagen, kunnen worden gewist.
Sommige accessoires die in deze gebruikershandleiding worden genoemd, zoals een
lader, headset of gegevenskabel, zijn mogelijk apart verkrijgbaar.
Uw telefoon instellen en inschakelen
Ontdek hoe u de SIM-kaart, geheugenkaart en batterij kunt plaatsen en hoe u uw
telefoon kunt inschakelen.
MICRO- EN NANO-SIM
Belangrijk: U dient met deze telefoon een micro SIM-kaart te gebruiken. Als u een
telefoon met een dubbele SIM-kaart hebt, hebt u een micro SIM-kaart en een nano
SIM-kaart nodig. Gebruik alleen originele micro en nano SIM-kaarten. Bij gebruik van
incompatibele SIM-kaarten kan de kaart of de telefoon schade oplopen en kunnen
gegevens op de kaart beschadigd raken.
Gebruik alleen compatibele geheugenkaarten die zijn goedgekeurd voor gebruik met
dit apparaat. Incompatibele kaarten kunnen de kaart en het apparaat beschadigen
en gegevens op de kaart aantasten.
Let op: Schakel het apparaat uit en zorg ervoor dat het apparaat niet met een lader of een
ander apparaat is verbonden als u covers wilt verwijderen. Raak de elektronische
onderdelen niet aan terwijl u covers verwisselt. Bevestig altijd de covers voordat u het
apparaat opbergt of gebruikt.
UW TELEFOON INSTELLEN
Plaats uw nagel in de kleine sleuf aan de onderkant van de telefoon, licht de cover 1.
op en verwijder deze.
Als de batterij zich in de telefoon bevindt, licht u deze eruit.2.
Schuif de SIM in de SIM-sleuf met het contactgebied naar beneden gericht.3.
Als u een geheugenkaart hebt, schuift u deze in de geheugenkaartsleuf.4.
Lijn de contactpunten van de batterij uit en plaats de batterij.5.
Plaats de achtercover weer op de telefoon.6.
Als u een telefoon met een dubbele SIM-kaart heb, schuift u de SIM2-houder naar 1.
rechts en opent u deze.
Plaats de nano SIM in de SIM2-opening met het contactgebied naar beneden 2.
gericht.
Sluit de houder en schuif deze naar links om hem op zijn plaats te vergrendelen.3.
UW TELEFOON INSCHAKELEN
Houd de aan/uit-toets ingedrukt tot de telefoon gaat trillen.
Druk op de bladertoets en selecteer Instellingen > Netwerk en connectiviteit > 1.
SIM-manager.
Als u wilt kiezen welke SIM-kaart u voor oproepen wilt gebruiken, selecteert u 2.
Uitgaande oproepen en selecteert u SIM1 of SIM2.
Als u wilt kiezen welke SIM-kaart u voor berichten wilt gebruiken, selecteert u 3.
Uitgaande berichten en selecteert u SIM1 of SIM2.
Als u wilt kiezen welke SIM-kaart u voor mobiele data wilt gebruiken, selecteert u 4.
Data en selecteert u SIM1 of SIM2.
Tip:Geef uw SIM-kaarten een naam, zodat u ze kunt onderscheiden. Selecteer in de
instellingen voor SIM-manager de SIM-kaarten, typ hun naam en selecteer Opslaan.
DE SIM-KAART VERWIJDEREN
Open de achtercover, verwijder de batterij en schuif de SIM-kaart eruit.
Als u een telefoon met een dubbele SIM-kaart heb, schuift u de SIM2-houder naar
rechts en opent u deze. Verwijder de nano SIM-kaart, klap de houder omlaag en
schuif deze naar links om hem op zijn plaats te vergrendelen.
DE GEHEUGENKAART VERWIJDEREN
Open de achtercover, verwijder de batterij en trek de geheugenkaart eruit.
TOEGANGSCODES
Uw telefoon en SIM-kaart gebruiken verschillende codes voor de beveiliging.
PIN- of PIN2-codes: Deze codes beschermen uw SIM-kaart tegen ongeautoriseerd
gebruik. Als u de codes vergeet of deze niet bij uw kaart zijn geleverd, neemt u
contact op met uw netwerkserviceprovider. Als u de code drie keer achter elkaar
verkeerd invoert, moet u de code deblokkeren met de PUK- of PUK2-code.
PUK- of PUK2-codes: Deze codes zijn nodig om een PIN- of PIN2-code te
deblokkeren. Neem contact op met uw netwerkserviceprovider als de codes niet
bij uw SIM-kaart zijn geleverd.
Beveiligingscode: Met de beveiligingscode kunt u uw telefoon tegen
ongeautoriseerd gebruik beschermen. U kunt uw telefoon zo instellen dat naar de
beveiligingscode die u opgeeft wordt gevraagd. Houd de code geheim en bewaar
deze op een veilige plaats (niet bij de telefoon). Als u de code bent vergeten en de
telefoon is vergrendeld, is extra service nodig. Het is mogelijk dat extra kosten in
rekening worden gebracht en dat alle persoonlijke gegevens op uw telefoon
worden verwijderd. Neem voor meer informatie contact op met het
dichtstbijzijnde servicepunt voor uw telefoon of de leverancier van uw telefoon.
IMEI-code: De IMEI-code wordt gebruikt voor het identificeren van telefoons in
het netwerk. U moet het nummer mogelijk ook aan uw servicepunt of aan de
leverancier van uw telefoon geven. Als u uw IMEI-nummer wilt weergeven, kiest u
*#06#. De IMEI-code van uw telefoon staat ook afgedrukt op het telefoonetiket
dat u vindt onder de batterij. Het IMEI-nummer staat ook op de originele
verkoopdoos.
Uw telefoon opladen
Uw batterij is in de fabriek gedeeltelijk opgeladen maar u moet deze mogelijk
opnieuw opladen voordat u uw telefoon kunt gebruiken.
DE BATTERIJ OPLADEN
Sluit de lader aan op een stopcontact.1.
Sluit de lader aan op de telefoon. Wanneer de batterij is opgeladen, koppelt u 2.
lader los van de telefoon en vervolgens van het stopcontact.
Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren voordat de
batterij-indicator wordt weergegeven.
Tip u kunt het opladen via USB gebruiken wanneer er geen stopcontact beschikbaar is.
Tijdens het opladen van het apparaat kunnen gegevens worden overgebracht. De
efficiëntie van opladen via USB kan sterk variëren en het kan lang duren voordat het
opladen start en het apparaat gaat werken. Zorg ervoor dat uw computer is ingeschakeld.
Laad uw telefoon verstandig op: laad 1.
de batterij altijd volledig op.
Selecteer alleen de geluiden die u 2.
nodig hebt: schakel onnodige
geluiden uit, zoals geluiden van het
toetsenblok.
Gebruik liever een bedrade headset in 3.
plaats van de luidspreker.
Wijzig de instellingen van het 4.
telefoonscherm: stel het
telefoonscherm zo in dat het na een
korte tijd wordt uitgeschakeld.
Verlaag de helderheid van het 5.
scherm.
Gebruik indien van toepassing 6.
netwerkverbindingen zoals Bluetooth
selectief: schakel de verbindingen
alleen in wanneer u ze gebruikt.
Schakel de Wi-Fi hotspot uit wanneer 7.
internet delen niet nodig is.