Nokia 7710 User Manual [nl]

NOKIA CORPORATION verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het product RM–12 conform is aan de bepalingen van de volgende Richtlijn van de Raad: 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/ phones/declaration_of_conformity/
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is verboden. Nokia, Nokia Connecting People, Pop–Port en Visual Radio zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn. Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation.
Java™ and all Java-based marks are trademarks or registered trademarks of Sun Microsystems, Inc. Bluetooth is a registered trademark of Bluetooth SIG, Inc. RealPlayer, and the RealPlayer logo are trademarks or registered trademarks of RealNetworks, Inc.
GEBRUIK VAN DIT PRODUCT OP ENIGE WIJZE DAT OVEREENSTEMT MET DE VISUELE NORM MPEG4 IS VERBODEN, BEHALVE VOOR GEBRUIK DAT RECHTSTREEKS BETREKKING HEEFT OP (A) GEGEVENS OF INFORMATIE (i) GEGENEREERD DOOR EN KOSTENLOOS VERKREGEN VAN EEN KLANT BUITEN HET KADER VAN ENIGE BEDRIJFSACTIVITEIT, EN (ii) UITSLUITEND BESTEMD VOOR PERSOONLIJK GEBRUIK; EN (B) ANDER GEBRUIK DAT SPECIFIEK EN AFZONDERLIJK ONDER LICENTIE IS TOEGESTAAN DOOR MPEG LA, L.L.C. USE OF THIS PRODUCT IN ANY MANNER THAT COMPLIES WITH THE MPEG-4 VISUAL STANDARD IS PROHIBITED, EXCEPT FOR USE DIRECTLY RELATED TO (A) DATA OR INFORMATION (i) GENERATED BY AND OBTAINED WITHOUT CHARGE FROM A CONSUMER NOT THEREBY ENGAGED IN A BUSINESS ENTERPRISE, AND (ii) FOR PERSONAL USE ONLY; AND (B) OTHER USES SPECIFICALLY AND SEPARATELY LICENSED BY MPEG LA, L.L.C. Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven. In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten of voor enige bijzondere, incidentele, onrechtstreekse of indirecte schade. De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt. Tenzij vereist krachtens het toepasselijke recht, wordt geen enkele garantie gegeven betreffende de nauwkeurigheid, betrouwbaarheid of inhoud van dit document, hetzij uitdrukkelijk hetzij impliciet, daaronder mede begrepen maar niet beperkt tot impliciete garanties betreffende de verkoopbaarheid en de geschiktheid voor een bepaald doel. Nokia behoudt zich te allen tijde het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving dit document te wijzigen of te herroepen.
De beschikbaarheid van bepaalde producten kan per regio verschillen. Neem hiervoor contact op met de dichtstbijzijnde Nokia leverancier. EXPORTBEPERKINGEN Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie o f software die onderhevig zijn aan wet– en regelgeving betreffende export van de V.S. en andere landen. Omleiding
in strijd met de wetgeving is verboden. 9312127, Uitgave 2 NL
Copyright © 2005 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
This product includes software licensed from Symbian Software Ltd ©1998-2005. Symbian and Symbian OS are trademarks of Symbian Ltd.
Inhoudsopgave
Voor uw veiligheid .................................... 9
Aan de slag .............................................. 12
Onderdelen van de smartphone ......................................12
Voorkant en bovenkant..............................................12
Onderkant en rechterkant.........................................13
Achterkant .....................................................................14
De SIM–kaart en de batterij installeren........................14
De geheugenkaart verwijderen en installeren.............16
De batterij opladen .............................................................17
De smartphone inschakelen .............................................17
Voordat u begint..................................................................18
Van een SIM–kaart naar het geheugen van
de smartphone kopiëren............................................19
Schermelementen................................................................19
Navigeren en items selecteren ........................................20
Basisgebruik van de smartphone ....................................21
Algemene functies in toepassingen........................23
Statuspictogrammen..........................................................23
Batterijniveau ...............................................................24
Signaalsterkte ...............................................................24
Pictogrammen voor gegevensverbinding..............24
Algemene informatie..............................26
Stickers in het verkooppakket..........................................26
Toegangscodes.....................................................................26
Geheugenbeheer..................................................................26
Geheugen vrijmaken...................................................27
Touchscreen– en toetsvergrendeling.............................27
Volumeregeling....................................................................28
Luidspreker ....................................................................28
Hoofdtelefoon ..............................................................28
Toepassingen en software installeren ...........................29
Software installeren ...................................................29
JavaTM –toepassingen installeren..........................30
Gegevenstransmissie..........................................................30
Gegevensverbindingen.......................................................32
GSM–gegevensoproepen...........................................32
Hoge–snelheid gegevensoproepen (High
Speed Circuit Switched Data, HSCSD)...................32
Packet–gegevens (General Packet Radio
Service, GPRS) ..............................................................32
Toegangspunten...........................................................33
Bureaublad............................................... 34
Groepen beheren.................................................................35
Tekst invoeren ........................................ 36
Handschriftherkenning......................................................36
Schermtoetsenbord.............................................................38
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Instellingen peninvoer.......................................................38
Telefoon....................................................40
Bellen...................................................................................... 40
Beantwoorden..............................................................42
Spraakgestuurde nummerkeuze..............................42
Telefooninstellingen...........................................................42
Doorschakelen (netwerkdienst)...............................42
Gegevens– en faxoproepen doorschakelen
(netwerkdienst)............................................................ 43
Gespreksblokkering (netwerkdienst)......................43
Instellingen voicemailbox......................................... 44
Overige instellingen.................................................... 45
DTMF–tonen verzenden.............................................46
Tips voor een efficiënt gebruik van de
toepassing Telefoon....................................................47
Profielen ...................................................48
Profielen bewerken.............................................................49
Berichten ..................................................50
Inbox.......................................................................................51
Status van de Outbox ........................................................ 51
Mappen.................................................................................. 51
E–mailberichten ..................................................................52
Een externe mailbox instellen ................................. 52
Geavanceerde e-mailinstellingen........................... 53
E-mail uit de mailbox ophalen................................ 54
E-mail lezen en beantwoorden ...............................55
E–mail verzenden........................................................56
Stijl van het verzonden e-mailbericht................... 57
Plannen ..........................................................................57
E-mailbijlagen .............................................................. 58
Handtekeningen...........................................................58
Tekstberichten......................................................................58
Tekstberichten verzenden .........................................58
Tekstberichten ontvangen.........................................60
Instellingen tekstberichten....................................... 60
Diensten voor tekstberichten...................................61
Multimediaberichten..........................................................61
Multimediaberichten opstellen...............................61
Multimediaberichten ontvangen ............................ 64
Instellingen multimediaberichten .......................... 64
Speciale berichttypen ........................................................65
Dienstberichten ...................................................................66
Contacten.................................................67
Contactgegevens weergeven en opzoeken..................67
Contactkaarten maken en bewerken.............................68
Contactkaartvelden.....................................................69
Contactkaarten overbrengen...........................................69
Spraaklabels..........................................................................69
Contactgroepen...................................................................70
Agenda......................................................71
Dagweergave........................................................................71
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Agenda–items beheren......................................................71
Weekweergave .....................................................................72
Pictogrammen ......................................................................73
Achtergrond ..................................................................83
Diepte..............................................................................84
Belichting.......................................................................84
Taken........................................................ 74
Taken groeperen...................................................................74
Pictogrammen ......................................................................75
Web .......................................................... 76
Mobiele plug–and–play diensten....................................76
De webbrowser gebruiken.................................................76
Navigeren.......................................................................77
Bookmarks......................................................................78
Details over de pagina, cache, extra toepassingen, geschiedenis en
downloadsessie weergeven.......................................79
Instellingen webbrowser............................................79
Camera ................................................... 81
Cameramodus.......................................................................81
Foto's maken.................................................................81
Camcordermodus.................................................................82
Camera–instellingen...........................................................82
Pagina Algemeen .........................................................82
Pagina Afbeelding........................................................82
Pagina Video..................................................................83
Tips voor het maken van goede foto's...........................83
Pagina Afbeelding........................................................83
Afbeeldingen ........................................... 85
Afbeeldingen weergeven................................................... 85
Afbeeldingen en mappen beheren..................................86
Afbeeldingsinstellingen ..................................................... 87
Speciale functies van bepaalde
bestandsindelingen voor afbeeldingen .........................87
Afbeeldingen bewerken.....................................................88
Schetshulpmiddelen....................................................88
Transformaties..............................................................89
RealPlayer ................................................ 90
Video's afspelen...................................................................90
Videoclips beheren..............................................................91
Music Player ............................................ 93
Besturing Music Player......................................................93
Tracks afspelen.....................................................................94
Tracks beheren .....................................................................94
Tracklijsten ............................................................................95
Visual Radio............................................. 96
Naar de radio luisteren......................................................97
Inhoud weergeven.......................................................97
Vooringestelde kanalen .....................................................97
Instellingen voor Visual Radio.........................................98
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Spraakrecorder.........................................99
Opnemen en afspelen........................................................99
Geluidsclips beheren .......................................................... 99
Instellingen voor Spraakrecorder..................................100
Documenten .......................................... 101
Werken met documenten ...............................................101
Opmaakstijlen bewerken.................................................102
Werkblad ............................................... 103
Werkmappen ......................................................................103
Werken met werkbladen.................................................103
Werkbladen opmaken ......................................................104
Grafiekbladen.....................................................................105
Presentaties........................................... 107
Klok........................................................ 109
Alarmsignalen ....................................................................109
Steden en landen..............................................................110
Rekenmachine....................................... 111
Werken met het geheugen van de rekenmachine...112
Constante–functie............................................................112
Config.scherm ....................................... 113
Toepassingsbeheer............................................................113
Bluetooth.............................................................................114
Certificaat–beheer............................................................114
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
De echtheid van een certificaat controleren.....116
Gegevensoproepen blokkeren........................................116
Datum en tijd .....................................................................117
Scherm .................................................................................117
Toebehoren .........................................................................118
Internetinstelling...............................................................118
Een internettoegangspunt instellen.....................118
Geavanceerde internetinstellingen ......................120
Instellingen voor internetverbinding ...................122
VPN–beheer........................................................................123
Memory................................................................................123
Instellingen peninvoer.....................................................123
Instellingen voor positiebepaling .................................123
Prioriteit.......................................................................124
Details...........................................................................124
Privacy–instellingen .........................................................124
Pagina Algemeen.......................................................124
Pagina Individueel.....................................................125
RealPlayer–instellingen...................................................125
Netwerk........................................................................125
Proxy .............................................................................126
Landinstellingen ................................................................126
Tijd.................................................................................126
Datum...........................................................................126
Getallen........................................................................126
Valuta ...........................................................................126
Beveiliging...........................................................................127
Het apparaat vergrendelen.....................................127
PIN–codes ...................................................................127
Gespreksblokkering...................................................128
Schermkalibratie...............................................................128
Thema's................................................................................128
Taal voor het apparaat....................................................128
Serviceopdrachten............................................................ 129
VPN (Virtual private networking) .......130
VPN–beheer........................................................................130
Een VPN–beleid beheren ................................................131
Een VPN–beleid installeren vanaf een VPN–
beleidsserver...............................................................131
Een VPN–beleid installeren vanuit een
SIS–bestand................................................................132
Een VPN–beleid bekijken ........................................132
Een VPN–beleid bijwerken ..................................... 134
Een VPN–beleid verwijderen.................................. 134
VPN–beleidsservers beheren..........................................134
Verbinding maken met VPN–beleidsservers...... 135
Instellingen installeren vanuit SIS–bestanden. 135
Een VPN–beleidsserver toevoegen....................... 135
VPN–beleidsservers bewerken...............................137
Een VPN–beleidsserver synchroniseren.............. 137
VPN–certificaten aanvragen..................................138
Het VPN–logboek weergeven........................................ 138
Sleutelopslagwoorden.....................................................139
Een sleutelopslagwachtwoord maken
of wijzigen ..................................................................139
Sleutelopslagwachtwoorden intoetsen...............139
VPN gebruiken met toepassingen.................................139
Geverifieerde aanmelding bij VPN–gateways ...139
Problemen oplossen..........................................................140
Bestandsbeheer .....................................143
Bestanden beheren...........................................................143
Mappen beheren................................................................144
Geheugenkaarten beheren..............................................144
Logboek..................................................145
Recente oproepen .............................................................146
Gespreksduur en gegevensteller voor GPRS..............146
Cell broadcast........................................147
Berichten lezen en beheren............................................147
Onderwerpen beheren......................................................147
Instellingen Cell broadcast.............................................148
Connectiviteit........................................149
Bluetooth-verbinding.......................................................149
Bluetooth voor de eerste keer activeren.............149
Gegevens verzenden via Bluetooth......................150
Gegevens ontvangen via Bluetooth .....................151
Gekoppelde apparaten .............................................151
Uw smartphone verbinden met een
compatibele computer.....................................................152
De cd gebruiken .........................................................152
De smartphone gebruiken als modem.................152
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Nokia PC Suite ...........................................................153
Gegevens kopiëren van compatibele
apparaten ....................................................................153
Configuratie op afstand (netwerkdienst)...................153
Een nieuwe configuratieserver maken profiel ..154
Gegevensoverdracht.........................................................155
Synchronisatie ...................................................................155
Een nieuwe synchronisatie maken profiel .........155
Problemen oplossen.............................. 157
Problemen oplossen..........................................................157
Informatie over de batterij.................. 161
Opladen en ontladen........................................................161
VERZORGING EN ONDERHOUD........... 162
AANVULLENDE
VEILIGHEIDSINFORMATIE.................... 163
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.

Voor uw veiligheid

Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS Schakel het apparaat niet in
als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou
kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking van het apparaat negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN ZIEKENHUIZEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen. Schakel het apparaat uit in de nabijheid van medische
apparatuur.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN VLIEGTUIGEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen. Draadloze apparatuur kan storingen veroorzaken in
vliegtuigen.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT TIJDENS HET TANKEN Gebruik het apparaat niet in een
benzinestation. Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van brandstof of chemicaliën.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT VAN EXPLOSIEVEN Houd u aan alle
mogelijke beperkende maatregelen. Gebruik het apparaat niet waar explosieven worden
gebruikt.
GEBRUIK HET APPARAAT VERSTANDIG
Gebruik het apparaat alleen in de normale positie zoals in de productdocumentatie wordt uitgelegd. Raak de antenne niet
onnodig aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd.
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
9
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN Gebruik
alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele producten aan.
WATERBESTENDIGHEID Het apparaat is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
MAAK BACK–UPS Maak een back–up of een gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst de
handleiding bij het apparaat te raadplegen voor uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele producten aan.
ALARMNUMMER KIEZEN Controleer of de telefoon ingeschakeld en operationeel is. Houd ingedrukt om de telefoontoetsen in het scherm weer te geven. Toets het alarmnummer in en druk op . Geef op waar u zich bevindt. Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen.
Informatie over het apparaat
Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in het EGSM 900–, GSM 1800– en GSM 1900–netwerken. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over deze netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat, aan alle regelgeving en eerbiedig de privacy en legitieme rechten van anderen.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit apparaat wilt gebruiken dan de geactiveerde alarmfuncties, moet het apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur storingen of gevaar kan veroorzaken.
Netwerkdiensten
Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn aangemeld bij een aanbieder van draadloze diensten. Veel van de functies van dit apparaat zijn afhankelijk van de functies die beschikbaar zijn in het draadloze netwerk. Deze netwerkdiensten zijn mogelijk niet in alle netwerken beschikbaar. Het kan ook zijn dat u specifieke regelingen moet treffen met uw serviceprovider voordat u de netwerkdiensten kunt gebruiken. Mogelijk krijgt u van uw serviceprovider extra instructies voor het gebruik van de diensten en informatie over de bijbehorende kosten. Bij sommige netwerken gelden beperkingen die het gebruik
10
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
van netwerkdiensten negatief kunnen beïnvloeden. Zo bieden sommige netwerken geen ondersteuning voor bepaalde taalafhankelijke tekens en diensten.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het menu van uw apparaat weergegeven. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0–protocollen (HTTP en SSL) die werken met TCP/IP–protocollen. Sommige functies van dit apparaat, zoals de functies voor MMS en de webbrowser, vereisen netwerkondersteuning voor deze technologieën.
Gedeeld geheugen
De volgende functies in dit apparaat maken mogelijk gebruik van gedeeld geheugen: contacten, tekstberichten, multimediaberichten, afbeeldingen, beltonen, geluidsbestanden, videoclips, agenda– en takenlijstnotities, en toepassingen die u hebt gedownload. Door het gebruik van een of meer van deze functies is er mogelijk minder geheugen beschikbaar voor de overige functies die geheugen delen. Als u bijvoorbeeld veel afbeeldingen opslaat, kan al het beschikbare geheugen worden opgebruikt. Uw apparaat kan een bericht weergeven dat het geheugen vol is wanneer u een functie probeert te gebruiken die gedeeld geheugen gebruikt. Verwijder in dit geval voordat u doorgaat een gedeelte van
de informatie of registraties die in het gedeelde geheugen zijn opgeslagen.
Toebehoren, batterijen en laders
Controleer het modelnummer van uw lader voordat u deze bij dit apparaat gebruikt. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met de volgende voedingsbronnen: ACP-12 en AC-1.
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders en toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit model. Het gebruik van alle andere types kan de goedkeuring of garantie doen vervallen en kan gevaarlijk zijn.
Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert.
Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van goedgekeurde toebehoren. Trek altijd aan de stekker en niet aan het snoer als u toebehoren losmaakt.
Uw apparaat en toebehoren bevatten kleine onderdelen. Houd ze buiten het bereik van kleine kinderen.
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
11

Aan de slag

De multimedia smartphone Nokia 7710 biedt een aantal mediatoepassingen, zoals Camcorder, Music Player, Visual Radio
Aan de slag
de smartphone tal van andere functies, zoals een tekstverwerker, een klok, een rekenmachine en een agenda.

Onderdelen van de smartphone

Voorkant en bovenkant

Figuur 1 Voorkant en bovenkant
12
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
TM
, Video Player en een webbrowser. Daarnaast bevat
1 Spraak–toets. Hiermee kunt u tijdens een
spraakoproep schakelen tussen de luidspreker en het luistergedeelte. Druk op deze toets om spraakopname te starten of beëindigen. Houd de toets ingedrukt om spraakgestuurde nummerkeuze te activeren.
2 Druk hierop om een oproep te beëindigen of te
weigeren. Druk hierop om de Dialler–weergave van de toepassing Telefoon te openen.
3 Druk hierop om een oproep te beantwoorden. In
de Dialler–weergave van de toepassing Telefoon en in Bureaublad kunt u op deze toets drukken om de laatstgekozen nummers weer te geven.
4 Bladertoets. Druk bovenaan , onderaan , links
en rechts om de cursor in het display te verplaatsen en items te selecteren. Druk in het midden om een item te activeren of te selecteren. Druk op de toets om een gekozen nummer, een geselecteerd snelkeuzenummer of een geselecteerd contact te bellen. Druk rechts en links om het volume van het luistergedeelte, de hoofdtelefoon en de luidspreker aan te passen.
5 Menu–toets. Druk op deze toets om het menu te
openen. Druk herhaaldelijk op deze toets om door de vensters van een dialoogvenster te bladeren.
6 Microfoon
7 Bureaublad–toets. Druk op deze toets om de
toepassing Bureaublad te openen, ofwel de hoofdweergave voor de smartphone. Zie “Bureaublad” op pagina 34 voor meer informatie. Houd de toets lang ingedrukt voor een lijst met laatst gebruikte toepassingen die u kunt activeren.
8 Esc–toets. Hiermee sluit u dialoogvensters of keert
u terug naar de vorige weergave. Hiermee worden ook bewerkingen geannuleerd in dialoogvensters met een knop Annuleren.
9 Luistergedeelte 10 Met de schakeltoets kunt u schakelen tussen
verschillende weergaven in een toepassing.
11 Zoom–toets. Activeert de zoomfunctie wanneer
deze beschikbaar is.
De functie van de toetsen en is afhankelijk van de toepassing en de huidige weergave. Druk tijdens een gesprek op om de geluidsinstellingen te openen en druk op of om het volume te verlagen of te verhogen. Deze knoppen gebruikt u ook tijdens het spelen van spelletjes.

Onderkant en rechterkant

Aan de slag
Figuur 2 Onderkant en rechterkant
1 Aansluiting lader 2 Pop-Port –aansluiting voor hoofdtelefoons,
verbindingskabel en inductielus.
3 Stylus–houder. 4 Aan/uit–toets. Houd deze toets ingedrukt om de
smartphone in of uit te schakelen. Druk de toets kort in om een profiel te wijzigen.
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
13

Achterkant

Aan de slag
Figuur 3 Cameralens en luidspreker

De SIM–kaart en de batterij installeren

• Houd alle kleine SIM–kaarten buiten bereik van kleine kinderen. Neem voor informatie over de beschikbaarheid en het gebruik van SIM– kaartdiensten contact op met de leverancier van de SIM–kaart. Dit kan de serviceprovider, netwerkoperator of een andere leverancier zijn.
• De SIM–kaart en de contactpunten van de kaart kunnen gemakkelijk door krassen of buigen worden beschadigd. Wees daarom voorzichtig wanneer u de kaart vastpakt, plaatst of verwijdert.
• Schakel de smartphone altijd uit voordat u de cover verwijdert en koppel de lader en eventuele andere toebehoren los. Zorg er altijd voor dat u de cover weer bevestigt voordat u de smartphone opbergt of gebruikt.
1 Plaats de smartphone met de achterkant naar boven,
druk op de ontgrendeling en til de cover van het apparaat (zie figuur 4).
Figuur 4 De cover verwijderen
2 Als de batterij is geïnstalleerd, tilt u deze uit de
smartphone. (Zie figuur 5.) Schakel de smartphone altijd uit en koppel de lader los voordat u de batterij verwijdert.
14
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Aan de slag
Figuur 5 De batterij verwijderen
3 Open de vergrendeling van de SIM–kaarthouder (zie
figuur 6) en schuif de SIM–kaart zijwaarts in de SIM– kaarthouder (zie figuur 7). Zorg ervoor dat de afgeronde hoek van de SIM–kaart naar binnen wijst en dat de goudkleurige contactpunten naar beneden zijn gericht.
Figuur 6 De vergrendeling van de SIM–kaarthouder openen
Figuur 7 De SIM–kaart en de geheugenkaart plaatsen
4 Sluit de vergrendeling van de SIM–kaarthouder (zie
figuur 8).
Figuur 8 De vergrendeling van de SIM–kaarthouder sluiten
5 Lijn de goudkleurige contacten van de batterij uit met
de overeenkomstige aansluitingen in het batterijcompartiment. Druk op het uiteinde van de batterij totdat deze vastklikt (zie figuur 9).
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
15
Aan de slag
Figuur 9 De batterij plaatsen
6 Druk de cover vast. (Zie figuur 10.)
Figuur 10 De cover terugplaatsen

De geheugenkaart verwijderen en installeren

Uw smartphone wordt geleverd met een geheugenkaart(MMC) die klaar is voor gebruik. De kaart bevat mogelijk vooraf geïnstalleerde bestanden en toepassingen. U kunt de geheugenkaart gebruiken om uw bestanden, toepassingen, back–ups, enzovoort, te beheren, net zoals op de smartphone.
Belangrijk: Verwijder de kaart niet terwijl u bezig
bent met een bewerking. Als u de kaart verwijdert terwijl een bewerking bezig is, kan dit de geheugenkaart en het apparaat beschadigen en kunnen de gegevens op de kaart beschadigd raken.
Houd alle geheugenkaarten buiten bereik van kleine kinderen.
De geheugenkaart verwijderen: plaats de smartphone met de achterkant naar boven, druk op de ontgrendeling en til de cover van de smartphone (zie figuur 4). Trek de geheugenkaart voorzichtig uit de sleuf. Ga voorzichtig te werk om de goudkleurige contacten op de kaart niet te beschadigen.
De geheugenkaart installeren: plaats de smartphone met de achterkant naar boven, druk op de ontgrendeling en til de cover van de smartphone (zie figuur 4). Druk de geheugenkaart voorzichtig op zijn plaats (zie figuur 7). Zorg ervoor dat de goudkleurige contactpunten op de kaart naar beneden zijn gericht.
16
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Opmerking: Gebruik alleen compatibele
multimediakaarten (MMC–kaarten) met dit apparaat. Andere geheugenkaarten, zoals Secure Digital–kaarten (SD) passen niet in de MMC–kaartsleuf en zijn niet compatibel met dit apparaat. Als u een incompatibele geheugenkaart gebruikt, kan schade ontstaan aan de geheugenkaart en het apparaat en kunnen de gegevens die op de incompatibele kaart zijn opgeslagen, beschadigd raken.

De batterij opladen

Gebruik tijdens het laden geen functies zoals de webbrowser of RealOne Player, die veel energie verbruiken. Wanneer functies teveel energie verbruiken, kan de batterij mogelijk niet juist worden opgeladen.
1 Sluit de aansluiting van de lader aan op de onderkant
van de smartphone (zie figuur 2 op page 13).
2 Sluit de lader aan op een stopcontact. In het
statusgebied ziet u de indicatorbalk voor de batterij bewegen. U kunt de smartphone tijdens het opladen gewoon gebruiken. Als de batterij helemaal leeg is, kan het een paar minuten voordat de indicatorbalk wordt weergegeven.
3 Wanneer de batterij volledig is opgeladen, stopt de
indicatorbalk. Koppel de lader los van de smartphone en van het stopcontact.
Zie ook “Informatie over de batterij” op pagina 161 en “Toebehoren, batterijen en laders” op pagina 11.

De smartphone inschakelen

Waarschuwing: Als u andere functies van dit apparaat
wilt gebruiken dan de geactiveerde alarmfuncties, moet het apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur storingen of gevaar kan veroorzaken.
De smartphone in– of uitschakelen: houd de aan/
uit–toets ingedrukt. Wanneer het profiel Vlucht is geselecteerd, kan de smartphone worden gebruikt zonder de telefoonfuncties. Zie “Profielen” op pagina 48 voor meer informatie.
Als de smartphone om een PIN–code vraagt: voer de
code (weergegeven als *****) in en tik op OK. De PIN– code beveiligt de SIM–kaart tegen onbevoegd gebruik en wordt gewoonlijk bij de SIM–kaart geleverd. Als u drie keer na elkaar een onjuiste PIN–code hebt ingetoetst, wordt de PIN–code geblokkeerd en hebt u de PUK–code nodig om de blokkering op te heffen voordat u de SIM–kaart weer kunt gebruiken. Neem contact op met de leverancier van de SIM–kaart in uw smartphone als de codes niet bij de SIM–kaart worden verstrekt.
Als de smartphone om een vergrendelingscode
vraagt: voer de code (weergegeven als *****) in en tik
op OK. De vergrendelingscode beveiligt de smartphone tegen onbevoegd gebruik. De code is standaard ingesteld op 12345. Wijzig de code en houd de nieuwe code geheim. Bewaar de code op een veilige plaats uit
Aan de slag
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
17
de buurt van de smartphone. De vergrendelingscode kan uit 5 tot 10 cijfers bestaan.
Opmerking: Uw smartphone
heeft een interne antenne. Zoals voor alle andere
Aan de slag
radiozendapparatuur geldt, dient onnodig contact met de antenne te worden vermeden als de smartphone is ingeschakeld. Het aanraken van de antenne kan een nadelige invloed hebben op de gesprekskwaliteit en kan ervoor zorgen dat de smartphone meer stroom verbruikt dan noodzakelijk is. U kunt de prestaties van de antenne en de levensduur van de batterij optimaliseren door het antennegebied niet aan te raken wanneer u de smartphone gebruikt.
In de afbeelding ziet u hoe u de smartphone moet vasthouden wanneer u de telefoon gebruikt. Het antennegedeelte is grijs weergegeven.

Voordat u begint

Wanneer u de smartphone voor het eerst gebruikt, moet u het touchscreen kalibreren en bepaalde instellingen definiëren. Afhankelijk van het type SIM–kaart in uw apparaat, worden mogelijk automatisch de juiste instellingen voor surfen op internet en voor MMS gedefinieerd.
U kunt de instellingen later wijzigen in de toepassing Configuratiescherm of in de betreffende toepassing.
1 Nadat de smartphone is gestart, wordt een zelftest
uitgevoerd. Als de zelftest is voltooid, wordt u gevraagd het touchscreen te kalibreren. Volg de instructies op het scherm.
2 Als de smartphone om een PIN–code vraagt: voer de
code (weergegeven als *****) in en tik op OK. Er wordt een welkomstscherm weergegeven.
3 Als u de datum en tijd automatisch wilt instellen,
schakelt u de optie Automatisch bijwerken: in. Tik op
Voltooien. Als u de optie Klok bijwerken selecteert en de
dienst beschikbaar is, moet de smartphone opnieuw worden gestart. Als automatisch bijwerken standaard is geselecteerd en de dienst beschikbaar is, wordt het dialoogvenster Instellingen weergegeven (zie stap 6 hieronder). Mogelijk wordt de functie Klok bijwerken niet door alle netwerkoperators ondersteund.
4 Als automatisch bijwerken niet actief of niet
beschikbaar is, geeft u een plaats op voor de smartphone.
18
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
5 Als automatisch bijwerken niet actief is, stelt u de
datum en tijd in. Als u niet verder wilt gaan met het definiëren van instellingen, tikt u op Voltooien.
6 U kunt verschillende optionele instellingen wijzigen,
bijvoorbeeld de instellingen van uw e-mailaccount of uw persoonlijke gegevens. Selecteer de gewenste instelling in de lijst en tik op Openen. Als u de instellingen op dit moment niet wilt wijzigen, tikt u op
Voltooien om het definiëren van instellingen te
voltooien.

Schermelementen

Aan de slag

Van een SIM–kaart naar het geheugen van de smartphone kopiëren

Als u namen en telefoonnummers op een SIM–kaart hebt opgeslagen, kunt u deze kopiëren naar het geheugen van de smartphone.
Alle contacten overbrengen: open de toepassing Contacten, druk op en selecteer Extra > SIM–
bestand kopiëren.... Tik op Kopiëren. Afzonderlijke
contacten overbrengen: open de toepassing
Contacten, druk op en selecteer Extra > SIM–
bestand.... Selecteer het contact en tik op Naar
Contacten.
Figuur 11 Bureaublad
1 Titelgebied. Toont de naam en groepsnaam van de
toepassing en andere gegevens over de status van de toepassing. Tik om de menu's te openen of druk op
.
2 Statusgebied. Zie “Statuspictogrammen” op pagina 23
voor de statuspictogrammen.
3 Werkbalk. Bevat snelkoppelingen naar veelgebruikte
toepassingen of, in een toepassing, een snelkoppeling naar handige functies. Op het bureaublad wordt hier ook de huidige tijd weergegeven. Tik om de huidige datum weer te geven. U kunt de werkbalk verbergen door op te drukken en Scherm te selecteren. Schakel de optie Werkbalk uit.
4 Schuifbalk. Tik op de balk of sleep deze om door het
scherm te bladeren.
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
19
Uw smartphone is uitgerust met een schermbeveiliging. Als gedurende bepaalde tijd geen acties hebben plaatsgevonden, wordt de schermbeveiliging actief. U kunt de schermbeveiliging uitschakelen door op het scherm te tikken of een willekeurige toets in te drukken. U kunt het uiterlijk van de schermbeveiliging niet
Aan de slag
wijzigen. Zie “Scherm” op pagina 117 voor meer informatie.

Navigeren en items selecteren

In de meeste gevallen kunt u de smartphone op twee manieren besturen: door de bladertoets en andere knoppen op de smartphone in te drukken of door met de stylus op het scherm te tikken. U kunt deze twee methoden combineren om de manier te vinden die u het beste bevalt. Zie figuur ”2” on page 13 voor de locatie van de stylus.
Belangrijk: Gebruik alleen een stylus die door Nokia is
goedgekeurd voor gebruik met deze smartphone. Als u een andere stylus gebruikt, kan de garantie op de smartphone vervallen en kan het scherm beschadigd raken. Voorkom dat er krassen ontstaan op het scherm. Gebruik nooit een pen of potlood of ander scherp voorwerp om op het scherm te schrijven.
Toepassingen openen: dubbeltik op het pictogram op het bureaublad of selecteer de toepassing met de bladertoets en druk midden op de toets. Mappen, bestanden of bijlagen openen: dubbeltik op het
gewenste item of selecteer het item met de bladertoets en druk midden op de toets.
De term 'dubbeltikken' wordt hier gebruikt om de procedure aan te geven waarbij u met de stylus op een item tikt om het te selecteren en vervolgens nogmaals tikt om het te openen.
Tip: Als het touchscreen niet juist reageert, moet u het
opnieuw kalibreren. Open het Configuratiescherm met behulp van de bladertoets, selecteer Schermkalibratie en volg de instructies.
Een toepassing afsluiten en terugkeren naar het Bureaublad: druk op links op het apparaat of tik
op in het statusgebied. Zie figuur ”11” on page 19 voor de exacte locatie op het scherm. Het Bureaublad is de werkruimte van waaruit u alle toepassingen kunt openen en snelkoppelingen kunt maken naar verschillende items, zoals documenten, afbeeldingen of contactkaarten. Zie “Bureaublad” op pagina 34 voor meer informatie.
Menuopdrachten in toepassingen selecteren: druk op , ga met de bladertoets naar de opdracht en druk midden op de toets om de opdracht te selecteren. U kunt ook op het titelgebied (zie “Schermelementen” op pagina 19) van het venster tikken om het menu te openen, vervolgens op het menu tikken en daarna op de opdracht.
20
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
In de meeste toepassingen zijn een aantal van de handigste menuopdrachten ook beschikbaar via de opdrachtknoppen rechts in het scherm.
Tip: De menuopdrachten en opdrachtknoppen
veranderen al naar gelang het geselecteerde item in het scherm. Ga met de bladertoets naar een item of tik op het item en selecteer de gewenste menuopdracht of opdrachtknop.
Afzonderlijke items of bestanden in een lijst selecteren: tik op een item, druk op en selecteer
Bewerken > Markeren/markering opheffen > Markeren. U
kunt nu op de overige items tikken om ze te markeren. Naast de geselecteerde items wordt een vinkje geplaatst. Alle items in een lijst selecteren: druk op
en selecteer Bewerken > Markeren/markering
opheffen > Alles markeren. Opeenvolgende items
selecteren: sleep met de stylus over de items. De opdrachtknoppen of de werkbalk weergeven of
verbergen: druk op en selecteer Scherm >
Opdrachtbalk of Werkbalk. Wanneer een opdrachtknop
grijs wordt weergegeven, kunt u deze niet gebruiken.
De opdrachtknoppen rechts, de werkbalk onder en de statuspictogrammen rechtsboven in het scherm veranderen al naar gelang de toepassing en situatie.
Onderdelen van een dialoogvenster activeren: tik op de gewenste onderdelen. U kunt tikken op items zoals tekstvakken, vensterranden en andere schermonderdelen.
Tip: Als u een telefoonnummer, e-mailadres of
internetadres in een tekstvak of document invoert, kunt u dit gebruiken als hyperlink. Tik op het nummer of adres of plaats de cursor met behulp van de bladertoets op het item. U ziet nu een koppeling met een klein pictogram. Tik op het pictogram om het nummer te bellen, de e-maileditor te openen of naar de website te gaan als een internetverbinding actief is.
Een item slepen: tik op het item en houd de stylus
ongeveer een seconde op het scherm terwijl u het item naar de nieuwe locatie sleept. Probeer dit met de Bureaublad–toepassingen.

Basisgebruik van de smartphone

Bellen: druk op de toets aan de bovenkant van
de smartphone om de Dialler–weergave te openen. U kunt de Dialler ook openen door te dubbeltikken op de toepassing Telefoon op het bureaublad of door op het telefoonpictogram op de werkbalk te tikken. Toets het telefoonnummer in via het schermtoetsenbord en tik op Bellen. Als u zich vergist bij het invoeren van cijfers, tikt u op om cijfers te wissen. De microfoon en het luistergedeelte bevinden zich beiden aan de voorkant van de smartphone (zie figuur ”1” on page 12). Een oproep beëindigen: tik op Ophangen of druk op .
Aan de slag
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
21
Een oproep beantwoorden: tik op Antwoord. of druk
op aan de bovenkant van de smartphone. Zie figuur ”1” on page 12 voor de locatie van de microfoon en het luistergedeelte. Een oproep weigeren: tik op
Weigeren of druk op . Zie “Telefoon” op
Aan de slag
pagina 40 voor meer informatie. De geluiden van de smartphone uitschakelen:
selecteer het profiel Stil. Als u het profiel wilt selecteren, opent u de toepassing Profielen of drukt u op de aan/uit–knop en selecteert u Stil in de lijst.
Tekst invoeren: tik op het tekstveld of tekstvak waarin u tekst wilt invoeren. Het schermtoetsenbord of het venster voor handschriftherkenning wordt geopend. Voer de tekst in door te tikken op het toetsenbord of door letters in te voeren in het tekstinvoerveld. Zie “Tekst invoeren” op pagina 36 voor meer informatie.
Een foto maken of een video opnemen: open de toepassing Camera. De cameralens bevindt zich achter op de smartphone, boven de achtercover (zie figuur ”2” on page 13). Schakelen tussen de camera en de camcorder: tik op de gewenste afbeelding links op het scherm. Gebruik het scherm als zoeker, richt de focus op het gewenste object en druk midden op de bladertoets of tik op Vastleggen om de foto te nemen. Als u een video wilt opnemen, drukt u op Opnemen. De foto of video wordt opgeslagen in de map die in de titelbalk wordt weergegeven. Als u de foto niet wilt bewaren, tikt u op Verwijderen. Zie “Afbeeldingen” op pagina 85 voor meer informatie.
Naar de radio luisteren: sluit een compatibele hoofdtelefoon aan op de smartphone. Het snoer van de hoofdtelefoon fungeert als antenne voor de radio. Zorg dus dat het snoer ongehinderd kan hangen. Open de toepassing Visual Radio, druk op en selecteer Extra > Gebruikte uitgang > Hoofdtelefoon. Druk op om de radio aan te zetten. U kunt Visual Radio gebruiken om naar gewone FM–radiouitzendingen te luisteren, maar u kunt ook uitzendingen met gelijktijdige visuele content ontvangen. Zie “Visual Radio” op pagina 96 voor meer informatie.
Alle toepassingen en bestanden in de smartphone doorzoeken op specifieke tekst of bestandstypen: open
de toepassing Zoeken en tik op Zoeken. Toets de tekst in het zoekveld en tik op Zoeken. De zoekcriteria verfijnen: tik op Geav. zoeken, toets de tekst in het zoekveld, geef de locatie en het datumbereik voor de zoekbewerking op en tik op OK. Tik op het gevonden item om het te openen.
Tip: U kunt ook naar tekstreeksen in toepassingen
zoeken als deze functie beschikbaar is als menuopdracht. Druk op en selecteer Bewerken >
Zoeken....
Mappen maken: open de toepassing Bestandsbeheer.
Druk op en selecteer Bestand > Nieuwe map.... Geef
de nieuwe map een naam en selecteer een locatie. In sommige toepassingen kunt u een nieuwe map maken als u eerst de menuopdracht Map wijzigen selecteert.
22
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.

Algemene functies in toepassingen

U kunt de volgende functies terugvinden in verschillende toepassingen:
Een snelkoppeling naar een item toevoegen: selecteer een item in de toepassing Bestandsbeheer of een andere toepassing die bestanden verwerkt. Druk op
en selecteer de menuopdracht Toevoegen aan
Bureaublad... als deze beschikbaar is. In Afbeeldingen
selecteert u bijvoorbeeld Extra > Toevoegen aan
Bureaublad.... Selecteer de Bureaublad–groep waaraan u
de snelkoppeling wilt toevoegen en tik op OK. Items verzenden: selecteer een item, druk op en
selecteer de opdracht Bestand > Verzenden als deze beschikbaar is. Selecteer de gewenste verzendmethode.
Een item knippen en plakken: selecteer een item, druk op en selecteer Bewerken > Knippen. Selecteer de locatie waaraan u het item wilt toevoegen, druk op en selecteer Bewerken > Plakken.
Een item kopiëren en plakken: selecteer een item, druk op en selecteer Bewerken > Kopiëren. Selecteer de locatie waaraan u het item wilt toevoegen, druk op en selecteer Bewerken > Plakken.
Tip: In sommige dialoogvensters wordt linksboven een
pijl weergegeven. Tik op dit pictogram om de geselecteerde tekst te knippen of kopiëren of om tekst in het geselecteerde veld te plakken.
Een item verwijderen: selecteer een item, druk op
en selecteer Bestand > Verwijderen.
In– en uitzoomen: druk op en selecteer Scherm >
Inzoomen of Uitzoomen.
Aan de slag

Statuspictogrammen

U kunt toepassingen of dialoogvensters openen door op de statuspictogrammen te tikken. Als u bijvoorbeeld op
tikt, wordt de Inbox geopend en kunt u een ontvangen bericht lezen. Dit zijn enkele van de statuspictogrammen die kunnen worden weergegeven wanneer het standaardthema is geactiveerd:
Er staan een of meer ongelezen berichten in de Inbox.
U hebt een of meer spraakberichten ontvangen. Tik op het pictogram om uw voicemail te bellen. Als u met twee telefoonlijnen werkt, geeft het cijfer aan welke telefoonlijn geselecteerd is.
Er is een spraakoproep actief. Tik om het gesprek te openen in de weergave voor gespreksbehandeling.
De microfoon is uitgeschakeld.
Volumeregeling. Tik hierop tijdens een gesprek om de volumeregeling te openen.
Het touchscreen en de toetsen van de smartphone zijn vergrendeld. Zie “Touchscreen– en toetsvergrendeling” op pagina 27.
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
23
U gebruikt het profiel Stil. De telefoon geeft geen beltoon als een oproep of bericht binnenkomt. Tik om het dialoogvenster voor profielselectie te openen.
De alarmklok is actief.
Aan de slag
Alle oproepen worden doorgeschakeld naar een ander nummer. Als u met twee telefoonlijnen werkt, geeft een cijfer aan naar welke lijn de oproep wordt doorgeschakeld.
geeft aan dat alle oproepen worden doorgeschakeld naar voicemail. Tik op het pictogram om de instellingen voor doorschakelen te wijzigen.
Als u met twee telefoonlijnen werkt, geeft het cijfer aan welke telefoonlijn geselecteerd is. Tik op het pictogram om tussen de telefoonlijnen te schakelen.
of Een hoofdtelefoon of inductielus is op de
smartphone aangesloten.
De smartphone is op een pc aangesloten via een
verbindingskabel.

Batterijniveau

De batterij is bijna leeg. Laad de batterij op.
De batterij is opgeladen. Wanneer de balk niet meer beweegt en alle vier de balken worden weergegeven, wil dit zeggen dat de batterij volledig is opgeladen.

Signaalsterkte

De smartphone is aangesloten op een draadloos netwerk. Wanneer alle vier de balken worden weergegeven, is er een goede ontvangst van het draadloze signaal. Als het signaal zwak is, kunt u proberen de ontvangst te verbeteren door de smartphone iets te verplaatsen of de smartphone handsfree te gebruiken.
De smartphone is ingeschakeld maar bevindt zich
buiten het bereik van het netwerk.
De telefoonfuncties van de smartphone zijn uitgeschakeld. U kunt niet bellen of gebeld worden en u kunt geen berichten ontvangen met een van de communicatietoepassingen (SMS, gegevens of e-mail).

Pictogrammen voor gegevensverbinding

Bluetooth–verbinding. Tik om een dialoogvenster te openen waarin u de Bluetooth–verbinding kunt uitschakelen. Zie “Bluetooth-verbinding” op pagina 149 voor meer informatie over de Bluetooth–technologie.
Er is een gegevensoproep actief. Tik om het gesprek te openen in de weergave voor gespreksbehandeling.
Er is een HSCSD–gegevensoproep actief. Tik om het gesprek te openen in de weergave voor gespreksbehandeling.
24
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
De GPRS–verbinding is actief. Het GPRS–symbool wordt weergegeven als de GPRS–verbinding onderbroken is, bijvoorbeeld als u belt of een oproep ontvangt tijdens een GPRS–verbinding. Tik op het pictogram om het dialoogvenster Verbindingsbeheer te openen.
Aan de slag
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
25

Algemene informatie

Stickers in het verkooppakket

De stickers in het verkooppakket bevatten belangrijke informatie voor service en klantenondersteuning. U vindt in het pakket ook instructies voor het gebruik van de stickers.
Algemene informatie

Toegangscodes

U kunt worden gevraagd naar de volgende beveiligingscodes:
Vergrendelingscode (5 tot 10 cijfers): De
vergrendelingscode beveiligt uw smartphone tegen onbevoegd gebruik. De code wordt bij de smartphone verstrekt. De code is standaard ingesteld op 12345. Wijzig de code en houd de nieuwe code geheim. Bewaar de code op een veilige plaats uit de buurt van uw smartphone.
PIN–code en PIN2–code (4 tot 8 cijfers): De PIN–code
(Personal Identification Number) beveiligt uw SIM– kaart tegen onbevoegd gebruik. De PIN–code wordt meestal bij de SIM–kaart verstrekt. Als u drie keer na elkaar een onjuiste PIN–code hebt ingetoetst, wordt de PIN–code geblokkeerd en moet u de blokkering opheffen voordat u de SIM–kaart weer kunt gebruiken. Bij sommige SIM–kaarten wordt ook een PIN2–code verstrekt, die nodig is om toegang te krijgen tot
26
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
bepaalde functies, zoals het gebruik van vaste nummers.
PUK– en PUK2–codes (8 cijfers): Met de PUK–code
(Personal Unblocking Key) kunt u een geblokkeerde PIN–code wijzigen. Met de PUK2–code kunt u een geblokkeerde PIN2–code wijzigen. Neem contact op met de leverancier van de SIM–kaart in uw smartphone als de codes niet bij de SIM–kaart worden verstrekt.
Blokkeerwachtwoord (4 cijfers): Het
blokkeerwachtwoord hebt u nodig voor de dienst Gespreksblokkering. U kunt het wachtwoord opvragen bij uw serviceprovider. De internettoepassingen van de smartphone maken gebruik van wachtwoorden en gebruikersnamen als beveiliging tegen onbevoegd gebruik van internet en de daarop aangeboden diensten. Deze wachtwoorden worden gewijzigd in de instellingen van de internettoepassingen.

Geheugenbeheer

Veel voorzieningen van de smartphone maken gebruik van het geheugen bij het opslaan van gegevens. Tot deze voorzieningen behoren video’s, muziekbestanden, spelletjes, contacten, berichten, afbeeldingen en beltonen, agendanotities en taken, documenten en gedownloade toepassingen. De hoeveelheid vrij geheugen hangt af van
de hoeveelheid gegevens die al in het geheugen van de smartphone is opgeslagen.
U kunt een geheugenkaart gebruiken om extra opslagruimte te verkrijgen. Als het geheugen van de smartphone bijna vol is, kunt u gegevens verplaatsen naar een geheugenkaart. Omdat geheugenkaarten kunnen worden overschreven, kunt u herhaaldelijk gegevens opslaan op een geheugenkaart en gegevens indien nodig ook weer verwijderen.
Opmerking: Sommige kaarten zijn alleen–lezen. Deze kaarten bevatten vooraf geïnstalleerde gegevens die niet kunnen worden verwijderd of overschreven.
Het geheugenverbruik controleren: open de toepassing Configuratiescherm en open Geheugen. U kunt bekijken welke gegevenssoorten in het interne geheugen van de smartphone en op de geheugenkaart zijn opgeslagen en hoeveel geheugen deze verschillende gegevenssoorten in beslag nemen.

Geheugen vrijmaken

Als u veel spelletjes installeert of veel afbeeldingen, muziekbestanden of videoclips opslaat, kan dit een groot gedeelte van het beschikbare geheugen in beslag nemen. De smartphone geeft een melding als het geheugen bijna vol is. In dat geval kunt u geen gegevens meer opslaan totdat u een aantal spelletjes, afbeeldingen of andere items uit het geheugen verwijdert om ruimte beschikbaar te maken. U kunt voorkomen dat het geheugen vol raakt
door regelmatig gegevens te verwijderen of naar een geheugenkaart over te brengen.
U kunt contactgegevens, agendanotities, spelletjes, gewone berichten en e-mailberichten of andere gegevens verwijderen. Ga naar de betreffende toepassing om de gegevens te verwijderen.

Touchscreen– en toetsvergrendeling

U kunt het touchscreen en de toetsen vergrendelen om te voorkomen dat ze per ongeluk worden ingedrukt.
Het touchscreen en de toetsen vergrendelen: druk
op en vervolgens op . Wanneer het touchscreen en de toetsen vergrendeld zijn, wordt weergegeven in het statusgebied. U kunt de toetsblokkering ook activeren door op de aan/uit–toets
te drukken en Scherm en toetsen vergrendelen te
selecteren. De vergrendeling opheffen: druk op en vervolgens op .
Een oproep beantwoorden wanneer de
toetsvergrendeling is ingeschakeld: druk op .
Tijdens een gesprek kan de telefoon gewoon worden gebruikt. Wanneer u de oproep beëindigt of weigert, worden het touchscreen en de toetsen automatisch
Algemene informatie
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
27
weer vergrendeld.
De automatische toetsvergrendeling inschakelen:
open de toepassing Configuratiescherm en open
Scherm. Schakel het selectievakje Beveilig. vergr. scherm/ toetsen: in en tik op OK. Het touchscreen en de toetsen
worden automatisch vergrendeld nadat de schermbeveiliging is geactiveerd.
Algemene informatie

Volumeregeling

Het volume instellen tijdens een gesprek: druk op
om de geluidsinstellingen te openen. Druk op en of druk op en op de bladertoets om het geluidsvolume te verlagen of te verhogen. U kunt ook de luidspreker gebruiken of het geluid uitschakelen.
Het volume regelen als u de hoofdtelefoon of
luidspreker gebruikt: druk op en op de
bladertoets. Waarschuwing: Luister naar muziek op een gematigd
geluidsvolume. Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor beschadigen.

Luidspreker

Uw smartphone heeft een ingebouwde luidspreker voor handsfree gebruik (zie figuur ”3” op pagina 14). Met de luidspreker kunt u vanaf een korte afstand spreken en luisteren zonder de smartphone tegen uw oor te houden.
U kunt de smartphone bijvoorbeeld op tafel leggen. De luidspreker kan worden gebruikt tijdens een oproep, bij geluidstoepassingen en bij het bekijken van multimediaberichten.
Overschakelen op de luidspreker als een oproep actief is: druk op . De luidspreker moet elke keer
apart worden ingeschakeld voor telefoongesprekken, maar geluidstoepassingen zoals de Music Player maken standaard gebruik van de luidspreker. De luidspreker uitschakelen en het luistergedeelte weer activeren: druk op .
Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw
oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.

Hoofdtelefoon

U kunt naar de radio en muziekspeler in uw smartphone luisteren met de meegeleverde hoofdtelefoon HS-3.
De hoofdtelefoon op de smartphone aansluiten: bevestig het uiteinde van het hoofdtelefoonsnoer in de Pop-Port™–aansluiting onder aan de smartphone. (Zie figuur ”2” op pagina 13.) Het snoer van de hoofdtelefoon fungeert als antenne voor de radio. Zorg dus dat het snoer ongehinderd kan hangen.
Een oproep beantwoorden als de hoofdtelefoon wordt gebruikt: druk op de knop voor
afstandsbediening bij het microfoongedeelte van de
28
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
hoofdtelefoon. Druk opnieuw op deze knop om de oproep te beëindigen.
Waarschuwing: Wanneer u de stereohoofdtelefoon gebruikt, kan uw vermogen om geluiden van buitenaf te horen negatief worden beïnvloed. Gebruik de stereohoofdtelefoon niet wanneer dit uw veiligheid in gevaar kan brengen.

Toepassingen en software installeren

U kunt twee soorten toepassingen en software op de smartphone installeren:
• toepassingen en software die speciaal voor de Nokia 7710 bedoeld zijn of die geschikt zijn voor het Symbian–besturingssysteem. De installatiebestanden hiervoor hebben de extensie .SIS. Zie “Software installeren” op pagina 29.
• J2Micro Edition voor het Symbian–besturingssysteem. Deze bestanden hebben de extensie .JAD of .JAR. Download geen PersonalJava Deze toepassingen kunnen niet worden geïnstalleerd. Zie “JavaTM –toepassingen installeren” op pagina 30.
Installatiebestanden kunnen naar uw smartphone worden overgebracht via een compatibele computer, kunnen worden gedownload tijdens een browsersessie, of kunnen
TM
Java–toepassingen die geschikt zijn
TM
–toepassingen naar uw smartphone.
u worden toegezonden in een multimediabericht, als e­mailbijlage of via Bluetooth.
Belangrijk: Installeer alleen toepassingen van
bronnen die voldoende beveiliging bieden tegen schadelijke software.
Tijdens de installatie controleert de smartphone de integriteit van het pakket dat wordt geïnstalleerd. U ziet informatie over de uitgevoerde tests en u hebt de keuze om door te gaan of de installatie te annuleren.
Zie “De echtheid van een certificaat controleren” op pagina 116 voor informatie over digitale handtekeningen en certificaten.

Software installeren

Als u een bestand installeert dat een update of herstelversie van een bestaande toepassing bevat, kunt u de oorspronkelijke toepassing alleen herstellen als u beschikt over het oorspronkelijke installatiebestand of een volledige reservekopie van het verwijderde softwarepakket. Als u de oorspronkelijke toepassing wilt herstellen, moet u de toepassing eerst verwijderen. Vervolgens installeert u de toepassing opnieuw met het oorspronkelijke installatiebestand of de reservekopie.
Software installeren: zoek in het geheugen van de
smartphone of op de geheugenkaart naar het installatiebestand en dubbeltik op het bestand om de installatie te starten. Als u het installatiebestand bijvoorbeeld als e-mailbijlage hebt ontvangen, gaat u
Algemene informatie
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
29
naar uw mailbox, opent u het e-mailbericht en dubbeltikt u op het installatiebestand om de installatie te starten.
De software verwijderen: zie “Toepassingsbeheer” op
pagina 113.
Tip: Zie “Toepassingsbeheer” op pagina 113 voor meer
informatie over het installeren van software.
JavaTM –toepassingen installeren
Algemene informatie
1 Zoek in het geheugen van de smartphone of op de
geheugenkaart naar het installatiebestand en dubbeltik op het bestand om de installatie te starten. Als u het installatiebestand bijvoorbeeld als e­mailbijlage hebt ontvangen, gaat u naar uw mailbox, opent u het e-mailbericht en dubbeltikt u op het installatiebestand om de installatie te starten.
2 Bevestig de installatie. Voor de installatie is het JAR–
bestand vereist. Als dit bestand ontbreekt, moet u dit wellicht downloaden. Als geen toegangspunt is gedefinieerd, wordt u gevraagd een toegangspunt te selecteren. Tijdens het downloaden van het JAR– bestand moet u mogelijk een gebruikersnaam en wachtwoord invoeren voor toegang tot de server. Deze gegevens krijgt u van de leverancier of de van de fabrikant van de toepassing. U ziet een melding wanneer de installatie is voltooid.
Tip: Tijdens een browsersessie kunt u een
installatiebestand downloaden en direct installeren.
De verbinding blijft dan tijdens de installatie echter actief op de achtergrond.

Gegevenstransmissie

Dit apparaat maakt gebruik van de gegevenstransmissiemogelijkheden van het GSM–netwerk voor het verzenden van multimediaberichten, SMS– berichten en e–mail, en voor het tot stand brengen van verbindingen met computers op afstand.
Draadloze gegevensverbindingen zijn mogelijk vanaf de meeste locaties waar de smartphone werkt. Het verdient echter de voorkeur het apparaat te gebruiken op een locatie waar een zo sterk mogelijk draadloos signaal kan worden verkregen. Hoe sterker het signaal, hoe efficiënter de gegevenstransmissie. In het algemeen geldt dat van draadloze communicatie niet dezelfde prestaties kunnen worden verwacht als van communicatie via kabelnetwerken, vanwege de kenmerken die inherent zijn aan de omgeving voor draadloze communicatie.
De volgende factoren kunnen een nadelige invloed hebben op draadloze verbindingen in de vorm van ruis, zwakke
30
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Loading...
+ 144 hidden pages