Elektronische handleiding als uitgave bij "Nokia Handleidingen - Voorwaarden en bepalingen, 7
juni 1998" (“Nokia User’s Guides Terms and Condition s, 7th June, 1998”.)
9353245Issue 4 NL
CONFORMITEITSVERKLARING
NOKIA CORPORATION Ltd verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het product NHL-2NA conform is aan de bepalingen van de volgende Richtlijn van de Raad:
1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/
Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te
brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten of voor enige bijzondere, incidentele, onrechtstreekse of indirecte schade.
De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt. Tenzij vereist krachtens het toepasselijke recht, wordt geen enkele garantie gegeven
betreffende de nauwkeurigheid, betrouwbaarheid of inhoud van dit document, hetzij uitdrukkelijk hetzij impliciet, daaronder mede begrepen maar niet beperkt tot
impliciete garanties betreffende de verkoopbaarheid en de geschiktheid voor een bepaald doel. Nokia behoudt zich te allen tijde het recht voor zonder voorafgaande
kennisgeving dit document te wijzigen of te herroepen.
De beschikbaarheid van bepaalde producten kan per regio verschillen. Neem hiervoor contact op met de dichtstbijzijnde Nokia leverancier.
Wanneer u het apparaat op een ander
apparaat aansluit, moet u de
gebruikershandleiding van dat apparaat lezen
voor gedetailleerde veiligheidsinstructies.
Sluit geen ongeschikte producten aan.
BELLEN Controleer of de telefoon is
ingeschakeld. Toets het net- en
abonneenummer in en druk op . Als u
een gesprek wilt beëindigen, drukt u op .
Als u een oproep wilt beantwoorden, drukt u
op .
ALARMNUMMER KIEZEN Controleer of de
telefoon is ingeschakeld. Druk zo vaak als
nodig is op aom het scherm leeg te
maken (bijvoorbeeld om een gesprek te
beëindigen, een menu af te sluiten,
enzovoort). Toets het alarmnummer in en druk
op . Geef op waar u zich bevindt.
Beëindig het gesprek niet voordat u daarvoor
toestemming hebt gekregen.
Netwerkdiensten
De draadloze telefoon zoals beschreven in deze
handleiding is goedgekeurd voor gebruik op het EGSM
900 en GSM 1800-netwerk.
De beschikbaarheid van dualband is afhankelijk van het
netwerk. Vraag uw netwerkexploitant of u zich op deze
dienst kunt abonneren.
Sommige functies die in deze handleiding worden
beschreven zijn netwerkdiensten. Dit zijn speciale diensten
waarop u zich via uw netwerkexploitant kunt abonneren.
U kunt pas gebruik maken van deze diensten nadat u zich
via de exploitant van uw thuisnet op de gewenste diensten
hebt geabonneerd en u de gebruiksinstructies hebt
ontvangen.
Opmerking: Het is mogelijk dat sommige
netwerken geen ondersteuning bieden voor
bepaalde taalafhankelijke tekens en/of diensten.
Opmerking: Controleer voor gebruik altijd het
modelnummer van een oplader. Deze apparatuur is
bedoeld voor gebruik met de volgende
voedingsbronnen: ACP-7, ACP-8, ACP-9, ACP-12 en
LCH-9.
WAARSHUWING! Gebruik alleen batterijen, laders
en accessoires die door de fabrikant van de telefoon
zijn goedgekeurd voor gebruik met dit type
telefoon. Het gebruik van andere types kan de
goedkeuring en garantie doen vervallen en kan
bovendien gevaarlijk zijn.
Vraag uw leverancier naar de beschikbare goedgekeurde
accessoires.
Als u de stekker van een accessoire uit het stopcontact
verwijdert, moet u aan de stekker trekken, niet aan het
snoer.
Nokia 7650 biedt verschillende handige functies, zoals Camera, Klok, Signaalklok,
Rekenmachine en Agenda.
De stickers in het pakket
• De stickers bevatten belangrijke informatie voor service en klantenondersteuning.
Standby-modus
De volgende symbolen worden weergegeven als de telefoon gebruiksklaar is en er geen
tekens zijn ingetoetst. Dit is de ‘standby-modus’. In fig. 1
A Toont de signaalsterkte van het mobiele netwerk op de huidige locatie. Hoe hoger de
balk, des te sterker het signaal. Het symbool wordt vervangen door het GPRS-symbool
als GPRS-verbinding is ingesteld op Autom. bij signaal en er een verbinding beschikbaar is op
het netwerk of in de huidige cel. Zie ‘Pakketdata (General Packet Radio Service, GPRS)’
en ‘GPRS’ op pag. 36.
pag. 31B Toont een analoge of digitale klok. Zie ook de instellingen voor ‘Datum en tijd’
en Standby-modus → Achtergrondafbeelding op pag. 27.
37
C Geeft aan in welk mobiel netwerk de telefoon momenteel wordt gebruikt.
D Toont de batterijcapaciteit. Hoe hoger de balk, des te hoger de batterijcapaciteit.
E Navigatiebalk: toont het actieve profiel. Als het geselecteerde profiel Algemeen is,
verschijnt de huidige datum in plaats van de profielnaam. Zie ‘Navigatiebalk - horizontaal
navigeren’ op pag. 11 en ‘Profielen’ op pag. 94 voor meer informatie.
F Toont de huidige snelkoppelingen die aan de selectietoetsen en zijn
toegewezen.
snelkoppelingen voor de
selectietoetsen en de
achtergrondafbeelding
wijzigen. Zie de
instellingen voor
‘Standby-modus’
.
27
op pag.
Algemene informatie
7
Algemene informatie
Figuur 2 Het
hoofdmenu
Opmerking: Uw telefoon heeft een screensaver. Het scherm wordt leeggemaakt en
de screensaver verschijnt als de telefoon vijf minuten niet is gebruikt. Zie pag. 28
Druk op een toets of open de schuifklep om de screensaver uit te schakelen.
Symbolen die acties aangeven
Als de telefoon in standby-modus staat, kunnen een of meer van de volgende symbolen
worden weergegeven:
- Geeft aan dat u nieuwe berichten hebt ontvangen in de Inbox. Als het symbool
knippert, is er onvoldoende geheugen en moet u gegevens verwijderen. Zie ‘Het geheugen
is vol’ op pag. 133 voor meer informatie.
- Geeft aan dat u een of meer spraakberichten hebt ontvangen. Zie ‘Uw voicemailbox
bellen’ op pag. 16.
- Geeft aan dat de Outbox berichten bevat die nog niet zijn verzonden. Zie pag. 63
- Wordt weergegeven als Oproepsignaal is ingesteld op Stil en Berichtensignaaltoon is
ingesteld op Uit in het actieve profiel. Zie ‘Profielen’
- Geeft aan dat het toetsenblok is geblokkeerd. Zie Aan de slag.
- Geeft aan dat er een alarm actief is. Zie ‘Klok’
- Geeft aan dat Bluetooth actief is. Bij datatransmissie via Bluetooth wordt
weergegeven.
- Geeft aan dat alle oproepen worden doorgeschakeld. - Geeft aan dat alle
oproepen worden doorgeschakeld naar een voicemailbox. Zie ‘Instellingen voor het
doorschakelen van oproepen’ op pag. 20. Als u twee telefoonlijnen hebt, is het
doorschakelsymbool voor de eerste lijn en voor de tweede. Zie ‘Lijn in gebruik
(netwerkdienst)’ op pag. 29.
- Geeft aan dat u alleen kunt bellen via telefoonlijn 2 (netwerkdienst). Zie ‘Lijn in gebruik
Opmerking: Als u op drukt, wordt een gesprek altijd beëindigd, ook als een
andere toepassing actief is en op de display wordt weergegeven.
Als u de telefoon uitzet, worden de toepassingen gesloten en niet opgeslagen gegevens
automatisch opgeslagen.
Het menu herschikken
U kunt de menu-items naar eigen inzicht herschikken. Weinig gebruikte toepassingen kunt
u in mappen zetten en veelgebruikte toepassingen kunt u van een map naar het menu
verplaatsen. U kunt ook nieuwe mappen maken.
1 Ga naar het item dat u wilt verwijderen en selecteer Opties →Verplaatsen. Er verschijnt
een vinkje naast de toepassing.
2 Verplaats de selectie naar de gewenste locatie en druk op OK.
Tussen toepassingen schakelen
Zo schakelt u tussen meerdere geopende toepassingen: Houd (Menu) ingedrukt. Er
wordt een lijst weergegeven met geopende toepassingen. Als er meer dan drie
toepassingen tegelijkertijd zijn geopend, loopt de onderkant van de lijst met geopende
toepassingen schuin af en worden er pijltjes weergegeven om omhoog of omlaag te gaan.
op pag. 10. Ga naar een toepassing en druk op de navigatietoets om deze te
Zie fig. 4
openen.
Opmerking: Als er onvoldoende geheugen is, kan het zijn dat toepassingen
automatisch worden gesloten. Voordat een toepassing wordt gesloten, worden nietopgeslagen gegevens opgeslagen.
In deze gebruikershandleiding worden in de marge lijstjes met opties weergegeven. Hierin
vindt u de opdrachten die in verschillende weergaven en situaties beschikbaar zijn.
Opmerking: Welke opdrachten beschikbaar zijn, verschilt per weergave.
Tip! Als u op de navigatietoets drukt, verschijnt er soms een kortere lijst met opties.
Deze bevat de belangrijkste opdrachten voor de weergave.
Opties
Navigatiebalk - horizontaal navigeren
De navigatiebalk bevat de volgende elementen:
• pijltjes of tabs die aangeven of er meer weergaven, mappen of bestanden zijn waar u
naartoe kunt gaan. Zie fig. 5
• bewerkingssymbolen (zie ‘Tekst intoetsen’
• overige informatie. Zo betekent 2/14 in fig. 5
foto's in de map. Beweeg de navigatietoets naar rechts om de volgende foto te bekijken.
op pag. 11.
op pag. 65).
dat de huidige foto de tweede is van 14
Acties voor alle toepassingen
• Items openen en bekijken - In een lijst met bestanden of mappen kunt u een item
openen door erheen te gaan en op de navigatietoets te drukken, of door Opties→
Openen te selecteren.
• Items bewerken - Als u een item wilt bewerken, moet u het item soms eerst weergeven
en vervolgens Opties→Bewerken selecteren om de inhoud te kunnen wijzigen.
• De naam van items wijzigen - Als u een bestand of een map een nieuwe naam wilt
geven, gaat u erheen en selecteert u Opties→Naam wijzigen.
• Items verwijderen - Ga naar het item en selecteer Opties→Verwijderen of druk op
. Als u meerdere items tegelijk wilt verwijderen, moet u deze eerst markeren. Zie
• Een item markeren - U kunt items in een lijst op diverse manieren markeren.
• Als u één item tegelijk wilt selecteren, gaat u ernaartoe en selecteert u Opties→
Markeringen aan/uit → Markeren of drukt u tegelijk op en de navigatietoets. Er
verschijnt een vinkje naast het item.
• Als u alle items in de lijst wilt selecteren, kiest u Opties→Markeringen aan/uit→
Alle markeren.
• Meerdere items markeren - Houd ingedrukt en beweeg de navigatietoets
tegelijkertijd naar boven of naar beneden. Zolang u door de lijst schuift, verschijnt
naast alle items in het selectiekader een vinkje. Als u de selectie wilt beëindigen,
stopt u met schuiven en laat u los.
Na het markeren van de gewenste items kunt u deze verplaatsen of verwijderen via
Opties →Verplaats naar map of Verwijderen.
• Als u de markering van een item wilt opheffen, gaat u ernaartoe en selecteert u Opties
→Markeringen aan/uit →Markering opheffen of drukt u tegelijkertijd op en de
navigatietoets.
Mappen maken - Als u een nieuwe map wilt maken, selecteert u Opties →Nieuwe map.
U moet een naam voor de map opgeven (max. 35 letters).
• Items naar een map verplaatsen - Als u items naar een map wilt verplaatsen,
selecteert u Opties→Verplaats naar map (niet beschikbaar als er geen mappen zijn). Als
u Verplaats naar map kiest, verschijnt er een lijst met beschikbare mappen. Ook kunt u
het hoofdniveau van de toepassing zien (om een item uit een map te verplaatsen).
Selecteer de locatie waarheen u het item wilt verplaatsen en druk op OK.
Items zoeken
Via het zoekveld kunt u een naam, bestand, map of snelkoppeling zoeken. Soms verschijnt
het zoekveld niet automatisch. U kunt het veld dan activeren door Opties→Zoeken te
kiezen of door letters in te toetsen.
1 Typ tekst in het zoekveld om een item te zoeken. Er wordt meteen met zoeken
begonnen. Het meest overeenkomende item wordt weergegeven. Zie fig. 6
Hoe meer letters u intoetst, hoe nauwkeuriger de zoekresultaten.
2 Als het juiste item is gevonden, drukt u op de navigatietoets om het te openen.
Volumeregeling
• Het geluidsvolume van de telefoon regelt u door de navigatietoets naar rechts (harder)
of naar links (zachter) te bewegen.
Ingebouwde luidspreker
De telefoon heeft een ingebouwde luidspreker voor handenvrij bellen. Zie Aan de slag voor
een afbeelding hiervan. Deze luidspreker maakt het mogelijk vanaf een korte afstand te
spreken en luisteren zonder dat u de telefoon bij uw oor hoeft te houden. U kunt de
luidspreker gebruiken voor gesprekken, geluidstoepassingen en multimediaberichten.
Dankzij de luidspreker kunt u tijdens een gesprek gemakkelijker andere toepassingen
gebruiken.
De luidspreker activeren
Als u tijdens een actieve oproep de luidspreker wilt gebruiken, drukt u op . U hoort
een toon, verschijnt op de navigatiebalk en de volume-indicator verandert. Zie fig. 7
.
pag. 13
Opmerking: Bij helder licht (bijvoorbeeld infrarood licht dat afkomstig is van de zon
of een halogeenlamp) kan het zijn dat de nabijheidssensor de luidspreker uitschakelt
en de hoofdtelefoonmodus weer inschakelt.
Opmerking: Als er een hoofdtelefoon is aangesloten, kunt u de luidspreker niet
activeren.
U moet de luidspreker voor elk gesprek opnieuw activeren. Voor geluidstoepassingen zoals
Componist en Opname-eenheid wordt de luidspreker standaard gebruikt.
op
Spraakvolumesymbolen:
- voor oorstuk,
- voor luidspreker. Zie
ook fig. 7
op pag. 13.
Figuur 7 Het volume
voor het oorstuk en de
luidspreker op de
navigatiebalk
• Druk tijdens een actieve oproep of het afspelen van een geluid op om de
luidspreker uit te schakelen.
Opmerking: Als u in geluidstoepassingen de luidspreker uitschakelt, geldt dit
slechts voor één geluidsbestand. Zodra u de volgende soundclip of beltoon opent, is
de luidspreker weer ingeschakeld.
Automatische nabijheidssensor
De telefoon heeft een ingebouwde nabijheidssensor. Zie Aan de slag voor een afbeelding
Algemene informatie
hiervan. Als u de telefoon bij uw oor houdt, wordt de luidspreker door deze sensor
uitgeschakeld. De nabijheidssensor reageert op alle objecten die in de buurt komen, ook als
dat niet de bedoeling is.
Opmerking: De nabijheidssensor werkt niet als u een toepassing gebruikt waarbij u
de telefoon ver van uw mond en gezicht houdt, bijvoorbeeld bij een spelletje. Als er
dan een oproep binnenkomt, wordt de luidspreker uitgeschakeld en kunt u de oproep
beantwoorden door op te drukken en de telefoon bij uw oor te houden.
Opmerking: De nabijheidssensor kan de luidspreker niet inschakelen.
Hoofdtelefoon
Als u het volume wilt aanpassen als er een hoofdtelefoon is aangesloten, beweegt u de
navigatietoets naar rechts of links of gebruikt u de toetsen op de hoofdtelefoon.
1 Open de schuifklep.
2 Kies het netnummer en telefoonnummer. Beweeg de navigatietoets naar links of rechts
om de cursor te verplaatsen. Druk op om een nummer te verwijderen.
• Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op voor het internationale
prefix (het teken + duidt de internationale toegangscode aan), kiest u vervolgens het
landnummer, het netnummer zonder 0 en het abonneenummer.
Opmerking: Oproepen die hier internationaal worden genoemd, kunnen
soms ook plaatsvinden tussen regio’s binnen hetzelfde land.
3 Druk op om het nummer te bellen.
4 Druk op of sluit de schuifklep om het gesprek te beëindigen (of de oproep te
annuleren).
Normale positie: Houd de telefoon net zo vast als elke andere telefoon.
Opmerking: Als u op drukt, wordt een gesprek altijd beëindigd, ook als een
andere toepassing actief is en op de display wordt weergegeven.
Tip! Als u tijdens een gesprek de schuifklep wilt sluiten zonder het gesprek te
beëindigen, drukt u op (linkerselectietoets) en sluit u binnen enkele
seconden de schuifklep.
Bellen via de map Contacten
1 U opent de map Contacten door te gaan naar Menu → Contacten.
2 Ga met de navigatietoets naar de gewenste naam. U kunt ook de eerste letters van de
naam intoetsen. Het zoekveld verschijnt en de gevonden namen worden getoond.
een gesprek het volume
aanpassen door de
navigatietoets naar rechts
(harder) of links (zachter)
te bewegen.
Figuur 1 Een gesprek
tot stand brengen
15
3 Druk op om het nummer te kiezen.
Als de persoon meerdere telefoonnummers heeft, gaat u naar het gewenste nummer en
drukt u op om het te kiezen.
16
De telefoon
Tip! Als u voor het
beluisteren van
voicemailberichten steeds
een wachtwoord moet
invoeren, is het een goed
idee om na het
voicemailboxnummer een
DTMF-nummer in te
toetsen. Dit wachtwoord
wordt automatisch
doorgegeven wanneer u
de voicemail belt. U kiest
dan bijvoorbeeld +44123
4567p1234#, waarbij
1234 het wachtwoord is
en ‘p’ een pauze.
U geeft het
snelkeuzerooster weer
door te gaan naar Menu→Instrum.→
4 Herhaal stap 2 om de volgende deelnemer in het gesprek te betrekken en kies Opties
→ Conferentie → Toev. aan confer..
• Zo kunt u een privé-gesprek met een van de deelnemers voeren: Selecteer Opties →
Conferentie →Privé. Ga naar de gewenste deelnemer en druk op Privé. Het
conferentiegesprek wordt in de wachtstand geplaatst en de andere deelnemers
kunnen met elkaar doorpraten terwijl u een privé-gesprek voert met één deelnemer.
Als u het privé-gesprek hebt beëindigd, selecteert u Opties→Toev. aan confer. om
terug te keren naar het conferentiegesprek.
• Als u een deelnemer uit het conferentiegesprek wilt verwijderen, selecteert u Opties→Conferentie→Deelnemer verwijd.. Ga vervolgens naar de deelnemer en kies
Verwijd..
5 Druk op om het actieve conferentiegesprek te beëindigen.
Een oproep beantwoorden
• Zo beantwoordt u een inkomende oproep:
• als de schuifklep gesloten is, drukt u op de navigatietoets of op Antwoord.
• open de schuifklep.
De telefoon
Figuur 2 Een
conferentiegesprek met
twee deelnemers
Tip! U kunt het
snelst een nieuwe oproep
starten door het nummer
te kiezen en op te
drukken. Het eerste
gesprek wordt
automatisch in de
wachtstand geplaatst.
om de
luidsprekerinstelling te
wijzigen tijdens een
actieve oproep. Zie
‘Ingebouwde luidspreker’
De telefoon
op pag. 13
Tip! Zie ‘Profielen’
op pag. 94
informatie over het
aanpassen van beltonen
aan omstandigheden en
gebeurtenissen.
Tip! Als u beide
oproepen tegelijk wilt
beëindigen, kiest u Opties→Alle oproep. beëind. en
drukt u op OK.
.
voor meer
• als de schuifklep geopend is, drukt u op .
• Druk op of sluit de schuifklep om het gesprek te beëindigen.
Als u een oproep niet wilt beantwoorden, drukt u op . De beller hoort een bezettoon.
Tip! Als u oproepen doorschakelt met de functie Opr. doors.→Indien bezet,
bijvoorbeeld naar uw voicemailbox, worden geweigerde oproepen ook
doorgeschakeld. Zie ‘Instellingen voor het doorschakelen van oproepen’
Bij een inkomende oproep kunt u de beltoon uitschakelen door op Micr. uit te drukken.
Opmerking: Actieve data- of faxoproepen worden niet beëindigd als u de schuifklep
sluit.
Opmerking: Het is mogelijk dat aan een telefoonnummer een onjuiste naam wordt
toegewezen. Dit gebeurt als het telefoonnummer niet is opgeslagen in Contacten en
de zeven laatste cijfers van het nummer overeenkomen met een nummer dat wel is
opgeslagen. Dit leidt fouten bij de nummerherkenning.
op pag. 20.
Oproep in wachtrij (netwerkdienst)
Als u de dienst Oproep in wachtrij hebt geactiveerd, wordt u gewaarschuwd als er een
nieuwe oproep binnenkomt terwijl u een gesprek voert. Zie ‘Oproep in wachtrij:
(netwerkdienst)’ op pag. 29.
1 Druk tijdens een gesprek op om een wachtende oproep te beantwoorden. Het
eerste gesprek wordt dan in de wachtstand geplaatst.
Als u tussen de twee gesprekken wilt schakelen, kiest u Verwiss..
Veel van de tijdens een gesprek beschikbare opties zijn netwerkdiensten. Via Opties kunt u
tijdens een gesprek de volgende functies activeren:
Microfoons uit of Micr. aan, Actieve opr. beëind., Alle oproep. beëind., Standby of Oproep
activeren, Nieuwe oproep, Conferentie, Privé, Deelnemer verwijd., Aannemen en Weigeren.
Verwisselen gebruikt u om tussen het actieve gesprek en het gesprek in de wachtstand te
wisselen.
Doorverbinden gebruikt u om het actieve gesprek en het wachtende gesprek met elkaar te
verbinden en zelf de verbinding te verbreken.
DTMF verzenden gebruikt u voor het verzenden van DTMF-tonen zoals wachtwoorden of
bankrekeningnummers.
Uitleg: DTMF-tonen zijn de tonen die u hoort als u op de cijfertoetsen op het
toetsenblok drukt. Via DTMF-tonen kunt u bijvoorbeeld met voicemailboxen en
geautomatiseerde telefoonsystemen communiceren.
1 Toets de cijfers in met - . Iedere toetsaanslag produceert een DTMF-
toon die wordt verzonden tijdens het gesprek. Druk herhaaldelijk op voor: *, p
(voegt een pauze van ca. twee seconden in voor of tussen DTMF-tonen) en w (zorgt
ervoor dat de resterende reeks tonen pas wordt verzonden als u tijdens het gesprek weer
op Zenden drukt. Druk op voor het teken #.
2 Kies OK om de toon te verzenden.
Tip! U kunt ook een reeks DTMF-tonen opslaan voor een contactkaart. Als u de
bewuste persoon belt, kunt u de tonenreeks ophalen. U kunt DTMF-tonen toevoegen
aan het telefoonnummer of ze invoeren in de velden voor DTMF op een contactkaart.
Als deze netwerkdienst actief is, kunt u inkomende oproepen doorschakelen naar een ander
nummer, bijvoorbeeld dat van uw voicemailbox. Raadpleeg uw aanbieder voor meer
informatie.
• Selecteer een van de doorschakelopties. Zo kunt u met Indien bezet spraakoproepen
doorschakelen als uw nummer bezet is of als u inkomende oproepen weigert.
• Selecteer Opties→Activeren om doorschakeling te activeren, Annuleer om
doorschakeling te deactiveren of Controleer status om na te gaan of doorschakeling
actief is.
• Kies Opties→Alle doors. ann. om alle actieve doorschakelingen te annuleren.
Zie ‘Symbolen die acties aangeven’
doorschakelen.
Opmerking: U kunt inkomende oproepen niet blokkeren als er actieve
doorschakelingen zijn. Zie ‘Oproepblokkering (netwerkdienst)’
op pag. 8 voor meer informatie over de symbolen voor
op pag. 42.
Logboek - Lijst met oproepen en
algemeen logboek
In het logboek kunt u door de telefoon geregistreerde spraak-, fax- & data-, SMS- en
GPRS-oproepen controleren. Via een filter kunt u specifieke gegevens bekijken en op basis
van de logboekgegevens nieuwe contactkaarten maken.
Opmerking: Verbindingen met een remote mailbox, multimediaberichtendienst of
WAP-pagina's worden weergegeven als data- of GPRS-oproepen in het algemene
logboek.
Op de telefoon worden de nummers bijgehouden van gedane, gemiste en ontvangen
oproepen, alsook gegevens als de gespreksduur en -kosten. Gemiste en ontvangen
oproepen worden alleen geregistreerd als het netwerk deze functies ondersteunt, de
telefoon aan staat en zich binnen het bereik van de netwerkdienst bevindt.
Gemiste oproepen en ontvangen oproepen
U kunt een lijst van de laatste 20 vergeefse oproepen (netwerkdienst) weergeven door te
gaan naar Logboek→Recente opr.→Gemiste opr..
Tip! Als in de standby-modus wordt gemeld dat u oproepen hebt gemist, kiest u
Tonen om de gemiste oproepen weer te geven. U kunt de bewuste persoon
terugbellen door naar het nummer of de naam te gaan en op te drukken.
U kunt een lijst met de laatste 20 aangenomen oproepen (netwerkdienst) weergeven door
te gaan naar Logboek→Recente opr.→Ontvangen opr..
Gebelde nummers
Tip! Druk in de standby-modus op als u de gebelde nummers wilt zien. Zie
op pag. 23.
fig. 4
U kunt een lijst met de 20 laatst gekozen telefoonnummers weergeven door te gaan naar
Logboek → Recente opr. → Gebelde nrs..
Lijsten met recente oproepen wissen
• Kies in de weergave Recente oproepen Opties→Wis recente oproep. om alle lijsten met
recente oproepen te wissen.
• Als u een van de lijsten wilt met oproepen wilt wissen, opent u de lijst in kwestie en
kiest u Opties→Lijst wissen.
• Als u een afzonderlijk item wilt wissen, opent u de lijst, gaat u naar het item en drukt
u op .
Ga naar Menu→
Logboek →Recente opr..
De telefoon
Opties in de weergaven
Gemiste oproepen,
Ontvangen oproepen en
Gebelde nummers: Bellen,
Gebruik nr., Verwijderen,
Lijst wissen, Toev. aan
Contact., Afsluiten.
Hiermee kunt u de duur van inkomende en uitgaande oproepen bekijken.
Opmerking: De definitieve gespreksduur die in rekening wordt gebracht door de
netwerkexploitant kan variëren afhankelijk van de netwerkfuncties, afrondingen,
belastingen, enzovoort.
Tip! Als u de duur van een actief gesprek wilt bekijken, kiest u Opties → Instellingen
→ Duur oproep tonen → Ja.
Gespreksduurgegevens wissen - Kies Opties →Timers op nul. Hiervoor hebt u de
blokkeringscode nodig (zie ‘Beveiliging’
erheen te gaan en op te drukken.
op pag. 37). U wist een afzonderlijk item door
Kosten oproep (netwerkdienst)
Via Kosten oproep kunt u de kosten bekijken van de laatste oproep of van alle oproepen.
De kosten worden voor elke SIM-kaart apart weergegeven.
Opmerking: De gespreksduur die door de netwerkexploitant in rekening wordt
gebracht voor oproepen en diensten kan variëren afhankelijk van de
netwerkfuncties, afrondingen, belastingen, enzovoort.
Beperking van gesprekskosten door een aanbieder
Uw aanbieder kan de kosten van uw oproepen beperken tot een bepaald aantal kosten- of
valuta-eenheden. Als deze modus actief is, kunt u bellen totdat het ingestelde beltegoed
op is (op voorwaarde dat u zich in een netwerk bevindt dat deze functie ondersteunt). Het
aantal resterende eenheden wordt weergegeven tijdens een gesprek en in de standbymodus. Als de kosteneenheden op zijn, verschijnt de tekst Limiet kosten opr. bereikt.
Informeer bij uw aanbieder naar de manier waarop kosten worden beperkt en in rekening
worden gebracht.
• U kunt de resterende gesprekstijd laten weergeven in kosten- of valuta-eenheden.
Hiervoor hebt u mogelijk de PIN2-code nodig (zie pag. 38
1 Kies Opties→Instellingen→Toon kosten in. Beschikbare opties zijn Valuta en
Eenheden.
2 Als u Valuta kiest, moet u de prijs per eenheid opgeven. Typ de prijs per kosteneenheid
van uw eigen netwerkexploitant en kies OK.
3 Geef een naam op voor de valuta. Gebruik een afkorting van drie letters, bijvoorbeeld
NLG.
Opmerking: Als er geen kosteneenheden of valutaeenheden meer resteren, kunt u
soms wel bellen naar het geprogrammeerde alarmnummer (112 of een ander
officieel alarmnummer).
).
Een gesprekslimiet instellen voor uzelf
1 Kies Opties→Instellingen→Beperk. kosten opr.→Aan.
2 U moet de limiet in eenheden opgeven. Hiervoor hebt u mogelijk de PIN2-code nodig.
Afhankelijk van uw keuze bij Toon kosten in voert u het aantal kosten- of valutaeenheden in.
Als de ingestelde gesprekslimiet is bereikt, stopt de teller op de maximumwaarde en
verschijnt de tekst Teller Kosten opr. op nul. U kunt deze limiet uitschakelen door Opties→
Instellingen→Beperk. kosten opr.→ Uit te kiezen. Hiervoor hebt u de PIN2-code nodig (zie
).
pag. 38Tellergegevens wissen - Kies Opties →Tellers op nul. Hiervoor hebt u de PIN2-code nodig
(zie pag. 38
). U wist een afzonderlijk item door erheen te gaan en op te drukken.
Hiermee kunt u kijken hoeveel pakketdata tijdens GPRS-verbindingen zijn verzonden en
ontvangen. De kosten van GPRS-verbindingen worden mogelijk op de hoeveelheid
verzonden/ontvangen data gebaseerd.
Het algemeen logboek weergeven
In het algemene logboek kunt u per oproep de afzender of ontvanger, het telefoonnummer,
de aanbieder of het toegangspunt bekijken. Zie fig. 5
Opmerking: Wanneer u berichten verzendt via de SMS-dienst, is het mogelijk dat
het woord "Verzonden" op het scherm wordt weergegeven. Dit betekent dat het
bericht is verzonden naar het nummer van de berichtencentrale dat in de telefoon
is geprogrammeerd. Dit wil dus niet zeggen dat het bericht is aangekomen op de
doellocatie. Uw netwerkexploitant kan u meer vertellen over SMS-diensten.
Opmerking: Een subgebeurtenis, zoals een kort bericht dat in delen wordt
verzonden via een GPRS-dataverbinding, geldt als één communicatiegebeurtenis.
Het logboek filteren
1 Kies Opties→ Filter. Er verschijnt een lijst met filters.
2 Ga naar een filter en kies Selecteer.
De inhoud van het logboek wissen
• Als u de volledige inhoud van het logboek, de lijst met recente oproepen en de
leveringsrapporten permanent wilt wissen, kiest u Opties→ Logboek wissen. Bevestig
uw keuze met OK.
Pakketdatateller en timer voor verbinding
• Als u wilt weten hoeveel data (in kilobytes) zijn verzonden en hoe lang een GPRSverbinding heeft geduurd, gaat u naar een inkomende of uitgaande gebeurtenis via het
toegangspuntsymbool en selecteert u Opties→ Gegevens bekijken.
• Selecteer Opties→ Instellingen. De lijst met instellingen verschijnt.
• Duur vermelding log - De gebeurtenissen worden een aantal dagen bewaard, waarna
ze automatisch worden gewist.
Opmerking: Als u Geen logboek selecteert, wordt de volledige inhoud van het
logboek, de lijst met recente oproepen en de leveringsrapporten van berichten
permanent verwijderd.
• Zie de secties ‘Duur oproep’
hoofdstuk voor een beschrijving van Duur oproep, Toon kosten in en Beperk. kosten opr..
en ‘Kosten oproep (netwerkdienst)’ elders in dit
De telefoon
SIM-map
Uw SIM-kaart biedt mogelijk aanvullende diensten die u via deze map kunt starten. Zie ook
‘Contactgegevens kopiëren tussen de SIM-kaart en het telefoongeheugen’
‘SIM-diensten bevestigen’ op pag. 40
SIM-kaart bekijken’ op pag. 86.
Opmerking: Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart (bijvoorbeeld uw
netwerkexploitant, dienstenprovider of andere leverancier) voor informatie over de
beschikbare SIM-diensten, de tarieven en het gebruik van deze SIM-diensten.
• In het SIM-telefoonboek kunt u de namen en nummers op de SIM-kaart bekijken,
bewerken en toevoegen. U kunt deze personen ook bellen.
1 Ga naar een instellingengroep en druk op de navigatietoets om deze te openen.
2 Ga naar de instelling die u wilt wijzigen en druk op de navigatietoets om
• te schakelen tussen twee opties (Aan/Uit).
• een optielijst of een editor te openen.
• een schuifregelaar te openen. Beweeg de navigatietoets naar rechts of links om de
waarde te verhogen of te verlagen (zie fig. 1
Opmerking: Het kan zijn dat bepaalde instellingen u per SMS worden toegestuurd
door uw aanbieder. Zie ‘Smart-berichten ontvangen’
op pag. 26).
op pag. 78.
Telefooninstellingen
Algemeen
• Displaytaal - U kunt de taal van de displayteksten op de telefoon wijzigen. Deze
instelling is van invloed op de indeling van de datum en tijd en de scheidingstekens,
bijvoorbeeld in berekeningen. Op de telefoon zijn drie talen geïnstalleerd. Als u
Automatisch selecteert, wordt de taal gebruikt die op de SIM-kaart wordt aangegeven.
Wanneer u de displaytaal wijzigt, moet u de telefoon opnieuw starten.
Opmerking: De instellingen voor Displaytaal en Invoertaal beïnvloeden elke
toepassing op de telefoon en blijven actief totdat u deze (opnieuw) wijzigt.
• Invoertaal - U kunt de invoertaal van de telefoon permanent wijzigen. De
taalinstellingen hebben invloed op
• de tekens die beschikbaar zijn als u op een toets drukt ( - ),
• de gebruikte woordenlijst voor tekstinvoer, en
• de speciale tekens die beschikbaar zijn als u op de toetsen en drukt.
Voorbeeld: U gebruikt een telefoon met Engelse displayteksten, maar u wilt al
uw berichten schrijven in het Frans. Wanneer u de taal wijzigt, wordt bij
tekstinvoer met woordenlijst gezocht naar Franse woorden en zijn de meeste
speciale tekens van het Frans beschikbaar als u op de toetsen en
drukt.
• Woordenboek - Hiermee zet u tekstinvoer met woordenlijst Aan of Uit voor alle editors
op de telefoon. U kunt deze instelling ook vanuit een editor wijzigen. Druk op en
selecteer Woordenboek→Woordenboek open of Uit.
Opmerking: Tekstinvoer met woordenlijst is niet voor alle talen beschikbaar.
• Welkomstnotitie/logo - Druk op de navigatietoets om de instelling te openen. Telkens als
u de telefoon aanzet, wordt de welkomstnotitie of het logo kort weergegeven. Selecteer
Standaard als u de standaardafbeelding of -animatie wilt gebruiken. Selecteer Tekst als
u een welkomstnotitie wilt schrijven (max. 50 letters). Selecteer Afbeelding als u een
foto of afbeelding wilt selecteren in Afbeeldingen.
• Fabrieksinstellingen - Hiermee kunt u voor bepaalde instellingen de oorspronkelijke
waarden herstellen. Daarvoor hebt u de blokkeringscode nodig. Zie pag. 38
de fabrieksinstellingen herstelt, kan het aanzetten van de telefoon langer duren.
Opmerking: Alle documenten en bestanden die u hebt gemaakt, blijven
ongewijzigd.
Standby-modus
• Achtergrondafbeeld. - U kunt een willekeurige afbeelding selecteren voor gebruik als
achtergrond in de standby-modus. Selecteer Ja als u een afbeelding wilt selecteren in
Afbeeldingen.
• Linkerselectietoets en Rechterselectietoets - U kunt de sneltoetsen wijzigen die worden
weergegeven boven de toetsen en in de standby-modus. U kunt
sneltoetsen niet alleen aan toepassingen, maar ook aan functies toewijzen, bijvoorbeeld
Nieuw bericht.
. Wanneer u
Tip! U kunt deze
instelling ook wijzigen in
sommige editors. Druk op
Opmerking: U kunt geen sneltoetsen instellen voor toepassingen die u zelf hebt
geïnstalleerd.
Weergave
• Contrast - Hiermee stelt u het weergavecontrast in (lichter of donkerder). Zie fig. 1
• Kleurenpalet - Hiermee wijzigt u het kleurenpalet van de display. Zie fig. 2
• Timeout screensaver - De screensaver wordt geactiveerd wanneer de timeout is
• Screensaver - Hiermee bepaalt u wat er op de screensaverbalk wordt weergegeven:
• Lichtsensor - De lichtsensor meet het omgevingslicht. Als de lichtsensor actief is en er
.
pag. 26
verstreken. Wanneer de screensaver actief is, wordt de screensaverbalk weergegeven.
op pag. 28.
Zie fig. 3
• Druk op een toets of open de schuifklep om de screensaver uit te schakelen.
datum en tijd of de tekst die u zelf hebt getypt. De plaats en de achtergrondkleur van
de screensaverbalk worden om de minuut gewijzigd. De screensaver geeft ook het
aantal nieuwe berichten of gemiste oproepen weer. Zie fig. 3
genoeg licht is, wordt de verlichting van de display en het toetsenblok automatisch
uitgeschakeld. Met de instellingen Minimum en Maximum stelt u de gevoeligheid van
de lichtsensor in. Selecteer Minimum als u de telefoon binnenshuis gebruikt en niet wilt
dat de verlichting al te snel wordt uitgeschakeld. Selecteer Maximum als u de batterij
wilt sparen (de verlichting wordt sneller uitgeschakeld). Selecteer Uit als u de
lichtsensor niet wilt gebruiken. Als er 15 seconden geen toetsen zijn ingedrukt, wordt
de verlichting automatisch uitgeschakeld.
op pag. 28.
op
op pag. 27.
Oproepinstellingen
Opmerking: Als u de instellingen voor doorschakelen wilt wijzigen, gaat u naar
Menu → Instrum. → Opr. doors.. Zie ‘Instellingen voor het doorschakelen van
• Met deze netwerkdienst kunt u bepalen of uw eigen telefoonnummer wordt
weergegeven (Ja) of verborgen (Nee) op het telefoontoestel van degene die u belt. Deze
optie kan ook zijn ingesteld door uw netwerkexploitant of aanbieder (Ingst. door netw.).
Oproep in wachtrij: (netwerkdienst)
• U wordt gewaarschuwd als er een oproep wordt ontvangen terwijl u aan het bellen
bent. Selecteer: Activeren als u de functie Oproep in wachtrij wilt activeren, Annuleer als
u deze functie wilt uitschakelen of Controleer status als u wilt nagaan of de functie
actief is.
Autom. opn. bellen
• Als deze instelling actief is, wordt maximaal tien keer geprobeerd de verbinding tot
stand te brengen. Druk op om deze instelling uit te schakelen.
Samenvatting na opr.
• Activeer deze instelling als u wilt dat na het gesprek even de duur en de kosten van het
gesprek worden weergegeven. Als u de kosten wilt weergeven, activeert u Beperk. kosten
opr. op de SIM-kaart (zie pag. 22
Snelkeuze
• Selecteer Aan als u nummers wilt kunnen kiezen via de snelkeuzetoetsen ( -
). Zie ook ‘Snelkeuzetoetsen toewijzen’
Aannem. willek. toets
• Selecteer Aan als u inkomende oproepen wilt kunnen beantwoorden door op een
willekeurige toets te drukken, behalve , en .
Lijn in gebruik (netwerkdienst)
• Deze instelling wordt alleen weergegeven als de SIM-kaart 2 telefoonlijnen (2
abonneenummers) ondersteunt. Selecteer de telefoonlijn (Lijn 1 of Lijn 2) die u wilt
Toegangspunt - Het punt
waarlangs data- of GPRSoproepen vanaf uw
telefoon het Internet
bereiken. Zo’n
toegangspunt kan
bijvoorbeeld worden
verschaft door een
commerciële Internetaanbieder (ISP), een
WAP-aanbieder of een
netwerkexploitant.
gebruiken voor het bellen en voor het versturen van SMS-berichten. Oproepen op beide
lijnen kunnen altijd worden beantwoord, ongeacht de geselecteerd lijn.
Opmerking: Als u Lijn 2 selecteert, maar niet op deze netwerkdienst bent
geabonneerd, kunt u niet bellen.
U kunt lijnselectie voorkomen door Lijn wijzigen→Uitschakelen te selecteren, als de SIMkaart dit toelaat. U hebt hiervoor de PIN2-code nodig.
Instellingen verbinding
Algemene informatie over dataverbindingen en
toegangspunten
Als instellingen wilt opgeven voor toegangspunten gaat u naar Instellingen → Instellingen
verbinding → Toegangspunten.
Een verbinding met een toegangspunt wordt tot stand gebracht via een dataverbinding. De
telefoon ondersteunt drie soorten dataverbindingen:
• GSM-data-oproepen ( ),
• GSM-data-oproepen met hoge snelheid (), of
• GPRS -verbindingen (pakketdata) ( ).
U kunt drie verschillende soorten toegangspunten definiëren: MMS, WAP en Internet (IAP).
Vraag uw aanbieder welk type toegangspunt u nodig hebt voor de dienst waarvan u gebruik
wilt maken. Voor de volgende bewerkingen moet u toegangspuntinstellingen opgeven: