CONFORMITEITSVERKLARING
NOKIA CORPORATION Ltd verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het product RH-51 conform is aan de bepalingen van
de volgende Richtlijn van de Raad: 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website:
http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
Nokia is verboden.
Nokia, Nokia Connecting People en Xpress-on zijn gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven kunnen
handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn.
Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation.
te brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten of voor enige bijzondere, incidentele, onrechtstreekse of indirecte schade.
De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt. Tenzij vereist krachtens het toepasselijke recht, wordt geen enkele garantie gegeven
betreffende de nauwkeurigheid, betrouwbaarheid of inhoud van dit document, hetzij uitdrukkelijk hetzij impliciet, daaronder mede begrepen maar niet beperkt tot
impliciete garanties betreffende de verkoopbaarheid en de geschiktheid voor een bepaald doel. Nokia behoudt zich te allen tijde het recht voor zonder voorafgaande
kennisgeving dit document te wijzigen of te herroepen.
De beschikbaarheid van bepaalde producten kan per regio verschillen. Neem hiervoor contact op met de dichtstbijzijnde Nokia leverancier.
9311988
Versie 2 NL
Inhoudsopgave
Voor uw veiligheid .................................. 8
Algemene informatie............................11
Het polsriempje bevestigen ...........................................11
Essentiële symbolen in de standby-modus ...............11
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van
de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn.
Gedetailleerde informatie treft u aan in deze handleiding.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS
HET VEILIG IS Schakel de telefoon niet in als
het gebruik van mobiele telefoons verboden
is of als dit storing of gevaar zou kunnen
opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl
u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te
besturen. De verkeersveiligheid dient uw
eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING Alle draadloze telefoons kunnen
gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking
van de telefoon negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN
ZIEKENHUIZEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen. Schakel de telefoon
uit in de nabijheid van medische apparatuur.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN
VLIEGTUIGEN Houd u aan alle mogelijke
apparatuur kan storingen veroorzaken in
vliegtuigen.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT TIJDENS HET
TANKEN Gebruik de telefoon niet in een
benzinestation. Gebruik het apparaat niet in
de nabijheid van brandstof of chemicaliën.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT
VAN EXPLOSIEVEN Houd u aan alle
mogelijke beperkende maatregelen. Gebruik
de telefoon niet waar explosieven worden
gebruikt.
GEBRUIK HET APPARAAT VERSTANDIG
Gebruik het apparaat alleen in de normale
positie zoals in de productdocumentatie
wordt uitgelegd. Raak de antenne niet
onnodig aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD Dit product mag
alleen door deskundigen worden geïnstalleerd
of gerepareerd.
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN Gebruik
alleen goedgekeurde toebehoren en
batterijen. Sluit geen incompatibele
producten aan.
WATERBESTENDIGHEID De telefoon is niet
waterbestendig. Houd het apparaat droog.
RESERVEKOPIEËN Maak een back-up of een
geschreven kopie van alle belangrijke
gegevens die in de telefoon zijn opgeslagen.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander
apparaat aansluit, dient u eerst de
handleiding bij het apparaat te raadplegen
voor uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit
geen incompatibele producten aan.
ALARMNUMMER KIEZEN Controleer of de
telefoon ingeschakeld en operationeel is. Druk
zo vaak als nodig is op om het scherm
leeg te maken en terug te keren naar het
startscherm. Toets het alarmnummer in en
druk op . Geef op waar u zich bevindt.
Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor
toestemming hebt gekregen.
Het apparaat
Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt
beschreven, is goedgekeurd voor EGSM 900- en
GSM1800- en 1900-netwerken. Neem contact op met
uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat
aan alle regelgeving en eerbiedig de privacy en legitieme
rechten van anderen.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit
apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet
het apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het
apparaat niet in wanneer het gebruik van
draadloze apparatuur storingen of gevaar kan
veroorzaken.
Netwerkdiensten
Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn
aangemeld bij een aanbieder van draadloze diensten. Veel
van de functies van dit apparaat zijn afhankelijk van de
functies die beschikbaar zijn in het draadloze netwerk.
Deze netwerkdiensten zijn mogelijk niet in alle netwerken
beschikbaar. Het kan ook zijn dat u specifieke regelingen
moet treffen met uw serviceprovider voordat u de
netwerkdiensten kunt gebruiken. Mogelijk krijgt u van uw
serviceprovider extra instructies voor het gebruik van de
diensten en informatie over de bijbehorende kosten. Bij
sommige netwerken gelden beperkingen die het gebruik
van netwerkdiensten negatief kunnen beïnvloeden. Zo
bieden sommige netwerken geen ondersteuning voor
bepaalde taalafhankelijke tekens en diensten.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om
bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in
uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in
het menu van uw apparaat weergegeven. Neem contact
op met uw serviceprovider voor meer informatie.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP en
SSL) die werken met TCP/IP-protocollen. Voor bepaalde
functies van het apparaat, zoals MMS, browsen, e-mail,
remote SyncML en het downloaden van inhoud via
browser of MMS, is netwerkondersteuning voor deze
technologieën vereist.
Laders en toebehoren
Opmerking: Controleer het modelnummer van uw
lader voordat u deze bij dit apparaat gebruikt.
Goedgekeurde laders voor dit apparaat zijn ACP-8,
ACP-12, LCH-9 en LCH-12.
WAARSCHUWING! Gebruik alleen batterijen,
laders en toebehoren die door Nokia zijn
goedgekeurd voor gebruik met dit model. Het
gebruik van alle andere types kan de goedkeuring
of garantie doen vervallen en kan gevaarlijk zijn.
Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van
goedgekeurde accessoires. Trek altijd aan de stekker en
niet aan het snoer als u toebehoren losmaakt.
Uw apparaat en toebehoren kunnen kleine onderdelen
bevatten. Houd ze buiten het bereik van kleine kinderen.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit apparaat wilt gebruiken dan de
alarmklok, moet het apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in
wanneer het gebruik van draadloze apparatuur storingen of gevaar kan
veroorzaken.
Uw Nokia 7610 is uitgerust met verschillende handige functies, zoals Camera,
Videorecorder, Berichten, E-mail, Klok, Portefeuille, Rekenmachine en Agenda.
De stickers in het pakket
• De stickers op de garantiekaart in het pakket bevatten belangrijke informatie voor
service en klantenondersteuning. Het pakket bevat tevens instructies over het gebruik
van deze stickers.
Het polsriempje bevestigen
Haal het riempje door het oogje en trek het stevig aan. Zie afb. 1 op pagina 11.
Opmerking: bevestig het riempje aan een bevestigingspunt tegelijk. Gebruik
alleen door Nokia goedgekeurde toebehoren.
Essentiële symbolen in de standby-modus
- u hebt een of meer berichten ontvangen in de Inbox in Berichten.
- u hebt een of meer voicemails ontvangen. Zie “
(netwerkdienst)” op pagina 18.
- de Outbox berichten bevat die nog niet zijn verzonden.
Lijstweergave /
Roosterweergave,
Verplaatsen, Verplaats naar
map, Nieuwe map,
Toep.downloads, Gegevens
geheugen, Help en
Afsluiten.
- Beltoontype is ingesteld op Stil, Berichtensignaaltoon op Uit en Sign. chat-bericht op
Aan in het actieve profiel.
- het toetsenblok is geblokkeerd. Zie ‘Aan de slag’.
- er is een alarm actief.
- u kunt alleen bellen via telefoonlijn 2 (netwerkdienst). Zie “
(netwerkdienst)” op pagina 73.
- alle oproepen worden doorgeschakeld. - alle oproepen worden
doorgeschakeld naar een voicemailbox. Zie “
pagina 21..Als u twee telefoonlijnen hebt, is het doorschakelsymbool voor de eerste
lijn en voor de tweede.
- er is een dataoproep actief.
- wordt in plaats van het antennesymbool (in de linkerbovenhoek in de standbymodus) weergegeven als er een actieve GPRS-verbinding is. - wordt weergegeven als
de GPRS-verbinding in de wachtstand is geplaatst tijdens spraakoproepen.
- Bluetooth is actief. Bij datatransmissie via Bluetooth wordt weergegeven.
Oproepen doorschakelen (netwerkdienst)” op
Lijn in gebruik
Menu
Druk op (Menu) om het hoofdmenu te weer te geven. Via dit menu kunt u alle
toepassingen openen.
Navigeren in het menu
• Druk boven , onder , links of rechts (weergegeven door de blauwe
pijlen 1 t/m 4) op de navigatietoets om in het menu te navigeren.
Toepassingen of mappen openen
• Ga naar een toepassing of een map en druk op het midden van de navigatietoets
(weergegeven met blauwe pijl 5) om deze te openen.
• Druk herhaaldelijk op Terug of Afsluiten totdat u in de standby-modus komt of kies
Opties→ Afsluiten.
Schakelen tussen toepassingen
Houd (Menu) ingedrukt, als er meerdere toepassingen geopend zijn en u van de ene
naar de andere wilt schakelen. Er wordt een lijst weergegeven met geopende
toepassingen. Ga naar een toepassing en druk op om deze te openen.
3
5
1
2
4
Acties voor alle toepassingen
• Items openen en bekijken - in een lijst met bestanden of mappen kunt u een item
openen door erheen te gaan en op te drukken, of door Opties→ Openen te
selecteren.
• Items bewerken - als u een item wilt bewerken, moet u het item soms eerst
weergeven en vervolgens Opties→ Bewerken selecteren om de inhoud te kunnen
wijzigen. Gebruik de navigatietoets om door alle velden van het item te bladeren.
• De naam van items wijzigen - als u een bestand of een map een nieuwe naam wilt
geven, gaat u erheen en selecteert u Opties→ Naam wijzigen.
• Items verwijderen - ga naar het item en selecteer Opties→Verwijderen of druk op
. Als u meerdere items tegelijk wilt verwijderen, moet u deze eerst markeren. Zie
de volgende alinea: ‘Een item markeren’.
• Een item markeren - u kunt items in een lijst op diverse manieren markeren.
• Als u één item tegelijk wilt selecteren, gaat u ernaartoe en selecteert u Opties→
Markeringen aan/uit→ Markeren of drukt u tegelijk op en . Er verschijnt een
vinkje naast het item.
• Als u alle items in de lijst wilt selecteren, kiest u Opties→ Markeringen aan/uit→
• Meerdere items markeren - houd ingedrukt en beweeg de navigatietoets
omlaag of omhoog. Zolang u door de lijst bladert, verschijnt naast alle items in het
selectiekader een vinkje. Als u de selectie wilt beëindigen, stopt u met bladeren en
laat u los.
Na het markeren van de gewenste items kunt u deze verplaatsen of verwijderen via
Opties→ Verplaats naar map of Verwijderen.
• Als u de markering van een item wilt opheffen, gaat u ernaartoe en selecteert u
Opties→ Markeringen aan/uit→ Markering opheffen of drukt u tegelijk op en .
• Mappen maken - als u een nieuwe map wilt maken, selecteert u Opties→ Nieuwe
map. U moet een naam voor de map opgeven (max. 35 letters).
• Items naar een map verplaatsen - als u items naar een map wilt verplaatsen,
selecteert u Opties→ Verplaats naar map (niet beschikbaar als er geen mappen zijn).
Als u Verplaats naar map kiest, verschijnt er een lijst met beschikbare mappen. Ook kunt
u het hoofdniveau van de toepassing zien (om een item uit een map te verplaatsen).
Selecteer de locatie waarheen u het item wilt verplaatsen en druk op OK.
• Items verzenden - als u items naar compatibele apparaten wilt verzenden, bladert u
naar het item dat u wilt verzenden en selecteert u Opties→ Zenden. Selecteer de
gewenste methode. Beschikbare opties zijn Via multimedia, Via Bluetooth en Via e-mail.
• Als u Via e-mail of Via multimedia kiest, wordt er een editor geopend. Druk op
om de ontvanger(s) te selecteren in de map Contacten of typ het telefoonnummer
of e-mailadres van de ontvanger in het veld Naar: . Voeg tekst of geluid toe en kies
Opties→ Zenden. Zie “
• Via Bluetooth. Zie “Gegevens verzenden via Bluetooth” op pagina 122.
Vanwege copyrightbescherming kan het voorkomen dat bepaalde afbeeldingen, beltonen
en andere items niet kunnen worden gekopieerd, gewijzigd, overgebracht of
doorgestuurd.
Het geluidsvolume van de telefoon regelt u door op (harder) of (zachter) te
drukken.
Deze luidspreker maakt het mogelijk vanaf een korte afstand te spreken en luisteren
zonder dat u de telefoon bij uw oor hoeft te houden. U kunt de luidspreker gebruiken voor
gesprekken, geluids- en videotoepassingen en multimediaberichten. Bij geluids- en
videoberichten wordt standaard de luidspreker gebruikt. Dankzij de luidspreker kunt u
tijdens een gesprek gemakkelijker andere toepassingen gebruiken.
Als u tijdens een actieve oproep de luidspreker wilt gebruiken, selecteert u Opties→
Luidspreker insch.. U hoort een toon, verschijnt op de navigatiebalk en het
volumesymbool verandert.
Als er een hoofdtelefoon is aangesloten, kunt u de luidspreker niet activeren.
Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker
wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.
Als u tijdens een actieve oproep de luidspreker wilt uitschakelen, selecteert u Opties→
Telefoon insch..
Gedeeld geheugen
De volgende functies in dit apparaat maken mogelijk gebruik van gedeeld geheugen:
contactpersonen, tekstberichten en multimediaberichten, afbeeldingen en beltonen,
videorecorder, RealPlayer
het gebruik van een of meer van deze functies is er mogelijk minder geheugen
beschikbaar voor de overige functies die geheugen delen. Als u bijvoorbeeld veel
multimediaberichten opslaat, kan al het beschikbare geheugen worden opgebruikt. Uw
apparaat kan een bericht weergeven dat het geheugen vol is wanneer u een functie
probeert te gebruiken die gedeeld geheugen gebruikt. Verwijder in dit geval voordat u
TM
, agenda en actiepunten en gedownloade toepassingen. Door
Volumesymbolen:
- voor hoofdtelefoon,
- voor luidspreker.
Algemene informatie
Figuur 4
Volumesymbolen voor
hoofdtelefoon en
luidspreker worden op de
navigatiebalk
weergegeven.
doorgaat een gedeelte van de informatie of registraties die in het gedeelde geheugen zijn
opgeslagen. Aan sommige functies, zoals de agenda en de actiepunten, is mogelijk
afzonderlijk een bepaalde hoeveelheid geheugen toegewezen naast het geheugen dat
met andere functies wordt gedeeld.
1 Typ het telefoonnummer, inclusief netnummer, in de standby-modus. Druk op of
om de cursor te verplaatsen. Druk op om een nummer te verwijderen.
• Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op voor het
internationale prefix (het teken + duidt de internationale toegangscode aan) en
kiest u vervolgens het landnummer, het netnummer zonder 0 en het
abonneenummer.
2 Druk op om het nummer te bellen.
3 Druk op om het gesprek te beëindigen (of de oproep te annuleren).
Als u op drukt, wordt een gesprek altijd beëindigd, ook als een andere toepassing
actief is en wordt weergegeven.
Wanneer het toetsenslot is ingeschakeld, kunt u soms nog wel het geprogrammeerde
alarmnummer kiezen. Toets het alarmnummer in en druk op .
U kunt ook bellen via een spraaklabel, zodat u niet naar de display hoeft te kijken en het
nummer hoeft in te toetsen. Zie “
Bellen via de map Contacten
1 U opent de map Contacten door naar Menu→ Contacten te gaan.
2 Blader naar de gewenste naam of typ de eerste letters van een naam om een
contactpersoon te zoeken. Het zoekveld verschijnt en de gevonden namen worden
getoond.
Met de Nokia 7610 kunt u deelnemen aan conferentiegesprekken met maximaal zes
personen. Zie afb. 6 op pagina 19.
1 Bel de eerste deelnemer.
2 Als u de volgende deelnemer wilt bellen, kiest u Opties→ Nieuwe oproep. Toets het
telefoonnummer van de deelnemer in of zoek het nummer op in het geheugen en druk
op Bellen. Het eerste gesprek wordt automatisch in de wachtstand geplaatst.
3 Als de nieuwe oproep is beantwoord, kunt u de eerste deelnemer in het
4 Herhaal stap 2 om een volgende deelnemer aan het gesprek te laten deelnemen en
selecteer Opties→ Conferentie→ Toev. aan confer..
• Zo kunt u een privé-gesprek met een van de deelnemers voeren: Selecteer Opties→
Conferentie→ Privé. Ga naar de gewenste deelnemer en druk op Privé. Het
conferentiegesprek wordt in de wachtstand geplaatst en de andere deelnemers
kunnen met elkaar doorpraten terwijl u een privé-gesprek voert met één deelnemer.
Als u klaar bent met het privé-gesprek, drukt u op Annuleer om terug te gaan naar
het conferentiegesprek.
• Als u een deelnemer uit het conferentiegesprek wilt verwijderen, selecteert u
Opties→ Conferentie→ Deelnemer verwijd.. Ga vervolgens naar de deelnemer en kies
Verwijd..
5 Druk op om het actieve conferentiegesprek te beëindigen.
Een oproep beantwoorden
• Druk op om een inkomende oproep te beantwoorden.
• Druk op om het gesprek te beëindigen.
Als u een oproep niet wilt beantwoorden, drukt u op . De beller hoort een bezettoon.
Bij een inkomende oproep kunt u de beltoon uitschakelen door Dempen te kiezen.
Via Opties kunt u tijdens een gesprek de volgende functies activeren:
Microfoons uit of Micr. aan, Actieve opr. beëind., Alle oproep. beëind., Standby of Oproep
activeren, Nieuwe oproep, Conferentie, Privé, Deelnemer verwijd., Aannemen en Weigeren.
Verwisselen gebruikt u om tussen het actieve gesprek en het gesprek in de wachtstand te
wisselen.
Doorverbinden gebruikt u om het actieve gesprek en het wachtende gesprek met elkaar te
verbinden en zelf de verbinding te verbreken.
DTMF verzenden gebruikt u voor het verzenden van DTMF-tonen zoals wachtwoorden of
bankrekeningnummers.
Het kan zijn dat u niet over alle opties beschikt. Neem contact op met de aanbieder van
de dienst voor meer informatie.
1 Toets de cijfers in met - . Iedere toetsaanslag produceert een DTMF-
toon die wordt verzonden tijdens het gesprek. Druk herhaaldelijk op voor: *, p
(voegt een pauze van circa twee seconden in voor of tussen DTMF-tonen) en w (zorgt
ervoor dat de resterende reeks tonen pas wordt verzonden als u tijdens het gesprek
weer op Zenden drukt). Druk op voor het teken #.
2 Kies OK om de toon te verzenden.
Oproep in wachtrij (netwerkdienst)
Als u de dienst Oproep in wachtrij hebt geactiveerd, wordt u gewaarschuwd als er een
nieuwe oproep binnenkomt terwijl u een gesprek voert.
1 Druk tijdens een gesprek op om een wachtende oproep te beantwoorden. Het
eerste gesprek wordt dan in de wachtstand geplaatst.
Als u tussen de twee gesprekken wilt schakelen, kiest u Verwiss..
Als deze netwerkdienst actief is, kunt u inkomende oproepen doorschakelen naar een
ander nummer, bijvoorbeeld dat van uw voicemailbox. Raadpleeg uw netwerkoperator
voor meer informatie.
• Selecteer een van de doorschakelopties. Zo kunt u met Indien bezet spraakoproepen
doorschakelen als uw nummer bezet is of als u inkomende oproepen weigert.
• Selecteer Opties→ Activeren om doorschakeling te activeren, Annuleer om
doorschakeling te deactiveren, of Controleer status om na te gaan of doorschakeling
actief is.
•Kies Opties→ Alle doors. ann. om alle actieve doorschakelingen te annuleren.
Essentiële symbolen in de standby-modus” op pagina 11.
Zie “
U kunt inkomende oproepen niet blokkeren als er actieve doorschakelingen zijn. Zie
“Oproepblokk. (netwerkdienst)” op pagina 77.
Logboek - Lijst met oproepen en algemeen
logboek
In het logboek kunt u door de telefoon geregistreerde spraak-, gegevens-, SMS- en GPRSoproepen controleren. Via een filter kunt u specifieke gegevens bekijken en op basis van
de logboekgegevens nieuwe contactkaarten maken.
Verbindingen met een remote mailbox, multimediaberichtendienst of browserpagina's
worden weergegeven als data- of GPRS-oproepen in het algemene logboek.
GPRS-teller
Met de GPRS-teller kunt u kijken hoeveel data tijdens GPRS-verbindingen zijn verzonden
en ontvangen. Dit kan handig zijn als de kosten van GPRS-verbindingen op de
hoeveelheid verzonden/ontvangen gegevens worden gebaseerd.
Opties in de
weergaven Gemiste
oproepen, Ontvangen
oproepen en Gebelde
nummers: Bellen, Ber.
opstellen, Gebruik nr.,
Aanw.info aanvragen,
Verwijderen, Lijst wissen,
Toev. aan Contact., Help en
Afsluiten.
Figuur 8 De weergave
Gebelde nummers.
Lijst met recente oproepen
Op de telefoon worden de nummers bijgehouden van gedane, gemiste en ontvangen
oproepen, alsook gegevens als de gespreksduur. Gemiste en ontvangen oproepen worden
alleen geregistreerd als het netwerk deze functies ondersteunt, de telefoon aan staat en
zich binnen het bereik van de netwerkdienst bevindt.
Gemiste oproepen en ontvangen oproepen
U kunt een lijst van de laatste 20 gemiste oproepen (netwerkdienst) weergeven door naar
Logboek→ Recente opr.→ Gemiste opr. te gaan.
Tip! Als in de standby-modus wordt gemeld dat u oproepen hebt gemist, kiest u
Tonen om de gemiste oproepen weer te geven. U kunt de bewuste persoon
terugbellen door naar het nummer of de naam te gaan en op te drukken.
U kunt een lijst met de laatste 20 aangenomen oproepen (netwerkdienst) weergeven door
naar Logboek→ Recente opr.→ Ontvangen opr. te gaan.
Gebelde nummers
U kunt een lijst met de 20 laatst gekozen telefoonnummers weergeven door naar
Logboek→ Recente opr.→ Gebelde nrs. te gaan.
Lijsten met recente oproepen wissen
• Kies in de weergave Recente oproepen Opties→ Wis recente oproep. om alle lijsten met
recente oproepen te wissen.
• Als u een van de lijsten wilt met oproepen wilt wissen, opent u de lijst in kwestie en
kiest u Opties→ Lijst wissen.
• Als u een afzonderlijk item wilt wissen, opent u de lijst, gaat u naar het item en drukt
u op .
Hiermee kunt u de duur van inkomende en uitgaande oproepen bekijken.
Opmerking: De uiteindelijke gespreksduur die door de serviceprovider in rekening
wordt gebracht kan variëren, afhankelijk van de netwerkfuncties, afrondingen,
belastingen, enzovoort.
Gespreksduurgegevens wissen - Kies Opties→ Timers op nul. Daarvoor hebt u de
blokkeringscode nodig. Zie “
Beveiliging” op pagina 79.
Het algemeen logboek weergeven
In het algemene logboek kunt u per oproep de afzender of ontvanger, het
telefoonnummer, de aanbieder of het toegangspunt bekijken. Zie afb. 9 op pagina 23.
subgebeurtenissen, zoals een tekstbericht dat in delen wordt verzonden en GPRSdataverbindingen, gelden als één communicatiegebeurtenis.
Het logboek filteren
1 Kies Opties→ Filter. Er verschijnt een lijst met filters.
2 Ga naar een filter en kies Selecteer.
De inhoud van het logboek wissen
• Als u de volledige inhoud van het logboek, de lijst met recente oproepen en de
leveringsrapporten van berichten permanent wilt wissen, kiest u Opties→ Logboek
wissen. Bevestig uw keuze met Ja.
Pakketdatateller en timer voor verbinding
• Als u wilt weten hoeveel gegevens (in kilobytes) zijn verzonden en hoe lang een GPRSverbinding heeft geduurd, gaat u naar een inkomende of uitgaande gebeurtenis via
het toegangspuntsymbool en selecteert u Opties→ Gegevens bekijken.
Ga naar Menu→
Logboek→ Duur oproep.
De telefoon
Ga naar Menu→
Logboek en druk op .
Figuur 9
Algemeen logboek met
communicatiegebeurteni
ssen.
•Kies Opties→ Instellingen. De lijst met instellingen verschijnt.
• Duur vermelding log - de gebeurtenissen worden een aantal dagen bewaard, waarna
ze automatisch worden gewist om geheugenruimte vrij te maken.
Als u Geen logboek selecteert, wordt de volledige inhoud van het logboek, de lijst
met recente oproepen en de leveringsrapporten van berichten permanent
verwijderd.
In Contacten kunt u contactgegevens, zoals namen, telefoonnummers en adressen,
opslaan en beheren.
U kunt hier ook een persoonlijke beltoon, spraaklabel of thumbnailafbeelding aan een
contactkaart toevoegen. Ook kunt u hier contactgroepen maken, zodat u een SMS- of emailbericht aan meerdere ontvangers tegelijk kunt versturen.
Contactgegevens kunnen alleen worden verzonden naar of ontvangen van compatibele
apparaten.
Contactkaarten maken en bewerken
1 Druk op in standby-modus of ga naar Menu→ Contacten.
2 Open Contacten en kies Opties→ Nieuw contact.
3 Vul de gewenste velden in en druk op Gereed.
• Als u contactkaarten wilt bewerken,Zie “Acties voor alle toepassingen” op
pagina 13.
• Als u contactkaarten wilt verwijderen, gaat u in de map Contacten naar de
gewenste contactkaart en kiest u Opties→ Verwijderen.
• Als u een thumbnailafbeelding aan een contactkaart wilt toevoegen, opent u een
contactkaart en kiest u Opties→ Bewerken. Vervolgens kiest u Opties→ Thumbnail
toevoeg.. Deze thumbnailafbeelding verschijnt ook als de persoon in kwestie u belt. Als
u een thumbnailafbeelding aan een contactkaart hebt toegevoegd, kunt u de
afbeelding vervangen door Thumbnail toevoeg. te kiezen. U kunt de afbeelding uit de
contactkaart verwijderen door Thumbnail verwijd. te kiezen.
Opties in de
beginweergave van
Contacten: Openen, Bellen,
Bericht maken, Nieuw
contact, Gesprek openen,
Bewerken, Verwijderen,
Dupliceren, Toev. aan groep,
Hoort bij groepen,
Markeringen aan/uit,
Kopieer naar SIM, Ga naar
webadres, Zenden,
Contactinfo, SIMtelefoonboek,
Dienstnummers,
Instellingen, Help en
Afsluiten.
Opties bij het
bewerken van een
contactkaart: Thumbnail
toevoeg. / Thumbnail
verwijd., Gegeven
toevoegen, Gegeven
verwijd., Label bewerken,
Help en Afsluiten.
individuele contacten
wordt de beltoon gebruikt
die als laatste is ingesteld.
Dus als u eerst de
groepsbeltoon wijzigt en
dan de beltoon voor een
lid van die groep, wordt
deze laatste beltoon
gebruikt.
• Als u standaardnummers en -adressen aan een contactkaart wilt toewijzen, opent
u een contactkaart en kiest u Opties→ Standaardnummers. Er verschijnt een popupvenster met de beschikbare opties.
Contactgegevens kopiëren tussen de SIM-kaart en het
telefoongeheugen
• Als u namen en nummers van een SIM-kaart naar de telefoon wilt kopiëren, kiest u
Opties→ SIM-telefoonboek. Ga naar de naam of meerdere namen die u wilt kopiëren
en kies Opties→ Kopie naar Contact..
• Als u een telefoon-, fax- of semafoonnummer vanuit Contacten wilt kopiëren naar de
SIM-kaart, gaat u naar Contacten. Open een contactkaart, ga naar het nummer en
kies Opties→ Kopieer naar SIM.
Een beltoon toevoegen voor een contactkaart of groep
U kunt voor elke contactkaart en -groep een beltoon instellen. Als de persoon of het
groepslid in kwestie u belt, wordt de beltoon weergegeven (als het nummer van de beller
wordt meegestuurd met de oproep en uw telefoon dit herkent).
1 Druk op om een contactkaart te openen of ga naar de groepenlijst en selecteer
een contactgroep.
2 Selecteer Opties→ Beltoon. Er verschijnt een lijst met beltonen.
3 Selecteer met de navigatietoets de beltoon die u wilt gebruiken voor de contactkaart
of -groep en druk op Selecteer.
• U verwijdert de beltoon door Standaard beltoon te selecteren in de lijst met beltonen.
U kunt bellen via een spraaklabel dat u aan een contactkaart hebt toegevoegd. U kunt
hiervoor een woord of combinatie van woorden gebruiken.
• Houd tijdens het opnemen de telefoon op een korte afstand van uw mond. De
starttoon klinkt. Spreek de woorden die u voor het spraaklabel wilt gebruiken duidelijk
in.
Houd rekening met het volgende voordat u spraaklabels gebruikt:
• Spraaklabels zijn niet taalgevoelig. Ze zijn afhankelijk van de stem van de spreker.
• U moet het spraaklabel exact zo uitspreken zoals u het hebt opgenomen.
• Spraaklabels zijn gevoelig voor achtergrondgeluiden. Neem de spraaklabels op en
gebruik ze in een rustige omgeving.
• Erg korte namen worden niet geaccepteerd. Gebruik lange namen en vermijd het
gebruik van soortgelijke namen voor verschillende nummers.
Opmerking:Het gebruik van spraaklabels kan moeilijkheden opleveren in een
drukke omgeving of tijdens een noodgeval. Voorkom dus onder alle
omstandigheden dat u uitsluitend van spraaklabels afhankelijk bent.
Een spraaklabel aan een telefoonnummer toevoegen
U kunt alleen spraaklabels opgeven voor telefoonnummers in het geheugen van de
telefoon. Zie “
op pagina 26.
1 Ga in de weergave Contacten naar de contactkaart waaraan u een spraaklabel wilt
toevoegen en druk op om de kaart te openen.
2 Ga naar het nummer waaraan u het spraaklabel wilt toevoegen en selecteer Opties→
Spraaklabel toev..
3 Druk op Start om een spraaklabel op te nemen. De starttoon klinkt. Spreek de
woorden die u voor het spraaklabel wilt gebruiken duidelijk in.
4 Na de opname wordt het opgenomen spraaklabel afgespeeld en verschijnt de tekst
Spraaklabel wordt afgespeeld.
Contactgegevens kopiëren tussen de SIM-kaart en het telefoongeheugen”
5 Wanneer u het spraaklabel opslaat, verschijnt de tekst Spraaklabel opgeslagen en hoort
u een pieptoon. Naast het nummer op de contactkaart verschijnt het symbool .
Bellen via een spraaklabel
1 Houd ingedrukt in de standby-modus. U hoort een korte toon en de tekst Spreek
nu verschijnt.
2 Als u belt via een spraaklabel moet u de telefoon op een korte afstand van uw mond
houden en het spraaklabel duidelijk uitspreken.
3 Het spraaknummer wordt herhaald, de naam en het nummer worden weergegeven en
na een paar seconden wordt het nummer in kwestie gekozen.
• Als het spraaklabel niet wordt herkend of als het verkeerde wordt afgespeeld, drukt u
op Nogmaals.
U kunt voicedialling niet gebruiken tijdens een gegevensoproep of als er een GPRSverbinding actief is.
Snelkeuzetoetsen toewijzen
Via snelkeuzetoetsen kunt u snel veelgebruikte nummers bellen. U kunt aan acht
telefoonnummers een snelkeuzetoets toewijzen. Nummer 1 is gereserveerd voor de
voicemailbox.
1 Open de contactkaart waarvoor u een snelkeuzetoets wilt instellen en
selecteerOpties→ Snelkeuze toewijz.. Het snelkeuzerooster met de nummers 1 t/m 9
wordt geopend.
2 Ga naar een nummer en druk op Toewijz.. Bij terugkeer naar de weergave Contactinfo
ziet u het snelkeuzesymbool bij het nummer.
• U kunt het telefoonnummer nu bellen door in de standby-modus op de snelkeuzetoets
en te drukken.
Ga in de map Contacten meteen naar het tweede tabblad om de lijst met geabonneerde
contacten te openen. In deze lijst kunt u aanwezigheidsgegevens bekijken, zoals de
beschikbaarheid en de chatstatus, van alle geabonneerde contacten. Zie “
(netwerkdienst)” op pagina 29.Zie “Chatten (netwerkdienst)” op pagina 100.
Aanwezigheid
Contactgroepen beheren
Contactgroepen maken
1 Druk op in de map Contacten om de groepenlijst te openen.
2 Selecteer Opties→ Nieuwe groep.
U kunt de standaardnaam Groep gebruiken of zelf een naam typen. Druk vervolgens
op OK.
Leden aan een groep toevoegen
1 Ga in de map Contacten naar de persoon die u aan een contactgroep wilt toevoegen
en selecteer Opties→ Toev. aan groep:. Er verschijnt een lijst met groepen.
2 Ga naar de groep waaraan u de persoon wilt toevoegen en druk op .
Aanwezigheid (netwerkdienst)
Via Aanwezigheid kunt u anderen laten weten wanneer, waar en hoe ze met u contact
kunnen opnemen. U kunt een dynamisch profiel van uw contactgegevens maken en
bekijken, dat zichtbaar is voor andere gebruikers van de dienst, om gegevens te delen of
diensten te regelen. In uw aanwezigheidsgegevens kunt u uw beschikbaarheid opnemen,
aangeven of u wilt dat mensen u bellen of berichten sturen en laten weten waar u bent
en wat u aan het doen bent. Zie afb. 10 op pagina 30.
Opties in de
weergave Subscribed
contacts: Openen, Bellen,
Bericht maken, Gesprek
openen, Abonnem.
opzeggen, Nieuw
abonneren, Markeringen
aan/uit, Mijn aanwezigheid,
Instellingen, Help en
Afsluiten.
Opties in de
weergave Groepenlijst:
Openen, Nieuwe groep,
Verwijderen, Naam
wijzigen, Beltoon,
Contactinfo, Instellingen,
Help en Afsluiten.
Openen, Mijn
beschikbaarh., Leden,
Aanwezigheid bijw.,
Aanmelden, Afmelden,
Instellingen, Help en
Afsluiten.
Persoonlijke gegevens
Figuur 10
De weergave
Aanwezigheid privé.
Voordat u Aanwezigheid kunt gebruiken, moet u een dienst zoeken die u wilt gebruiken
en de instellingen van die dienst opslaan. Mogelijk ontvangt u de instellingen via een
speciaal SMS-bericht, een zogenaamd smart-bericht, van de aanbieder van de aanwezigheidsdienst. Zie “Smart-berichten ontvangen” op pagina 58. Neem contact op met uw
aanbieder voor meer informatie.
Met de toepassing Aanwezigheid kunt u de gegevens die u hebt gepubliceerd wijzigen
en instellen wie uw aanwezigheid mogen zien. Via Contacten kunt u de aanwezigheidsgegevens van anderen bekijken. Zie “
Contacten” op pagina 25.
Uw beschikbaarheidsgegevens wijzigen
Kies Opties→ Mijn beschikbaarh. en kies:
• Beschikbaar - u bent beschikbaar voor telefoongesprekken en berichten; u hebt
bijvoorbeeld het profiel Algemeen ingesteld. Zie “
• Bezet - u bent mogelijk beschikbaar voor telefoongesprekken of berichten; u hebt
bijvoorbeeld het profiel Vergadering ingesteld.
• Niet beschikbaar - u bent niet beschikbaar voor telefoongesprekken of berichten;
u hebt bijvoorbeeld het profiel Stil ingesteld.
Profielen” op pagina 87.
Wijzigen wie uw aanwezigheidsgegevens mogen
bekijken
Kies Opties→ Leden en kies:
• Aanw. openb. - er wordt beperkte informatie weergegeven over de manier waarop
mensen contact met u kunnen opnemen. Deze informatie is beschikbaar voor iedereen
die u niet hebt geblokkeerd.
• Mijn beschikbaarh. - kies Beschikbaar, Bezet of Niet beschikbaar.
• Leden - hiermee opent u de weergave Huidige kijkers van uw Aanw. openb..