Nokia, Nokia Connecting People, Nokia Care, Visual Radio en Navi zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van Nokia Corporation. Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation. Namen van andere
producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn.
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een gedeelte ervan in enige vorm
zonder voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is verboden.
Includes RSA BSAFE cryptographic or security protocol software from RSA Security.
Java and all Java-based marks are trademarks or registered trademarks of Sun Microsystems, Inc.
This product is licensed under the MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) for personal and noncommercial use in
connection with information which has been encoded in compliance with the MPEG-4 Visual Standard by a consumer
engaged in a personal and noncommercial activity and (ii) for use in connection with MPEG-4 video provided by a
licensed video provider. No license is granted or shall be implied for any other use. Additional information, including
that related to promotional, internal, and commercial uses, may be obtained from MPEG LA, LLC. See http://
www.mpegla.com.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) voor privé- en niet-commercieel
gebruik in verband met informatie die is geëncodeerd volgens de visuele norm MPEG-4 door een consument in het
kader van een privé- en niet-commerciële activiteit en (ii) voor gebruik in verband met MPEG-4-videomateriaal dat
door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch impliciet
een licentie verstrekt. Aanvullende informatie, waaronder informatie over het gebruik voor promotionele
doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is verkrijgbaar bij MPEG LA, LLC. Zie http://www.mpegla.com.
Nokia voert een beleid dat gericht is op voortdurende ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder
voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document
worden beschreven.
VOOR ZOVER MAXIMAAL TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELJKE RECHT, ZAL NOKIA OF EEN VAN HAAR
LICENTIEHOUDERS ONDER GEEN OMSTANDIGHEID AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR ENIG VERLIES VAN GEGEVENS OF INKOMSTEN
OF VOOR ENIGE BIJZONDERE, INCIDENTELE OF INDIRECTE SCHADE OF GEVOLGSCHADE VAN WELKE OORZAAK DAN OOK.
DE INHOUD VAN DIT DOCUMENT WORDT ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE VERSTREKT. TENZIJ VEREIST KRACHTENS HET
TOEPASSELIJKE RECHT, WORDT GEEN ENKELE GARANTIE GEGEVEN BETREFFENDE DE NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID
OF INHOUD VAN DIT DOCUMENT, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DAARONDER MEDE BEGREPEN MAAR NIET
BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID EN DE GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL.
NOKIA BEHOUDT ZICH TE ALLEN TIJDE HET RECHT VOOR ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING DIT DOCUMENT TE
WIJZIGEN OF TE HERROEPEN.
Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het product RM-249 in overeenstemming is met
de essentiële eisen en andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. Een kopie van
de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://
www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
De beschikbaarheid van bepaalde producten en toepassingen voor deze producten kan per regio verschillen. Neem
contact op met uw Nokia leverancier voor details en de beschikbaarheid van taalopties.
Toepassingen van derden die bij uw apparaat geleverd worden, kunnen gemaakt zijn door en in eigendom zijn van
personen en entiteiten die geen relatie of verband met Nokia hebben. Nokia beschikt niet over de auteursrechten
of de intellectuele eigendomsrechten op deze toepassingen van derden. Als zodanig draagt Nokia geen
verantwoordelijkheid voor de ondersteuning voor eindgebruikers of de functionaliteit van deze toepassingen of de
informatie in deze toepassingen of het materiaal. Nokia biedt geen garantie voor deze toepassingen van derden.
MET HET GEBRUIK VAN DE TOEPASSINGEN ACCEPTEERT U DAT DE TOEPASSINGEN WORDEN GELEVERD ZONDER ENIGE VORM
VAN GARANTIE, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DIT VOOR ZOVER MAXIMAAL IS TOEGESTAAN OP GROND VAN HET
TOEPASSELIJKE RECHT. U ACCEPTEERT TEVENS DAT NOCH NOKIA NOCH GELIEERDE PARTIJEN VERKLARINGEN DOEN OF
GARANTIES VERSTREKKEN, UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET, MET INBEGRIP VAN (MAAR NIET BEPERKT TOT) GARANTIES
BETREFFENDE TITEL, VERKOOPBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL OF DAT DE TOEPASSINGEN GEEN INBREUK
MAKEN OP OCTROOIEN, AUTEURSRECHTEN, HANDELSMERKEN OF ANDERE RECHTEN VAN DERDEN.
Exportbepalingen
Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan wet- en regelgeving
betreffende export van de V.S. en andere landen. Ontwijking in strijd met de wetgeving is verboden.
MEDEDELING FCC/INDUSTRIE CANADA
Dit apparaat kan TV- of radiostoringen veroorzaken (bijvoorbeeld als u in de nabijheid van de ontvangapparatuur
een telefoon gebruikt). De FCC (Federal Communications Commision) of Industry Canada kunnen u vragen uw telefoon
niet langer te gebruiken als deze storingen niet kunnen worden verholpen. Neem contact op met uw lokale
servicedienst als u hulp nodig hebt. Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regels. De werking is afhankelijk
van de volgende twee voorwaarden: (1) Dit apparaat veroorzaakt geen schadelijke storingen, en (2) dit apparaat
moet storingen van buitenaf die een ongewenste werking tot gevolg hebben accepteren. Veranderingen of
aanpassingen die niet uitdrukkelijk door Nokia zijn goedgekeurd, kunnen het recht van de gebruiker om met deze
apparatuur te werken tenietdoen.
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of
onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS
Schakel het apparaat niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden
is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl u rijdt uw handen vrij om uw
voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te
hebben terwijl u rijdt.
STORING
Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de
werking van het apparaat negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN ZIEKENHUIZEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Schakel het apparaat uit
in de nabijheid van medische apparatuur.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN VLIEGTUIGEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Draadloze apparatuur
kan storingen veroorzaken in vliegtuigen.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT TIJDENS HET TANKEN
Gebruik het apparaat niet in een benzinestation. Gebruik het apparaat niet
in de nabijheid van brandstof of chemicaliën.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT VAN EXPLOSIEVEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Gebruik het apparaat
niet waar explosieven worden gebruikt.
GEBRUIK HET APPARAAT VERSTANDIG
Gebruik het apparaat alleen in de posities zoals deze in de
productdocumentatie worden uitgelegd. Raak de antenne niet onnodig aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of
gerepareerd.
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen
incompatibele producten aan.
WATERBESTENDIGHEID
Het apparaat is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
Maak een back-up of een gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens die in
de telefoon zijn opgeslagen.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst de
handleiding van het desbetreffende apparaat te raadplegen voor uitgebreide
veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele producten aan.
ALARMNUMMER KIEZEN
Controleer of de telefoonfunctie van het apparaat ingeschakeld en
operationeel is. Druk zo vaak als nodig is op de end-toets om het scherm leeg
te maken en terug te keren naar de stand-by modus. Voer het alarmnummer
in en druk op de beltoets. Geef op waar u zich bevindt. Beëindig het gesprek
pas wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen.
Over dit apparaat
Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt beschreven, is goedgekeurd voor
gebruik in het EGSM 900- en GSM 1800- en 1900-netwerk. Neem contact op met uw
serviceprovider voor meer informatie over netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat aan alle regelgeving en eerbiedig
lokale gebruiken, privacy en legitieme rechten van anderen, waaronder auteursrechten.
Auteursrechtbeschermingsmaatregelen kunnen verhinderen dat bepaalde
afbeeldingen, muziek (inclusief beltonen) en andere inhoud worden gekopieerd,
gewijzigd, overgedragen of doorgestuurd.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit apparaat wilt gebruiken dan de
alarmklok, moet het apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in wanneer
het gebruik van draadloze apparatuur storingen of gevaar kan veroorzaken.
Netwerkdiensten
Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn aangemeld bij een aanbieder van een
draadloze verbindingsdienst. Veel van de functies vereisen speciale netwerkfuncties.
Deze functies zijn niet op alle netwerken beschikbaar. Er zijn ook netwerken waar u
specifieke regelingen met uw serviceprovider moet treffen voordat u gebruik kunt
maken van de netwerkdiensten. Uw serviceprovider kan u instructies geven en
uitleggen hoeveel het kost. Bij sommige netwerken gelden beperkingen die het gebruik
van netwerkdiensten negatief kunnen beïnvloeden. Zo bieden sommige netwerken
geen ondersteuning voor bepaalde taalafhankelijke tekens en diensten.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om bepaalde functies uit te schakelen
of niet te activeren in uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het menu
van uw apparaat weergegeven. Uw apparaat kan ook beschikken over een speciale
configuratie, zoals veranderingen in menunamen, menuvolgorde en pictogrammen.
Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die werken met TCP/IPprotocollen. Voor de technologie van sommige functies van deze telefoon, zoals MMS
(Multimedia Messaging), e-mailen, chatten, synchroniseren op afstand en het
downloaden van content via een browser of MMS, is netwerkondersteuning nodig.
Gedeeld geheugen
De volgende functies in dit apparaat maken mogelijk gebruik van gedeeld geheugen:
de galerij, contacten, tekst-, chat- en multimediaberichten, e-mailberichten, agenda,
takenlijstnotities, Java™-spelletjes en -toepassingen, en de notitietoepassing. Door het
gebruik van een of meer van deze functies is er mogelijk minder geheugen beschikbaar
voor de overige functies die geheugen delen. Het is mogelijk dat op uw apparaat een
bericht wordt weergeven dat het geheugen vol is, wanneer u een functie probeert te
gebruiken die gedeeld geheugen gebruikt. Verwijder in dit geval voordat u doorgaat
een gedeelte van de informatie of registraties die in het gedeelde geheugen zijn
opgeslagen.
Toebehoren
Praktische regels aangaande accessoires en toebehoren
● Houd alle accessoires en toebehoren buiten het bereik van kleine kinderen.
● Als u de elektriciteitskabel van een accessoire of toebehoren losmaakt, neem deze
dan bij de stekker en trek aan de stekker, niet aan het snoer
● Controleer regelmatig of eventuele toebehoren die in een auto zijn geïnstalleerd nog
steeds goed bevestigd zitten en naar behoren werken
● De montage van ingewikkelde autotoebehoren moet alleen door bevoegd personeel
worden uitgevoerd.
De beveiligingscode (5 tot 10 cijfers) beveiligt de telefoon tegen onbevoegd gebruik.
De code is standaard ingesteld op 12345. U kunt de code wijzigen en de telefoon
instellen op het vragen naar de code.
PIN-codes
De PIN-code (Persoonlijk IdentificatieNummer) en de UPIN-code (Universeel Persoonlijk
IdentificatieNummer) van 4 tot 8 cijfers beveiligen de SIM-kaart tegen onbevoegd
gebruik. Zie 'Beveiliging', p. 50.
Voor bepaalde functies hebt u de PIN2-code van 4 tot 8 cijfers nodig die bij sommige
SIM-kaarten wordt geleverd.
De module-PIN is vereist voor toegang tot informatie in de beveiligingsmodule.
'Beveiligingsmodule', p. 72.
De ondertekenings-PIN is nodig voor de digitale handtekening. Zie 'Digitale
handtekening', p. 73.
PUK-codes
De PUK-code (Personal Unblocking Key) en de UPUK-code (Universal Personal Unblocking
Key) van 8 cijfers zijn nodig om respectievelijk een geblokkeerde PIN-code of UPIN-code
te wijzigen. De PUK2-code, die uit 8 cijfers bestaat, is nodig om een geblokkeerde PIN2code te wijzigen. Als de codes niet bij de SIM-kaart zijn geleverd, neemt u contact op
met uw serviceprovider om de codes op te vragen.
Blokkeerwachtwoord
Het blokkeerwachtwoord van 4 cijfers is nodig als u de dienst Oproepen blokkeren
gebruikt.
Zie 'Beveiliging', p. 50.
Zie 'Beveiliging', p. 50.
Zie
Dienst voor configuratie-instellingen
Voor sommige netwerkdiensten, zoals mobiele internetdiensten, MMS, Nokia Xpressaudioberichten en synchronisatie met een externe internetserver, moeten de juiste
configuratie-instellingen op het apparaat worden ingesteld. Neem contact op met uw
serviceprovider of de dichtstbijzijnde erkende Nokia-leverancier, of bezoek de website
van Nokia voor meer informatie over beschikbaarheid.
Als u de verbindingsinstellingen in een configuratiebericht hebt ontvangen en de
instellingen niet automatisch worden opgeslagen en geactiveerd, wordt Configuratie-instellingen ontvangen weergegeven.
Selecteer Tonen > Opslaan om de instellingen op te slaan. Als dit wordt gevraagd,
toetst u de PIN-code in die door uw serviceprovider werd meegeleverd.
U kunt de ontvangen instellingen verwijderen door Uit of Tonen > Wegdoen te
selecteren.
Content downloaden
U kunt mogelijk nieuwe content (bijvoorbeeld thema's) naar de telefoon downloaden
(netwerkdienst).
Belangrijk:
adequate beveiliging en bescherming tegen schadelijke software bieden.
Informeer bij de serviceprovider naar de beschikbaarheid en tarieven van de
verschillende diensten.
Maak alleen gebruik van diensten die u vertrouwt en die een
Software-updates
Nokia kan software-updates uitbrengen met nieuwe voorzieningen, uitgebreide
functies of verbeterde prestaties. U kunt deze updates aanvragen via de toepassing
Nokia Software Updater PC. Als u de apparaatsoftware wilt bijwerken, moet u
beschikken over de toepassing Nokia Software Updater en een compatibele pc met
Microsoft Windows 2000 of XP als besturingssysteem, breedbandinternettoegang, en
een compatibele gegevenskabel om het apparaat op de pc aan te sluiten.
Voor meer informatie en het downloaden van de toepassing Nokia Software Updater,
gaat u naar www.nokia.com/softwareupdate of de lokale website van Nokia.
Als software-updates over-the-air door uw netwerk worden ondersteund, moet u ook
om updates kunnen verzoeken via het apparaat.
Zie 'Software-updates over-the-air', p. 51.
Het downloaden van software-updates kan leiden tot het overbrengen van grote
hoeveelheden gegevens via het netwerk van uw serviceprovider. Neem contact op met
uw serviceprovider voor meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht.
Controleer of de batterij van het apparaat voldoende capaciteit heeft, of sluit de lader
aan voordat u het bijwerken start.
Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten die u vertrouwt en die een
adequate beveiliging en bescherming tegen schadelijke software bieden.
Op www.nokia.com/support of de lokale Nokia-website vindt u de nieuwste versie van
deze handleiding, aanvullende informatie, downloads en diensten voor uw Nokiaproduct.
Dienst voor configuratie-instellingen
U kunt ook gratis configuratie-instellingen downloaden voor MMS, GPRS, e-mail en
andere diensten voor uw apparaatmodel van www.nokia.com/support.
Nokia PC Suite
U vindt PC Suite en de bijhorende informatie op de website van Nokia op
www.nokia.com/support.
Klantenservice
Als u contact wilt opnemen met de klantenservice, raadpleegt u de lijst
met lokale Nokia Care-contactcentra op www.nokia.com/
customerservice.
Onderhoud
Voor onderhoudsdiensten raadpleegt u de dichtstbijzijnde Nokia-servicevestiging via
www.nokia.com/repair.
2. Aan de slag
SIM-kaart en batterij installeren
Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert.
Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart over beschikbaarheid en voor informatie
over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider of een andere leverancier
zijn.
Dit apparaat is bestemd voor gebruik met een BL4B-batterij. Gebruik altijd originele
Nokia-batterijen.
De SIM-kaart en de contactpunten van de kaart kunnen gemakkelijk door krassen of
buigen worden beschadigd. Wees daarom voorzichtig wanneer u de kaart vastpakt,
plaatst of verwijdert.
Zie 'Controleren van de echtheid van Nokia-batterijen', p. 76.
A a n d e s l a g
1. Verschuif de
ontgrendelingsknop (1) om
te ontgrendelen en verwijder
de achtercover (2). Verwijder
de batterij zoals in de
afbeelding wordt
geïllustreerd (3).
2. Open de SIM-kaarthouder (4).
Plaats de SIM-kaart (5) met het
contactoppervlak naar
beneden gericht in de houder.
Sluit de SIM-kaarthouder (6).
3. Let goed op de contactpunten
van de batterij (7), en plaats de
batterij (8). Plaats het bovenste
gedeelte van de achtercover op
het apparaat (9) en sluit deze
(10).
Een microSD-kaart plaatsen
Gebruik alleen compatibele microSD-kaarten die door Nokia zijn goedgekeurd voor
gebruik met dit apparaat. Nokia maakt gebruik van goedgekeurde industriële normen
voor geheugenkaarten, maar sommige merken zijn mogelijk niet helemaal compatibel
met dit apparaat zijn. Incompatibele kaarten kunnen de kaart en het apparaat
beschadigen en gegevens die op de kaart staan aantasten.
1. Schakel het apparaat uit en verwijder de achtercover en de batterij van het apparaat.
3. Open de kaarthouder (2) en plaats de geheugenkaart in
de kaarthouder met het contactoppervlak naar binnen
gericht (3).
4. Sluit de kaarthouder (4) en verschuif deze om hem te
vergrendelen (5).
5. Plaats de batterij en bevestig de achtercover op het apparaat.
De batterij opladen
Controleer het modelnummer van uw lader voordat u deze bij dit apparaat gebruikt.
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met de volgende voedingsbronnen: AC-3 of AC-4 .
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders en toebehoren die door Nokia
zijn goedgekeurd voor gebruik met dit model. Het gebruik van alle andere typen kan
de goedkeuring of garantie doen vervallen en kan gevaarlijk zijn.
Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van goedgekeurde toebehoren. Trek
altijd aan de stekker en niet aan het snoer als u toebehoren losmaakt.
1. Sluit de lader aan op een gewone wandcontactdoos.
2. Steek de stekker van de lader in de aansluiting aan de
onderkant van het apparaat.
Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten
duren voordat de batterij-indicator op het scherm wordt
weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen.
De oplaadtijd is afhankelijk van de gebruikte lader. Het opladen
van een batterij van het type BL-4B met de lader AC-3 duurt
ongeveer 2 uur en 15 minuten wanneer het apparaat zich in de standby-modus bevindt.
radiozendapparatuur geldt, dient onnodig cont
met een antenne te worden vermeden wanneer de
antenne in gebruik is. Bijvoorbeeld, vermijdt
contact met de antenne gedurende een
telefoongesprek. Het aanraken van een zendende
of ontvangende antenne kan een nadelige invl
hebben op de kwaliteit van de radiocommunicati
en kan ervoor zorgen dat het apparaat meer
stroom verbruikt dan anderszins noodzakelijk en
kan de levensduur van de batterij verkorten.
Hoofdtelefoon
Waarschuwing: Luister naar muziek op een gematigd geluidsvolume.
Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor beschadigen.
Let met name goed op het geluidsvolume als u een andere hoofdtelefoon op het
apparaat aansluit.
Waarschuwing: Wanneer u de hoofdtelefoon gebruikt, kan uw vermogen om
geluiden van buitenaf te horen negatief worden beïnvloed. Gebruik de hoofdtelefoon
niet wanneer dit uw veiligheid in gevaar kan brengen.
Sluit geen producten aan die een outputsignaal produceren aangezien dit het apparaat
kan beschadigen. Sluit geen stroombron aan op de Nokia AV-connector.
Bij het aansluiten van een extern apparaat of een hoofdtelefoon op de Nokia AVconnector, anders dan die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat,
moet u vooral letten op het geluidsvolume.
Het accentkleurkader wijzigen
Vervang het accentkleurkader om het uiterlijk van uw apparaat te wijzigen.
2. Maak het accentkleurkader eerst aan de bovenkant van
het apparaat (1) los en verwijder het (2).
3. Als u een accentkleurkader wilt bevestigen, maakt u dit
eerst aan de onderkant van het apparaat (3) vast en
vervolgens van onderen naar boven (4, 5). Druk op de
bovenkant om het vast te klikken.
4. Bevestig de achtercover van het apparaat en zorg dat deze goed afsluit.
Polsband
Bevestig het polsbandje zoals wordt weergegeven in de
afbeelding.
te staan. Voortdurende blootstelling van de huid aan nikkel kan leiden tot een
nikkelallergie.
Het apparaat in- en uitschakelen
U schakelt het apparaat in of uit door de aan/uit-toets ingedrukt te houden.
Als de PIN-code of UPIN-code wordt gevraagd, voert u de code (weergegeven als ****)
in en selecteert u OK.
Er kan worden gevraagd om de tijd en datum in te stellen. Voer de plaatselijke tijd in,
selecteer de tijdzone van uw locatie uitgedrukt in tijdsverschil met GMT (Greenwich
Mean Time), en voer de datum in.
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer inschakelt en het apparaat in de standbymodus staat, wordt u mogelijk gevraagd de configuratie-instellingen op te halen bij uw
serviceprovider (netwerkdienst). Raadpleeg Verb. mt onderst. voor meer informatie.
Zie 'Configuratie', p. 50.Zie 'Dienst voor configuratie-instellingen', p. 11.
Zie 'Tijd en datum', p. 43.
Standby-modus
Wanneer het apparaat gereed is voor gebruik en geen tekens zijn ingevoerd, bevindt
het apparaat zich in de standby-modus.
Weergave
1 — Signaalsterkte van het mobiele netwerk
2 — Oplaadstatus van batterij
3 — Indicatoren
4 — Naam van het netwerk of het operatorlogo
5 — Klok
6 — Hoofdscherm
7 — Functie van de linkerselectietoets. Zie 'Linkerselectietoets', p. 43.
8 — Functie van de middelste selectietoets.
9 — Functie van de rechterselectietoets.
operators kunnen een eigen benaming hebben voor het openen van de website van de
operator.
Zie 'Rechterselectietoets', p. 44. Sommige
Actief standby
In de modus Actief standby wordt een lijst weergegeven van geselecteerde
apparaatfuncties en informatie waartoe u direct toegang hebt.
Als u de modus Actief standby wilt in- of uitschakelen, selecteert u Menu >Instellingen > Weergave > Actief standby > Actief standby > Aan of Uit.
In de standby-modus bladert u omhoog of omlaag door de lijst en kiest u Select. of
Bekijk. De pijlen geven aan dat er meer informatie beschikbaar is. Als u het navigeren
wilt stoppen, selecteert u Uit.
Als u de modus Actief standby wilt indelen en wijzigen, selecteert u Opties en kiest u
een beschikbare optie.
Sneltoetsen in de standby-modus
Als u de lijst met gekozen nummers wilt openen, drukt u eenmaal op de beltoets. Ga
naar het nummer of de gewenste naam en druk op de beltoets om het nummer te
kiezen.
Houd 0 ingedrukt om de webbrowser te openen.
Houd 1 ingedrukt om uw voicemailbox te bellen.
Gebruik toetsen als een snelkoppeling. Zie 'Mijn snelkoppelingen', p. 43.
Indicatoren
ongelezen berichten
berichten die nog niet zijn verzonden, zijn geannuleerd of waarvan de verzending
is mislukt
gemiste oproep
/ De telefoon is verbonden met de dienst voor chatberichten en de
aanwezigheidsstatus is on line of off line.
ontvangen chatberichten
De toetsen zijn geblokkeerd.
De telefoon gaat niet over wanneer een oproep of tekstbericht wordt ontvangen.
/ De telefoon is aangemeld bij het GPRS- of EGPRS-netwerk.
/ Er is een GPRS- of EGPRS-verbinding tot stand gebracht.
/ De GPRS- of EGPRS-verbinding is tijdelijk onderbroken (in de wachtstand
geplaatst).
Er is een Bluetooth-verbinding actief.
/ Er is een P2T-verbinding actief of onderbroken.
Als u over twee telefoonlijnen beschikt, wordt de tweede telefoonlijn geselecteerd.
Alle inkomende oproepen worden doorgeschakeld naar een ander nummer.
De luidspreker is geactiveerd of de muziekstandaard is op het apparaat
aangesloten.
Gesprekken zijn beperkt tot een besloten groep gebruikers.
Het tijdelijke profiel is geselecteerd.
/ / Er is een hoofdtelefoon, handsfree-eenheid of oorlus aangesloten op het
apparaat.
Vluchtmodus
U kunt alle activiteiten van de radiofrequentie deactiveren en nog steeds toegang
hebben tot de offline spelletjes, agenda en telefoonnummers.
Gebruik de vluchtmodus in een omgeving die gevoelig is voor radiosignalen—aan boord
van een vliegtuig of in een ziekenhuis. Wanneer de vluchtmodus actief is, wordt
weergegeven.
Selecteer Menu > Instellingen > Profielen > Vlucht > Activeer of Aanpassen om
de vluchtmodus te activeren of in te stellen.
Als u de vluchtmodus wilt deactiveren, selecteert u een ander profiel.
Alarmnummer in vluchtmodus Voer het alarmnummer in, druk op de beltoets, en
selecteer Ja wanneer Vluchtprofiel afsluiten? wordt weergegeven. De telefoon
probeert een alarmnummer te kiezen.
Waarschuwing: In het vluchtprofiel kunt u geen oproepen doen of ontvangen,
ook geen alarmoproepen. Ook overige functies waarvoor netwerkdekking vereist is,
kunnen niet worden gebruikt. Als u wilt bellen, moet u de telefoonfunctie eerst activeren
door een ander profiel te kiezen. Als het apparaat vergrendeld is, moet u de
beveiligingscode invoeren. Als u een alarmnummer wilt kiezen terwijl het apparaat is
vergrendeld en het vluchtprofiel gebruikt, kunt u ook het geprogrammeerde
alarmnummer in het veld voor de beveiligingscode invoeren en de toets 'Bellen'
selecteren. Op het apparaat wordt een bevestiging weergegeven dat het vluchtprofiel
wordt afgesloten en een alarmnummer wordt gekozen.
Toetsenblokvergrendeling
Om te voorkomen dat toetsen per ongeluk worden ingedrukt, selecteert u Menu en
drukt u binnen 3,5 seconde op * om de toetsen te blokkeren.
U kunt de toetsenblokkering weer opheffen door Vrijgeven te selecteren en binnen 1,5
seconde op * te drukken. Als Toetsenblokkering is ingesteld op Aan, voert u de
beveiligingscode in indien u hierom wordt gevraagd.
Als u een oproep wilt beantwoorden terwijl de toetsen zijn geblokkeerd, drukt u op de
beltoets. Wanneer u de oproep beëindigt of niet aanneemt, worden de toetsen weer
automatisch geblokkeerd.
Verdere functies zijn Aut. toets.blokk. en Toetsenblokkering.
Wanneer het toetsenslot is ingeschakeld, kunt u soms wel het geprogrammeerde
alarmnummer kiezen.
Zie 'Telefoon', p. 48.
Functies zonder een SIM-kaart
U kunt verschillende functies van het apparaat gebruiken zonder een SIM-kaart te
installeren (bijvoorbeeld gegevensoverdracht met een compatibele pc of een ander
compatibel apparaat). Sommige functies worden grijs weergegeven en kunnen niet
worden gebruikt.
4. Oproepfuncties
Bellen
Nummer kiezen
1. Voer het netnummer en telefoonnummer in.
Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op * voor het internationale
voorvoegsel (het +-teken vervangt de internationale toegangscode) en voert u de
landcode, het netnummer (laat zo nodig de eerste 0 weg) en het abonneenummer
in.
2. Druk op de beltoets om het nummer te kiezen. Druk op de volumetoetsen omhoog
of omlaag om het geluidsniveau van een oproep aan te passen.
3. Als u de oproep wilt beëindigen of de kiespoging wilt annuleren, drukt u op de
eindetoets.
U kunt zoeken naar een naam of telefoonnummer dat u hebt opgeslagen in
Contacten. Zie 'Zoeken naar een contact', p. 39. Druk op de beltoets om het nummer
te kiezen.
Als u de lijst met gekozen nummers wilt openen, drukt u in de standby-modus eenmaal
op de beltoets. Selecteer het gewenste nummer of de gewenste naam en druk op de
beltoets om het nummer te kiezen.
Snelkeuzetoetsen
Wijs een telefoonnummer toe aan één van de cijfertoetsen, 2 tot en met 9.
'Snelkeuzetoetsen', p. 40.
U kunt het nummer op een van de volgende manieren kiezen:
Druk op een cijfertoets en vervolgens op de beltoets.
OF
Als Snelkeuze is ingesteld op Aan, houdt u de gewenste cijfertoets ingedrukt totdat
het nummer wordt gekozen.
Meer gedetailleerde informatie vindt u in Snelkeuze. Zie 'Bellen', p. 48.
Zie
Uitgebreide spraakgestuurde nummerkeuze
U kunt een oproep plaatsen door de naam uit te spreken van de persoon die in de lijst
met contacten van het apparaat is opgeslagen.
Spraakopdrachten zijn taalgevoelig. Stel Taal sprkherkenning in voordat u
spraakgestuurde nummerkeuze gebruikt. Zie 'Telefoon', p. 48.
Opmerking: Het gebruik van spraaklabels kan moeilijkheden opleveren in een
drukke omgeving of tijdens een noodgeval. Voorkom dus onder alle omstandigheden
dat u uitsluitend van spraaklabels afhankelijk bent.
1. Houd in de standby-modus de rechterselectietoets of de volume-omlaagtoets
ingedrukt. U hoort een korte toon en de tekst Nu spreken wordt weergegeven.
2. Spreek duidelijk de naam uit van de contactpersoon die u wilt bellen. Als de
ingesproken tekst wordt herkend, wordt een lijst met gevonden items
weergegeven. Het apparaat speelt de spraakopdracht van het bovenste item in de
lijst af. Als dit niet de gewenste opdracht is, bladert u naar een andere vermelding.
Het gebruik van spraakopdrachten voor het uitvoeren van een geselecteerde
apparaatfunctie is vergelijkbaar met de spraakgestuurde nummerkeuze.
'Spraakopdrachten', p. 44.
Zie
Een oproep beantwoorden of weigeren
Druk op de beltoets om een inkomende oproep te beantwoorden. Druk op de toets Einde
om de oproep te beëindigen.
U weigert een inkomende oproep door op de toets Einde te drukken. Als u de beltoon
wilt uitschakelen, selecteert u Stil.
Druk tijdens een gesprek op de beltoets om de oproep in de wachtstand te
beantwoorden (netwerkdienst). Het eerste gesprek wordt in de wachtstand geplaatst.
U beëindigt het actieve gesprek door op de toets Einde te drukken. U kunt ook de functie
Wachtfunctieopties activeren. Zie 'Bellen', p. 48.
Opties tijdens een gesprek
Veel van de opties die u tijdens gesprekken kunt gebruiken, zijn netwerkdiensten. Neem
contact op met uw serviceprovider voor informatie over beschikbaarheid van
netwerkdiensten.
Selecteer Opties tijdens een gesprek en selecteer een van de volgende opties:
Gespreksopties zijn Dempen of Dempen uit, Contacten, Menu, Toetsen blokkeren,
Opnemen, Stemhelderheid, Luidspreker of Telefoon.
Netwerkopties zijn Opnemen of Weigeren, Standby of Uit standby, Nieuwe
oproep, Toev. aan conferentie, Beëindigen, Alles afsluiten, en de volgende:
● DTMF verzenden — om toonreeksen te verzenden.
● Wisselen — om te schakelen tussen het actieve gesprek en het gesprek in de
wachtstand.
● Doorverbinden — om een gesprek in de wachtstand door te verbinden met het
actieve gesprek en zelf de verbinding te verbreken.
● Conferentie — om een conferentiegesprek te voeren.
● Privé-oproep — om een privégesprek in een conferentiegesprek te houden.
Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker
wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.
5. Tekst invoeren
Tekstmodi
U kunt op twee verschillende manieren tekst invoeren, bijvoorbeeld wanneer u
berichten wilt verzenden: via de methode voor normale tekstinvoer of via de methode
voor tekstinvoer met woordenboek.
Houd tijdens het invoeren van tekst Opties ingedrukt om te schakelen tussen normale
tekstinvoer, aangegeven door en tekstinvoer met woordenboek, aangegeven door
. Niet alle talen worden ondersteund in de tekstinvoer met woordenboek.
Hoofdletters en kleine letters worden aangegeven door , en . U kunt schakelen
tussen hoofdletters en kleine letters door op # te drukken. U kunt naar de
nummermodus, aangegeven door , overschakelen door # ingedrukt te houden en
Nummermodus te selecteren. U kunt overschakelen naar de nummermodus door #
ingedrukt te houden.
Als u de schrijftaal wilt instellen, selecteert u Opties > Schrijftaal.
Gewone tekstinvoer
Druk herhaaldelijk op een cijfertoets (2 t/m 9) totdat het gewenste teken wordt
weergegeven. De beschikbare tekens zijn afhankelijk van de taal die is geselecteerd
voor het invoeren van tekst.
Als de volgende letter die u wilt invoeren zich onder dezelfde toets bevindt als de
huidige letter, wacht u tot de cursor verschijnt en voert u de letter in.
De meest gebruikte leestekens en andere speciale tekens zijn beschikbaar als u
herhaaldelijk op de cijfertoets 1 drukt, of druk op * om een speciaal teken te selecteren.
Tekstinvoer met woordenboek
Tekstinvoer met woordenboek is gebaseerd op een ingebouwd woordenboek waar u
zelf ook woorden aan kunt toevoegen.
1. U begint met het invoeren van een woord met de cijfertoetsen 2 t/m 9. Druk eenmaal
op een toets voor één letter.
2. Wanneer u het gewenste woord hebt ingevoerd, bevestigt u de invoer met het
toevoegen van een spatie door op 0 te drukken.
Als het woord niet correct is, druk dan herhaaldelijk op * en selecteer het woord uit
de lijst.
Als er een vraagteken (?) achter het woord wordt weergegeven, bevindt het woord
dat u wilt invoeren zich niet in het woordenboek. Als u het woord aan het
woordenboek wilt toevoegen, selecteert u Spellen. Voer het woord in door normale
tekstinvoer te gebruiken en selecteer Opslaan. Als u een samengesteld woord wilt
invoeren, voert u het eerste gedeelte van het woord in en bevestigt u dit door op
de navigatietoets naar rechts te drukken. Voer het laatste gedeelte van het woord
in en bevestig het woord.
3. U begint met het invoeren van het volgende woord.
6. Door de menu's navigeren
Het apparaat biedt een uitgebreid scala aan functies, die gegroepeerd zijn in menu's.
1. Selecteer Menu om het menu te openen.
2. Blader door het menu en selecteer een optie (bijvoorbeeld Instellingen).
3. Als het geselecteerde menu ook weer is onderverdeeld in submenu's, selecteert u
een submenu, bijvoorbeeld Oproepen.
4. Als het geselecteerde submenu ook weer submenu's bevat, herhaalt u stap 3.
5. Selecteer de gewenste instelling.
6. Selecteer Terug om terug te keren naar het vorige menuniveau.
Selecteer Uit om het menu te sluiten.
Als u de menuweergave wilt wijzigen, selecteert u Opties > Hoofdmenuwrgave >Lijst, Roosterweergave, Rooster met labels of Tab.
Als u het menu anders wilt indelen, bladert u naar het menu dat u wilt verplaatsen en
selecteert u Opties > Indelen > Verplaats. Ga naar de plaats waar u het menu naartoe
wilt verplaatsen en selecteer OK. Selecteer OK > Ja om de wijziging op te slaan.
7. Berichten
U kunt tekst en multimediaberichten, e-mail, audio- en flitsberichten lezen, schrijven,
verzenden en opslaan. De berichtdiensten kunnen alleen worden gebruikt als ze worden
ondersteund door uw netwerk en serviceprovider.
Opmerking: Het apparaat kan aangeven dat uw boodschap naar het nummer
van de berichtencentrale dat in uw apparaat is geprogrammeerd is verzonden. Het is
mogelijk dat het apparaat niet aangeeft of de boodschap op de bedoelde bestemming
is ontvangen. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over
berichtdiensten.
Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen van berichten. Berichten kunnen
schadelijke software bevatten of anderszins schadelijk zijn voor uw apparaat of PC.
Tekstberichten
Met uw apparaat kunnen tekstberichten worden verzonden die langer zijn dan de
tekenlimiet voor één bericht. Langere berichten worden verzonden als twee of meer
berichten. Uw serviceprovider kan hiervoor de desbetreffende kosten in rekening
brengen. Tekens met accenten of andere symbolen en tekens in sommige taalopties
nemen meer ruimte in beslag, waardoor het aantal tekens dat in één bericht kan worden
verzonden, wordt beperkt.
Een indicator boven in het scherm geeft het totale aantal resterende tekens aan en het
aantal berichten dat nodig is voor de verzending ervan. Zo betekent bijvoorbeeld 673/2
dat er 673 tekens resteren en dat het bericht in twee gedeelten wordt verzonden.
Voordat u een tekstbericht of een SMS e-mailbericht kunt verzenden, moet u het
nummer van de berichtencentrale opslaan.
Het knipperende symbool geeft aan dat het berichtengeheugen vol is. Voordat u
nieuwe berichten kunt ontvangen, moet u eerst een aantal oude berichten verwijderen.