CONFORMITEITSVERKLARING
NOKIA CORPORATION verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het product RM-111 conform is aan de
bepalingen van de volgende Richtlijn van de Raad: 1999/5/EG.
Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website:
http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
De doorgestreepte container wil zeggen dat het product binnen de Europese gemeenschap voor
gescheiden afvalverzameling moet worden aangeboden aan het einde van de levensduur van het
product. Dit geldt voor het apparaat, maar ook voor alle toebehoren die van dit symbool zijn
voorzien. Bied deze producten niet aan bij het gewone huisvuil.
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een gedeelte ervan in
enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is verboden.
Nokia, Nokia Connecting People en Navi zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia
Corporation. Namen van andere producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de
respectievelijke eigenaren zijn.
Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation.
US Patent No 5818437 and other pending patents. All rights reserved.
Bluetooth is a registered trademark of Bluetooth SIG, Inc.
Includes RSA BSAFE cryptographic or security protocol software from RSA Security.
Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder
voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit
document worden beschreven.
In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten of voor enige bijzondere,
incidentele, onrechtstreekse of indirecte schade.
De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt. Tenzij vereist krachtens het
toepasselijke recht, wordt geen enkele garantie gegeven betreffende de nauwkeurigheid,
betrouwbaarheid of inhoud van dit document, hetzij uitdrukkelijk hetzij impliciet, daaronder mede
begrepen maar niet beperkt tot impliciete garanties betreffende de verkoopbaarheid en de geschiktheid
voor een bepaald doel. Nokia behoudt zich te allen tijde het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving
dit document te wijzigen of te herroepen.
De beschikbaarheid van bepaalde producten kan per regio verschillen. Neem hiervoor contact op met de
dichtstbijzijnde Nokia leverancier.
Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan wet- en
regelgeving betreffende export van de V.S. en andere landen. Ontwijking in strijd met de wetgeving is
verboden.
Dienst voor configuratie-instellingen................................................................................................. 19
Content en toepassingen downloaden ............................................................................................... 20
Nokia-ondersteuning en contactinformatie ..................................................................................... 21
1. Aan de slag .................................................................................................... 22
De SIM-kaart installeren ........................................................................................................................ 22
De batterij opladen .................................................................................................................................. 23
De telefoon in- en uitschakelen........................................................................................................... 24
Normaal gebruik ....................................................................................................................................... 25
Tellers en timers........................................................................................................................................ 57
Foto's maken .......................................................................................................................................... 74
Een videoclip opnemen........................................................................................................................ 75
De telefoon instellen voor een streaming-dienst ........................................................................ 75
Music player............................................................................................................................................... 76
Radio ............................................................................................................................................................ 78
Zendkanalen zoeken en opslaan....................................................................................................... 78
De radio gebruiken................................................................................................................................ 79
De telefoon instellen voor een dienst................................................................................................. 89
Verbinding maken met een dienst....................................................................................................... 90
Browsen door pagina's............................................................................................................................ 90
De toetsen van de telefoon gebruiken tijdens het browsen ..................................................... 91
Opties tijdens het browsen................................................................................................................. 91
Direct bellen ........................................................................................................................................... 92
Cookies ........................................................................................................................................................ 93
Nokia PC Suite........................................................................................................................................ 103
(E)GPRS, HSCSD en CSD................................................................................................................... 104
Toepassingen voor gegevenscommunicatie ................................................................................... 105
Houd de eindtoets ingedrukt om de telefoon in of uit te schakelen.
■ De SIM-kaart installeren
U kunt de SIM-kaartsleuf openen door de SIM-vergrendeling naar links te
schuiven. Plaats de SIM-kaart met de goudkleurige contactpunten naar beneden
gericht in de sleuf. Gebruik de SIM-vergrendeling om de SIM-kaart in de SIMkaartsleuf te drukken. Druk op de SIM-vergrendeling totdat u een klik hoort.
Schuif de SIM-vergrendeling naar rechts om deze te sluiten.
U kunt de SIM-kaart ontgrendelen door de SIM-vergrendeling naar links te
schuiven. Druk de SIM-vergrendeling naar binnen totdat u een klik hoort en de
SIM-kaart wordt vrijgegeven.
Houd de middelste selectietoets ingedrukt in de standby-modus en voer het
netnummer en telefoonnummer in. U voert het telefoonnummer in door naar het
gewenste cijfer in de tekenbalk te gaan en Select. te selecteren. Herhaal deze
procedure voor elk cijfer van het telefoonnummer.
U kunt ook bellen door een nummer te kiezen in de lijst met contacten of door
eenmaal op de beltoets te drukken om de lijst met laatstgebruikte nummers te
openen.
■ Een oproep beantwoorden, weigeren en beëindigen
Druk op de gesprekstoets om een inkomende oproep te beantwoorden. Als u de
oproep wilt weigeren, drukt u op de eindtoets. Druk op de eindtoets om een actief
gesprek te beëindigen.
■ Foto's maken
Selecteer Menu,>Media >Camera >Foto. De foto wordt opgeslagen in Galerij >
Afbeeldingn. Selecteer Terug als u nog een foto wilt maken en selecteer
Verzenden om de foto als multimediabericht te verzenden. Selecteer Opties om de
opties weer te geven.
■ Berichten intoetsen en verzenden
Selecteer Menu > Berichten > Bericht maken en selecteer een berichttype in de
lijst. Voer een bericht in. Druk op de gesprekstoets of selecteer Opties > Verzend en
om het bericht te verzenden. Toets het telefoonnummer van de ontvanger in of
selecteer Opties > Zoeken om het telefoonnummer op te zoeken in Contacten.
Selecteer Opties > Akkoord om het bericht te verzenden.
■ Toetsen blokkeren
Selecteer Menu of Vrijgev. en druk vervolgens binnen anderhalve seconde op de
gesprekstoets om de toetsen te vergrendelen of vrij te geven.
■ Nokia Xpress-audioberichten
Selecteer Menu >Audiobericht om een audiobericht te maken en verzenden. De
recorder wordt geopend. Druk op de middelste selectietoets om de opname te
starten.
Druk nogmaals op de middelste selectietoets om de opname te stoppen. Selecteer
Verzend. om de ontvanger in te voeren en selecteer vervolgens Opties >Akkoord
om het bericht te verzenden.
Wanneer een audiobericht binnenkomt, wordt de melding 1 audiobericht
ontvangen weergegeven. Selecteer Spelen om het bericht te openen of selecteer
Tonen > Spelen als u meerdere berichten hebt ontvangen. Selecteer Opties om de
beschikbare opties weer te geven. Selecteer Uit om het bericht later te
beluisteren.
Als u het bericht wilt opslaan, selecteert u Opties >Opslaan.
Houd vanuit de standby-modus de onderste selectietoets ingedrukt. U hoort een
korte toon en de tekst Nu spreken wordt weergegeven.
Spreek de spraakopdracht duidelijk uit. Als de spraakherkenning is gelukt, wordt
een lijst met treffers weergegeven. De spraakopdracht voor de treffer boven aan
de lijst wordt afgespeeld. Na een timeout van anderhalve seconde wordt het
nummer gekozen. Als dit niet de juiste treffer is, gaat u naar een andere treffer en
selecteert u deze om het nummer te kiezen.
■ Synchroniseren vanaf de telefoon
Selecteer Menu > Instellingen > Connectiviteit > Gegevensoverdracht > Server-
synchronisatie > Te synchr. gegevens. Markeer de gegevens die u wilt
synchroniseren en selecteer OK.
Selecteer Menu > Instellingen > Connectiviteit > Gegevensoverdracht > Server-
synchronisatie > Synchroniseren. De gemarkeerde gegevens in de actieve set
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of
onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS
Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of
als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl u rijdt uw handen vrij om uw
voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te hebben
terwijl u rijdt.
STORING
Alle draadloze telefoons kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking
van de telefoon negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN ZIEKENHUIZEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Schakel de telefoon uit in
de nabijheid van medische apparatuur.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN VLIEGTUIGEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Draadloze apparatuur kan
storingen veroorzaken in vliegtuigen.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT TIJDENS HET TANKEN
Gebruik de telefoon niet in een benzinestation. Gebruik het apparaat niet in de
nabijheid van brandstof of chemicaliën.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT VAN EXPLOSIEVEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Gebruik de telefoon niet
waar explosieven worden gebruikt.
Gebruik het apparaat alleen in de normale positie zoals in de
productdocumentatie wordt uitgelegd. Raak de antenne niet onnodig aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd.
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen
incompatibele producten aan.
WATERBESTENDIGHEID
De telefoon is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
MAAK BACK-UPS
Maak een back-up of een gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens die in de
telefoon zijn opgeslagen.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst de
handleiding van het desbetreffende apparaat te raadplegen voor uitgebreide
veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele producten aan.
ALARMNUMMER KIEZEN
Controleer of de telefoon ingeschakeld en operationeel is. Druk zo vaak als nodig
is op de eindtoets om het scherm leeg te maken en terug te keren naar het
startscherm. Houd de middelste selectietoets ingedrukt, toets het alarmnummer
in en druk op de gesprekstoets. Geef op waar u zich bevindt. Beëindig het
gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen.
Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt beschreven, is goedgekeurd
voor gebruik in het EGSM 900-, GSM 1800- en GSM 1900-netwerk. Neem contact
op met uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat, aan alle regelgeving en
eerbiedig de privacy en legitieme rechten van anderen.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit apparaat wilt gebruiken
dan de alarmklok, moet het apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het
apparaat niet in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur storingen
of gevaar kan veroorzaken.
■ Gedeeld geheugen
De volgende functies in dit apparaat maken mogelijk gebruik van gedeeld geheugen:
contacten, berichten, spraakopdrachten, SMS-distributielijsten en agenda- en
takenlijstnotities. Door het gebruik van een of meer van deze functies is er mogelijk minder
geheugen beschikbaar voor de overige functies die geheugen delen. Als u bijvoorbeeld veel
multimediaberichten opslaat, kan het gebeuren dat al het beschikbare geheugen wordt
gebruikt. Het is mogelijk dat op uw apparaat een bericht wordt weergeven dat het geheugen
vol is, wanneer u een functie probeert te gebruiken die gedeeld geheugen gebruikt.
Verwijder in dit geval voordat u doorgaat een gedeelte van de informatie of registraties die
in het gedeelde geheugen zijn opgeslagen. Aan sommige functies, zoals tekstberichten, is
mogelijk afzonderlijk een bepaalde hoeveelheid geheugen toegewezen naast het geheugen
dat met andere functies wordt gedeeld.
Voor de bestanden in de Galerij is een ander geheugen beschikbaar. Zie Galerij op
pagina 73 voor meer informatie.
■ Toegangscodes
• Beveiligingscode (5 tot 10 cijfers): de beveiligingscode beveiligt de telefoon
tegen onbevoegd gebruik. Deze code wordt bij de telefoon geleverd. De
standaardcode is 12345. Zie Beveiligingsinstellingen op pagina 71 voor
informatie over het wijzigen van de code en het instellen van de telefoon om
de code te vragen.
• PIN-code (4 tot 8 cijfers): de PIN-code (Personal Identification Number)
beveiligt de SIM-kaart tegen onbevoegd gebruik. Deze code wordt mogelijk bij
de SIM-kaart geleverd. Als u de functie PIN-code vragen in het menu
Beveiligingsinstellingen activeert, wordt naar de code gevraagd telkens als de
telefoon wordt ingeschakeld.
• PIN2-code (4 tot 8 cijfers): voor bepaalde functies hebt u de PIN2-code nodig
die bij sommige SIM-kaarten wordt geleverd.
• De PUK-code en PUK2-code (8 cijfers): de PUK-code (Personal Unblocking
Key) is nodig om een geblokkeerde PIN-code te wijzigen. De PUK2-code is
nodig om een geblokkeerde PIN2-code te wijzigen.
• Blokkeerwachtwoord (4 cijfers): deze code hebt u nodig wanneer u de functie
Oproepen blokkeren in het menu Beveiligingsinstellingen gebruikt.
• Module-PIN en ondertekenings-PIN: de module-PIN is nodig voor toegang
tot de informatie in de beveiligingsmodule. Zie Beveiligingsmodule op
pagina 96.
De ondertekenings-PIN is nodig voor de digitale handtekening. Zie
Beveiligingsmodule op pagina 96.
■ Netwerkdiensten
Als u de telefoon wilt gebruiken voor netwerkdiensten, moet u zich hierop
abonneren via een serviceprovider. Veel van de functies van dit apparaat zijn
afhankelijk van de functies die beschikbaar zijn in het draadloze netwerk. Deze
netwerkdiensten zijn mogelijk niet in alle netwerken beschikbaar. Het kan ook zijn
dat u specifieke regelingen moet treffen met uw serviceprovider voordat u de
netwerkdiensten kunt gebruiken. Mogelijk krijgt u van uw serviceprovider extra
instructies voor het gebruik van de diensten en informatie over de bijbehorende
kosten. Bij sommige netwerken gelden beperkingen die het gebruik van
netwerkdiensten negatief kunnen beïnvloeden. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat
sommige netwerken geen ondersteuning bieden voor bepaalde taalafhankelijke
tekens en/of diensten.
■ Dienst voor configuratie-instellingen
Voor sommige netwerkdiensten, zoals mobiele internetdiensten, MMS en de
sychronisatiefunctie, moeten de juiste configuratie-instellingen op de telefoon
worden ingesteld. U kunt deze instellingen rechtstreeks ontvangen in een
configuratiebericht, zodat u de instellingen alleen nog maar in de telefoon hoeft
op te slaan. Mogelijk ontvangt u van de serviceprovider een PIN-code die u nodig
hebt om de instellingen op te slaan. Neem contact op met uw netwerkoperator,
serviceprovider of de dichtstbijzijnde bevoegde Nokia-leverancier voor meer
informatie over de beschikbaarheid van instellingen. U kunt ook naar de
ondersteuningspagina van de Nokia-website gaan: www.nokia.com/support.
Na ontvangst van een configuratiebericht wordt Configuratie-instellingen ontv.
weergegeven. Selecteer Tonen om de ontvangen instellingen weer te geven.
Selecteer Opslaan om de ontvangen instellingen op te slaan. Als de melding PIN vr
inst. invoeren: verschijnt, toetst u de PIN-code voor de instellingen in en selecteert
u OK. U kunt deze instellingen desgewenst opslaan als de standaardinstellingen.
Informeer bij de serviceprovider naar de beschikbaarheid van de PIN-code.
Selecteer Wegd. om de ontvangen instellingen te negeren.
Zie Configuratie-instellingen op pagina 69 voor meer informatie over het
weergeven en bewerken van de instellingen.
■ Content en toepassingen downloaden
U kunt mogelijk nieuwe content (bijvoorbeeld thema's, tonen en videoclips) naar
de telefoon downloaden (netwerkdienst). Selecteer de downloadfunctie,
bijvoorbeeld in het menu Galerij. Zie de beschrijving van het betreffende menu
voor informatie over het gebruik van de downloadfunctie. Informeer bij de
serviceprovider naar de beschikbaarheid en tarieven van de verschillende
diensten.
Belangrijk: Installeer en gebruik alleen toepassingen en andere software van
bronnen die adequate beveiliging en bescherming bieden tegen schadelijke
software.
■ Nokia-ondersteuning en contactinformatie
Kijk op www.nokia.com/support of uw lokale website van Nokia voor de nieuwste
versie van deze handleiding, aanvullende informatie, downloads en diensten voor
uw Nokia-product.
Op de website kunt u informatie over het gebruik van Nokia-producten en –
diensten vinden. Als u contact wilt opnemen met de klantenservice, raadpleegt u
de lijst met lokale Nokia Care-contactcentra op www.nokia.com/customerservice.
Raadpleeg de lijst met plaatselijke servicecentra van Nokia op www.nokia.com/
repair als u contact wilt opnemen met een onderhoudsdienst.
Houd alle SIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen. Raadpleeg de leverancier van uw
SIM-kaart voor informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider,
netwerkoperator of een andere leverancier zijn.
U kunt de SIM-kaartsleuf openen door de SIMvergrendeling naar links te schuiven (1) en te
openen (2).
Plaats de SIM-kaart met de goudkleurige
contactpunten naar beneden en de rand met de
afgeronde hoek naar binnen gericht.
Druk op de SIM-vergrendeling totdat u een klik
hoort.
Schuif de SIM-vergrendeling naar rechts om deze
te vergrendelen.
U kunt de SIM-kaart ontgrendelen door de SIMvergrendeling naar links te schuiven. Druk de
SIM-vergrendeling naar binnen totdat u een klik
hoort en de SIM-kaart wordt vrijgegeven.
■ De batterij opladen
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders en toebehoren die door Nokia
zijn goedgekeurd voor gebruik met dit model. Het gebruik van alle andere types
kan de goedkeuring of garantie doen vervallen en kan gevaarlijk zijn.
Dit apparaat is uitgerust met een interne oplaadbare batterij die niet verwijderd
kan worden. Probeer de batterij niet uit het apparaat te verwijderen, want
hierdoor kunt u het apparaat beschadigen. Nokia adviseert u om het apparaat
naar het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt te brengen als u de batterij wilt
vervangen.
Controleer het modelnummer van uw lader voordat u deze bij dit apparaat gebruikt. Dit
apparaat is bedoeld voor gebruik met de volgende voedingsbronnen: AC-1, ACP-7, ACP-12
of LCH-12.
1. Sluit de lader aan op een gewone
wandcontactdoos. Als de telefoon is
ingeschakeld, wordt de tekst Batterij laadt op
kort weergegeven. Als de batterij volledig
ontladen is, kan het enkele minuten duren
voordat de batterij-indicator op het scherm
wordt weergegeven en u weer met het apparaat
kunt bellen.
2. Steek de stekker van de lader in de aansluiting op de onderkant van de
telefoon.
De laadtijd is afhankelijk van de gebruikte lader. Het opladen van een batterij met
de lader AC-1 duurt bijvoorbeeld ongeveer anderhalf uur wanneer de telefoon
zich in de standby-modus bevindt.
■ De telefoon in- en uitschakelen
Waarschuwing: Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons
verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
Houd de eindtoets ingedrukt om de telefoon in of uit te
schakelen.
Als de PIN-code of de beveiligingscode wordt gevraagd,
selecteert u het gewenste cijfer in de tekenbalk. Herhaal
deze procedure voor elk cijfer van de code. Als u een
onjuist teken intoetst, kunt u Wissen selecteren om het
teken te verwijderen. Selecteer Opties > Akkoord om de juiste code te bevestigen.
Zie ook PIN-code vragen in Beveiligingsinstellingen op pagina 71 en
Toegangscodes op pagina 18.
■ Normaal gebruik
Uw apparaat heeft een interne antenne. Gebruik het apparaat alleen
in de normale positie.
Opmerking: Zoals voor alle andere radiozendapparatuur
geldt, dient onnodig contact met de antenne te worden vermeden als het apparaat
is ingeschakeld. Het aanraken van de antenne kan een nadelige invloed hebben op
de gesprekskwaliteit en kan ervoor zorgen dat het apparaat meer stroom verbruikt
dan noodzakelijk is. U kunt de prestaties van de antenne en de levensduur van de
batterij optimaliseren door het antennegebied niet aan te raken wanneer u het
apparaat gebruikt.
De functie van deze toetsen is afhankelijk van de tekst die naast de toetsen
wordt weergegeven. Zie Standby-modus op pagina 29.
TM
•Navi
• Met de eindtoets (5) beëindigt u een actief gesprek en kunt u elke functie
-draaitoets (4)
De draaitoets wordt gebruikt om door de tekenbalk te bladeren tijdens het
invoeren van tekst en cijfers, om door verschillende lijsten te bladeren en om
door berichten te bladeren. Zie Draaitoets op pagina 29.
afsluiten. Houd de eindtoets ingedrukt om de telefoon in of uit te schakelen.
• Met de gesprekstoets (6) kunt u een telefoonnummer kiezen en een oproep
beantwoorden. Vanuit de standby-modus kunt u met deze toets de
laatstgekozen nummers weergeven.
• Knipperende voedingsindicator (7)
• Cameralens (8)
• Cameraflitser (9)
• Microfoon (10)
• Aansluiting voor toebehoren (11), bijvoorbeeld om een hoofdtelefoon aan te
sluiten
U kunt de draaitoets gebruiken voor het invoeren van tekens,
om door verschillende lijsten te bladeren en om door berichten
te bladeren.
U gebruikt de draaitoets door deze naar rechts of naar links te
draaien.
De middelste selectietoets bevindt zich midden op de draaitoets.
De draaiknop gebruiken:
Houd de middelste selectietoets ingedrukt om een telefoonnummer in te voeren.
Draai de draaitoets om een cijfer te selecteren in de tekenbalk die onderaan in het
display wordt weergegeven en selecteer Select.. Herhaal deze procedure voor elk
cijfer van het telefoonnummer.
Als u het nummer wilt kiezen, drukt u op de gesprekstoets, of selecteert u Opties >
Bellen.
U kunt een naam bij het telefoonnummer opslaan door Opties > Opslaan te
selecteren. Selecteer de letters van de naam vervolgens één voor één in de
tekenbalk en selecteer Opties > Akkoord.
■ Standby-modus
Wanneer de telefoon gereed is voor gebruik en geen tekens zijn ingevoerd, bevindt
de telefoon zich in de standby-modus.
U kunt de telefoon instellen om een achtergrondafbeelding en screensaver weer te
geven als het hoofdmenu actief is. Zie Weergave-instellingen op pagina 59.
Energiebesparing
De verlichting van het display en de toetsen wordt na bepaalde tijd uitgeschakeld
om energie te besparen. De knipperende voedingsindicator geeft aan dat de
telefoon is ingeschakeld. De displayverlichting wordt ingeschakeld zodra een toets
wordt ingedrukt.
Door de knipperende voedingsindicator uit te schakelen (Lichteffecten), kan extra
energie bespaard worden. Zie Profielen op pagina 58.