Nokia 6555 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding voor de Nokia 6555
9204365
Uitgave 2 NL
CONFORMITEITSVERKLARING
0434
©2007 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Nokia, Nokia Connecting People, Navi en Nokia Original Enhancements zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn.
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is verboden.
US Patent No 5818437 and other pending patents. T9 text input software Copyright © 1997-2007. Tegic Communications, Inc. All rights reserved.
Includes RSA BSAFE cryptographic or security protocol software from RSA Security.
Java is a trademark of Sun Microsystems, Inc.
This product is licensed under the MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) for personal and noncommercial use in connection with information which has been encoded in compliance with the MPEG-4 Visual Standard by a consumer engaged in a personal and noncommercial activity and (ii) for use in connection with MPEG-4 video provided by a licensed video provider. No license is granted or shall be implied for any other use. Additional information including that relating to promotional, internal and commercial uses may be obtained from MPEG LA, LLC. See http://www.mpegla.com.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) voor privé- en niet­commercieel gebruik in verband met informatie die is geëncodeerd volgens de visuele norm MPEG-4 door een consument in het kader van een privé- en niet-commerciële activiteit en (ii) voor gebruik in verband met MPEG-4-videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch impliciet een licentie verstrekt. Aanvullende informatie, waaronder informatie over het gebruik voor promotionele doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is verkrijgbaar bij MPEG LA, LLC. Zie http://www.mpegla.com.
Nokia voert een beleid dat gericht is op voortdurende ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
VOOR ZOVER MAXIMAAL TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELJKE RECHT, ZAL NOKIA OF EEN VAN HAAR LICENTIEHOUDERS ONDER GEEN OMSTANDIGHEID AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR ENIG VERLIES VAN GEGEVENS OF INKOMSTEN OF VOOR ENIGE BIJZONDERE, INCIDENTELE OF INDIRECTE SCHADE OF GEVOLGSCHADE VAN WELKE OORZAAK DAN OOK.
DE INHOUD VAN DIT DOCUMENT WORDT ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE VERSTREKT. TENZIJ VEREIST KRACHTENS HET TOEPASSELIJKE RECHT, WORDT GEEN ENKELE GARANTIE GEGEVEN
Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat dit product RM-271 voldoet aan de essentiële vereisten en overige relevante bepalingen van Richtlijn 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
BETREFFENDE DE NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID OF INHOUD VAN DIT DOCUMENT, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DAARONDER MEDE BEGREPEN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID EN DE GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. NOKIA BEHOUDT ZICH TE ALLEN TIJDE HET RECHT VOOR ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING DIT DOCUMENT TE WIJZIGEN OF TE HERROEPEN.
De beschikbaarheid van bepaalde producten, toepassingen en diensten voor deze producten kan per regio verschillen. Neem contact op met uw Nokia leverancier voor details en de beschikbaarheid van taalopties.
Bij langdurig gebruik kan het apparaat warm aanvoelen. In de meeste gevallen is dit normaal. Neem contact op met het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt als u denkt dat het apparaat niet goed werkt.
Dit apparaat voldoet aan richtlijn 2002/95/EG, onder restrictie van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in de elektrische en elektronische apparatuur.
Exportbepalingen
Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan wet- en regelgeving betreffende export van de V.S. en andere landen. Ontwijking in strijd met de wetgeving is verboden.
Toepassingen van derden die bij uw apparaat geleverd worden, kunnen gemaakt zijn door en in eigendom zijn van personen en entiteiten die geen relatie of verband met Nokia hebben. Nokia beschikt niet over de auteursrechten of de intellectuele eigendomsrechten op deze toepassingen van derden. Als zodanig draagt Nokia geen verantwoordelijkheid voor de ondersteuning voor eindgebruikers of de functionaliteit van deze toepassingen of de informatie in deze toepassingen of het materiaal. Nokia biedt geen garantie voor deze toepassingen van derden.
MET HET GEBRUIK VAN DE TOEPASSINGEN ACCEPTEERT U DAT DE TOEPASSINGEN WORDEN GELEVERD ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DIT VOOR ZOVER MAXIMAAL IS TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELIJKE RECHT. U ACCEPTEERT TEVENS DAT NOCH NOKIA NOCH GELIEERDE PARTIJEN VERKLARINGEN DOEN OF GARANTIES VERSTREKKEN, UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET, MET INBEGRIP VAN (MAAR NIET BEPERKT TOT) GARANTIES BETREFFENDE TITEL, VERKOOPBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL OF DAT DE TOEPASSINGEN GEEN INBREUK MAKEN OP OCTROOIEN, AUTEURSRECHTEN, HANDELSMERKEN OF ANDERE RECHTEN VAN DERDEN.
MEDEDELING FCC/INDUSTRIE CANADA
Dit apparaat kan TV- of radiostoringen veroorzaken (bijvoorbeeld als u in de nabijheid van de ontvangapparatuur een telefoon gebruikt). De Federal Communications Commision (FCC) of Industrie Canada kunnen u vragen niet langer uw telefoon te gebruiken als deze storingen niet verholpen kunnen worden. Neem contact op met uw lokale servicedienst als u hulp nodig hebt. Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regels. De werking is afhankelijk van de volgende twee voorwaarden: (1) Dit apparaat veroorzaakt geen schadelijke storingen, en (2) dit apparaat moet storingen van buitenaf die een ongewenste werking tot gevolg hebben accepteren. Veranderingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk door Nokia zijn goedgekeurd, kunnen het recht van de gebruiker om met deze apparatuur te werken tenietdoen.
9204365/Uitgave 2 NL

Inhoudsopgave

Voor uw veiligheid........................... 6
Algemene informatie ....................... 7
Over dit apparaat.............................................. 7
Netwerkdiensten............................................... 8
Toebehoren ......................................................... 8
Toegangscodes................................................... 9
Dienst voor configuratie-instellingen...... 10
Software-updates.......................................... 10
Content downloaden .................................... 11
Nokia-ondersteuning.................................... 11
Beheer van digitale rechten ....................... 12
1. Aan de slag................................. 12
SIM-kaart en batterij installeren .............. 12
Een microSD-kaart plaatsen....................... 15
De batterij opladen ....................................... 17
De telefoon openen en sluiten................... 18
De telefoon in- en uitschakelen ................ 18
Een hoofdtelefoon aansluiten.................... 19
Antenne............................................................ 19
De telefoon op de pc aansluiten ............... 20
2. De telefoon ................................. 21
Toetsen en onderdelen ................................. 21
Standby-modus.............................................. 22
Vluchtmodus ................................................... 24
Toetsen blokkeren.......................................... 25
Functies zonder een SIM-kaart ................. 26
3. Algemene functies ..................... 26
Bellen ................................................................ 26
Een oproep beantwoorden of
weigeren........................................................... 27
Opties tijdens een gesprek .......................... 28
4. Tekst invoeren ............................ 29
Tekstinvoer met woordenboek ................... 29
Normale tekstinvoer ..................................... 30
5. Navigeren door de menu's......... 31
4
6. Berichten .................................... 32
Tekstberichten................................................. 32
Multimediaberichten..................................... 33
Flitsberichten................................................... 35
Nokia Xpress-audioberichten ..................... 35
Geheugen vol................................................... 36
Mappen ............................................................. 36
E-mailtoepassing............................................ 37
Chatberichten.................................................. 40
Voicemails ........................................................ 44
Informatieberichten....................................... 44
Dienstopdrachten........................................... 44
Berichten verwijderen................................... 45
SIM-berichten ................................................. 45
Berichtinstellingen......................................... 45
7. Contacten ................................... 48
Zoeken naar een contact ............................. 48
Namen en telefoonnummers opslaan ...... 48
Gegevens opslaan........................................... 49
Contacten kopiëren of verplaatsen........... 49
Contactgegevens bewerken ........................ 49
Alles synchroniseren...................................... 50
Contacten verwijderen ................................. 50
Visitekaartjes ................................................... 50
Instellingen ...................................................... 51
Groepen............................................................. 51
Snelkeuze.......................................................... 51
Informatienummers, dienstnummers
en eigen nummers ......................................... 52
8. Logboek ...................................... 52
9. Instellingen................................. 53
Profielen............................................................ 53
Thema's ............................................................. 53
Tonen ................................................................. 54
Hoofdscherm ................................................... 54
Minidisplay....................................................... 55
Datum en tijd .................................................. 55
Snelkoppelingen ............................................. 55
Connectiviteit.................................................. 57
Oproepen .......................................................... 62
Telefoon............................................................ 63
Toebehoren ...................................................... 64
Configuratie .................................................... 64
Beveiliging ....................................................... 65
Fabrieksinstellingen terugzetten............... 66
10.Galerij ........................................ 67
Afbeeldingen afdrukken............................... 67
11.PTT (Push to Talk)..................... 68
PTT-kanalen..................................................... 68
PTT in- en uitschakelen................................ 69
Een PTT-oproep plaatsen en
ontvangen........................................................ 70
Terugbelverzoeken......................................... 72
Een één-op-één-contact toevoegen ........ 73
PTT-instellingen.............................................. 73
Configuratie-instellingen ............................ 74
Web.................................................................... 74
12.Media......................................... 74
Camera.............................................................. 75
Video.................................................................. 76
Muziekspeler ................................................... 77
Recorder ........................................................... 79
Equalizer........................................................... 79
Stereoverbreding............................................ 80
13.Organiser................................... 80
Wekker.............................................................. 80
Agenda.............................................................. 81
Takenlijst .......................................................... 82
Notities ............................................................. 82
Rekenmachine ................................................ 82
Timer.................................................................. 83
Stopwatch........................................................ 83
14.Toepassingen ............................ 84
Een spelletje starten...................................... 84
Een toepassing starten ................................. 84
Enkele toepassingsopties ............................. 84
Een toepassing downloaden ....................... 85
Presenter........................................................... 85
15.SIM-diensten ........................... 87
16.Web ........................................... 87
Browsen instellen........................................... 88
Verbinding maken met een dienst ............ 88
Bladeren door pagina's................................. 89
Bookmarks........................................................ 89
Weergave-instellingen.................................. 90
Beveiligingsinstellingen................................ 90
Download-instellingen ................................. 91
Dienstinbox ...................................................... 91
Cachegeheugen .............................................. 92
Browserbeveiliging......................................... 92
17.Pc-verbinding ........................... 94
Nokia PC Suite ................................................ 94
Packet-gegevens, HSCSD en CSD.............. 95
Bluetooth.......................................................... 95
Toepassingen voor datacommunicatie..... 95
18.Informatie over de batterij...... 96
De batterij opladen en ontladen................ 96
Controle van de echtheid van Nokia-
batterijen.......................................................... 97
Verzorging en onderhoud.............. 98
Aanvullende veiligheids-
informatie .................................... 100
Index............................................. 104
5

Voor uw veiligheid

Voor uw veiligheid
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS
Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING
Alle draadloze telefoons kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking van de telefoon negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN ZIEKENHUIZEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Schakel de telefoon uit in de nabijheid van medische apparatuur.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN VLIEGTUIGEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Draadloze apparatuur kan storingen veroorzaken in vliegtuigen.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT TIJDENS HET TANKEN
Gebruik het apparaat niet in een benzinestation. Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van brandstof of chemicaliën.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT VAN EXPLOSIEVEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Gebruik het apparaat niet waar explosieven worden gebruikt.
GEBRUIK HET APPARAAT VERSTANDIG
Gebruik het apparaat alleen in de posities die in de productdocumentatie worden uitgelegd. Raak de antennegebieden niet onnodig aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd.
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele producten aan.
6

Algemene informatie

WATERBESTENDIGHEID
Het apparaat is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
MAAK BACK-UPS
Maak een back-up of een gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens die in de telefoon zijn opgeslagen.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst de handleiding van het desbetreffende apparaat te raadplegen voor uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele producten aan.
ALARMNUMMER KIEZEN
Controleer of de telefoonfunctie van het apparaat ingeschakeld en operationeel is. Druk zo vaak als nodig is op de end-toets om het scherm leeg te maken en terug te keren naar de stand-by modus. Voer het alarmnummer in en druk op de beltoets. Geef op waar u zich bevindt. Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen.
Algemene informatie

Over dit apparaat

Het draadloze apparaat zoals beschreven in deze handleiding is goedgekeurd voor gebruik op het WCDMA 850- en 2100-netwerk, het EGSM 850- en 900-netwerk en het GSM 1800- en 1900-netwerk. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat aan alle regelgeving en eerbiedig lokale gebruiken, privacy en legitieme rechten van anderen, waaronder auteursrechten.
Auteursrechtbeschermingsmaatregelen kunnen verhinderen dat bepaalde afbeeldingen, muziek (inclusief beltonen) en andere inhoud worden gekopieerd, gewijzigd, overgedragen of doorgestuurd.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het apparaat zijn
7
Algemene informatie
ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur storingen of gevaar kan veroorzaken.

Netwerkdiensten

Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn aangemeld bij een aanbieder van een draadloze verbindingsdienst. Veel van de functies vereisen speciale netwerkfuncties. Deze functies zijn niet op alle netwerken beschikbaar. Er zijn ook netwerken waar u specifieke regelingen met uw serviceprovider moet treffen voordat u gebuik kunt maken van de netwerkdiensten. Uw serviceprovider kan u instructies geven en uitleggen hoeveel het kost. Bij sommige netwerken gelden beperkingen die het gebruik van netwerkdiensten negatief kunnen beïnvloeden. Zo bieden sommige netwerken geen ondersteuning voor bepaalde taalafhankelijke tekens en diensten.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het menu van uw apparaat weergegeven. Uw apparaat kan ook beschikken over een speciale configuratie, zoals veranderingen in menunamen, menuvolgorde en pictogrammen. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die werken met TCP/IP-protocollen. Voor de technologie van sommige functies van deze telefoon, zoals MMS (Multimedia Messaging), browsen, e-mailen, chatten, snel beschikbare contacten, synchroniseren op afstand en het downloaden van content via een browser of MMS, is netwerkondersteuning nodig.

Toebehoren

Een aantal praktische regels voor accessoires en toebehoren
• Houd alle accessoires en toebehoren buiten het bereik van kleine kinderen.
• Als u de elektriciteitskabel van een accessoire of toebehoren losmaakt, neem deze dan bij de stekker en trek aan de stekker, niet aan het snoer.
8
Algemene informatie
• Controleer regelmatig of eventuele toebehoren die in een auto zijn geïnstalleerd nog steeds goed bevestigd zitten en naar behoren werken.
• De montage van ingewikkelde autotoebehoren moet alleen door bevoegd personeel worden uitgevoerd.
Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van goedgekeurde toebehoren. Trek altijd aan de stekker en niet aan het snoer als u toebehoren losmaakt.

Toegangscodes

Beveiligingscode
De beveiligingscode (5 tot 10 cijfers) beveiligt de telefoon tegen onbevoegd gebruik. Zie Beveiliging op pagina 65 voor meer informatie over beveiligingscodes.
PIN-codes
De PIN-code (Persoonlijk IdentificatieNummer) en de UPIN-code (Universeel Persoonlijk IdentificatieNummer) van 4 tot 8 cijfers beveiligen de SIM-kaart tegen onbevoegd gebruik. Zie Beveiliging op pagina 65.
Voor bepaalde functies hebt u de PIN2-code van 4 tot 8 cijfers nodig die bij sommige SIM-kaarten wordt geleverd.
De module-PIN is vereist voor toegang tot informatie in de beveiligingsmodule. Zie Beveiligingsmodule op pagina 92.
De ondertekenings-PIN is nodig voor de digitale handtekening. Zie Digitale handtekening op pagina 94.
PUK-codes
De PUK-code (Personal Unblocking Key) en de UPUK-code (Universal Personal Unblocking Key) van 8 cijfers zijn nodig om respectievelijk een geblokkeerde PIN-code of UPIN-code te wijzigen. De PUK2-code, die uit 8 cijfers bestaat, is nodig om een geblokkeerde PIN2-code te wijzigen. Als de codes niet bij de SIM-kaart zijn geleverd, neemt u contact op met uw serviceprovider om de codes op te vragen.
9
Algemene informatie
Blokkeerwachtwoord
Het blokkeerwachtwoord (4 cijfers) is nodig wanneer u Oproepen blokkeren gebruikt. Zie Beveiliging op pagina 65.

Dienst voor configuratie-instellingen

Voor sommige netwerkdiensten, zoals mobiele internetdiensten, MMS, Nokia Xpress-audioberichten en synchronisatie met een externe internetserver, moeten de juiste configuratie-instellingen op de telefoon worden ingesteld. Neem contact op met uw netwerkoperator, serviceprovider, dichtstbijzijnde bevoegde Nokia-leverancier of bezoek het supportgedeelte op de website van Nokia op www.nokia.com/ support voor meer informatie over beschikbaarheid.
Als u de verbindingsinstellingen in een configuratiebericht hebt ontvangen en de instellingen niet automatisch worden opgeslagen en geactiveerd, wordt Configuratie-instellingen ontvangen weergegeven.
Als u de instellingen wilt opslaan, selecteert u Tonen > Opslaan. Als dit wordt gevraagd, toetst u de PIN-code in die door uw serviceprovider werd meegeleverd.
Als u de ontvangen instellingen wilt wegdoen, selecteert u Uit of Tonen > Wegd..

Software-updates

Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten die u vertrouwt en die een
adequate beveiliging en bescherming tegen schadelijke software bieden.
Nokia kan software-updates uitbrengen waarmee nieuwe voorzieningen, functie-uitbreidingen of betere prestaties worden geboden. Mogelijk kunt u deze updates aanvragen via de pc-toepassing Nokia Software Updater. Als u de software van het apparaat wilt updaten, hebt u daarvoor de toepassing Nokia Software Updater nodig en een compatibele pc met besturingssysteem Microsoft Windows 2000 of XP, breedband internettoegang en een compatibele gegevenskabel om het apparaat aan te sluiten op de pc.
Ga voor meer informatie over de toepassing Nokia Software Updater en om deze te downloaden naar www.nokia.com/softwareupdate of uw lokale Nokia­website.
10
Algemene informatie
Bij het downloaden van software-updates kunnen grote hoeveelheden gegevens worden overgebracht via het netwerk van uw serviceprovider. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht.
Zorg dat de accu van het apparaat voldoende is opgeladen of sluit de lader aan voordat u met de update begint.
Mogelijk kan uw serviceprovider telefoonsoftware-updates via de ether rechtstreeks naar uw telefoon zenden. Of deze optie beschikbaar is, is afhankelijk van uw telefoon.
Waarschuwing: Tijdens het installeren van een software­update kunt u het apparaat niet gebruiken, zelfs niet om een alarmnummer te bellen, totdat de installatie voltooid is en het apparaat opnieuw is ingeschakeld. Zorg ervoor dat u een back­up maakt van de gegevens voordat u de installatie van een update aanvaardt.

Content downloaden

U kunt mogelijk nieuwe content (bijvoorbeeld thema's) naar de telefoon downloaden (netwerkdienst).
Informeer bij de serviceprovider naar de beschikbaarheid en tarieven van de verschillende diensten.
Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten die u vertrouwt en die een adequate beveiliging en bescherming tegen schadelijke software bieden.

Nokia-ondersteuning

Kijk op www.nokia.com/support of uw lokale website van Nokia voor de nieuwste versie van deze handleiding, aanvullende informatie, downloads en diensten voor uw Nokia-product.
Op de website vindt u informatie over het gebruik van Nokia-producten en -diensten. Als u contact wilt opnemen met de klantenservice, kunt u de lijst met plaatselijke Nokia Care-contactcentra raadplegen op www.nokia.com/customerservice.
Als de telefoon onderhoud nodig heeft, kunt u op www.nokia.com/repair de dichtstbijzijnde Nokia-servicevestiging zoeken.
11
Aan de slag

Beheer van digitale rechten

Content-eigenaren kunnen gebruikmaken van verschillende soorten technologieën voor het beheer van digitale rechten (DRM) om hun intellectuele eigendom, waaronder auteursrechten, te beschermen. Dit apparaat maakt gebruik van verschillende typen DRM-software om toegang te krijgen tot DRM-beveiligde inhoud. Met dit apparaat krijgt u mogelijk toegang tot inhoud die beschermd is met WMDRM 10. Als de inhoud niet kan worden beschermd met bepaalde DRM-software, kunnen de eigenaren van de inhoud vragen of de mogelijkheid om met die DRM-software toegang te krijgen tot nieuwe DRM-beveiligde inhoud, wordt ingetrokken. Deze intrekking kan het vernieuwen van dergelijke DRM-beveiligde inhoud die al in uw apparaat is opgeslagen verhinderen. Het intrekken van dergelijke DRM-software heeft geen invloed op het gebruik van inhoud die is beveiligd met andere typen DRM of het gebruik van niet door DRM beveiligde inhoud.
Bij inhoud die is beveiligd met een beheersysteem voor digitale rechten (DRM) wordt een bijbehorende activeringssleutel geleverd die uw rechten om gebruik te maken van de inhoud definieert. Als uw apparaat WMDRM-beveiligde inhoud bevat, zullen zowel de activeringssleutels als de inhoud verloren gaan als het apparaatgeheugen wordt geformatteerd. Het is ook mogelijk dat de activeringssleutels en de inhoud verloren gaan als de bestanden op uw apparaat beschadigd zijn geraakt. Het verlies van de activeringssleutels of de inhoud kan uw mogelijkheden beperken om dezelfde inhoud op uw apparaat weer te gebruiken. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.

1. Aan de slag

SIM-kaart en batterij installeren

Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert.
Houd alle SIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen.
12
Aan de slag
Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart over beschikbaarheid en voor informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider of een andere leverancier zijn.
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met een BL-5C-batterij. Gebruik altijd originele Nokia-batterijen. Zie Controle van de echtheid van Nokia-batterijen op pagina 97.
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders en toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit model. Het gebruik van alle andere typen kan de goedkeuring of garantie doen vervallen en kan gevaarlijk zijn.
De SIM-kaart en de contactpunten van de kaart kunnen gemakkelijk door krassen of buigen worden beschadigd. Wees daarom voorzichtig wanneer u de kaart vastpakt, plaatst of verwijdert.
Als u de achtercover van de telefoon wilt verwijderen, drukt u lichtjes (1) en schuift u de cover (2).
Verwijder de batterij zoals wordt aangegeven.
13
Aan de slag
Als u de SIM-kaarthouder wilt openen, drukt u lichtjes (1) en tilt u de houder (2) op.
Plaats de SIM-kaart op de juiste wijze in de houder.
Sluit de SIM-kaarthouder.
Plaats de batterij terug.
14
Aan de slag
Plaats de achtercover terug (1).
Schuif de achtercover weer op de telefoon (2).

Een microSD-kaart plaatsen

Houd alle microSD-geheugenkaarten buiten het bereik van kleine kinderen.
U kunt een microSD-kaart laden met beltonen, thema's, muziek, beelden en video's. Als u deze kaart wist, vervangt of opnieuw laadt, werken deze functies mogelijk niet meer naar behoren.
Gebruik alleen microSD-kaarten die door Nokia voor gebruik met dit apparaat zijn goedgekeurd. Nokia maakt gebruik van goedgekeurde industriële normen voor geheugenkaarten, maar sommige merken zijn mogelijk niet helemaal compatibel met dit apparaat zijn. Incompatibele kaarten kunnen de kaart en het apparaat beschadigen en gegevens die op de kaart staan aantasten.
15
Aan de slag
1. Verwijder de achtercover en de batterij van de telefoon. Schuif de microSD­geheugenkaart­houder naar beneden (1) en klap de kaarthouder omhoog (2).
2. Plaats de kaart in de geheugenkaart­houder met de goudkleurige contactpunten omlaag gericht (3).
3. Sluit de kaarthouder (4 en 5), plaats de batterij terug en schuif de achtercover op zijn plaats.
Geheugenkaart
Houd geheugenkaarten buiten het bereik van kleine kinderen.
Sommige mappen van de Galerij met content die de telefoon gebruikt, bijvoorbeeld Thema's, kunnen worden opgeslagen op een geheugenkaart.
Zie Een microSD-kaart plaatsen op pagina 15 voor meer informatie over het plaatsen en verwijderen van de microSD-geheugenkaart.
De geheugenkaart formatteren
Wanneer een geheugenkaart wordt geformatteerd, gaan alle gegevens op de kaart permanent verloren. Sommige geheugenkaarten worden vooraf geformatteerd geleverd en andere moet u zelf formatteren. Neem contact op met de verkoper om te achterhalen of u de geheugenkaart moet formatteren voordat u deze kunt gebruiken.
16
Aan de slag
Als u een geheugenkaart wilt formatteren, selecteert u Menu > Galerij of Toepassingen, de map van de geheugenkaart , Opties > Kaart formatteren > Ja. Voor een niet-geformatteerde geheugenkaart wordt mogelijk NO NAME weergegeven in plaats van de Memory card. Als het formatteren is voltooid, voert u een naam in voor de geheugenkaart.
De geheugenkaart vergrendelen
Als u een wachtwoord wilt instellen voor het vergrendelen van uw geheugenkaart om onbevoegd gebruik tegen te gaan, selecteert u
Menu >Galerij of Toepassingen > de geheugenkaartmap , Opties > Wachtw. instellen. Het wachtwoord mag maximaal acht tekens lang
zijn.
Het wachtwoord wordt op uw telefoon opgeslagen en u hoeft het niet meer in te voeren zolang u de geheugenkaart op dezelfde telefoon gebruikt. Als u de geheugenkaart op een andere telefoon wilt gebruiken, wordt u om het wachtwoord gevraagd. Als u het wachtwoord wilt verwijderen, selecteert u Opties > Wachtwoord verw..
Geheugengebruik controleren
Als u het geheugengebruik van verschillende gegevensgroepen en het beschikbare geheugen voor het installeren van nieuwe toepassingen of software op uw geheugenkaart wilt controleren, selecteert u Opties > Gegevens.

De batterij opladen

Controleer het modelnummer van uw lader voordat u deze bij dit apparaat gebruikt. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met de lader AC-3, AC-4 of AC-5 als voedingsbron.
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders en toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit model. Het gebruik van alle andere typen kan de goedkeuring of garantie doen vervallen en kan gevaarlijk zijn.
17
Aan de slag
1. Sluit de lader aan op een gewone wandcontactdoos.
2. Sluit de lader aan op uw telefoon. Voor oudere ladermodellen kan een CA-44-adapter worden gebruikt.
Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren voordat de batterij-indicator op het scherm wordt weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen.
De oplaadtijd is afhankelijk van de gebruikte lader. Het opladen van een batterij van het type BL-5C met de AC-4-lader duurt ongeveer 1 uur en 30 minuten wanneer de telefoon zich in de standby-modus bevindt.

De telefoon openen en sluiten

U opent en sluit de telefoon handmatig. Wanneer u de telefoon openklapt, gaat deze ongeveer 165 graden open. Probeer de telefoon niet verder open te klappen.
Afhankelijk van het thema klinkt er een geluid wanneer u de telefoon opent en sluit.

De telefoon in- en uitschakelen

Waarschuwing: Schakel de telefoon niet
in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
Houd de aan/uit-toets ingedrukt om de telefoon in of uit te schakelen. Zie Toetsen en onderdelen op pagina 21.
Als een PIN- of UPIN-code wordt gevraagd, toetst u de code in (weergegeven als ****) en selecteert u OK.
18
Aan de slag
De tijd, tijdzone en datum instellen
Voer de plaatselijke tijd in, selecteer de tijdzone van uw locatie uitgedrukt in tijdsverschil met GMT (Greenwich Mean Time), en voer de datum in. Zie Datum en tijd op pagina 55.
Plug-en-play-dienst
Wanneer u de telefoon voor de eerste keer inschakelt en de telefoon in de standby-modus staat, wordt u gevraagd de configuratie-instellingen op te halen bij uw serviceprovider (netwerkdienst). Bevestig of weiger de aanvraag. Zie Dienst voor configuratie-instellingen op pagina 10.
Een
hoofdtelefoon aansluiten
U kunt een Nokia-headset van 2,5 mm op het apparaat aansluiten. Sluit de hoofdtelefoon aan zoals hierna wordt weergegeven.

Antenne

Het apparaat heeft een interne antenne onder aan het apparaat.
19
Aan de slag
Opmerking: Zoals voor alle radiozendapparatuur
geldt, dient onnodig contact met een antenne te worden vermeden wanneer de antenne in gebruik is. Bijvoorbeeld, vermijdt contact met de antenne gedurende een telefoongesprek. Het aanraken van een zendende of ontvangende antenne kan een nadelige invloed hebben op de kwaliteit van de radiocommunicatie en kan ervoor zorgen dat het apparaat meer stroom verbruikt dan anderszins noodzakelijk en kan de levensduur van de batterij verkorten.

De telefoon op de pc aansluiten

De gegevenskabel CA-101 wordt gebruikt voor gegevensoverdracht en het synchroniseren van uw telefoon en pc.
Zie "Gegevensoverdracht," p. 59 voor meer informatie. U moet Nokia PC Suite 6.83 downloaden voor gebruik met het apparaat. Ga naar www.nokia.com/support voor meer informatie.
1. Steek de stekker van de CA-101 in de micro USB-aansluiting linksonder op de telefoon.
2. Sluit de CA-101 aan op de pc of laptop. De tekst USB-kabel aangesloten. Selecteer modus. wordt weergegeven op het weergavescherm van de telefoon.
3. Selecteer OK en Nokia-modus.
20

2. De telefoon

Toetsen en onderdelen

De telefoon
1) Luistergedeelte 8) Volumetoets
2) Hoofddisplay 9) USB-aansluiting
TM
3) Navi
4) Rechterselectietoets 11) Beltoets
5) Toets Einde en aan/uit-toets 12) Linkerselectietoets
6) Toetsenbord 13) Universele
7) Cameratoets of PTT-toets als PTT is ingeschakeld
-toets 10) Laderaansluiting
hoofdtelefoonaansluiting
14) Minidisplay
21
De telefoon

Standby-modus

Wanneer de telefoon gereed is voor gebruik en geen tekens zijn ingevoerd, bevindt de telefoon zich in de standby-modus.
Minidisplay
1 Netwerkmodusindicator 2 Signaalsterkte van het mobiele netwerk 3 Laadstatus van de batterij 4 Indicatoren 5 Naam van het netwerk of het
operatorlogo
6 Tijd en datum of profiel
Analoge klok
Tot de Minidisplay-instellingen behoort een analoge klok als screensaver. Als u de klok wilt weergeven, selecteert u Menu > Instellingen > Minidisplay > Screensaver > Analoge klok. De standaardtijd waarna de klok wordt weergegeven nadat de telefoon is gesloten, is tien seconden. Als u de klok eerder wilt weergeven, selecteert u Menu > Instellingen > Minidisplay > Screensaver > Timeout en stelt u de tijd in op vijf seconden.
Hoofddisplay
1 Netwerkmodusindicator
2 Signaalsterkte van het mobiele netwerk
3 Laadstatus van de batterij
4 Indicatoren
5 Naam van het netwerk of het operatorlogo
6 Klok
7 Hoofddisplay
22
De telefoon
8 De linkerselectietoets is Favor. of een snelkoppeling naar een andere
functie. Zie Linkerselectietoets op pagina 55.
9 De modus van de middelste selectietoets is Menu.
10 De rechterselectietoets kan de volgende functies hebben: Namen
voor het openen van de lijst met contacten in het menu Contacten, een operator-specifieke naam voor het openen van een operator-specifieke website, of een snelkoppeling naar een functie die u hebt geselecteerd. Zie Rechterselectietoets op pagina 56.
Actief standby
In de actieve standby-modus wordt op het scherm een lijst met geselecteerde telefoonfuncties en informatie weergegeven waartoe u direct toegang hebt. Als u de modus in- of uit wilt schakelen, selecteert u Menu > Instellingen > Hoofddisplay > Actief standby > Actief standby > Aan of Uit.
Blader in de actieve standby-modus omhoog of omlaag om door de lijst te navigeren. De pijltjes naar links en naar rechts aan het begin of einde van een regel geven aan dat er aanvullende informatie beschikbaar is door naar links of naar rechts te schuiven. Selecteer Uit om de actieve stand-by-navigatiemodus te beëindigen.
Als u de modus actief standby wilt indelen en wijzigen, activeert u de navigatiemodus en selecteert u Opties > Weergave aanpassen.
Indicatoren
Er zijn ongelezen berichten.
U heeft nieuwe voicemailberichten ontvangen.
Er zijn berichten die nog niet zijn verzonden, zijn geannuleerd of waarvan de verzending is mislukt.
De telefoon heeft een gemiste oproep geregistreerd.
, De telefoon is verbonden met de dienst voor chatberichten en
de aanwezigheidsstatus is online of offline.
Er zijn één of meer chatberichten.
23
De telefoon
De toetsen zijn geblokkeerd.
De telefoon gaat niet over wanneer een oproep of tekstbericht wordt ontvangen.
De wekker is geactiveerd.
De timer is actief.
De stopwatch is actief.
De telefoon is aangemeld bij het GPRS- of EGPRS-netwerk.
Er is een GPRS- of EGPRS-verbinding tot stand gebracht.
De GPRS- of EGPRS-verbinding is tijdelijk onderbroken (in de wachtstand geplaatst).
Er is een Bluetooth-verbinding actief.
, Er is een PTT-verbinding actief of onderbroken.
Als u over twee telefoonlijnen beschikt, wordt de tweede telefoonlijn geselecteerd.
Alle inkomende oproepen worden doorgeschakeld naar een ander nummer.
De luidspreker is geactiveerd of de muziekstandaard is op de telefoon aangesloten.
Gesprekken zijn beperkt tot een besloten gebruikersgroep.
Het tijdelijke profiel is geselecteerd.
, , of
Er is een hoofdtelefoon, handsfree-eenheid, oortje of muziekstandaard op de telefoon aangesloten.

Vluchtmodus

U kunt alle functies van de radiofrequentie deactiveren en nog steeds toegang hebben tot de offline spelletjes, agenda en telefoonnummers. Gebruik de vluchtmodus in een omgeving die gevoelig is voor
24
De telefoon
radiosignalen—aan boord van een vliegtuig of in een ziekenhuis. Wanneer de vluchtmodus actief is, wordt weergegeven.
Selecteer Menu > Instellingen > Profielen > Vlucht > Activeer of Aanpassen.
Selecteer een ander profiel als u de vluchtmodus wilt deactiveren.
Waarschuwing: In het profiel Offline kunt u geen oproepen doen of ontvangen, ook geen alarmoproepen. Ook overige functies waarvoor netwerkdekking vereist is, kunnen niet worden gebruikt. Als u wilt bellen, moet u de telefoonfunctie eerst activeren door een ander profiel te kiezen. Als u een alarmnummer wilt kiezen terwijl het apparaat vergrendeld is en in het profiel Vlucht staat, kunt u ook het geprogrammeerde alarmnummer in het veld voor de beveiligingscode invoeren en de toets Oproepen selecteren. Op het apparaat wordt een bevestiging weergegeven dat het profiel Vlucht wordt afgesloten en een alarmnummer wordt gekozen.

Toetsen blokkeren

Selecteer Menu of Vrijgev. (1) en druk binnen 1,5 seconde op de toets * (2) om de toetsen te blokkeren of de blokkering op te heffen.
Als de toetsenblokkering is geactiveerd, voert u de beveiligingscode in als hierom wordt gevraagd.
Als u een oproep wilt beantwoorden terwijl de toetsen zijn geblokkeerd, drukt u op de beltoets of opent u de telefoon. Wanneer u de oproep beëindigt of niet aanneemt, worden de toetsen weer automatisch geblokkeerd.
Zie Telefoon op pagina 63 voor meer informatie over Toetsenblokkering.
Wanneer de toetsenvergrendeling is ingeschakeld, kunt u soms wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
25
Algemene functies

Functies zonder een SIM-kaart

U kunt verschillende functies van uw telefoon gebruiken zonder een SIM-kaart te installeren (bijvoorbeeld gegevensoverdracht met een compatibele pc of een ander compatibel apparaat). Als geen SIM-kaart is geïnstalleerd, worden sommige functies grijs weergegeven om aan te geven dat deze niet kunnen worden gebruikt.
Als u een alarmnummer wilt kiezen, kan in sommige netwerken een geldige, correct geplaatste SIM-kaart noodzakelijk zijn.

3. Algemene functies

Bellen

1. Voer het netnummer en telefoonnummer in.
Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op * voor het internationale voorvoegsel (het +-teken vervangt de internationale toegangscode) en voert u de landcode, het netnummer (laat zo nodig de eerste 0 weg) en het abonneenummer in.
2. Druk op de beltoets om het nummer te kiezen.
Als u het volume hoger wilt zetten, drukt u op de volume omhoog­toetsen als u het volume lager wilt zetten, drukt u op de volume omlaag-toets.
3. Druk op de toets Einde of sluit de telefoon om de oproep te beëindigen of om het kiezen te onderbreken.
Zie Zoeken naar een contact op pagina 48 als u wilt zoeken naar een naam of telefoonnummer dat u hebt opgeslagen in Contacten. Druk op de beltoets om het nummer te kiezen.
Als u de lijst met gekozen nummers wilt openen, drukt u eenmaal op de beltoets in de standby-modus. Selecteer het gewenste nummer of de gewenste naam en druk op de beltoets om het nummer te kiezen.
26
Algemene functies
Snelkeuze
U kunt een telefoonnummer toewijzen aan één van de snelkeuzetoetsen 2 tot en met 9. Zie Snelkeuze op pagina 51. U kunt het nummer op één van de volgende manieren kiezen:
• Druk op een snelkeuzetoets en vervolgens op de beltoets.
•Als Snelkeuze is ingesteld op Aan, houdt u de gewenste snelkeuzetoets ingedrukt totdat het nummer is gekozen. Zie Snelkeuze in Oproepen op pagina 62.
Uitgebreide spraakgestuurde nummerkeuze
U kunt een oproep plaatsen door de naam uit te spreken van de persoon die in de lijst met contacten van de telefoon is opgeslagen. Spraakopdrachten zijn niet taalgevoelig. Voor informatie over het instellen van de taal, zie Taal sprkherkenning in Telefoon op pagina 63.
Opmerking: Het gebruik van spraaklabels kan moeilijkheden opleveren in een drukke omgeving of tijdens een noodgeval. Voorkom dus onder alle omstandigheden dat u uitsluitend van spraaklabels afhankelijk bent.
1. Houd in de standby-modus de volume-omlaagtoets ingedrukt. U hoort een korte toon en de tekst Nu spreken wordt weergegeven.
2. Spreek de spraakopdracht duidelijk uit. Als de ingesproken tekst wordt herkend, wordt een lijst met gevonden items weergegeven. De telefoon speelt de spraakopdracht van het bovenste item in de lijst af. Als dit niet het gewenste nummer is, bladert u naar een andere vermelding.
Het gebruik van spraakopdrachten voor het uitvoeren van een geselecteerde telefoonfunctie is vergelijkbaar met de spraakgestuurde nummerkeuze. Zie Spraakopdrachten in Snelkoppelingen op pagina 56.

Een oproep beantwoorden of weigeren

U beantwoordt een inkomende oproep door op de beltoets te drukken of de telefoon te openen. Druk op de toets Einde of sluit de telefoon om het gesprek te beëindigen.
27
Algemene functies
Druk op de toets Einde of sluit de telefoon om een inkomende oproep te weigeren. Als u een inkomende oproep wilt weigeren terwijl de telefoon is gesloten, houdt u een volumetoets ingedrukt.
Als u de beltoon wilt uitschakelen, drukt u op een volumetoets wanneer de telefoon is gesloten of selecteert u Stil wanneer de telefoon is geopend.
Wachtfunctie
Als u tijdens een gesprek een oproep in de wachtstand wilt beantwoorden, selecteert u Opnemen. Het eerste gesprek wordt in de wachtstand geplaatst. U beëindigt het actieve gesprek door op de toets Einde te drukken. Als u terug wilt schakelen naar de eerste oproep zonder de tweede oproep te beëindigen, selecteert u Opties > Wisselen.
Zie Oproepen op pagina 62 voor informatie over het activeren van de Wachtfunctieopties.

Opties tijdens een gesprek

Veel van de opties die u tijdens gesprekken kunt gebruiken, zijn netwerkdiensten. Neem contact op met uw serviceprovider voor informatie over beschikbaarheid van netwerkdiensten.
Selecteer tijdens een gesprek Opties en kies vervolgens één van de volgende opties:
Gespreksopties zijn Dempen of Dempen uit, Contacten, Menu, Toetsen blokk., Opnemen, Luidspreker of Telefoon.
Opties voor netwerkdiensten zijn Opnemen of Weigeren, Standby of Uit standby, Nieuwe oproep, Toev. aan conf., Beëindigen, Alles afsluiten en de volgende opties:
DTMF verzenden — om toonreeksen te verzenden.
Wisselen — om te schakelen tussen het actieve gesprek en het gesprek in
de wachtstand.
Doorverbinden — om een gesprek in de wachtstand door te verbinden met het actieve gesprek en zelf de verbinding te verbreken.
Conferentie — om een conferentiegesprek te voeren waaraan maximaal vijf personen kunnen deelnemen.
28
Tekst invoeren
Privé-oproep — om tijdens een conferentiegesprek ruggespraak te houden met één van de deelnemers.
Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.

4. Tekst invoeren

U kunt op twee verschillende manieren tekst invoeren, bijvoorbeeld wanneer u berichten wilt verzenden: via de methode voor normale tekstinvoer of via de methode voor tekstinvoer met woordenboek. Tijdens het invoeren van tekst worden boven in het scherm aanduidingen van de modus voor tekstinvoer weergegeven. geeft normale tekstinvoer aan. geeft tekstinvoer met woordenboek aan. Met behulp van tekstinvoer met woordenboek kunt u tekst snel invoeren met de cijfertoetsen en een ingebouwd woordenboek. U kunt een letter invoeren met één druk op een toets. geeft tekstinvoer met woordenboek aan met Woordsuggesties. De telefoon probeert het woord te voorspellen op basis van de tekens die u hebt ingevoerd.
, of wordt weergegeven naast de aanduiding van de modus voor tekstinvoer en geeft het gebruik van hoofdletters of kleine letters aan. U kunt schakelen tussen hoofdletters en kleine letters door op # te drukken.
geeft de nummermodus aan. U kunt overschakelen naar de nummermodus door # ingedrukt te houden en Nummermodus te selecteren.
Als u de taal voor het invoeren van tekst wilt instellen, selecteert u Opties > Schrijftaal.

Tekstinvoer met woordenboek

Als u tekstinvoer met woordenboek wilt inschakelen, selecteert u
Opties > Voorspellingsinst. > Voorspelling > Aan.
Tip: U kunt tekstinvoer met woordenboek snel in- en
uitschakelen door tijdens het invoeren van tekst tweemaal op # te drukken of door Opties te selecteren en ingedrukt te houden.
29
Tekst invoeren
Als u het type invoer met het woordenboek wilt instellen, selecteert u
Opties > Voorspellingsinst. > Voorspellingtype > Normaal of Woordsuggesties.
1. U begint met het invoeren van een woord door de cijfertoetsen 2 t/m 9 te gebruiken. Druk eenmaal op een toets voor één letter. De
ingevoerde letters worden onderstreept weergegeven.
Als u Woordsuggesties als type voorspelling heeft geselecteerd, voorspelt de telefoon het woord dat u aan het intoetsen bent. Nadat u enkele letters hebt ingevoerd, en als deze letters samen geen woord vormen, probeert de telefoon langere woorden te voorspellen. Alleen de ingevoerde letters worden onderstreept weergegeven.
U kunt een speciaal teken toevoegen door * ingedrukt te houden of Opties > Symbool invoegen te selecteren. Ga naar een teken en selecteer Gebruik.
Als u een samengesteld woord wilt invoeren, voert u het eerste gedeelte van het woord in en bevestigt u dit door op de rechterbladertoets te drukken. Voer het tweede gedeelte van het woord in en bevestig het woord.
Druk op 1 om een punt in te voeren.
2. Wanneer u het gewenste woord hebt ingevoerd, bevestigt u de invoer door op 0 te drukken om een spatie in te voegen.
Als het woord niet juist is, drukt u herhaaldelijk op *. Wanneer het gewenste woord wordt weergegeven, selecteert u dit.
Als er een vraagteken (?) achter het woord wordt weergegeven, bevindt het woord dat u wilt invoeren zich niet in het woordenboek. Als u het woord aan het woordenboek wilt toevoegen, selecteert u Spellen. Maak het woord af via de methode voor normale tekstinvoer en selecteer Opslaan.

Normale tekstinvoer

Als u normale tekstinvoer wilt inschakelen, selecteert u Opties > Voorspellingsinst. >Voorspelling > Uit.
Druk herhaaldelijk op een cijfertoets (1 t/m 9) totdat het gewenste teken wordt weergegeven. Op de toetsen staan niet alle tekens
30
Loading...
+ 76 hidden pages