CONFORMITEITSVERKLARING
Hierbij verklaart, NOKIA CORPORATION, dat het toestel RM-145 in overeenstemming is met
de essentiële eisen en de andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG.
Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website:
http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
0434
De doorgestreepte container wil zeggen dat het product binnen de Europese
gemeenschap voor gescheiden afvalverzameling moet worden aangeboden aan het
einde van de levensduur van het product. Dit geldt voor het apparaat, maar ook voor
alle toebehoren die van dit symbool zijn voorzien. Bied deze producten niet aan bij
het gewone huisvuil.
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een
gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is
verboden.
Nokia, Visual Radio, Nokia Connecting People en Pop-Port zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Namen van andere producten en
bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn.
Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation.
Includes RSA BSAFE cryptographic or security protocol software from RSA Security.
Java is a trademark of Sun Microsystems, Inc.
This product is licensed under the MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) for personal and
noncommercial use in connection with information which has been encoded in compliance
with the MPEG-4 Visual Standard by a consumer engaged in a personal and noncommercial
activity and (ii) for use in connection with MPEG-4 video provided by a licensed video
provider. No license is granted or shall be implied for any other use. Additional information
including that relating to promotional, internal and commercial uses may be obtained from
MPEG LA, LLC. See http://www.mpegla.com.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) voor privéen niet-commercieel gebruik in verband met informatie die is geëncodeerd volgens de
visuele norm MPEG-4 door een consument in het kader van een privé- en niet-commerciële
activiteit en (ii) voor gebruik in verband met MPEG-4-videomateriaal dat door een
gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch
impliciet een licentie verstrekt. Aanvullende informatie, waaronder informatie over het
gebruik voor promotionele doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is verkrijgbaar
bij MPEG LA, LLC. Zie http://www.mpegla.com.
Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht
voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de
producten die in dit document worden beschreven.
In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten of voor
enige bijzondere, incidentele, onrechtstreekse of indirecte schade.
De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt. Tenzij vereist
krachtens het toepasselijke recht, wordt geen enkele garantie gegeven betreffende de
nauwkeurigheid, betrouwbaarheid of inhoud van dit document, hetzij uitdrukkelijk hetzij
impliciet, daaronder mede begrepen maar niet beperkt tot impliciete garanties betreffende
de verkoopbaarheid en de geschiktheid voor een bepaald doel. Nokia behoudt zich te allen
tijde het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving dit document te wijzigen of te
herroepen.
De beschikbaarheid van bepaalde producten kan per regio verschillen. Neem hiervoor contact
op met de dichtstbijzijnde Nokia leverancier.
Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan
wet- en regelgeving betreffende export van de V.S. en andere landen. Ontwijking in strijd met
de wetgeving is verboden.
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan
gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer
informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS
Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons
verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl u rijdt uw handen vrij
om uw voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste
prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING
Alle draadloze telefoons kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de
werking van de telefoon negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN ZIEKENHUIZEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Schakel de
telefoon uit in de nabijheid van medische apparatuur.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN VLIEGTUIGEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Draadloze
apparatuur kan storingen veroorzaken in vliegtuigen.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT TIJDENS HET TANKEN
Gebruik de telefoon niet in een benzinestation. Gebruik het apparaat
niet in de nabijheid van brandstof of chemicaliën.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT VAN EXPLOSIEVEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Gebruik de
telefoon niet waar explosieven worden gebruikt.
GEBRUIK HET APPARAAT VERSTANDIG
Gebruik het apparaat alleen in de normale positie zoals in de
productdocumentatie wordt uitgelegd. Raak de antenne niet
onnodig aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of
gerepareerd.
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen
incompatibele producten aan.
WATERBESTENDIGHEID
De telefoon is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
MAAK BACK-UPS
Maak een back-up of een gedrukte kopie van alle belangrijke
gegevens die in de telefoon zijn opgeslagen.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst
de handleiding van het desbetreffende apparaat te raadplegen voor
uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele producte n
aan.
ALARMNUMMER KIEZEN
Controleer of de telefoon ingeschakeld en operationeel is. Druk zo
vaak als nodig is op de toets Einde om het scherm leeg te maken en
terug te keren naar het startscherm. Toets het alarmnummer in en
druk op de beltoets. Geef op waar u zich bevindt. Beëindig het gesprek
pas wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen.
■ Informatie over uw apparaat
Het draadloze apparaat zoals beschreven in deze handleiding is goedgekeurd
voor gebruik op het EGSM 900-, GSM 1800- en 1900 en het WCDMA2100netwerk. Neem contact op met Orange voor meer informatie over netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat aan de geldende
wetgeving en de regelgeving ten aanzien van de privacy en wettelijke rechten
van anderen.
Houd u, wanneer u beelden of video-opnamen maakt of gebruikt, aan alle
regelgeving en houd rekening met de lokale gewoonten, privacy en legitieme
rechten van anderen.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit apparaat wilt gebruiken
dan de alarmklok, moet het apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het
apparaat niet in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur
storingen of gevaar kan veroorzaken.
Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn aangemeld bij een aanbieder
van draadloze diensten. Veel van de functies van dit apparaat zijn afhankelijk van
de functies die beschikbaar zijn in het draadloze netwerk. Deze netwerkdiensten
zijn mogelijk niet in alle netwerken beschikbaar. Het kan ook zijn dat u specifieke
regelingen moet treffen met Orange voordat u de netwerkdiensten kunt
gebruiken. Mogelijk krijgt u van Orange extra instructies voor het gebruik van de
diensten en informatie over de bijbehorende kosten. Bij sommige netwerken
gelden beperkingen die het gebruik van netwerkdiensten negatief kunnen
beïnvloeden. Zo bieden sommige netwerken geen ondersteuning voor bepaalde
taalafhankelijke tekens en diensten.
Het kan zijn dat Orange verzocht heeft om bepaalde functies uit te schakelen of
niet te activeren in uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het
menu van uw apparaat weergegeven. Uw apparaat kan ook speciaal voor Orange
geconfigureerd zijn. Deze configuratie kan menunamen, de menuvolgorde en
symbolen betreffen. Neem contact op met Orange voor meer informatie.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die werken met
TCP/IP-protocollen. Voor sommige functies van deze telefoon, zoals MMS
(Multimedia Messaging), browsen, e-mailen, chatten, snel beschikbare
contacten, synchroniseren op afstand en het downloaden van content via een
browser of MMS, is netwerkondersteuning nodig.
■ Gedeeld geheugen
De volgende functies in dit apparaat maken mogelijk gebruik van gedeeld
geheugen: de galerij, contacten, SMS-, multimedia-, chat- en e-mailberichten,
agenda, takenlijstnotities, Java
notitietoepassing. Door het gebruik van een of meer van deze functies is er
mogelijk minder geheugen beschikbaar voor de overige functies die geheugen
delen. Als u bijvoorbeeld veel Java-toepassingen opslaat, kan al het beschikbare
geheugen worden gebruikt. Het is mogelijk dat op uw apparaat een bericht wordt
weergeven dat het geheugen vol is, wanneer u een functie probeert te gebruiken
die gedeeld geheugen gebruikt. Verwijder in dit geval voordat u doorgaat een
gedeelte van de informatie of registraties die in het gedeelde geheugen zijn
opgeslagen. Aan sommige functies, zoals SMS-berichten, is mogelijk een
bepaalde hoeveelheid geheugen toegewezen naast het geheugen dat met andere
functies wordt gedeeld.
Met de beveiligingscode (5 tot 10 cijfers) wordt de telefoon tegen
onbevoegd gebruik beveiligd. De code is standaard ingesteld op 12345.
Raadpleeg Beveiliging op pagina 52 voor informatie over het wijzigen
van de code en hoe u de telefoon zo instelt dat de code moet worden
ingetoetst.
Als u vijf keer na elkaar een onjuiste beveiligingscode hebt ingetoetst,
wordt de invoer van de code verder genegeerd. Wacht vijf minuten en
voer de code opnieuw in.
PIN-codes
De PIN-code (persoonlijk identificatienummer) en de UPIN-code
(universeel persoonlijk identificatienummer) van 4 tot 8 cijfers
beveiligen de USIM-kaart tegen onbevoegd gebruik. Zie Beveiliging op
pagina 52. De PIN-code wordt gewoonlijk bij de USIM-kaart geleverd.
Stel de telefoon zo in dat de PIN-code moet worden ingetoetst wanneer
de telefoon wordt ingeschakeld.
Voor bepaalde functies hebt u de PIN2-code van 4 tot 8 cijfers nodig die
bij sommige USIM-kaarten wordt geleverd.
De module-PIN is vereist voor toegang tot informatie in de
beveiligingsmodule. Zie Beveiligingsmodule op pagina 83. De modulePIN wordt bij de USIM-kaart geleverd als de USIM-kaart is voorzien van
een beveiligingsmodule.
De ondertekenings-PIN is nodig voor de digitale handtekening. Zie
Digitale handtekening op pagina 85. De ondertekenings-PIN wordt bij
de USIM-kaart geleverd als de USIM-kaart is voorzien van een
beveiligingsmodule.
De PUK-code (Personal Unblocking Key) en de UPUK-code (Universal
Personal Unblocking Key) van 8 cijfers zijn nodig om respectievelijk een
geblokkeerde PIN-code of UPIN-code te wijzigen. Als de codes niet bij
de USIM-kaart zijn geleverd, neemt u contact op met Orange om de
codes op te vragen.
Blokkeerwachtwoord
Het blokkeerwachtwoord van 4 cijfers is nodig wanneer u de Oproepen
blokkeren gebruikt. Zie Beveiliging op pagina 52. U krijgt dit
wachtwoord van Orange. Als u driemaal na elkaar een onjuist
blokkeerwachtwoord invoert, wordt het wachtwoord geblokkeerd.
Neem contact op met Orange.
■ Dienst voor configuratie-instellingen
Voordat u gebruik kunt maken van multimediaberichten, chatberichten
en aanwezigheid, Push to Talk, e-mail, synchronisatie, streaming en de
browser, moet u de juiste configuratie-instellingen op de telefoon
instellen. U kunt deze instellingen rechtstreeks ontvangen in een
configuratiebericht, die u vervolgens in de telefoon opslaat. Neem
contact op met Orange of de dichtstbijzijnde bevoegde Nokialeverancier voor meer informatie over de beschikbaarheid van
instellingen.
Als u de verbindingsinstellingen in een configuratiebericht hebt
ontvangen en de instellingen niet automatisch worden opgeslagen en
geactiveerd, wordt het bericht Configuratie-instellingen ontvangen
weergegeven.
Als u de ontvangen instellingen wilt opslaan, selecteert u Tonen >
Opslaan. Als het bericht PIN voor instellingen invoeren: wordt
weergegeven, voert u de PIN-code voor de instellingen in en selecteert u
OK. Neem contact op met Orange of de dichtstbijzijnde bevoegde
Nokia-leverancier om de PIN-code aan te vragen.
Als er geen instellingen zijn opgeslagen, worden deze instellingen
opgeslagen en ingesteld als standaard configuratie-instellingen. Als er
wel instellingen zijn opgeslagen, wordt het bericht Opgeslagen
configuratie-instellingen activeren? weergegeven.
Als u de ontvangen instellingen wilt verwijderen, selecteert u Tonen >
Wegdoen.
■ Content en toepassingen downloaden
U kunt mogelijk nieuwe content, zoals thema's, beltonen en videoclips
naar de telefoon downloaden (netwerkdienst). Selecteer de
downloadfunctie (bijvoorbeeld in het menu Galerij). Zie de beschrijving
van het betreffende menu voor informatie over het gebruik van de
downloadfunctie. Informeer bij Orange naar de beschikbaarheid en
tarieven van de verschillende diensten.
Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten die u vertrouwt en die een
adequate beveiliging en bescherming tegen schadelijke software
bieden.
■ Nokia-ondersteuning en -contactgegevens
Kijk op www.nokia.com/support of uw lokale website van Nokia voor de
nieuwste versie van deze handleiding, aanvullende informatie,
downloads en diensten voor uw Nokia-product.
Op de website vindt u informatie over het gebruik van Nokia-producten
en -diensten. Als u contact wilt opnemen met de klantenservice, kunt u
de lijst met plaatselijke Nokia-contactcentra raadplegen op
www.nokia.com/customerservice.
Als de telefoon onderhoud behoeft, kunt u op www.nokia.com/repair de
dichtstbijzijnde Nokia-servicevestiging opzoeken.
Schakel het apparaat altijd uit en koppel de lader los voordat u de batterij
verwijdert.
Houd alle USIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen.
Neem contact op met Orange voor informatie over het gebruik en de
beschikbaarheid van USIM-diensten.
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met een BP-6M-batterij.
De USIM-kaart en de contactpunten van de kaart kunnen gemakkelijk
door krassen of buigen worden beschadigd. Wees daarom voorzichtig
wanneer u de kaart vastpakt, plaatst of verwijdert.
1. Leg de telefoon met de achterzijde
naar boven neer en schuif de
achtercover (1) van de telefoon (2).
2. Verwijder de batterij door deze uit de
telefoon te tillen (3).
3. Trek voorzichtig aan de
vergrendelingsclip van de USIMkaarthouder om de houder te
openen (4).
Plaats de USIM-kaart in de USIMkaarthouder (5). Let er op dat de
USIM-kaart juist is geplaatst en dat
de goudkleurige contactpunten van
de kaart naar beneden zijn gericht.
Sluit de USIM-kaarthouder (6) en druk deze omlaag totdat u een klik
hoort.
4. Plaats de batterij terug (7).
5. Plaats de achtercover op de juiste
manier (8).
6. Schuif de achtercover op de telefoon
(9).
■ Een geheugenkaart installeren
De miniSD-kaart die bij uw telefoon is geleverd
bevat vooraf geladen beltonen, thema's, geluiden
en afbeeldingen. Als u deze kaart wist, vervangt of
opnieuw laadt, werken deze functies mogelijk niet
meer naar behoren.
Gebruik alleen compatibele miniSD-kaarten met dit apparaat. Andere
geheugenkaarten, zoals de RS-MMC (Reduced Size MultiMediaCard), passen niet
in de geheugenkaartsleuf en zijn niet compatibel met dit apparaat. Als u een
incompatibele geheugenkaart gebruikt, kan schade ontstaan aan de
geheugenkaart en het apparaat en kunnen de gegevens die op de incompatibele
kaart zijn opgeslagen, beschadigd raken.
Gebruik alleen [MMC-kaarten (MultiMediaCards) / RS-MMC-kaarten (Reduced
Size MultiMediaCards) / microSD-kaarten / miniSD-kaarten, etc.] die door Nokia
zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat. Nokia hanteert de goedgekeurde
industriestandaarden voor geheugenkaarten, maar het is mogelijk dat niet alle
andere merken volledig compatibel zijn met dit apparaat. Als u een
geheugenkaart gebruikt die niet door Nokia is goedgekeurd, kan schade ontstaan
aan de geheugenkaart en het apparaat en kunnen de gegevens die op de kaart
zijn opgeslagen, beschadigd raken.
U kunt een geheugenkaart gebruiken om het geheugen van de Galerij uit
te breiden. Zie Galerij op pagina 86.
U kunt de geheugenkaart plaatsen en vervangen zonder de telefoon uit
te schakelen.
Belangrijk: Verwijder de geheugenkaart niet wanneer er een bewerking
wordt uitgevoerd waarbij de kaart wordt gebruikt. Wanneer u de kaart
tijdens een dergelijke bewerking verwijdert, kan schade ontstaan aan de
geheugenkaart en het apparaat en kunnen de gegevens die op de kaart
zijn opgeslagen, beschadigd raken.
Open de geheugenkaarthouder, zoals afgebeeld, om de geheugenkaart
te plaatsen (1). Plaats de geheugenkaart in de kaarthouder (2). Let er op
dat de geheugenkaart juist is geplaatst (u moet een klik horen) en dat de
goudkleurige contactpunten van de kaart naar boven zijn gericht. Sluit
de geheugenkaarthouder.
Met de geheugenkaart kunt u uw multimediabestanden, zoals
videoclips, geluidsbestanden en afbeeldingen, opslaan in de Galerij.
Raadpleeg Geheugenkaart formatteren op pagina 86 voor informatie
over het formatteren van de geheugenkaart.
Controleer voor gebruik altijd het modelnummer van een lader. Dit apparaat is
bedoeld voor gebruik met de volgende voedingsbronnen: AC-4, AC-1, AC-3 en
DC-4.
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders en toebehoren die
door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit model. Het gebruik
van alle andere types kan de goedkeuring of garantie doen vervallen en
kan gevaarlijk zijn.
Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van goedgekeurde toebehoren.
Trek altijd aan de stekker en niet aan het snoer als u toebehoren losmaakt.
1. Sluit de lader aan op een gewone
wandcontactdoos.
2. Steek de stekker van de lader in de
CA-44-adapter en sluit de adapter
aan op de aansluiting aan de
onderkant van de telefoon.
Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren
voordat de batterij-indicator op het scherm wordt weergegeven en u
weer met het apparaat kunt bellen.
De oplaadtijd is afhankelijk van de gebruikte lader en batterij. Het
opladen van een BP-6M Li-Ion-batterij met een AC-4-lader duurt
bijvoorbeeld ongeveer een uur en 55 minuten wanneer de telefoon zich
in de Homescreen-modus bevindt.
Waarschuwing: Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele
telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
Houd de aan/uit-toets ingedrukt.
Als de PIN-code of de UPIN-code wordt gevraagd,
toetst u de code in en selecteert u OK.
U kunt de telefoon ook inschakelen in de demomodus,
zonder geïnstalleerde USIM-kaart. In deze modus zijn
alle drageronafhankelijke functies beschikbaar en kunt
u het alarmnummer bellen.
De tijd, tijdzone en datum instellen
Voer de lokale tijd in, selecteer de tijdzone voor uw locatie uitgedrukt in
het tijdverschil ten opzichte van Greenwich Mean Time (GMT) en voer de
datum in. Zie Tijd en datum op pagina 39.
Plug-en-play-dienst
Wanneer u de telefoon voor de eerste keer inschakelt en de telefoon
staat in de Homescreen-modus, wordt u mogelijk gevraagd de
configuratie-instellingen op te halen bij Orange (netwerkdienst). De
aanvraag bevestigen of afwijzen. Zie Verb. met serviceonderst. in
Configuratie op pagina 51 en Dienst voor configuratie-instellingen op
pagina 11.
■ Demomodus
Als u de telefoon wilt opstarten zonder de SIM-kaart, bevestigt u
Telefoon opstarten zonder SIM-kaart. Vervolgens kunt u de functies
Opmerking: Zoals voor alle andere
radiozendapparatuur geldt, dient onnodig
contact met de antenne te worden vermeden als
het apparaat is ingeschakeld. Het aanraken van
de antenne kan een nadelige invloed hebben op
de gesprekskwaliteit en kan ervoor zorgen dat
het apparaat meer stroom verbruikt dan
noodzakelijk is. U kunt de prestaties van de
antenne en de levensduur van de batterij
optimaliseren door het antennegebied niet aan
te raken wanneer u het apparaat gebruikt.
Orange heeft de Homescreen-modus aan de telefoon toegevoegd zodat
u snel toegang hebt tot de meestgebruikte functies en in één oogopslag
kunt zien of u oproepen hebt gemist of nieuwe berichten hebt
ontvangen. Zie de beknopte handleiding van Orange voor meer
informatie over de Homescreen-modus.
Orange-snelkoppelingen
• Als u de lijst met gekozen nummers wilt openen, drukt u eenmaal op
de beltoets. Zie Bellen op pagina 24.
• Als u het nummer van de dienst Antwoordapparaatdienst van Orange
hebt opgeslagen in de telefoon, kunt u naar uw voicemailbox bellen
(netwerkdienst) door cijfertoets 1 ingedrukt te houden.
• Als u uw videomailnummers wilt openen , houdt u 2 ingedrukt.
• Als u verbinding wilt maken met Orange World, houdt u 0 ingedrukt.
• Als u snelkoppelingsfuncties voor de navigatietoets wilt instellen,
raadpleegt u Navigatietoets in Snelkoppelingen op pagina 40.
• Als u een ander profiel wilt instellen, opent u de lijst met profielen
door kort op de aan/uit-toets te drukken. Blader naar het gewenste
profiel en selecteer het profiel.
Energiebesparing
Informatie over het Aan van de energiebesparingsfunctie vindt u onder
Energiespaarstand in Weergave op pagina 38.
Indicatoren
Er staan ongelezen berichten in de map Inbox.
Er staan berichten in de map Outbox die nog niet zijn
verzonden, zijn geannuleerd of waarvan de verzending is
mislukt.
De telefoon heeft een gemiste oproep geregistreerd.
/ De telefoon is verbonden met de dienst voor chatberichten en
Om te voorkomen dat toetsen per ongeluk worden ingedrukt, selecteert
u Menu en drukt u binnen 3,5 seconde op * om de toetsen te blokkeren.
U kunt ook Blokkrn selecteren.
Als u de toetsenblokkering wilt opheffen, selecteert u Vrijgeven en drukt
u binnen anderhalve seconde op *. Als de Toetsenblokkering is Aan,
selecteert u Vrijgeven, drukt u op * en voert u de beveilingingscode in.
Als u een oproep wilt beantwoorden terwijl de toetsen zijn geblokkeerd,
drukt u op de beltoets. Wanneer u de oproep beëindigt of niet
aanneemt, worden de toetsen weer automatisch geblokkeerd.
Meer informatie over Aut. toetsenblokkering en Toetsenblokkering vindt
onder Telefoon op pagina 49.
Wanneer de toetsenvergrendeling is ingeschakeld, kunt u soms nog wel het
geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
1. Voer het netnummer en telefoonnummer in.
Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op * voor het
internationale voorvoegsel (het +-teken vervangt de internationale
toegangscode) en voert u de landcode, het netnummer (laat zo nodig
de eerste 0 weg) en het telefoonnummer in.
2. Druk op de beltoets om het nummer te kiezen.
3. Druk op de toets Einde om de oproep te beëindigen of om het kiezen
te onderbreken.
Zie Een contact opzoeken op pagina 33 als u wilt zoeken naar een naam
of telefoonnummer dat u hebt opgeslagen in Contacten. Druk op de
beltoets om het nummer te kiezen.
Druk in de Homescreen-modus eenmaal op de beltoets om de lijst met
laatst gekozen nummers weer te geven. Blader naar het gewenste
nummer of de gewenste naam en druk op de beltoets om het nummer te
kiezen.
Snelkiezen
U kunt een telefoonnummer toewijzen aan één van de snelkeuzetoetsen
3 t/m 9. Zie Snelkeuze op pagina 36. U kunt het nummer op een van de
volgende manieren kiezen:
• Druk op de gewenste snelkeuzetoets en vervolgens op de beltoets.
•Als Snelkeuze is Aan, houdt u de gewenste snelkeuzetoets ingedrukt
totdat het nummer is gekozen. Zie Oproepen op pagina 48.
Uitgebreide spraakgestuurde nummerkeuze
Als u een oproep wilt maken, selecteert u Namen en houdt u deze
ingedrukt en spreekt u vervolgens de naam van degene die u wilt bellen
hardop uit. In het telefoongeheugen wordt aan elk contact wordt
automatisch een virtueel spraaklabel gekoppeld.
Als een toepassing actief is die gegevens verzendt of ontvangt via een
packetgegevensverbinding, moet u de toepassing beëindigen voordat u
gebruikmaakt van spraakgestuurde nummerkeuze in GSM. In WCDMA
kunt u tegelijkertijd gesprekken voeren en gegevens verzenden.
Spraakopdrachten zijn taalgevoelig. Zie Taal spraakweergave in
Telefoon op pagina 49 voor informatie over het instellen van de taal.
Opmerking: Het gebruik van spraaklabels kan moeilijkheden opleveren
in een drukke omgeving of tijdens een noodgeval. Voorkom dus onder
alle omstandigheden dat u uitsluitend van spraaklabels afhankelijk
bent.
1. Houd de rechterselectietoets ingedrukt, in de Homescreen-modus. U
hoort een korte toon en de tekst Nu spreken wordt weergegeven.
Als u een compatibele hoofdtelefoon met hoofdtelefoontoets
gebruikt, houdt u de hoofdtelefoontoets ingedrukt om
spraakgestuurde nummerkeuze te starten.
2. Spreek de spraakopdracht duidelijk uit. Als de ingesproken tekst
wordt herkend, wordt een lijst met gevonden items weergegeven. De
telefoon speelt de spraakopdracht van het bovenste item in de lijst
af. Na ongeveer anderhalve seconde wordt het betreffende nummer
gekozen. Als dit niet het gewenste nummer is, bladert u naar een
andere vermelding en kiest u het nummer door deze vermelding te
selecteren.
Het gebruik van spraakopdrachten voor het uitvoeren van een
geselecteerde telefoonfunctie is vergelijkbaar met de
spraakgestuurde nummerkeuze. Zie Spraakopdrachten in
Snelkoppelingen op pagina 40.
■ Een spraakoproep beantwoorden of weigeren
Druk op de beltoets om de oproep te beantwoorden.
Als u de beltoon wilt uitschakelen voordat u de oproep beantwoordt,
selecteert u Stil.
U kunt de oproep beëindigen of weigeren door op de toets Einde te
drukken.
Druk tijdens een gesprek op de beltoets om het wisselgesprek te
beantwoorden. Het eerste gesprek wordt in de wachtstand geplaatst. U
beëindigt het actieve gesprek door op de toets Einde te drukken.
Zie Oproepen op pagina 48 voor informatie over het inschakelen van de
functie Wachtfunctieopties.
■ Opties tijdens een gesprek
Veel opties die u tijdens een gesprek kunt gebruiken, zijn
netwerkdiensten. Neem contact op met Orange voor informatie over de
beschikbaarheid van deze diensten.
De gespreksopties zijn Dempen of Dempen uit, Contacten, Menu,
Toetsen blokkeren, Opnemen, Luidspreker of Telefoon. De opties voor de
netwerkdienst zijn Opnemen, Weigeren, Standby of Uit standby, Nieuwe
oproep, Toevgn aan conferentie, Beëindigen, Alles afsluiten, plus de
volgende opties:
DTMF verzenden — toonreeksen verzenden
Wisselen — schakelen tussen het actieve gesprek en het gesprek in de
wachtstand
Doorverbinden — een gesprek in de wachtstand doorverbinden met het
actieve gesprek en zelf de verbinding verbreken
Conferentie — een conferentiegesprek voeren waaraan maximaal vijf
personen kunnen deelnemen
Privé-oproep — tijdens een conferentiegesprek ruggespraak houden met
een van de deelnemers
Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de
luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.
■ Een video-oproep tot stand brengen
Tijdens een videogesprek verzendt u zonder vertraging videobeelden
naar de ontvanger van de oproep. De ontvanger ziet het videobeeld dat
door de camera op de achterkant van de telefoon wordt opgenomen.
Deze telefoon heeft geen camera aan de voorkant.
U kunt alleen videogesprekken voeren als u beschikt over een USIMkaart en u verbinding hebt met een WCDMA-netwerk. Informeer bij
Orange naar de beschikbaarheid en abonnementsmogelijkheden van
videogesprekken. Een videogesprek kan alleen tot stand worden
gebracht tussen twee partijen. Videogesprekken kunnen worden
gevoerd met een andere compatibele telefoon of met een ISDN-client. U
kunt geen videogesprek voeren als er al een spraak-, video- of een
gegevensoproep actief is.
1. Als u een video-oproep wilt maken, voert u in de Homescreen-modus
het telefoonnummer in of selecteert u Contacten en selecteert u
vervolgens een contact.
2. Houd de beltoets ingedrukt of selecteer Contacten > Video-oproep.
Het starten van een videogesprek kan enige tijd duren. De tekst
Video-oproep en een uitgaande afbeelding worden weergegeven. Als
de oproep niet tot stand kan worden gebracht, bijvoorbeeld omdat
videogesprekken niet door het netwerk worden ondersteund of
omdat het apparaat van de ontvanger geen videobeelden kan
ontvangen, wordt u gevraagd of u in plaats hiervan een gewoon
gesprek wilt voeren of een bericht wilt versturen.
Tip: Druk op de volumetoetsen om tijdens een gesprek het
volume te verhogen of te verlagen.
Het videogesprek is tot stand gebracht als u twee videobeelden ziet
en er geluid uit de luidspreker komt. Het is mogelijk dat de ontvanger
het verzenden van videobeelden heeft uitgeschakeld. In dat geval
ziet u alleen een stilstaand beeld of een grijze
achtergrondafbeelding. U hoort wel geluid.
3. U beëindigt het gesprek door op de toets Einde te drukken.
■ Een video-oproep beantwoorden of weigeren
Als er een video-oproep binnenkomt, wordt de tekst Video-oproep op
het scherm weergegeven.
1. Druk op de beltoets om de video-oproep te beantwoorden. De tekst
Verzenden videoafbeelding naar beller toestaan? wordt
Als u Ja selecteert, worden de videobeelden die door de ingebouwde
camera van uw telefoon worden opgenomen naar de beller
verzonden. Als u Nee selecteert of niets doet, worden de beelden niet
verzonden en hoort u een geluid. Boven aan het videobeeld wordt
een afbeelding weergegeven waarmee wordt aangegeven dat de
beelden niet worden verzonden. U kunt op elk moment tijdens het
videogesprek het verzenden van videobeelden in- of uitschakelen.
2. U beëindigt het videogesprek door op de toets Einde te drukken.
U betaalt altijd de prijs voor een videogesprek, ook als u het verzenden
van beelden hebt uitgeschakeld. Neem contact op met Orange voor
informatie over de geldende tarieven.
■ Opties tijdens een videogesprek
Selecteer tijdens een videogesprek Opties om gebruik te kunnen maken
van de volgende opties: Contrast instellen, Afspelen, Naar spraakoproep,
Beëindigen, DTMF verzenden en Luidspreker.
■ Video delen
Tijdens een gesprek kunt u de live-beelden van uw camera met de
ontvanger delen. Daarvoor moet de ontvanger over een compatibel
mobiel apparaat en een SIP-adres in uw telefoonboek beschikken. Als
het SIP-adres van de ontvanger ontbreekt, voert u deze in.
Selecteer Opties > Video delen. Er wordt een uitnodiging verzonden en
Uitnodiging wrdt verz. nr wordt weergegeven. Als de ontvanger de
uitnodiging accepteert, wordt Video delen starten? weergegeven;
selecteer Ja en de videobeelden worden verzonden. Het geluid wordt
naar de luidspreker geleid.
Als u het delen van video wilt onderbreken, selecteert u Pauze. De
middelste selectietoets wordt gewijzigd in Doorgaan.
Als u het delen van video wilt hervatten, selecteert u Doorgaan. De
middelste selectietoets wordt gewijzigd in Pauze.
Als u de videosessie wilt beëindigen, selecteert u Stoppen en wordt op
beide telefoons Video delen beëindigd weergegeven.
Voor deze toepassing is een WCDMA-verbinding vereist. Informeer bij
Orange naar de beschikbaarheid, tarieven en abonnementsmogelijkheden
voor de dienst.
U kunt op twee verschillende manieren tekst invoeren, bijvoorbeeld
wanneer u berichten wilt verzenden: door middel van normale
tekstinvoer of door middel van tekstinvoer met woordenboek. Bij
normale tekstinvoer drukt u herhaaldelijk op een cijfertoets, van 1 t/m 9,
totdat het gewenste teken wordt weergegeven. Bij tekstinvoer met
woordenboek kunt u een letter invoeren met één druk op een toets.
Tijdens het invoeren van tekst wordt linksboven in het scherm met
of tekstinvoer met woordenboek aangegeven, of met normale
tekstinvoer. Naast de aanduiding van de modus voor tekstinvoer wordt
, of weergegeven. Hiermee wordt het gebruik van
hoofdletters of kleine letters aangegeven. U kunt schakelen tussen
hoofdletters en kleine letters door op # te drukken. geeft de
nummermodus aan. U kunt overschakelen naar de nummermodus door
# ingedrukt te houden en Nummermodus te selecteren.
■ Instellingen
Als u de taal voor het invoeren van tekst wilt instellen, selecteert u
Opties > Schrijftaal.
Selecteer tijdens het invoeren van tekst Opties >
Voorspellingsinstellingen.
U kunt tekstinvoer met woordenboek of normale tekstinvoer instellen
door Voorspelling > Aan of Uit te selecteren
Tip: U kunt tekstinvoer met woordenboek snel in- en
uitschakelen door tijdens het invoeren van tekst tweemaal op #
te drukken of door Opties te selecteren en ingedrukt te houden.
■ Tekstinvoer met woordenboek
Met behulp van tekstinvoer met woordenboek kunt u tekst snel invoeren
met de toetsen en een ingebouwd woordenboek.
1. Gebruik de toetsen 2 t/m 9 om te beginnen met het invoeren van een
woord. Druk eenmaal op een toets voor één letter. Op het scherm
wordt * weergegeven, of de letter als de afzonderlijke letter een
woordbetekenis heeft. De ingevoerde letters worden onderstreept
weergegeven.
Als u Woordsuggesties als voorspellingstype selecteert, begint de
telefoon met het voorspellen van het woord dat u invoert. Nadat u
enkele letters hebt ingevoerd, en als deze letters samen geen woord
vormen, probeert de telefoon langere woorden te voorspellen. Alleen
de ingevoerde letters worden onderstreept weergegeven.
U kunt een speciaal teken toevoegen door * ingedrukt te houden of
Opties > Symbool invoegen te selecteren. Blader naar een teken en
selecteer Gebruik.
2. Als u het gewenste woord hebt ingevoerd, bevestigt u de invoer door
op 0 te drukken om een spatie in te voegen.
Als het weergegeven woord niet goed is, drukt u herhaaldelijk op * of
selecteert u Opties > Suggesties. Wanneer het gewenste woord
wordt weergegeven, selecteert u Gebruik.
Als er een vraagteken (?) achter het woord wordt weergegeven, staat
het woord dat u wilt invoeren niet in het woordenboek. Als u het
woord aan het woordenboek wilt toevoegen, selecteert u Spellen.
Maak het woord af door middel van normale tekstinvoer en selecteer
Opslaan.
■ Normale tekstinvoer
Druk herhaaldelijk op een cijfertoets (1 t/m 9) totdat het gewenste
teken verschijnt. Op de toetsen staan niet alle tekens afgebeeld die
onder een toets beschikbaar zijn. Welke tekens beschikbaar zijn, is
afhankelijk van de taal die is geselecteerd voor het invoeren van tekst.
Zie Instellingen op pagina 29.
Als de volgende letter die u wilt invoeren zich onder dezelfde toets
bevindt als de huidige letter, wacht u tot de cursor verschijnt of drukt u
kort op een van de navigatietoetsen en voert u de letter in.
De meest gebruikte leestekens en andere speciale tekens zijn
beschikbaar onder de toets 1. Druk op * voor meer tekens.