Nokia 6233 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding voor de Nokia 6233
9250350 Uitgave 1
CONFORMITEITSVERKLARING Hierbij verklaart, NOKIA CORPORATION, dat het toestel RM-145 in overeenstemming is met de essentiële eisen en de andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
0434
De doorgestreepte container wil zeggen dat het product binnen de Europese gemeenschap voor gescheiden afvalverzameling moet worden aangeboden aan het einde van de levensduur van het product. Dit geldt voor het apparaat, maar ook voor alle toebehoren die van dit symbool zijn voorzien. Bied deze producten niet aan bij het gewone huisvuil.
Copyright © 2006 Nokia. Alle rechten voorbehouden
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is verboden.
US Patent No 5818437 and other pending patents. T9 text input software Copyright © 1997-2006. Tegic Communications, Inc. All rights reserved.
Nokia, Visual Radio, Nokia Connecting People en Pop-Port zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn.
Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation.
Includes RSA BSAFE cryptographic or security protocol software from RSA Security.
Java is a trademark of Sun Microsystems, Inc.
This product is licensed under the MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) for personal and noncommercial use in connection with information which has been encoded in compliance with the MPEG-4 Visual Standard by a consumer engaged in a personal and noncommercial activity and (ii) for use in connection with MPEG-4 video provided by a licensed video provider. No license is granted or shall be implied for any other use. Additional information including that relating to promotional, internal and commercial uses may be obtained from MPEG LA, LLC. See http://www.mpegla.com.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) voor privé­en niet-commercieel gebruik in verband met informatie die is geëncodeerd volgens de visuele norm MPEG-4 door een consument in het kader van een privé- en niet-commerciële activiteit en (ii) voor gebruik in verband met MPEG-4-videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch impliciet een licentie verstrekt. Aanvullende informatie, waaronder informatie over het gebruik voor promotionele doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is verkrijgbaar bij MPEG LA, LLC. Zie http://www.mpegla.com.
Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten of voor enige bijzondere, incidentele, onrechtstreekse of indirecte schade.
De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt. Tenzij vereist krachtens het toepasselijke recht, wordt geen enkele garantie gegeven betreffende de nauwkeurigheid, betrouwbaarheid of inhoud van dit document, hetzij uitdrukkelijk hetzij impliciet, daaronder mede begrepen maar niet beperkt tot impliciete garanties betreffende de verkoopbaarheid en de geschiktheid voor een bepaald doel. Nokia behoudt zich te allen tijde het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving dit document te wijzigen of te herroepen.
De beschikbaarheid van bepaalde producten kan per regio verschillen. Neem hiervoor contact op met de dichtstbijzijnde Nokia leverancier.
Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan wet- en regelgeving betreffende export van de V.S. en andere landen. Ontwijking in strijd met de wetgeving is verboden.
9250350/Uitgave 1

Inhoudsopgave

Voor uw veiligheid ................... 6
Algemene informatie............. 10
Toegangscodes..................................... 10
Dienst voor configuratie-
instellingen ........................................... 11
Content en toepassingen
downloaden .......................................... 12
Nokia-ondersteuning en -
contactgegevens ................................. 12
1. Aan de slag ........................ 13
De USIM-kaart en de
batterij installeren .............................. 13
Een geheugenkaart installeren........ 14
De batterij opladen............................. 16
De telefoon in- en uitschakelen ..... 17
Demomodus.......................................... 17
Normaal gebruik.................................. 18
2. De telefoon ........................ 19
Toetsen en onderdelen ...................... 19
Homescreen.......................................... 20
Toetsen blokkeren
(toetsblokkering) ................................. 23
3. Algemene functies............. 24
Bellen...................................................... 24
Een spraakoproep beantwoorden
of weigeren........................................... 25
Opties tijdens een gesprek ............... 26
Een video-oproep tot
stand brengen ...................................... 26
Een video-oproep beantwoorden
of weigeren........................................... 27
Opties tijdens een videogesprek ..... 28
Video delen ........................................... 28
4. Tekst invoeren.................... 29
Instellingen ........................................... 29
Tekstinvoer met woordenboek ........ 29
Normale tekstinvoer........................... 30
5. Navigeren door
de menu's ............................... 31
6. Logboek............................... 32
7. Contacten ........................... 33
Een contact opzoeken ....................... 33
Namen en telefoonnummers
opslaan................................................... 33
Nummers en tekstitems opslaan .... 33
Contacten kopiëren ............................ 34
Contactgegevens bewerken ............. 34
Contacten verwijderen ...................... 35
Visitekaartjes........................................ 35
Instellingen........................................... 35
Groepen ................................................. 36
Snelkeuze .............................................. 36
Dienstnummers en
eigen nummers.................................... 36
8. Instellingen......................... 37
Profielen ................................................ 37
Thema's.................................................. 37
Tonen...................................................... 38
Weergave .............................................. 38
Tijd en datum ....................................... 39
Vluchtmodus ........................................ 40
Snelkoppelingen .................................. 40
Connectiviteit ...................................... 42
Oproepen............................................... 48
Telefoon ................................................. 49
Toebehoren ........................................... 51
Configuratie.......................................... 51
Beveiliging ............................................ 52
Beheer van digitale rechten............. 53
Fabrieksinstellingen herstellen........ 54
4
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
9. Organiser ............................ 55
Wekker.................................................... 55
Agenda.................................................... 56
Takenlijst................................................ 57
Notities................................................... 57
Rekenmachine ...................................... 58
Timerfunctie.......................................... 58
Stopwatch ............................................. 59
10. Berichten.......................... 60
SMS-berichten ..................................... 60
USIM-berichten ................................... 62
Multimediaberichten.......................... 62
Geheugen vol........................................ 65
Mappen .................................................. 66
Flitsberichten........................................ 67
Audioberichten..................................... 67
E-mailtoepassing................................. 68
Spraakberichten................................... 71
Informatieberichten............................ 72
Dienstopdrachten ................................ 72
Berichten verwijderen ........................ 72
Berichtinstellingen .............................. 72
11. Web .................................. 77
Basisstappen voor het activeren
en gebruiken van diensten................ 77
Browsen instellen ................................ 77
Verbinding maken
met een dienst...................................... 78
Bladeren door pagina's ...................... 78
Bookmarks ............................................. 80
Weergave-instellingen....................... 80
Beveiligingsinstellingen..................... 81
Downloadinstellingen......................... 82
Dienstinbox ........................................... 82
Cachegeheugen.................................... 83
Browserbeveiliging.............................. 83
12. Galerij ............................... 86
Geheugenkaart formatteren............. 86
13. Media................................ 87
Camera ................................................... 87
Mediaspeler........................................... 88
Muziekspeler......................................... 89
Radio....................................................... 91
Recorder................................................. 93
Equalizer ................................................ 94
14. Toepassingen.................... 95
Spelletjes................................................ 95
Verzameling .......................................... 95
Presenter................................................ 97
15. Orange-menu................... 99
16. USIM-diensten ............. 100
17. Pc-verbinding................ 101
Nokia PC Suite................................... 101
EGPRS, HSCSD, CSD
en WCDMA......................................... 101
Toepassingen voor
gegevenscommunicatie .................. 101
18. Informatie over
de batterij ............................ 103
De batterij opladen en ontladen .. 103 Richtlijnen voor het controleren van de echtheid van
Nokia-batterijen ............................... 104
Verzorging en onderhoud ... 106
Aanvullende
veiligheidsinformatie .......... 108
Index..................................... 112
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
5

Voor uw veiligheid

Voor uw veiligheid
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS
Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING
Alle draadloze telefoons kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking van de telefoon negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN ZIEKENHUIZEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Schakel de telefoon uit in de nabijheid van medische apparatuur.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN VLIEGTUIGEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Draadloze apparatuur kan storingen veroorzaken in vliegtuigen.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT TIJDENS HET TANKEN
Gebruik de telefoon niet in een benzinestation. Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van brandstof of chemicaliën.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT VAN EXPLOSIEVEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Gebruik de telefoon niet waar explosieven worden gebruikt.
GEBRUIK HET APPARAAT VERSTANDIG
Gebruik het apparaat alleen in de normale positie zoals in de productdocumentatie wordt uitgelegd. Raak de antenne niet onnodig aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd.
6
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Voor uw veiligheid
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele producten aan.
WATERBESTENDIGHEID
De telefoon is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
MAAK BACK-UPS
Maak een back-up of een gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens die in de telefoon zijn opgeslagen.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst de handleiding van het desbetreffende apparaat te raadplegen voor uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele producte n aan.
ALARMNUMMER KIEZEN
Controleer of de telefoon ingeschakeld en operationeel is. Druk zo vaak als nodig is op de toets Einde om het scherm leeg te maken en terug te keren naar het startscherm. Toets het alarmnummer in en druk op de beltoets. Geef op waar u zich bevindt. Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen.
Informatie over uw apparaat
Het draadloze apparaat zoals beschreven in deze handleiding is goedgekeurd voor gebruik op het EGSM 900-, GSM 1800- en 1900 en het WCDMA2100­netwerk. Neem contact op met Orange voor meer informatie over netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat aan de geldende wetgeving en de regelgeving ten aanzien van de privacy en wettelijke rechten van anderen.
Houd u, wanneer u beelden of video-opnamen maakt of gebruikt, aan alle regelgeving en houd rekening met de lokale gewoonten, privacy en legitieme rechten van anderen.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur storingen of gevaar kan veroorzaken.
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
7
Voor uw veiligheid
Netwerkdiensten
Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn aangemeld bij een aanbieder van draadloze diensten. Veel van de functies van dit apparaat zijn afhankelijk van de functies die beschikbaar zijn in het draadloze netwerk. Deze netwerkdiensten zijn mogelijk niet in alle netwerken beschikbaar. Het kan ook zijn dat u specifieke regelingen moet treffen met Orange voordat u de netwerkdiensten kunt gebruiken. Mogelijk krijgt u van Orange extra instructies voor het gebruik van de diensten en informatie over de bijbehorende kosten. Bij sommige netwerken gelden beperkingen die het gebruik van netwerkdiensten negatief kunnen beïnvloeden. Zo bieden sommige netwerken geen ondersteuning voor bepaalde taalafhankelijke tekens en diensten.
Het kan zijn dat Orange verzocht heeft om bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het menu van uw apparaat weergegeven. Uw apparaat kan ook speciaal voor Orange geconfigureerd zijn. Deze configuratie kan menunamen, de menuvolgorde en symbolen betreffen. Neem contact op met Orange voor meer informatie.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die werken met TCP/IP-protocollen. Voor sommige functies van deze telefoon, zoals MMS (Multimedia Messaging), browsen, e-mailen, chatten, snel beschikbare contacten, synchroniseren op afstand en het downloaden van content via een browser of MMS, is netwerkondersteuning nodig.
Gedeeld geheugen
De volgende functies in dit apparaat maken mogelijk gebruik van gedeeld geheugen: de galerij, contacten, SMS-, multimedia-, chat- en e-mailberichten, agenda, takenlijstnotities, Java notitietoepassing. Door het gebruik van een of meer van deze functies is er mogelijk minder geheugen beschikbaar voor de overige functies die geheugen delen. Als u bijvoorbeeld veel Java-toepassingen opslaat, kan al het beschikbare geheugen worden gebruikt. Het is mogelijk dat op uw apparaat een bericht wordt weergeven dat het geheugen vol is, wanneer u een functie probeert te gebruiken die gedeeld geheugen gebruikt. Verwijder in dit geval voordat u doorgaat een gedeelte van de informatie of registraties die in het gedeelde geheugen zijn opgeslagen. Aan sommige functies, zoals SMS-berichten, is mogelijk een bepaalde hoeveelheid geheugen toegewezen naast het geheugen dat met andere functies wordt gedeeld.
TM
-spelletjes en -toepassingen, en de
8
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Voor uw veiligheid
Toebehoren
Een aantal praktische regels voor accessoires en toebehoren.
• Houd alle accessoires en toebehoren buiten het bereik van kleine kinderen.
• Als u de elektriciteitskabel van een accessoire of toebehoren losmaakt, neem deze dan bij de stekker en trek aan de stekker, niet aan het snoer
• Controleer regelmatig of eventuele toebehoren die in een auto zijn geïnstalleerd nog steeds goed bevestigd zitten en naar behoren werken
• De montage van ingewikkelde autotoebehoren moet alleen door bevoegd personeel worden uitgevoerd.
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
9

Algemene informatie

Algemene informatie

Toegangscodes

Beveiligingscode

Met de beveiligingscode (5 tot 10 cijfers) wordt de telefoon tegen onbevoegd gebruik beveiligd. De code is standaard ingesteld op 12345. Raadpleeg Beveiliging op pagina 52 voor informatie over het wijzigen van de code en hoe u de telefoon zo instelt dat de code moet worden ingetoetst.
Als u vijf keer na elkaar een onjuiste beveiligingscode hebt ingetoetst, wordt de invoer van de code verder genegeerd. Wacht vijf minuten en voer de code opnieuw in.

PIN-codes

De PIN-code (persoonlijk identificatienummer) en de UPIN-code (universeel persoonlijk identificatienummer) van 4 tot 8 cijfers beveiligen de USIM-kaart tegen onbevoegd gebruik. Zie Beveiliging op pagina 52. De PIN-code wordt gewoonlijk bij de USIM-kaart geleverd. Stel de telefoon zo in dat de PIN-code moet worden ingetoetst wanneer de telefoon wordt ingeschakeld.
Voor bepaalde functies hebt u de PIN2-code van 4 tot 8 cijfers nodig die bij sommige USIM-kaarten wordt geleverd.
De module-PIN is vereist voor toegang tot informatie in de beveiligingsmodule. Zie Beveiligingsmodule op pagina 83. De module­PIN wordt bij de USIM-kaart geleverd als de USIM-kaart is voorzien van een beveiligingsmodule.
De ondertekenings-PIN is nodig voor de digitale handtekening. Zie Digitale handtekening op pagina 85. De ondertekenings-PIN wordt bij de USIM-kaart geleverd als de USIM-kaart is voorzien van een beveiligingsmodule.
10
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Algemene informatie

PUK-codes

De PUK-code (Personal Unblocking Key) en de UPUK-code (Universal Personal Unblocking Key) van 8 cijfers zijn nodig om respectievelijk een geblokkeerde PIN-code of UPIN-code te wijzigen. Als de codes niet bij de USIM-kaart zijn geleverd, neemt u contact op met Orange om de codes op te vragen.

Blokkeerwachtwoord

Het blokkeerwachtwoord van 4 cijfers is nodig wanneer u de Oproepen
blokkeren gebruikt. Zie Beveiliging op pagina 52. U krijgt dit
wachtwoord van Orange. Als u driemaal na elkaar een onjuist blokkeerwachtwoord invoert, wordt het wachtwoord geblokkeerd. Neem contact op met Orange.

Dienst voor configuratie-instellingen

Voordat u gebruik kunt maken van multimediaberichten, chatberichten en aanwezigheid, Push to Talk, e-mail, synchronisatie, streaming en de browser, moet u de juiste configuratie-instellingen op de telefoon instellen. U kunt deze instellingen rechtstreeks ontvangen in een configuratiebericht, die u vervolgens in de telefoon opslaat. Neem contact op met Orange of de dichtstbijzijnde bevoegde Nokia­leverancier voor meer informatie over de beschikbaarheid van instellingen.
Als u de verbindingsinstellingen in een configuratiebericht hebt ontvangen en de instellingen niet automatisch worden opgeslagen en geactiveerd, wordt het bericht Configuratie-instellingen ontvangen weergegeven.
Als u de ontvangen instellingen wilt opslaan, selecteert u Tonen >
Opslaan. Als het bericht PIN voor instellingen invoeren: wordt
weergegeven, voert u de PIN-code voor de instellingen in en selecteert u
OK. Neem contact op met Orange of de dichtstbijzijnde bevoegde
Nokia-leverancier om de PIN-code aan te vragen.
Als er geen instellingen zijn opgeslagen, worden deze instellingen opgeslagen en ingesteld als standaard configuratie-instellingen. Als er
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
11
Algemene informatie
wel instellingen zijn opgeslagen, wordt het bericht Opgeslagen
configuratie-instellingen activeren? weergegeven.
Als u de ontvangen instellingen wilt verwijderen, selecteert u Tonen >
Wegdoen.

Content en toepassingen downloaden

U kunt mogelijk nieuwe content, zoals thema's, beltonen en videoclips naar de telefoon downloaden (netwerkdienst). Selecteer de downloadfunctie (bijvoorbeeld in het menu Galerij). Zie de beschrijving van het betreffende menu voor informatie over het gebruik van de downloadfunctie. Informeer bij Orange naar de beschikbaarheid en tarieven van de verschillende diensten.
Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten die u vertrouwt en die een adequate beveiliging en bescherming tegen schadelijke software bieden.

Nokia-ondersteuning en -contactgegevens

Kijk op www.nokia.com/support of uw lokale website van Nokia voor de nieuwste versie van deze handleiding, aanvullende informatie, downloads en diensten voor uw Nokia-product.
Op de website vindt u informatie over het gebruik van Nokia-producten en -diensten. Als u contact wilt opnemen met de klantenservice, kunt u de lijst met plaatselijke Nokia-contactcentra raadplegen op www.nokia.com/customerservice.
Als de telefoon onderhoud behoeft, kunt u op www.nokia.com/repair de dichtstbijzijnde Nokia-servicevestiging opzoeken.
12
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Aan de slag

1. Aan de slag

De USIM-kaart en de batterij installeren
Schakel het apparaat altijd uit en koppel de lader los voordat u de batterij verwijdert.
Houd alle USIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen.
Neem contact op met Orange voor informatie over het gebruik en de beschikbaarheid van USIM-diensten.
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met een BP-6M-batterij.
De USIM-kaart en de contactpunten van de kaart kunnen gemakkelijk door krassen of buigen worden beschadigd. Wees daarom voorzichtig wanneer u de kaart vastpakt, plaatst of verwijdert.
1. Leg de telefoon met de achterzijde naar boven neer en schuif de achtercover (1) van de telefoon (2).
2. Verwijder de batterij door deze uit de telefoon te tillen (3).
3. Trek voorzichtig aan de vergrendelingsclip van de USIM­kaarthouder om de houder te openen (4). Plaats de USIM-kaart in de USIM­kaarthouder (5). Let er op dat de USIM-kaart juist is geplaatst en dat de goudkleurige contactpunten van de kaart naar beneden zijn gericht.
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
13
Aan de slag
Sluit de USIM-kaarthouder (6) en druk deze omlaag totdat u een klik hoort.
4. Plaats de batterij terug (7).
5. Plaats de achtercover op de juiste manier (8).
6. Schuif de achtercover op de telefoon (9).

Een geheugenkaart installeren

De miniSD-kaart die bij uw telefoon is geleverd bevat vooraf geladen beltonen, thema's, geluiden en afbeeldingen. Als u deze kaart wist, vervangt of opnieuw laadt, werken deze functies mogelijk niet meer naar behoren.
Gebruik alleen compatibele miniSD-kaarten met dit apparaat. Andere geheugenkaarten, zoals de RS-MMC (Reduced Size MultiMediaCard), passen niet in de geheugenkaartsleuf en zijn niet compatibel met dit apparaat. Als u een incompatibele geheugenkaart gebruikt, kan schade ontstaan aan de geheugenkaart en het apparaat en kunnen de gegevens die op de incompatibele kaart zijn opgeslagen, beschadigd raken.
14
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Aan de slag
Gebruik alleen [MMC-kaarten (MultiMediaCards) / RS-MMC-kaarten (Reduced Size MultiMediaCards) / microSD-kaarten / miniSD-kaarten, etc.] die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat. Nokia hanteert de goedgekeurde industriestandaarden voor geheugenkaarten, maar het is mogelijk dat niet alle andere merken volledig compatibel zijn met dit apparaat. Als u een geheugenkaart gebruikt die niet door Nokia is goedgekeurd, kan schade ontstaan aan de geheugenkaart en het apparaat en kunnen de gegevens die op de kaart zijn opgeslagen, beschadigd raken.
U kunt een geheugenkaart gebruiken om het geheugen van de Galerij uit te breiden. Zie Galerij op pagina 86.
U kunt de geheugenkaart plaatsen en vervangen zonder de telefoon uit te schakelen.
Belangrijk: Verwijder de geheugenkaart niet wanneer er een bewerking wordt uitgevoerd waarbij de kaart wordt gebruikt. Wanneer u de kaart tijdens een dergelijke bewerking verwijdert, kan schade ontstaan aan de geheugenkaart en het apparaat en kunnen de gegevens die op de kaart zijn opgeslagen, beschadigd raken.
Open de geheugenkaarthouder, zoals afgebeeld, om de geheugenkaart te plaatsen (1). Plaats de geheugenkaart in de kaarthouder (2). Let er op dat de geheugenkaart juist is geplaatst (u moet een klik horen) en dat de goudkleurige contactpunten van de kaart naar boven zijn gericht. Sluit de geheugenkaarthouder.
Met de geheugenkaart kunt u uw multimediabestanden, zoals videoclips, geluidsbestanden en afbeeldingen, opslaan in de Galerij.
Raadpleeg Geheugenkaart formatteren op pagina 86 voor informatie over het formatteren van de geheugenkaart.
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
15
Aan de slag

De batterij opladen

Controleer voor gebruik altijd het modelnummer van een lader. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met de volgende voedingsbronnen: AC-4, AC-1, AC-3 en DC-4.
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders en toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit model. Het gebruik van alle andere types kan de goedkeuring of garantie doen vervallen en kan gevaarlijk zijn.
Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van goedgekeurde toebehoren. Trek altijd aan de stekker en niet aan het snoer als u toebehoren losmaakt.
1. Sluit de lader aan op een gewone wandcontactdoos.
2. Steek de stekker van de lader in de CA-44-adapter en sluit de adapter aan op de aansluiting aan de onderkant van de telefoon.
Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren voordat de batterij-indicator op het scherm wordt weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen.
De oplaadtijd is afhankelijk van de gebruikte lader en batterij. Het opladen van een BP-6M Li-Ion-batterij met een AC-4-lader duurt bijvoorbeeld ongeveer een uur en 55 minuten wanneer de telefoon zich in de Homescreen-modus bevindt.
16
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Aan de slag

De telefoon in- en uitschakelen

Waarschuwing: Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele
telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
Houd de aan/uit-toets ingedrukt.
Als de PIN-code of de UPIN-code wordt gevraagd, toetst u de code in en selecteert u OK.
U kunt de telefoon ook inschakelen in de demomodus, zonder geïnstalleerde USIM-kaart. In deze modus zijn alle drageronafhankelijke functies beschikbaar en kunt u het alarmnummer bellen.

De tijd, tijdzone en datum instellen

Voer de lokale tijd in, selecteer de tijdzone voor uw locatie uitgedrukt in het tijdverschil ten opzichte van Greenwich Mean Time (GMT) en voer de datum in. Zie Tijd en datum op pagina 39.

Plug-en-play-dienst

Wanneer u de telefoon voor de eerste keer inschakelt en de telefoon staat in de Homescreen-modus, wordt u mogelijk gevraagd de configuratie-instellingen op te halen bij Orange (netwerkdienst). De aanvraag bevestigen of afwijzen. Zie Verb. met serviceonderst. in Configuratie op pagina 51 en Dienst voor configuratie-instellingen op pagina 11.

Demomodus

Als u de telefoon wilt opstarten zonder de SIM-kaart, bevestigt u
Telefoon opstarten zonder SIM-kaart. Vervolgens kunt u de functies
gebruiken waarvoor de SIM-kaart niet vereist is.
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
17
Aan de slag

Normaal gebruik

Maak alleen normaal gebruik van de telefoon.
Uw apparaat heeft een interne antenne.
Opmerking: Zoals voor alle andere radiozendapparatuur geldt, dient onnodig contact met de antenne te worden vermeden als het apparaat is ingeschakeld. Het aanraken van de antenne kan een nadelige invloed hebben op de gesprekskwaliteit en kan ervoor zorgen dat het apparaat meer stroom verbruikt dan noodzakelijk is. U kunt de prestaties van de antenne en de levensduur van de batterij optimaliseren door het antennegebied niet aan te raken wanneer u het apparaat gebruikt.
18
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.

2. De telefoon

Toetsen en onderdelen

• Aan/uit-toets (1)
• Luistergedeelte (2)
• linker-, rechter- en middelste selectietoetsen (3)
• Toets Einde (4)
• Navigatietoets in vier richtingen (5)
•Beltoets (6)
• Cijfertoetsen (7)
• Luispreker (8)
• Sleuf voor geheugenkaart (9)
• Aansluiting voor de lader (10)
• Aansluiting voor toebehoren (11)
De telefoon
8
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
19
De telefoon
• Volumetoetsen (12)
• Infraroodpoort (13)
• Cameralens (14)
• Cameratoets (15)
8

Homescreen

Wanneer de telefoon gereed is voor gebruik en geen tekens zijn ingevoerd, is de telefoon in de Homescreen-modus.
• 3G-indicator (1)
• Signaalterkte van het mobiele netwerk (2)
• Capaciteit van de batterij (3)
• Indicatoren (4)
• De naam van het netwerk of het logo van Orange (5)
• Klok (6)
•Scherm (7)
• De functie van de linkerselectietoets (8) is Favoriet of een snelkoppeling naar een andere functie. Zie Linkerselectietoets op pagina 40.
• De functie van de middelste selectietoets is Menu.
• De rechterselectietoets (10) kan de volgende functies hebben:
Namen voor het openen van een de lijst met contacten in het menu
Contacten, een specifieke naam van Orange voor het openen van een
specifieke website van Orange, of een snelkoppeling naar een functie die u hebt geselecteerd. Zie Rechterselectietoets op pagina 41.
20
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
De telefoon

Orange Homescreen

Orange heeft de Homescreen-modus aan de telefoon toegevoegd zodat u snel toegang hebt tot de meestgebruikte functies en in één oogopslag kunt zien of u oproepen hebt gemist of nieuwe berichten hebt ontvangen. Zie de beknopte handleiding van Orange voor meer informatie over de Homescreen-modus.

Orange-snelkoppelingen

• Als u de lijst met gekozen nummers wilt openen, drukt u eenmaal op de beltoets. Zie Bellen op pagina 24.
• Als u het nummer van de dienst Antwoordapparaatdienst van Orange hebt opgeslagen in de telefoon, kunt u naar uw voicemailbox bellen (netwerkdienst) door cijfertoets 1 ingedrukt te houden.
• Als u uw videomailnummers wilt openen , houdt u 2 ingedrukt.
• Als u verbinding wilt maken met Orange World, houdt u 0 ingedrukt.
• Als u snelkoppelingsfuncties voor de navigatietoets wilt instellen, raadpleegt u Navigatietoets in Snelkoppelingen op pagina 40.
• Als u een ander profiel wilt instellen, opent u de lijst met profielen door kort op de aan/uit-toets te drukken. Blader naar het gewenste profiel en selecteer het profiel.

Energiebesparing

Informatie over het Aan van de energiebesparingsfunctie vindt u onder
Energiespaarstand in Weergave op pagina 38.

Indicatoren

Er staan ongelezen berichten in de map Inbox.
Er staan berichten in de map Outbox die nog niet zijn verzonden, zijn geannuleerd of waarvan de verzending is mislukt.
De telefoon heeft een gemiste oproep geregistreerd.
/ De telefoon is verbonden met de dienst voor chatberichten en
de aanwezigheidsstatus is on line of off line.
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
21
De telefoon
U hebt een of meer chatberichten ontvangen en u bent verbonden met de dienst voor chatberichten.
De toetsen zijn geblokkeerd.
De telefoon gaat niet over wanneer een oproep of SMS-bericht wordt ontvangen. Zie ook Tonen op pagina 38.
De alarmklok is ingesteld op Aan.
De timerfunctie is actief.
De stopwatch wordt op de achtergrond uitgevoerd.
/ De telefoon is aangemeld bij een GPRS-, EGPRS- of WCDMA-
netwerk.
/ Er is een packetgegevensverbinding tot stand gebracht.
/ De packetgegevensverbinding is tijdelijk onderbroken (in de
wachtstand geplaatst), bijvoorbeeld bij een inkomende of uitgaande oproep tijdens een packetgegevensinbelverbinding.
Wanneer de infraroodverbinding tot stand is gebracht, wordt het pictogram permanent weergegeven.
Er is een Bluetooth-verbinding actief.
Als u over twee telefoonlijnen beschikt, wordt de tweede telefoonlijn geselecteerd.
Alle inkomende oproepen worden doorgeschakeld naar een ander nummer.
De luidspreker is geactiveerd of de muziekstandaard is op de telefoon aangesloten.
Gesprekken zijn beperkt tot een besloten gebruikersgroep.
Het tijdelijke profiel is geselecteerd.
, , of
Er is een hoofdtelefoon, handsfree-eenheid, oortje of muziekstandaard op de telefoon aangesloten.
22
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
De telefoon
Toetsen blokkeren (toetsblokkering)
Om te voorkomen dat toetsen per ongeluk worden ingedrukt, selecteert u Menu en drukt u binnen 3,5 seconde op * om de toetsen te blokkeren. U kunt ook Blokkrn selecteren.
Als u de toetsenblokkering wilt opheffen, selecteert u Vrijgeven en drukt u binnen anderhalve seconde op *. Als de Toetsenblokkering is Aan, selecteert u Vrijgeven, drukt u op * en voert u de beveilingingscode in.
Als u een oproep wilt beantwoorden terwijl de toetsen zijn geblokkeerd, drukt u op de beltoets. Wanneer u de oproep beëindigt of niet aanneemt, worden de toetsen weer automatisch geblokkeerd.
Meer informatie over Aut. toetsenblokkering en Toetsenblokkering vindt onder Telefoon op pagina 49.
Wanneer de toetsenvergrendeling is ingeschakeld, kunt u soms nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
23
Algemene functies

3. Algemene functies

Bellen

1. Voer het netnummer en telefoonnummer in. Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op * voor het
internationale voorvoegsel (het +-teken vervangt de internationale toegangscode) en voert u de landcode, het netnummer (laat zo nodig de eerste 0 weg) en het telefoonnummer in.
2. Druk op de beltoets om het nummer te kiezen.
3. Druk op de toets Einde om de oproep te beëindigen of om het kiezen te onderbreken.
Zie Een contact opzoeken op pagina 33 als u wilt zoeken naar een naam of telefoonnummer dat u hebt opgeslagen in Contacten. Druk op de beltoets om het nummer te kiezen.
Druk in de Homescreen-modus eenmaal op de beltoets om de lijst met laatst gekozen nummers weer te geven. Blader naar het gewenste nummer of de gewenste naam en druk op de beltoets om het nummer te kiezen.

Snelkiezen

U kunt een telefoonnummer toewijzen aan één van de snelkeuzetoetsen 3 t/m 9. Zie Snelkeuze op pagina 36. U kunt het nummer op een van de volgende manieren kiezen:
• Druk op de gewenste snelkeuzetoets en vervolgens op de beltoets.
•Als Snelkeuze is Aan, houdt u de gewenste snelkeuzetoets ingedrukt totdat het nummer is gekozen. Zie Oproepen op pagina 48.

Uitgebreide spraakgestuurde nummerkeuze

Als u een oproep wilt maken, selecteert u Namen en houdt u deze ingedrukt en spreekt u vervolgens de naam van degene die u wilt bellen hardop uit. In het telefoongeheugen wordt aan elk contact wordt automatisch een virtueel spraaklabel gekoppeld.
24
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Algemene functies
Een nummer kiezen met spraakgestuurde nummerkeuze
Als een toepassing actief is die gegevens verzendt of ontvangt via een packetgegevensverbinding, moet u de toepassing beëindigen voordat u gebruikmaakt van spraakgestuurde nummerkeuze in GSM. In WCDMA kunt u tegelijkertijd gesprekken voeren en gegevens verzenden.
Spraakopdrachten zijn taalgevoelig. Zie Taal spraakweergave in Telefoon op pagina 49 voor informatie over het instellen van de taal.
Opmerking: Het gebruik van spraaklabels kan moeilijkheden opleveren in een drukke omgeving of tijdens een noodgeval. Voorkom dus onder alle omstandigheden dat u uitsluitend van spraaklabels afhankelijk bent.
1. Houd de rechterselectietoets ingedrukt, in de Homescreen-modus. U hoort een korte toon en de tekst Nu spreken wordt weergegeven.
Als u een compatibele hoofdtelefoon met hoofdtelefoontoets gebruikt, houdt u de hoofdtelefoontoets ingedrukt om spraakgestuurde nummerkeuze te starten.
2. Spreek de spraakopdracht duidelijk uit. Als de ingesproken tekst wordt herkend, wordt een lijst met gevonden items weergegeven. De telefoon speelt de spraakopdracht van het bovenste item in de lijst af. Na ongeveer anderhalve seconde wordt het betreffende nummer gekozen. Als dit niet het gewenste nummer is, bladert u naar een andere vermelding en kiest u het nummer door deze vermelding te selecteren.
Het gebruik van spraakopdrachten voor het uitvoeren van een geselecteerde telefoonfunctie is vergelijkbaar met de spraakgestuurde nummerkeuze. Zie Spraakopdrachten in Snelkoppelingen op pagina 40.

Een spraakoproep beantwoorden of weigeren

Druk op de beltoets om de oproep te beantwoorden.
Als u de beltoon wilt uitschakelen voordat u de oproep beantwoordt, selecteert u Stil.
U kunt de oproep beëindigen of weigeren door op de toets Einde te drukken.
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
25
Algemene functies

Wisselgesprek

Druk tijdens een gesprek op de beltoets om het wisselgesprek te beantwoorden. Het eerste gesprek wordt in de wachtstand geplaatst. U beëindigt het actieve gesprek door op de toets Einde te drukken.
Zie Oproepen op pagina 48 voor informatie over het inschakelen van de functie Wachtfunctieopties.

Opties tijdens een gesprek

Veel opties die u tijdens een gesprek kunt gebruiken, zijn netwerkdiensten. Neem contact op met Orange voor informatie over de beschikbaarheid van deze diensten.
De gespreksopties zijn Dempen of Dempen uit, Contacten, Menu,
Toetsen blokkeren, Opnemen, Luidspreker of Telefoon. De opties voor de
netwerkdienst zijn Opnemen, Weigeren, Standby of Uit standby, Nieuwe
oproep, Toevgn aan conferentie, Beëindigen, Alles afsluiten, plus de
volgende opties:
DTMF verzenden — toonreeksen verzenden
Wisselen — schakelen tussen het actieve gesprek en het gesprek in de
wachtstand
Doorverbinden — een gesprek in de wachtstand doorverbinden met het
actieve gesprek en zelf de verbinding verbreken
Conferentie — een conferentiegesprek voeren waaraan maximaal vijf
personen kunnen deelnemen
Privé-oproep — tijdens een conferentiegesprek ruggespraak houden met
een van de deelnemers
Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.

Een video-oproep tot stand brengen

Tijdens een videogesprek verzendt u zonder vertraging videobeelden naar de ontvanger van de oproep. De ontvanger ziet het videobeeld dat door de camera op de achterkant van de telefoon wordt opgenomen. Deze telefoon heeft geen camera aan de voorkant.
26
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Algemene functies
U kunt alleen videogesprekken voeren als u beschikt over een USIM­kaart en u verbinding hebt met een WCDMA-netwerk. Informeer bij Orange naar de beschikbaarheid en abonnementsmogelijkheden van videogesprekken. Een videogesprek kan alleen tot stand worden gebracht tussen twee partijen. Videogesprekken kunnen worden gevoerd met een andere compatibele telefoon of met een ISDN-client. U kunt geen videogesprek voeren als er al een spraak-, video- of een gegevensoproep actief is.
1. Als u een video-oproep wilt maken, voert u in de Homescreen-modus het telefoonnummer in of selecteert u Contacten en selecteert u vervolgens een contact.
2. Houd de beltoets ingedrukt of selecteer Contacten > Video-oproep. Het starten van een videogesprek kan enige tijd duren. De tekst
Video-oproep en een uitgaande afbeelding worden weergegeven. Als
de oproep niet tot stand kan worden gebracht, bijvoorbeeld omdat videogesprekken niet door het netwerk worden ondersteund of omdat het apparaat van de ontvanger geen videobeelden kan ontvangen, wordt u gevraagd of u in plaats hiervan een gewoon gesprek wilt voeren of een bericht wilt versturen.
Tip: Druk op de volumetoetsen om tijdens een gesprek het volume te verhogen of te verlagen.
Het videogesprek is tot stand gebracht als u twee videobeelden ziet en er geluid uit de luidspreker komt. Het is mogelijk dat de ontvanger het verzenden van videobeelden heeft uitgeschakeld. In dat geval ziet u alleen een stilstaand beeld of een grijze achtergrondafbeelding. U hoort wel geluid.
3. U beëindigt het gesprek door op de toets Einde te drukken.

Een video-oproep beantwoorden of weigeren

Als er een video-oproep binnenkomt, wordt de tekst Video-oproep op het scherm weergegeven.
1. Druk op de beltoets om de video-oproep te beantwoorden. De tekst
Verzenden videoafbeelding naar beller toestaan? wordt
weergegeven.
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
27
Algemene functies
Als u Ja selecteert, worden de videobeelden die door de ingebouwde camera van uw telefoon worden opgenomen naar de beller verzonden. Als u Nee selecteert of niets doet, worden de beelden niet verzonden en hoort u een geluid. Boven aan het videobeeld wordt een afbeelding weergegeven waarmee wordt aangegeven dat de beelden niet worden verzonden. U kunt op elk moment tijdens het videogesprek het verzenden van videobeelden in- of uitschakelen.
2. U beëindigt het videogesprek door op de toets Einde te drukken. U betaalt altijd de prijs voor een videogesprek, ook als u het verzenden
van beelden hebt uitgeschakeld. Neem contact op met Orange voor informatie over de geldende tarieven.

Opties tijdens een videogesprek

Selecteer tijdens een videogesprek Opties om gebruik te kunnen maken van de volgende opties: Contrast instellen, Afspelen, Naar spraakoproep,
Beëindigen, DTMF verzenden en Luidspreker.

Video delen

Tijdens een gesprek kunt u de live-beelden van uw camera met de ontvanger delen. Daarvoor moet de ontvanger over een compatibel mobiel apparaat en een SIP-adres in uw telefoonboek beschikken. Als het SIP-adres van de ontvanger ontbreekt, voert u deze in.
Selecteer Opties > Video delen. Er wordt een uitnodiging verzonden en
Uitnodiging wrdt verz. nr wordt weergegeven. Als de ontvanger de
uitnodiging accepteert, wordt Video delen starten? weergegeven; selecteer Ja en de videobeelden worden verzonden. Het geluid wordt naar de luidspreker geleid.
Als u het delen van video wilt onderbreken, selecteert u Pauze. De middelste selectietoets wordt gewijzigd in Doorgaan.
Als u het delen van video wilt hervatten, selecteert u Doorgaan. De middelste selectietoets wordt gewijzigd in Pauze.
Als u de videosessie wilt beëindigen, selecteert u Stoppen en wordt op beide telefoons Video delen beëindigd weergegeven.
Voor deze toepassing is een WCDMA-verbinding vereist. Informeer bij Orange naar de beschikbaarheid, tarieven en abonnementsmogelijkheden voor de dienst.
28
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Tekst invoeren

4. Tekst invoeren

U kunt op twee verschillende manieren tekst invoeren, bijvoorbeeld wanneer u berichten wilt verzenden: door middel van normale tekstinvoer of door middel van tekstinvoer met woordenboek. Bij normale tekstinvoer drukt u herhaaldelijk op een cijfertoets, van 1 t/m 9, totdat het gewenste teken wordt weergegeven. Bij tekstinvoer met woordenboek kunt u een letter invoeren met één druk op een toets.
Tijdens het invoeren van tekst wordt linksboven in het scherm met of tekstinvoer met woordenboek aangegeven, of met normale tekstinvoer. Naast de aanduiding van de modus voor tekstinvoer wordt
, of weergegeven. Hiermee wordt het gebruik van hoofdletters of kleine letters aangegeven. U kunt schakelen tussen hoofdletters en kleine letters door op # te drukken. geeft de nummermodus aan. U kunt overschakelen naar de nummermodus door # ingedrukt te houden en Nummermodus te selecteren.

Instellingen

Als u de taal voor het invoeren van tekst wilt instellen, selecteert u
Opties > Schrijftaal.
Selecteer tijdens het invoeren van tekst Opties >
Voorspellingsinstellingen.
U kunt tekstinvoer met woordenboek of normale tekstinvoer instellen door Voorspelling > Aan of Uit te selecteren
Tip: U kunt tekstinvoer met woordenboek snel in- en uitschakelen door tijdens het invoeren van tekst tweemaal op # te drukken of door Opties te selecteren en ingedrukt te houden.

Tekstinvoer met woordenboek

Met behulp van tekstinvoer met woordenboek kunt u tekst snel invoeren met de toetsen en een ingebouwd woordenboek.
1. Gebruik de toetsen 2 t/m 9 om te beginnen met het invoeren van een
woord. Druk eenmaal op een toets voor één letter. Op het scherm
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
29
Tekst invoeren
wordt * weergegeven, of de letter als de afzonderlijke letter een woordbetekenis heeft. De ingevoerde letters worden onderstreept weergegeven.
Als u Woordsuggesties als voorspellingstype selecteert, begint de telefoon met het voorspellen van het woord dat u invoert. Nadat u enkele letters hebt ingevoerd, en als deze letters samen geen woord vormen, probeert de telefoon langere woorden te voorspellen. Alleen de ingevoerde letters worden onderstreept weergegeven.
U kunt een speciaal teken toevoegen door * ingedrukt te houden of
Opties > Symbool invoegen te selecteren. Blader naar een teken en
selecteer Gebruik.
2. Als u het gewenste woord hebt ingevoerd, bevestigt u de invoer door op 0 te drukken om een spatie in te voegen.
Als het weergegeven woord niet goed is, drukt u herhaaldelijk op * of selecteert u Opties > Suggesties. Wanneer het gewenste woord wordt weergegeven, selecteert u Gebruik.
Als er een vraagteken (?) achter het woord wordt weergegeven, staat het woord dat u wilt invoeren niet in het woordenboek. Als u het woord aan het woordenboek wilt toevoegen, selecteert u Spellen. Maak het woord af door middel van normale tekstinvoer en selecteer
Opslaan.

Normale tekstinvoer

Druk herhaaldelijk op een cijfertoets (1 t/m 9) totdat het gewenste teken verschijnt. Op de toetsen staan niet alle tekens afgebeeld die onder een toets beschikbaar zijn. Welke tekens beschikbaar zijn, is afhankelijk van de taal die is geselecteerd voor het invoeren van tekst. Zie Instellingen op pagina 29.
Als de volgende letter die u wilt invoeren zich onder dezelfde toets bevindt als de huidige letter, wacht u tot de cursor verschijnt of drukt u kort op een van de navigatietoetsen en voert u de letter in.
De meest gebruikte leestekens en andere speciale tekens zijn beschikbaar onder de toets 1. Druk op * voor meer tekens.
30
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Loading...
+ 84 hidden pages