Nokia 6230I User Manual [nl]

Gebruikershandleiding voor de Nokia 6230i
9236583 Uitgave 3
CONFORMITEITSVERKLARING NOKIA CORPORATION verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het product RM-72 conform is aan de bepalingen van de volgende Richtlijn van de Raad: 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
0434
De doorgestreepte container wil zeggen dat het product binnen de Europese gemeenschap voor gescheiden afvalverzameling moet worden aangeboden aan het einde van de levensduur van het product. Dit geldt voor het apparaat, maar ook voor alle toebehoren die van dit symbool zijn voorzien. Bied deze producten niet aan bij het gewone huisvuil.
Copyright © 2006 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is verboden.
Nokia, Nokia Connecting People en Xpress–on en Pop–Port zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn.
Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation.
Bluetooth is a registered trademark of Bluetooth SIG, Inc.
Includes RSA BSAFE cryptographic or security protocol software from RSA Security.
Java is a trademark of Sun Microsystems, Inc.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG–4 Visual Patent Portfolio License (i) voor privé- en niet–commercieel gebruik in verband met informatie die is geëncodeerd volgens de visuele norm MPEG–4 door een consument in het kader van een privé– en niet–commerciële activiteit en (ii) voor gebruik in verband met MPEG–4–videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt noch expliciet noch impliciet een licentie verstrekt. Aanvullende informatie, waaronder informatie over het gebruik voor promotionele doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is verkrijgbaar bij MPEG LA, LLC. Zie <http://www.mpegla.com>.
This product is licensed under the MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) for personal and non-commercial use in connection with information which has been encoded in compliance with the MPEG-4 Visual Standard by a consumer engaged in a personal and non-commercial activity and (ii) for use in connection with MPEG-4 video provided by a licensed video provider. No license is granted or shall be implied for any other use. Additional information
including that relating to promotional, internal and commercial uses may be obtained from MPEG LA, LLC. See <http://www.mpegla.com>.
Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten of voor enige bijzondere, incidentele, onrechtstreekse of indirecte schade.
De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt. Tenzij vereist krachtens het toepasselijke recht, wordt geen enkele garantie gegeven betreffende de nauwkeurigheid, betrouwbaarheid of inhoud van dit document, hetzij uitdrukkelijk hetzij impliciet, daaronder mede begrepen maar niet beperkt tot impliciete garanties betreffende de verkoopbaarheid en de geschiktheid voor een bepaald doel. Nokia behoudt zich te allen tijde het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving dit document te wijzigen of te herroepen.
De beschikbaarheid van bepaalde producten kan per regio verschillen. Neem hiervoor contact op met de dichtstbijzijnde Nokia leverancier.
Exportbepalingen Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan wet– en regelgeving betreffende export van de V.S. en andere landen. Omleiding in strijd met de wetgeving is verboden.
9236583/Uitgave 3

Inhoudsopgave

Voor uw veiligheid ................... 6
Algemene informatie................ 9
Overzicht van functies.......................... 9
Toegangscodes........................................ 9
Beveiligingscode ................................. 9
PIN–codes.......................................... 10
PUK–codes......................................... 10
Blokkeerwachtwoord...................... 10
Portefeuillecode ............................... 11
Dienst voor configuratie-
instellingen ........................................... 11
Nokia–ondersteuning op het web.. 11
1. Aan de slag ........................ 12
De SIM-kaart en de batterij
installeren ............................................. 12
Een multimediakaart installeren .... 13
De batterij opladen............................. 14
De telefoon in– en uitschakelen..... 15
Normaal gebruik.................................. 15
De covers verwisselen........................ 15
2. De telefoon ........................ 17
Toetsen en aansluitingen.................. 17
Standby–modus................................... 18
Energiebesparing ............................. 19
Indicatoren ........................................ 19
Sneltoetsen in de standby–modus 20
Toetsen blokkeren ............................... 21
3. Algemene functies............. 22
Bellen...................................................... 22
Snelkeuze........................................... 22
Een oproep beantwoorden of
weigeren................................................ 23
Wachtfunctie.................................... 23
Opties tijdens een gesprek ............... 23
4. Tekst invoeren.................... 25
Instellingen........................................... 25
Tekstinvoer met woordenboek ........ 26
Normale tekstinvoer........................... 26
Tips.......................................................... 27
5. Door de menu's navigeren. 29
Een menufunctie activeren .............. 29
Overzicht van de menufuncties ...... 30
6. Menufuncties ..................... 32
Berichten............................................... 32
Tekstberichten (SMS)...................... 32
Multimediaberichten...................... 35
Mappen .............................................. 39
Chatberichten................................... 39
E–mailtoepassing ............................ 46
Spraakberichten............................... 50
Informatieberichten........................ 50
Dienstopdrachten ............................ 50
Berichten verwijderen .................... 50
Berichtinstellingen.......................... 51
Contacten.............................................. 54
Zoeken naar een contact............... 55
Namen en telefoonnummers
opslaan ............................................... 55
Meerdere nummers, tekstitems of
een afbeelding opslaan.................. 55
Contacten kopiëren......................... 56
Contactgegevens bewerken.......... 56
Contacten verwijderen................... 56
Mijn aanwezigheid.......................... 57
Aangemelde contacten.................. 59
Visitekaartjes .................................... 61
Snelkeuze........................................... 61
Spraakgestuurde nummerkeuze.. 62
Overige functies in Contacten ..... 63
Oproep–info.......................................... 64
Lijsten met laatste oproepen ....... 64
Tellers en timers voor oproepen,
4
gegevens en berichten.................... 64
Positiebepaling ................................. 65
Instellingen............................................ 65
Profielen.............................................. 65
Thema's ............................................... 66
Tonen ................................................... 66
Weergave............................................ 66
Tijd en datum .................................... 67
Mijn snelkoppelingen...................... 67
Connectiviteit.................................... 68
Bellen................................................... 72
Telefoon .............................................. 73
Toebehoren ........................................ 74
Configuratie....................................... 75
Beveiliging.......................................... 76
Fabrieksinstellingen terugzetten . 77
Operatormenu ...................................... 77
Galerij...................................................... 77
Media ...................................................... 79
Camera................................................ 79
Mediaspeler ....................................... 80
Muziekspeler ..................................... 81
Radio.................................................... 83
Recorder.............................................. 85
Equalizer............................................. 86
DVS (drukken–voor–spreken) ........... 86
Menu DVS........................................... 87
Verbinding met de DVS–dienst
activeren en verbreken ................... 87
Een DVS-oproep starten en
ontvangen .......................................... 87
Terugbelverzoeken ........................... 89
Een–op–een contacten
toevoegen........................................... 90
Groepen maken en instellen ......... 91
DVS–instellingen .............................. 92
Organiser................................................ 93
Wekker ................................................ 93
Agenda ................................................ 94
Takenlijst............................................. 95
Notities ............................................... 96
Portefeuille ........................................ 96
Synchronisatie ............................... 100
Toepassingen ..................................... 102
Spelletjes ......................................... 102
Verzameling.................................... 103
Rekenmachine................................ 104
Timerfunctie ................................... 105
Stopwatch....................................... 106
Web ...................................................... 106
Basisstappen voor het activeren
en gebruiken van diensten ......... 107
Browsen instellen.......................... 107
Verbinding maken met een
dienst................................................ 107
Browsen door pagina's ................ 108
Weergave–instellingen................ 110
Cookies............................................. 111
Scripts via een beveiligde
verbinding ....................................... 111
Bookmarks....................................... 111
Bestanden downloaden............... 112
Dienstinbox..................................... 112
Cachegeheugen ............................. 113
Browserbeveiliging ....................... 113
SIM–diensten ................................... 116
7. Pc–verbinding.................. 117
PC Suite............................................... 117
(E)GPRS, HSCSD en CSD ................. 117
Toepassing voor
datacommunicatie ........................... 117
8. Informatie over de batterij 118
Opladen en ontladen ....................... 118
Verzorging en onderhoud ... 119 Aanvullende
veiligheidsinformatie .......... 121
5

Voor uw veiligheid

Voor uw veiligheid
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS
Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING
Alle draadloze telefoons kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking van de telefoon negatief beïnvloeden.
SCHAKEL DE TELEFOON UIT IN ZIEKENHUIZEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Schakel de telefoon uit in de nabijheid van medische apparatuur.
SCHAKEL DE TELEFOON UIT IN VLIEGTUIGEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Draadloze telefoons kunnen storingen veroorzaken.
SCHAKEL DE TELEFOON UIT TIJDENS HET TANKEN
Gebruik de telefoon niet in een benzinestation. Gebruik de telefoon niet in de nabijheid van benzine of chemicaliën.
SCHAKEL DE TELEFOON UIT IN DE BUURT VAN EXPLOSIEVEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Gebruik de telefoon niet waar explosieven worden gebruikt.
GEBRUIK DE TELEFOON VERSTANDIG
Gebruik het apparaat alleen in de normale positie zoals in de productdocumentatie wordt uitgelegd. Raak de antenne niet onnodig aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd.
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen ongeschikte producten aan.
6
Voor uw veiligheid
WATERBESTENDIGHEID
De telefoon is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
MAAK BACK–UPS
Maak een back–up of een gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens die in de telefoon zijn opgeslagen.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst de handleiding bij het apparaat te raadplegen voor uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen ongeschikte producten aan.
ALARMNUMMER KIEZEN
Controleer of de telefoon is ingeschakeld. Druk zo vaak als nodig is op de einde–toets om het scherm leeg te maken en terug te keren naar het startscherm. Toets het alarmnummer in en druk op de bel–toets Geef op waar u zich bevindt. Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen.
Informatie over het apparaat
Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in het EGSM 900–, GSM 1800– en GSM 1900-netwerk. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat, aan alle regelgeving en eerbiedig de privacy en legitieme rechten van anderen.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur storingen of gevaar kan veroorzaken.
Netwerkdiensten
Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn aangemeld bij een aanbieder van draadloze diensten. Veel van de functies van dit apparaat zijn afhankelijk van de functies die beschikbaar zijn in het draadloze netwerk. Deze netwerkdiensten zijn mogelijk niet in alle netwerken beschikbaar. Het kan ook zijn dat u specifieke regelingen moet treffen met uw serviceprovider voordat u de netwerkdiensten kunt gebruiken. Mogelijk krijgt u van uw serviceprovider extra instructies voor het gebruik van de diensten en informatie over de bijbehorende kosten. Bij sommige netwerken gelden beperkingen die het gebruik van netwerkdiensten negatief kunnen beïnvloeden. Zo bieden sommige netwerken geen ondersteuning voor bepaalde taalafhankelijke tekens en diensten.
7
Voor uw veiligheid
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het menu van uw apparaat weergegeven. Het is ook mogelijk dat het apparaat speciaal voor uw serviceprovider is geconfigureerd. In dat geval kunnen menunamen, de menuvolgorde en pictogrammen zijn gewijzigd. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0–protocollen (HTTP en SSL) die werken met TCP/IP–protocollen. Voor de technologie van sommige functies van dit apparaat, zoals MMS (Multimedia Messaging Service), browsen, e–mailtoepassing, chatberichten, snel beschikbare contacten, synchronisatie op afstand en het downloaden van content via browser of MMS, is netwerkondersteuning nodig.
Gedeeld geheugen
De volgende functies in dit apparaat maken mogelijk gebruik van gedeeld geheugen: contacten, tekst– en chatberichten, e–mailberichten, spraaklabels, agenda, takenlijstnotities en Java notitietoepassing. Door het gebruik van een of meer van deze functies is er mogelijk minder geheugen beschikbaar voor de overige functies die geheugen delen. Als u bijvoorbeeld veel Java–toepassingen opslaat, kan al het beschikbare geheugen worden opgebruikt. Uw apparaat kan een bericht weergeven dat het geheugen vol is wanneer u een functie probeert te gebruiken die gedeeld geheugen gebruikt. Verwijder in dit geval voordat u doorgaat een gedeelte van de informatie of registraties die in het gedeelde geheugen zijn opgeslagen. Aan sommige functies, zoals Java–toepassingen, is mogelijk afzonderlijk een bepaalde hoeveelheid geheugen toegewezen naast het geheugen dat met andere functies wordt gedeeld.
Voor de bestanden in de Galerij is een ander geheugen beschikbaar. Zie Galerij op pagina 77 voor meer informatie.
TM
–spelletjes en –toepassingen, en de
Toebehoren
Een aantal praktische regels voor accessoires en toebehoren:
• Houd alle accessoires en toebehoren buiten het bereik van kleine kinderen.
• Als u de elektriciteitskabel van enige accessoire of toebehoren losmaakt, neem deze dan bij de stekker en trek aan de stekker, niet aan het snoer
• Controleer regelmatig of eventuele toebehoren die in een auto zijn geïnstalleerd nog steeds goed zijn bevestigd en naar behoren werken
• De montage van ingewikkelde autotoebehoren moet alleen door bevoegd personeel worden uitgevoerd.
8

Algemene informatie

Algemene informatie

Overzicht van functies

De Nokia 6230i biedt een groot aantal functies die handig zijn in het dagelijks gebruik, zoals een agenda, klok, wekker, radio, muziekspeler en ingebouwde camera. U kunt de telefoon naar wens aanpassen met Nokia Xpress-on de volgende functies:
• EDGE (Enhanced Data rates for GSM Evolution), zie (E)GPRS op pagina 70.
• xHTML–browser (eXtensible Hypertext Markup Language), zie Web op pagina 106.
• E-mailtoepassing, zie E–mailtoepassing op pagina 46.
• Chatberichten, zie Chatberichten op pagina 39.
• Contacten met aanwezigheidsinformatie, zie Mijn aanwezigheid op pagina 57.
• DVS (Drukken–Voor–Spreken), zie DVS (drukken–voor–spreken) op pagina 86.
• Java 2 Micro Edition, J2ME
• Bluetooth–technologie, zie Draadloze technologie via Bluetooth op pagina 68.
• Multimediakaart ter uitbreiding van de geheugencapaciteit van uw telefoon, voor het opslaan van afbeeldingen, foto's en videoclips.
TM
–kleurencovers. De telefoon ondersteunt bovendien
TM
), zie Toepassingen op pagina 102.

Toegangscodes

Beveiligingscode

De beveiligingscode (5 tot 10 cijfers) beveiligt de telefoon tegen onbevoegd gebruik. De code is standaard ingesteld op 12345. Wijzig de code en houd de nieuwe code geheim. Bewaar de code op een veilige plaats uit de buurt van de telefoon. Zie Beveiliging op pagina 76 voor informatie over het wijzigen van de code en het instellen van de telefoon om de code te vragen.
9
Algemene informatie
Als u vijf keer na elkaar een onjuiste beveiligingscode hebt ingetoetst, wordt de invoer van de code genegeerd. Wacht vijf minuten en voer de code opnieuw in.

PIN–codes

• De PIN–code (Personal Identification Number) van 4 tot 8 cijfers beveiligt de SIM–kaart tegen onbevoegd gebruik. De PIN–code wordt gewoonlijk bij de SIM–kaart geleverd. Stel de telefoon in om naar de PIN–code te vragen wanneer de telefoon wordt ingeschakeld. Zie Beveiliging op pagina 76.
• Voor bepaalde functies hebt u de PIN2–code nodig die bij sommige SIM–kaarten wordt geleverd.
• De module–PIN is vereist voor toegang tot informatie in de beveiligingsmodule. Zie Beveiligingsmodule op pagina 113. De module–PIN wordt bij de SIM–kaart geleverd als de SIM–kaart voorzien is van een beveiligingsmodule.
• De ondertekenings–PIN is nodig voor de digitale handtekening. Zie Digitale handtekening op pagina 115. De ondertekenings–PIN wordt bij de SIM–kaart geleverd als de SIM–kaart voorzien is van een beveiligingsmodule.
Als u drie keer na elkaar een onjuiste PIN–code hebt ingevoerd, wordt
PIN geblokkeerd of PIN-code geblokkeerd weergegeven en wordt u
gevraagd de PUK–code in te voeren.

PUK–codes

De PUK–code (Personal Unblocking Key) van 8 cijfers is nodig om een geblokkeerde PIN–code te wijzigen. De PUK2–code is nodig om een geblokkeerde PIN2–code te wijzigen.
Als de codes niet bij de SIM–kaart worden geleverd, neemt u contact op met uw netwerkoperator of serviceprovider om de codes te verkrijgen.

Blokkeerwachtwoord

Het blokkeerwachtwoord (4 cijfers) is nodig bij gebruik van Oproepen
blokkeren. Zie Beveiliging op pagina 76. U krijgt dit wachtwoord van uw
serviceprovider.
10
Algemene informatie

Portefeuillecode

De portefeuillecode (4 tot 10 cijfers) is vereist voor toegang tot de portefeuillediensten. Als u drie keer na elkaar een verkeerde portefeuillecode hebt ingevoerd, wordt de portefeuillecode gedurende vijf minuten geblokkeerd. Als u opnieuw driemaal de verkeerde code invoert, wordt de blokkeertijd verdubbeld. Zie Portefeuille op pagina 96 voor meer informatie.
Dienst voor configuratie-instellingen
Voordat u gebruik kunt maken van multimediaberichten, chatberichten en aanwezigheid, DVS, e–mailtoepassing, synchronisatie, streaming en de browser, moet u de juiste configuratie–instellingen op de telefoon instellen. U kunt deze instellingen rechtstreeks ontvangen in een configuratiebericht, die u vervolgens in de telefoon opslaat. Neem contact op met de netwerkoperator, serviceprovider of dichtstbijzijnde bevoegde Nokia–leverancier voor meer informatie over de beschikbaarheid van instellingen.
Als u de verbindingsinstellingen in een configuratiebericht hebt ontvangen en de instellingen niet automatisch worden opgeslagen en geactiveerd, wordt Configuratie-inst. ontvangen weergegeven.
Als u de ontvangen instellingen wilt opslaan, selecteert u Tonen >
Opslaan. Als de melding PIN voor instellingen invoeren: verschijnt, voert
u de PIN–code voor de instellingen in en selecteert u OK. Vraag de PIN-code op bij de serviceprovider die de instellingen levert.
Als er nog geen instellingen zijn opgeslagen, worden deze instellingen opgeslagen en ingesteld als standaard configuratie–instellingen. Zijn er wel instellingen opgeslagen, dan wordt het volgende gevraagd:
Opgeslagen configuratie-instellingen activeren?.
Als u de ontvangen instellingen wilt verwijderen, selecteert u Tonen >
Wegd..

Nokia–ondersteuning op het web

Ga naar <www.nokia.com/support> of naar de Nederlandstalige website van Nokia voor de laatste versie van deze handleiding, aanvullende informatie, downloads en diensten voor uw Nokia–product.
11
Aan de slag

1. Aan de slag

De SIM-kaart en de batterij installeren
Schakel het apparaat altijd uit en zorg ervoor dat het apparaat niet met een lader of een ander apparaat is verbonden als u de cover wilt verwijderen. Bevestig altijd de covers voordat u het apparaat opbergt of gebruikt.
Houd alle SIM–kaarten buiten bereik van kleine kinderen. Raadpleeg de leverancier van uw SIM–kaart voor informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider, netwerkoperator of een andere leverancier zijn.
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met een BL-5C–batterij.
De SIM–kaart en de contactpunten van de kaart kunnen gemakkelijk door krassen of buigen worden beschadigd. Wees daavrom voorzichtig wanneer u de kaart vastpakt, plaatst of verwijdert.
1. Leg de telefoon met de achterzijde naar boven en druk op de ontgrendelingsknop (1).
2. Schuif de achtercover van de telefoon (2).
3. Verwijder de batterij door deze uit de telefoon te tillen (3).
4. Trek voorzichtig aan de vergrendelingsclip van de SIM–kaarthouder om de houder te openen (4).
12
Aan de slag
5. Plaats de SIM–kaart in de SIM–kaarthouder (5). Zorg ervoor dat de SIM–kaart juist is geplaatst en dat de goudkleurige contactpunten naar beneden zijn gericht.
6. Sluit de SIM–kaarthouder (6) door deze omlaag te drukken totdat u een klik hoort.
7. Plaats de batterij terug (7).
8. Schuif de achtercover weer op de telefoon (8).

Een multimediakaart installeren

Gebruik alleen compatibele MMC–kaarten (multimediakaarten) met dit apparaat. Andere geheugenkaarten, zoals SD–kaarten (Secure Digital) passen niet in de MMC–kaartsleuf en zijn niet compatibel met dit apparaat. Als u een incompatibele geheugenkaart gebruikt, kan schade ontstaan aan de geheugenkaart en het apparaat en kunnen de gegevens die op de incompatibele kaart zijn opgeslagen, beschadigd raken.
U kunt een multimediakaart gebruiken om het geheugen van de Galerij te vergroten. Zie Galerij op pagina 77.
Uw telefoon ondersteunt multimediakaarten met een capaciteit tot 512 MB.
1. Verwijder de achtercover en verwijder de batterij uit de telefoon. Zie De SIM-kaart en de batterij installeren op pagina 12.
13
Aan de slag
2. Plaats de multimediakaart in de kaarthouder. Zorg ervoor dat de multimediakaart juist is geplaatst en dat de goudkleurige contactpunten naar beneden zijn gericht.
3. Plaats de batterij terug en schuif de achtercover op de telefoon. Zie stap 7 en 8 in De SIM-kaart en de batterij installeren op pagina 12.

De batterij opladen

Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders en toebehoren die
door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit model. Het gebruik van alle andere types kan de goedkeuring of garantie doen vervallen en kan gevaarlijk zijn.
Controleer voor gebruik altijd het modelnummer van een oplader. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met de voedingsbron ACP-12.
Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van goedgekeurde accessoires.
1. Steek de stekker van de lader in de aansluiting aan de onderkant van de telefoon.
2. Sluit de lader aan op een gewone wandcontactdoos.
Als de batterij helemaal leeg is, kan het enkele minuten duren voordat de batterij–indicator wordt weergegeven of voordat u kunt bellen.
De oplaadtijd is afhankelijk van de gebruikte lader en batterij. Het opladen van een batterij van het type BL-5C met de lader ACP–12 duurt bijvoorbeeld ongeveer anderhalf uur wanneer de telefoon zich in de standby–modus bevindt.
14

De telefoon in– en uitschakelen

Waarschuwing: Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele
telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
Houd de aan / uit–toets ingedrukt.
Als de PIN–code wordt gevraagd, voert u de PIN–code (bijvoorbeeld weergegeven als ****) in en selecteert u OK.

Normaal gebruik

Maak alleen normaal gebruik van de telefoon.
Uw apparaat heeft een interne antenne.
Opmerking: Zoals voor alle andere radiozendapparatuur geldt, dient onnodig contact met de antenne te worden vermeden als het apparaat is ingeschakeld. Het aanraken van de antenne kan een nadelige invloed hebben op de gesprekskwaliteit en kan ervoor zorgen dat het apparaat meer stroom verbruikt dan noodzakelijk is. U kunt de prestaties van de antenne en de levensduur van de batterij optimaliseren door het antennegebied niet aan te raken wanneer u het apparaat gebruikt.
Aan de slag

De covers verwisselen

Opmerking: Schakel het apparaat altijd uit en zorg ervoor dat het
apparaat niet met een lader of een ander apparaat is verbonden als u de covers wilt verwijderen. Raak geen elektronische componenten aan tijdens het verwisselen van de covers. Bevestig altijd de covers voordat u het apparaat opbergt of gebruikt.
1. Verwijder de achtercover. Zie stap 1 en 2 in De SIM-kaart en de batterij installeren op pagina 12.
15
Aan de slag
2. Begin aan de bovenkant van de telefoon met het voorzichtig losmaken van de voorcover (1) en neem de cover weg (2).
3. Verwijder de toetsensjabloon van de voorcover door deze voorzichtig uit de cover te drukken (3).
4. Plaats de toetsensjabloon in de nieuwe voorcover (4).
5. Druk de toetsensjabloon voorzichtig vast (5).
6. Plaats de voorcover (6) terug door deze vanaf de onderkant voorzichtig op de telefoon te drukken.
7. Plaats de achtercover terug. Zie stap 8 in De SIM-kaart en de batterij installeren op pagina 12.
16
De telefoon

2. De telefoon

Toetsen en aansluitingen

• Aan / uit–toets (1)
• Luistergedeelte (2)
• Volumetoetsen (3)
Volume–omhoog om een DVS-oproep te starten. Zie Een DVS-oproep starten en ontvangen op pagina 87.
• Luidspreker (4)
• Linkerselectie–, middelste selectie- en rechterselectietoets (5)
De functie van deze toetsen is afhankelijk van de tekst die boven de toetsen wordt weergegeven.
• Navigatietoets in vier richtingen (6)
Omhoog, omlaag, naar links en naar rechts bladeren.
• Beltoets (7) om een telefoonnummer te kiezen en een oproep te beantwoorden.
• Einde–toets (8) om een actieve oproep te beëindigen en functies af te sluiten.
• Cijfertoetsen (9) om cijfers en tekens in te voeren.
De toetsen * en # (9) hebben diverse doeleinden in verschillende functies.
• Aansluiting voor de lader (10)
• Pop-Port zoals hoofdtelefoons en de gegevenskabel (11)
TM
–aansluiting, voor toebehoren
17
De telefoon
• Infraroodpoort (12)
• Cameralens op de achtercover van de telefoon (13)

Standby–modus

Wanneer de telefoon gereed is voor gebruik en geen tekens zijn ingevoerd, bevindt de telefoon zich in de standby–modus.
• Toont het operatorlogo of de naam van het netwerk om aan te geven welk cellulair netwerk wordt gebruikt (1).
• Toont de signaalsterkte van het cellulaire netwerk op uw huidige positie (2).
• Toont de capaciteit van de batterij (3).
• De linkerselectietoets in de standby–modus is Favor..
Selecteer Favor. om de functies in uw lijst met persoonlijke favorieten weer te geven. Selecteer een functie om deze te activeren.
Als u een functie aan de lijst met favorieten wilt toevoegen, selecteert u Opties > Selectieopties, gaat u naar de functie en selecteert u Markeer. Als u een functie uit de lijst wilt verwijderen, selecteert u Deslctrn.
Als u de functies in uw lijst met persoonlijke favorieten anders wilt rangschikken, selecteert u Opties > Organiseren, selecteert u de gewenste functie, selecteert u Verpltsn en geeft u aan waar u de functie naartoe wilt verplaatsen.
18
De telefoon
• De middelste selectietoets in de standby–modus is Menu.
• De rechterselectietoets in de standby–modus kan Namen (6) zijn om de lijst met contacten in het menu Contacten te openen, een operatorspecifieke naam zijn om een operatorspecifieke website te openen of een snelkoppeling zijn naar een specifieke functie die u hebt geselecteerd. Zie Rechter selectietoets in Mijn snelkoppelingen op pagina 67.

Energiebesparing

De screensaver in de vorm van een digitale klok verschijnt in het display wanneer gedurende bepaalde tijd geen telefoonfuncties zijn gebruikt. Om de functie voor energiebesparing in te stellen op Aan, zie
Energiespaarstand in Weergave op pagina 66.

Indicatoren

U hebt een of meer tekst– of afbeeldingberichten ontvangen.
U hebt een of meer multimediaberichten ontvangen.
De telefoon heeft een gemiste oproep geregistreerd.
of
De telefoon is verbonden met de dienst voor chatberichten en de aanwezigheidsstatus is on line, respectievelijk off line.
U hebt een of meer chatberichten ontvangen en u bent verbonden met de dienst voor chatberichten.
De toetsen zijn geblokkeerd.
De telefoon gaat niet over bij een inkomende oproep of een inkomend tekstbericht als Oproepsignaal is ingesteld op Stil of geen van de bellergroepen is ingesteld om te worden gewaarschuwd met de instelling Waarschuwen bij en
Berichtensignaaltoon is ingesteld op Uit. Zie ook Tonen op
pagina 66.
De wekker is ingesteld op Aan.
19
De telefoon
De timerfunctie is actief.
De stopwatch wordt uitgevoerd in de achtergrond.
De (E)GPRS–verbindingsmodus Altijd online is geselecteerd en de EGPRS–dienst is beschikbaar.
Er is een (E)GPRS–verbinding tot stand gebracht.
De (E)GPRS–verbinding is tijdelijk onderbroken, bijvoorbeeld bij een inkomende of uitgaande oproep tijdens een (E)GPRS-inbelverbinding.
Wanneer de infraroodverbinding tot stand is gebracht, wordt het pictogram permanent weergegeven.
Er is een Bluetooth–verbinding actief.
Als u over twee telefoonlijnen beschikt, wordt de tweede telefoonlijn geselecteerd.
Alle inkomende oproepen worden doorgeschakeld naar een ander nummer.
De luidspreker is geactiveerd of de muziekstandaard is op de telefoon aangesloten.
Gesprekken zijn beperkt tot een gesloten gebruikersgroep.
Het tijdelijke profiel is geselecteerd.
, , of
Er is een hoofdtelefoon, handsfree–eenheid, hoorapparaat of muziekstandaard op de telefoon aangesloten.
of
Er is een DVS–verbinding actief of onderbroken.

Sneltoetsen in de standby–modus

• Als u de lijst met gekozen nummers wilt openen, drukt u eenmaal op de beltoets. Ga naar het gewenste nummer of de gewenste naam en druk op de beltoets om het nummer te kiezen.
20
De telefoon
• Houd 1 ingedrukt om naar uw voicemailbox te bellen (netwerkdienst) wanneer u het voicemailnummer hebt opgeslagen in de telefoon.
• Houd 0 ingedrukt om verbinding te maken met een browser–dienst.
• Informatie over het instellen van sneltoetsfuncties voor de navigatietoets vindt u onder Navigatietoets in Mijn snelkoppelingen op pagina 67.
• Als u een ander profiel wilt instellen, opent u de lijst met profielen door kort op de aan / uit–toets te drukken. Ga naar het gewenste profiel en selecteer het profiel.

Toetsen blokkeren

Om te voorkomen dat toetsen per ongeluk worden ingedrukt, selecteert u Menu en drukt u binnen 3,5 seconden op * om de toetsen te blokkeren.
U geeft de toetsen weer vrij door Vrijgev. te selecteren en binnen 1,5 seconde op * te drukken. Als u Toetsenblokkering hebt ingesteld op Aan, selecteert u Vrijgev., drukt u op * en voert u de beveiligingscode in.
Als u een oproep wilt beantwoorden terwijl de toetsen zijn geblokkeerd, drukt u op de beltoets. Wanneer u de oproep beëindigt of niet aanneemt, worden de toetsen weer automatisch geblokkeerd.
Zie Telefoon op pagina 73 voor meer informatie over Automatische
toetsenblokkering en Toetsenblokkering.
Wanneer de toetsenvergrendeling is ingeschakeld, kunt u soms nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
21
Algemene functies

3. Algemene functies

Bellen

1. Voer het netnummer en telefoonnummer in. Als u een verkeerd teken hebt ingevoerd, selecteert u Wissen om het teken te wissen.
Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op * voor het internationale prefix (het +–teken vervangt de internationale toegangscode) en voert u de landcode, het netnummer (laat zo nodig de eerste 0 weg) en het telefoonnummer in.
2. Druk op de beltoets om het nummer te kiezen.
3. Druk op de einde–toets om de oproep te beëindigen of om het kiezen te onderbreken.
Bellen met behulp van de lijst met contacten
Zie Zoeken naar een contact op pagina 55 als u wilt zoeken naar een naam of telefoonnummer dat u hebt opgeslagen in Contacten. Druk op de beltoets om het nummer te kiezen.
Laatste nummer herhalen
Druk vanuit de standby–modus eenmaal op de beltoets om de lijst weer te geven met nummers die u het laatst gekozen hebt of geprobeerd hebt te kiezen. Ga naar het gewenste nummer of de gewenste naam en druk op de beltoets om het nummer te kiezen.

Snelkeuze

U kunt een telefoonnummer toewijzen aan een van de snelkeuzetoetsen, van 2 tot en met 9. Zie Snelkeuze op pagina 61. U kunt het nummer dan op een van de volgende manieren kiezen:
• Druk op de gewenste snelkeuzetoets en vervolgens op de beltoets.
•Als Snelkeuze is ingesteld op Aan, houdt u de gewenste snelkeuzetoets ingedrukt totdat het nummer is gekozen. Zie Bellen op pagina 72.
22
Algemene functies

Een oproep beantwoorden of weigeren

U beantwoordt een inkomend gesprek door op de beltoets te drukken. U beëindigt het gesprek door op de einde–toets te drukken.
U weigert een inkomend gesprek door op de einde–toets te drukken. Als u Stil selecteert, wordt alleen de beltoon uitgeschakeld. U kunt het
gesprek vervolgens beantwoorden of weigeren.
Tip: Als de functie Doorschakelen indien in gesprek is ingeschakeld om gesprekken door te schakelen, bijvoorbeeld naar uw voicemail, worden ook geweigerde gesprekken doorgeschakeld. Zie Bellen op pagina 72.
Als op de telefoon een compatibele hoofdtelefoon met hoofdtelefoontoets is aangesloten, kunt u een oproep beantwoorden en beëindigen door op de hoofdtelefoontoets te drukken.

Wachtfunctie

Druk tijdens een gesprek op de beltoets om het gesprek in de wachtstand te beantwoorden. Het eerste gesprek wordt in de wachtstand geplaatst. U beëindigt het actieve gesprek door op de einde–toets te drukken.
Zie Bellen op pagina 72 voor meer informatie over het activeren van de functie Wachtfunctieopties.

Opties tijdens een gesprek

Veel van de opties die u tijdens gesprekken kunt gebruiken, zijn netwerkdiensten. Neem contact op met uw netwerkoperator of serviceprovider voor meer informatie.
Selecteer Opties tijdens een gesprek voor de volgende opties:
Dempen of Dempen uit, Beëindigen, Alles afsluiten, Contacten,
Menu, Standby of Uit standby, Nieuwe oproep, Opnemen, Opnemen
en Weigeren.
•Met Conferentie kunt u een conferentiegesprek voeren waaraan maximaal vijf personen kunnen deelnemen (netwerkdienst). Tijdens het gesprek kunt u een nieuwe deelnemer bellen (Nieuwe oproep). Het eerste gesprek wordt in de wachtstand geplaatst. Wanneer het
23
Algemene functies
nieuwe gesprek is beantwoord, kunt u de eerste deelnemer weer in het conferentiegesprek betrekken door Conferentie te selecteren. Als u een privé–gesprek met een van de deelnemers wilt voeren, selecteert u Privé-oproep en selecteert u de gewenste deelnemer. Als u weer aan het conferentiegesprek wilt deelnemen, selecteert u
Toevgn aan confer..
Toetsen blokkeren om de toetsenblokkering te activeren.
DTMF verzenden om DTMF–tonen (Dual Tone MultiFrequency), zoals wachtwoorden of bankrekeningnummers, te verzenden. Het DTMF-systeem wordt gebruikt door alle touch–tone telefoons. Voer de DTMF–toonreeks in of haal deze op uit Contacten en selecteer
DTMF. U kunt het wachtteken w en het pauzeteken p invoeren door
herhaaldelijk op * te drukken.
Wisselen om te schakelen tussen het actieve gesprek en het gesprek in de wachtstand (netwerkdienst).
Doorverbinden om een gesprek in de wachtstand door te verbinden met het actieve gesprek en zelf de verbinding te verbreken (netwerkdienst).
• Druk tijdens een gesprek op Luidspreker om de telefoon te gebruiken als luidspreker. Houd de telefoon niet tegen het oor terwijl u de luidspreker gebruikt. U kunt de luidspreker in– of uitschakelen door
Luidspreker of Telefoon te selecteren, of Luidspr. of Norm. te
selecteren. De luidspreker wordt automatisch uitgeschakeld wanneer u de oproep beëindigt of wanneer u de handsfree–eenheid of de hoofdtelefoon op de telefoon aansluit.
Als u een compatibele handsfree–eenheid of de hoofdtelefoon op de telefoon hebt aangesloten, wordt de optie Telefoon vervangen door
Handsfree, respectievelijk Hoofdtelefoon in de lijst met opties. De
selectietoets Norm. wordt vervangen door Handsf., respectievelijk
Hfdtel..
U kunt de luidspreker gebruiken voor de radio of de muziekspeler. Zie Algemene radiofuncties op pagina 84 of Muziekspeler op pagina 81.
Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.
24
Tekst invoeren

4. Tekst invoeren

U kunt op twee verschillende manieren tekst invoeren, bijvoorbeeld wanneer u berichten wilt verzenden: via de methode voor normale tekstinvoer of via de methode voor tekstinvoer met woordenboek. Bij gebruik van de methode voor normale tekstinvoer, drukt u herhaaldelijk op een cijfertoets, van 1 tot en met 9, totdat het gewenste teken verschijnt. Bij gebruik van tekstinvoer met woordenboek kunt u een letter invoeren met één druk op een toets.
Tijdens het invoeren van tekst geeft linksboven in het display tekstinvoer met woordenboek aan en geeft normale tekstinvoer aan.
, of verschijnt naast de aanduiding voor de modus voor tekstinvoer en geeft het gebruik van hoofdletters en kleine letters aan. Om te schakelen tussen hoofdletters en kleine letters, drukt u op #.
geeft de nummermodus aan. U kunt overschakelen naar de nummermodus door # ingedrukt te houden en Nummermodus te selecteren.

Instellingen

Als u tijdens het invoeren van tekst de schrijftaal wilt instellen, selecteert u Opties > Schrijftaal.
Tijdens het invoeren van tekst selecteert u Opties > Voorspellingsinst..
• Als u tekstinvoer met woordenboek wilt inschakelen, selecteert u
Voorspelling > Aan.
Als u wilt terugkeren naar normale tekstinvoer, selecteert u
Voorspelling > Uit.
• Als u het type voorspelling bij gebruik van tekstinvoer met
woordenboek wilt instellen, selecteert u Voorspellingtype > Normaal of Woordsuggesties. Als u Normaal selecteert, probeert de telefoon het woord te voorspellen op basis van de tekens die u hebt ingevoerd. Als u Woordsuggesties selecteert, probeert de telefoon het woord te voorspellen en te voltooien al voordat u alle tekens hebt ingevoerd.
Tip: U kunt tekstinvoer met woordenboek snel in– en uitschakelen door tijdens het invoeren van tekst tweemaal op # te drukken of door Opties te selecteren en ingedrukt te houden.
25
Tekst invoeren

Tekstinvoer met woordenboek

Met behulp van tekstinvoer met woordenboek kunt u tekst snel invoeren met behulp van de toetsen en een ingebouwd woordenboek.
1. Begin met het invoeren van een woord door de toetsen 2 tot en met 9 te gebruiken. Druk eenmaal op een toets voor één letter. In het display wordt * of de letter weergegeven als de afzonderlijke letter een betekenis als woord heeft. De ingevoerde letters worden onderstreept weergegeven.
Als u Woordsuggesties als voorspellingstype hebt geselecteerd, begint de telefoon met het voorspellen van het woord dat u invoert. Nadat u enkele letters hebt ingevoerd, en als deze letters samen geen woord vormen, probeert de telefoon langere woorden te voorspellen. Alleen de ingevoerde letters worden onderstreept weergegeven.
2. Nadat u het woord hebt ingevoerd en het woord is correct, bevestigt u de invoer en wordt automatisch een spatie toegevoegd door op 0 te drukken.
Als het woord niet correct is, drukt u herhaaldelijk op * of selecteert u
Opties > Suggesties. Wanneer het gewenste woord wordt
weergegeven, selecteert u Gebruik.
Als er een vraagteken (?) achter het woord wordt weergegeven, bevindt het woord dat u wilt invoeren zich niet in het woordenboek. Als u het woord aan het woordenboek wilt toevoegen, selecteert u
Spellen. De ingevoerde letters worden weergegeven. Voltooi het
woord via de methode voor normale tekstinvoer en selecteer
Opslaan.
Zie Tips op pagina 27 voor nadere instructies voor het invoeren van tekst.

Normale tekstinvoer

Druk herhaaldelijk op een cijfertoets (1 tot en met 9) totdat het gewenste teken verschijnt. Op de toetsen staan niet alle tekens afgebeeld die onder een toets beschikbaar zijn. De beschikbare tekens zijn afhankelijk van de taal die is geselecteerd voor het invoeren van tekst. Zie Instellingen op pagina 25.
26
Tekst invoeren
Als de volgende letter die u wilt invoeren zich onder dezelfde toets bevindt als de huidige letter, wacht u tot de cursor verschijnt of drukt u kort op een van de navigatietoetsen en voert u de letter in.
De meest gebruikte leestekens en andere speciale tekens zijn beschikbaar onder cijfertoets 1.
Zie Tips op pagina 27 voor nadere instructies voor het invoeren van tekst.

Tips

Mogelijk zijn ook de volgende opties voor tekstinvoer beschikbaar:
• Druk op 0 om een spatie in te voegen.
• Om de cursor naar links, rechts, omlaag of omhoog te verplaatsen, bladert u in de gewenste richting.
• Als u een cijfer wilt invoegen terwijl de lettermodus is geactiveerd, houdt u de gewenste cijfertoets ingedrukt.
• Als u een teken links van de cursor wilt verwijderen, selecteert u
Wissen. Selecteer Wissen en houd deze optie ingedrukt om de tekens
sneller te verwijderen.
Als u tijdens het invoeren van een bericht alle tekens tegelijkertijd wilt verwijderen, selecteert u Opties > Tekst wissen.
• Als u een woord wilt invoegen vanuit de modus voor tekstinvoer met woordenboek, selecteert u Opties > Woord invoegen. Voer het woord in via de methode voor normale tekstinvoer en selecteer Opslaan. Het woord wordt tevens toegevoegd aan het woordenboek.
• Als u een speciaal teken wilt invoegen terwijl de modus voor normale tekstinvoer is geactiveerd, drukt u op *. Als de modus voor tekstinvoer met woordenboek is geactiveerd, houdt u * ingedrukt of selecteert u
Opties > Symbool invoegen. Ga naar een teken en selecteer Gebruik.
• Als u een smiley wilt invoegen terwijl de modus voor normale tekstinvoer is geactiveerd, drukt u tweemaal op *. Als de modus voor tekstinvoer met woordenboek is geactiveerd, houdt u * ingedrukt en drukt u nogmaals op *, of selecteert u Opties > Smiley invoegen. Ga naar een smiley en selecteer Gebruik.
27
Tekst invoeren
Tijdens het invoeren van tekstberichten zijn de volgende opties beschikbaar:
• Als u een nummer wilt invoegen terwijl de lettermodus is geactiveerd, selecteert u Opties > Nummer invoegen. Voer het telefoonnummer in of haal deze op uit Contacten en selecteer OK.
• Als u een naam uit Contacten wilt invoegen, selecteert u Opties >
Contact invoegen. Als u een telefoonnummer of een aan een naam
gekoppeld tekstitem wilt invoegen, selecteert u Opties > Gegevens
bekijken.
28
Door de menu's navigeren

5. Door de menu's navigeren

De telefoon biedt een uitgebreid scala aan functies, die gegroepeerd zijn in menu's.

Een menufunctie activeren

Door te bladeren
1. Selecteer Menu om het menu te openen. Als u de menuweergave wilt wijzigen, selecteert u Opties > Hoofdmenuweerg. > Lijst of
Roosterweergave.
2. Blader door het hoofdmenu met behulp van de navigatietoetsen en selecteer bijvoorbeeld Instellingen door Select. te selecteren.
3. Als het geselecteerde menu is onderverdeeld in submenu's, selecteert u het gewenste submenu, bijvoorbeeld Oproepinstellingen.
4. Als het geselecteerde submenu ook weer submenu's bevat, herhaalt u stap 3.
5. Selecteer de instelling van uw keuze.
6. Selecteer Terug om terug te keren naar het vorige menuniveau. Selecteer Uit om het menu te sluiten.
Via het indexnummer
De menu's, submenu's en opties zijn genummerd. Sommige daarvan kunt u openen met behulp van hun indexnummer.
1. Selecteer Menu om het menu te openen.
2. Voer binnen 2 seconden het indexnummer in van de menufunctie die u wilt activeren. Om de menufuncties in menuniveau 1 te activeren, voert u 0 en 1 in.
3. Selecteer Terug om terug te keren naar het vorige menuniveau. Selecteer Uit om het menu te sluiten.
29
Door de menu's navigeren

Overzicht van de menufuncties

• Berichten
1. Bericht maken
2. Inbox
3. Outbox
4. Verzonden items
5. Opgeslagen items
6. Chatberichten
7. E-mail
8. Spraakberichten
9. Informatieberichten
10.Dienstopdrachten
11.Berichten verwijderen
12.Berichtinstellingen
•Contacten
1. Namen
2. Mijn aanwezigheid
3. Abonneenamen
4. Instellingen
5. Groepen
6. Spraaklabels
7. Snelkeuze
8. Infonummers
2
9. Dienstnummers
10. Eigen nummers
2
3
• Oproep-info
• Instellingen
1
1. Gemiste oproepen
2. Ontvangen oproepen
3. Gekozen nummers
4. Laatste oproe-pen verwijd.
5. Gespreksduur
6. GPRS-gegevensteller
7. Timer GPRS-verbinding
8. Berichtenteller
9. Positiebepaling
1. Profielen
2. Thema's
3. Tonen
4. Weergave
5. Tijd en datum
6. Mijn snelkoppelingen
7. Connectiviteit
8. Oproepen
9. Telefoon
10. Toebehoren
4
11. Configuratie
12. Beveiliging
13. Fabrieksinst. terugzetten
11. Alle contacten verwijderen
1. De volgorde en de namen van de menufuncties kunnen variëren, afhankelijk van de serviceprovider.
2. Weergegeven als uw SIM–kaart dit menu ondersteunt. Neem contact op met uw netwerkoperator of serviceprovider voor meer informatie.
3. Deze optie wordt alleen weergegeven als er nummers aan de SIM–kaart zijn toegewezen. Neem contact op met uw netwerkoperator of serviceprovider voor meer informatie.
4. Dit menu wordt alleen weergegeven als de telefoon is aangesloten of aangesloten is geweest op een van de compatibele toebehoren die voor de telefoon beschikbaar zijn.
30
+ 95 hidden pages