CONFORMITEITSVERKLARING
NOKIA CORPORATION verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het product RM-72
conform is aan de bepalingen van de volgende Richtlijn van de Raad: 1999/5/EG.
Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website:
http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
0434
De doorgestreepte container wil zeggen dat het product binnen de Europese
gemeenschap voor gescheiden afvalverzameling moet worden aangeboden aan het
einde van de levensduur van het product. Dit geldt voor het apparaat, maar ook voor
alle toebehoren die van dit symbool zijn voorzien. Bied deze producten niet aan bij het
gewone huisvuil.
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een
gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is
verboden.
Nokia, Nokia Connecting People en Xpress–on en Pop–Port zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Namen van andere producten en
bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn.
Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation.
Bluetooth is a registered trademark of Bluetooth SIG, Inc.
Includes RSA BSAFE cryptographic or security protocol software from RSA Security.
Java is a trademark of Sun Microsystems, Inc.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG–4 Visual Patent Portfolio License (i) voor
privé- en niet–commercieel gebruik in verband met informatie die is geëncodeerd volgens de
visuele norm MPEG–4 door een consument in het kader van een privé– en niet–commerciële
activiteit en (ii) voor gebruik in verband met MPEG–4–videomateriaal dat door een
gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt noch expliciet
noch impliciet een licentie verstrekt. Aanvullende informatie, waaronder informatie over het
gebruik voor promotionele doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is verkrijgbaar
bij MPEG LA, LLC. Zie <http://www.mpegla.com>.
This product is licensed under the MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) for personal and
non-commercial use in connection with information which has been encoded in compliance
with the MPEG-4 Visual Standard by a consumer engaged in a personal and non-commercial
activity and (ii) for use in connection with MPEG-4 video provided by a licensed video
provider. No license is granted or shall be implied for any other use. Additional information
including that relating to promotional, internal and commercial uses may be obtained from
MPEG LA, LLC. See <http://www.mpegla.com>.
Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht
voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de
producten die in dit document worden beschreven.
In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten of voor
enige bijzondere, incidentele, onrechtstreekse of indirecte schade.
De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt. Tenzij vereist
krachtens het toepasselijke recht, wordt geen enkele garantie gegeven betreffende de
nauwkeurigheid, betrouwbaarheid of inhoud van dit document, hetzij uitdrukkelijk hetzij
impliciet, daaronder mede begrepen maar niet beperkt tot impliciete garanties betreffende
de verkoopbaarheid en de geschiktheid voor een bepaald doel. Nokia behoudt zich te allen
tijde het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving dit document te wijzigen of te
herroepen.
De beschikbaarheid van bepaalde producten kan per regio verschillen. Neem hiervoor contact
op met de dichtstbijzijnde Nokia leverancier.
Exportbepalingen
Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan
wet– en regelgeving betreffende export van de V.S. en andere landen. Omleiding in strijd met
de wetgeving is verboden.
9236583/Uitgave 3
Inhoudsopgave
Voor uw veiligheid ................... 6
Algemene informatie................ 9
Overzicht van functies.......................... 9
PC Suite............................................... 117
(E)GPRS, HSCSD en CSD ................. 117
Toepassing voor
datacommunicatie ........................... 117
8. Informatie over de
batterij 118
Opladen en ontladen ....................... 118
Verzorging en onderhoud ... 119
Aanvullende
veiligheidsinformatie .......... 121
5
Voor uw veiligheid
Voor uw veiligheid
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan
gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer
informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS
Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons
verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl u rijdt uw handen vrij
om uw voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste
prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING
Alle draadloze telefoons kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de
werking van de telefoon negatief beïnvloeden.
SCHAKEL DE TELEFOON UIT IN ZIEKENHUIZEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Schakel de
telefoon uit in de nabijheid van medische apparatuur.
SCHAKEL DE TELEFOON UIT IN VLIEGTUIGEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Draadloze
telefoons kunnen storingen veroorzaken.
SCHAKEL DE TELEFOON UIT TIJDENS HET TANKEN
Gebruik de telefoon niet in een benzinestation. Gebruik de telefoon
niet in de nabijheid van benzine of chemicaliën.
SCHAKEL DE TELEFOON UIT IN DE BUURT VAN EXPLOSIEVEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Gebruik de
telefoon niet waar explosieven worden gebruikt.
GEBRUIK DE TELEFOON VERSTANDIG
Gebruik het apparaat alleen in de normale positie zoals in de
productdocumentatie wordt uitgelegd. Raak de antenne niet
onnodig aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of
gerepareerd.
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen
ongeschikte producten aan.
6
Voor uw veiligheid
WATERBESTENDIGHEID
De telefoon is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
MAAK BACK–UPS
Maak een back–up of een gedrukte kopie van alle belangrijke
gegevens die in de telefoon zijn opgeslagen.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u
eerst de handleiding bij het apparaat te raadplegen voor uitgebreide
veiligheidsinstructies. Sluit geen ongeschikte producten aan.
ALARMNUMMER KIEZEN
Controleer of de telefoon is ingeschakeld. Druk zo vaak als nodig is op
de einde–toets om het scherm leeg te maken en terug te keren naar
het startscherm. Toets het alarmnummer in en druk op de bel–toets
Geef op waar u zich bevindt. Beëindig het gesprek pas wanneer u
daarvoor toestemming hebt gekregen.
■ Informatie over het apparaat
Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt beschreven, is
goedgekeurd voor gebruik in het EGSM 900–, GSM 1800– en GSM
1900-netwerk. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie
over netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat, aan alle regelgeving en
eerbiedig de privacy en legitieme rechten van anderen.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit apparaat wilt gebruiken
dan de alarmklok, moet het apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het
apparaat niet in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur
storingen of gevaar kan veroorzaken.
■ Netwerkdiensten
Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn aangemeld bij een aanbieder
van draadloze diensten. Veel van de functies van dit apparaat zijn afhankelijk van
de functies die beschikbaar zijn in het draadloze netwerk. Deze netwerkdiensten
zijn mogelijk niet in alle netwerken beschikbaar. Het kan ook zijn dat u specifieke
regelingen moet treffen met uw serviceprovider voordat u de netwerkdiensten
kunt gebruiken. Mogelijk krijgt u van uw serviceprovider extra instructies voor
het gebruik van de diensten en informatie over de bijbehorende kosten. Bij
sommige netwerken gelden beperkingen die het gebruik van netwerkdiensten
negatief kunnen beïnvloeden. Zo bieden sommige netwerken geen ondersteuning
voor bepaalde taalafhankelijke tekens en diensten.
7
Voor uw veiligheid
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om bepaalde functies uit te
schakelen of niet te activeren in uw apparaat. In dat geval worden deze functies
niet in het menu van uw apparaat weergegeven. Het is ook mogelijk dat het
apparaat speciaal voor uw serviceprovider is geconfigureerd. In dat geval kunnen
menunamen, de menuvolgorde en pictogrammen zijn gewijzigd. Neem contact
op met uw serviceprovider voor meer informatie.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0–protocollen (HTTP en SSL) die werken met
TCP/IP–protocollen. Voor de technologie van sommige functies van dit apparaat,
zoals MMS (Multimedia Messaging Service), browsen, e–mailtoepassing,
chatberichten, snel beschikbare contacten, synchronisatie op afstand en het
downloaden van content via browser of MMS, is netwerkondersteuning nodig.
■ Gedeeld geheugen
De volgende functies in dit apparaat maken mogelijk gebruik van gedeeld
geheugen: contacten, tekst– en chatberichten, e–mailberichten, spraaklabels,
agenda, takenlijstnotities en Java
notitietoepassing. Door het gebruik van een of meer van deze functies is er
mogelijk minder geheugen beschikbaar voor de overige functies die geheugen
delen. Als u bijvoorbeeld veel Java–toepassingen opslaat, kan al het beschikbare
geheugen worden opgebruikt. Uw apparaat kan een bericht weergeven dat het
geheugen vol is wanneer u een functie probeert te gebruiken die gedeeld
geheugen gebruikt. Verwijder in dit geval voordat u doorgaat een gedeelte van de
informatie of registraties die in het gedeelde geheugen zijn opgeslagen. Aan
sommige functies, zoals Java–toepassingen, is mogelijk afzonderlijk een
bepaalde hoeveelheid geheugen toegewezen naast het geheugen dat met andere
functies wordt gedeeld.
Voor de bestanden in de Galerij is een ander geheugen beschikbaar. Zie Galerij op
pagina 77 voor meer informatie.
TM
–spelletjes en –toepassingen, en de
■ Toebehoren
Een aantal praktische regels voor accessoires en toebehoren:
• Houd alle accessoires en toebehoren buiten het bereik van kleine kinderen.
• Als u de elektriciteitskabel van enige accessoire of toebehoren losmaakt,
neem deze dan bij de stekker en trek aan de stekker, niet aan het snoer
• Controleer regelmatig of eventuele toebehoren die in een auto zijn
geïnstalleerd nog steeds goed zijn bevestigd en naar behoren werken
• De montage van ingewikkelde autotoebehoren moet alleen door bevoegd
personeel worden uitgevoerd.
8
Algemene informatie
Algemene informatie
■ Overzicht van functies
De Nokia 6230i biedt een groot aantal functies die handig zijn in het
dagelijks gebruik, zoals een agenda, klok, wekker, radio, muziekspeler en
ingebouwde camera. U kunt de telefoon naar wens aanpassen met
Nokia Xpress-on
de volgende functies:
• EDGE (Enhanced Data rates for GSM Evolution), zie (E)GPRS op
pagina 70.
• xHTML–browser (eXtensible Hypertext Markup Language), zie Web
op pagina 106.
• E-mailtoepassing, zie E–mailtoepassing op pagina 46.
• Chatberichten, zie Chatberichten op pagina 39.
• Contacten met aanwezigheidsinformatie, zie Mijn aanwezigheid op
pagina 57.
• DVS (Drukken–Voor–Spreken), zie DVS (drukken–voor–spreken) op
pagina 86.
• Java 2 Micro Edition, J2ME
• Bluetooth–technologie, zie Draadloze technologie via Bluetooth op
pagina 68.
• Multimediakaart ter uitbreiding van de geheugencapaciteit van uw
telefoon, voor het opslaan van afbeeldingen, foto's en videoclips.
TM
–kleurencovers. De telefoon ondersteunt bovendien
TM
), zie Toepassingen op pagina 102.
■ Toegangscodes
Beveiligingscode
De beveiligingscode (5 tot 10 cijfers) beveiligt de telefoon tegen
onbevoegd gebruik. De code is standaard ingesteld op 12345. Wijzig de
code en houd de nieuwe code geheim. Bewaar de code op een veilige
plaats uit de buurt van de telefoon. Zie Beveiliging op pagina 76 voor
informatie over het wijzigen van de code en het instellen van de
telefoon om de code te vragen.
9
Algemene informatie
Als u vijf keer na elkaar een onjuiste beveiligingscode hebt ingetoetst,
wordt de invoer van de code genegeerd. Wacht vijf minuten en voer de
code opnieuw in.
PIN–codes
• De PIN–code (Personal Identification Number) van 4 tot 8 cijfers
beveiligt de SIM–kaart tegen onbevoegd gebruik. De PIN–code wordt
gewoonlijk bij de SIM–kaart geleverd. Stel de telefoon in om naar de
PIN–code te vragen wanneer de telefoon wordt ingeschakeld. Zie
Beveiliging op pagina 76.
• Voor bepaalde functies hebt u de PIN2–code nodig die bij sommige
SIM–kaarten wordt geleverd.
• De module–PIN is vereist voor toegang tot informatie in de
beveiligingsmodule. Zie Beveiligingsmodule op pagina 113. De
module–PIN wordt bij de SIM–kaart geleverd als de SIM–kaart
voorzien is van een beveiligingsmodule.
• De ondertekenings–PIN is nodig voor de digitale handtekening. Zie
Digitale handtekening op pagina 115. De ondertekenings–PIN wordt
bij de SIM–kaart geleverd als de SIM–kaart voorzien is van een
beveiligingsmodule.
Als u drie keer na elkaar een onjuiste PIN–code hebt ingevoerd, wordt
PIN geblokkeerd of PIN-code geblokkeerd weergegeven en wordt u
gevraagd de PUK–code in te voeren.
PUK–codes
De PUK–code (Personal Unblocking Key) van 8 cijfers is nodig om een
geblokkeerde PIN–code te wijzigen. De PUK2–code is nodig om een
geblokkeerde PIN2–code te wijzigen.
Als de codes niet bij de SIM–kaart worden geleverd, neemt u contact op
met uw netwerkoperator of serviceprovider om de codes te verkrijgen.
Blokkeerwachtwoord
Het blokkeerwachtwoord (4 cijfers) is nodig bij gebruik van Oproepen
blokkeren. Zie Beveiliging op pagina 76. U krijgt dit wachtwoord van uw
serviceprovider.
10
Algemene informatie
Portefeuillecode
De portefeuillecode (4 tot 10 cijfers) is vereist voor toegang tot de
portefeuillediensten. Als u drie keer na elkaar een verkeerde
portefeuillecode hebt ingevoerd, wordt de portefeuillecode gedurende
vijf minuten geblokkeerd. Als u opnieuw driemaal de verkeerde code
invoert, wordt de blokkeertijd verdubbeld. Zie Portefeuille op pagina 96
voor meer informatie.
■ Dienst voor configuratie-instellingen
Voordat u gebruik kunt maken van multimediaberichten, chatberichten
en aanwezigheid, DVS, e–mailtoepassing, synchronisatie, streaming en
de browser, moet u de juiste configuratie–instellingen op de telefoon
instellen. U kunt deze instellingen rechtstreeks ontvangen in een
configuratiebericht, die u vervolgens in de telefoon opslaat. Neem
contact op met de netwerkoperator, serviceprovider of dichtstbijzijnde
bevoegde Nokia–leverancier voor meer informatie over de
beschikbaarheid van instellingen.
Als u de verbindingsinstellingen in een configuratiebericht hebt
ontvangen en de instellingen niet automatisch worden opgeslagen en
geactiveerd, wordt Configuratie-inst. ontvangen weergegeven.
Als u de ontvangen instellingen wilt opslaan, selecteert u Tonen >
Opslaan. Als de melding PIN voor instellingen invoeren: verschijnt, voert
u de PIN–code voor de instellingen in en selecteert u OK. Vraag de
PIN-code op bij de serviceprovider die de instellingen levert.
Als er nog geen instellingen zijn opgeslagen, worden deze instellingen
opgeslagen en ingesteld als standaard configuratie–instellingen. Zijn er
wel instellingen opgeslagen, dan wordt het volgende gevraagd:
Opgeslagen configuratie-instellingen activeren?.
Als u de ontvangen instellingen wilt verwijderen, selecteert u Tonen >
Wegd..
■ Nokia–ondersteuning op het web
Ga naar <www.nokia.com/support> of naar de Nederlandstalige
website van Nokia voor de laatste versie van deze handleiding,
aanvullende informatie, downloads en diensten voor uw Nokia–product.
11
Aan de slag
1.Aan de slag
■ De SIM-kaart en de batterij installeren
Schakel het apparaat altijd uit en zorg ervoor dat het apparaat niet met een lader
of een ander apparaat is verbonden als u de cover wilt verwijderen. Bevestig altijd
de covers voordat u het apparaat opbergt of gebruikt.
Houd alle SIM–kaarten buiten bereik van kleine kinderen. Raadpleeg de
leverancier van uw SIM–kaart voor informatie over het gebruik van
SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider, netwerkoperator of een andere
leverancier zijn.
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met een BL-5C–batterij.
De SIM–kaart en de contactpunten van de kaart kunnen gemakkelijk
door krassen of buigen worden beschadigd. Wees daavrom voorzichtig
wanneer u de kaart vastpakt, plaatst of verwijdert.
1. Leg de telefoon met de achterzijde naar
boven en druk op de
ontgrendelingsknop (1).
2. Schuif de achtercover van de telefoon (2).
3. Verwijder de batterij
door deze uit de
telefoon te tillen (3).
4. Trek voorzichtig aan de
vergrendelingsclip van
de SIM–kaarthouder om
de houder te openen (4).
12
Aan de slag
5. Plaats de SIM–kaart in
de SIM–kaarthouder
(5). Zorg ervoor dat de
SIM–kaart juist is
geplaatst en dat de
goudkleurige
contactpunten naar
beneden zijn gericht.
6. Sluit de SIM–kaarthouder (6) door deze omlaag te drukken totdat u
een klik hoort.
7. Plaats de batterij
terug (7).
8. Schuif de achtercover
weer op de
telefoon (8).
■ Een multimediakaart installeren
Gebruik alleen compatibele MMC–kaarten (multimediakaarten) met dit
apparaat. Andere geheugenkaarten, zoals SD–kaarten (Secure Digital) passen
niet in de MMC–kaartsleuf en zijn niet compatibel met dit apparaat. Als u een
incompatibele geheugenkaart gebruikt, kan schade ontstaan aan de
geheugenkaart en het apparaat en kunnen de gegevens die op de incompatibele
kaart zijn opgeslagen, beschadigd raken.
U kunt een multimediakaart gebruiken om het geheugen van de Galerij
te vergroten. Zie Galerij op pagina 77.
Uw telefoon ondersteunt multimediakaarten met een capaciteit tot
512 MB.
1. Verwijder de achtercover en verwijder de batterij uit de telefoon. Zie
De SIM-kaart en de batterij installeren op pagina 12.
13
Aan de slag
2. Plaats de
multimediakaart in
de kaarthouder. Zorg
ervoor dat de
multimediakaart juist
is geplaatst en dat de
goudkleurige
contactpunten naar beneden zijn gericht.
3. Plaats de batterij terug en schuif de achtercover op de telefoon. Zie
stap 7 en 8 in De SIM-kaart en de batterij installeren op pagina 12.
■ De batterij opladen
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders en toebehoren die
door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit model. Het gebruik
van alle andere types kan de goedkeuring of garantie doen vervallen en
kan gevaarlijk zijn.
Controleer voor gebruik altijd het modelnummer van een oplader. Dit apparaat is
bedoeld voor gebruik met de voedingsbron ACP-12.
Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van goedgekeurde accessoires.
1. Steek de stekker van de lader in de
aansluiting aan de onderkant van de
telefoon.
2. Sluit de lader aan op een gewone
wandcontactdoos.
Als de batterij helemaal leeg is, kan het
enkele minuten duren voordat de
batterij–indicator wordt weergegeven of voordat u kunt bellen.
De oplaadtijd is afhankelijk van de gebruikte lader en batterij. Het
opladen van een batterij van het type BL-5C met de lader ACP–12 duurt
bijvoorbeeld ongeveer anderhalf uur wanneer de telefoon zich in de
standby–modus bevindt.
14
■ De telefoon in– en uitschakelen
Waarschuwing: Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele
telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
Houd de aan / uit–toets ingedrukt.
Als de PIN–code wordt gevraagd, voert u de PIN–code
(bijvoorbeeld weergegeven als ****) in en selecteert u OK.
■ Normaal gebruik
Maak alleen normaal gebruik van de telefoon.
Uw apparaat heeft een interne antenne.
Opmerking: Zoals voor alle andere radiozendapparatuur geldt, dient
onnodig contact met de antenne te worden vermeden als het apparaat
is ingeschakeld. Het aanraken van de antenne kan een nadelige invloed
hebben op de gesprekskwaliteit en kan ervoor zorgen dat het apparaat
meer stroom verbruikt dan noodzakelijk is. U kunt de prestaties van de
antenne en de levensduur van de batterij optimaliseren door het
antennegebied niet aan te raken wanneer u het apparaat gebruikt.
Aan de slag
■ De covers verwisselen
Opmerking: Schakel het apparaat altijd uit en zorg ervoor dat het
apparaat niet met een lader of een ander apparaat is verbonden als u de
covers wilt verwijderen. Raak geen elektronische componenten aan
tijdens het verwisselen van de covers. Bevestig altijd de covers voordat
u het apparaat opbergt of gebruikt.
1. Verwijder de achtercover. Zie stap 1 en 2 in De SIM-kaart en de
batterij installeren op pagina 12.
15
Aan de slag
2. Begin aan de bovenkant van
de telefoon met het
voorzichtig losmaken van de
voorcover (1) en neem de
cover weg (2).
3. Verwijder de toetsensjabloon
van de voorcover door deze voorzichtig uit de
cover te drukken (3).
4. Plaats de toetsensjabloon in de
nieuwe voorcover (4).
5. Druk de toetsensjabloon
voorzichtig vast (5).
6. Plaats de voorcover (6) terug
door deze vanaf de onderkant voorzichtig op de
telefoon te drukken.
7. Plaats de achtercover terug. Zie stap 8 in De
SIM-kaart en de batterij installeren op pagina 12.
16
De telefoon
2.De telefoon
■ Toetsen en aansluitingen
• Aan / uit–toets (1)
• Luistergedeelte (2)
• Volumetoetsen (3)
Volume–omhoog om een
DVS-oproep te starten. Zie Een
DVS-oproep starten en ontvangen op
pagina 87.
• Luidspreker (4)
• Linkerselectie–, middelste
selectie- en rechterselectietoets (5)
De functie van deze toetsen is
afhankelijk van de tekst die boven de
toetsen wordt weergegeven.
• Navigatietoets in vier richtingen (6)
Omhoog, omlaag, naar links en naar
rechts bladeren.
• Beltoets (7) om een telefoonnummer te kiezen en een oproep te
beantwoorden.
• Einde–toets (8) om een actieve oproep te beëindigen en functies af
te sluiten.
• Cijfertoetsen (9) om cijfers en tekens in te voeren.
De toetsen * en # (9) hebben diverse doeleinden in verschillende
functies.
• Aansluiting voor de lader (10)
• Pop-Port
zoals hoofdtelefoons en de
gegevenskabel (11)
TM
–aansluiting, voor toebehoren
17
De telefoon
• Infraroodpoort (12)
• Cameralens op de achtercover van de
telefoon (13)
■ Standby–modus
Wanneer de telefoon gereed is voor gebruik en geen tekens zijn
ingevoerd, bevindt de telefoon zich in de standby–modus.
• Toont het operatorlogo of de naam van het
netwerk om aan te geven welk cellulair netwerk
wordt gebruikt (1).
• Toont de signaalsterkte van het cellulaire
netwerk op uw huidige positie (2).
• Toont de capaciteit van de batterij (3).
• De linkerselectietoets in de standby–modus is Favor..
Selecteer Favor. om de functies in uw lijst met persoonlijke
favorieten weer te geven. Selecteer een functie om deze te activeren.
Als u een functie aan de lijst met favorieten wilt toevoegen,
selecteert u Opties > Selectieopties, gaat u naar de functie en
selecteert u Markeer. Als u een functie uit de lijst wilt verwijderen,
selecteert u Deslctrn.
Als u de functies in uw lijst met persoonlijke favorieten anders wilt
rangschikken, selecteert u Opties > Organiseren, selecteert u de
gewenste functie, selecteert u Verpltsn en geeft u aan waar u de
functie naartoe wilt verplaatsen.
18
De telefoon
• De middelste selectietoets in de standby–modus is Menu.
• De rechterselectietoets in de standby–modus kan Namen (6) zijn om
de lijst met contacten in het menu Contacten te openen, een
operatorspecifieke naam zijn om een operatorspecifieke website te
openen of een snelkoppeling zijn naar een specifieke functie die u
hebt geselecteerd. Zie Rechter selectietoets in Mijn snelkoppelingen
op pagina 67.
Energiebesparing
De screensaver in de vorm van een digitale klok
verschijnt in het display wanneer gedurende bepaalde
tijd geen telefoonfuncties zijn gebruikt. Om de functie
voor energiebesparing in te stellen op Aan, zie
Energiespaarstand in Weergave op pagina 66.
Indicatoren
U hebt een of meer tekst– of afbeeldingberichten ontvangen.
U hebt een of meer multimediaberichten ontvangen.
De telefoon heeft een gemiste oproep geregistreerd.
of
De telefoon is verbonden met de dienst voor chatberichten en
de aanwezigheidsstatus is on line, respectievelijk off line.
U hebt een of meer chatberichten ontvangen en u bent
verbonden met de dienst voor chatberichten.
De toetsen zijn geblokkeerd.
De telefoon gaat niet over bij een inkomende oproep of een
inkomend tekstbericht als Oproepsignaal is ingesteld op Stil of
geen van de bellergroepen is ingesteld om te worden
gewaarschuwd met de instelling Waarschuwen bij en
Berichtensignaaltoon is ingesteld op Uit. Zie ook Tonen op
pagina 66.
De wekker is ingesteld op Aan.
19
De telefoon
De timerfunctie is actief.
De stopwatch wordt uitgevoerd in de achtergrond.
De (E)GPRS–verbindingsmodus Altijd online is geselecteerd en
de EGPRS–dienst is beschikbaar.
Er is een (E)GPRS–verbinding tot stand gebracht.
De (E)GPRS–verbinding is tijdelijk onderbroken, bijvoorbeeld bij
een inkomende of uitgaande oproep tijdens een
(E)GPRS-inbelverbinding.
Wanneer de infraroodverbinding tot stand is gebracht, wordt
het pictogram permanent weergegeven.
Er is een Bluetooth–verbinding actief.
Als u over twee telefoonlijnen beschikt, wordt de tweede
telefoonlijn geselecteerd.
Alle inkomende oproepen worden doorgeschakeld naar een
ander nummer.
De luidspreker is geactiveerd of de muziekstandaard is op de
telefoon aangesloten.
Gesprekken zijn beperkt tot een gesloten gebruikersgroep.
Het tijdelijke profiel is geselecteerd.
, , of
Er is een hoofdtelefoon, handsfree–eenheid, hoorapparaat of
muziekstandaard op de telefoon aangesloten.
of
Er is een DVS–verbinding actief of onderbroken.
Sneltoetsen in de standby–modus
• Als u de lijst met gekozen nummers wilt openen, drukt u eenmaal op
de beltoets. Ga naar het gewenste nummer of de gewenste naam en
druk op de beltoets om het nummer te kiezen.
20
De telefoon
• Houd 1 ingedrukt om naar uw voicemailbox te bellen
(netwerkdienst) wanneer u het voicemailnummer hebt opgeslagen in
de telefoon.
• Houd 0 ingedrukt om verbinding te maken met een browser–dienst.
• Informatie over het instellen van sneltoetsfuncties voor de
navigatietoets vindt u onder Navigatietoets in Mijn snelkoppelingen
op pagina 67.
• Als u een ander profiel wilt instellen, opent u de lijst met profielen
door kort op de aan / uit–toets te drukken. Ga naar het gewenste
profiel en selecteer het profiel.
■ Toetsen blokkeren
Om te voorkomen dat toetsen per ongeluk worden ingedrukt, selecteert
u Menu en drukt u binnen 3,5 seconden op * om de toetsen te blokkeren.
U geeft de toetsen weer vrij door Vrijgev. te selecteren en binnen 1,5
seconde op * te drukken. Als u Toetsenblokkering hebt ingesteld op Aan,
selecteert u Vrijgev., drukt u op * en voert u de beveiligingscode in.
Als u een oproep wilt beantwoorden terwijl de toetsen zijn geblokkeerd,
drukt u op de beltoets. Wanneer u de oproep beëindigt of niet
aanneemt, worden de toetsen weer automatisch geblokkeerd.
Zie Telefoon op pagina 73 voor meer informatie over Automatische
toetsenblokkering en Toetsenblokkering.
Wanneer de toetsenvergrendeling is ingeschakeld, kunt u soms nog wel het
geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
21
Algemene functies
3.Algemene functies
■ Bellen
1. Voer het netnummer en telefoonnummer in. Als u een verkeerd teken
hebt ingevoerd, selecteert u Wissen om het teken te wissen.
Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op * voor het
internationale prefix (het +–teken vervangt de internationale
toegangscode) en voert u de landcode, het netnummer (laat zo nodig
de eerste 0 weg) en het telefoonnummer in.
2. Druk op de beltoets om het nummer te kiezen.
3. Druk op de einde–toets om de oproep te beëindigen of om het kiezen
te onderbreken.
Bellen met behulp van de lijst met contacten
Zie Zoeken naar een contact op pagina 55 als u wilt zoeken naar een
naam of telefoonnummer dat u hebt opgeslagen in Contacten. Druk op
de beltoets om het nummer te kiezen.
Laatste nummer herhalen
Druk vanuit de standby–modus eenmaal op de beltoets om de lijst weer
te geven met nummers die u het laatst gekozen hebt of geprobeerd hebt
te kiezen. Ga naar het gewenste nummer of de gewenste naam en druk
op de beltoets om het nummer te kiezen.
Snelkeuze
U kunt een telefoonnummer toewijzen aan een van de
snelkeuzetoetsen, van 2 tot en met 9. Zie Snelkeuze op pagina 61. U
kunt het nummer dan op een van de volgende manieren kiezen:
• Druk op de gewenste snelkeuzetoets en vervolgens op de beltoets.
•Als Snelkeuze is ingesteld op Aan, houdt u de gewenste
snelkeuzetoets ingedrukt totdat het nummer is gekozen. Zie Bellen
op pagina 72.
22
Algemene functies
■ Een oproep beantwoorden of weigeren
U beantwoordt een inkomend gesprek door op de beltoets te drukken. U
beëindigt het gesprek door op de einde–toets te drukken.
U weigert een inkomend gesprek door op de einde–toets te drukken.
Als u Stil selecteert, wordt alleen de beltoon uitgeschakeld. U kunt het
gesprek vervolgens beantwoorden of weigeren.
Tip: Als de functie Doorschakelen indien in gesprek is
ingeschakeld om gesprekken door te schakelen, bijvoorbeeld naar
uw voicemail, worden ook geweigerde gesprekken
doorgeschakeld. Zie Bellen op pagina 72.
Als op de telefoon een compatibele hoofdtelefoon met
hoofdtelefoontoets is aangesloten, kunt u een oproep beantwoorden en
beëindigen door op de hoofdtelefoontoets te drukken.
Wachtfunctie
Druk tijdens een gesprek op de beltoets om het gesprek in de
wachtstand te beantwoorden. Het eerste gesprek wordt in de
wachtstand geplaatst. U beëindigt het actieve gesprek door op de
einde–toets te drukken.
Zie Bellen op pagina 72 voor meer informatie over het activeren van de
functie Wachtfunctieopties.
■ Opties tijdens een gesprek
Veel van de opties die u tijdens gesprekken kunt gebruiken, zijn
netwerkdiensten. Neem contact op met uw netwerkoperator of
serviceprovider voor meer informatie.
Selecteer Opties tijdens een gesprek voor de volgende opties:
• Dempen of Dempen uit, Beëindigen, Alles afsluiten, Contacten,
Menu, Standby of Uit standby, Nieuwe oproep, Opnemen, Opnemen
en Weigeren.
•Met Conferentie kunt u een conferentiegesprek voeren waaraan
maximaal vijf personen kunnen deelnemen (netwerkdienst). Tijdens
het gesprek kunt u een nieuwe deelnemer bellen (Nieuwe oproep).
Het eerste gesprek wordt in de wachtstand geplaatst. Wanneer het
23
Algemene functies
nieuwe gesprek is beantwoord, kunt u de eerste deelnemer weer in
het conferentiegesprek betrekken door Conferentie te selecteren. Als
u een privé–gesprek met een van de deelnemers wilt voeren,
selecteert u Privé-oproep en selecteert u de gewenste deelnemer. Als
u weer aan het conferentiegesprek wilt deelnemen, selecteert u
Toevgn aan confer..
• Toetsen blokkeren om de toetsenblokkering te activeren.
• DTMF verzenden om DTMF–tonen (Dual Tone MultiFrequency), zoals
wachtwoorden of bankrekeningnummers, te verzenden. Het
DTMF-systeem wordt gebruikt door alle touch–tone telefoons. Voer
de DTMF–toonreeks in of haal deze op uit Contacten en selecteer
DTMF. U kunt het wachtteken w en het pauzeteken p invoeren door
herhaaldelijk op * te drukken.
• Wisselen om te schakelen tussen het actieve gesprek en het gesprek
in de wachtstand (netwerkdienst).
• Doorverbinden om een gesprek in de wachtstand door te verbinden
met het actieve gesprek en zelf de verbinding te verbreken
(netwerkdienst).
• Druk tijdens een gesprek op Luidspreker om de telefoon te gebruiken
als luidspreker. Houd de telefoon niet tegen het oor terwijl u de
luidspreker gebruikt. U kunt de luidspreker in– of uitschakelen door
Luidspreker of Telefoon te selecteren, of Luidspr. of Norm. te
selecteren. De luidspreker wordt automatisch uitgeschakeld wanneer
u de oproep beëindigt of wanneer u de handsfree–eenheid of de
hoofdtelefoon op de telefoon aansluit.
Als u een compatibele handsfree–eenheid of de hoofdtelefoon op de
telefoon hebt aangesloten, wordt de optie Telefoon vervangen door
Handsfree, respectievelijk Hoofdtelefoon in de lijst met opties. De
selectietoets Norm. wordt vervangen door Handsf., respectievelijk
Hfdtel..
U kunt de luidspreker gebruiken voor de radio of de muziekspeler. Zie
Algemene radiofuncties op pagina 84 of Muziekspeler op pagina 81.
Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de
luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.
24
Tekst invoeren
4.Tekst invoeren
U kunt op twee verschillende manieren tekst invoeren, bijvoorbeeld
wanneer u berichten wilt verzenden: via de methode voor normale
tekstinvoer of via de methode voor tekstinvoer met woordenboek. Bij
gebruik van de methode voor normale tekstinvoer, drukt u herhaaldelijk
op een cijfertoets, van 1 tot en met 9, totdat het gewenste teken
verschijnt. Bij gebruik van tekstinvoer met woordenboek kunt u een
letter invoeren met één druk op een toets.
Tijdens het invoeren van tekst geeft linksboven in het display
tekstinvoer met woordenboek aan en geeft normale tekstinvoer aan.
, of verschijnt naast de aanduiding voor de modus voor
tekstinvoer en geeft het gebruik van hoofdletters en kleine letters aan.
Om te schakelen tussen hoofdletters en kleine letters, drukt u op #.
geeft de nummermodus aan. U kunt overschakelen naar de
nummermodus door # ingedrukt te houden en Nummermodus te
selecteren.
■ Instellingen
Als u tijdens het invoeren van tekst de schrijftaal wilt instellen,
selecteert u Opties > Schrijftaal.
Tijdens het invoeren van tekst selecteert u Opties > Voorspellingsinst..
• Als u tekstinvoer met woordenboek wilt inschakelen, selecteert u
Voorspelling > Aan.
Als u wilt terugkeren naar normale tekstinvoer, selecteert u
Voorspelling > Uit.
• Als u het type voorspelling bij gebruik van tekstinvoer met
woordenboek wilt instellen, selecteert u Voorspellingtype > Normaal
of Woordsuggesties. Als u Normaal selecteert, probeert de telefoon
het woord te voorspellen op basis van de tekens die u hebt ingevoerd.
Als u Woordsuggesties selecteert, probeert de telefoon het woord te
voorspellen en te voltooien al voordat u alle tekens hebt ingevoerd.
Tip: U kunt tekstinvoer met woordenboek snel in– en
uitschakelen door tijdens het invoeren van tekst tweemaal op #
te drukken of door Opties te selecteren en ingedrukt te houden.
25
Tekst invoeren
■ Tekstinvoer met woordenboek
Met behulp van tekstinvoer met woordenboek kunt u tekst snel invoeren
met behulp van de toetsen en een ingebouwd woordenboek.
1. Begin met het invoeren van een woord door de toetsen 2 tot en met
9 te gebruiken. Druk eenmaal op een toets voor één letter. In het
display wordt * of de letter weergegeven als de afzonderlijke letter
een betekenis als woord heeft. De ingevoerde letters worden
onderstreept weergegeven.
Als u Woordsuggesties als voorspellingstype hebt geselecteerd,
begint de telefoon met het voorspellen van het woord dat u invoert.
Nadat u enkele letters hebt ingevoerd, en als deze letters samen geen
woord vormen, probeert de telefoon langere woorden te voorspellen.
Alleen de ingevoerde letters worden onderstreept weergegeven.
2. Nadat u het woord hebt ingevoerd en het woord is correct, bevestigt
u de invoer en wordt automatisch een spatie toegevoegd door op 0
te drukken.
Als het woord niet correct is, drukt u herhaaldelijk op * of selecteert u
Opties > Suggesties. Wanneer het gewenste woord wordt
weergegeven, selecteert u Gebruik.
Als er een vraagteken (?) achter het woord wordt weergegeven,
bevindt het woord dat u wilt invoeren zich niet in het woordenboek.
Als u het woord aan het woordenboek wilt toevoegen, selecteert u
Spellen. De ingevoerde letters worden weergegeven. Voltooi het
woord via de methode voor normale tekstinvoer en selecteer
Opslaan.
Zie Tips op pagina 27 voor nadere instructies voor het invoeren van
tekst.
■ Normale tekstinvoer
Druk herhaaldelijk op een cijfertoets (1 tot en met 9) totdat het
gewenste teken verschijnt. Op de toetsen staan niet alle tekens
afgebeeld die onder een toets beschikbaar zijn. De beschikbare tekens
zijn afhankelijk van de taal die is geselecteerd voor het invoeren van
tekst. Zie Instellingen op pagina 25.
26
Tekst invoeren
Als de volgende letter die u wilt invoeren zich onder dezelfde toets
bevindt als de huidige letter, wacht u tot de cursor verschijnt of drukt u
kort op een van de navigatietoetsen en voert u de letter in.
De meest gebruikte leestekens en andere speciale tekens zijn
beschikbaar onder cijfertoets 1.
Zie Tips op pagina 27 voor nadere instructies voor het invoeren van
tekst.
■ Tips
Mogelijk zijn ook de volgende opties voor tekstinvoer beschikbaar:
• Druk op 0 om een spatie in te voegen.
• Om de cursor naar links, rechts, omlaag of omhoog te verplaatsen,
bladert u in de gewenste richting.
• Als u een cijfer wilt invoegen terwijl de lettermodus is geactiveerd,
houdt u de gewenste cijfertoets ingedrukt.
• Als u een teken links van de cursor wilt verwijderen, selecteert u
Wissen. Selecteer Wissen en houd deze optie ingedrukt om de tekens
sneller te verwijderen.
Als u tijdens het invoeren van een bericht alle tekens tegelijkertijd
wilt verwijderen, selecteert u Opties > Tekst wissen.
• Als u een woord wilt invoegen vanuit de modus voor tekstinvoer met
woordenboek, selecteert u Opties>Woord invoegen. Voer het woord
in via de methode voor normale tekstinvoer en selecteer Opslaan.
Het woord wordt tevens toegevoegd aan het woordenboek.
• Als u een speciaal teken wilt invoegen terwijl de modus voor normale
tekstinvoer is geactiveerd, drukt u op *. Als de modus voor tekstinvoer
met woordenboek is geactiveerd, houdt u * ingedrukt of selecteert u
Opties > Symbool invoegen. Ga naar een teken en selecteer Gebruik.
• Als u een smiley wilt invoegen terwijl de modus voor normale
tekstinvoer is geactiveerd, drukt u tweemaal op *. Als de modus voor
tekstinvoer met woordenboek is geactiveerd, houdt u * ingedrukt en
drukt u nogmaals op *, of selecteert u Opties > Smiley invoegen. Ga
naar een smiley en selecteer Gebruik.
27
Tekst invoeren
Tijdens het invoeren van tekstberichten zijn de volgende opties
beschikbaar:
• Als u een nummer wilt invoegen terwijl de lettermodus is
geactiveerd, selecteert u Opties > Nummer invoegen. Voer het
telefoonnummer in of haal deze op uit Contacten en selecteer OK.
• Als u een naam uit Contacten wilt invoegen, selecteert u Opties >
Contact invoegen. Als u een telefoonnummer of een aan een naam
gekoppeld tekstitem wilt invoegen, selecteert u Opties > Gegevens
bekijken.
28
Door de menu's navigeren
5.Door de menu's navigeren
De telefoon biedt een uitgebreid scala aan functies, die gegroepeerd zijn
in menu's.
■ Een menufunctie activeren
Door te bladeren
1. Selecteer Menu om het menu te openen. Als u de menuweergave
wilt wijzigen, selecteert u Opties > Hoofdmenuweerg. > Lijst of
Roosterweergave.
2. Blader door het hoofdmenu met behulp van de navigatietoetsen en
selecteer bijvoorbeeld Instellingen door Select. te selecteren.
3. Als het geselecteerde menu is onderverdeeld in submenu's, selecteert
u het gewenste submenu, bijvoorbeeld Oproepinstellingen.
4. Als het geselecteerde submenu ook weer submenu's bevat, herhaalt
u stap 3.
5. Selecteer de instelling van uw keuze.
6. Selecteer Terug om terug te keren naar het vorige menuniveau.
Selecteer Uit om het menu te sluiten.
Via het indexnummer
De menu's, submenu's en opties zijn genummerd. Sommige daarvan
kunt u openen met behulp van hun indexnummer.
1. Selecteer Menu om het menu te openen.
2. Voer binnen 2 seconden het indexnummer in van de menufunctie die
u wilt activeren. Om de menufuncties in menuniveau 1 te activeren,
voert u 0 en 1 in.
3. Selecteer Terug om terug te keren naar het vorige menuniveau.
Selecteer Uit om het menu te sluiten.
29
Door de menu's navigeren
■ Overzicht van de menufuncties
• Berichten
1. Bericht maken
2. Inbox
3. Outbox
4. Verzonden items
5. Opgeslagen items
6. Chatberichten
7. E-mail
8. Spraakberichten
9. Informatieberichten
10.Dienstopdrachten
11.Berichten verwijderen
12.Berichtinstellingen
•Contacten
1. Namen
2. Mijn
aanwezigheid
3. Abonneenamen
4. Instellingen
5. Groepen
6. Spraaklabels
7. Snelkeuze
8. Infonummers
2
9. Dienstnummers
10. Eigen nummers
2
3
• Oproep-info
• Instellingen
1
1. Gemiste oproepen
2. Ontvangen
oproepen
3. Gekozen nummers
4. Laatste oproe-pen verwijd.
5. Gespreksduur
6. GPRS-gegevensteller
7. Timer GPRS-verbinding
8. Berichtenteller
9. Positiebepaling
1. Profielen
2. Thema's
3. Tonen
4. Weergave
5. Tijd en datum
6. Mijn snelkoppelingen
7. Connectiviteit
8. Oproepen
9. Telefoon
10. Toebehoren
4
11. Configuratie
12. Beveiliging
13. Fabrieksinst. terugzetten
11. Alle contacten verwijderen
1. De volgorde en de namen van de menufuncties kunnen variëren, afhankelijk van
de serviceprovider.
2. Weergegeven als uw SIM–kaart dit menu ondersteunt. Neem contact op met uw
netwerkoperator of serviceprovider voor meer informatie.
3. Deze optie wordt alleen weergegeven als er nummers aan de SIM–kaart zijn
toegewezen. Neem contact op met uw netwerkoperator of serviceprovider voor
meer informatie.
4. Dit menu wordt alleen weergegeven als de telefoon is aangesloten of
aangesloten is geweest op een van de compatibele toebehoren die voor de
telefoon beschikbaar zijn.
30
Loading...
+ 95 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.