Nokia 616 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding
Installatiehandleiding
CONFORMITEITSVERKLARING Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het product RV-1 in
overeenstemming is met de essentiële eisen en de andere relevante bepalingen van Richtlijn 1999/5/EG. Het product is conform aan de beperkingen die zijn vastgesteld in de Richtlijn 2004/104/EG (geamendeerde Richtlijn 72/245/EEG) Annex I, alinea 6.5, 6.6, 6.8 en
6.9. U kunt deze conformiteitsverklaring vinden op: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/
0434
© 2006 Nokia. Alle rechten voorbehouden Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit
document of een gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is verboden.
US Patent No 5818437 and other pending patents. Tegic Communications, Inc. All rights reserved.
Nokia, Nokia Connecting People en Navi zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn.
Bluetooth is a registered trademark of Bluetooth SIG, Inc. Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling. Nokia
behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten of voor enige bijzondere, incidentele, onrechtstreekse of indirecte schade.
De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt. Tenzij vereist krachtens het toepasselijke recht, wordt geen enkele garantie gegeven betreffende de nauwkeurigheid, betrouwbaarheid of inhoud van dit document, hetzij uitdrukkelijk hetzij impliciet, daaronder mede begrepen maar niet beperkt tot impliciete garanties betreffende de verkoopbaarheid en de geschiktheid voor een bepaald doel. Nokia behoudt zich te allen tijde het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving dit document te wijzigen of te herroepen.
De beschikbaarheid van bepaalde producten en diensten kan per regio verschillen. Neem hiervoor contact op met de dichtstbijzijnde Nokia leverancier.
Exportbepalingen Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die
onderhevig zijn aan wet- en regelgeving betreffende export van de V.S. en andere landen. Omleiding in strijd met de wetgeving is verboden.
9236120 / Uitgave 3
2

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave
Voor uw veiligheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Informatie over het apparaat. . . . . . . . . . . . . . . 6
Netwerkdiensten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Toebehoren en compatibele apparaten . . . . . . . 6
Algemene informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Apparaten van de carkit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Display SU-21 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Invoerapparaat CUW-3. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Handset HSU-4 (optioneel, afzonderlijk
beschikbaar) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Gebruiksmodi en het eerste gebruik . . . . . . . . . . . 15
Gebruiksmodi. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Bediening in de SIM-toegangsmodus . . . . . . . 16
Bediening in de hands-free modus . . . . . . . . . 19
Bediening in de auto-SIM-modus . . . . . . . . . . 21
Overzicht van de belangrijkste functies . . . . . . . . .24
De carkit inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Inkomende oproep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Belfuncties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Berichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Overige functies en opties . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Het menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Een menufunctie activeren . . . . . . . . . . . . . . . 32
Overzicht van de menufuncties . . . . . . . . . . . . 32
Menufuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Berichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Oproepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Contacten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Tooninstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Spraaklabels. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Recorder. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Draadloze Bluetooth-technologie . . . . . . . . . 58
Gebruikersgegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Gegevensoverdracht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
GPRS (General Packet Radio Service) . . . . . . 68
HSCSD (High Speed Circuit
Switched Data) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
Naslaginformatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
Installatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
De Nokia 616 carkit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
Veiligheidsinformatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
Montage. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72
Instellingen voor de equalizer . . . . . . . . . . . . 75
Functietest. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75
Verzorging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76
Belangrijke veiligheidsinformatie . . . . . . . . . . . . . 77
Gebruiksomgeving. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
3
Inhoudsopgave
Elektronische apparaten. . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
Pacemakers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
Explosiegevaarlijke omgevingen . . . . . . . . . . . 77
Voertuigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
Noodoproepen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
Een noodoproep doen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
Woordenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80
4
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.

Voor uw veiligheid

Voor uw veiligheid
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.
UIT-STAND
Als het gebruik van een mobiele telefoon niet is toegestaan of tot storing of gevaarlijke situaties kan leiden, moet u de carkit in de uit-stand zetten. U doet dit door ingedrukt te houden terwijl het contactslot is ingeschakeld. Denk er ook aan de mobiele telefoon uit te schakelen als dit nodig is.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
KLIK DE MOBIELE TELEFOON GOED VAST
Als u een mobiele telefoon gebruikt in combinatie met de carkit, moet u de telefoon in bijvoorbeeld een houder plaatsen.
SCHAKEL DE CARKIT UIT TIJDENS HET TANKEN
Schakel de carkit uit wanneer u bij een benzinestation bent. Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van brandstof of chemicaliën. Denk er ook aan de mobiele telefoon uit te schakelen als dit nodig is.
SCHAKEL DE CARKIT UIT IN DE BUURT VAN EXPLOSIEVEN
Schakel de carkit uit in een omgeving waar met explosieven wordt gewerkt. Houd u aan beperkende maatregelen en volg eventuele voorschriften of regels op. Denk er ook aan de mobiele telefoon uit te schakelen als dit nodig is.
STORING
Draadloze telefoons kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking van de telefoon negatief beïnvloeden.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst de handleiding bij het apparaat te raadplegen voor uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele producten aan.
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
5
Informatie over het apparaat
NOODOPROEPEN
Zorg ervoor dat de carkit is aangesloten op een externe GSM-antenne, is ingeschakeld en operationeel is.
X Houd ingedrukt tot de tekst Noodoproep doen? wordt weergegeven. Druk op om te bevestigen.
X Beantwoord de vraag over de veiligheid met Ja door op te drukken of met Nee door Nee te selecteren met en op te drukken.
Geef op waar u zich bevindt. Beëindig het gesprek pas als u daarvoor toestemming hebt gekregen.
ZEKERINGEN VERVANGEN
Vervang gesprongen zekeringen door een zekering van hetzelfde type en van dezelfde grootte. Gebruik nooit een zekering met een hoger amperage!
Informatie over het apparaat
De carkit zoals beschreven in deze handleiding is goedgekeurd voor gebruik in de EGSM 900- en GSM 1800-netwerken. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat aan de regelgeving en eerbiedig de privacy en legitieme rechten van anderen.
Netwerkdiensten
Om de carkit te kunnen gebruiken, moet u zijn aangemeld bij een aanbieder van draadloze diensten. Veel van de functies van dit apparaat zijn afhankelijk van de functies die beschikbaar zijn in het draadloze netwerk. Deze netwerkdiensten zijn mogelijk
niet in alle netwerken beschikbaar. Het kan ook zijn dat u specifieke regelingen moet treffen met uw serviceprovider voordat u de netwerkdiensten kunt gebruiken. Mogelijk krijgt u van uw serviceprovider extra instructies voor het gebruik van de diensten en informatie over de bijbehorende kosten. Bij sommige netwerken gelden beperkingen die het gebruik van netwerkdiensten negatief kunnen beïnvloeden. Zo bieden sommige netwerken geen ondersteuning voor bepaalde taalafhankelijke tekens en diensten.
Het kan zijn dat uw serviceprovider heeft verzocht bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in uw carkit. In dat geval worden deze functies niet in het menu van de carkit weergegeven. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie.
Selecteer netwerkdiensten zoals Doorschakelen in het betreffende menu van de carkit. De gekozen instellingen worden automatisch naar de netwerkoperator verzonden, zodat deze de dienst kan configureren. De instellingen voor netwerkdiensten worden niet opgeslagen in de carkit of op de SIM-kaart.
Toebehoren en compatibele apparaten
Uw apparaat en toebehoren kunnen kleine onderdelen bevatten. Houd deze buiten het bereik van kleine kinderen.
6
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Algemene informatie

1. Algemene informatie

De Nokia 616 carkit is een autotelefoon met zeer veel opties. Met dit apparaat hebt u vanuit uw auto eenvoudig toegang tot belangrijke mobiele spraak- en gegevensdiensten. Nokia heeft bij het ontwerpen van dit apparaat rekening gehouden met de behoeften van de bestuurder:
y De menufuncties en berichten zijn goed leesbaar op een
afzonderlijk display dat u op een handige locatie in de auto kunt plaatsen.
y De belangrijkste telefoonfuncties zijn toegankelijk via een
compact invoerapparaat dat u binnen handbereik kunt installeren. Dit apparaat is voorzien van een Navi-knop en vier functietoetsen.
y De carkit wordt aangesloten op een externe GSM-antenne. y De carkit biedt uitstekende kwaliteit voor spraak en geluid.
Afhankelijk van de compatibiliteit van de mobiele telefoon die u met de carkit gebruikt, kan de Nokia 616 in verschillende gebruiksmodi worden gebruikt:
y Als een volledige en zeer uitgebreide autotelefoon waarmee
u via draadloze Bluetooth-technologie (het SIM­toegangsprofiel) de SIM-kaart van een mobiele telefoon kunt gebruiken.
y Als een volledige en zeer uitgebreide autotelefoon waarmee
u de SIM-kaart in de SIM-kaartlezer van de carkit kunt gebruiken.
y Als een uitgebreide carkit waarmee u via draadloze
Bluetooth-technologie (het hands-free profiel) een beperkt aantal functies van een mobiele telefoon kunt gebruiken.
Met de Nokia 616 carkit wordt communicatie in en vanuit uw auto geperfectioneerd:
y U kunt eenvoudig gebruikmaken van spraakgestuurde
nummerkeuze en spraakopdrachten.
y U kunt bij het instappen of verlaten van de auto gemakkelijk
overschakelen tussen de mobiele telefoon en de carkit. U hoeft hiervoor enkel de contactsleutel om te draaien.
y U kunt via draadloze Bluetooth-technologie snel en
eenvoudig contactpersonen downloaden van een mobiele telefoon naar de carkit.
y Als de auto door meerdere personen wordt gebruikt, kunt u
tussen verschillende gebruikersprofielen schakelen, zoals een persoonlijke lijst met contactpersonen of spraaklabels en instellingen voor de carkit.
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
7

Apparaten van de carkit

Apparaten van de carkit
De Nokia 616 carkit bestaat uit verschillende onderdelen:
Apparaten van de Nokia 616 carkit
1. Radio-unit RV-1 De radio-unit is een EGSM 900/1800 autotelefoon met
draadloze Bluetooth-technologie die een kabelverbinding met een compatibele externe GSM-antenne en compatibele externe apparaten ondersteunt.
2. Display SU-21 Het afzonderlijke display is uitgerust met grote, gemakkelijk
leesbare lettertypen, handige door de gebruiker aan te passen display-instellingen en verlichting, zodat u de tekst op het display goed kunt lezen.
3. Invoerapparaat CUW-3 Het invoerapparaat is voorzien van een Navi-knop en vier
toetsen. Via dit apparaat hebt u snel en eenvoudig toegang tot belangrijke telefoonfuncties.
In plaats van het invoerapparaat CUW-3 kunt u ook de
!
handset HSU-4 installeren. Hiermee kunt u tekstberichten schrijven en verzenden.
4. Luidspreker SP-2 Met behulp van de aparte luidspreker kunt u via de carkit
telefoongesprekken voeren. Als u in plaats hiervan de luidsprekers van uw autoradio wilt gebruiken, moet u de installateur van de carkit om advies vragen. Het is namelijk mogelijk dat de carkit niet compatibel is met uw autoradiosysteem
5. Microfoon MP-2 De bijgesloten hands-free microfoon is speciaal ontworpen
voor gebruik in een auto. De prestaties zijn mede afhankelijk van de locatie waar de microfoon wordt gemonteerd. Zie Installatie op pagina 70 voor meer informatie.
8
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
6. Stroomkabel PCU-4 Er wordt een set kabels meegeleverd waarmee u het
apparaat op de stroomvoorziening en het contactslot kunt aansluiten en waarmee u het geluid van de radio kunt dempen.
7. GSM-antenne (niet meegeleverd) De carkit moet worden aangesloten op een compatibele
externe GSM-antenne.
8. Stickers De stickers die bij de carkit worden geleverd, zijn belangrijk
voor service- en aanverwante doeleinden. Bevestig de sticker op uw garantiekaart.
9. Handset HSU-4 (optioneel, afzonderlijk beschikbaar) U kunt de handset HSU-4 gebruiken in plaats van het
invoerapparaat CUW-3 dat bij de carkit wordt geleverd. Deze handset geeft u privacy tijdens het bellen en biedt u de mogelijkheid om tekstberichten te schrijven en verzenden.
Apparaten van de carkit
Apparaten en kabelaansluitingen van de Nokia 616 carkit
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
9

Display SU-21

Display SU-21
Op het display ziet u teksten van de carkit en de door u invoerde gegevens.
Wanneer de carkit gereed is voor gebruik, ziet u het logo van de netwerkoperator in het standby- display.
Als u een functie wilt activeren met een spraaklabel, moet u eerst het spraakdisplay weergeven. Druk in het standby-display op .
U kunt de verlichting van het display aanpassen voor betere leesbaarheid. Zie Achtergrondverlichting op pagina 48 voor meer informatie.

Displaypictogrammen

Hieronder worden de pictogrammen beschreven die op het display te zien zijn.
Toont de signaalsterkte van het netwerk op de huidige locatie. Hoe hoger de balk, des te sterker het signaal.
Geeft aan dat er een gesprek wordt gevoerd. U hebt een of meerdere tekstberichten ontvangen.
Geeft aan dat er ongelezen tekstberichten zijn. De doorschakelfunctie is ingeschakeld (netwerkdienst).
Zie Doorschakelen (netwerkdienst) op pagina 45. De thuiszonedienst is ingeschakeld (netwerkdienst).
U kunt cijfers intoetsen. Draai de Navi-knop naar links.
U kunt nu spreken.
Draai de Navi-knop naar rechts. U kunt nu letters intoetsen. Roaming is actief.
De coderingsfunctie is door het netwerk uitgeschakeld.
De beltoon is uitgeschakeld. Draadloze Bluetooth-technologie is geactiveerd.
Zie Draadloze Bluetooth-technologie op pagina 58. Gebruikersprofiel 1 is in gebruik.
Zie Een gebruikersprofiel selecteren op pagina 65. Gebruikersprofiel 2 is in gebruik.
Zie Een gebruikersprofiel selecteren op pagina 65.
10
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Display SU-21
Alfabetisch zoeken in contacten. Zie: Een nummer in de lijst met contactpersonen kiezen (naam zoeken) op pagina 28.
Er kunnen meer pictogrammen worden weergegeven:

Oproeppictogrammen

Geeft aan dat er een spraakoproep actief is.
Geeft aan dat een spraakoproep is afgebroken.
Spraakoproepen zijn overgeschakeld naar de hoofdtelefoon.
Gegevenscommunicatie is actief.
Faxcommunicatie is actief.
Geeft aan dat er een actieve GPRS-verbinding is.
Geeft aan dat er een niet-actieve GPRS-verbinding is.
Het gesprek is in de wacht gezet.

Algemene pictogrammen

Geeft aan dat er handmatig naar een netwerk wordt gezocht.
Geeft aan dat er ongelezen tekstberichten zijn. Als dit pictogram knippert, is het geheugen vol.
Geeft aan dat er een visitekaartje wordt doorgestuurd.
Deze instelling is geactiveerd.
Het volume van de hoofdtelefoon kan worden aangepast.
Het volume van de beltoon kan worden aangepast.
Het volume van de luidspreker kan worden aangepast.
De achtergrondverlichting is ingeschakeld.

Pictogrammen voor opnamefuncties

De opnamefunctie is ingeschakeld.
De opname wordt afgespeeld.

Pictogrammen voor Bluetooth-functies

Een apparaat met Bluetooth-technologie is gepaard met de carkit.
Draadloze Bluetooth-technologie is geactiveerd.

Meldingspictogrammen

Geeft aan dat een item is gewist.
Geeft aan dat de invoer onjuist of ongeldig is.
Bevestiging van een gekozen instelling of optie.
Geeft aan dat er aanvullende informatie is.
Duidt op een waarschuwing.
Geeft aan dat uw bericht wordt verzonden (niet dat het bericht ook is ontvangen).
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
11

Invoerapparaat CUW-3

Invoerapparaat CUW-3
De functie-elementen bestaan uit vier toetsen en een Navi-knop. Afhankelijk van de gekozen instelling zijn de volgende opties beschikbaar:
Houd deze toets ingedrukt om het alarmnummer te bellen. Zie Een noodoproep doen op pagina 78 voor meer informatie.
Druk op – Om een inkomende oproep te beantwoorden. – Om een overzicht van de laatst gekozen nummers weer
te geven.
– Om een nummer te kiezen.
Houd deze toets ingedrukt – Om tekst, cijfers of andere ingevoerde gegevens te verw-
ijderen.
– Om terug te keren naar het standby-display.
Druk op – Om een gesprek te beëindigen. – Om een ingevoerd teken of cijfer te verwijderen. – Om terug te keren naar het vorige menu-item of het display.
Navi-knop
Draai de Navi-knop om het volume van de beltoon voor een inkomende oproep te regelen of om tijdens een tele­foongesprek het volume van de luidspreker te regelen. U kunt de Navi-knop ook gebruiken om in een menu of de lijst met contactpersonen te bladeren.
Draai de Navi-knop in het standby-display naar links om invoer van een telefoonnummer te activeren. In het spraakdisplay kunt u de Naviknop naar links draaien om door de spraakopdrachten te bladeren en kunt u de gewenste opdracht selecteren en afspelen.
Draai de Navi-knop in het standby-display naar rechts om in alfabetische volgorde te zoeken naar een contactpersoon. In het spraakdisplay kunt u de Naviknop naar rechts draaien om door de spraaklabels te bladeren die u hebt opgenomen voor spraakgestuurde nummerkeuze en kunt u het gewenste label selecteren en afspelen.
Druk op de Navi-knop als u een functie in een bepaalde context wilt activeren:
–Om het menu te openen en een item te selecteren. –Om een item in een lijst te selecteren. –Om opties te activeren en een item te selecteren.
Druk in het standby-display op de Navi-knop en houd deze ingedrukt om de voicemailbox te bellen.
Druk op deze toets om de volgende functies te activeren vanuit het standby-display:
12
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Handset HSU-4 (optioneel, afzonderlijk beschikbaar)
X Druk op de toets om de beltoon uit te schakelen.
Een inkomende oproep wordt aangeduid door een knipperend display.
X Houd de toets ingedrukt om de carkit in de uit-stand te
zetten. Druk nogmaals op deze toets om terug te keren naar het standby-display.
X Druk op de toets om inkomende of reeds gestarte oproepen
over te schakelen van de carkit naar een compatibele, gepaarde hoofdtelefoon. Druk nogmaals op deze toets om weer terug te schakelen.
Als u de carkit opnieuw wilt starten, houdt u langer dan
!
tien seconden ingedrukt.
Druk op deze toets om de volgende spraakfuncties te activeren vanuit het standby-display:
X Druk op de toets om spraakgestuurde nummerkeuze en
spraakopdrachten te activeren.
X Houd de toets ingedrukt om de opnamefunctie te activeren
(kan ook tijdens een telefoongesprek).
Handset HSU-4 (optioneel, afzonderlijk beschikbaar)
U kunt de handset HSU-4 gebruiken in plaats van het invoerapparaat CUW-3 dat bij de carkit wordt geleverd. Deze handset geeft u privacy tijdens het bellen en biedt u de mogelijkheid om tekstberichten te schrijven en verzenden.
De handset bestaat uit de volgende functie-elementen: vier toetsen en een Navi-knop, het alfanumerieke toetsenblok, de microfoon en het oorstuk.

Functie-elementen

De functie-elementen zijn identiek aan de elementen op het invoerapparaat CUW-3. Zie Invoerapparaat CUW-3 op pagina 12 voor meer informatie.

Alfanumeriek toetsenblok

Met deze toetsen kunt u de cijfers 0–9, letters en andere tekens invoeren. Aan elke toets zijn meerdere tekens toegewezen. Als u een teken wilt invoeren, drukt u herhaaldelijk op de toets waarop het gewenste teken wordt weergegeven.
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
13
Handset HSU-4 (optioneel, afzonderlijk beschikbaar)
U kunt het alfanumerieke toetsenblok gebruiken om een telefoonnummer of contactpersoon in te voeren.
U kunt als volgt cijfers en tekens invoeren: X Als u een cijfer wilt invoeren, houdt u de gewenste
cijfertoets ongeveer één seconde ingedrukt.
X Als u tekens wilt oproepen, drukt u herhaaldelijk op . X Als u een spatie wilt invoeren, drukt u op . X Als u wilt schakelen tussen hoofdletters en kleine letters,
drukt u op .
X Met kunt u de cursor verplaatsen in de ingevoerde
tekst.
Als u bijvoorbeeld de letter C wilt invoeren, drukt u drie keer op
. Zodra rechts van de ingevoerde letter een knipperende cursor verschijnt, kunt u het volgende teken selecteren. Herhaal deze stappen tot de invoer is voltooid.
Waarschuwing!
Wanneer u klaar bent met het gebruik van de handset, plaatst u deze terug in de houder. Een losse handset kan lichamelijk letsel veroorzaken als u hard moet remmen of een ongeluk krijgt.

Snelkeuze

De snelkiesoptie is een handige functie waarmee u snel en gemakkelijk een telefoonnummer kunt kiezen dat aan een cijfertoets is toegekend.
Als u de snelkiesoptie wilt inschakelen (Aan) of uitschakelen (Uit), selecteert u Instellingen > Oproepinstellingen >
Snelkeuze.
Een telefoonnummer toekennen aan een snelkeuzetoets
U kunt elk willekeurig telefoonnummer in de lijst met contactpersonen toekennen aan een snelkeuzetoets ( tot en met ). De toets is gereserveerd als snelkeuzetoets voor uw voicemailbox. Voor elk van de keuzetoetsen zijn de volgende opties beschikbaar: Nr bekijken, Wijzigen of
Verwijderen.
X Druk in het standby-display op . X Ga naar Contacten en druk op . X Ga naar Snelkeuze en druk op om de lijst met
snelkeuzetoetsen en de hieraan toegekende telefoonnummers te bekijken.
X Ga naar het gewenste item in de lijst met contactpersonen
en druk op . De opties Nr bekijken, Wijzigen en
Verwijderen worden weergegeven.
X Ga naar de gewenste optie en druk op . X Volg de instructies op het display.
Snelkeuzetoetsen gebruiken
X Houd de snelkeuzetoets die aan het gewenste nummer is
toegekend, ingedrukt totdat het nummer is gekozen.
14
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.

Gebruiksmodi en het eerste gebruik

2. Gebruiksmodi en het eerste
gebruik

Gebruiksmodi

De Nokia 616 carkit biedt speciale functies die u in de volgende modi kunt gebruiken:
SIM-toegangsmodus U kunt de carkit gebruiken met de externe SIM-kaart van een compatibele mobiele telefoon die de Bluetooth­norm voor het SIM-toegangsprofiel ondersteunt. Zie Bediening in de SIM-toegangsmodus op pagina 16.
Hands-free modus
U kunt de carkit gebruiken als een hands-free unit voor een compatibele mobiele telefoon die de Bluetooth­norm voor het hands-free profiel ondersteunt. Zie Bediening in de hands-free modus op pagina 19.
Auto-SIM-modus U kunt de carkit met een auto-SIM-kaart gebruiken als autotelefoon. Zie Bediening in de auto-SIM-modus op pagina 21.
Waarschuwing!
Als u een mobiele telefoon gebruikt in combinatie met de carkit, moet u de telefoon in bijvoorbeeld een houder plaatsen.
Als de carkit is gepaard met een mobiele telefoon die de
!
Bluetooth-norm voor het SIM-toegangsprofiel ondersteunt, wordt automatisch een verbinding tot stand gebracht in de SIM-toegangsmodus.
Als de mobiele telefoon alleen de Bluetooth-norm voor het hands-free profiel ondersteunt, wordt een verbinding tot stand gebracht in de hands-free modus. Ga naar de Nokia­website voor informatie over compatibele mobiele telefoons: http://www.nokia.com.

Moduspictogrammen

Geeft aan dat een menu of functie alleen beschikbaar is de SIM-toegangsmodus en auto-SIM-modus.
Geeft aan dat een menu of functie alleen beschikbaar is in de hands-free modus.
Als er geen pictogram wordt weergegeven, is het menu of de functie beschikbaar in alle modi.

Draadloze Bluetooth-technologie

Dankzij draadloze Bluetooth-technologie kunt u een draadloze radioverbinding tot stand brengen tussen de carkit en een compatibel apparaat met Bluetooth-ondersteuning binnen een bereik van maximaal tien meter. Dit kan bijvoorbeeld een compatibele mobiele telefoon zijn, een laptopcomputer of een draadloze hoofdtelefoon. Voor een draadloze verbinding die via Bluetooth tussen compatibele apparaten tot stand wordt gebracht, worden geen kosten in rekening gebracht.
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
15
Bediening in de SIM-toegangsmodus
Er zijn diverse Bluetooth-profielnormen beschikbaar voor de verschillende applicaties met draadloze Bluetooth-technologie. Het is hierdoor mogelijk om een verbinding tot stand te brengen tussen twee compatibele apparaten die Bluetooth ondersteunen. Zie Draadloze Bluetooth-technologie op pagina 58 voor meer informatie.

Gebruikersprofielen

U kunt in de carkit twee verschillende gebruikersprofielen instellen. In een gebruikersprofiel worden de gebruiksmodus, contactpersonen en aangepaste instellingen van een gebruiker opgeslagen. Bij het wisselen van gebruiker kan dit profiel snel worden opgeroepen. Zie Een gebruikersprofiel selecteren op pagina 65 voor meer informatie.
Bediening in de SIM-toegangsmodus
De werking van de SIM-toegangsmodus
Met deze instelling kunt u de carkit bedienen met de externe SIM-kaart in een compatibele mobiele telefoon. Er wordt gebruikgemaakt van Bluetooth-technologie om een draadloze verbinding tot stand te brengen tussen de carkit en de geselecteerde mobiele telefoon en om toegang te krijgen tot de externe SIM-kaart voor aanmelding bij het GSM-radionetwerk.
In deze modus wordt de compatibele mobiele telefoon door de carkit gevraagd zich af te melden bij het GSM-radionetwerk en de benodigde telefooncomponenten voor GSM­radiotransmissie uit te schakelen. Hierna heeft de carkit toegang tot de SIM-kaart die in de compatibele mobiele telefoon is geïnstalleerd, de externe SIM-kaart, zodat de carkit kan worden aangemeld bij het GSM-radionetwerk. Alle inkomende en uitgaande oproepen worden nu door de SIM­kaart in de compatibele mobiele telefoon via de carkit geleid.
Voordelen
y In deze modus kunt u de SIM-kaart van de mobiele telefoon
gebruiken zonder de SIM-kaart van de carkit te wisselen.
y Via de aangepaste menu’s kunt u gebruikmaken van alle
functies van de carkit.
y De kwaliteit van spraak en geluid is uitstekend. De externe
GSM-antenne zorgt voor optimale condities voor gegevenscommunicatie.
Bediening van de carkit in de Bluetooth SIM-toegangsmodus
16
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Bediening in de SIM-toegangsmodus
Gebruik
U hoeft de compatibele mobiele telefoon niet in een telefoonhouder te plaatsen. De draadloze Bluetooth-verbinding tussen de carkit en de compatibele mobiele telefoon wordt in de volgende omstandigheden verbroken:
y Het contactslot van de auto wordt uitgeschakeld. Hierdoor
wordt de carkit ook automatisch uitgeschakeld.
y De mobiele telefoon bevindt zich buiten het bereik en de
Bluetooth-verbinding wordt verbroken, bijvoorbeeld wanneer u de auto verlaat met de mobiele telefoon.
y U activeert een andere gebruiksmodus. y U schakelt de mobiele telefoon uit. y U verbreekt de verbinding met de mobiele telefoon in de
SIM-toegangsmodus.
Als de laatst geselecteerde gebruiksmodus de SIM­toegangsmodus was, zoekt de carkit automatisch naar de externe SIM-kaart van de compatibele mobiele telefoon waarmee eerder verbinding was wanneer u het contactslot van de auto uit- en weer inschakelt. Als de mobiele telefoon zich binnen het bereik bevindt, wordt een draadloze Bluetooth­verbinding tot stand gebracht tussen de twee apparaten.
Bluetooth-verbindingen tussen apparaten kunnen
!
automatisch worden ingesteld zonder dat u hoeft te bevestigen. Schakel hiervoor de optie Autorisatie vragen uit in de mobiele telefoon.
Als u regelmatig gebruikmaakt van Bluetooth-technologie,
!
kunt u de optie Autorisatie vragen van de compatibele mobiele telefoon uitschakelen. Bluetooth-verbindingen tussen de apparaten worden dan automatisch ingesteld zodat u ze niet telkens hoeft te bevestigen.
Zie de gebruikershandleiding bij de compatibele mobiele telefoon met Bluetooth-technologie voor meer informatie.
Vereisten voor gebruik
Als u de carkit wilt bedienen via een externe SIM-kaart, moet aan de volgende eisen worden voldaan:
y De carkit moet zijn aangesloten op een externe GSM-
antenne.
y De compatibele mobiele telefoon moet een externe SIM-
kaart bevatten en moet draadloze Bluetooth-technologie en het SIM-toegangsprofiel ondersteunen.
y De compatibele mobiele telefoon moet zijn gepaard met de
carkit voor gebruik in de SIM-toegangsmodus. Zie Paren op pagina 59 voor meer informatie.
y De compatibele mobiele telefoon moet zijn ingeschakeld, de
batterij moet voldoende zijn opgeladen en draadloze Bluetooth-technologie moet zijn geactiveerd.
Ga naar de Nokia-website voor informatie over compatibele
!
mobiele telefoons: http://www.nokia.com.
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
17
Bediening in de SIM-toegangsmodus
Eerste gebruik
Wanneer u het contactslot van de auto inschakelt nadat u de carkit hebt geïnstalleerd of de optie Fabriekinst. herstellen? hebt geselecteerd, wordt de carkit automatisch ingeschakeld.
De displaytaal en gebruiksmodus instellen
Als u geen gebruiksmodus hebt toegewezen aan het actieve gebruikersprofiel, wordt u gevraagd de gewenste displaytaal te selecteren.
Wanneer Gebruiksmodus wordt weergegeven, selecteert u
Bluetooth-telefoon.
Er wordt nu automatisch gezocht naar een compatibele mobiele telefoon met ondersteuning voor draadloze Bluetooth­technologie. Selecteer de gewenste mobiele telefoon in de lijst met gevonden apparaten en start de paarbewerking. Er wordt een wachtwoord met 16 cijfers weergegeven. Voer dit wachtwoord in op de compatibele mobiele telefoon wanneer u daarom wordt gevraagd. Zie Paren op pagina 59 voor meer informatie.
Als de Bluetooth SIM-toegangsmodus niet door de
!
geselecteerde mobiele telefoon wordt ondersteund, wordt automatisch de hands-free modus geactiveerd. Zie Bediening in de hands-free modus op pagina 19 voor meer informatie.
Als de mobiele telefoon niet wordt gevonden door de carkit,
!
controleert u eerst of draadloze Bluetooth-technologie wel is geactiveerd in de telefooninstellingen en of de telefoon wel zichtbaar is voor andere apparaten. Voer vervolgens
opnieuw een zoekactie uit naar apparaten met Bluetooth­technologie. Ook als alle vereiste instellingen juist zijn, kan een zoekactie soms eerst mislukken vanwege externe storingen.
Wanneer u een mobiele telefoon paart in de SIM-
!
toegangsmodus, wordt een numeriek wachtwoord van 16 cijfers gegenereerd door de carkit. U kunt dit wachtwoord desgewenst wissen. Druk hiervoor binnen drie seconden op
. Voer vervolgens een willekeurige code van 16 cijfers in
met behulp van de numerieke editor van de Navi-knop. Met deze optie kunt u de carkit paren met een compatibele
mobiele telefoon met Bluetooth-ondersteuning en een numeriek wachtwoord van 16 cijfers genereren. U kunt dit wachtwoord vervolgens invoeren in de carkit.
De PIN-code invoeren
Als u om een PIN-code wordt gevraagd, geeft u de PIN-code op van de externe SIM-kaart die in de compatibele mobiele telefoon is geïnstalleerd. De pincode wordt op het display weergegeven als een reeks asterisken: ****. Druk op om te bevestigen. U wordt vervolgens gevraagd of u de PIN-code wilt opslaan zodat deze in het vervolg automatisch wordt geautoriseerd.
Als u de functies van de SIM-kaart alleen kunt gebruiken als
!
u de PIN-code hebt ingevoerd, bijvoorbeeld wanneer kosten in rekening worden gebracht voor werkgerelateerde of persoonlijke gesprekken, is voorzichtigheid geboden wanneer u wordt gevraagd deze code op te slaan.
18
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Bediening in de hands-free modus
U bent zelf verantwoordelijk voor eventueel misbruik dat voortkomt uit het opslaan van uw PIN-code.
Als de apparaten zijn gepaard en de PIN-code is ingevoerd, wordt de externe SIM-kaart van de geselecteerde compatibele mobiele telefoon toegewezen aan gebruikersprofiel 1.
Contactpersonen downloaden van de mobiele telefoon
U wordt gevraagd of de contactpersonen op de externe SIM­kaart en in de compatibele mobiele telefoon moeten worden gekopieerd naar het geheugen van de carkit. Als u akkoord gaat, worden de contactpersonen in de carkit overschreven. Zie Instellingen downloaden op pagina 67 voor meer informatie.
Als u een automatisch een Bluetooth-verbinding tot stand
!
brengen zonder dat u eerst hoeft te bevestigen, moet u de optie Autorisatie vragen uitschakelen in de mobiele telefoon.
Houd er rekening mee dat zowel de contactpersonen van de
!
SIM-kaart van de mobiele telefoon als de contactpersonen uit het interne telefoongeheugen worden gedownload.
Gereed voor gebruik
De carkit heeft nu toegang tot de SIM-kaart van de compatibele mobiele telefoon en kan worden aangemeld bij het GSM­radionetwerk. De SIM-toegangsmodus is nu geactiveerd.
Bediening in de hands-free modus
De carkit gebruiken als een hands-free apparaat voor een mobiele telefoon
De werking van de hands-free modus
U kunt de carkit gebruiken als een handig hands-free apparaat voor een compatibele mobiele telefoon die de Bluetooth-norm voor het hands-free profiel ondersteunt. Hierbij maakt de carkit via draadloze Bluetooth-technologie verbinding met de compatibele mobiele telefoon. Naast de in- en uitvoer van spraak en geluid worden ook de belangrijkste besturings­functies door de carkit overgenomen.
Voordelen
y U hebt geen extra SIM-kaart nodig. y Er zijn diverse compatible mobiele telefoons verkrijgbaar
voor gebruik in de hands-free modus. Raadpleeg de Nokia­website voor informatie over deze telefoons:
http://www.nokia.com/enhancements/616
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
19
Bediening in de hands-free modus
y De menu’s van de carkit kan worden aangepast aan de
wensen van de gebruiker.
y U kunt sommige netwerkdiensten en -voorzieningen die
niet door de carkit worden ondersteund, gebruiken via de mobiele telefoon. De telefoon moet deze diensten en voorzieningen echter wel ondersteunen.
Vereisten voor gebruik
y U moet een compatibele mobiele telefoon gebruiken die de
Bluetooth-norm voor het hands-free profiel ondersteunt.
y De compatibele mobiele telefoon moet zijn gepaard met de
carkit voor gebruik in de hands-free modus. Zie Paren op pagina 59 voor meer informatie.
y De compatibele mobiele telefoon moet zijn ingeschakeld, de
batterij moet voldoende zijn opgeladen en draadloze Bluetooth-technologie moet zijn geactiveerd.
Het is mogelijk dat producten van andere fabrikanten niet
!
alle functies van de hands-free modus ondersteunen.
In de hands-free modus wordt de verbinding met het GSM-
!
radionetwerk tot stand gebracht door de mobiele telefoon.
Eerste gebruik
Wanneer u het contactslot van de auto inschakelt nadat u de carkit hebt geïnstalleerd of de optie Fabriekinst. herstellen? hebt geselecteerd, wordt de carkit automatisch ingeschakeld.
De displaytaal en gebruiksmodus instellen
Als u geen gebruiksmodus hebt toegewezen aan het actieve gebruikersprofiel, wordt u gevraagd de gewenste displaytaal te selecteren.
Wanneer Gebruiksmodus wordt weergegeven, selecteert u
Bluetooth-telefoon.
Er wordt automatsich een zoekactie gestart naar een compatibele mobiele telefoon. De gevonden apparaten worden in een lijst weergegeven. Selecteer de gewenste mobiele telefoon in deze lijst en start de paarbewerking. U moet hierbij voor beide apparaten hetzelfde Bluetooth-wachtwoord invoeren. U kunt desgewenst ook een eigen wachtwoord samenstellen. Zie Paren op pagina 59 voor meer informatie.
Als de geselecteerde mobiele telefoon ook het SIM-
!
toegangsprofiel ondersteunt, wordt de SIM-toegangsmodus automatisch ingesteld als gebruiksmodus. Zie Bediening in de SIM-toegangsmodus op pagina 16 voor meer informatie.
Contactpersonen downloaden van de mobiele telefoon
U wordt gevraagd of de contactpersonen op de externe SIM­kaart en in de compatibele mobiele telefoon moeten worden gekopieerd naar het geheugen van de carkit. Als u akkoord gaat, worden de contactpersonen in de carkit overschreven. Zie Instellingen downloaden op pagina 67 voor meer informatie.
Als u deze modus selecteert, moet u de optie Autorisatie
!
vragen uitschakelen in de mobiele telefoon of de verbinding
autoriseren in de mobiele telefoon.
20
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Bediening in de auto-SIM-modus
Houd er rekening mee dat zowel de contactpersonen van de
!
SIM-kaart van de mobiele telefoon als de contactpersonen uit het interne telefoongeheugen worden gedownload.
Gereed voor gebruik
Zodra de carkit is gepaard met de compatibele mobiele telefoon, kunt u de carkit gebruiken in de hands-free modus.
Bediening in de auto-SIM-modus
Bediening van de carkit in de auto-SIM-modus
De werking van de auto-SIM-modus
Als u een SIM-kaart1 in de carkit plaatst, kunt u de carkit gebruiken als een autotelefoon via de externe GSM-antenne die met het systeem is verbonden.
Voordelen
y De kwaliteit van spraak en geluid is uitstekend en de externe
GSM-antenne zorgt voor optimale condities voor gegevenscommunicatie.
y Via de aangepaste menu's kunt u gebruikmaken van alle
functies van de carkit.
Vereisten voor gebruik
y De carkit moet zijn aangesloten op een externe GSM-
antenne.
y De carkit moet een SIM-kaart bevatten.
Als u een dual SIM-kaart of een Twin Card gebruikt, is het
!
mogelijk dat slechts één van de apparaten kan worden aangemeld. Afhankelijk van uw netwerkoperator moet u dan het andere apparaat uitschakelen om storingen te voorkomen. Raadpleeg de informatie die door de netwerkoperator is geleverd.
De auto-SIM-kaart installeren
Als u de carkit wilt gebruiken met uw eigen auto-SIM-kaart, moet u deze kaart in de radio-unit plaatsen.
Waarschuwing!
Houd alle SIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen. Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart voor informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider, netwerkoperator of een andere leverancier zijn.
1. bijvoorbeeld een dual SIM-kaart of een Twin Card
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
21
Bediening in de auto-SIM-modus
De SIM-kaart en de contactpunten van de kaart kunnen
!
gemakkelijk door krassen of buigen worden beschadigd. Wees daarom voorzichtig wanneer u de kaart vastpakt, plaatst of verwijdert.
X Schakel de carkit uit voordat u de SIM-kaart installeert. X Druk voorzichtig op het palletje op
de behuizing van de radio-unit (1) om het klepje te openen en omhoog te tillen (2).
X Schuif de SIM-kaarthouder (3) in
de aangegeven richting om deze te ontgrendelen.
X Open de SIM-kaarthouder door
deze omhoog te tillen (4).
X Plaats de SIM-kaart voorzichtig in
de houder (5). Zorg ervoor dat de SIM-kaart juist is geplaatst en dat de goudkleurige contactpunten naar u toe zijn gericht.
X Duw de SIM-kaarthouder weer op
zijn plaats. Klik de houder vast door deze in de aangegeven richting te schuiven. Sluit het klepje van de radio-unit.
Toegangscodes voor de auto-SIM-kaart
y PIN-code (4-8 cijfers):
De PIN-code (Personal Identification Number) beschermt de auto-SIM-kaart tegen ongeoorloofd gebruik. De PIN-code wordt gewoonlijk bij de SIM-kaart verstrekt.
Bij sommige serviceproviders kunt u ervoor kiezen dat u bij het inschakelen geen PIN-code hoeft in te voeren.
y PIN2-code (4-8 cijfers):
De PIN2-code wordt bij sommige auto-SIM-kaarten verstrekt en is nodig om bepaalde functies te activeren.
y De PUK-code en PUK2-code (8 cijfers):
De PUK-code (Personal Unblocking Key) is vereist voor het wijzigen van een geblokkeerde PIN-code. De PUK2-code is vereist voor het wijzigen van een geblokkeerde PIN2-code.
22
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Bediening in de auto-SIM-modus
Als u deze codes niet bij uw auto-SIM-kaart hebt gekregen,
!
neemt u contact op met de serviceprovider.
Eerste gebruik
Wanneer u het contactslot van de auto inschakelt nadat u de carkit hebt geïnstalleerd of de optie Fabriekinst. herstellen? hebt geselecteerd, wordt de carkit automatisch ingeschakeld.
De displaytaal en gebruiksmodus instellen
Als u geen gebruiksmodus hebt toegewezen aan het actieve gebruikersprofiel, wordt u gevraagd de gewenste displaytaal te selecteren.
Wanneer Gebruiksmodus wordt weergegeven, selecteert u
Auto-SIM-kaart.
De PIN-code invoeren
Wanneer u om een PIN-code wordt gevraagd, voert u de PIN­code van de auto-SIM-kaart in. Deze code wordt op het display weergegeven als een reeks asterisken: ****. Druk op om te bevestigen.
Als het bericht SIM geweig. wordt weergegeven op het
!
display terwijl er wel een SIM-kaart in de radio-unit is geplaatst die is toegewezen aan het actieve gebruikersprofiel, neemt u contact op met uw netwerkoperator of serviceprovider.
naar dit geheugen van het actieve gebruikersprofiel moeten worden gekopieerd.
De carkit maakt gebruik van de contactpersonen in het
!
interne geheugen en niet van de contactpersonen op de auto-SIM-kaart. Het wordt daarom aangeraden de contactpersonen op de auto-SIM-kaart naar het geheugen van carkit te kopiëren.
Gereed voor gebruik
De carkit wordt via de auto-SIM-kaart bij het GSM­radionetwerk aangemeld en kan worden bediend in de auto­SIM-modus.
Contactpersonen downloaden van de auto-SIM-kaart
Als het geheugen van de carkit geen contactpersonen bevat, wordt u gevraagd of de contactpersonen op de auto-SIM-kaart
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
23

Overzicht van de belangrijkste functies

3. Overzicht van de belangrijkste
functies
De onderstaande functies worden slechts kort beschreven. Raadpleeg de referenties als u meer informatie wilt.

De carkit inschakelen

De carkit wordt aangesloten op het contactslot. Dit betekent dat de carkit automatisch wordt ingeschakeld wanneer u de contactsleutel omdraait.
Zie Gebruiksmodi en het eerste gebruik op pagina 15 als u geen actief gebruikersprofiel hebt geconfigureerd.
Als u de carkit inschakelt, wordt geprobeerd het actieve gebruikersprofiel en de laatst geselecteerde gebruiksmodus te openen. Als het laatst geselecteerde gebruikersprofiel niet geopend kan worden, wordt geprobeerd een ander gebruikersprofiel te openen.
Indien u de carkit het laatst hebt gebruikt in de hands-free modus of SIM-toegangsmodus, wordt via draadloze Bluetooth­technologie automatisch gezocht naar de compatibele mobiele telefoon die u gebruikte. Indien u de carkit het laatst hebt gebruikt in de auto-SIM-modus, wordt geprobeerd verbinding te maken met de SIM-kaart in de radio-unit.
Als de carkit niet automatisch een gebruiksmodus kan activeren, wordt de volgende lijst opties weergegeven op het display:
y Opn. verb. met gebruiker 1/2
Dit is een handige optie als de mobiele telefoon onbedoeld wordt uitgeschakeld of als deze via een draadloze Bluetooth-verbinding was aangesloten op een hoofdtelefoon.
y Gebruiker 2/1
De carkit schakelt over naar het andere gebruikersprofiel.
y Auto-SIM voor sessie gebr.
Als er een SIM-kaart is geïnstalleerd in de carkit, wordt tijdelijk deze kaart gebruikt. Gebruikerspecifieke instellingen, zoals contactpersonen, worden in het geheugen bewaard. De volgende keer dat u de carkit inschakelt, wordt opnieuw geprobeerd de eerder gebruikte modus te activeren.
y Gebruiksmodus
Met deze optie kunt u zoeken naar apparaten met ondersteuning voor Bluetooth-technologie zodat u een mobiele telefoon kunt selecteren voor gebruik met de carkit.
Indien mogelijk wordt automatisch de SIM-toegangsmodus geselecteerd door de carkit; anders wordt de hands-free modus geselecteerd.
Hiervoor wordt een paarbewerking met een Bluetooth­wachtwoord gestart. Zie Paren op pagina 59 voor meer informatie.
U kunt desgewenst ook de auto-SIM-modus selecteren.
y Noodoproep doen?
Met deze optie kunt u noodoproep doen.
24
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.

Inkomende oproep

X Ga naar de gewenste optie en druk op om deze te
selecteren.
De beschikbare opties zijn afhankelijk van de geselecteerde
!
gebruiksmodus.

Contactpersonen downloaden

Als de carkit is verbonden met een compatibele mobiele telefoon, kunt u de contactpersonen van de telefoon naar de carkit downloaden met behulp van de optie Contacten
downloaden in het menu Gebr.ggvns (Gebruikersgegevens).
Deze functie is belangrijk omdat u geen directe toegang
!
hebt tot de lijst met contactpersonen op een auto-SIM­kaart in de carkit. U hebt pas toegang tot deze nummers als u ze naar het geheugen van de carkit kopieert.
Als u een auto-SIM-kaart gebruikt, moet een mobiele telefoon selecteren voor de downloadbewerking. Zie Contacten downloaden op pagina 64 voor meer informatie.

Meerdere gebruikers

In de carkit kunt u gegevens of instellingen opslaan en beheren met twee verschillende gebruikersprofielen. Een gebruikersprofiel bevat contactpersonen, naamlabels, spraakopdrachten of instellingen van de carkit. Op deze manier kunnen twee personen die de auto delen, hun eigen persoonlijke gebruikersprofiel te activeren en zo via dezelfde SIM-kaart hun eigen gebruikersgegevens gebruiken.
Gebruiker 1
Gebruiker 2
X Druk in het standby-display op om het menu te
openen.
X Ga naar het menu Gebr.ggvns (Gebruikersgegevens) en druk
op om dit menu te openen.
X Ga naar Wijzigen in gebruiker 1 of Wijzigen in gebruiker 2
en druk op om de gewenste optie te selecteren.
X Het geselecteerde gebruikersprofiel wordt geactiveerd. U wordt mogelijk gevraagd de PIN-code van de externe SIM-
kaart in te voeren. Zie Een gebruikersprofiel selecteren op pagina 65 voor meer
informatie.
Inkomende oproep
Voor inkomende oproepen zijn de volgende opties beschikbaar:

Een inkomende oproep accepteren

U kunt als volgt een inkomende oproep accepteren:
X Druk op . X Als u een gesprek wilt beëindigen, drukt u op .

Een inkomende oproep weigeren

X Druk op om een inkomende oproep te weigeren. Als Doorschakelen bij bezet (netwerkdienst) is geactiveerd en
inkomende oproepen naar een ander nummer worden doorgeschakeld, bijvoorbeeld het nummer van uw voicemailbox, worden alle geweigerde oproepen ook naar dit nummer
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
25
Loading...
+ 56 hidden pages