Nokia 5510 User Manual [nl]

Elektronische handleiding als uitgave bij "Nokia Handleidingen - Voorwaarden en bepalingen, 7 juni 1998" (“Nokia
User’s Guides Terms and Conditions, 7th June, 1998”.)
Gebruikershandleiding
9353969
Issue 2 NL
CONFORMITEITSVERKLARING NOKIA CORPORATION verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het product NPM-5 conform is aan de bepalingen van de volgende Richtlijn van de Raad: 1999/5/EC. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
Copyright © Nokia Corporation 2001-2002. Alle rechten voorbehouden.
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is verboden.
Includes RSA BSAFE cryptographic or security protocol software from RSA Security.
Nokia en Nokia Connecting People zijn gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn.
Muziek wordt beschermd door auteursrecht in internationale verdragen en nationale wetten op het auteursrecht. Wellicht hebt u toestemming of een licentie nodig voor het reproduceren of kopiëren van muziek. In sommige landen is het voor privé-gebruik kopiëren van materiaal dat wordt beschermd door auteursrecht, wettelijk verboden. Stel u op de hoogte van de nationale wetgeving van uw land aangaande het gebruik van dergelijk materiaal.
Navi is een handelsmerk van Nokia Corporation. Nokia tune is een handelsmerk van Nokia Corporation.
©2002 Nokia Corporation. All rights reserved.2
Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten of voor enige bijzondere, incidentele, onrechtstreekse of indirecte schade.
De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt. Tenzij vereist krachtens het toepasselijke recht, wordt geen enkele garantie gegeven betreffende de nauwkeurigheid, betrouwbaarheid of inhoud van dit document, hetzij uitdrukkelijk hetzij impliciet, daaronder mede begrepen maar niet beperkt tot impliciete garanties betreffende de verkoopbaarheid en de geschiktheid voor een bepaald doel. Nokia behoudt zich te allen tijde het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving dit document te wijzigen of te herroepen.
De beschikbaarheid van bepaalde accessoires kan per regio verschillen. Neem hiervoor contact op met de dichtstbijzijnde Nokia leverancier.
9353969 / Issue 2 NL
©2002 Nokia Corporation. All rights reserved.
3

Naslaggids

Hartelijk dank dat u voor deze Nokia-telefoon hebt gekozen! In dit gedeelte worden een aantal tips
Naslaggids
voor het gebruik van de telefoon gegeven. Uitvoeriger informatie vindt u op de overige pagina’s van deze gebruikershandleiding.
Voordat u de telefoon gebruikt
1. Plaats een SIM-kaart in de telefoon. Zie Een SIM-kaart plaatsen op pagina 20.
2. Installeer de batterij en laad deze op. Zie Een SIM-kaart plaatsen op pagina 20 en De batterij opladen op pagina 21.
3. Schakel de telefoon in door ingedrukt te houden (zie pagina 22). Zie ook Schermindicatoren op pagina 18.
Algemene functies
Opbellen
Toets het netnummer en telefoonnummer in en druk op (Bellen).
Een gesprek beëindigen
Druk op (Ophangen)
Gebeld worden
Druk op (Antwoorden)
Een telefoonnummer opnieuw kiezen
4
©2002 Nokia Corporation. All rights reserved.
Druk vanuit de standby-modus eenmaal op , ga met of naar het gewenste telefoonnummer en druk op (Call).
Het luidsprekervolume instellen
Druk tijdens een gesprek op of .
Uw voicemail bellen
Houd toets 1 ingedrukt in de standby-modus. Zie ook Voicemailboxnummer (menu 2-9) op pagina
51.
Bellen met de functie voor spraaknummers
Voeg een spraaknummer toe aan het gewenste telefoonnummer (zie pagina 44). Houd ingedrukt in de standby-modus en spreek het spraaknummer uit om het nummer te kiezen.
Telefoonlijstfuncties
Snel opslaan
Toets het telefoonnummer in en druk op of om de tekst boven te wijzigen in Opslaan. Druk op (Opslaan)
Toets de naam in en druk op (OK).
Snel zoeken
Druk op in de standby-modus (toets de eerste letter van de naam in) en ga met of naar de gewenste naam. Houd de Shift-toets ingedrukt om het bijbehorende telefoonnummer weer te geven.
Naslaggids
©2002 Nokia Corporation. All rights reserved.
5
Een menu openen of afsluiten
Openen
Druk op (Menu). Ga met of naar de gewenste menufunctie en druk op (Kiezen). Herhaal deze procedure voor submenu’s en instellingen.
Naslaggids
Afsluiten
Druk op om terug te keren naar het vorige menuniveau. Houd ingedrukt om terug te keren naar de standby-modus.
Overige basisfuncties
Het toetsenbord vergrendelen en vrijgeven
Druk vanuit de standby-modus op (Menu) en druk vervolgens kort op de spatietoets.
Beltonen instellen voor verschillende omgevingen
Druk kort op , ga met of naar de gewenste optie en druk op (OK).
6
©2002 Nokia Corporation. All rights reserved.

Inhoudsopgave

Naslaggids................................................. 4
Inhoudsopgave.......................................... 7
VOOR UW VEILIGHEID............................ 10
Algemene informatie.............................. 12
Stickers in het pakket ............................................... 12
Netwerkdiensten ........................................................ 12
Accessoires en batterijen ......................................... 12
Toegangscodes............................................................ 13
1. Aan de slag.......................................... 15
Toetsen en aansluitingen......................................... 15
Aan/uit-toets ........................................................... 15
Navi-toets................................................................. 15
Bladertoetsen........................................................... 16
C-toets....................................................................... 16
Aansluitingen........................................................... 17
Schermindicatoren..................................................... 18
Standby-modus....................................................... 18
Belangrijke pictogrammen voor menufuncties 19
Een SIM-kaart plaatsen............................................ 20
De batterij opladen.................................................... 21
De telefoon in- en uitschakelen ............................ 22
©2002 Nokia Corporation. All rights reserved.
De hoofdtelefoon aansluiten en gebruiken ........ 23
De meegeleverde kabels aansluiten en
gebruiken...................................................................... 24
2. Basisfuncties....................................... 27
Opbellen........................................................................ 27
Bellen met behulp van de telefoonlijst ............ 27
Het luidsprekervolume aanpassen ..................... 28
De microfoon tijdelijk uitschakelen................... 28
Nummer herhalen................................................... 28
Een nummer bellen via snelkeuzetoetsen ....... 28
Nieuwe oproep tijdens een gesprek .................. 29
Voicedialling............................................................. 29
Conferentiegesprekken.......................................... 29
Een oproep beantwoorden....................................... 30
Een oproep doorschakelen of weigeren ........... 31
Oproep beantwoorden tijdens een gesprek..... 31
Voicemailberichten opvragen ................................. 32
Het toetsenbord vergrendelen................................ 32
Een beltoon selecteren (menu 5-1) ...................... 33
Alle beltonen met één instelling aanpassen....... 33
Een telefoonnummer met een naam opslaan.... 34
Tekst intoetsen............................................................ 35
Snelkeuze...................................................................... 36
7
Het toetsenbord vergrendelen ............................... 36
3. Menufuncties...................................... 38
Een menufunctie activeren..................................... 38
Door te bladeren..................................................... 38
Via een indexnummer ........................................... 39
Een menu afsluiten ................................................... 39
Overzicht van de menufuncties............................. 40
Inhoudsopgave
Telefoonlijst (menu 1)............................................... 43
Berichten (Menu 2) ................................................... 46
Tekstberichten intoetsen en verzenden
(Berichten intoetsen - menu 2-1).................... 46
Een tekstbericht lezen (Inbox - menu 2-2) .... 47
De opgeslagen berichten weergeven
(Outbox - menu 2-3)............................................. 48
Afbeeldingen (menu 2-4)..................................... 48
Sjablonen (menu 2-5) ........................................... 49
Smileys (menu 2-6) .............................................. 49
Berichten- opties (menu 2-7)............................. 49
Infodienst (menu 2-8)........................................... 51
Voicemailboxnummer (menu 2-9) .................... 51
Netwerkopdrachteneditor (menu 2-10) .......... 51
Chatten (menu 3) ...................................................... 51
Oproep-info (menu 4)............................................... 52
Geluid (menu 5) ......................................................... 54
Instellingen (menu 6) ............................................... 55
Oproepinstellingen (menu 6-1).......................... 56
Gebruiksopties (menu 6-2).................................. 57
Beveiligingsinstellingen (menu 6-3)................. 57
Terug naar fabrieksinstellingen (menu 6-4) ... 58
Doorschak. (menu 7)................................................. 59
Muziek (menu 8)........................................................ 59
Music player (menu 8-1)...................................... 60
Muziek luisteren..................................................... 60
Radio (menu 8-2)................................................... 61
Opname- eenheid (menu 8-3)............................ 63
Speellijst (menu 8-4)............................................. 64
Spelletjes (menu 9).................................................... 64
Algemene instellingen voor spelletjes
wijzigen..................................................................... 65
Een spelletje starten en de bijbehorende
instellingen wijzigen ............................................. 66
Verbinding maken met de WAP-dienst van
Club Nokia................................................................ 66
Speltoetsen .............................................................. 67
Calculator (menu 10)................................................ 71
Herinneringn (menu 11) .......................................... 73
Klok (menu 12) ........................................................... 73
Profielen (menu 13) .................................................. 75
WAP-diensten (Diensten - menu 14)................... 77
Basisstappen voor het verbinden met en
gebruiken van WAP-diensten ............................. 77
De telefoon instellen voor een WAP-dienst ... 78
Verbinding maken met een WAP-dienst ......... 81
Bladeren door de paginas van een
WAP-dienst.............................................................. 82
Een WAP-verbinding verbreken ......................... 84
De weergaveinstellingen van WAP-pagina's
wijzigen..................................................................... 84
8
©2002 Nokia Corporation. All rights reserved.
Bookmarks opslaan en beheren.......................... 85
Het cachegeheugen leegmaken.......................... 86
Gelijktijdig een WAP-verbinding en een spraakoproep actief hebben
(als USSD de drager is).......................................... 86
Beveiligingscertificaten ........................................ 87
SIM-diensten (menu 15).......................................... 88
4. Nokia Audio Manager........................ 89
Systeemvereisten ....................................................... 89
Nokia Audio Manager installeren.......................... 90
Muziekbestanden overbrengen naar de
telefoon......................................................................... 91
Muzieknummers beheren met Nokia
Audio Manager ........................................................... 91
5. Informatie over de batterij ................ 93
De batterij opladen en ontladen............................ 93
VERZORGING EN ONDERHOUD............. 95
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE 97
Index...................................................... 103
©2002 Nokia Corporation. All rights reserved.
9

VOOR UW VEILIGHEID

Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het overtreden van de regels kan gevaarlijk of onwettig zijn. Meer informatie vindt u in deze handleiding.
Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
VOOR UW VEILIGHEID
Gebruik geen telefoon terwijl u een auto bestuurt. Parkeer de auto eerst.
STORING
Alle draadloze telefoons zijn gevoelig voor storing. Dit kan de werking van de telefoon beïnvloeden.
SCHAKEL DE TELEFOON UIT IN ZIEKENHUIZEN
Volg alle regels en aanwijzingen op. Schakel de telefoon uit in de nabijheid van medische apparatuur.
SCHAKEL DE TELEFOON UIT IN VLIEGTUIGEN
Draadloze telefoons kunnen storingen veroorzaken.
SCHAKEL DE TELEFOON UIT TIJDENS HET TANKEN
Gebruik de telefoon niet in een benzinestation. Gebruik de telefoon niet in de nabijheid van benzine of chemicaliën.
SCHAKEL DE TELEFOON UIT IN DE BUURT VAN EXPLOSIEVEN
Gebruik de telefoon niet waar explosieven worden gebruikt. Houd u aan beperkende maatregelen en volg eventuele voorschriften of regels op.
10
©2002 Nokia Corporation. All rights reserved.
GEBRUIK DE TELEFOON VERSTANDIG
Gebruik de telefoon alleen zoals het is bedoeld. Raak de antenne niet onnodig aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Laat alleen bevoegd personeel het apparaat installeren of repareren.
ACCESSOIRES EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde accessoires en batterijen. Sluit geen ongeschikte producten aan.
WATERBESTENDIGHEID
De telefoon is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
MAAK BACK-UPS
Vergeet niet om een back-up te maken van alle belangrijke gegevens.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, moet u de gebruikershandleiding van dat apparaat lezen voor gedetailleerde veiligheidsinstructies. Sluit geen ongeschikte producten aan.
BELLEN
Controleer of de telefoon is ingeschakeld. Toets het net- en abonneenummer in en druk op (Bellen). Als u een gesprek wilt beëindigen, drukt u op (Ophangen). Als u een oproep wilt beantwoorden, drukt u op (Antwoorden).
ALARMNUMMER KIEZEN
Controleer of de telefoon is ingeschakeld. Druk zo vaak als nodig is op om het scherm leeg te maken (bijvoorbeeld om een gesprek te beëindigen, een menu af te sluiten, enzovoort). Toets het alarmnummer in en druk op (Bellen). Geef op wa ar u zi ch bev indt. Beëindig het gesprek niet voordat u daarvoor toestemming hebt gekregen.
VOOR UW VEILIGHEID
©2002 Nokia Corporation. All rights reserved.
11

Algemene informatie

Stickers in het pakket

De stickers bevatten belangrijke informatie voor service en klantenondersteuning. Bewaar de stickers op een veilige plaats.

Netwerkdiensten

Algemene informatie
De draadloze telefoon die in deze handleiding wordt beschreven is goedgekeurd voor gebruik op de netwerken GSM 900 en GSM 1800.
De dualbandfunctie is een netwerkfunctie. Vraag uw leverancier of u zich op deze functie kunt abonneren.
Sommige functies die in deze handleiding worden beschreven zijn netwerkdiensten. Dit zijn speciale diensten die u via de netwerkexploitant kunt aanvragen. Voordat u deze netwerkdiensten kunt gebruiken, moet u zich op de diensten abonneren via de netwerkexploitant. U krijgt dan tevens de instructies voor het gebruik.
Opmerking: Het is mogelijk dat sommige netwerken geen ondersteuning bieden voor bepaalde taalafhankelijke tekens en/of diensten.

Accessoires en batterijen

Controleer voor gebruik altijd het modelnummer van een oplader. Deze apparatuur is bedoeld voor gebruik met de volgende voedingsbronnen: de standaardlader ACP-7, de reislader ACP-8, de mobiele lader LCH-9 of de batterijlader DDC-1.
12
©2002 Nokia Corporation. All rights reserved.
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders en accessoires die door de fabrikant van de telefoon zijn goedgekeurd voor gebruik met dit type telefoon. Het gebruik van andere types kan de goedkeuring en garantie doen vervallen en kan bovendien gevaarlijk zijn.
Vraag uw leverancier naar de beschikbare goedgekeurde accessoires.
Als u de stekker van een accessoire uit het stopcontact verwijdert, moet u aan de stekker trekken, niet aan het snoer.

Toegangscodes

Met de onderstaande toegangscodes kunt u onbevoegd gebruik van de telefoon en SIM-kaart voorkomen.
Beveiligingscode: beveiligt de telefoon tegen onbevoegd gebruik. Deze code wordt bij de telefoon
geleverd. De standaardcode is 12345. Wijzig de code en stel de telefoon via de functies Toegangscodes wijzigen en Beveiligingsniveau
van het menu Beveiligingsinstellingen (zie pagina 57) in om naar de code te vragen. Houd de nieuwe code geheim en bewaar deze op een veilige plaats uit de buurt van de telefoon.
PIN-code: deze code wordt bij de SIM-kaart geleverd en beveiligt de kaart tegen onbevoegd
gebruik. Als de functie PIN-code vragen van het menu Beveiligingsinstellingen (zie pagina 57) is ingeschakeld, wordt u gevraagd de code in te toetsen wanneer u de telefoon inschakelt.
Als u driemaal na elkaar een onjuiste PIN-code opgeeft, wordt de SIM-kaart geblokkeerd. Toets de PUK-code in en druk op (OK). Toets een nieuwe PIN-code in en druk op (OK). Toets de nieuwe code nogmaals in en druk op (OK).
Algemene informatie
©2002 Nokia Corporation. All rights reserved.
13
PIN2-code: deze code wordt bij sommige SIM-kaarten geleverd en is nodig voor bepaalde functies,
zoals kostentellers. Als u driemaal na elkaar een onjuiste PIN2-code invoert, wordt u gevraagd naar de PUK2-code.
PUK- en PUK2-code: deze codes worden mogelijk bij de SIM-kaart geleverd. Als dat niet het geval
is, neemt u contact op met de netwerkexploitant.
Algemene informatie
14
©2002 Nokia Corporation. All rights reserved.

1. Aan de slag

Toetsen en aansluitingen

Hieronder worden de basisfuncties van de telefoontoetsen beschreven. Meer informatie over de toetsen vindt u verderop in deze gebruikershandleiding.

Aan/uit-toets

U schakelt de telefoon in en uit door de toets ingedrukt te houden. Als u in de standby-modus kort op deze toets drukt, wordt een lijst met profielen weergegeven
waarmee u de telefoongeluiden voor verschillende omgevingen kunt instellen. Als u vanuit een menu kort op deze toets drukt, wordt de verlichting van de telefoon gedurende 15
seconden ingeschakeld.

Navi-toets

Het gebruik van de telefoon is grotendeels gebaseerd op de Nokia Navi-toets ( ) onder het display (2).
De functie van deze toets verschilt al naar gelang de functietekst (1) die boven de toets wordt weergegeven.
In deze gebruikershandleiding wordt het symbool gevolgd door de bijbehorende functietekst, bijvoorbeeld (Menu) of (Kiezen).
Aan de slag
©2002 Nokia Corporation. All rights reserved.
15

Bladertoetsen

In de standby-modus: toont de namen en telefoonnummers die in de telefoonlijst zijn opgeslagen.
toont de lijst met laatst gekozen nummers.
In het menu: met deze toetsen kunt u bladeren door menus en instellingen.
Aan de slag
Tijdens het intoetsen van een naam of nummer of het intoetsen van een tekstbericht:
verplaatst de cursor naar links en verplaatst de cursor naar rechts.
Tijdens een gesprek: met deze toetsen kunt u het luidsprekervolume aanpassen.

C-toets

Tijdens het intoetsen van een naam of nummer: met deze toets kunt u het teken links van de cursor
verwijderen. Als u deze toets ingedrukt houdt, worden alle tekens uit het display gewist. In een menu: met deze toets keert u terug naar het vorige menuniveau. Houd deze toets ingedrukt om
het menu af te sluiten.
Wanneer een oproep binnenkomt: druk op deze toets om de oproep te weigeren.
16
©2002 Nokia Corporation. All rights reserved.

Aansluitingen

De telefoon kan op verschillende compatibele apparaten worden aangesloten. Aan de zijkanten van telefoon bevinden zich de aansluitingen en een aantal speciale toetsen:
1. Aansluiting voor het zwarte HDD-2-hoofdtelefoonsnoer (hoofdtelefoon)
2. Aansluiting voor de lader
3. Aansluiting voor het grijze HDD-2-hoofdtelefoonsnoer (microfoon)
4. Interne microfoon
5. Aansluiting voor de ADE-1 audio line-in kabel
6. Aansluiting voor de DKE-2-verbindingskabel voor pc-verbinding
7. Radiotoets
8. Toets voor de Music player
9. Toets Volume omlaag
10. Toets Volume omhoog
©2002 Nokia Corporation. All rights reserved.
17
Aan de slag

Schermindicatoren

Schermindicatoren geven de huidige werking van de telefoon aan.

Standby-modus

Aan de slag
De indicatoren die hieronder worden beschreven, worden weergegeven als de telefoon klaar is voor gebruik en geen tekens zijn ingevoerd. Als dit scherm wordt weergegeven, bevindt de telefoon zich in de standby-modus’.
1. Geeft aan welk cellulair netwerk op dit moment wordt gebruikt.
2. Toont de signaalsterkte van het cellulaire netwerk op uw huidige positie. Hoe hoger de balk, des te sterker het signaal.
3. Toont de capaciteit van de batterij. Hoe hoger de balk, des te hoger de capaciteit van de batterij.
4. Toont de huidige functie van de Nokia Navi-toets ( ).
18
©2002 Nokia Corporation. All rights reserved.

Belangrijke pictogrammen voor menufuncties

Een of meer van de volgende pictogrammen kunnen worden weergegeven wanneer de telefoon zich in de standby-modus bevindt:
Geeft aan dat u bezig bent met bellen. Zie Opbellen op pagina 4 en Verbinding maken met een WAP-dienst op pagina 81.
Geeft aan dat u een tekst- of afbeeldingbericht hebt ontvangen. Zie Een tekstbericht lezen (Inbox - menu 2-2) op pagina 47 en Afbeeldingen (menu 2-4) op
pagina 48. Geeft aan dat geen belsignaal klinkt wanneer u een oproep ontvangt, omdat de instelling
Oproepsignaal is ingesteld op Stil. Zie Geluid (menu 5) op pagina 54 en Profielen (menu 13) op pagina 75.
Geeft aan dat het toetsenbord van de telefoon is vergrendeld. Zie Het toetsenbord vergrendelen op pagina 36.
Geeft aan dat de alarmklok is geactiveerd. Zie Klok (menu 12) op pagina 74.
Geeft aan dat alle oproepen worden doorgeschakeld. Zie Doorschak. (menu 7) op pagina 59. Geeft aan dat uw gesprekken beperkt zijn tot een besloten gebruikersgroep (netwerkdienst).
Zie Closed User Group (CUG) op pagina 41.
2 Geeft aan dat u alleen kunt bellen via telefoonlijn 2 (netwerkdienst). Zie Gebruikte telefoonlijn
op pagina 41. Geeft aan dat de stopwatchfunctie in de achtergrond actief is. Zie pagina 74.
Aan de slag
©2002 Nokia Corporation. All rights reserved.
19
Geeft aan dat de timer-functie in de achtergrond actief is. Zie pagina 75. Geeft aan dat de naam die of het telefoonnummer dat u hebt geselecteerd in de telefoonlijst,
wordt opgeslagen op de SIM-kaart. Zie pagina 43.
Aan de slag

Een SIM-kaart plaatsen

Houd alle kleine SIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen.
De SIM-kaart en de contactpunten van de kaart kunnen gemakkelijk door krassen of buigen worden
beschadigd. Wees daarom voorzichtig wanneer u de kaart vastpakt, plaatst of verwijdert.
Voordat u de SIM-kaart plaatst, moet u de telefoon altijd uitschakelen en de batterij verwijderen.
1. Druk de vergrendeling in, schuif de cover omhoog en verwijder deze.
2. Duw de twee klemmetjes in de tegengestelde richting in en verwijder de batterij.
20
©2002 Nokia Corporation. All rights reserved.
3. Schuif de SIM-kaart voorzichtig in de SIM-kaartsleuf. Zorg ervoor dat de goudkleurige connectors op de kaart omlaag zijn
gericht en dat de afgeronde hoek zich links bevindt.
4. Lijn de goudkleurige contactpunten op de batterij uit met de overeenkomstige connectors op de telefoon en druk op het tegenovergestelde uiteinde van de batterij totdat deze vastklikt.
5. Plaats de klemmetjes van de cover in de overeenkomstige sleuven op de telefoon en druk de cover stevig omlaag totdat deze vastklikt.

De batterij opladen

Laad de batterij niet op als de cover van de telefoon is verwijderd. Zie ook Informatie over de batterij op pagina 93.
Wanneer de batterij bijna leeg is en nog slechts een paar minuten werkingstijd resteren, klinkt een waarschuwingstoon. Als u de telefoon niet aansluit op een lader wanneer de batterij bijna leeg is en de telefoon niet meer werkt, wordt de telefoon automatisch uitgeschakeld.
Aan de slag
©2002 Nokia Corporation. All rights reserved.
21
1. Sluit de kabel van de lader aan op de aansluiting aan de links op de telefoon.
2. Sluit de lader aan op een gewone wandcontactdoos. De indicatiebalk voor de batterij begint te schuiven.
Bij gebruik van de lader ACP-7 kan het opladen van de
Aan de slag
batterij die bij de telefoon wordt geleverd, maximaal zes uur duren.
Als Laadt niet op wordt weergegeven, wacht u een moment en koppelt u de lader los. Sluit de
lader vervolgens opnieuw aan en probeer het nogmaals. Als de batterij nu nog niet wordt opgeladen, neemt u contact op met uw leverancier.
3. Als de batterij volledig is opgeladen, stopt de indicatiebalk. Haal de stekker van de lader uit de wandcontactdoos en maak de lader los van de telefoon.
U kunt de telefoon gewoon gebruiken terwijl de batterij wordt opgeladen.

De telefoon in- en uitschakelen

Houd een seconde lang ingedrukt.
Als bij het inschakelen de PIN-code of beveiligingscode wordt gevraagd:
toets de code in en druk op (OK).
22
©2002 Nokia Corporation. All rights reserved.
Waarschuwing! Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
TIPS VOOR EFFICIËNT GEBRUIK: De telefoon heeft een ingebouwde antenne. Zoals voor
alle radiozendapparatuur geldt, dient onnodig contact met de antenne te worden vermeden als de telefoon is ingeschakeld. Het aanraken van de antenne kan een nadelige invloed hebben op de gesprekskwaliteit en kan ervoor zorgen dat de telefoon meer stroom verbruikt dan noodzakelijk is. Door de antenne tijdens een gesprek niet aan te raken, optimaliseert u de prestaties van de antenne en de gesprekstijd van de telefoon.
NORMALE POSITIE: Houd de telefoon vast zoals elke andere telefoon, met de antenne omhoog en over de schouder gericht.

De hoofdtelefoon aansluiten en gebruiken

U kunt via de meegeleverde stereohoofdtelefoon HDD-2 luisteren naar de FM-radio of Music player in de telefoon.
Opmerking: U kunt deze functie alleen gebruiken als de telefoon is ingeschakeld. Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
De hoofdtelefoon HDD-2 aansluiten
Sluit het uiteinde van het zwarte hoofdtelefoonsnoer aan op de zwarte aansluiting (1) links op de telefoon. Sluit het uiteinde van het grijze hoofdtelefoonsnoer aan op de grijze aansluiting (2).
Het snoer van de hoofdtelefoon functioneert als de antenne van de radio. Zorg dus dat het snoer ongehinderd omlaag hangt.
Aan de slag
©2002 Nokia Corporation. All rights reserved.
23
Waarschuwing! Het beluisteren van muziek met een hoog volumeniveau kan het gehoor
beschadigen. U kunt het volume van de hoofdtelefoon instellen door op de toets Volume omhoog of Volume omlaag op de zijkant van de telefoon te drukken.
De hoofdtelefoon gebruiken om te bellen en oproepen te beantwoorden
Als u een oproep wilt beantwoorden terwijl u de hoofdtelefoon gebruikt, drukt u op de
Aan de slag
hoofdtelefoontoets die zich op het microfoongedeelte van de hoofdtelefoon bevindt. Druk op dezelfde knop als u het gesprek wilt beëindigen.
Als u spraaknummers voor bepaalde telefoonnummers in de telefoonlijst hebt opgeslagen, kunt u ook bellen via de hoofdtelefoon. Houd de hoofdtelefoontoets ingedrukt totdat u een korte toon hoort. Spreek het spraaknummer uit. Het bijbehorende telefoonnummer wordt gekozen.
Oproepen ontvangen met een andere hoofdtelefoon dan de HDD-2: druk vanuit de standby-modus op
(Antwoorden). Als u de oproep wilt doorschakelen of weigeren, drukt u op . U kunt de stem
van de beller horen in de hoofdtelefoon en u spreekt in de microfoon van de telefoon. Dit is altijd de veiligste gebruiksmethode van de hoofdtelefoon HDD-2.

De meegeleverde kabels aansluiten en gebruiken

In het pakket bij het product vindt u drie kabels die u bij uw Nokia 5510 kunt gebruiken.
1. Als u een andere compatibele hoofdtelefoon (32 ohm impedantie) dan de HDD-2 wilt gebruiken, sluit u de meegeleverde ADA-2 audio-adapterkabel (nummer 1 in de onderstaande afbeelding) aan op de 35 mm hoofdtelefoon en plaatst u de adapter in de telefoon. Dit is de veiligste gebruiksmethode van de meegeleverde hoofdtelefoon HDD-2.
2. U kunt de telefoon aansluiten op een extern geluidssysteem (bijvoorbeeld een cd-speler) met de meegeleverde ADE-2 audio line-in kabel (nummer 2 in de afbeelding).
24
©2002 Nokia Corporation. All rights reserved.
3. U kunt Nokia Audio Manager gebruiken voor het beheer van uw geluidsbestanden. Als u de telefoon wilt aansluiten op de pc, gebruikt u de meegeleverde DKE-2 USB mini-B kabel (nummer 3 in de onderstaande afbeelding).
Aan de slag
©2002 Nokia Corporation. All rights reserved.
25
Belangrijk! Sluit de USB-kabel pas aan op de pc nadat u de pc-software Nokia Audio Manager
hebt geïnstalleerd. Deze software vindt u op de cd-rom in het pakket met de Nokia 5510.
Aan de slag
26
©2002 Nokia Corporation. All rights reserved.

2. Basisfuncties

Opbellen

1. Toets het netnummer en telefoonnummer in met de cijfertoetsen. Als u een vergissing maakt, drukt u op om het teken links van de cursor te verwijderen.
Voor internationale gesprekken: plaats een plusteken (+) en de landcode voor het netnummer (verwijder zo nodig de eerste 0).
2. Druk op (Bellen) en wacht op het antwoord. Het volume van de luidspreker of hoofdtelefoon instellen: druk op de toets Volume omhoog of
Volume omlaag onderaan de telefoon (zie de afbeelding op pagina 17) om het volume van de luidspreker te verhogen of verlagen.
3. Druk op (Ophangen) om het gesprek te beëindigen of het kiezen te onderbreken.

Bellen met behulp van de telefoonlijst

Druk vanuit de standby-modus op (Menu) en vervolgens tweemaal op (Kiezen). Toets de eerste letter van de naam in en druk op (OK). Ga met of naar de gewenste naam en druk op (Bellen).
Snel zoeken: druk op in de standby-modus. Ga naar de gewenste naam en druk op (Bellen).
Basisfuncties
©2002 Nokia Corporation. All rights reserved.
27

Het luidsprekervolume aanpassen

U kunt het luidsprekervolume aanpassen tijdens een gesprek. Druk op om het volume te verhogen en op om het volume te verlagen. U kunt ook de volumetoetsen onderaan de telefoon gebruiken.
Basisfuncties

De microfoon tijdelijk uitschakelen

De microfoon van de telefoon uitschakelen tijdens een gesprek: druk op en vervolgens op (Opties), ga naar Microfoon uit en druk op (Kiezen).
De microfoon inschakelen: druk op en vervolgens op (Opties). Ga naar Microfoon aan en druk op (Kiezen).

Nummer herhalen

Een van de laatste 20 telefoonnummers die u hebt gekozen, herhalen: druk vanuit de standby-modus eenmaal op , ga met of naar het gewenste telefoonnummer of de gewenste naam en druk op (Bellen).

Een nummer bellen via snelkeuzetoetsen

Als u een telefoonnummer hebt geprogrammeerd onder een van de snelkeuzetoetsen, kunt u dat nummer op een van de volgende manieren bellen (vanuit de standby-modus):
Druk op de gewenste snelkeuzetoets en druk op (Bellen).
Als de functie Snelkeuze is ingeschakeld (zie pagina 56): houd de snelkeuzetoets ingeschakeld
totdat het nummer is gekozen. Als u toets 1 ingedrukt houdt, wordt het nummer van uw voicemail gebeld.
28
©2002 Nokia Corporation. All rights reserved.
Zie ook Snelkeuze op pagina 36 en 56.

Nieuwe oproep tijdens een gesprek

U kunt twee gesprekken tegelijkertijd voeren (netwerkdienst).
1. Druk tijdens een gesprek op om de tekst boven te wijzigen van Ophangen in Opties.
2. Druk op (Opties) en ga naar Nieuwe opr.. Druk op (Kiezen), toets het telefoonnummer in of haal het op uit de telefoonlijst en druk op (Bellen).
Het eerste gesprek wordt in de wachtstand geplaatst. Het actieve gesprek wordt aangegeven met
en het gesprek in de wachtstand met .
3. Schakelen tussen de twee gesprekken: druk op (Opties), ga naar Wisselen en druk op (Kiezen).
4. Het actieve gesprek beëindigen: druk op (Opties), ga naar Beëindigen en druk op (Kiezen). Het gesprek in de wachtstand wordt nu geactiveerd.
Beide gesprekken beëindigen: druk op (Opties), ga naar Alles afsluiten en druk op (Kiezen).

Voicedialling

U kunt een telefoonnummer bellen door een of meer aan het nummer gekoppelde woorden uit te spreken. Zie de functie Spraaknrs. in het menu Telefoonlijst (zie pagina 43).

Conferentiegesprekken

Maximaal zes personen kunnen deelnemen aan een conferentiegesprek (netwerkdienst).
Basisfuncties
©2002 Nokia Corporation. All rights reserved.
29
1. Bel met de eerste deelnemer.
2. Druk tijdens het gesprek op en vervolgens op (Opties). Ga naar Nieuwe opr. en druk op (Kiezen) om de tweede deelnemer te bellen. Het eerste gesprek wordt in de wachtstand
geplaatst.
3. Druk op (Opties), ga naar Conferentie en druk op (Kiezen) om de eerste deelnemer in het
Basisfuncties
conferentiegesprek op te nemen.
4. Herhaal stap 2 en 3 om een nieuwe deelnemer in het gesprek op te nemen.
5. Een privégesprek met een van deelnemers voeren:
• Druk op (Opties), ga naar Apart en druk op (Kiezen). Ga naar de gewenste deelnemer en druk op (OK).
Nadat u het privégesprek hebt beëindigd, keert u terug naar het conferentiegesprek zoals in stap 3 wordt beschreven.
6. Druk op (Opties) en selecteer Alles afsluiten.

Een oproep beantwoorden

Wanneer u gebeld wordt, gaat de telefoon over (als Oproepsignaal niet is ingesteld op Stil), knippert de verlichting en wordt een bijbehorende tekst weergegeven.
Als het netwerk de beller niet kon identificeren, wordt Oproep weergegeven. Als de beller wel kon worden geïdentificeerd, wordt het telefoonnummer van de beller (of diens naam,
als deze in de telefoonlijst is opgeslagen) en de tekst belt weergegeven.
1. Als u de oproep wilt beantwoorden, drukt u op (Antwoorden).
30
©2002 Nokia Corporation. All rights reserved.
Loading...
+ 81 hidden pages