Nokia 500 Auto Navigatie
Aan de slag
9205371
Uitgave 3 NL
CONFORMITEITSVERKLARING
NOKIA CORPORATION verklaart dat het product PD-14 conform is aan de
essentiële vereisten en andere relevante bepalingen in Richtlijn 1999/5/EG.
Het product voldoet aan de limieten zoals gedefinieerd in Richtlijn 2004/104/EG
(amendement op Richtlijn 72/245/EEG), bijlage I, alinea 6.5, 6.6, 6.8 en 6.9.
Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website:
http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
Op het moment van productie van dit document is de FM-zender van dit product
bedoeld voor gebruik in de volgende landen: België, Tsjechische Republiek,
Denemarken, Estland, Finland, Duitsland, IJsland, Liechtenstein, Luxemburg,
Noorwegen, Portugal, Spanje, Zwitserland, Zweden, Turkije, Verenigd Koninkrijk.
Ga voor de meest recente informatie naar http://www.nokia.com.
© 2007, 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden
Nokia, Nokia Connecting People en het Nokia Original Accessories logo zijn gedeponeerde
handelsmerken van Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven kunnen
handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn.
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een
gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is
verboden.
9205371 / Uitgave 3 NL
■ Inleiding
Met de Nokia 500 Auto Navigatie kunt u gebruikmaken van GPSnavigatie in uw auto, maar ook op de fiets, tijdens een wandeling of bij
andere activiteiten buitenshuis. Ook kunt u er mee bellen, foto’s en
videoclips bekijken en naar muziek luisteren.
In deze handleiding worden in het kort de installatie en basisfuncties
van het navigatiesysteem beschreven. Lees de gebruikershandleiding op
de bij het apparaat geleverde dvd aandachtig door voordat u het
apparaat gebruikt. Deze bevat namelijk belangrijke veiligheids- en
onderhoudsinformatie.
2
■ Toetsen en onderdelen
2
1
3
4
5
9
10
6
12
11
1. Afdekklepje van aansluiting voor optionele externe GPS-antenne
2. Aan/uit-toets
3. Afdekklepje van stereoaansluiting
4. Indicatorlampje
5. Touchscreen
6. Volume-omlaagtoets
7. Menutoets
8. Volume-omhoogtoets
9. Geheugenkaart met adapter
10.Geheugenkaartsleuf
11.Aan/uit-schakelaar
12.Mini-USB-poort/aansluiting lader
13.Resettoets
8
7
13
3
■ Eerste gebruik
1. Schuif de aan/uit-schakelaar naar rechts om het apparaat in te schakelen.
Als u het navigatiesysteem dagelijks gebruikt, activeer dan de stand-by stand
in plaats van het apparaat steeds helemaal uit te schakelen. Het apparaat is
dan sneller gebruiksklaar als u een route wilt plannen of een andere bewerking
wilt uitvoeren. Om de stand-by stand in (of uit) te schakelen, houdt u de aan/
uit-toets ongeveer 3 seconden ingedrukt.
2. Als er een bericht verschijnt met de vraag of u het scherm wilt kalibreren, raakt
u met uw vinger kort de weergegeven kruiscursor aan. Herhaal dit terwijl de
kruiscursor over het scherm wordt bewogen.
3. Wanneer u wordt gevraagd de taal te selecteren, wijst u op de gewenste taal
en op . De gekozen taal wordt gebruikt voor weergaveteksten en gesproken
navigatie-instructies.
4. Stel de datum en tijd in (inclusief tijdzone en zomertijd) en wijs op
5. Lees de weergegeven veiligheidsinformatie zorgvuldig door en accepteer deze.
Wijs vervolgens op de pijl-rechts. De toepassing Navigator wordt gestart en de
kaartweergave verschijnt. U kunt het apparaat nu gaan gebruiken.
■ Bluetooth-verbinding instellen
1. Zet het navigatiesysteem en uw compatibele mobiele telefoon aan.
2. Activeer de Bluetooth-functie van uw telefoon. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van de telefoon voor instructies.
3. Druk op het navigatiesysteem op de menutoets en wijs op Telefoon.
4. Als wordt aangegeven dat er kan worden afgestemd vanaf de telefoon, kiest u
op de telefoon de optie voor het zoeken van Bluetooth-apparaten en selecteert
u vervolgens het navigatiesysteem (Nokia PND) in de lijst met gevonden
apparaten op de telefoon.
5. Voer op de telefoon het wachtwoord 0000 in om af te stemmen met het
navigatiesysteem en een verbinding tot stand te brengen.
Bij sommige telefoons moet u na het afstemmen nog een aparte handeling
uitvoeren om de apparaten met elkaar te verbinden. Raadpleeg voor meer
informatie de gebruikershandleiding van de telefoon.
6. Als wordt gevraagd of u de contactpersonen op uw telefoon wilt downloaden
naar het navigatiesysteem, wijst u op Ja om het downloaden van de
contactpersonen te starten.
4