Nikon D7100 Operating manual [nl]

DIGITALE CAMERA
Gebruikshandleiding
Nl
Pakketinhoud
Controleer of het pakket de volgende onderdelen bevat:
BS-1-afdekkapje accessoireschoen
DK-23 rubberen oogschelp
D7100-camera
EN-EL15 oplaadbare Li-ionbatterij (met afdekkapje)
AN-DC1 BK-riem (0 iv) UC-E6 USB-kabel
ViewNX 2 CD Garantie
Gebruikshandleiding (deze handleiding)
MH-25-batterijlader
(stekkeradapter enkel meegeleverd in landen of regio's waar vereist. Vorm van netsnoer is afhankelijk van land van verkoop.)
BF-1B-bodydop
DK-5-oculairkapje (0 60)
Kopers van de optionele objectiefset moeten controleren of het pakket ook een objectief bevat.
Geheugenkaarten worden afzonderlijk verkocht (0 347). Camera’s aangeschaft in Japan geven menu’s en berichten alleen in het Engels en Japans weer; andere talen worden niet ondersteund.
Wij verontschuldigen ons voor het ongemak dat dit kan
veroorzaken.
A Voor uw veiligheid
Lees voordat u de camera voor het eerst gebruikt de veiligheidsinstructies in “Voor uw veiligheid” (0 xxi–xxvi).
Waar kunt u het vinden
Vind wat u zoekt in:
De inhoudsopgave .................... 0 xii De index..................................... 0 352
i i
De vraag- en antwoordindex.... 0 ii Foutmeldingen ......................... 0 332
i i
Menuopties ................................ 0 vi Problemen oplossen................. 0 328
i i
Inleiding 0 1
X
Basisfotografie en weergave 0 35
s
Standen P, S, A en M 0 47
#
Gebruikersinstellingen: U1- en U2-standen 0 55
$
Ontspanstand 0 57
k
Opties voor beeldopname 0 63
d
Scherpstelling 0 71
N
ISO-gevoeligheid 0 79
S
Belichting 0 83
Z
Witbalans 0 89
r
Beeldverbetering 0 105
J
Flitserfotografie 0 119
l
Fotograferen met de afstandsbediening 0 127
&
Andere opnameopties 0 131
t
Livebeeldfotografie 0 153
x
Filmlivebeeld 0 161
y
Speciale effecten 0 177
%
Meer over weergave 0 185
I
Verbindingen 0 201
Q
Menugids 0 217
U
Technische opmerkingen 0 295
n
i

Vraag- en antwoordindex

Vind wat u zoekt met behulp van deze “vraag en antwoord”-index.
Foto’s maken
Opnamestanden en kadreeropties
i
Is er een snelle en eenvoudige manier om snapshotfoto’s te maken (stand i)?
Hoe pas ik snel instellingen voor verschillende scènes aan? 41 Kan ik speciale effecten gebruiken tijdens het fotograferen? 177–183 Kan ik sluitertijd aanpassen om bewegingen te bevriez en of onscherp te
maken (stand S)? Kan ik het diafragma aanpassen om achtergronden onscherp te maken
of in beeld te brengen (stand A)? Hoe maak ik lange (“tijd”) opnamen (stand M)? 52 Kan ik foto’s in de monitor kadreren (C livebeeldfotografie)? 153 Kan ik films opnemen (1 filmlivebeeld)? 161
Ontspanstanden
i
Kan ik één foto tegelijk of snel opeenvolgende foto’s maken? 7, 57 Hoe maak ik foto's met de zelfontspanner? 59 Hoe maak ik foto's met een optionele ML-L3-afstandsbediening? 127 Kan ik ruis van de sluiter verminderen in stille omgevingen (stil ontspannen)?
Scherpstellen
i
Kan ik kiezen hoe de camera scherpstelt? 71–74 Kan ik het scherpstelpunt kiezen? 75
Belichting
i
Kan ik foto’s lichter of donkerder maken? 86 Hoe behoud ik details in schaduwen en hoge lichten? 113
Gebruik van de flitser
i
Kan ik de flitser zodanig instellen dat deze automatisch flitst wanneer nodig?
Hoe zorg ik ervoor dat de flitser niet flitst? Hoe voorkom ik “rode ogen”?
Beeldkwaliteit en -formaat
i
Hoe maak ik foto’s om af te drukken op groot formaat? Hoe krijg ik meer foto’s op de geheugenkaart?
0
35–38
49
50
7, 57
36, 119–123
66–68
Foto’s bekijken
Weergave
i
Hoe bekijk ik foto’s op de camera? 39, 185 Hoe krijg ik meer informatie over een foto? 187–192 Kan ik foto’s in een automatische diashow afspelen? 223 Kan ik foto’s op een televisie bekijken? 215–216 Kan ik foto’s beveiligen tegen onopzettelijk wissen? 196
Verwijderen
i
Hoe wis ik ongewenste foto’s? 40, 197–199
0
ii
Foto’s retoucheren
Hoe maak ik geretoucheerde kopieën van foto’s? 273–290 Hoe verwijder ik “rode ogen”? 276 Hoe maak ik JPEG-kopieën van RAW (NEF)-foto’s? 282 Kan ik twee NEF (RAW)-foto's over elkaar plaatsen om één afbeelding te
maken? Kan ik een kopie van een foto maken die lijkt op een schilderij? 286 Kan ik filmbeelden op de camera bijsnijden of filmbeelden opslaan? 173
0
280–281
Menu’s en instellingen
Hoe gebruik ik de menu’s? 19–21 Hoe geef ik menu's weer in een andere taal? 28, 265 Hoe gebruik ik de instelschijven? 13–17 Hoe zorg ik ervoor dat de weergaven niet worden uitgeschakeld? 238 Hoe krijg ik het zoekerbeeld scherp? 33 Kan ik een rasterweergave in de zoeker of de monitor weergeven? 159, 166, 239 Hoe kan ik zien of de camera waterpas staat? 269 Hoe stel ik de cameraklok in? 28, 265 Hoe formatteer ik geheugenkaarten? 32, 262 Hoe herstel ik alle standaardinstellingen? 131, 224, 231 Hoe krijg ik hulp bij een menu of melding? 19, 332
Verbindingen
Hoe kopieer ik foto’s naar een computer? 203–207 Hoe druk ik foto’s af? 208–214
Kan ik de opnamedatum op mijn foto’s afdrukken? 209, 214
Onderhoud en optionele accessoires
Welke geheugenkaarten kan ik gebruiken? 347 Welke objectieven kan ik gebruiken? 295 Welke optionele flitsers (Speedlights) kan ik gebruiken? 303 Welke andere accessoires zijn beschikbaar voor mijn camera? Welke software is beschikbaar voor mijn camera? Wat doe ik met het meegeleverde oculairkapje? 60 Hoe reinig ik de camera? Waar kan ik terecht voor onderhoud en reparaties aan mijn camera?
308–310
0
0
0
312
iii

Snelhandleiding

Volg deze stappen om snel van start te gaan met de D7100.
1 Bevestig de camerariem.
Bevestig de riem stevig aan de cameraoogjes.
2 Laad (0 22) de batterij op en plaats de batterij (0 24).
3 Bevestig een objectief (0 26).
Bevestigingsmarkering
(camera)
Bevestigingsmarkering (objectief)
iv
Houd de markeringen (aangeduid door een witte stip) op één
lijn, plaats het objectief op de camera en draai vervolgens
totdat het objectief op zijn plaats klikt.
4 Plaats een geheugenkaart (0 30).
Sleuf 1 Sleuf 2
5 Zet camera aan.
6 Kadreer de foto (0 37).
7 Stel scherp en leg vast (0 37).
Voorzijde
GB
8
AF-veldhaakjes
Scherpstelaanduiding
8 Bekijk de foto (0 39).
K-knop
A Zie ook
Voor informatie over het kiezen van een taal en het instellen van tijd en datum, zie pagina 28. pagina 33 voor informatie over het aanpassen van zoekerbeeldscherpte.
Zie
v

Menuopties

D WEERGAVEMENU (0 217) C OPNAMEMENU (0 224)
Wissen Selectie
Datum selecteren Alle
Weergavemap D7100 (standaard)
Alle Huidige
Beeld verbergen Selecteren/instellen
Datum selecteren Alles deselecteren?
Weergaveopties Basisfoto-informatie
Scherpstelpunt
Aanvullende foto-informatie
Geen (alleen beeld) Hoge lichten RGB-histogram Opnamegegevens Overzicht
Beeld(en) kopiëren
Controlebeeld Aan
Na wissen Toon volgende (standaard)
Draai portret Aan (standaard)
Diashow Starten
DPOF­afdrukopdracht
Bron selecteren Beeld(en) selecteren Doelmap selecteren Beeld(en) kopiëren?
Uit (standaard)
Toon vorige Doorgaan als tevoren
Uit
Beeldtype Beeldinterval Selecteren/instellen Alles deselecteren?
Opnamemenu terugzetten
Opslagmap Map selecteren op nummer
Naamgeving bestanden
Functie van kaart in sleuf 2
Beeldkwaliteit NEF (RAW) + JPEG Fijn
(0 66)
Beeldformaat Groot (standaard)
(0 68)
Beeldveld DX (24×16) (standaard)
JPEG-compressie Vaste grootte (standaard)
NEF (RAW)­opname
Witbalans Automatisch (standaard)
(0 89)
Ja Nee
Map selecteren in lijst Naamgeving bestanden
Overloop (standaard) Back-up RAW sleuf 1 - JPEG sleuf 2
NEF (RAW) + JPEG Normaal NEF (RAW) + JPEG Basis NEF (RAW) JPEG Fijn JPEG Normaal (standaard) JPEG Basis
Middel
Klein
1,3× (18×12)
Optimale kwaliteit Type NEF (RAW)-bitdiepte
Gloeilamplicht Tl-licht Direct zonlicht Flitslicht Bewolkt Schaduw Kies kleurtemperatuur Handmatige voorinstelling
Items gemarkeerd met een -pictogram kunnen worden opgeslagen op een geheugenkaart met behulp van de optie Instellingen opslaan/laden > Instellingen opslaan in het setup-menu van de camera (0 268).
Door de geheugenkaart in de camera te plaatsen en Instellingen opslaan/laden > Instellingen laden te selecteren, kunnen opgeslagen instellingen naar andere D7100-camera's worden gekopieerd.
vi
Picture Control instellen
Picture Control beheren
Kleurruimte sRGB (standaard)
Actieve D-Lighting2Automatisch
HDR (hoog dynamisch bereik)
Autom. vertekeningscorrectie
Ruisonderdr. lange tijdopname
Hoge ISO­ruisonderdrukking
ISO-gevoeligheid instellen
(0 79)
(0 82)
Afstandsbedienings­stand (ML-L3)
Meervoudige belichting
Standaard (standaard) Neutraal Levendig Monochroom Portret Landschap Opslaan/bewerken Hernoemen Wissen Laden/opslaan
Adobe RGB
Extra hoog Hoog Normaal Laag Uit HDR-stand HDR-sterkte Aan Uit (standaard)
Aan Uit (standaard) Hoog Normaal (standaard) Laag Uit ISO-gevoeligheid
Autom inst ISO-gevoeligheid
Vertraagd op afstand Direct op afstand Spiegel omhoog op afstand Uit (standaard) Stand voor meerv.
belichting Aantal opnamen Automatische versterking
1
1
Intervalopname Starttijd kiezen
Nu
Starttijd Interval Kies aant. keren × aant. opn. Starten
Filminstellingen Beeldformaat/
beeldsnelheid Filmkwaliteit Microfoon Bestemming
1 Niet beschikbaar als er geen eigen Picture
Controls aanwezig zijn.
2Standaard ingesteld op Uit (standen P, S, A, M, %,
g, i, u, 1, 2 en 3) of Automatisch (overige standen).
A MENU PERSOONLIJKE INST.
(0 229)
Herstel pers. instellingen
a Autofocus
a1 Selectie
AF-C-prioriteit
a2 Selectie
AF-S-prioriteit
a3 Focus-tracking met
Lock-On
a4 Verlichting
scherpstelpunt
a5 Doorloop
scherpstelpunt
a6 Aantal
scherpstelpunten
a7 Ingeb.
AF-hulpverlichting
Ja Nee
Ontspannen (standaard) Scherpstelling Ontspannen Scherpstelling (standaard) 5 (Lang) 4 3 (Normaal) (standaard) 2 1 (Kort) Uit Automatisch (standaard) Aan Uit Doorloop Geen doorloop (standaard) 51 punten (standaard) 11 punten Aan (standaard) Uit
vii
b Lichtmeting/belichting
b1 Stapgrootte
ISO-gevoeligh.
b2 Stapgrootte inst.
belichting
b3 Eenv.
belichtingscorrectie
b4 Centrumgericht
meetveld
b5 Fijnafst. voor opt.
belichting
c Timers/AE-vergrendeling
c1 AE-vergrend.
ontspanknop
c2 Stand-by-timer 4 sec.
c3 Zelfontspanner Vertraging zelfontspanner
c4 Monitor uit Weergave
c5 Wachttijd
afstandsb. (ML-L3)
1/3 stap (standaard) 1/2 stap 1/3 stap (standaard) 1/2 stap Aan
(automatisch herstellen) Aan Uit (standaard)
φ 6mm φ 8 mm (standaard) φ 10 mm φ 13 mm
Gemiddeld Ja Nee (standaard)
Aan Uit (standaard)
6 sec. (standaard) 10 sec. 30 sec. 1 min. 5 min. 10 min. 30 min. Geen limiet
Aantal opnamen Interval tussen opnamen
Menu's Informatieweergave Controlebeeld Livebeeld 1 min. (standaard) 5 min. 10 min. 15 min.
d Opnemen/weergeven
d1 Signaal Volume
Toonhoogte
d2 Rasterweergave in
zoeker
d3 ISO tonen en
aanpassen
d4 Schermtips Aan (standaard)
d5 Opnamesnelheid
CL-stand
d6 Max. aant.
continu-opnamen
d7 Opeenvolgende
nummering
d8 Informatieweergave Automatisch (standaard)
d9 Lcd-verlichting Aan
d10 Belichtingsvertra-
gingsstand
d11 Flitswaarschuwing Aan (standaard)
d12 MB-D15 batterijen LR6 (AA alkaline)
d13 Batterijvolgorde MB-D15 batterijen eerst
Aan Uit (standaard) ISO-gevoeligheid ISO/eenvoudige ISO Beeldteller (standaard)
Uit 6 bps 5 bps 4 bps 3 bps (standaard) 2 bps 1 bps 1–100
Aan (standaard) Uit Terugzetten
Handmatig
Uit (standaard) 3 sec. 2 sec. 1 sec. Uit (standaard)
Uit
(standaard) HR6 (AA Ni-MH) FR6 (AA lithium)
(standaard) Camerabatterij eerst
viii
e Bracketing/flits
e1 Flitssynchronisa-
tiesnelheid
e2 Langste sluitertijd
bij flits
e3 Flitserregeling
ingeb. flitser
e3 Optionele flitser*DDL (standaard)
e4 Belichtingscorr.
voor flitser
e5 Testflits Aan (standaard)
e6 Inst. voor autom.
bracketing
e7 Bracketingvolgorde MTR > onder > over
1/320 sec. (automatische FP)
1/250 sec. (automatische FP)
1/250 sec. (standaard) 1/200 sec. 1/160 sec. 1/125 sec. 1/100 sec. 1/80 sec. 1/60 sec. 1/60 sec. (standaard) 1/30 sec. 1/15 sec. 1/8 sec. 1/4 sec. 1/2 sec. 1 sec. 2 sec. 4 sec. 8 sec. 15 sec. 30 sec. DDL (standaard) Handmatig Stroboscopisch flitsen Commanderstand
Handmatig Heel beeld (standaard) Alleen achtergrond
Uit AE & flits (standaard) Alleen AE Alleen flits Witbalansbracketing ADL-bracketing
(standaard)
Onder > MTR > over
* Wordt alleen weergegeven wanneer een
optionele SB-400 flitser is bevestigd.
f Bediening
f1 OK-knop Opnamestand
Weergavestand Livebeeld
f2 Fn-knop toewijzen Indrukken
Indrukken + instelschijven
f3 Voorbeeldknop
toewijzen
f4 AE-L/AF-L-knop
toewijzen
f5 Functie
instelschijven inst.
f6 Knop loslaten voor
instelsch.
f7 Ontspannen bij
geen kaart
f8 Aanduidingen
omkeren
f9 Knop 4 MB-D15
toewijzen
g Film
g1 Fn-knop toewijzen Foto-opname-info
g2 Voorbeeldknop
toewijzen
Indrukken Indrukken + instelschijven Indrukken Indrukken + instelschijven Rotatie omkeren Verwissel hoofd/secundair Instellen diafragma Menu's en weergave Ja Nee (standaard) Sluiter vergrendeld Sluiter ontgrendeld
(standaard)
(standaard)
AE/AF-vergrendeling
(standaard) AE-vergrendeling AE-vergrendeling (vast) AF-vergrendeling AF-ON Flitswaardevergrendeling Zelfde als Fn-knop
weergeven AE/AF-vergrendeling AE-vergrendeling AE-vergrendeling (vast) AF-vergrendeling AF-ON Geen (standaard) Foto-opname-info
weergeven AE/AF-vergrendeling AE-vergrendeling AE-vergrendeling (vast) AF-vergrendeling AF-ON Geen (standaard)
ix
g Film Objectief zonder CPU Objectiefnummer g3 AE-L/AF-L-knop
toewijzen
g4 Ontspanknop
toewijzen
B SETUP-MENU (0 261)
Geheugenkaart formatteren
Gebruikersinstellingen opslaan
Gebruikersinstell. terugzetten
Monitorhelderheid –5 – +5 Beeldsensor reinigen Nu reinigen
Spiegel omhoog (CCD reinigen)
Stof-referentiefoto Starten
Flikkerreductie Automatisch (standaard)
Tijdzone en datum Tijdzone
Taal (Language) Zie pagina 340. Automatische
beeldrotatie Batterij-informatie
Beeldcommentaar Commentaar toevoegen
Copyrightinformatie Copyrightinformatie
Instellingen opslaan/ laden
Virtuele horizon
1
Foto-opname-info weergeven
AE/AF-vergrendeling
(standaard) AE-vergrendeling AE-vergrendeling (vast) AF-vergrendeling AF-ON Geen Foto's maken (standaard) Films opnemen
Sleuf 1 Sleuf 2 Opslaan in U1 Opslaan in U2 U1 terugzetten U2 terugzetten
Reinigen bij aan-/uitzetten Starten
Sensor reinigen en dan starten
50 Hz 60 Hz
Datum en tijd Datumnotatie Zomertijd
Aan (standaard) Uit
Commentaar invoeren
toevoegen Fotograaf Copyright Instellingen opslaan Instellingen laden
Brandpuntsafstand (mm) Maximaal diafragma
AF-fijnafstelling AF-fijnafstelling (Aan/Uit)
Opgeslagen waarde Standaard Opgeslagen waarden
tonen
HDMI Uitvoerresolutie
Apparaatbesturing
GPS Stand-by-timer
Positie Cameraklok instellen via
GPS
Draadloze mobiele adapter
Netwerk (beschikbaar
voor optionele UT-1)
Uploaden via Eye-Fi2Sleuf 1
Firmwareversie
Inschakelen (standaard) Uitschakelen Kies hardware Netwerkinstellingen Opties
Sleuf 2
1 Niet beschikbaar bij batterijniveaus van J of
lager.
2 Alleen beschikbaar voor compatibele Eye-Fi-
geheugenkaarten.
x
N RETOUCHEERMENU (0 273) O MIJN MENU (0 291)
D-Lighting – Rode-ogencorrectie – Bijsnijden – Monochroom Zwart-wit
Sepia Koelblauw
Filtereffecten Skylight
Warm filter Rood versterken Groen versterken Blauw versterken Ster Zacht
Kleurbalans – Beeld-op-beeld
1
NEF (RAW)-verwerking – Formaat wijzigen Selecteer foto
Kies bestemming Kies formaat
Snel retoucheren – Rechtzetten – Vertekeningscorrectie Automatisch
Handmatig
Fisheye – Lijntekening – Kleurenschets – Perspectiefcorrectie – Miniatuureffect – Selectieve kleur – Film bewerken Kies begin-/eindpunt
Bewaar geselecteerd beeld
Vergelijken
2
1 Alleen beschikbaar wanneer de G-knop
wordt ingedrukt en de tab N in de menu's is geselecteerd.
2 Alleen beschikbaar wanneer de P-knop wordt
ingedrukt om het retoucheermenu weer te geven tijdens schermvullende weergave.
Opties toevoegen
Weergavemenu Opnamemenu Menu persoonlijke inst. Setup-menu Retoucheermenu
Opties verwijderen
*
Opties sorteren – Tab kiezen MIJN MENU
RECENTE INSTELLINGEN
* Opties kunnen tevens worden gewist door ze in
MIJN MENU te markeren en twee keer op de O (Q)-knop te drukken.
xi

Inhoudsopgave

Vraag- en antwoordindex ...............................................................................................................ii
Snelhandleiding.................................................................................................................................iv
Menuopties .........................................................................................................................................vi
Voor uw veiligheid..........................................................................................................................xxi
Kennisgevingen.............................................................................................................................xxiii
Inleiding 1
Overzicht ...............................................................................................................................................1
Kennismaking met de camera.......................................................................................................2
De camerabody .................................................................................................................................. 2
De standknop...................................................................................................................................... 6
De keuzeknop ontspanstand ........................................................................................................ 7
Het bedieningspaneel...................................................................................................................... 8
De zoeker .............................................................................................................................................. 9
Het informatiescherm .................................................................................................................... 10
De instelschijven ..............................................................................................................................13
De P-knop........................................................................................................................................... 18
Cameramenu’s ................................................................................................................................. 19
Cameramenu’s gebruiken ............................................................................................................20
Eerste stappen.................................................................................................................................. 22
De batterij opladen ......................................................................................................................... 22
De batterij plaatsen.........................................................................................................................24
Een objectief bevestigen...............................................................................................................26
Basisinstellingen...............................................................................................................................28
Een geheugenkaart plaatsen....................................................................................................... 30
De geheugenkaart formatteren ................................................................................................. 32
Zoekerbeeldscherpte aanpassen...............................................................................................33
xii
Basisfotografie en weergave 35
Batterijniveau en kaartcapaciteit ...............................................................................................35
“Richten-en-vastleggen”-fotografie (standen i en j) .....................................................36
Basisweergave...................................................................................................................................39
Ongewenste foto’s wissen ...........................................................................................................40
Creatieve fotografie (Onderwerpstanden) .............................................................................41
k Portret ........................................................................................................................................ 41
l Landschap ................................................................................................................................ 41
p Kinderen.................................................................................................................................... 42
m Sport ...........................................................................................................................................42
n Close-up ....................................................................................................................................42
o Nachtportret............................................................................................................................ 42
r Nachtlandschap......................................................................................................................43
s Party/binnen............................................................................................................................43
t Strand/sneeuw........................................................................................................................43
u Zonsondergang......................................................................................................................43
v Schemering.............................................................................................................................. 44
w Dierenportret ..........................................................................................................................44
x Kaarslicht ....................................................................................................................................44
y Bloesem .....................................................................................................................................44
z Herfstkleuren ...........................................................................................................................45
0 Voedsel....................................................................................................................................... 45
Standen P, S, A en M 47
P: Automatisch programma .........................................................................................................48
S: Sluitertijdvoorkeuze.................................................................................................................... 49
A: Diafragmavoorkeuze..................................................................................................................50
M: Handmatig ....................................................................................................................................51
Lange tijdopnamen (alleen M-stand)..................................................................................52
Gebruikersinstellingen: U1- en U2-standen 55
Gebruikersinstellingen opslaan..................................................................................................55
Gebruikersinstellingen herroepen ............................................................................................56
Gebruikersinstellingen terugzetten.......................................................................................... 56
Ontspanstand 57
Een ontspanstand kiezen..............................................................................................................57
Beeldsnelheid....................................................................................................................................58
Zelfontspannerstand......................................................................................................................59
Stand spiegel omhoog...................................................................................................................61
xiii
Opties voor beeldopname 63
Beeldveld (Image Area)................................................................................................................. 63
Beeldkwaliteit en -formaat .......................................................................................................... 66
Beeldkwaliteit....................................................................................................................................66
Beeldformaat..................................................................................................................................... 68
Twee geheugenkaarten gebruiken .......................................................................................... 69
Scherpstelling 71
Autofocus........................................................................................................................................... 71
Autofocusstand ................................................................................................................................71
AF-veldstand...................................................................................................................................... 73
Selectie van scherpstelpunt.........................................................................................................75
Scherpstelvergrendeling............................................................................................................... 76
Handmatige scherpstelling ......................................................................................................... 78
ISO-gevoeligheid 79
Autom inst ISO-gevoeligheid .....................................................................................................81
Belichting 83
Lichtmeting....................................................................................................................................... 83
Vergrendeling automatische belichting................................................................................. 84
Belichtingscorrectie........................................................................................................................ 86
Witbalans 89
Fijnafstelling witbalans .................................................................................................................91
Een kleurtemperatuur kiezen .....................................................................................................94
Handmatige voorinstelling.......................................................................................................... 95
Beeldverbetering 105
Picture Controls .............................................................................................................................105
Een Picture Control selecteren................................................................................................. 105
Picture Controls wijzigen ........................................................................................................... 107
Eigen Picture Controls aanmaken........................................................................................... 110
Eigen Picture Controls delen .................................................................................................... 112
Detail in hoge lichten en schaduwen behouden ..............................................................113
Actieve D-Lighting........................................................................................................................ 113
Hoog Dynamisch Bereik (HDR) ................................................................................................ 115
xiv
Flitserfotografie 119
De ingebouwde flitser gebruiken...........................................................................................119
Flitsstand.......................................................................................................................................... 120
Flitscorrectie ...................................................................................................................................124
Flitswaardevergrendeling..........................................................................................................125
Fotograferen met de afstandsbediening 127
Een optionele ML-L3-afstandsbediening gebruiken .......................................................127
Draadloze afstandsbedieningen............................................................................................. 130
WR-1 draadloze afstandsbedieningen.................................................................................. 130
WR-R10/WR-T10 draadloze afstandsbedieningen............................................................ 130
Andere opnameopties 131
Reset met twee knoppen: standaardinstellingen herstellen........................................131
Bracketing........................................................................................................................................133
Meervoudige belichting.............................................................................................................141
Intervalfotografie..........................................................................................................................145
Objectieven zonder CPU ............................................................................................................149
Een GPS-apparaat gebruiken....................................................................................................152
Livebeeldfotografie 153
In livebeeld scherpstellen .......................................................................................................... 155
De P-knop gebruiken .................................................................................................................. 157
De livebeeldweergave: livebeeldfotografie ........................................................................ 158
De informatieweergave: livebeeldfotografie ..................................................................... 159
Handmatige scherpstelling.......................................................................................................159
Filmlivebeeld 161
De P-knop gebruiken .................................................................................................................. 164
De livebeeldweergave: filmlivebeeld .................................................................................... 165
De informatieweergave: filmlivebeeld.................................................................................. 166
Beeldveld ......................................................................................................................................... 167
Filminstellingen............................................................................................................................. 169
Films bekijken.................................................................................................................................171
Films bewerken.............................................................................................................................. 173
Films bijsnijden.............................................................................................................................. 173
Geselecteerde beelden opslaan .............................................................................................. 176
xv
Speciale effecten 177
Opname met speciale effecten................................................................................................177
% Nachtzicht.............................................................................................................................. 178
g Kleurenschets ..................................................................................................................... 178
i Miniatuureffect .................................................................................................................. 178
u Selectieve kleur.................................................................................................................... 179
1 Silhouet................................................................................................................................... 179
2 High-key................................................................................................................................. 179
3 Low-key .................................................................................................................................. 179
Beschikbare opties in livebeeld ............................................................................................... 180
Meer over weergave 185
Schermvullende weergave........................................................................................................185
Foto-informatie ............................................................................................................................. 187
Miniatuurweergave......................................................................................................................193
Kalenderweergave........................................................................................................................194
Foto’s van dichtbij bekijken: zoomweergave .....................................................................195
Foto’s tegen wissen beveiligen................................................................................................196
Foto’s wissen...................................................................................................................................197
Miniatuur- en kalenderweergave en schermvullende weergave ............................... 197
Het weergavemenu ..................................................................................................................... 198
Verbindingen 201
ViewNX 2 installeren ....................................................................................................................201
ViewNX 2 gebruiken.....................................................................................................................203
Foto’s naar de computer kopiëren ......................................................................................... 203
Bekijk foto’s ..................................................................................................................................... 204
Ethernet en draadloze netwerken .......................................................................................... 206
Foto’s afdrukken............................................................................................................................208
De printer aansluiten................................................................................................................... 208
Foto’s één voor één afdrukken ................................................................................................ 209
Meerdere foto’s afdrukken ........................................................................................................ 210
Een DPOF-afdrukopdracht maken: afdrukset..................................................................... 213
Foto’s op een televisie bekijken...............................................................................................215
xvi
Menugids 217
D Het weergavemenu: afbeeldingen beheren..............................................................................217
Weergavemap........................................................................................................................... 217
Beeld verbergen ....................................................................................................................... 218
Weergaveopties........................................................................................................................ 219
Beeld(en) kopiëren .................................................................................................................. 219
Controlebeeld ........................................................................................................................... 222
Na wissen .................................................................................................................................... 222
Draai portret .............................................................................................................................. 222
Diashow....................................................................................................................................... 223
C Het opnamemenu: opnameopties............................................................................................ 224
Opnamemenu terugzetten .................................................................................................. 224
Opslagmap................................................................................................................................. 225
Naamgeving bestanden........................................................................................................ 226
Kleurruimte ................................................................................................................................ 227
Autom. vertekeningscorrectie............................................................................................. 227
Ruisonderdr. lange tijdopname (Ruisonderdrukking lange tijdopname)........... 228
Hoge ISO-ruisonderdrukking............................................................................................... 228
A Persoonlijke instellingen: fijnafstelling camera-instellingen .....................................................229
Herstel pers. instellingen....................................................................................................... 231
a: Autofocus .................................................................................................................................... 231
a1: Selectie AF-C-prioriteit ....................................................................................................231
a2: Selectie AF-S-prioriteit..................................................................................................... 231
a3: Focus-tracking met Lock-On......................................................................................... 232
a4: Verlichting scherpstelpunt ............................................................................................ 232
a5: Doorloop scherpstelpunt ............................................................................................... 232
a6: Aantal scherpstelpunten ................................................................................................ 233
a7: Ingeb. AF-hulpverlichting .............................................................................................. 233
b: Lichtmeting/belichting.......................................................................................................... 234
b1: Stapgrootte ISO-gevoeligh. .......................................................................................... 234
b2: Stapgrootte inst. belichting .......................................................................................... 234
b3: Eenv. belichtingscorrectie ............................................................................................. 235
b4: Centrumgericht meetveld ............................................................................................. 236
b5: Fijnafst. voor opt. belichting......................................................................................... 236
c: Timers/AE-vergrendeling ......................................................................................................236
c1: AE-vergrend. ontspanknop ........................................................................................... 236
c2: Stand-by-timer ................................................................................................................... 237
c3: Zelfontspanner................................................................................................................... 237
c4: Monitor uit ........................................................................................................................... 238
c5: Wachttijd afstandsb. (ML-L3) ........................................................................................ 238
xvii
d: Opnemen/weergeven............................................................................................................ 238
d1: Signaal .................................................................................................................................. 238
d2: Rasterweergave in zoeker.............................................................................................. 239
d3: ISO tonen en aanpassen................................................................................................. 239
d4: Schermtips .......................................................................................................................... 239
d5: Opnamesnelheid CL-stand............................................................................................ 239
d6: Max. aant. continu-opnamen ....................................................................................... 240
d7: Opeenvolgende nummering........................................................................................ 240
d8: Informatieweergave ........................................................................................................ 241
d9: Lcd-verlichting................................................................................................................... 241
d10: Belichtingsvertragingsstand ...................................................................................... 241
d11: Flitswaarschuwing ......................................................................................................... 241
d12: MB-D15 batterijen.......................................................................................................... 242
d13: Batterijvolgorde .............................................................................................................. 243
e: Bracketing/flits .......................................................................................................................... 244
e1: Flitssynchronisatiesnelheid ........................................................................................... 244
e2: Langste sluitertijd bij flits ............................................................................................... 245
e3: Flitserregeling ingeb. flitser........................................................................................... 246
e4: Belichtingscorr. voor flitser ............................................................................................ 250
e5: Testflits.................................................................................................................................. 251
e6: Inst. voor autom. bracketing ......................................................................................... 251
e7: Bracketingvolgorde.......................................................................................................... 251
f: Bediening ..................................................................................................................................... 252
f1: OK-knop................................................................................................................................. 252
f2: Fn-knop toewijzen............................................................................................................. 253
f3: Voorbeeldknop toewijzen .............................................................................................. 255
f4: AE-L/AF-L-knop toewijzen .............................................................................................. 256
f5: Functie instelschijven inst............................................................................................... 257
f6: Knop loslaten voor instelsch. ......................................................................................... 258
f7: Ontspannen bij geen kaart ............................................................................................. 258
f8: Aanduidingen omkeren................................................................................................... 258
f9: Knop 4 MB-D15 toewijzen............................................................................................. 259
g: Film................................................................................................................................................ 259
g1: Fn-knop toewijzen............................................................................................................ 259
g2: Voorbeeldknop toewijzen ............................................................................................. 260
g3: AE-L/AF-L-knop toewijzen............................................................................................. 260
g4: Ontspanknop toewijzen................................................................................................. 260
xviii
B Het setup-menu: camera-instellingen ..........................................................................................261
Geheugenkaart formatteren................................................................................................ 262
Monitorhelderheid .................................................................................................................. 262
Stof-referentiefoto................................................................................................................... 263
Flikkerreductie .......................................................................................................................... 264
Tijdzone en datum................................................................................................................... 265
Taal (Language) ........................................................................................................................ 265
Automatische beeldrotatie .................................................................................................. 265
Batterij-informatie ................................................................................................................... 266
Beeldcommentaar ................................................................................................................... 266
Copyrightinformatie ............................................................................................................... 267
Instellingen opslaan/laden................................................................................................... 268
Virtuele horizon ........................................................................................................................ 269
AF-fijnafstelling......................................................................................................................... 270
Draadloze mobiele adapter ................................................................................................. 271
Uploaden via Eye-Fi................................................................................................................. 272
Firmwareversie.......................................................................................................................... 272
N Het retoucheermenu: geretoucheerde kopieën maken ..............................................................273
Geretoucheerde kopieën maken ............................................................................................ 274
D-Lighting................................................................................................................................... 276
Rode-ogencorrectie ................................................................................................................ 276
Bijsnijden..................................................................................................................................... 277
Monochroom............................................................................................................................. 277
Filtereffecten.............................................................................................................................. 278
Kleurbalans................................................................................................................................. 279
Beeld-op-beeld ......................................................................................................................... 280
NEF (RAW)-verwerking........................................................................................................... 282
Formaat wijzigen...................................................................................................................... 283
Snel retoucheren...................................................................................................................... 284
Rechtzetten................................................................................................................................ 285
Vertekeningscorrectie ............................................................................................................ 285
Fisheye ......................................................................................................................................... 285
Lijntekening ............................................................................................................................... 286
Kleurenschets ............................................................................................................................ 286
Perspectiefcorrectie ................................................................................................................ 286
Miniatuureffect ......................................................................................................................... 287
Selectieve kleur......................................................................................................................... 288
Vergelijken.................................................................................................................................. 290
O Mijn menu/m Recente instellingen.................................................................................. 291
Recente instellingen .................................................................................................................... 294
xix
Technische opmerkingen 295
Compatibele objectieven...........................................................................................................295
Optionele flitsers (Speedlights)................................................................................................303
Het Nikon Creatieve Verlichtingssysteem (CVS) ................................................................ 304
Overige accessoires......................................................................................................................308
Een stroomaansluiting en lichtnetadapter bevestigen .................................................. 311
Behandeling van uw camera.....................................................................................................312
Opslag............................................................................................................................................... 312
Reinigen ........................................................................................................................................... 312
Reiniging van de beeldsensor.................................................................................................. 313
“Nu reinigen” ............................................................................................................................. 313
“Reinigen bij aan-/uitzetten” ............................................................................................... 314
Handmatig reinigen................................................................................................................ 315
Onderhoud van camera en batterij: waarschuwingen....................................................318
Beschikbare instellingen.............................................................................................................321
Standaardinstellingen .................................................................................................................324
Belichtingsprogramma (stand P).............................................................................................327
Problemen oplossen....................................................................................................................328
Batterij/weergave ......................................................................................................................... 328
Opname (alle standen) ............................................................................................................... 328
Opname (P, S, A, M) .................................................................................................................... 330
Weergave......................................................................................................................................... 330
Diversen ........................................................................................................................................... 331
Foutmeldingen ..............................................................................................................................332
Specificaties.....................................................................................................................................336
Het AF-S DX NIKKOR 18-105 mm f/3.5-5.6G ED VR-objectief........................................ 343
Goedgekeurde geheugenkaarten...........................................................................................347
Capaciteit geheugenkaart .........................................................................................................348
Gebruiksduur van de batterij....................................................................................................350
Index ..................................................................................................................................................352
Garantievoorwaarden - Nikon Europees garantiebewijs................................................359
xx

Voor uw veiligheid

Als u schade aan uw Nikon-product of letsel aan uzelf of anderen wilt voorkomen, dient u de volgende veiligheidsinstructies goed door te lezen voordat u dit product gaat gebruiken. Bewaar deze veiligheidsinstructies op een plaats waar iedereen die het product gebruikt ze kan lezen.
De mogelijke gevolgen van het niet in acht nemen van de veiligheidsinstructies in dit hoofdstuk worden met het volgende pictogram aangegeven:
Dit pictogram staat bij waarschuwingen. Lees om mogelijk letsel te voorkomen alle
A
waarschuwingen voordat u dit Nikon-product gebruikt.
❚❚ WAARSCHUWINGEN
Zorg dat de zon buiten beeld blijft
A
Zorg er bij tegenlichtopnamen voor dat de zon ver buiten beeld blijft. Als zonlicht in de camera convergeert doordat de zon zich in of dicht bij het beeld bevindt, kan dit brand veroorzaken.
Kijk niet via de zoeker in de zon
A
In de zon of andere sterke lichtbronnen kijken via de zoeker kan tot blijvende vermindering van het gezichtsvermogen leiden.
De dioptrieregelaar van de zoeker gebruiken
A
Wanneer u de dioptrieregelaar van de zoeker gebruikt met het oog tegen de zoeker, dient u op te passen dat u niet per ongeluk uw vinger in uw oog steekt.
Zet het apparaat onmiddellijk uit in geval van storing
A
Indien er rook of een ongewone geur vrijkomt uit het apparaat of de lichtnetadapter (apart verkrijgbaar), haalt u onmiddellijk de stekker van de lichtnetadapter uit het stopcontact en verwijdert u de batterij. Pas daarbij op dat u zich niet verbrandt. Voortgaand gebruik kan leiden tot letsel. Nadat u de batterij hebt verwijderd, brengt u het apparaat voor onderzoek naar een door Nikon geautoriseerd servicecenter.
Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van
A
ontvlambaar gas
Gebruik elektronische apparatuur niet in de nabijheid van ontvlambaar gas, omdat dit kan leiden tot explosie of brand.
Plaats de polsriem niet om de hals van kinderen
A
Het dragen van de camerapolsriem om de nek kan bij kinderen leiden tot verstikking.
Buiten bereik van kinderen houden
A
Het niet in acht nemen van deze waarschuwing kan letsel tot gevolg hebben. Houd er bovendien rekening mee dat kleine onderdelen verstikkingsgevaar opleveren. Mocht een kind enig onderdeel van dit apparaat inslikken, raadpleeg dan onmiddellijk een arts.
Haal het apparaat niet uit elkaar
A
Aanraking van interne onderdelen kan tot letsel leiden. In geval van een defect mag dit product uitsluitend worden gerepareerd door een gekwalificeerde reparateur. Mocht het product openbreken als gevolg van een val of ander ongeluk, verwijder dan de batterij en/of koppel de lichtnetadapter los en breng het product voor onderzoek naar een door Nikon geautoriseerd servicecenter.
Vermijd langdurig contact met de camera, batterij
A
of lader zo lang als de apparaten ingeschakeld of in gebruik zijn
Delen van het apparaat worden heet. Langdurig direct contact van de huid met het apparaat kan lichte brandwonden tot gevolg hebben.
Richt een flitser niet op de bestuurder van een
A
motorvoertuig
Het niet in acht nemen van deze waarschuwing kan ongelukken tot gevolg hebben.
Vermijd contact met vloeibare kristallen
A
Mocht de monitor breken, pas dan op dat u zich niet verwondt aan de glassplinters en dat de vloeibare kristallen uit de monitor niet in aanraking komen met uw huid, ogen of mond.
xxi
Wees voorzichtig bij het gebruik van de flitser
A
Het gebruik van de camera met de flitser terwijl deze zich dicht bij de huid of andere voorwerpen bevindt, kan brandwonden veroorzaken.
Het gebruik van de flitser dicht bij de ogen van een persoon kan leiden tot tijdelijke vermindering van het gezichtsvermogen. Pas extra goed op als u kleine kinderen fotografeert. De flitser mag zich niet op minder dan één meter van de persoon bevinden.
Neem de juiste voorzorgsmaatregelen in acht bij het
A
gebruik van batterijen
Batterijen kunnen bij onjuist gebruik gaan lekken of ontploffen. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het gebruik van de batterijen bij dit product:
Gebruik alleen batterijen die zijn goedgekeurd voor gebruik in dit apparaat.
U mag de batterij niet kortsluiten of uit elkaar halen.
Zorg ervoor dat het product is uitgeschakeld voordat u de batterij vervangt. Als u een lichtnetadapter gebruikt, moet u deze eerst loskoppelen.
Plaats batterijen niet ondersteboven of achterstevoren.
Stel batterijen niet bloot aan vuur of hoge temperaturen.
U mag batterijen niet blootstellen aan of onderdompelen in water.
Plaats het afdekkapje van de batterij terug wanneer u de batterij vervoert. Vervoer of bewaar de batterij niet samen met metalen voorwerpen, zoals halskettingen of haarspelden.
Volledig ontladen batterijen kunnen gaan lekken. Als u schade aan het product wilt voorkomen, dient u een ontladen batterij te verwijderen.
Als de batterij niet in gebruik is, plaatst u het afdekkapje op de contactpunten en bergt u de batterij op een koele, droge plaats op.
Direct na gebruik of als het product gedurende een langere periode op de batterij heeft gewerkt, kan de batterij zeer warm zijn. Zet de camera daarom uit en laat de batterij afkoelen voordat u deze verwijdert.
Stop onmiddellijk met het gebruik van een batterij als u veranderingen opmerkt, zoals verkleuring of vervorming.
Neem de juiste voorzorgsmaatregelen in acht bij het
A
gebruik van de lader
Houd het product droog. Het niet in acht nemen van deze waarschuwing kan leiden tot brand of een elektrische schok.
Verwijder stof op of bij metalen onderdelen van de stekker met een droge doek. Voortgaand gebruik kan leiden tot brand.
Tijdens onweer mag u het netsnoer niet aanraken en niet in de buurt van de lader komen. Het niet in acht nemen van deze waarschuwing kan leiden tot een elektrische schok.
Beschadig, wijzig of verbuig het netsnoer niet en trek er niet met kracht aan. Plaats het snoer niet onder zware objecten en stel het niet bloot aan hitte of vuur. Als de isolatie is beschadigd en de stroomdraden blootliggen, brengt u het netsnoer voor onderzoek naar een door Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger. Het niet in acht nemen van deze waarschuwing kan leiden tot brand of een elektrische schok.
Houd de stekker of de lader niet met natte handen vast. Het niet in acht nemen van deze waarschuwing kan leiden tot een elektrische schok.
Gebruik het product niet met reisadapters of adapters die ontworpen werden om een voltage om te zetten naar een ander voltage of met omzetters voor gelijkstroom naar wisselstroom. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan schade aan het product, oververhitting of brand veroorzaken.
Gebruik geschikte kabels
A
Als u kabels op de in- en uitgangen aansluit, gebruik dan uitsluitend de meegeleverde kabels of kabels die Nikon voor het beoogde doel verkoopt. Zo weet u zeker dat u de voorschriften voor dit product naleeft.
CD-ROMs
A
CD-ROMs met software of gebruikshandleidingen mogen niet op audio-cd-apparatuur worden afgespeeld. Het afspelen van een CD-ROM op een audio-cd-speler kan gehoorverlies of schade aan de apparatuur veroorzaken.
xxii

Kennisgevingen

Niets uit de handleidingen die bij dit product horen, mag in enigerlei vorm of op enigerlei wijze worden verveelvoudigd, uitgezonden, overgezet of opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of worden vertaald in een andere taal zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Nikon.
Nikon behoudt zich het recht voor de specificaties van de hardware en de software die in deze handleidingen zijn beschreven op elk gewenst moment zonder aankondiging te wijzigen.
Kennisgevingen voor klanten in Europa
WAARSCHUWING
GEVAAR VOOR EXPLOSIE ALS BATTERIJ WORDT VERVANGEN VOOR EEN ONJUIST TYPE. VOER BATTERIJEN AF VOLGENS DE INSTRUCTIES.
Dit pictogram geeft aan dat elektrische en elektronische apparaten via gescheiden inzameling moet worden afgevoerd.
Het volgende is alleen van toepassing op gebruikers in Europese landen:
Dit product moet gescheiden van het overige afval worden ingeleverd bij een daarvoor bestemd inzamelingspunt. Gooi niet samen met het huishoudelijk afval weg.
Gescheiden inzameling en recycling helpt bij het behoud van natuurlijke bronnen en voorkomt negatieve consequenties voor mens en milieu die kunnen ontstaan door onjuist weggooien van afval.
Neem voor meer informatie contact op met de leverancier of de gemeentelijke reinigingsdienst.
Nikon is niet aansprakelijk voor enige schade die voortkomt uit het gebruik van dit product.
Hoewel al het mogelijke in het werk is gesteld om ervoor te zorgen dat de informatie in deze handleidingen accuraat en volledig is, stellen we het ten zeerste op prijs als u eventuele fouten of onvolkomenheden onder de aandacht wilt brengen van de Nikon-vertegenwoordiger in uw land/regio (adres apart vermeld).
Dit symbool op de batterij duidt aan dat de batterij afzonderlijk moet worden ingezameld.
Het volgende is alleen van toepassing op gebruikers in Europese landen:
Alle batterijen, al dan niet voorzien van dit symbool, moeten afzonderlijk worden ingezameld op een geschikt inzamelpunt. Gooi dit product niet weg als huishoudafval.
Neem voor meer informatie contact op met de leverancier of de gemeentelijke reinigingsdienst.
xxiii
Mededeling betreffende het verbod op kopiëren en reproduceren
Let erop dat alleen al het bezit van materiaal dat digitaal is gekopieerd of gereproduceerd door middel van een scanner, digitale camera of ander apparaat wettelijk strafbaar kan zijn.
Voorwerpen die volgens de wet niet mogen worden
gekopieerd of gereproduceerd
Kopieer of reproduceer geen papiergeld, munten, waardepapieren of obligaties van (plaatselijke) overheden, zelfs niet als dergelijke kopieën of reproducties worden voorzien van een stempel “Voorbeeld” of “Specimen”.
Het kopiëren of reproduceren van papiergeld, munten of waardepapieren die in het buitenland in omloop zijn, is verboden.
Tenzij vooraf toestemming is verleend, is het kopiëren of reproduceren van ongebruikte door de overheid uitgegeven postzegels of briefkaarten verboden.
Het kopiëren of reproduceren van door de overheid uitgegeven postzegels en gecertificeerde wettelijke documenten is verboden.
Waarschuwingen met betrekking tot het kopiëren of
reproduceren van bepaalde waardepapieren
De overheid heeft waarschuwingen uitgevaardigd met betrekking tot het kopiëren of reproduceren van waardepapieren uitgegeven door commerciële instellingen (aandelen, wissels, cheques, cadeaubonnen en dergelijke), vervoerspassen of coupons, behalve als het gaat om een minimum aantal kopieën voor zakelijk gebruik door een bedrijf. Het is eveneens niet toegestaan om door de overheid uitgegeven paspoorten, vergunningen van overheidsinstellingen en andere instanties, identiteitsbewijzen, toegangsbewijzen, pasjes en maaltijdbonnen te kopiëren of te reproduceren.
Auteursrechten
Het kopiëren of reproduceren van creatief materiaal waarop het auteursrecht rust, zoals boeken, muziek, schilderijen, houtsneden, afdrukken, plattegronden, tekeningen, films en foto’s, is onderhevig aan nationale en internationale auteurswetten. Gebruik dit product niet om illegale kopieën te maken of voor andere activiteiten die het auteursrecht schenden.
xxiv
Wegwerpen van opslagmedia
Houd er rekening mee dat de oorspronkelijke beeldgegevens niet volledig worden verwijderd als u beelden wist of geheugenkaarten of andere opslagmedia formatteert. Met behulp van in de handel verkrijgbare software is het soms mogelijk verwijderde bestanden op weggeworpen opslagmedia alsnog te herstellen, wat misbruik van persoonlijke beeldgegevens tot gevolg kan hebben. De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor de privacybescherming van dergelijke gegevens.
Voordat een gegevensopslagapparaat wordt afgedankt of het eigendom wordt overgedragen aan een ander persoon, wis alle gegevens met behulp van speciale verwijderingssoftware of formatteer het apparaat en vul het vervolgens geheel met beelden die geen persoonlijke informatie bevatten (bijvoorbeeld foto’s van de lucht). voorinstelling (0 95).
Alvorens de camera af te danken of het eigendom over te dragen aan een
Vervang ook alle foto’s die zijn geselecteerd voor handmatige
ander persoon, moet u ook de Netwerk > Netwerkinstellingen-optie gebruiken in het setup­menu van de camera om alle persoonlijke netwerkinformatie te verwijderen. Voor meer informatie zie de meegeleverde documentatie bij de optionele communicatie-eenheid.
Wees voorzichtig en
vermijd letsel bij het fysiek vernietigen van gegevensopslagapparaten.
AVC Patent Portfolio License
IT PRODUCT IS GELICENTIEERD ONDER DE AVC PATENT PORTFOLIO LICENSE VOOR HET PERSOONLIJK EN NIET-
D
COMMERCIEEL GEBRUIK DOOR EEN CONSUMENT OM (i) VIDEO TE CODEREN IN OVEREENSTEMMING MET DE AVC- STANDAARD (“AVC-VIDEO”) EN/OF (ii) AVC-VIDEO TE DECODEREN DIE DOOR EEN CONSUMENT WERD GECODEERD IN HET KADER VAN EEN PERSOONLIJKE EN NIET-COMMERCIËLE ACTIVITEIT EN/OF WERD VERKREGEN VAN EEN VIDEOLEVERANCIER DIE OVER EEN LICENTIE BESCHIKT OM AVC-VIDEO AAN TE BIEDEN. ER WORDT GEEN LICENTIE VERLEEND OF GESUGGEREERD VOOR ENIG ANDER GEBRUIK. VOOR MEER INFORMATIE KUNT U TERECHT BIJ MPEG LA,
IE http://www.mpegla.com
L.L.C. Z
xxv
Gebruik uitsluitend elektronische accessoires van het merk Nikon
Nikon-camera's zijn ontwikkeld volgens de hoogste standaards en bevatten complexe elektronische schakelingen. Alleen elektronische accessoires van het merk Nikon (inclusief batterijladers, batterijen, lichtnetadapters en flitsaccessoires) die door Nikon speciaal zijn gecertificeerd voor gebruik met deze digitale camera, zijn ontwikkeld om binnen de operationele eisen en veiligheidseisen van deze elektronische schakelingen te werken en zijn met het oog daarop getest en goedgekeurd.
Gebruik van niet-originele elektronische accessoires kan schade aan de camera tot gevolg hebben die niet onder de Nikon-garantie valt. Het gebruik van oplaadbare Li-ionbatterijen van andere fabrikanten, die niet zijn voorzien van het holografische zegel van Nikon (zie rechts), kan de normale werking van de camera verstoren of ertoe leiden dat de batterijen oververhit raken, vlam vatten, scheuren of gaan lekken.
Neem voor meer informatie over originele Nikon-accessoires contact op met een door Nikon geautoriseerde leverancier.
A Voordat u belangrijke foto’s gaat maken
Voordat u foto’s gaat maken van belangrijke gelegenheden (zoals een huwelijk of reis), kunt u het beste enkele testopnamen maken om te controleren of de camera goed werkt. Nikon is niet aansprakelijk voor schade of gederfde winst veroorzaakt door het onjuist functioneren van het product.
A Permanente kennisoverdracht (Life-Long Learning)
Als onderdeel van Nikons inzet voor “permanente kennisoverdracht” met het oog op doorlopende productondersteuning en -educatie is voortdurend bijgewerkte informatie online beschikbaar op de volgende sites:
Voor gebruikers in de VS: http://www.nikonusa.com/
Voor gebruikers in Europa en Afrika: http://www.europe-nikon.com/support/
Voor gebruikers in Azië, Oceanië en het M idden-Oosten: http://www.nikon-asia.com/
Bezoek de sites om up-to-date te blijven met de nieuwste productinformatie, tips, antwoorden op veelgestelde vragen (FAQs) en algemeen advies over digital imaging en digitale fotografie. Aanvullende informatie kan mogelijk worden verstrekt door de Nikon-importeur in uw land/ regio. Bezoek de volgende website voor contactgegevens: http://imaging.nikon.com/
D Gebruik alleen originele Nikon-accessoires
Alleen Nikon-accessoires gecertificeerd door Nikon die specifiek bedoeld zijn voor gebruik met uw Nikon digitale camera zijn ontworpen en getest om binnen de operationele eisen en veiligheidseisen te functioneren.
BESCHADIGEN EN KAN UW NIKON-GARANTIE ONGELDIG MAKEN.
HET GEBRUIK VAN NIET-ORIGINELE NIKON-ACCESSOIRES KAN UW CAMERA
D Onderhoud van camera en accessoires
De camera is een precisieapparaat dat regelmatig onderhoud vereist. Nikon raadt u aan de camera eens per jaar of per twee jaar te laten nakijken door de leverancier of een door Nikon geautoriseerd servicecenter en elke drie tot vijf jaar een onderhoudsbeurt te geven (houd er rekening mee dat hieraan kosten zijn verbonden). Regelmatige inspectie en onderhoud worden vooral aanbevolen wanneer de camera voor professionele doeleinden wordt gebruikt. Het wordt aanbevolen om tegelijkertijd met uw camera eventuele accessoires die u veel gebruikt, zoals objectieven of optionele flitsers, te laten nakijken en onderhouden.
xxvi

Inleiding

X

Overzicht

Gefeliciteerd met de aanschaf van deze Nikon digitale spiegelreflexcamera (SLR). Lees alle aanwijzingen grondig door, zodat u zeker weet dat u de camera optimaal benut en bewaar de handleiding op een plaats waar iedereen die het product gebruikt deze kan lezen.
❚❚ Symbolen en conventies
Om u te helpen de gewenste informatie gemakkelijker te vinden, worden de volgende symbolen en conventies gebruikt:
Dit pictogram staat bij waarschuwingen. Lees deze informatie vóór gebruik om
D
beschadiging van de camera te voorkomen.
Dit pictogram staat bij opmerkingen; lees deze informatie voordat u de camera
A
gebruikt.
Dit pictogram staat bij verwijzingen naar andere pagina’s in deze handleiding.
0
In de cameramonitor weergegeven menu-items, opties en berichten worden vetgedrukt aangeduid.
X
A Camera-instellingen
Deze handleiding gaat er steeds van uit dat de standaardinstellingen worden gebruikt.
A Help
Gebruik de ingebouwde hulpfunctie van de camera voor hulp over menu-items en andere onderwerpen.
Zie pagina 19 voor meer informatie.
1

Kennismaking met de camera

Neem even de tijd om vertrouwd te raken met de bedieningsonderdelen en aanduidingen van de camera. het gemakkelijk kunt terugvinden terwijl u de rest van de handleiding leest.

De camerabody

1
X
2
3
4
Leg eventueel een boekenlegger in dit hoofdstuk, zodat u
8
9
10
11 12
4
5
6
7
1 Keuzeknop ontspanstand .....................................7, 57
2 Standknop........................................................................6
3 Ontgrendelingsknop van standknop ........................6
4 Oogje voor polsriem 5 Ontgrendelingsknop voor keuzeknop
ontspanstand........................................................ 7, 57
6 Accessoireschoen (voor optionele flitser) ...........303
7 Afdekkapje accessoireschoen ................................303
8 Hoofdschakelaar.............................................................2
9 Ontspanknop..........................................................37, 38
10 E-knop
Belichtingscorrectie................................................ 86
Reset met twee knoppen.................................... 131
A De hoofdschakelaar
Draai aan de hoofdschakelaar zoals aangeduid om de camera in te schakelen.
13 14
15
11 Filmopnameknop......................................................162
12 Z/Q-knop
Lichtmeting ..............................................................83
Geheugenkaarten formatteren ...........................32
13 Filmvlakmarkering (E)............................................. 78
14 Bedieningspaneel ......................................................... 8
15 Stereomicrofoon...............................................164, 169
Draai aan de hoofdschakelaar zoals aangeduid om de camera uit te schakelen.
2
De camerabody (vervolg)
1
5
6
X
7
8
14
15
2
3 4
1 Ingebouwde flitser ....................................................119
2 Spiegel...................................................................61, 315
3 Diafragmasimulator ..................................................338
4 Objectiefbevestigingsmarkering .............................27
5 M/Y-knop
Flitsstand.................................................................119
Flitscorrectie...........................................................124
6 Infraroodontvanger (voorzijde) .............................128
7 D-knop
Bracketing.............................................133, 137, 139
8 Deksel voor USB en externe
microfoonaansluitingen..............................165, 310
9 Deksel HDMI-aansluiting .......................203, 208, 215
10 Deksel voor accessoire-aansluiting en
hoofdtelefoonaansluiting................................... 310
11 Objectiefontgrendelingsknop..................................27
12 AF-standknop ............................................... 72, 74, 155
13 Selectieknop voor scherpstelstand ..................71, 78
14 Aansluiting voor externe microfoon.................... 165
15 USB-aansluiting
Verbinden met een computer .......................... 203
Verbinden met een printer ................................ 208
16 HDMI-mini-aansluiting (Type C) ........................... 215
17 Accessoire-aansluiting ...........................130, 152, 310
18 Hoofdtelefoonaansluiting ...................................... 165
A Lcd-verlichting
D
Het draaien van de hoofdschakelaar naar stand-by-timer en achtergrondverlichting (lcd-verlichting) van het bedieningspaneel. Hierdoor is het scherm in het donker te lezen. en naar de ON-positie terugkeert, blijft de verlichting gedurende zes seconden branden terwijl de stand-by-timer actief is of totdat de sluiter wordt ontspannen of de hoofdschakelaar opnieuw naar
Nadat de hoofdschakelaar wordt losgelaten
D
wordt gedraaid.
activeert de
9
10
11
12
13
Hoofdschakelaar
16
17
18
3
De camerabody (vervolg)
9
1
2
10
X
3
4
5
6
7
1 AF-hulpverlichting ....................................................233
Zelfontspannerlampje ............................................... 59
Lampje rode-ogenreductie..................................... 121
2 Secundaire instelschijf ...................................... 13, 257
3 Voorbeeldknop scherptediepte ............ 50, 255, 260
4 Fn (functie)-knop ..................... 65, 125, 151, 253, 259
5 Deksel van het batterijvak ........................................ 24
6 Ontgrendeling deksel batterijvak ........................... 24
11
12
8
13
7 Contactdeksel voor optioneel MB-D15 battery
pack...........................................................................308
8 Afdekking van de stroomaansluiting ...................311
9 CPU-contacten
10 Objectiefvatting.................................................... 27, 78
11 AF-koppeling 12 Statiefaansluiting
13 Bodydop ............................................................... 26, 309
D De microfoon en luidspreker
Plaats de microfoon of luidspreker niet in de dichte nabijheid van magnetische apparaten. niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan de opgenomen gegevens op de magnetische apparaten beïnvloeden.
4
Het
De camerabody (vervolg)
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
1 Zoekeroculair................................................................ 33
2 Rubberen oogschelp .................................................. 60
3 O/Q-knop
Wissen...............................................................40, 197
Geheugenkaarten formatteren ...........................32
4 K-knop
Weergave .........................................................39, 185
5 Monitor
Instellingen bekijken..............................................10
Livebeeld........................................................153, 161
Foto’s bekijken......................................................... 39
Schermvullende weergave .................................185
6 G-knop
Menu .................................................................19, 217
7 L/U-knop
Help ............................................................................19
Beveiligen ...............................................................196
Witbalans .....................................................89, 91, 94
8 X/T-knop
Inzoomen op weergave.......................................195
Beeldkwaliteit/-formaat ................................. 66, 68
9 W/S-knop
Uitzoomen op weergave/miniaturen .....193, 194
ISO-gevoeligheid..................................................... 79
Autom inst ISO-gevoeligheid............................... 82
Reset met twee knoppen ....................................131
11 12 13 14 15
16 17 18
19 20
21 22
23
10 P-knop............................................................................18
Instellingen wijzigen in het informatiescherm
..................................................................................12
Instellingen wijzigingen tijdens livebeeld/
filmopname................................................157, 164
Foto’s retoucheren............................................... 275
11 Dioptrieregelaar...........................................................33
12 A-knop
De AE/AF-vergrendelingsknop
gebruiken...................................... 76, 84, 256, 260
13 Hoofdinstelschijf .................................................13, 257
14 Multi-selector ............................................................... 20
15 J (OK)-knop ....................................................... 20, 252
16 Vergrendeling van de scherpstelselectieknop .....75
17 Deksel geheugenkaartsleuf ......................................30
18 Toegangslampje geheugenkaart ..................... 30, 37
19 a-knop...............................................................153, 161
20 Infraroodontvanger (achterzijde) ......................... 128
21 Livebeeldselectieknop
Livebeeldfotografie ............................................. 153
Filmlivebeeld......................................................... 161
22 Luidspreker 23 R (info)-knop
Het informatiescherm bekijken ...........................10
Aanduidingen verbergen en weergeven tijdens
livebeeld .....................................................159, 166
X
5

De standknop

De camera beschikt over de hieronder vermelde standen. Druk op de ontgrendelingsknop van de standknop en draai aan de standknop om een stand te kiezen.
X
Standen voor speciale effecten (0 177)
Gebruik speciale effecten tijdens het fotograferen.
Standen P, S, A en M
Selecteer deze standen om de camera volledig naar wens te kunnen instellen.
P— Automatisch programma (0 48)
S— Sluitertijdvoorkeuze (0 49)
A— Diafragmavoorkeuze (0 50)
M—Handmatig (0 51)
Standknop
Ontgrendelingsknop van standknop
Automatische standen
Selecteer deze standen voor eenvoudige richten-en-vastleggen-fotografie.
i Automatisch (0 36) j Automatisch (flitser uit) (0 36)
Onderwerpstanden (0 41)
De camera optimaliseert automatisch de instellingen die passen bij het geselecteerde onderwerp. het te fotograferen onderwerp aan.
Standen U1 en U2 (0 55)
Bewaar en herroep aangepaste opname-instellingen.
A Objectieven zonder CPU
Objectieven zonder CPU (0 295) kunnen alleen in de standen A en M worden gebruikt. selecteren van een andere stand als er een objectief zonder CPU is bevestigd, schakelt het ontspannen van de sluiter uit.
6
Pas uw selectie aan
Het

De keuzeknop ontspanstand

Druk op de ontgrendelingsknop van de keuzeknop ontspanstand om een ontspanstand te kiezen en draai de keuzeknop ontspanstand naar de gewenste instelling (0 57).
Stand Beschrijving
Ontgrendelingsknop voor keuzeknop ontspanstand
Keuzeknop ontspanstand
X
Enkel beeld
S
Continu lage snelheid
CL
Continu hoge snelheid
CH
Stil ontspannen
J
Zelfontspanner Maak foto’s met de zelfontspanner.
E
Spiegel omhoog Klap de spiegel op alvorens foto’s te maken.
MUP
Telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt, zal er één foto worden gemaakt.
De camera maakt foto’s bij een lage snelheid terwijl de ontspanknop wordt ingedrukt.
De camera maakt foto’s bij een hoge snelheid terwijl de ontspanknop wordt ingedrukt.
Als voor enkel beeld, behalve dat cameraruis wordt verminderd.
7

Het bedieningspaneel

4
1 2 3
4
5 6
7
X
8
9
1 Kleurtemperatuuraanduiding.................................. 94
2 Sluitertijd .................................................................49, 51
Belichtingscorrectiewaarde...................................... 86
Flitscorrectiewaarde .................................................124
Fijnafstelling witbalans.............................................. 92
Kleurtemperatuur .................................................89, 94
Voorinstellingnummer witbalans ........................... 95
Aantal opnamen in belichtings- en
flitsbracketingreeks............................................... 133
Aantal opnamen in
witbalansbracketingreeks ...................................137
Aantal intervallen voor intervalfotografie ..........146
Brandpuntsafstand
(objectieven zonder CPU)....................................151
10
3 MB-D15-batterijaanduiding ...................................243
11
4 Batterijaanduiding ...................................................... 35
5 Flitsstand .....................................................................120
6 Autofocusstand............................................................ 71
7 Beeldformaat................................................................ 68
12
8 Beeldkwaliteit .............................................................. 66
13
9 Witbalans....................................................................... 89
1 15
Aanduiding fijnafstelling witbalans ....................... 92
10 Aanduiding diafragmastop.............................. 47, 298
11 Diafragma (f-waarde) .......................................... 50, 51
Diafragma (aantal stops) ..................................47, 298
Stapgrootte bracketing ..................................134, 138
Aantal opnamen in
ADL-bracketingreeks ............................................139
HDR-sterkte.................................................................116
Aantal opnamen per interval .................................146
Maximaal diafragma
(objectieven zonder CPU)....................................151
Aanduiding pc-stand................................................ 207
12 Geheugenkaartaanduiding (sleuf 1)................ 31, 69
13 Geheugenkaartaanduiding (sleuf 2)................ 31, 69
14 ISO-gevoeligheidsaanduiding ................................. 79
Automatische ISO-gevoeligheidsaanduiding ......82
15 Intervalaanduiding ...................................................147
16
17
18
19 20 21
16 Lichtmeting .................................................................. 83
17 Flitssynchronisatie-aanduiding .............................244
18 Aanduiding flexibel programma .............................48
19 Aanduiding automatisch veld-AF ...........................73
Aanduiding AF-veldstand .........................................74
Aanduiding 3D-tracking............................................ 73
20 HDR-aanduiding........................................................115
21 Meervoudige belichtingsaanduiding................... 142
22
22 Aanduiding belichtings- en flitsbracketing ........133
23 24 25 26 27
28
Aanduiding witbalansbracketing.......................... 137
Aanduiding ADL-bracketing................................... 139
23 Afstandsbedieningsstand (ML-L3) ........................127
24 Aanduiding voortgang bracketing .....133, 137, 139
25 Aanduiding belichtingscorrectie .............................86
26 Aanduiding flitscorrectie .........................................124
27 “K” (verschijnt als er genoeg geheugen vrij is voor
meer dan 1.000 opnamen).................................... 35
28 Aantal resterende opnamen .................................... 35
Aantal resterende opnamen tot buffergeheugen
vol is ............................................................ 37, 58, 348
ISO-gevoeligheid.......................................................239
Aanduiding voorinstelling witbalansopname .....96
Hoeveelheid Actieve D-Lighting ...........................114
HDR-stand...................................................................115
Handmatig objectiefnummer ................................151
Aanduiding opnamestand......................................207
Aanduiding HDMI-CEC-verbinding....................... 216
Opmerking: Alle aanduidingen in de weergave branden voor illustratieve doeleinden.
8

De zoeker

12345 678
11 12 13 14 1516 17 18 19
10
9
1 Monochroomaanduiding (weergegeven in stand
% of wanneer de Picture Control Monochroom of een Picture Control gebaseerd op
Monochroom is geselecteerd)........................105
2 Aanduiding stand speciale effecten .....................177
3 AF-veldhaakjes ......................................................33, 37
4 Scherpstelpunten ........................................ 37, 75, 232
AF-veldstand................................................................. 73
5 1,3× DX-uitsnede.........................................................64
6 Raster (weergegeven wanneer Aan i s geselecteerd
voor persoonlijke instelling d2)..........................239
7 Aanduiding 1,3× uitsnede ........................................ 64
8 Rolaanduiding (portretstand) ................................254
9 Rolaanduiding (landschapstand) ..........................254
10 Aanduiding “Geen geheugenkaart” .......................30
11 Scherpstelaanduiding ...................................37, 76, 78
12 Vergrendeling automatische belichting (AE) .......84
13 Sluitertijd ................................................................ 49, 51
Autofocusstand............................................................ 71
14 Diafragma (f-waarde) .......................................... 50, 51
Diafragma (aantal stops) ..................................47, 298
HDR-sterkte.................................................................116
15 Waarschuwing batterij bijna leeg ........................... 35
16 Aanduiding belichtings- en flitsbracketing ........133
Aanduiding witbalansbracketing..........................137
Aanduiding ADL-bracketing...................................139
2627
25
17 ISO-gevoeligheidsaanduiding..................................79
18 “K” (verschijnt als er genoeg geheugen vrij is voor
meer dan 1.000 opnamen) ....................................35
19 Flitsgereedaanduiding ......................................38, 241
20 Aantal resterende opnamen.....................................35
Aantal resterende opnamen tot buffergeheugen
vol is............................................................. 37, 58, 348
ISO-gevoeligheid ...................................................... 239
Hoeveelheid Actieve D-Lighting........................... 114
AF-veldstand................................................................. 73
Aanduiding voorinstelling witbalansopname .....96
Belichtingscorrectiewaarde ......................................86
Flitscorrectiewaarde ................................................ 124
HDR-stand .................................................................. 115
21 Automatische ISO-gevoeligheidsaanduiding ......82
22 Aanduiding belichtingscorrectie .............................86
23 Aanduiding flitscorrectie ........................................ 124
24 Belichtingsaanduiding ...............................................51
Weergave belichtingscorrectie ................................86
25 Aanduiding diafragmastop ..............................47, 298
26 Flitssynchronisatie-aanduiding............................. 244
27 Aanduiding flitswaardevergrendeling ................ 125
24
21202223
X
Opmerking: Alle aanduidingen in de weergave branden voor illustratieve doeleinden.
D Geen batterij
Als de batterij volledig leeg is of als er geen batterij is geplaatst, wordt de weergave in de zoeker gedimd.
Dit is normaal en duidt niet op een defect. De zoekerweergave wordt hersteld wanneer
een volledig opgeladen batterij wordt geplaatst.
D Het bedieningspaneel en de zoekerweergaven
De helderheid van het bedieningspaneel en de zoekerweergaven verschillen afhankelijk van de temperatuur en bij lage temperaturen kunnen de reactietijden van de weergaven afnemen. normaal en duidt niet op een defect.
Dit is
9

Het informatiescherm

Druk op de R-knop om sluitertijd, diafragma, het aantal resterende opnamen, AF-veldstand en andere opname-informatie in de monitor weer te geven.
X
1 Opnamestand ........................................ 36, 41, 47, 177
2 Aanduiding flexibel programma .............................48
3 Flitssynchronisatie-aanduiding .............................244
4 Sluitertijd .................................................................49, 51
Aantal opnamen in belichtings- en
flitsbracketingreeks............................................... 133
Aantal opnamen in
witbalansbracketingreeks ...................................137
Brandpuntsafstand
(objectieven zonder CPU)....................................149
Kleurtemperatuur .................................................89, 94
5 Kleurtemperatuuraanduiding.................................. 94
6 Aanduiding diafragmastop ............................. 47, 298
7 Diafragma (f-waarde) ...........................................50, 51
Diafragma (aantal stops) ..................................47, 298
Stapgrootte bracketing ..................................134, 138
Aantal opnamen in
ADL-bracketingreeks ............................................139
Maximaal diafragma
(objectieven zonder CPU)....................................151
8 Ontspanstand...........................................................7, 57
Continue opnamesnelheid ..............................58, 239
9 Belichtingsaanduiding ...............................................51
Weergave belichtingscorrectie ................................86
Aanduiding voortgang bracketing
Belichtings- en flitsbracketing...........................133
Witbalansbracketing............................................137
10 ISO-gevoeligheid.................................................. 79, 82
11 Batterijaanduiding camera ....................................... 35
12 Weergave MB-D15-batterijtype ............................ 242
MB-D15-batterijaanduiding ...................................243
13 “K” (verschijnt als er genoeg geheugen vrij is
voor meer dan 1.000 opnamen) .......................... 35
14 Aantal resterende opnamen .................................... 35
Handmatig objectiefnummer ................................151
15 Toewijzing Fn-knop................................................... 253
16 Toewijzing AE-L/AF-L-knop.......................................256
17 Picture Control ...........................................................106
18 Ruisonderdrukking lange sluitertijd .....................228
19 Afstandsbedieningsstand (ML-L3) ........................127
20 Witbalans....................................................................... 89
Aanduiding fijnafstelling witbalans ....................... 92
21 Beeldkwaliteit .............................................................. 66
Functie van kaart in sleuf 2 .......................................69
22 Beeldformaat................................................................ 68
23 Flitsstand .....................................................................120
24 Aanduiding automatisch veld-AF ........................... 73
Aanduiding scherpstelpunten .................................75
Aanduiding AF-veldstand .........................................74
Aanduiding 3D-tracking ............................................73
R-knop
Opmerking: Alle aanduidingen in de weergave branden voor illustratieve doeleinden.
10
25 26 27 28 29 30 31
32
45 44
43 42
25 Automatische vertekeningscorrectie ...................227
26 Aanduiding “Klok niet ingesteld” ...................29, 265
27 Intervalaanduiding....................................................147
28 Belichtingsvertragingsstand...................................241
29 Aanduiding flitswaardevergrendeling .................125
30 Aanduiding flitscorrectie .........................................124
Flitscorrectiewaarde .................................................124
31 Aanduiding belichtingscorrectie .............................86
Belichtingscorrectiewaarde ......................................86
33 34 35 36
3738394041
32 Aanduiding belichtings- en flitsbracketing ....... 133
Aanduiding witbalansbracketing......................... 137
Aanduiding ADL-bracketing.................................. 139
Meervoudige belichtingsaanduiding .................. 143
33 Aanduiding “pieptoon” ........................................... 238
34 Hoeveelheid ADL-bracketing ................................ 139
35 Copyrightinformatie ................................................ 267
36 Aanduiding beeldcommentaar............................. 266
37
Toewijzing voorbeeldknop scherptediepte
38 HDR (hoog dynamisch bereik) .............................. 115
39 Actieve D-Lighting ................................................... 114
40 Hoge ISO-ruisonderdrukking................................. 228
41 Beeldveld .......................................................................64
42 Autofocusstand ............................................................71
43 Aanduiding Eye-Fi-verbinding .............................. 272
44 Aanduiding GPS-verbinding .................................. 152
45 Lichtmeting...................................................................83
........... 255
X
A De monitor uitzetten
R
Druk op de wissen.
-knop of druk de ontspanknop half in om de opname-informatie van de monitor te
De monitor schakelt automatisch uit als er gedurende circa 10 seconden geen
handelingen worden uitgevoerd.
A Zie ook
Zie persoonlijke instelling c4 (Monitor uit, 0 238) voor informatie over hoe lang de monitor ingeschakeld blijft. Voor informatie over het wijzigen van de kleur of de letters in het informatiescherm, zie persoonlijke instelling d8 (Informatieweergave, 0 241).
11
❚❚ Instellingen wijzigen in het informatiescherm
Druk op de P -knop om de instellingen voor de hieronder vermelde opties te wijzigen. en druk op J om opties voor het gemarkeerde item te bekijken.
Markeer items met behulp van de multi-selector
P-knop
X
1 Beeldveld....................................................................... 63
2 Hoge ISO-ruisonderdrukking ................................. 228
3 Actieve D-Lighting ....................................................113
4 HDR (hoog dynamisch bereik) ...............................115
5
Toewijzing voorbeeldknop scherptediepte
6 Toewijzing Fn-knop................................................... 253
7 Toewijzing AE-L/AF-L-knop.......................................256
8 Picture Control ...........................................................105
9 Ruisonderdrukking lange sluitertijd .....................228
10 Afstandsbedieningsstand (ML-L3) ........................127
...........255
A Tooltips
Een tooltip met de naam van het geselecteerde item verschijnt in het informatiescherm. instelling d4 (Schermtips; 0 239) worden uitgeschakeld.
12
Tooltips kunnen met behulp van persoonlijke

De instelschijven

De hoofdinstelschijf en secundaire instelschijf worden afzonderlijk of in combinatie met andere besturingen gebruikt om een verscheidenheid aan instellingen aan te passen.
M/Y-knop
Flitsstand
Flitscorrectie
D-knop
Bracketing
Standknop
L/U-knop
Witbalans
X/T-knop
Beeldkwaliteit/-formaat
AF-standknop
Autofocusstand AF-veldstand
Secundaire instelschijf
Hoofdinstelschijf
X
E-knop
Belichtingscorrectie
Z/Q-knop
Lichtmeting
W/S-knop
ISO-gevoeligheid
Autom inst ISO-gevoeligheid
13
❚❚ Onderwerpstand en stand voor speciale effecten
Kies een onderwerp (h; 0 41).
h-stand Hoofdinstelschijf Monitor
Kies een speciaal effect-stand
X
(q; 0 177).
q-stand Hoofdinstelschijf Monitor
❚❚ Beeldkwaliteit en -formaat
Stel beeldkwaliteit in (0 66).
X (T)-knop Hoofdinstelschijf Bedieningspaneel
Kies een beeldformaat (0 68).
+
+
❚❚ Autofocus
Kies een autofocusstand (0 72).
Kies een AF-veldstand (0 74).
14
X (T)-knop Secundaire
instelschijf
Bedieningspaneel
+
AF-standknop Hoofdinstelschijf Bedieningspaneel
+
AF-standknop Secundaire
instelschijf
Bedieningspaneel
❚❚ ISO-gevoeligheid
Stel ISO-gevoeligheid in (0 79).
Stel automatische ISO-gevoeligheid in (0 82).
+
W (S)-knop Hoofdinstelschijf Bedieningspaneel
X
+
❚❚ Belichting
Kies een combinatie van diafragma en sluitertijd (stand P; 0 48).
Kies een sluitertijd (stand S of M; 0 49, 51).
Kies een diafragma (stand A of M; 0 50, 51).
Kies een optie voor lichtmeting (stand P, S, A of M; 0 83).
W (S)-knop Secundaire
instelschijf
Stand P Hoofdinstelschijf Bedieningspaneel
Stand S of M Hoofdinstelschijf Bedieningspaneel
Stand A of M Secundaire
instelschijf
Bedieningspaneel
Bedieningspaneel
+
Z (Q)-knop Hoofdinstelschijf Bedieningspaneel
15
Stel de belichtingscorrectie in (stand P, S, A, M of % ; 0 86).
Activeer of annuleer bracketing/ selecteer aantal opnamen in
X
bracketingreeks (stand P, S, A of M; 0 133).
Selecteer stapgrootte bracketing (stand P, S, A of M; 0 134).
+
E-knop Hoofdinstelschijf Bedieningspaneel
+
D-knop Hoofdinstelschijf Bedieningspaneel
+
❚❚ Witbalans
Kies een optie voor witbalans (stand P, S, A of M; 0 89).
Verfijn witbalans (0 91), stel kleurtemperatuur in (0 94) of kies een voorinstelling witbalans (0 95) in stand P, S, A of M.
D-knop Secundaire
instelschijf
Bedieningspaneel
+
L (U)-knop Hoofdinstelschijf Bedieningspaneel
+
L (U)-knop Secundaire
instelschijf
Bedieningspaneel
16
❚❚ Flitserinstellingen
Kies een flitsstand (0 120).
Stel flitscorrectie in (stand P, S, A of M; 0 124).
+
M (Y)-knop Hoofdinstelschijf Bedieningspaneel
X
+
M (Y)-knop Secundaire
instelschijf
Bedieningspaneel
17
De P-knop
Gebruik de P-knop voor snelle toegang tot verschillende functies tijdens zoeker- en livebeeldfotografie, het maken van filmopnamen en weergave.
X
❚❚ Zoekerfotografie
Druk op P om links naar veelgebruikte opnameopties onderaan het informatiescherm te bekijken (0 12).
❚❚ Livebeeldfotografie/Filmopname
Druk op P om een lijst met beschikbare instellingen tijdens livebeeldfotografie of bij het maken van filmopnamen weer te geven (0 157, 164).
❚❚ Weergave
Door op P te drukken tijdens foto- of filmweergave worden de opties voor retoucheren (0 275) of film bewerken (0 173) getoond.
P-knop
18

Cameramenu’s

De meeste opname-, weergave- en instellingenopties zijn toegankelijk via de cameramenu's. menu’s te bekijken.
Tabs
Kies uit de volgende menu’s:
D: Weergave (0 217)
C: Opname (0 224)
A: Persoonlijke instellingen (0 229)
Druk op de G-knop om de
B: Instellingen (0 261) N: Retoucheren (0 273)
O/m: Mijn menu of Recente instellingen
(standaard ingesteld op Recente instellingen; 0 291)
Schuifbalk geeft positie in huidig menu aan.
Huidige instellingen worden aangeduid door pictogrammen.
Menuopties
Opties in huidig menu.
G-knop
X
d
Als er een d-pictogram in de linkerbenedenhoek van de monitor wordt weergegeven, kan de helpfunctie worden weergegeven door de L (U)-knop in te drukken. beschrijving van de momenteel geselecteerde optie of het menu wordt weergegeven zo lang als de knop wordt ingedrukt. bladeren.
Druk op 1 of 3 om door het scherm te
Een
L (U)-knop
19

Cameramenu’s gebruiken

De multi-selector en J-knop worden gebruikt om door de cameramenu’s te navigeren.
Beweeg cursor omhoog
J-knop: selecteer gemarkeerd item
Annuleer en keer terug
naar het vorige menu
Selecteer gemarkeerd item of geef submenu weer
X
Beweeg cursor omlaag
Voer de onderstaande stappen uit om door de menu’s te navigeren.
1 Geef de menu’s weer.
Druk op de G-knop om de menu’s weer te geven.
G-knop
2 Markeer het pictogram voor het huidige
menu.
Druk op 4 om het pictogram voor het huidige menu te markeren.
3 Selecteer een menu.
Druk op 1 of 3 om het gewenste menu te selecteren.
4 Plaats de cursor in het geselecteerde menu.
Druk op 2 om de cursor in het geselecteerde menu te plaatsen.
20
5 Markeer een menu-item.
Druk op 1 of 3 om een menu-item te markeren.
6 Geef de opties weer.
Druk op 2 om opties voor het geselecteerde menu-item weer te geven.
7 Markeer een optie.
Druk op 1 of 3 om een optie te markeren.
8 Selecteer het gemarkeerde item.
Druk op J om het gemarkeerde item te selecteren. Druk op de G-knop om af te sluiten zonder een selectie te maken.
Let op het volgende:
Menu-items die grijs worden weergegeven, zijn momenteel niet beschikbaar.
Terwijl het indrukken van 2 doorgaans hetzelfde effect heeft als het indrukken van J,
zijn er bepaalde gevallen waarin alleen een selectie kan worden gemaakt door J in te drukken.
Dr uk de onts pank nop hal f in o m de men u's a f te slu iten en naar de op namest and t erug te keren (0 38).
X
21

Eerste stappen

De batterij opladen

De camera wordt gevoed door een EN-EL15 oplaadbare Li-ionbatterij (meegeleverd). Voor een maximale opnameduur moet de batterij vóór gebruik in de meegeleverde MH-25-batterijlader worden opgeladen. batterij volledig op te laden.
X
1 Sluit het lichtnetsnoer aan.
Sluit het netsnoer aan. De stekker van de lichtnetadapter moet zich in de rechts aangeduide positie bevinden; niet draaien.
2 Verwijder het afdekkapje.
Verwijder het afdekkapje van de batterij.
3 Plaats de batterij.
Plaats de batterij in de batterijuitsparing zoals aangeduid op de illustratie van de lader.
Het duurt circa 2 uur en 35 minuten om een lege
4 Steek de lader in een stopcontact.
Het lampje CHARGE (OPLADEN) knippert traag terwijl de batterij oplaadt.
D De batterij opladen
Laad de batterij binnenshuis op bij omgevingstemperaturen tussen 5 °C–35 °C. dan 0 °C of hoger dan 60 °C.
De batterij laadt niet op bij temperaturen lager
5 Verwijder de batterij wanneer het opladen is voltooid.
Het laden is voltooid zodra het lampje CHARGE (OPLADEN) stopt met knipperen. Trek de stekker van de lader uit het stopcontact en verwijder de batterij.
22
Batterij
laadt op
Opladen voltooid
A De stekkeradapter
Afhankelijk van het land of de regio van aankoop wordt er mogelijk ook een stekkeradapter meegeleverd met de lader. Plaats voor gebruik de adapter in de voedingsingang van de lader (q). Schuif de vergrendeling van de stekkeradapter in de aangegeven richting (w) en draai de adapter 90° om het in de aangegeven positie (e) te vergrendelen. Voer deze stappen in omgekeerde volgorde uit om de adapter te verwijderen.
Vergrendeling
stekkeradapter
90°
X
23

De batterij plaatsen

Draai voor het plaatsen van de batterij de hoofdschakelaar naar UIT.
D Batterijen plaatsen en verwijderen
Zet de camera altijd uit voordat batterijen worden geplaatst of verwijderd.
1 Open het deksel van het batterijvak.
X
Ontgrendel (q) en open (w) het deksel van het batterijvak.
2 Plaats de batterij.
Plaats de batterij in de aangegeven richting (q) en gebruik de batterij om de oranje batterijvergrendeling naar één zijde ingedrukt te houden. batterij op zijn plaats wanneer deze in zijn geheel is geplaatst (w).
De vergrendeling vergrendelt de
3 Sluit het deksel van het batterijvak.
A De batterij verwijderen
Zet de camera uit en open het deksel van het batterijvak. Druk de batterijvergrendeling met behulp van de pijl in de aangegeven richting om de batterij vrij te geven en verwijder de batterij vervolgens handmatig.
24
Batterijvergrendeling
D De batterij en lader
Lees de waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen op de pagina’s xxi–xxii en 318–320 van deze handleiding en volg ze op.
hoger dan 40 °C. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan de batterij beschadigen of de prestaties doen verslechteren. kunnen toenemen bij batterijtemperaturen van 0 °C tot 15 °C en van 45 °C tot 60 °C.
Indien het lampje CHARGE (OPLADEN) snel knippert (ongeveer acht keer per seconde) tijdens het opladen, controleer dan of de temperatuur binnen het juiste bereik ligt en trek vervolgens de stekker van de lader uit het stopcontact en verwijder de batterij en plaats hem terug. probleem zich blijft voordoen, stop dan onmiddellijk het gebruik en breng de lader naar uw winkelier of een door Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger.
Sluit de ladercontacten niet kort; het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan oververhitting en schade aan de lader tot gevolg hebben. batterij niet aan tijdens het opladen. zeer zeldzame gevallen tot gevolg hebben dat de lader aanduidt dat het laden is voltooid terwijl de batterij in werkelijkheid slechts gedeeltelijk is opgeladen. terug om het opladen opnieuw te starten. batterij bij een lage temperatuur wordt opgeladen of als de batterij wordt gebruikt bij een temperatuur die lager is dan de temperatuur waarbij de batterij is opgeladen. wordt opgeladen bij een temperatuur lager dan 5 °C, kan de gebruiksduuraanduiding van de batterij in de weergave Batterij-informatie (0 266) een tijdelijke daling tonen.
Direct na gebruik kan de batterij zeer warm zijn. afgekoeld.
Het meegeleverde netsnoer en de stekkeradapter z ijn all een voor geb rui k me t de M H-2 5. de lader alleen met compatibele batterijen. in gebruik is.
Een aanmerkelijke daling van de tijd waarin een volledig opgeladen batterij zijn lading dient te behouden wanneer deze bij kamertemperatuur wordt gebruikt, duidt aan dat de batterij vervanging vereist.
Gebruik de batterij niet bij omgevingstemperaturen lager dan 0 °C of
De capaciteit kan afnemen en de oplaadtijden
Verplaats de lader niet en raak de
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan in
De batterijcapaciteit kan tijdelijk afnemen als de
Wacht met opladen totdat de batterij is
Haal de lader uit het stopcontact wanneer deze niet
Koop een nieuwe EN-EL15-batterij.
Verwijder de batterij en plaats deze
Als de batterij
Als het
Gebruik
A EN-EL15 oplaadbare Li-ionbatterijen
De meegeleverde EN-EL15 deelt informatie met compatibele apparaten, zodat de camera de oplaadstatus van de batterij op zes niveaus kan tonen (0 35). setup-menu toont details over het opladen van de batterij, de gebruiksduur van de batterij en het aantal gemaakte foto’s sinds de laatste oplaadsessie van de batterij (0 266).
De optie Batterij-informatie in het
X
25

Een objectief bevestigen

Het objectief dat doorgaans in deze handleiding wordt gebruikt voor illustratieve doeleinden is een AF-S DX NIKKOR 18–105mm f/3.5–5.6G ED VR.
Schaal brandpuntsafstand
Zonnekap
X
Let goed op dat er geen stof in de camera komt wanneer het objectief wordt verwijderd.
Objectiefdop
Zoomring
Objectiefbevestigingsmarkering
Markering brandpuntsafstand
CPU-contacten (0 296)
Achterste objectiefdop
Schakelaar A-M-stand (0 27, 78)
Schakelaar vibratiereductie AAN/UIT
Scherpstelring (0 78, 159)
1 Zet de camera uit.
2 Verwijder de achterste
objectiefdop en de camerabodydop.
26
3 Bevestig het objectief.
Bevestigingsmarkering
(camera)
Bevestigingsmarkering (objectief)
Indien het objectief is voorzien van een schakelaar voor de A-M- of M/A-M-stand, selecteer A (autofocus) of M/A (autofocus met handcorrectie).
Houd de markeringen (aangeduid door een witte stip) op één
lijn, plaats het objectief op de camera en draai vervolgens
totdat het objectief op zijn plaats klikt.
X
A Het objectief verwijderen
Vergeet niet de camera uit te zetten bij het verwijderen of verwisselen van objectieven. objectiefontgrendeling (q) ingedrukt terwijl het objectief naar rechts wordt gedraaid (w). objectiefdoppen en de bodydop van de camera terug.
Houd, om het objectief te verwijderen, de
Plaats, na het verwijderen van het objectief, de
D CPU-objectieven met diafragmaringen
Vergrendel het diafragma op de kleinste instelling (hoogste f-waarde) in geval het CPU-objectieven betreft die zijn uitgerust met een diafragmaring (0 296).
27

Basisinstellingen

Zodra de camera voor de eerste keer wordt ingeschakeld, zal een taalselectievenster worden weergegeven. hebt ingesteld, kunnen er foto's worden gemaakt.
Kies een taal en stel de tijd en datum in. Pas als u de tijd en datum
1 Zet de camera aan.
Er wordt een taalselectievenster weergegeven.
X
2 Kies een taal en stel de cameraklok in.
Gebruik de multi-selector en de J-knop om een taal te selecteren en de cameraklok in te stellen.
qwe
Selecteer taal Selecteer tijdzone Selecteer datumnotatie
rt Opmerking: De instellingen
Selecteer de optie
zomertijd
Stel tijd en datum in
(merk op dat de camera
een 24-uurs klok
gebruikt)
Beweeg cursor omhoog
Beweeg cursor omlaag
voor taal en datum/tijd kunnen op elk gewenst moment worden gewijzigd met behulp van de opties
Taal (Language) en Tijdzone en datum in het
setup-menu (0 265).
J-knop: selecteer gemarkeerd item
Selecteer gemarkeerd item of geef submenu weer
28
A De klokbatterij
De cameraklok wordt gevoed door een afzonderlijke, oplaadbare voedingsbron die indien nodig wordt opgeladen als de hoofdbatterij is geplaatst of als de camera wordt gevoed door een optionele EP-5B-stroomaansluiting en EH-5b-lichtnetadapter (0 308). voldoende om de klok ongeveer drie maanden van stroom te voorzien. opstarten een waarschuwing weergeeft met de mededeling dat de klok niet is ingesteld en een
-pictogram knippert in het informatiescherm, dan is de klokbatterij leeg en werd de klok
B
teruggezet. Stel de klok in op de juiste datum en tijd.
Twee dagen opladen is
Indien de camera bij het
A De cameraklok
De cameraklok is minder nauwkeurig dan de meeste horloges en gewone klokken. daarom regelmatig of de klok de juiste tijd aangeeft en pas de tijd zo nodig aan. kan tevens worden gesynchroniseerd met GPS-apparaten (0 152).
Controleer
De cameraklok
X
29

Een geheugenkaart plaatsen

8
GB
De camera bewaart foto's op Secure Digital (SD)-geheugenkaarten (los verkrijgbaar; 0 347).
Zet, om een geheugenkaart te installeren, de camera uit en houd de camera in de hieronder aangeduide richting en schuif de geheugenkaart naar binnen tot deze op zijn plaats klikt. branden. slechts één geheugenkaart, plaats deze dan in sleuf 1.
X
Formatteer geheugenkaarten voor eerste gebruik of nadat ze in andere apparaten zijn gebruikt (0 32).
De geheugenkaarten ondersteboven of achterstevoren plaatsen kan de camera of de kaart beschadigen. de kaartsleuf zal niet sluiten als de kaart niet juist is geplaatst.
Het toegangslampje van de geheugenkaart zal gedurende enkele seconden
De camera heeft twee geheugenkaartensleuven (sleuf 1 en sleuf 2); gebruikt u
Voorzijde
GB
8
Sleuf 1 Sleuf 2
Controleer of de kaart in de juiste richting is geplaatst. Het deksel van
A Geheugenkaarten verwijderen
Schakel, na bevestiging dat het toegangslampje van de geheugenkaart uit is, de camera uit, open het deksel van de geheugenkaartsleuf en druk op de kaart om deze uit te werpen (q). hand worden verwijderd (w).
De kaart kan vervolgens met de
A Geen geheugenkaart
Indien de camera met een opgeladen EN-EL15-batterij wordt uitgeschakeld terwijl er geen geheugenkaart is geplaatst, wordt S in het bedieningspaneel en de zoeker weergegeven.
30
D Geheugenkaarten
r
Geheugenkaarten kunnen na gebruik zeer warm zijn. verwijderen van geheugenkaarten uit de camera.
Zet de camera uit voordat geheugenkaarten worden geplaatst of verwijderd. geheugenkaarten uit de camera, zet de camera niet uit en koppel de lichtnetadapter niet los terwijl de geheugenkaart wordt geformatteerd of terwijl gegevens worden opgeslagen, verwijderd of naar een computer worden gekopieerd. voorzorgsmaatregelen kan gegevensverlies of beschadiging van de camera of de kaart tot gevolg hebben.
Raak de contacten van de kaart niet aan met uw vingers of metalen voorwerpen.
U mag de kaart niet buigen, laten vallen of blootstellen aan hevige schokken.
Oefen geen druk uit op de behuizing van de kaart.
voorzorgsmaatregel kan de kaart beschadigen.
Niet blootstellen aan water, hitte, hoge luchtvochtigheid of direct zonlicht.
Formatteer geheugenkaarten niet in een computer.
Ga daarom voorzichtig te werk bij het
Verwijder geen
Het niet in acht nemen van deze
Het niet in acht nemen van deze
A Twee geheugenkaarten gebruiken
Sleuf 1 is voor de hoofdkaart; de kaart in sleuf 2 fungeert als back-up of speelt een secundaire rol. Indien de standaardinstelling Overloop is geselecteerd voor Functie van kaart in sleuf 2 (0 69) wanneer er twee geheugenkaarten zijn geplaatst, wordt de kaart in sleuf 2 pas gebruikt als de kaart in sleuf 1 vol is.
Het bedieningspaneel toont de sleuf of sleuven die momenteel een geheugenkaart bevatten (het voorbeeld rechts toont de pictogrammen die worden weergegeven wanneer er een kaart in één van de sleuven is geplaatst). heeft voorgedaan, gaat het pictogram voor de betreffende kaart knipperen (0 334).
Als de geheugenkaart vol of vergrendeld is of als zich een fout
Sleuf 1
Sleuf 2
Bedieningspaneel
X
A De beveiligingsschakelaar
SD-geheugenkaarten zijn voorzien van een beveiligingsschakelaar die ongewenst overschrijven voorkomt. Wanneer deze schakelaar in de “lock” positie staat, kunt u geen foto’s vastleggen of wissen en kunt u de geheugenkaart niet formatteren (er wordt een waarschuwing weergegeven als u de sluiter probeert te ontspannen). Schuif de schakelaar naar de “write” positie om de geheugenkaart te ontgrendelen.
Informatiescherm
GB
8
Beveiligingsschakelaa
31

De geheugenkaart formatteren

Geheugenkaarten moeten worden geformatteerd voor eerste gebruik of nadat ze in andere apparaten zijn gebruikt of geformatteerd.
D Geheugenkaarten formatteren
Bij het formatteren van geheugenkaarten worden alle gegevens op de kaart voorgoed gewist. Vergeet niet foto's en andere gegevens die u wilt bewaren naar een computer te kopiëren alvorens verder te gaan (0 203).
X
1 Zet camera aan.
2 Druk op de knoppen O (Q) en Z (Q).
Houd de knoppen O (Q) en Z (Q) gelijktijdig ingedrukt totdat een knipperende C (formatteren) in de sluitertijdweergaven in het bedieningspaneel en de zoeker verschijnt. twee geheugenkaarten zijn geplaatst, wordt de kaart in sleuf 1 (0 31) geselecteerd; u kunt de kaart in sleuf 2 kiezen door aan de hoofdinstelschijf te draaien. zonder de geheugenkaart te formatteren, wacht totdat C stopt met knipperen (ongeveer zes seconden) of druk op een andere knop dan de knoppen O (Q) en Z (Q).
Om af te sluiten
Als er
O (Q)-knop Z (Q)-knop
3 Druk opnieuw op de knoppen O (Q) en Z (Q).
Druk de knoppen O (Q) en Z (Q) voor de tweede keer tegelijkertijd in zolang als C knippert om de geheugenkaart te formatteren.
geheugenkaart of ontkoppel niet de voedingsbron tijdens het formatteren.
Zodra het formatteren is voltooid, tonen het bedieningspaneel en de zoeker het aantal foto's dat kan worden vastgelegd bij de huidige instellingen.
A Zie ook
Zie pagina 262 voor informatie over het formatteren van geheugenkaarten met behulp van de optie Geheugenkaart formatteren in het setup-menu.
32
Verwijder niet de

Zoekerbeeldscherpte aanpassen

De camera is uitgerust met een dioptrieregelaar, waarmee de camera aan het gezichtsvermogen van de gebruiker kan worden aangepast. in de zoeker scherp is voordat foto’s in de zoeker worden gekadreerd.
Controleer of de weergave
1 Zet camera aan.
Verwijder de objectiefdop en zet de camera aan.
2 Stel de zoeker scherp.
Draai aan de dioptrieregelaar totdat de AF-veldhaakjes zijn scherpgesteld. Pas op dat uw vingers of vingernagels niet in uw oog komen bij het bedienen van de dioptrieregelaar met uw oog tegen de zoeker.
AF-veldhaakjes
X
A Zoekerbeeldscherpte aanpassen
Indien u de zoeker niet kunt scherpstellen zoals hierboven beschreven, selecteer enkelvoudige servo-autofocus (AF-S; 0 71), enkelpunts AF (0 73) en het middelste scherpstelpunt (0 75) en kadreer vervolgens een onderwerp met hoog contrast in het middelste scherpstelpunt en druk de ontspanknop half in om de camera scherp te stellen. scherpgestelde camera om het onderwerp duidelijk scherp te stellen in de zoeker. nodig kan de zoekerbeeldscherpte met gebruik van optionele correctielenzen verder worden aangepast (0 308).
Gebruik de dioptrieregelaar met
Wanneer
33
X
34

Basisfotografie en weergave

s

Batterijniveau en kaartcapaciteit

Controleer het batterijniveau en het aantal resterende opnamen voordat u met fotograferen begint.
1 Zet camera aan.
Verwijder de objectiefdop en zet de camera aan. Het bedieningspaneel gaat aan en de weergave in de zoeker gaat branden.
2 Controleer het batterijniveau.
Controleer het batterijniveau in het bedieningspaneel of de zoeker.
Bedieningspaneel Zoeker Beschrijving
L Batterij volledig opgeladen. K
Batterij gedeeltelijk ontladen.J
I
H d
H
(knippert)d (knippert)
Batterij bijna leeg. reservebatterij gereed.
Ontspanknop uitgeschakeld. batterij.
Laad de batterij op of maak een
Laad de batterij op of vervang de
3 Controleer het aantal resterende opnamen.
Het bedieningspaneel en de zoeker tonen het aantal foto’s dat kan worden gemaakt met de huidige instellingen (waarden boven 1.000 worden naar beneden afgerond naar het dichtstbijzijnde honderdtal, d.w.z. waarden tussen 1.000 en 1.099 worden aangeduid als 1,0 K). geheugenkaarten zijn geplaatst, tonen de schermen de beschikbare ruimte op de kaart in sleuf 1 (0 31). nummer, gaat n of j in de sluitertijdweergaven knipperen en gaat het pictogram voor de betreffende kaart knipperen. (0 30) of verwijder een aantal foto’s (0 40, 197).
Zodra het aantal resterende opnamen A bereikt, knippert het
Als er twee
Plaats een andere geheugenkaart
s
A Beeldsensor reinigen
De camera laat de beeldsensor trillen om stof te verwijderen wanneer de camera wordt in- of uitgeschakeld (0 313).
35
“Richten-en-vastleggen”-fotografie (standen i en j)
Deze paragraaf beschrijft de procedure voor het fotograferen in de standen i en j, een automatische “richten-en-vastleggen”-stand waarin de meeste instellingen door de camera worden geregeld op basis van de opnameomstandigheden.
1 Selecteer stand i of j.
s
Om te fotograferen op plaatsen waar het verboden is een flitser te gebruiken, kinderen te fotograferen of natuurlijk licht bij slechte lichtomstandigheden vast te leggen, selecteer de automatische stand (flitser uit) door de standknop naar j te draaien. Draai anders de instelschijf naar i (automatisch).
2 Maak de camera gereed.
Houd bij het kadreren van foto’s in de zoeker de handgreep in uw rechterhand en ondersteun de camerabody of het objectief met uw linkerhand. uw ellebogen lichtjes tegen uw lichaam gedrukt en plaats één voet een halve pas naar voren om uw bovenlichaam stabiel te houden. kadreren van foto’s in de portretstand (staand) de camera vast zoals aangeduid onderaan de drie afbeeldingen die rechts worden weergegeven.
In stand j zijn de sluitertijden langer bij slecht licht; het gebruik van een statief wordt aanbevolen.
Houd ter ondersteuning
Houd bij het
Standknop
A Een zoomobjectief gebruiken
Gebruik de zoomring om in te zoomen op het onderwerp zodat deze een groter gebied van het beeld vult, of zoom uit om het zichtbare gebied in de definitieve foto te vergroten (selecteer langere brandpuntsafstanden op de schaal van de brandpuntsafstand van het objectief om in te zoomen, kortere brandpuntsafstanden om uit te zoomen).
36
Inzoomen
Zoomring
Uitzoomen
3 Kadreer de foto.
Kadreer een foto in de zoeker met het hoofdonderwerp tussen de AF-veldhaakjes.
4 Druk de ontspanknop half in.
Druk de ontspanknop half in om s che rp t e st ell en. Het actieve scherpstelpunt wordt weergegeven. slecht belicht is, kan de flitser opklappen en de AF-hulpverlichting gaan branden.
Als het onderwerp
AF-veldhaakjes
s
5 Controleer de aanduidingen in de zoeker.
Zodra de scherpstelbewerking is voltooid, verschijnt de scherpstelaanduiding (I) in de zoeker.
Scherpstel­aanduiding
I Onderwerp is scherpgesteld.
2 4
2 4
24
(knippert)
Terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt, wordt het aantal resterende opnamen dat in het buffergeheugen kan worden opgeslagen (“t”; 0 58) in de zoeker weergegeven.
Het scherpstelpunt bevindt zich tussen camera en onderwerp.
Het scherpstelpunt bevindt zich achter het onderwerp.
Camera kan niet scherpstellen met autofocus.
Beschrijving
Zie pagina 72.
Scherpstelpunt
Scherpstel­aanduiding
Buffercapaciteit
6 Leg vast.
Druk de ontspanknop op soepele wijze helemaal in om de sluiter te ontspannen en de foto vast te leggen. geheugenkaart naast het deksel van de geheugenkaartsleuf brandt terwijl de foto wordt vastgelegd op de geheugenkaart.
geheugenkaart niet uit of verwijder of ontkoppel niet de voedingsbron voordat het toegangslampje uit is en de opname is voltooid.
Het toegangslampje van de
Werp de
Toegangslampje geheugenkaart
37
A De ontspanknop
De camera heeft een tweetraps ontspanknop. half wordt ingedrukt.
Druk de ontspanknop volledig in om de foto te maken.
Scherpstellen: half indrukken Vastleggen: volledig indrukken
De camera stelt scherp wanneer de ontspanknop
A De stand-by-timer
De zoeker en de weergaven van het bedieningspaneel van de sluitertijd en het diafragma schakelen uit als er gedurende circa 6 seconden geen handelingen worden uitgevoerd, waardoor
s
de batterij langer meegaat. tijdsduur voordat de stand-by-timer automatisch afloopt kan worden geselecteerd met behulp van persoonlijke instelling c2 (Stand-by-timer, 0 237).
Belichtingsmeters aan Belichtingsmeters uit Belichtingsmeters aan
Druk de ontspanknop half in om de weergave te reactiveren. De
A Weergave camera uit
Als de camera wordt uitgeschakeld met een batterij en geheugenkaart in de camera, dan wordt het pictogram van de geheugenkaart en het pictogram van het aantal resterende opnamen weergegeven (bepaalde geheugenkaarten kunnen in uitzonderlijke gevallen deze informatie alleen weergeven als de camera ingeschakeld is).
Bedieningspaneel
A De ingebouwde flitser
Als er voor juiste belichting extra licht is vereist in stand i, dan klapt de ingebouwde flitser automatisch op wanneer de sluiterknop half wordt ingedrukt. gemaakt wanneer de flitsgereedaanduiding (M) wordt weergegeven. de flitsgereedaanduiding niet wordt weergegeven, laadt de flitser op; verwijder uw vinger kort van de ontspanknop en probeer opnieuw.
Als de flitser is opgeklapt, kunnen alleen foto’s worden
Als
Druk de flitser, om energie te besparen wanneer de flitser niet in gebruik is, voorzichtig naar beneden totdat de vergrendeling op zijn plaats klikt.
38

Basisweergave

OR
MALAL
1 Druk op de K-knop.
Er wordt een foto in de monitor weergegeven. De geheugenkaart met de huidig weergegeven foto wordt door een pictogram aangeduid.
K-knop
2 Bekijk extra foto’s.
Extra foto’s kunnen worden weergegeven door op 4 of 2 te drukken. om extra informatie over de huidige foto te bekijken (0 187).
Druk de ontspanknop half in om weergave te beëindigen en terug te keren naar de opnamestand.
Druk op 1 en 3
1/12
1
125 F 5. 685
0, 0
C_0001. JP
100
G
/
100D7100 DS
15/10/2012 10:02:28
NIKON D7100
NNOR
6000x4000
s
mm
A Controlebeeld
Wanneer Aan is geselecteerd voor Controlebeeld in het weergavemenu (0 222), worden foto’s na de opname gedurende een aantal seconden in de monitor weergegeven.
A Zie ook
Zie pagina 186 voor informatie over het kiezen van een geheugenkaartsleuf.
39

Ongewenste foto’s wissen

Druk op de O (Q)-knop om de huidige foto te wissen die momenteel in de monitor wordt weergegeven.
Merk op dat foto's niet kunnen worden hersteld nadat ze zijn gewist.
1 Geef de foto weer.
Geef de foto weer die u wilt wissen, zoals wordt
s
beschreven op de voorgaande pagina. locatie van de huidige afbeelding wordt met een pictogram in de linkerbenedenhoek van het scherm weergegeven.
De
2 Wis de foto.
Druk op de O (Q)-knop. Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven; druk opnieuw op de O (Q)-knop om de afbeelding te wissen en terug te keren naar weergave. Druk op K om af te sluiten zonder de foto te wissen.
O (Q)-knop
A Wissen
Gebruik de optie Wissen in het weergavemenu om alle geselecteerde afbeeldingen (0 198), alle afbeeldingen gemaakt op een geselecteerde datum (0 199) of alle afbeeldingen in een gekozen locatie op een geselecteerde geheugenkaart (0 198) te wissen.
40

Creatieve fotografie (Onderwerpstanden)

De camera beschikt over verschillende onderwerpstanden. Het automatisch kiezen van een onderwerpstand optimaliseert de instellingen die passen bij het geselecteerde onderwerp, waardoor creatieve fotografie net zo eenvoudig wordt als het selecteren van een stand, kadreren van een foto en fotograferen, zoals beschreven op pagina 36-38.
❚❚ h-stand
Draai de standknop naar h en druk op de R-knop om het momenteel geselecteerde onderwerp te bekijken. kiezen.
Standknop
Draai aan de hoofdinstelschijf om een ander onderwerp te
Hoofdinstelschijf Monitor

k Portret l Landschap

Gebruik deze stand voor portretten met zachte, natuurlijke huidtinten. onderwerp zich te ver van de achtergrond bevindt of als een teleobjectief wordt gebruikt, worden de achtergronddetails verzacht om de compositie een gevoel van diepte te geven.
Als het
Gebruik deze stand voor levendige landschapsfoto's bij daglicht. De ingebouwde flitser en AF-hulpverlichting schakelen uit; gebruik van een statief wordt aanbevolen om onscherpte bij slecht licht te voorkomen.
s
41

p Kinderen m Sport

s
Gebruik voor snapshots van kinderen. Kleding en achtergronddetails worden levendig weergegeven, terwijl huidtinten zacht en natuurlijk blijven.
Korte sluitertijden bevriezen beweging voor dynamische sportfoto's waarin het onderwerp duidelijk naar voren komt. ingebouwde flitser en AF-hulpverlichting schakelen uit. opnamestand om een reeks foto's te maken (0 7, 57).

n Close-up o Nachtportret

Selecteer de continue
De
Gebruik deze stand voor close-upfoto's van bloemen, insecten of andere kleine voorwerpen (voor scherpstellen op zeer korte afstand kan een macro-objectief worden gebruikt). wordt aanbevolen om onscherpte te voorkomen.
Gebruik van een statief
42
Gebruik voor een natuurlijke balans tussen het hoofdonderwerp en de achtergrond in portretten met weinig licht. een statief wordt aanbevolen om onscherpte bij te weinig licht te voorkomen.
Gebruik van

r Nachtlandschap s Party/binnen

Verminder ruis en onnatuurlijke kleuren bij het fotograferen van nachtlandschappen, inclusief straatverlichting en neonreclame. De ingebouwde flitser en AF-hulpverlichting schakelen uit; om onscherpte te voorkomen, wordt het gebruik van een statief aanbevolen.
Leg de effecten van achtergrondverlichting binnenshuis vast. Gebruik deze stand voor party's en andere onderwerpen binnenshuis.

t Strand/sneeuw u Zonsondergang

s
Leg de helderheid vast van zonlicht dat zich over water, sneeuw of zand uitstrekt. De ingebouwde flitser en AF-hulpverlichting schakelen uit.
Behoudt de diepe tinten in zonsonder- en zonsopgangen. AF-hulpverlichting schakelen uit; gebruik van een statief wordt aanbevolen om onscherpte bij slecht licht te voorkomen.
De ingebouwde flitser en
43

v Schemering w Dierenportret

s
Behoudt de kleuren die te zien zijn in het zwakke natuurlijke licht voor zonsopkomst en na zonsondergang. flitser en AF-hulpverlichting schakelen uit; gebruik van een statief wordt aanbevolen om onscherpte bij slecht licht te voorkomen.
De ingebouwde
Gebruik deze stand voor portretten van actieve huisdieren. schakelt uit.

x Kaarslicht y Bloesem

De AF-hulpverlichting
Voor foto’s gemaakt bij kaarslicht. De ingebouwde flitser schakelt uit; gebruik van een statief wordt aanbevolen om onscherpte bij slecht licht te voorkomen.
44
Gebruik voor bloemenvelden, bloeiende boomgaarden en andere landschappen met uitgestrekte bloesemlandschappen. De ingebouwde flitser schakelt uit; gebruik van een statief wordt aanbevolen om onscherpte bij slecht licht te voorkomen.

z Herfstkleuren 0 Voedsel

Legt de stralende rode en gele kleuren in herfstbladeren vast. schakelt uit; gebruik van een statief wordt aanbevolen om onscherpte bij slecht licht te voorkomen.
De ingebouwde flitser
Gebruik deze stand voor levendige foto's van voedsel. Gebruik van een statief wordt aanbevolen om onscherpte te voorkomen; tevens kan de flitser worden gebruikt (0 119).
s
45
s
46

Standen P, S, A en M

#
De standen P, S, A en M bieden verschillende regelniveaus voor sluitertijd en diafragma.
Stand Beschrijving
Automatisch programma (0 48): de camera stelt sluitertijd en diafragma in voor optimale
belichting. Aanbevolen voor snapshots en in andere situaties met weinig tijd voor het
P
aanpassen van de camera-instellingen. Sluitertijdvoorkeuze (0 49): de gebruiker kiest de sluitertijd; de camera selecteert het
diafragma voor de beste resultaten. Gebruik om beweging te bevriezen of onscherp te
S
maken. Diafragmavoorkeuze (0 50): de gebruiker kiest het diafragma; de camera selecteert de
sluitertijd voor de beste resultaten. Gebruik om de achtergrond onscherp te maken of om
A
zowel voorgrond als achtergrond scherp weer te geven.
Handmatig (0 51): de gebruiker regelt sluitertijd en diafragma. Stel sluitertijd in op Bulb
M
(A) of Tijd (%) voor lange tijdopnamen.
#
A Type objectieven
Vergrendel bij het gebruik van een CPU-objectief dat is uitgerust met een diafragmaring (0 296), de diafragmaring op het kleinste diafragma (hoogste f-waarde). voorzien een diafragmaring.
Objectieven zonder CPU kunnen alleen worden gebruikt in de standen A (diafragmavoorkeuze) en M (handmatig) wanneer diafragma alleen kan worden aangepast met behulp van de diafragmaring van het objectief. uit.
Het selecteren van een andere stand schakelt de ontspanknop
G-type objectieven zijn niet
A Objectieven zonder CPU (0 295)
Gebruik de diafragmaring om het diafragma aan te passen. hoogste diafragma van het objectief is gespecificeerd met behulp van het item Objectief zonder CPU in het setup-menu (0 149) terwijl er een objectief zonder CPU is bevestigd, wordt de huidige f-waarde in de zoeker en het bedieningspaneel weergegeven, afgerond op het dichtstbijzijnde puntteken. aantal stops weer (F, met het hoogste diafragma weergegeven als FA) en moet de f-waarde van de diafragmaringen worden afgelezen.
Anders geeft het diafragma alleen het
Indien het
47

P: Automatisch programma

In deze stand past de camera de sluitertijd en het diafragma automatisch aan volgens een ingebouwd programma om in de meeste situaties verzekerd te zijn van een optimale belichting. Deze stand wordt aanbevolen voor snapshotfoto’s en andere situaties waarin u de sluitertijd en het diafragma door de camera wilt laten bepalen.
#
A Flexibel programma
In de stand P kunt u verschillende combinaties van sluitertijd en diafragma selecteren door aan de hoofdinstelschijf te draaien terwijl de belichtingsmeters ingeschakeld zijn (“flexibel programma”). naar rechts voor grote diafragma's (lage f-waarden) om de achtergronddetails onscherp te maken of voor korte sluitertijden om bewegingen te “bevriezen”. schijf naar links voor kleine diafragma's (hoge f-waarden) om de scherptediepte te vergroten of voor lange sluitertijden om bewegingen onscherp te
Alle combinaties leveren dezelfde belichting op. Terwijl het flexibele programma actief
maken. is, verschijnt er een U-aanduiding in het bedieningspaneel. sluitertijd en diafragma te herstellen, draait u aan de hoofdinstelschijf totdat de aanduiding niet langer wordt weergegeven of kies een andere stand of zet de camera uit.
Draai de knop
Draai de
Hoofdinstelschijf
Om de standaardinstellingen voor
A De sluitertijd- en diafragmaweergaven
De sluitertijd- en diafragmaweergaven kunnen worden geactiveerd door de ontspanknop half in te drukken om de stand-by-timer te starten (0 38).
A Zie ook
Zie pagina 327 voor informatie over het ingebouwde belichtingsprogramma.
48

S: Sluitertijdvoorkeuze

In de stand sluitertijdvoorkeuze kunt u zelf een sluitertijd kiezen, waarna de camera automatisch het diafragma kiest dat de optimale belichting oplevert. bewegende voorwerpen onscherp te maken en gebruik korte sluitertijden om bewegingen te “bevriezen”.
Gebruik lange sluitertijden om beweging te suggereren door
Korte sluitertijd (1/1.600 sec.) Lange sluitertijd (1/6 sec.)
Draai, om een sluitertijd te kiezen, aan de hoofdinstelschijf terwijl de belichtingsmeters aan zijn. Sluitertijd kan worden ingesteld op “v” of op waarden tussen 30 sec. en
1
/8.000 sec.
#
Hoofdinstelschijf
A Zie ook
Zie pagina 333 voor informatie over wat te doen als knipperende Bulb (A)- of Tijd (%)- aanduidingen in de sluitertijdweergaven verschijnen.
49

A: Diafragmavoorkeuze

In automatische diafragmavoorkeuze kunt u zelf het diafragma kiezen terwijl de camera automatisch de sluitertijd kiest die de optimale belichting oplevert. flitsbereik (0 123) en vermindert de scherptediepte, zodat voorwerpen achter en voor het hoofdonderwerp onscherp zijn. (hoge f-waarden) verhoogt de scherptediepte, zodat voorwerpen achter en voor het hoofdonderwerp scherp zijn. gebruikt voor portretten om achtergronddetails onscherp weer te geven, terwijl een grote scherptediepte wordt gebruikt voor landschapsfoto’s om zowel de voorgrond als de achtergrond scherp weer te geven.
#
Groot diafragma (f/5.6) Klein diafragma (f/22)
Draai aan de secundaire instelschijf terwijl de belichtingsmeters ingeschakeld zijn om het gewenste diafragma te kiezen tussen het minimale en maximale diafragma van het objectief.
Een groot diafragma (lage f-waarden) verhoogt het
Een klein diafragma
Een beperkte scherptediepte wordt doorgaans
Secundaire instelschijf
A Voorbeeld scherptediepte
Houd de voorbeeldknop scherptediepte ingedrukt om de effecten van diafragma vooraf te bekijken. wordt ingesteld op de huidige diafragmawaarde, zodat de scherptediepte vooraf in de zoeker kan worden bekeken.
Het objectief
Voorbeeldknop scherptediepte
A Persoonlijke instelling e5—Testflits
Deze instelling bepaalt of de ingebouwde en optionele flitsapparaten, zoals de SB-910, SB-900, SB-800, SB-700 en SB-600 (0 304), een testflits afgeven wanneer de voorbeeldknop scherptediepte wordt ingedrukt.
50
Zie pagina 251 voor meer informatie.

M: Handmatig

In de handmatige stand regelt u zowel sluitertijd als diafragma. Draai aan de hoofdinstelschijf en kies een sluitertijd terwijl de belichtingsmeters ingeschakeld zijn en draai aan de secundaire instelschijf om het diafragma in te stellen. tussen 30 sec. en voor onbepaalde tijd open worden gehouden (Bulb/A of Tijd/%, 0 52). waarden voor het objectief. controleren.
Sluitertijd kan worden ingesteld op “v” of op waarden
1
/8.000 sec. of de sluiter kan voor een lange tijdopname
Diafragma kan worden ingesteld op waarden tussen de minimale en maximale
Gebruik de belichtingsaanduidingen om de belichting te
Sluitertijd Diafragma
Hoofdinstelschijf Secundaire instelschijf
A AF Micro NIKKOR-objectieven
Onder voorwaarde dat een externe belichtingsmeter wordt gebruikt, hoeft u alleen rekening te houden met de belichtingsverhouding wanneer de diafragmaring wordt gebruikt voor het instellen van het diafragma.
A De belichtingsaanduiding
Als er een andere sluitertijd dan Bulb (A) of Tijd (%) is geselecteerd, dan toont de belichtingsaanduiding in de zoeker of de foto zal worden onder- of overbelicht bij de huidige instellingen. inst. belichting, 0 234), wordt de hoeveelheid onder- of overbelichting in stappen van
1
/2 LW aangeduid (de onderstaande illustraties tonen de weergave in de zoeker wanneer 1/3 stap is geselecteerd voor persoonlijke instelling b2). belichtingscontrolesysteem voor livebeeld worden overschreden, zal de aanduiding gaan knipperen.
Afhankelijk van de optie die is gekozen voor persoonlijke instelling b2 (Stapgrootte
Als de limieten van de belichtingsmeting of het
Optimale belichting
Onderbelicht met 1/3 LW
Overbelicht met meer dan 2 LW
1
/3 LW of
#
A Zie ook
Zie persoonlijke instelling f8 (Aanduidingen omkeren, 0 258) voor informatie over het omkeren van de belichtingsindicators, zodat negatieve waarden rechts en positieve waarden links worden weergegeven.
51

❚❚ Lange tijdopnamen (alleen M-stand)

Selecteer de volgende sluitertijden voor lange tijdopnamen of bewegende lichten, de sterren, nachtlandschappen of vuurwerk.
Bulb (A): de sluiter blijft open zolang als de ontspanknop wordt ingedrukt. een optionele draadloze afstandsbediening (0 309) of afstandsbedieningskabel (0 310).
Tijd (%): start de belichting met behulp van de ontspanknop op de camera of op een optionele afstandsbediening, afstandsbedieningskabel of draadloze afstandsbediening.
#
gedurende dertig minuten open of totdat de knop voor een tweede keer wordt ingedrukt.
Gebruik een statief of
De sluiter blijft
1 Maak de camera gereed.
Monteer de camera op een statief of plaats op een stabiele, vlakke ondergrond. Verwijder de rubberen oogschelp en bedek de zoeker met het meegeleverde DK-5 oculairkapje om te voorkomen dat licht dat via de zoeker binnenkomt de belichting hindert (0 60). EH-5b-lichtnetadapter en EP-5B-stroomaansluiting om stroomverlies te voorkomen voordat de belichting is voltooid. heldere pixels of waas) kan optreden tijdens lange tijdopnamen; kies vóór het opnemen Aan voor Ruisonderdr. lange tijdopname in het opnamemenu (0 228). Als u een ML-L3-afstandsbediening gaat gebruiken, selecteer een afstandsbedieningsstand (Vertraagd op afstand, Direct op afstand of Spiegel omhoog op afstand) met behulp van de optie Afstandsbedieningsstand (ML-L3) in het opnamemenu (0 127).
Gebruik een volledig opgeladen EN-EL15-batterij of een optionele
Belichtingstijd: 35 sec.
Diafragma: f/25
Merk op dat er ruis (heldere vlekken, willekeurige
2 Draai de standknop naar M.
52
Standknop
3 Kies een sluitertijd.
Draai, terwijl de belichtingsmeters aan zijn, aan de hoofdinstelschijf om een sluitertijd Bulb (A) of Tijd (%) te kiezen.
Hoofdinstelschijf Bulb
Tijd
4 Open de sluiter.
Bulb: druk na het scherpstellen op de ontspanknop op de camera of optionele WR-1,
WR-T10 of MC-DC2 volledig in. belichting is voltooid.
Tijd: druk de ontspanknop op de camera of optionele afstandsbediening, afstandsbedieningskabel of draadloze afstandsbediening volledig in. belichting wordt gestart door het indrukken van de ontspanknop op de optionele ML-L3-afstandsbediening, dan worden foto’s in de stand “Tijd” (%) gemaakt, zelfs wanneer “Bulb” (A) is geselecteerd voor sluitertijd.
Houd de ontspanknop ingedrukt totdat de
Als de
5 Sluit de sluiter.
Bulb: haal uw vinger van de ontspanknop.
Tijd: herhaal de bewerking uitgevoerd in stap 4.
dertig minuten.
De opname eindigt automatisch na
#
53
#
54
Gebruikersinstellingen:
$
U1- en U2-standen
Wijs veelgebruikte instellingen toe aan de posities U1 en U2 op de standknop.

Gebruikersinstellingen opslaan

1 Selecteer een stand.
Draai de standknop naar de gewenste stand.
Standknop
2 Pas de instellingen aan.
Maak de gewenste aanpassingen aan flexibel programma (stand P), sluitertijd (standen S en M), diafragma (standen A en M), belichtings- en flitscorrectie, flitsstand, scherpstelpunt, lichtmeting, autofocus en AF-veldstanden, bracketing en instellingen in het opnamemenu (0 224) en persoonlijke instellingenmenu (0 229) (merk op dat de camera niet de opties geselecteerd voor Opslagmap,
Naamgeving bestanden, Beeldveld, Picture Control beheren, Afstandsbedieningsstand (ML-L3), Meervoudige belichting of Intervalopname
bewaard).
3 Selecteer Gebruikersinstellingen
opslaan.
Druk op de G-knop om de menu’s weer te geven.
Markeer Gebruikersinstellingen
opslaan in het setup-menu en druk op 2.
G-knop
4 Selecteer Opslaan in U1 of Opslaan in
U2.
Markeer Opslaan in U1 of Opslaan in U2 en druk op 2.
$
55
5 Sla de gebruikersinstellingen op.
Markeer Instellingen opslaan en druk op J om instellingen geselecteerd in stap 1 en 2 toe te wijzen aan de standknoppositie geselecteerd in stap 4.

Gebruikersinstellingen herroepen

Draai de standknop eenvoudig naar U1 om de instellingen te herroepen die zijn toegewezen aan Opslaan in U1 of naar U2 om de instellingen te herroepen die zijn toegewezen aan Opslaan in U2.
$

Gebruikersinstellingen terugzetten

Om instellingen voor U1 of U2 terug te zetten naar standaardwaarden:
1 Selecteer Gebruikersinstell.
terugzetten.
Druk op de G-knop om de menu’s weer te geven.
Markeer Gebruikersinstell.
terugzetten in het setup-menu en druk op 2.
G-knop
Standknop
2 Selecteer U1 terugzetten of U2
terugzetten.
Markeer U1 terugzetten of U2 terugzetten en druk op 2.
3 Zet de gebruikersinstellingen terug.
Markeer Terugzetten en druk op J.
56

Ontspanstand

k

Een ontspanstand kiezen

Druk op de ontgrendelingsknop voor keuzeknop ontspanstand om een ontspanstand te kiezen en draai de keuzeknop ontspanstand naar de gewenste instelling.
Stand Beschrijving
Enkel beeld: de camera maakt één foto telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt.
S
Continu lage snelheid: terwijl de ontspanknop ingedrukt wordt gehouden, maakt de camera
foto’s bij een beeldsnelheid geselecteerd voor persoonlijke instelling
CL
d5 (Opnamesnelheid CL-stand, 0 58, 239). ontspannen is niet beschikbaar terwijl de flitser is opgeklapt.
Continu hoge snelheid: terwijl de ontspanknop ingedrukt wordt gehouden, maakt de camera foto’s bij een beeldsnelheid gegeven op pagina 58. Gebruik voor bewegende
CH
onderwerpen. beschikbaar terwijl de flitser is opgeklapt.
Stil ontspannen: zoals voor enkel beeld, behalve dat de spiegel niet terug op zijn plaats klikt terwijl de ontspanknop volledig wordt ingedrukt, waardoor de gebruiker de timing van de klik van de spiegel kan regelen, wat tevens stiller is dan in de stand enkel beeld.
J
is er geen signaal te horen, ongeacht de instelling die is geselecteerd voor persoonlijke instelling d1 (Signaal; 0 238).
Zelfontspanner: maak foto’s met de zelfontspanner (0 59).
E
Spiegel omhoog: kies deze stand om cameratrillingen te minimaliseren in tele- of close-upfotografie of in andere omstandigheden waarbij de kleinste camerabeweging kan
MUP
resulteren in onscherpe foto’s.
Onderste ingebouwde flitser (0 120); continu ontspannen is niet
Onderste ingebouwde flitser (0 120); continu
Bovendien
k
57

Beeldsnelheid

De beeldsnelheid voor continu opnemen (lage en hoge snelheid) varieert afhankelijk van de optie die is gekozen voor beeldveld (0 63) en, wanneer een optie voor NEF (RAW)­beeldkwaliteit is geselecteerd, de NEF (RAW)-bitdiepte (0 67). geeft de gemiddelde beeldsnelheden voor een volledig opgeladen EN-EL15-batterij, continu servo-AF, handmatig of belichting sluitertijdvoorkeuze, een sluitertijd van
1
/250 sec. of korter weer; de resterende instellingen staan op de standaardwaarden
ingesteld.
Beeldveld Beeldkwaliteit
DX (24×16)
1,3× (18×12)
De beeldsnelheid neemt af bij lange sluitertijden of zeer kleine diafragma's (hoge
k
JPEG/12-bits NEF (RAW) 1–6 bps 6 bps 14-bits NEF (RAW) 1–5 bps 5 bps JPEG/12-bits NEF (RAW) 14-bits NEF (RAW) 6 bps
1–6 bps
f-waarden) als vibratiereductie (beschikbaar voor VR-objectieven) of automatische instelling ISO-gevoeligheid ingeschakeld is (0 79, 81) of wanneer de batterij bijna leeg is.
A Het buffergeheugen
De camera is voorzien van een buffergeheugen voor tijdelijke opslag, zodat u kunt blijven fotograferen terwijl de foto’s op de geheugenkaart worden opgeslagen. foto’s na elkaar worden gemaakt. Merk echter op dat de beeldsnelheid afneemt zodra de buffer vol is (t00). ontspanknop wordt ingedrukt, geeft de opnameteller in de zoeker en het bedieningspaneel het geschatte aantal beelden aan dat bij de huidige instellingen kan worden opgeslagen in de buffer. u de weergave wanneer de buffer nog voldoende ruimte heeft voor circa 17 foto’s.
Terwijl de foto’s op de geheugenkaart worden vastgelegd, brandt het toegangslampje naast de geheugenkaartsleuf. geheugenkaart, kan het enkele seconden tot enkele minuten duren om een foto op te slaan.
mag de geheugenkaart niet verwijderen en de voedingsbron niet verwijderen of loskoppelen voordat het toegangslampje uit is.
bevat, wordt de camera pas uitgeschakeld nadat alle foto’s in de buffer zijn opgeslagen. batterij leeg is terwijl de buffer nog beelden bevat, wordt de ontspanknop uitgeschakeld en worden de beelden overgezet naar de geheugenkaart.
Afhankelijk van de opnameomstandigheden en prestaties van de
Als de camera wordt uitgeschakeld terwijl de buffer nog gegevens
Er kunnen maximaal 100
Terwijl de
A Zie ook
Zie persoonlijke instelling d6 (Max. aant. continu-opnamen, 0 240) voor informatie over het kiezen van het maximaal aantal foto's dat in serieopname kan worden gemaakt. voor informatie over het aantal foto’s dat in serieopname kan worden gemaakt.
De onderstaande tabel
Geschatte beeldsnelheid
CL CH
7bps
In de illustratie rechts ziet
Zie pagina 348
Als de
U
58

Zelfontspannerstand

De zelfontspanner kan worden gebruikt om cameratrilling voor zelfportretten te verminderen. vlakke ondergrond.
1 Selecteer de zelfontspannerstand.
Druk op de ontgrendelingsknop voor keuzeknop ontspanstand en draai de keuzeknop ontspanstand naar E.
2 Kadreer de foto en stel scherp.
In enkelvoudige servo-autofocus (0 71) kunnen alleen foto’s worden gemaakt als de scherpstelaanduiding (I) in de zoeker verschijnt.
3 Start de timer.
Druk de ontspanknop volledig in om de timer te starten. Het zelfontspannerlampje begint te knipperen. gemaakt, stopt het zelfontspannerlampje met knipperen. seconden na het starten van de timer ontspannen.
Zet de keuzeknop ontspanstand naar een andere instelling om de zelfontspanner uit te schakelen voordat een foto is gemaakt.
Plaats voor het vastleggen de camera op een statief of op een stabiele,
Keuzeknop ontspanstand
Twee seconden voordat de foto wordt
De sluiter wordt ongeveer tien
k
D De ingebouwde flitser gebruiken
Druk voor het fotograferen met de flitser in de standen P, S, A, M of 0 op de M (Y)-knop om de flitser op te klappen en wacht tot de M-aanduiding in de zoeker wordt weergegeven (0 119). opname wordt onderbroken als de flitser is opgeklapt nadat de zelfontspanner werd gestart. Merk op dat er slechts één foto wordt gemaakt als de flitser flitst, ongeacht het aantal opnamen dat is geselecteerd voor persoonlijke instelling c3 (Zelfontspanner; 0 237).
De
59
A De zoeker afdekken
Verwijder bij het maken van foto's zonder uw oog tegen de zoeker, de DK-23 rubberen oogschelp (q) en plaats het meegeleverde DK-5­oculairkapje zoals aangeduid in (w). voorkomt dat via de zoeker binnenkomend licht de belichting belemmert. vast bij het verwijderen van de rubberen oogschelp.
Ho ud d e cam era ste vig
Dit
DK-23 rubberen
oogschelp DK-5-oculairkapje
A Zie ook
Zie persoonlijke instelling c3 (Zelfontspanner; 0 237) voor informatie over het kiezen van de duur van de zelfontspanner, het aantal te maken foto's en het interval tussen twee opnamen. Voor informatie over het instellen van een signaal tijdens het aftellen van de timer, zie persoonlijke instelling d1 (Signaal; 0 238).
k
60

Stand spiegel omhoog

Kies deze stand om onscherpte te minimaliseren welke wordt veroorzaakt door camerabewegingen wanneer de spiegel wordt opgeklapt. aanbevolen.
1 Selecteer de stand spiegel omhoog.
Druk op de ontgrendelingsknop voor keuzeknop ontspanstand en draai de keuzeknop van de ontspanstand naar M
UP.
2 Klap de spiegel omhoog.
Kadreer de foto, stel scherp en druk vervolgens de ontspanknop volledig in om de spiegel op te klappen.
D Spiegel omhoog
Wanneer de spiegel is opgeklapt kunnen foto's niet in de zoeker worden gekadreerd en kunnen autofocus en lichtmeting niet worden uitgevoerd.
3 Maak een foto.
Druk de ontspanknop opnieuw volledig in om een foto te maken. gebruik een optionele afstandsbedieningskabel of draadloze afstandsbediening om onscherpte te voorkomen die wordt veroorzaakt door camerabeweging (0 309, 310). opname is beëindigd.
Druk de ontspanknop soepel in of
De spiegel wordt ingeklapt wanneer de
Gebruik van een statief wordt
Keuzeknop ontspanstand
k
A Stand spiegel omhoog
Er wordt automatisch een foto gemaakt als er ongeveer 30 sec. geen bewerkingen worden uitgevoerd nadat de spiegel is opgeklapt.
A Zie ook
Voor informatie over het gebruik van de optionele ML-L3-afstandsbediening voor fotografie met de spiegel omhoog, zie pagina 127.
61
k
62

Opties voor beeldopname

d

Beeldveld (Image Area)

Kies een beeldveld uit DX (24×16) en 1,3× (18×12).
Optie Beschrijving
a DX (24×16)
c 1,3× (18×12)
Foto’s worden vastgelegd met een beeldveld van 23,5 × 15,6 mm (DX-formaat).
Foto’s worden vastgelegd met een beeldveld van 18,8 × 12,5 mm, waardoor een tele-effect wordt geproduceerd zonder objectieven te verwisselen (0 68, 167). vastleggen tijdens continu-opname (0 58).
Bovendien kan de camera meer foto’s per seconde
Foto met DX-beeldveld
(24×16)
Zoekerweergave
d
Foto met beeldveld
van 1,3× (18×12)
63
Beeldveld kan worden ingesteld met behulp van de optie Beeldveld in het opnamemenu of door op een besturing te drukken en aan een instelschijf te draaien (0 65).
❚❚ Het beeldveldmenu
1 Selecteer Beeldveld in het
opnamemenu.
Druk op G om de menu’s weer te geven. Markeer Beeldveld in het opnamemenu (0 224) en druk op 2.
G-knop
2 Pas de instellingen aan.
Kies een optie en druk op J.
d
A De zoekerweergave
De zoekerweergave voor de 1,3× DX-uitsnede wordt rechts getoond. Er wordt een c-pictogram in de zoeker weergegeven wanneer de 1,3× DX-uitsnede is geselecteerd.
A Beeldveld
De geselecteerde optie wordt in het informatiescherm weergegeven.
64
1,3× DX-uitsnede
❚❚ Camerabesturingen
1 Wijs een beeldveldselectie toe aan een camerabesturing.
Selecteer Kies beeldveld als optie “indrukken + instelschijven” voor een camerabesturing in het menu Persoonlijke instellingen (0 229). kan worden toegewezen aan de Fn-knop (persoonlijke instelling f2, Fn-knop
toewijzen, 0 253), de voorbeeldknop scherptediepte (persoonlijke instelling f3, Voorbeeldknop toewijzen, 0 255) of de A AE-L/AF-L-knop (persoonlijke instelling
f4, AE-L/AF-L-knop toewijzen, 0 256).
Beeldveldselectie
2 Gebruik de geselecteerde besturing om een beeldveld te kiezen.
Het beeldveld kan worden geselecteerd door op de geselecteerde knop te drukken en aan de hoofd- of secundaire instelschijf te draaien totdat de gewenste uitsnede in de zoeker wordt weergegeven (0 64).
De momenteel geselecteerde optie voor beeldveld kan worden bekeken door op de knop te drukken die het beeldveld in het bedieningspaneel, de zoeker of het informatiescherm weergeeft. als “24 – 16” weergegeven en de 1,3× DX-uitsnede als “18 – 12”.
DX-formaat wordt
A Beeldformaat
Het beeldformaat wisselt met de optie die is geselecteerd voor beeldveld (0 68).
A Zie ook
Zie pagina 167 voor informatie over de beschikbare uitsneden in filmlivebeeld.
HoofdinstelschijfFn-knop
d
65

Beeldkwaliteit en -formaat

Samen bepalen beeldkwaliteit en -formaat hoeveel ruimte er in beslag wordt genomen door elke foto op de geheugenkaart. kunnen op grote formaten worden afgedrukt, maar vereisen ook meer geheugen. Dit betekent dat er minder afbeeldingen op de geheugenkaart kunnen worden opgeslagen (0 348).

Beeldkwaliteit

Kies een bestandsformaat en compressieverhouding (beeldkwaliteit).
Optie
NEF (RAW) NEF
JPEG Fijn
JPEG Normaal
d
JPEG Basis
NEF (RAW) +
JPEG Fijn
NEF (RAW) +
JPEG Normaal
NEF (RAW) +
JPEG Basis
* Vaste grootte geselecteerd voor JPEG-compressie.
Beeldkwaliteit kan worden ingesteld door op de X (T)-knop te drukken en aan de hoofdinstelschijf te draaien totdat de gewenste instelling in het bedieningspaneel wordt weergegeven.
Bestands
type
JPEG
NEF/
JPEG
Onbewerkte gegevens van de beeldsensor worden rechtstreeks op de geheugenkaart opgeslagen. kunnen na de opname worden aangepast.
Leg JPEG-afbeeldingen vast bij een compressieverhouding van ruwweg 1 : 4 (fijne kwaliteit)
Neem JPEG-beelden op met een compressieverhouding van ruwweg 1 : 8 (normale kwaliteit).
Leg JPEG-beelden vast met een compressieverhouding van ruwweg1 : 16 (basiskwaliteit).
Twee afbeeldingen worden vastgelegd, één NEF (RAW)-afbeelding en één JPEG-afbeelding met de kwaliteit Fijn.
Twee afbeeldingen worden vastgelegd, één NEF (RAW)-afbeelding en één JPEG-afbeelding met de kwaliteit Normaal.
Twee afbeeldingen worden vastgelegd, één NEF (RAW)-afbeelding en één JPEG-afbeelding met de kwaliteit Basis.
Grotere afbeeldingen met een hoge kwaliteit
Beschrijving
Instellingen zoals witbalans en contrast
*.
*
*
X (T)-knop Hoofdinstelschijf Bedieningspaneel
A Het opnamemenu
De beeldkwaliteit kan bovendien worden aangepast met behulp van de optie Beeldkwaliteit in het opnamemenu (0 224).
66
De volgende opties zijn toegankelijk vanuit het opnamemenu. Druk op de G-knop om de menu’s weer te geven, markeer de gewenste optie en druk op 2.
❚❚ JPEG-compressie
Kies het compressietype voor JPEG-afbeeldingen.
Optie Beschrijving
Vaste grootte
O
P Optimale kwaliteit
Beelden worden gecomprimeerd om relatief gelijke bestandsgroottes te produceren.
Optimale beeldkwaliteit. opgenomen onderwerp.
De bestandsgrootte wisselt met het
❚❚ NEF (RAW)-opname > Type
Kies het compressietype voor NEF (RAW)-afbeeldingen.
Optie Beschrijving
Compressie
N
zonder verlies
O Gecomprimeerd
NEF-afbeeldingen worden gecomprimeerd met behulp van een omkeerbaar algoritme, waarbij de bestandsgrootte ongeveer 20–40% wordt verkleind zonder dat dit invloed heeft op de beeldkwaliteit.
NEF-afbeeldingen worden gecomprimeerd met behulp van een niet­omkeerbaar algoritme, waarbij de bestandsgrootte ongeveer 35–55% wordt verkleind, wat bijna geen invloed heeft op de beeldkwaliteit.
❚❚ NEF (RAW)-opname > NEF (RAW)-bitdiepte
Kies een bitdiepte voor NEF (RAW)-afbeeldingen.
Optie Beschrijving
q 12-bits NEF (RAW)-afbeeldingen worden vastgelegd bij een bitdiepte van 12 bits.
NEF (RAW)-afbeeldingen worden vastgelegd bij een bitdiepte van 14 bits,
r 14-bits
waarbij grotere bestanden worden geproduceerd dan die met een bitdiepte van 12 bits, maar waarbij de opgenomen kleurgegevens worden vermeerderd.
d
A NEF (RAW)-afbeeldingen
NEF (RAW)-afbeeldingen kunnen op de camera worden bekeken of met behulp van software zoals Capture NX 2 (los verkrijgbaar; 0 309) of ViewNX 2 (beschikbaar op de meegeleverde ViewNX 2-cd). formaat van NEF (RAW)-afbeeldingen; bij het bekijken op een computer hebben NEF (RAW)­afbeeldingen de afmetingen van grote (#-formaat) afbeeldingen, zoals vermeld in de tabel op pagina 68. van de optie NEF (RAW)-verwerking in het retoucheermenu (0 282).
Merk op dat de geselecteerde optie voor beeldformaat geen invloed heeft op het
JPEG-kopieën van NEF (RAW)-afbeeldingen kunnen worden gecreëerd met behulp
A NEF+JPEG
Als foto’s, die zijn gemaakt met de instellingen van NEF (RAW) + JPEG, op de camera worden bekeken met slechts één geplaatste geheugenkaart, wordt alleen de JPEG-afbeelding weergegeven. zodra de foto wordt verwijderd. vastgelegd met behulp van de optie Functie van kaart in sleuf 2 > RAW sleuf 1 – JPEG sleuf 2, zal het wissen van de JPEG-kopie niet de NEF (RAW)-afbeelding wissen.
Als beide kopieën op dezelfde kaart zijn vastgelegd, worden beide kopieën gewist
Als de JPEG-kopie op een afzonderlijke geheugenkaart is
67

Beeldformaat

Beeldformaat wordt in pixels gemeten. Kies uit # Groot, $ Middel of % Klein (merk op dat het beeldformaat varieert afhankelijk van de geselecteerde optie voor Beeldveld, 0 63):
Beeldveld Optie Grootte (pixels) Afdrukformaat (cm)
Groot 6.000 × 4.000 50,8 × 33,9
DX (24×16)
1,3× (18×12)
* Globaal formaat bij een afdruk van 300 dpi.
pixels gedeeld door printerresolutie in dots per inch (dpi; 1 inch= circa 2,54 cm).
Beeldformaat kan worden ingesteld door op de X (T)-knop te drukken en aan de secundaire instelschijf te draaien totdat de gewenste optie in het bedieningspaneel wordt weergegeven.
d
X (T)-knop Secundaire instelschijf Bedieningspaneel
Middel 4.496 × 3.000 38,1 × 25,4
Klein 2.992 × 2.000 25,3 × 16,9
Groot 4.800 × 3.200 40,6 × 27,1
Middel 3.600 × 2.400 30,5 × 20,3
Klein 2.400 × 1.600 20,3 × 13,5
Afdrukformaat in inches is gelijk aan beeldformaat in
*
A Het opnamemenu
Het beeldformaat kan bovendien worden aangepast met behulp van de optie Beeldformaat in het opnamemenu (0 224).
68

Twee geheugenkaarten gebruiken

Wanneer twee geheugenkaart in de camera zijn geplaatst, kunt u de optie Functie van kaart in sleuf 2 in het opnamemenu gebruiken om de functie van de kaart in sleuf 2 te
kiezen. sleuf 1 vol is), Back-up (elke foto wordt twee keer vastgelegd, één keer naar de kaart in sleuf 1 en nogmaals naar de kaart in sleuf 2) en RAW sleuf 1 – JPEG sleuf 2 (als voor Back-up, behalve dat de NEF/RAW-kopieën van foto's vastgelegd bij instellingen van NEF/RAW + JPEG alleen worden vastgelegd op de kaart in sleuf 1 en JPEG-kopieën alleen naar de kaart in sleuf 2).
Kies uit Overloop (de kaart in sleuf 2 wordt alleen gebruikt wanneer de kaart in
d
A “Back-up” en “RAW sleuf 1 – JPEG sleuf 2”
De camera toont het aantal resterende opnamen op de kaart met de minste hoeveelheid geheugen.
De ontspanstand wordt uitgeschakeld wanneer één van de kaarten vol is.
A Films opnemen
Wanneer er twee geheugenkaarten in de camera zijn geplaatst, kan de sleuf, die wordt gebruikt voor het opnemen van films, worden geselecteerd voor het gebruik van de optie Filminstellingen > Bestemming in het opnamemenu (0 169).
69
d
70

Scherpstelling

N
Deze paragraaf beschrijft de beschikbare scherpstelopties wanneer foto’s in de zoeker worden gekadreerd. worden aangepast (0 78). automatisch of handmatig scherpstellen (0 75) selecteren, of scherpstelvergrendeling gebruiken om scherp te stellen, zodat foto’s na het scherpstellen opnieuw kunnen worden samengesteld (0 76).
Scherpstelling kan automatisch (zie hieronder) of handmatig
De gebruiker kan bovendien het scherpstelpunt voor

Autofocus

Draai aan de selectieknop voor de scherpstelstand om AF te gebruiken voor autofocus.
Selectieknop voor scherpstelstand

Autofocusstand

Kies uit de volgende autofocusstanden:
Stand Beschrijving
Automatische servo-AF: de camera selecteert automatisch enkelvoudige servo-autofocus als het
AF-A
onderwerp stilstaat, continue servo-autofocus als het onderwerp beweegt. Enkelvoudige servo-AF: voor niet-bewegende onderwerpen. Scherpstelling vergrendelt wanneer
de ontspanknop half wordt ingedrukt.
AF-S
worden ontspannen wanneer de scherpstelaanduiding (I) wordt weergegeven (focusprioriteit; 0 231).
Continue servo-AF: voor bewegende onderwerpen. De camera stelt continu scherp terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt; als het onderwerp beweegt, schakelt de camera
AF-C
anticiperende scherpstelling in om de uiteindelijke afstand tot het onderwerp in te schatten en pas, indien noodzakelijk, de scherpstelling aan. worden ontspannen al dan niet met scherpgesteld onderwerp (ontspanprioriteit; 0 231).
Bij de standaardinstellingen kan de sluiter alleen
Bij de standaardinstellingen kan de sluiter
N
A Anticiperende scherpstelling
In de AF-C-stand of wanneer continue servo-autofocus is geselecteerd in AF- A-stand, zal de camera anticiperende scherpstelling starten als het onderwerp in de richting of weg van de camera beweegt, terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt. volgen terwijl deze probeert in te schatten waar het onderwerp zich zal bevinden wanneer de sluiter wordt ontspannen.
Hierdoor kan de camera de scherpstelling
71
De autofocusstand kan worden geselecteerd door op de
f
AF-standknop te drukken en aan de hoofdinstelschijf te draaien totdat de gewenste instelling in de zoeker en het bedieningspaneel wordt weergegeven.
AF-standknop
AF-A AF-S AF-C
A Goede resultaten verkrijgen met autofocus
Autofocus werkt niet goed in de onderstaande omstandigheden. omstandigheden niet kan scherpstellen, wordt mogelijk de ontspanknop geblokkeerd, of de scherpstelaanduiding (
N
aan te geven dat de sluiter kan worden ontspannen, zelfs als de camera niet kan scherpstellen op het onderwerp.
I) wordt weergegeven en de camera laat een geluidssignaal horen om
Stel in deze gevallen handmatig scherp (0 78) of gebruik scherpstelvergrendeling (0 76) om op een ander onderwerp op dezelfde afstand scherp te stellen en pas vervolgens de compositie van de foto aan.
Er is weinig of geen contrast tussen het onderwerp en de achtergrond.
Voorbeeld: het onderwerp heeft dezelfde kleur als de achtergrond.
Het scherpstelpunt bevat voorwerpen op verschillende afstanden van de camera.
Voorbeeld: het onderwerp bevindt zich in een kooi.
Het onderwerp bestaat grotendeels uit regelmatige geometrische patronen.
Voorbeeld: lamellen of een rij vensters in een flatgebouw.
Als de camera onder deze
Het scherpstelpunt bevat gebieden met sterk verschillende helderheid.
Voorbeeld: het onderwerp bevindt zich half in de schaduw.
Voorwerpen op de achtergrond zijn groter dan het onderwerp.
Voorbeeld: achter het onderwerp staat een gebouw in beeld.
Het onderwerp bevat veel fijne details.
Voorbeeld: een veld met bloemen of andere onderwerpen die klein zijn of weinig variatie in helderheid hebben.
Hoofdinstelschij
A Zie ook
Zie persoonlijke instelling a1 (Selectie AF-C-prioriteit, 0 231) voor informatie over het gebruik van focusprioriteit in continue servo-AF. 0 231) voor informatie over het gebruik van de ontspanprioriteit in enkelvoudige servo-AF. pagina 155 voor informatie over de beschikbare opties voor autofocus in livebeeld of tijdens filmopname.
72
Zie persoonlijke instelling a2 (Selectie AF-S-prioriteit,
Zie
Loading...