(stekkeradapter enkel meegeleverd in
landen of regio's waar vereist. Vorm
van netsnoer is afhankelijk van land
van verkoop.)
BF-1B-bodydop
DK-5-oculairkapje (0 60)
Kopers van de optionele objectiefset moeten controleren of het pakket ook een objectief
bevat.
Geheugenkaarten worden afzonderlijk verkocht (0 347). Camera’s aangeschaft in
Japan geven menu’s en berichten alleen in het Engels en Japans weer; andere talen
worden niet ondersteund.
Wij verontschuldigen ons voor het ongemak dat dit kan
veroorzaken.
A Voor uw veiligheid
Lees voordat u de camera voor het eerst gebruikt de veiligheidsinstructies in “Voor uw veiligheid”
(0 xxi–xxvi).
Waar kunt u het vinden
Vind wat u zoekt in:
De inhoudsopgave .................... 0 xiiDe index..................................... 0 352
ii
De vraag- en antwoordindex.... 0 iiFoutmeldingen ......................... 0 332
Vind wat u zoekt met behulp van deze “vraag en antwoord”-index.
Foto’s maken
Opnamestanden en kadreeropties
i
Is er een snelle en eenvoudige manier om snapshotfoto’s te maken
(stand i)?
Hoe pas ik snel instellingen voor verschillende scènes aan?41
Kan ik speciale effecten gebruiken tijdens het fotograferen?177–183
Kan ik sluitertijd aanpassen om bewegingen te bevriez en of onscherp te
maken (stand S)?
Kan ik het diafragma aanpassen om achtergronden onscherp te maken
of in beeld te brengen (stand A)?
Hoe maak ik lange (“tijd”) opnamen (stand M)?52
Kan ik foto’s in de monitor kadreren (C livebeeldfotografie)?153
Kan ik films opnemen (1 filmlivebeeld)?161
Ontspanstanden
i
Kan ik één foto tegelijk of snel opeenvolgende foto’s maken?7, 57
Hoe maak ik foto's met de zelfontspanner?59
Hoe maak ik foto's met een optionele ML-L3-afstandsbediening?127
Kan ik ruis van de sluiter verminderen in stille omgevingen (stil ontspannen)?
Scherpstellen
i
Kan ik kiezen hoe de camera scherpstelt?71–74
Kan ik het scherpstelpunt kiezen?75
Belichting
i
Kan ik foto’s lichter of donkerder maken?86
Hoe behoud ik details in schaduwen en hoge lichten?113
Gebruik van de flitser
i
Kan ik de flitser zodanig instellen dat deze automatisch flitst wanneer
nodig?
Hoe zorg ik ervoor dat de flitser niet flitst?
Hoe voorkom ik “rode ogen”?
Beeldkwaliteit en -formaat
i
Hoe maak ik foto’s om af te drukken op groot formaat?
Hoe krijg ik meer foto’s op de geheugenkaart?
0
35–38
49
50
7, 57
36, 119–123
66–68
Foto’s bekijken
Weergave
i
Hoe bekijk ik foto’s op de camera?39, 185
Hoe krijg ik meer informatie over een foto?187–192
Kan ik foto’s in een automatische diashow afspelen?223
Kan ik foto’s op een televisie bekijken?215–216
Kan ik foto’s beveiligen tegen onopzettelijk wissen?196
Verwijderen
i
Hoe wis ik ongewenste foto’s?40, 197–199
0
ii
Foto’s retoucheren
Hoe maak ik geretoucheerde kopieën van foto’s?273–290
Hoe verwijder ik “rode ogen”?276
Hoe maak ik JPEG-kopieën van RAW (NEF)-foto’s?282
Kan ik twee NEF (RAW)-foto's over elkaar plaatsen om één afbeelding te
maken?
Kan ik een kopie van een foto maken die lijkt op een schilderij?286
Kan ik filmbeelden op de camera bijsnijden of filmbeelden opslaan?173
0
280–281
Menu’s en instellingen
Hoe gebruik ik de menu’s?19–21
Hoe geef ik menu's weer in een andere taal?28, 265
Hoe gebruik ik de instelschijven?13–17
Hoe zorg ik ervoor dat de weergaven niet worden uitgeschakeld?238
Hoe krijg ik het zoekerbeeld scherp?33
Kan ik een rasterweergave in de zoeker of de monitor weergeven?159, 166, 239
Hoe kan ik zien of de camera waterpas staat?269
Hoe stel ik de cameraklok in?28, 265
Hoe formatteer ik geheugenkaarten?32, 262
Hoe herstel ik alle standaardinstellingen?131, 224, 231
Hoe krijg ik hulp bij een menu of melding?19, 332
Verbindingen
Hoe kopieer ik foto’s naar een computer?203–207
Hoe druk ik foto’s af?208–214
Kan ik de opnamedatum op mijn foto’s afdrukken?209, 214
Onderhoud en optionele accessoires
Welke geheugenkaarten kan ik gebruiken?347
Welke objectieven kan ik gebruiken?295
Welke optionele flitsers (Speedlights) kan ik gebruiken?303
Welke andere accessoires zijn beschikbaar voor mijn camera?
Welke software is beschikbaar voor mijn camera?
Wat doe ik met het meegeleverde oculairkapje?60
Hoe reinig ik de camera?
Waar kan ik terecht voor onderhoud en reparaties aan mijn camera?
308–310
0
0
0
312
iii
Snelhandleiding
Volg deze stappen om snel van start te gaan met de D7100.
1 Bevestig de camerariem.
Bevestig de riem stevig aan de cameraoogjes.
2 Laad (0 22) de batterij op en plaats de batterij (0 24).
3 Bevestig een objectief (0 26).
Bevestigingsmarkering
(camera)
Bevestigingsmarkering (objectief)
iv
Houd de markeringen (aangeduid door een witte stip) op één
lijn, plaats het objectief op de camera en draai vervolgens
totdat het objectief op zijn plaats klikt.
4 Plaats een geheugenkaart (0 30).
Sleuf 1 Sleuf 2
5 Zet camera aan.
6 Kadreer de foto (0 37).
7 Stel scherp en leg vast (0 37).
Voorzijde
GB
8
AF-veldhaakjes
Scherpstelaanduiding
8 Bekijk de foto (0 39).
K-knop
A Zie ook
Voor informatie over het kiezen van een taal en het instellen van tijd en datum, zie pagina 28.
pagina 33 voor informatie over het aanpassen van zoekerbeeldscherpte.
Zie
v
Menuopties
D WEERGAVEMENU (0 217)C OPNAMEMENU (0 224)
WissenSelectie
Datum selecteren
Alle
WeergavemapD7100(standaard)
Alle
Huidige
Beeld verbergen Selecteren/instellen
Datum selecteren
Alles deselecteren?
WeergaveoptiesBasisfoto-informatie
Scherpstelpunt
Aanvullende foto-informatie
Geen (alleen beeld)
Hoge lichten
RGB-histogram
Opnamegegevens
Overzicht
Beeld(en)
kopiëren
ControlebeeldAan
Na wissenToon volgende(standaard)
Draai portretAan(standaard)
DiashowStarten
DPOFafdrukopdracht
Bron selecteren
Beeld(en) selecteren
Doelmap selecteren
Beeld(en) kopiëren?
Uit(standaard)
Toon vorige
Doorgaan als tevoren
Uit
Beeldtype
Beeldinterval
Selecteren/instellen
Alles deselecteren?
Opnamemenu
terugzetten
OpslagmapMap selecteren op nummer
Naamgeving
bestanden
Functie van kaart
in sleuf 2
BeeldkwaliteitNEF (RAW) + JPEG Fijn
(0 66)
BeeldformaatGroot(standaard)
(0 68)
BeeldveldDX (24×16)(standaard)
JPEG-compressie Vaste grootte(standaard)
NEF (RAW)opname
WitbalansAutomatisch(standaard)
(0 89)
Ja
Nee
Map selecteren in lijst
Naamgeving bestanden
Overloop(standaard)
Back-up
RAW sleuf 1 - JPEG sleuf 2
Gloeilamplicht
Tl-licht
Direct zonlicht
Flitslicht
Bewolkt
Schaduw
Kies kleurtemperatuur
Handmatige voorinstelling
Items gemarkeerd met een -pictogram kunnen worden opgeslagen op een geheugenkaart met
behulp van de optie Instellingen opslaan/laden > Instellingen opslaan in het setup-menu van de
camera (0 268).
Door de geheugenkaart in de camera te plaatsen en Instellingen opslaan/laden >
Instellingen laden te selecteren, kunnen opgeslagen instellingen naar andere D7100-camera's worden
gekopieerd.
vi
Picture Control
instellen
Picture Control
beheren
KleurruimtesRGB(standaard)
Actieve D-Lighting2Automatisch
HDR (hoog dynamisch
bereik)
Autom.
vertekeningscorrectie
Ruisonderdr. lange
tijdopname
Hoge ISOruisonderdrukking
ISO-gevoeligheid
instellen
(0 79)
(0 82)
Afstandsbedieningsstand (ML-L3)
Meervoudige
belichting
Standaard(standaard)
Neutraal
Levendig
Monochroom
Portret
Landschap
Opslaan/bewerken
Hernoemen
Wissen
Laden/opslaan
Adobe RGB
Extra hoog
Hoog
Normaal
Laag
Uit
HDR-stand
HDR-sterkte
Aan
Uit(standaard)
Aan
Uit(standaard)
Hoog
Normaal(standaard)
Laag
Uit
ISO-gevoeligheid
Autom inst
ISO-gevoeligheid
Vertraagd op afstand
Direct op afstand
Spiegel omhoog op afstand
Uit(standaard)
Stand voor meerv.
belichting
Aantal opnamen
Automatische versterking
1
1
IntervalopnameStarttijd kiezen
Nu
Starttijd
Interval
Kies aant. keren × aant. opn.
Starten
FilminstellingenBeeldformaat/
beeldsnelheid
Filmkwaliteit
Microfoon
Bestemming
1 Niet beschikbaar als er geen eigen Picture
Controls aanwezig zijn.
2Standaard ingesteld op Uit (standen P, S, A, M, %,
g, i, u, 1, 2 en 3) of Automatisch (overige
standen).
A MENU PERSOONLIJKE INST.
(0 229)
Herstel pers.
instellingen
a Autofocus
a1 Selectie
AF-C-prioriteit
a2 Selectie
AF-S-prioriteit
a3 Focus-tracking met
Lock-On
a4 Verlichting
scherpstelpunt
a5 Doorloop
scherpstelpunt
a6 Aantal
scherpstelpunten
a7 Ingeb.
AF-hulpverlichting
Ja
Nee
Ontspannen(standaard)
Scherpstelling
Ontspannen
Scherpstelling (standaard)
5 (Lang)
4
3 (Normaal)(standaard)
2
1 (Kort)
Uit
Automatisch(standaard)
Aan
Uit
Doorloop
Geen doorloop (standaard)
51 punten(standaard)
11 punten
Aan(standaard)
Uit
vii
b Lichtmeting/belichting
b1 Stapgrootte
ISO-gevoeligh.
b2 Stapgrootte inst.
belichting
b3 Eenv.
belichtingscorrectie
b4 Centrumgericht
meetveld
b5 Fijnafst. voor opt.
belichting
c Timers/AE-vergrendeling
c1 AE-vergrend.
ontspanknop
c2 Stand-by-timer 4 sec.
c3 ZelfontspannerVertraging zelfontspanner
c4 Monitor uitWeergave
c5 Wachttijd
afstandsb. (ML-L3)
1/3 stap(standaard)
1/2 stap
1/3 stap(standaard)
1/2 stap
Aan
(automatisch herstellen)
Aan
Uit(standaard)
φ 6mm
φ 8 mm(standaard)
φ 10 mm
φ 13 mm
Gemiddeld
Ja
Nee(standaard)
Aan
Uit(standaard)
6 sec.(standaard)
10 sec.
30 sec.
1 min.
5 min.
10 min.
30 min.
Geen limiet
Aantal opnamen
Interval tussen opnamen
Menu's
Informatieweergave
Controlebeeld
Livebeeld
1 min.(standaard)
5 min.
10 min.
15 min.
d Opnemen/weergeven
d1 SignaalVolume
Toonhoogte
d2 Rasterweergave in
zoeker
d3 ISO tonen en
aanpassen
d4 SchermtipsAan(standaard)
d5 Opnamesnelheid
CL-stand
d6 Max. aant.
continu-opnamen
d7 Opeenvolgende
nummering
d8 Informatieweergave Automatisch(standaard)
d9 Lcd-verlichtingAan
d10 Belichtingsvertra-
gingsstand
d11 Flitswaarschuwing Aan(standaard)
d12 MB-D15 batterijen LR6 (AA alkaline)
d13 BatterijvolgordeMB-D15 batterijen eerst
Aan
Uit(standaard)
ISO-gevoeligheid
ISO/eenvoudige ISO
Beeldteller(standaard)
Uit(standaard)
3 sec.
2 sec.
1 sec.
Uit(standaard)
Uit
(standaard)
HR6 (AA Ni-MH)
FR6 (AA lithium)
(standaard)
Camerabatterij eerst
viii
e Bracketing/flits
e1 Flitssynchronisa-
tiesnelheid
e2 Langste sluitertijd
bij flits
e3 Flitserregeling
ingeb. flitser
e3 Optionele flitser*DDL(standaard)
e4 Belichtingscorr.
voor flitser
e5 TestflitsAan(standaard)
e6 Inst. voor autom.
bracketing
e7 Bracketingvolgorde MTR > onder > over
1/320 sec.
(automatische FP)
1/250 sec.
(automatische FP)
1/250 sec.(standaard)
1/200 sec.
1/160 sec.
1/125 sec.
1/100 sec.
1/80 sec.
1/60 sec.
1/60 sec.(standaard)
1/30 sec.
1/15 sec.
1/8 sec.
1/4 sec.
1/2 sec.
1 sec.
2 sec.
4 sec.
8 sec.
15 sec.
30 sec.
DDL(standaard)
Handmatig
Stroboscopisch flitsen
Commanderstand
Handmatig
Heel beeld(standaard)
Alleen achtergrond
Uit
AE & flits(standaard)
Alleen AE
Alleen flits
Witbalansbracketing
ADL-bracketing
Kennismaking met de camera.......................................................................................................2
De camerabody .................................................................................................................................. 2
De standknop...................................................................................................................................... 6
De keuzeknop ontspanstand ........................................................................................................ 7
Het bedieningspaneel...................................................................................................................... 8
De zoeker .............................................................................................................................................. 9
Het informatiescherm .................................................................................................................... 10
De instelschijven ..............................................................................................................................13
De P-knop........................................................................................................................................... 18
Gebruiksduur van de batterij....................................................................................................350
Index ..................................................................................................................................................352
Als u schade aan uw Nikon-product of letsel aan uzelf of anderen wilt voorkomen, dient u de
volgende veiligheidsinstructies goed door te lezen voordat u dit product gaat gebruiken. Bewaar
deze veiligheidsinstructies op een plaats waar iedereen die het product gebruikt ze kan lezen.
De mogelijke gevolgen van het niet in acht nemen van de veiligheidsinstructies in dit hoofdstuk
worden met het volgende pictogram aangegeven:
Dit pictogram staat bij waarschuwingen. Lees om mogelijk letsel te voorkomen alle
A
waarschuwingen voordat u dit Nikon-product gebruikt.
❚❚ WAARSCHUWINGEN
Zorg dat de zon buiten beeld blijft
A
Zorg er bij tegenlichtopnamen voor dat de
zon ver buiten beeld blijft. Als zonlicht in de
camera convergeert doordat de zon zich in
of dicht bij het beeld bevindt, kan dit brand
veroorzaken.
Kijk niet via de zoeker in de zon
A
In de zon of andere sterke lichtbronnen
kijken via de zoeker kan tot blijvende
vermindering van het gezichtsvermogen
leiden.
De dioptrieregelaar van de zoeker gebruiken
A
Wanneer u de dioptrieregelaar van de
zoeker gebruikt met het oog tegen de
zoeker, dient u op te passen dat u niet per
ongeluk uw vinger in uw oog steekt.
Zet het apparaat onmiddellijk uit in geval van storing
A
Indien er rook of een ongewone geur
vrijkomt uit het apparaat of de
lichtnetadapter (apart verkrijgbaar), haalt u
onmiddellijk de stekker van de
lichtnetadapter uit het stopcontact en
verwijdert u de batterij. Pas daarbij op dat u
zich niet verbrandt. Voortgaand gebruik
kan leiden tot letsel. Nadat u de batterij
hebt verwijderd, brengt u het apparaat
voor onderzoek naar een door Nikon
geautoriseerd servicecenter.
Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van
A
ontvlambaar gas
Gebruik elektronische apparatuur niet in de
nabijheid van ontvlambaar gas, omdat dit
kan leiden tot explosie of brand.
Plaats de polsriem niet om de hals van kinderen
A
Het dragen van de camerapolsriem om de
nek kan bij kinderen leiden tot verstikking.
Buiten bereik van kinderen houden
A
Het niet in acht nemen van deze
waarschuwing kan letsel tot gevolg
hebben. Houd er bovendien rekening mee
dat kleine onderdelen verstikkingsgevaar
opleveren. Mocht een kind enig onderdeel
van dit apparaat inslikken, raadpleeg dan
onmiddellijk een arts.
Haal het apparaat niet uit elkaar
A
Aanraking van interne onderdelen kan tot
letsel leiden. In geval van een defect mag
dit product uitsluitend worden
gerepareerd door een gekwalificeerde
reparateur. Mocht het product openbreken
als gevolg van een val of ander ongeluk,
verwijder dan de batterij en/of koppel de
lichtnetadapter los en breng het product
voor onderzoek naar een door Nikon
geautoriseerd servicecenter.
Vermijd langdurig contact met de camera, batterij
A
of lader zo lang als de apparaten ingeschakeld of in
gebruik zijn
Delen van het apparaat worden heet.
Langdurig direct contact van de huid met
het apparaat kan lichte brandwonden tot
gevolg hebben.
Richt een flitser niet op de bestuurder van een
A
motorvoertuig
Het niet in acht nemen van deze
waarschuwing kan ongelukken tot gevolg
hebben.
Vermijd contact met vloeibare kristallen
A
Mocht de monitor breken, pas dan op dat u
zich niet verwondt aan de glassplinters en
dat de vloeibare kristallen uit de monitor
niet in aanraking komen met uw huid, ogen
of mond.
xxi
Wees voorzichtig bij het gebruik van de flitser
A
•
Het gebruik van de camera met de flitser
terwijl deze zich dicht bij de huid of andere
voorwerpen bevindt, kan brandwonden
veroorzaken.
•
Het gebruik van de flitser dicht bij de ogen
van een persoon kan leiden tot tijdelijke
vermindering van het gezichtsvermogen.
Pas extra goed op als u kleine kinderen
fotografeert. De flitser mag zich niet op
minder dan één meter van de persoon
bevinden.
Neem de juiste voorzorgsmaatregelen in acht bij het
A
gebruik van batterijen
Batterijen kunnen bij onjuist gebruik gaan
lekken of ontploffen. Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht bij het
gebruik van de batterijen bij dit product:
•
Gebruik alleen batterijen die zijn
goedgekeurd voor gebruik in dit apparaat.
•
U mag de batterij niet kortsluiten of uit
elkaar halen.
•
Zorg ervoor dat het product is uitgeschakeld
voordat u de batterij vervangt. Als u een
lichtnetadapter gebruikt, moet u deze eerst
loskoppelen.
•
Plaats batterijen niet ondersteboven of
achterstevoren.
•
Stel batterijen niet bloot aan vuur of hoge
temperaturen.
•
U mag batterijen niet blootstellen aan of
onderdompelen in water.
•
Plaats het afdekkapje van de batterij terug
wanneer u de batterij vervoert. Vervoer of
bewaar de batterij niet samen met metalen
voorwerpen, zoals halskettingen of
haarspelden.
•
Volledig ontladen batterijen kunnen gaan
lekken. Als u schade aan het product wilt
voorkomen, dient u een ontladen batterij
te verwijderen.
•
Als de batterij niet in gebruik is, plaatst u het
afdekkapje op de contactpunten en bergt u
de batterij op een koele, droge plaats op.
•
Direct na gebruik of als het product
gedurende een langere periode op de
batterij heeft gewerkt, kan de batterij zeer
warm zijn. Zet de camera daarom uit en laat
de batterij afkoelen voordat u deze
verwijdert.
•
Stop onmiddellijk met het gebruik van een
batterij als u veranderingen opmerkt, zoals
verkleuring of vervorming.
Neem de juiste voorzorgsmaatregelen in acht bij het
A
gebruik van de lader
•
Houd het product droog. Het niet in acht
nemen van deze waarschuwing kan leiden
tot brand of een elektrische schok.
•
Verwijder stof op of bij metalen onderdelen
van de stekker met een droge doek.
Voortgaand gebruik kan leiden tot brand.
•
Tijdens onweer mag u het netsnoer niet
aanraken en niet in de buurt van de lader
komen. Het niet in acht nemen van deze
waarschuwing kan leiden tot een
elektrische schok.
•
Beschadig, wijzig of verbuig het netsnoer
niet en trek er niet met kracht aan. Plaats
het snoer niet onder zware objecten en stel
het niet bloot aan hitte of vuur. Als de
isolatie is beschadigd en de stroomdraden
blootliggen, brengt u het netsnoer voor
onderzoek naar een door Nikon
geautoriseerde servicevertegenwoordiger.
Het niet in acht nemen van deze
waarschuwing kan leiden tot brand of een
elektrische schok.
•
Houd de stekker of de lader niet met natte
handen vast. Het niet in acht nemen van
deze waarschuwing kan leiden tot een
elektrische schok.
•
Gebruik het product niet met reisadapters
of adapters die ontworpen werden om een
voltage om te zetten naar een ander
voltage of met omzetters voor gelijkstroom
naar wisselstroom. Het niet in acht nemen
van deze voorzorgsmaatregel kan schade
aan het product, oververhitting of brand
veroorzaken.
Gebruik geschikte kabels
A
Als u kabels op de in- en uitgangen aansluit,
gebruik dan uitsluitend de meegeleverde
kabels of kabels die Nikon voor het beoogde
doel verkoopt. Zo weet u zeker dat u de
voorschriften voor dit product naleeft.
CD-ROMs
A
CD-ROMs met software of
gebruikshandleidingen mogen niet op
audio-cd-apparatuur worden afgespeeld.
Het afspelen van een CD-ROM op een
audio-cd-speler kan gehoorverlies of
schade aan de apparatuur veroorzaken.
xxii
Kennisgevingen
• Niets uit de handleidingen die bij dit product
horen, mag in enigerlei vorm of op enigerlei
wijze worden verveelvoudigd, uitgezonden,
overgezet of opgeslagen in een
geautomatiseerd gegevensbestand of
worden vertaald in een andere taal zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming van
Nikon.
• Nikon behoudt zich het recht voor de
specificaties van de hardware en de software
die in deze handleidingen zijn beschreven op
elk gewenst moment zonder aankondiging
te wijzigen.
Kennisgevingen voor klanten in Europa
WAARSCHUWING
GEVAAR VOOR EXPLOSIE ALS BATTERIJ WORDT VERVANGEN VOOR EEN ONJUIST TYPE. VOER
BATTERIJEN AF VOLGENS DE INSTRUCTIES.
Dit pictogram geeft aan dat
elektrische en elektronische
apparaten via gescheiden
inzameling moet worden afgevoerd.
Het volgende is alleen van
toepassing op gebruikers in Europese landen:
• Dit product moet gescheiden van het
overige afval worden ingeleverd bij een
daarvoor bestemd inzamelingspunt. Gooi
niet samen met het huishoudelijk afval weg.
• Gescheiden inzameling en recycling helpt bij
het behoud van natuurlijke bronnen en
voorkomt negatieve consequenties voor
mens en milieu die kunnen ontstaan door
onjuist weggooien van afval.
• Neem voor meer informatie contact op met
de leverancier of de gemeentelijke
reinigingsdienst.
• Nikon is niet aansprakelijk voor enige schade
die voortkomt uit het gebruik van dit
product.
• Hoewel al het mogelijke in het werk is
gesteld om ervoor te zorgen dat de
informatie in deze handleidingen accuraat
en volledig is, stellen we het ten zeerste op
prijs als u eventuele fouten of
onvolkomenheden onder de aandacht wilt
brengen van de Nikon-vertegenwoordiger in
uw land/regio (adres apart vermeld).
Dit symbool op de batterij duidt aan
dat de batterij afzonderlijk moet
worden ingezameld.
Het volgende is alleen van
toepassing op gebruikers in
Europese landen:
• Alle batterijen, al dan niet voorzien van dit
symbool, moeten afzonderlijk worden
ingezameld op een geschikt inzamelpunt.
Gooi dit product niet weg als huishoudafval.
• Neem voor meer informatie contact op met
de leverancier of de gemeentelijke
reinigingsdienst.
xxiii
Mededeling betreffende het verbod op kopiëren en reproduceren
Let erop dat alleen al het bezit van materiaal dat digitaal is gekopieerd of gereproduceerd door
middel van een scanner, digitale camera of ander apparaat wettelijk strafbaar kan zijn.
• Voorwerpen die volgens de wet niet mogen worden
gekopieerd of gereproduceerd
Kopieer of reproduceer geen papiergeld,
munten, waardepapieren of obligaties van
(plaatselijke) overheden, zelfs niet als
dergelijke kopieën of reproducties worden
voorzien van een stempel “Voorbeeld” of
“Specimen”.
Het kopiëren of reproduceren van papiergeld,
munten of waardepapieren die in het
buitenland in omloop zijn, is verboden.
Tenzij vooraf toestemming is verleend, is het
kopiëren of reproduceren van ongebruikte
door de overheid uitgegeven postzegels of
briefkaarten verboden.
Het kopiëren of reproduceren van door de
overheid uitgegeven postzegels en
gecertificeerde wettelijke documenten is
verboden.
• Waarschuwingen met betrekking tot het kopiëren of
reproduceren van bepaalde waardepapieren
De overheid heeft waarschuwingen
uitgevaardigd met betrekking tot het
kopiëren of reproduceren van
waardepapieren uitgegeven door
commerciële instellingen (aandelen, wissels,
cheques, cadeaubonnen en dergelijke),
vervoerspassen of coupons, behalve als het
gaat om een minimum aantal kopieën voor
zakelijk gebruik door een bedrijf. Het is
eveneens niet toegestaan om door de
overheid uitgegeven paspoorten,
vergunningen van overheidsinstellingen en
andere instanties, identiteitsbewijzen,
toegangsbewijzen, pasjes en maaltijdbonnen
te kopiëren of te reproduceren.
• Auteursrechten
Het kopiëren of reproduceren van creatief
materiaal waarop het auteursrecht rust, zoals
boeken, muziek, schilderijen, houtsneden,
afdrukken, plattegronden, tekeningen, films
en foto’s, is onderhevig aan nationale en
internationale auteurswetten. Gebruik dit
product niet om illegale kopieën te maken of
voor andere activiteiten die het auteursrecht
schenden.
xxiv
Wegwerpen van opslagmedia
Houd er rekening mee dat de oorspronkelijke beeldgegevens niet volledig worden verwijderd als u
beelden wist of geheugenkaarten of andere opslagmedia formatteert. Met behulp van in de handel
verkrijgbare software is het soms mogelijk verwijderde bestanden op weggeworpen opslagmedia
alsnog te herstellen, wat misbruik van persoonlijke beeldgegevens tot gevolg kan hebben. De
gebruiker is zelf verantwoordelijk voor de privacybescherming van dergelijke gegevens.
Voordat een gegevensopslagapparaat wordt afgedankt of het eigendom wordt overgedragen aan
een ander persoon, wis alle gegevens met behulp van speciale verwijderingssoftware of formatteer
het apparaat en vul het vervolgens geheel met beelden die geen persoonlijke informatie bevatten
(bijvoorbeeld foto’s van de lucht).
voorinstelling (0 95).
Alvorens de camera af te danken of het eigendom over te dragen aan een
Vervang ook alle foto’s die zijn geselecteerd voor handmatige
ander persoon, moet u ook de Netwerk > Netwerkinstellingen-optie gebruiken in het setupmenu van de camera om alle persoonlijke netwerkinformatie te verwijderen. Voor meer informatie
zie de meegeleverde documentatie bij de optionele communicatie-eenheid.
Wees voorzichtig en
vermijd letsel bij het fysiek vernietigen van gegevensopslagapparaten.
Gebruik uitsluitend elektronische accessoires van het merk Nikon
Nikon-camera's zijn ontwikkeld volgens de hoogste standaards en bevatten complexe
elektronische schakelingen. Alleen elektronische accessoires van het merk Nikon (inclusief
batterijladers, batterijen, lichtnetadapters en flitsaccessoires) die door Nikon speciaal zijn
gecertificeerd voor gebruik met deze digitale camera, zijn ontwikkeld om binnen de operationele
eisen en veiligheidseisen van deze elektronische schakelingen te werken en zijn met het oog
daarop getest en goedgekeurd.
Gebruik van niet-originele elektronische accessoires kan schade aan de camera tot
gevolg hebben die niet onder de Nikon-garantie valt. Het gebruik van oplaadbare
Li-ionbatterijen van andere fabrikanten, die niet zijn voorzien van het holografische
zegel van Nikon (zie rechts), kan de normale werking van de camera verstoren of ertoe
leiden dat de batterijen oververhit raken, vlam vatten, scheuren of gaan lekken.
Neem voor meer informatie over originele Nikon-accessoires contact op met een door Nikon
geautoriseerde leverancier.
A Voordat u belangrijke foto’s gaat maken
Voordat u foto’s gaat maken van belangrijke gelegenheden (zoals een huwelijk of reis), kunt u het
beste enkele testopnamen maken om te controleren of de camera goed werkt. Nikon is niet
aansprakelijk voor schade of gederfde winst veroorzaakt door het onjuist functioneren van het
product.
A Permanente kennisoverdracht (Life-Long Learning)
Als onderdeel van Nikons inzet voor “permanente kennisoverdracht” met het oog op
doorlopende productondersteuning en -educatie is voortdurend bijgewerkte informatie online
beschikbaar op de volgende sites:
• Voor gebruikers in de VS: http://www.nikonusa.com/
• Voor gebruikers in Europa en Afrika: http://www.europe-nikon.com/support/
• Voor gebruikers in Azië, Oceanië en het M idden-Oosten: http://www.nikon-asia.com/
Bezoek de sites om up-to-date te blijven met de nieuwste productinformatie, tips, antwoorden op
veelgestelde vragen (FAQs) en algemeen advies over digital imaging en digitale fotografie.
Aanvullende informatie kan mogelijk worden verstrekt door de Nikon-importeur in uw land/
regio. Bezoek de volgende website voor contactgegevens: http://imaging.nikon.com/
D Gebruik alleen originele Nikon-accessoires
Alleen Nikon-accessoires gecertificeerd door Nikon die specifiek bedoeld zijn voor gebruik met
uw Nikon digitale camera zijn ontworpen en getest om binnen de operationele eisen en
veiligheidseisen te functioneren.
De camera is een precisieapparaat dat regelmatig onderhoud vereist. Nikon raadt u aan de
camera eens per jaar of per twee jaar te laten nakijken door de leverancier of een door Nikon
geautoriseerd servicecenter en elke drie tot vijf jaar een onderhoudsbeurt te geven (houd er
rekening mee dat hieraan kosten zijn verbonden). Regelmatige inspectie en onderhoud worden
vooral aanbevolen wanneer de camera voor professionele doeleinden wordt gebruikt. Het wordt
aanbevolen om tegelijkertijd met uw camera eventuele accessoires die u veel gebruikt, zoals
objectieven of optionele flitsers, te laten nakijken en onderhouden.
xxvi
Inleiding
X
Overzicht
Gefeliciteerd met de aanschaf van deze Nikon digitale spiegelreflexcamera (SLR). Lees
alle aanwijzingen grondig door, zodat u zeker weet dat u de camera optimaal benut en
bewaar de handleiding op een plaats waar iedereen die het product gebruikt deze kan
lezen.
❚❚ Symbolen en conventies
Om u te helpen de gewenste informatie gemakkelijker te vinden, worden de volgende
symbolen en conventies gebruikt:
Dit pictogram staat bij waarschuwingen. Lees deze informatie vóór gebruik om
D
beschadiging van de camera te voorkomen.
Dit pictogram staat bij opmerkingen; lees deze informatie voordat u de camera
A
gebruikt.
Dit pictogram staat bij verwijzingen naar andere pagina’s in deze handleiding.
0
In de cameramonitor weergegeven menu-items, opties en berichten worden vetgedrukt
aangeduid.
X
A Camera-instellingen
Deze handleiding gaat er steeds van uit dat de standaardinstellingen worden gebruikt.
A Help
Gebruik de ingebouwde hulpfunctie van de camera voor hulp over menu-items en andere
onderwerpen.
Zie pagina 19 voor meer informatie.
1
Kennismaking met de camera
Neem even de tijd om vertrouwd te raken met de bedieningsonderdelen en
aanduidingen van de camera.
het gemakkelijk kunt terugvinden terwijl u de rest van de handleiding leest.
De camerabody
1
X
2
3
4
Leg eventueel een boekenlegger in dit hoofdstuk, zodat u
Het draaien van de hoofdschakelaar naar
stand-by-timer en achtergrondverlichting (lcd-verlichting)
van het bedieningspaneel. Hierdoor is het scherm in het
donker te lezen.
en naar de ON-positie terugkeert, blijft de verlichting
gedurende zes seconden branden terwijl de stand-by-timer
actief is of totdat de sluiter wordt ontspannen of de
hoofdschakelaar opnieuw naar
Plaats de microfoon of luidspreker niet in de dichte nabijheid van magnetische apparaten.
niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan de opgenomen gegevens op de
magnetische apparaten beïnvloeden.
De camera beschikt over de
hieronder vermelde standen.
Druk op de ontgrendelingsknop
van de standknop en draai aan
de standknop om een stand te
kiezen.
X
Standen voor speciale effecten (0 177)
Gebruik speciale effecten tijdens het fotograferen.
Standen P, S, A en M
Selecteer deze standen om de camera volledig naar wens te kunnen instellen.
• P— Automatisch programma (0 48)
• S— Sluitertijdvoorkeuze (0 49)
• A— Diafragmavoorkeuze (0 50)
• M—Handmatig (0 51)
Standknop
Ontgrendelingsknop van standknop
Automatische standen
Selecteer deze standen voor eenvoudige
richten-en-vastleggen-fotografie.
De camera optimaliseert automatisch de instellingen die
passen bij het geselecteerde onderwerp.
het te fotograferen onderwerp aan.
Standen U1 en U2 (0 55)
Bewaar en herroep aangepaste opname-instellingen.
A Objectieven zonder CPU
Objectieven zonder CPU (0 295) kunnen alleen in de standen A en M worden gebruikt.
selecteren van een andere stand als er een objectief zonder CPU is bevestigd, schakelt het
ontspannen van de sluiter uit.
6
Pas uw selectie aan
Het
De keuzeknop ontspanstand
Druk op de ontgrendelingsknop van de
keuzeknop ontspanstand om een
ontspanstand te kiezen en draai de
keuzeknop ontspanstand naar de
gewenste instelling (0 57).
StandBeschrijving
Ontgrendelingsknop voor keuzeknop ontspanstand
Keuzeknop ontspanstand
X
Enkel beeld
S
Continu lage snelheid
CL
Continu hoge snelheid
CH
Stil ontspannen
J
ZelfontspannerMaak foto’s met de zelfontspanner.
E
Spiegel omhoogKlap de spiegel op alvorens foto’s te maken.
MUP
Telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt,
zal er één foto worden gemaakt.
De camera maakt foto’s bij een lage snelheid terwijl
de ontspanknop wordt ingedrukt.
De camera maakt foto’s bij een hoge snelheid terwijl
de ontspanknop wordt ingedrukt.
Als voor enkel beeld, behalve dat cameraruis wordt
verminderd.
Opmerking: Alle aanduidingen in de weergave branden voor illustratieve doeleinden.
D Geen batterij
Als de batterij volledig leeg is of als er geen batterij is geplaatst, wordt de weergave in de zoeker
gedimd.
Dit is normaal en duidt niet op een defect. De zoekerweergave wordt hersteld wanneer
een volledig opgeladen batterij wordt geplaatst.
D Het bedieningspaneel en de zoekerweergaven
De helderheid van het bedieningspaneel en de zoekerweergaven verschillen afhankelijk van de
temperatuur en bij lage temperaturen kunnen de reactietijden van de weergaven afnemen.
normaal en duidt niet op een defect.
Dit is
9
Het informatiescherm
Druk op de R-knop om sluitertijd, diafragma, het aantal resterende
opnamen, AF-veldstand en andere opname-informatie in de
monitor weer te geven.
-knop of druk de ontspanknop half in om de opname-informatie van de monitor te
De monitor schakelt automatisch uit als er gedurende circa 10 seconden geen
handelingen worden uitgevoerd.
A Zie ook
Zie persoonlijke instelling c4 (Monitor uit, 0 238) voor informatie over hoe lang de monitor
ingeschakeld blijft. Voor informatie over het wijzigen van de kleur of de letters in het
informatiescherm, zie persoonlijke instelling d8 (Informatieweergave, 0 241).
11
❚❚ Instellingen wijzigen in het informatiescherm
Druk op de P -knop om de instellingen voor de hieronder vermelde
opties te wijzigen.
en druk op J om opties voor het gemarkeerde item te bekijken.
Een tooltip met de naam van het geselecteerde item verschijnt in het
informatiescherm.
instelling d4 (Schermtips; 0 239) worden uitgeschakeld.
12
Tooltips kunnen met behulp van persoonlijke
De instelschijven
De hoofdinstelschijf en secundaire instelschijf worden afzonderlijk of in combinatie met
andere besturingen gebruikt om een verscheidenheid aan instellingen aan te passen.
M/Y-knop
Flitsstand
Flitscorrectie
D-knop
Bracketing
Standknop
L/U-knop
Witbalans
X/T-knop
Beeldkwaliteit/-formaat
AF-standknop
Autofocusstand
AF-veldstand
Secundaire instelschijf
Hoofdinstelschijf
X
E-knop
Belichtingscorrectie
Z/Q-knop
Lichtmeting
W/S-knop
ISO-gevoeligheid
Autom inst ISO-gevoeligheid
13
❚❚ Onderwerpstand en stand voor speciale effecten
Kies een onderwerp (h; 0 41).
h-standHoofdinstelschijfMonitor
Kies een speciaal effect-stand
X
(q; 0 177).
q-standHoofdinstelschijfMonitor
❚❚ Beeldkwaliteit en -formaat
Stel beeldkwaliteit in (0 66).
X (T)-knopHoofdinstelschijfBedieningspaneel
Kies een beeldformaat (0 68).
+
+
❚❚ Autofocus
Kies een autofocusstand (0 72).
Kies een AF-veldstand (0 74).
14
X (T)-knopSecundaire
instelschijf
Bedieningspaneel
+
AF-standknopHoofdinstelschijfBedieningspaneel
+
AF-standknopSecundaire
instelschijf
Bedieningspaneel
❚❚ ISO-gevoeligheid
Stel ISO-gevoeligheid in (0 79).
Stel automatische
ISO-gevoeligheid in (0 82).
+
W (S)-knopHoofdinstelschijfBedieningspaneel
X
+
❚❚ Belichting
Kies een combinatie van
diafragma en sluitertijd
(stand P; 0 48).
Kies een sluitertijd (stand S of M; 0 49, 51).
Kies een diafragma (stand A of M; 0 50, 51).
Kies een optie voor lichtmeting
(stand P, S, A of M; 0 83).
W (S)-knopSecundaire
instelschijf
Stand PHoofdinstelschijfBedieningspaneel
Stand S of MHoofdinstelschijfBedieningspaneel
Stand A of MSecundaire
instelschijf
Bedieningspaneel
Bedieningspaneel
+
Z (Q)-knopHoofdinstelschijfBedieningspaneel
15
Stel de belichtingscorrectie in
(stand P, S, A, M of % ; 0 86).
Activeer of annuleer bracketing/
selecteer aantal opnamen in
X
bracketingreeks (stand P, S, A of M; 0 133).
Selecteer stapgrootte bracketing
(stand P, S, A of M; 0 134).
+
E-knopHoofdinstelschijfBedieningspaneel
+
D-knopHoofdinstelschijfBedieningspaneel
+
❚❚ Witbalans
Kies een optie voor witbalans
(stand P, S, A of M; 0 89).
Verfijn witbalans (0 91), stel
kleurtemperatuur in (0 94) of kies
een voorinstelling witbalans
(0 95) in stand P, S, A of M.
D-knopSecundaire
instelschijf
Bedieningspaneel
+
L (U)-knopHoofdinstelschijfBedieningspaneel
+
L (U)-knopSecundaire
instelschijf
Bedieningspaneel
16
❚❚ Flitserinstellingen
Kies een flitsstand (0 120).
Stel flitscorrectie in
(stand P, S, A of M; 0 124).
+
M (Y)-knopHoofdinstelschijfBedieningspaneel
X
+
M (Y)-knopSecundaire
instelschijf
Bedieningspaneel
17
De P-knop
Gebruik de P-knop voor snelle toegang tot verschillende functies
tijdens zoeker- en livebeeldfotografie, het maken van filmopnamen
en weergave.
X
❚❚ Zoekerfotografie
Druk op P om links naar veelgebruikte opnameopties onderaan
het informatiescherm te bekijken (0 12).
❚❚ Livebeeldfotografie/Filmopname
Druk op P om een lijst met beschikbare instellingen tijdens
livebeeldfotografie of bij het maken van filmopnamen weer te
geven (0 157, 164).
❚❚ Weergave
Door op P te drukken tijdens foto- of filmweergave worden de
opties voor retoucheren (0 275) of film bewerken (0 173)
getoond.
P-knop
18
Cameramenu’s
De meeste opname-, weergave- en instellingenopties zijn
toegankelijk via de cameramenu's.
menu’s te bekijken.
Tabs
Kies uit de volgende menu’s:
D: Weergave (0 217)
•
C: Opname (0 224)
•
• A: Persoonlijke instellingen (0 229)
Druk op de G-knop om de
•
B: Instellingen (0 261)
N: Retoucheren (0 273)
•
• O/m: Mijn menu of Recente instellingen
(standaard ingesteld op Recente instellingen;
0 291)
Schuifbalk geeft positie in huidig menu aan.
Huidige instellingen worden aangeduid door pictogrammen.
Menuopties
Opties in huidig menu.
G-knop
X
d
Als er een d-pictogram in de linkerbenedenhoek van de
monitor wordt weergegeven, kan de helpfunctie worden
weergegeven door de L (U)-knop in te drukken.
beschrijving van de momenteel geselecteerde optie of het
menu wordt weergegeven zo lang als de knop wordt
ingedrukt.
bladeren.
Druk op 1 of 3 om door het scherm te
Een
L (U)-knop
19
Cameramenu’s gebruiken
De multi-selector en J-knop worden gebruikt om door de cameramenu’s te navigeren.
Beweeg cursor omhoog
J-knop: selecteer gemarkeerd item
Annuleer en keer terug
naar het vorige menu
Selecteer gemarkeerd item
of geef submenu weer
X
Beweeg cursor omlaag
Voer de onderstaande stappen uit om door de menu’s te navigeren.
1 Geef de menu’s weer.
Druk op de G-knop om de menu’s weer te geven.
G-knop
2 Markeer het pictogram voor het huidige
menu.
Druk op 4 om het pictogram voor het huidige
menu te markeren.
3 Selecteer een menu.
Druk op 1 of 3 om het gewenste menu te
selecteren.
4 Plaats de cursor in het geselecteerde menu.
Druk op 2 om de cursor in het geselecteerde menu
te plaatsen.
20
5 Markeer een menu-item.
Druk op 1 of 3 om een menu-item te markeren.
6 Geef de opties weer.
Druk op 2 om opties voor het geselecteerde
menu-item weer te geven.
7 Markeer een optie.
Druk op 1 of 3 om een optie te markeren.
8 Selecteer het gemarkeerde item.
Druk op J om het gemarkeerde item te selecteren. Druk op
de G-knop om af te sluiten zonder een selectie te maken.
Let op het volgende:
• Menu-items die grijs worden weergegeven, zijn momenteel niet beschikbaar.
• Terwijl het indrukken van 2 doorgaans hetzelfde effect heeft als het indrukken van J,
zijn er bepaalde gevallen waarin alleen een selectie kan worden gemaakt door J in te
drukken.
• Dr uk de onts pank nop hal f in o m de men u's a f te slu iten en naar de op namest and t erug
te keren (0 38).
X
21
Eerste stappen
De batterij opladen
De camera wordt gevoed door een EN-EL15 oplaadbare Li-ionbatterij (meegeleverd).
Voor een maximale opnameduur moet de batterij vóór gebruik in de meegeleverde
MH-25-batterijlader worden opgeladen.
batterij volledig op te laden.
X
1 Sluit het lichtnetsnoer aan.
Sluit het netsnoer aan. De stekker van de lichtnetadapter
moet zich in de rechts aangeduide positie bevinden; niet
draaien.
2 Verwijder het afdekkapje.
Verwijder het afdekkapje van de batterij.
3 Plaats de batterij.
Plaats de batterij in de batterijuitsparing zoals aangeduid op
de illustratie van de lader.
Het duurt circa 2 uur en 35 minuten om een lege
4 Steek de lader in een stopcontact.
Het lampje CHARGE (OPLADEN) knippert traag terwijl de batterij
oplaadt.
D De batterij opladen
Laad de batterij binnenshuis op bij omgevingstemperaturen
tussen 5 °C–35 °C.
dan 0 °C of hoger dan 60 °C.
De batterij laadt niet op bij temperaturen lager
5 Verwijder de batterij wanneer het opladen is voltooid.
Het laden is voltooid zodra het lampje CHARGE (OPLADEN) stopt met knipperen. Trek
de stekker van de lader uit het stopcontact en verwijder de batterij.
22
Batterij
laadt op
Opladen
voltooid
A De stekkeradapter
Afhankelijk van het land of de regio van aankoop wordt er mogelijk ook
een stekkeradapter meegeleverd met de lader. Plaats voor gebruik de
adapter in de voedingsingang van de lader (q). Schuif de
vergrendeling van de stekkeradapter in de aangegeven richting (w) en
draai de adapter 90° om het in de aangegeven positie (e) te
vergrendelen. Voer deze stappen in omgekeerde volgorde uit om de
adapter te verwijderen.
Vergrendeling
stekkeradapter
90°
X
23
De batterij plaatsen
Draai voor het plaatsen van de batterij de hoofdschakelaar naar UIT.
D Batterijen plaatsen en verwijderen
Zet de camera altijd uit voordat batterijen worden geplaatst of verwijderd.
1 Open het deksel van het batterijvak.
X
Ontgrendel (q) en open (w) het deksel van het batterijvak.
2 Plaats de batterij.
Plaats de batterij in de aangegeven richting (q) en gebruik
de batterij om de oranje batterijvergrendeling naar één zijde
ingedrukt te houden.
batterij op zijn plaats wanneer deze in zijn geheel is geplaatst
(w).
De vergrendeling vergrendelt de
3 Sluit het deksel van het batterijvak.
A De batterij verwijderen
Zet de camera uit en open het deksel van het batterijvak. Druk de
batterijvergrendeling met behulp van de pijl in de aangegeven richting
om de batterij vrij te geven en verwijder de batterij vervolgens
handmatig.
24
Batterijvergrendeling
D De batterij en lader
Lees de waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen op de pagina’s xxi–xxii en 318–320 van deze
handleiding en volg ze op.
hoger dan 40 °C. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan de batterij
beschadigen of de prestaties doen verslechteren.
kunnen toenemen bij batterijtemperaturen van 0 °C tot 15 °C en van 45 °C tot 60 °C.
Indien het lampje CHARGE (OPLADEN) snel knippert (ongeveer acht keer per seconde) tijdens het
opladen, controleer dan of de temperatuur binnen het juiste bereik ligt en trek vervolgens de
stekker van de lader uit het stopcontact en verwijder de batterij en plaats hem terug.
probleem zich blijft voordoen, stop dan onmiddellijk het gebruik en breng de lader naar uw
winkelier of een door Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger.
Sluit de ladercontacten niet kort; het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan
oververhitting en schade aan de lader tot gevolg hebben.
batterij niet aan tijdens het opladen.
zeer zeldzame gevallen tot gevolg hebben dat de lader aanduidt dat het laden is voltooid terwijl
de batterij in werkelijkheid slechts gedeeltelijk is opgeladen.
terug om het opladen opnieuw te starten.
batterij bij een lage temperatuur wordt opgeladen of als de batterij wordt gebruikt bij een
temperatuur die lager is dan de temperatuur waarbij de batterij is opgeladen.
wordt opgeladen bij een temperatuur lager dan 5 °C, kan de gebruiksduuraanduiding van de
batterij in de weergave Batterij-informatie (0 266) een tijdelijke daling tonen.
Direct na gebruik kan de batterij zeer warm zijn.
afgekoeld.
Het meegeleverde netsnoer en de stekkeradapter z ijn all een voor geb rui k me t de M H-2 5.
de lader alleen met compatibele batterijen.
in gebruik is.
Een aanmerkelijke daling van de tijd waarin een volledig opgeladen batterij zijn lading dient te
behouden wanneer deze bij kamertemperatuur wordt gebruikt, duidt aan dat de batterij
vervanging vereist.
Gebruik de batterij niet bij omgevingstemperaturen lager dan 0 °C of
De capaciteit kan afnemen en de oplaadtijden
Verplaats de lader niet en raak de
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan in
De batterijcapaciteit kan tijdelijk afnemen als de
Wacht met opladen totdat de batterij is
Haal de lader uit het stopcontact wanneer deze niet
Koop een nieuwe EN-EL15-batterij.
Verwijder de batterij en plaats deze
Als de batterij
Als het
Gebruik
A EN-EL15 oplaadbare Li-ionbatterijen
De meegeleverde EN-EL15 deelt informatie met compatibele apparaten, zodat de camera de
oplaadstatus van de batterij op zes niveaus kan tonen (0 35).
setup-menu toont details over het opladen van de batterij, de gebruiksduur van de batterij en het
aantal gemaakte foto’s sinds de laatste oplaadsessie van de batterij (0 266).
De optie Batterij-informatie in het
X
25
Een objectief bevestigen
Het objectief dat doorgaans in deze handleiding wordt gebruikt voor illustratieve
doeleinden is een AF-S DX NIKKOR 18–105mm f/3.5–5.6G ED VR.
Schaal brandpuntsafstand
Zonnekap
X
Let goed op dat er geen stof in de camera komt wanneer het objectief wordt verwijderd.
Objectiefdop
Zoomring
Objectiefbevestigingsmarkering
Markering brandpuntsafstand
CPU-contacten (0 296)
Achterste objectiefdop
Schakelaar A-M-stand (0 27, 78)
Schakelaar vibratiereductie AAN/UIT
Scherpstelring (0 78, 159)
1 Zet de camera uit.
2 Verwijder de achterste
objectiefdop en de
camerabodydop.
26
3 Bevestig het objectief.
Bevestigingsmarkering
(camera)
Bevestigingsmarkering (objectief)
Indien het objectief is voorzien van een schakelaar voor de
A-M- of M/A-M-stand, selecteer A (autofocus) of M/A
(autofocus met handcorrectie).
Houd de markeringen (aangeduid door een witte stip) op één
lijn, plaats het objectief op de camera en draai vervolgens
totdat het objectief op zijn plaats klikt.
X
A Het objectief verwijderen
Vergeet niet de camera uit te zetten bij het verwijderen of verwisselen
van objectieven.
objectiefontgrendeling (q) ingedrukt terwijl het objectief naar rechts
wordt gedraaid (w).
objectiefdoppen en de bodydop van de camera terug.
Houd, om het objectief te verwijderen, de
Plaats, na het verwijderen van het objectief, de
D CPU-objectieven met diafragmaringen
Vergrendel het diafragma op de kleinste instelling (hoogste f-waarde)
in geval het CPU-objectieven betreft die zijn uitgerust met een diafragmaring (0 296).
27
Basisinstellingen
Zodra de camera voor de eerste keer wordt ingeschakeld, zal een taalselectievenster
worden weergegeven.
hebt ingesteld, kunnen er foto's worden gemaakt.
Kies een taal en stel de tijd en datum in. Pas als u de tijd en datum
1 Zet de camera aan.
Er wordt een taalselectievenster weergegeven.
X
2 Kies een taal en stel de cameraklok in.
Gebruik de multi-selector en de J-knop om
een taal te selecteren en de cameraklok in te
stellen.
voor taal en datum/tijd
kunnen op elk gewenst
moment worden gewijzigd
met behulp van de opties
Taal (Language) en
Tijdzone en datum in het
setup-menu (0 265).
J-knop: selecteer
gemarkeerd item
Selecteer
gemarkeerd item
of geef submenu
weer
28
A De klokbatterij
De cameraklok wordt gevoed door een afzonderlijke, oplaadbare voedingsbron die indien nodig
wordt opgeladen als de hoofdbatterij is geplaatst of als de camera wordt gevoed door een
optionele EP-5B-stroomaansluiting en EH-5b-lichtnetadapter (0 308).
voldoende om de klok ongeveer drie maanden van stroom te voorzien.
opstarten een waarschuwing weergeeft met de mededeling dat de klok niet is ingesteld en een
-pictogram knippert in het informatiescherm, dan is de klokbatterij leeg en werd de klok
B
teruggezet. Stel de klok in op de juiste datum en tijd.
Twee dagen opladen is
Indien de camera bij het
A De cameraklok
De cameraklok is minder nauwkeurig dan de meeste horloges en gewone klokken.
daarom regelmatig of de klok de juiste tijd aangeeft en pas de tijd zo nodig aan.
kan tevens worden gesynchroniseerd met GPS-apparaten (0 152).
Controleer
De cameraklok
X
29
Een geheugenkaart plaatsen
8
GB
De camera bewaart foto's op Secure Digital (SD)-geheugenkaarten (los verkrijgbaar;
0 347).
Zet, om een geheugenkaart te installeren, de camera uit en houd de camera in de
hieronder aangeduide richting en schuif de geheugenkaart naar binnen tot deze op zijn
plaats klikt.
branden.
slechts één geheugenkaart, plaats deze dan in sleuf 1.
X
Formatteer geheugenkaarten voor eerste gebruik of nadat ze in andere apparaten zijn
gebruikt (0 32).
De geheugenkaarten ondersteboven of achterstevoren plaatsen kan de camera of de
kaart beschadigen.
de kaartsleuf zal niet sluiten als de kaart niet juist is geplaatst.
Het toegangslampje van de geheugenkaart zal gedurende enkele seconden
De camera heeft twee geheugenkaartensleuven (sleuf 1 en sleuf 2); gebruikt u
Voorzijde
GB
8
Sleuf 1 Sleuf 2
Controleer of de kaart in de juiste richting is geplaatst. Het deksel van
A Geheugenkaarten verwijderen
Schakel, na bevestiging dat het toegangslampje van de geheugenkaart
uit is, de camera uit, open het deksel van de geheugenkaartsleuf en druk
op de kaart om deze uit te werpen (q).
hand worden verwijderd (w).
De kaart kan vervolgens met de
A Geen geheugenkaart
Indien de camera met een opgeladen EN-EL15-batterij wordt
uitgeschakeld terwijl er geen geheugenkaart is geplaatst, wordt S in
het bedieningspaneel en de zoeker weergegeven.
30
D Geheugenkaarten
r
• Geheugenkaarten kunnen na gebruik zeer warm zijn.
verwijderen van geheugenkaarten uit de camera.
• Zet de camera uit voordat geheugenkaarten worden geplaatst of verwijderd.
geheugenkaarten uit de camera, zet de camera niet uit en koppel de lichtnetadapter niet los
terwijl de geheugenkaart wordt geformatteerd of terwijl gegevens worden opgeslagen,
verwijderd of naar een computer worden gekopieerd.
voorzorgsmaatregelen kan gegevensverlies of beschadiging van de camera of de kaart tot
gevolg hebben.
• Raak de contacten van de kaart niet aan met uw vingers of metalen voorwerpen.
• U mag de kaart niet buigen, laten vallen of blootstellen aan hevige schokken.
• Oefen geen druk uit op de behuizing van de kaart.
voorzorgsmaatregel kan de kaart beschadigen.
• Niet blootstellen aan water, hitte, hoge luchtvochtigheid of direct zonlicht.
• Formatteer geheugenkaarten niet in een computer.
Ga daarom voorzichtig te werk bij het
Verwijder geen
Het niet in acht nemen van deze
Het niet in acht nemen van deze
A Twee geheugenkaarten gebruiken
Sleuf 1 is voor de hoofdkaart; de kaart in sleuf 2 fungeert als back-up of
speelt een secundaire rol. Indien de standaardinstelling Overloop is
geselecteerd voor Functie van kaart in sleuf 2 (0 69) wanneer er twee
geheugenkaarten zijn geplaatst, wordt de kaart in sleuf 2 pas gebruikt als
de kaart in sleuf 1 vol is.
Het bedieningspaneel toont de sleuf of sleuven die momenteel een
geheugenkaart bevatten (het voorbeeld rechts toont de pictogrammen
die worden weergegeven wanneer er een kaart in één van de sleuven is
geplaatst).
heeft voorgedaan, gaat het pictogram voor de betreffende kaart
knipperen (0 334).
Als de geheugenkaart vol of vergrendeld is of als zich een fout
Sleuf 1
Sleuf 2
Bedieningspaneel
X
A De beveiligingsschakelaar
SD-geheugenkaarten zijn voorzien van een
beveiligingsschakelaar die ongewenst overschrijven
voorkomt. Wanneer deze schakelaar in de “lock” positie staat,
kunt u geen foto’s vastleggen of wissen en kunt u de
geheugenkaart niet formatteren (er wordt een waarschuwing
weergegeven als u de sluiter probeert te ontspannen). Schuif
de schakelaar naar de “write” positie om de geheugenkaart te
ontgrendelen.
Informatiescherm
GB
8
Beveiligingsschakelaa
31
De geheugenkaart formatteren
Geheugenkaarten moeten worden geformatteerd voor eerste gebruik of nadat ze in
andere apparaten zijn gebruikt of geformatteerd.
D Geheugenkaarten formatteren
Bij het formatteren van geheugenkaarten worden alle gegevens op de kaart voorgoed gewist.
Vergeet niet foto's en andere gegevens die u wilt bewaren naar een computer te kopiëren
alvorens verder te gaan (0 203).
X
1 Zet camera aan.
2 Druk op de knoppen O (Q) en Z (Q).
Houd de knoppen O (Q) en Z (Q) gelijktijdig
ingedrukt totdat een knipperende C
(formatteren) in de sluitertijdweergaven in het
bedieningspaneel en de zoeker verschijnt.
twee geheugenkaarten zijn geplaatst, wordt de
kaart in sleuf 1 (0 31) geselecteerd; u kunt de
kaart in sleuf 2 kiezen door aan de
hoofdinstelschijf te draaien.
zonder de geheugenkaart te formatteren, wacht
totdat C stopt met knipperen (ongeveer zes
seconden) of druk op een andere knop dan de
knoppen O (Q) en Z (Q).
Om af te sluiten
Als er
O (Q)-knop Z (Q)-knop
3 Druk opnieuw op de knoppen O (Q) en Z (Q).
Druk de knoppen O (Q) en Z (Q) voor de tweede keer tegelijkertijd in zolang als
C knippert om de geheugenkaart te formatteren.
geheugenkaart of ontkoppel niet de voedingsbron tijdens het formatteren.
Zodra het formatteren is voltooid, tonen het bedieningspaneel en de zoeker het
aantal foto's dat kan worden vastgelegd bij de huidige instellingen.
A Zie ook
Zie pagina 262 voor informatie over het formatteren van geheugenkaarten met behulp van de
optie Geheugenkaart formatteren in het setup-menu.
32
Verwijder niet de
Zoekerbeeldscherpte aanpassen
De camera is uitgerust met een dioptrieregelaar, waarmee de camera aan het
gezichtsvermogen van de gebruiker kan worden aangepast.
in de zoeker scherp is voordat foto’s in de zoeker worden gekadreerd.
Controleer of de weergave
1 Zet camera aan.
Verwijder de objectiefdop en zet de camera aan.
2 Stel de zoeker scherp.
Draai aan de dioptrieregelaar totdat de
AF-veldhaakjes zijn scherpgesteld. Pas op dat uw
vingers of vingernagels niet in uw oog komen bij
het bedienen van de dioptrieregelaar met uw
oog tegen de zoeker.
AF-veldhaakjes
X
A Zoekerbeeldscherpte aanpassen
Indien u de zoeker niet kunt scherpstellen zoals hierboven beschreven, selecteer enkelvoudige
servo-autofocus (AF-S; 0 71), enkelpunts AF (0 73) en het middelste scherpstelpunt (0 75) en
kadreer vervolgens een onderwerp met hoog contrast in het middelste scherpstelpunt en druk de
ontspanknop half in om de camera scherp te stellen.
scherpgestelde camera om het onderwerp duidelijk scherp te stellen in de zoeker.
nodig kan de zoekerbeeldscherpte met gebruik van optionele correctielenzen verder worden
aangepast (0 308).
Gebruik de dioptrieregelaar met
Wanneer
33
X
34
Basisfotografie en weergave
s
Batterijniveau en kaartcapaciteit
Controleer het batterijniveau en het aantal resterende opnamen voordat u met
fotograferen begint.
1 Zet camera aan.
Verwijder de objectiefdop en zet de camera aan.
Het bedieningspaneel gaat aan en de weergave in
de zoeker gaat branden.
2 Controleer het batterijniveau.
Controleer het batterijniveau in het bedieningspaneel of de
zoeker.
BedieningspaneelZoekerBeschrijving
L—Batterij volledig opgeladen.
K—
Batterij gedeeltelijk ontladen.J—
I—
Hd
H
(knippert)d (knippert)
Batterij bijna leeg.
reservebatterij gereed.
Ontspanknop uitgeschakeld.
batterij.
Laad de batterij op of maak een
Laad de batterij op of vervang de
3 Controleer het aantal resterende opnamen.
Het bedieningspaneel en de zoeker tonen het aantal foto’s
dat kan worden gemaakt met de huidige instellingen
(waarden boven 1.000 worden naar beneden afgerond naar
het dichtstbijzijnde honderdtal, d.w.z. waarden tussen 1.000
en 1.099 worden aangeduid als 1,0 K).
geheugenkaarten zijn geplaatst, tonen de schermen de beschikbare ruimte op de
kaart in sleuf 1 (0 31).
nummer, gaat n of j in de sluitertijdweergaven knipperen en gaat het
pictogram voor de betreffende kaart knipperen.
(0 30) of verwijder een aantal foto’s (0 40, 197).
Zodra het aantal resterende opnamen A bereikt, knippert het
Als er twee
Plaats een andere geheugenkaart
s
A Beeldsensor reinigen
De camera laat de beeldsensor trillen om stof te verwijderen wanneer de camera wordt in- of
uitgeschakeld (0 313).
35
“Richten-en-vastleggen”-fotografie
(standen i en j)
Deze paragraaf beschrijft de procedure voor het fotograferen in de
standen i en j, een automatische “richten-en-vastleggen”-stand waarin
de meeste instellingen door de camera worden geregeld op basis van de
opnameomstandigheden.
1 Selecteer stand i of j.
s
Om te fotograferen op plaatsen waar het verboden
is een flitser te gebruiken, kinderen te fotograferen
of natuurlijk licht bij slechte lichtomstandigheden
vast te leggen, selecteer de automatische stand
(flitser uit) door de standknop naar j te draaien.
Draai anders de instelschijf naar i (automatisch).
2 Maak de camera gereed.
Houd bij het kadreren van foto’s in de
zoeker de handgreep in uw
rechterhand en ondersteun de
camerabody of het objectief met uw
linkerhand.
uw ellebogen lichtjes tegen uw
lichaam gedrukt en plaats één voet een halve pas naar voren
om uw bovenlichaam stabiel te houden.
kadreren van foto’s in de portretstand (staand) de camera
vast zoals aangeduid onderaan de drie afbeeldingen die
rechts worden weergegeven.
In stand j zijn de sluitertijden langer bij slecht licht; het
gebruik van een statief wordt aanbevolen.
Houd ter ondersteuning
Houd bij het
Standknop
A Een zoomobjectief gebruiken
Gebruik de zoomring om in te zoomen op het onderwerp zodat
deze een groter gebied van het beeld vult, of zoom uit om het
zichtbare gebied in de definitieve foto te vergroten (selecteer
langere brandpuntsafstanden op de schaal van de
brandpuntsafstand van het objectief om in te zoomen, kortere
brandpuntsafstanden om uit te zoomen).
36
Inzoomen
Zoomring
Uitzoomen
3 Kadreer de foto.
Kadreer een foto in de zoeker met het
hoofdonderwerp tussen de AF-veldhaakjes.
4 Druk de ontspanknop half in.
Druk de ontspanknop half in om s che rp t e st ell en. Het actieve
scherpstelpunt wordt weergegeven.
slecht belicht is, kan de flitser opklappen en de
AF-hulpverlichting gaan branden.
Als het onderwerp
AF-veldhaakjes
s
5 Controleer de aanduidingen in de zoeker.
Zodra de scherpstelbewerking is voltooid,
verschijnt de scherpstelaanduiding (I) in de
zoeker.
Scherpstelaanduiding
IOnderwerp is scherpgesteld.
2 4
2 4
24
(knippert)
Terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt, wordt het aantal resterende
opnamen dat in het buffergeheugen kan worden opgeslagen (“t”; 0 58) in de
zoeker weergegeven.
Het scherpstelpunt bevindt zich tussen
camera en onderwerp.
Het scherpstelpunt bevindt zich achter het
onderwerp.
Camera kan niet scherpstellen met
autofocus.
Beschrijving
Zie pagina 72.
Scherpstelpunt
Scherpstelaanduiding
Buffercapaciteit
6 Leg vast.
Druk de ontspanknop op soepele wijze helemaal in
om de sluiter te ontspannen en de foto vast te
leggen.
geheugenkaart naast het deksel van de
geheugenkaartsleuf brandt terwijl de foto wordt
vastgelegd op de geheugenkaart.
geheugenkaart niet uit of verwijder of ontkoppel niet
de voedingsbron voordat het toegangslampje uit is
en de opname is voltooid.
Het toegangslampje van de
Werp de
Toegangslampje
geheugenkaart
37
A De ontspanknop
De camera heeft een tweetraps ontspanknop.
half wordt ingedrukt.
Druk de ontspanknop volledig in om de foto te maken.
De zoeker en de weergaven van het bedieningspaneel van de sluitertijd en het diafragma
schakelen uit als er gedurende circa 6 seconden geen handelingen worden uitgevoerd, waardoor
s
de batterij langer meegaat.
tijdsduur voordat de stand-by-timer automatisch afloopt kan worden geselecteerd met behulp
van persoonlijke instelling c2 (Stand-by-timer, 0 237).
Belichtingsmeters aanBelichtingsmeters uitBelichtingsmeters aan
Druk de ontspanknop half in om de weergave te reactiveren. De
A Weergave camera uit
Als de camera wordt uitgeschakeld met een batterij en geheugenkaart
in de camera, dan wordt het pictogram van de geheugenkaart en het
pictogram van het aantal resterende opnamen weergegeven (bepaalde
geheugenkaarten kunnen in uitzonderlijke gevallen deze informatie
alleen weergeven als de camera ingeschakeld is).
Bedieningspaneel
A De ingebouwde flitser
Als er voor juiste belichting extra licht is vereist in stand i, dan klapt de
ingebouwde flitser automatisch op wanneer de sluiterknop half wordt
ingedrukt.
gemaakt wanneer de flitsgereedaanduiding (M) wordt weergegeven.
de flitsgereedaanduiding niet wordt weergegeven, laadt de flitser op;
verwijder uw vinger kort van de ontspanknop en probeer opnieuw.
Als de flitser is opgeklapt, kunnen alleen foto’s worden
Als
Druk de flitser, om energie te besparen wanneer de flitser niet in gebruik
is, voorzichtig naar beneden totdat de vergrendeling op zijn plaats klikt.
38
Basisweergave
OR
MALAL
1 Druk op de K-knop.
Er wordt een foto in de monitor weergegeven.
De geheugenkaart met de huidig
weergegeven foto wordt door een pictogram
aangeduid.
K-knop
2 Bekijk extra foto’s.
Extra foto’s kunnen worden weergegeven
door op 4 of 2 te drukken.
om extra informatie over de huidige foto te
bekijken (0 187).
Druk de ontspanknop half in om weergave te
beëindigen en terug te keren naar de
opnamestand.
Druk op 1 en 3
1/12
1
125 F 5. 685
0, 0
C_0001. JP
100
G
/
100D7100 DS
15/10/2012 10:02:28
NIKON D7100
NNOR
6000x4000
s
mm
A Controlebeeld
Wanneer Aan is geselecteerd voor Controlebeeld in het weergavemenu (0 222), worden foto’s
na de opname gedurende een aantal seconden in de monitor weergegeven.
A Zie ook
Zie pagina 186 voor informatie over het kiezen van een geheugenkaartsleuf.
39
Ongewenste foto’s wissen
Druk op de O (Q)-knop om de huidige foto te wissen die momenteel in de monitor wordt
weergegeven.
Merk op dat foto's niet kunnen worden hersteld nadat ze zijn gewist.
1 Geef de foto weer.
Geef de foto weer die u wilt wissen, zoals wordt
s
beschreven op de voorgaande pagina.
locatie van de huidige afbeelding wordt met
een pictogram in de linkerbenedenhoek van
het scherm weergegeven.
De
2 Wis de foto.
Druk op de O (Q)-knop. Er wordt een
bevestigingsvenster weergegeven; druk
opnieuw op de O (Q)-knop om de afbeelding
te wissen en terug te keren naar weergave.
Druk op K om af te sluiten zonder de foto te
wissen.
O (Q)-knop
A Wissen
Gebruik de optie Wissen in het weergavemenu om alle geselecteerde afbeeldingen (0 198), alle
afbeeldingen gemaakt op een geselecteerde datum (0 199) of alle afbeeldingen in een gekozen
locatie op een geselecteerde geheugenkaart (0 198) te wissen.
40
Creatieve fotografie
(Onderwerpstanden)
De camera beschikt over verschillende onderwerpstanden. Het
automatisch kiezen van een onderwerpstand optimaliseert de
instellingen die passen bij het geselecteerde onderwerp, waardoor
creatieve fotografie net zo eenvoudig wordt als het selecteren van een
stand, kadreren van een foto en fotograferen, zoals beschreven op
pagina 36-38.
❚❚ h-stand
Draai de standknop naar h en druk op de R-knop om het momenteel geselecteerde
onderwerp te bekijken.
kiezen.
Standknop
Draai aan de hoofdinstelschijf om een ander onderwerp te
HoofdinstelschijfMonitor
k Portretl Landschap
Gebruik deze stand voor portretten met
zachte, natuurlijke huidtinten.
onderwerp zich te ver van de achtergrond
bevindt of als een teleobjectief wordt
gebruikt, worden de achtergronddetails
verzacht om de compositie een gevoel van
diepte te geven.
Als het
Gebruik deze stand voor levendige
landschapsfoto's bij daglicht. De
ingebouwde flitser en AF-hulpverlichting
schakelen uit; gebruik van een statief
wordt aanbevolen om onscherpte bij
slecht licht te voorkomen.
s
41
p Kinderenm Sport
s
Gebruik voor snapshots van kinderen.
Kleding en achtergronddetails worden
levendig weergegeven, terwijl huidtinten
zacht en natuurlijk blijven.
Korte sluitertijden bevriezen beweging
voor dynamische sportfoto's waarin het
onderwerp duidelijk naar voren komt.
ingebouwde flitser en AF-hulpverlichting
schakelen uit.
opnamestand om een reeks foto's te
maken (0 7, 57).
n Close-upo Nachtportret
Selecteer de continue
De
Gebruik deze stand voor close-upfoto's van
bloemen, insecten of andere kleine
voorwerpen (voor scherpstellen op zeer
korte afstand kan een macro-objectief
worden gebruikt).
wordt aanbevolen om onscherpte te
voorkomen.
Gebruik van een statief
42
Gebruik voor een natuurlijke balans tussen
het hoofdonderwerp en de achtergrond in
portretten met weinig licht.
een statief wordt aanbevolen om
onscherpte bij te weinig licht te
voorkomen.
Gebruik van
r Nachtlandschaps Party/binnen
Verminder ruis en onnatuurlijke kleuren bij
het fotograferen van nachtlandschappen,
inclusief straatverlichting en neonreclame.
De ingebouwde flitser en
AF-hulpverlichting schakelen uit; om
onscherpte te voorkomen, wordt het
gebruik van een statief aanbevolen.
Leg de effecten van
achtergrondverlichting binnenshuis vast.
Gebruik deze stand voor party's en andere
onderwerpen binnenshuis.
t Strand/sneeuwu Zonsondergang
s
Leg de helderheid vast van zonlicht dat
zich over water, sneeuw of zand uitstrekt.
De ingebouwde flitser en
AF-hulpverlichting schakelen uit.
Behoudt de diepe tinten in zonsonder- en
zonsopgangen.
AF-hulpverlichting schakelen uit; gebruik
van een statief wordt aanbevolen om
onscherpte bij slecht licht te voorkomen.
De ingebouwde flitser en
43
v Schemeringw Dierenportret
s
Behoudt de kleuren die te zien zijn in het
zwakke natuurlijke licht voor zonsopkomst
en na zonsondergang.
flitser en AF-hulpverlichting schakelen uit;
gebruik van een statief wordt aanbevolen
om onscherpte bij slecht licht te
voorkomen.
De ingebouwde
Gebruik deze stand voor portretten van
actieve huisdieren.
schakelt uit.
x Kaarslichty Bloesem
De AF-hulpverlichting
Voor foto’s gemaakt bij kaarslicht. De
ingebouwde flitser schakelt uit; gebruik
van een statief wordt aanbevolen om
onscherpte bij slecht licht te voorkomen.
44
Gebruik voor bloemenvelden, bloeiende
boomgaarden en andere landschappen
met uitgestrekte bloesemlandschappen.
De ingebouwde flitser schakelt uit; gebruik
van een statief wordt aanbevolen om
onscherpte bij slecht licht te voorkomen.
z Herfstkleuren0 Voedsel
Legt de stralende rode en gele kleuren in
herfstbladeren vast.
schakelt uit; gebruik van een statief wordt
aanbevolen om onscherpte bij slecht licht
te voorkomen.
De ingebouwde flitser
Gebruik deze stand voor levendige foto's
van voedsel. Gebruik van een statief wordt
aanbevolen om onscherpte te voorkomen;
tevens kan de flitser worden gebruikt
(0 119).
s
45
s
46
Standen P, S, A en M
#
De standen P, S, A en M bieden verschillende regelniveaus voor sluitertijd
en diafragma.
StandBeschrijving
Automatisch programma (0 48): de camera stelt sluitertijd en diafragma in voor optimale
belichting. Aanbevolen voor snapshots en in andere situaties met weinig tijd voor het
P
aanpassen van de camera-instellingen.
Sluitertijdvoorkeuze (0 49): de gebruiker kiest de sluitertijd; de camera selecteert het
diafragma voor de beste resultaten. Gebruik om beweging te bevriezen of onscherp te
S
maken.
Diafragmavoorkeuze (0 50): de gebruiker kiest het diafragma; de camera selecteert de
sluitertijd voor de beste resultaten. Gebruik om de achtergrond onscherp te maken of om
A
zowel voorgrond als achtergrond scherp weer te geven.
Handmatig (0 51): de gebruiker regelt sluitertijd en diafragma. Stel sluitertijd in op Bulb
M
(A) of Tijd (%) voor lange tijdopnamen.
#
A Type objectieven
Vergrendel bij het gebruik van een CPU-objectief dat is uitgerust met een diafragmaring (0 296),
de diafragmaring op het kleinste diafragma (hoogste f-waarde).
voorzien een diafragmaring.
Objectieven zonder CPU kunnen alleen worden gebruikt in de standen A (diafragmavoorkeuze)
en M (handmatig) wanneer diafragma alleen kan worden aangepast met behulp van de
diafragmaring van het objectief.
uit.
Het selecteren van een andere stand schakelt de ontspanknop
G-type objectieven zijn niet
A Objectieven zonder CPU (0 295)
Gebruik de diafragmaring om het diafragma aan te passen.
hoogste diafragma van het objectief is gespecificeerd met behulp van
het item Objectief zonder CPU in het setup-menu (0 149) terwijl er
een objectief zonder CPU is bevestigd, wordt de huidige f-waarde in
de zoeker en het bedieningspaneel weergegeven, afgerond op het
dichtstbijzijnde puntteken.
aantal stops weer (F, met het hoogste diafragma weergegeven als
FA) en moet de f-waarde van de diafragmaringen worden afgelezen.
Anders geeft het diafragma alleen het
Indien het
47
P: Automatisch programma
In deze stand past de camera de sluitertijd en het diafragma automatisch
aan volgens een ingebouwd programma om in de meeste situaties
verzekerd te zijn van een optimale belichting. Deze stand wordt
aanbevolen voor snapshotfoto’s en andere situaties waarin u de sluitertijd
en het diafragma door de camera wilt laten bepalen.
#
A Flexibel programma
In de stand P kunt u verschillende combinaties van
sluitertijd en diafragma selecteren door aan de
hoofdinstelschijf te draaien terwijl de belichtingsmeters
ingeschakeld zijn (“flexibel programma”).
naar rechts voor grote diafragma's (lage f-waarden) om
de achtergronddetails onscherp te maken of voor korte
sluitertijden om bewegingen te “bevriezen”.
schijf naar links voor kleine diafragma's (hoge f-waarden)
om de scherptediepte te vergroten of voor lange sluitertijden om bewegingen onscherp te
Alle combinaties leveren dezelfde belichting op. Terwijl het flexibele programma actief
maken.
is, verschijnt er een U-aanduiding in het bedieningspaneel.
sluitertijd en diafragma te herstellen, draait u aan de hoofdinstelschijf totdat de aanduiding niet
langer wordt weergegeven of kies een andere stand of zet de camera uit.
Draai de knop
Draai de
Hoofdinstelschijf
Om de standaardinstellingen voor
A De sluitertijd- en diafragmaweergaven
De sluitertijd- en diafragmaweergaven kunnen worden geactiveerd door de ontspanknop half in
te drukken om de stand-by-timer te starten (0 38).
A Zie ook
Zie pagina 327 voor informatie over het ingebouwde belichtingsprogramma.
48
S: Sluitertijdvoorkeuze
In de stand sluitertijdvoorkeuze kunt u zelf een sluitertijd kiezen, waarna
de camera automatisch het diafragma kiest dat de optimale belichting
oplevert.
bewegende voorwerpen onscherp te maken en gebruik korte
sluitertijden om bewegingen te “bevriezen”.
Gebruik lange sluitertijden om beweging te suggereren door
Draai, om een sluitertijd te kiezen, aan de
hoofdinstelschijf terwijl de belichtingsmeters aan
zijn. Sluitertijd kan worden ingesteld op “v” of
op waarden tussen 30 sec. en
1
/8.000 sec.
#
Hoofdinstelschijf
A Zie ook
Zie pagina 333 voor informatie over wat te doen als knipperende Bulb (A)- of Tijd (%)-
aanduidingen in de sluitertijdweergaven verschijnen.
49
A: Diafragmavoorkeuze
In automatische diafragmavoorkeuze kunt u zelf het diafragma kiezen
terwijl de camera automatisch de sluitertijd kiest die de optimale
belichting oplevert.
flitsbereik (0 123) en vermindert de scherptediepte, zodat voorwerpen
achter en voor het hoofdonderwerp onscherp zijn.
(hoge f-waarden) verhoogt de scherptediepte, zodat voorwerpen achter
en voor het hoofdonderwerp scherp zijn.
gebruikt voor portretten om achtergronddetails onscherp weer te geven, terwijl een grote
scherptediepte wordt gebruikt voor landschapsfoto’s om zowel de voorgrond als de
achtergrond scherp weer te geven.
#
Groot diafragma (f/5.6)Klein diafragma (f/22)
Draai aan de secundaire instelschijf terwijl de
belichtingsmeters ingeschakeld zijn om het
gewenste diafragma te kiezen tussen het minimale
en maximale diafragma van het objectief.
Een groot diafragma (lage f-waarden) verhoogt het
Een klein diafragma
Een beperkte scherptediepte wordt doorgaans
Secundaire instelschijf
A Voorbeeld scherptediepte
Houd de voorbeeldknop scherptediepte ingedrukt om de
effecten van diafragma vooraf te bekijken.
wordt ingesteld op de huidige diafragmawaarde, zodat
de scherptediepte vooraf in de zoeker kan worden
bekeken.
Het objectief
Voorbeeldknop scherptediepte
A Persoonlijke instelling e5—Testflits
Deze instelling bepaalt of de ingebouwde en optionele flitsapparaten, zoals de SB-910, SB-900,
SB-800, SB-700 en SB-600 (0 304), een testflits afgeven wanneer de voorbeeldknop
scherptediepte wordt ingedrukt.
50
Zie pagina 251 voor meer informatie.
M: Handmatig
In de handmatige stand regelt u zowel sluitertijd als diafragma. Draai aan
de hoofdinstelschijf en kies een sluitertijd terwijl de belichtingsmeters
ingeschakeld zijn en draai aan de secundaire instelschijf om het diafragma
in te stellen.
tussen 30 sec. en
voor onbepaalde tijd open worden gehouden (Bulb/A of Tijd/%, 0 52).
waarden voor het objectief.
controleren.
Sluitertijd kan worden ingesteld op “v” of op waarden
1
/8.000 sec. of de sluiter kan voor een lange tijdopname
Diafragma kan worden ingesteld op waarden tussen de minimale en maximale
Gebruik de belichtingsaanduidingen om de belichting te
SluitertijdDiafragma
HoofdinstelschijfSecundaire instelschijf
A AF Micro NIKKOR-objectieven
Onder voorwaarde dat een externe belichtingsmeter wordt gebruikt, hoeft u alleen rekening te
houden met de belichtingsverhouding wanneer de diafragmaring wordt gebruikt voor het
instellen van het diafragma.
A De belichtingsaanduiding
Als er een andere sluitertijd dan Bulb (A) of Tijd (%) is geselecteerd, dan toont de
belichtingsaanduiding in de zoeker of de foto zal worden onder- of overbelicht bij de huidige
instellingen.
inst. belichting, 0 234), wordt de hoeveelheid onder- of overbelichting in stappen van
1
/2 LW aangeduid (de onderstaande illustraties tonen de weergave in de zoeker wanneer 1/3 stap
is geselecteerd voor persoonlijke instelling b2).
belichtingscontrolesysteem voor livebeeld worden overschreden, zal de aanduiding gaan
knipperen.
Afhankelijk van de optie die is gekozen voor persoonlijke instelling b2 (Stapgrootte
Als de limieten van de belichtingsmeting of het
Optimale belichting
Onderbelicht met 1/3 LW
Overbelicht met meer dan 2 LW
1
/3 LW of
#
A Zie ook
Zie persoonlijke instelling f8 (Aanduidingen omkeren, 0 258) voor informatie over het omkeren
van de belichtingsindicators, zodat negatieve waarden rechts en positieve waarden links worden
weergegeven.
51
❚❚ Lange tijdopnamen (alleen M-stand)
Selecteer de volgende sluitertijden voor lange
tijdopnamen of bewegende lichten, de sterren,
nachtlandschappen of vuurwerk.
• Bulb (A): de sluiter blijft open zolang als de
ontspanknop wordt ingedrukt.
een optionele draadloze afstandsbediening (0 309) of
afstandsbedieningskabel (0 310).
• Tijd (%): start de belichting met behulp van de
ontspanknop op de camera of op een optionele
afstandsbediening, afstandsbedieningskabel of
draadloze afstandsbediening.
#
gedurende dertig minuten open of totdat de knop
voor een tweede keer wordt ingedrukt.
Gebruik een statief of
De sluiter blijft
1 Maak de camera gereed.
Monteer de camera op een statief of plaats op een stabiele, vlakke ondergrond.
Verwijder de rubberen oogschelp en bedek de zoeker met het meegeleverde DK-5
oculairkapje om te voorkomen dat licht dat via de zoeker binnenkomt de belichting
hindert (0 60).
EH-5b-lichtnetadapter en EP-5B-stroomaansluiting om stroomverlies te voorkomen
voordat de belichting is voltooid.
heldere pixels of waas) kan optreden tijdens lange tijdopnamen; kies vóór het
opnemen Aan voor Ruisonderdr. lange tijdopname in het opnamemenu (0 228).
Als u een ML-L3-afstandsbediening gaat gebruiken, selecteer een
afstandsbedieningsstand (Vertraagd op afstand, Direct op afstand of Spiegel omhoog op afstand) met behulp van de optie Afstandsbedieningsstand (ML-L3)
in het opnamemenu (0 127).
Gebruik een volledig opgeladen EN-EL15-batterij of een optionele
Belichtingstijd: 35 sec.
Diafragma: f/25
Merk op dat er ruis (heldere vlekken, willekeurige
2 Draai de standknop naar M.
52
Standknop
3 Kies een sluitertijd.
Draai, terwijl de belichtingsmeters aan zijn,
aan de hoofdinstelschijf om een sluitertijd
Bulb (A) of Tijd (%) te kiezen.
HoofdinstelschijfBulb
Tijd
4 Open de sluiter.
Bulb: druk na het scherpstellen op de ontspanknop op de camera of optionele WR-1,
WR-T10 of MC-DC2 volledig in.
belichting is voltooid.
Tijd: druk de ontspanknop op de camera of optionele afstandsbediening,
afstandsbedieningskabel of draadloze afstandsbediening volledig in.
belichting wordt gestart door het indrukken van de ontspanknop op de optionele
ML-L3-afstandsbediening, dan worden foto’s in de stand “Tijd” (%) gemaakt, zelfs
wanneer “Bulb” (A) is geselecteerd voor sluitertijd.
Houd de ontspanknop ingedrukt totdat de
Als de
5 Sluit de sluiter.
Bulb: haal uw vinger van de ontspanknop.
Tijd: herhaal de bewerking uitgevoerd in stap 4.
dertig minuten.
De opname eindigt automatisch na
#
53
#
54
Gebruikersinstellingen:
$
U1- en U2-standen
Wijs veelgebruikte instellingen toe aan de posities U1 en U2 op de standknop.
Gebruikersinstellingen opslaan
1 Selecteer een stand.
Draai de standknop naar de gewenste stand.
Standknop
2 Pas de instellingen aan.
Maak de gewenste aanpassingen aan flexibel programma (stand P), sluitertijd
(standen S en M), diafragma (standen A en M), belichtings- en flitscorrectie, flitsstand,
scherpstelpunt, lichtmeting, autofocus en AF-veldstanden, bracketing en
instellingen in het opnamemenu (0 224) en persoonlijke instellingenmenu
(0 229) (merk op dat de camera niet de opties geselecteerd voor Opslagmap,
Naamgeving bestanden, Beeldveld, Picture Control beheren,
Afstandsbedieningsstand (ML-L3), Meervoudige belichting of Intervalopname
bewaard).
3 Selecteer Gebruikersinstellingen
opslaan.
Druk op de G-knop om de menu’s weer te
geven.
Markeer Gebruikersinstellingen
opslaan in het setup-menu en druk op 2.
G-knop
4 Selecteer Opslaan in U1 of Opslaan in
U2.
Markeer Opslaan in U1 of Opslaan in U2 en
druk op 2.
$
55
5 Sla de gebruikersinstellingen op.
Markeer Instellingen opslaan en druk op J
om instellingen geselecteerd in stap 1 en 2 toe
te wijzen aan de standknoppositie
geselecteerd in stap 4.
Gebruikersinstellingen herroepen
Draai de standknop eenvoudig naar U1 om de
instellingen te herroepen die zijn toegewezen aan
Opslaan in U1 of naar U2 om de instellingen te
herroepen die zijn toegewezen aan Opslaan in U2.
$
Gebruikersinstellingen terugzetten
Om instellingen voor U1 of U2 terug te zetten naar standaardwaarden:
1 Selecteer Gebruikersinstell.
terugzetten.
Druk op de G-knop om de menu’s weer te
geven.
Markeer Gebruikersinstell.
terugzetten in het setup-menu en druk op 2.
G-knop
Standknop
2 Selecteer U1 terugzetten of U2
terugzetten.
Markeer U1 terugzetten of U2 terugzetten en
druk op 2.
3 Zet de gebruikersinstellingen terug.
Markeer Terugzetten en druk op J.
56
Ontspanstand
k
Een ontspanstand kiezen
Druk op de ontgrendelingsknop voor keuzeknop ontspanstand om
een ontspanstand te kiezen en draai de keuzeknop ontspanstand
naar de gewenste instelling.
StandBeschrijving
Enkel beeld: de camera maakt één foto telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt.
S
Continu lage snelheid: terwijl de ontspanknop ingedrukt wordt gehouden, maakt de camera
foto’s bij een beeldsnelheid geselecteerd voor persoonlijke instelling
CL
d5 (Opnamesnelheid CL-stand, 0 58, 239).
ontspannen is niet beschikbaar terwijl de flitser is opgeklapt.
Continu hoge snelheid: terwijl de ontspanknop ingedrukt wordt gehouden, maakt de camera
foto’s bij een beeldsnelheid gegeven op pagina 58. Gebruik voor bewegende
CH
onderwerpen.
beschikbaar terwijl de flitser is opgeklapt.
Stil ontspannen: zoals voor enkel beeld, behalve dat de spiegel niet terug op zijn plaats klikt
terwijl de ontspanknop volledig wordt ingedrukt, waardoor de gebruiker de timing van de
klik van de spiegel kan regelen, wat tevens stiller is dan in de stand enkel beeld.
J
is er geen signaal te horen, ongeacht de instelling die is geselecteerd voor persoonlijke
instelling d1 (Signaal; 0 238).
Zelfontspanner: maak foto’s met de zelfontspanner (0 59).
E
Spiegel omhoog: kies deze stand om cameratrillingen te minimaliseren in tele- of
close-upfotografie of in andere omstandigheden waarbij de kleinste camerabeweging kan
MUP
resulteren in onscherpe foto’s.
Onderste ingebouwde flitser (0 120); continu ontspannen is niet
Onderste ingebouwde flitser (0 120); continu
Bovendien
k
57
Beeldsnelheid
De beeldsnelheid voor continu opnemen (lage en hoge snelheid) varieert afhankelijk van
de optie die is gekozen voor beeldveld (0 63) en, wanneer een optie voor NEF (RAW)beeldkwaliteit is geselecteerd, de NEF (RAW)-bitdiepte (0 67).
geeft de gemiddelde beeldsnelheden voor een volledig opgeladen EN-EL15-batterij,
continu servo-AF, handmatig of belichting sluitertijdvoorkeuze, een sluitertijd van
1
/250 sec. of korter weer; de resterende instellingen staan op de standaardwaarden
ingesteld.
BeeldveldBeeldkwaliteit
DX (24×16)
1,3× (18×12)
De beeldsnelheid neemt af bij lange sluitertijden of zeer kleine diafragma's (hoge
f-waarden) als vibratiereductie (beschikbaar voor VR-objectieven) of automatische
instelling ISO-gevoeligheid ingeschakeld is (0 79, 81) of wanneer de batterij bijna leeg is.
A Het buffergeheugen
De camera is voorzien van een buffergeheugen voor tijdelijke
opslag, zodat u kunt blijven fotograferen terwijl de foto’s op de
geheugenkaart worden opgeslagen.
foto’s na elkaar worden gemaakt. Merk echter op dat de
beeldsnelheid afneemt zodra de buffer vol is (t00).
ontspanknop wordt ingedrukt, geeft de opnameteller in de
zoeker en het bedieningspaneel het geschatte aantal beelden
aan dat bij de huidige instellingen kan worden opgeslagen in de buffer.
u de weergave wanneer de buffer nog voldoende ruimte heeft voor circa 17 foto’s.
Terwijl de foto’s op de geheugenkaart worden vastgelegd, brandt het toegangslampje naast de
geheugenkaartsleuf.
geheugenkaart, kan het enkele seconden tot enkele minuten duren om een foto op te slaan.
mag de geheugenkaart niet verwijderen en de voedingsbron niet verwijderen of loskoppelen voordat
het toegangslampje uit is.
bevat, wordt de camera pas uitgeschakeld nadat alle foto’s in de buffer zijn opgeslagen.
batterij leeg is terwijl de buffer nog beelden bevat, wordt de ontspanknop uitgeschakeld en
worden de beelden overgezet naar de geheugenkaart.
Afhankelijk van de opnameomstandigheden en prestaties van de
Als de camera wordt uitgeschakeld terwijl de buffer nog gegevens
Er kunnen maximaal 100
Terwijl de
A Zie ook
Zie persoonlijke instelling d6 (Max. aant. continu-opnamen, 0 240) voor informatie over het
kiezen van het maximaal aantal foto's dat in serieopname kan worden gemaakt.
voor informatie over het aantal foto’s dat in serieopname kan worden gemaakt.
De onderstaande tabel
Geschatte beeldsnelheid
CLCH
7bps
In de illustratie rechts ziet
Zie pagina 348
Als de
U
58
Zelfontspannerstand
De zelfontspanner kan worden gebruikt om cameratrilling voor zelfportretten te
verminderen.
vlakke ondergrond.
1 Selecteer de zelfontspannerstand.
Druk op de ontgrendelingsknop voor keuzeknop
ontspanstand en draai de keuzeknop
ontspanstand naar E.
2 Kadreer de foto en stel scherp.
In enkelvoudige servo-autofocus (0 71) kunnen
alleen foto’s worden gemaakt als de
scherpstelaanduiding (I) in de zoeker verschijnt.
3 Start de timer.
Druk de ontspanknop volledig in om de timer te
starten. Het zelfontspannerlampje begint te
knipperen.
gemaakt, stopt het zelfontspannerlampje met
knipperen.
seconden na het starten van de timer ontspannen.
Zet de keuzeknop ontspanstand naar een andere instelling om de zelfontspanner uit te
schakelen voordat een foto is gemaakt.
Plaats voor het vastleggen de camera op een statief of op een stabiele,
Keuzeknop ontspanstand
Twee seconden voordat de foto wordt
De sluiter wordt ongeveer tien
k
D De ingebouwde flitser gebruiken
Druk voor het fotograferen met de flitser in de standen P, S, A, M of 0 op de M (Y)-knop om de
flitser op te klappen en wacht tot de M-aanduiding in de zoeker wordt weergegeven (0 119).
opname wordt onderbroken als de flitser is opgeklapt nadat de zelfontspanner werd gestart.
Merk op dat er slechts één foto wordt gemaakt als de flitser flitst, ongeacht het aantal opnamen
dat is geselecteerd voor persoonlijke instelling c3 (Zelfontspanner; 0 237).
De
59
A De zoeker afdekken
Verwijder bij het maken van foto's zonder uw oog
tegen de zoeker, de DK-23 rubberen oogschelp
(q) en plaats het meegeleverde DK-5oculairkapje zoals aangeduid in (w).
voorkomt dat via de zoeker binnenkomend licht
de belichting belemmert.
vast bij het verwijderen van de rubberen
oogschelp.
Ho ud d e cam era ste vig
Dit
DK-23 rubberen
oogschelpDK-5-oculairkapje
A Zie ook
Zie persoonlijke instelling c3 (Zelfontspanner; 0 237) voor informatie over het kiezen van de
duur van de zelfontspanner, het aantal te maken foto's en het interval tussen twee opnamen.
Voor informatie over het instellen van een signaal tijdens het aftellen van de timer, zie
persoonlijke instelling d1 (Signaal; 0 238).
k
60
Stand spiegel omhoog
Kies deze stand om onscherpte te minimaliseren welke wordt veroorzaakt door
camerabewegingen wanneer de spiegel wordt opgeklapt.
aanbevolen.
1 Selecteer de stand spiegel omhoog.
Druk op de ontgrendelingsknop voor keuzeknop
ontspanstand en draai de keuzeknop van de
ontspanstand naar M
UP.
2 Klap de spiegel omhoog.
Kadreer de foto, stel scherp en druk vervolgens de
ontspanknop volledig in om de spiegel op te
klappen.
D Spiegel omhoog
Wanneer de spiegel is opgeklapt kunnen foto's niet in de zoeker worden gekadreerd en
kunnen autofocus en lichtmeting niet worden uitgevoerd.
3 Maak een foto.
Druk de ontspanknop opnieuw volledig in om een
foto te maken.
gebruik een optionele afstandsbedieningskabel of
draadloze afstandsbediening om onscherpte te voorkomen die wordt veroorzaakt
door camerabeweging (0 309, 310).
opname is beëindigd.
Druk de ontspanknop soepel in of
De spiegel wordt ingeklapt wanneer de
Gebruik van een statief wordt
Keuzeknop ontspanstand
k
A Stand spiegel omhoog
Er wordt automatisch een foto gemaakt als er ongeveer 30 sec. geen bewerkingen worden
uitgevoerd nadat de spiegel is opgeklapt.
A Zie ook
Voor informatie over het gebruik van de optionele ML-L3-afstandsbediening voor fotografie met
de spiegel omhoog, zie pagina 127.
61
k
62
Opties voor beeldopname
d
Beeldveld (Image Area)
Kies een beeldveld uit DX (24×16) en 1,3× (18×12).
OptieBeschrijving
a DX (24×16)
c 1,3× (18×12)
Foto’s worden vastgelegd met een beeldveld van 23,5 × 15,6 mm
(DX-formaat).
Foto’s worden vastgelegd met een beeldveld van 18,8 × 12,5 mm,
waardoor een tele-effect wordt geproduceerd zonder objectieven te
verwisselen (0 68, 167).
vastleggen tijdens continu-opname (0 58).
Bovendien kan de camera meer foto’s per seconde
Foto met DX-beeldveld
(24×16)
Zoekerweergave
d
Foto met beeldveld
van 1,3× (18×12)
63
Beeldveld kan worden ingesteld met behulp van de optie Beeldveld in het
opnamemenu of door op een besturing te drukken en aan een instelschijf te draaien
(0 65).
❚❚ Het beeldveldmenu
1 Selecteer Beeldveld in het
opnamemenu.
Druk op G om de menu’s weer te geven.
Markeer Beeldveld in het opnamemenu
(0 224) en druk op 2.
G-knop
2 Pas de instellingen aan.
Kies een optie en druk op J.
d
A De zoekerweergave
De zoekerweergave voor de 1,3× DX-uitsnede wordt rechts getoond.
Er wordt een c-pictogram in de zoeker weergegeven wanneer de
1,3× DX-uitsnede is geselecteerd.
A Beeldveld
De geselecteerde optie wordt in het informatiescherm weergegeven.
64
1,3× DX-uitsnede
❚❚ Camerabesturingen
1 Wijs een beeldveldselectie toe aan een camerabesturing.
Selecteer Kies beeldveld als optie “indrukken + instelschijven” voor een
camerabesturing in het menu Persoonlijke instellingen (0 229).
kan worden toegewezen aan de Fn-knop (persoonlijke instelling f2, Fn-knop
toewijzen, 0 253), de voorbeeldknop scherptediepte (persoonlijke instelling f3,
Voorbeeldknop toewijzen, 0 255) of de A AE-L/AF-L-knop (persoonlijke instelling
f4, AE-L/AF-L-knop toewijzen, 0 256).
Beeldveldselectie
2 Gebruik de geselecteerde besturing om een beeldveld te kiezen.
Het beeldveld kan worden geselecteerd door op
de geselecteerde knop te drukken en aan de
hoofd- of secundaire instelschijf te draaien totdat
de gewenste uitsnede in de zoeker wordt
weergegeven (0 64).
De momenteel geselecteerde optie voor
beeldveld kan worden bekeken door op de knop
te drukken die het beeldveld in het
bedieningspaneel, de zoeker of het
informatiescherm weergeeft.
als “24 – 16” weergegeven en de 1,3× DX-uitsnede
als “18 – 12”.
DX-formaat wordt
A Beeldformaat
Het beeldformaat wisselt met de optie die is geselecteerd voor beeldveld (0 68).
A Zie ook
Zie pagina 167 voor informatie over de beschikbare uitsneden in filmlivebeeld.
HoofdinstelschijfFn-knop
d
65
Beeldkwaliteit en -formaat
Samen bepalen beeldkwaliteit en -formaat hoeveel ruimte er in beslag wordt genomen
door elke foto op de geheugenkaart.
kunnen op grote formaten worden afgedrukt, maar vereisen ook meer geheugen. Dit
betekent dat er minder afbeeldingen op de geheugenkaart kunnen worden opgeslagen
(0 348).
Beeldkwaliteit
Kies een bestandsformaat en compressieverhouding (beeldkwaliteit).
Optie
NEF (RAW)NEF
JPEG Fijn
JPEG Normaal
d
JPEG Basis
NEF (RAW) +
JPEG Fijn
NEF (RAW) +
JPEG Normaal
NEF (RAW) +
JPEG Basis
* Vaste grootte geselecteerd voor JPEG-compressie.
Beeldkwaliteit kan worden ingesteld door op de X (T)-knop te drukken en aan de
hoofdinstelschijf te draaien totdat de gewenste instelling in het bedieningspaneel wordt
weergegeven.
Bestands
type
JPEG
NEF/
JPEG
Onbewerkte gegevens van de beeldsensor worden rechtstreeks op de
geheugenkaart opgeslagen.
kunnen na de opname worden aangepast.
Leg JPEG-afbeeldingen vast bij een compressieverhouding van ruwweg
1 : 4 (fijne kwaliteit)
Neem JPEG-beelden op met een compressieverhouding van ruwweg 1 : 8
(normale kwaliteit).
Leg JPEG-beelden vast met een compressieverhouding van ruwweg1 : 16
(basiskwaliteit).
Twee afbeeldingen worden vastgelegd, één NEF (RAW)-afbeelding en één
JPEG-afbeelding met de kwaliteit Fijn.
Twee afbeeldingen worden vastgelegd, één NEF (RAW)-afbeelding en één
JPEG-afbeelding met de kwaliteit Normaal.
Twee afbeeldingen worden vastgelegd, één NEF (RAW)-afbeelding en één
JPEG-afbeelding met de kwaliteit Basis.
Grotere afbeeldingen met een hoge kwaliteit
Beschrijving
Instellingen zoals witbalans en contrast
*.
*
*
X (T)-knopHoofdinstelschijfBedieningspaneel
A Het opnamemenu
De beeldkwaliteit kan bovendien worden aangepast met behulp van
de optie Beeldkwaliteit in het opnamemenu (0 224).
66
De volgende opties zijn toegankelijk vanuit het opnamemenu. Druk op de G-knop om
de menu’s weer te geven, markeer de gewenste optie en druk op 2.
❚❚ JPEG-compressie
Kies het compressietype voor JPEG-afbeeldingen.
OptieBeschrijving
Vaste grootte
O
P Optimale kwaliteit
Beelden worden gecomprimeerd om relatief gelijke bestandsgroottes
te produceren.
Optimale beeldkwaliteit.
opgenomen onderwerp.
De bestandsgrootte wisselt met het
❚❚ NEF (RAW)-opname > Type
Kies het compressietype voor NEF (RAW)-afbeeldingen.
OptieBeschrijving
Compressie
N
zonder verlies
O Gecomprimeerd
NEF-afbeeldingen worden gecomprimeerd met behulp van een
omkeerbaar algoritme, waarbij de bestandsgrootte ongeveer 20–40%
wordt verkleind zonder dat dit invloed heeft op de beeldkwaliteit.
NEF-afbeeldingen worden gecomprimeerd met behulp van een nietomkeerbaar algoritme, waarbij de bestandsgrootte ongeveer 35–55%
wordt verkleind, wat bijna geen invloed heeft op de beeldkwaliteit.
❚❚ NEF (RAW)-opname > NEF (RAW)-bitdiepte
Kies een bitdiepte voor NEF (RAW)-afbeeldingen.
OptieBeschrijving
q 12-bitsNEF (RAW)-afbeeldingen worden vastgelegd bij een bitdiepte van 12 bits.
NEF (RAW)-afbeeldingen worden vastgelegd bij een bitdiepte van 14 bits,
r 14-bits
waarbij grotere bestanden worden geproduceerd dan die met een
bitdiepte van 12 bits, maar waarbij de opgenomen kleurgegevens
worden vermeerderd.
d
A NEF (RAW)-afbeeldingen
NEF (RAW)-afbeeldingen kunnen op de camera worden bekeken of met behulp van software
zoals Capture NX 2 (los verkrijgbaar; 0 309) of ViewNX 2 (beschikbaar op de meegeleverde
ViewNX 2-cd).
formaat van NEF (RAW)-afbeeldingen; bij het bekijken op een computer hebben NEF (RAW)afbeeldingen de afmetingen van grote (#-formaat) afbeeldingen, zoals vermeld in de tabel op
pagina 68.
van de optie NEF (RAW)-verwerking in het retoucheermenu (0 282).
Merk op dat de geselecteerde optie voor beeldformaat geen invloed heeft op het
JPEG-kopieën van NEF (RAW)-afbeeldingen kunnen worden gecreëerd met behulp
A NEF+JPEG
Als foto’s, die zijn gemaakt met de instellingen van NEF (RAW) + JPEG, op de camera worden
bekeken met slechts één geplaatste geheugenkaart, wordt alleen de JPEG-afbeelding
weergegeven.
zodra de foto wordt verwijderd.
vastgelegd met behulp van de optie Functie van kaart in sleuf 2 > RAW sleuf 1 – JPEG sleuf 2,
zal het wissen van de JPEG-kopie niet de NEF (RAW)-afbeelding wissen.
Als beide kopieën op dezelfde kaart zijn vastgelegd, worden beide kopieën gewist
Als de JPEG-kopie op een afzonderlijke geheugenkaart is
67
Beeldformaat
Beeldformaat wordt in pixels gemeten. Kies uit # Groot, $ Middel of % Klein (merk op
dat het beeldformaat varieert afhankelijk van de geselecteerde optie voor Beeldveld, 0 63):
BeeldveldOptieGrootte (pixels)Afdrukformaat (cm)
Groot6.000 × 4.00050,8 × 33,9
DX (24×16)
1,3× (18×12)
* Globaal formaat bij een afdruk van 300 dpi.
pixels gedeeld door printerresolutie in dots per inch (dpi; 1 inch= circa 2,54 cm).
Beeldformaat kan worden ingesteld door op de X (T)-knop te drukken en aan de
secundaire instelschijf te draaien totdat de gewenste optie in het bedieningspaneel
wordt weergegeven.
d
X (T)-knopSecundaire instelschijfBedieningspaneel
Middel4.496 × 3.00038,1 × 25,4
Klein2.992 × 2.00025,3 × 16,9
Groot4.800 × 3.20040,6 × 27,1
Middel3.600 × 2.40030,5 × 20,3
Klein2.400 × 1.60020,3 × 13,5
Afdrukformaat in inches is gelijk aan beeldformaat in
*
A Het opnamemenu
Het beeldformaat kan bovendien worden aangepast met behulp van
de optie Beeldformaat in het opnamemenu (0 224).
68
Twee geheugenkaarten gebruiken
Wanneer twee geheugenkaart in de camera zijn geplaatst, kunt u de optie Functie van
kaart in sleuf 2 in het opnamemenu gebruiken om de functie van de kaart in sleuf 2 te
kiezen.
sleuf 1 vol is), Back-up (elke foto wordt twee keer vastgelegd, één keer naar de kaart in
sleuf 1 en nogmaals naar de kaart in sleuf 2) en RAW sleuf 1 – JPEG sleuf 2 (als voor
Back-up, behalve dat de NEF/RAW-kopieën van foto's vastgelegd bij instellingen van
NEF/RAW + JPEG alleen worden vastgelegd op de kaart in sleuf 1 en JPEG-kopieën alleen
naar de kaart in sleuf 2).
Kies uit Overloop (de kaart in sleuf 2 wordt alleen gebruikt wanneer de kaart in
d
A “Back-up” en “RAW sleuf 1 – JPEG sleuf 2”
De camera toont het aantal resterende opnamen op de kaart met de minste hoeveelheid
geheugen.
De ontspanstand wordt uitgeschakeld wanneer één van de kaarten vol is.
A Films opnemen
Wanneer er twee geheugenkaarten in de camera zijn geplaatst, kan de sleuf, die wordt gebruikt
voor het opnemen van films, worden geselecteerd voor het gebruik van de optie
Filminstellingen > Bestemming in het opnamemenu (0 169).
69
d
70
Scherpstelling
N
Deze paragraaf beschrijft de beschikbare scherpstelopties wanneer foto’s in de zoeker
worden gekadreerd.
worden aangepast (0 78).
automatisch of handmatig scherpstellen (0 75) selecteren, of scherpstelvergrendeling
gebruiken om scherp te stellen, zodat foto’s na het scherpstellen opnieuw kunnen
worden samengesteld (0 76).
Scherpstelling kan automatisch (zie hieronder) of handmatig
De gebruiker kan bovendien het scherpstelpunt voor
Autofocus
Draai aan de selectieknop voor de scherpstelstand om AF
te gebruiken voor autofocus.
Selectieknop voor scherpstelstand
Autofocusstand
Kies uit de volgende autofocusstanden:
StandBeschrijving
Automatische servo-AF: de camera selecteert automatisch enkelvoudige servo-autofocus als het
AF-A
onderwerp stilstaat, continue servo-autofocus als het onderwerp beweegt.
Enkelvoudige servo-AF: voor niet-bewegende onderwerpen. Scherpstelling vergrendelt wanneer
de ontspanknop half wordt ingedrukt.
AF-S
worden ontspannen wanneer de scherpstelaanduiding (I) wordt weergegeven
(focusprioriteit; 0 231).
Continue servo-AF: voor bewegende onderwerpen. De camera stelt continu scherp terwijl de
ontspanknop half wordt ingedrukt; als het onderwerp beweegt, schakelt de camera
AF-C
anticiperende scherpstelling in om de uiteindelijke afstand tot het onderwerp in te schatten en
pas, indien noodzakelijk, de scherpstelling aan.
worden ontspannen al dan niet met scherpgesteld onderwerp (ontspanprioriteit; 0 231).
Bij de standaardinstellingen kan de sluiter alleen
Bij de standaardinstellingen kan de sluiter
N
A Anticiperende scherpstelling
In de AF-C-stand of wanneer continue servo-autofocus is geselecteerd in AF- A-stand, zal de camera
anticiperende scherpstelling starten als het onderwerp in de richting of weg van de camera
beweegt, terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt.
volgen terwijl deze probeert in te schatten waar het onderwerp zich zal bevinden wanneer de
sluiter wordt ontspannen.
Hierdoor kan de camera de scherpstelling
71
De autofocusstand kan worden geselecteerd door op de
f
AF-standknop te drukken en aan de hoofdinstelschijf te
draaien totdat de gewenste instelling in de zoeker en
het bedieningspaneel wordt weergegeven.
AF-standknop
AF-AAF-SAF-C
A Goede resultaten verkrijgen met autofocus
Autofocus werkt niet goed in de onderstaande omstandigheden.
omstandigheden niet kan scherpstellen, wordt mogelijk de ontspanknop geblokkeerd, of de
scherpstelaanduiding (
N
aan te geven dat de sluiter kan worden ontspannen, zelfs als de camera niet kan scherpstellen op
het onderwerp.
I) wordt weergegeven en de camera laat een geluidssignaal horen om
Stel in deze gevallen handmatig scherp (0 78) of gebruik
scherpstelvergrendeling (0 76) om op een ander onderwerp op dezelfde afstand scherp te
stellen en pas vervolgens de compositie van de foto aan.
Er is weinig of geen contrast
tussen het onderwerp en de
achtergrond.
Voorbeeld: het onderwerp
heeft dezelfde kleur als de
achtergrond.
Het scherpstelpunt bevat
voorwerpen op verschillende
afstanden van de camera.
Voorbeeld: het onderwerp
bevindt zich in een kooi.
Het onderwerp bestaat
grotendeels uit regelmatige
geometrische patronen.
Voorbeeld: lamellen of een rij
vensters in een flatgebouw.
Als de camera onder deze
Het scherpstelpunt bevat
gebieden met sterk
verschillende helderheid.
Voorbeeld: het onderwerp
bevindt zich half in de
schaduw.
Voorwerpen op de
achtergrond zijn groter dan het
onderwerp.
Voorbeeld: achter het
onderwerp staat een gebouw
in beeld.
Het onderwerp bevat veel fijne
details.
Voorbeeld: een veld met
bloemen of andere
onderwerpen die klein zijn of
weinig variatie in helderheid
hebben.
Hoofdinstelschij
A Zie ook
Zie persoonlijke instelling a1 (Selectie AF-C-prioriteit, 0 231) voor informatie over het gebruik
van focusprioriteit in continue servo-AF.
0 231) voor informatie over het gebruik van de ontspanprioriteit in enkelvoudige servo-AF.
pagina 155 voor informatie over de beschikbare opties voor autofocus in livebeeld of tijdens
filmopname.